D R I E M A A N D E L I J K S
I N F O R M AT I E B L A D
V O O R
W E L Z I J N
E N
M I L I E U
I N
D E
B O U W S E C T O R
Erkenningnummer: P 404006 - Afgiftekantoor: Namen - Waarde: € 2,80
Nr 56 - 3e trimester 2010
Vakbekwaamheid bestuurders vrachtwagen voor goederenvervoer Nieuwe regelgeving Op 10 mei 2007 verscheen het KB van 4-05-2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van beroepschauffeurs, dat de Europese richtlijn 2003/59/EG omzet in Belgische wetgeving en het KB van 23-03-1998 aanvult en wijzigt. De KB’s van 18-09-2008 en 28-11-2008 vullen dit KB aan en wijzigen de overgangsdatum voor de geldigheid van de bestaande rijbewijzen van 9-09-2009 naar 31-12-2011. Wat zijn de belangrijkste gevolgen voor de bestuurders van een vrachtwagen (categorie C en CE) die worden ingeschakeld voor het vervoer van goederen? Vanaf 10 september 2009 moet elke chauffeur, die vervoer van goederen over de weg verricht, zijn vakbekwaamheid kunnen aantonen. Dit houdt in dat hij naast de basiskwalificatie die bevestigd
wordt door het gewone rijbewijs, ook de nodige aanvullende vorming heeft gevolgd, wat door een vakbekwaamheidsattest wordt bevestigd. Het KB van 4-05-2007 voorziet volgende situaties: Chauffeurs die na 10 september 2009 een rijopleiding volgen: Deze kunnen naast de gewone rijopleiding voor het behalen van het rijbewijs C of CE, gelijktijdig de bijkomende vorming volgen en een gecombineerd examen afleggen. Het praktijkexamen bestaat dan enerzijds uit een rijtest van anderhalf uur op de openbare weg en anderzijds uit een praktische test van een half uur. Het theorie-examen bestaat uit drie delen, met name: 100 meerkeuzevragen, een casestudy
en een mondelinge proef. Voor elke proef waarvoor de chauffeur slaagt, ontvangt hij een attest (bewijs van basiskwalificatie en/ of een attest van vakbekwaamheid). Deze attesten hebben een geldigheidsduur van 5 jaar en worden net als het medische rijgeschiktheidsattest vermeld op het rijbewijs. De personen die hun nieuwe rijbewijs na 10/09/2009 behalen met vakbekwaamheid, krijgen op hun rijbewijs dus meteen de code 95 (bewijs van vakbekwaamheid met de aanduiding van de vervaldatum). Het attest van vakbekwaamheid is 5 jaar geldig. Voor chauffeurs die reeds een rijbewijs uit de groep C/C1/CE/C1E bezaten vóór 10/09/2009: Deze kunnen via een nascholing deze bijkomende vorming volgen. Hiervoor is een overgangsperiode voorzien. Deze chauffeurs moeten ten laatste op 10/9/2016 het attest van vakbekwaamheid voorleggen en hiermee bewijzen dat ze de 35 punten (7 punten per opleiding van minstens 7 uur) nascholing hebben gevolgd in de vijf voorafgaande jaren. Tijdens deze overgangsperiode blijven ze in orde met de eisen van het KB. Vanaf 10/09/2009 kan de chauffeur op het gemeentehuis de code 95 laten aanbrengen op het rijbewijs. Deze zal dan geldig zijn tot 10/09/2016.
Het woord van de voorzitter Met het einde van de zomer in zicht wordt op de werven alweer stevig doorgewerkt: onze bouwvakkers en aannemers zijn volop in de weer met de verwezenlijking van de dromen van anderen. Ook op het vlak van veiligheid en gezondheid willen we er opnieuw een geslaagd jaar van maken. Het NAVB, het preventie-instituut van de bouw, publiceerde onlangs zijn activiteitenverslag over 2009. Daaruit valt veel te leren. De bouwplaatsadviseurs van het NAVB legden meer dan 8.500 bezoeken af om op de werf het welzijn van de bouwvakkers te bevorderen. Daarnaast waren we druk in de weer met de ontwikkeling van cursussen, het afnemen van examens en het beantwoorden van vragen van aannemers, bouwvakkers en andere bouwbetrokkenen. De doelstellingen van de campagne Afwerking werden niet allemaal bereikt, maar voor de meeste doelstellingen viel er toch een positieve evolutie te noteren. In de geschiedenis van het NAVB zal 2009 wellicht herinnerd worden als het jaar van het XXIXe Internationaal Symposium van ISSA-C over vergrijzing en globalisering in de bouwsector. Dat werd afgesloten met de “Verklaring van Brussel”, een concreet engagement van de sociale partners, de overheden en de internationale welzijnsorganisaties. In de binnenbladzijden van deze uitgave van NAVB info vindt u meer details over de werking van het NAVB in 2009. Het volledige activiteitenverslag is te vinden op www.navb.be > About NAVB > Jaarverslag Justin DAERDEN
Wat moet er gebeuren bij de verlenging van het rijbewijs? Gezien de geldigheidsduur van de attesten beperkt is tot 5 jaar (of tot het einde van de overgangsperiode), zal elke beroepschauffeur (ongeacht hoe lang hij al in het bezit is van een rijbewijs C of CE) verplicht zijn om nascholing te volgen (35 punten in een periode van 5 jaar).
Voorzitter
vervolg pagina 3
RIE EN SEMINA S R U E B K A V
welzijn n e e i t a s i l Signa egenw j i b k r e w op het werken e t n a w r e v en aan er 2010 - HASSELT 1 decemb
9.65 l. 011/23.7 Info: PVL: te @limburg.be com omite veiligheids eiligheidsc /v e .b rg u b www.lim
pagina 4
2 2 4
Opleidings- en examenagenda Het ongeoorloofde gebruik van een graafmachine Alcoholische dranken op het werk Transport van wapeningsnetten met een verreiker
navbinfo
Het ongeoorloofde gebruik van een graafmachine bestuurder 2, de werfleider 3 en de vennootschap als werkgever van de overleden arbeider strafrechtelijk te vervolgen. Naast de hiervoor vermelde tenlasteleggingen (inbreuk op artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 en op artikel 9 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999) worden de vier beklaagden ook vervolgd wegens onopzettelijke doding van de arbeider door een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg.
