Uw comfort, onze missie! WTH Vloerverwarming is de toonaangevende leverancier van vloer- en wandsystemen voor verwarmen en koelen. Al meer dan 30 jaar ontwikkelt, produceert en verkoopt WTH met succes kwalitatief hoogwaardige systemen die een bijdrage leveren aan een laag energieverbruik en een optimaal comfort. Zowel in bedrijfsgebouwen als in de woningbouw.
Alles in één hand Doe uw voordeel met dé marktleider in vloerverwarming en -koeling. Met WTH heeft u immers het hele proces in één hand. Ontwerp, calculaties, engineering, projectmanagement en montage; WTH beheerst het gehele traject. Maar WTH biedt u nog meer! Uw vragen zijn voor ons de ultieme uitdaging. En voor extra ondersteuning of servicecontracten kunt u altijd terecht bij onze serviceafdeling.
Kenniscentrum voor verwarmen en koelen Kennis is voor WTH een onmisbaar middel om u beter van dienst te zijn. Onze ingenieurs werken dan ook dagelijks aan de nieuwste ontwikkelingen. Al onze medewerkers delen hun uitgebreide kennis en ervaring graag met u. Bijvoorbeeld op onze informatiedagen waar adviseurs, architecten en installateurs kennis kunnen maken met onze innovaties en praktijkervaringen. Vanaf de start van het project tot aan het gebruik van het systeem; uw comfort, onze missie!
WTH Vloerverwarming B.V. Mijlweg 75 Postbus 3300 AL Dordrecht
WTH vloerverwarmingssysteem heeft KOMO/KIWA keur onder nr. K11399/01 en nr. K11400/01
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 2
Tel Fax Mail Web
: (078) 651 06 40 : (078) 618 42 82 :
[email protected] : www.wth.nl
VLOERVERWARMING & KOELING
ZD 555
04-06-2008 15:35:00
Vloer- en wandopbouw
Uw comfort, onze missie!
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 3
04-06-2008 15:35:01
WTH Vloerverwarming en -koeling De vloerverwarmingssystemen van WTH zijn volledig afgestemd op de huidige bouwwijzen en op verschillende klimatologische omstandigheden. In deze folder informeren we u over ondervloeren, afwerklagen en toepasbare vloerbedekkingsoorten. Aansprakelijkheid Wij adviseren u naar beste weten en op basis van geldende normen. WTH is echter niet verantwoordelijk voor onverhoopte schade die ontstaat door toepassing van informatie uit deze WTH-publicatie. Wij wijzen u erop dat een aantal bedrijven de vloeren onder volledige garantie aanbrengt. Met medewerking van Buro Bouwtechnologie RDA BV. Het is aan te raden om alert te zijn op eventuele tussentijdse wijzigingen van de normen. Het kan zijn dat deze nog niet zijn opgenomen in deze brochure.
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 4
04-06-2008 15:35:04
VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 5
04-06-2008 15:35:06
Inhoudsopgave
1
2
3
Vloerconstructies Constructie 1- PS combinatievloer
blz. 6
Constructie 2- Geïsoleerde elementenvloer
blz. 6
Constructie 3- Isolatievloer op zand
blz. 6
Constructie 4- Isolatie aan de bovenzijde van de vloer (zwevende vloer)
blz. 7
Constructie 5- WTH Isoclip
blz. 7
Constructie 6- Variso constructie (Variso Thermisch en Variso Akoestisch)
blz. 8
Constructie 7a- Noppenfolie
blz. 9
Constructie 7b- Noppenplaat
blz. 9
Constructie 8- Vloer op houten balklaag
blz. 9
Constructie 8a- Steenachtige vloer op houten vloer
blz. 10
Constructie 9- Calciumsulfaat vloeivloer (anhydriet)
blz. 11
Constructie 10- Monolitisch afgewerkte betonvloeren
blz. 11
Constructie 11- IFD vloerverwarming
blz. 12
Afwerklaag
blz. 13
Belastingen
blz. 13
Samenstelling afwerklaag niet-zwevende vloeren Samenstelling afwerklaag niet-zwevende vloeren
blz. 13
Aanbevelingen
blz. 14
Samenstelling afwerklaag zwevende vloeren Samenstelling afwerklaag zwevende vloeren
blz.14
Gietvloer
blz.14
4 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 6
04-06-2008 15:35:08
Inhoudsopgave
Dilatatie/Wapening Dilatatie
blz. 15
Wapening
blz. 15
Isolatiematerialen Isolatiematerialen
5
blz. 16
Vloerbedekking • Algemeen
blz. 17
• Textiel-, nylon- en vinylvloerbedekking
blz. 17
• Plavuizen, tegels en natuursteen
blz. 17
• Parketvloeren
blz. 17
Lijmadvies voor tegelvloeren Lijmadvies voor tegelvloeren
4
6
7
blz. 18
Bijzondere vloeren en wanden Bijzondere vloeren en wanden
blz. 18
Constructie 12 - Electrotherm vloeropbouw
blz. 18
Constructie 13 - Kalkzandsteen warmtewand
blz. 19
Constructie 14 - Ecobrick wand
blz. 19
8
5 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 7
04-06-2008 15:35:09
1
Vloerconstructies
Constructie 1
PS-combinatievloer
De PS-combinatievloer is een veelvoorkomende constructie. De isolatiewaarde ervan is meestal ruim voldoende voor vloerverwarming (R-waarde 1 >2,5). De vloerverwarmingsleidingen worden op een betonnen druklaag gemonteerd. Voor een egale vloeroppervlaktetemperatuur en een redelijke opwarmtijd dient u de aangegeven dikte van de afwerklaag (dekvloer + vloerafwerking) aan te houden.
