GENOTMIDDELEN
2009
Volwassenen
5 V O LW A S S E N E N Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar
werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in 2009 een
schriftelijke gezondheidsenquête uitgevoerd onder volwassenen van 19 tot en met 64 jaar.
De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in een serie van elf factsheets, en geven inzicht in de gezondheid, leefstijl en leefomstandigheden van de volwassenen in de regio.
Wassenaar
LeidschendamVoorburg Zoetermeer Rijswijk
PijnackerNootdorp
Westland Delft
Midden-Delfland
In de factsheets worden resultaten gepresenteerd over het
vóórkomen van indicatoren van gezondheid. Ook is onderzocht
of de indicatoren vaker voorkomen bij bepaalde groepen.
Hierbij zijn de volgende achtergrondkenmerken bestudeerd:
geslacht, leeftijd, etniciteit, burgerlijke staat, opleiding, inkomen en rondkomen.
Hoeveel wordt er gerookt en gedronken door de volwassenen in Zuid-Holland West? En zijn er ook volwassenen die zouden willen stoppen met roken of minder alcohol zouden willen drinken? Gebruiken volwassenen in Zuid-Holland West weleens drugs? Deze en andere vragen worden beantwoord in deze factsheet.
Roken
23% van de volwassenen rookt. Vanaf 2001 is er een licht dalende trend zichtbaar in het percentage rokers (2001/2002: 29-30%, 2005: 26%). Mannen roken vaker dan vrouwen. Onder mannen daalt het percentage rokers met het stijgen van de leeftijd, terwijl er onder vrouwen geen verschil is in het percentage rokers tussen de verschillende leeftijdsgroepen (figuur 1). Zowel onder mannen als onder vrouwen is het percentage ex-rokers het hoogst in de oudste leeftijdsgroepen, terwijl het percentage volwassenen dat nooit gerookt heeft in die groep het laagst is. 80%
60%
40%
20%
Tot slot is bepaald of er verschillen zijn tussen gemeenten en trends ten opzichte van het Volwassenenonderzoek 2005.
0%
19-34 jr 35-49 jr 50-64 jr
Resultaten die in de factsheets aan de orde komen zijn, voor wat
mannen
betreft geslacht en leeftijd, representatief voor alle volwassenen in de regio.
Verschillen tussen groepen volwassenen of gemeenten zijn
alleen genoemd indien deze relevant en statistisch significant
roker
19-34 jr 35-49 jr 50-64 jr vrouwen
ex-roker
Figuur 1: Percentage volwassenen dat rookt of in het verleden heeft gerookt, naar geslacht en leeftijd.
zijn (dat wil zeggen met een kans van minder dan 5% op toeval berustend).
Meer details over de onderzoeksopzet en methode zijn beschreven in factsheet 1.
GGD ZUID-HOLLAND WEST
5-1
VOLWASSENENONDERZOEK 2009
Mannen en oudere volwassenen roken meer sigaretten per dag dan vrouwen en jongere volwassenen (figuur 3).
ROKEN
Komt vaker voor bij: • mannen • leeftijd 19-34 jaar • alleenstaand • lage opleiding • gemiddelde opleiding • moeite met rondkomen
In vergelijking met: 26% • vrouwen 25% • leeftijd 50-64 jaar 29% • niet-alleenstaand 33% • hoge opleiding 23% • geen moeite 35% met rondkomen
20% 22% 21%
100% 80%
15%
60%
20%
40%
Hoe lager de opleiding, hoe hoger het percentage rokers is. Ook onder alleenstaanden en mensen die moeite hebben met rondkomen is het percentage rokers hoger. In Midden-Delfland (16%) en Pijnacker-Nootdorp (18%) is het percentage rokers lager dan in de andere gemeenten in de regio.
20% 0%
19-34 jr 35-49 jr 50-64 jr
19-34 jr 35-49 jr 50-64 jr
mannen zware roker
vrouwen gemiddelde roker
lichte roker
Figuur 3: Percentage zware, gemiddelde en lichte rokers, onder rokers, naar geslacht en leeftijd.
