Studentenstatuut Opleidingsdeel Studiejaar 2014-2015
Bachelor Journalistiek CROHO-nummer 34686 Christelijke Hogeschool Windesheim voltijd / deeltijd De opleiding Journalistiek leidt op tot Bachelor of Journalism
De opleiding Journalistiek is geaccrediteerd van 16 april 2012 t/m 15april 2016.
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
1. - OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1.1. - De onderwijsvisie van Windesheim en de opleiding Journalistiek 1.2. - De onderwijsleeractiviteiten 1.3. - Studiebegeleiding 1.4. - Kwaliteit en studeerbaarheid 1.5. - Vorm van de opleiding 1.6. - Studiesucces 1.7. - Toetsing en beoordeling
pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina
3 5 6 7 9 12 13
2. - DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD
2.1. - Doelstelling van de opleiding 2.2. - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding 2.3. - Inhoud van de opleiding 2.4. - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld
pagina 15 pagina 15 pagina 31 pagina 31
3. - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS
3.1. - Inrichting van de opleiding
pagina 32
3.1.1. - Propedeuse 3.1.2. - Postpropedeutische of hoofdfase 3.1.3. - Deeltijdopleiding
3.2. - Overzicht informatie major, minoren en onderwijseenheden 3.3. - Accreditatie
pagina 37 pagina 37
Bijlage 1 Bijlage 2
pagina 38 pagina 39
Randvoorwaarde verzorgd taalgebruik The Tartu Declaration 2013
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
INLEIDING In het Studentenstatuut zijn de regels opgenomen die betrekking hebben op de rechten en plichten van studenten. Samen met de Regels Examencommissie is het Onderwijs- en Examenreglement (OER) de belangrijkste regeling in het studentenstatuut. In het OER is een concrete uitwerking van de inhoud van de opleiding opgenomen. Deze is opgesteld door het management van de opleiding. De examencommissie oordeelt of het OER op een juiste manier wordt uitgevoerd. Als een student vragen, opmerkingen of klachten over de uitvoering van het OER heeft, dan kunnen deze aan de examencommissie worden voorgelegd. In de Regels Examencommissie staan de regels die de examencommissie daarbij hanteert. Enkele opleidingen hebben een deel van het studentenstatuut verwerkt in een ‘studiegids’. In deze gids staat, naast enkele regelingen uit het statuut, ook nog andere informatie over de opleiding. Bijvoorbeeld een overzicht van alle docenten en de openingstijden van de Servicebalie. Naast het OER en de Regels Examencommissie zijn er nog meer regelingen. Deze zijn alle in het Studentenstatuut opgenomen. Bijvoorbeeld regelingen over medezeggenschap, financiële uitkeringen, huis-regels en privacyregels, de rechtsbescherming van studenten en het klachtenloket. Het studentenstatuut met al deze regelingen is te vinden op Sharenet.
1. - OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1.1. - De onderwijsvisie van Windesheim en de opleiding Journalistiek Windesheim is een brede kennisinstelling en heeft de ambitie een inspirerende omgeving voor hoger onderwijs te zijn. Onze studenten wordt een excellente opleiding aangeboden, die hen theoretisch en praktisch voorbereidt op een succesvolle en maatschappelijk relevante loopbaan. Om de ontwikkeling van het onderwijs verdere impulsen te geven, wordt praktijkgericht onderzoek verricht. Daarnaast wordt de kennis voortdurend getoetst aan de praktijk door samen te werken met bedrijven en non-profit organisaties in de regio. Door onderwijs, onderzoek en ondernemen op deze wijze uitgebalanceerd ten opzichte van elkaar te positioneren, versterken ze elkaar. Onze vier uitgangspunten Ambitieus studieklimaat Windesheim daagt studenten uit. In de leersituatie wordt steeds spanning gecreëerd tussen het bestaande en het volgende competentieniveau, waardoor studenten worden geprikkeld hun grenzen te verleggen. De praktijk van het beroep is de basis waaraan uitdagende opdrachten worden ontleend. Om recht te doen aan de verschillende talenten en ambities kunnen studenten binnen de beroepsgerichte curricula een deel van het onderwijs zelf invullen om tot verbreding, verdieping of verzwaring van het programma te komen. In dit ambitieuze studieklimaat worden kwantitatieve en kwalitatieve eisen gesteld aan de inspanningen van de student. Uitdagend, tegelijkertijd realistisch. De waarde(n)volle professional Windesheim leidt professionals op die geleerd hebben het eigen professionele handelen kritisch ter discussie te stellen en hierover verantwoording af te leggen. Daarbij hanteert de professional persoonlijke, institutionele en wettelijke waarden en normen. Door een onderzoekende en reflectieve houding ontwikkelen zij continu hun professionaliteit, vanuit hun idealen over goed samenleven. Vanuit de eigen vakbekwaamheid en met die kritische reflectie leveren zij een bijdrage aan de kwaliteit van de 3
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