De dekvloer wordt gemaakt met een kwaliteit van:
Constructie 2
• D20 (NEN 2741, met cementgebonden dekvloeren) • GD20 (BRL 4305, calciumsulfaat gebonden dekvloeren)
Geïsoleerde elementenvloer
Ook deze vloer is goed toepasbaar in combinatie met vloerverwarming. Het is aan te bevelen om bij deze vloer een bovenwapening toe te passen. Hiermee voorkomt u dat de vloer eventueel gaat ‘werken’. Voor de montage, de dikte van de afwerklaag en de dekvloerkwaliteit: zie de opmerking bij constructie 1.
Constructie 3
Isolatievloer op zand
Een nieuwe vloer op zandgrond kunt u zeer eenvoudig onder de vloer isoleren. Hanteer hierbij de volgende werkwijze: 1) een laag PE-folie (0,2 mm), overlappend geplaatst 3) een laag PE-folie 2) drukvaste isolatie 4) de betonvloer De montage is vergelijkbaar met constructie 1.
Bij constructie 1 t/m 3 is, bij de totale afwerklaagdikte van 50 mm, uitgegaan van een tegeldikte van maximaal 10 mm.
6 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 8
04-06-2008 15:35:11
Vloerconstructies
Constructie 4
1
Isolatie aan de bovenzijde van de vloer (zwevende vloer)
Bij deze zogenoemde zwevende vloer brengt u de isolatie aan tussen de constructie- en de afwerkvloer. Hierbij worden specifieke eisen gesteld aan de isolatie en de daarop liggende afwerklaag. De standaardvloer is als volgt opgebouwd: 1) constructievloer 2) drukvaste isolatie 3) een laag folie (0,2 mm), overlappend geplaatst 4) een bevestigingsnet voor de vloerverwarmingsleidingen 5) een bovenwapening boven het hart van de afwerklaag met minimaal 10 mm speciedekking 6) randisolatie langs de wanden in verband met uitzetten en krimpen van de vloer 7) aanbevolen bij wit marmer: een gegalvaniseerde wapening, om verkleuring te voorkomen 8) afwerkvloer met een dikte van 70 mm, exclusief tegel
De dekvloer wordt uitgevoerd met een kwaliteit van: • D20 (NEN 2741, met cementgebonden dekvloeren) • GD20 (BRL 4305, met calciumsulfaatgebonden dekvloeren)
Constructie 5
WTH Isoclip
Bij deze zwevende vloerconstructie wordt gebruik gemaakt van een unieke bevestigingsbeugel. U kunt alle drukvaste isolatiesoorten met een minimale dikte van 30 mm gebruiken. De voordelen van deze bevestigingsmethode zijn: • zeer snelle montage • universeel toepasbaar • geen stalen bevestigingsnet onder de buis nodig • wit marmer verkleurt niet door de kunststof buis en beugel Bij een wit marmeren vloer adviseren wij een gegalvaniseerde bovenwapening; hierdoor verkleurt het marmer niet. Zie verder de omschrijving bij constructie 4.
7 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 9
04-06-2008 15:35:13
1
Vloerconstructies
Constructie 6
Variso-constructie (Variso-thermisch en Variso-akoestisch)
Bij deze zwevende vloerconstructie wordt gebruikgemaakt van een kunststof prikbeugel. De voordelen van deze methode zijn: • de constructie wordt geleverd in de afmeting 2 m2 • een zeer snelle montage • een minimale opbouwhoogte (1 x gevouwen), waardoor de platen eenvoudig te • de folie is voorzien van een raster (50 x 50 mm) verwerken zijn in kleine ruimten • de platen zijn eenvoudig op maat te maken • er is geen stalen bevestigingsnet onder de buis nodig • de gepatenteerde clip maakt een strakke montage • door gebruik te maken van een kunststof buis en op de isolatieplaat mogelijk een kunststof beugel kan wit marmer niet verkleuren Als u wit marmer gebruikt, adviseren wij een kunststof of gegalvaniseerde bovenwapening; hierdoor verkleurt het marmer niet. Zie verder de opmerkingen bij constructie 4 (met uitzondering van isolatie).
