Verwerkingsvoorschriften voor daken en goten
Inleiding Uitgangspunt voor de verwerking is het Bouwbesluit. Het VB-EPDM-systeem bestaat uit membranen, folie op rol, stroken en een kompleet programma van vormstukken en manchetten voor dakdoorbrekingen en dakrand-afwerkingen. De grondstof voor deze produkten is Keltan van DSM. Dit hoogwaardige E.P.D.M. (Ethyleen-Propyleen-Dieen-Monomeer) is een synthetische rubber met een zeer goede weers- en verouderingsbestendigheid VB-EPDM is een kwaliteitsprodukt dat al meer dan 25 jaar met succes in de praktijk wordt toegepast bij de afdichting van o.a. daken, goten, galerijen, waterbasins en vijvers. De VB-EPDM wordt geproduceerd op de modernste installaties. De produktie staat onder strenge en konstante kontrole, waarbij alle eigenschappen conform DIN 7864 worden beproefd.
Inhoud Blz. 1
Algemene eigenschappen 1.1. fabrikage van VB-EPDM-membranen
3 3
2
Bepaling van de membraan afmetingen 2.1. vanaf tekening 2.2. door meten in het werk
3 3 3
3
Het aanbrengen van VB-EPDM-membranen 3.0. algemene richtlijnen 3.1. losliggend, geballast 3.2. mechanisch bevestigd 3.3. verlijmd op de ondergrond
4 4 4 5 6
4
Naadverbinding op de bouwplaats 4.1. Hot-Bonding op de bouwplaats 4.2. lijm-kit-verbinding op de bouwplaats
6 6 7
5
Dakrand- en wandaansluitingen
8
6
Binnen- en buitenhoeken
9
7
Dakdoorbrekingen 7.1. ronde doorbrekingen 7.2. rechthoekige doorbrekingen
10 10 11
8 9 10 11 12 13
Regenwaterafvoerstukken Rubberkit VB9510 VB-Citrusreiniger Kontaktlijm KS100 Polyurethaanlijm KS150 Inspektie en onderhoud
12 13 13 14 14 15
2
1. Algemene eigenschappen VB-EPDM-folie is een elastische rubberfolie op basis van E.P.D.M.-rubber, geproduceerd volgens DIN 7864. Een rubber (elastomeer) verschilt van een thermoplast, doordat het middels vulkanisatie van een plastische in een elastische toestand wordt gebracht. Hierdoor blijft de elasticiteit behouden bij koude en hitte. VB-EPDM-folie kan worden toegepast op elke gladde en gereinigde ondergrond, op zowel platte als hellende daken. VB-EPDM-folie is: -
bitumenbestendig; bestand tegen worteldoorgroei volgens DIN 4062 en 4-jaars FLL-test; UV- en Ozonbestendig; elastisch van minus 40° tot plus 100°C, kortstondig zelfs tot plus 250°C; bestand tegen zure regen, tegen door industrie veroorzaakte (lucht)verontreinigingen en bestand tegen de normale op bouwwerken voorkomende chemische en biologische invloeden.
VB-EPDM-folie is niet bestand tegen bepaalde koolwaterstoffen zoals benzine, tolueen, minerale oliën, terpentine e.d. (zie resistentielijst). Voor toepassingsgebieden als gevelafdichtingen, vijvers en galerijen staan afzonderlijke produktbladen ter beschikking. Veiligheidsvoorschriften volgens ARBO-wet dienen in acht genomen te worden.
1.1. Fabrikage van de VB-EPDM-membranen. VB-EPDM-membranen worden gemaakt in de werkplaats van van Beek BV door afzonderlijke banen EPDM-folie aan elkaar te vulkaniseren met een 'Hot-Bonding'-machine. Deze techniek biedt de absolute zekerheid van blijvend waterdichte naadverbindingen en wordt door van Beek BV toegepast sinds 1979. Twee foliebanen overlappen elkaar ca. 3 cm. In de overlap wordt een ongevulkaniseerde hotbonding-tape aangebracht. Deze overlap komt in de hot-bonding-machine tussen twee verwarmingsbalken en wordt 1 minuut aangedrukt met 6 bar druk bij 200°C. Zodoende ontstaat een gevulkaniseerde naadverbinding die sterker is dan de folie zelf. VB-EPDM-membranen worden op maat geleverd volgens opgave of tekening, tot 2500 m2 uit één stuk, waarbij nagenoeg iedere gewenste vorm mogelijk is.