samenleving. De professional is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen op het vakgebied en is door onderzoekvaardigheden gewapend voor de toekomst en de steeds veranderende beroepspraktijk. Hij ziet kansen, weet deze te benutten, kan innoveren en neemt initiatief. Studentbegeleiding op maat Aan studenten wordt persoonlijke en adequate begeleiding aangeboden, met eerlijke en bruikbare feedback op de prestaties. Al voor de poort maakt de student kennis met Windesheim en vice versa, met het doel de meest passende opleiding te kunnen kiezen. Er wordt gestuurd op resultaat, zodat de student succesvol zijn studie kan doorlopen. Windesheim biedt een omgeving waarin studenten zich maximaal kunnen ontplooien. Hierbij worden zowel uitzonderlijke begaafdheden als specifieke functiebeperkingen serieus genomen. Tevens wordt waar mogelijk tijd- en plaats-onafhankelijk werken gefaciliteerd. Hoge kwaliteit van onderwijs De norm is het aanbieden van opleidingen van bovengemiddeld niveau. Een deel van de opleidingen van Windesheim heeft een nóg hoger ambitieniveau en werkt toe naar het predicaat: Topopleiding. Om steeds met de nieuwste inzichten in de diverse vakgebieden te kunnen werken, zijn opleidingen verbonden met Centers of Expertise en kenniscentra. Onderwijs, onderzoek en ondernemen zijn met elkaar geïntegreerd en versterken elkaar daardoor in kwaliteit en vernieuwingskracht. Windesheim laat iedere student zich internationaal oriënteren om de kwaliteit en het beroepsperspectief van de afgestudeerden te vergroten. Windesheim handhaaft en verbetert continu onderwijskwaliteit. Het professioneel handelen van alle medewerkers is het vertrekpunt voor kwaliteit. Docenten vormen de ruggengraat van de kwaliteit van de opleiding. Zij zijn op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Windesheim hanteert hierbij een dubbele professionaliteit: docenten zijn vakbekwaam én didactisch onderlegd. Hoge kwaliteit is voor hen geen toevallige uitkomst, het is een logisch gevolg van de beheersing van het proces en de afstemming met de omgeving. Windesheim Is een inspirerende kennisinstelling voor met name de regio Zwolle en Almere met een ambitieus studieklimaat en opleidingen van bovengemiddeld niveau. Biedt een omgeving waar de student zich, met de nodige invloed op het studieprogramma, kan vormen tot een waarde(n)volle professional. Levert een professional die de regie kan voeren over de eigen loopbaan en over de grenzen van het vakgebied kan heenkijken.
Ambitie, missie en visie Journalistiek Journalistiek heeft in 2014 de ambitie, missie en visie verder uitgewerkt voor de opleiding. Deze zijn een belangrijk start- en ijkpunt voor de ontwikkeling van het curriculum. De missie en visie zijn noodzakelijk voor de inhoudelijke koers van de opleiding.
Ambitie De opleiding Journalistiek van Windesheim is een van de vier hbo-opleidingen Journalistiek in Nederland. We delen ons beroepsopleidingsprofiel met de drie andere opleidingen, maar we onderscheiden ons in de ambitie om topopleiding te zijn. Dit is een opleiding waarvan werkveld en samenleving (h)erkennen dat die meer dan andere het beste haalt uit studenten, docenten en organisatie. De beroepspraktijk en het medialandschap veranderen snel en ingrijpend door journalistiek-inhoudelijke, technologische, (bedrijfs- en markt)economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Wij willen op deze 4
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
ontwikkelingen inspelen en vooruitlopen. Met een open blik naar buiten en een kritische blik naar binnen, maken we dan ook voortdurend werk van verbetering van onderwijs, onderzoek en organisatie. In een wereld vol verandering gaan we echter niet mee met de waan van de dag. We hechten aan drie kernwaarden: betrouwbaarheid, betrokkenheid en gedrevenheid. Als onderwijsprofessionals en studenten brengen we die waarden in praktijk in de omgang met elkaar en met anderen.
Missie Als opleiding hechten we aan de maatschappelijke rol van de journalist. We vinden dat journalisten een grote verantwoordelijkheid hebben vanwege hun invloed op de publieke opinie. Zij dragen bij aan het debat en de dialoog in een samenleving vol diversiteit. Journalistieke hoofdtaken als informatievoorziening en waarheidsvinding zijn volgens ons voorwaarden voor actief burgerschap, democratisch bestuur en een rechtvaardige samenleving. Journalisten moeten in staat zijn de burger te bereiken, te boeien en te betrekken. We willen dan ook professionals opleiden die het bijzondere en relevante journalistieke verhaal kunnen vinden, vertellen en verbeelden. Normatief beroepskader en instrumentele professionaliteit zijn voor ons onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ons beroepsonderwijs en praktijkgericht onderzoek richten zich daarom op kennis, vaardigheden en werkwijzen om de interactie met burgers aan te kunnen gaan. Daarmee stellen we zowel journalisten in opleiding als journalisten in de praktijk in staat hun maatschappelijke rol betekenis te geven.
Visie Drie journalistieke beroepshoedanigheden staan centraal in ons onderwijs en onderzoek. Journalisten zijn voor ons waarde(n)volle professionals. Ze zijn zich bewust van het belang van hun werk voor burger en samenleving. Ze hechten daarom aan betrouwbaarheid van hun journalistieke professionaliteit en boodschap. Als ondernemende journalisten weten ze hoe ze middelen kunnen verwerven en inzetten om de interactie met burger en samenleving daadwerkelijk tot stand te brengen. Ze beschikken dan ook over de gedrevenheid om te ondernemen wat nodig is om hun verhaal te vertellen en hun brood te verdienen. Als reflective practitioners zijn ze in staat zichzelf en hun vak te vernieuwen en veranderen. Ze doen dat vanuit betrokkenheid bij hun eigen professionele ontwikkeling en de ontwikkeling van hun vakgebied. Daarmee leveren ze een bijdrage aan hun eigen toekomst, maar ook aan die van de journalistiek als beroepsgroep en vakgebied.
