Versie 1.0 Aangemaakt op 01.08.2010 Regulatie 1907/2006/EG
Veiligheidsgegevensblad
1. Aanduiding stof, bereiding en firma
Productaanduiding Gebruik Productnummer
ZF - Ecofluid M Versnellingsbakolie
Leverancier
ZF Friedrichshafen AG Ehlersstraße 50 D-88046 Friedrichshafen
Telefoon / Fax
(+49) 7541-77-3055 / (+49) 7541-77-903055
e-mail
Indien u vragen heeft over het veiligheidsgegevensblad, dan stuur a.u.b. een e-mail aan
[email protected]
Spoednummer:
(+49) 30 - 19240
2. Mogelijke gevaren Dit product is niet als gevaarlijk geclassificeerd in de strekking van de richtlijn 1999/45/EG. Gevaren voor de gezondheid:
De giftigheid van dit product is gering. Kan allergische reacties veroorzaken.
Gevaren voor het milieu:
Product niet in de grond, de riolering, oppervlaktewateren of het grondwater terecht laten komen.
Natuur- en scheikundige gevaren:
Geen bijzonder ontstekings- resp. explosiegevaar bij toepassing conform de voorschriften
3. Samenstelling / Informatie bij de bestanddelen Bereiding Chemische karakterisering: Gevaarlijke bestanddelen Fosforzuurester
product op basis van minerale olie met een DMSO-extract < 3% (IP 346) EG-nr. 294-716-2
Inhoud <1%
De R-zinnen in volledige tekst zijn in hoofdstuk 16 te vinden.
1/8
Symbo(o)l(en) R-zinnen Xi, N R-43, 51/53
4.
Eerste Hulp Maatregelen
Bij klachten een arts consulteren en het veiligheidsgegevensblad overleggen. Na inademen :
Het inademen van dampen, nevels of aerosolen kan irritaties van de bovenste luchtwegen veroorzaken. Betreffende personen naar de frisse lucht brengen en rustig en warm neerleggen.
Na inslikken :
De orale opname van het product kan braken en diarree veroorzaken. Geen braken provoceren om het inademen in de luchtwegen te voorkomen. Niets te drinken geven.
Na contact met de huid :
Verontreinigde, met product doordrenkte kleding onmiddellijk uittrekken. Product met zeep en water grondig afwassen.
Na contact met de ogen : Na inademen :
Grondig en met veel water uitspoelen. Indien er kans is dat het product door inademen in de longen terecht is gekomen (bijv. door inslikken met aansluitend braken) moet de betreffende persoon onmiddellijk medisch worden verzorgd.
5. Maatregelen voor de brandbestrijding Vlampunt:
Zie hoofdstuk 9.
Blusmiddelen:
- geschikt: kooldioxide (CO2), droge blusmiddelen voor de betreffende brandklasse, schuim - niet geschikt: Geen volle waterstraal gebruiken om te blussen. De brand zou daarmee kunnen worden verdeeld.
Bijzondere gevaren:
Bij onvolledige verbranding en thermische afbraak ontstaan er onder andere giftige gassen als koolmonoxide (CO, kooldioxide (CO2), verschillende crackproducten en aldehyden. Verbrandingsproducten dienen principieel als ademgiffen te worden geclassificeerd. Dampen kunnen samen met lucht explosieve mengsels vormen. Dampen zijn zwaarder dan lucht en kunnen zich in de buurt van de grond tot aan verderop aanwezige ontstekingsbronnen uitbreiden.
Bijzondere beschermingsmiddelen bij de brandbestrijding:
Bij sterke rook- of dampvorming moeten in gesloten ruimtes van de omgevingslucht onafhankelijke adembeschermingsmaskers worden gebruikt.
Aanvullende aanwijzingen:
Brandrestanten en gecontamineerd bluswater moeten conform de plaatselijk geldige bepalingen worden weggedaan.
6. Maatregelen bij onbedoeld vrijkomen
2/8
Zie ook hoofdstuk 8 en 13 Personengerelateerde veiligheidsmaatregelen:
Voor goede ventilatie zorgen. Ontstekingsbronnen verwijderen. Niet roken.