Conclusie van de strafrechter
Feiten Op 23 maart 2001 deed zich een ongeval voor aan een openluchtzwembad van een gemeentelijk sport- en recreatiecentrum. De politie die ter plaatse kwam, stelde vast dat een arbeider bij werken aan het zwembad met een graafmachine in het lege bassin van het zwembad gevallen was en onder de graafmachine gekneld geraakt was. Hij werd bevrijd door de brandweer en er werd nog een reanimatie gestart, maar zonder succes. De graafmachine had rubberbanden en een hydraulische grijparm waarop een breekhamer gemonteerd was. Aan het uiteinde van de grijparm was een singel (heflint) bevestigd met daaraan een betonnen badboordsteen. Door de val werd deze boordsteen, die 300 kg bleek te wegen, verbrijzeld. Uit verklaringen van collega’s blijkt dat het slachtoffer als bestuurder van een graafmachine tot taak had om (bad)boordstenen af te breken. Op een bepaald ogenblik nam hij zelf het initiatief om de boordstenen in het bassin met de graafmachine op te tillen. Terwijl hij een boordsteen aan het hijsen was, onstond een kantelmoment waarbij de graafmachine via de rand van het bassin naar beneden stortte.
Verslag inspecteur van het Toezicht op het Welzijn op het Werk De inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (AD TWW) stelde in zijn verslag naar aanleiding van
het ongeval het volgende vast: • De oorzaak van het kantelen moet gezocht worden in het overbelasten van de graafmachine. • De graafmachine was van het merk Hitachi type EX22. • In het instructieboek van de constructeur wordt het hijsen van lasten met de machine verboden omwille van het gevaar voor kantelen en beschadiging van de machine. • Nergens kon er enige aanduiding van het hefvermogen van het toestel aangetroffen worden. Vervolgens stelde de inspecteur TWW een proces-verbaal op tegen de projectleider. In dit proces-verbaal werd de projectleider enerzijds ten laste gelegd dat hij een graafmachine Hitachi EX22, die uitgerust was met een breekhamer, heeft laten gebruiken om lasten te hijsen (inbreuk op artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen), en anderzijds dat hij het maximumhefvermogen nergens op de graafmachine heeft laten aanbrengen (inbreuk op artikel 9 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten).
Strafrechtelijke vervolging Het Openbaar Ministerie besliste om naast de projectleider 1 ook de afgevaardigd
De rechtbank van eerste aanleg in Dendermonde, rechtdoende in strafzaken, achtte de inbreuken die de vier beklaagden (projectleider, afgevaardigd bestuurder, werfleider en vennootschap) ten laste werden gelegd, uiteindelijk als niet bewezen. 1. Gebruik van een graafmachine voor het hijsen van lasten Het standpunt van het Openbaar Ministerie dat de graafmachine ingezet zou zijn om hefwerkzaamheden te verrichten, werd niet gevolgd door de rechtbank. Op grond van het in de zaak voorliggend bewijsmateriaal was de rechtbank van mening dat de graafmachine louter ter beschikking gesteld was om boordstenen af te breken en niet om zware lasten te tillen. De bewering dat het slachtoffer op het ogenblik van het ongeval de taak uitvoerde die hem opgedragen was, op een wijze die hem opgedragen was en met materiaal dat hem daarvoor ter beschikking gesteld was, overtuigt niet. De rechtbank was daarentegen van mening dat het slachtoffer de graafmachine op eigen iniatief gebruikt heeft op een wijze die volgens de instructies niet toegelaten was. De rechtbank benadrukt ook dat het slachtoffer een ervaren machinist was die de nodige opleidingen gevolgd had. Het is dan ook aannemelijk dat hij wist, of minstens zou moeten weten, dat het gebruik dat hij van de graafmachine maakte, risico’s inhield en in wezen niet geoorloofd was, zoals blijkt uit de instructies. Bovendien kan het de beklaagden die niet fysiek aanwezig waren op de werf op het ogenblik dat het slachtoffer de graafmachine gebruikte om een zware last te tillen, niet verweten worden dat zij dit ongeoorloofde gebruik niet verhinderd hebben. Er kan evenmin
van hen verwacht worden dat zij een ervaren machinist expliciet meedelen dat hij de graafmachine niet mag gebruiken voor hijsen hefwerkzaamheden. 2. Geen aanduiding van het maximumhefvermogen op de graafmachine De rechtbank achtte het evenmin bewezen dat het maximumhefvermogen nergens op de graafmachine werd aangeduid. De rechtbank was van oordeel dat de tenlastelegging maar kan worden aangenomen als het ter beschikking gestelde arbeidsmiddel een machine zou zijn om lasten te hijsen of te heffen, wat niet het geval was. Vervolgens kan niet worden verwacht dat werkgevers een maximumhefvermogen vermelden op alle toestellen die niet geschikt zijn om te hijsen of te heffen. 3. Gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid De fout in hoofde van de vier beklaagden die bestaat uit het gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid waaruit het overlijden van het slachtoffer gevolgd zou zijn, werd door het Openbaar Ministerie niet afdoende aangetoond. De rechtbank merkte daarbij op dat in de onderneming veel aandacht besteed werd aan het veiligheidsaspect. Zo bleek de firma de VCA voor de bouw te hebben onderschreven en liet ze haar medewerkers een opleiding volgen inzake veiligheid.
Conclusie Op grond van gebrek aan bewijs heeft de rechtbank de vier beklaagden strafrechtelijk vrijgesproken. Ten gevolge van deze vrijspraak is de rechtbank ook onbevoegd om kennis te nemen van de vorderingen inzake burgelijke aansprakelijkheid. (Bron: vonnis rechtbank van eerste aanleg in Dendermonde, 19 januari 2004)
1 De projectleider had de algemene leiding over de werf op financieel, technisch en organisatorisch gebied. 2 De afgevaardigd bestuurder stond in voor de algemene leiding van de onderneming, maar hield zich concreet niet bezig met toezicht op de werf. 3 De werfleider oefende onder meer concreet toezicht uit op de werf.
© NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Alcoholische dranken op het werk Op 3 juni 2010 is het koninklijk besluit van 19 mei 2010 tot intrekking van artikel 99 van het ARAB verschenen in het Belgisch Staatsblad. Dat artikel bevatte het verbod om gedistilleerde alcoholische dranken en gegiste dranken met meer dan 6% volume alcohol binnen te brengen in fabrieken, werkplaatsen en bureaus en op elke arbeidswerf, de bijhorigheden inbegrepen. Sinds 1 april 2009 verplicht een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO 100), die algemeen verbindend verklaard werd bij koninklijk besluit, werkgevers om een preventiebeleid uit te werken inzake alcohol en drugs op arbeidsplaatsen. Deze CAO maakt artikel 99 van het ARAB overbodig. Meer informatie over het preventiebeleid inzake alcohol en drugs vindt u op onze website www.navb.be
2
3e trimester 2010 - Nr 56
navbinfo vervolg van pagina 1
Vakbekwaamheid bestuurders vrachtwagen voor goederenvervoer Nieuwe regelgeving Bij de verlenging van het rijbewijs met 5 jaar moet dus een geldig attest voorgelegd worden dat er 35 nascholingspunten behaald zijn in de voorbije 5 jaar. Door de bijkomende opleiding en nascholing wil Europa de kwaliteit van de beroepschauffeurs en de veiligheid op de weg verbeteren. De inhoud van deze nascholing richt zich dan ook voornamelijk op: • zuinig rijden, slijtage beperken, … • veilig rijden (incl laden en lossen, zekeren van lading) • preventief werken (vermijden van ongevallen, criminaliteit, fysieke risico’s…) • kennis van de regelgeving (sociale regelgeving, goederentransport…) Chauffeurs zijn persoonlijk verantwoordelijk voor hun transport, m.a.w. ook om in orde te zijn met de regelgeving! Ze moeten dus beschikken over een geldig rijbewijs,
verwijzend naar een geldig bewijs van basiskwalificatie, een rijgeschiktheids– attest en een vakbekwaamheidsattest.
machines die de bestuurder voor zijn werk nodig heeft en op voorwaarde dat dit vervoer niet de voornaamste activiteit van de bestuurder is.
Uitzondering De vereiste van vakbekwaamheid is niet van toepassing op bestuurders : 1) van voertuigen max. 45 km/uur 2) van voertuigen strijdkrachten, burgerbescherming, brandweer, handhaving van de openbare orde 3) van testvoertuigen, onderhoud, herstellingen… 4) van voertuigen gebruikt bij noodtoestanden of reddingsoperaties 5) van voertuigen gebruikt voor nietcommercieel goederen- en personenvervoer voor privé-doeleinden 6) van voertuigen (of combinaties van voertuigen) met een MTM van max. 7,5 ton die worden gebruikt voor het vervoer van materiaal, apparatuur of
Dit betekent dat Als de beroepsactiviteit van een vrachtwagenbestuurder volledig valt onder deze uitzonderingen, dan kan hij ook na 9/9/2009 enkel op basis van een bewijs van basiskwalificatie een rijbewijs cat. C behalen, dit wil zeggen met minder uitgebreide examens en minder opleiding. Als de chauffeur in een verder stadium professionele bestuurder wil worden of niet meer onder de uitzonderingen valt, kan hij nog altijd nog een nascholing volgen en zo het attest van vakbekwaamheid behalen.
ten laatste op 9/09/2016 het bewijs van nascholing voorleggen. • Personen die na 9/09/2009 hun rijbewijs C samen met de vakbekwaamheid behalen, moeten 5 jaar bijtellen bij de uitgave van het rijbewijs en moeten dus al (tot 2 jaar) eerder nascholing volgen. • Personen die na 9/09/2009 hun rijbewijs C behalen, maar zonder vakbekwaamheid, kunnen een nascholing volgen om toegelaten te worden tot het goederenvervoer.
Waar kan men bijscholing volgen?
Besluit
De modules navorming vakbekwaamheid worden voor de sector georganiseerd door Edutec (Nederlandstalig) en Construtec (Franstalig).
• Personen die hun rijbewijs C hebben behaald uiterlijk op 9/09/2009, moeten
Meer informatie is hierover te vinden op www.edutec.be – www.constructec.be
© NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Advertentie
3e trimester 2010 - Nr 56
3
navbinfo
Transport van wapeningsnetten met een verreiker
Opleidings- en examenagenda Open opleidingssessies VCA VCA ‘Basisveiligheid’ Nederlands: 21-22/09/2010 18-19/11/2010 Frans: 23-24/09/2010
Gezien op de bouwplaats Probleemstelling Wapeningsnetten moeten soms binnen de werf vervoerd worden en daarvoor is niet altijd een aangepast transportmiddel beschikbaar. Daarom wordt gebruik gemaakt van één van de bouwmachines die wel op de werf aanwezig zijn, zoals een wiellader, een graafmachine of een verreiker. De netten worden opgehangen aan de mechanische arm van een graafmachine of, zoals op de foto hiernaast getoond wordt, aan de hijsarm van een verreiker, en op die manier vervoerd. Tijdens het rijden zwaait de opgeheven last heen en weer en vormt hij dus een risico op kwetsuren voor de werknemers die zich in de nabijheid bevinden en een risico op beschadiging van de machine zelf of van materieel of constructies in de omgeving. De slingerende last manueel begeleiden vormt alleen maar een bijkomend risico.
Praktische oplossing Om dit probleem op te lossen heeft een aannemer het volgende bedacht: op de steunvoeten van de machine wordt een houten balk gelegd waarop de wapeningsnetten kunnen rusten. Hierdoor wordt de
VCA ‘Operationeel Leidinggevenden’ Nederlands:
05/10 – 12/10 – 19/10/2010 examen op 19/10/2010 om 13u Frans:
21/10 – 28/10 – 04/11/2010 examen op 04/11/2010 om 13u Maandelijkse examensessies voor VCA ‘Basisveiligheid’ en VCA ‘Operationeel Leidinggevenden’ 23/08/2010 om 10 u* 20/09/2010 om 10 u* 18/10/2010 om 10 u* 22/11/2010 om 10 u* 13/12/2010 om 10 u*
slingerbeweging tegengegaan en worden de risico’s sterk verminderd.