1.2. - De onderwijsleeractiviteiten Het onderwijs van de opleiding Journalistiek wordt ontwikkeld en uitgevoerd volgens het model van De Bie. Het hart van model wordt gevormd door de integrale leerlijn. Hierin staat het ontwerpen en verantwoorden van beroepsproducten centraal. Aan de hand van gedetailleerd omschreven kenmerkende beroepssituaties (KBS) zijn thema’s gekozen die in opeenvolgende leerjaren en semesters, onderwijs en praktijk nauw aan elkaar koppelen. Daarbinnen zijn taal en kennis van de maatschappij belangrijke onderdelen van het curriculum. Studenten worden al vanaf het begin van de opleiding geconfronteerd met complexe beroepsproblemen door middel van praktijkweken. Dit is een grote prikkel voor het stimuleren van de ontwikkeling van het probleemoplossend en het analyserend vermogen. De integrale leerlijn krijgt gestalte in de binnenschoolse onderwijsprojecten en in de buitenschoolse stage- en afstudeerperiode. Studenten worden vanaf het begin ondersteund bij het uitvoeren van de opdrachten, maar de sturing wordt naarmate de studie vordert steeds minder. De docent krijgt een meer 5
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
coachende rol en de zelfsturing van de student neemt toe. De begeleiding bij de KBS’en en de ondersteunende onderwijseenheden staat beschreven in studiehandleidingen. Aan het eind van de studie kunnen studenten zelfstandig aan de slag. Met het model De Bie kiest de opleiding voor een sterke relatie met de beroepspraktijk op basis van toenemende complexiteit. De student doorloopt tijdens zijn of haar opleiding een breed perspectief van professionele rollen: van redacteur die vooral bezig is met het verwerken en bewerken van de dagelijkse nieuwsstroom, tot een professional met een specialisme die in staat is eigen, originele en onderscheidende journalistieke producties te maken. De samenhang wordt aangebracht door in de conceptuele, vaardigheids- en reflectieve leerlijn onderwijs aan te bieden dat een relatie heeft met de projecten in de integrale leerlijn. De eerste anderhalf jaar volgen studenten een generiek programma, waarbij in de conceptuele leerlijn Journalistiek en de maatschappijvakken een belangrijke rol spelen. In de vaardighedenleerlijn is er aandacht voor Taalbeheersing, Engels, onderzoek en crossmediale vaardigheden. Studenten komen vanaf het begin van de opleiding in aanraking met de verschillende aspecten van de geschreven en de audiovisuele journalistiek. Per periode is er een praktijkweek, waarin de gevolgde onderwijsonderdelen zoveel mogelijk samenkomen. In de specialiserende minor die studenten in het tweede semester van jaar 2 gaan volgen, kunnen zij meer accent leggen op een van de twee vormen van journalistiek: Geschreven of Audiovisuele Journalistiek. Zo geven studenten al in een vroeg stadium sturing aan hun studie. In beide richtingen is crossmediale journalistiek geïntegreerd, zoals de beroepspraktijk in toenemende mate vraagt. In de gekozen richting lopen studenten in jaar 3 ook hun stage en zij studeren er in jaar 4 op af.
1.3. - Studiebegeleiding De opleiding kent twee vormen van studiebegeleiding: de basisbegeleiding en de specialistische begeleiding. De studieloopbaanbegeleiders en de studievoortgangsadviseurs zijn verantwoordelijk voor de basisbegeleiding en begeleiden studenten bij de ontwikkeling van loopbaan- en leercompetenties. Op Windesheimniveau bieden de decaan, psychologen, vertrouwenspersonen en deskundigen op het gebied van bijvoorbeeld dyslexie specialistische begeleiding. Voor studenten met een beperking en voor topsporters is beleid ontwikkeld en is een casemanager aangesteld. Binnen Windesheim is er voor gekozen om ‘zelfsturing op studie en loopbaan’ als zogenaamde elfde HBO-competentie toe te voegen, naast de tien algemene competenties. Deze elfde competentie wordt ook wel de loopbaancompetentie genoemd. Dit betekent niets anders dan dat de student in staat is zijn eigen studieloopbaan zoveel mogelijk in te richten, en dat deze past bij wat hij wil en kan. In het huidige onderwijs is vraaggestuurd leren namelijk een belangrijk uitgangspunt. Hierbij gaat het om zelfsturing van de student in zijn eigen leerproces. Hij maakt zijn keuzes zo veel mogelijk zelf, en is als het ware de regisseur van zijn eigen leerproces. Om die rol te kunnen vervullen, moet hij in staat zijn leervragen te formuleren. Dat kan alleen als hij weet wat hij wil leren, waar zijn talenten liggen en zijn verbeterpunten, waar zijn belangstelling naar uitgaat en wat voor hem belangrijke waarden zijn in zijn werk. Om zijn leerproces te kunnen sturen, moet hij weten hoe hij zijn kwaliteiten en motieven kan inzetten. Met andere woorden: de student heeft loopbaancompetentie nodig om op een zinvolle manier sturing te kunnen geven aan zijn studieloopbaan. Studieloopbaanbegeleiding binnen de opleiding Journalistiek is er op gericht studenten in dit proces intensief te begeleiden. Slb’ers ondersteunen studenten in hun persoonlijke ontwikkeling, bij de studievoortgang en bij de oriëntatie op de beroepspraktijk. Uiteindelijk doel is het ontwikkelen van 6
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
zogeheten arbeidsidentiteit. Dat betekent in dit geval dat de student weet binnen welke beroepen en arbeidsgebieden hij wil en kan werken. Hij weet welk (journalistiek) beroep bij hem past, en hij kan aangeven en onderbouwen wat hij kan en wat hij nog moet leren. Studenten kunnen de elfde HBOcompetentie ontwikkelen door het uitvoeren van vijf zogeheten loopbaantaken.
Loopbaantaken 1. Kwaliteitenreflectie
Belangrijke vragen Wat kan ik?