Maatregelen na morsen/uitstromen:
Op de vloer: Er is kans op uitglijden door het vrijgekomen product. Het product niet in de grond, de riolering, oppervlaktewateren of grondwater terecht laten komen. Het product met hiervoor geschikte materialen (bijv. zand, oliebindmiddelen ...) opnemen. Gemorst materiaal indammen en met zand of een ander inert absorptiemiddel opnemen. In water: Met drijvende bindmiddelen opnemen en volgens de voorschriften wegdoen. Bij contaminatie van de grond, oppervlaktewateren of grondwater onmiddellijk de verantwoordelijke instellingen waarschuwen.
Aanpak voor de reiniging:
Bij kleine hoeveelheden: ongevallenplek met water en reinigingsmiddel schoonmaken, geen oplosmiddelen gebruiken. Met behulp van fysicalische maatregelen (afpompen, absorberend materiaal). Afvalverwijdering: het opgenomen materiaal naar een gekeurd afvalverwerkingsbedrijf brengen, zie ook hoofdstuk 13.
7. Handhaving en opslag Handhaving : Aanwijzing voor een veilige hantering:
Bij mogelijke damp-, rook-, nevel- of aerolsolvorming voor voldoende ventilatie zorgen. Alle noodzakelijke maatregelen nemen om het explosierisico - vooral bij gebruik en afvalverwijdering van het product - zo laag mogelijk houden. Van brandbaar materiaal verwijderd houden. Product niet samen met levensmiddelen en drank bewaren.
Aanwijzingen voor brand- en expolsiebescherming:
Lege reservoirs kunnen brandbare of explosieve dampen bevatten. Van poetslappen, papier of ander materiaal dat voor het opzuigen van lekkages is gebruikt, gaat een potentieel brandgevaar uit. Verzamelingen van dit soort materiaal voorkomen. Na gebruik veilig wegdoen.
Verdere informatie:
Elektrostatische oplading door aarden van de uitrusting voorkomen. Alle installaties moeten zodanig zijn uitgevoerd dat onbedoeld vrijkomend product (bijv. door scheuren in afdichtingen) niet op hete machineonderdelen of elektrische contacten terecht kan komen.
Opslag Technische maatregelen:
Installaties moeten zodanig zijn uitgevoerd dat het onbedoelde
3/8
vrijkomen in de grond, het grondwater, de riolering of oppervlaktewateren wordt vermeden. Opslagomstandigheden:
Aanbevolen omstandigheden: Bij kamertemperatuur bewaren, droog en van ontstekingsbronnen verwijderd houden. Reservoir stevig gesloten houden. Te vermijden omstandigheden: Niet buiten bewaren.
Onverdraagzame stoffen:
Met sterke oxdatiemiddelen kunnen er gevaarlijke reacties plaatsvinden.
Verpakkingsmaterialen:
Aanbevelingen: Alleen koolwaterstofbestendige reservoirs, afdichtingen, leidingen enz. gebruiken. Het product moet in de originele verpakking worden bewaard.
8. EXPOSURE CONTROLS/PERSONAL PROTECTION
Technische maatregelen:
Het product uitsluitend in goed geventileerde ruimtes gebruiken. In gesloten ruimtes voor een goede ventilatie zorgen of een adembeschermingsapparaat gebruiken.
Blootstellingsgrenswaarden:
Olienevel: 10 mg/m³ (TLV-15 min-STEL) Olienevel: 5 mg/m³ (TLV- 8 h-TWA)
Handbescherming:
Koolwaterstofbestendige handschoenen dragen. Aanbevolen materiaal: nitrilbutadieenrubber of neopreenrubber. De doorbraaktijden van dezelfde handschoensoorten van verschillende fabrikanten kunnen erg verschillen - ook bij een vergelijkbare membraandikte. Daarom moet bij de fabrikant naar de nauwkeurige doorbraaktijden worden geïnformeerd. De eisen aan de beschermingshandschoenen worden bepaald door de in de praktijk optredende voorwaarden (bijv. meervoudig gebruik, mechanische belasting, temperatuuromstandigheden, dikte en duur van de te verwachten blootstelling). Er wordt aanbevolen om vóór de keuze van geschikte handschoenen geschiktheidsproeven door de gebruiker uit te voeren.