Variso-akoestisch is een 20 mm dikke, contactgeluiddempende isolatieplaat. Meer informatie hierover vindt u in onze isolatie brochure en in het testrapport. Variso-isolatie heeft een vloerbelasting van 2 kN/m2, indien het aan onderstaande voorwaarden voldoet: • de isolatie is voorzien van vloerverwarmingsleidingen met een diameter van 20 mm minimumafstand h.o.h. 150 mm • de isolatie is voorzien van een zandcementdekvloer van 55 mm dik • er Tomid aan de mortel is toegevoegd in de dosering 1 liter/25 m2 • kwaliteitseis D20 (15 N/m2) aangehouden is Als dit niet het geval is, moet u een dikte van 70 mm hanteren. De leidingen moeten worden voorzien van een (gegalvaniseerd) stalen wapeningsnet met afmetingen van 4 x 150 mm. Verder kunt u de verwerkingsmethode met betrekking tot dilataties en dergelijke aanhouden zoals vermeld in het hoofdstuk ‘Dilatatie/wapening’. Qua draagvermogen is de vloer geschikt voor woningbouw. Hiervan is bij WTH een testrapport van Bouwtechnologie RDA BV wel aanwezig. Variso-akoestische isolatie, in combinatie met vloerverwarming, dient u toe te passen met een dekvloerdikte van minimaal 70 mm.
8 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 10
04-06-2008 15:35:15
Vloerconstructies
Constructie 7a
1
Noppenfolie
Om kunststof leidingen aan te brengen kunt u gebruikmaken van de WTH-noppenfolie. Hiermee klemt u eenvoudig en snel het gewenste leidingenpatroon tussen de noppen. De folie is van hard polystyreen, waardoor het beloopbaar en toch goed te snijden is. Bovendien is het materiaal volledig recyclebaar. De folie is verkrijgbaar voor leidingdiameters van 16 en 20 mm. U kunt de WTH-noppenfolie zowel bij nieuwbouw als bij renovaties toepassen. Zie verder de opmerkingen bij constructie 1.
Constructie 7b
Noppenplaat
Bij thermische of akoestische isolatie kunt u de WTH-noppenplaat gebruiken. Deze is opgebouwd uit PS-noppenfolie (zoals hierboven omschreven) en wordt aangebracht op een polystyreen steunplaat. Deze plaat is verkrijgbaar in 11 en 30 mm onder de nop. Daarmee wordt de totale plaatdikte respectievelijk 34 en 53 mm. Alleen de 30 mm dikke noppenplaat heeft geluiddempende eigenschappen. De WTH-noppenplaat is geschikt voor leidingen met een diameter van 16 mm. Voor een zwevende vloeropbouw: zie constructie 4.
Constructie 8
Vloer op houten balklaag
Bij de renovatie van houten vloeren of bij een beton- of systeemvloer vormt een houten balklaag vaak de basis. De houten vloerdelen worden dan vervangen door stalen, zwaluwstaartvormige LEWIS-platen. Dit voorkomt eventuele inscheuring in de vloerafwerking, veroorzaakt door invering van de vloer. Voordat u de LEWIS-platen plaatst, kunt u de vloer eenvoudig van bovenaf isoleren. U legt de platen los op de balken, in verband met het uitzetten van de platen worden deze niet geschroefd. Ook moeten de platen vrij van de wand worden gelegd. Eventuele kieren kunt u afplakken met tape of afdichten met compriband. Daarna monteert u de WTH-buis op de LEWIS-plaat. Deze wordt vervolgens in een laag betonmortel gestort. Na het uitharden van de dekvloer kan de vloerafwerking worden aangebracht.
9 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 11
04-06-2008 15:35:18
1
Vloerconstructies
Steenachtige vloer op houten vloer
Constructie 8a Oppervlaktegewicht:
• 194 kg/m2 voor cementgebonden dekvloer • 204 kg/m2 voor calciumsulfaatgebonden dekvloer Bij een scheiding tussen woningen volstaat geluidsisolatie volgens NEN 1070 (1976).