2. Bepaling van de membraan-afmetingen. 2.1. Vanaf tekening. Uitgeslagen maten + 2 x 5 cm toeslag (uitgeslagen maat betekent netto-dakmaat + ontwikkelde opstandmaat). 2.2. Door meten in het werk.
Bij het bepalen van de afmetingen van de afzonderlijke membranen dient gelet te worden op de vorm van het dak en de bereikbaarheid van het dakvlak uit transportoverwegingen. Bij het plaatsen van een membraan op het dak en tijdens het uitrollen dient rekening gehouden te worden met de maximale toelaatbare belasting (puntbelasting) van de konstruktie. Indien nodig dient het gewicht van het membraan te worden verdeeld over bijv. houten balken. Bij te verlijmen membranen dient plooivorming op het dak zo gering mogelijk te zijn, vandaar de volgende adviezen: - opgave van de gewenste richting van de naden in verband met oprollen; - opgave uitvoeringsdatum, waardoor membraan-produktie en levering 'Just in Time' mogelijk is.
3
3. Aanbrengen van de VB-EPDM-membranen Het aanbrengen van VB-EPDM-membranen kan in principe zonder scheidingslagen plaatsvinden op alle gebruikelijke isolatiematerialen. Het aanbrengen van het membraan kan op 3 manieren gebeuren: - losliggend, geballast; - mechanisch bevestigd; - verlijmd op de ondergrond.
3.0. Algemene richtlijnen. In de verpakking van elk VB-EPDM-membraan wordt een schets met instrukties bijgesloten: - plaats membraan op het dak bij X, - membraan uitrollen in pijlrichting 1, - membraan uitvouwen onder vorming van een luchtkussen en uitrichten (2), - membraan zonder onderbreking uit het dakvlak tegen en over de dakopstanden aanbrengen.
2
Membraan uitrollen in de pijlrichting.
3
Membraan uitvouwen onder vorming van een luchtkussen en uitrichten.
De ondergrond moet vlak, droog en bezemschoon zijn. Scherpe delen dienen verwijderd te worden. Voldoet de ondergrond niet aan het bovenstaande dan moet een beschermvlies worden toegepast bijv. polyestervlies of gelijkwaardig (bij twijfel altijd). VB-EPDM-folie en VB-EPDM-membranen zo min mogelijk onder spanning aanbrengen; door de blijvend elastische eigenschappen tracht het materiaal altijd weer zijn oorspronkelijke vorm aan te nemen. Het membraan na het uitleggen en het uitrichten ca. 30 minuten laten rusten. Het is aan te bevelen voorzorgsmaatregelen te treffen om beschadigingen door uitstekende dakdelen bij het uitrollen te voorkomen, bijv. bij ontluchtingen, lichtkoepels en schoorstenen. Ter plaatse van dakranden en dakopstanden wordt kimfixatie toegepast door verlijming (zie paragraaf 5).
3.1. VB-EPDM-membraan losliggend, geballast
In de verpakking van elk VB-EPDM membraan wordt een schets met een instruktie bijgesloten waarop de vorm van het membraan en de plaats van aanbrengen op het dak vermeld is.
1
Belangrijk is ervoor te zorgen dat na het uitleggen van een membraan, dit onmiddellijk geballast wordt met gewassen riviergrind 16/32 of tegels op tegeldragers e.d. om opwaaien te voorkomen een en ander volgens NEN 6707 + C 92.
4
De folie wordt zonder onderbreking uit het dakvlak tegen en over de dak opstanden aangebracht.
4
3.2. VB-EPDM-membraan mechanisch bevestigd Is de dakkonstruktie niet berekend op het gewicht van een ballastlaag, dan kan het membraan d.m.v. het VB-Thermofix-Systeem mechanisch bevestigd worden. Alvorens de dakbedekking aan te brengen, dient men er voor te zorgen dat de konstruktie winddicht is. Het Thermofix-Systeem bestaat uit bevestigingselementen met bijbehorende schroeven en hulsen, die na het aanbrengen van het membraan van bovenaf thermisch gelast worden met speciale lasapparaten.