2. Motievenreflectie
Wat wil ik?
3. Werkexploratie
Hoe krijg ik greep op trends, ontwikkelingen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt? Hoe creëer en onderhoud ik een netwerk van contacten dat ik kan inzetten voor mijn loopbaan? Hoe zorg ik er voor dat mijn loopbaanontwikkeling aansluit bij mijn kwaliteiten en motieven?
4. Netwerken 5. Loopbaansturing
Om een antwoord te krijgen op bovengenoemde vragen, ontwikkelt de student gedurende de studie een groot aantal activiteiten. Dat kunnen hele concrete opdrachten zijn, maar de student kan ook zelf initiatieven ontplooien. Het resultaat verzamelt hij in zijn slb-portfolio dat hij bespreekt met de studieloopbaanbegeleider. Het eerste niveau heeft betrekking op de ervaringen die de student op doet binnen de opleiding (colleges, practicum jaar 1) en eventueel daarbuiten (zijn huidige werk). Op het tweede en derde niveau is de student in toenemende mate in staat om zich te verdiepen en te verbreden: hij kijkt verder dan de opleiding en stemt de opdrachten af op zijn toekomstige loopbaan. Op het gevorderde niveau gaat vraagsturing een rol spelen: Waar gaat het mij gemakkelijk, weet ik goed wat ik wil en kan? Op welk punt loop ik vast? De (studieloopbaan)vragen die hieruit voortkomen, kan de student bespreken met zijn studieloopbaanbegeleider in jaar 1 en 2, met de studieadviseur in jaar 3 en 4 of met de vakdocent. Uiteindelijk bepaalt de student helemaal zelf wat hij in de studieloopbaan verder wil ontwikkelen en hoe hij dat wil doen. Hij volgt de actuele ontwikkelingen in het werkveld, denkt na over het soort werk dat hij wil doen als hij afgestudeerd is, en vraagt zich af hoe hij zich gaat presenteren op de arbeidsmarkt.
1.4. - Kwaliteit en studeerbaarheid 1.4.1. - Kwaliteitsbewaking De opleiding heeft een gestandaardiseerde wijze van interne kwaliteitsbewaking op basis van de PDCAcyclus (Plan-Do-Check-Act). De gehanteerde methode is een combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. In dit kader wordt gebruik gemaakt van de volgende instrumenten:
Standaard evaluatielijsten per leerlijn voor alle onderwijsmodulen; Analyse van studenttevredenheid aan de hand van panelgesprekken met studenten; Publicatie van evaluaties, panelverslagen en actielijsten; Analyse van de toetsresultaten; Analyse van alumni-enquêtes; Doorstroomanalyse: instroom – doorstroom – uitstroom; Selectiedagen voor aanmelders en monitoring van de eerstejaars studenten. 7
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
1.4.2. - Studielast Voor het leerplan geldt dat het totaal van de studielast evenwichtig over de leerjaren en binnen de leerjaren is verdeeld. Als uitgangspunt voor de programmering is genomen de normstudent die 40 uur per week aan de studie besteedt. De belasting in het studieprogramma is gebaseerd op vastgestelde studeerbaarheidsnormen, zoals de leesnorm van tien pagina’s per uur voor standaard studieboeken. Voor complexe teksten of teksten in een andere taal kan de norm lager zijn vastgesteld. De spreiding van studielast wordt stelselmatig geëvalueerd en wordt zo nodig besproken in onderwijsteamoverleg en geoptimaliseerd. 1.4.3. - Studeerbaarheid Door de opbouw in moduulblokken kan de student de opleiding flexibel inrichten, waarmee grote studievertraging voorkomen kan worden. Het onderwijsprogramma heeft een heldere en eenvoudige structuur bestaande uit samenhangende onderwijsblokken van 30 EC. Studenten kunnen vrijwel elke maand afstuderen, maar studenten moeten rekening houden met een zomerstop die valt in de maanden juli en augustus. In deze periode worden geen cijfers verwerkt en kunnen geen diploma’s worden uitgereikt. De zomerstop staat aangegeven in het Jaarrooster van de opleiding Journalistiek. Binnen de opleiding Journalistiek is sprake van een transparante informatievoorziening. Studenten en medewerkers beschikken over documenten als het Studentenstatuut en de Jaarplanning. Deze relevante informatie is toegankelijk op de Infosite van het hogeschoolnetwerk (Sharenet). Met behulp van Sharenet, Educator en de nieuwe elektronische leeromgeving N@Tschool kunnen studenten zelf hun tentamenresultaten inzien, hun studievoortgang bijhouden en onderwijsmateriaal raadplegen. Tijdig worden roosters, literatuurlijsten en overige relevante onderwijsinformatie voor studenten via Sharenet en/of N@Tschool aangeboden. Ook formulieren voor het aanvragen van vrijstellingen en andere relevante formulieren voor studenten zijn online beschikbaar via Sharenet. Van studenten wordt verwacht dat zij mededelingen en overige informatie die via Sharenet, Educator en N@Tschool worden verspreid regelmatig (wekelijks) raadplegen. 1.4.4. - Visie op studieloopbaanbegeleiding Van iedere student Journalistiek wordt gevraagd dat hij zijn eigen koers uitzet in de studie. Dat hij zelf gaat bepalen wat hij hier wil leren, hoe hij dat wil leren, en welke werkzaamheden hij daarmee nu en later wil verrichten, binnen een bepaald beroep. Studieloopbaanbegeleiding is bedoeld om de student te helpen bij het maken van die keuzes. De student doet dit niet alleen. Hij heeft zijn vaste (slb-)groep medestudenten en krijgt begeleiding van een studieloopbaanbegeleider, die in principe een jaar aan de student is verbonden. De slb’er organiseert groepsbijeenkomsten, voert individuele gesprekken met de student en verwijst waar nodig naar professionele hulp binnen of buiten Windesheim als persoonlijke omstandigheden bij de student daar aanleiding toe geven. Dan gaat het bijvoorbeeld om de decaan of de studentenpsycholoog. Verder voert de student verschillende opdrachten uit ter oriëntatie op de beroepspraktijk, binnen het practicum Journalistiek, tijdens slb-bijeenkomsten en ook daarbuiten.