Rookwaar en hoeveelheid roken
Van alle volwassenen rookt 19% sigaretten (18% alleen sigaretten en 1% sigaretten in combinatie met sigaren en/of pijp). 3% rookt alleen sigaren en/of pijp. Personen die meer dan 20 sigaretten per dag roken, worden beschouwd als zware rokers. Onder de totale populatie volwassenen is 2% een zware roker. 8% is een gemiddelde roker (11 tot en met 20 sigaretten per dag) en 9% een lichte roker (1 tot en met 10 sigaretten per dag) (figuur 2). Het percentage zware rokers is nauwelijks veranderd ten opzichte van het Volwassenenonderzoek 2005 (3% zware rokers). 0% 3% 2% 77%
19%
8% 9%
rookt, rookwaar onbekend
lichte roker
rookt, alleen sigaren en/of pijp
gemiddelde roker
rookt, sigaretten
zware roker
Stoppen met roken
Bijna de helft van de rokers (48%) geeft aan te willen stoppen met roken (12% binnen een maand, 36% binnen een half jaar). Dit komt overeen met het Volwassenenonderzoek 2005, toen 53% aangaf te willen stoppen met roken. Er is geen verschil in het percentage rokers dat wil stoppen tussen mannen en vrouwen, leeftijdsgroepen of andere groepen. Ook is er geen verschil tussen zware en minder zware rokers. Als gekeken wordt naar verschillen tussen gemeenten, is alleen in Zoetermeer het percentage rokers dat wil stoppen (41%) lager dan in de rest van de regio. Aan de rokers die aangeven te willen stoppen is gevraagd of zij hierbij ondersteuning nodig hebben, en zo ja in welke vorm. Ruim vier op de tien rokers (43%; dit is 5% van de totale populatie volwassenen) geeft aan één of meerdere vormen van ondersteuning te kunnen gebruiken. Vooral oudere volwassenen en volwassenen die moeite hebben met rondkomen hebben hier behoefte aan. De meest genoemde vormen van steun zijn: steun uit de directe omgeving (21%), begeleiding door een deskundige zoals een huisarts of therapeut (17%) en nicotinevervangers zoals kauwgum of pleisters (15%).
rookt niet
Figuur 2: Percentage sigarettenrokers in de totale populatie volwassenen en percentage lichte, gemiddelde en zware rokers.
GGD ZUID-HOLLAND WEST
5-2
VOLWASSENENONDERZOEK 2009
Alcoholgebruik
Een overgrote meerderheid (85%) van de volwassenen heeft in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek wel eens alcoholhoudende dranken gedronken. Dit komt overeen met de resultaten van het Volwassenenonderzoek 2005 (87%). Er zijn minder vrouwen dan mannen die alcohol drinken. Ook onder allochtonen (met name niet-westerse allochtonen), volwassenen met een lage of gemiddelde opleiding en volwassenen met een inkomen beneden modaal zijn minder mensen die alcohol drinken (figuur 4). Er is geen verschil tussen de leeftijdsgroepen.
geslacht
vrouwen mannen 1e generatie allochtoon
Komt vaker voor bij: • mannen • leeftijd 19-34 jaar • alleenstaand • lage opleiding • gemiddelde opleiding
e
etniciteit
2 generatie nwa allochtoon 1e generatie allochtoon
wa
2e generatie wa allochtoon
opleiding
In vergelijking met: • vrouwen • leeftijd 50-64 jaar • niet-alleenstaand
5% 11% 11%
In vergelijking met: 17% • vrouwen • leeftijd 19-34 jaar leeftijd 50-64 jaar 16% • leeftijd 35-49 jaar alleenstaand 16% • niet-alleenstaand lage opleiding 15% • hoge opleiding gemiddelde opleiding 14% moeite • geen moeite 16% met rondkomen met rondkomen
9% 13% 10% 12%
24% 22% 23% 18% 19%
• hoge opleiding
8%
OVERMATIG ALCOHOLGEBRUIK
autochtoon
Komt vaker voor bij: • mannen
laag
•
gemiddeld hoog 20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 4: Percentage volwassenen dat in de afgelopen twaalf maanden alcoholhoudende drank heeft gedronken, naar geslacht, etniciteit en opleiding. a nw = niet-westers allochtoon, w = westers allochtoon. In de gemeente Westland (89%) wordt iets vaker alcohol gedronken dan in de andere gemeenten in de regio. Bij navraag van het type alcohol dat door volwassenen wordt gebruikt, blijkt bij mannen de voorkeur te liggen bij bier (90% van de mannen die alcohol drinken), gevolgd door wijn, sherry, port en vermout (70%). Bij vrouwen is dit andersom (88% wijn, 40% bier). Het percentage volwassenen dat wijn drinkt, neemt toe met de leeftijd, terwijl het drinken van bier, jenever, likeur en mixdrankjes afneemt met de leeftijd.
