Verbetering Europees klimaat door kassenbouw Nederland Profielwerkstuk naar aanleiding van het YES‐project
Christelijk Lyceum Delft, VWO 6
Profiel: Economie en Maatschappij
door: M Hordijk en ACM Vijverberg 01‐11‐2012, Delft
Vak: Management en Organisatie
1
Inhoudsopgave Voorwoord…………………………………………………………………………………………………………………….3 Inleiding…………………………………………………………………………………………………………………………3 Hypothese………………………………………………………………………………………………………………………3 1. Wat houdt het klimaatprobleem in?...............................................................................4 2. Maatregelen van de Europese Unie…………………………………………………………………………….5 3. Geschiedenis van de Nederlandse kassenbouw……….………………………………………………….6 4. Vormen van milieulast en uitstoot kassenbouw.………………………………………………………...6 5. Innovaties kassenbouw.…………………….…..…………………………………………………………..……….8 6. Eén kas, een voorbeeld voor de rest?………………………………..…………….………………….……..10 Conclusie/advies………………………………….…..…………………………………………………………………….19 Logboek….………………………………………….…………………………………………………………………………..20 Nawoord……………………………………………….……………………………………………………………………..…21 Bronnenlijst……………………………………….………………………………………………………………………..….22
2
Voorwoord Dit profielwerkstuk is geschreven naar aanleiding van het YES‐project, opgericht door Worldschool. Dit project heeft 100 leerlingen uit heel Nederland benaderd om mee te doen aan dit speciale project over Europa en het klimaat. Voor dit project hebben wij verschillende bijeenkomsten in verschillende steden bijgewoond. We zijn achtereenvolgens in Wageningen, Tilburg, Brussel, en twee keer in Den Haag geweest. Hier hebben we lezingen en cursussen gevolgd over het klimaat en Europa. Op deze dagen hebben wij veel informatie gekregen, waardoor we meer over het onderwerp te weten kwamen. Naar aanleiding van deze dagen hebben wij een hoofdvraag bedacht en vooral in de zomervakantie gewerkt aan ons profielwerkstuk. Na de zomervakantie waren er nog twee bijeenkomsten. De pre‐conferentie dag en de conferentie dag zelf. Op de pre‐conferentie dag was ook staatssecretaris Ben Knapen voor een half uurtje aanwezig. Hij had het erg druk, en daarom maar tijd om met een paar groepjes te spreken over hun profielwerkstuk. Wij waren één van die groepjes. Zelf vond staatssecretaris Knapen ons onderwerp best ingewikkeld. Wij hebben de staatssecretaris inhoudelijk kort bijgepraat. Vervolgens hebben we met hem gebrainstormd over de resultaten en de open einden waarmee we nog worstelden. Natuurlijk is een gesprek met de staatssecretaris een leuke extra toevoeging aan ons onderzoek. Op 2 oktober 2012 was de conferentiedag. Op deze dag moest iedereen zijn onderzoek presenteren. Dit ging naar ons idee goed. De mensen waren geïnteresseerd en stelden vragen.
Inleiding Het onderzoek via het YES‐project moest gaan over Europa en het klimaat. Een vrij moeilijk onderwerp voor ons. Wij hebben beide een Economie en Maatschappij profiel zonder aardrijkskunde. Ook wilden wij een onderzoek doen wat in de buurt uit te voeren was. Wij hebben beide een familie met wortels in de kassentuinbouw. Hierdoor kwamen wij op het Westland, wat we later toch maar hebben uitgebreid tot het hele Nederlandse kassengebied. We hadden gehoord dat de tuinbouw een vrij vervuilende sector was en waren dan ook benieuwd wat deze sector zou kunnen bijdragen aan de verbetering van het Europese klimaat. Zodoende kwamen wij uit op de volgende hoofdvraag: Hoe zou het Nederlandse kassengebied kunnen bijdragen aan de verbetering het Europese klimaat?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden, hebben wij ons eerst verdiept in de kassenbouw en het Europese klimaat. Om te beginnen met het klimaatprobleem. Het was belangrijk dat we wisten wat dit probleem precies inhield, voordat we er onderzoek naar gingen doen. Ook wilden we iets meer te weten komen over het ontstaan van de kassenbouw. Door ons te verdiepen in de maatregelen van de Europese Unie kwamen wij te weten wat er al, door middel van maatregelen, is gedaan aan het klimaatprobleem. We hebben gekeken naar de verschillende uitstoot en milieulast vormen van de kassenbouw. Door vervolgens verschillende innovaties op een rijtje te zetten konden we vergelijken welke wij interessant vonden. Als laatste hebben wij een kas opgezocht en gekeken of hun innovaties bijdragen aan de verbetering van het Europese klimaat. Zouden zij een voorbeeld zijn voor de rest van de Nederlandse kassenbouw? Doordat deze kas met aardwarmte werkten, hebben wij ervoor gekozen ook deze innovatie te onderzoeken en te vergelijken met andere innovaties.
Hypothese Wij verwachten dat het Nederlandse kassengebied veel kan bijdragen aan het Europese klimaat. Dit denken wij namelijk omdat het kassengebied heel erg veel fossiele energie verbruikt in vergelijking met de rest van Nederland. Ook weten wij dat wanneer het fossiele energieverbruik (bijvoorbeeld gas en aardolie) vermindert, ook direct de uitstoot van broeikasgas CO2 en andere schadelijke stoffen terugloopt. Dus wanneer we deze uitstoot beperken in het Nederlandse kassengebied, kan het kassengebied naar ons idee een positieve bijdrage leveren aan het Europese klimaat.