8
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
1.5. - Vorm van de opleiding 1.5.1. - Numerus fixus De opleiding Journalistiek hanteert een (100 procent) decentrale selectie voor het studiejaar 2014-’15 en zal deze ook hanteren voor 2015-’16. Deze selectie dient als instrument om studenten op kwaliteit te kunnen selecteren. Voor 2014-’15 worden maximaal 225 studenten toegelaten. In het voorjaar van 2015 worden selectiedagen gehouden, waarbij aanmelders voor de opleiding op de volgende onderdelen worden getoetst: - Nederlands; - Engels; - Journalistieke beroepshouding. Journalistieke beroepshouding bestaat uit de volgende onderdelen: - toets algemene ontwikkeling (40 mc-vragen); - persoonlijkheidstest; - een persoonlijk gesprek met een docent. Dat is bedoeld als kennismaking, om de motivatie te peilen, maar ook voor het bespreken van de toetsresultaten. Op basis van de uitkomst van de toetsing en het gesprek krijgt de aanmelder een plek hoger of lager op de plaatsingslijst. 1.5.2. - Opbouw De bacheloropleiding Journalistiek is georganiseerd in een structuur met een major en meerdere minoren. De major bestaat uit 180 EC en is verplicht voor alle studenten. In de minor bestaat de mogelijkheid te differentiëren. De eerste differentiatie betreft de afstudeerrichting, waarbij studenten kunnen kiezen uit de minoren Audiovisuele Journalistiek en Geschreven Journalistiek (elk 30 EC). Studenten kunnen daarnaast een keuzeminor op gevorderd of bachelorniveau van 30 EC kiezen of een tweede stage volgen. Hiermee wordt de bacheloropleiding gecompleteerd. Het curriculum kent een logische opbouw in niveau (concentrisch) en een evenwichtige spreiding van de studielast, namelijk 60 EC (= studiepunten) per jaar. Het programma van de opleiding heeft een overzichtelijke en eenduidige indeling in vier perioden die voor alle studiejaren gelijk is. Elke periode omvat tien weken bestaande uit ten minste zeven lesweken en twee tentamenweken. De beroepscompetenties en de algemene hbo-kwalificaties komen in het eerste jaar op basisniveau aan bod. In het tweede jaar worden de competenties uitgebouwd naar gevorderd niveau. In het derde jaar komen de beroepscompetenties op gevorderd niveau in de stage terug. Aansluitend wordt gewerkt aan het bachelorniveau. In de eerste helft van het vierde jaar verdiept of verbreedt de student zijn kennis en vaardigheden in een minor van 30 EC. In de tweede helft van jaar vier werkt de student zelfstandig aan zijn afstudeerproductie en onderzoeksproject. De studieroute die een student doorloopt bedraagt vier leerjaren. In het schema hieronder staat de gewenste studieroute aangegeven. In een aantal gevallen kan daarvan afgeweken worden. Zo bestaat de mogelijkheid voor een student om een tweede stage te lopen in plaats van het volgen van een keuzeminor. Dit kan in het eerste deel van het vierde studiejaar. Ook past hier het volgen van een studie in het buitenland. Het is mogelijk om M5 en de minor uit het vierde jaar om te draaien als een bepaalde keuzeminor alleen in het tweede semester wordt aangeboden.
9
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
Overgangssituatie Met de invoering van het nieuwe curriculum vanaf het studiejaar 2013-2014 geldt een overgangssituatie tot het studiejaar 2016-2017. In deze drie jaar wordt het curriculum op verschillende plaatsen aangepast, zodat de studenten die in het vorige curriculum hun studie zijn begonnen, zoveel mogelijk profiteren van de wijzigingen. Het nieuwe curriculum is in 2013-2014 in de propedeuse en in de afstudeerfase ingevoerd. Het wordt in 2014-2015 uitgerold naar jaar 2, en zoveel mogelijk naar jaar 3 en 4. Voor deze laatste twee studiejaren geldt een overgangssituatie. Jaar 1 Jaar 1 is een brede kennismaking met het vak journalistiek. Het hart van de leerlijnen wordt gevormd door de integrale leerlijn. Deze komt in jaar 1 tot uitdrukking in de praktijkweken. De praktijkweken vinden eenmaal per periode plaats. Colleges in de conceptuele, vaardigheden- en reflectieve leerlijn bereiden voor op de praktijkweek, waarin deze leerlijnen samenkomen in de integrale leerlijn. Na week 7 volgt een tentamenperiode van twee weken. In het eerste semester is de integrale leerlijn gericht op herkennen en verwerken van het nieuws, in het tweede semester op het nieuws meerwaarde geven door zelf verslag te doen. Jaar 2 Het eerste semester van jaar 2 kent vrijwel dezelfde opbouw als jaar 1. Tweedejaars studenten volgen dan het majorprogramma met praktijkweken. Hierin ligt het accent meer op context en duiding (‘slow news’). In het tweede semester kiezen zij uit twee minordifferentiaties (Audiovisuele of Geschreven Journalistiek). Jaar 3 Derdejaars studenten vallen in de overgangssituatie. Zij kiezen in het eerste semester van het studiejaar uit een van de twee minordifferentiaties (Audiovisuele of Geschreven Journalistiek) en gaan in het tweede semester op stage. Deze stage sluit aan op de gekozen richting. Vervolgens volgen zij in jaar 4 nog een keuzeminor of tweede stage en studeren af met de nieuwe Afstudeerproductie en het Onderzoeksproject. In overleg met de Examencommissie is het mogelijk om de eerste stage in jaar 3 en de keuzeminor in jaar 4 om te draaien. Een tweede stage is in dat geval niet meer mogelijk. Als stage is in gevallen waar de stageplek geen 20 weken toestaat, een stage van 13 weken mogelijk voor 20 EC. De student kan dan na zijn stage nog een specialisatiemoduul van 10 EC naar keuze volgen. Deze specialisatiemodulen worden in periodes van 7 weken aangeboden. Jaar 4 Vierdejaars studenten vallen eveneens in de overgangssituatie. Zij lopen in het eerste semester stage. In het tweede semester studeren ze af met de Afstudeerproductie en het Onderzoeksproject. 10
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
Overgangssituatie Hieronder volgen de stroomschema’s voor de overgang naar het nieuwe curriculum in jaar 3 en 4. Voor de studenten in jaar 3 (cohort 2012) verschuift de stage van jaar 4 naar jaar 3, waarmee de keuzeminor zou komen te vervallen. De keuzeminor kan voor dit cohort evenwel nog worden aangeboden in jaar 4, mits op bachelorniveau. De examencommissie beslist over bijzondere gevallen en uitzonderingen op deze routes. Reguliere route (cohorten 2011-2013) Jaar 2
2014/2015 Sem 1 Nieuw curriculum: Achter het nieuws (M3)
Sem 2 Nieuw curriculum: Minordifferentiatie
2015/2016 Sem 1
Sem 2
3
Overgang naar nieuw curriculum: Minordifferentiatie
Overgang naar nieuw curr.: Stage (M4) of Keuzeminor
Nieuw curriculum: Stage (M4)
Nieuw curriculum: Keuzeminor
4
Overgang naar nieuw curriculum: Stage (M4)
Nieuw curriculum: Afstudeerproductie en Onderzoeksproject (M6)
Overgang naar nieuw curriculum: Stage (M4) of Keuzeminor
Nieuw curriculum: Afstudeerproductie en Onderzoeksproject (M6)
2016/2017 Sem 1
Nieuw curriculum: Storytelling (M5)
Sem 2
Nieuw curriculum: Afstudeerproductie en Onderzoeksproject (M6)
Route Tussentijdse Instroom (cohorten 2011 en 2012) Jaar 2014/2015 Sem 1 3/4 Overgang naar nieuw curriculum: Stage 5 mnd. (M4) of Keuzeminor 4
Nieuw curriculum M6
Sem 2 Overgang naar nieuw curriculum: Stage 5 mnd. (M4) of Keuzeminor
2015/2016 Sem 1
Nieuw curriculum M6
Deeltijd De instroom in de Deeltijdopleiding (DTO) Journalistiek is vanwege sterk teruggelopen belangstelling in 2013-2014 stopgezet. De DTO faseert uit en stopt op 31 augustus 2018. De zittende studenten worden tot die tijd zoveel mogelijk in staat gesteld volgens het bestaande leerplan het onderwijsprogramma te doorlopen. Daarnaast kunnen deeltijdstudenten kiezen om af te studeren met de Afstudeerproductie en het Onderzoeksproject (M6) uit de voltijd. De huidige afstudeerroute met het praktijkgericht onderzoek is alleen nog in 2014-2015 mogelijk. Vanaf 2015-2016 zal voor de deeltijdstudenten de nieuwe afstudeerroute gelden met Afstudeerproductie en Onderzoeksproject. 11
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
1.6. – Studiesucces Vanwege de BSA-norm heeft de opleiding Journalistiek zogeheten flankerend beleid ontwikkeld om het studiesucces te vergroten. De volgende maatregelen zijn getroffen: -
Voor de praktijkweken in jaar 1 en 2 geldt een aanwezigheidsplicht. Docenten kunnen met betrekking tot de aanwezigheid eisen stellen aan studenten in de vorm van verplicht (eventueel vooraf) te maken opdracht(en). Als een student hier niet aan voldoet, dan heeft dit gevolgen voor het cijfer. De student kan herkansen in periode 5 tijdens een extra praktijkweek.
-
Elke periode vinden er proeftoetsen plaats voor alle vakken die met een tentamen worden afgesloten. De toetsen tellen ten minste 25 mc-vragen of de helft van het aantal (open) vragen van het tentamen. Zie ook de Regels Tentaminering in het Onderwijs- en Examenreglement, art. 3.
-
Hertentamens zijn in de eerste tentamenweek (week 8), de reguliere tentamens worden gepland in de tweede week (week 9). Hiermee wordt de tentamendruk meer gespreid. Voor een aantal vakken vinden herkansingen plaats in week 4 van de eerstvolgende periode.
-
Wanneer een student door overmacht het reguliere of hertentamen niet heeft kunnen maken, geldt voor alle conceptuele vakken en de module Onderzoek 1.1 een extra tentamenronde in periode 5. Deelname is alleen mogelijk via een verzoek hiervoor bij de Examencommissie. Deze beoordeelt of er sprake is van overmacht.
-
Herkansingen van de tentamens Taalbeheersing en Engels worden twee keer aangeboden: de eerste keer in de periode volgend op de periode waarin de eerste kans wordt aangeboden, en de tweede keer in een latere periode. De student kan het hertentamen afleggen in de periode waarin hij verwacht de toets met voldoende resultaat te kunnen afronden.