Het Thermofix-Systeem bestaat uit bevestigingselementen met bijbehorende schroeven en hulsen.
5
6
De Thermofix-elementen worden volgens schema op de ondergrond bevestigd.
Het uitzetten van het raster op het dakvlak gebeurt d.m.v. meetlint, slaglijn, krijt en andere hulpmiddelen.
7
Met het VB-Thermofix-Systeem wordt het membraan zonder perforatie op de ondergrond bevestigd. Voor ieder project afzonderlijk wordt een montage-schema meegeleverd, gebaseerd op de door de besteller ingevulde checklijst. - De Thermofix-elementen worden volgens schema op de ondergrond bevestigd. - Het uitzetten van het raster op het dakvlak gebeurt d.m.v. meetlint, slaglijn, krijt en andere hulpmiddelen. - De elementen worden met de voorgeschreven schroeven vastgezet. De afmetingen en het type schroef worden bepaald door de ondergrond en type dakopbouw. - De schroef moet recht- en vastzitten, zodanig dat bij de montage het element niet in de thermische isolatie drukt; alleen isolatie met voldoende drukvastheid toepassen. - De schroeven worden bevestigd met een elektrische schroevendraaier voorzien van een slipkoppeling en/of aanslag. - Het VB-EPDM-membraan wordt aangebracht en uitgericht over de geplaatste elementen heen, volgens de bijgesloten schets met instruktie. (zie paragraaf 3.0) - Vervolgens wordt het membraan met behulp van de lasapparaten thermisch verbonden met de bevestigingselementen.
8
De schroef moet recht- en vastzitten, zodanig dat bij de montage het element niet in de thermische isolatie drukt; alleen isolatie met voldoende drukvastheid toepassen.
9
De schroeven worden bevestigd met een elektrische schroevendraaier voorzien van een slipkoppeling en/of aanslag.
10
Het plaatsen van de elementen wordt voorbereid
Vervolgens wordt het membraan met behulp van de lasapparaten thermisch verbonden met de bevestigingselementen.
11
5
3.3. VB-EPDM-membraan verlijmd Is de dakkonstruktie niet berekend op het gewicht van een ballastlaag, dan kan het membraan verlijmd worden op de ondergrond, bijv. op (gas)beton, hout, bitumineuze dakbedekking of gekacheerde isolatiematerialen. Bij verlijming op isolatie bestaat er uit esthetische overwegingen een uitgesproken voorkeur voor PU-isolatie met messing/groef, gekacheerd met aluminium kraftkomplex. Bij verlijming op hout, eerst overleg met van Beek BV. Voor de verlijming wordt polyurethaanlijm KS150 toegepast. (zie paragraaf 12). Bij verlijming is het aan te bevelen de membraan-afmetingen te beperken tot max. 500 m2. - Het VB-EPDM-membraan wordt aangebracht en uitgericht volgens bijgesloten schets met instruktie (zie paragraaf 3.0). - Het foliegedeelte dat tegen en over de dakopstand is aangebracht terugvouwen tot ca. 20 cm in het vlak rondom. Vervolgens het membraan zeer gelijkmatig terugrollen tot ongeveer de helft van de lengte (oprollen parallel aan de naadrichting). - De lijm KS150 wordt op de ondergrond gelijkmatig en streepsgewijs aangebracht met vlakken van 2 m parallel aan de opgerolde rol. Dit in verband met het snel uitharden van de lijm. - Het membraan wordt gelijkmatig teruggerold in de nog kleverige lijm en met een harde bezem haaks op de uitrolrichting vanuit het midden aangeveegd, waardoor de folie goed in kontakt wordt gebracht met de lijm.
Het membraan zeer gelijkmatig terugrollen tot ongeveer de helft van de lengte (oprollen parallel aan de naadinrichting).
12
De lijm KS150 wordt op de ondergrond gelijkmatig en streepsgewijs aangebracht met vlakken van 2 m parallel aan de opgerolde rol. Dit in verband met het snel uitharden van de lijm.
