Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009 Definitief
Versie 28 februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
februari 2008
Inhoudsopgave Woord vooraf en leeswijzer ....................................................................................................... 3 1 Inleiding ............................................................................................................................ 4 2 Het stroomgebiedbeheerplan, bouwstenen en deadlines in 2008 en 2009 .............................. 5 2.1 Op weg naar het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan 2008 .............................................. 5 2.1.1 Regionale activiteiten 2008 .................................................................................... 6 2.1.2 Nationale activiteiten 2007 en 2008 ....................................................................... 7 2.1.3 Internationale activiteiten 2008 ............................................................................ 10 2.2 Op weg naar het definitief stroomgebiedbeheerplan 2009 ........................................... 11 2.2.1 Regionale activiteiten 2009 .................................................................................. 11 2.2.2 Nationale activiteiten 2009 .................................................................................. 12 2.2.3 Internationale activiteiten 2009 ............................................................................ 13 3 Werkproces ..................................................................................................................... 14 3.1 Besluitvormingsproces nationaal ................................................................................. 14 3.2 Besluitvormingsproces bestuurlijke vaststelling regionale plannen.................................. 16 3.3 Werkproces internationaal.......................................................................................... 16 3.3.1 Eems .................................................................................................................. 17 3.3.2 Maas .................................................................................................................. 17 3.3.3 Schelde .............................................................................................................. 17 3.3.4 Rijn .................................................................................................................... 18 4 Rollen en taken in de besluitvorming ................................................................................. 19 5 Kaders voor het opstellen van de planfiguren 2008-2009 ................................................... 21 5.1 Afspraken naar aanleiding van de eerste harmonisatieronde ......................................... 21 5.2 Afspraken naar aanleiding van de najaarsronde harmonisatie ........................................ 25 5.3 Kaders n.a.v. planMER en AMvB doelstellingen ........................................................... 29 6 Voorbereiding van de inspraak .......................................................................................... 32 Bronnen................................................................................................................................. 34 Afkortingen- en begrippenlijst ................................................................................................. 35 Bijlagen ................................................................................................................................. 37 Bijlage 1 Actietabel 2008-2009 ............................................................................................ 38 Bijlage 2 Deadlines aanlevering data ..................................................................................... 46 Bijlage 3 Landelijke acties t.b.v. de (ontwerp-)SGBP’s ............................................................ 55 Bijlage 4 Milieukwaliteitseisen als onderdeel van het ‘spoorboekje’ ......................................... 57 Bijlage 5 Formats voortgangsmetingen ................................................................................. 75 Bijlage 6 Algemene denklijn significante schade ..................................................................... 81 Bijlage 7 Plan-m.e.r. ............................................................................................................ 86 Bijlage 8 Uitgangspunten maatregelen op te nemen in de stroomgebiedbeheerplannen KRW ... 87
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
2
februari 2008
Woord vooraf en leeswijzer Dit werkprogramma KRW/WB21 2008-2009 is opgesteld ten behoeve van de totstandkoming van de stroomgebiedbeheerplannen en betreft een actualisatie van de we rkprogramma’s van 2005 en 2006. Belangrijke afspraken in het werkprogramma zijn omkaderd voor de herkenbaarheid. Dit werkprogramma en de afspraken daarin over producten, deadlines, werkafspraken, rollen/taken en kaders voor de planfiguren. Het conceptprogramma is besproken in een gecombineerde LBOW/LBOR vergadering op 12 december 2007. De aanpassingen die daaruit uit voor vloeiden zijn verwerkt in dit definitieve werkprogramma. In hoofdstuk 1 is de aanleiding en het doel van de actualisatie van het werkprogramma beschreven. Hoofdstuk 2 beschrijft de belangrijkste producten, activiteiten en de deadlines. In hoofdstuk 3 wordt het werkproces en planning beschreven op zowel regionaal, nationaal als internationaal niveau. In hoofdstuk 4 wordt de rollen en taken in de besluitvorming beschreven. Hoofdstuk 5 beschrijft de inhoudelijke kaders voor de planfiguren. Hoofdstuk 6 geeft de voorstellen ten aanzien van de voorbereiding van de inspraak. Na hoofdstuk 6 is een bronnenlijst en afkortingen- en begrippenlijst opgenomen. In de bijlagen zijn opgenomen: o de acties die voortkomen uit het werkprogramma, de Decembernota 2006 en de geannoteerde inhoudsopgave van het stroomgebiedbeheerplan (bijlage 1); o de deadlines (ook wel bekend als het ‘spoorboekje’) voor de aanleveri ng van data en de landelijke acties ten behoeve van de (ontwerp-)SGBP’s (bijlage 2 en 3); o de milieukwaliteitseisen als onderdeel van het ‘spoorboekje’ (bijlage 4); o de formats voor de voortgangsmetingen (bijlage 5); o de algemene denklijn significante schade (bijlage 6); o een korte proces- en inhoudsbeschrijving ten aanzien van het planMER (bijlage 7); o de brief van de staatssecretaris aan de waterbeheerders over de uitgangspunten voor de maatregelen op te nemen in de SGBP’s (bijlage 8).
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
3
februari 2008
1
Inleiding
Algemeen In 2005 is in het Landelijk Bestuurlijk Overleg Water (LBOW) het Werkprogramma WB21/KRW 2005 2009 [1] vastgesteld. Met dit werkprogramma is de intentie van alle betrokken bestuurslagen bekrachtigd om via coördinatie en afstemming tijdig te voldoen aan de wettelijke verplichtingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) [2] en aan de nationale afspraken over het uitvoeren van het Waterbeheer 21 e eeuw (WB21) [3], die zijn vastgelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) [4]. Uitvoering van het werkprogramma levert de eerste generatie stroomgebiedbeheerplannen (SGBP’s) op, bedoelt om tot een afgestemd waterbeheer voor de KRW op stroomgebieds niveau te komen. Daarbij levert uitvoering van dit werkprogramma ook de bouwstenen op ten behoeve van de SGBP’s. Aangezien WB21 al in belangrijke mate in de uitvoeringsfase verkeert, ligt de focus in dit werkprogramma met name op de KRW. Uitvoering van het werkprogramma heeft als basis de bestaande bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het Huis van Thorbecke en moet passen binnen deze bevoegdheden. Besluitvorming vindt plaats door het rijk en door de besturen van de verschillende overheden. Aanleiding tot actualisatie van het werkprogramma Bij de vaststelling van het werkprogramma in 2005 is afgesproken om het werkprogramma jaarlijks te herzien en waar nodig aan te passen. De actualisatie gebeurt op basis van voortschrijdend inzicht, waarbij de volgende in 2007 plaatsgevonden gebeurtenissen van belang zijn geweest: - Harmonisatie gebiedsprocessen KRW; - Simulatie bestuurlijke besluitvorming en de NBW-workshop; - Voorbereidingen NBW-actueel. Doel van het werkprogramma KRW/WB21 2008-2009 Dit werkprogramma KRW/WB21 2008-2009 is bedoeld voor alle betrokkenen bij de voorbereiding en uitvoering van KRW en WB21 en geeft een beschrijving werkafspraken en actualisatie van: De producten en activiteiten in 2008 en 2009 (hoofdstuk 2); Het werkproces en de planning van het besluitvormingsproces (hoofdstuk 3); De rollen en verantwoordelijkheden (hoofdstuk 4); De kaders voor de planfiguren (hoofdstuk 5); De communicatie en inspraak (hoofdstuk 6). Daarmee wordt duidelijkheid gegeven over wie wat wanneer gereed moet hebben en wat ieders rol daarin is.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
4
februari 2008
2
Het stroomgebiedbeheerplan, bouwstenen en deadlines in 2008 en 2009
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste bouwstenen die nodig zijn voor het opstellen van de vier ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen (SGBP’s) in 2008 en de definitieve stroomgebiedbeheerplannen in 2009 (voor Rijn, Maas, Schelde en Eems). Deze bouwstenen komen voort uit verschillende activiteiten op regionaal, nationaal en internationaal niveau, welke in het onderstaande worden beschreven. Tevens wordt aangegeven wanneer de producten die voorvloeien uit deze activiteiten gereed (moeten) zijn ten behoeve van de stroomgebiedbeheerplannen. Afspraak 1: alle bestuurslagen richten hun werkproces zodanig in dat deze past binnen het nationale werkproces qua tijdigheid van de producten en afgeronde besluitvorming (zie ook de afgesproken deadlines in § 3.2,tabel 3). In de actietabel in bijlage 1 zijn naast de hieronder beschreven activiteiten, die de belangrijkste bouwstenen opleveren ten behoeve van de SGBP’s, ook de onderliggende activiteiten als acties voor 2008 en 2009 opgenomen.
2.1 Op weg naar het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan 2008 De vier ontwerp-SGBP’s zullen uit twee delen bestaan. Per (internationaal) stroomgebied stelt elke lidstaat een nationaal deel op, het zogenaamde deel B, waarin voor haar eigen grondgebied alle verplichte onderdelen van een SGBP beschreven wordt. Daarnaast bekijken de lidstaten gezamenlijk voor hun (internationaal) stroomgebied welke onderwerpen op het schaalniveau van het gehele stroomgebi ed spelen en daarom een internationale aanpak verdienen. Deze onderwerpen worden beschreven in een ‘overkoepelend deel’ (Schelde) of een zogenaamd ‘deel A’ (Rijn, Maas en Eems). De maatregelen die Nederland in het internationale Deel A of overkoepelend deel kan toezeggen, dienen in lijn te zijn met het nationale Deel B. De nationale delen B bevatten ondermeer een beschrijving van het stroomgebied, de beschermde gebieden, het monitoringsprogramma, de doelstellingen per waterlichaam (inclusief motivatie ind ien gekozen is voor de status sterk veranderd of kunstmatig) en een samenvatting van de maatregelen per waterlichaam voor de periode 2010-2015 (resultaatsverplichting) en voor de periode daarna (2016 2027). Meer in het bijzonder wordt er voor de inhoud van de SGBP’s verwezen naar de geannoteerde inhoudsopgave SGBP [6]. Uiterlijk 22 december 2008 worden de door de Ministerraad (MR) vastgestelde ontwerp -SGBP’s in de inspraak gebracht. DG Water is door de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat verantwoordelijk gesteld voor het opstellen van de SGBP’s. De informatie voor de SGBP’s wordt voor een belangrijk deel gegenereerd door de waterbeheerders en andere betrokken overheden in de zogenaamde gebiedsprocessen. De uitkomsten van deze KRW-analyses worden per (deel)stroomgebied in de RBOnota’s gebundeld. Uiteindelijk legt elke betrokken overheid zijn KRW-doelen en maatregelen vast in zijn ontwerpplan. In §2.1.1 t/m §2.1.3 worden de activiteiten beschreven die de bouwstenen leveren en die de basis vormen voor de ontwerp-SGBP’s. In het landelijk bestuurlijk overleg water (LBOW) en landelijk bestuurlijk overleg regio (LBOR) worden twee opeenvolgende versies van de vier ontwerp-SGBP’s voorgelegd. Gereed: o 1e conceptversie ontwerp-SGBP’s 1 september 2008. o 2e conceptversie ontwerp-SGBP’s 15 oktober 2008. o Definitieve versie t.b.v. vaststelling in de Ministerraad voor 22 december 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
5
februari 2008
2.1.1 Regionale activiteiten 2008 De gebiedsanalyses die onder leiding van de waterbeheerders zijn uitgevoer d (waterschappen voor het regionale watersysteem, provincies voor grondwater en rijkswaterstaat voor het hoofdwatersysteem) hebben belangrijke informatie opgeleverd ten behoeve van het bepalen van de doelen per waterlichaam en de maatregelenpakketten die de komende jaren ten behoeve van de KRW dienen te worden uitgevoerd. De belangrijkste uitkomsten daarvan worden per (deel)stroomgebied samengevat in zogenaamde RBO-nota’s. Alle RBO’s zullen uiterlijk begin april 2008 hun RBO-nota vaststellen. Deze RBO-nota’s en de achterliggende informatie per waterlichaam vormen een belangrijk uitgangspunt voor enerzijds het volledig danwel partieel herzien van de waterplannen door de verschillende overheden, anderzijds voor het opstellen van de eerste concept van de ontwer p-SGBP’s. Samengevat dienen de volgende producten in 2008 gereed ‘te komen cq. vastgesteld te worden:
RBO-nota’s; Ontwerp Gemeentelijke Waterplannen en/of raadsbesluiten; Ontwerp Waterbeheerplannen van waterschappen; Ontwerp provinciale Waterhuishoudingsplannen of ontwerp provinciale Omgevingsplannen; Ontwerp Beheerplan Rijkswateren; Communicatie (regionale component Nederland leeft met Water).
Afspraak 2: Alle ontwerp-planfiguren bevatten tenminste de elementen zoals beschreven in de geannoteerde inhoudsopgave van het SGBP-[6] binnen de kaders als opgenomen in hoofdstuk 5. Mits afgestemd kunnen de ontwerp-planfiguren ook gestalte krijgen in een partiële herziening van bestaande plannen. De Waterbeheerplannen van de waterschappen, de provinciale Waterhuishoudingsplannen en het Beheerplan Rijkswateren zijn wettelijk verplichte planfiguren onder de Wet op de Waterhuishouding (WWH), ook opgenomen in het voorstel Waterwet. RBO-nota’s De door de RBO’s vastgestelde RBO-nota’s zijn een afgestemde compilatie van de beoogde voorkeursmaatregelen en doelen in het desbetreffende deelstroomgebied. De RBO -nota’s geven per KRW-waterlichaam helderheid over de milieudoelstellingen en tevens welke maatregelen er genomen gaan worden. Dit vormt op zijn buurt weer de basis voor de herziening cq. aanpassing van de gemeentelijke waterplannen en/of raadsbesluiten, de ontwerp waterbeheerplannen (WBP’s) van waterschappen en de ontwerp provinciale Waterhuishoudingsplannen (WHP’s) of -Omgevingsplannen en het ontwerp-Beheerplan Rijkswateren (BPRW) van Rijkswaterstaat. De WBP’s, WHP’s en het BPRW zijn wettelijk verplicht. Het advies in de RBO-nota is leidend voor de vraag welke gemeenten binnen het deelstroomgebied een wateropgave voor KRW en/of WB21 hebben, en zo ja wat die dan is. De provincies zien er op toe dat desbetreffende gemeenten daarvoor tijdig een plan of raadsbesluit voorbereiden. Gereed: voor april 2008 (RBO-nota’s) Ontwerp-Gemeentelijke Waterplannen en/of raadsbesluiten Voor die gemeenten waarvan op basis van de gebiedsprocessen in onderling overleg (en uiteindelijk vastgelegd in de RBO’s) bepaald is dat er sprake is van een gemeentelijke wateropgave voor KRW en/of WB21 worden in 2008 ontwerpplannen en/of- raadsbesluiten vastgesteld waarin de KRW- en WB21doelen en -maatregelen zijn opgenomen. Voor WB21 gaat het hierbij om de maatregelen vanuit gemeenten die bijdragen aan het oplossen van wateroverlast in het stedelijk oppervlaktewater opdat in ieder geval de wijken waar urgente wateroverlast optreedt voor 2015 zijn aangepakt.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
6
februari 2008
De besluitvorming moet tijdig zijn afgerond ten behoeve van de besluitvorming over de ontwerp provinciale Waterhuishoudingsplannen die daarop volgt. I.h.a. volstaat de besluitvorming door het college van B&W op ontwerpplannen als voldoende voor de bestuurlijke dekking. Gereed: voor 1 november 2008 Ontwerp-Waterbeheerplannen van Waterschappen De 26 waterschappen nemen de KRW- en WB21-doelen en -maatregelen op in de ontwerpWaterbeheersplannen en laten deze i.h.a. vaststellen door zowel de dagelijkse als algemene besturen. De bestuurlijke besluitvorming moet tijdig zijn afgerond ten behoeve van de besluitvorming over de ontwerp-provinciale Waterhuishoudingsplannen die daarop volgt. Gereed: voor 1 november 2008 Ontwerp-provinciale Waterhuishoudingsplannen (WHP) of provinciale Omgevingsplannen (POP) De twaalf provincies nemen de KRW- en WB21-doelen en maatregelen op in ontwerp-WHP’s of ontwerp-POP’s en laten deze vaststellen in Gedeputeerde Staten (GS) en zonodig in Pr ovinciale Staten (PS). Indien provincies kiezen voor een POP zal het onderdeel met betrekking tot de waterhuishouding in ieder geval gereed en bestuurlijk geaccordeerd zijn voor 20 november 2008. Gereed: voor 20 november 2008 Ontwerp-Beheerplan Rijkswateren van Rijkswaterstaat Hoewel het ontwerp-Beheerplan Rijkswateren (BPRW) van Rijkswaterstaat feitelijk een nationaal product is, is het een samenstel van regionale componenten die ook onderdeel uitmaken van de RBO verkenningen. Daarom is de beschrijving ervan in deze paragraaf opgenomen. In het ontwerp-BPRW worden de KRW-, WB21-, en Natura 2000-doelen en -maatregelen opgenomen voor de periode 20102015. Het ontwerp-BPRW wordt vastgesteld door de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (V&W). Gereed: voor 20 november 2008 Communicatie In 2008 start de vervolgcampagne van Nederland leeft met Water (NLMW). Deze campagne kent ook een regionale component. Deze regionale component krijgt vorm via coproducties, bijvoorbeeld rond de waterschapsverkiezingen in november 2008, en via cofinanciering van stroomgebiedbrede communicatieactiviteiten onder de vlag van NLMW. De coproducties binnen de landelijke campagne krijgen vorm in de periode 2008 -2011. De cofinanciering van stroomgebiedbrede communicatieactiviteiten loopt vooralsnog tot en met 2009. Voor de cofinanciering worden jaarlijks op uiterlijk 1 december aanvragen ingediend. Uiterlijk 31 maart wordt aangegeven welke activiteiten wel en niet gesubsidieerd worden. Een collegiale toetsing en uitwisseling van ervaringen vindt plaats in het LORC. Gereed: o aanvragen cofinanciering voor 1 december 2008 o voor 1 april 2008 en 2009 uitsluitsel welke activiteiten wel en niet gesubsidieerd worden 2.1.2 Nationale activiteiten 2007 en 2008 In deze paragraaf worden de nationale activiteiten en de bijbehorende producten, die in 2007 en 2008 gereed moeten komen, beschreven: Generieke maatregelen; Drempelwaarden; Ex-ante evaluatie KRW en kabinetsstandpunt;
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
7
februari 2008
Plan van aanpak inspraak en inspraakinstructies; Aalbeheersplan; AMvB doelstellingen; Waterbesluit onderdeel gegevensverstrekking; Communicatie (NLMW); Voortgangsmeting WB21.
Generieke maatregelen voor diffuse bronnen inclusief nutriënten Voor de generieke maatregelen zijn twee bouwstenen voorzien, namelijk het Uitvoerin gsprogramma diffuse bronnen en een beleidsbrief naar aanleiding van de evaluatie van de meststoffenwet. Een samenvatting van de generieke maatregelen wordt opgenomen in de SGBP’s. Uitvoeringsprogramma diffuse bronnen Emissies van chemische stoffen zijn te onderscheiden in punt- (industriële lozingen en lozingen uit RWZI’s) en diffuse bronnen. Sinds de succesvolle aanpak van puntbronnen in de afgelopen decennia zijn anno 2007 vooral emissies vanuit diffuse bronnen bepalend voor de kwaliteit van het water. H oewel aan de aanpak van diffuse bronnen van waterverontreiniging nationaal en internationaal al het nodige is gedaan, zouden er op dit terrein toch nog aanzienlijke inspanningen moeten worden verricht om de doelstellingen van de KRW te halen. Het Uitvoeringsprogramma diffuse bronnen beschrijft deze inspanningen. Het uitvoeringsprogramma gaat over alle stoffen die vanuit de KRW als een probleemstof zijn aan te merken, dus zowel de prioritaire stoffen als de overige stoffen. Het uitvoeringsprogramma is in december 2007 aan de Tweede Kamer aangeboden. Gereed: december 2007 Beleidsbrief Evaluatie Meststoffenwet 2006 Het Milieu en Natuur Planbureau heeft de werking van de Meststoffenwet geëvalueerd [7] zoals deze vanaf 1 januari 2006 van kracht is. In december 2007 heeft het kabinet haar reactie op de uitkomsten van de evaluatie naar de Tweede Kamer gestuurd. Gereed: december 2007 Drempelwaarden Het rijk stelt in het voorjaar van 2008 drempelwaarden grondwaterkwaliteit vast voor s toffen met een bovenprovinciaal belang en – waar van toepassing - methoden voor het vaststellen van regionale drempelwaarden door de Provincies. Mede op basis van de concept-drempelwaarden die eind december 2007 beschikbaar komen, worden door de provincies voorlopige maatregelpakketten opgesteld. Na vaststelling van de definitieve drempelwaarden zullen de maatregelpakketten waar nodig worden aangepast. Gereed: voorjaar 2008 Ex-ante evaluatie KRW en kabinetsstandpunt De uitkomsten van de regionale gebiedsprocessen KRW zijn de input voor de ex-ante evaluatie KRW die in het voorjaar van 2008 wordt opgeleverd. De ex-ante evaluatie wordt in opdracht van het ministerie van V&W op basis van een overeengekomen Plan van aanpak uitgevoerd door het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) in samenwerking met het Centraal Planbureau (CPB). Bij de ex-ante evaluatie zal op basis van een zo evenwichtig en transparant mogelijke set aan invoergegevens een beperkt aantal scenario’s worden doorgerekend ten aanzien van de kosteneffec tiviteit van de maatregelen en daarmee te realiseren baten. Centrale uitgangspunten die hierbij worden gehanteerd zijn: eenvoudig, evenwichtig en robuust; liever roughly right than exactly wrong. Op basis van de ex-ante evaluatie zal worden bepaald of de ingeslagen koers (Decembernota 2006) kan worden voortgezet of dat de koers moet worden aangepast. De Tweede Kamer zal hierover eind mei Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
8
februari 2008
2008 worden geïnformeerd door middel van een kabinetsstandpunt met betrekking tot de ex -ante evaluatie. De eventuele consequenties voor het ontwerp-SGBP en daarmee mogelijk voor de (inter)nationale en regionale bouwstenen en activiteiten zullen worden besproken in het LBOR van 14 mei 2008 en LBOW van 25 juni 2008. De inzet is gericht op parlementaire goedkeuring voor juli 2008 (zomerreces). In de gecombineerde LBOW/LBOR van 12 december is de geannoteerde inhoudsopgave besproken van het in mei 2008 op te leveren MNP-rapport en een beschrijving van de scenario’s en varianten die in het kader van de studie worden doorgerekend. Gereed: 1 juni 2008 Plan van aanpak inspraak en inspraakinstructies In hoofdstuk 6 zijn de voorlopige voorstellen ten aanzien van de voorbereiding en het stroomlijnen van de inspraak op de ontwerpplannen opgenomen. In het LBOW van 28 februari zal het plan van aanpak inspraak worden besproken en vastgesteld. Vervolgens worden (concept)inspraakinstructies opgesteld voor de partijen die de ontwerpplannen ter inzage leggen maar ook voor de insprekers zodat dat duidelijk is wie waar op welk onderwerp kan inspreken. De definitieve instructies (uitvoeringsprogramma) worden besproken en vastgesteld in het LBOR van 24 september 2008 en LBOW van 1 oktober 2008. Gereed: o van aanpak inspraak 28 februari 2008 o voorbereiding inspraak 1 mei t.b.v. het LBOR van 14 mei en LBOW 25 juni o uitvoeringsprogramma inspraak 1 september t.b.v. voor het LBOR van 24 september 2008 en LBOW van 1 oktober 2008 Aalbeheersplan Het ministerie van LNV stelt in het kader van de Europese Aalverordening een Aalbeheersplan op. Hiertoe wordt een maatregelenpakket ten aanzien van de visserij opgesteld. Daarnaast worden alle maatregelen uit de SGBP’s voor de KRW die ook voor het behalen van de doelstelling van de Europese Aalverordening van belang zijn, in het nationale Aalbeheersplan opgenomen. Het gaat hierbij om maatregelen buiten de visserij, welke na 2009 in het kader van de KRW -doelstellingen worden uitgevoerd en die tevens leiden tot vermindering van de aalsterfte. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld de Kier bij de Haringvlietsluizen en visgeleiding bij waterkrachtcentrales. De eerste versie van het ontwerp-aalbeheersplan is half januari 2008 klaar en wordt op 23 januari 2008 gepresenteerd in Koblenz bij de ICBR. Een volledig concept van het Aalbeheersplan wordt in augustus 2008 aan de Europese Commissie voorgelegd, waarna begin oktober ook de Tweede Kamer in Nederland op de hoogte wordt gesteld. Het definitieve plan wordt december 2008 ingediend in Brussel. Indien alles volgens plan gaat wordt in juli 2009 begonnen met de implementatie. Gereed: o augustus 2008 concept Aalbeheersplan; o december 2008 definitief Aalbeheersplan. AMvB doelstellingen In de AMvB doelstellingen waterkwaliteitsysteem worden de ecologische doelen van natuurlijke watertypen (GET), de goede chemische toestand (GCT), de goede kwantitatieve toestand (GKT) en de trendbenadering van de Grondwaterrichtlijn (GWR) geïmplementeerd. Daarnaast wordt het juridisch kader gegeven waarbinnen afleiding van de doelstellingen voor sterk veranderde en kunstmatige wateren moet worden vastgesteld, en wordt de juridische basis voor de toepassing van de uitzonderingen geregeld. De GET, GCT en GKT moeten als milieukwaliteitseis worden opgenomen. In de AMvB wordt daarom tevens geregeld bij welke overheidsbeslissingen deze milieukwaliteitseis ee n rol
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
9
februari 2008
moet spelen. Vooralsnog wordt er naar gestreefd om zowel voor grond - als oppervlaktewater de concept-AMvB af te ronden in december 2008. Gereed: concept december 2008 Waterbesluit onderdeel gegevensverstrekking Om ondermeer te kunnen voldoen aan de rapportageverplichtingen aan de Europese Commissie maar natuurlijk ook ten behoeve van de monitoring van de uitvoering van het waterbeleid is het noodzakelijk voor de interbestuurlijke gegevensverstrekking bindende afspraken te maken. In de Wet op de waterhuishouding staat een bepaling om bij AMvB regels te stellen over interbestuurlijke gegevensverstrekking over KRW aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. Deze bepaling is overgenomen in het wetsvoorstel Waterwet. De gegevenverstrekking zal een onderdeel (artikel) worden van het Waterbesluit, de integrale AMvB op grond van de Waterwet, alsmede van de Waterregeling (ministeriële regeling). Momenteel wordt het Waterbesluit en de Waterregeling voorbereid. Het gaat hier om de leveringsfrequentie, vorme isen en verantwoordelijkheidsverdeling. Het concept Waterbesluit zal naar verwachting medio 2008 naar de Raad van State worden gestuurd voor advies. Het tijdschema voor het onderdeel gegevensverstrekking is hierop afgestemd. Gereed: o onderdeel gegevensverstrekking voor 28 februari 2008 o Medio 2008 concept Waterbesluit Communicatie In 2008 start de vervolgcampagne van NLMW. De campagne kent een nationale component. Zoals ook in de Watervisie [8] is vermeld, wil het kabinet met de campagne de betrokkenheid, medewerking en participatie voor het waterbeleid vergroten en de maatschappelijke solidariteit voor waterbeleid in stand houden en versterken. De inhoudelijke elementen hierbij zijn de nadruk op duurzaamheid, integraal waterbeleid en waterbeheer en de focus op de kansen van water. Uitgangspunt daarbij is een verbreding van de thematiek ten opzichte van de afgelopen jaren met niet alleen aandacht voor waterkwantiteit (WB21) maar ook voor waterkwaliteit (KRW) en waterveiligheid. Gereed: de landelijke vervolgcampagne NLMW is in 2007 aanbesteed en loopt van 2008 -2011. Jaarlijks wordt het effect geëvalueerd en op grond daarvan de aanpak voor het volgende jaar bepaald. Voortgangsmeting WB21 De uitvoering van WB21 is al een eind op streek en bevindt zich in een andere fase dan de KRW. In 2008 zal DG Water een meting uitvoeren naar de voortgang van WB21. Gereed: december 2008 2.1.3 In deze
Internationale activiteiten 2008 paragraaf worden de internationale activiteiten, die in 2008 gere ed moeten komen, beschreven: Nederlandse inzet t.a.v. de afstemming van de internationale delen (A); Internationale vergelijking van de inspanningen.