Oogbescherming:
Bij spatgevaar beschermingsbril dragen.
Huid- en lichaamsbescherming (aanvullend bij de handbescherming):
Afhankelijk van de eisen gelaatsbescherming, veiligheidsschoenen en koolwaterstofbestendige beschermkleding dragen. Er mogen geen ringen, horloges of eendere zaken worden gedragen waaraan het product kan blijven vastzitten en een huidreactie kan veroorzaken.
4/8
Werkhygiënemaatregelen :
Langer of herhaald contact met de huid vermijden, vooral bij de hantering met afgewerkte olie of afvalproducten. Met product verontreinigde of gedrenkte kleding onmiddellijk uittrekken. Na contact met de huid de betreffende plekken meteen met water en zeep grondig wassen. Geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of brandstoffen gebruiken. Handen niet met reeds gebruikte doeken reinigen. Met product gedrenkte lappen niet in de zakken van de kleding steken. Eten, drinken en roken is in het bedrijf en in het magazijn verboden.
9. Natuur- en scheikundige eigenschappen
Fysicalische hoedanigheid:
Heldere vloeistof
Kleur:
Geel tot amberkleurig
Geur:
karakteristiek
Dichtheid:
850 – 860 kg/m³
Vlampunt:
> 200 °C OC (open bak).
Zelfontstekingstemperatuur:
> 250 °C (ASTM E 659)
Verdelingscoëfficiënt (log Pow):
Log Pow > 6 Temperatuur (°C) 20
Viscositeit:
50 – 55 mm²/s Temperatuur (°C) 40
10. Stabiliteit en reactiviteit Stabiliteit:
Het product is bij de gebruikelijke temperaturen voor de opslag, het transport en het gebruik stabiel.
Te vermijden omstandigheden:
Warmtebronnen (verwarming boven het vlampunt), vonken, ontstekingsbronnen, statische opladingen.
Te vermijden stoffen:
Contact met sterke oxidatiemiddelen vermijden.
Gevaarlijke afbraakproducten:
Bij volledige verbranding en thermolyse kunnen er o.a. giftige stoffen ontstaan als bijv. koolmonoxide (CO), kooldioxide (CO2) alsmede crackproducten, aldehyden en roet.
11. Informatie over toxicologie Acute toxiciteit / lokaal effect
5/8
Inademen, opmerkingen:
Niet geclassificeerd conform de geldige classifcatiecriteria. Het inademen van dampen en aerolsolen kan irritaties van de bovenste luchtwegen veroorzaken.
Contact met de huid, opmerkingen:
Niet geclassificeerd conform de geldige classifcatiecriteria.
Inslikken, opmerkingen:
Klachten door de orale opname van kleine hoeveelheden zijn niet te verwachten. De orale opname van grotere hoeveelheden kan onder andere buikpijn en diarree veroorzaken.
Subacute / chronische toxiciteit: Contact met de huid:
Herhaald en langer dragen van vervuilde kleding kan typische huidklachten (bijv. olie-acne) veroorzaken.
Sensibiliserende werking:
Bevat sensibiliserende bestanddelen. Kan allergische reacties veroorzaken.
12. Informatie omtrent ecologie Opmerkingen bij de ecotoxiciteit:
Voor het product zijn er geen experimentele gegevens beschikbaar. Het product wordt aangezien als weinig gevaarlijk voor waterorganismen. Er zijn geen waarden voor het gebruikte product bekend.
Mobiliteit:
- Lucht: Het verlies door verdamping is klein. - Bodem: Vanwege de natuur- en scheikundige eigenschappen is het product over het algemeen weinig mobiel in de grond. - Water: Niet in water oplosbaar; het product breidt zich op het wateroppervlak uit. Voor het product zijn geen experimentele gegevens beschikbaar. Het aandeel aan minerale olie is voor het belangrijkste gedeelte biologisch afbreekbaar. Een paar bestanddelen zijn mogelijk niet biologisch afbreekbaar.