13
Het membraan wordt gelijkmatig teruggerold in de nog kleverige lijm en met een harde bezem haaks op de uitrolrichting vanuit het midden aangeveegd, waardoor de folie goed in kontakt wordt gebracht met de lijm.
14
4. Naadverbinding op de bouwplaats Onder naadverbinding verstaan we de overlappende verbinding tussen twee membranen of twee delen folie. Indien mogelijk de naden altijd Hot-Bonden op de bouwplaats (groendaken en vijvers altijd 100% Hot-Bonding!). 4.1. Hot-Bonding op de bouwplaats Het Hot-Bonding-proces is beschreven in paragraaf 1.1. Voor uitvoering op de bouwplaats zijn aangepaste machines ontwikkeld. Als de folie ter plaatse van de te maken naad vervuild is, dient deze eerst mechanisch gereinigd te worden. De folie moet ter plaatse van de verbinding droog zijn. Voor uitvoering van het Hot-Bonding-proces op de bouwplaats zijn aangepaste machines ontwikkeld.
15
6
4. Naadverbinding op de bouwplaats Voor het maken van naadverbindingen op de bouwplaats d.m.v. Hot-Bonding, wordt door van Beek b.v. op huurbasis een machine met monteur ter beschikking gesteld. Bij het vulkaniseren op de bouwplaats is men niet afhankelijk van de buitentemperatuur. Het verdient aanbeveling om de naadverbindingen tussen mechanisch bevestigde membranen altijd door middel van Hot-Bonding uit te voeren.
Voor uitvoering van het Hot-Bonding-proces op de bouwplaats zijn aangepaste machines ontwikkeld.
16
4.2. Lijm-kit verbinding op de bouwplaats Indien Hot-Bonding op de bouwplaats niet mogelijk is, wordt een lijm-kit-verbinding toegepast. Deze verbinding wordt met de hand gemaakt m.b.v. kontaktlijm KS100 en rubberkit VB9510. Het is noodzakelijk dat de overlappende delen van beide foliestukken droog zijn, vrij van oplosmiddelen, stof, en bitumen; vervuilde folie mechanisch reinigen. Bij een temperatuur lager dan plus 5°C. is het niet mogelijk om KS 100 te verwerken. Bij zeer sterk vervuilde en/of oude foliedelen, de folie reinigen met VB-Citrusreiniger, gekombineerd met mechanische reiniging met een staalborstel. Het maken van een lijm-kit-verbinding gebeurt als volgt: - De foliedelen dienen elkaar minimaal 14 cm te overlappen. - De bovenliggende folie dun aantekenen op de onderste folie en dan de bovenliggende folie terugslaan. - Op de achterste 10 cm van de overlap aan beide zijden kontaktlijm KS100 aanbrengen. (zie paragraaf 11) - De bovenliggende folie weer terugslaan en het verlijmde gedeelte met een aandrukrol stevig aanrollen. - In het resterende gedeelte van de overlapping een kitrups aanbrengen van rubberkit VB9510 van 4 cm breedte. De spuitmond van de kitpatroon of -worst afsnijden op een diameter van ca. 10 mm en de kit met een slingerbeweging vloeiend over 4 cm aanbrengen. - De aangebrachte kitrups met een aandrukrol licht aanrollen, zodat de kit zich gelijkmatig verdeelt en uit de naadverbinding vloeit. Er dient wel rekening gehouden te worden met een minimale dikte van 1 mm kit over de hele breedte. - De overtollige kit VB9510 met een kitlepel langs de naadverbinding verwijderen.
De bovenliggende folie dun aantekenen op de onderste folie en dan de bovenliggende folie terugslaan. Op de achterste 10 cm van de overlap aan beide zijden kontaktlijm KS100 aanbrengen. (zie paragraaf 11)
18
De bovenliggende folie weer terugslaan en het verlijmde gedeelte met een aandrukrol stevig aanrollen.
19
17
De foliedelen dienen elkaar minimaal 14 cm te overlappen.
In het resterende gedeelte van de overlapping een kitrups aanbrengen van rubberkit VB9510 van 4 cm breedte. De spuitmond van de kitpatroon of -worst afsnijden op een diameter van ca. 10 mm en de kit met een slingerbeweging vloeiend over 4 cm aanbrengen.