Nederlandse inzet t.a.v. de afstemming van de internationale delen (A) van de ontwerp -SGBP’s Tot het voorjaar van 2008 geven de betrokken landen inzicht in de vorderingen van elkaars maatregelenprogramma’s. Een stroomgebiedbrede afweging van doelen en maatregelprogramma’s, maakt het mogelijk om synergie te bereiken tussen de programma’s.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
10
februari 2008
Voor Nederland, als benedenstrooms land in vier stroomgebieden, is de stroomgebiedbenadering uitermate relevant. Nederland is voor een goede waterkwaliteit van het hoofdwatersysteem voor een groot deel afhankelijk van de inspanningen bovenstrooms. Ook zijn de doelstellingen d ie worden vastgelegd voor de Noordzee, voor Nederland moeilijk te verwezenlijken indien bovenstroomse landen geen bijdrage leveren aan het terugdringen van verontreiniging. Andersom is het voor landen bovenstrooms ondoenlijk om trekvissen terug te krijgen in hun wateren wanneer Nederland de optrekmogelijkheden vanuit zee niet zou herstellen. Tenslotte betekent een gezamenlijke lijn in doelen (ambitieniveau) en maatregelpakketten (fasering) een sterkere positie richting Europese Commissie. In het LBOW van 28 februari zal de Nederlandse inzet per stroomgebied worden besproken en vastgesteld. Tot die tijd is het nuttig en nodig om zoveel mogelijk inzicht te krijgen in de processen rond het vaststellen van de maatregelprogramma’s in de individuele landen. Gereed: voor 28 februari 2008 Internationale vergelijking van de inspanningen De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen in 2007 [9] dat de inspanningen van Nederland niet substantieel hoger mogen liggen dan die van onze bovenstroomse landen t.a.v. de KRW. De KRW is een belangrijk instrument om te komen tot internationale harmonisatie. In december 2008 komen de ontwerp-SGBP’s gereed omdat alle lidstaten die op uiterlijk 22 december 2008 moeten publiceren. Vanaf dat moment kan een goede vergelijking worden gemaakt. Gereed: bij de aanbieding van de ontwerp-SGBP’s aan de Tweede Kamer
2.2 Op weg naar het definitief stroomgebiedbeheerplan 2009 Het jaar 2009 staat in het teken van de inspraak en het verwerken (en afstemmen) van de inspraakreacties. Op basis van de inspraakreacties worden in onderlinge afstemming met de andere overheden de ontwerp-SGBP’s én de overeenkomstige passages uit de verschillende (waterbeheers) plannen zonodig aangepast tot definitieve SGBP’s én definitieve planne n. Voor de inhoud van de SGBP’s wordt verwezen naar de geannoteerde inhoudsopgave SGBP [6]. Uiterlijk 22 december 2009 dienen de SGBP’s op grond van de KRW -verplichtingen door de Ministerraad te zijn vastgesteld. Uiterlijk 22 maart 2010 dienen de SGBP’s elektronisch te worden gerapporteerd aan de Europese Commissie. De informatie voor de SGBP’s wordt voor een belangrijk deel gegenereerd door de waterbeheerders en andere betrokken overheden vastgelegd in de planfiguren van de di verse overheden (zie §2.2.1). Ook daarvoor geldt dat die op basis van de inspraakreacties zonodig tijdig aangepast dienen te worden. De concepten van de SGBP’s worden besproken in het LBOW/LBOR van 9 september 2009 en het LBOW/LBOR van 4 november 2009. Gereed: o 1e conceptversie voor LBOW/LBOR 9 september o 2e conceptversie voor LBOW/LBOR 4 november o vaststelling MR voor 22 december 2009 2.2.1 Regionale activiteiten 2009 Begin 2009 zullen naast de vier ontwerp-SGBP’s ook de ontwerp-plannen van gemeenten (waar relevant), waterschappen, provincies en rijkswaterstaat ter inzage liggen. Ook het nationale Waterplan gaat de inspraak in. Op basis van de inspraak op die plannen zullen de overheden gezamenlijk bekeken tot welke aanpassingen dit zal leiden. Bij het onderling afstemmen van de reacties op de inspraak is een belangrijke rol weggelegd voor de RBO’s, die per (deel)stroomgebied de inspraakreacties op elkaar kan afstemmen. Dit leidt tot de volgende ‘regionale’ producten in 2009: RBO-advies met betrekking tot de afstemming van de inspraakreacties
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
11
februari 2008
Gemeentelijke Waterplannen en/of raadsbesluiten Waterbeheerplannen van Waterschappen Provinciale Waterhuishoudingsplannen of ontwerp provinciale Omgevingsplannen Beheerplan Rijkswateren Communicatie (regionale component NLMW)
Afspraak 3: Alle definitieve planfiguren bevatten tenminste de elementen zoals beschreven in de geannoteerde inhoudsopgave van het SGBP [6] binnen de kaders als opgenomen in hoofdstuk 5. RBO-advies met betrekking tot de afstemming van de inspraakreacties Alle bestuurlijke partners verzorgen hun eigen inspraak en reactie daarop. De bestuurlijk partners vertalen de eventuele consequenties in hun planfiguren. De RBO’s geven advies met betrekking tot de afstemming van de inspraakreacties (zie ook hoofdstuk 4). Gereed: voor 1 mei 2009 (regionale inspraak), voor medio september 2009 (nationale inspraak) Gemeentelijke Waterplannen en/of raadsbesluiten De gemeenten met een gemeentelijke wateropgave voor KRW en/of WB21 maken op b asis van de inspraakreacties en na afstemming in RBO-verband in 2009 definitieve plannen en/of- raadsbesluiten. Gereed: plannen en/of besluiten zijn vastgesteld voor 30 oktober 2009 Waterbeheerplannen van Waterschappen Op basis van de inspraakreacties en na afstemming in RBO-verband passen de waterschappen hun plannen zonodig aan ter vaststelling van de definitieve Waterbeheerplannen de algemene en dagelijkse besturen in 2009. De Waterbeheerplannen dienen tevens ter goedkeuring aan GS voorgelegd te worde n. Gereed: voor 30 oktober 2009 Provinciale Waterhuishoudingsplannen (WHP) of provinciale Omgevingsplannen (POP) Op basis van de inspraakreacties en na afstemming in RBO-verband passen de twaalf provincies hun plannen zondig aan tot definitieve WHP’s of POP’s en laten deze vaststellen in GS en PS. Indien provincies kiezen voor een POP zal het onderdeel m.b.t. de waterhuishouding in ieder geval gereed en bestuurlijk geaccordeerd zijn voor 18 september 2009. Gereed: voor 18 september 2009 Beheerplan Rijkswateren van Rijkswaterstaat Op basis van de inspraakreacties past Rijkswaterstaat het BPRW zonodig aan. Het BPRW wordt vastgesteld door de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Gereed: voor 18 september 2009 Communicatie Zie §2.1.1. 2.2.2 In deze
Nationale activiteiten 2009 paragraaf worden de nationale producten, die in 2009 gereed moeten komen, beschreven: Afstemming en antwoord op inspraakreacties; 4e Nitraatactieprogramma; Bodemsaneringsprogramma 2010-2014; Communicatie (landelijke component NLMW)
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
12
februari 2008
Afstemming en Nota van antwoord inspraakreacties De SGBP’s bestaan uit onderdelen van bestaande relevante plannen (zie §2.2.1 en §2.2.1). Al deze plannen zullen tegelijkertijd een inspraakprocedure doorlopen, waarbij de periode van de procedures varieert (voor SGBP zes maanden, voor de andere plannen tenminste zes weken). Inhoudelijk moeten de plannen op elkaar aansluiten (congruentie) en KRW-proof zijn, zowel voor als na aanpassing naar aanleiding van de inspraakreacties. Om dit te bereiken is afstemming o p inhoud, timing, communicatie en beantwoording van inspraakreacties is nodig. De afstemming wordt periodiek besproken in de RBO -, LBOR- en LBOW vergaderingen van 2009. De concept Nota van antwoord wordt besproken in het LBOW/LBOR van 9 september 2009. Vervolgens zal deze aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Gereed: o afstemming periodiek jan-sept 2009 o Nota van antwoord inspraakreacties september 2009 4e Nitraatactieprogramma Een aanscherping van het generieke mestbeleid na 2009 is mogelijk aan de orde i n de vorm van het 4 e Nitraatactieprogramma voor de periode 2010-2013. Dit mede in samenhang met de wens om de derogatie voor de melkveehouderij na 2009 te willen verlengen. De aard en omvang en mogelijk een aanscherping zal het resultaat worden van het onderhandelingsproces in Brussel over 4 e Nitraatactieprogramma in 2009. Het nitraatactieprogramma moet qua eutrofiering zijn afgestemd met de SGBPS’s. Gereed: voor 1 januari 2010 Bodemsaneringsprogramma 2010-2014 In het nieuwe bodemsaneringsprogramma (2010-2014) wordt het grondwaterbeschermingsbeleid één van de speerpunten. Het rijk zal een beleidskader voor integrale gebiedgerichte benadering (en sanering) van verontreinigd grondwater ontwikkelen. Onderdeel daarvan is het beleggen van verantwoordelijkheid voor sanering van de ondergrond en het voorzien in adequate wettelijke instrumenten. Gereed: 2009 Communicatie Zie §2.1.2 2.2.3
Internationale activiteiten 2009
Afstemming van de internationale inspraak Afstemming van de resultaten van de inspraak op de delen A, ook die in de bovenstroomse landen, is van belang om de eventuele consequenties daarvan tijdig door te kunnen voeren in zowel de internationale delen A (of overkoepelend deel B) als de nationale delen B van de SGBP’s. De eventuele consequenties worden besproken in het LBOW/LBOR van 1 oktober 2009. Gereed: voor medio september 2009
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
13
februari 2008
3
Werkproces
In dit hoofdstuk wordt de relatie weergegeven tussen de activiteiten en producten uit hoofdstuk 2 en de planning van het besluitvormingsproces nationaal, regionaal en internationaal.
3.1 Besluitvormingsproces nationaal De vertaling van de producten uit §2.1 en §2.2 naar momenten van bestuurlijke en politiek besluitvorming en afstemming met maatschappelijke organisaties is hieronder weergegeven. Tabel 1 Totaalplanning werkproces 2008 (politiek-bestuurlijk en maatschappelijk)
Cyclus Regiekolom t.b.v. LBOR/LBOW jan/feb 2008
Waar LBOR LBOW
Wanneer 16-01 28-02
OWN
OWN-vergadering
21-02
Klankbordgroep OWN Klankbordgroep OWN LBOR LBOW
21-02
Wat o PvA inspraak o Werkprogramma 2008-2009 o 50%-rapport ex-ante evaluatie o Internationale inzet SGBP’s Informeren over planning en proces m.b.t. kabinets-standpunt (KBS) ex-ante evaluatie (EAE), de voorbereiding van de ontwerp SGBP’s en de opzet van de inspraak 50%-rapport ex-ante evaluatie
20-03
90%-rapport ex-ante evaluatie
09-04 16-04
CDL RDL MR TK-Hoorzitting* TK-AO* TK-VAO* Stemming moties* LBOR LBOW
Week 17 06-05 09-05 week 20-22 Week 22-23 Week 24 Week 25 14-05 25-06
o 90%-rapport ex-ante evaluatie o concept KBS-EAE o 1e voortgangsmeting KBS-EAE en hoofdconclusies ex-ante evaluatie
OWN-vergadering
26-06
LBOR LBOW
24-09 01-10
OWN-vergadering LBOR LBOW
18-09 05-11 12-11
OWN-vergadering CDL RDL MR
16-10 3e week nov 02-12 05-12
Regiekolom t.b.v. LBOW/LBOR april 2008 Traject naar vaststelling KBS-EAE TK-behandeling KBS-EAE
Regiekolom t.b.v. LBOW/LBOR Mei/juni 2008 OWN Regiekolom t.b.v. LBOW/LBOR sept/okt 2008 OWN Regiekolom t.b.v. LBOW/LBOR november 2008 OWN Traject naar kabinetsvaststelling
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
Parlementaire behandeling KBS-EAE en hoofdconclusies ex-ante evaluatie. Dit is een voorbeeld hoe dat zou kunnen verlopen. De TK bepaalt uiteindelijk zelf agenda/planning. o KBS-EAE evt. uitkomsten TK-behandeling o 2e voortgangsmeting o voorbereidingen inspraak (draaiboek) Informeren over s.v.z. SGBP’s, verkennen grootste knelpunten t.a.v. inspraak o 1e versie ontwerp SGBP’s o voortgang en knelpunten o uitvoeringsprogramma inspraak Informeren over s.v.z. SGBP’s o 2e versie ontwerp SGBP’s o laatste details voorbereiding inspraak Informeren over s.v.z. SGBP’s Vaststelling ontwerp SGBP’s t.b.v. start inspraak op 22 december 2008
14
februari 2008
Cyclus Waar TK informeren over TK ontwerp SGBP’s *optioneel, nog niet te voorspellen
Wanneer 22-12
Wat Ontwerp-SGBP’s
In 2009 worden de inspraakreacties verwerkt ten aanzien van de ontwerpplannen ten behoeve van de vaststelling van de definitieve plannen uiterlijk 22 december 2009. In tabel 2 is de planning van 2009 en begin 2010 opgenomen. Tabel 2 Planning 2009-2010 (politiek-bestuurlijk en maatschappelijk)
Cyclus Regiekolom t.b.v. LBOW/LBOR Feb/mrt 2008 OWN Regiekolom t.b.v. LBOW/LBOR april/mei 2008 OWN Regiekolom t.b.v. LBOW/LBOR juni/juli 2008 Regiekolom t.b.v. LBOW/LBOR aug/sept 2008
Waar LBOR LBOW
Wanneer 25-02 04-03
Wat o tussenstand inspraak o voortgang en knelpunten
OWNvergadering LBOR LBOW
??-02
Aanpak KRW in 2009
06-05 13-05
OWNvergadering LBOW/LBOR
??-03
o bespreken regionale inspraak o tussenstand inspraak op ontwerp-SGBP’s o voortgang en knelpunten Informeren over s.v.z. inspraakproces
08-07
o o
quick scan inspraak ontwerp-SGBP’s voortgang en knelpunten
LBOW/LBOR
09-09
o
Concept nota van antwoord inspraak ontwerp-SGBP’s 1e conceptversie SGBP’s voortgang en knelpunten
o o
Parlement
TK
??-09
OWN
OWNvergadering LBOW/LBOR
??-09
Regiekolom t.b.v. LBOW/LBOR november 2008 OWN
OWNvergadering Traject naar CDL kabinetsvaststelling RDL MR Parlement TK Hoorzitting* AO* VAO* Stemming moties* Europese Commissie EC *optioneel, nog niet te voorspellen
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
Toezenden Nota van antwoord op inspraakreacties ontwerp-SGBP’s Informeren inspraakreacties en s.v.z. SGBP’s
04-11
o o
def. conceptversie SGBP’s voortgang en knelpunten
??-11
Informeren over s.v.z. SGBP’s
3e week nov 01-12 04-12 22-12 jan 2010 jan 2010 feb 2010 feb 2010
Vaststelling SGBP’s
22-03-2010
SGBP’s aanbieden aan EC
Toezenden vastgestelde SGBP’s t.b.v. parlementaire goedkeuring. Dit is een voorbeeld hoe dat zou kunnen verlopen. De TK bepaalt uiteindelijk zelf de eventuele agenda en planning.
15
februari 2008
3.2 Besluitvormingsproces bestuurlijke vaststelling regionale plannen Ten behoeve van het opstellen van de ontwerp-SGBP’s in 2008 en de definitieve SGBP’s in 2009 is het van belang dat de daarvoor noodzakelijke bouwstenen tijdig beschikbaar komen en dat over de regionale plannen/besluiten tijdig de bestuurlijke besluitvorming is afgerond. Daarom zijn de volgende uiterste aanleverdata afgesproken als weergegeven in tabel 3. De aanleverdata voor 2008 zijn in lijn met de data als gegeven in de Decembernota 2006 [5], met dien te verstande dat de aanleverdata van provincies en Rijkswaterstaat gelijk zijn gesteld en zo ook de aanleverdata van gemeenten en waterschappen. Tabel 3 Uiterste aanleverdata bestuurlijk vastgestelde plannen
Bestuurslaag Waterschappen/gemeenten Provincies Rijkswaterstaat
2008 ontwerpplannen Voor 1 november 2008 Voor 20 november 2008 Voor 20 november 2008
2009 definitieve plannen Voor 30 oktober 2009 Voor 18 september 2009 Voor 30 oktober 2009
Meer in detail zijn de uiterste aanlevertermijnen (deadlines) voor de onderdelen van de ontwerp -SGBP’s voor 2008 opgenomen in bijlage 2. Afspraak 4a: De in tabel 3 genoemde uiterste aanleverdata (deadlines) zijn richtinggevend voor de afgeronde besluitvorming over de ontwerpplannen in 2008 en de definitieve plannen in 2009. Voortgangsmeting Net als in 2007 (harmonisatie) is het rijk voornemens om in 2008 en 2009 de voortgang ten aanzien van het bestuurlijke proces (tijdigheid besluitvorming) en de kwaliteit van de gegevens periodiek te meten. De voortgang zal periodiek worden besproken in het LBOW/LBOR. De voortgang wordt gerapporteerd aan de hand van de ‘smiley’ schema’s zoals opgenomen in bijlage 5. Ten aanzien van de ijkmomenten is rekening gehouden met het vergaderschema van het LBOW/LBOR. Afspraak 4b: De in de deelstroomgebieden betrokken partijen verlenen medewerking aan periodieke voortgangsmetingen door het rijk. De voortgangsmetingen wordt gerapporteerd aan de hand van de voorbeeld ‘smiley’ schema’s zoals opgenomen in bijlage 5 en worden periodiek besproken in het LBOW en LBOR.
3.3 Werkproces internationaal Onderwerpen die spelen op het schaalniveau van het gehele stroo mgebied worden beschreven in een ‘overkoepelend deel’ (Schelde) of ‘deel A’ (Rijn, Maas en Eems). Daaronder liggen de nationale delen of ‘delen B’, die op hun beurt weer zijn opgebouwd uit deelplannen. De maatregelen die Nederland in het internationale Deel A, zijn in lijn met het nationale Deel B. De afstemming van de maatregelenpakketten zal in de praktijk een proces zijn waarin de verschillende landen hun voorgestelde maatregelenprogramma’s aan elkaar presenteren, er de gevolgen voor elkaar van inschatten, en vervolgens gaan bedenken of en hoe er synergie kan ontstaan. Waa r mogelijk kunnen veranderingen in de nationale plannen worden aangebracht, om de effecten van de nationale programma’s te versterken. Om de afstemming tussen de landen effectief plaats te laten vinden, is het belangrijk dat landen al in een vroeg stadium inzicht geven en krijgen in elkaars plannen, op het moment dat die nog niet nationaal zijn vastgelegd. Op dát moment is het nog mogelijk om eventuele wijzigingen door te voeren. Na de fase van informele, wederzijdse presentatie komt er een moment dat Nede rland zich een helder beeld moet vormen van wat Nederland van de andere landen in de stroomgebi eden wil vragen en wil kunnen aanbieden. Dit vormt dan de inzet voor de onderhandelingen over de Delen A in de rest van 2008. Het is belangrijk om een vastomlijnd beeld van de inzet te hebben, om in de onderhandelingen als betrouwbare (in de zin van voorspelbare) partij te kunnen optreden. In het verleden is het voorgekomen Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
16
februari 2008
dat de Nederlandse inzet gedurende het proces sterk veranderde, wat de kans op het binnenha len van punten klein maakt. Teneinde de inzet internationaal goed te borgen nationaal, moeten de partijen, in samenwerking met DG Water, de vragen en wensen die Nederland heeft met betrekking tot de bijdrage die nodig is van het buitenland, begin 2008 in beeld hebben gebracht. Afspraak 5: Voor de internationale afstemming in de stroomgebieden zal in het LBOW van 28 februari 2008 de Nederlandse inzet per stroomgebied (Rijn, Maas, Eems en Schelde) worden vas tgesteld. Dit is de basis voor de Nederlandse inzet in de internationale riviercommissies. Vervolgens is er een fase van onderhandelingen, die waarschijnlijk tot vlak voor de vastste lling van het ontwerp-SGBP zal duren (dit geldt zowel internationaal als nationaal). De planning van de verschillende stroomgebieden ten aanzien van de ontwerp-Delen A wordt in de onderstaande paragrafen per stroomgebied beschreven. Na het vaststellen van de ontwerp-SGBP’s vindt in alle landen de inspraak plaats. Het nationale en het internationale deel worden door de oeverstaten gezamenlijk in de inspraak gebracht. De inspraak van lidstaten op nationale plannen van andere landen dient voor het grootste deel via de Delen A te verlopen. Immers, in het Deel A zijn díe onderwerpen behandeld die in andere delen van het stroomgebied effect hebben. Een uitzondering kan worden gemaakt voor onderwerpen die alleen bilaterale effecten hebben, aangezien die vaak uit het Deel A zijn gelaten. Internationaal zijn er nog geen concrete afspraken gemaakt over afstemming van de result aten uit de inspraak. Bij eerste gedachtewisseling met delegaties in de Rijn bleek wel dat a ndere delegaties hier waarschijnlijk positief tegenover staan. Daarmee kan de inspraak dus leiden tot wijzigingen van het Deel A, in de tweede helft van 2009. In december 2009 dient het Deel A te worden vastgesteld. 3.3.1 Eems In de Eems is tijdens de laatste vergadering van de Internationale Coördinatiegroep Eems een redactiegroep in het leven geroepen. Deze kan verder bouwen op het werk dat al door de Geschäftstelle Ems is gedaan. Het ontwerp-Deel A zal worden bekrachtigd door de Internationale Stuurgroep Eems. De precieze datum voor de bijeenkomst daarvan is nog niet vastgesteld, en kan door de Nederlandse delegatie worden beïnvloed. De Eems kan daarmee in lijn met de Nederlandse planning worden gebracht. 3.3.2 Maas In de Maas is er een redactiegroep in het leven geroepen voor het opstellen van het ontwerp -Deel A. Deze redactiegroep is op 13 november 2007 voor de eerste keer bij elkaar gekomen. De planning voor het opstellen van het ontwerp-Deel A wordt in de redactiegroep opgesteld, en tijdens de Plenaire vergadering in december 2007 vastgesteld. Het ligt in de lijn van de verwachting dat men in de Maas het Deel A zal willen vaststellen in de Plenaire van 2008, die over het algemeen begin december plaatsvinden. De Maas dreigt daarmee uit de Nederlandse planning te lopen. 3.3.3 Schelde Ook in de Schelde bestaat er een redactiegroep voor het opstellen van het ontwerp -Deel A (daar Overkoepelend deel B geheten). Deze groep is al een aantal keer bij elkaar geweest. Het Overkoepelend deel B zal in eindconcept gereed zijn volgens planning in augustus 2008. Vaststelling van het Overkoepelend deel B vindt plaats in de Plenaire vergadering, die plaatsvindt in december. De Schelde is daarmee grotendeels in lijn met de Nederlandse planning, hoewel formele goedkeuring op 15 oktober nog ontbreekt.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
17
februari 2008
3.3.4 Rijn De groep ‚SG-Plan‛ is ingesteld om het ontwerp-Deel A te produceren. Het voorontwerp van Deel A wordt voorzien voor maart 2008. Medio 2008 komt er dan een definitief ontwerp-Deel A. Daarmee kan het worden vastgesteld op de plenaire vergadering (PLEN CC) die rond juli 2008 plaatsvindt. De Rijn is daarmee in lijn met de Nederlandse planning.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
18
februari 2008
4
Rollen en taken in de besluitvorming
De structuur voor de uitvoering de KRW en WB21 uit het Werkprogramma WB21/KRW 2005 2009 blijft van kracht. Uitvoering van het werkprogramma heeft de bestaande bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het Huis van Thorbecke als basis en past binnen deze bevoegdheden. De structuur omvat een landelijke en een regionale kolom (figuur 1). Besluitvorming vindt plaats door het rijk en door de besturen van de verschillende overheden: provincies, waterschappen en gemeenten. De organen in de werkstructuur hebben een adviserende functie ten behoeve van de besluitvorming. Staatssecretaris LBOR
RBO
LBOW RAO-voorzitters Programmaleider CSN
Regiegroep Agendaoverleg
RAO
Regionale werkgroepen
Personele unies
Clusters/landelijke werkgroepen
Figuur 1 Werk- en afstemmingsstructuur
Ten aanzien van de rol van de RBO’s, het LBOR en LBOW worden hieronder nadere afspraken gemaakt. 1. Rol van de RBO’s in 2008/2009 De algemene besturen van de overheden die bij de KRW-processen zijn betrokken (rijk, provincies, waterschappen en gemeenten) hebben gevraagd tijdig te worden geïnformeerd en betrokken bij de besluitvorming over de KRW. Daarvoor is expliciet meer aandacht nodig. De RBO’s hebben daarin een rol ten aanzien van communicatie, coördinatie en afstemming binnen het (deel)stroomgebied. De RBO’s hebben hierin nadrukkelijk een afstemmingsverantwoordelijkheid. De RBO-nota’s beogen een harmonisatieslag binnen het (deel)stroomgebied en zijn op te vatten als een advies richting de afzonderlijke besturen ten behoeve van de vaststelling van hun eigen plannen. Voorts hebben RBO’s een rol ten aanzien van inhoudelijke checks wat daar daadwerkelijk van terechtkomt binnen de afstemmings-verantwoordelijkheid. Voorgesteld wordt om daarom een aantal controlemomenten (checks) af te spreken om zicht te houden op de voortgang. De RBO’s hebben zicht op voortgang en de regionale afstemming en leveren zij viermaal per jaar de sta nd van zaken ten aanzien van de planvorming aan het rijk (zie § 3.2). De RBO’s worden hiervoor ondersteund door de RAO voorzitters en de gemeenteambassadeurs (specifiek voor de gemeenten). Afspraak 6: De RBO’s hebben primair een afstemmingsverantwoordelij kheid en doen dat op vier momenten: Na afronding van de gebiedsprocessen uiterlijk maart 2008 in de vorm van een RBO -nota; In de herfst van 2008 een check op wat er van de RBO-nota terecht is gekomen in de ontwerpplannen; In het tweede kwartaal van 2009 na de inspraak van de onderliggende plannen een check op congruentie conceptinspraakreacties; In de herfst van of eind 2009 voor een check op de definitieve plannen. Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
19
februari 2008
Afspraak 7: De RBO’s bevorderen een tijdige en adequate besluitvorming binnen het (deel)stroomgebied en adviseren hierover richting alle betrokken bestuursonderdelen in hun (deel)stroomgebied. Daarvoor zijn de in §2.3 in tabel 3 vermelde deadlines richtinggevend. 2. Rol LBOR in 2008/2009 De staatssecretaris van V&W heeft de eindverantwoording voor de afstemming tussen stroomgebieden en de afstemming van de regionale met de nationale inspraak. Het LBOR heeft in 2008 en 2009 een rol hierin en geeft de staatssecretaris advies ten aanzien van de afstemming. Afspraak 8: Het LBOR adviseert de staatssecretaris van V&W en ziet in de periode 2008-2009 toe op: 1. De voortgang en maakt zonodig afspraken die worden doorvertaald naar de RBO’s; 2. De samenhang van de ontwerp-planfiguren in de herfst van 2008 (voor 1 november 2008); 3. De afstemming van de regionale met de nationale inspraak (na 22 juni 2009 en voor 22 augustus 2009). 3. Rol LBOW in 2008/2009 Het LBOW adviseert de staatssecretaris met name over de kaders van de voorbereiding en de uitvoering van de KRW en WB21. In het LBOW in 2008 zullen tenminste de volgende onderwerpen besproken worden: Afspraken over stroomlijnen van de inspraak (28-02-2008); De (concept)reactie van het kabinet op de uitkomsten van de evaluatie van de mestwetgeving; 50%-rapport ex-ante evaluatie (28-02-2008); 90%-rapport ex-ante evaluatie en concept-kabinetsstandpunt (16-04-2008); Eerste voortgangsmeting (16-04-2008) Consequenties kabinetsstandpunt ex-ante evaluatie en TK-behandeling (25-06-2008); Stand van zaken ontwerp-SGBP’s en inspraak (25-06-2008); Tweede voortgangsmeting (25-06-2008) Stand van zaken ontwerp-SGBP’s en inspraak, bespreking eerste versie ontwerp-SGBP’s. (01-102008); Stand van zaken ontwerp-SGBP’s en inspraak, bespreking tweede versie ontwerp-SGBP’s (12-112008). Andere belangrijke momenten zijn: Vaststelling ontwerp-SGBP’s in de Ministerraad (05-12-2008); Start inspraak met ter inzage legging ontwerp-SGBP’s tezamen met het ontwerp-Nationaal Waterplan (22-12-2008); Afloop inspraak ontwerp-SGBP’s en ontwerp-Nationaal Waterplan (22-06-2009); Nota van Antwoord inspraak (september 2009); Parlementaire behandeling ontwerp-SGBP’s en ontwerp-Nationaal Waterplan; Vaststelling definitieve SGBP’s en Nationaal Waterplan in de Ministerraad (11 -12-2009).