Opmerking Een dergelijke procedure magen enkel toegepast worden als de gebruiksinstructies van de constructeur van de machine het toelaten. Omwille van het kantelgevaar wordt in deze instructies meestal vermeld dat er geen lasten gehesen mogen worden als de steunvoeten niet correct geplaatst zijn. Meestal
wordt ook vermeld dat er niet met een opgeheven last gereden mag worden. In elk geval moet een risicoanalyse uitgevoerd worden om na te gaan of deze procedure al dan niet aanvaardbaar is. Daarbij moet rekening gehouden worden met de kwaliteit van de rijweg, het gewicht van de lading, de lengte waaover de giek uitgeschoven wordt…
Voorzichtigheid blijft geboden!
Al deze VCA-sessies (opleidingen en examens) vinden plaats op het NAVB in Brussel*
* Het NAVB is verhuisd! Nieuw adres sinds 28 juni: Koningsstraat 132/4 - 1000 Brussel Sessie voor coördinatoren – niveau B Frans: van 13 oktober 2010 tot 26 januari 2011 Deze sessie vindt plaats in het IFAPME in Gembloux (les Isnes).
Publicaties NAVB – Verdelingsmodaliteiten De verdelingsmodaliteiten en de volledige lijst met onze publicaties staan op www.navb.be
Nr. 127
Veilig ontwerp van een eengezinswoning - Goede praktijkvoorbeelden
www.navb.be
Publicaties
Gratis in pdf op www.navb.be?
NAVB dossiers
ja
€ 5*
€ 7,50*
NAVB info (per nummer)
ja
€ 2,80*
€ 3,50*
Abonnement op NAVB info 2 010
nee
€ 15
€ 20
NAVB experts (Beroepsmonografieën)
nee
€ 7,50*
€ 11,20*
NAVB vademecums
nee
€ 30*
€ 40*
De signalisatie van de bouwplaatsen
nee
€ 10*
€ 12,50*
Dvd’s en cd-roms
nee
€ 100*
€ 130*
* Administratiekosten niet inbegrepen
Laatste nummers: • dl. 123: Toepassing van de welzijnsreglementering op buitenlandse arbeidskrachten • dl. 124: Alcohol- en drugspreventie in de bouw • dl. 125: Arbeidsmiddelen voor het uitvoeren van werken op hoogte • dl. 126: Veilig werken op hoogte – Arbeidsmiddelen per bouwberoep
Beroepsmonografieën Enkele voorbeelden: • De schilder • De dakdekker • De polyvalente bouwvakker
NAVB vademecums • Gids voor de preventieadviseur van een KMO in de bouwsector • De veiligheids- en gezondheidscoördinatie van tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – Toelichting bij de regelgeving
Gebruik deze bestelbon of bestel via onze website: www.navb.be
NAVB
In te vullen en terug te zenden naar het NAVB - Koningsstraat 132/4 - 1000 BRUSSEL - Fax 02/552.05.05
Colofon
Leveringsadres:
Facturering: Bouw (PC 124)/Andere sectoren (*)
Naam:..................................................................................................................................................................................
Naam onderneming: ...........................................................................................................................................
Redactie: Adres: ........................................................................................................................................ Nr:................................
Adres: ........................................................................................................................................ Nr:................................
✂
Postnummer: ................................ Gemeente: .............................................................................................. Postnummer: ................................. Gemeente: ................................................................................................ Tel.: ................................................................................ Handtekening: ...............................................................
RSZ-nr: ....................................................................................... BTW-nr: ................................................................ Tel.: ...................................................................................... Fax:
.................................................................................
(*) Schrappen wat niet past
Aantal Gewenste publicatie(s) :
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
(tegen betaling)
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
4
NAVB info is een driemaandelijks informatieblad van het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (ook beschikbaar in het Frans onder de titel “CNAC info”). Luc Christiaens, Christian Depue, Veerle De Saedeleer, Carl Heyrman, Nancy Lambrecht, Véronique le Paige, Isabelle Lootens, Emmy Streuve, Isabelle Urbain, Arlette Vandenhoute, Nicolaas Van Leeuwen, Evy Vinck
Verantwoordelijke uitgever: Carl Heyrman - Koningsstraat 132/4 – 1000 Brussel De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van advertenties. Het redactiecomité van NAVB info streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie. Zij kan er echter niet aansprakelijk voor worden gesteld. De reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en duidelijke bronvermelding.
Informatie en abonnement: NAVB – Koningsstraat 132/4 – 1000 Brussel Tel.: 02/552.05.00 – fax: 02/552.05.05 E-mail:
[email protected] Website: www.navb.be
Opmaak en drukwerk:
3e trimester 2010 - Nr 56
© NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Binnenkort gratis op onze website: het nieuwe NAVB dossier
Prijs op papier Andere persoBouw of onder(PC 124) nen nemingen
NAVB dossiers
De bouw,
ons werk, ons leven
bij Bijlage info NAVB 56 nr.
DRIEMAANDELIJKS INFORMATIEBLAD OVER VEILIGHEID, GEZONDHEID, WELZIJN EN MILIEU VOOR WERKGEVERS EN WERKNEMERS UIT DE BOUWSECTOR • nr. 32
Stukadoorsstelling Toepassingen Bij schilderwerken wordt vaak gebruik gemaakt van een stukadoorsstelling. De ondersteunende onderdelen van deze stelling zijn het drievoetje of stukadoorsvoetje en de schuifkokers. Daarop wordt een stellingvloer gelegd. Planken die gebruikt kunnen worden als stellingvloer, zijn bijvoorbeeld bekistingplanken uit vurenhout die 2,00 m lang, 0,50 m breed en 27 mm dik zijn. Langs de kopse kanten zijn deze planken afgewerkt met een metalen versteviging om versplintering tegen te gaan. Het drievoetje wordt gebruikt als ondersteuning van de schuifkokers waarmee een stukadoorsstelling wordt opgebouwd. Omdat deze stelling
hoofdzakelijk gebruikt wordt door stukadoors die een plafond bepleisteren, bedraagt de hoogte ervan meestal niet meer dan 90 cm.
