Voortgangsrapportage breedband november 2005
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding
3
2. De ambitie
4
3. Waar staat Nederland nu?
5
3.1 Snelle groei van het aantal breedbandaansluitingen 3.2 Concurrentie op de markt voor breedbandinternet vormt belangrijke impuls 3.3 Het gebruik blijft achter 4. Overheidsimpuls aan breedbandontwikkeling 4.1 Randvoorwaarden voor een goed functionerende markt 4.2 Impulsen aan innovatie
5 7 8 10 11 16
5. Actieprogramma Breedband in 2006 en 2007: nieuwe actiepunten
19
6. Tot slot
25
Bijlage 1: Voortgang beleidsacties breedband Bijlage 2: CPB-studie: “Do market failures hamper future perspectives of broadband?” Bijlage 3: Goed op weg met breedband; handreiking voor gemeenten, provincies en woningcorporaties
2
1. Inleiding Het Kabinetsbeleid op het terrein van breedband is neergelegd in de Breedbandnota1 van mei 2004. In deze nota heeft het Kabinet haar ambitie op het terrein van breedband gepresenteerd evenals een actieprogramma. In aanvulling hierop heeft het Kabinet twee brieven2 aan de Kamer gestuurd naar aanleiding van het rapport van de Impulscommissie Naar een nationale strategie voor breedband 3 en het rapport Aanbevelingen breedbandactiviteiten publieke organisaties4 van de Interdepartementale Commissie Marktordening. Deze voortgangsrapportage gaat in op recente ontwikkelingen op het terrein van breedband en de voortgang van het breedbandbeleid zoals uiteengezet in de Breedbandnota en bovengenoemde brieven. Daarnaast wordt ingegaan op de accenten die in de komende tijd prioriteit vereisen. De rapportage gaat niet in op bredere beleidsvraagstukken die voortvloeien uit de veranderingen op het terrein van elektronische communicatie. Een analyse van deze veranderingen is opgenomen in de publicatie De Toekomst van de Elektronische Communicatie5. Beleidsvragen die hieruit voortvloeien komen aan de orde in een afzonderlijke brief aan de Kamer in het voorjaar van 2006. Leeswijzer Hoofdstuk 2 vat de ambitie samen zoals het Kabinet deze in 2004 voor breedband heeft geformuleerd en met de Kamer heeft besproken. Hoofdstuk 3 geeft aan waar Nederland nu staat met breedband in relatie tot deze ambitie. Hoofdstuk 4 gaat in op de acties die het Kabinet zelf heeft genomen om de juiste randvoorwaarden te creëren en impulsen te geven. Hoofdstuk 5 beschrijft een aantal nieuwe aandachtspunten van het Kabinet bij breedband en de acties die het Kabinet hieraan verbindt.
1 2 3 4 5
Kamerstukken II, 2003-2004, 26 643, nr. 53 Kamerstukken II, 2003-2004, 26 643, nr. 57 - 2004-2005, 26 643, nr. 59 Impulscommissie Breedband (11 oktober 2004), Naar een nationale strategie voor breedband ICM (september 2004), Aanbevelingen Breedbandactiviteiten Publieke Organisaties Kamerstukken II, 2004-2005, 26 643, nr. 65
3
2. De ambitie ICT levert een belangrijke bijdrage aan economische groei en het oplossen van maatschappelijke problemen6. Breedband7 is hiervoor een “enabler”. In de Rijksbrede ICT-Agenda8 heeft het Kabinet breedband benoemd als één van de speerpunten van het ICT-beleid. Het Kabinet ziet breedband als een strategische voorwaarde voor structurele economische groei. Het Kabinet vindt het verder brengen van de breedbandontwikkeling in Nederland daarom noodzakelijk en heeft de ambitie geformuleerd dat Nederland op het terrein van de breedbandontwikkeling binnen Europa en wereldwijd in 2010 een koppositie inneemt. Deze ambitie wordt breed gedeeld met marktpartijen en lokale en regionale overheden. Ook het Innovatieplatform wijst op het belang van een adequate breedbandinfrastructuur en noemt ICT als een katalysator voor innovatie in alle sectoren van de economie9. Om zijn ambitie te realiseren wil het Kabinet stevige impulsen geven aan: a) De ontwikkeling en toepassing van diensten en kansrijke breedbandtoepassingen in het private en publieke domein; b) De ontwikkeling van (een) hoge capaciteit aansluitnetwerk(en) met een substantiële landelijke dekking in 2010. De ambitie van het Kabinet sluit nauw aan op de Lissabon-agenda van de Europese Unie. In de hernieuwde Lissabon strategie is wederom veel aandacht voor breedband. De Europese Commissie heeft mede in dit kader het strategisch raamwerk i201010 opgesteld met een proactieve beleidsaanpak op het terrein van ICT. De beschikbaarheid van snellere breedbanddiensten wordt hierin genoemd als een van de belangrijkste uitdagingen.
6
OECD (2004), The economic impact of ICT en Donselaar, P.H.Erken en L. Klomp (2004), R&D and
Innovation: Drivers of Productivity Growth, in: G. Gelauff, L.Klomp, S.Raes en T. Roelandt (Eds), Fostering productivity. Patterns, Determinants and Policy Implications, Elsevier contributions to economic analysis no. 263, Elesevier: MCKinsey Quartely Chart Focus, CPB-studie. 7
In de nota Breedband wordt breedband gedefinieerd in termen van functionaliteit en niet in termen van
capaciteit of techniek: Breedband is een aansluiting die geschikt is voor beeld- en geluidtoepassingen van een goede kwaliteit en geschikt is voor het uitwisselen van omvangrijke gegevensbestanden en waarbij de verbinding continu beschikbaar is. 8 9
Kamerstukken II, 2003-2004, 26 643, nr 47 en 2004-2005, 26 643, nr 63 Zie Innovatieplatform (juni 2005), ICT als Innovatie-as - Kansen pakken met ICT,
10
Europese Commissie (2005), i2010 – Een Europese informatiemaatschappij voor groei en
werkgelegenheid
4
3. Waar staat Nederland nu? Dit hoofdstuk belicht de ontwikkelingen op de breedbandmarkt. Aan de orde komen de positie van Nederland, de concurrentie op de breedbandmarkt en het gebruik van de beschikbare infrastructuur. 3.1 Snelle groei van het aantal breedbandaansluitingen De markt voor breedbandaansluitingen kenmerkt zich door een sterke groei. In Europa en wereldwijd kiezen steeds meer consumenten en bedrijven voor een breedbandaansluiting. Sinds januari 2003 is het aantal breedbandaansluitingen in Europa meer dan verdrievoudigd11. Nederland loopt voorop in deze ontwikkeling. Hoge breedbandpenetratie bij huishoudens Per juni 2005 telt Nederland 3,6 miljoen breedbandaansluitingen, waarmee ruim 50% van de huishoudens aangesloten is op breedband12. Figuur 1 geeft de positie van Nederland in Europa weer op basis van het aantal breedbandaansluitingen per 100 inwoners. Hieruit blijkt dat Nederland een koppositie inneemt in Europa13. Binnen de OESO staat Nederland op de tweede plaats na Zuid-Korea. Bovendien behoort Nederland binnen de OESO tot de landen met de snelste toename van de breedbandpenetratie14. 20%
19% 18%
18% 16% 15% 15%
16% 14% 11%
12%
10% 10% 10% 10% 10%
10%
9%
8%
8%
8%
8%
8%
IT
ES
LU
PT
DE EU25
8% 6% 6% 4% 2%
0%
1%
3%
2%
3%
LV
CY EU10
3%
3%
4%
4%
PL
IE
HU
LT
2%
0% EL
SK
CZ
SI
M T EU15
AT
EE
UK
FR
FI
SE
BE
DK
NL
Figuur 1: Breedbandpenetratie in de EU (januari 2005), bron: Europese Commissie, 200515
11
Europese Commissie (1 juni 2005), Communications Committee, Working Document, Broadband access in
the EU: situation at 1 January 2005 12 13
Telecompaper (2005), Dutch Broadband 2005 – H1 Bij het verschijnen van de Breedbandnota (mei 2004) nam Nederland een 3e positie in, na België en
Denemarken. 14 15
OECD (2005), Broadband Statistics, June 2005 (last updated 20 October 2005) Aantal breedbandaansluitingen per 100 inwoners, bron: zie noot 11
5
De belangrijkste redenen voor consumenten om te kiezen voor een breedbandverbinding zijn weergegeven in onderstaande kader. Waarom kiezen consumenten voor breedband? Consumenten kiezen voor een breedbandverbinding vanwege de behoefte aan16: - hogere snelheid; - always on verbinding (altijd online); - beheersing van de maandelijkse kosten (flat rate); - vrijhouden van de telefoonlijn; - betere kwaliteit beeld en geluid via internet; - aansluiten van meerdere computers in huis; - verzamelen en verspreiden van grote bestanden (bijvoorbeeld film).
