.
Verwerkingsvoorschriften DAAS Isomo. 1. Ondergrond 2. Steiger. 3. Plaatsen isolatie platen. 4. Verlijming isolatie platen. 5. Plaatsen schroefankers. 6. Bijzonder detail 7. Naden dichten 8. Aanmaken van de mortel PRB Fondisol F 9. Aanmaken van de mortel Omnicol PL 85 ES 10. Voegen van de steenstrips. 11. Toepassingen. 12. Afwerking en reinigen steenstrips. 13. Algemeen
Daas ID Wall
Page 1
Algemene richtlijnen betreft de verwerking van het ID.Wall systeem. 1. ondergrond: De ondergrond dient schoon, vetvrij en vrij van stof te zijn. De ondergrond dient stabiel te zijn en losse delen dienen te zijn verwijderd. Ondergronden die na het reinigen nog een poederige laag vertonen deze impregneren met een diep grondeer. 2. Steiger: De steiger dient te voldoen aan de arbeidsvoorschriften ( ARBO). Tevens dient de steiger voorzien te zijn van een regenkap en een beschermingsnet welke niet meer dan 30% zonlicht doorlaat. 3. Plaatsen isolatie platen: De platen dienen aan de onderzijde te worden geplaatst op een waterpas gestelde sokkel (startprofiel) dan wel een voorgevormde isolerende plintplaat. De platen met de groef in of op de gestelde startprofiel dan wel plintplaat plaatsen. De platen monteren in z.g. halfsteens verband, waarbij de langse en kopse zijde geheel aansluitend (stuikend) in de veer en groef dienen te worden geplaatst. Bij onderbrekingen bij o.a. kozijnen e.d. moet er minimaal een verspringing zijn van 20cm z.g. vlag dan wel revolver detail en dienen er geen doorlopende naden te zijn. In deze ontstane hoeken een diagonale weefsel strook in de PRB Fondisol F aanbrengen. Aan de onderzijde bij het startprofiel dan wel geïsoleerde plintplaat het vooruitstekende wapeningsgaas 0,5cm boven het startprofiel dan wel geïsoleerde plintplaat afknippen, dit om capillaire vocht indringing van het weefsel te voorkomen. Bij hoek aansluitingen altijd de platen verspringend aanbrengen. De isolatie platen kunnen op maat worden gezaagd met een zaag met widia verstevigde punten i.v.m. de hardheid van de gewapende mortellaag. 4. Verlijming isolatie platen. De verlijming bestaat uit een z.g. rand/dot verlijming. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat er tenminste 6 dotten bij een vol paneel van 100x50 verdeelt over het midden van het paneel wordt aangebracht. Verlijming op de rand, dient rondom aaneengesloten te worden om geen lucht openingen te creëren. Verbruik c.a. 2,3kg PRB Fondisol F per m². 5. Plaatsen schroefankers. Na droging van minimaal 24 uur van de PRB Fondicol F ( afhankelijk van weersomstandigheden), kunnen de schroefankers worden geplaatst. Er dienen 5 schroefankers per paneel van 100x50 te worden geplaatst, oftewel 10 schroeven per m² verdeelt over het midden van het paneel De schroeven dienen vermeerderd te worden op kwetsbare details en in de rand gebieden. Schroeven niet verder dan 15cm van de hoeken, andere randen of negge kanten aanbrengen.
Daas ID Wall
Page 2
De isolatie paneel doorboren op de verarmde gedeeltes, het rozet van de schroefankers dient altijd volledig binnen de verarmde gedeeltes van de isolatieplaat te vallen. De schroeven handmatig indraaien tot aan het vlakke deel van de isolatieplaat. Daarna de expansie schroef volledig indraaien ( mechanische). De rozet van de schroef dient het oppervlak van de isolatieplaat volledig re raken. De schroefankers niet verzonken monteren. Geen schroefankers plaatsen in de naden waar twee of drie panelen bij elkaar komen. De schroefankers dienen minimaal 25mm in de ondergrond te worden aangebracht. 6. Bijzonder detail: Ingeval van open naden tussen de isolatieplaten ( breedte kleiner of gelijk aan 10mm) dient dit opgevuld te worden met polyurethaan schuim, dit om koude bruggen te voorkomen en om een stabiele eenheid van de platen te garanderen. Bij polyurethaan schuim dient een uithardingtijd van minimaal 1 uur te worden aangehouden. Let er op dat er geen PRB Fondisol F mortel tussen de langse en kopse naden van de isolatieplaten mag komen 7. Naden dichten. De naden en de bevestigingspunten van de schroefankers voorzien van PRB Fondisol F. Hierin een weefsel inbedden en vlak pleisteren. Het weefsel dient altijd minimaal 10cm overlappend te zijn. 8. Aanmaken van de mortels. Mortel Fondisol F verlijming van de platen. Giet ca. 5ltr schoonwater in een schone kuip. Strooi hierin 25kg PRB Fondisol F, laat de mortel zich verzadigen in het water z.g. indrinken. Mix deze mortel met een mortel mixer op trage snelheid tot een homogene klontvrije massa. De aangemaakt mortel ca. 3 minuten laten staan en daarna kortstondig namixen. Verbruik 2,5kg per m². Voor dichten van de naden: Gebruik 6ltr schoonwater, en een verbruik van 1,5kg de m², verdere aanmaak conform bovenstaande. 9. Verlijming van de steenstrips De steenstrips worden verlijmd met Omnicol PL85 ES. De lijm op de isolatie platen op kleine oppervlaktes ca 1 tot 2m² met behulp van een RVS spaan in voldoende dikte van tenminste 4 mm aanbrengen. Deze lijm wordt verdeelt in horizontale richting met een getande lijmkam. De steenstrip nadat deze stofvrij zijn gemaakt op de rugkant voorzien van lijm doormiddel van een RVS spaan of troffel dit vol en zat met een laagdikte van 2mm. De steenstrips worden met een verspringende voeg (beginnend vanaf de hoek aan de onderzijde) op de ondergrond in de verse lijm geplaatst. De steenstrips hard in de verse lijm drukken en met een rubberen hamer nakloppen om een luchtvrije lijmvlak te verkrijgen. De breedte tussen de voegen moet minimaal 8mm zijn en mag niet meer bedragen dan 12mm. Voor de verticale voegen altijd wiggen gebruiken voor de horizontale voegen altijd een metseldraad.