Beschrijving Het stukadoorsvoetje bestaat uit een basisframe van 3 ronde buizen met een diameter van 25 mm en een dikte van 2 mm, waarin vertikaal een buis bevestigd wordt met een diameter van 45 mm en een dikte van 2 mm. In deze buis wordt een buis geschoven met een diameter van 38 mm en een dikte van 2 mm, waarop een plaat van 5 mm dik bevestigd wordt die in een U-vorm geplooid is. De buis wordt door middel van een pen van 8 mm diameter vastgemaakt aan het basisframe.
Een volledige schuifkoker bestaat uit twee kokers van 45 mm x 45 mm x 2 mm, waarop een U gelast is. Deze kokers kunnen in en uit elkaar schuiven door de U.
Berekening voor een schuifkoker van het type 1200 x 2200
• Wanneer de schuifkokers op een onderlinge afstand van 1,5 meter geplaatst worden, bedraagt de maximaal toelaatbare belasting 214 Kg/m². • Wanneer de schuifkokers op een onderlinge afstand van 2 meter geplaatst worden, bedraagt de maximaal toelaatbare belasting 161 Kg/m².
Berekening voor een stukadoorsvoetje De maximaal toelaatbare belasting van het stukadoorsvoetje wordt berekend in de hoogste stand van het voetje, omdat deze situatie het meest nadelig is. Het voetje moet altijd op een draagkrachtige, vaste ondergrond geplaatst worden. De oppervlakte van de drie steunpunten van het voetje wordt vergroot door middel van plaatjes, waardoor de oppervlaktedruk kleiner wordt. Deze schuifkoker moet in uitgeschoven toestand ondersteund worden door vier stukadoorsvoetjes. De afstand tussen de verschillende voetjes moet gelijkmatig verdeeld worden. Wanneer een schuifkoker in uitgeschoven toestand en ondersteund door vier stukadoorsvoetjes belast wordt met een kracht van 14.175 N, is voldaan aan de vooropgestelde veiligheidsfactor van 1,2. Dit zijn de richtlijnen met betrekking tot de maximaal toelaatbare belasting: • Wanneer de schuifkokers op een onderlinge afstand van 1 meter geplaatst worden, bedraagt de maximaal toelaatbare belasting 322 Kg/m².
Wanneer het stukadoorsvoetje in uitgeschoven toestand belast wordt met een kracht van 7.500 N, is de globale veiligheidsfactor groter dan 1,2. Aan de penverbinding ontstaat een lokale krachtophoping, omdat daar een puntcontact is. In de realiteit maakt de pen echter een kleine indrukking, waardoor het raakvlak sterk vergroot en de spanning in dit raakvlak drastisch daalt. We kunnen besluiten dat de veilige werkbelasting 750 kg bedraagt als het stukadoorsvoetje op een draagkrachtige, vaste ondergrond wordt geplaatst.
Steigers op schragen, zei u? © NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Steigers op schragen worden erg vaak gebruikt op bouwplaatsen, onder andere bij metselwerken. Over dit type steiger doen behoorlijk wat indianenverhalen de ronde. Vaak wordt de vraag gesteld of dit type steiger ook onderworpen is aan de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 31.08.2005 betreffende het uitvoeren van tijdelijke werkzaamheden op hoogte. Het antwoord is even kort als duidelijk: ja. De reglementering spreekt over steigers zonder een bepaald type steiger te specifiëren. Dit houdt in dat ook voor een steiger op schragen een berekeningsnota en montage-instructies voorhanden moeten zijn. In een eerder gepubliceerd artikel werd reeds dieper ingegaan op de eisen voor houten steigerplanken, die meestal gebruikt worden voor steigers op schragen. Een ander discussiepunt is dikwijls of er al dan niet leuningen aangebracht moeten worden aan het werkplatform, want meestal bevindt dat platform zich maar 1,5 à 1,7 m boven de
www.navb.be > campagne
vloer. In de reglementering, met name artikel 434 van het ARAB, wordt bepaald dat een collectieve valbeveiliging aangebracht moet worden als werknemers blootgesteld worden aan een val van meer dan 2 m. De reglementering stelt dus niet dat er geen valbeveiliging aangebracht moet worden als de valhoogte minder dan 2 m bedraagt. Als er gewerkt wordt in een zone met verhoogde risico’s (bv. uitstekende wachtijzers), moet wel degelijk een valbeveiliging aangebracht worden. Het NAVB heeft alle voorschriften voor een steiger op schragen samengebracht in een handige fiche die u kunt downloaden op de website van het NAVB: www.navb.be > Advies > Regelgeving in de praktijk > Technische toelichtingen
vervolg pagina 3
1
Jaarverslag 2009 NAVB 2009 was een jaar waarin het NAVB opnieuw druk in de weer was met adviesverlening op en naast de bouwplaats, met het verzamelen en verspreiden van kennis over welzijn in de bouw en met acties in het kader van de doelgroepgerichte campagne Afwerking. In november organiseerde het NAVB bovendien in Brussel het XXIXste Internationaal Symposium van ISSA-C over Veiligheid en Gezondheid in de Bouw. Deze internationale bijeenkomst van de sectie Bouw van de International Social Security Association stond in het teken van de problematiek rond vergrijzing en globalisering in de bouwsector. Arbeidsongevallen In 2008 werden enkele wijzigingen in de analyse van arbeidsongevallen doorgevoerd ten opzichte van de voorgaande jaren, waardoor het moeilijker is om de gegevens te vergelijken met deze voorgaande jaren. In de eerste plaats werden de NACE-codes binnen de bouwsector gewijzigd. Sinds 2008 wordt de sector onderverdeeld in drie sectoren: 41 (bouw van gebouwen, ontwikkeling van bouwprojecten), 42 (weg- en waterbouw) en 43
• De werkelijke ernstgraad (WEg), een graadmeter voor de ernst, die gebaseerd is op het aantal verloren kalenderdagen, bedroeg 1,62. • De globale ernstgraad (GEg), een andere graadmeter voor de ernst, die in tegenstelling tot de WEg ook rekening houdt met dodelijke ongevallen en blijvende arbeidsongeschiktheden, bedroeg 7,09. Naar aanleiding van het symposium van ISSA-C in november heeft het FAO vooral de nadruk gelegd op het verband tussen arbeidsongevallen en de vergrijzing van werknemers. Onderzoek toont aan dat er bij jongeren meer arbeidsongevallen voorkomen, maar dat hun oudere collega’s een groter invaliditeitsrisico lopen.