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
20
februari 2008
5
Kaders voor het opstellen van de planfiguren 2008-2009
In 2007 heeft een tweetal voortgangsmetingen plaatsgevonden onder de noemer Harmonisatie gebiedsprocessen KRW [10]&[11], één voor de zomer en één na de zomer. Op basis daarvan zijn voorstellen uitgewerkt en afspraken gemaakt over meer eenduidige kaders en uitgangspunten voor de planfiguren die de bouwstenen vormen van de SGBP’s. Voorts worden er vanuit planMER en de concept AMvB Doelstellingen (in ontwikkeling) eisen gesteld aan de planfiguren. De kaders en uitg angspunten worden in dit hoofdstuk beschreven. 5.1 Afspraken naar aanleiding van de eerste harmonisatieronde Uit de eerste harmonisatieronde zijn een aantal aandachtspunten naar voren gekomen waarover in het LBOW en LBOR van juni afspraken zijn gemaakt. Deze aandachtspunten zijn nog steeds actueel [12]. 1. Transparante argumentatie van keuzes Voor de regionale en landelijke besluitvorming en de rapportage aan de Europese Commissie is een transparante en adequate argumentatie van keuzes met betrekking tot doelen en te nemen maatregelen van groot belang. Mede ter ondersteuning hiervan is in Nederland afgesproken gebruik te maken van drie formats [13] voor het vastleggen en rapporteren van de belangrijkste uitkomsten van de gebiedsprocessen, in principe per waterlichaam. De formats betreffen ‘milieudoelstellingen’, ‘maatlatten’ (ecologische doelen) en ‘maatregelen’. Deze formats vormen ook een onderdeel van de geannoteerde inhoudsopgave SGBP [6]. Mede naar aanleiding van de uitkomsten van de harmonisatie gebiedsprocessen zijn er enkele aanpassingen doorgevoerd in de formats, zodat ze gebruiksvriendelijker zijn en bovendien beter aansluiten bij de regionale werkwijze. Afspraak 9: In Nederland is afgesproken de drie SGBP-formats [13] (inclusief wijziging voor maatlatten) te gebruiken voor het periodiek aanleveren van de informatie per waterlichaam met ingang van 23 november 2007. Toelichting Transparantie zal bovendien moeten blijken in de schriftelijke documentatie. De toepassing van de Handleiding afleiden MEP/GEP [14] en de algemene denklijn significante schade (bijlage 4) helpen bij een transparant afwegingsproces. Op basis van de harmonisatie gebiedsprocessen KRW is echter maar een beperkte voortgang op dit punt mogelijk gebleken; de regionale waterbeheerders hebben zich in 2007 met name gericht op het benoemen van de doelen en maatregelen en hebben ten opzichte va n het voorjaar 2007 een beperkt aantal geactualiseerde of nieuwe regionale verantwoordingsdocumenten opgesteld. Mogelijk duidt dit er op dat de voortgang in het expliciet vastleggen en verwoorden van de gemaakte keuzes nog onvoldoende op gang is gekomen. Hierdoor bestaat het gevaar dat vooral achteraf – dus nadat de maatregelenpakketten zijn samengesteld – de argumentatie voor keuzes wordt opgeschreven. Dit komt de transparantie niet ten goede. 2. Omgang met maatregelen waarvan de uitvoerbaarheid onzeker is (fasering) Bij de keuze welke maatregelen in het SGBP 2009-2015 worden opgenomen, dient een afweging te worden gemaakt tussen enerzijds de zekerheid dat maatregelen kunnen worden uitgevoerd en anderzijds de ambitie voor die eerste periode (2009-2015) als onderdeel van de gehele periode tot 2027. Uitgangspunt is dat een realiseerbaar maatregelenpakket van voldoende omvang kan worden gerapporteerd. Afspraak 10a: De volgende faseringsstrategie (flexibiliteit in de tijd) is reeds in juni 2007 afgesproken. In voorbereiding op het SGBP worden alle maatregelen tot 2027 als een samenvatting in beeld gebracht. Uit het totaal wordt vervolgens een selectie gemaakt van de maatregelen voor het eerste stroomgebiedbeheerplan (2009 - 2015); dit zijn de maatregelen waarvan de uitvoerbaarheid in 2015 Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
21
februari 2008
realistisch lijkt. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de beïnvloedingsmogelijkheden die partijen ten dienste staan maximaal worden benut. Bij de keuze van maatregelen in het eerste SGBP wordt aangetekend dat ze inwisselbaar zijn voor maatregelen uit het totale maatregelenpakket, mocht blijken dat bepaalde maatregelen uit het eerste SGPB onverhoopt niet tijdig uitgevoerd kunnen worden. Het is dan wel zaak om de projectvoorbereiding breder te starten, zodat uitwisseling van maatre gelen ook daadwerkelijk mogelijk is. Toelichting Positief is dat door alle regio’s voor het merendeel van de maatregelen gekeken wordt naar de periodes 2009-2015 en 2015-2027. Zo’n 60-70% van alle maatregelen in de regionale oppervlaktewateren wordt voorzien in de eerste SGBP-periode (dus t/m 2015), voor de rijkswateren ligt dit gemiddeld op ongeveer 40%. Op basis van de huidige informatie is niet inzichtelijk hoe de maatregelen 2010 -2015 zich in termen van effectiviteit en doelbereik verhouden tot het totaalpakket in de periode 2010-2027 en of er rekening is gehouden met een uitwisselbaarheid tussen maatregelen. Dergelijke afwegingen zouden met name zichtbaar moeten worden in de regionale verantwoordingsdocumenten; in de concept -RBO-nota’s wordt hier (nog) niet op ingegaan. Naast flexibiliteit in de tijd (fasering), is door de regio’s ook gevraagd om flexibiliteit in de ruimte. De KRW-tekst en de aanvullende technical guidances zijn hierin niet heel expliciet, maar bieden wel mogelijkheden. Nederland zal in het SGBP (en in het Europese overleg dat daaraan nog vooraf zal gaan) kiezen voor het optimaal benutten van de mogelijkheden voor flexibiliteit. Dit betekent dat het in principe mogelijk moet zijn om concrete maatregelen aan meerdere waterlichamen toe t e kennen, waarbij niet precies wordt aangegeven welk deel van de maatregelen in welke waterlichamen gerealiseerd zal worden. Uitgangspunt blijft dat de maatregelen aan afzonderlijke waterlichamen worden toegekend. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken wanneer de toekenning aan afzonderlijke waterlichamen niet mogelijk is vanwege onzekerheid over het beschikbaar komen van gronden voor inrichtingsmaatregelen of het afsluiten van beheersovereenkomsten. Het toekennen van flexibiliteit in de ruimte, wordt mogelijk gemaakt in de volgende volgorde van schaalniveaus: 1. Indien het toekennen van maatregelen aan afzonderlijke waterlichamen niet mogelijk is, worden de maatregelen toegekend aan cluster van waterlichamen dat gezamenlijk één watersysteem vormt; 2. Indien 1. niet mogelijk blijkt, worden de maatregelen toegekend aan een deelgebied binnen het waterschapsgebied; 3. In het uiterste geval, als 1. en 2. niet mogelijk zijn, worden de maatregelen op het niveau van de waterschappen in beeld gebracht. Een hoger niveau is niet mogelijk omdat er dan geen duidelijke relatie is te leggen met het bevoegd gezag. Afspraak 10b: voor flexibiliteit in de ruimte kan door waterbeheerders gemotiveerd een concrete maatregel aan verschillende waterlichamen worden toegekend, waarbij ni et precies wordt aangegeven welk deel van de maatregel in welke waterlichamen gerealiseerd zal worden. Dit is alleen mogelijk op basis van onzekerheid omtrent grondverwerving of het afsluiten van beheersovereenkomsten. Mocht hiervan - gemotiveerd - gebruik worden gemaakt, dan zal door de regionale waterbeheerders wel duidelijk moeten worden gemaakt op welke mogelijke waterlichamen de maatregelen betrekking hebben. Om praktische redenen is voor de interne nationale en regionale analyse van de maatregelen en doelen wel een toekenning per waterlichaam nodig. Hierover wordt het volgende afgesproken: Afspraak 10c: Ten behoeve van nationale en regionale analyse van maatregelen worden de in 10b genoemde maatregelen verdeeld over de betreffende waterlichamen. De w aterbeheerders doen hiertoe zelf een voorstel dat nationaal wordt overgenomen. Deze toedeling wordt echter op geen enkele wijze op het niveau van waterlichamen gerapporteerd in rapportages, tabellen of kaarten.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
22
februari 2008
3. Het betrekken van bestuurders in het afwegingsproces De transparante argumentatie van keuzes zoals genoemd onder aandachtspunt 1 is onmisbaar om de bestuurders in het afwegingsproces te ondersteunen. Zeker omdat in de gebiedsprocessen wordt aangestuurd op één voorkeursalternatief aan maatregelen, is het bovendien zaak om naast het dagelijks bestuur ook de algemene besturen hierin mee te nemen. In de huidige planningen van de besluitvorming over de RBO-nota’s blijkt er in de regel eind 2007 en begin 2008 voor de algemene besturen (AB, PS) nog maar beperkt tijd beschikbaar om kennis te nemen van de resultaten van de gebiedsprocessen en deze te beoordelen. Dit vormt een risico in het verkrijgen van politiek-bestuurlijk draagvlak voor de doelen en maatregelen. Bij gebrek aan draagvlak zullen zich naar verwachting problemen voordoen in het najaar van 2008 bij de behandeling van de ontwerpplannen van de verschillende overheden, waarin deze doelen en maatregelen worden opgenomen. Hierdoor komt het halen van de deadline van 22 december 2008 voor de start van de inspraak in gevaar. Dit procesrisico kan verminderd worden door de komende maanden veel aandacht te besteden aan het informeren van de algemene besturen, ook wanneer de resultaten van de gebiedsprocessen nog niet volledig verwerkt zijn in de RBO-nota’s. Veel regionale waterbeheerders nemen hiertoe inmiddels initiatieven (bijvoorbeeld door bestuurlijke conferenties of excursies), waarmee dagelijkse en algemene besturen al wel geïnformeerd worden. Afspraak 11: De RBO’s bevorderen dat algemene besturen tijdig worden betrokken met het oog op tijdige en adequate besluitvorming in het deelstroomgebied. De voortgang wordt bovendien nationaal vier maal per jaar geijkt door middel van de ‘smiley’ schema’s in bijlage 3 (zie afspraak 4). 4. Formuleren van het beleidsdoel 2015 In het geval het doel van Goede Ecologische Toestand (GET) of Goed Ecologisch Potentieel (GEP) in 2015 niet haalbaar blijkt te zijn, zal er sprake zijn van fasering of van doelverlaging (voor chemische stoffen waar nu al duidelijk is dat het doel in 2027 niet bereikt kan worden). Het is dan wenselijk om een beleidsdoel 2015 op te stellen, inclusief een kwantitatieve beschrijving van de te verwachte situatie in het waterlichaam ('streepje op de maatlat'). In beginsel wordt het beleidsdoel 2 015, geformuleerd in termen van ‚streepjes op de maatlat‛, niet in het SGBP opgenomen en aan de Europese Commissie gemeld, tenzij in de komende periode blijkt dat opname in het SGBP bij fasering verplicht is. Afspraak 12: Het beleidsdoel 2015 wordt gekwantificeerd (‘streepje op de maatlat’) in alle aan het SGBP toeleverende planfiguren. Daarin wordt ook inzichtelijk gemaakt welke maatregelen worden getroffen om dit doel te realiseren. Voor chemische stoffen waarvoor al in 2009 duidelijk is dat doelverlaging de enige mogelijke keuze is zal dit in de eerste stroomgebiedbeheerplannen worden opgenomen. 5. Algemene denklijn voor significante schade Er is in 2007 een algemene denklijn opgesteld voor het omgaan met significante negatieve effecten op functies en/of milieu (ook wel bekend als 'significante schade'). Deze algemene denklijn is ondersteunend voor het opstellen en motiveren van de keuzes met betrekking tot doelen, maatregelen en kosten. Het is uiteindelijk een bestuurlijke keuze welke potentiële herst elmaatregelen voor het halen van een Goede Ecologische Toestand (GET) in oppervlaktewateren leiden tot significante negatieve effecten op functies en/of milieu. De keuze dient wel helder te worden gemotiveerd (zie ook aandachtspunt 1). Afspraak 13: De keuze en motivatie welke potentiële herstelmaatregelen leiden tot significante negatieve effecten op (‘significante schade aan’) functies en/of het milieu is een verplicht en belangrijk onderdeel van de typering en doelbepaling van waterlichamen. De Algemene denklijn significante
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
23
februari 2008
schade (bijlage 4) wordt door de waterbeheerders gehanteerd met het oog op een meer uniforme en consistente motivatie van keuzes. 6. Inbreng van het rijk ten aanzien van generieke maatregelen Het generieke beleid met betrekking tot mest en diffuse bronnen laat zich niet eenvoudig vertalen naar de verwachte effecten op de waterkwaliteit per waterlichaam. Voor de regio is het daarom lastig in te schatten wat er met generieke maatregelen bereikt wordt op regionaal niveau. Hier bestaat vanuit de regio een duidelijke behoefte aan. Afspraak 14: VROM, LNV en V&W zullen desgevraagd de regio ondersteuning bieden om te bezien hoe de effecten ingeschat kunnen worden op regionaal niveau. Wanneer het inschatten niet goed mogelijk is, zal worden aangegeven hoe met deze onzekerheden kan worden omgegaan. 7. Bovenstrooms-benedenstroomsrelaties (Afwenteling) De KRW gaat uit van een stroomgebiedsbenadering, waarbij de coördinatie tussen benedenstrooms en bovenstrooms een belangrijke rol speelt. Een centraal punt hierbij is de vraag of doelen van benedenstrooms of bovenstroomse waterlichamen aan een bepaald waterlichaam meer vragen dan de doelen van het waterlichaam zelf. Voorbeelden zijn: De norm voor nutriënten is in een meer of de Noordzee benedens trooms strenger dan in de eigen nutriëntennormen van beken of rivieren die in het meer (of de Noordzee) uitkomen. In een dergelijk geval kan toestand ten aanzien van nutriënten in de beek zelf op orde zijn, maar de concentraties zijn te hoog om benedenstrooms de doelen te bereiken. Er is dan overleg nodig om te zien of bovenstrooms extra maatregelen genomen moeten en kunnen worden. Voor trekvissen is het van belang dat ze rivieren en beken op kunnen zwemmen naar bovenstrooms gelegen paaigebieden. In voorbereiding op deze discussie wordt zo spoedig mogelijk na het vrijkomen van de doelen per waterlichaam een lijst met verschillende sprongen in doelstellingen opgesteld: op die punten worden de GEP’s vergeleken. Zo komen eventuele probleempunten snel in kaar t, waarover dan worden afspraken moeten worden gemaakt (met als uitkomst dat maatregelen in onderling overleg worden aangepast). De speerpunten voor afkoppeling zijn N, P, temperatuur en trekvissen. Afspraak 15: In het eerste kwartaal 2008 – wanneer de doelen in beeld zijn - worden knelpunten in doelen ten gevolge van relaties bovenstrooms-benedenstrooms binnen de RBO’s geïnventariseerd en afgestemd. Speerpunten hierbij zijn: N, P, temperatuur en trekvissen. 8. Afstemming tussen waterbeheerders Een van de zaken die de Harmonisatie gebiedsprocessen KRW aan het licht heeft gebracht, is dat het gezamenlijk bespreken van inhoudelijke en procesmatige thema's rondom de KRW een duidelijke meerwaarde heeft. Vragen kunnen worden aangescherpt, aanpakken vergeleken e n onderling aangevuld, etc. Dit leidt tot betere werkwijzen en daarmee tot betere uitkomsten. Zeker vanuit de constatering dat de focus vooral sterk ligt op de eigen gebiedsprocessen en dat er geen vanzelfsprekende neiging tot intensieve kennisdeling is, neemt het RBO de verantwoordelijkheid dat de spelers in de regionale gebiedsprocessen elkaar meer en vaker opzoeken. Afspraak 16: In afspraak 5, 6 en 7 is de rol van de RBO’s beschreven; de RBO’s dragen in belangrijke mate bij aan de onderlinge afstemming binnen deelstroomgebieden. De (deel)stroomgebiedoverstijgende afstemming vindt plaats in het LBOR. 9. Natura 2000 in relatie tot KRW Het is van belang om in de stroomgebiedbeheerplannen en bijbehorende maatregelpakketten ter implementatie van de KRW maximaal rekening te houden met de watervereisten van Natura 2000. Dit is
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
24
februari 2008
met name belangrijk voor Natura 2000 gebieden met een sense of urgency op het gebied van water en voor de Natura 2000-gebieden met daarbinnen TOP-gebieden verdroging. Dit betekent dat de voor Natura 2000 vereiste watercondities maximaal worden opgenomen in de 1ste generatie SGBP’s: o Voor de sense of urgency-gebieden met een wateropgave is afgesproken om de watercondities zo snel mogelijk, maar uiterlijk 2015 op orde te brengen (1ste generatie SGBP’s). o Voor de overige Natura 2000-gebieden met een wateropgave geldt dat realisatie van de optimale watercondities ook op langere termijn ingevuld kan worden mits deze fasering geen belemmering is voor het realiseren van natuurdoelen. o Voor de TOP-gebieden gelegen binnen de N2000 geldt dat de voor N2000 vereisten watercondities maximaal worden opgenomen in de eerste generatie stroomgebiedbeheersplannen. o Voor de TOP-gebieden die buiten Natura 2000 gebieden vallen is afgesproken dat de maatregelen voor verdroging 1 worden opgenomen in de SGBP’s, voor zover deze verplicht worden gesteld door de KRW. De regio benut tot en met maart 2008 om de waterdoelen voor natuur (Sense of Urgency en TOP) maximaal in de eerste generatie SGBP’s op te nemen. LNV zal inzicht geven in doelen, vereiste watercondities en mogelijke maatregelen, zodat de waterbeheerders kunnen bepalen wat er moet gebeuren. De provincies geven inzicht in de verdrogingsdoelen en mogelijke maatregelen voor TOP gebieden. Relevante informatie is voor 1 januari 2008 beschikbaar. Overigens kan in onderling overleg worden afgesproken dat ook later aangeleverde informatie kan worden meegenomen voor een adequaat besluitvormingstraject. Deze afspraken zijn vastgelegd in een brief van LNV aan de RBO’s [16]. Afspraak 17: LNV zal inzicht geven in doelen, vereiste watercondities en mogelijke maatregelen, zodat de waterbeheerders kunnen bepalen wat er moet gebeuren. De provincies geven inzicht in de verdrogingdoelen en mogelijke maatregelen voor TOP-gebieden. Relevante informatie is vóór 1 januari 2008 beschikbaar. De regio benut tot en met maart 2008 om de waterdoelen voor natuur (Sense of Urgency en TOP, voor zover er een relatie is met de KRW) maximaal in de eerste generatie SGBP’s op te nemen.