• Profil-beugel no. 6129 op elke balk aanbrengen; tussen de beugel en de balk een mineraalwolstrook van 30 mm, persing 20 kg/m2, samengedrukt tot 15 mm of een kokosviltstrook • cementestrich 70 mm dik • mineraalwolplaten voor zwevende dekvloeren, kwaliteit 30/25 mm • leidingen gebonden op wapeningsnet*
• geploegde en geschaafde vloerdelen, 20 mm dik • met papiervezels versterkte gipsplaten (Fermacell) 2 x 12,5 mm dik + beugels op elke balk • balken 75 x 175 mm, h.o.h. 800 mm (gemeten met 80 x 180 mm) • rachel 19 x 50 mm, h.o.h. 300 mm • mineraalwolplaat (persing > 20 kg/m2): de ruimte geheel vullen • mineraalwolplaat dik 60 mm of mineraalwoldeken dik 60 mm, niet verpakt
Zie ook constructie 4 (met uitzonderling van isolatie).
* Hiervoor kan ook het systeem Variso-akoestisch van WTH Vloerverwarming gebruikt worden. In dit geval gelden de geluidsisolatiegegevens niet. Op een dekvloer moeten volgens NEN 6702 voorgeschreven belastingen en belastingcombinaties worden aangebracht. Deze bestaan uit een gelijkmatig verdeelde belasting en een lijnlast. De belasting is afhankelijk van het gebruik en bedraagt 1,75 kN/m2 of meer. De aan te houden lijnlast bedraagt 3 kN/m1. Puntlasten kunnen optreden aan de randen en in de hoeken van een zwevende vloer. contactgeluidsniveau
luchtgeluidsisolatie 70
90
60
80
50
70
dB
40 DnT
LnT
60
30
50
20
40
10 125
30 125
Isolaties volgens metingen in het
I1u = +9 dB
250
500
1000
2000 Hz fm
Ico = +10 dB
250
500
1000
2000 Hz fm
laboratorium; in de praktijk kunnen lagere waarden worden verwacht.
10 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 12
04-06-2008 15:35:21
Vloerconstructies
Constructie 9
1
Calciumsulfaat vloeivloer (anhydriet)
De opbouw van de calciumsulfaatvloeivloer is gelijk aan de hiervoor genoemde vloeren. Bij een zwevende dekvloer kan de vloer echter dunner worden uitgevoerd. Bovenwapening van de vloer is niet nodig. De vloer bestaat uit een laag calciumsulfaat van 50 mm met minimaal GD20-kwaliteit.
Constructie 10
Monolitisch afgewerkte betonvloeren
Monolitisch afgewerkte betonvloeren worden in één keer gestort en glad afgewerkt.
Fase 1 U brengt het ondernet aan. Hierop wordt de vloerverwarmingsbuis tijdelijk bevestigd met vlechtdraad. Fase 2 Vervolgens bevestigt u de supporten op het ondernet. U dient deze in te knippen op plaatsen waar ze kruisen met de vloerverwarmingsbuizen. Deze kruisingen kunt u overigens zo veel mogelijk voorkomen door de supporten in de lengterichting van de vloerverwarming te monteren. Deze constructie dient u eerst te overleggen met de opdrachtgever. Fase 3 Nadat de supporten en de bovenwapening zijn gemonteerd, wordt de vloerverwarmingsbuis losgeknipt van het ondernet. Vervolgens kunt u de vloerverwarmingsbuis tegen de onderkant van de bovenwapening bevestigen. Houd een afstand van 100 cm tussen de bevestigingen aan. Ten slotte kan de vloer worden gestort.
11 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 13
04-06-2008 15:35:23
1
Vloerconstructies
Constructie 11
IFD-vloerverwarming
IFD-vloerverwarming is een droog systeem. Dit houdt in dat er geen mortel wordt gebruikt. Het systeem is demontabel en bestaat uit: • stalen of aluminium warmtegeleidingsplaten • een PE-folielaag van 0,2 mm als er sprake is van • randisolatie optrekkend vocht • vloerverwarmingsleiding met een diameter van • een draag- en isolatieplaat met een dikte van 25 tot 40 mm, afhankelijk van het fabricaat 14 - 16 mm, afhankelijk van het type systeem Het systeem moet aangebracht worden op een vlakke, houten of stenen vloer, volgens onderstaande tekeningen. De vloer kan op diverse wijzen worden afgewerkt, bijvoorbeeld met papiervezelversterkte gipsplaten, parket of tapijt.