Daas ID Wall
Page 3
De voegen tussen de steenstrips dienen een regelmatige diepte te hebben zonder dat deze te veel terugvloeiing heeft van de lijm, dit om een gelijkmatige hechting en kleur van de voeg te garanderen. Verbruik steenstrips conform afmetingen van de strips en omschreven breedte van de voeg ca.56 tot 68 stuks per m² De droogtijd tot het voegen bedraagt minimaal 8 uur. 9.Aanmaken mortel Omnicol PL 85 ES. Giet 3ltr schoonwater in een schone kuip. Strooi hierin 25kg Omnicol Pl 85 ES en laat de mortel zich verzadigen in het water ( z.g. indrinken). Mix deze mortel tot een klontvrije en homogene massa, de aangemaakte mortel mixen op trage snelheid. De aangemaakte mortel ca 3minuten laten staan en daarna nog kortstondig mixen. Verbruik ca. 3kg per m² 10. Voegen van de steenstrips. De voegen tussen de steenstrips voegen met een voegmortel type Remix FX ( UA) Voor steenstrips met een uitgesproken kleur nuance altijd een voegmortel kiezen met de kleinste elasticiteitsmodule. Om kleur verschillen in de voegmortel te voorkomen dienen partijen met een verschillende productie datum onderling vermengt te worden. De voegmortel dient altijd een elastische modules in zich te hebben kleiner dan 8000. Strikt de voorschriften en verwerkingsadviezen van Daas ID Wall op te volgen. 11. toepassingen. 1. Troffel methode De voegmortel ( aardvochtig) invoegen met behulp van voegspijker/pleister troffel. De voegmortel sterk aandrukken in de volledige breedte van de voeg op te vullen zonder gaten, de voegen dienen vol en zat te zijn aangebracht. 2. Voegraapbord methode De voegmortel ( aardvochtig) met een voegraapbord in gekruiste bewegingen diagonaal op de voegen. De voegmortel sterk aandrukken zodat de volledige breedte van de voeg wordt opgevuld zonder gaten. De voegen dienen vol en zat te worden aangebracht. 3. Machinale methode. Bij toepassing met voeglans is een wormpomp noodzakelijk, hetzij met schroef of onder voorafgaande druk die de mortel in de voeg duwt via een voeglans. Bij toepassing met voegzak, deze vullen met voegmortel en aanbrengen als met voeglans. Het uiteinde van de lans dusdanig bewegen dat er een onafgebroken en regelmatige mortel in de voegen wordt gebracht. Het geheel goed aandrukken en glad strijken doormiddel van en voegspijker. Overtollige mortel verwijderen met de zijkant van een troffel. Welke voegmethode er ook wordt gekozen altijd de steen van te voren bevochtigen, dit om een te snelle onttrekking van het water uit de mortel te voorkomen.
Daas ID Wall
Page 4
11.afwerking en reinigen van de steenstrips. De gekozen afwerkingen kunnen worden uitgevoerd nadat de steenstrips zijn gereinigd en ontdaan van overtollig voegmortel. Wanneer de voegmortel aan de oppervlakte hard is kan met de afwerkingen worden begonnen. Rustieke afwerkingen wordt bereikt door de voeg te borstelen met een borstel. Een grove rustieke afwerking wordt bereikt door de voeg te borstelen met een nylon borstel. Gladde afwerking wordt bereikt met een spons met grote cellen of raapbord met een vochtige spons ( niet verzadigen met water), of met behulp van een voegspijker. 12. Algemeen. De project details dan wel algemene details voor b.v. hoek aansluitingen enz. worden voor de werkzaamheden aan het verwerkingsbedrijf ter hand gesteld. Verder gelden als richtlijnen t.o.v. de isolatie platen de technische voorschriften van de thermische isolatiesystemen met dunne mortel laag op geëxpandeerde polystyreen. (ETICS-ETAG 004)
Daas ID Wall
Page 5