5.2 Afspraken naar aanleiding van de najaarsronde harmonisatie Uit de simulatie bestuurlijke besluitvorming, de tweede harmonisatieronde en de NBW -workshop (september 2007) is een aantal aandachtspunten naar voren gekomen waarover de v olgende afspraken zijn gemaakt. 10. Status van de deelplannen en besluiten De plannen van gemeenten, waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat, oftewel de planfiguren die de komende twee jaar opgesteld zullen worden, bevatten uitspraken over doelen en maatregelen die voor de KRW genomen zullen worden. Deze KRW-doelen en maatregelen dienen ook in de SGBP’s opgenomen te worden. De vier SGBP’s zijn het formele communicatiemiddel naar de Europese Commissie. In de implementatiewet (2004) is opgenomen dat de aangepaste planfiguren onder Wet op de Waterhuishouding minimaal de status hebben van een partiële herziening van de genoemde planfiguren of - voor gemeenten - van een raadsbesluit. Voorts geldt dat de plannen ten behoeve van de KRW en dus het SGBP wel verplichte elementen moeten bevatten. Afspraak 18: De plannen moeten verplichte elementen bevatten ten behoeve van de KRW en het SGBP (de elementen conform de geannoteerde inhoudsopgave SGBP [6]). De besluiten over de plannen 1
Voor de TOP-gebieden geldt dat de maatregelen die in ILG-verband zijn afgesproken in 2013 gerealiseerd moeten zijn.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
25
februari 2008
hebben minimaal de status hebben van een partiële herziening van de genoemde planfiguren of - voor gemeenten - van een raadsbesluit. 11. Scope van de maatregelen voor het SGBP In algemene zin is uit de Harmonisatie gebiedsprocessen KRW gebleken dat het noodz akelijk is om goede afspraken te maken over de scope van de maatregelen die worden opgenomen in de SGBP’s. In het gecombineerde LBOW/LBOR van 12 december 2007 is daar uitvoering bij stilgestaan. De afspraken hierover zijn opgenomen in een brief van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat aan de waterbeheerders van 12 februari 2008. De volledige tekst is te vinden in bijlage 8. In dit onderdeel worden daarvan de hoofdpunten weergegeven. De motivatie voor fasering en de eisen die de KRW stelt ten aanz ien van de rapportage van maatregelen leidt tot het volgende algemene uitgangspunt: niet alleen maatregelen die specifiek voor de KRW zullen worden genomen, maar ook maatregelen uit ander hoofde die een positieve bijdrage leveren aan het bereiken van de KRW-doelen in waterlichamen, worden als KRW-maatregel aangemerkt en worden opgenomen in het stroomgebiedbeheerplan. Deze maatregelen zullen bij het opnemen in het SGBP veelal worden geclusterd. Met ‚het bereiken van KRW-doelen‛ wordt hier bedoeld, dat de betreffende maatregelen er voor zorgen dat er geen achteruitgang plaatsvindt en de afstand tussen de huidige situatie en het KRW-doel (bijvoorbeeld goed ecologisch potentieel) geheel of gedeeltelijk wordt overbrugd. De invulling van het algemene uitgangspunt is afhankelijk van het type maatregel en wordt in deze brief verder uitgewerkt. Het algemene uitgangspunt voor het opnemen van maatregelen in het SGBP geldt ook ten aanzien van de maatregelen die we in Nederland al nemen of al gepland en financieel gede kt zijn in de meerjareninvesteringsprogramma’s van waterbeheerders voor de periode 2009 – 2015 en die bijdragen aan KRW-doelen. De KRW leidt enerzijds tot optimalisatie van deze bestaande (geplande) maatregelen en anderzijds tot nieuwe maatregelen. Zowel de reeds voorgenomen en financieel gedekte maatregelen als de nieuwe maatregelen die bijdragen aan het bereiken van KRW-doelen worden in de SGBP’s opgenomen en aan Europese Commissie worden gerapporteerd. Het onderscheid tussen reeds geplande maatregelen en nieuwe maatregelen komt ook als zodanig niet voor in het SGBP. In het SGBP worden andere indelingen gebruikt (o.a. basismaatregelen en aanvullende maatregelen). Maatregelen in het huidig beleid die nog slechts het karakter hebben van intenties en waarvoo r nog geen financiële dekking is geregeld worden niet als KRW-maatregel aangemerkt, tenzij deze maatregelen in de resultaten van gebiedsprocessen (opnieuw) expliciet als te nemen KRW-maatregel zijn opgenomen. Afspraak 19: Alle maatregelen (zowel in als buiten de waterlichamen) die bijdragen aan het bereiken van KRW doelen (in waterlichamen) worden meegenomen als KRW-maatregel in het SGBP. Het betreft alle maatregelen (ook de reeds voorgenomen en financieel gedekte) die in de periode 2010 t/m 2015 worden uitgevoerd. Maatregelen die vóór 2010 zijn afgerond worden niet opgenomen in de eerste generatie SGBP’s. Maatregelen die na 2015 worden uitgevoerd, worden opgenomen in de tweede generatie SGBP’s (2016 t/m 2021). Meer specifiek op onderwerpen is de lijn t.a.v. de te rapporteren en op te nemen maatregelen als volgt: WB21-maatregelen die bijdragen aan het bereiken van KRW-doelen Alle WB21- en waterveiligheidsmaatregelen in de waterlichamen die bijdragen aan het bereiken van KRW-doelen, worden aangemerkt als KRW-maatregel en opgenomen in het beheersplan. Veel kleine wateren (bovenlopen, sloten, greppels) in Nederland zijn niet begrensd als waterlichaam. Ook in deze wateren buiten waterlichamen worden WB21-maatregelen genomen. Deze WB21-maatregelen buiten waterlichamen worden als KRW-maatregel aangemerkt en opgenomen in het stroomgebiedbeheerplan wanneer ze significant bijdragen aan het bereiken van KRW-doelen in waterlichamen. Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
26
februari 2008
Afspraak 20: Waterbeheerders maken – uitsluitend voor nationaal en regionaal gebruik – een inschatting over de verdeling over het WB21- en KRW-aandeel van maatregelen. Waar dit niet wordt aangegeven, wordt voor landelijke analyses gewerkt met de default -verdeling. Afkoppeling Afkoppeling (scheiden van schoon regen water en vervuild afvalwater) draagt soms niet en soms in meer of mindere mate wel bij aan het bereiken van KRW-doelen. Dit is zeer sterk regio- en ook locatiegebonden. Het is niet mogelijk om hiervoor landelijke algemene uitspraken te doen. Waterbeheerders motiveren op basis van de lokale en regionale (fysieke) situatie of afkoppeling wel of niet als KRW-maatregel wordt beschouwd. Wanneer regionale verschillen hiermee niet gemotiveerd kunnen worden, zoeken betrokken overheden naar een bestuurlijke oplossing, bijvoorbeeld doo r afkoppelingsmaatregelen in regionale bestuurlijke afspraken te verankeren. Afspraak 21: Waterbeheerders motiveren op basis van de lokale en regionale (fysieke) situatie of afkoppeling wel of niet als KRW-maatregel wordt beschouwd. Wanneer regionale verschillen hiermee niet gemotiveerd kunnen worden, zoeken betrokken overheden naar een bestuurlijke oplossing, bijvoorbeeld door afkoppelingsmaatregelen in regionale bestuurlijke afspraken te verankeren. RWZI’s De lijn ten aanzien van maatregelen aan RWZI’s en afvalwaterketen uit de Decembernota 2006 2 wordt gevolgd. Deze lijn geeft aan in welke situaties extra maatregelen bij RWZI’s aan de orde zijn. Daarnaast worden reeds voorgenomen maatregelen (opgenomen in meerjarenprogramma’s) voor de verbetering van de RWZI’s, die een bijdrage leveren aan het bereiken van KRW-doelen, opgenomen als KRW maatregel. Het bereiken van KRW-doelen richt zich hierbij ook op doelen van ontvangende rijkswateren (o.a. Noordzeekust). Door bovenstaande uitgangspunten te hanteren, ontstaat in Nederland een consistent beeld en steekt Nederland niet negatief af bij bijvoorbeeld Frankrijk, waar heel veel maatregelen aan RWZI’s in ontwerp SGBP’s worden opgenomen en Duitsland, waar men op veel plaatsen hogere zuiveringsrendementen heeft dan gemiddeld in Nederland. Afspraak 22a: De lijn uit de Decembernota 2006 3 (blz 70) ten aanzien van maatregelen voor RWZI’s wordt gevolgd. Zonodig worden maatregelenprogramma´s van de regio´s hierop aangepast. Reeds voorgenomen maatregelen voor de verbetering van de RWZI’s (opgenomen in meerjarenprogramma’s) die een bijdrage leveren aan het bereiken van KRW -doelen, worden eveneens opgenomen als KRW-maatregel.
2
Citaat Decembernota 2006 blz. 70: Aanvullende maatregelen voor de RWZI/afvalwaterketen zijn aan de orde als aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan: (1) de ecologische kwaliteit van het ontvangende (of stroomafwaarts gelegen) waterlichaam inclusief het mariene milieu voldoet niet; (2) dit komt door stikstof en/of fosfaat, of een prioritaire of overige stof waarvan ter plekke is vastgesteld dat die effect heeft op de ecologie; (3) de RWZI/afvalwaterketen levert een belangrijke bijdrage (vergeleken met andere bronnen); (4) aanvullende maatregelen in de RWZI/afvalwaterketen, al dan niet in combinatie met andere maatregelen, leidt tot het bereiken van de doelen. 3
Aanvullende maatregelen voor de RWZI/afvalwaterketen zijn aan de orde als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: (1)
de ecologische kwaliteit van het ontvangende (of stroomafwaarts gelegen) waterlichaam inclusief het mariene milieu voldoet niet; (2) dit komt door stikstof en/of fosfaat, of een prioritaire of overige stof waarvan ter plekke is vastgesteld dat die effect heeft op de ecologie; (3) de RWZI/afvalwaterketen levert een belangrijke bijdrage (vergeleken met andere bronnen); (4) aanvullende maatregelen in de RWZI/afvalwaterketen, al dan niet in combinatie met andere maatregelen, leidt tot het bereiken van de doelen.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
27
februari 2008
Emissiereducerende maatregelen Emissiereductie zal vooral het resultaat zijn van generiek beleid . Daarnaast hebben de gebiedsprocessen afhankelijk van de specifieke regionale en lokale situatie – ook regionale aanvullende emissiereducerende maatregelen (bufferstroken, helofytenfilters) als KRW-maatregel in hun maatregelpakketten opgenomen. De betreffende waterbeheerders wordt gevraagd deze keuze duidelijk te motiveren. Hiermee kan dan regionaal en landelijk worden uitgelegd, waarom op sommige plaatsen wel en op andere plaatsen geen aanvullende regionale maatregelen worden gepland. Op basis van de uitkomsten van de ex-ante evaluatie bekijken rijk en regio of er eventueel een noodzaak is om landelijke afspraken te maken over aanvullende landelijke en regionale maatregelen. Afspraak 23: Waterbeheerders motiveren het opnemen van aanvullende regionale e missiereducerende maatregelen (bufferstroken, helofytenfilters, etc.) op basis van de (specifieke) regionale en lokale situatie. Op basis van de uitkomsten van de ex-ante evaluatie bekijken rijk en regio of er eventueel een noodzaak is om landelijke afspraken te maken over aanvullende landelijke en regionale maatregelen. Aanpak waterbodems Saneringen van waterbodems - zowel nutriëntbaggeren als saneringsbaggeren - die gepland zijn in de periode 2009 – 2015 en waarvoor middelen beschikbaar zijn, worden opgenomen in het SGBP. Saneringsbaggeren wordt in het kader van de Wet bodembescherming (Wbb) uitgevoerd. Regulier onderhoudsbaggerwerk is veelal ten behoeve van WB21 (inclusief stadsbaggeren). Het al of niet opnemen van deze maatregelen is overeenkomstig andere WB21-maatregelen. Afspraak 24: Waterbodems die worden gesaneerd, zowel nutriëntbaggeren als saneringsbaggeren worden tot en met 2015 opgenomen in het SGBP. Saneringsbaggeren wordt in het kader van de Wet bodembescherming (Wbb) uitgevoerd. Regulier onderhoudsbaggerwerk is veelal ten behoeve van WB21 (inclusief stadsbaggeren). Wanneer dit baggerwerk (in of buiten waterlichamen) bijdraagt aan het bereiken van KRW -doelen wordt het opgenomen als SGBP-maatregel. 12. Financiële vergelijkbaarheid van de kosten Uit de harmonisatie gebiedsprocessen KRW (ijkmoment begin november 2007) bleek dat er nog een te grote diversiteit was in gehanteerde uitgangspunten ten aanzien van de kosten, waardoor het nog niet mogelijk was om een eenduidig beeld van de kosten voor KRW-maatregelen te verkrijgen. De verschillen in uitgangspunten hebben betrekking op bijvoorbeeld het onderscheid tussen realisatiekosten en grondverwervingskosten; soms zijn de grondverwervingskosten niet expliciet onderscheiden van de realisatiekosten. De jaarlijkse kosten voor beheer en onderhoud blijken in enkele deelstroomgebieden niet of nauwelijks toe te nemen ten opzichte van de huidige kosten (door bijvoorbeeld inrichtingsmaatregelen neemt de onderhoudsfrequentie af en daardoor de kosten), terw ijl ze elders fors toenemen. Afspraak 25: De waterbeheerders leveren (in het format Maatregelen) de realisatiekosten, grondverwervingskosten en jaarlijkse kosten beheer en onderhoud aan. In geval de jaarlijkse kosten van beheer en onderhoud op basis van de voorgenomen maatregelen in het SGBP niet toenemen ten opzichte van de huidige kosten voor beheer en onderhoud, wordt door de regionale waterbeheerders een inschatting gegeven van de huidige kosten voor beheer en onderhoud. Er wordt zowel landelijk als regionaal gewerkt aan vergelijking en waar nodig bijstelling van eenheidsprijzen. De verschillen geven vooralsnog geen aanleiding om hier landelijk nadere bestuurlijke afspraken te maken.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
28
februari 2008
Zwemwaterrichtlijn Maatregelen die op basis van de opgestelde zwemwaterprofielen genomen moeten worden om het zwemwater aan de eisen van de zwemwaterrichtlijn te laten voldoen, worden opgenomen in de SGBP’s, voor zover deze maatregelen op dat moment op basis van de op te stellen zwemwaterprofielen concreet bekend zijn. Soms valt dit samen met maatregelen die voor het bereiken van KRW -doelen worden genomen, maar in de meeste gevallen gaat het om specifieke maatregelen voor de zwemwaterkwaliteit. Afspraak 26: Maatregelen die op basis van de opgestelde zwemwaterprofielen genomen moeten worden om het zwemwater aan de eisen van de zwemwaterrichtlijn te laten voldoen worden opgenomen in de SGBP’s. 13. informatie ten behoeve van ex-ante evaluatie Aan de waterbeheerders wordt gevraagd om in beeld te brengen: 1. Huidige totale begroting waterbeheer; 2. Aandeel van de huidige totale begroting waterbeheer dat bijdraagt aan KRW -doelen (schatting); 3. Aandeel beheer- en onderhoudskosten in de huidige totale begroting waterbeheer (schatting van de kosten of een schatting van een percentage op de totale kosten; dit is nodig om een beeld te krijgen van de omvang, ook als er geen extra kosten voor beheer - en onderhoud zijn te verwachten als gevolg van KRW); 4. Nieuwe totale jaarlijkse kosten inclusief KRW-maatregelen. Het verschil tussen 1 en 4 betreft dan feitelijk de extra kosten als gevolg van KRW, het is van belang om hier een orde grootte van te kunnen bepalen in verband met politieke - en maatschappelijke discussie. Afspraak 27: De waterbeheerders leveren, gelijktijdig met het opleveren van de gegevens over de maatregelen, de hierboven genoemde punten 1 t/m 4 als input voor de landelijke ex -ante evaluatie KRW. 14. Logistiek en planning Voor dit onderdeel wordt verwezen naar het plan van aanpak SGBP’s [17] en bijlage 2 en 3. 15. Bij het ontbreken van overeenstemming Het is mogelijk dat individuele besturen niet tijdig of onvoldoende invulling geven aan de afgesproken landelijke koers. In die gevallen wordt overeenkomstig de normale bestuurlijke toezichtsrelatie g ehandeld waarbij eerst overleg plaatsvindt, alvorens zonodig over te gaan tot een aanwijzing. Het hanteren van een aanwijzing wordt niet direct als wenselijk geacht en als uiterst sturingsmiddel in finale zin beschouwd. Bovendien duurt een aanwijzingstraject erg lang (4-6 maanden). De RBO’s hebben een signalerende- en afstemmingsrol binnen het desbetreffende (deel)stroomgebied. Daarom wordt voorgesteld de gedeputeerde(n) in een RBO te vragen het voortouw te nemen ingeval van conflicten en deze zo mogelijk binnen RBO-verband op te lossen. Afspraak 28: Bij conflicten hebben de RBO’s een rol om deze te signaleren en zo mogelijk binnen het RBO op te lossen onder voortouw van de gedeputeerden. In het geval dat niet tot overeenstemming leidt wordt overeenkomstig de normale bestuurlijke toezichtsrelatie gehandeld. In finale zin kan dan gebruik worden gemaakt van de doorzettingsmacht van een aanwijzing (eerst provincie, dan rijk).
5.3
Kaders n.a.v. planMER en AMvB doelstellingen
Kaders n.a.v. planMER Een bijzonder aandachtspunt in het gehele werkprogramma 2008-2009 is de PlanMER-procedure, die voor het Nationaal Waterplan, het Beheersplan rijkswateren, Provinciaal Waterhuishoudingsplan en het Waterbeheersplan van waterschappen verplicht is (artikel 7.2 van de wet mili eubeheer). PlanMER is de nieuwe naam voor de Strategische Milieubeoordeling (SMB). Dit is de beoordeling van bepaalde plannen en programma’s op hun gevolgen voor het milieu. Deze milieueffectbeoordeling geldt voor plannen die Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
29
februari 2008
(uiteindelijk) kunnen leiden tot concrete projecten of activiteiten met mogelijk belangrijke gevolgen voor het milieu (inclusief natuur, landschap, cultuurhistorie). Eén en ander dient te gebeuren op grond van de op 29 september 2006 gewijzigde Wet milieubeheer en het bijbehorend Beslu it m.e.r. dat in 1994 in werking is getreden. Sinds deze wetswijziging kennen we in Nederland twee soorten milieueffect rapportage: een m.e.r. voor plannen (Plan-m.e.r.) en een m.e.r. voor projecten (Project-m.e.r.). Plan-m.e.r.-plicht In principe zijn de alle bovengenoemde water(beheers)plannen Plan-m.e.r.-plichtig. Het opstellen van de planMER zal zich echter primair richten op de afzonderlijke Plan -m.e.r.-plichtige activiteiten, waarover deze plannen kaderstellende of besluitvormende uitspraken doen. He t gaat hierbij in het bijzonder om de volgende activiteiten: 1. Activiteiten die het kader vormen voor Project-m.e.r.-(beoordelings)plichtige besluiten. De Project-m.e.r.-(beoordelings)plichtige besluiten staan beschreven in de zogenaamde C - en Dlijst van het Besluit m.e.r. Aan de hand van deze lijst is na te gaan of de waterplannen c.q. beheersplannen waarin de KRW maatregelen zullen worden vastgesteld uitspraken doen over onderwerpen die m.e.r.-(beoordelings)plichtig zijn. Dat zijn bijvoorbeeld uitspraken over peilbeheer, landinrichting, waterwinning (activiteiten) met een bepaalde omvang (drempelwaarden). 2. Activiteiten van invloed op Natuurbeschermingswetgebieden (Natura 2000). Een passende beoordeling is aan de orde indien één of meerdere activiteiten di e in een plan worden voorzien, significante gevolgen kunnen hebben op een Natura 2000 gebied. Uit de inventarisatie van maatregelen afkomstig uit de gebiedprocessen blijkt, dat verschillende ‘type’ maatregelen voorkomen in de C- en D-lijst van het Besluit m.e.r. (functiewijziging in de natuur, recreatie of landbouw, infiltratie van water, grondwateronttrekking, aanleg waterbekken, werken voor overbrenging van water, structurele verlaging van het (streef)peil van een oppervlaktewater). Het is nog niet precies duidelijk in welke mate deze type projecten ook daadwerkelijk Project -m.e.r.-plichtig zijn. Dit dient nog nader bekeken te worden. Er worden echter in ieder geval verschillende maatregelen in of nabij een Natura 2000 -gebied gerealiseerd, waarvoor de Plan-m.e.r.-plicht geldt. Daarbij is het overigens nog onduidelijk of en in hoeverre deze maatregelen negatieve effecten hebben op de Natura 2000 gebieden. Dit doet echter niets af aan de verplichting van de planMER-beoordeling. In de meeste provinciale waterhuishoudingsplannen en waterbeheersplannen van de waterschappen zijn met name de mogelijke effecten op de Natura 2000 gebieden relevant bij het opstellen van een planMER. Afspraak 29: Alle waterbeheerders houden bij het opstellen van hun plannen rekenin g met de verplichting tot het opstellen van een planMER en zorgen voor een goede koppeling tussen de planMER en zowel het opstellen als procedure van het (ontwerp)plan zelf. Wat houdt de Plan-m.e.r. in? Een Plan-m.e.r. staat niet op zichzelf, maar is een hulpmiddel bij de besluitvorming van de overheid over het desbetreffende plan. De Plan-m.e.r.-procedure is daarom steeds gekoppeld aan de planvoorbereiding en de procedure die daarvoor moet worden doorlopen (dus zijnde het Nationaal Waterplan, de SGBP’s, Beheersplan Rijkswateren, de provinciale waterhuishoudingsplannen en de waterbeheersplannen van de waterschappen). Het meeste materiaal voor de inhoud van de planMER is verspreid beschikbaar in de in de artikel 5 rapportages, resultaten van de gebiedsprocessen, in de afleiding van doelen van niet natuurlijke wateren (GEP’s), in de beschrijving van monitoringsprogramma’s en in de toestandsbepaling, die begin 2008 wordt gemaakt aan de hand van de monitoringsprogramma’s. De hoeveelheid werk, die het opstelle n van een planMER met zich mee brengt kan aanzienlijk gereduceerd worden door optimaal gebruik te maken van dit materiaal dat al beschikbaar is. Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
30
februari 2008
In bijlage 7 wordt nader ingegaan op de Plan-m.e.r.-procedure en de inhoud van het planMER. Uitgangspunten AMvB doelstellingen De milieukwaliteitsnormen uit de KRW/GWR zullen net als die uit de Richtlijn Luchtkwaliteit als milieukwaliteitseisen in de Nederlandse regelgeving worden vastgelegd. Dit gebeurt door middel van een AmvB, die thans in ontwikkeling is, met de werktitel ‘AMvB doelstellingen’. Het betreft onder andere de ecologische doelen van natuurlijke watertypen (GET), de goede chemische toestand (GCT), de goede kwantitatieve toestand (GKT) en de trendbenadering van de Grondwaterrichtlijn (GWR). Een milieukwaliteitseis is een eis die wordt gesteld aan de toestand van het milieu op een bepaald moment. Bij het stellen van een milieukwaliteitseis wordt tevens aangegeven bij welke besluiten (bijv. verlenen vergunning, vaststellen bestemmingsplan) het bevoegd gezag die eis een rol moet laten spelen. Het vastleggen van de waterkwaliteitsnormen als milieukwaliteitseis brengt uiteraard de vraag met zich mee hoe voorkomen kan worden dat een soortgelijke situatie als rond de luchtkwaliteit zal ontstaan. De milieukwaliteitseisen voortvloeiende uit de KRW/GWR wijken echter op enkele belangrijke aspecten af van die welke voortvloeiden uit de Richtlijn Luchtkwaliteit: a. De Richtlijn Luchtkwaliteit kende geen afwijkingsgronden van de Europese normstelling. Dit resulteerde in grenswaarden in de nationale wetgeving. De KRW/GWR kent daarentegen mogelijkheden om bij het vaststellen van de milieudoelstellingen af te wijken van de wetenschappelijk afgeleide normstelling. Daarom kan men onder voorwaarden, bij het vaststellen van de te realiseren waterkwaliteitsdoelstellingen, gemotiveerd afwijken van de milieukwaliteitseisen uit de AMvB. De milieukwaliteitseisen in de nationale regelgeving zullen dan ook de status van richtwaarde krijgen (er moet rekening mee worden gehouden). b. De normstelling uit de Richtlijn Luchtkwaliteit was grotendeels Europees bepaald. De flexibiliteit rond de normstelling m.b.t. waterkwaliteit is veel groter, ondermeer door het proces van vaststelling van die normen, die deels op nationaal niveau plaatsvindt. c. De besluiten waarbij de luchtkwaliteitseisen een rol moesten spelen waren zeer breed omschreven. In de AMvB Doelstellingen zullen de waterkwaliteitseisen alleen een directe rol spelen bij het vaststellen van de waterhuishoudingsplannen op basis van de Wet op de waterhuishouding (later de Waterwet). Door deze beperkte koppeling wordt beoogd de directe doorwerking van de waterkwaliteitseisen naar vergunningverlening en ruimtelijke ordening te voorkomen. Dit stelt dan wel hoge eisen aan de waterhuishoudingsplannen. In deze plannen moet worden aangegeven op welke wijze vergunningverlening en andere overheidsbesluiten in de toekomst een rol gaan spelen in het bereiken van de doelen voor de waterkwaliteit. Als dit het geval is, dan wordt het risico voor een nieu w ‘luchtdossier’ aanzienlijk beperkt. Houden plannen geen rekening met toekomstige ontwikkelingen dan kunnen bij rechtelijke toetsing van toestemmingsbesluiten die tot nieuwe achteruitgang van de waterkwaliteit aanleiding geven (bijvoorbeeld in geval van l ozingen of fysieke ingrepen) de plannen juridisch worden aangevochten, met het risico dat deze besluiten worden vernietigd. Afspraak 30: De in voorbereiding zijnde waterhuishoudingsplannen houden rekening met de vereisten die vanuit de AMvB doelstellingen zullen worden gesteld. Vooralsnog worden er twee tranches van de AMvB Doelstellingen voorzien; een deel waarin vooral het grondwater wordt geregeld (december 2008), en een deel over de doelstellingen voor het oppervlaktewater (december 2009). Getracht wordt deze procedures tot één terug te brengen (december 2008). De procedures hiertoe worden in de eerste helft van 2008 opgestart.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
31
februari 2008
6
Voorbereiding van de inspraak
In Nederland is in het werkprogramma KRW/WB21 2005-2009 en in de Decembernota 2006 vastgelegd dat ‘het stroomgebiedbeheerplan’ bestaat uit onderdelen van bestaande relevante plannen. Het gaat hierbij om provinciale omgevingsplannen en/of waterhuishoudingsplannen, waterbeheerplannen van de waterschappen, beheersplannen van Rijkswaterstaat en (als gemeenten daarvoor gekozen hebben) gemeentelijke waterplannen. Al deze plannen zullen tegelijkertijd een inspraakprocedure doorlopen, waarbij de periode van de procedures varieert (voor SGBP zes maanden, voor de andere plannen tenminste zes weken). Inhoudelijk moeten de plannen op elkaar aansluiten (congruentie) en KRW -proof zijn, zowel voor als na aanpassing naar aanleiding van de inspraakreacties. Om dit te bereiken is afstemming op inhoud, timing, communicatie en beantwoording van inspraakreacties is no dig. Ontbreken van afstemming brengt immers afbreukrisico's met zich mee voor alle vormen van bevoegd gezag. De gewenste mate van coördinatie is een belangrijk punt, waarvoor in dit werkprogramma uitgangspunten worden vastgelegd. In een plan van aanpak w ordt binnen deze uitgangspunten de coördinatie verder vormgegeven. Dit plan van aanpak wordt vastgesteld in het LBOW van 20 -02-2008. Het gaat daarbij om uitgangspunten met betrekking tot de 1) de bestuurlijke verantwoordelijkheden, 2) de bestuurlijke rollen, 3) de coördinatie en timing (procesgang van het geheel), 4) de communicatie over de inspraak en 5) een plan van aanpak voor het gehele proces. In de onderstaande kaders is aangegeven wat daar nu de gedachten over zijn. 1. Verantwoordelijkheden Provincies, waterschappen en gemeenten verzorgen de eigen reactie op de inspraak conform hun competenties. Er vindt tussen bevoegde gezagen afstemming plaats, over de reacties die voor verschillende bestuurslagen relevant zijn. Met inachtneming van de competenties van de bevoegde gezagen zal: Het RBO een regionaal beeld vormen van de inspraak en de doorwerking daarvan op de verschillende planvormen. Het rijk, DG Water, een landelijk beeld vormen van de inspraak en de doorwerking daarvan op de afzonderlijke planvormen.
