Stuk 20-A (2003-2004) – Nr. 2
VLAAMS PARLEMENT
Zitting 2003-2004 30 maart 2004
VERSLAG – van het Rekenhof – van het onderzoek van het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004 – bijkomend onderzoek over de berekeningswijze van de krachtens de financieringswet toegewezen Vlaamse Middelen
5277
Stuk 20-A (2003-2004) – Nr. 2
2
3
Stuk 20-A (2003-2004) – Nr. 2
REKENHOF
Aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004 Bijkomend onderzoek over de berekeningswijze van de krachtens de financieringswet toegewezen Vlaamse middelen Verslag van het Rekenhof aan het Vlaams Parlement
Goedgekeurd in de Nederlandse kamer van het Rekenhof op 26 maart 2004
Stuk 20-A (2003-2004) – Nr. 2
4
Probleemstelling
In het verslag van het Rekenhof werd met betrekking tot de krachtens de financieringswet(1) toegewezen bedragen op het volgende gewezen: … De aanpassing schrapt de conjunctuurprovisie van 38,3 miljoen euro uit de initiële begroting. … Deze provisie had oorspronkelijk de bedoeling scherpe schommelingen in de middelen door onverwachte wijzigingen in de parameters van de financieringswet op te vangen. De toelichting van de bevoegde minister beperkt zich tot de loutere vaststelling dat geen extra buffer meer nodig is aangezien ondertussen met voldoende zekerheid kan worden gesteld dat de conjunctuur in 2004 terug aantrekt. Bij ontstentenis van een algemene toelichting en van een aangepaste middelenbegroting, kon het Rekenhof deze summiere verantwoording enkel toetsen aan de economische begroting van het Federaal Planbureau van februari 2004(2). De vergelijking beperkt zich dus tot de van de federale overheid(3) te ontvangen gedeelde en samengevoegde belastingen (inclusief de dotatie kijk- en luistergeld) en de invloed van de parameters BNI-groei en inflatie. RMB 2004, incl. vermoedelijke afrekening 2003; economische begroting oktober 2003 2003 2004
VMB 2004, incl. vermoedelijke afrekening 2003; economische begroting juni 2003 2003 2004
BNIgroei
2,0 %
2,1 %
2,0 %
2,1 %
Inflatie
1,6 %
1,4 %
1,3 %
moest zijn 1,1 %
economische begroting februari 2004 2003
2004
1,2 %
2,3 %
1,6 %
1,5 %
(1,4 %)
Bedrag
ca. 14.311 miljoen euro
ca. 14.234 miljoen euro
RMB: rijksmiddelenbegroting VMB: Vlaamse middelenbegroting
1
2
3
Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. Federaal Planbureau, Economische begroting, Economische vooruitzichten 2004, februari 2004. Artikel 14 en 15 van de rijksmiddelenbegroting.
5
Stuk 20-A (2003-2004) – Nr. 2
Het initieel vastgestelde verschil van ongeveer 77 miljoen euro(4), dat weliswaar voor ongeveer 34 miljoen euro voortkwam uit de hogere federale vermoedelijke afrekening 2003(5), leidde tot de conclusie dat de Vlaamse middelen voorzichtig waren geraamd. Volgens een ruwe berekening met de nieuwe parameters zou de federale definitieve afrekening voor 2003 ongeveer 65 miljoen euro lager liggen(6). Ook de aanpassing voor 2004 zou ongeveer 37 miljoen euro lager uitvallen. Beide afrekeningen zouden samen dus ongeveer 102 miljoen euro lager liggen dan waarin de initiële rijksmiddelenbegroting 2004 had voorzien(7). In het licht van deze gewijzigde parameters zijn dus niet alleen de initieel geraamde middelen overschat, maar zou ook de voorziene conjunctuurprovisie al grotendeels zijn uitgeput. Bij de behandeling in de commissie(8) werden deze cijfers bekritiseerd en werden door de Vlaamse administratie de meest recente eigen berekeningen voorgelegd, die resulteerden in een verhoging van de in 2004 te ontvangen bedragen van ca. 9 miljoen euro ten opzichte van de initiële Vlaamse middelenbegroting 2004. Door de vertegenwoordiger van het Rekenhof in de commissie werd beloofd dat, na onderzoek van de door de administratie aangeleverde gegevens, uitsluitsel zou worden gegeven over de verschillen tussen de door het Rekenhof vermelde cijfers en de door de administratie overgelegde cijfers. Deze nota geeft eerst een verklaring voor deze verschillen en gaat daarna dieper in op de relevantie van deze verschillen voor de Vlaamse begroting.
4
5
6
7
8
Zie verslag van het Rekenhof over het onderzoek van de ontwerpen van decreet houdende de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004 (Vlaams Parlement, Stuk 16 (2003-2004) - Nr. 1 van 17 november 2003, p. 8 en 9). Zie verslag van het Rekenhof van het onderzoek van de ontwerpen van decreet houdende de tweede aanpassing van de middelenbegroting en de tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2003 (Vlaams Parlement, Stuk 20 (2003-2004) - Nr. 1 van 17 november 2003, p. 9 en 10). Nog ongeveer 31 miljoen euro lager dan de Vlaamse vermoedelijke afrekening voor 2003. De lagere vastgestelde BNI-groei voor 2003 (1,2 % in plaats van 2,0 %) is hiervoor verantwoordelijk. Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting van 23 maart 2004.