-
In semester 2 zijn er bijspijkercursussen voor studenten die dit nodig hebben volgens de diagnostische taaltoets en/of die aan het eind van periode 1 een onvoldoende hebben behaald voor het tentamen Spelling en Formuleren.
1.7. Vereiste voorkennis Onderwijsmodule
Vereiste voorkennis
M1 M2 M3 minordifferentiatie M4 (stage) Keuzeminor M6 AP en OP M6 Praktijkgerichtonderzoek (oud curriculum)
geen M1 gevolgd M1 + M2 gevolgd M1 t/m M3 gevolgd Stagedrempel behaald, zie 1.8 Jaar 1 afgerond, M3 en M4 (oud curriculum) gevolgd Afstudeerdrempel behaald, zie 1.8 Afstudeerdrempel behaald, zie 1,8
12
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
1.8. Drempelvoorwaarden stage en afstuderen 1. Voor deelname aan stage geldt voor cohort 2011-2012 of eerder (d.w.z. 4e jaars en hoger) als drempelvoorwaarde dat de volgende onderdelen met goed gevolg moeten zijn afgerond: Het propedeutisch examen (60 EC) Alle onderwijsmodulen in jaar 2 (60 EC) De gekozen minordifferentiatie (30 EC) Voor cohort 2012-2013 (3e jaars, indien de student 2 x op stage wil) geldt als drempelvoorwaarde dat de volgende onderdelen met goed gevolg moeten zijn afgerond: Het propedeutisch examen (60 EC) Onderwijsmodulen in jaar 2 (54 EC) Van de gekozen minordifferentiatie de volgende onderdelen: tentamen journalistiek, tentamen maatschappijvak ‘zorg’ en portfolio 1 (10 EC) 2. Voor studenten in de theoretische leerweg geldt de Premaster als differentiatie. Dat is inclusief het moduul Onderzoek. 3. Voor deelname aan het praktijkgericht onderzoek in jaar 4 van de deeltijdopleiding geldt dat de student de onderzoeksmodulen in jaar 2 en de CW-modulen in jaar 3 met een voldoende moet hebben afgerond. 4. Voor deelname aan de stage in de deeltijdopleiding geldt dat de student de propedeuse moet hebben behaald. 5. Voor deelname aan Afstudeerproductie en Onderzoeksproject (M6) geldt als drempelvoorwaarde dat de volgende onderdelen met goed gevolg moeten zijn afgerond: Het propedeutisch examen (60 EC) Alle onderwijsmodulen in jaar 2 (60 EC) De gekozen minordifferentiatie (26 EC) plus CW/Onderzoek in jaar 3 (4 EC) of de Premaster De stage NB Deze voorwaarde geldt ook voor deeltijdstudenten. 6. Uitgangspunt is steeds dat er een studeerbaar programma overblijft. Dit betekent: Bij 15 ec of meer achterstanden (dus niet alleen binnen de drempel, maar voor het gehele curriculum), geldt dat studenten eerst gaan repareren en in het volgend semester de betreffende module gaan volgen mits dan aan de drempel is voldaan. Bij minder dan 15 ec achterstand en een drempel niet gehaald, kan de student een verzoek indienen voor dispensatie bij de examencommissie. De examencommissie bekijkt of er een studeerbaar programma overblijft. Een en ander is afhankelijk van het aantal openstaande vakken, de soort toetsing en eventuele kwalitatieve bezwaren. Indien dispensatie voor een drempel wordt verleend, sluit de student ook altijd een studiecontract af om de achterstanden alsnog in te halen. Dispensatie voor de stagedrempel leidt niet automatisch tot dispensatie van de afstudeerdrempel.
1.9. - Toetsing en beoordeling Hierna volgen de regels van de opleiding voor de beoordeling van toetsen. Zie hiervoor ook de Regels Tentaminering in het Onderwijs- en Examenreglement.
13
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
1. Overzicht tentamens in het curriculum 2014-2015. Alle vakken uit de conceptuele leerlijn worden afgesloten met een tentamen. Hieronder een overzicht van het soort tentamen dat de student kan verwachten: Onderwijsmodule M1
M2
M3
minordifferentiatie
M4 (stage) Keuzeminor
M6 AP M6 OP
Soort tentamen Alle vakken uit de conceptuele leerlijn die worden afgesloten met een tentamen bestaan uit een MC-tentamen Uitzondering: Journalistiek Theorie. Dit tentamen is een mc-tentamen + casus Alle vakken uit de conceptuele leerlijn die worden afgesloten met een tentamen bestaan uit een MC-tentamen Uitzondering: Journalistiek Theorie. Dit tentamen is een mc-tentamen + casus Alle vakken uit de conceptuele leerlijn die worden afgesloten met een tentamen bestaan uit een MC-tentamen. Soms kan er ook een open vraag toegevoegd zijn aan het tentamen. Zie hiervoor de onderwijsbeschrijving van het betreffende vak. Uitzondering: Sociaalculturele ontwikkelingen. Dit tentamen bestaat uit open vragen. De tentamens uit de minordifferentiatie bestaan uit open vragen. n.v.t. De tentamens van de keuzeminors van de opleiding Journalistiek bestaan uit open vragen of een combinatie van mcvragen en open vragen. n.v.t. n.v.t.