3
Het klimaatprobleem De negatieve ontwikkeling van het milieu gaat vooral over het broeikaseffect. De aarde wordt verwarmd door de zon. Maar niet alle warmte bereikt de aarde. Er wordt ook een deel terug gekaatst de ruimte in. Er bestaat een onderscheid tussen natuurlijk broeikaseffect en broeikaseffect dat klimaatverandering veroorzaakt. Het natuurlijk broeikaseffect houdt een ‘warme deken’ in om de aarde. Zonder deze deken zou de gemiddelde temperatuur ‐18 graden Celsius zijn. Deze warme deken bestaat uit verschillende gassen als waterdamp en CO2. Door de activiteiten van de mens komen er meer van deze gassen in deze deken en wordt het broeikaseffect dus versterkt. Hierdoor verandert de temperatuur op aarde. De opwarming van de aarde wordt dus voor een groot deel veroorzaakt door menselijke (economische) activiteiten in industrie, landbouw, energieopwekking en vervoer. Deze activiteiten gebeuren in steeds grotere mate door groei van de wereldbevolking en welvaart en dus toename van de consumptie. Hier is een steeds grotere industriële en landbouw productie voor nodig die leidt tot toename van de uitstoot van broeikasgassen. Een gevolg van deze negatieve ontwikkeling van het milieu, ofwel de klimaatverandering, is het smelten van gletsjers en hiermee stijgen van de zeespiegel. Hierdoor zullen veel mensen en bedrijven moeten verhuizen naar hoger gelegen plekken. Het klimaat zal extremer worden: overstromingen en stormen, maar op andere plekken juist meer droogte. Deze weersomstandigheden hebben gevolgen voor onder andere de natuur, landbouw en wereldeconomie. Wetenschappers voorspellen een temperatuurstijging op aarde aan het eind van de 21ste eeuw met 1,4 tot 5,8 graden Celsius. In de 20ste eeuw is de gemiddelde temperatuur op de wereld met 0,6 graden toegenomen; een opwarming die zich waarschijnlijk de laatste duizend jaar niet heeft voorgedaan.1 Gevolgen voor Europa zijn naar verwachting dat Zuid Europa nog droger wordt. Dit zal vooral de landbouw benadelen. Hier in het Noorden zal in eerste instantie meer CO2 in de lucht komen waardoor de omstandigheden voor de landbouw juist gunstiger worden. Zoals gezegd zal de zeespiegel stijgen waar we in dat geval in Nederland zeker mee te maken zullen krijgen. De laag gelegen gebieden zullen onder water lopen. Hier zijn al verschillende plannen voor gemaakt als hogere dijken en dergelijke. Verder zal door het stijgen van de algemene temperatuur de malariamug zich verder kunnen verspreiden, zo ook naar Europa. Tegen al deze gevolgen van het klimaatverandering moeten maatregelen genomen worden. Hoe langer we wachten, hoe groter de verandering en des te meer en groter de maatregelen die we moeten nemen. Om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan is men al tientallen jaren bezig met het zoeken naar nieuwe milieuvriendelijke energiebronnen. Zo zijn er tegenwoordig mogelijkheden om gebruik te maken van verschillende soorten groene stroom, ofwel duurzame energie, als: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Zonne‐energie: elektriciteit die wordt gewonnen uit zonlicht. Windenergie: met behulp van windturbines Waterkracht: hier zijn meerdere technieken voor als turbines met sluizen bij rivieren Biomassa: door het verbranden van plantaardig materiaal Aardwarmte: elektriciteit opwekken door middel van aardwarmte Lichaamskracht: zelf energie opwekken voor bijvoorbeeld je fietslicht tijdens het fietsen
Deze duurzame energie soorten alleen zijn (nog) niet genoeg om aan de hele energiebehoefte te voorzien. Een andere mogelijkheid is kernenergie. Kernafval moet onder de grond worden opgeslagen en kernenergie brengt grote risico’s met zich mee als de kernramp in 1986 in Tsjernobyl en 2011 in Japan. Dit is een reden waarom veel mensen deze vorm van energieopwekking liever niet willen. We zullen daarom voorlopig nog wel een tijd gebruik moeten blijven maken van fossiele brandstof. Om de schade aan het milieu te beperken, gaan wij kijken naar de kassenbouw. 1
http://www.nimos.org/pdf/klimaatveranderingEnBroeikaseffect/infoblad3.pdf
4
Maatregelen van de Europese Unie De Europese Unie houdt zich intensief bezig met het klimaat probleem. Ze probeert lidstaten te verenigen in het nemen van maatregelen om het klimaatprobleem te beperken. In 2008 hebben de Europese regeringsleiders een klimaatpakket vastgesteld met maatregelen om het probleem te beperken. Zeker met de financiële crisis zijn grote investeringen voor deze maatregelen niet mogelijk en moest er dus een compromis worden gesloten tussen de landen. In 2007 zijn de volgende doelstellingen afgesproken (voor 2020): 2 ‐
20% vermindering van de uitstoot van broeikasgassen
‐
20% minder energieverbruik
‐
20% van het totale energiegebruik moet afkomstig zijn uit hernieuwbare energie, zoals wind‐ en zonne‐energie
‐
10% van de totale behoefte aan brandstof in de vervoerssector moet gedekt worden door biobrandstof
Deze afspraken moeten de gemiddelde wereldwijde temperatuurstijging beperken tot minder dan 2 graden Celsius. Het klimaatpakket uit 2008 bestond uit de volgende maatregelen: 1. Herziening van de handel in emissierechten waarbij de regels voor minder CO2‐uitstoot zullen gaan gelden 2. Het opstellen van nationale doelstellingen om een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 10% te bereiken in sectoren die buiten het emissiehandelssysteem vallen (onder meer transport, landbouw en afvalverwerking). De Nederlandse doelstelling werd vastgesteld op 16%. 3. Minder broeikasgassen uit transportbrandstoffen 4. Nieuwe regels die de opvang en opslag van CO2 bevorderen 5. 20% hernieuwbare energie in de totale EU‐energieconsumptie, waarbij de doelstellingen per lidstaat bepaald zullen worden 6. Vermindering van CO2‐uitstoot van nieuwe auto's De vermindering van de uitstoot wil men bereiken door het verkopen van ´emissierechten´ aan landen en bedrijven. Deze emissierechten geven een bedrijf recht een bepaalde hoeveelheid CO2 uit te stoten. Het deel dat op deze manier geveild wordt zal steeds meer oplopen en het is de bedoeling dat in 2025 alle uitstoot van CO2 wordt geveild. Bedrijven zullen hierdoor investeringen gaan doen om milieuvriendelijker te worden zodat ze minder rechten hoeven te kopen. Dit bespaart de bedrijven uiteindelijk geld. In Europa hebben we een aantal landen dat nog veel oude energiecentrales heeft. Deze kunnen moeilijk in één keer worden vervangen. Deze landen krijgen wat langer de tijd en hoeven pas in 2020 te gaan betalen/veilen voor hun uitstoot. Landen waar de bedrijven wel al moeten betalen voor de uitstoot zijn bang voor hun concurrentiepositie. 2
http://www.europa‐nu.nl/id/vj3u5w663yzo/nieuws/commissie_komt_met_voorstellen_om_in?ctx=vhesf063wxu9
5
Zij denken dat grote bedrijven die bij hen wel moeten betalen voor de uitstoot, zullen vertrekken naar landen waar dat (nog) niet hoeft, om zo goedkoper te kunnen produceren. Verder komt er geld vrij voor proefprojecten en innovatieve duurzame energieprojecten en zullen er strengere regels komen voor de uitstoot van bestelwagens en busjes. Een bredere afspraak (dan binnen de Europese Unie) over de uitstoot van broeikasgassen is het Kyoto‐protocol. Deze is in 1997 vastgesteld in Kyoto. De toegestane uitstoot van CO2 verschilt per land. In 2012 loopt dit verdrag af. In 2009 vonden in Kopenhagen onderhandelingen plaats over een opvolging van het Kyoto‐protocol. Er is tot heden nog geen overeenstemming over hoe het verder moet. Zo moeten de Verenigde Staten 7% verminderen, Japan 6% en de Europese Unie 8%. Binnen de Europese Unie moet Nederland 6% broeikasgassen verminderen.