Ondernemingen De afdeling “Ondernemingen”, die bouwplaatsgebonden advies verleent aan werkgevers en werknemers van de bouwsector, ontving 23.323 werfmeldingen in 2009. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2008. Het aantal bouwplaatsbezoeken door de adviseurs is logischerwijs ook gedaald: 8.539 bezoeken in 2009 tegenover 9.576 in 2008. Tijdens deze bezoeken werden 80.798 adviezen gegeven op de bouwplaatsen. De vaststellingen van de adviseurs worden ingedeeld volgens de vier MUOP-factoren: Mens, Uitrusting, Omgeving en Product. Bijna 7 op de 10 vaststellingen hebben betrekking op “Uitrusting”; op de tweede plaats komt de factor “Mens”
(gespecialiseerde bouwwerkzaamheden, zoals sloopwerken, afwerking, dakbedekking…).
Verhouding van de vaststellingen voor bouwtoebehoren
Bovendien baseert het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) zich tegenwoordig op de werkgelegenheidscijfers voor het hele jaar, en niet op die van 30 juni van dat jaar. Dit kan de resultaten sterk beïnvloeden.
Arbeidsmiddelen voor werken op hoogte
3,3% 29,1%
0,6%
52,9%
Beschoeiingen
Dit zijn de indicatoren voor de bouwsector voor 2008 (de meest recente gegevens):
Bekistingsmaterieel
• De frequentiegraad (Fg), een graadmeter voor het aantal arbeidsongevallen, bedroeg 55,82.
Elektratoebehoren Gasflessen Valbeveiligingsmiddelen Brandblusmiddelen 0,7%
12,1%
0,8%
0,5%
Andere Fig. 1
Basisveiligheid VCA/BeSaCC: slaagpercentage per maand 86 85
84
84 82 82
80%
Globaal slaagpercentage
81
80
80 79
79
78
80
80
79
79
Sept
Okt
76 75
74 72 70 68
Jan
Feb
Maa
April
Mei
Juni
Juli
Aug
Nov
Dec Fig. 2
Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden VCA-BeSaCC: slaagpercentage per maand 100 100 80
86%
88 80
83
87
87
91
88
86
90 83
70
Globaal slaagpercentage
71
60 50 40 30 20 10 0
Jan
Feb
Maa
April
Mei
Juni
Juli
Aug
Sept
Okt
Nov
Dec
Fig. 5 Fig. 3
2
www.navb.be > campagne
© NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
90
met 16% van de vaststellingen, gevolgd door “Omgeving” (13%). De factor “Product” ten slotte vertegenwoordigt slechts 2% van de vaststellingen. Het meest markante cijfer heeft betrekking op het gebruik van arbeidsmiddelen voor werken op hoogte: deze rubriek vertegenwoordigt 52,9% van het aantal vaststellingen in de rubriek “Bouwtoebehoren” binnen de factor “Uitrusting”. zie Fig. 1 op de vorige bladzijde
Naast het verlenen van advies op de bouwplaats nemen de adviseurs ook actief deel aan interne en externe vergaderingen, werkgroepen en studiedagen. Ze voeren bovendien acties in het kader van de lopende campagne en onderhouden de nodige preventiecontacten met alle betrokken organisaties en instanties.
Examinering, Onderzoek en Ontwikkeling Deze afdeling is opgesplitst in twee deelafdelingen: “Examinering” en “Onderzoek en Ontwikkeling”. De afdeling “Examinering” mocht in 2009 een erkend certificaat uitreiken aan 6.250 geslaagden voor de opleiding “Basisveiligheid VCA/BeSACC”, aan 589 geslaagden voor de zustercursus “VCA Operationeel Leidinggevenden” en aan 75 gelukkigen voor de opleiding VIL-VCU. Daarnaast organiseerde het NAVB ook opleidingen voor veiligheidscoördinatoren van niveau B. zie Fig. 2 en 3 op de vorige bladzijde
Voor de afdeling “Onderzoek en Ontwikkeling” stond 2009 vooral in het teken van de ontwikkeling van nieuw cursusmateriaal enerzijds en de herwerking van bestaand cursusmateriaal anderzijds. Een greep uit het pakket cursussen dat nieuw werd ontwikkeld of herwerkt: • werken op hoogte voor dakdekkers (bevoegd persoon gebruik van steigers, bevoegd persoon montage van steigers); • brandveiligheid voor dakafdichters (i.s.m. BEVAD); • veiligheid voor betonmixerchauffeurs; • veiligheid op de werf voor anderstaligen; • technische module in het kader van de opleiding veiligheidscoördinator niveau B; • stofvrij werken (i.s.m. FVB); • veiligheid op de werf voor sectorintreders.
met alcohol op het werk. Naast een volledig dossier werden ook meerdere modellen voor een beleidsverklaring opgesteld, zoals geëist in CAO 100. Verder werden ook infosessies georganiseerd om de bepalingen van CAO 100 toe te lichten. Een andere belangrijke activiteit van de afdeling “Onderzoek en Ontwikkeling” is het beantwoorden van vragen van interne en externe klanten. In de onderstaande grafiek wordt de verdeling van deze vragen volgens de vijf hoofdthema’s (mens, omgeving, producten, uitrusting en organisatie) weergegeven. zie Fig. 4
Communicatie en Marketing Het doel van deze afdeling is tweeledig: enerzijds de aandacht van aannemers, bouwvakkers en andere bouwbetrokkenen voor welzijn in de bouw vergroten, anderzijds de communicatieaspecten binnen de koepel van de bouwfondsen efficiënt op elkaar afstemmen. In 2009 gaven de afdeling C&M en de dienst “Vertaling en Prepress”, die er tot september deel van uitmaakte, ondersteuning aan andere afdelingen (nalezen, vertalen, tolken) en waren ze actief in verschillende projecten, onder meer publicaties, externe communicatie (inclusief de NAVB-website), symposium, evenementen, lay-out, deelname aan en coördinatie van werkgroepen op het niveau van de koepel van bouwfondsen.