GGD ZUID-HOLLAND WEST
Op basis van het aantal dagen dat men alcohol gebruikt en het aantal consumpties per dag kan problematisch alcoholgebruik op twee manieren worden gedefinieerd: als zwaar of als overmatig alcoholgebruik. Zwaar alcoholgebruik is een maat voor het drinken van zeer veel alcohol op één dag (piekdrinken, bijvoorbeeld tijdens het uitgaan)1. Overmatig alcoholgebruik heeft betrekking op het totale aantal consumpties dat men gedurende een week gebruikt. Het is vooral een maat voor de gewoonte om op meerdere dagen in de week alcohol te drinken2. 15% van de volwassenen is een zware drinker. Dit komt overeen met de resultaten van het Volwassenenonderzoek 2005 (14%). 13% is een overmatige drinker. Dit is iets lager dan tijdens het Volwassenenonderzoek 2005 (15%). ZWAAR ALCOHOLGEBRUIK
nwa
0%
Problematisch alcoholgebruik
• • • •
10% 12%
Mannen, alleenstaanden en mensen met een lage of gemiddelde opleiding drinken zowel vaker zwaar als overmatig alcohol. Onder niet-westerse allochtonen zijn minder zware of overmatige drinkers. Wat de verschillende leeftijdsgroepen betreft, valt op dat jonge volwassenen vaker zwaar drinken (piekdrinken), terwijl oudere volwassenen vaker overmatig drinken (gewoontedrinken). Zowel zwaar als overmatig alcoholgebruik komt relatief veel voor in Delft en Westland (figuur 5, pagina 4). Het zijn hier vooral de jonge volwassenen (19 tot en met 34 jaar) die veel alcohol drinken. 1) Zwaar alcoholgebruik: 6 of meer glazen op ten minste één dag per week. 2) Overmatig alcoholgebruik: mannen: maximaal 21 glazen/week, vrouwen: maximaal 14 glazen/week.
5-3
VOLWASSENENONDERZOEK 2009
EIGEN MENING OVER DE HOEVEELHEID ALCOHOL DIE MEN
Delft
DRINKT.
overmatig alcoholgebruik
Westland Wassenaar
drinkers
Rijswijk
zware drinkers
MiddenDelfland
overmatige drinkers 0%
PijnackerNootdorp
10%
20%
30%
40%
50%
60%
vindt dat hij/zij veel te veel drinkt
Zoetermeer
vindt dat hij/zij iets te veel drinkt
LeidschendamVoorburg MENING OVER HET EFFECT VAN HET EIGEN ALCOHOL GEBRUIK OP DE GEZONDHEID OF HET FUNCTIONEREN.
zwaar alcoholgebruik
Westland Delft
drinkers
MiddenDelfland
zware drinkers overmatige drinkers
PijnackerNootdorp
0%
Rijswijk
10%
20%
30%
40%
50%
60%
denkt dat eigen alcoholgebruik effect heeft op gezondheid of functioneren
LeidschendamVoorburg
BEHOEFTE OM MINDER ALCOHOL TE GAAN DRINKEN.
Wassenaar Zoetermeer 0%
drinkers
5%
10%
15%
20%
25%
Figuur 5: Percentage volwassenen dat overmatig of zwaar alcohol gebruikt, naar gemeente.
zware drinkers overmatige drinkers 0%
GGD ZUID-HOLLAND WEST
20%
30%
40%
50%
60%
heeft behoefte om minder te gaan drinken
Beoordeling van het eigen alcoholgebruik
Van de volwassenen die alcohol drinken, vindt 83% de hoeveelheid alcohol die zij drinken prima. 17% vindt dat zij te veel drinken. 15% denkt dat het alcoholgebruik gevolgen heeft voor de eigen gezondheid of het functioneren en 9% heeft behoefte om minder te gaan drinken. Onder de zware en overmatige drinkers vindt respectievelijk 37 en 53% dat zij teveel drinken. Zij denken ook vaker dat het alcoholgebruik gevolgen heeft voor hun gezondheid en voelen vaker de behoefte om minder te gaan drinken (figuur 6).
10%
Figuur 6: Beoordeling van het eigen alcoholgebruik onder drinkers, zware drinkers en overmatige drinkers.