Geschiedenis van de Nederlandse kassenbouw De eerste Nederlandse tuinbouwkassen werden omstreeks 1850 gebouwd voor het kweken van druiven. De kassen werden gebouwd omdat op deze manier bepaalde producten konden worden geproduceerd. Zonder de kassen zouden deze producten niet kunnen groeien in het koude Nederland. Men had bescherming nodig om de druiven tegen de wind en regen te beschermen. Ook hadden de druiven meer warmte nodig. Al snel werd duidelijk dat planten sneller groeien wanneer ze meer licht en warmte ontvangen. Dus gingen ze ook andere planten zoals, bloemen, groenten en potplanten verbouwen. Door de verwarmde kassen, met zoveel mogelijk glas, steeg de omzet. In het Westland, wat tussen Rotterdam en Den Haag ligt, werden de droge strandwallen helemaal afgezand. Het zand werd op de natte veen‐ en kleigronden gebracht waardoor een goede ondergrond voor tuinbouw ontstond. Uiteindelijk ontstond in het Westland en rond Aalsmeer de grootste hoeveelheid glastuinbouw in de wereld. De omstandigheden waren optimaal: veel water in de buurt en een optimale hoeveelheid zonlicht bij de kust. Dit leidde tot groei en veel innovaties in de tuin‐ en kassenbouw. Op dit moment heeft Nederland wereldwijd een dominante positie in de tuinbouw. Nederland heeft meer kassen dan enig ander land. Ook exporteert Nederland kassen. Tachtig procent van de kassen buiten Europa komt uit Nederland. 3 Maar door de toenemende nationale en Europese regelgeving, de stijgende energieprijs, en het streven naar duurzaamheid is het belangrijk dat de kassenbouw blijft innoveren. Energie wordt gebruikt om de kassen te verwarmen, verlichten en om CO2 te verkrijgen. Hier valt dus veel winst op te behalen. Veel individuele tuinders zijn dus op zoek naar innovaties op hun kassen te verbeteren. Er zijn veel manieren, zoals de WKK, aardwarmte of het nieuwe telen. Wij willen onderzoeken welke innovatie het beste is.
3
http://www.snelder.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=51&Itemid=59&lang=nl
6
Vormen van milieulast en uitstoot kassenbouw Lichtverbruik Eén procent meer licht geeft één procent meer opbrengst. Dit is het motto dat veel tuinders aanhouden. In de kassenbouw is het gemakkelijk meer licht te creëren door bijvoorbeeld het raamoppervlak te vergroten. Steeds meer kassen worden verlicht met speciale verlichting. Deze verlichting wordt assimilatieverlichting genoemd. Vooral rozen, snijbloemen en andere voedingsgewassen blijken beter te groeien als ze meer licht ontvangen. Het licht is niet alleen ’s nachts hinderlijk voor mensen en dieren, maar kost ook veel energie. Van het Nederlandse gasverbruik wordt bijna 10% door de Nederlandse tuinbouw verbruikt tegen een aangepast tarief. En dit neemt nog steeds toe. 4 Ook de verlichtingssterkte in de kas zelf neemt toe. In veel gebieden in Nederland krijgt de hemel dus een rode gloed boven kasgebieden. Waterverbruik De glastuinbouwbedrijven worden steeds groter. In veel grote bedrijven zijn centrale watertoevoer systemen geplaatst. Hierbij wordt het hemelwater en retourwater van voedingselementen voorzien. Het is heel erg belangrijk om al het water dat naar de planten toegaat te ontsmetten omdat anders de hele teelt besmet kan worden. De tuinbouw heeft dus grote invloed op het oppervlaktewater. Bij een te hoge afdracht van water wordt het oppervlaktewater vervuild door productiemiddelen als mest en gewasbescherming. In de nota duurzame gewasbescherming worden limieten gesteld om de watervervuiling te verminderen. Energieverbruik Het energieverbruik verandert van jaar tot jaar door variaties in de buitentemperatuur. Over een lange termijn gezien is het gebruik van aardgas tot 2006 gedaald door isolatie van kassen. Vanaf 2007 neemt het gebruik van aardgas in de glastuinbouw weer toe. Dit komt omdat aardgas niet alleen wordt gebruikt om de kassen te verwarmen, maar ook om elektriciteit op te wekken. CO2 uitstoot Planten hebben CO2 nodig voor een optimale groei. Veel bedrijven voeden de planten daarom met extra CO2. Hiervoor wordt vaak rookgas uit de warmtekrachtkoppeling (WKK) of de ketel gebruikt. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de CO2 zuiver is omdat er anders gewasschade kan ontstaan. Er zijn twee belangrijke redenen waarom CO2 beter benut moet worden. De eerste reden is omdat er dan minder fossiele brandstoffen worden verstookt, en de tweede reden is dat er minder kans is op schadelijke rookgassen als er minder CO2 met een ketel of WKK wordt gedoseerd. 4
http://www.platformlichthinder.nl/thema/glastuinbouw/page/2/
7
Innovaties kassenbouw Verschillende kassen hebben al projecten uitgeprobeerd om de uitstoot van schadelijke gassen te beperken. Zo worden er bij verschillende kassen aardwarmtebronnen geboord en maken telers gebruik van Het nieuwe telen. Hieronder een aantal interessante innovaties: Aardwarmte: Aardwarmte is een schone energie die nooit opraakt. Water wordt van +‐ 1700 meter diepte uit de grond gepompt. Het water komt met 60 graden de grond uit en wordt weer terug gepompt met 30 graden. De buitenste 6 kilometer van de aardkorst bevat energie die overeenkomt met 50.000 keer de energie hoeveelheid van alle olie‐ en gasvoorraden van de wereld bij elkaar. Gesloten: Een gesloten kas is een klimaat en energiesysteem waarbij de tuinder maximale controle krijgt op de groeifactoren luchtvochtigheid, temperatuur en CO2. Dit leidt tot een extra productie van + 20%.
B B Bron: A+G van den Bosch
Semigesloten kas: De semigesloten kas is voor veel telers meer haalbaar dan de gesloten kas. Deze manier van telen is erop gericht om minder te luchten. Het nieuwe telen: Telers kunnen energie besparen zonder dat dit ten koste gaat van de productie door anders om te gaan met het kasklimaat. In het programma Kas als Energiebron is een pakket teeltmaatregelen opgenomen die dit mogelijk maakt. De maatregelen kunnen stapsgewijs worden ingevoerd op bestaande en nieuwe bedrijven. Zo kunnen investeringen beperkt blijven en gespreid worden. De maatregelen worden in de praktijk toegepast onder de term Het Nieuwe Telen. Sinds in 2003 een start werd gemaakt met het fenomeen Het Nieuwe Telen, zijn er al veel concrete resultaten behaald. Door anders naar de relatie tussen installaties en het gewas te kijken, verandert de kijk op het klimaat. Hiermee zijn besparingen te realiseren die tussen de 25% en 30% liggen! Het nieuwe telen bestaat uit: o Ontvochtigen: Ontvochtigen en de watergift vragen extra aandacht. Er ontstaat een kasklimaat waarin het energieverbruik minimaal is en de gewasontwikkeling optimaal is door een nieuwe vochtregeling. o Ventileren: Door ventilatie worden overtollige waterdamp en warmte naar buiten gelaten, en wordt verse buitenlucht binnengehaald. Ook wordt er gezorgd voor luchtbeweging in het gewas. Dit gebeurt door aangedreven wind (ventilatoren). o Verwarmen: In Nederland moet er een groot deel van het jaar verwarmd worden in de kas. Meestal gebeurt dit door middel van een buisrailverwarming op de grond met netten die hoger in de kas hangen. De installaties die voor het warme water zorgen werken veelal op aardgas. Het gebruik van dit aardgas moet minder worden. o Schermen: Op dit moment wordt er al in veel kassen licht afgeschermd. Een voorbeeld hiervan zijn rozenkwekers, die vaak een doek gebruiken dat het zonlicht tegenhoudt. Ook is in sommige nieuwe kassen schermdoek gebruikt dat bijna alle 8