Breedbandpenetratie bij bedrijven is gemiddeld In 2004 was 54% van alle bedrijven in Nederland aangesloten op breedband (zie Figuur 2). Dit percentage is gelijk aan het Europese gemiddelde. Koploper is Denemarken met een percentage van 80%. Evenals bij huishoudens neemt het percentage bedrijven dat aangesloten is op breedband snel toe. Uit cijfers van het CBS blijkt dat kleinere bedrijven een achterstand hebben. Zij lopen wat betreft breedbandpenetratie gemiddeld twee tot drie jaar achter bij grotere bedrijven17. 90%
80%
80%
71% 72% 68% 70%
70%
62%
60% 44% 45%
50% 40% 30%
75%
21%
25%
28%
32%
35%
54% 54% 55% 55% 51% 52% 48% 49% 49% 50%
38%
20% 10% 0% EL
SK
PL
IE
CY
CZ
UK
LT
LU
PT
FR
LT
IT
EU25
DE
NL
EU15
AT
SI
EE
BE
FI
Figuur 2: Breedbandpenetratie bij bedrijven in de EU (2004), Bron: Eurostat 200518
16 17 18
Dialogic (april 2005), Breedband en de gebruiker 2004-2005 CBS (2005), De Digitale Economie 2004 Eurostat (juli 2005); Share of enterprises having a broadband connection, 2004 (Betreft bedrijven met
meer dan 10 werknemers.)
6
ES
SE
DK
3.2 Concurrentie op de markt voor breedbandinternet vormt belangrijke impuls De sterke positie van Nederland op het gebied van breedbandinfrastructuur is voor een belangrijk deel te verklaren door de sterke concurrentie op de markt voor breedbandinternet19. Breedbandinternet is een dienst die gebruik maakt van een breedbandverbinding om toegang te bieden tot het internet. De concurrentie op de markt voor deze dienst heeft marktpartijen gestimuleerd de capaciteit van hun netwerken te verhogen, de prijzen te verlagen en hun service te verbeteren20. De goede marktwerking bij breedbandinternet is tot stand gekomen dankzij de concurrentie tussen het telefoonnetwerk en de kabelnetwerken enerzijds en de concurrentie op het telefoonnetwerk anderzijds. Deze concurrentie is mogelijk geworden door het ingezette liberaliseringsbeleid in de elektronische communicatiesector. Het Kabinet constateert dat dit beleid haar vruchten afwerpt. Concurrentie tussen telefoonnetwerk en kabelnetwerken Nederland kent naast een landelijk dekkend telefoonnetwerk van oudsher een groot aantal kabelnetwerken. Circa 90% van de huishoudens is aangesloten op een kabelnetwerk waarover breedbandinternet aangeboden kan worden. Dit percentage is aanzienlijk hoger dan in de meeste andere Europese landen21. Hierdoor is er sprake van concurrentie tussen het telefoonnetwerk en de kabelnetwerken als het gaat om breedbandinternet voor huishoudens. OPTA geeft in haar ontwerpbesluiten aan dat voor andere breedbanddiensten, zoals vaste telefonie op basis van Voice over DSL22, datacommunicatie en omroepdiensten geen
19
European Regulatory Group concludeert dat landen met meer concurrentie veelal een hogere
breedbandpenetratie hebben en een snellere groei - ERG (25 mei 2005), Broadband market competition report 20
Consumentenbond, persbericht (9 september 2005): “De Nederlandse breedband internet providers hebben
de helpdesks verbeterd, de tarieven omlaag gebracht en de snelheden verhoogd. De gemiddelde prijs per jaar voor de 25 goedkoopste breedband abonnementen is gedaald naar EUR 285 per jaar tegenover EUR 305 in oktober 2004. Van de 25 goedkoopste abonnementen hebben nog maar vijf een datalimiet, in oktober 2004 waren dat er nog negen. Vrijwel alle internetabonnementen bieden standaard een virus- en spamfilter aan.” 21 22
OPTA (1 juli 2005), Analyse van de markt voor wholesale-breedbandtoegang, ontwerpbesluit DSL (Digital Subscriber Line) is een datacommunicatietechniek die een hogere datasnelheid mogelijk
maakt over een koperdraadverbinding. Voice over DSL is een vaste telefoniedienst waarbij gebruik gemaakt wordt van een breedbandverbinding via DSL.
7
sprake is van daadwerkelijke concurrentie23. Dit is een gevolg van de specifieke technische kenmerken van het telefoonnetwerk en de kabelnetwerken24. Concurrentie op het telefoonnetwerk Naast de concurrentie tussen het telefoonnetwerk en de kabelnetwerken levert de sterke concurrentie op het telefoonnetwerk een belangrijke bijdrage aan de breedbandontwikkeling25. Deze concurrentie is mede tot stand gekomen dankzij overheidsregulering zoals toegelicht wordt in hoofdstuk 4. De regulering biedt DSL aanbieders toegang tot lokale (telefonie-)centrales. Zij kunnen eigen breedbandapparatuur en –infrastructuur aanleggen. In een groot deel van Nederland zijn de infrastructuren inmiddels gedupliceerd, met uitzondering van het laatste stukje aansluitlijn tussen de centrales en de eindgebruiker. 3.3 Het gebruik blijft achter De beschikbaarheid van breedband vergemakkelijkt het gebruik van ICT en maakt nieuwe diensten mogelijk. Toch blijkt dat de goede positie die Nederland heeft op het terrein van breedbandaansluitingen, vooralsnog niet heeft geleid tot een betere positie als het gaat om het gebruik van ICT. Specifiek over het gebruik van ICT-toepassingen die optimaal functioneren met een breedbandaansluiting (zoals beeld- en geluidtoepassingen en uitwisseling van omvangrijke gegevensbestanden) zijn weinig internationale vergelijkingen voorhanden. De getallen uit onderstaand kader zijn daarom niet meer dan indicatief. Dit neemt niet weg dat ze alle in dezelfde richting wijzen: het gebruik blijft achter. Om meer inzicht te krijgen in de positie van Nederland als het gaat om het gebruik, zal het ministerie van Economische Zaken (EZ) op dit terrein een monitor starten (zie hoofdstuk 5).