2. Rollen Het LBOW en LBOR adviseren de Staatssecretaris over de te volgen lijn in de beantwoording van inspraakreacties en de doorwerking daarvan in de verschillende planvormen. Het LBOW draagt zorg voor doorvertaling van de in het LBOW gemaakte afspraken en opgesteld adviezen richting haar partners op (inter)nationaal niveau. Het LBOR draagt zorg voor de doorvertaling van de in het LBOR gemaakte afspraken en opgestelde adviezen richting de RBO's. De RBO’s dragen zorg voor de doorvertaling van dez e afspraken in de regio. De RBO’s dragen (mede hierdoor) zorg voor de afstemming van de reacties op de inspraak van de bevoegde gezagen in de regio. De RBO's hebben daarbij oog voor de samenhang in de beantwoording en in de doorwerking in de afzonderlijke plannen. Op deze wijze adviseren de RBO’s de regionale partners (incl. RWS) over de te volgen lijn voor inspraakreacties 3. Coördinatie en timing De complete set van relevante plannen wordt daartoe gelijktijdig en gezamenlijk op 22 december 2008 ter inspraak gelegd op de daartoe gebruikelijke plekken. De insprekers kunnen op de plannen reageren bij de bevoegde gezagen.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
32
februari 2008
4. Communicatie over de inspraak Elke set documenten wordt toegankelijk gemaakt door middel van een populaire samenvatting / leeswijzer. Aan insprekers wordt: o Duidelijkheid verschaft over de wijze waarop de inspraakprocedures verlopen. Hierbij wordt door alle bevoegde gezagen gebruik gemaakt van éénzelfde kernboodschap, aangevuld met gebieds/planspecifieke informatie o In alle communicatie-uitingen van een bevoegd gezag over een inspraakprocedure verwezen naar de andere relevante procedures. o Het NLMW-logo bij iedere inspraakaankondiging gebruikt (al dan niet in combinatie met regionale uitingen). 5. Plan van Aanpak DG Water zal in nauwe samenwerking met de regionale samenwerkingsverbanden een plan van aanpak voor het gehele inspraakproces opstellen. Dit plan van aanpak werkt de planning en een set van werkafspraken uit m.b.t. de voorbereiding en uitvoering van de inspraak. Het plan van aanp ak zal in het voorjaar van 2008 door het LBOW en LBOR worden vastgesteld en treedt navolgend in werking.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
33
februari 2008
Bronnen [1] [2]
[3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14]
[15] [16] [17]
Werkprogramma WB21/KRW 2005-2009. Landelijk Bestuurlijk Overleg Water, 18 april 2005. Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327). Europese Commissie, 22 december 2000. Werkprogramma WB21/KRW 2005-2009. Landelijk Bestuurlijk Overleg Water, 18 april 2005. Het Nationaal Bestuursakkoord Water. Kabinet, provincies, Interprovinciaal Overleg, Unie van Waterschappen en Vereniging van Nederlandse Gemeenten, 2 juli 2003. Decembernota 2006 KRW/WB21 Beleidsbrief. Ministerie van V&W, december 2006, Tweede Kamer 2006-2007, 27 625, nr. 80. Uitwerking van de vereisten aan de inhoudsopgave van het stroomgebiedbeheerplan; Geannoteerde inhoudsopgave van het SGBP. DHV, juli 2007. Werking van de Meststoffenwet 2006. Milieu- en Natuurplanbureau, publicatienummer 500124001, oktober 2007. De Watervisie ‘Nederland veroveren op de toekomst’, V&W, september 2007. Motie De Krom c.s. Tweede Kamer 2006-2007, 27 625, nr. 97. Regionale Harmonisatie, hoofdrapport. Royal Haskoning, juni 2007. Thematische harmonisatie KRW/WB21; rapport van de landelijke workshop. Ministerie van V&W, april 2007. Brief van DG-Water aan RBO-voorzitters van 11 juli 2007 met kenmerk DGW/RS 2007/849. Formats milieudoelstellingen, maatlatten en maatregelen (www.kaderrichtlijnwater.nl) en Handleiding invullen formats voor aanleveren gegevens SGBP, DHV, juni 2007. Handreiking MEP/GEP; Handreiking voor vaststellen van status, ecologische doelstellingen en bijpassende maatregelenpakketten voor niet-natuurlijke wateren, projectgroep Handreiking, oktober 2005. Nota van Antwoord inspraakprocedure aanwijzing Natura 2000-gebieden, LNV, november 2007. Brief LNV van 23 november 2007 over de afstemming Natura 2000 en KRW (TRC 2007/6001) met kenmerk DN 2007/3305. In voorbereiding: Plan van Aanpak Realisatie Stroomgebiedbeheerplannen. V&W
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
34
februari 2008
Afkortingen- en begrippenlijst AB AMvB BPRW CDL CPB CSN DB Deel A Deel B DG Water EAE EC GCT GEP GET GKT GS GWR Harmonisatie
ICBR IPO KBS-EAE KRW LBOR LBOW LNV LORC N Natura 2000
NBW
NLMW
m.e.r.
MER MNP MR ODB
Algemeen Bestuur. Algemene Maatregel van Bestuur. Beheerplan Rijkswateren. Commissie Duurzame Leefomgeving. Centraal Planbureau. Coördinatiebureau Stroomgebieden Nederland. Dagelijks Bestuur. Internationale deel van het SGBP, waarin onderwerpen worden beschreven op het schaalniveau van het gehele stroomgebied. Nationale deel van het SGBP. Directoraat-generaal Water. Ex-ante evaluatie KRW. Europese Commissie. Goede chemische toestand. Goed ecologisch potentieel. Goede ecologische toestand. Goede kwantitatieve toestand. Gedeputeerde Staten. Grondwaterrichtlijn. De harmonisatie van de gebiedsprocessen heeft tot doel om de gekozen uitgangspunten en opgedane ervaringen in de regionale gebiedsprocessen te ontsluiten en met elkaar te delen. Overige doelen zijn het beoordelen of processen en resultaten KRW -proof zijn en het samenstellen van een landsdekkend beeld. Internationale Commissie ter bescherming van de Rijn . Interprovinciaal Overleg. Kabinetsstandpunt ten aanzien van de ex-ante evaluatie KRW. Europese Kaderrichtlijn Water; door de EU in 2000 vastgestelde richtlijn ter bescherming van alle wateren en het bevorderen van het duurzaam gebruik van water en grondwater. Landelijk Bestuurlijk Overleg Regio. Landelijk Bestuurlijk Overleg Water. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Landelijk Overleg van Communicatiecoördinatoren Nitraat Samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de Europese lidstaten. Dit netwerk vormt de hoeksteen van het EU -beleid voor behoud en herstel van biodiversiteit. Nationaal Bestuursakkoord Water; een akkoord ondertekend door het rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (Unie van Waterschappen), met het doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland op orde te krijgen en daarna op orde te houden. Nederland leeft met Water; multimediale publiekscampagne met als doel de bevordering van het begrip en het draagvlak voor het overheidsbeleid om meer ruimte aan water te geven. Milieueffectrapportage (de procedure). M.e.r. is een instrument om het milieubelang een volwaardige plaats te geven in besluitvorming. Een m.e.r. wordt gebruikt bij activiteiten die mogelijk belangrijke nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Milieueffectrapport, het document. Milieu- en Natuurplanbureau. Ministerraad. Overkoepelend deel B van het SGBP: het internationale deel van het SGBP van het stroomgebied Schelde. NB in de overige stroomgebieden heet dit deel ‘deel A’.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
35
februari 2008
OWN P Plan-m.e.r. PlanMER
Overlegorgaan Water en Noordzee. Fosfaat. Milieueffectrapportage voor plannen (zie ook m.e.r.). Milieueffectrapport voor plannen (zie ook MER). Nieuwe naam voor Strategische Milieubeoordeling (SMB). PLEN CC Plenaire vergadering Rijn. POP Provinciaal Omgevingsplan. Project-m.e.r. Milieueffectrapportage voor projecten (zie ook m.e.r.). ProjectMER Milieueffectrapport voor projecten (zie ook MER). PS Provinciale Staten. PvA Plan van Aanpak. RAO Regionaal Ambtelijk Overleg. RBO Regionaal Bestuurlijk Overleg. RDL Raad Duurzame Leefomgeving. RWS Rijkswaterstaat. SGBP Stroomgebiedbeheerplan. SG-Plan Groep die deel A van het SGBP produceert in Rijn TK Tweede Kamer. TK-AO Algemeen Overleg Tweede Kamer. TK-VAO Verslag Algemeen Overleg Tweede Kamer (plenair). TOP-gebieden Gebieden die in het kader van het verdrogingsbeleid met voorrang worden aangepakt Door de provincies zijn zogenaamde TOP-lijsten ingediend waarop deze gebieden zijn aangegeven. V&W Ministerie van Verkeer en Waterstaat. VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten. VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Waterwet De Waterwet (het wetsvoorstel) regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en beoogt de samenhang te verbeteren tussen waterbeleid en ruimtelijke orden ing. Naar verwachting zal de Waterwet per 1 januari 2009 in werking treden en dan negen bestaande wetten vervangen. WB21 Waterbeheer 21e eeuw, met het doel het watersysteem in kwantitatief opzicht op orde te krijgen in 2015 en daarna op orde te houden, zodat problemen met wateroverlast en watertekort zoveel mogelijk worden voorkomen. Wbb Waterbodembescherming. WHP Provinciaal Waterhuishoudingsplan.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
36
februari 2008
Bijlagen
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5 6 7 8
Actietabel 2008-2009 Deadlines aanlevering data t.b.v. de (ontwerp-)SGBP’s Landelijke acties t.b.v. de (ontwerp-)SGBP’s Milieukwaliteitseisen Formats voortgangsmetingen Instructies Plan-m.e.r. Uitgangspunten voor de maatregelen op te nemen in de SGBP’s
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
37
februari 2008
Bijlage 1 Actietabel 2008-2009 Nummering tussen haakjes ( ) verwijst naar de oorspronkelijke nummering uit de Decembernota 2006. NB Deze acties zijn waar nodig geactualiseerd. Artikelnummers tussen accolades { } verwijzen naar het artikelnummer in het ontwerp-NBW-actueel. AGENDA IMPLEMENTATIEPROCES KRW/WB21 2008 Vaststellen NBW-actueel.
nr 1. 2. (8.10, 8.11 en 8.14)
Opstellen van ontwerp-SGBP’s.
3.
Internationale vergelijking van de inspanningen. Opstellen RBO nota’s, welke een afgestemde compilatie vormen van de beoogde voorkeursmaatregelen en doelen in het desbetreffende deelstroomgebied. Opstellen en vaststellen ontwerpgemeentelijke Waterplannen en/of raadsbesluiten. Zie ook hoofdstuk 5. Opstellen en vaststellen ontwerpWaterbeheerplannen. Zie ook hoofdstuk 5. Opstellen en vaststellen ontwerpWaterhuishoudingsplannen of ontwerpOmgevingsplannen. Zie ook hoofdstuk 5. Opstellen en vaststellen ontwerpBeheerplan Rijkswateren. Zie ook hoofdstuk 5. Opstellen en vaststellen ontwerp-Nationaal Waterplan. Zie ook hoofdstuk 5. Check RBO’s op wat er van de RBO-nota terecht is gekomen in de ontwerpplannen. Vervolgcampagne Nederland leeft met Water. De campagne omvat zowel een landelijke als een regionale component. In het uitvoeringsprogramma diffuse bronnen wordt aangegeven hoe de probleemstoffen worden aangepakt die op de geactualiseerde lijst van probleemstoffen voorkomen. Uitgangspunten voor de te selecteren oplossingen zijn in onderlinge samenhang: brongerichte aanpak, duurzaamheid en kosteneffectiviteit. De Evaluatie van de Meststoffenwet 2006 wordt benut om te bepalen hoe Nederland het beste stapsgewijs naar fosfaatsevenwichtsbemesting en de norm van 50 milligram, binnen de afgesproken termijn, toe kan groeien. Eind 2008 moeten de lidstaten de drempelwaarden voor grondwater voor het eerst hebben vastgesteld.
4.
5. (8.9) 6. (8.9) 7. (8.9) 8. (8.9) 9. (8.13) 10. 11.
12. (5.10)
13. (5.5)
14. (5.26)
Afleiden van regionale drempelwaarden voor grondwater.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
Wie
gereed
Stand van zaken
V&W en Begin 2008 waterpartners V&W, in samenspraak 2008 met gemeenten, waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat V&W 2008 RBO’s
2008
gemeenten
2008
waterschappen
2008
provincies
2008
RWS
2008
V&W
2008
RBO’s
2008
V&W en regio
2008-2011
VROM In samenwerking met IPO en Unie van Waterschappen
2008
LNV / VROM
2008
rijk
2008
provincies
2008
38
februari 2008
nr 15. (5.25)
16. 17. 18.
19. (8.2)
20.
21. (7.5)
22.
23. (8.8)
24.
25. (2.2)
AGENDA IMPLEMENTATIEPROCES KRW/WB21 2008 3 Uitvoeren van ex-ante evaluatie KRW op basis van uitkomsten van de gebiedsprocessen. Tevens komt het kabinet met een standpunt t.a.v. de exante evaluatie. Opstellen plan van aanpak inspraak en inspraakinstructies. Opstellen aalbeheersplan.
Wie
gereed
V&W
2008
V&W
2008
LNV in samenspraak met V&W. VROM
2008
Inwerkingtreding de AMvB doelstellingen waterkwaliteitsysteem: hierin worden GET, GCT, GKT (als milieukwaliteitseis) en de trendbenadering van de Grondwaterrichtlijn (GWR) geïmplementeerd en wordt het juridisch kader gegeven waarbinnen afleiding van de doelstellingen voor sterk veranderde en kunstmatige wateren moet worden vastgesteld, en wordt de juridische basis voor de toepassing van de uitzonderingen geregeld. Opstellen concept-Waterbesluit onderdeel V&W Gegevensverstrekking
1e tranche (grondwaterdeel) 2008
Inwerkingtreding Waterbesluit.. Meting t.a.v. voortgang WB21. Eind 2007 wordt gestart met de beleidsdoorlichting waterkwantiteit. De juridische omzetting van de Zwemwaterrichtlijn in Nederlandse regelgeving loopt tot voorjaar 2008. Na het van kracht worden van de richtlijn zijn in de regio activiteiten gestart om voor de (potentiële) probleemlocaties bronnen van verontreiniging en maatregelen in kaart te brengen. Resultaten zullen na het badseizoen van 2007 beschikbaar komen. De juridische omzetting van de Zwemwaterrichtlijn in Nederlandse regelgeving. Volgens de zwemwaterrichtlijn moet deze richtlijn in maart 2008 geïmplementeerd zijn. Er is een vertraging voorzien van circa één jaar. In kader van de herijking van de VROMregelgeving en het V&W programma ‚Minder lastig voor bedrijven‛ lozingen onder de werking van algemene regels op grond van de Wm en de Wvo brengen. Het rijk voert viermaal jaarlijks een voortgangsmeting uit ten aanzien van het bestuurlijk proces en de kwaliteit van de gegevens. De betrokken partijen verlenen viermaal jaarlijks hun medewerking aan deze voortgangsmeting. Rapportage vindt plaats aan de hand van de ‘smiley’ schema’s (bijlage 3). Nederland wil in het stroomgebied van de Schelde gezamenlijke normen voor relevante stoffen (koper, zink en PCB’s).
V&W V&W / DG Water
PM 2008
VROM
2008
VROM
2008-2009
VROM / V&W
2008
V&W
2008/2009
Regionale partijen
2008/2009
V&W
2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
Stand van zaken
.
2e tranche (oppervlaktewater) 2009.
2008
39
Schelde heeft geagendeerd en is in afwachting van uitkomsten Rijn en Maas
februari 2008
AGENDA IMPLEMENTATIEPROCES KRW/WB21 2008 26. Waterschappen geven de gemeenten en {art. 2.1} provincies advies over (uitgaande van gebiedsspecifieke omstandigheden en ontwikkelingen) de ruimteclaim (inclusief eventueel noodzakelijke functieveranderingen) die uit de (werk)normen resulteert. Het waterschap verschaft daarbij - indien aanwezig tevens inzicht in overige relevante argumentatie met betrekking tot de omvang van de ruimteclaim. 27. Provincies en gemeenten dragen zorg voor {art. 2.2} een integrale afweging ten aanzien van de gemotiveerde ruimtebehoefte zoals deze is gespecificeerd in de gebiedsprocessen voor KRW en WB21. Provincies leggen de ruimtebehoefte vast in provinciale beleidsplannen en na inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening in structuurvisies, voor zover het locatiekeuzen betreft van waterbergingsgebieden van provinciaal belang. Gemeenten leggen de ruimtelijke reserveringen vast in structuurvisies en bestemmingsplannen. 28. Provincies behouden met het oog op (4.4) onzekerheden in de toekomst de {art 2.4} bestaande ruimtelijke reserveringen in de vigerende streekplannen of structuurvisies vast tenminste tot de toetsronde 2012 gereed is tenzij voor die tijd blijkt dat de waterhuishoudkundige onderbouwing vervalt. 29. Provincies geven op grond van de {art. resultaten van het iteratief toetsingsproces 3.1a} van de waterschappen aan waar een gebiedsproces in landelijk en/of stedelijk gebied nodig is, met in achtneming van advies van de individuele gemeenten en waterschap. 30. De provincie stelt uiterlijk eind 2009 op {art. basis van een bestuurlijk gedragen voorstel 3.1e} gebiedsnormen vast en geven of onthouden goedkeuring aan het maatregelenprogramma als uitoefening van de goedkeuringsbevoegdheid over het waterbeheerplan. 31. Waterschappen en provincies maken een (4.5) gezamenlijke programmering van de maatregelen voor wateroverlast. Daarvoor is nodig dat de budgetten van waterschappen om wateroverlast tegen te gaan worden samengevoegd met de gelden uit het ILG. 32. Door VNG en RIONED zal met het oog op (4.10) de veranderende klimatologische omstandigheden een discussie gestart worden over de acceptatie van wateroverlast op straat en de eigen verantwoordelijkheid die de burger heeft om wateroverlast in zijn eigen huis te voorkomen. nr
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
Wie
gereed
provincies, waterschappen, gemeenten
2008
Stand van zaken
provincies, gemeenten 2008/2009
provincies
tot 2012
provincies, waterschappen, gemeenten
2008
provincies
2008/2009
waterschappen en provincies
2008
In de WB21 gebiedsprocessen worden maatregelpakketten opgesteld. Uitvoering wordt mede afhankelijk van rijksimpuls.
VNG en RIONED
2008
Eind augustus 2007 is er visie van de Stichting RIONED over Klimaatverandering, hevige buien en riolering verschenen.
40
Deze actie loopt door.
februari 2008
AGENDA IMPLEMENTATIEPROCES KRW/WB21 2008 33. Provincies coördineren en bewaken de (4.12) procesgang voor het toepassen van het {art. 5.2} GGOR. Waterschappen stellen in de periode 2005-2010 het GGOR op in nauwe samenwerking met gemeenten, de grondwaterbeheerders en belanghebbenden. De resultaten van het GGOR worden opgenomen in het waterbeheerplan. 34. Herijking en herprioritering van het (5.4) Saneringsprogramma waterbodems Rijkswateren 2008-2013 en de regionale saneringsprogramma’s. nr
35. (5.6)
36. (5.7)
37. (5.8)
Wie
gereed
provincies, waterschappen, gemeenten
2008
V&W, Rijkswaterstaat en provincies
2008
1 Door het rijk wordt in nauw overleg met regio en sector verkend om al in 20072008 te starten met de nutriëntenpilots. Gebieden, waar de effecten van het mestbeleid in 2015 mogelijk niet toereikend zijn voor de waterkwaliteitsdoelen van de Natura 2000-gebieden, zullen extra aandacht krijgen in de nutriëntenpilots. 2 Het Ministerie van VROM werkt aan een systematiek die gemeenten kunnen gebruiken als hulpmiddel bij het bepalen van de kosten en baten van afkoppeling.
V&W in samenspraak met LNV en VROM
2007/2008
VROM
2007/2008
3 Nederland zet in op een aanpassing van het voorstel voor de KRW-dochterrichtlijn prioritaire stoffen zodat fasering en doelverlaging ook voor prioritaire stoffen mogelijk blijft.
V&W
Doorlopend
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
41
Stand van zaken
Saneringsprogramma Waterbodems Rijkswateren: herijking en herprioritering vindt in 2008 plaats.. Regionale programma’s: prioritering van locaties daar waar die relevant is, vindt, zolang er geen nieuwe regelgeving of richtlijnen zijn, plaats op basis van de Circulaire Handleiding Waterbodems 2006. Er zijn meerdere provincies waar prioritering niet zinvol is of niet meer nodig is. De verkenning loopt. Formele start van de pilots afhankelijk van uitspraken over financiering.
In de zomer van 2007 is een onderzoeksproject afgerond met de beoogde systematiek als resultaat. De toepasbaarheid van de systematiek wordt door middel van pilots bij een aantal geselecteerde gemeenten getoetst. De resultaten daarvan zijn in de eerste helft van 2008 bekend. Indien de pilots succesvol zijn, kan de systematiek daarna breder worden toegepast. Richtlijn is nog in onderhandeling. In het in juni onder Duits voorzitterschap bereikte politiek akkoord is de Nederlandse inzet naar wens overgenomen. Nederland blijft actief lobbyen richting europarlementariërs.
februari 2008
nr 38. (5.9)
39. (5.11)
AGENDA IMPLEMENTATIEPROCES KRW/WB21 2008 4 Op basis van de meetgegevens uit de KRW-monitoringsprogramma’s wordt ‘definitief’ beoordeeld welke overige stoffen relevant zijn. Voor deze stoffen en voor de stroomgebiedsrelevante stoffen wordt een norm in de AMvB Monitoring en Doelstelling opgenomen. 1 Het rijk stelt een beslismodel op basis van het drinkwatercriterium ter beschikking van het College Toelating Bestrijdingsmiddelen (CTB).
Wie
gereed
Stand van zaken
VROM / V&W / LNV
2007/2008
Er is onderscheid gemaakt in stoffen, waarvan de normen in 2007 respectievelijk 2008 gereed zijn. Afleiding normen loopt.
VROM/LNV/V&W
2007-2009
Met de werkgroep MRE wordt besproken hoe de monitoring kan worden verbeterd, zodat een causaal verband kan worden gelegd tussen overschrijdingen van MTR’s en specifieke landbouwkundige toepassingen Mogelijkheden om certificering juridisch te verankeren worden in het kader van de nieuwe Wet gewasbescherming en biociden binnen het rijk besproken. Opdracht verleend aan SMK voor ontwikkeling van een certificaat. Verwachte oplevertermijn is oktober 2008, zodat de vereiste certificering (glysofaat) per 2008 kan ingaan. RWS maakt nagenoeg geen gebruik meer van bestrijdingsmiddelen op eigen terreinen via HIEB (hand in eigen boezem). Voorbeeldfunctie Rijk belegd in uitvoering HIEB (hand in eigen boezem).
40. (5.12)
1 Het rijk onderzoekt de mogelijkheden van het certificeren van het toepassen van bestrijdingsmiddelen op verhardingen en andere maatregelen rekening houdend met het wetsvoorstel Gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
VROM/LNV
2007/2008
41. (5.14)
9 Het rijk bevordert daar waar zij opdrachtgever is, het gebruik van bestrijdingsmiddelen zoveel als mogelijk te beperken.
Rijksbeheerders
Doorlopend
42. (5.16)
2 Het rijk bevordert dat daar waar zij opdrachtgever is van (bouw)werken de emissies van de metalen koper en zink worden beperkt. Nederland bevordert éénduidige normstelling met betrekking tot de emissies van de metalen koper en zink in Europees verband. In het kader van het project Duurzaam Bodemgebruik in de Landbouw zal de problematiek van vermenging koperresiduen met mest worden aangepakt. LTO Nederland maakt hiertoe momenteel een meerjarenprogramma. 2 In de visstandbeheercommissies worden de visserij, het visstandbeheer en het waterbeheer op elkaar afgestemd. 6 Nederland zal met de Europese Commissie bespreken hoe bij het vaststellen van de KRW-doelen met mogelijke klimaatveranderingen moet worden omgegaan.
Rijkswaterstaat, Rijksgebouwendienst
Doorlopend
VROM
2007/2008
LTO
2008
Visstandbeheer commissies
doorlopend
Deze actie is doorlopend.
V&W
2007 en verder
Er is een nieuw mandaat onder de waterdirecteuren gestart (CIS working group climate change), met als eerste doel is het klimaatbestendig maken van de SGBP’s.
43. (5.17)
44. (5.18)
45. (5.23) 46. (7.1)
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
42
Nederland werkt mee aan uniforme methoden voor risk assesment.
februari 2008
nr 47. (7.4)
AGENDA IMPLEMENTATIEPROCES KRW/WB21 Wie 2008 2 Inventarisatie van (potentiële) bronnen van Waterschappen en verontreiniging en maatregelen RWS probleemlocaties zwemwater.
gereed
Stand van zaken
2007 - 2010
De zwemwaterrichtlijn is in maart 2006 van kracht geworden, Hierna zijn in de regio activiteiten gestart om voor (potentiële) probleemlocaties bronnen van verontreiniging en maatregelen in kaart te brengen. Eerdere planning (2007) is niet gehaald, resultaten zullen gefaseerd beschikbaar komen. Maatregelen worden in het SGBP opgenomen (=verplichting KRW).
Naar aanleiding van de Europese aanbesteding van het RWS brede project 'Zwemwaterprofielen 2007 - 2009' is vertraging ontstaan.
48. (8.12)
Opstellen van PlanMER.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
V&W
2008
43
februari 2008
Nr 49. (8.16)
AGENDA IMPLEMENTATIEPROCES KRW/WB21 2009 Inspraak op regionale ontwerp-plannen.
Wie
gereed
derden/publiek
22 December 2008 tot 2 Februari 2009 22 December tot 29 Juni 2009
50. (8.19)
Inspraak op de ontwerp-SGBP’s en het ontwerp- derden/publiek Nationaal Waterplan.
51.
RBO’s
2009
52.
RBO-advies met betrekking tot de afstemming van de inspraakreacties. Afstemming van de internationale inspraak.
V&W
2009
53.
Opstellen Nota van antwoord inspraakreacties.
V&W
2009
54. (8.17)
Aanpassen regionale ontwerp-plannen op basis van inspraak.
2009
55. (8.18) 56. (8.18) 57. (8.18)
Vaststellen definitieve gemeentelijke Waterplannen en/of raadsbesluiten. Vaststellen definitieve Waterbeheerplannen.
provincies, waterschappen, gemeenten, Rijkswaterstaat gemeenten
2009
waterschappen
2009
provincies
2009
RWS
2009
RBO’s
2009
V&W
2009
V&W
2009
LNV in samenspraak met VROM
2009
VROM
2007 - 2009
provincies, Rijkswaterstaat
2009/2010
VROM
2009
waterschappen
2009
58. (8.18) 59.
Vaststellen definitieve Waterhuishoudingsplannen of ontwerpOmgevingsplannen. Vaststellen definitieve Beheerplan Rijkswateren.