De campagne De bouw: ons werk, ons leven Na Dakwerken en Wegenwerken startte het NAVB in september 2008 de doelgroepgerichte campagne Afwerking, die eind 2009 afliep. Deze campagne verliep in twee fases: een preventieve golf en een handhavingsgolf. Van september 2008 tot aan het bouwverlof van 2009 voerde het NAVB preventieve acties in samenwerking met heel wat partners, die samen het overlegplatform vormden. Gedurende de tweede helft van 2009 voerde de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (AD TWW) van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) een handhavingsgolf.
Ook heeft de afdeling in oktober een vierdaagse opleiding ‘veiligheid op de werf’ verzorgd voor de International Labour Organisation (ILO).
De doelgroep van de campagne omvatte de volgende afwerkingsberoepen: de dekvloerlegger, de tegelzetter, de stukadoor, de buiten- en binnenschrijnwerker, de glaszetter, de schilder-decorateur en de interieurbouwer. Het gaat om een omvangrijke sector, met ongeveer 10.000 ondernemingen en maar liefst 45.000 werknemers.
In het kader van de collectieve arbeids– overeenkomst 100 (CAO 100) heeft de afdeling verschillende acties opgezet in verband
Om het welzijn in deze sector te bevorderen had het NAVB een aantal doelstellingen geformuleerd:
Verdeling van de vragen over de 5 hoofdthema’s
© NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
8%
7%
49%
Organisatie Product Omgeving Mens Uitrusting
7%
29% Fig. 4
www.navb.be > campagne
Fig. 6
Primaire doelstellingen
Symposium
• een daling met 15% van het aantal arbeidsongevallen • een daling met 15% van de ernst van de arbeidsongevallen
Zoals reeds aangekondigd in de inleiding, vond in november het XXIXste Internationaal Symposium van ISSA-C plaats in Brussel, met als thema de problematiek rond vergrijzing en globalisering in de bouwsector.
Secundaire doelstellingen • een daling met 15% van het aantal vaststellingen m.b.t. arbeidsorganisatie • een daling met 15% van het aantal vaststellingen m.b.t. het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen • een daling met 15% van het aantal vaststellingen m.b.t. arbeidsmiddelen bij werken op hoogte • een daling met 15% van het aantal vaststellingen m.b.t. producten • een daling met 15% van het aantal vaststellingen m.b.t. elektriciteit • een stijging met 15% van het aantal ondernemingen dat een beroep doet op een EDPB voor risicobeheer • een stijging met 15% van het aantal opleidingsuren welzijn Om het effect van de campagne te evalueren moeten we ons baseren op de evolutie van de secundaire doelstellingen. Dat geeft de volgende resultaten: • een daling met 17% van het aantal vaststellingen m.b.t. arbeidsorganisatie. Onder de noemer ‘arbeidsorganisatie’ valt een brede waaier aan aandachtspunten, zoals afspraken over samenwerking en coördinatie (coactiviteit), werfinrichting, instructies, EHBO, brandpreventie, signalisatie en ergonomie. • een stijging met 1,7% van het aantal vaststellingen m.b.t. het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen • een daling met 17,4% van het aantal vaststellingen m.b.t. arbeidsmiddelen bij werken op hoogte • een daling met 5% van het aantal vaststellingen m.b.t. producten • een stijging met 5,2% van het aantal vaststellingen m.b.t. elektriciteit • een stijging met 16% van het aantal opleidingsuren welzijn zie Fig. 5 op de vorige bladzijde
De sprekers en panelleden zorgden voor een hoogstaand academisch symposium. De eerste dag van het symposium was gewijd aan het thema vergrijzing. De Finse professor Juhani Ilmarinen legde uit hoe de productiviteit van oudere werknemers verhoogd kan worden via specifieke welzijnsmaatregelen. Een dag later stond de globalisering centraal, een thema dat werd ingeleid door de heer Ahmadou Yeri Diop van het Senegalese Fonds voor Sociale Zekerheid. De recepties en het galadiner waren dan weer een ideaal networkingmoment. Op de laatste dag van het symposium ten slotte werden de lijnen voor de toekomst uitgestippeld tijdens een rondetafelgesprek. Als afsluiting werd de “Verklaring van Brussel” voorgesteld, een concreet engagement tussen de sociale partners, de overheden en de internationale welzijnsorganisaties. zie Fig. 6
Internationaal Het NAVB is al verschillende jaren actief in internationale netwerken om informatie over welzijn uit te wisselen met andere landen. De sectie Bouw van ISSA, de International Roundtable, het Belgische Focalpoint van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk in Bilbao, de ILO (International Labour Organization) en het internationaal VCA-platform zijn de belangrijkste partners met wie het NAVB geregeld contact onderhoudt. Daarnaast onderhoudt het NAVB ook verscheidene bilaterale contacten met diverse organisaties binnen en buiten Europa. Het ultieme doel van deze contacten is om op termijn te komen tot de gemeenschappelijke uitwerking van strategieën, actieplannen en producten. Ten slotte werd de expertise van het NAVB ook aangewend in een aantal internationale Europese dossiers. U kunt het jaarlijks activiteitenverslag van het NAVB in pdf-formaat raadplegen op www.navb.be > About NAVB > Jaarverslag.
3
Als seconden beslissen over leven of dood Evacuatie van arbeiders op pylonen In de wetgeving wordt uitdrukkelijk gewezen op de noodzaak om een intern noodplan op te stellen (o.a. in art. 22 van het Koninklijk Besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk). Eén van de aspecten van dit noodplan is het opstellen van procedures voor het evacueren en het toedienen van eerste hulp aan slachtoffers van ongevallen of incidenten.