Persistentie en afbreekbaarheid:
13. Aanwijzingen bij de afvalverwijdering Afvalverwijdering:
De afvalverwerking (qua stof of qua energie) heeft de voorkeur vóór de afvalverwijdering. Hierbij moeten de betreffende europese en/of nationale voorschriften ook omtrent controleplichten en wat betreft eventueel van toepassing zijnde mengverboden in acht worden genomen. Afvalverwijdering door een erkend afvalverwerkingsbedrijf en
6/8
afvalbehandeling of - verbranding door een hiervoor goedgekeurd deskundig bedrijf. Afvalcode:
13 02 05 Niet gechloreerde machine, versnellingsbak- en smeeroliën op basis van minerale olie De afvalcode is afhankelijk van de samenstelling van het product op het tijdstip van de afvalverwijdering. De hier vemelde afvalcode is slechts een aanbeveling. Voor de juiste vastlegging van de afvalcode is degene verantwoordelijk die het afval produceert. De afvalcode moet na ruggespraak met het verantwoordelijke afvalverwerkingsbedrijf worden vastgelegd.
Afvalverwijdering van de verontreinigde verpakking:
Afvalverwijdering rekening houdende met de plaatselijke officiële voorschriften.
Plaatselijke afvalverwijderingsvoorschriften:
Frankrijk: Afvalregister: Ab I EG L349 d.d. 16.02.2001. Gewijzigde wet nr. 75-633 d.d. 15.07.75 voor de afvalbehandeling van afval en voor de herwinning van materiaal. Wetgeving voor het verzamelen van afgewerkte olie: Besluit 79-981 d.d. 21.11.79 en voorschrift d.d. 28.01.99 voor de verwijdering en de verwijderingsomstandigheden. Wet nr. 88-1261 d.d. 30.12.88 voor import, export en transit van afval. Decreet nr. 77-254 d.d. 08.03.77 voor het aflaten van oliën en smeermiddelen in oppervaktewateren.
14. Informatie bij het transport
Landtransport weg (ADR) / spoor (RID):
-
Binnenscheepvaart (ADN/ADNR):
-
Zeeschiptransport (IMO/IMDG):
-
Luchttransport (ICAO/IATA):
-
15. Voorschriften niet verplicht voor kenmerking. R-zinnen: S-zinnen: Bijzondere kenmerking:
n.v.t. n.v.t. Bevat:
7/8
Fosforzuurester, aminozout Kan allergische reacties veroorzaken. EG-richtlijnen:
Bereidingsrichtlijn 1999/45/EG (gewijzigd door richtlijn 2001/60/EG).
16. Verdere informatie Volledige tekst van de R-zinnen van hoofdstuk 2: R43 R51/53
Herzieningsdatum:
Sensibilisering door huidcontact mogelijk. Giftig voor waterorganismen, kan in wateren op langere duur schadelijk effect hebben. 2010-08-01
Dit gegevensblad vult het productgegevensblad aan, vervangt het echter niet. Deze vermeldingen zijn gebaseerd op de huidige stand van onze kennis, vormen echter geen toekenning van producteigenschappen. Gebruikers worden erop gewezen dat het gebruik van een product voor andere dan het beoogde doeleinde met gevaar verbonden kan zijn. De vermeldingen op het veiligheidsgegevensblad ontheffen de gebruiker in geen geval van de verplichting om zich over de geldige voorschriften omtrent zijn werkzaamheden te informeren en deze ook toe te passen. Hij alleen is verantwoordelijk voor de noodzakelijke beschermingsmaatregelen bij de hantering met het product. De aangegeven wettelijke bepalingen moeten de gebruiker bij het vervullen van zijn plicht helpen. Er wordt geen waarborg voor foutloosheid en volledigheid gegeven. De gebruiker is ervoor verantwoordelijk om na te gaan of hij nog verdere plichten heeft dan hier vermeld zijn.
8/8