licht afschermt en maximaal 1% tot 3% doorlaat. Maar er zijn ook voordelen van een afschermdoek. Zo wordt door het doek een deel van het licht dat normaal naar buiten wordt gestraald, naar de planten gereflecteerd. Hier profiteren de planten weer van. Deze extra lichtopbrengst levert een opbrengst op van zo’n 13 tot 55 eurocent. Bovendien is er in de nachten minder verwarming nodig omdat de schermen warmte binnenhouden. Daarentegen is een nadeel dat wanneer het buiten warm is de schermen binnen warmte en vocht vasthouden. (lichtstraling) In het Westland zijn regels opgesteld. Als eerste regel in het Besluit glastuinbouw wordt gesteld dat een glastuinbouwbedrijf waarin assimilatiebelichting wordt toegepast aan de bovenzijde een scherminstallatie moet hebben waarmee tenminste 98% van de lichtuitstraling wordt gereduceerd. Ook is het verplicht om van zonsondergang tot zonsopgang lichtuitstraling op een afstand van ten hoogste 10 meter van die gevel tegen te gaan tot 95%. De gebruikte lampen mogen buiten het bedrijf niet zichtbaar zijn. Wanneer de schermen dus worden toegepast is er minder energie nodig om de kassen te verwarmen. Dit scheelt dus in energieverbruik. Ook zal de natuur minder last hebben wanneer deze doeken worden gebruikt. o Activeren: Elke teler wil in de kas een optimaal groeiklimaat voor het gewas creëren. Het begrip activiteit speelt een belangrijke rol in Het Nieuwe Telen. Met Het Nieuwe Activeren wordt door een combinatie van maatregelen het gewas op een energiezuinige manier geactiveerd: Een CO2 lijn Voor de groei van planten is CO2 nodig. Normaal gesproken wordt bij de verbranding van aardgas de vrijgekomen CO2 in de kas gebracht om de groei van de planten te bevorderen. In plaats van zelf aardgas te stoken, wordt CO2 aangekocht van bijvoorbeeld de Shell of andere grote industriële bedrijven en naar meerdere tuinbouwbedrijven getransporteerd. Zo wordt de uitstoot van CO2 flink verminderd. Warmtekrachtkoppeling Met een warmtekrachtkoppeling, WKK, worden warmte en elektriciteit in een installatie geproduceerd. Er is minder brandstof (aardgas) nodig om warmte en elektriciteit te produceren dan wanneer je het gescheiden opwekt. Ook zorgt een WKK voor lagere energiekosten. De meeste WKK’s werken op fossiele brandstoffen, maar het is ook mogelijk om nieuwe energiebronnen te gebruiken, zoals biogas. Als laatste gaat een WKK heel erg lang mee omdat warmte en elektriciteit tegelijkertijd worden gemaakt (schoon proces).
Bron: Essent
9
Eigen Onderzoek
10
Interview tomatenkwekerij A+G van den Bosch Onze onderzoeksvraag is: Hoe zou het Nederlandse kassengebied kunnen bijdragen aan de verbetering van het Europese klimaat? Om deze vraag te beantwoorden, hebben wij gezocht naar een tuinder die zich bezighoudt met innovaties ter verbetering van het milieu. Hierdoor zijn wij gekomen bij tomatenkwekerij A+G van den Bosch in Bleiswijk. Dit bedrijf wordt geleid door de twee broers, Bart en Rik, en zus Petra. Ten eerste maakt deze kwekerij gebruik van de nieuwe energie, aardwarmte. Ten tweede helpt het bedrijf de CO2 uitstoot te verminderen, met behulp van dezogenaamde CO2 lijn van Shell. Door deze kwekerij als onderwerp te kiezen voor ons eigen onderzoek, hopen wij door middel van berekeningen en een interview, onze hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Dus wat wij willen onderzoeken is of er een klimaatverbetering haalbaar is door innovatie bij tuinbouwbedrijven, door het installeren van aardwarmte. Wij hebben dit berekend voor één tuinbouwbedrijf, namelijk A+G van den Bosch, en dit opgeschaald naar Nederland en Europa. Om onze vraag te beantwoorden, hebben wij uitgezocht hoe de twee bovenstaande vernieuwingen werken, en of zij in de praktijk ook voldoende bijdragen. Hierbij willen we dus weten hoe de nieuwe energie die A+G van den Bosch gebruikt, namelijk aardwarmte, werkt. Hoe de Shell lijn tot stand gekomen is, en hoe A+G van den Bosch hiervan gebruik maakt. Bovendien willen we weten of deze investering met betrekking tot aardwarmte rendabel is en hoeveel energie en CO2 besparing dit oplevert. Als laatste willen we weten of het bedrijf met deze extra investering nog steeds kan blijven concurreren met andere bedrijven binnen Europa. Om deze vragen te kunnen beantwoorden hebben wij allereerst een interview afgenomen met Petra van den Bosch, van het bedrijf A+G van den Bosch, dat hieronder te lezen is. Kwekerij A+G van den Bosch heeft zich, met ruim 25 ha kassen en twee sorteerlocaties in Berkel en Bleiswijk, volledig gespecialiseerd in de productie, het sorteren en het verpakken, van vleestomaten. A+G van den Bosch heeft gekozen om de producten te telen met behulp van aardwarmte. Zij hebben hiervoor gekozen omdat aardwarmte een duurzame oplossing is voor het enorme gasverbruik in de tuinbouw, en de mogelijkheid van onzekerheid over toekomstige energiekosten om te zetten in vaste acceptabele energiekosten. Een warmtebron aanleggen is een forse investering, en het verkrijgen van extra leningen waren hiervoor nodig. De bank stond hier enthousiast tegenover. Dit ook omdat de warmtebron waarschijnlijk oneindig werkt. Er dienen wel regelmatig pompen te worden vervangen, maar de putten zelf ‘slijten’ in principe niet. In 2007 werd de eerste bron aangelegd en in 2009 een tweede bron. De financiering van de tweede bron was rond voor de bankencrisis en de tuinbouwcrisis. Het bedrijf van A+G den Bosch denkt dat de investering van de warmtebron in ongeveer 10 jaar terugverdiend zal zijn. De exacte terugverdientijd hangt af van de energieprijs. Zo zei Petra, dat tijdens het boren van de eerste bron de gasprijs 20 cent per m3 was en tijdens het boren van de tweede bron de prijs gestegen was naar 40 cent per m3. De prijzen van de tomaten zijn echter nagenoeg niet veranderd. Wel worden af en toe nieuwe klanten binnengehaald vanwege het milieuvriendelijk telen van tomaten. Ook bestaande klanten vinden de aardwarmteput prachtig. Maar een meerprijs op de tomaten zelf blijft moeilijk te realiseren, zegt Petra. Als bedrijf doet A+G van den Bosch niet aan het nieuwe telen. Zij telen wel anders dan voorheen, met frequentie geregelde verwarmingsbuizen en lagere buistemperaturen om de bronnen beter te benutten. Bart van den Bosch vertelde dat het bedrijf soms wel ideeën haalt uit het nieuwe telen, maar dat het bedrijf het nieuwe telen nog niet toepast omdat ze nu eerst nog bezig zijn met de aardwarmte investering. Op de vraag of de glastuinbouw een grote rol speelt bij het Europese klimaat antwoordt Petra dat de glastuinbouw veel fossiele brandstoffen verbruikt. Overigens zijn de afgelopen tien jaar al forse maatregelen genomen door tuinders om het energieverbruik te beperken waardoor de teelten 11