12 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 14
04-06-2008 15:35:25
Vloerconstructies
1
Afwerklaag Vanzelfsprekend moet de afwerklaag van de vloerverwarming voldoen aan de kwaliteitseisen omtrent de zuiverheid van de gebruikte materialen, zoals klasse-A-cement, een goede verwerking en een juiste nabehandeling. Meer informatie kunt u vinden in de NEN 2741 (cementgebonden dekvloeren) en DIN 18353 (estricharbeiten en Merkblatt keramische Fliessen und Platten). Het gaat hier om een zandcementafwerkvloer zonder vreemde (isolerende) toeslagstoffen en aangebracht in combinatie met WTH-vloerverwarmingssystemen. Onderstaande informatie heeft betrekking op vloeren in de woningbouw (begane grond, verdiepingen, direct op zand, onderkelderd of in de buitenlucht).
Belastingen Op een werkvloer moeten belastingen en belastingcombinaties kunnen worden aangebracht die de NEN 6702 voorschrijft. Deze bestaan uit een gelijkmatig verdeelde belasting en een lijnlast. Belasting is afhankelijk van het gebruik en bedraagt 1,75 kN/m2 of meer. De aan te houden lijnlast bedraagt 3 kN/m2. Puntlasten kunnen optreden bij zwevend opgebouwde vloeren aan de randen en in de hoeken. Iedere afwerkvloer scheurt, ongeacht of u vloerverwarming toepast. Meestal is er sprake van haarscheurtjes, die nauwelijks zichtbaar zijn. We hebben richtlijnen opgesteld voor de samenstelling en dikte van de isolatie en de afwerklaag. De richtlijnen hebben twee functies: 1) het beperken van de scheurkans van de vloer tot 5%, volgens de geldende normen; 2) het beperken van de maximaal optredende scheurwijdte tot 0,2 mm.
Samenstelling afwerklaag niet-zwevende vloeren
2
Bij een niet-zwevende vloer wordt de afwerklaag direct op de constructievloer aangebracht (zie constructies 1, 2 en 3). Om de scheurkans van een vloer tot 5% te beperken, kunt u de volgende twee hoofdlijnen aanhouden: 1) bij een dekvloerkwaliteit D20 dient de minimale dikte van de afwerklaag 50 mm te bedragen; 2) bij een dekvloerkwaliteit D30 dient de minimale dikte van de afwerklaag 40 mm te bedragen. Houd er bij een afwerklaag van 40 mm rekening mee dat er kleine temperatuurverschillen kunnen optreden bij het vloeroppervlak. Afwijkingen van de samenstellingen en dikten geven meer scheurkans in de afwerklaag. Vanzelfsprekend moet zowel de ondervloer als de afwerklaag voldoen aan de normen omtrent de vlakheid van de vloer. Over het algemeen kunt u hiervoor 5 mm onvlakheid per strekkende meter aanhouden. Wanneer u grotere onvlakheden bij de ondervloer constateert, is het aan te bevelen om de ondervloer eerst uit te vlakken. Voor een goede hechting van de constructievloer en de afwerklaag is het een vereiste om goed aan te branden.
13 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 15
04-06-2008 15:35:27
2
Samenstelling afwerklaag niet-zwevende vloeren Aanbevelingen Om de gewenste sterkte van de vloer te bereiken, is het aan te bevelen om geen hoger cementgehalte dan nodig te gebruiken. Daarnaast dient u zo min mogelijk water toe te voegen aan het cement. Hierdoor beperkt u de kans op eventueel optredende droogscheuren. Om de vloer betere warmtegeleidende en mechanische eigenschappen mee te geven, bevelen we het vloeibare toevoegmiddel Tomid aan. Tomid, een product van WTH Vloerverwarming, is onschadelijk voor de toegepaste buissoorten. Andere toeslagstoffen in de afwerklaag dienen te voldoen aan de zuiverheid volgens NEN 5950. Deze stoffen mogen geen invloed hebben op het buismateriaal.
3
Samenstelling afwerklaag zwevende vloeren Bij een zwevende vloer wordt de afwerklaag op een drukvaste isolatielaag aangebracht (zie constructies 4, 5 en 6). Belangrijk! Lees eerst het hoofdstuk ‘Samenstelling afwerklaag niet-zwevende vloeren’. De uitgangspunten die daar vermeld staan, gelden ook voor zwevende vloeren. Om de scheurkans van de vloer tot 5% te beperken, kunt u de volgende hoofdlijnen aanhouden: 1) bij een dekvloerkwaliteit D20 dient de minimale dikte van de afwerklaag 70 mm te bedragen; 2) bij een dekvloerkwaliteit D30 dient de minimale dikte van de afwerklaag 60 mm te bedragen.