23
OPTA heeft in haar ontwerpbesluiten vastgesteld dat KPN aanmerkelijke marktmacht heeft op vaste
telefoniediensten en de grote kabelbedrijven op omroepdiensten. 24
Het telefoonnetwerk is nauwelijks geschikt voor het leveren van omroepdiensten, tenzij de beschikbare
bandbreedte wordt verhoogd (bijv. via ADSL2+ of VDSL). Kabelnetwerken leveren breedbandtoegang met een lage overboekingsfactor (bandbreedte wordt door meer dan 20 eindgebruikers gedeeld), waardoor datacommunicatie en vaste telefonie met een vergelijkbare kwaliteit als Voice over DSL niet aangeboden kunnen worden. Kabelnetwerken bieden wel andere vormen van telefonie (bijv. VOIP). 25
Ruim 70% van de huishoudens heeft een keuze uit KPN en één, maar vaak ook drie, alternatieve DSL-
aanbieders - OPTA (2005), Analyse van de markt voor wholesale-breedbandtoegang, ontwerpbesluit
8
Gebruik ICT- en breedbandtoepassingen in Nederland In de Vervolg Rijksbrede ICT-Agenda 2005-200626 wordt geconstateerd dat Nederland ondanks de goede uitgangspositie op het terrein van ICT daalt van de derde naar de zesde plaats in de Information Society Index27 en dat Nederland daalt van de dertiende naar de zestiende plaats in de Networked Readiness Index28. Geconcludeerd wordt dat Nederland te weinig rendement haalt uit ICT in termen van productiviteitsgroei en maatschappelijk nut. Bedrijven Als het gaat om ICT-gebruik door bedrijven blijkt dat Nederland op de Europese E-Business Readiness Index (Use of ICT by Business)29 is gedaald van de tweede naar de vijfde plaats. Het CBS geeft aan dat het ICT-gebruik van het MKB achterblijft bij dat van grotere bedrijven30. (Semi-) publieke instellingen In maatschappelijke sectoren, zoals zorg, onderwijs, veiligheid en mobiliteit, blijken beschikbare ICToplossingen niet breed te worden toegepast, of op zijn best hebben partijen hun eigen oplossingen ontwikkeld, die slechts beperkt kunnen samenwerken met de ICT-oplossingen van ketenpartners 31. Nederland neemt in Europa een middenpositie in als het gaat om de on line beschikbaarheid van overheidsdiensten en zit in de achterhoede als het gaat om overheidsdiensten die volledig elektronisch afgehandeld kunnen worden32. Huishoudens De introductie van nieuwe breedbandtoepassingen – zoals internettelefonie, TV via internet en video on demand – verloopt in Nederland minder snel dan in Frankrijk, Italië en Zweden (dit zijn landen die voorop lopen in Europa op het terrein van breedband)33. Bepaalde nieuwe breedbandtoepassingen die in het buitenland reeds aangeboden worden, zouden gezien de beschikbare bandbreedte ook in Nederland aangeboden kunnen worden. Nederland blijft op dit punt evenwel achter 34. 26 27
Kamerstukken II, 2004-2005, 26 643, nr. 63 IDC (2004), Information Society Index – Betreft gebruik en adoptie van ICT in 53 landen op basis van 15
indicatoren, waaronder bestedingen aan software en ICT-diensten, internetgebruik, e-commerce bestedingen. 28
World Economic Forum, INSEAD (maart 2005), Global Information Technology Report 2004-2005 –
Betreft randvoorwaarden en gebruik van ICT in 104 landen (betreft individuen, bedrijven en instellingen). 29
Europese Commissie (14 juli 2005), The European e-business readiness index (preliminary report) – De
subindex Use of ICT by Business kijkt ondermeer naar: online aankopen, online orders, online bankieren, koppeling van bedrijfsnetwerken en gebruik van internet marktplaatsen. 30 31 32 33 34
CBS (2005), De digitale economie 2004 Actieprogramma Maatschappelijke Sectoren & ICT, Kamerstukken II, 2004-2005, 26 643, nr. 76 Capgemini (3 maart 2005), Online availability of public services, how is Europe progressing? Telecompaper (16 mei 2005), International benchmark high speed broadband Arthur D Little (augustus 2004), Evaluating migration paths towards a next generation broadband infrastructure
9
Het bovenstaande beeld roept de vraag op waarom het gebruik van (breedbandige) ICTtoepassingen achterblijft. Hieraan liggen uiteenlopende factoren ten grondslag. Er is ondermeer gebrek aan schaalgrootte van diensten waardoor het moeilijk is om tot winstgevende producten te komen. Ook is er onvoldoende transparantie voor de consument op de telecommunicatiemarkt; het is op dit moment niet gemakkelijk, zo niet ondoenlijk, om als consument de kwaliteit van geboden elektronische communicatiediensten met elkaar te vergelijken35. Ook spelen gebruiksaspecten zoals vertrouwen en veiligheid een rol; spam, pop-ups, virussen, etc. belemmeren het gebruik. Specifiek voor diensten in maatschappelijke sectoren geldt dat er – zowel in als tussen sectoren – sprake is van ‘systeemfalen’, vooral veroorzaakt door coördinatieproblemen: de samenwerking en de organisatie in de keten hapert, zodat verwachte resultaten uitblijven. Doordat succesvolle lokale of kleinschalige initiatieven te weinig bekend zijn, blijft opschaling veelal uit. Ook is er onvoldoende vraagmacht doordat instellingen niet voldoende in staat of bereid zijn hun (gezamenlijke) behoeften te formuleren (vraagarticulatie). Daarnaast blijken de randvoorwaarden voor grootschalige implementatie onvoldoende op orde, het betreft ondermeer het ontbreken van gemeenschappelijke protocollen en standaarden en het gebruik van open standaarden36.
4. Overheidsimpuls aan de breedbandontwikkeling Dit hoofdstuk gaat in op de bijdrage die de Rijksoverheid heeft geleverd aan de ontwikkeling van breedband. Het Kabinet geeft impulsen aan de toepassing van diensten en de ontwikkeling van netwerken door de randvoorwaarden te creëren voor een sterk concurrerende markt en door innovatie te bevorderen. In dat kader zijn in de Breedbandnota langs vier sporen veertien acties geformuleerd. De sporen zijn weergegeven in onderstaand kader. De acties zijn naar aanleiding van het advies van de Impulscommissie breedband en het ICMrapport verder uitgewerkt. De beleidsacties in de Breedbandnota zijn geformuleerd langs vier sporen: 1. 2. 3.
35 36
Marktdialoog en onderzoek: het zorgen voor een optimale ordening van de breedbandmarkt, opdat diensten zich goed kunnen ontwikkelen; Coördineren: het intensiveren van de coördinatie tussen overheden om marktverstoring te voorkomen en bestuurlijke fragmentatie te minimaliseren; Stimuleren: het organiseren en financieel ondersteunen van publiek-private samenwerking gericht op het ontwikkelen en implementeren van een set maatschappelijk wenselijke diensten
Actieplan Een slimme consument op een snelle markt, Kamerstukken II, 2004-2005, 27 879, nr.12 Actieprogramma Maatschappelijke Sectoren & ICT, Kamerstukken II, 2004-2005, 26 643, nr. 76
10
4.
en producten, die een andere, efficiëntere manier van werken mogelijk maken (ketenconcepten). Bevordering van de ontsluiting van publieke gebouwen; Ordenen en spelregels: het wegnemen van eventuele belemmeringen op het terrein van weten regelgeving met het oog op het bevorderen van de nodige permanente innovatie van netwerken en diensten.
De belangrijkste resultaten van de veertien acties zijn hieronder beschreven. Een volledig overzicht van de stand van zaken van de acties uit de Breedbandnota is bijgevoegd in bijlage 1. 4.1 Randvoorwaarden voor een goed functionerende markt Het Kabinet heeft in de Breedbandnota aangegeven dat bij de ordening van de breedbandmarkt de belangen voor de consument voorop worden geplaatst en dat het primaat voor investeringen in de verdere ontwikkeling van nieuwe generatie breedbandige infrastructuren en de ontwikkeling van bijbehorende diensten bij de markt ligt. Dit vereist dat de overheid heldere randvoorwaarden creëert voor een goed functionerende markt. Sinds voorjaar 2004 zijn hiertoe een aantal belangrijke stappen gezet. Nieuwe Telecommunicatiewet ingevoerd en positie consument versterkt De regering heeft in 2004 een herziene Telecommunicatiewet ingevoerd die transparantie en eerlijke concurrentie waarborgt en ruimte biedt voor investeringen en innovatie in breedbandnetwerken en diensten. Vervolgens is met de beleidsregels37 aan de toezichthouder OPTA een duidelijke richting meegegeven voor de toepassing van het nieuwe reguleringskader. De beleidsregels benadrukken het belang van concurrerende infrastructuren en het bestaan van prikkels om te investeren in innovatieve en kwalitatief hoogstaande infrastructuren en diensten. Tevens onderstrepen zij het belang van een adequate consumentenbescherming. Als eerste stap in de uitvoering van de herziene wet heeft OPTA analyses gemaakt van diverse markten in de elektronische communicatiesector. Op grond hiervan heeft OPTA conceptvoorstellen gedaan voor diverse reguleringsmaatregelen onder meer met betrekking tot het verlenen van toegang, transparantie en non-discriminatie en het hanteren van kostengeoriënteerde tarieven voor partijen die over een aanmerkelijk marktmacht beschikken. Deze maatregelen zullen in de loop van de komende periode ten uitvoer worden gebracht. Voortbouwend op de herziene Telecommunicatiewet en het Strategisch Actieprogramma voor de Consument (SAP-C), is begin 2005 bovendien het actieplan Een slimme
