DEEL D – Hoofdstuk 8: Luchtkwaliteit
Table des matières 8.
Luchtkwaliteit ....................................................................................................8.1 8.1.
Geografisch gebied ...........................................................................................8.1
8.2.
Bestaande en toekomstige situatie (zonder project) .......................................8.1
8.3.
Geprojecteerde situatie: effectenanalyse m.b.t. het project ...........................8.2
8.3.1. Geraamde luchtverontreiniging veroorzaakt door verwarmings-systemen ................ 8.2 8.3.2. Reukhinder .................................................................................................................. 8.2 8.3.3. Analyse van de voorziene luchtbehandelings- en afzuigsystemen ............................ 8.2 8.3.3.1. Ventilatie van de gebouwen ................................................................................... 8.2 8.3.3.2. Ventilatie van het administratief centrum (kantoren in de zin van de wet) ............ 8.3 8.3.3.3. Ventilatie van de parkeergarages .......................................................................... 8.5 A. Natuurlijke luchttoevoer .............................................................................................. 8.5 B. Mechanische ventilatie ............................................................................................... 8.7 C. Analyse van de lokalisatie voor luchtafvoer ................................................................ 8.7 8.3.3.4. Rookafvoer in ondergrondse parkeergarages ....................................................... 8.7
8.4.
Analyse van de alternatieven ............................................................................8.8
8.4.1. 8.4.2. 8.4.3. 8.4.4.
Alternatief A ................................................................................................................ 8.8 Alternatief B: Mobiliteit ................................................................................................ 8.8 Alternatief D: Inplanting van woningen in het binnenterrein van het huizenblok ........ 8.8 Overige alternatieven .................................................................................................. 8.8
8.5.
Samenvatting van de effecten van het project en de alternatieven ................8.9
8.6.
Maatregelen en aanbevelingen .........................................................................8.9
8.6.1. 8.6.2.
Maatregelen genomen of overwogen door de Aanvrager .......................................... 8.9 Bijkomende maatregelen voorgesteld door de studiegelastigde ................................ 8.9
Liste des figures Figuur 1 : Mogelijke lokalisatie van de ventilatieroosters van de parking van blok C ............8.6
Liste des tableaux Tabel 1 : Jaarlijks gemiddelde van de concentraties aan stikstofdioxide (NO2) ...................8.1 Tabel 2 : Nieuwe ventilatiedebieten volgens de NBN D50-001 norm ...................................8.3 Tabel 3 : Onrechtstreekse klassificatie naargelang het toevoer van verse lucht voor ruimtes bestemd voor menselijke bezetting......................................................................8.4 Tabel 4 : Theoretische bezettingsratio’s voor ruimtes bestemd voor menselijke bezetting ...8.4 Tabel 5 : Onrechtstreekse klassificatie naargelang de toevoer van verse lucht voor ruimtes die niet bestemd zijn voor menselijke bezetting ...................................................8.4 Tabel 6 : Klassen regelsystemen voor niet-residentiële gebouwen ......................................8.5 Tabel 7 : Te voorzien CO-ventilatie per parking ...................................................................8.7 Tabel 8 : Oppervlakte van de parkingen per blok.................................................................8.8
Lijst van de platen Plaat D-801: Mogelijke lokalisatie van de roosters voor natuurlijke ventilatie
Lijst met de bijlagen Bijlage D-801: Regelgevende context : Richtlijn 2008/50/CE
STRATEC S.A
Eindrapport – juli 2010
C719 – Effectenstudie m.b.t. de aflevering van een stedenbouwkundige en milieuvergunning van klasse 1A voor het project de « Tuinen van de Jacht», de Haernestraat en Beckersstraat te 1040 Etterbeek
DEEL D – Hoofdstuk 8: Luchtkwaliteit
D-8.1
8. LUCHTKWALITEIT 8.1.
Geografisch gebied
In overeenstemming met het lastenboek, is het geografische gebied beperkt tot het projectgebied. De regelgevende context is terug te vinden in bijlage D-801.
8.2.