20
7
5. Dakrand- en wandaansluitingen Ter plaatse van wandaansluitingen en dakranden wordt het VB-EPDM-membraan zonder onderbreking uit het dakvlak tegen de wand, respektievelijk tegen en over de dakrand verlijmd. Deze noodzakelijke kimfixatie gebeurt door verlijming met kontaktlijm KS 100, 20 cm in het vlak en de gehele opstand. De afwerking tegen de wand gebeurt meestal onder een (lood)indekking, met behulp van een kitnaad van VB9510. Een aluminium wandaansluitingsprofiel kan alleen worden toegepast als er geen indekking aanwezig is en er geen gevaar voor regendoorslag of zakwater bestaat. De dakranden worden meestal afgewerkt met één- of meerdelige aluminium dakrandprofielen, stalen of aluminium afdekkappen en kraallatkonstrukties. Eéndelige aluminium dakrandprofielen (trimmen, hoekprofielen) worden bevestigd met RVSbevestigingsmiddelen door de VB-EPDM-folie in de ondergrond. Tussen het profiel en de VB-EPDM-folie wordt een doorgaande kitrups van VB9510 aangebracht om te voorkomen dat het regenwater onder het dakrandprofiel langs de gevel loopt. Het is aan te bevelen bij opstanden hoger dan 35 cm een losse strook folie toe te passen en aan te sluiten op het membraan met een lijm-kit-verbinding. (zie paragraaf 4.2).
20 m c
21
Ter plaatse van wandaansluitingen en dakranden wordt het VB-EPDM-membraan zonder onderbreking uit het dakvlak tegen de wand, respektievelijk tegen en over de dakrand verlijmd.
22
Deze noodzakelijke kimfixatie gebeurt door verlijming met kontaktlijm KS 100, 20 cm in het vlak en de gehele opstand.
Eéndelige aluminium dakrandprofielen (trimmen, hoekprofielen) worden bevestigd met RVS-bevestigingsmiddelen door de VB-EPDM-folie in de ondergrond. Tussen het profiel en de VB-EPDM-folie wordt een doorgaande kitrups van VB9510 aangebracht om te voorkomen dat het regenwater onder het dakrandprofiel langs de gevel loopt.
De afwerking tegen de wand gebeurt meestal onder een (lood)indekking, met behulp van een kitnaad van VB 9510.
Een aluminium wandaansluitingsprofiel kan alleen worden toegepast als er geen indekking aanwezig is en er geen gevaar voor regendoorslag of zakwater bestaat.
De dakrand kan ook afgewerkt worden met rubberprofiel VP 100, interessant bij ronde of gebogen dakranden.
24
8
25
23
26
6. Binnen- en buitenhoeken Voor de afdichting van buitenhoeken zijn verschillende Prefab-VB-EPDM-hoekstukken in diverse hoogtes en schuintes beschikbaar. De aansluiting tussen membraan en buitenhoek uitvoeren volgens de omschrijving in paragraaf 4. Dus zowel lijm-kit-verbinding als HB-verbinding zijn mogelijk. Binnenhoeken worden principieel gevouwen en niet ingesneden. Het teveel aan materiaal wordt netjes naar binnen gevouwen. De vouw wordt met kontaktlijm KS100 verlijmd en afgekit met VB9510.
27
Bij een 90° buitenhoek, de folie onder 45° inknippen.
Binnenhoeken worden principieel gevouwen en niet ingesneden. Het teveel aan materiaal wordt netjes naar binnen gevouwen.
30
28
De folie tegen de opstand verlijmen met kontaktlijm KS 100.
31
De vouw wordt met kontaktlijm KS 100 verlijmd en afgekit met VB 9510
29
Een prefab 90° hoekstuk aansluiten met kontaktlijm KS 100 en rubberkit VB 9510.