37
Kamerstukken II, 2004-2005, 28 851, nr. 52
11
consument in een snelle markt38 in gang gezet. Dit actieplan bevat de hoofdlijnen van het consumentenbeleid en bijbehorende activiteiten voor de elektronische communicatiesector tot juli 2006. Uitgangspunt is dat marktpartijen de eerste verantwoordelijkheid dragen om tot afspraken te komen als het gaat om goede transparantie en vergelijkbaarheid van diensten en prijzen, reële overstapdrempels, goede klachtenafhandeling en alternatieve geschillenbeslechting. Daar waar dit niet door de markt zelf gebeurt, neemt het ministerie van EZ concrete, afgewogen en proportionele maatregelen. Gezamenlijke publicatie over de rol voor gemeenten en woningcorporaties Veel lokale overheden zijn actief of hebben ambitieuze plannen met betrekking tot de stimulering van breedband. Ook tonen verschillende woningcorporaties veel ambities om hun woningbezit snel te voorzien van breedband. Het Kabinet is van mening dat lokale overheden en woningcorporaties een nuttige rol kunnen vervullen bij de ontwikkeling van breedband. Het is echter wel noodzakelijk dat zowel overheden als woningcorporaties hun ambities op een verantwoorde wijze invullen, zodat keuzevrijheid behouden blijft, geen sprake is van oneerlijke concurrentie met publieke middelen en er geen sprake is van gedwongen winkelnering. Gezamenlijk met VNG en IPO hebben de ministeries van BZK, VROM en EZ hiertoe in oktober 2005 de handreiking Goed op weg met breedband gepubliceerd (zie bijlage 3). Hierin worden de spelregels beschreven die gelden voor overheden en woningcorporaties die breedbandige netwerken willen stimuleren en ook de wijze waarop deze spelregels in de praktijk worden toegepast. Meer helderheid gecreëerd over de rol van woningcorporaties In de afgelopen periode hebben verschillende woningcorporaties zich zeer actief of belangstellend betoond waar het gaat om de aanleg van een breedbandinfrastructuur in wijken waar hun bezit is gelegen. Het Kabinet juicht in beginsel die belangstelling van woningcorporaties toe. De omvang van het woningbezit van woningcorporaties (ongeveer 35% van de totale woningvoorraad en circa 90% van de huurwoningvoorraad) maakt immers een grootschalige uitrol mogelijk. Tegelijkertijd wil het Kabinet echter niet dat woningcorporaties met hun, mede met steun van de overheid opgebouwde, vermogen een gezonde marktwerking verstoren. Op het vermogen van woningcorporaties rust een maatschappelijke bestemmingsplicht, gericht op inzet in de volkshuisvesting. In de publicatie Goed op weg met breedband is helder aangegeven tot waar de aan woningcorporaties toegestane activiteiten mogen strekken. Woningcorporaties kunnen de aanleg van een breedbandinfrastructuur bevorderen door vraagbundeling. Op die wijze kunnen zij een relatief grootschalige vraag ineens aan marktpartijen voorleggen. 38
Kamerstukken II, 2004-2005, 27 879, nr. 12
12
Corporaties kunnen dus opdracht geven tot het aansluiten van hun woningbezit. Het is uitdrukkelijk niet toegestaan dat woningcorporaties het bezit van anderen gaan aansluiten en daardoor breedbandaanbieder worden. Het zelf aanleggen, organiseren of bekostigen van een breedbandinfrastructuur valt niet binnen de op grond van het Besluit beheer sociale-huursector toegestane activiteiten. De minister van VROM is thans bezig te komen tot een nieuw arrangement overheid-woningcorporaties. Dit nieuwe arrangement richt zich op het waarborgen van de totstandkoming van voldoende prestaties door woningcorporaties, door inzet van het maatschappelijk bestemde vermogen. Daarbij wordt ook bezien welke ruimte tot het ontwikkelen van activiteiten woningcorporaties moet worden geboden om te komen tot doeltreffend maatschappelijk ondernemerschap. Hier dient een heldere balans gevonden te worden. Er is op basis van de specifieke (technische) kenmerken van een breedbandnetwerk bezien op welke wijze er een duidelijke en doelmatige grens kan worden bepaald tot waar de activiteiten van woningcorporaties in concrete gevallen kunnen strekken. De minister van VROM heeft daarbij aanvankelijk bepaald dat het woningcorporaties is toegestaan de aansluiting van de woning tot aan de erfgrens van het perceel waarop de woning rust te financieren. In de praktijk is gebleken dat een doelmatige uitrol gebaat kan zijn bij een begrenzing tot aan het dichtst bij de woning gelegen fysieke aansluitpunt. Om die reden is besloten dat het laten aanleggen en bekostigen van de individuele aansluiting per huurwoning, ook indien deze aansluiting aan het breedbandnetwerk buiten de erfgrens ligt, kan worden gerekend tot de toegestane activiteiten van een woningcorporatie39. In onderstaand kader wordt ingegaan op de levering van diensten via de beschikbare breedbandaansluiting. Levering van diensten via de breedbandaansluiting Woningcorporaties kunnen voor hun eigen huurders diensten leveren via de breedbandaansluiting, zij het dat deze diensten zijn beperkt tot een corporatie-intranet, waarmee huurders kunnen worden geïnformeerd door de woningcorporatie over actualiteiten, procedures, rechten en dergelijke, en via welk intranet bewoners ook met de woningcorporatie in contact kunnen treden, klachten kunnen melden, aanvragen kunnen indienen etc.. Het leveren van andersoortige diensten of diensten in opdracht van derden behoort niet tot de toegestane activiteiten van een woningcorporatie. Wel kan de woningcorporatie haar huurders wijzen op de diensten die andere instellingen kunnen leveren via de breedbandvoorziening, zoals diensten van zorginstellingen (bijvoorbeeld in de sfeer van domotica).
39
Ten behoeve van de onderbouwing van de redelijkheid van de kosten van een aansluiting zal het Kabinet
een handreiking laten opstellen.
13
De woningcorporatie behoort de breedbandaansluiting ook open te stellen voor andere dienstenaanbieders en niet, door het beperken van de toegang tot de breedbandaansluiting voor aanbieders van diensten, de keuzevrijheid van huurders te verminderen. Ook mag er geen sprake zijn van gedwongen winkelnering voor de huurder. Te allen tijde blijft de keuze om al dan niet diensten af te nemen aan de huurder.
Het Kabinet vindt dat binnen deze condities voldoende armslag aan woningcorporaties wordt gegeven voor een actieve rol bij de verdere ontwikkeling van breedband. Informatieverstrekking over staatssteunrisico’s voor breedband versterkt Initiatieven van gemeenten, provincies en woningcorporaties om breedband te stimuleren, moeten passen binnen de kaders van Europese wet- en regelgeving op het terrein van staatssteun. De hiervoor genoemde publicatie Goed op weg met breedband biedt handvatten voor gemeenten hoe zij specifiek met staatssteunvraagstukken rond breedband om kunnen gaan. Het Coördinatiepunt Staatssteun decentrale overheden van het ministerie van BZK coördineert en begeleidt steunmeldingen en kennisgevingen van gemeenten en provincies aan de Europese Commissie. Ook in de vervolgstappen na de melding en andere procedures rond staatssteun, vervult het Coördinatiepunt een begeleidende en coördinerende rol (www.minbzk.nl/staatssteun). Op verzoek van de Europese Commissie heeft het ministerie van BZK het afgelopen jaar informatie verstrekt aan de Commissie over een tiental glasvezelprojecten waarbij Nederlandse gemeenten betrokken zijn. De Commissie heeft tot op heden geen vervolgstappen ondernomen ten aanzien van deze gemeentelijke projecten. Daarnaast lopen er twee meldingstrajecten. Het gaat om projecten in Amsterdam en Appingedam, die door Nederland zijn aangemeld bij de Europese Commissie40. De Commissie moet zich hierover nog uitspreken in de vorm van een beschikking. Ontwikkeling referentiemodel breedband gestart Op 29 april is de beleidscommissie Enorm van start gegaan. Onder leiding van deze commissie werkt het Nederlands Normalisatie Instituut aan een referentiemodel breedband. Het referentiemodel is er op gericht om technische en organisatorische fragmentatie in de breedbandmarkt tegen te gaan. Hiertoe worden vanuit de diensten ‘applicatieprofielen’ opgesteld waarmee het mogelijk wordt een set van conventies te 40
In het geval van Amsterdam betreft het hier een melding van de gemeente om vooraf vast te laten stellen of
het voorgenomen initiatief past binnen het Europese staatssteunkader. In het geval van Appingedam is de melding het gevolg van een uitspraak van de rechter naar aanleiding van het kort geding dat aanhangig was gemaakt door Essent.