Bestaande en toekomstige situatie (zonder project)
Het Laboratorium voor Milieuonderzoek van het BIM houdt de luchtkwaliteit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voortdurend in de gaten. De lokalisatie van de meetstations is bepaald in functie van het milieuaspect dat moet worden onderzocht: situatie t.o.v. van het verkeer en situatie t.o.v. de bevolkingsdichtheid. Deze lokalisatie laat toe om zowel de algemene regionale verontreiniging als de gelokaliseerde verontreiniging te evalueren. Het meetstation dat zich het dichtst in de nabijheid van het projectgebied bevindt, is het meetstation « Kroon » te Elsene. Het is representatief voor een omgeving met druk verkeer. Het station noteert o.a. giftige gassen die typisch voorkomen in stadsgebieden: Ozon (O3)
Stikstofmonoxde (NO)
Koolmonoxide (CO)
Stikstofdioxide (NO2)
Op de website van het BIM (www.ibgebim.be) kunnen de resultaten van de verschillende meetstations worden geraadpleegd. In maart 2010 vermeldde de site de volgende meetresultaten m.b.t. stikstofdioxide (resultaten voor de periode 1997 tot 2010). Tabel 1 : Jaarlijks gemiddelde van de concentraties aan stikstofdioxide (NO2)
* Gegevens opgemeten t.e.m. 23/10/2010 maar nog niet definitief gevalideerd.
STRATEC S.A
Eindrapport – juli 2010
C719 – Effectenstudie m.b.t. de aflevering van een stedenbouwkundige en milieuvergunning van klasse 1A voor het project de « Tuinen van de Jacht», de Haernestraat en Beckersstraat te 1040 Etterbeek
DEEL D – Hoofdstuk 8: Luchtkwaliteit
D-8.2
De tabel hierboven geeft voor ieder meetstation het jaarlijks gemiddelde weer van de concentraties aan stikstofdioxide (NO2). Sinds 1 januari 2010, stelt richtlijn 2008/50/CE dat dit jaarlijks gemiddelde de drempel van 40 µg/m3 niet meer mag overschrijden. De lijst vermeldt in dalende volgorde de meetstations met hun respectievelijke gemeten jaarlijkse concentraties voor het lopende jaar (rechterkolom). De oranje vakjes geven aan dat de drempel 40µg/m3 werd overschreden. Voor wat concentraties aan NO2 betreft voor het lopende jaar, staat het meetstation « Kroon » als eerste gerangschikt. Besluit : de kwaliteit van de omgevingslucht in de projectzone en in de aangrenzende wijken is slecht. Er moet hier worden opgemerkt dat de jaarlijkse gemiddelde concentraties aan CO (koolmonoxide) en NO (stikstofmonoxide) nog niet beschikbaar zijn.
8.3.
Geprojecteerde situatie: effectenanalyse m.b.t. het project
8.3.1. Geraamde luchtverontreiniging verwarmings-systemen
veroorzaakt
door
Het verwarmingssysteem dat voor de uitvoering van het project zal gebruikt worden, ligt in dit stadium nog niet vast. Er werden wel al verschillende hypotheses onderzocht, die ieder een andere impact hebben op de luchtverontreiniging (CO2, NOx). Dit alles staat nader omschreven in het hoofdstuk « Energie » van deze studie.
8.3.2. Reukhinder Het project zal geen speciale reukhinder meebrengen. Op dit moment is nog niet geweten of de industriële keuken van Sodexo haar activiteiten al dan niet op de site zal verderzetten. In de veronderstelling dat dit zo is, zullen er maatregelen moeten worden getroffen om de reukhinder voor de werknemers en omwonenden zo veel mogelijk te beperken.
8.3.3. Analyse van afzuigsystemen
de
voorziene
luchtbehandelings-
en
In dit stadium van het project (aanvraag tot milieuvergunning), werd er nog geen beslissing genomen m.b.t. de luchtbehandelings- en ventilatiesystemen. Deze aspecten worden behandeld in het hoofdstuk « Energie » van deze studie. Zowel de woningen als de kantoren van het administratief centrum zullen moeten voldoen aan de huidige reglementeringen en aan de desbetreffende beste praktijken. We merken hierbij op dat het Centrum voor Kinderzorg en de crèche beschouwd worden als nietresidentiële gebouwen. Ze moeten dan ook voldoen aan de reglementering terzake. 8.3.3.1.