Ondersteuning bij het stoppen of minderen
Bijna een kwart (23%) van de volwassenen die alcohol drinken en dit zouden willen minderen of stoppen geeft aan hierbij één of meerdere vormen van ondersteuning te kunnen gebruiken. Dit is 2% van de totale populatie volwassenen. De meest genoemde vormen van steun zijn: steun uit de directe omgeving (16%), begeleiding door een deskundige zoals een huisarts of therapeut (5%) en informatie of advies via internet of telefoon (3%).
5-4
VOLWASSENENONDERZOEK 2009
Druggebruik
Ongeveer één op de vijf volwassenen (22%) heeft ooit in het leven cannabis (hasj, marihuana of wiet) gebruikt. 3% deed dit in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek en nog eens 3% in het afgelopen jaar. Het percentage volwassenen dat (ooit) cannabis heeft gebruikt, neemt af met de leeftijd (figuur 7). CANNABISGEBRUIK OOIT
Komt vaker voor bij: In vergelijking met • mannen 28% • vrouwen • leeftijd 19-34 jaar 42% • leeftijd 50-64 jaar • leeftijd 35-49 jaar 18% • allochtoon; 2 wa 31% • autochtoon • alleenstaand 34% • niet-alleenstaand • hoge opleiding 24% • lage opleiding • moeite • geen moeite 29% met rondkomen met rondkomen a tweedegeneratie westers allochtoon
15% 7%
Andere drugs, zoals amfetamine, XTC, hallucinogene paddenstoeltjes, cocaïne of GHB, worden relatief weinig gebruikt (tabel 1). Mannen en jonge volwassenen hebben deze drugs het vaakst (ooit) gebruikt. In de vier weken voorafgaand aan het onderzoek zijn deze drugs nauwelijks gebruikt (maximaal 1% van de volwassenen). TABEL 1: PERCENTAGE VOLWASSENEN DAT OOIT IN HET LEVEN DRUGS
22% 16% 15%
HEEFT GEBRUIKT, TOTAAL EN NAAR LEEFTIJD.
Cannabis Amfetamine XTC Hallucinogene paddenstoeltjes Cocaïne GHB
20%
50%
Totaal 22% 2% 5% 3%
4% 1%
19-34 jr 35-49 jr 50-64 jr 42% 18% 7% 5% 1% 1% 10% 4% 1% 7%
7% 1%
1%
3% 1%
1%
1% 0%
Oordeel over de eigen manier van leven
40%
Onder de totale populatie volwassenen beoordeelt 3% de eigen manier van leven als (zeer) ongezond. Dit percentage is hoger onder rokers (6%), zware rokers (24%), zware drinkers (6%) en overmatige drinkers (6%). Ook volwassenen die ooit drugs gebruikt hebben, beschouwen hun eigen gezondheid vaker als (zeer) ongezond (variërend van 6% onder volwassenen die ooit cannabis gebruikten tot 11% onder volwassenen die ooit cocaïne gebruikten).
30%
20%
10%
0%
In de gemeente Delft zijn meer volwassenen die ooit cannabis gebruikt hebben (32%), in de gemeenten MiddenDelfland (11%), Pijnacker-Nootdorp (15%) en Westland (16%) minder dan elders in de regio.
19-34 jaar
35-49 jaar
50-65 jaar
minder dan 4 weken geleden 1 - 12 maanden geleden langer dan 12 maanden geleden
Figuur 7: Percentage volwassenen dat ooit cannabis heeft gebruikt, naar leeftijd en moment van gebruik.
Colofon Factsheets in de reeks
Volwassenen onderzoek 2009: 1 Onderzoeksopzet en
achtergrondkenmerken
2 Lichamelijke gezondheid
3 Psychosociale gezondheid
4 Lichaamsbeweging en gewicht 5 Genotmiddelen
6 Opvoeding van kinderen 7 Mantelzorg geven
8 Werk, rondkomen en schulden
9 Woonomgeving
10 Veiligheid en geweld
11 Samenvatting en aanbevelingen
GGD ZUID-HOLLAND WEST
5-5
Meer informatie GGD Zuid-Holland West
Sector Gezondheidsbevordering Epidemiologie
Postbus 6080
2702 AB Zoetermeer (079) 343 08 88
[email protected] www.ggdzhw.nl
@ggdzhw
Oktober 2011 VOLWASSENENONDERZOEK 2009