14
formuleren omtrent de functionele eisen die te stellen zijn aan het netwerk. Daarnaast zullen afspraken gemaakt worden over belemmeringen bij aansluitpunten en belemmeringen op koppelvlakken tussen de verschillende technische infrastructuren. Het referentiemodel wordt gebaseerd op een inventarisatie van praktijkervaringen, waarmee overzicht en inzicht van ervaren belemmeringen toegankelijk wordt gemaakt om te kunnen benutten voor lopende en toekomstige projecten. De beleidscommissie Enorm is samengesteld uit vertegenwoordigers van een groot aantal ondernemingen en het ministerie van EZ. Eind 2005 is een eerste versie van het model voorzien en in februari 2006 de publicatie ervan. CPB-onderzoek naar functioneren breedbandmarkt afgerond Naar aanleiding van het advies van de Impulscommissie en een verzoek van de Kamer tijdens een algemeen overleg van de vaste commissie voor Economische Zaken en de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 15 december 200441, heeft het ministerie van EZ het CPB verzocht een onderzoek te doen naar het functioneren van de breedbandmarkt. De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek (zie bijlage 2) zijn samengevat in onderstaand kader. De uitkomsten bevestigen dat de huidige markt voor breedband, gegeven het huidige beleid, goed functioneert. Het CPB gaat er vanuit dat dit ook voor de komende 3 tot 5 jaar het geval zal zijn. Door onzekerheden over toekomstige ontwikkelingen kan het CPB niet vaststellen of de breedbandmarkt op de langere termijn goed zal blijven functioneren. Zij adviseert de overheid daarom om de ontwikkelingen op deze markt voortdurend te blijven monitoren. Daarnaast benoemt het CPB een aantal (mogelijke) externe effecten die aandacht behoeven van de overheid. Het gaat om de voordelen van een betere toegang tot kennis via breedband (zogenaamde “knowledge spillovers”) en telewerken. Ook benoemt het CPB een aantal groepen die specifieke aandacht van de overheid bij breedband legitimeren: ouderen en lage inkomensgroepen. Uitkomsten CPB-onderzoek naar functioneren breedbandmarkt Het CPB heeft voor de Nederlandse markt onderzocht of marktgebreken – gegeven het huidige breedbandbeleid – de toekomstige ontwikkeling van breedband bedreigen. De belangrijkste conclusies zijn: • Er zijn geen marktgebreken die aanpassing vergen van het huidige breedbandbeleid. Naast marktmacht en knowledge spillovers zijn er geen marktfalens die vragen om overheidsinterventie in de vorm van directe subsidies of specifieke overheidsinvesteringen om breedbandinvesteringen in de markt te stimuleren. Gegeven de huidige regulering functioneert de breedbandmarkt redelijk goed in termen van concurrentie en innovatie. De beste beleidsstrategie voor de overheid is daarom om te vertrouwen op de markt. 41
Kamerstukken II, 24 095 en 26 643, nr. 177
15
•
De markten rond breedband zijn erg dynamisch waardoor in de toekomst wel onvoorziene marktgebreken zouden kunnen optreden. Voor de overheid is het daarom zinvol om de breedbandmarkten voortdurend te volgen zodat zij direct kan ingrijpen als dat nodig mocht zijn.
In haar onderbouwing geeft het CPB het volgende aan: • Er is sprake van marktfalen als gevolg van marktmacht op een aantal breedbandmarkten. De huidige regulering door OPTA adresseert dit op een adequate manier. • Waarschijnlijk is er sprake van positieve productie-externaliteiten doordat breedband betere toegang biedt tot externe know how: knowledge spillovers. Dit kan ondervangen worden door R&D-subsidies, zoals de WBSO. • Bij telewerken – dat ondersteund wordt door breedbandtoepassingen – kan sprake zijn positieve consumptie-externaliteiten als gevolg van filevermindering en hogere arbeidsparticipatie. Dit kan het best ondervangen worden met prijsbeleid voor weggebruik en educatie. • Er is geen sprake van substantiële regionale of sociale ongelijkheid (‘digitale kloof’). Wel blijkt dat ouderen en lage inkomensgroepen minder gebruik maken van breedband. Overwogen kan worden om het gebruik van internet onder deze doelgroepen te stimuleren.
4.2 Impulsen aan innovatie In de Breedbandnota heeft het Kabinet aangegeven dat zij grote waarde hecht aan een betere dienstverlening in de publieke sector en dat breedband hieraan een bijdrage kan leveren. In de afgelopen periode zijn op dit terrein een aantal belangrijke stappen gezet die hieronder worden beschreven. Daarnaast heeft het Rijk verscheidene initiatieven genomen ter stimulering van de uitrol van innovatieve netwerken in Nederland. Hieronder wordt toegelicht op welke wijze de ervaringen en lessen die hiermee zijn opgedaan, zijn verspreid. Tenslotte wordt ingegaan op een onderzoek naar de wenselijkheid om een garantiefonds in te richten gericht op de stimulering van innovatieve en breedbandige netwerken. Dit onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van het advies van de Impulscommissie Breedband. Samenwerking met het bedrijfsleven gestart om het gebruik van breedband te bevorderen In 2004 is de stichting Nederland BreedbandLand (NBL) opgericht42. Dit is het nationale, onafhankelijke platform dat maatschappelijk en economisch relevante sectoren stimuleert en helpt 'beter en slimmer' gebruik te maken van breedband. Kennisdeling en opschaling zijn daarbij van groot belang. Samen met NBL is het ministerie van EZ gestart met de communicatie over – en verbreding van – best practices, deling en ontsluiting van kennis 42
De founding members van Nederland BreedbandLand zijn: Alcatel, Capgemini, Cisco, Getronics, KPN, Lucent Technologies, Microsoft, ICT~Office, Siemens, VECAI, Vefica.
16
en ervaringen via een portal, de inzet van adviseurs en organisatie van workshops voor specifieke doelgroepen. Dit voorjaar is NBL gestart met een aantal opschalingsprojecten. Het gaat ondermeer om de nationale opschaling van een marktplaats voor multimediale content (in samenwerking met Kennisnet en SURFnet) en de opschaling van breedband videoconferencing in de zorg. Actieprogramma gestart om ICT-gebruik in maatschappelijke sectoren te bevorderen Het Kabinet heeft begin oktober het actieprogramma Maatschappelijke Sectoren & ICT43 aan de Kamer gestuurd. De doelstelling van dit actieprogramma is het helpen oplossen van maatschappelijke vraagstukken in de sectoren mobiliteit, onderwijs, veiligheid en zorg, door het wegnemen van belemmeringen zodat doorbraken kunnen worden gerealiseerd in de ontwikkeling en de implementatie van innovatieve ICT-toepassingen en -diensten. Breedbandige toepassingen en diensten maken hier deel van uit. Het Kabinet is bereid gedurende de periode 2005-2009 € 80 mln. te besteden aan het actieprogramma. Het Kabinet heeft de ontwikkeling van (semi-)publieke breedbanddiensten al eerder bevorderd door toekenning van projectsubsidies vanuit het Nationaal Actieprogramma Elektronische Snelwegen (NAP). Het gaat om projecten van (semi-) publieke instellingen die zich richten op verbetering en vernieuwing van maatschappelijke dienstverlening met behulp van breedband. Kenniswijk afgerond Het project Kenniswijk is 30 september 2005 afgerond. Het project heeft onder meer geresulteerd in een breedbandproeftuin met meer dan 15.000 huishoudens met een glasvezelaansluiting en de ontwikkeling van circa 120 innovatieve elektronische diensten waarvan inmiddels al 65 ook concreet in gebruik zijn genomen. De in Kenniswijk opgedane ervaring wordt nu opgeschaald naar andere breedband ontwikkelgebieden in Connecting the Dots. De evaluatie van het volledige Kenniswijkproject volgt in 2006. Breedbandcirkel gestart In juni 2005 is een start gemaakt met het opzetten van de breedbandcirkel. De achterliggende gedachte is dat slimmer en beter gebruik gemaakt kan worden van de kennis die er in Nederland op het gebied van breedband is. Dit initiatief ligt daarmee ook in het verlengde van het advies van de Impulscommissie om researchactiviteiten rond breedband te bundelen. Er is veel (theoretische) kennis in Nederland die niet altijd naar de praktijksituatie vertaald wordt. De breedbandcirkel zorgt ervoor dat vraag en aanbod 43
Kamerstukken II, 2004-2005, 26 643, nr. 76
17
van breedbandkennis bij elkaar komt. Kennisinstellingen die een rol spelen bij breedband zijn onder andere Nederland BreedbandLand, Kenniswijk, het Nationaal Regieorgaan voor ICT-onderzoek en -innovatie (ICTRegie), Surfnet, GigaPort, het Telematica Instituut, TNO ICT, Lofar en ECP.NL. Opschaling gestart van breedbandige diensten vanuit lokale initiatieven Op 30 juni 2005 heeft de kick off event van Connecting the Dots (CtD) plaatsgevonden. In CtD willen het ministerie van EZ, IPO, VNG, Stedenlink en de G4 bereiken dat lokale breedbandinitiatieven (‘dots’) gezamenlijk een nationale omgeving vormen die zich richt op meer breedband, meer breedbandige diensten en beter gebruik van breedband. Connecting the Dots doet dit onder meer door kennis te delen over infrastructurele en dienstenvraagstukken en te bezien hoe één of meer succesvolle breedbandige diensten tegelijkertijd in meerdere dots kunnen worden uitgerold (opschaling). Stimulans gegeven aan vraagbundeling door grote steden Zeventien grote steden hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om met het ministerie van EZ afspraken te maken over het aansluiten van publieke instellingen op breedband. Dit is gedaan in het kader van het Grotestedenbeleid (periode 2005-2009). Voor het aansluiten van de instellingen stelt EZ een bedrag beschikbaar van € 7,3 mln. De betrokken gemeenten leveren gezamenlijk een bijdrage van € 5,7 mln. De totale projectkosten (inclusief cofinanciering) bedragen € 25,5 mln. Met het geld worden circa 1.250 publieke instellingen aangesloten en er worden minimaal 11 projecten uitgevoerd om de vraag van instellingen te bundelen. Geen garantiefonds breedband Om een verdere impuls te geven aan netwerkontwikkeling heeft het ministerie van EZ – mede naar aanleiding van de aangehouden motie van dhr. Vendrik c.s.44 – onderzoek laten doen naar de inzet van een financieel instrument, waaronder een garantiefonds. Hieruit blijkt dat op dit moment onvoldoende zekerheid gegeven kan worden omtrent de effectiviteit van een dergelijk instrument. Deze uitkomst leidt er – in combinatie met de uitkomsten van het CPB-onderzoek – toe dat het Kabinet op dit moment geen reden zie tot de instelling van een garantiefonds.