Ventilatie van de gebouwen
De ventilatie van de gebouwen moet voldoen aan de NBN D50-001 norm « Ventilatievoorzieningen in woongebouwen » en aan bijlage VI van de EPB-ordonnantie (residentiële gebouwen). De nieuwe ventilatiedebieten opgelegd door de NBN D50-001 norm zijn de volgende :
STRATEC S.A
Eindrapport – juli 2010
C719 – Effectenstudie m.b.t. de aflevering van een stedenbouwkundige en milieuvergunning van klasse 1A voor het project de « Tuinen van de Jacht», de Haernestraat en Beckersstraat te 1040 Etterbeek
DEEL D – Hoofdstuk 8: Luchtkwaliteit
D-8.3
Tabel 2 : Nieuwe ventilatiedebieten volgens de NBN D50-001 norm
In de energiestudie uitgevoerd door het studiebureau MATRIciel (zie hoofdstuk « Energie »), werden verschillende ventilatiesystemen onderzocht (enkelvoudige luchtstroom, dubbele luchtstroom). Hieruit blijkt dat dubbelstroomventilatoren met warmterecuperatie (minimum 80%) de nettobehoeftes aan verwarming aanzienlijk kunnen verlagen. 8.3.3.2.
Ventilatie van het administratief centrum (kantoren in de zin van de wet)
De ventilatiesystemen van de kantoren voorzien in het project moeten voldoen aan de norm NBN EN 13779 m.b.t. de ventilatie van niet-residentiële gebouwen en aan bijlage VII van de EPB-ordonnantie (niet-residentiële gebouwen). De NBN EN 13779 norm heeft betrekking op de prestaties van de systemen. Bijlage VII wil voornamelijk een minimale ventilatie waarborgen in niet-residentiële gebouwen (bijkomende vereisten). De vereiste minimale prestatieniveau’s voor de volgende elementen staan nader omschreven in bijlage VII: Debieten (§7.2); Luchtkwaliteit (§7.1); Luchttoevoer (§7.3, §7.7, §7.8, §7.11, §7.12 et §7.13); Luchtafvoer (§7.1, §7.7, §7.8, §7.9); Doorstroomopeningen (§7.1, §7.7, §7.8, §7.10); Regeling (§7.4); Drukvoorwaarden (§7.5); Energieverbruik van de ventilatoren (§7.6).
STRATEC S.A
Eindrapport – juli 2010
C719 – Effectenstudie m.b.t. de aflevering van een stedenbouwkundige en milieuvergunning van klasse 1A voor het project de « Tuinen van de Jacht», de Haernestraat en Beckersstraat te 1040 Etterbeek
DEEL D – Hoofdstuk 8: Luchtkwaliteit
D-8.4
In dit stadium van het project, concentreren we ons op de aspecten die verband houden met de luchtkwaliteit en met de regelsystemen van de ventilatoren. Luchtkwaliteit: Voor de ruimtes bestemd voor menselijke bezetting, wordt de vereiste luchtkwaliteit onderverdeeld in de volgende klasses: Tabel 3 : Onrechtstreekse klassificatie naargelang het toevoer van verse lucht voor ruimtes
bestemd voor menselijke bezetting
IDA1
Uitstekende luchtkwaliteit
Debiet verse lucht (nietrokersruimte) 3 > 54 m /h.persoon
IDA2 IDA3 IDA4
Matige luchtkwaliteit Aanvaardbare luchtkwaliteit Lage luchtkwaliteit
36-54 m /h.persoon 3 22-36 m /h.persoon 3 < 22 m /h.persoon
Klasse
Beschrijving
3
Er dient te worden opgemerkt dat de luchtkwaliteit IDA4 niet toegelaten is en dat het toegelaten minimumdebiet 22 m3/h.persoon is. De theoretische ratio’s die door de wetgever vastgesteld zijn om het aantal personen te bepalen die aanwezig mogen zijn in ruimtes bestemd voor menselijke bezetting, staan weergegeven in de tabel hieronder: Tabel 4 : Theoretische bezettingsratio’s voor ruimtes bestemd voor menselijke bezetting
Ruimtes bestemd voor menselijke bezetting Kantoren Ontvangstruimtes en -zalen, etc. Hoofdingang Overige ruimtes
Vloeropp. per pers. 2 (m /pers) 15 3,5 10 15
Bij het ontwerpen van de ventilatiesystemen zullen de ontwerpers moeten uitgaan van deze ratio’s. Voor de ruimtes niet bestemd voor menselijke bezetting, wordt de vereiste luchtkwaliteit als volgt ingedeeld: Tabel 5 : Onrechtstreekse klassificatie naargelang de toevoer van verse lucht voor ruimtes
die niet bestemd zijn voor menselijke bezetting
Klasse IDA1 IDA2 IDA3 IDA4
Debiet verse lucht (nietrokersruimte) niet van toepassing 3 2 > 2,5 m /h.m 3 2 1,3-2,5 m /h.m 3 2 < 1,3 m /h.m
Het toegelaten minimum debiet bedraagt 1,3 m3/h.m2.