minder milieubelastend zijn dan vroeger. Met een aardwarmtebron in combinatie met CO2 voorziening door Shell heeft A+G van den Bosch een enorme reductie bereikt, vertelt zij. Toen A+G van den Bosch bezig was met het onderzoek naar aardwarmte, was Shell gelijktijdig bezig met de CO2 lijn. Voor het bedrijf kwam dit natuurlijk als een mooie bijkomstigheid. Zo hoefde de WKK niet meer gebruikt te worden om CO2 te produceren en kon de CO2 goedkoper ergens anders vandaan gehaald worden. Er moet voor de CO2 vanzelfsprekend wel betaald worden. Je betaalt voor een maximale capaciteit, en voor de hoeveelheid die je afneemt. De afname verloopt via OCAP. OCAP heeft een leidingnetwerk aangelegd en zorgt naast distributie ook voor de verkoop van de CO2. Wat betreft de Europese en Nederlandse regelgeving zijn er nog veel verschillen op het gebied van arbeid. En hierdoor zijn er ook veel verschillen in kostprijs. Op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen worden de verschillen met betrekking tot wetgeving steeds kleiner, de vraag is hoe er gehandhaafd wordt. Een stimulans voor andere telers om mee te doen aan het duurzame telen is laten zien hoe rendabel de investering is. Ook de overheid zou minder accijns kunnen heffen op duurzame bedrijven. Op deze manier wordt het voor veel bedrijven aantrekkelijker om het risico van de investering te nemen. Vooronderzoek is ook belangrijk voordat een bedrijf ergens in gaat investeren. Bedrijf A+G van den Bosch deed dat bijvoorbeeld ook. Zij deden onderzoek naar rentabiliteit, en vooronderzoek naar slagen aardwarmteboring in vergelijking met investeren in een WKK. Aardwarmte voor complete woonwijken is op het moment niet ideaal. Sinds de huizenmarkt is ingestort, worden er weinig compleet nieuwe woonwijken gebouwd waar deze bronnen zouden kunnen worden toegepast. Ook worden woonwijken niet meer in één keer neergezet maar gefaseerd gebouwd. De nieuwe huizen dié worden gebouwd, zijn ook nog eens heel goed geïsoleerd. Hierdoor is het gebruik van warmwater voor verwarming voor de huizen minimaal en kan de warmtebron zijn warmte eigenlijk niet goed kwijt. Al met al is aardwarmte op dit moment in de woningbouw niet rendabel. Door de crisis zijn banken veel voorzichtiger geworden met het financieren van dit soort innovaties. In de tijd dat A+G van den Bosch ermee begon, wat voor de financiële crisis was, waren banken nog wel enthousiast over dit soort projecten. Ook was het bedrijf de eerste in Nederland, waardoor er wat betreft wetgeving nog vrij weinig over bekend was. Op dit moment bestaan er meer heffingen, kosten, en moet je meer onderzoek doen voordat je aan een project mag beginnen. Ook het genoemde risico op een succesvolle boring is zoals vermeld een punt van aandacht. Verwachting is dat er per jaar ongeveer 5 tot 6 aardwarmtebronnen in Nederland zullen worden geboord voor de kassenbouw bovenop de 9 die er nu al zijn. Dat zullen er in 2020 dus ongeveer 50 zijn. Als laatste vroegen we A+G van den Bosch naar hun plannen voor de toekomst met betrekking tot investeren en klimaat. Het bedrijf A+G van den Bosch is van plan te investeren in een warmtepomp, waardoor de aardwarmtebron nog beter benut kan worden (water kouder retour brengen) en het energieverbruik verder omlaag gaat. Wanneer het Westland en omringende gemeenten klimaatneutraal kunnen worden, kan Petra ons niet vertellen. Wel zou A+G van den Bosch de investering met betrekking tot aardwarmte aan iedereen willen aanbevelen. Voorwaarde is wel dat je een groot bedrijf moet hebben of als bedrijf moet samenwerken met andere bedrijven bij het slaan van een put en het realiseren van de installaties. De investeringskosten (aanvangskosten) zijn anders te hoog.
12
Onderzoek milieu + financiële besparing Voor ons eigen onderzoek en verdieping op het interview met het bedrijf van A+G van den Bosch zijn wij 12 september ’s avonds langs geweest. Hier werden wij hartelijk ontvangen door Bart van den Bosch. Eerst kregen we een rondleiding door de vestiging op de Pertunialaan. A+G van den Bosch heeft twee grote vestigingen van 7,2 en 14,9 hectare. Tijdens deze rondleiding legde Bart ons van alles uit over hun grootste innovatie, de warmtebron. Het bedrijf was al van zijn vader, een echt familiebedrijf dus. Er stonden ook nog oude gas ketels, een stukje geschiedenis. In de kassen liet Bart ons de tomaten en de buizen waarmee ze verwarmd worden, zien. Door deze buizen loopt het water uit de warmtebron van ruim 60 graden Celsius. Het water moet overigens via een warmtewisselaar eerst worden omgezet naar ‘zoet water’. Het water uit de bron is nogal zout. Dit zou de buizen van de kas aantasten met corrosie. Ook vertelde hij dat het bedrijf een periode gebruik heeft gemaakt van een Warmte Kracht Koppeling (WKK). Hiermee creëer je, door zelf aardgas of olie te stoken, warmte en CO2. Dit was niet meer nodig door de warmtebron. De volgende berekeningen zijn gebaseerd op het bedrijf van 12 hectare, namelijk de locatie aan de Pertunialaan. De gegevens sluiten hierop aan. Met de warmtebron op de locatie van 5 hectare houden ze veel warm water over, waardoor ze in de toekomst gaan proberen een deel aan de buren te verkopen. Ons onderzoek hebben we vooral aan de hand van tomatenkwekerij A+G van den Bosch gedaan. Hierdoor hebben we de besparing van het Nederlandse kassengebied uitgerekend in de uitstoot van CO2 en gebruik van aardgas.
Warmtekrachtkoppeling Zoals vermeld heeft A+G van den Bosch in het verleden ook gebruik gemaakt van de Warmtekrachtkoppeling (WKK). Met een warmtekrachtkoppeling stook je zelf gas of olie. Hierdoor verwarm je dus je kas maar kan je de hiermee vrijgekomen CO2 direct gebruiken voor de kas. CO2 hoef je dan dus niet meer extern in te kopen. Kosten: ‐
‐
Ketel: 100.000 euro per jaar aan afschrijving (investering 1.000.000 euro die in 10 jaar wordt afgeschreven Stoken: 500.000 euro per jaar aan gas
Hier komen we op een totaal uit van +/‐ 600.000 euro per jaar. Zoals je ziet zijn deze jaarkosten relatief hoog. Over een periode van 10 jaar ben je (600.000*10=) 6.000.000 kwijt. Als we een langere periode nemen, 15 jaar, zullen deze kosten (600.000*15=) 9.000.000 bedragen.