44
Kamerstukken II, 2004-2005, 29 800 XIII, nr. 25
18
5. Actieprogramma Breedband in 2006 en 2007: nieuwe actiepunten Het economisch en maatschappelijk belang van breedband zal in de komende jaren verder toenemen. Naar verwachting zal het aantal breedbandverbindingen verder groeien45 en zal het gebruik van breedbandige toepassingen toenemen. Ook zal de capaciteitsbehoefte verder stijgen en zullen breedbandverbindingen steeds vaker gebruikt worden om naast internet ook andere diensten aan te bieden, zoals televisie en telefoon. Dit laatste is het gevolg van ‘digitale convergentie’46 waardoor diensten steeds minder gebonden zijn aan een specifieke infrastructuur. Het Kabinet ziet breedband als strategische voorwaarde voor economische groei. Daarom is het van belang dat Nederland tempo behoudt bij de verdere ontwikkeling van breedbanddiensten en -netwerken. Het primaat hiervoor ligt bij de markt. Het actieprogramma Breedband vervult een randvoorwaardelijke en stimulerende rol. Het Kabinet zal met het programma ook in 2006 en 2007 de randvoorwaarden en prikkels creëren voor een sterk concurrerende en innovatieve markt waarin het belang van de consument goed is geborgd. Bij de uitvoering van het actieprogramma voor de periode 2006-2007 wordt een aantal nieuwe accenten gelegd. Dit heeft de volgende redenen. Nederland scoort hoog als het gaat om breedbandpenetratie en het Kabinet heeft met maatregelen als het actieprogramma Maatschappelijke Sectoren & ICT, Connecting the Dots, de samenwerking met NBL en de acties in het kader van de notitie Op weg naar een elektronische overheid47, een belangrijke impuls gegeven aan het gebruik van ICT en breedband. Dit neemt niet weg dat de situatie op de breedbandmarkt op dit moment en in de nabije toekomst laat zien dat er kansen blijven liggen. Ook benoemt het CPB in haar studie naar de breedbandmarkt een aantal aandachtspunten. Bovendien zijn er ontwikkelingen bij de Europese Commissie, met name rond staatssteun, die om voortdurende aandacht en alertheid vragen, ook binnen het actieprogramma. Tenslotte zal vanuit het actieprogramma internationaal meer aandacht worden gevraagd voor de sterke positie van Nederland als “Breedbandland”. Ook zal beter gemonitord worden welke positie Nederland heeft, juist als het gaat om het gebruik van de breedbandige netwerken.
45
Wel houdt OPTA rekening met een afzwakking van het groeitempo – OPTA (juli 2005), Analyse van de
markt voor ontbundelde toegang op wholesale-niveau (inclusief gedeelde toegang) tot metalen netten en subnetten, voor het verzorgen van breedband- en spraakdiensten, ontwerpbesluit 46
Met ‘digitale convergentie’ wordt de ontwikkeling aangeduid waarbij diensten (zoals telefoon, televisie,
radio, etc.) digitaal aangeboden worden, waardoor het onderscheid tussen de oorspronkelijk gescheiden diensten vervaagt. Diensten kunnen hierdoor aangeboden worden via meerdere infrastructuren, zoals telefoon- en kabelnetwerken, glasvezelnetwerken of draadloze netwerken. 47
Kamerstukken II, 2003/2004, 26 387, nr.23
19
De nieuwe accenten hebben betrekking op ontwikkelingen die in de nabije toekomst aandacht vragen en direct verband houden met de acties uit de Breedbandnota. Zoals in de inleiding is aangegeven komen brede beleidsvraagstukken die op langere termijn spelen, aan de orde in een brief aan de Kamer in het voorjaar van 2006. Bij de uitvoering van de Breedbandnota voor de periode 2006-2007 worden de volgende accenten gelegd met bijbehorende acties: Stimuleren van breedbandgebruik door het MKB Het gebruik van ICT en breedband bij het MKB blijft achter bij grote bedrijven. De OESO heeft in dit kader expliciet aandacht gevraagd voor het stimuleren van het gebruik van ICT in het MKB in Nederland48. In het kader van de Breedbandcirkel is geïnventariseerd wat kennisinstellingen bieden en wat de kennisbehoefte bij bedrijven en instellingen is. Hieruit blijkt dat bij kleine ondernemingen geen gearticuleerde vraag naar breedbandkennis bestaat. Actie 1 Het ministerie van EZ beziet samen met NBL en Syntens hoe de leerervaringen die NBL momenteel opdoet met opschaling van innovatieve ICT-toepassingen in de detailhandel (2005/2006) en in de zakelijke dienstverlening (2006/2007), via een sectorspecifieke aanpak breder kunnen worden verspreid onder het MKB. Op deze wijze kan het MKB gestimuleerd worden om beter en meer gebruik te maken bij innovatieve ICT-toepassingen die aansluiten op hun specifieke behoeften. Actie 2 Het ministerie van EZ laat in het kader van de Breedbandcirkel een verkenning uitvoeren naar de behoefte aan breedbandkennis binnen het MKB. Daarnaast worden de activiteiten die kennisinstellingen (zoals TNO-ICT en Telematica Instituut) al ondernemen richting het MKB in kaart gebracht. Waar mogelijk wordt binnen de activiteiten van deze kennisinstellingen een focus gelegd op de uitwisseling van breedbandkennis. Via NBL zal een portal opgezet worden waar breedbandvraag en -aanbod te vinden zijn. Bij deze acties wordt nauw samengewerkt met het Nationaal Regieorgaan voor ICT-onderzoek en -innovatie (ICTRegie) dat opgericht is om de ICTkennisinfrastructuur te versterken en de vraag naar toepassingen en het kennisaanbod met elkaar te verbinden.
48
OECD (2005), ICT Diffusion to business: peer review. Country report: The Netherlands.