De RBO’s zien toe op een tijdige en adequate besluitvorming binnen het (deel)stroomgebied en adviseren hierover richting alle betrokken bestuursonderdelen in hun (deel)stroomgebied. Tevens check op congruentie definitieve planfiguren. 60. Aanpassen van de ontwerp-SGBP’s en het (8.20) ontwerp-Nationaal Waterplan op basis van inspraak en aangepaste regionale waterplannen. 61. Bestuurlijke vaststelling en politieke (8.21) besluitvorming over de SGBP’s en het Nationaal Waterplan. 62. Opstellen 4e nitraatactieprogramma voor de periode 2010-2013. Het programma is qua eutrofiëring afgestemd met de SGBP’s. 63. Het rijk zal een beleidskader voor integrale (5.28) gebiedgerichte benadering (en sanering) van {art. 5.5} verontreinigd grondwater ontwikkelen in het kader van het opstellen van het bodemsaneringsprogramma 2010-2014. 64. Uiterlijk in 2010 en bij voorkeur in 2009 zijn de (4.14) beheersplannen per Natura 2000-gebied opgesteld. Voor de rijkswateren zal Rijkswaterstaat in 2009 gecombineerde beheersplannen opstellen voor de KRW- en Natura 2000-gebieden. 65. Wijziging van het Besluit Glastuinbouw met (5.27) betrekking tot nieuwe emissieaanpak van stikstof en fosfaat. 66. De waterschappen geven in de SGBP’s aan (5.29) welke RWZI’s/afvalwaterketens in de periode tot 2015 pilotsgewijs worden aangepakt, als wordt voldaan aan de genoemde voorwaarden van de beleidsuitspraak op pagina 70.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
44
februari 2008
Nr 67. (5.30) 68. (8.22)
AGENDA IMPLEMENTATIEPROCES KRW/WB21 2009 Een herzien beoordelingsstelsel voor de risicobeoordeling voor waterorganismen (beslismodel oppervlaktewater). Vastleggen MEP/GEP en fasering/verlaging in de provinciale Waterhuishoudingsplannen / provinciale Omgevingsplannen.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
Wie
gereed
VROM
2009
provincies
2009
45
februari 2008
Bijlage 2 Deadlines aanlevering data voor de SGBP’s (‘spoorboekje’) Het ‘spoorboekje’ is in het ingelaste RAO-voorzittersoverleg van vrijdag 1 februari 2008 besproken. Hier zijn definitieve afspraken gemaakt over de aanlevering van de noodzakelijke gegevens inzake grond- en oppervlaktewater door waterschappen, Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten voor de op te stellen vier ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen (Maas, Rijn, Schelde en Nedereems). Op details over de aanlevering zal nog in bilateraal overleg tussen de Projectgroep SGBP en de RAO-voorzitters/ vertegenwoordiger Rijkswaterstaat nadere afspraken worden gemaakt. De planning in het spoorboekje is erop gericht om op 1 september 2008 en 15 oktober respectievelijk een eerste en tweede bestuurlijk concept van de ontwerp-SGBP-en gereed te hebben. De onderstaande data in de twee ‘spoorboekjes’ (oppervlaktewater en grondwater) ga an over het aanleveren van informatie voor het opstellen van vier ontwerp SGBP -en (Rijndelta, Maas, Schelde en Nedereems) in de vorm van gegevens (meetwaarden, tabellen, toestandbepalingen), veelal in het daarvoor ontwikkelde format. De activiteiten en planningen van beide spoorboekjes zijn grotendeels gelijk. De verschillen zitten vooral in de aanleverende partijen en de te hanteren formats. De genoemde aanleverdata zijn (grosso modo) eerder besproken in het RAO -voorzitteroverleg en in het gezamenlijke LBOW/LBOR van medio december 2007 en vormen daar een nadere uitwerking van. Deze activiteiten voor data-aanlevering voor de SGBP-en zullen bij de betreffende beheerders parallel lopen aan de levering en bewerking van data voor de eigen ontwerp plannen (zie st roomschema verderop). Het KRW-deel van de data voor de eigen plannen overlapt met de data voor de SGBP -en. Uitgangspunten voor de data-aanlevering voor de ontwerp SGBP-en zijn: bij de opleverdata is steeds de vrijdag genoemd als uiterste aanleverdatum omd at dit het beste aansluit op de praktijksituatie; de hierin opgenomen data worden gematcht met het werkprogramma KRW/WB21 2008 -2009 na bespreking in het RAO-voorzitteroverleg van 1 februari en vervangt bijlage 2 daarvan; Vaststelling vindt plaats in LBOW van 20 februari 2008; Voor milieudoelstellingen, maatlatten en maatregelen worden tot en met 4 april gegevens aangeleverd volgens de eerder ingevulde gelijknamige formats. De bedoeling is dat uiterlijk 4 april de waterbeheerders hun data zoals vastgesteld met de RBO-nota’s (impliciet of expliciet) via de per waterlichaam in te vullen formats aanleveren aan DGW. Ná 4 april zullen actualisaties van deze data in de landelijke database door de waterbeheerder plaats moeten vinden via het KRW -portaal. Rijn-West, Maas en Rijkswateren hebben eigen ontwikkelde databanken. Aanlevering van data aan DGW voor de SGBP’s zal in principe door de beheerder van deze eigen databanken plaatsvinden. Individuele waterbeheerders blijven echter verantwoordelijk voor het uploaden va n de gevraagde data, hetzij rechtstreeks hetzij via de eigen databanken van Rijn -West, Maas en RWS. Op de volgende data wordt door het KRW-portaal een momentopname gemaakt van de actuele informatie voor de voortgangsmetingen c.q. -rapportages aan LBOR/LBOW: - 4 april 2008 tbv LBOR 9 april en LBOW 16 april - 12 september 2008 tbv LBOR 24 sept en LBOW 1 oktober De sluitingstermijn voor actualisatie / verbetering van de basisinformatie vanuit de regio is 12 september 2008. Dit betekent dat op deze datum een 100% dekking van alle basisinformatie in het juiste format aangeleverd dient te zijn. Duidelijk is dat na deze datum, als gevolg van bestuurlijke behandeling van het KRW-dossier in de afzonderlijke besturen, nog veranderingen op kunnen treden in de eerder aangeleverde informatie. Veranderingen die ten gevolge van bestuurlijke besluiten nog plaatsvinden ná 12 september 2008 dienen door de betreffende organisatie actief te worden gemeld aan de projectgroep SGBP, zodat ze nog in de ontwerp-SGBP’s verwerkt kunnen worden. De deadline voor de vaststelling van de ontwerp-waterbeheerplannen van de waterschappen en de ontwerpplannen of -raadsbesluiten van de gemeenten is 1 november 2008. De deadline voor de vaststelling van de ontwerp-waterhuishoudingsplannen van de provincies en het Beheersplan Rijkswateren is 21 november 2008. Informatie die door de betreffende overheden na deze beide data Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
46
februari 2008
wordt aangeleverd, ook al is het ten gevolge van bestuurlijke behandeling in de individuele algemene besturen, kan niet meer in het ontwerp-SGBP worden verwerkt. De uitgangspunten voor de communicatie over data-aanlevering voor de ontwerp SGBP-en zijn: Het initieel infomeren van de RAO-leden en data aanleverende medewerkers bij de verschillende beheerders over de data-aanlevering, gebeurt via de RAO-voorzitters/vertegenwoordiger RWS (uitzetten spoorboekje). De leden van het Projectteam SGBP (inclusief betrokken medewerkers Waterdienst) onderhouden de dagelijkse contacten over de data-aanlevering met de aanleverende beheerders (afzonderlijke GIS/databeheerders of betreffende coördinatoren binnen stroomgebiedsverband). Bij algemene toelichtingen/verzoeken worden de RAO-voorzitters en RAO-leden middels een cc van de e-mail op de hoogte gehouden. Als aanlevering van aanvullende informatie op het spoorboekje nodig is (zie onderstaand) zal dit wederom initieel worden uitgezet naar de afzonderlijke partijen via de RAO voorzitters/vertegenwoordiger RWS. Tenslotte moet bedacht worden dat in de geannoteerde inhoudsopgave is aangegeven welke i nformatie dient te worden aangeleverd. Het bijgevoegde tijdschema en de ontwikkelde formats (& toelichting) dekken het grootste deel van de informatiebehoefte aan. Toch moet er rekening mee gehouden worden dat in de komende periode op kleine onderdelen nog aanvullende informatie nodig is. De projectgroep zal hierover dan de betrokken overheden informeren, bij voorkeur via het RAO -vz-overleg. Zo weten we nu al dat ten aanzien van het aanleveren van aanvullende toelichtingen en overige teksten geldt nog moet worden afgesproken: - op welke onderdelen uit de geannoteerde inhoudsopgave dergelijke teksten betrekking hebben (verdeling rijk/regio). Dit is een volgend product van de werkgroep SGBP en zal medio februari verschijnen; - hoe de vastgestelde RBO-nota’s en onderliggende plannen worden aangeleverd / of die een rol kunnen hebben in bovenstaande toelichting; - hoe de actualisatie van de bronnenanalyse wordt ingevuld en welke aanleveracties voor partijen daaruit voortvloeien.
Schematisatie planning datastromen in 2008 27 juni 2008
29 feb 2008
12 sept. 2008
Aanleveren data voor opstellen ontwerp SGBP
Aanleveren data voor RBO-nota en interne bestuurlijke consultatie
Actualiseren KRW-data voor ontwerp SGPB n.a.v. bestuurlijke behandeling ontwerp regionale plannen (uiterlijk 1 november 2008)
4 april 2008
Aanleveren data voor opstellen eigen ontwerp plan
Actualiseren info voor eigen plannen
(WBP/WHP/BPRW)
2007
2009 j
f
m
a
m
j
j
a
s
o
n
d
2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
47
februari 2008
Tabel 1. Oppervlaktewater: opleverdata voor gegevens en formats met betreffende actiehouder(s). Deadline Korte toelichting (zie verder beschrijving per Onderdeel oplevering Actiehouder(s) gegevens onderdeel) Fase 1. Werkversie SGBP voor externe bespreking (opleverdatum 15 juni 2008) 1
Aanleveren geactualiseerde - geografische - gegevens oppervlaktewaterlichamen op basis van de gebiedsprocessen. 29 februari 2008
waterschappen en rijkswaterstaat
Het betreft de actuele set oppervlaktewaterlichamen per waterbeheerder met juiste gegevens begrenzing, watertype en status. Aanlevering via format oppervlaktewaterlichamen aan KRW-portaal. Kort na 29 februari vervangt deze nieuwste set de oppervlaktewaterlichamen zoals deze is opgenomen in www.krwdoelen.nl (zie punt 7).
2
Beschikbaar stellen gegevens over de beschermde gebieden aan de registerbeheerder (Waterdienst) 29 februari 2008
3
4
5
6
Indien beschikbaar, aanleveren van een - in gebiedsprocessen gebruikt - lijstje van probleemstoffen per beheersgebied op basis van actuele normensets en toetsmethode (KRW). Aanleveren eventuele wijzigingen meetnet oppervlaktewater (ecologie en chemie) op basis van algemeen voortschrijdend inzicht (nog niet n.a.v. evaluatie meetnet i.r.t. toestandbeoordeling) Actualiseren c.q. aanvullen maatregelen. Mede op basis van eventuele verbeterpunten n.a.v. de landelijke harmonisatie. Actualiseren gegevens milieudoelstellingen. Mede op basis van eventuele verbeterpunten n.a.v. de landelijke harmonisatie.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
29 februari 2008
29 februari 2008
4 april 2008
4 april 2008
Waterdienst (beheerder van registergegevens provincies en LNV)
Dit betreft de begrenzingen van de beschermde gebieden en de wetgeving op grond waarvan de gebieden zijn aangewezen. Wordt bilateraal geregeld tussen Waterdienst als beheerder van registergegevens en betreffende partijen.
Informatie wordt gebruikt om waterschappen definitief voorstel voor actualisatie en rijkswaterstaat van bronnenanalyse uit te werken.
Meetpunten, inclusief een indicatie van de betrouwbaarheid en precisie en motivatie voor wijziging. Op Waterschappen basis van deze aanlevering vindt een en rijkswaterstaat collegiale toetsing plaats (MIR). Aanlevering via format monitoringsprogramma aan KRW-portaal. Gebruik format maatregelen. DGW waterschappen doet terugmelding van eventuele en rijkswaterstaat verbeterpunten aan waterbeheerders Gebruik format milieudoelstellingen voor motivatie status, afleiding MEP/GEP, gebruik waterschappen kwaliteitselementen en doelbereik. en rijkswaterstaat DGW doet terugmelding van eventuele verbeterpunten aan waterbeheerders.
49
februari 2008
Onderdeel 7
8a
Actualiseren gegevens maatlatten. Mede op basis van eventuele verbeterpunten n.a.v. de landelijke harmonisatie.
Deadline oplevering gegevens 4 april 2008
Actiehouder(s)
onderdeel) waterschappen en rijkswaterstaat
Aanleveren 1 e versie actualisatie toestandbeschrijving chemisch per oppervlaktewaterlichaam voor stoffen waarvan de normen momenteel als vaststaand worden beschouwd (zie toelichting). Per deelstroomgebied worden via de RAO-vz separaat afspraken gemaakt over deze aanlevering.
Korte toelichting (zie verder beschrijving per Gebruik www.krwdoelen.nl. DGW doet terugmelding van eventuele verbeterpunten aan waterbeheerders De normen voor de prioritaire stoffen (tabel 1 in bijlage) en voor een groep overig relevante stoffen (niet gekleurde c.q. witte rijen in tabel 3 in bijlage) worden momenteel als vaststaand beschouwd.
25 april 2008
Op basis van meetgegevens 2007 en Waterschappen naar eigen inzicht daarin en rijkswaterstaat opgenomen gegevens over periode 2004-2006. Deze toestandbeoordeling is uitsluitend gebaseerd op informatie van KRWmeetpunten. Gebruik format toestandbeschrijving via KRW-portaal / aquo-kit (uiterlijk beschikbaar op 31maart).
8b
Indien door waterbeheerder gewenst, aanleveren 1 e versie actualisatie at-risk beoordeling chemisch per oppervlaktewaterlichaam voor stoffen waarvan de normen als vaststaand worden beschouwd (bijlage a 1)
25 april 2008
Is een vrijwillige at riskbeoordeling, als 9a geen betrouwbaar beeld geeft en zo nodig op basis van extra metingen (buiten KRW-meetnet, meetgegevens <2004 en/of inschatting van trends). Zie ook brief Waterschappen MRE van begin feb 2008 en rijkswaterstaat Gebruik format at-risk beoordeling via krw-portaal
Per deelstroomgebied worden via de RAO-vz separaat afspraken gemaakt over deze aanlevering 9
Aanleveren (eventueel licht aangepast) meetnet oppervlaktewater (ecologie en chemie) op basis van algemeen voortschrijdend inzicht (zie 4) én verbeterpunten n.a.v. collegiale toetsing.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
Betreft aanlevering meetnet (monitoringsprogramma 2008) voor het concept SGBP, mede op basis van de collegiale toetsing begin 2008. 25 april 2008
Waterschappen De definitieve actualisatie van het en rijkswaterstaat meetnet voor het SGBP vindt in twee rondes plaats in 2009 op basis van de toestandbepaling. Aanlevering via format monitoringsprogramma aan KRW-portaal.
50
februari 2008
Onderdeel
Deadline oplevering gegevens
Actiehouder(s)
Korte toelichting (zie verder beschrijving per onderdeel)
Fase 2 Eerste bestuurlijke concept SGBP (opleverdatum 1 sep 2008) 10
Aanleveren geactualiseerde milieudoelstellingen (100% dekking waterlichamen)
Update landelijke database via krwportaal. 27 juni 2008
11
Aanlevering geactualiseerde maatlatten (100% dekking waterlichamen)
12
13b
14
Aanleveren toestandbeschrijving biologisch (100% dekking waterlichamen)
Indien door waterbeheerder gewenst, aanleveren at-risk beoordeling biologie (100% dekking voor betreffende waterlichamen).
27 juni 2008
Waterschappen, rijkswaterstaat
27 juni 2008
Waterschappen, rijkswaterstaat
27 juni 2008
27 juni 2008
Aanleveren toestandbeschrijving chemisch (100% dekking waterlichamen). Betreft alle stoffen, dus inclusief stoffen waarvan begin 2008 de normering nog onzeker was + eventuele aanpassingen van op 25 april aangeleverde informatie.
Rijn-West, Maas en Rijkswaterstaat leveren via de eigen databanken informatie centraal aan het KRWportaal. Update landelijke database via krwportaal.
Aanlevering geactualiseerde maatregelen (100% dekking waterlichamen)
13a
Waterschappen, rijkswaterstaat
Rijn-West, Maas en Rijkswateren leveren via de eigen databanken informatie centraal aan het KRWportaal. Update landelijke database via krwportaal. Rijn-West, Maas en Rijkswateren leveren via de eigen databanken informatie centraal aan het KRWportaal.
Later dan chemie (8a) in verband met latere beschikbaarheid van Waterschappen meetgegevens 2007. Betreft en rijkswaterstaat biologische kwaliteitselementen inclusief fysisch-chemische parameters. Zie toelichting bij 8b Waterschappen en rijkswaterstaat Zie toelichting bij 8a
27 juni 2008
In mei 2008 wordt aangegeven welke normen moeten worden gehanteerd voor de stoffen waarvan Waterschappen begin 2008 de normering nog niet en rijkswaterstaat zeker was4. Gebruik format toestandbeschrijving via KRW-portaal / aquo-kit
4
Mogelijk volgen in mei 2008 nog wijzigingen op de lijst (tabel 3 in bijlage) indien a) richtlijn prioritaire stoffen wordt vastgesteld en/of b) normen voor stroomgebiedsrelevante stoffen worden vastgesteld. Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
51
februari 2008
Onderdeel
Deadline oplevering gegevens
Actiehouder(s)
Korte toelichting (zie verder beschrijving per onderdeel)
Fase 3 Tweede bestuurlijke concept SGBP (opleverdatum 15 oktober 2008) 15
Aanleveren eventuele laatste aanpassingen milieudoelstellingen (100% dekking waterlichamen)
16
Aanlevering eventuele laatste aanpassingen geactualiseerde maatlatten (100% dekking waterlichamen). Aanlevering eventuele laatste aanpassingen maatregelen (100% dekking waterlichamen).
17
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
12 september 2008
Waterschappen, rijkswaterstaat
12 september 2008
Waterschappen, rijkswaterstaat
12 september 2008
Waterschappen, rijkswaterstaat
52
Update landelijke database via krwportaal Update landelijke database via krwportaal
Update landelijke database via krwportaal
februari 2008
Tabel 2. Grondwater: opleverdata voor gegevens en formats met betreffende actiehouder(s). Korte toelichting Deadline (zie verder beschrijving per Onderdeel oplevering Actiehouder(s) gegevens onderdeel) Fase 1 Werkversie SGBP voor externe bespreking (opleverdatum 15 juni 2008) 1 Aanleveren geactualiseerde gegevens begrenzing grondwaterlichamen. 29 februari 2008 provincies
2
Beschikbaar stellen gegevens over de beschermde gebieden aan de registerbeheerder (Waterdienst) 29 februari 2008
3
Indien beschikbaar, aanleveren lijstje probleemstoffen per (deel)stroomgebied op basis voorlopige werknormen (drempelwaarden) en 0-meting 2006.
4
Aanleveren eventuele wijzigingen meetnet grondwater (chemie en kwantiteit) op basis van algemeen voortschrijdend inzicht (nog niet n.a.v. evaluatie meetnet i.r.t. toestandbeoordeling)
5
29 februari 2008
Dit betreft de begrenzingen van de beschermde gebieden en de wetgeving Waterdienst op grond waarvan de gebieden zijn (beheerder van aangewezen. registergegevens Wordt bilateraal geregeld tussen provincies en LNV) Waterdienst als beheerder van registergegevens en betreffende partijen. Geen format (lijstje). Informatie wordt gebruikt om definitief voorstel voor provincies actualisatie van bronnenanalyse uit te werken.
29 februari 2008
provincies
4 april 2008
provincies
Actualiseren c.q. aanvullen maatregelen. Mede op basis van eventuele verbeterpunten n.a.v. de landelijke harmonisatie. Aanleveren 1 e versie toestandbeschrijving per grondwaterlichaam.
6a
25 april 2008
provincies
25 april 2008
provincies
Aanleveren 1 e versie herziening ‚at-risk‛ bepaling
6b
5
Het betreft de actuele set waterlichamen per regio met juiste gegevens begrenzing en nummeraanduiding. Aanlevering via format grondwaterlichamen aan KRW-portaal voor zover nog gewijzigd ten opzichte van werkversie 13 feb (RAG).
Meetpunten, inclusief een indicatie van de betrouwbaarheid en precisie en motivatie voor wijziging. Op basis van deze aanlevering vindt een collegiale toetsing plaats (MIR). Aanlevering via format monitoringsprogramma aan KRW-portaal. DGW doet terugmelding van eventuele verbeterpunten aan provincies
Zie binnenkort beschikbare stoffenlijst 5. Op basis van meetgegevens 2007 en naar eigen inzicht daarin opgenomen gegevens over periode 2004-2006. Deze toestandbeoordeling is uitsluitend gebaseerd op informatie van KRWmeetpunten. Gebruik format toestandbeschrijving via KRW-portaal Kaartbeeld van 6a naar eigen inzicht aangevuld met eerdere gegevens en andere meetpunten (indien KRWmeetnet onvoldoende betrouwbaar beeld geeft).
Betreft lijst met voorlopige drempelwaarden. Werkversie beschikbaar eind februari 2008.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
53
februari 2008
Deadline oplevering gegevens
Onderdeel 7
Aanleveren (eventueel licht aangepast) meetnet grondwater (chemie en kwantiteit) op basis van algemeen voortschrijdend inzicht (zie 4) én verbeterpunten n.a.v. collegiale toetsing.
Actiehouder(s)
Korte toelichting (zie verder beschrijving per onderdeel) Betreft de aanlevering van het meetnet (monitoringsprogramma 2008) voor het concept SGBP, mede op basis van de collegiale toetsing begin 2008.
25 april 2008
provincies
De definitieve actualisatie van het meetnet voor het SBBP vindt in twee rondes plaats in 2009 op basis van de toestandbepaling. Aanlevering via format monitoringsprogramma aan KRW-portaal.
Fase 2 Eerste bestuurlijke concept SGBP (opleverdatum 1 sep 2008) 8
9
Aanleveren geactualiseerde doelstellingen (100% dekking waterlichamen) Aanlevering geactualiseerde maatregelen (100% dekking waterlichamen)
10a Aanleveren toestandbeschrijving (100% dekking waterlichamen)
27 juni 2008
provincies
27 juni 2008
provincies
27 juni 2008
provincies
Betreft kwantitatieve doelstellingen volgens format milieudoelstellingen uit inhoudsopgave SGBP (inclusief motivatie). Aanleveren via krw-portaal. Aanleveren via krw-portaal.
Zie toelichting bij 6a
10b Aanleveren herziening ‚at-risk‛ bepaling (100% dekking voor betreffende waterlichamen).
Zie toelichting bij 6b 27 juni 2008
provincies
Fase 3 Tweede bestuurlijke concept SGBP (opleverdatum 15 oktober 2008) 11
12
Aanleveren eventuele laatste aanpassingen doelstellingen (100% dekking waterlichamen) Aanlevering eventuele laatste aanpassingen maatregelen (100% dekking waterlichamen)
12 september 2008 12 september 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
provincies
provincies
54
Betreft kwantitatieve doelstellingen. Update landelijke database via krwportaal Update landelijke database via krwportaal
februari 2008
Bijlage 3 Landelijke acties t.b.v. de (ontwerp-)SGBP’s In de tabel staan de landelijke acties weergegeven, zoals deze voortkomen uit de geannoteerde inhoudsopgave van het SGBP [6] en is in feite een opsomming van de acties zoals opgenomen in het Deelrapport 4 van de geannoteerde inhoudsopgave 1. De nummering slaat terug op de hoofdstuknummers uit het (ontwerp-)SGBP. Nr 1.1 1.2
1.3 1.4
2.1 3.1 3.2
4.1 4.2
5.1
6.1 7.1
7.2 7.3
LANDELIJKE ACTIES 2008-2009 Ontwikkelen van standaard formats voor de SGBP kaarten oppervlaktewater. Opmaken landsdekkende kaarten voor beschrijving oppervlaktewater. De kaarten worden goed ontsloten voor gebruik door de betrokken partijen, door ze o.a. op www.kaderrichtlijnwater.nl te plaatsen. Ontwikkelen van standaard formats voor de SGBP kaarten grondwater. Opmaken landsdekkende kaarten voor beschrijving grondwater. De kaarten worden goed ontsloten voor gebruik door de betrokken partijen, door ze o.a. op www.kaderrichtlijnwater.nl te plaatsen. Letterlijk overnemen en sommeren significante belastingen en effecten van menselijke activiteiten. Ontwikkelen van standaard formats voor de SGBP kaarten beschermde gebieden. Opmaken landsdekkende kaarten voor beschermde gebieden. De kaarten worden goed ontsloten voor gebruik door de betrokken partijen, door ze o.a. op www.kaderrichtlijnwater.nl te plaatsen. Ontwikkelen van standaard formats voor de SGBP kaarten monitoring (meetnetten en resultaten). Opmaken landsdekkende kaarten voor monitoring (meetnetten en resultaten). De meetpunten beschermde gebieden zijn herkenbaar door gebruik van bijvoorbeeld een andere kleur. De kaarten worden goed ontsloten voor gebruik door de betrokken partijen, door ze o.a. op www.kaderrichtlijnwater.nl te plaatsen. Voorwaarden waaronder uitzonderlijke of redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden mogen worden aangevoerd als reden voor tijdelijke achteruitgang van de toestand van oppervlaktewaterlichamen en passende indicatoren worden samengevat door het rijk. Een bijlagedocument wordt gemaakt met de ingevulde formats van de waterlichamen waar dit voor geldt waarnaar wordt verwezen in het hoofddocument. . Overnemen hoofdstuk 6 uit de geactualiseerde Artikel 5rapportage. Ten behoeve van de beschrijving van de communautaire waterbeschermingswetgeving zestien Europese richtlijnen (waaronder de zwemwaterrichtlijn, vogelstandrichtlijn en drinkwaterrichtlijn) beschreven. De gevraagde rapportage kostenterugwinning watergebruik landelijk in beeld brengen. Aanlevering voor paragrafen 7.1 (basismaatregelen – aanlevering door rijk) en in het ‘Verzamelformat maatregelen SGBP’ (achteraan hoofdstuk 7 – afgestemde aanlevering door waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat). De aanlevering voor deze paragrafen draagt ook bij voor de aanlevering van de volgende paragrafen: Maatregelen waterlichamen voor drinkwateronttrekking (7.3);
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
Wie V&W
gereed Jan 2008
V&W
1e verse maart 2008 2e versie juni 2008
V&W
2008
V&W
2008/2009
V&W
2008
V&W
2008
V&W
2008/2009
V&W
2008
V&W
2008/2009
V&W
2008
V&W
2008
V&W
2008
V&W
2009
V&W
2008
55
februari 2008
Nr
LANDELIJKE ACTIES 2008-2009
Wie
gereed
Verantwoordelijke organisaties en V&W
2008
Maatregelen wateronttrekking en opstuwing (7.4); Maatregelen puntbronlozingen én andere activiteiten die de watertoestand beïnvloeden (7.5); Maatregelen prioritaire stoffen (7.7); Maatregelen accidentele verontreiniging (7.8); Maatregelen voor de waterlichamen die waarschijnlijk de doelstellingen niet kunnen bereiken (7.9); Nadere gegevens extra maatregelen (7.10); Maatregelen mariene wateren (7.11)
8.1
9.1 10.1
Paragraaf 7.6 is een overzicht van toestemmingsverleningen directe lozing in grondwater, welke letterlijk wordt overgenomen. De verantwoordelijke organisatie van elke planvorm levert de gevraagde samenvatting, welke het rijk samenvoegt tot een register gedetailleerde programma’s en beheerplannen. Zie ook actie ‚ad dummy 1&2‛. Alle communicatie en participatie activiteiten op deelstroomgebiedsniveau en landelijk in beeld brengen. Hoofdstuk 10, de lijst met bevoegde autoriteiten, bestaat reeds en kan letterlijk worden overgenomen.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
V&W V&W
56
2008
februari 2008
Bijlage 4 Milieukwaliteitseisen als onderdeel van het ‘spoorboekje’ In deze bijlage is zijn in de tabellen 1t/m 3 de thans geldende milieukwaliteitseisen opgenomen t.b.v. de het spoorboekje over de gevensverstrekking in bijlage 2. Tabel 1. Milieukwaliteitseisen voor prioritaire stoffen en bepaalde andere v erontreinigende stoffen zoals opgenomen in bijlage 1 van de Richtlijn Prioritaire stoffen Tabel 2. Lijst van prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid Tabel 3. Milieukwaliteitseisen voor overige relevante stoffen Tabel 1. Milieukwaliteitseisen voor prioritaire stoffen en bepaalde andere verontreinigende stoffen zoals opgenomen in bijlage 1 van de Richtlijn Prioritaire stoffen DEEL A: MILIEUKWALITEITSNORMEN (MKN) JG: jaargemiddelde MAC: maximaal aanvaardbare concentratie Eenheid: [g/l] (1) Nr.