9
7. Dakdoorbrekingen 7.1. Ronde doorbrekingen - Van 3 tot 60 mm doorsnede met de bliksemafleidermanchet. - Van 50 tot 180 mm doorsnede met de doorvoer-manchet. - Groter dan 160 mm doorsnede met een speciaal op maat gemaakte manchet. De naadverbindingen tussen manchet en membraan uitvoeren volgens omschrijving in paragraaf 4. Dus zowel lijm-kit verbinding als HB-verbinding zijn mogelijk. De VB-EPDM-folie rond een doorbreking altijd fixeren aan de ondergrond. Bij losliggend, geballaste membranen is het mogelijk de manchetten achterwege te laten en wordt de folie direkt op de doorvoering aangesloten. Uit het VB-EPDM-membraan wordt ter plaatse van de doorvoer een rond gat geknipt van ongeveer 2/3 x diameter van de doorbreking. De folie wordt over de doorbreking gestulpt, waardoor automatisch een opstaande kraag ontstaat van enkele centimeters. Indien een hogere kraag gewenst of vereist is, wordt een extra sok aangebracht, aan beide zijden met lijm-kit afgedicht en met een klemband vastgezet. Aan de bovenzijde wordt het VB-EPDM-membraan afgewerkt met rubberkit VB9510 tussen folie en doorbreking. Bij toepassing van een manchet, wordt deze aan de bovenzijde afgewerkt met rubberkit VB9510 tussen manchet en doorbreking en vervolgens mechanisch vastgezet met een klemband.
32
Van 3 tot 60 mm doorsnede met de bliksemafleidermanchet.
Uit het VB-EPDM-membraan wordt ter plaatse van de doorvoer een rond gat geknipt van ongeveer 2/3 x diameter van de doorbreking. De folie wordt over de doorbreking gestulpt, waardoor automatisch een opstaande kraag ontstaat van enkele centimeters.
35
10
33
Van 50 tot 180 mm doorsnede met de doorvoer-manchet
34
Groter dan 160 mm doorsnede met een speciaal op maat gemaakte manchet.
Indien een hogere kraag gewenst of vereist is, wordt een extra sok aangebracht, aan beide zijden met lijm-kit afgedicht en met een klemband vastgezet.
35
7.2. Rechthoekige doorbrekingen Dit zijn bijv. lichtkoepels, schoorstenen, ventilatoren, dakluiken. De uitwendige hoeken van de doorbrekingen kunnen op 3 manieren ingedekt worden: - met prefab hoekstukken - met prefab manchetten - rechtstreeks in het membraan gevulkaniseerd De afmetingen van hoekstukken en manchetten worden vastgesteld aan de hand van het ingevulde bestelformulier. De aansluitingen op het VB-EPDM-membraan uitvoeren volgens omschrijving in paragraaf 4: hoekstukken veelal met lijm-kit-verbinding, manchetten of met lijm-kit of met Hot-Bonding. Indien de doorbreking rechtstreeks in het membraan gevulkaniseerd wordt, gebeurt dit meestal in de werkplaats van van Beek BV aan de hand van een gedetailleerde tekening. - De manchetten worden tegen de opstanden verlijmd met kontaktlijm KS100 en aan de boven zijde afgewerkt met rubberkit VB9510. - Bij mechanisch bevestigde membranen, dient het membraan over een breedte van 15 cm rondom de doorbreking op de ondergrond verlijmd te worden met kontaktlijm KS100 of mechanisch bevestigd te worden met schroeven en volgplaten.
36
met prefab hoekstukken
Indien de doorbreking rechtstreeks in het membraan gevulkaniseerd wordt, gebeurt dit meestal in de werkplaats van van Beek BV aan de hand van een gedetailleerde tekening.
39
37
met prefab manchetten
De manchetten worden tegen de opstanden verlijmd met kontaktlijm KS100 en aan de bovenzijde afgewerkt met rubberkit VB9510.
40
De afmetingen van hoekstukken en manchetten worden vastgesteld aan de hand van het ingevulde bestelformulier.
38
Bij mechanisch bevestigde membranen, dient het membraan over een breedte van 15 cm rondom de doorbreking op de ondergrond verlijmd te worden met kontaktlijm KS100 of mechanisch bevestigd te worden met schroeven en volgplaten.