Gietvloer Het toepassen van een calciumstelplaats biedt veel voordelen. Zo is de warmtegeleiding 20% beter dan bij een zandcementdekvloer. De verwerking is vervolgens minder belastbaar. De opbouw van de vloer is te vergelijken met de zandcementdekvloeren (gebouwdilataties moeten doorgezet worden in de dekvloer). De dikte van de (zwevende) dekvloer kan echter beperkt blijven tot 45 mm indien de belasting dit toelaat. De randisolatie moet 10 mm bedragen. De droogtijd voor het stoken is onder normale omstandigheden één week. Als u de scheurwijdte wilt beperken tot 0,2 mm dient u een bovenwapening toe te passen. De dikte van eventuele tegel- en/of zetspecie telt niet mee bij de dikte van de afwerklaag. De dekvloerkwaliteit D20 met een afwerklaag van 70 mm, is de meest voorkomende combinatie voor vloerafwerkingen met natuursteen. Afwijkingen van de samenstellingen en dikten geven meer kans op scheurvorming in de afwerking.
14 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 16
04-06-2008 15:35:29
Samenstelling afwerklaag zwevende vloeren
3
Een ruimte waar een vloer ligt te drogen moet tochtdicht zijn en er mag geen regen of ander vocht in komen. Bovendien mag de temperatuur tijdens de eerste drie dagen niet onder het vriespunt komen. Om droogscheurtjes of schotelen te voorkomen, kunt u het best de verse vloer afdekken met kunststoffolie. Er is sprake van schotelen wanneer de pasgelegde vloer tijdens het droogproces bij de randen omhoogkomt. Het loskomen van de vloer aan de rand bedraagt zo’n 3 tot 8 mm en houdt circa twee weken tot enkele maanden aan. In het algemeen moet men een pasgelegde vloer 3 à 4 dagen ontzien. Bij lagere ruimtetemperaturen dient men hier 4 à 5 dagen aanhouden. Voordat de vloerverwarming in bedrijf wordt genomen, dient men minstens een week wachttijd per centimeter laagdikte van de afwerkvloer aan te houden. De minimumwachttijd bedraagt vijf weken; soms geeft de leverancier van de vloerafwerking een langere tijd aan. De bevestigingsafstand van de buis in vloeivloeren moet 0,5 mm zijn. Hiermee voorkomt u het opdrijven van het vloeien van de vloer.
Dilatatie/wapening
4
Dilatatie De afmetingen van de vloervelden mogen niet meer dan 40 m2 bedragen bij een maximale lengte van circa 7 meter. Een L-vormige vloer of een vloer die plaatselijk versmald is, moet verdeeld worden door krimpvoegen in velden met een rechthoekige vorm. Aan de randen van de vloer, alsmede bij kolommen en dergelijke, dient u een samendrukbare, opstaande randisolatie toe te passen. De minimale dikte hierbij is 5 mm. Verder moet de randisolatie boven de afgewerkte vloer uitsteken. Deze ‘restisolatie’ kunt u in een later stadium wegsnijden. Op de daarvoor geëigende plaatsen dient u krimpvoegen aan te brengen. Uiteraard volgens de bouwkundige normen. Voorbeelden van deze plaatsen zijn hoeken van een L-kamer, vernauwingen, versmallingen en doorgangen. Indien u twijfelt, adviseren we u om een bouwkundig expert te raadplegen. Verder is het aan te bevelen om tijdens de werkzaamheden monsters te nemen van de toegepaste specie. Ook is het raadzaam om controleprisma’s te maken, waarop u een controle kunt uitvoeren volgens de geldende normen.
Wapening De diameter van een eventuele wapening moet minimaal 4 mm zijn bij een maximale maaswijdte van 200 mm. Verder moet de wapening voldoen aan de NEN 6008 voor FEB 500. U brengt deze boven het hart van de afwerklaag aan. De speciedekking dient minimaal 10 mm te zijn; de overlappingsstroken van de wapeningsvelden moeten onderling minimaal 200 mm bedragen.