(2) Naam van de stof
(3) CASnummer
(4) JG-MKNi Landoppervlaktewaterenii
(1)
Alachloor
15972-60-8
0,3
0,3
0,7
0,7
(2) (3)
Antraceen Atrazine
120-12-7 1912-24-9
0,1 0,6
0,1 0,6
0,4 02
0,4 02
(4) (5)
Benzeen Gebromeerde difenylethers iv
71-43-2 32534-81-9
10 0,0005
8 0,0002
50 niet van toepassing
50 niet van toepassing
(6)
Cadmium en zijn verbindingen (afhankelijk van de waterhardheidsklasse)v
7440-43-9
≤ 0,08 (klasse 1) (klasse 2) (klasse 3) (klasse 4) (klasse 5)
0,2
≤ 0,45 (klasse 1) (klasse 2) (klasse 3) (klasse 4) (klasse 5)
(6 bis)
Tetrachloorkoolstofvi
56-23-5
12
12
niet van toepassing
niet van toepassing
(7)
C10-13chlooralkanen
85535-84-8
0,4
0,4
1,4
1,4
(8) (9)
Chloorfenvinfos Chloorpyrifos (ethylchlorpyriphos)
470-90-6 2921-88-2
0,1 0,03
0,1 0,03
0,3 0,1
0,3 0,1
0,08 0,09 0,15 0,25
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
(5) JG-MKNi Andere oppervlaktewateren
(6) MAC-MKNiii Landoppervlaktewaterenii
0,45 0,6 0,9 1,5
57
(7) MAC-MKNiii Andere oppervlaktewateren
februari 2008
(1) Nr.
(2) Naam van de stof
9 bis)
Cyclodieenbestrijdingsmiddelen: Aldrinvi Dieldrinvi Endrinvi Isodrinvi
(6) MAC-MKNiii Landoppervlaktewaterenii
(7) MAC-MKNiii Andere oppervlaktewateren
Σ=0,01
(5) JG-MKNi Andere oppervlakte wateren Σ=0,005
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
0,025
0,025
niet van toepassing
niet van toepassing
para-para-DDTvi
50-29-3
0,01
0,01
niet van toepassing
niet van toepassing
(10)
1,2Dichloorethaan
107-06-2
10
10
niet van toepassing
niet van toepassing
(11)
Dichloormethaan
75-09-2
20
20
niet van toepassing
niet van toepassing
(12)
Di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP)
117-81-7
1,3
1,3
niet van toepassing
niet van toepassing
(13)
Diuron
330-54-1
0,2
0,2
1,8
1,8
(14) (15)
Endosulfan Fluorantheen
115-29-7 206-44-0
0,005 0,1
0,0005 0,1
0,01 1
0,004 1
(16)
Hexachloorbenzeen
118-74-1
0,01viii
0,01viii
0,05
0,05
(17)
Hexachloorbutadieen
87-68-3
0,1viii
0,1viii
0,6
0,6
(18)
Hexachloorcyclohexaan
608-73-1
0,02
0,002
0,04
0,02
(19) (20)
Isoproturon Lood en zijn verbindingen
34123-59-6 7439-92-1
0,3 7,2
0,3 7,2
01 niet van toepassing
01 niet van toepassing
(21)
Kwik en zijn verbindingen
7439-97-6
0,05viii
0,05viii
0,07
0,07
(22)
Naftaleen
91-20-3
2,4
1,2
niet van toepassing
niet van toepassing
(23)
Nikkel en zijn verbindingen
7440-02-0
20
20
niet van toepassing
niet van toepassing
9 ter)
DDT totaalvii
vi
(3) CASnummer
(4) JG-MKNi Landoppervlaktewaterenii
309-00-2 60-57-1 72-20-8 465-73-6
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
58
februari 2008
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
i
(6)
(7)
MAC-MKN Landoppervlaktewaterenii
MAC-MKNiii Andere oppervlaktewateren
0,3
JG-MKNi Andere oppervlakte wateren 0,3
2,0
2,0
140-66-9
0,1
0,01
niet van toepassing
niet van toepassing
Pentachloorbenzeen
608-93-5
0,007
0,0007
niet van toepassing
niet van toepassing
(27)
Pentachloorfenol
87-86-5
0,4
0,4
1
1
(28)
Polyaromatische koolwaterstoffen (PAK)ix
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Benzo(a)pyreen
50-32-8
0,05
0,05
0,1
0,1
Benzo(b)fluoranth een
205-99-2
Σ=0,03
Σ=0,03
niet van toepassing
niet van toepassing
Benzo(k)fluoranth een
207-08-9
Benzo(g,h,i)peryleen
191-24-2
Σ=0,002
Σ=0,002
niet van toepassing
niet van toepassing
Indeno(1,2,3cd)pyreen
193-39-5
(29) (29 bis)
Simazine Tetrachloorethyleenvi
122-34-9 127-18-4
1 10
1 10
4 niet van toepassing
4 niet van toepassing
(29 ter)
Tetrachloorethyleenvi
79-01-6
10
10
niet van toepassing
niet van toepassing
(30)
Tributyltinverbin dingen (Tributyltinkation)
36643-28-4
0,0002
0,0002
0,0015
0,0015
(31)
Trichloorbenzenen
12002-48-1
0,4
0,4
niet van toepassing
niet van toepassing
(32)
Trichloormethaan
67-66-3
2,5
2,5
niet van toepassing
niet van toepassing
(33)
Trifluraline
1582-09-8
0,03
0,03
niet van toepassing
niet van toepassing
Nr.
Naam van de stof
CASnummer
JG-MKN Landoppervlaktewaterenii
(24)
Nonylfenolen (4(para)-nonylfenol)
104-40-5
(25)
Octylfenolen ((4-(1,1‟,3,3‟tetramethylbutyl) -fenol))
(26)
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
59
iii
februari 2008
Toelichting bij tabel 1 i
Deze parameter is de milieukwaliteitsnorm uitgedrukt als jaargem iddelde (JG-MKN). Tenzij anders is aangegeven, is deze van toepassing op de totale concentratie van alle isomeren ii
Landoppervlaktewateren omvatten rivieren en meren en de bijbehorende kunstmatige of sterk veranderde waterlichamen. iii
Deze parameter is de milieukwaliteitsnorm uitgedrukt als maximaal aanvaardbare concentratie (MAC -MKN). Wanneer voor de MAC-MKN "niet van toepassing" wordt aangegeven, worden de JG-MKN beschouwd als een bescherming tegen verontreinigingspieken op korte termijn in doorlope nde lozingen, aangezien deze aanzienlijk lager zijn dan de op basis van de acute toxiciteit afgeleide waarde. iv
Voor de groep prioritaire stoffen die vallen onder broomdifenylethers (nr. 5), vermeld in Beschikking 2455/2001/EG, wordt alleen voor de congeneren nr. 28, 47, 99, 100, 153 en 154 een MKN vastgesteld. v
Voor cadmium en zijn verbindingen (nr. 6) zijn de MKN-waarden afhankelijk van de hardheid van het water, ingedeeld in vijf klassen (klasse 1: < 40 mg CaCO3/l, klasse 2: 40 tot < 50 mg CaCO3/l, klasse 3: 50 tot < 100 mg CaCO3/l, klasse 4: 100 tot < 200 mg CaCO3/l en klasse 5: ≥200 mg CaCO3/l). vi
Deze stof is geen prioritaire stof, maar een van de andere verontreinigende stoffen waarvoor de MKN identiek zijn aan die welke zijn vastgelegd in de wetgeving die voor de inwerkingtreding van deze richtlijn van toepassing was. vii
DDT totaal omvat de som van de isomeren 1,1,1-trichloor-2,2-bis(p-chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 50-29-3), EU nummer 200-024-3); 1,1,1-trichloor-2-(o-chloorfenyl)-2-(pchloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 789-02-6), EU nummer 212-024-332); 1,1-dichloor-2,2bis(p-chloorfenyl)ethyleen (CAS-nummer 72-55-9) EU nummer 200-024784); en 1,1dichloor-2,2-bis(p-chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 7254-8). EU nummer 200-024-783); viii
Wanneer lidstaten niet de MKN voor biota toepassen, dienen zij striktere MKN voor water in te voeren die hetzelfde beschermingsniveau bieden als de in artikel 3, lid 2 bis, bedoelde MKN voor biota. Zij stellen de Commissie en de andere lidstaten via het in artikel 21 van Richtlijn 2000/60/EG bedoelde comité in kennis van de betrokken stoffen, vermelden de motivering en de uitgangspunten voor de toepassing van deze aanpak, de vastgestelde alternatieve MKN voor water, waaronder de gegevens en de methode waarmee zij zij n afgeleid en de categorieën oppervlaktewateren waarvoor zij zouden gelden. ix
Op de groep prioritaire stoffen die onder polyaromatische koolwaterstoffen (PAK) vallen (nr. 28), is elke afzonderlijke MKN van toepassing, hetgeen betekent dat de MKN voor be nzo(a)pyreen en de MKN voor de som van benzo(b)fluorantheen en benzo(k)fluorantheen en de MKN voor de som van benzo(g,h,i)peryleen en indeno(1,2,3-cd)pyreen moeten worden nageleefd.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
60
februari 2008
DEEL B: TOEPASSING VAN DE MILIEUKWALITEITSNORMEN 1. Kolommen 4 en 5: Voor elk oppervlaktewater wordt onder toepassing van de JG-MKN verstaan dat voor elk representatief monitoringpunt in dit water het rekenkundig gemiddelde van de op verschillende tijdstippen in de loop van het jaar gemeten concentraties niet boven de norm ligt. De berekening van het rekenkundig gemiddelde en de te gebruiken analysemethode dienen in overeenstemming te zijn met het QA/QC Besluit [Besluit dat wordt voorbereid met het oog op aanneming via de comitologieprocedure, overeenkomstig artikel 8, lid 3, van de KRW. In januari besproken in art. 21 Comite. Aanpassen aan ontwikkelingen ], met inbegrip van wijze waarop een MKN wordt toegepast indien voor een bepaalde prioritaire stof geen passende analysemethode bestaat die voldoet aan de minimumprestatiecri teria. 2. Kolommen 6 en 7: Voor elk oppervlaktewater wordt onder de toepassing van de MAC -MKN verstaan dat geen enkele gemeten concentratie op enig representatief monitoringpunt in dit water boven de norm ligt. Overeenkomstig punt 1.3.4 van bijlage V bij Richtlijn 2000/60/EG kunnen de lidstaten evenwel statistische methoden invoeren, zoals een percentielberekening, zodat een aanvaardbaar niveau van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid wordt gewaarborgd wanneer wordt bepaald of aan de MAC-MKN is voldaan. Indien zij dat doen, moeten die statistische methoden voldoen aan overeenkomstig de procedure van artikel 21, lid 2, van Richtlijn 6 2000/60/EG vastgestelde gedetailleerde regels. 3. Met uitzondering van cadmium, lood, kwik en nikkel (hierna "metalen" genoem d) worden de in deze bijlage vastgestelde milieukwaliteitsnormen (MKN) uitgedrukt als totale concentratie in het volledige watermonster. Voor metalen hebben de MKN betrekking op de opgeloste concentratie, d.w.z. de opgeloste fase van een watermonster die wordt verkregen door filtratie over een filter van 0,45 m of een gelijkwaardige voorbehandeling. Wanneer de lidstaten de monitoringresultaten vergelijken met de MKN, kunnen zij rekening houden met: a) natuurlijke achtergrondconcentraties voor metalen en hun verbindingen, indien deze de naleving van de MKN beletten; en b) de hardheid, de pH of andere waterkwaliteitsparameters die de biologische beschikbaarheid van metalen beïnvloeden.
_______________
6
Nieuwe overweging om de nieuwe tekst over de statistische methode te rechtvaardigen: "Overeenkomstig de in
punt 1.3.4 van bijlage V bij de KRW uiteengezette voorschriften betreffende de meetfrequentie bij de monitoring van de naleving van de MKN, ook indien uitgedrukt als maximaal aanvaardbare concentratie, kunnen de lidstaten statistische methodes invoeren, zoals een percentielberekening, om uitschieters (zeer sterke afwijkingen van het gemiddelde) en foute uitlezingen te voorkomen, teneinde een aanvaardbaar niveau van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid te waarborgen. Om ervoor te zorgen dat de monitoring tussen de lidstaten vergelijkbaar is, verdient het aanbeveling voor deze statistische methoden gedetailleerde regels op te stell en via de comitologieprocedure." Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
61
februari 2008
Tabel 2. LIJST VAN PRIORITAIRE STOFFEN OP HET GEBIED VAN HET WATERBELEID
Nummer
CAS-nummeri
EU-nummerii
Naam van de prioritaire stof *
(1)
15972-60-8
240-110-8
Alachloor
(2)
120-12-7
204-371-1
Antraceen
(3)
1912-24-9
217-617-8
Atrazine
(4)
71-43-2
200-753-7
Benzeen
(5)
niet van toepassing
niet van toepassing
Gebromeerde difenylethers **
32534-81-9
niet van toepassing
Pentabroomdifenylether (congeneren 28, 47, 99, 100, 153 en 154) *
(6)
7440-43-9
231-152-8
Cadmium en zijn verbindingen
X
(7)
85535-84-8
287-476-5
Chlooralkanen, C 10-13**
X
(8)
470-90-6
207-432-0
Chloorfenvinfos
(9)
2921-88-2
220-864-4
Chloorpyrifos (ethylchlorpyriphos)
(10)
107-06-2
203-458-1
1,2-Dichloorethaan
(11)
75-09-2
200-838-9
Dichloormethaan
(12)
117-81-7
204-211-0
Bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP)
(13)
330-54-1
206-354-4
Diuron
(14)
115-29-7
204-079-4
Endosulfan
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
Aangewezen als prioritaire gevaarlijke stof X
X***
X
62
februari 2008
CAS-nummeri
EU-nummerii
Naam van de prioritaire stof *
(15)
206-44-0
205-912-4
Fluorantheen ****
(16)
118-74-1
204-273-9
Hexachloorbenzeen
X
(17)
87-68-3
201-765-5
Hexachloorbutadieen
X
(18)
608-73-1
210-158-9
Hexachloorcyclohexaan
X
(19)
34123-59-6
251-835-4
Isoproturon
(20)
7439-92-1
231-100-4
Lood en zijn verbindingen
(21)
7439-97-6
231-106-7
Kwik en zijn verbindingen
(22)
91-20-3
202-049-5
Naftaleen
(23)
7440-02-0
231-111-14
Nikkel en zijn verbindingen
(24)
25154-52-3
246-672-0
Nonylfenolen
X
104-40-5
203-199-4
(4-nonylfenol) *
X
1806-26-4
217-302-5
Octylfenolen
140-66-9
niet van toepassing
(4-(1,1‟,3,3‟tetramethylbutyl)fenol) *
(26)
608-93-5
210-172-5
Pentachloorbenzeen
(27)
87-86-5
231-152-8
Pentachloorfenol
(28)
niet van toepassing
niet van toepassing
Polyaromatische koolwaterstoffen
X
50-32-8
200-028-5
(Benzo(a)pyreen)
X
205-99-2
205-911-9
(Benzo(b)fluorantheen)
X
191-24-2
205-883-8
(Benzo(g,h,i)peryleen)
X
207-08-9
205-916-6
(Benzo(k)fluorantheen)
X
193-39-5
205-893-2
(Indeno(1,2,3-cd)pyreen)
X
(29)
122-34-9
204-535-2
Simazine
(30)
niet van toepassing
niet van toepassing
Tributyltinverbindingen
X
36643-28-4
niet van toepassing
Tributyltin-kation
X
(31)
12002-48-1
234-413-4
Trichloorbenzenen
(32)
67-66-3
200-663-8
Trichloormethaan (chloroform)
(33)
1582-09-8
216-428-8
Trifluraline
Nummer
(25)
Aangewezen als prioritaire gevaarlijke stof
X
X
Toelichting bij tabel 2: i CAS: Chemical Abstract Services iiEU-nummer: nummer in de Europese inventaris van bestaande chemische handelsstoffen (European Inventory of Existing Commercial Chemical Substances: EINECS) of de Europese lijst van chemische stoffen waarvan kennisgeving is gedaan (European List of Notified Chemical Substances: ELINCS). * Wanneer groepen stoffen zijn geselecteerd, zijn typische voorbeelden daarvan als indicatieve parameter vermeld (tussen haakjes en zonder nummer). Voor deze groepen stoffen moeten de indicatieve parameters worden bepaald door analysemethodes. ** Deze groepen omvatten meestal een groot aantal verschillende verbindingen. Adequate indicatieve parameters kunnen op dit moment niet worden vermeld. *** Alleen pentabroomdifenylether (CAS-nummer 32534-81-9). **** Fluorantheen is in de lijst opgenomen als indicator voor andere, gevaarlijker polyaromatische koolwaterstoffen.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
63
februari 2008
Tabel 3 Milieukwaliteitseisen voor overige relevante stoffen Blauw
Stroomgebiedrelevante stof; milieukwaliteitsnorm conform KRW-methode voor juli 2008 formeel bekent. In mei 2008 wordt aangegeven welke normering moet worden gehanteerd voor de toestandbeschrijving in het kader van het concept SGBP (aanleverdatum 27 juni 2008)
Groen
Milieukwaliteitsnorm conform KRW-methode voor juli formeel 2008 bekent. In mei 2008 wordt aangegeven welke normering moet worden gehanteerd voor de toestandbeschrijving in het kader van het concept SGBP (aanleverdatum 27 juni 2008)
Roze
Mogelijk milieukwaliteitsnorm conform KRW-methode voor juli formeel 2008 bekend (bijlage 3). In mei 2008 wordt aangegeven welke normering moet worden gehanteerd voor de toestandbeschrijving in het kader van het concept SGBP (aanleverdatum 27 juni 2008)
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
64
februari 2008
Deel A: milieukwaliteitseisen voor overig relevante stoffen EGNr.
Stofnaam
CASnummer
milieukwaliteitseis milieukwaliteitseis 8 oppervlaktewater zwevend stof 7,8 totaal
JG-MKN **
JG-MKN **
MAC-MKN**
MAC-MKN**
Landoppervlaktewater Andere
Landoppervlaktewatere Andere
en
n
oppervlaktewateren
oppervlaktewatere n
2 4 5 6 8 9 10 11 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28 29
2-amino-4-chloorfenol Arseen (en anorganische verbindingen daarvan) Azinfos-ethyl Azinfos-methyl Benzidine Benzylchloride (alfachloortolueen) Benzylideenchloride (alfa,alfa-dichloortolueen) Bifenyl Tetrachloormethaan Chlooralhydraat Chloordaan Chloorazijnzuur 2-chlooraniline 3-chlooraniline 4-chlooraniline Chloorbenzeen 1-Chloor-2,4dinitrobenzeen 2-Chloorethanol 4-Chloor-3-methylfenol 1-Chloornaftaleen Chloornaftalenen (technisch mengsel) 4-Chloor-2-nitroaniline 1-Chloor-2-nitrobenzeen 1-Chloor-3-nitrobenzeen
95-85-2 7440-38-2
10 µg/l 32 µg/l
2642-71-9 86-50-0 92-87-5 100-44-7
0,011 µg/l 0,012 µg/l * 0,6 µg/l 310 µg/l
98-87-3
4,6 µg/l
92-52-4 56-23-5 302-17-0 57-74-9 79-11-8 95-51-2 108-42-9 106-47-8 108-90-7 97-00-7
1,5 µg/l 1100 µg/l * 500 µg/l 0,002 µg/l * 0,58 µg/l 2 µg/l 2 µg/l 2 µg/l 690 µg/l * 0,54 µg/l
107-07-3 59-50-7 90-13-1
155 µg/l * 26 µg/l 0,77 µg/l* ,1 0,77 µg/l *
89-63-4 88-73-3 121-73-3
3 µg/l 29 µg/l* 0,55 µg/l*
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
*
*
*
65
februari 2008
EGNr.
Stofnaam
CASnummer
milieukwaliteitseis milieukwaliteitseis 8 oppervlaktewater zwevend stof 7,8 totaal
JG-MKN **
JG-MKN **
MAC-MKN**
MAC-MKN**
Landoppervlaktewater Andere
Landoppervlaktewatere Andere
en
n
oppervlaktewateren
oppervlaktewatere n
30 31 32
33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
45 47 48 49 50 51
1-Chloor-4-nitrobenzeen 4-Chloor-2-nitrotolueen Chloornitrotoluenen (andere dan 4-Chloor-2nitrotolueen) 2-Chloorfenol 3-Chloorfenol 4-Chloorfenol Chloropreen (2-Chloor1,3-butadieen) 3-Chloorpropeen (allylchloride) 2-Chloortolueen 3-Chloortolueen 4-Chloortolueen 2-Chloor-p-toluïdine Chloortoluïdinen (andere dan 2-Chloor-p-toluïdine) Cumafos Cyaanuurzuurchloride (2,4,6-trichloor-1,3,5triazine) 2,4-D (en zouten en esters van 2,4-D) Demeton 1,2-Dibroomethaan Dibutyltindichloride Dibutyltinoxyde Dibutyltinzouten (andere dan dibutyltindichloride en dibutyltinoxyde)
100-00-5 89-59-8
19 µg/l* 4 µg/l* 16 µg/l*
95-57-8 108-43-0 106-48-9 126-99-8
25 25 25 10
107-05-1
3 µg/l
95-49-8 108-41-8 106-43-4 615-65-6
310 µg/l 310 µg/l 310 µg/l 36 µg/l* 6,2 µg/l*
1
µg/l µg/l µg/l µg/l
1
56-72-4 108-77-0
0,0007µg/l * 0,1 µg/l
94-75-5
26 µg/l
298-03-3 106-93-4 683-18-1 818-08-6 1002-53-5
0,14 µg/l 4,8 µg/l* 0,02 µg/l* 0,7 µg/l* 0,02 µg/l*
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
1
66
februari 2008
EGNr.
Stofnaam
CASnummer
milieukwaliteitseis milieukwaliteitseis 8 oppervlaktewater zwevend stof 7,8 totaal
JG-MKN **
JG-MKN **
MAC-MKN**
MAC-MKN**
Landoppervlaktewater Andere
Landoppervlaktewatere Andere
en
n
oppervlaktewateren
oppervlaktewatere n
52 53 54 55 56 57 58 60 61 63 64 65 66 67 68 69 70 72 73 74 75 78 79 80 81 82 (82) 86 87
Dichlooranilinen 1,2-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,4-Dichloorbenzeen Dichloorbenzidine Dichloordiisopropylether 1,1-Dichloorethaan 1,1-Dichloorethyleen (vinylideenchloride) 1,2-Dichloorethyleen Dichloornitrobenzenen 2,4-Dichloorfenol 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan-2-ol 1,3-Dichloorpropeen 2,3-Dichloorpropeen Dichloorprop Dichloorvos Diethylamine Dimethoaat Dimethylamine Disulfoton Epichloorhydrine Ethylbenzeen Fenitrothion Fenthion Heptachloor Heptachloorepoxide Hexachloorethaan Isopropylbenzeen
1
95-50-1 541-73-1 106-46-7 91-94-1 108-60-1 75-34-3 75-35-4 540-59-0 120-83-2 78-87-5 96-23-1 542-76-6 78-88-6 120-36-5 62-73-7 109-89-7 60-51-5 124-40-3 298-04-4 106-89-8 100-41-4 122-14-5 55-38-9 76-44-8 67-72-1 98-83-9
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
3 µg/l 250 µg/l 250 µg/l 250 µg/l 1 µg/l* * 10 µg/l 700 µg/l 3400 µg/l 6100 µg/l 1 1,4 µg/l* 15 µg/l 76 µg/l 104 µg/l* 8 µg/l 8 µg/l 40 µg/l 0,0007 µg/l 20 µg/l* 23 µg/l 7,5 µg/l* 0,082 µg/l 12 µg/l* 370 µg/l 0,009 µg/l 0,003 µg/l 0,0005 µg/l 0,0005 µg/l 83 µg/l 4,2 µg/l* 67
februari 2008
EGNr.