Warmtebron
Bron: A+G van den Bosch
A+G van den Bosch was het eerste tuinbouwbedrijf in Nederland dat een warmtebron installeerde. Hier hebben ze veel onderzoek voor moeten doen omdat er nog vrijwel niks over bekend was. Na veel berekeningen kwamen specialisten met de kans P 90 dat de boring zou slagen. Dit betekent een kans van 90%. Aangezien je niet eerst een proefboring kan doen maar gelijk de eerste keer echt, ben je direct je investeringsbedrag kwijt. Dit vond A+G van den Bosch een te groot risico. Er is uiteindelijk 13
overeengekomen dat bij mislukking 80% door de Land‐ en Tuinbouw organisatie zou worden vergoed waarbij het bedrijf is aangesloten. De Land‐ en Tuinbouworganisatie wilde op deze manier graag ervaring opdoen met aardwarmte. Met dit vooruitzicht durfde A+G van den Bosch het risico aan. Het boren was veel werk omdat ze op zoek moesten naar de goede grondsamenstelling en diepte. De grond bestaat uit verschillende lagen als zand en klei. Je moet in de goede laag terecht komen wil je goed water kunnen halen. Uiteindelijk hebben ze een bron geboord van 2 km diep. Hier halen ze water van 60 graden Celsius uit de grond en dat pompen ze na gebruik terug wanneer het 28 graden Celsius is. Er komt per uur 200 m3 water uit de bron. Dit staat gelijk aan 5,5 M Watt per uur. De totale kostprijs van een warmtebron is ongeveer 3 miljoen euro. De kosten van de leidingen en warmtewisselaar bedragen 600.000 euro. Alles meegerekend kom je op een prijs van 3,6 miljoen euro. In de warmtebron is een pomp geïnstalleerd die 65.000 euro kost. De pomp gaat 7,5 jaar mee. In een periode van 15 jaar heb je dus 2 pompen nodig. Totaal bedrag wordt dan 130.000 in 15 jaar.
Volgens A+G van den Bosch bedragen de maandelijkse Bon: A+G van den Bosch elektriciteitkosten 1.000 euro. Als we die kosten over 15 jaar berekenen, komen we uit op: 1.000*12*15= 180.000 euro De totale jaarkosten komen uit op 3.600.000+130.000+180.000= 3.900.000/15= 261.000 euro Met de warmtebron verwarm haal je dus alleen warm water uit de grond. Omdat de planten zoals vermeld ook CO2 nodig hebben, moet het bedrijf daar toch aan komen. Dit gebeurt via de CO2 lijn van Shell. De kosten bedragen voor A+G van den Bosch 100.000 euro per jaar. De totale kosten komen over een periode van 10 jaar per jaar dus uit op 361.000 euro. Dit is per saldo dus 239.000 euro per jaar goedkoper dan de traditionele wijze van verwarmen en CO2 opwekking. Over 10 jaar gezien gaat het dus om een bedrag van bijna 2,4 miljoen euro! Over een periode van 15 jaar gezien gaat het zelfs om 3,6 miljoen euro.
Warmtepomp De warmtepomp is een innovatie die A+G van den Bosch ook van plan is uit te gaan voeren. Met de warmtepomp kan je extra warmte uit het gepompte water halen en werkt dus in combinatie met de warmtebron. Het is de kunst het water zo koud mogelijk terug de grond in te stoppen. Hoe lager de retourtemperatuur des te hoger het rendement en dus de rendabiliteit. De temperatuur van het terug te pompen water zal naar verwachting 14 in plaats van 28 graden Celsius bedragen. De tank waarin het water wordt opgeslagen bedraagt 1.200 m3. Zo kunnen de warmtebron en pomp de hele dag hun werk doen zonder te stoppen. Het water wordt opgeslagen in de tank. Vooral zomers wordt er alleen ’s ochtends gestookt om de planten op gang te helpen. Zo kan er veel water in een keer worden benut. Bedrijf A+G van den Bosch verwacht dat de pomp tenminste 8 jaar meegaat . De totale kosten over deze 8 jaar bedragen dan: 14
‐ ‐ ‐
De pomp: 65.000 euro Kosten gas: 1 miljoen euro (ofwel 125.000 euro per jaar) Service ketel per uur: 3,75 euro ofwel 262.800 (3,75*24*365= 32.850 euro per jaar)
65.000+1.000.000+262.800= 1.327.800 euro over 8 jaar = 165.975 euro per jaar Warmte pomp kosten over 15 jaar: 165.975*15= 2.489.625 euro. Overigens is dit een conservatieve schatting. De pomp gaat waarschijnlijk veel langer mee dan de pomp in de boorput omdat deze boven de grond en dus niet in het zoute water staat. A+G van den Bosch hoopt dat de pomp zelfs 15 jaar meegaat. Door warmtepomp worden er extra KW uitgehaald. In eerste instantie wordt er van 1 KW, 18 KW uitgehaald. Door de warmtepomp wordt er later nog van 1 KW, 7,5 KW uitgehaald. De besparingen worden door A+G van den Bosch op 250.000 euro geschat. Ook hier dus 85.000 euro per jaar ofwel 850.000 in 10 jaar en 1.275.000 in 15 jaar besparing op energiekosten.
Milieu besparing A+G van den Bosch Tomatenkwekerij A+G van den Bosch heeft voor de beslissing over te gaan op aardwarmte veel berekeningen gedaan en laten doen naar de besparing van onder andere CO2. Hier kwam uit dat de twee vestigingen samen 17.000 ton CO2 per jaar zouden gaan besparen. Ze hoeven nu zelf geen aardgas of olie meer te verbranden. Hierdoor hoeven ze alleen de benodigde CO2 bij Shell in te slaan zonder extra uitstoot. Dit scheelt Shell natuurlijk ook gelijk CO2 uitstoot omdat ze het nu bij onder andere de kassenbouw kwijt kunnen en zij er anders emissieheffing over moeten betalen. Behalve de CO2 uitstoot, kun je de milieulast ook uitdrukken in aardgas. A+G van den Bosch gebruikt, na het overgaan op aardwarmte, 9 miljoen m3 minder aardgas.
Milieubesparing kassengebied Nederland (door middel van warmtebron dus exclusief toekomst innovatie warmtepomp) A+G van den Bosch heeft een kasoppervlakte van 7,2 +14,9= 22,1 hectare. De totale oppervlakte van het Nederlandse kassentuinbouwgebied bedraagt 10.000 hectare. Aangezien er ook kassenbouw is waar niet gestookt wordt en op niet elk stuk direct een kas staat zijn wij in onze berekeningen uitgegaan van 9.000 hectare actief verwarmde kassen. 1km2= 100 hectare
Uitstoot CO2 per jaar
Gebruik aardgas per jaar
Besparing A+G van den Bosch (22,1 ha)
17.000 ton minder CO2
9 miljoen m3 minder aardgas
Besparing kassengebied Nederland (9.000 ha)
6.913.076 ton minder CO2
3.556 miljoen m3 minder aardgas
15
Oppervlakte
Totale CO2 uitstoot
Uitstoot per hectare
Kassengebied NL
10.000 hectare
7.750 kton
0,775 kton
Europa
1.000.000.000 hectare
4.314.151 kton
0,00431 kton
Totale uitstoot CO2 kassengebied Nederland per jaar: 7,750 kton. Besparing CO2 door overgaan op aardwarmte kassengebied Nederland per jaar: 6.923 kton. Dat is 89,33% Totale uistoot CO2 Europa per jaar: 4.314.151 kton. Besparing CO2 door overgaan op aardwarmte kassengebied Nederland per jaar: 6.923,077 kton. Dat is 0,16% van de Europese uistoot per jaar. Dit lijkt misschien niet veel maar als je bedenkt wat voor klein oppervlak Nederland heeft in vergelijking met heel Europa is dit een forse bijdrage. Er is niet één grote oplossing voor het klimaat probleem dus moeten we het zien in het licht van een groot aantal bijdragen op deelterreinen. Aardwarmte in de tuinbouw is daar zeker één van.