15 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 17
04-06-2008 15:35:30
5
Isolatiematerialen
De toegepaste isolatiematerialen dienen drukvast te zijn volgens NEN-EN 12085-12091. Ook de maattoleranties moeten aan deze norm voldoen. De isolatiematerialen die hiervoor in aanmerking komen, zijn: • polystyreen (geëxtrudeerd) met een soortelijk gewicht van 30 tot 40 kg/m3 (30 tot 40 g/dm3 (liter)) • polystyreen (geëxpandeerd) met een soortelijk gewicht van 15 tot 25 kg/m3 (15 tot 20 g/dm3 (liter)) • polyurethaan met een soortelijk gewicht van 30 tot 50 kg/m3 (30 tot 50 g/dm3 (liter)) De isolatieplaten dient u sluitend tegen elkaar te leggen. Als de isolatieplaten voorzien zijn van een folie, moet u ze overlappend aanbrengen. Indien er geen overlap is, moeten de naden afgeplakt worden. Bij platen zonder fabrieksmatig aangebrachte folie volstaat een dampdichte kunststoffolie van minimaal 0,2 mm. Deze folie moet overlappend worden aangebracht, met een minimale overlappingsstrook van 100 mm. De waterkerende folie dient u eveneens tegen de wanden op te zetten, zodat deze boven de afgewerkte vloer uitsteekt. Deze folie voorkomt dat cementwater uit de specie wegsijpelt. De folie heeft dus geen dampremmende functie, zoals bij bouwkundige constructies het geval is. Voor een snelle montage heeft WTH Vloerverwarming de Variso-isolatieplaat met geïntegreerd montagesysteem ontwikkeld. Deze toepassing bestaat uit een isolatieplaat, voorzien van folie. U bevestigt de plaat met clips. Bij een zwevende dekvloer, in combinatie met vloerverwarming en isolatie, mag de maximale indrukking van de isolatie 5 mm bedragen, volgens DIN 18560 deel 2. Wilt u een andere isolatie toepassen, bijvoorbeeld in verband met milieueisen, dan biedt kurk of perliet een oplossing.
16 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 18
04-06-2008 15:35:31
Vloerbedekking
6
Hieronder volgt een overzicht van de toepassingsmogelijkheden per soort vloerbedekking.
Algemeen Het verwerken van isolerende materialen in de afwerklaag van vloerverwarming of -koeling is uit den boze. Toevoegingen zoals perliet, argex en elcemoscrapemortel mogen daarom niet worden toegepast. Ook het in bedrijf nemen van de vloerverwarming moet met beleid gebeuren.
Textiel, nylon en vinyl Katoenen, wollen en nylon vloerbedekking is goed toe te passen, mits het geen vaste foamlaag heeft van meer dan 3 mm. Bovendien mag de totale dikte van de vloerbedekking niet meer dan 10 mm bedragen. Ook vloerbedekking zoals novylon of marmoleum is goed toepasbaar. Op de droge estrichvloer kan de vloerbedekking gespannen, los gelegd of direct verlijmd worden met een zelfhardende lijm, zonder vorming van luchtbellen of -blazen. Bij de keuze van het soort vloerbedekking dient u rekening te houden met een eventueel verminderende warmteafgifte van de vloer. Zodoende is een juiste warmteafgifte gewaarborgd. Ondertapijten mogen niet gebruikt worden. In de berekening van de vloerverwarming als hoofdverwarming, dient u de vloerbedekking op te nemen. Verder geldt dat de vloerverwarming minimaal tien dagen in bedrijf moet zijn. Zo kan het water uit de cementvloer verdampen voordat u de vloerbedekking lijmt. Als de vloerverwarming als bijverwarming wordt gebruikt, mag de maximale R-waarde van het tapijt niet meer dan 0,12 m2.K/W bedragen. Indien het toegepast wordt voor hoofdverwarming is deze norm maximaal 0,13 m2.K/W. De waarden van gangbare vloerbedekkingen zijn bij WTH bekend. In geval van twijfel kunt u contact met ons opnemen.
Plavuizen, tegels en natuursteen Deze materialen kunnen direct in de deklaag worden gezet. De leidingen moeten daarbij volledig, zonder holle ruimtes, in de mortellaag opgenomen zijn. Voor het lijmen van tegels of plavuizen dient u een lijmsoort te gebruiken die geschikt is voor vloerverwarming. Let op dat er tijdens de verlijming zo min mogelijk luchtinsluiting plaatsvindt. Bij wit marmeren vloeren wordt een gegalvaniseerd net met geprimeerde knipeinden gebruikt. De vloerverwarming dient u te bevestigen met kunststof beugels. Hiermee voorkomt u dat het marmer verkleurt. Indien u het marmer als zwevende dekvloer op de isolatielaag aanbrengt, dient u de vloerverwarming met kunststof schroefbeugels te monteren. In verband met de lengte van de schroefbeugel moet de isolatielaag minimaal 30 mm dik zijn. U kunt hier ook de 20 mm-Variso-isolatie met kunststof prikbeugels toepassen. Ten slotte kunt u kiezen voor noppenplaatisolatie, waar u de leidingen in kunt klemmen.