STRATEC S.A
Eindrapport – juli 2010
C719 – Effectenstudie m.b.t. de aflevering van een stedenbouwkundige en milieuvergunning van klasse 1A voor het project de « Tuinen van de Jacht», de Haernestraat en Beckersstraat te 1040 Etterbeek
DEEL D – Hoofdstuk 8: Luchtkwaliteit
D-8.5
Voor de hieronder vermelde specifieke ruimtes, zijn de volgende debieten vereist: Toiletten: o Het aantal wc’s en urinoirs is gekend: 25 m3/h per wc; o Het aantal wc’s en urinoirs is niet gekend: 15 m3/h.m2;
Douches: 50 m3/h per douche; Overige niet-bezette lokalen 1,3 m3/h.m2.
Regelsystemen van het ventilatiesysteem Mechanische ventilatiesystemen moeten met de volgende regelsystemen zijn uitgerust: Tabel 6 : Klassen regelsystemen voor niet-residentiële gebouwen
Klasse IDA-C1 IDA-C2 IDA-C3 IDA-C4 IDA-C5 IDA-C6
Beschrijving Geen regeling: het systeem werkt continu Manuele regeling Tijdprogrammatie Regeling op basis van aanwezigheid Regeling op basis bezetting Directe regeling (via sensoren die vervuiling meten)
De mechanische ventilatiesystemen voorzien van een regelsysteem IDA-C1 of IDA-C2 zijn niet toegelaten. Er moet dus op zijn minst een systeem met tijdprogrammatie worden voorzien en bij voorkeur een GTC-systeem (gecentraliseerd technisch beheer). Similaties die door MATRIciel (zie hoofdstuk « Energie ») werden uitgevoerd, hebben aangetoond dat een optimaal ventilatiesysteem de volgende kenmerken vertoont: een debiet van 30m3/h.persoon, een warmterecuperatie van 80% en aansluiting op een freecooling-systeem. 8.3.3.3. A.
Ventilatie van de parkeergarages
Natuurlijke luchttoevoer
Onder bepaalde voorwaarden kan een overdekte parkeergarage als ‘open’ worden beschouwd en dus uitsluitend op natuurlijke wijze worden geventileerd. Een overdekte parking met minder dan 50 parkeerplaatsen (blokken A, C, D en E&F) met weinig beweging (parkeergarage verbonden aan woningen). Een dergelijke parking wordt als « open » beschouwd indien ze voldoet aan de volgende voorwaarden (Beste praktijken van het BIM): o slechts één verdieping; o nuttige opening van minimum 0,15 m2 per parkeerplaats; o maximum 20 m tussen twee openingen; o openingen naar buiten met een mof van maximum 2 meter. Een overdekte parking met meer dan 50 parkeerplaatsen (blokken B en G) wordt als « open » beschouwd vanaf het moment dat iedere verdieping twee tegenoverliggende gevels heeft die voldoen aan de volgende voorwaarden [K.B. STRATEC S.A
Eindrapport – juli 2010
C719 – Effectenstudie m.b.t. de aflevering van een stedenbouwkundige en milieuvergunning van klasse 1A voor het project de « Tuinen van de Jacht», de Haernestraat en Beckersstraat te 1040 Etterbeek
DEEL D – Hoofdstuk 8: Luchtkwaliteit
D-8.6
van 17 mei 2007 (B.S. 20/06/2007) ter vaststelling van de beveiligingsmaatregelen inzake brand- en ontploffingsgevaar waaraan gesloten parkings moeten voldoen voor het aanbieden van parkeerruimte voor LPGwagens]: o deze gevels zijn maximum 60 m van elkaar verwijderd, en dit over hun volledige lengte; o iedere gevel is voorzien van openingen waarvan de nuttige opening minstens 1/6 beslaat van de totale oppervlakte van de vertikale binnenen buitenmuren van de perimeter; o de openingen zijn evenredig verdeeld over de lengte van beide gevels; tussen beide gevels zijn eventuele obstakels toegelaten op voorwaarde dat de nuttige oppervlakte m.b.t. de luchtafvoer, rekening houdende met volledige bezetting van de parkeergarage, op zijn minst gelijk is aan de oppervakte van de openingen vereist voor de beide gevels; o de horizontale afstand in openlucht tussen de gevels en ieder obstakel buitenshuis moet minstens 5 meter bedragen.