Stuk 20-A (2003-2004) – Nr. 2
6
Verklaring voor de verschillen
De belangrijkste verklaring voor de schijnbaar grote verschillen vloeit voort uit het feit dat het Rekenhof opnieuw is uitgegaan van de initiële rijksmiddelenbegroting 2004, zoals het dat ook had gedaan bij zijn onderzoek van de initiële Vlaamse middelenbegroting 2004. Met betrekking tot de hier bedoelde toegewezen bedragen dient de aangepaste middelenbegroting 2004 de som te bevatten van, enerzijds, de definitieve afrekening met betrekking tot 2003, en, anderzijds, het aangepaste bedrag met betrekking tot 2004. Dit geeft de volgende berekening: Bedragen in duizend euro
RMB (ontwerp)(9)
VMB
2004 Initieel Basis vermoedelijke afrekening 2003 Totaal mbt 2003 (10) Totaal mbt 2004 Totaal in initiële begroting
13.841.863
13.807.942
0 14.310.920
0 14.234.106
14.310.920
14.234.106
13.841.863
13.807.942
13.776.269
13.776.269
- 65.594 14.274.762
- 31.673 14.274.762
14.209.168
14.243.089
- 101.752
+ 8.983
2004 Aanpassing (gesimuleerd) Basis vermoedelijke afrekening 2003 Basis definitieve afrekening 2003 Totaal mbt 2003 Totaal mbt 2004 Totaal in aangepaste begroting Verschil tussen de initiële en de aangepaste begroting RMB: rijksmiddelenbegroting VMB: Vlaamse middelenbegroting
9
10
De uiteindelijk goedgekeurde initiële RMB bedroeg 14.311,238 miljoen euro; er wordt abstractie gemaakt van dit latere amendement. De laatste aanpassingen van de middelenbegroting 2003 gebeurden tegelijkertijd met het opstellen van de initiële begrotingen 2004, vandaar dat de vermoedelijke afrekening 2003 in beide initiële begrotingen 2004, 0 bedraagt.
7
Stuk 20-A (2003-2004) – Nr. 2
Samengevat: -
de initiële RMB bedraagt een kleine 74 miljoen euro meer dan de initiële VMB; de “aangepaste” RMB bedraagt ruim 101 miljoen euro minder dan de initiële RMB; de “aangepaste” VMB bedraagt een kleine 9 miljoen euro meer dan de initiële VMB; de “aangepaste” RMB bedraagt een kleine 34 miljoen euro minder dan de “aangepaste” VMB.
Het uiteindelijk vastgestelde verschil tussen de “aangepaste” rijksmiddelenbegroting en de “aangepaste” Vlaamse middelenbegroting bedraagt dan nog 33,921 miljoen euro en is volledig te wijten aan de eerste component van de som, dit is de afrekening van 2003.
Gevolgen voor de Vlaamse begroting
Volgens de huidige stand van zaken - waarbij er nogmaals wordt op gewezen dat in de huidige simulatie het definitieve in aanmerking genomen bedrag met betrekking tot 2003 (13.776,269 miljoen euro) en het aangepaste bedrag met betrekking tot 2004 (14.274,762 miljoen euro) gelijk zijn in de federale en in de Vlaamse simulatie - zal de Vlaamse overheid in 2004 dus 33,9 miljoen euro minder ontvangen dan hier via de simulatie wordt begroot(11). Dit bedrag werd in 2003, na de federale aanpassing van de middelenbegroting, door de federale overheid gestort aan de Vlaamse overheid. Vermits de Vlaamse overheid geen latere aanpassing van de middelenbegroting meer heeft doorgevoerd, zal dit bedrag wel tot uiting komen in de uitvoeringsrekening van de begroting 2003 en worden deze ontvangsten mee in rekening gebracht voor de uiteindelijke begrotingsresultaten van 2003, de naleving van de HRF-norm, en de Vlaamse bijdrage voor het naleven van het stabiliteitspact. Het Rekenhof heeft het nodig gevonden hiervoor te waarschuwen op het ogenblik dat de provisie, die een bijkomende buffer van 38,3 miljoen euro vormde, wordt verdeeld. Anderzijds kan wel worden bevestigd dat de Vlaamse overheid in de mate van het mogelijke de meest recente parameters, niet alleen met betrekking tot 2004, maar ook met betrekking tot 2003 heeft in aanmerking genomen, wat niet uit de toelichtingen kon worden afgeleid.
11
Dit werd door het Rekenhof voorspeld in zijn verslag bij de tweede aanpassing van de Vlaamse begroting 2003 (Vlaams Parlement, Stuk 20 (2003-2004) - Nr. 1, p. 9 en vooral p. 10, tweede alinea).