Verduidelijking in grafieken We zullen nu vijf economische en milieutechnische grafieken bekijken. We hebben bij de berekeningen steeds gekeken naar de situatie over 15 jaar. In de tabellen hierboven hebben we de besparing berekend. In de grafieken gaat het om de uitstoot voor en na het overgaan op aardwarmte. Het klopt dus dat deze getallen verschillen. Hieronder staan twee grafieken over het bedrijf A+G van den Bosch. In de bovenste grafiek is te zien dat, wanneer dit bedrijf gebruik zou blijven maken van de WKK, hun kosten na 15 jaar 9 miljoen euro zijn. Maar wanneer ze gebruik zouden maken van aardwarmte, zouden de kosten na 15 jaar nog maar 3.6 miljoen euro. Dit scheelt dus een hoop. Bovendien wordt de CO2 uitstoot door het aardwarmte project ook teruggedrongen. Dit is te zien in de tweede grafiek. Wanneer ze het aardwarmte project niet hadden toegepast zou hun CO2 uitstoot over 15 jaar 285.465 ton zijn. Maar wanneer het aardwarmteproject wel zou zijn toegepast, verminderd de uitstoot enorm. De uitstoot is na 15 jaar namelijk nog maar 30.465 ton.
Kosten van bedrijf A+G van den Bosch 10.000.000 9.000.000 8.000.000 7.000.000
€9 miljoen
Besparing: €5,4 miljoen
6.000.000 5.000.000
WKK
4.000.000
Warmtebron
3.000.000 2.000.000
€3,6 miljoen
1.000.000 0 kosten per 15 jaar
16
CO2 uitstoot Bedrijf A+G van den Bosch
300.000 250.000
285.465 ton
Besparing: 225.000 ton
200.000 150.000
Voor overgaan aardwarmte
na overgaan aardwarmte
100.000
50.000
30.465 ton
0
Uitstoot CO2 per 15 jaar in tonnen
De derde grafiek hieronder gaat over de CO2 uitstoot in Nederland. Wanneer we aardwarmte zouden toepassen op alle kassen in Nederland zou dit erg schelen voor de CO2 uitstoot. Over 15 jaar zal de uitstoot namelijk nog maar 12.405 kton. Terwijl wanneer er geen aardwarmte toegepast zou worden er over 15 jaar 116.250 kton aan CO2 zou worden verbruikt. CO2 uitstoot kassengebied Nederland 140.000
120.000
100.000
Besparing: 103.845 kton
80.000 Voor overgaan aardwarmte 60.000
116.250 kton
40.000 20.000 0
Na overgaan aardwarmte
12.405 kton Uitstoot CO2 per 15 jaar in kton
De laatste grafieken gaan over Europa. Wanneer er geen aardwarmte wordt toegepast in alle Nederlandse kassen zal de CO2 uitstoot in Europa over 15 jaar 64.712.265 euro zijn. Maar wanneer wel aardwarmte wordt toegepast in de Nederlandse kassen zal over 15 jaar de CO2 uitstoot nog 64.608.420 euro zijn. In de laatste grafiek is te zien dat het aardgas gebruik in Europa afneemt met 60.000m3.
17
CO2 uitstoot Europa
64.740.000 64.720.000
64.700.000
64.680.000 64.660.000 64.640.000
Besparing: 103.845 kton 64.71 miljoen kton Voor overgaan aardwarmte Na overgaan aardwarmte
64.620.000
64.600.000
64.61 miljoen kton
64.580.000 64.560.000
64.540.000 Uitstoot CO2 per 15 jaar in kton
Gebruik aardgas Europa
18
Conclusie/ advies Onze hoofdvraag was: ‘Hoe zou het Nederlandse kassengebied kunnen bijdrage aan de verbetering van het Europese klimaat?’ De negatieve ontwikkeling van het milieu gaat vooral over het broeikaseffect. De aarde wordt verwarmd door de zon. Dit is dus een klimaatverandering. Het gevolg hiervan is dat bijvoorbeeld gletsjers smelten en hierdoor de zeespiegel stijgt. Omdat het klimaatprobleem steeds grotere vormen aanneemt, heeft de Europese Unie maatregelen genomen om het probleem te beperken. In 2007 zijn een aantal doelstellingen afgesproken voor in 2020. Voorbeelden hiervan zijn: 20% vermindering uitstoot broeikasgassen en 20% minder energieverbruik. Deze doelstellingen worden gehoopt te halen door een aantal maatregelen. Voorbeelden van deze maatregelen zijn: Herzien emissierechten voor minder CO2 uitstoot en minder uitstoot van broeikasgassen van transportbrandstoffen. Om de groei van planten te bevorderen geven tuinders hun planten extra CO2. Dit levert dus een hoge CO2 uitstoot op. Ook is er in de kassenbouw veel lichtuitstoot, water‐ en energieverbruik. Door middel van innovaties kunnen deze verschillende soorten uitstoot worden verminderd. Er zijn een heel aantal verschillende innovaties. Wij hebben er een aantal onderzocht. De eerste innovatie is aardwarmte. Aardwarmte is een schone energie die nooit opraakt omdat de putten oneindig zijn. Wel is deze innovatie erg duur en risicovol door het diepe boren. De tweede innovatie is ‘Het Nieuwe Telen’. Dit is een pakket van teeltmaatregelen die stapsgewijs kunnen worden ingevoerd. Op deze manier blijven de investeringen gespreid en beperkt. De derde innovatie is de warmtekrachtkoppeling (WKK). De warmtekrachtkoppeling wekt warmte en elektriciteit op in één installatie. Dit kost minder brandstof, bijvoorbeeld aardgas, dan het apart opwekken van warmte en elektriciteit. Bovendien gaat de warmtekrachtkoppeling lang mee. De laatste innovatie is de CO2 lijn van Shell. Normaal gesproken wordt bij de verbranding van aardgas de vrijgekomen CO2 in de kas gebracht om de groei van planten te bevorderen. In plaats van zelf aardgas te stoken, kan CO2 worden aangekocht van bijvoorbeeld Shell of andere grote industriële bedrijven. Deze CO2 wordt dan naar tuinbouwbedrijven getransporteerd. Zo wordt de uitstoot van CO2 flink verminderd. Zoals onze berekeningen laten zien zou de glastuinbouw 89,33% CO2 kunnen besparen op de huidige uitstoot. Voor een klein gebied als het Nederlandse kassengebied levert dit dus een substantiële bijdrage aan verbetering van het Europese klimaat. Dit houdt namelijk 0,16% van de totale Europese uitstoot van CO2 in. Als het hier aanslaat, kunnen andere landen ook massaal overstappen. Een mooie bijkomstigheid is dat in 15 jaar er ook 60.000m3 aardgas kan worden bespaard. Ook tonen onze berekeningen aan dat het over 15 jaar gezien aanzienlijk goedkoper is dan traditioneel verwarmen van kassen (door middel van een warmtekrachtkoppeling bijvoorbeeld). De combinatie van milieuvriendelijk en ‘goed voor de portemonnee’ is voor tuinders een verleidelijke investering. Er zitten natuurlijk wel risico’s aan. Het gaat om grote investeringen en de vergunningen moeten in orde zijn. Er veel worden gerekend, uitgezocht en gefinancierd. Ook het boorrisico is aanzienlijk. Al met al is en blijft het een grote afweging. We hebben meerdere innovaties bekeken en ‘Het Nieuwe Telen’ is volgens ons eentje waarmee kan worden bespaard door middel van simpele en kleine investeringen. Bovendien is deze ook goed te combineren met andere innovaties. Toch ligt volgens ons de markt vooral in aardwarmte. Tomatenkwekerij A+G van den Bosch is een goed voorbeeld van een bedrijf dat er door de warmtebron goed op vooruit is gegaan. Na ons eigen onderzoek te hebben afgerond vinden wij dan ook dat de Nederlandse kassenbouw over moet gaan op aardwarmte voor de verbetering van het Europese klimaat. 19
Logboek Datum
Wie
Tijdsduur
Bezig geweest met
9 maart
Samen
Een dag
11 april
Samen
Een dag
15 en 16 mei
Samen
2 dagen
10 september 12 september 18 september 19 september
Samen
Een dag
Samen
2 uur
Samen
3,5 uur
Naar de Wageningen universiteit geweest. Hier hebben we aan onze onderzoeksvraag gewerkt. Ook hebben we veel informatie gekregen over Europa en het klimaat. Naar instituut Clingendaal, ministerie van Infrastructuur en Milieu en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten geweest. Hier hebben we weer veel informatie ontvangen en ook gedebatteerd. Naar het European Values Centre, universiteit Tilburg geweest. Ook hebben wij overnacht in Mechelen en hebben wij in Brussel het Europarlement bezocht en gedebatteerd met de Europarlementariërs. Naar Den haag geweest voor de pre‐conferentie. Bezig geweest met de afronding van het profielwerkstuk. Afspraak met Bart van den Bosch. Hij heeft ons informatie en een rondleiding gegeven. Bezig geweest met uitwerken onderzoek.