Stofnaam
CASnummer
milieukwaliteitseis milieukwaliteitseis 8 oppervlaktewater zwevend stof 7,8 totaal
JG-MKN **
JG-MKN **
MAC-MKN**
MAC-MKN**
Landoppervlaktewater Andere
Landoppervlaktewatere Andere
en
n
oppervlaktewateren
oppervlaktewatere n
88 89 90 91 93 94 95 97 98 (99) (99) (99) 100 (100) 101 (101) (101) (101) (101) (101) (101) (101) 103 104 105 107 108 109
Linuron Malathion MCPA Mecoprop-p Methamidophos Mevinfos Monolinuron Omethoate Oxydemeton-methyl Benz(a)anthraceen Fenantreen Chryseen Parathion Parathion-methyl PCB (en PCT) PCB-101 PCB-118 PCB-138 PCB-153 PCB-180 PCB-28 PCB-52 Foxim Propanil Pyrazon (Chloridazon) 2,4,5-T (en zouten en esters van 2,4,5-T) Tetrabutyltin 1,2,4,5Tetrachloorbenzeen
330-55-2 121-75-5 94-74-6 93-65-2 10265-92-6 26718-65-0 1746-81-2 1113-02-6 301-12-2 56-55-3 85-01-8 218-01-9 56-38-2 298-00-0 37680-73-2 31508-00-6 35065-28-2 35065-27-1 35065-29-3 7012-37-5 35639-99-3 14816-18-3 709-98-8 1698-60-8 93-76-5 1461-25-2 95-94-3
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
0,25 µg/l 0,013 µg/l 280 µg/l 380 µg/l 0,016 µg/l* 0,002 µg/l 0,001 µg/l* 1,2 µg/l 0,035 µg/l 0,03 µg/l 0,3 µg/l 0,9 µg/l 0,005 µg/l 0,011 µg/l
0,8 mg/kg d.s. 1 mg/kg d.s. 22 mg/kg d.s.
8 8 8 8 8 8 8
µg/kg µg/kg µg/kg µg/kg µg/kg µg/kg µg/kg
d.s. d.s. d.s. d.s. d.s. d.s. d.s.
0,082 µg/l 0,07 µg/l* 73 µg/l 9 µg/l 2
1,6 µg/l 0,017 µg/l 24 µg/l
2
156 µg/kg d.s. 3 1,6 µg/kg d.s.
3
68
februari 2008
EGNr.
Stofnaam
CASnummer
milieukwaliteitseis milieukwaliteitseis 8 oppervlaktewater zwevend stof 7,8 totaal
JG-MKN **
JG-MKN **
MAC-MKN**
MAC-MKN**
Landoppervlaktewater Andere
Landoppervlaktewatere Andere
en
n
oppervlaktewateren
oppervlaktewatere n
110 112 113 114 116 119 120 122
1,1,2,2-Tetrachloorethaan Tolueen Triazophos Tributylfosfaat Trichloorfon 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan Trichloorfenolen
123 125
1,1,2Trichloortrifluorethaan Trifenyltinacetaat
126
Trifenyltinchloride
639-58-7
127
Trifenyltinhydroxide
76-87-9
128
132 A B C D E
Vinylchloride (chloorethyleen) Xylenen (technisch mengsel van isomeren) Bentazon Titaan Borium Uranium Tellurium Zilver
F
Octamethyltetrasiloxaan Antimoon
129
79-34-5 108-88-3 24017-47-8 126-73-8 52-68-6 71-55-6 79-00-5 95-9-4 en 88-06-2 76-13-1
3300 µg/l 730 µg/l 0,032 µg/l 13 µg/l* 0,001 µg/l 2100 µg/l 7900 µg/l 1 3 µg/l
900-95-8
75-01-4
0,005 µg/l 3,5 0,0009 µg/l 2,5 0,005 µg/l 3,5 0,0009 µg/l 2,5 0,005 µg/l 3,5 0,0009 µg/l 820 µg/l
1330-20-7
380 µg/l
25057-89-0 7440-32-6 7440-42-8 7440-61-1 13494-80-9 7440-22-4 556-67-2
64 µg/l ,6 20 µg/l* ,6 650 µg/l* ,6 1 µg/l* *,6 100 µg/l 2,6 0,08 µg/l* 3,6 1,2 µg/l* 0,5 µg/l
7440-36-0
7,2 µg/l
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
3,7 µg/l* 2,5
2,5
12 µg/kg d.s. 3,5 2 µg/kg d.s. 2,5 12 µg/kg d.s. 3,5 2 µg/kg d.s. 2,5 12 µg/kg d.s. 3,5 2 µg/kg d.s.
1
69
februari 2008
EGNr.
Stofnaam
CASnummer
milieukwaliteitseis milieukwaliteitseis 8 oppervlaktewater zwevend stof 7,8 totaal
JG-MKN **
JG-MKN **
MAC-MKN**
MAC-MKN**
Landoppervlaktewater Andere
Landoppervlaktewatere Andere
en
n
oppervlaktewateren
oppervlaktewatere n
Barium Beryllium Carbendazim Chloorprofam Chroom Diazinon Fluoriden Heptenofos Kobalt Koper Metazachloor Methabenzthiazuron Metolachloor Molybdeen Pirimicarb Propoxur Selenium Styreen Terbutylazine Thallium Tin Tolclofos-methyl Vanadium Zink
7440-39-3 7440-41-7 10605-21-7 101-21-3 18540-29-9 333-41-5 16984-48-8 23560-59-0 7440-48-4 7440-50-8 67129-08-2 18691-97-9 51218-45-2 7439-98-7 23103-98-2 114-26-1 7782-49-2 100-42-5
230 µg/l 0,2 µg/l 0,5 µg/l 3,3 µg/l 84 µg/l 0,037 µg/l 1,5 F mg/l* 0,020 µg/l 3,1 µg/l 3,8 µg/l 34 µg/l 1,8 µg/l 0,2 µg/l 300 µg/l 0,09 µg/l 0,01 µg/l 5,4 µg/l 570 µg/l * 0,19 µg/l 7440-28-0 1,7 µg/l 7440-31-5 220 µg/l 57018-04-9 0,80 µg/l 7440-62-2 5,1 µg/l 7440-66-6 40 µg/l
* de weergegeven milieukwaliteitseis geldt voor de stof in opgeloste vorm ** MKN: milieukwaliteitsnorm; JG: jaargemiddelde; MAC: maximaal aanvaardbare concentrat ie
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
70
februari 2008
Toelichting bij Tabel 3 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)
Milieukwaliteitseis geldt voor individuele stoffen uit de groep. Milieukwaliteitseis geldt voor zoete oppervlaktewateren Milieukwaliteitseis geldt voor zoute oppervlaktewateren Milieukwaliteitseisen geldt voor de som van tributyltinverbindingen. Milieukwaliteitseisen geldt voor de som van trifenyltinverbindingen. Bij de milieukwaliteitseis dient de lokale achtergrondconcentratie te worden opgeteld. De getalswaarden voor de totale concentratie in water gelden voor een zweven de stof concentratie van 30 mg/l. Zie voor de methode van standaardisatie bijlage 9 en bijlage 8 van het CIW-rapport ‘Normen voor het waterbeheer’ van mei 2000. 8) De getalswaarden voor de totale concentratie in water en voor zwevend stof zijn gebaseerd op e en standaard samenstelling van zwevende stof van 20% organische stof en 40% lutum.
Achtergrond kwaliteitseisen In tabel staan de milieukwaliteitseisen voor de overige relevante chemische stoffen. Dit betreffen stoffen die zijn opgenomen in de Ministeriële Regeling milieukwaliteitseisen gevaarlijke stoffen oppervlaktewateren uit 2004 (MR 2004). De kwaliteitseisen zoals opgenomen in kolomm en 4 en 5 zijn op de volgende wijze afgeleid. Voor een aantal van de stoffen bevat de vierde Nota Waterhuishouding wate rkwaliteitsdoelstellingen voor oppervlaktewater en/of zwevende stof. Op 12 mei 2000 is door de Ministerraad een aanvulling en wijziging vastgesteld van de lijst met milieukwaliteitsdoelstellingen uit de v ierde Nota Waterhuishouding. Daarnaast zijn er voor bepaalde stoffen waterkwaliteitsdoelstellingen vastgelegd in het rapport “Normen voor waterbeheer” (december 2000) van de nat ionale Commissie Integraal Waterbeheer en zijn doelstellingen afgeleid en vastgesteld door de nationale stuurgroep Integrale Normst elling Stoffen. Voor zover er in de genoemde verbanden geen milieukwaliteitsnormen voorhanden zijn voor stoffen, zijn voorlopige waterkwaliteitsdoelstellingen afgeleid 7. Voor een aantal stoffen zijn de normen uit de MR 2004 herzien conform de in Europa a fgesproken methodiek. In kolommen 6 t/m 9 staan de herziene kwaliteitseisen. Een aantal stoffen is geselecteerd in internationaal stroomgebiedverband als zijnde stroomgebiedrelevant (zie tabel 3 b. De m ilieukwaliteitsnormen voor deze stoffen zijn binnen de stroomgebiedscommissies vastgesteld. Aanpassen aan ontwikkelingen.
Onderscheid tussen zoet en zout oppervlaktewater De gegeven milieukwaliteitseisen zijn, met enkele uitzonderingen daargelaten, van toepassing voor zowel zoete als zoute water en. Alleen in het geval er tijdens de afleidingsprocedure een statistisch significant verschil in gevoeligheid tussen zoute en zoete waterorganismen is geconstatee rd zijn separate milieukwaliteitseisen voor zoet en zout opgenomen. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de organotinverbindingen.
7
Werkdocument 99.046X “Overzicht van ad hoc MTR‟s voor water 1992-1998‟ (maart 1999, RIZA) en werkdocument 2002.106X „Ad hoc MTR‟s voor stoffen uit de Richtlijn 76/464/EEG‟ (juni 2002, RIZA)
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
71
februari 2008
In een enkel geval was de beschikbare informatie te gering om een (voorlopige) waterkwaliteitsdoelstelling af te leiden. Voor deze stoffen is aansluiting gezocht bij vigerende waterkwaliteitsdoelstellingen in de aan Nederland grenzende landen Duitsland en België (Wallonië en Vlaanderen). Voor tellurium is het nog niet mogelijk gebleken om een adequate waterkwaliteitsdoelstelling af te leiden en navraag bij andere landen heeft ook niet geleid tot het beschikbaar komen van een norm; daarom is voor tellurium als norm aansluiting gezocht bij de detectiegrens.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
72
februari 2008
Tabel 3 b Overzicht van internationaal geselecteerd stroomgebiedrelevante stoffen
Stof Metalen
Stroomgebied Rijn (15)
Maas (5)
Schelde (3)
Eems (7)
Arseen
X
Chroom Koper
X X
X
X
X
Zink
X
X
X
X
Bestrijdingsmiddelen Bentazon Chloortoluron
X X
X
Dichloorvos Dichloorprop
X X
Dimethoaat Mecoprop
X X
X
MCPA Pyrazone
X
X
X
X
Trifenyltin
X
Overig 4-Chlooraniline Ammonium-N
X X
Dibutyltin-verbindingen X PCB* X X X X * PCB: PCB 28, 52, 101, 118, 138, 153, 180; voor Schelde exclusief 138; voor Eems-Dollard: 028
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
73
februari 2008
DEEL B: TOEPASSING VAN DE MILIEUKWALITEITSNORMEN 1. Kolommen 4 en 5. De toetsmethode voor deze stoffen is 90 percentiel-waarde (waarbij de gehalten voor de organische stoffen zijn gestandaardiseerd naar oppervlaktewater met 30 mg/l zwevend stof). Oppervlaktewater-totaal Er is voor gekozen om in beginsel alleen milieukwaliteitseisen op te nemen voor „oppervlaktewater-totaal‟. Dit betreft oppervlaktewater inclusief 30 mg zwevend stof per liter. Conform de MTR-waarden uit de Vierde Nota Waterhuishouding kunnen gemeten en berekende concentraties worden gecorrigeerd voor het feitelijke gehalte aan zwevend stof. Met deze kwaliteitseisen kan het meest direct een relatie worden gelegd met de in de vergunningverlening op te nemen emissiegrenswaarden. Voor een beperkt aantal stoffen waarvoor de kwaliteitseisen voor water-totaal zeer laag zou uitvallen en de monitoring veelal plaats vind op basis van een analyse van het zwevend materiaal, is een kwaliteitseis vastgesteld die betrekking heeft op zwevend materiaal (uitgedrukt als mg verontreinigende stof per kg zwevend materiaal). Voor een aantal stoffen ligt de kwaliteitseis onder de detectielimiet. Er is aldus niet voor gekozen om, ingeval een beoogde kwaliteitseis lager is dan een detectielimiet, de detectielimiet als kwaliteitseis op te nemen. De reden hiervoor is de volgende: artikel 7, tweede lid van de Richtlijn bepaalt dat emissienormen voor lozingen aan de hand van de waterkwaliteitsdoelstellingen vastgesteld dienen te worden. De kwantitatieve relatie tussen de te realiseren kwaliteitseis in het oppervlaktewater en de vast te stellen emissienormen kan middels modelberekeningen worden voorspeld. Indien bij deze berekening in plaats van de beoogde kwaliteitseis de hogere detectielimiet zou worden toegepast, zou dit kunnen leiden tot een emissienorm die tot een onaanvaardbaar risico voor het oppervlaktewater leidt. Dat de kwaliteitseis voor het oppervlaktewater onder de detectielimiet ligt hoeft bij de vergunningverlening geen bezwaar te zijn. Bij vergunningverlening is van belang, dat de in de vergunning opgenomen emissienorm handhaafbaar, en dus ook meetbaar is. De emissienorm zelf kan daarbij beter meetbaar en dus ook beter handhaafbaar zijn dan de kwaliteitseis. Natuurlijke achtergrondconcentraties voor metalen Voor metalen zijn de milieukwaliteitseisen gebaseerd op de toegevoegd risicomethode. Dit betekent dat er rekening wordt gehouden met een van nature aanwezige achtergrondconcentratie en de in de tabel opgenomen milieukwaliteitseisen zijn dan ook inclusief een voor Nederland geldende generieke achtergrondconcentratie. Echter niet voor alle metalen zijn generieke achtergrondconcentraties bekend. In dat geval kan alvorens een gemeten concentratie wordt getoetst aan de milieukwaliteitseis, nog een lokale achtergrondconcentratie worden opgeteld bij de in de tabel gegeven waarde voor de milieukwaliteitseis. 2. Voor de kolommen 6 t/m 9 wordt verwezen naar deel B bij de tabel 1 over prioritaire stoffen.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
74
februari 2008
Bijlage 5 Formats voortgangsmetingen
Format 1. Onderdelen beoordeling voortgang regionale bestuurlijke besluitvorming 2008 Format 2. Data en data-management (ontwerp)SGBP’s, Format 3. Voortgang proces opstellen (generieke) maatregelen rijk en SBGP’s (2008 – medio 2009)
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
75
februari 2008
Format 1. Onderdelen beoordeling voortgang regionale bestuurlijke besluitvorming 2008 Onderdeel Deadline Eems Maas Rijn Schelde Eems- NederRijnRijn- Rijn- RijnDollard Eems Midden Noord Oost West Regio: opstellen ontwerp plannen/besluiten 1 2 3 4 5 6 7 8
Behandeling en goedkeuring RBO nota in GS en PS van Provincies Behandeling en goedkeuring RBO nota in DB en AB van waterschappen Behandeling en goedkeuring RBO nota in B&W van gemeenten Behandeling en goedkeuring definitieve versie RBOnota in RBO ambtelijk concept provinciale plannen (of planherziening) gereed ambtelijk concept waterbeheersplannen (of planherziening) ambtelijk concept raadsbesluiten of gemeentelijk waterplannen Ambtelijk concept BPRW van RWS (per stroomgebied)
9
Eventuele veranderingen in plannen t.ov. RBO-nota besproken en geaccordeerd in RBO 10 Eventuele noodzakelijke veranderingen t.g.v. resultaten Ex-ante evaluatie KRW besproken in RBO en afspraken over acties
Planning regio Smileydatum 1 mrt 2008 Planning regio Smileydatum 1 mrt 2008 Planning regio Smileydatum 1 mrt 2008 1 april 2008 Planning regio Smileydatum 1 aug. 2008 Planning regio Smileydatum 1 juli 2008 Planning regio Smileydatum 1 juli 2008 Planning RWS/regio Smileydatum 1 aug. 2008 1 juli 2008 15 juli 2008
Regio besluitvorming ontwerp plannen/besluiten 11 Ontwerp WHP’s of POP’s in GS of in PS (afhankelijk van wat in de Provincie is overeengekomen) 12 Ontwerp waterbeheersplannen (of planherziening) vastgesteld in DB waterschap 13 Ontwerp waterbeheersplannen (of planherziening) vastgesteld in AB waterschap 14 Raadsbesluiten of ontwerp gemeentelijk waterplannen vastgesteld in B&W
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
20 november 2008 Planning regio Smileydatum 1 okt 2008 1 november 2008 Planning regio Smileydatum 1 aug 2008
76
februari 2008
Onderdeel
Deadline
Eems Maas Rijn Schelde Eems- NederRijnRijn- Rijn- RijnDollard Eems Midden Noord Oost West
Regio besluitvorming ontwerp plannen/besluiten 15 Raadsbesluiten of ontwerp gemeentelijk waterplannen vastgesteld in gemeenteraad 16 Ontwerp BPRW vastgesteld in DT RWS
1 november 2008 Planning RWS Smileydatum 15 sept 2008 20 november 2008
17 Ontwerp BPRW vastgesteld door Stas
Groen, oranje en rood geven de s.v.z. aan op het desbetreffende ijkmoment t.a.v. de afgesproken deadlines of deadlines (welke van toepassing is op dat moment)
>95 % op orde
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
80 – 95 % op orde
77
< 80 % op orde
februari 2008
Format 2. Data en data-management (ontwerp)SGBP’s, dit is een voorbeeld de exacte onderdelen en data staan in de tabellen in bijlage 2 Onderdeel Deadline RWS Eems Maas Rijn Schelde EemsDollard 1 2
Actualisatie art. 5 rapportage. Geactualiseerde kaarten (begrenzing waterlichamen en watertype). 3 Motivatie voor evt. uitsluiting van kwaliteitselementen bij beoordeling. 4 Geactualiseerde kaarten begrenzing grondwaterlichamen. 5 Gegevens beschermde gebieden door de bronhouders ((grond)waterbeheerders en LNV). 6 Kaarten meetnet oppervlaktewater (ecologie en chemie), met een indicatie van de betrouwbaarheid 7 Kaarten meetnet grondwater (chemie en kwantiteit), met een indicatie van de betrouwbaarheid 8 Kaarten aanvullend meetnet beschermde gebieden, 9 Kaarten + bestanden toestand oppervlaktewater (voor chemie en voor ecologie)* 10 Kaarten + bestanden toestand grondwater (voor kwantiteit en voor kwaliteit)* 11 Milieudoelstellingen oppervlaktewater (ingevuld format). 12 Definitief concept rapportage detailanalyses oppervlaktewaterlichamen (statustoekenning (incl. toetsing aan GET), afleiding MEP, GEP en beleidsdoel 2015, incl. onderbouwing van keuzes voor maatregelen en aannames). Definitieve rapportage statustoekenning en GEP met eventuele wijzigingen op basis van toestandbeoordeling gebaseerd op gegevens 2007 Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
NederEems
25 april 2008 29 februari 2008 4 april 2008 29 februari 2008 29 februari 2008 25 april 2008
25 april 2008
25 april 2008 1 juni 2008
1 juni 2008 4 april 2008 1 juli 2008
78
februari 2008
RijnMidden
RijnNoord
RijnOost
RijnWest
13 Rapportage detailanalyses grondwaterlichamen (afleiding GGT en beleidsdoel 2015, incl. onderbouwing van keuzes voor maatregelen en aannames). 14 Afgestemde aanlevering maatregelenprogramma per waterlichaam (format). 15 Samenvoegen en samenvatten per RBOgebied van de maatregelenpakketten. Samenvatting opnemen in RBO-nota’s. 16 Aanleveren samenvatting van iedere planvorm door verantwoordelijke organisatie. 17 In RBO-nota’s aangeven in welke plannen en op welke plaats alles is verankerd (juridisch sluitend verhaal). 18 communicatie- en participatieactiviteiten op gebiedsniveau rapporteren in rapportage detailanalyse en op (deel)stroomgebied in RBO-nota. 19 Controleren en eventueel actualiseren lijst bevoegde autoriteiten aan het rijk. 20 Aanleveren lijst met gegevens van een aantal centrale contactpersonen per deelstroomgebied van betrokken overheidspartijen, conform format.
4 april 2008
4 april 2008
4 april 2008
± medio augustus 2008 15 mei 2008
15 mei 2008
15 mei 2008 15 mei 2008
Groen, oranje en rood geven de s.v.z. aan op ijkmoment x t.a.v. afgesproken deadlines
>95 % op orde
80 – 95 % op orde
< 80 % op orde
*Toelichting punt 9 en 10: Toestandbeschrijving moet op basis van gegevens 2007 (voorjaar 2008 beschikbaar). Dit beschrijft de actuele toestand. Daarnaast wordt op dit moment nog gewerkt met concept maatlatten/referenties. Sinds december 2007 zijn de eindversies van 'Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen' beschikbaar (websites van KRW en STOWA). Toestandsbeschrijving aan de hand van de nieuwste gegevens en aanpassing aan de definitieve maatlatten kan dan in één slag plaatsvinden. Beide kunnen aanleiding zijn tot aanpassingen aan MEP/GEP/doel2015. In eerder stadium zijn MEP, GEP en beleidsdoel 2015 vastgesteld op basis van de dan aanwezige inzichten (gegevens tot en met 2006 en mogelijk niet de definitieve maatlatten). Als blijkt dat dan de actuele toestand anders is dan tot dan ingeschat, kan dat aanleiding zijn tot aanpassingen aan MEP, GEP en beleidsdoel 2015. Immers in de Praagse methodiek bepaalt de actuele toestand mede wat de doelstelling is. Daarom is een check van MEP, GEP en beleidsdoel 2015 noodzakelijk.
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
79
februari 2008
Format 3. Voortgang proces opstellen (generieke) maatregelen rijk en SBGP’s (2008 – medio 2009) Onderdeel Deadline Opstellen (generieke) maatregelen 1 Vaststellen actieplan diffuse bronnen en verzenden naar kamer 2 Beschrijving maatregelen diffuse bronnen als onderdeel van SGBP 3 Beleidsreactie evaluatie mestwetgeving + voorbereiding 4 e nitraatactieprogramma 4 Beschrijving generieke maatregelen nutriënten als onderdeel van SGBP 5 Beschrijving generieke doelstellingen chemie voor SGBP 6 Beschrijving doelstellingen ecologie natuurlijke wateren voor SGBP Ex-ante evaluatie 7 90 % ex-ante evaluatie rapport gereed 8 90 % ex-ante evaluatie rapport besproken in LBOW en LBOR 9 Kabinetsstandpunt ex-ante evaluatie 10 Kamerbehandeling ex-ante evaluatie afgerond
december 2007 1 juni 2008 december 2007 1 juni 2008 1 mei 2008 1 juni 2008 1 april 2008 16 april 2008 9 mei 2008 Planning TK Smileydatum 25 juni 2008
Ontwerp SGBP 11 Ambtelijk eerste concept SGBP gereed 12 LBOR en LBOW 1e versie ontw. SGBP’s behandeld en akkoord voor verdere uitwerking met verwerking van opmerkingen 13 LBOR en LBOW akkoord met 2 e versie ontw. SGBP’s 14 MR vaststelling ontwerp SGBP’s 15 Start inspraak SGBP Organiseren inspraak 10 Afspraken over rollen en taken 20-2-08 11 Afspraken over aanpak en fysieke organisatie 20-2-08
12 13 14 15 15
1 september 2008 1 oktober 2008 12 november 2008 5 december 2008 22 december 2008 1 maart 2008 1 maart 2008
Verwerken inspraak SGBP Bundeling van inspraakreacties Selectie regio relevante inspraakreacties Quick scan resultaten inspraak SGBP + reacties in LBOW en LBOR Beantwoording inspraak reacties afgestemd Concept Nota van antwoord inspraakreacties in LBOW/LBOR goedgekeurd Besluitvorming SGBP Nader aan te vullen
22 juni 2009 25 juni 2009 8 juli 2009 26 augustus 2009 9 september 2009
Groen, oranje en rood geven de s.v.z. aan op ijkmoment x t.a.v. afgesproken deadlines
100 % op orde
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
80 – 99 % op orde 80
< 80 % op orde
februari 2008
Maas
Eems
Rijn
Schelde
Bijlage 6 Algemene denklijn significante schade
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
81
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
82
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
83
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
84
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
85
februari 2008
Bijlage 7 Plan-m.e.r. De Plan-m.e.r.-procedure De Plan-m.e.r-procedure bestaat uit zeven stappen, die grotendeels parallel lopen aan de st appen van de besluitvorming van de verschillende waterplannen: 1. Openbare kennisgeving 2. Raadplegen bestuursorganen die met de uitvoering van het plan te maken kunnen krijgen over reikwijdte en detailniveau van het op te stellen milieueffectenrapport 3. Opstellen milieueffectenrapport (Dit rapport kan tegelijk met het plan zelf geschreven worden) 4. Plan-MER en ontwerpplan (Dit is één gecombineerde procedure) a. Terinzagelegging b. Inspraak c. Eventueel: raadplegen andere lidstaten d. Eventueel: toetsing Commissie m.e.r. 5. Motiveren van de gevolgen van de Plan-MER en de inspraak in het definitieve ontwerpplan (Dit loopt parallel met de verwerking van de inspraak op het plan zelf) 6. Bekendmaking en mededeling van het plan 7. Evaluatie van de effecten na realisatie 8 De inhoud Het planMER moet de volgende inhoudelijke elementen bevatten: 1 Inhoud en doelstellingen van het plan en de mogelijke relatie met andere plannen 2 Bestaande toestand van het milieu en de verwachte ontwikkelingen zonder uitvoering van het plan 3 Relevante beleidsdoelstellingen en de manier waarop het plan hiermee rekening houdt 4 Mogelijke belangrijke nadelige milieugevolgen van het plan en van redelijke alternatieven 5 Mogelijke gevolgen van het plan voor de Vogelrichtlijn en/of Habitatrichtlijngebieden 6 Mogelijke maatregelen om eventuele belangrijke nadelige milieugevolgen te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken 7 Een overzicht van de leemten in kennis of informatie 8 De voorgenomen maatregelen voor monitoring 9 Een voor een publiek begrijpelijke samenvatting
8
In de Handreiking milieueffectrapportage van plannen (Plan-MER) van het ministerie van VROM is een verdere uitwerking van
deze procedure te vinden (www.vrom.nl/mer)
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
86
februari 2008
Bijlage 8 Uitgangspunten maatregelen op te nemen in de stroomgebiedbeheerplannen KRW
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
87
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
88
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
89
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
90
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
91
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
92
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
93
februari 2008
Werkprogramma KRW/WB21 2008-2009
94
februari 2008