Parketvloeren Aangezien parket een natuurproduct is, kunt u een beperkt aantal soorten toepassen. Zo kunnen zachte houtsoorten in principe niet gebruikt worden. Navraag over de geschiktheid van het type parket is dus van groot belang. Verder dient de maximale Rc-waarde voor bijverwarming 0,2 m2.K/W, en voor hoofdverwarming 0,13 m2.K/W te bedragen. Over het algemeen zijn lamellen en laminaatparket, in combinatie met vloerverwarming, goed toepasbaar als bijverwarming. Bij het aanleggen van een parketvloer dient u de ondervloer te controleren op vastheid, vlakheidscheuren en het vochtgehalte. Dit laatste mag niet meer dan 1,8% bedragen. Verder mag parket nooit op de ondervloer worden gespijkerd; dit moet altijd verlijmd worden. Voordat het parket aangebracht wordt, dient de vloerverwarming minimaal veertien dagen in bedrijf te zijn, zodat de cementvloer geheel droog is. Voordat de parketvloer aangelegd wordt, moet de vloerverwarming minimaal 24 uur uitgeschakeld zijn. Voor de montage van het parket dienen de instructies van de leverancier stipt opgevolgd te worden. Na het aanbrengen van de vloer dient de lijmlaag vijf tot acht dagen te drogen. Vervolgens kan langzaam begonnen worden met het verwarmen van de vloer. Meer informatie over vloerverwarming en parket is bij WTH Vloerverwarming B.V. op aanvraag verkrijgbaar Zie hiervoor ook onze website: www.wth.nl.
17 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 19
04-06-2008 15:35:32
7
Lijmadvies voor tegelvloeren
Wanneer u tegels lijmt op een dekvloer met vloerverwarming, dient u rekening te houden met onderstaande punten: • gebruik plastisch blijvende lijm van een goede kwaliteit • volg de voorschriften van de lijmfabrikant op • laat de cementdekvloer goed uitharden: de droogtijd is een week per centimeter dikte, met een minimum van vijf weken • warm daarna de vloerverwarming gedurende zeven dagen op, volgens de procedure vermeld in de montagehandleiding • daarna kunnen de tegels gelijmd en gevoegd worden • na de droogtijd, volgens opgave van de tegelfabrikant, kan de bovengenoemde opwarmprodecure herhaald worden. Indien u onvoldoende tijd hebt om de vloer te laten drogen, kunt u ook een week later beginnen met lijmen. Een voorwaarde is dan dat er een superelastische lijm wordt toegepast. Wij bevelen in dit geval het type lijm Unifix-2k aan. Deze lijm, met daarbij het voegmiddel ASO®-Flexvoeg, vangt de verhardingskrimp op. Deze krimp treedt op tijdens de eerste weken na het aanbrengen van de dekvloer. Door dit op te vangen ontstaat er geen schade aan de tegelvloer. Unifix-2k en ASO®-Flexvoeg zijn verkrijgbaar via Schomburg te Hoogeveen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen via telefoonnummer (0528) 26 71 71.
8
Bijzondere vloeren en wanden
Constructie 12
Electrotherm-vloeropbouw
Raadpleeg onze montagehandleiding van Electrotherm.
18 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 20
04-06-2008 15:35:34
Bijzondere vloeren en wanden
Constructie 13
8
Kalkzandstenen warmtewand Deze wand wordt opgebouwd uit kalkzandstenen lijmblokken. Deze zijn vanuit de fabriek voorzien van leidingsleuven. Aan de onderkant en bovenkant worden keerstenen aangebracht (zogenaamde kimblokken). De bovenste keersteen wordt meestal op 2 cm hoogte geplaatst. De WTH-leiding met een diameter van 20 mm kan in de sleuf worden aangebracht; de bochten moeten gebeugeld worden. Als de afwerking niet geïsoleerd is, is de afwerking vrij. Na de montage van de leiding wordt de wand uitgeraapt en normaal gestuukt met een laag van 10 mm.
Informatie over deze warmtewandstenen is verkrijgbaar bij Xella, telefoonnummer (0183) 672 900. De stenen worden door de bouwmaterialenhandel geleverd.
Constructie 14
Ecobrick-wand
Voor de Ecobrick-wand gelden dezelfde richtlijnen als voor de kalkzandstenen warmtewand. Verder dient u tussen de keersteen een even aantal warmtewandstenen in lagen aan te brengen in steensverband. Informatie over deze warmtewandstenen is verkrijgbaar bij Terca Haaften, telefoonnummer (0418) 59 71 11. Bijzondere warmtewanden Door middel van frezen of met een Ecobrick voorzetsteen van 70 mm kunt u warmtewanden maken in bestaande muren. U kunt het systeem ook in beton storten. Afwerking met leemstuc is gebruikelijk in de ecobouw. Voor houtskeletbouw is het mogelijk om verwarmingsleidingen op de wand aan te brengen en weg te werken in een (leem)stuclaag. Isolatie Wanneer u de warmtewand als buitenmuur aanbrengt, spreekt het voor zich dat deze wand goed geïsoleerd moet worden.
19 VLOERVERWARMING & KOELING
WTH_vloer- en wandopbouw_def.indd 21
04-06-2008 15:35:36