41
11
8. Regenwaterafvoerstukken Altijd regenwaterafvoerstukken met klemring toepassen, type Gully of VB. Het afvoerstuk verdiept aanbrengen, zodat de flens (plakplaat) gelijk of iets dieper ligt dan de bovenzijde van de ondergrond. Bij regenwaterafvoerstukken met horizontale waterafvoer, dient het afvoerstuk zó verdiept te worden aangebracht, dat de binnenzijde van de klemring gelijk of iets dieper ligt dan de bovenzijde van de ondergrond. - De flens van het afvoerstuk mechanisch bevestigen aan de konstruktie. - In het VB-EPDM-membraan wordt ter plaatse van de afvoer een rond gat geknipt dat ongeveer 2/3 x diameter heeft van de afvoer. Bij een afvoerstuk met schuine flens dient een ovaal gat geknipt te worden. - Vervolgens wordt op de flens van het afvoerstuk een ca. 3 cm brede kitrups VB9510 aangebracht ter voorkoming van waterterugslag. - De bijbehorende aluminium of kunststof klemring wordt in de afvoeropening geperst.
42
De flens van het afvoerstuk mechanisch bevestigen aan de konstruktie.
In het VB-EPDM-membraan wordt ter plaatse van de afvoer een rond gat geknipt dat ongeveer 2/3 x diameter heeft van de afvoer. Bij een afvoerstuk met schuine flens dient een ovaal gat geknipt te worden.
45
De bijbehorende kunststof klemring wordt in de afvoeropening geperst.
46
12
43
De kunststof klemring wordt geplaatst.
Vervolgens wordt op de flens van het afvoerstuk een ca. 3 cm brede kitrups VB9510 aangebracht ter voorkoming van waterterugslag.
44
47
De metalen klemring met rubberen O-ring wordt gemonteerd.
9. Rubberkit VB9510 Rubberkit VB9510 is speciaal ontwikkeld voor het maken van naadverbindingen tussen twee delen VB-EPDM-folie. De kit zorgt voor een blijvende waterdichtheid van de naad en wordt altijd toegepast in kombinatie met kontaktlijm KS100. Daarnaast heeft de kit een uitstekende hechting op aluminium, roestvaststaal, beton, metselwerk en bitumineuze dakbedekking. VB9510 mag uitsluitend worden aangebracht op een stabiele, droge, vetvrije en schone ondergrond. De minimale verwerkingstemperatuur is plus 5 graden C. De kit wordt geleverd in patronen of worsten van 310 cc en kan met de handspuit verwerkt worden. De kit moet met een slingerbeweging voldoende breed en dik worden aangebracht waarna deze met een aandrukrol zodanig wordt verdeeld, dat er nog voldoende dikte van de kitlaag overblijft: - Naadverbinding: minimaal breed 20 mm en 4 mm dik - Folie-beëindiging aan de bovenkant van een ronde dakdoorvoering: minimaal 20 mm breed en 1 mm dik. - Folie-beëindiging aan de bovenkant van lichtkoepel-opstanden e.d. en onder loodslabben: minimaal 20 mm breed en 4 mm dik. - Afdichtingen onder aluminium dakrandprofielen (bijv. trimmen): minimaal 10 mm breed en 2 mm dik. - Afdichtingen boven aluminium wandaansluitingsprofielen: minimaal 10 x 6 mm. De restanten van de lege kitworsten kunnen afgevoerd worden als normaal bedrijfsafval. Restanten van patronen moeten gescheiden worden afgevoerd (chemisch afval). (zie produktblad). Veiligheidsvoorzieningen. Handschoenen type 4H.