Een parking die aan deze vier voorwaarden voldoet, wordt beschouwd als « open » en kan op natuurlijke wijze geventileerd worden. Een parkeergarage die niet aan deze voorwaarden voldoet wordt beschouwd als « gesloten » en moet uitgerust worden met mechanische ventilatie. In dit stadium van het project is de lokalisatie van de verluchtingsroosters nog niet bepaald. Er kan echter een analyse worden gemaakt op basis van de volgende voorwaarden: Parkings van minder dan 50 parkeerplaatsen: o Blok A: 50 plaatsen. Er kunnen openingen worden aangebracht in de gevel aan de straatkant (50 m2) en aan de korte zijden van het woonblok (2 x 8 m2), hetzij een totale nuttige opening van 66 m2, wat aanzienlijk meer is dan de 8 m² (0,15 m2 x 50) aanbevolen door het BIM. o Blok C: 38 plaatsen. Er kan een nuttige opening van 13 m 2 worden aangebracht ter hoogte van de Beatlesstraat (in het rood aangegeven op de figuur hieronder), wat meer is dan de 6 m2 (0,15 m2 x 38) aanbevolen door het BIM.
Figuur 1 : Mogelijke lokalisatie van de ventilatieroosters van de parking van blok C
o Blok D en blokken E&F: respectievelijk 49 en 33 parkeerplaatsen.De topografie van de site laat niet toe om hier persroosters te plaatsen. STRATEC S.A
Eindrapport – juli 2010
C719 – Effectenstudie m.b.t. de aflevering van een stedenbouwkundige en milieuvergunning van klasse 1A voor het project de « Tuinen van de Jacht», de Haernestraat en Beckersstraat te 1040 Etterbeek
DEEL D – Hoofdstuk 8: Luchtkwaliteit
D-8.7
Indien er aangepaste ventilatieroosters in het project worden geïntegreerd, kunnen de parkingen A en C beschouwd worden als « open » en hoeft er geen mechanische ventilatie worden voorzien. Parkingen met meer dan 50 parkeerplaatsen: o Blok B: 63 plaatsen. De topografie van de site laat niet toe om hier persroosters te plaatsen, waardoor de nuttige opening beperkt is. o Blok G: 192 (OV-2) en 180 places (OV-1). De afstand tussen beide gevels bedraagt meer dan 60m.
De parkingen van de blokken B en G worden beschouwd als « gesloten ». Tot slot moet hier nog worden opgemerkt dat het technisch mogelijk is om natuurlijke ventilatieroosters aan te brengen in de zones bestemd voor koeren en tuinen (zie Plaat D801). Wij raden deze oplossing echter af omdat ze de leefbaarheid en een overwogen gebruik van de tuingebieden deels zou teniet doen. B.
Mechanische ventilatie
Rekening houdend met de voorwaarden voor een open parking, moet er een mechanisch ventilatiesysteem worden voorzien voor de blokken B, D, E&F en G. Ze moeten worden uitgerust met een mechanisch ventilatiesysteem verbonden met CO-sensoren, waarvan het afvoersysteem een capaciteit moet hebben van minimum 200 m3/h per parkeerplaats (aanbevelingen BIM). De tabel hieronder vermeldt de ventilatie die voor iedere parkeergarage voorzien moet worden indien geen natuurlijke ventilatie. Tabel 7 : Te voorzien CO-ventilatie per parking
Gebouw Blok B Blok D Blokken E & F Bloc G: Admin. Centrum
C.
Verdiep. -1 -1 -1 -1 -2
# parkeerplaatsen 63 49 33 180 192
Te voorziene CO-ventilatie (m3/h) 12600 9800 6600 36000 38400
Analyse van de lokalisatie voor luchtafvoer
De afvoermonden waarlangs de vervuilde lucht de parkeergarages verlaat, worden bij voorkeur op de daken van de gebouwen geplaatst. Zo wordt overlast voor de omwonenden zo veel mogelijk vermeden. 8.3.3.4.
Rookafvoer in ondergrondse parkeergarages
In geval van brand, moet het rookafvoersysteem in staat zijn om een deel van de geproduceerde rook af te voeren, zodat er op die manier een ruimte met vrije lucht gecreëerd wordt onder de rooklaag. Dit maakt een vlottere evacuatie mogelijk van de parkingbezoekers, zorgt ervoor dat de brand zich niet verder uitbreidt en geeft de brandweerlui de mogelijkheid om toegang te krijgen tot de parkeergarage.