Samen
2 uur
Alle informatie nagekeken. Conclusie en nawoord geschreven. Ook een bronnenlijst gemaakt.
De punten in het logboekoverzicht hierboven zijn de belangrijkste bijeenkomsten van ons onderzoek geweest. Hiernaast hebben wij ook nog veel andere dagen thuis aan ons profielwerkstuk gewerkt. Hierin is erg veel tijd gaan zitten. We hebben dit overigens niet in een logboek bijgehouden maar het gaat om vele werkdagen. In het navolgende hebben we het werk in grote lijnen beschreven. Na de eerste studiebijeenkomst hebben wij veel informatie opgezocht en ons ingelezen over het onderwerp. Daarnaast hebben wij nagedacht over de deelvragen en hoe we deze aan wilden pakken. Na de tweede studiebijeenkomst zijn wij echt begonnen met informatie verzamelen. Ook hebben wij de deelvragen op onderdelen aangepast en aangescherpt. Na de derde en vierde studiedagen zijn wij verder gegaan met ons verslag. Voor de zomervakantie was ons verslag op hoofdlijnen af en moesten wij beginnen met ons onderzoek. Dat was lastig. We hebben lang gedacht over de aanpak van ons onderzoek. Ook was het moeilijk om iemand te vinden die echt aan ons onderzoek mee wilde werken. Bedrijven worden namelijk overladen met verzoeken vanuit scholen. Je moet dus echt aantonen dat je er gemotiveerd mee aan de slag wil. Dat is ons uiteindelijk goed gelukt. In de zomervakantie hebben we vervolgens stevig doorgewerkt. We zijn veel dagen samen geweest om eraan te werken. En dit ging erg goed. Na de pre‐conferentie dag waren we bijna klaar. We moesten alleen nog een aantal financiële gegevens uitwerken. Ook dit kostte veel tijd en terugkoppeling met het bedrijf. We hebben dus veel tijd in dit onderzoek gestoken en zijn ruim over de 80 studielasturen gegaan.
20
Nawoord Na het maken van dit profielwerkstuk zijn wij erachter gekomen dat het klimaat een heel ingewikkeld en breed onderwerp is. Vooral vonden wij het erg moeilijk om onderzoek te doen naar het klimaat. Ook was het lastig omdat er veel zelf in de zomervakantie gedaan moest worden. Wij hadden verwacht (meer) ondersteuning te krijgen vanuit het YES‐project en school, omdat dit onderwerp volkomen nieuw was voor ons. Gelukkig ging de samenwerking onderling erg goed. We hebben veel samen gedaan. Soms maakte de een iets, dat de ander later weer nakeek. Dit was erg fijn. We vulden elkaar goed aan. Ook vinden wij het heel erg fijn dat we nu meer over het klimaat weten. Het is namelijk een belangrijk onderwerp. Wij hebben verschillende plaatsen bezocht, en toelichtingen gekregen, waardoor wij met veel informatie aan ons profielwerkstuk konden beginnen. Ook is er via internet veel informatie te vinden. Een ander fijn voordeel is natuurlijk dat wij ons profielwerkstuk nu al af hebben. En dat was ook een grote stimulans om mee te doen aan het YES‐project. Al met al hebben we erg hard gewerkt om tot dit resultaat te komen. Van tevoren hadden we niet gedacht zover met een moeilijk onderwerp als dit te komen. We zijn dan ook trots op het resultaat.
Bron: A+G van den Bosch 21
Bronnenlijst http://haaglanden.nl/documenten/2011‐06‐ 30%20routekaart%20haaglanden%20klimaatneutraal.pdf http://www.eia.gov/cfapps/ipdbproject/IEDIndex3.cfm?tid=90&pid=44&aid=8 http://www.agriholland.nl/dossiers/kassenbouw/toekomstkassenbouw.html http://www.europa‐ nu.nl/id/vj3u5w663yzo/nieuws/commissie_komt_met_voorstellen_om_in?ctx=vhesf063wxu9 http://www.yara.nl/sustainability/shaping_issues/climate_change/index.aspx http://www.europa‐nu.nl/id/vhesf063wxu9/europese_aanpak_klimaatverandering http://nl.wikipedia.org/wiki/Groene_stroom http://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzame_energie http://www.agriholland.nl/dossiers/kassenbouw/groeifactoren.html http://www.agriholland.nl/dossiers/klimaatverandering/home.html http://ec.europa.eu/clima/sites/campaign/pdf/climate_change_youth_nl.pdf http://www.nimos.org/pdf/klimaatveranderingEnBroeikaseffect/infoblad3.pdf http://www.heeleuropa.nl/9353000/1/j9vvhtln60suxr8/vi91esyk9ewh www.energiek2020.nu http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0013‐Energieverbruik‐door‐de‐land‐‐ en‐tuinbouw.html?i=6‐40 http://www.nme‐achtkarspelen.nl/upload/253381082.pdf http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=71466ned&D1=28‐ 40&D2=2&D3=0&D4=0%2c7‐9&HDR=G2%2cG3&STB=T%2cG1&VW=T http://www.agriholland.nl/dossiers/herstructureringglastuinbouw/home.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Glastuinbouw http://www.narcis.nl/research/RecordID/OND1323365/Language/nl http://www.agriholland.nl/dossiers/energie/tuinbouw.html http://www.pon‐cat.com/nl/Pon‐Power‐‐Pon‐Equipment/Pon‐Power/Pon‐Power‐ Netherlands/ponpower‐caterpillar‐pon‐cat/Productenoverzicht/wkk/Hoe‐werkt‐een‐WKK/ http://www.energiek2020.nu/ http://www.snelder.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=51&Itemid=59&lang=nl Verder: ‐Meerdere PowerPoint’s en documenten, die we via A+G van den Bosch hebben gekregen en via internet over aardwarmte. ‐Boek: ‘Hoezo Klimaatverandering’ – Pier Vellinga
22