10. VB-Citrusreiniger VB-Citrusreiniger is een reinigingsmiddel dat zeer gebruiksvriendelijk, niet giftig en biologisch afbreekbaar is. Het wordt gebruikt om vervuilde VB-EPDM-folie te reinigen, alvorens verbindingen te maken. De ondergrond eventueel eerst mechanisch reinigen. De VB-Citrusreiniger dun aanbrengen op de plaatsen waar later de kit wordt aangebracht, erna schoonvegen met papier of niet pluizende doek. (zie produktblad)
13
11. Kontaktlijm KS100 KS100 is een gebruiksklare kontaktlijm bestemd voor het maken van naadverbindingen tussen twee delen VB-EPDM-folie. Tevens wordt deze lijm gebruikt voor het verlijmen van VB-EPDM-folie op de ondergrond bij uitvoering van details en kimfixatie van de dakranden. De kontaktlijm wordt gelijkmatig aangebracht op beide te verlijmen vlakken met een lijmrol of een stugge kwast. Het lijmverbruik is ca. 400-600 g/m2, afhankelijk van vlakheid en poreusiteit van de ondergrond. De open tijd is afhankelijk van temperatuur, dikte van de lijmlaag en luchtvochtigheid. Breng de beide lijmvlakken met elkaar in kontakt (de lijm moet vingerdroog zijn) en rol direkt hierna het gelijmde gedeelte goed aan. KS100 mag uitsluitend worden aangebracht op een stabiele, droge, vetvrije en schone ondergrond. De minimale verwerkingstemperatuur is plus 5 graden C. De oplosmiddelen in KS100 tasten polystyreenschuim sterk aan. KS100 is ontvlambaar, zodat voorzichtigheid met open vuur is geboden. Na beëindiging van de werkzaamheden met KS100 de lijmblikken altijd goed sluiten. Lege lijmblikken met volledig uitgeharde lijmresten kunnen afgevoerd worden als normaal bedrijfsafval. Veiligheidsvoorzieningen. Handschoenen, type 4H. Masker, filter type A2
12. Polyurethaanlijm KS150 KS150 is een gebruiksklare lijm, die vocht-afhardend is en weinig oplosmiddelen bevat. De lijm wordt vooral toegepast voor de vlakverlijming van VB-EPDM-membranen. De lijm wordt éénzijdig op de ondergrond aangebracht met een lijmrol, een stugge kwast, een rubbertrekker of direkt uit het blik door een aantal gaten in de onderzijde van het blik te slaan. Het lijmverbruik is ca. 200 - 500 gram /m2. Minstens 60 % van het te verlijmen oppervlak dient verlijmd te worden. Het VB-EPDM-membraan wordt in de natte lijm gerold, onder vermijding van luchtinsluitingen. (zie paragraaf 3.3) Eventueel aanwezige plooien in de folie kunnen gedurende ca. 15 min. na de verlijming nog weggewerkt worden. Vervolgens wordt het gehele membraan met een harde bezem aangeveegd om een goed kontakt tussen lijmlaag en membraan te verkrijgen. KS150 mag uitsluitend worden aangebracht op een stabiele, droge, vetvrije en schone ondergrond. De minimale verwerkingstemperatuur is plus 5 graden C. Na beëindiging van de werkzaamheden met KS150 de lijmblikken altijd goed sluiten. Lege lijmblikken met volledig uitgeharde lijmresten kunnen afgevoerd worden als normaal bedrijfsafval. Veiligheidsvoorzieningen. Handschoenen, type 4H. Masker, filter type A2
14
13. Inspektie en onderhoud VB-EPDM-membranen, folie, manchetten en vormstukken behoeven principieel geen onderhoud. Echter, ten behoeve van de instandhouding van het dak dienen op regelmatige tijden kontroles uitgevoerd te worden: - vuil en vreemde voorwerpen verwijderen; - bladeren en loof regelmatig afvoeren om verstoppingen van de regenwaterafvoeren te voorkomen; - dakdoorbrekingen en aansluitingen zorgvuldig inspekteren. Het VB-EPDM-systeem is een hoogwaardig en belangrijk onderdeel van een gebouw en ook hier geldt 'onderhoud is behoud`. Vandaar dat periodieke kontroles door de vakman gewenst zijn. Het is aan te bevelen een inspektie- en onderhoudskontrakt tussen de dakdekker en de eigenaar of de beheerder af te sluiten. Mechanische beschadigingen aan het VB-EPDM-Systeem zijn altijd te repareren, ook nog na tientallen jaren. Van Beek BV levert daartoe speciale reparatiesets en in overleg kan een instrukteur ter beschikking gesteld worden. Voor specifieke vragen betreffende de uitvoering en bijzondere details kunt u kontakt opnemen met de technische adviseurs en/of instrukteurs van van Beek BV. Wijzigingen voorbehouden op grond van technische vooruitgang. Stand: 01-05-1996
15
Gedrukt op 100% gerecycled papier
Van Beek EPDM BV Vouersweg 95, Geleen Postbus 199, 6160 AD Geleen Telefoon 046 - 474 06 25 Telefax 046 - 474 44 48