STRATEC S.A
Eindrapport – juli 2010
C719 – Effectenstudie m.b.t. de aflevering van een stedenbouwkundige en milieuvergunning van klasse 1A voor het project de « Tuinen van de Jacht», de Haernestraat en Beckersstraat te 1040 Etterbeek
DEEL D – Hoofdstuk 8: Luchtkwaliteit
D-8.8
De rookafvoersystemen van ondergrondse parkeergarages moeten voldoen aan de norm NBN S 21- 208-2 (april 2008): « Brandbeveiliging in gebouwen – Ontwerp van rook- en warmte- evacuatiesystemen (EFC) van binnenparkingen (2e uitgave) ». Op basis van artikel 5.2 van bijlage 3 van het K.B. van 19/12/1997, behoeven parkeergarages met een oppervlakte van minder dan 2500 m2 geen rookafvoersysteem. Tabel 8 : Oppervlakte van de parkingen per blok
Gebouw Blok A Blok B Blok C Blok D Blokken E & F Bloc G: Admin. Centrum
Niveau -1 -1 -1 -1 -1 -1 -2
Totaal
Opp. in m 1966 3538 2776 1909 1859
2
10413
Rookafvoer Nee Ja Ja Nee Nee Ja
22461
De parkeergarages van de blokken B, C en G beslaan een oppervlakte van meer dan 2500 m2. Ze moeten bijgevolg worden uitgerust met een rookafvoersysteem. Als de parkeergarages van de blokken C en D met elkaar verbonden worden, zal de gehele parkeergarage met een antirooksysteem moeten uitgerust worden.
8.4.
Analyse van de alternatieven
8.4.1. Alternatief A Dit alternatief komt neer op het behoud van de huidige situatie.
8.4.2. Alternatief B: Mobiliteit Een toename van het verkeer binnen de site zal leiden tot een slechtere luchtkwalteit in vergelijking met de luchtkwaliteit van het project.
8.4.3. Alternatief D: Inplanting van woningen in het binnenterrein van het huizenblok Dit alternatief vermindert de inneming van de parking van blok B door deze op twee verdiepingen aan te leggen. Deze twee niveau’s zullen een totale oppervlakte van ongeveer 3400 m2 beslaan, wat de installatie van een rookafvoersysteem noodzakelijk maakt.
8.4.4. Overige alternatieven Vermits er binnen het kader van het project nog niets beslist werd betreffende de voorzieningen voor luchtbehandeling en ventilatie, hebben de alternatieven hier geen impact op.
STRATEC S.A
Eindrapport – juli 2010
C719 – Effectenstudie m.b.t. de aflevering van een stedenbouwkundige en milieuvergunning van klasse 1A voor het project de « Tuinen van de Jacht», de Haernestraat en Beckersstraat te 1040 Etterbeek
DEEL D – Hoofdstuk 8: Luchtkwaliteit
8.5.
D-8.9
Samenvatting van de effecten van het project en de alternatieven
In dit stadium van het project, werd er nog niets beslist betreffende de luchtbehandelings- en ventilatiesystemen. De impact van de verschillende mogelijke energetische systemen staat beschreven in het hoofdstuk « Energie ».
8.6.
Maatregelen en aanbevelingen
8.6.1. Maatregelen genomen of overwogen door de Aanvrager In dit stadium van het project, werd er nog niets beslist wat betreft de luchtbehandelings- en ventilatiesystemen.
8.6.2. Bijkomende maatregelen studiegelastigde
voorgesteld
door
de
De studiegelastigde doet de volgende aanbevelingen: 1. Ventilatie voorzien in de kantoren zodat de luchtkwaliteit hier iets beter zal zijn dan aangegeven in de onderzoeksresultaten van Matriciel, hetzij een gematigde luchtkwaliteit, IDA2; 2. De voorkeur geven aan een natuurlijke ventilatie in de parkings door een maximumaantal ventilatieroosters te plaatsen zodat het gebruik van mechanische ventilatie zo veel mogelijk beperkt kan worden; 3. De luchtafvoermonden van de parkings op de daken installeren en niet op de koeren of in de tuinen; 4. De mechanische ventilatie van de parkeergarages onderwerpen aan de COmaatregelen; 5. Een rookafvoersysteem voorzien in de parkings van de blokken B, C en G.
STRATEC S.A
Eindrapport – juli 2010
C719 – Effectenstudie m.b.t. de aflevering van een stedenbouwkundige en milieuvergunning van klasse 1A voor het project de « Tuinen van de Jacht», de Haernestraat en Beckersstraat te 1040 Etterbeek