Elke arbeider moet zelf alle handelingen voor de evacuatie uitvoeren.
somm In sommige werksituaties (zoals bij het evav arbeiders die op pylonen werken) cueren van voo het veilig evacueren van arbeiders is er voor a echter aangepast materieel en een doorgedreven train training van deze arbeiders nodig. Eén van mog de mogelijkheden is voorzien in een ‘rescue kit’ die speciaal ontworpen werd voor de evav personen op masten. In dergelijk cuatie van materie voorzien heeft uiteraard alleen zin materieel als de aarbeiders op de bouwplaats vertrouwd zijn m met het gebruik van een dergelijke uitrus rusting. O Omdat de evacuatie van arbeiders die onwel worden of het slachtoffer zijn van een ongeval geen alledaagse activiteit is, is het dan ook noodzakelijk dat er regelmatig oefeningen worden ingelast, zodat de opeenvolgende handelingen vlot en zonder tijdverlies uitgevoerd kunnen worden. Op deze manier kan een slachtoffer snel geholpen worden zonder dat er op de hulpdiensten gewacht moet worden.
Enkel de nodige uitrusting ter beschikking stellen van de arbeiders, maar ze niet de gelegenheid geven om onder deskundige begeleiding met het materieel te oefenen, heeft echter geen enkele zin. Door het verkeerde gebruik van het materieel kunnen het slachtoffer én de andere arbeiders zelfs in gevaar gebracht worden. Het is dan ook belangrijk dat de arbeiders zeer goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden en vooral de beperkingen van het evacuatiematerieel, zodat ze weten wanneer ze de evacuatie zelf kunnen uitvoeren en wanneer ze een beroep moeten doen op de hulpdiensten. Sommige ondernemingen kiezen ervoor om hun arbeiders een opleiding te geven, niet alleen met het geschikte materieel, maar ook aangepast aan de werkomstandigheden (hoogte van de pyloon, oppervlakte van de basis van de pyloon…). De fondsen van de bouwsector (FVB 1, NAVB) kunnen u echter ook helpen bij het organiseren van dergelijke gespecialiseerde opleidingen. 1. Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid
Rescue kit “Petzl”
Houten steigervloeren Het Koninklijk Besluit van 31.08.2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte bepaalt onder andere dat er voor elke steiger een berekeningsnota opgesteld moet worden. Voor steigers die opgebouwd worden met prefabelementen levert dit meestal geen grote moeilijkheden op, want vaak kan de stellingmonteur gebruik maken van een berekeningsnota voor een bepaalde steigerconfiguratie die door de constructeur van het steigermaterieel ter beschikking gesteld wordt. Voor steigers met een houten steigervloer is dit echter niet altijd zo evident. Elke houtsoort heeft een specifieke weerstand, onder andere tegen buiging. Om het de gebruiker toch enigzins gemakkelijker te maken worden houtsoorten ingedeeld in klasses naargelang van hun kwaliteit en sterkte. Voor steigervloeren kan het best een houtsoort gebruikt worden die behoort tot de kwaliteitsklasse S10 en de sterkteklasse C6. Een houtsoort van deze klasse heeft een maximaal toelaatbare buigspanning van 28,5 N/mm2. Als deze buigspanning wordt overschreden, breekt de steigerplank. In de berekeningsnota voor de steiger moet bijgevolg gecontroleerd worden dat de
toegelaten buigspanning van de steigerplanken niet overschreden wordt bij de maximaal toegelaten belasting van de steiger. In de praktijk betekent dit dat de maximaal toelaatbare overspanning voor een steigerplank met een bepaalde breedte en dikte bepaald moet worden. Een voorbeeld kan dit verduidelijken: voor een steiger van klasse 6 zijn de maximaal toegelaten belastingen: • een verdeelde belasting van 600 daN/m2; • een puntlast van 300 daN. Opmerking: Eén daN (decanewton) komt overeen met één kgf (kilogramkracht). Als we zeggen dat een persoon 80 kg weegt, bedoelen we eigenlijk 80 kgf.
Dikte van de steigerplanken (in cm) 3 Breedte (in cm) 20
24
Voor een steigerplank van 28 cm breed en 4 cm dik, die ingedeeld wordt in de kwaliteitsklasse S10 en de sterkteklasse C6, betekent dit dat de maximale overspanning 1,50 m bedraagt. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de maximaal toelaatbare overspanning voor steigerplanken die behoren tot de kwaliteitsklasse S10 en de sterkteklasse C6. Deze overspanning wordt bepaald in functie van de dikte en de breedte van de steigerplank.
28
Steigerklasse 1 2 3 4 5 6 2 3 4 5 6 2 3 4 5 6
3,5
4
4,5
5
Maximale overspanning (in m) 1,05
1,35
1,70
2,10
2,50
1,05
1,35
1,70
2,10
2,50
1,05
1,35
1,70
2,10
2,50
1,05
1,35
1,70
2,10
2,50
1,05
1,30
1,50
1,90
2,10
1,05
1,25
1,50
1,65
1,85
1,25
1,60
2,00
2,40
2,70
1,25
1,60
2,00
2,40
2,70
1,25
1,60
2,00
2,35
2,60
1,25
1,40
1,70
1,90
2,10
1,10
1,30
1,50
1,50
1,85
1,40
1,60
2,30
2,80
3,40
1,30
1,60
2,30
2,80
3,40
1,30
1,60
2,10
2,35
2,60
1,25
1,30
1,70
1,90
2,10
1,10
1,25
1,50
1,65
1,85
De Campagnekrant is een initiatief van het NAVB, in samenwerking met ACV Bouw en Industrie, de Algemene Centrale ABVV, de Confederatie Bouw, Bouwunie, ACLVB en FeMa Een initiatief van:
In samenwerking met:
Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf Koningsstraat 132/4 1000 Brussel
4
Tel.: 02 552 05 00 Fax: 02 552 05 05
E-mail:
[email protected] Website: www.navb.be www.navb.be > campagne