20
Informatieverstrekking: zoveel mogelijk helderheid voor lokale overheden en woningcorporaties Lokale overheden en woningcorporaties kunnen een nuttige rol spelen bij de breedbandontwikkeling. Het juridisch kader voor deze rol is niet statisch. Zo is de minister van VROM thans bezig te komen tot een nieuw arrangement overheidwoningcorporaties en zal de Europese Commissie de komende periode beschikkingen publiceren die meer duidelijkheid zullen geven over de rol van overheden bij breedband. Het rijk wil lokale overheden en woningcorporaties goed informeren over de consequenties van nieuwe Europese en nationale wetgeving en jurisprudentie betreffende de stimulering van breedband. Actie 3 De ministeries van VROM, BZK en EZ zullen er gezamenlijk zorg voor dragen dat lokale overheden en woningcorporaties zich goed kunnen informeren over de consequenties van nieuwe Europese en nationale wetgeving. Hiertoe zal in ieder geval de digitale versie van de publicatie Goed op weg met breedband regelmatig worden geactualiseerd. Daarnaast doet het ministerie van BZK aan voorlichting richting decentrale overheden. Hiertoe is het Kenniscentrum Europa Decentraal – samen met de VNG, het IPO en de UvW – opgericht en zijn er reeds verscheidene handreikingen gepubliceerd. Actie 4 Het ministerie van EZ zal in samenwerking met VROM op korte termijn een kader aanreiken voor woningcorporaties waaruit eenieder duidelijk kan zien wat een individuele aansluiting per huurwoning redelijkheidshalve mag kosten. Op deze manier wordt voorkomen dat woningcorporaties meer betalen dan de reële kosten van een aansluiting en per saldo daarmee financieel bijdragen aan de aanleg van een breedbandinfrastructuur. Dit laatste behoort namelijk uitdrukkelijk niet tot de taken van een woningcorporatie. Het kader zal regelmatig worden geactualiseerd49.
49
Dit is nodig vanwege de snelle (neerwaartse) ontwikkeling van deze prijzen.
21
Versterken van vraagarticulatie door instellingen en MKB Vraagbundeling50 door lokale overheden kan een goede bijdrage leveren aan het formuleren van een krachtige vraag vanuit afnemers die hier individueel niet toe in staat zijn. Door de vraag te bundelen worden aanbieders geprikkeld om een scherpe aanbieding te doen. Het Kabinet wil gemeenten die actief breedband willen stimuleren aanmoedigen om dit bij voorkeur te doen via vraagbundeling. Vraagbundeling van publieke instellingen leidt tot een effectievere en efficiëntere overheid en – als lokale overheden zich beperken tot een faciliterende procesrol – vormt vraagbundeling voor MKB een goede manier voor lokale overheden om de regionale economische bedrijvigheid te stimuleren51. Het Innovatieplatform52 constateert dat lokale vraagbundeling door gebrek aan centrale coördinatie moeizaam tot stand komt. Zij adviseert om te komen tot een landelijk project breedbandvraagbundeling ter ondersteuning van lokale initiatieven in de publieke sector. Actie 5 Via Connecting the Dots zal uitwisseling van kennis en ervaringen op het terrein van vraagbundeling voor instellingen en bedrijven worden gestimuleerd. In verband met deze kennisuitwisseling wordt een monitor gestart naar de verschillende modellen die bestaan rond vraagbundeling (customer owned, carrier owned, open en gesloten netwerken, etc.). De monitor zal bijhouden welke bijdrage de verschillende modellen leveren aan innovatie, prijs en kwaliteit voor de eindgebruiker en economische groei. Het Kabinet onderzoekt daarnaast of het mogelijk is om – in navolging van de eerdere stimulans voor grote steden in het kader van het Grotestedenbeleid – een verdere stimulans te geven aan vraagbundeling in met name middelgrote en kleine gemeenten.
50
Vraagbundeling omvat het coördineren en bundelen van de lokale vraag van individuele partijen zodat een
breedbandnetwerk op de meest efficiënte wijze kan worden gerealiseerd. Een belangrijke factor daarbij is dat het bundelen van de vraag leidt tot een kritische massa die voor aanbiedende partijen voldoende interessant is. Lokale overheden kunnen een rol spelen bij vraagbundeling door inhoudelijke en procesmatige ondersteuning te bieden bij het opzetten en het uitvoeren van het vraagbundelproces. Het gaat daarbij om het creëren van bewustwording, het samenbrengen van partijen en het inbrengen van kennis en ervaring. Onnodige marktverstoring en gedwongen winkelnering dienen hierbij voorkomen te worden. In de publicatie Goed op weg met breedband zijn kaders geschetst voor de rol van overheden bij vraagbundeling. Een aandachtspunt bij vraagbundeling is dat eventuele bundeling aan de zijde van de aanbieders (aanbodbundeling) een negatieve uitwerking kan hebben op de werking van de (lokale) markt. Dit dient voorkomen te worden. 51
Kabinetsstandpunt: (Semi-)publieke partijen kunnen vraag bundelen zonder al te grote risico’s op onnodige
marktverstoring (Kamerstukken II, 2004-2005, 26 643, nr. 57). Het gaat dan om een faciliterende rol. 52
Innovatieplatform (juni 2005), ICT als innovatie-as, Kansen pakken met ICT
22
Goede internationale positie monitoren en benutten bij buitenlandpromotie Er zijn diverse internationale vergelijkingen beschikbaar als het gaat om breedbandpenetratie en ICT gebruik in de publieke sector. Er is echter relatief weinig informatie (publiek) voorhanden over ICT-gebruik door huishoudens en bedrijven. Het is met het oog op de internationale ambitie van Nederland wel wenselijk dat deze informatie regulier beschikbaar komt. Daarnaast is het wenselijk om internationaal meer bekendheid te geven aan de sterke uitgangspositie die Nederland heeft op het gebied van breedband. Deze sterke positie kan beter benut worden bij het aantrekken van bedrijven en door het stimuleren van export van breedbandproducten en -kennis en internationale samenwerking. De onlangs uitgebrachte publicatie Connecting Partners is een illustratie van de manier waarop dit gestalte wordt gegeven. Actie 6 Het ministerie van EZ start een monitor van de internationale ontwikkeling van breedbandnetwerken en diensten, met aandacht voor aantallen aansluitingen, bandbreedte, prijzen en het aanbod en gebruik van breedbanddiensten. Het doel is om beter inzicht te krijgen in de breedbandpositie van Nederland in Europa en wereldwijd. Actie 7 Om bedrijven aan te trekken en export en internationale samenwerking te stimuleren zal het ministerie van EZ internationaal meer aandacht vragen voor de goede breedbandpositie van Nederland. Hiertoe wordt onderzocht hoe Nederland beter gepositioneerd kan worden als broedplaats en testbed voor breedbandtoepassingen en welke bijdrage de diverse partijen (zoals NBL, CtD’s, gemeenten, provincies, kennisinstellingen) hieraan kunnen leveren. Mogelijke acties die uit deze verkenning voortvloeien zullen aansluiten op de internationale component van het beleidsprogramma Concurreren met ICT-competenties (CIC). De promotie van “Nederland Breedbandland” in het buitenland zal via de website www.hollandtrade.com/ict worden ondersteund. Op deze website is informatie te vinden over technologievelden waarin Nederland een toonaangevende rol speelt en een beschrijving van de expertise van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen.
Stimuleren van mobiel werken Het CPB geeft aan dat telewerken ondersteund wordt door breedbandtoepassingen. Bij telewerken kan sprake zijn positieve externe effecten door vermindering van verkeersdruk en grotere deelname aan het arbeidsproces. Breedbandige toepassingen kunnen een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van werken onderweg en thuis en zo mobiel – en thuis – werken laagdrempeliger maken. Breedband is hierbij geen doel op zich; centraal staat de kwaliteit van de werksituatie onderweg of thuis.
23
Actie 8 Het ministerie van EZ vraagt bij NBL aandacht voor mobiel werken. NBL werkt mede in dit licht aan het creëren van bewustwording bij bedrijven en instellingen ten aanzien van de voordelen van mobiel werken en het ontwikkelen van regionale opschalingsprojecten rond innovatieve ICTtoepassingen die mobiel werken ondersteunen. Naar verwachting kunnen de eerste resultaten vóór de zomer van 2006 getoond worden.
Versterken positie consument In het actieprogramma Een slimme consument in een snelle markt dat in juli 2005 aan de Kamer is gezonden, zijn verscheidene acties geformuleerd om de sterke positie van de consument op de telecommunicatiemarkt te borgen. Deze acties hebben ook betrekking op de breedbandmarkt. Gezien de sterke dynamiek op de telecommunicatiemarkt, waaronder breedband, wil het Kabinet meer inzicht krijgen in de wijze waarop deze markt voor de consument functioneert en wat dit betekent voor de consument. Actie 9 Om meer inzicht te krijgen in de positie van de consument op de telecommunicatiemarkt zoals deze door de consument zelf wordt ervaren, start het ministerie van EZ in 2006 met een monitor voor de telecommunicatiemarkt. Hierbij wordt aangesloten bij de Consumentenmonitor die aangekondigd is in het actieprogramma Een versterkte consumentaliteit53 en die de voortgang van de maatregelen uit het actieprogramma gaat monitoren.
Het CPB constateert dat het gebruik van breedband onder ouderen en lage inkomensgroepen achterblijft. Aangetekend wordt dat deze digitale kloof in de loop der tijd zal afnemen door cohort effecten. Het CPB geeft aan dat de overheid kan overwegen om deze doelgroepen te stimuleren om internet te gaan gebruiken. De ervaringen van het ministerie van EZ met de formulering van het actieprogramma Maatschappelijke Sectoren & ICT en de aanpak bij Nederland BreedbandLand, leren dat internetgebruik op zich niet centraal moet staat, maar wel de behoefte van de oudere aan bijvoorbeeld zorg of veiligheid of de behoefte van de laag opgeleide aan op hem/haar toegesneden educatieve middelen. Breedband kan hierbij een hulpmiddel zijn. Actie 10 Het ministerie van EZ vraagt bij NBL aandacht voor de behoeften van ouderen en de bijdrage die innovatieve ICT-toepassingen hieraan kunnen leveren. NBL start mede in dit licht, in overleg met regionale partijen, met de uitvoering van een aantal opschalingstrajecten rond zorg en ouderen in de noordelijke provincies, Zuid-Oost Brabant/Limburg en in de randstad. De projecten hebben betrekking op de opschaling van innovatieve ICT-toepassingen die een bijdrage leveren aan de verbetering van zelfzorg, thuiszorg en mantelzorg en het tegengaan van sociale isolatie. 53
Kamerstukken II 2003-2004, 27 879, nr. 9
24
Monitoring marktontwikkelingen Het CPB concludeert dat de breedbandmarkt, gegeven het huidige beleid, goed functioneert. Door onzekerheden over toekomstige ontwikkelingen kan het CPB niet vaststellen of de breedbandmarkt op langere termijn goed zal blijven functioneren. Zij adviseert de overheid daarom om de ontwikkelingen op deze markt voortdurend te monitoren en adequaat op te treden zodra marktfalen optreedt. De OPTA heeft hierbij een belangrijke taak. Op grond van de Telecommunicatiewet voert zij regulier marktanalyses uit met als doel om vast te stellen of er sprake is van daadwerkelijke concurrentie. Actie 11 Het ministerie van EZ zal de ontwikkelingen op de breedbandmarkt actief en structureel monitoren en – indien de uitkomsten daartoe aanleiding geven – aanvullende beleidsacties formuleren. Hierover vindt nauwe afstemming plaats met OPTA die begin 2006 vaststelt op welke wijze de analyses van de breedbandmarkt in de komende periode worden uitgevoerd, alsmede de frequentie waarmee dit gebeurt. Het ministerie van EZ voert daarnaast de eerder genoemde acties uit met betrekking tot het monitoren van vraagbundeling (zie actie 5), internationale ontwikkelingen (zie actie 6) en de positie van de consument (zie actie 9).
6. Tot slot Nederland ligt op koers om haar breedbandambities in 2010 te bereiken. Internationaal scoort Nederland goed als het gaat om de aanwezigheid van breedbandaansluitingen. De markt is hier primair aan zet en ontwikkelt zich zeer dynamisch. Lokale overheden en woningcorporaties kunnen ook een nuttige rol vervullen als zij zich aan een aantal spelregels houden. Voor lokale overheden ligt er in de visie van het Kabinet met name een kans bij vraagbundeling. Voor woningcorporaties zijn met deze brief heldere kaders geformuleerd. Het breedbandgebruik blijft in Nederland nog achter, maar marktpartijen (o.m. in NBL), lokale overheden (o.m. in CtD’s) en ook het rijk (actieprogramma Maatschappelijke Sectoren en ICT) zijn inmiddels hard aan de slag om ook hier tot de top van de wereld te gaan behoren. Het actieprogramma Breedband zal – conform het voornemen in 2004 – in 2006 en 2007 verder worden voortgezet en afgerond. Hierbij is een aantal acties benoemd die er toe strekken de positie van Nederland op het gebied van breedband nog verder te versterken. Over de voortgang van het actieprogramma in 2006 en 2007 zal aan de Kamer worden gerapporteerd middels de voortgangsrapportages van de ICT-agenda.
25
Bijlage 1: Voortgang beleidsacties breedband Actie
Stand van zaken
Resultaat
1
Dialoog
Afgerond
Advies Impulscommissie
2
Onderzoek
Afgerond
Advies Impulscommissie
Aanvullende acties
Breedband Breedband en Kabinetsreactie hierop
- Onderzoek CPB naar breedbandmarkt (afgerond) - Onderzoek PWC naar garantiefaciliteit (afgerond) - Ontwikkeling referentiemodel Breedband (gestart)
3
Ontwikkeling
Afgerond
richtsnoeren voor
ICM-rapport en
Gemeenschappelijke
Kabinetsstandpunt hierover
publicatie IPO, VNG, BZK, VROM, EZ: “Goed op weg
gemeenten, provincies
met breedband” (afgerond)
en woningcorporaties 4
Periodiek formeel
Overleg vindt plaats
- Besluit tot gemeenschap-
bestuurlijk overleg
pelijke publicatie - Gezamenlijke ondersteuning CtD
5
Stichting Nederland
Opgericht
NBL is op 1 december 2004 van start gegaan
BreedbandLand (NBL) in oprichting 6
7
Ontwikkeling van
Afgerond
Actieprogramma Maat-
Uitvoering actieprogramma
actieplan voor 4 maat-
schappelijke Sectoren & ICT
2005-2009 (gestart)
schappelijke sectoren
aan de Kamer gestuurd
Randvoorwaarden voor
Opgenomen en
In juni 2005 aan Kamer
Als speerpunten
gebruik
aangepakt als
gerapporteerd. Goede
gecontinueerd in Vervolg
speerpunten binnen de
resultaten geboekt, maar
Rijksbrede ICT-Agenda
Rijksbrede ICT-Agenda
specifieke aandacht blijft noodzakelijk.
7a
Elektronisch betalen
Afgerond
EZ heeft faciliterende rol
EZ blijft het standaardisatie-
vervuld. Eindrapport in maart
proces ondersteunen via
via EZ-web gepubliceerd.
ECP.NL
(Stand van zaken in de markt: banken hebben recent betaalstandaard voor internetbetalen ‘Ideal’ geïntroduceerd) 8
Kenniswijk: Connecting
Kenniswijk afgerond,
CtD is op 30 juni 2005 van
the Dots (CtD)
CtD opgericht
start gegaan
26
- vervolg -
9
Actie
Stand van zaken
Resultaat
Breedbandcirkel
Gestart
In juni 2005 is een start gemaakt
Aanvullende acties
met het opzetten van de breedbandcirkel 10
11
Breedband in
Afspraken met steden
Op 11 maart 2005 zijn
Grotesteden-
gemaakt, uitvoering
convenanten met de steden
beleid
gestart
getekend
Ontsluiting
Gestart
Breedbandige verbinding tussen
Rijksgebouwen
ministeries en Hoge Colleges van Staat wordt begin 2006 gerealiseerd.
12
Implementatie
Afgerond
Nieuwe Telecommunicatiewet
Communicatie 13
Graafrechten
Voorstel ontwikkeld
Voorstel aan de Kamer gestuurd voor wijziging van de Telecommunicatiewet (hoofdstuk 5) t.a.v. de aanleg van kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken
14
Auteursrechten
Beleidsregels OPTA (afgerond)
Wet Elektronische
Project SchoonSchip
Aanbeveling EC over hervorming
gestart (achterhalen en
van het grensoverschrijdend
invoeren van rechten-
collectief rechtenbeheer voor
informatie van oud
online muziekdiensten.
audiovisueel materiaal)
27