2. Indien de student het tentamen dat direct op de onderwijsperiode volgt niet aflegt, kent de docent het cijfer 1 toe. 3. Docenten beoordelen alleen portfolio’s, dossiers, werkstukken en verslagen die voor de gestelde deadline zijn ingeleverd en die voldoen aan eisen voor verzorgd taalgebruik. Deze eisen zijn randvoorwaardelijk en maken onderdeel uit van alle relevante beoordelingsformulieren. 1 Als niet aan de randvoorwaarden is voldaan, kan geen cijfer worden toegekend. Dat levert in Educator het cijfer 1 op. Het portfolio, dossier of werkstuk wordt verder niet beoordeeld of van feedback voorzien. Voor toetsen in jaar 1 geldt een uitzondering: de student krijgt een 1 in Educator als niet aan de 1
Zie bijlage Randvoorwaarde verzorgd taalgebruik.
14
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
randvoorwaarde is voldaan. Maar hij krijgt wel inhoudelijke feedback op het ingeleverde werk. De student mag dan één keer repareren. Is bij de tweede keer inleveren nog niet aan de randvoorwaarde voldaan, dan komt er een 1 in Educator. 4. Een portfolio/dossier wordt als eerste kans ingeleverd in de periode waarin onderwijs in de onderwijseenheid is verzorgd, volgens de deadlines die door de vakdocent zijn aangegeven. 5. Bij de beoordeling van een (onderdeel van een) portfolio/dossier wordt de datum waarop het onderdeel ter beoordeling is ingeleverd als tentamendatum geregistreerd in Educator. 6. Een groepsgewijs geproduceerd portfolio/dossier is zodanig ingericht dat een individuele beoordeling kan worden gegeven. 7. Docenten zien er op toe dat studenten alle portfolio’s/dossiers inleveren via een Ephorusopdracht op N@Tschool. Portfolio’s/dossiers die niet op deze wijze zijn ingeleverd, zijn niet geldig en kunnen dus niet worden beoordeeld. Een uitzondering geldt voor bestanden die vanwege de omvang niet op N@Tschool geplaatst kunnen worden, zoals bijvoorbeeld audio- en videobestanden, afstudeerproducties en/of stageverslagen. Studenten leveren deze bestanden voor de gestelde deadline digitaal aan op cd/dvd of usb-stick of op een door de opleiding aangewezen AV-portaal. Dit ontslaat studenten niet van de plicht om de portfolio’s/dossiers zelf op N@Tschool te plaatsen. Zij nemen hierin een verwijzing op naar de bestanden die op cd/dvd of usb-stick of via het AV-portaal zijn ingeleverd. Voor stage en afstuderen levert de student het portfolio en alle bijbehorende bestanden ook in op een dvd of usb-stick (voorzien van naam en studentnummer). De student heeft zelf bewaarplicht tot aan definitieve beoordeling en vermelding in Educator. 8. Als inleverdatum geldt het moment waarop het portfolio/dossier is ingeleverd op N@Tschool . Voor stage en afstuderen geldt als inleverdatum het moment dat het document op de juiste wijze is aangeleverd bij de begeleidende/beoordelende docent. 9. Indien op de gestelde deadline geen portfolio/dossier is ingeleverd of als het portfolio/dossier niet volledig is of niet voldoet aan de randvoorwaarden voor verzorgd taalgebruik, dan registreert de docent in Educator een 1 als cijfer. 10. Niet complete of te laat ingeleverde portfolio’s/dossiers worden niet voorzien van feedback. 11. Compleet ingeleverde portfolio’s/dossiers worden beoordeeld en van feedback voorzien. 12. Studenten kunnen een als onvoldoende beoordeeld portfolio/dossier verbeteren op basis van de feedback en op aanwijzen van de docent, en het portfolio/dossier opnieuw inleveren tot en met één studiejaar volgend op het studiejaar waarin de eerste beoordeling is gegeven. Uitzondering hierop is de module Praktijkgericht Onderzoek, dat in het studiejaar 2014-2015 voor het laatst wordt aangeboden en daarin een doorlooptermijn kent van 1 jaar. 13. Studenten kunnen opdrachten op dezelfde wijze herkansen tot één studiejaar na het jaar waarin de eerste kans is benut, met uitzondering van Praktijkgericht Onderzoek (zie regel 11). Na deze termijn vervalt dit recht en is de student gehouden aan de nieuwe herkansingsopdracht, die ook geldt voor studenten die op dat moment het moduul volgen. Deze opdracht kan altijd individueel worden uitgevoerd. 14. Herkansingen zijn van gelijke omvang als de oorspronkelijke opdracht en zijn een volwaardige afspiegeling van de hoeveelheid studielast van het moduul. 15
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
15. Voor herkansing van het dossier Beroepshouding in M3 en M4 geldt: Als de student gemiddeld een onvoldoende heeft gescoord op basis van de criteria uit het beoordelingsformulier, dan kan hij zelf de keuze bepalen van het criterium of de criteria die worden herkanst. Wanneer de verbetering van één criterium of enkele criteria gemiddeld tot een voldoende leidt, is het onderdeel gehaald. Voorwaarde is dat alle beoordelingscriteria met ten minste een 5 zijn beoordeeld. Is dit niet het geval, dan moet in elk geval dit criterium worden herkanst. Het kan dus zijn dat een student als gemiddelde over alle criteria een voldoende heeft gescoord en toch moet herkansen. De wijze van herkansen is te vinden in het moduulmateriaal op N@Tschool. 16. Als een student een vrijstelling wil aanvragen, moet hij bij zijn verzoek gebruikmaken van het formulier ‘verzoek tot vrijstelling voor het afleggen van één of meerdere tentamens’ en dient hij de gevraagde bewijsstukken toe te voegen. Het formulier verzoek vrijstelling is op ShareNet te vinden. 17. Voor de borging van de kwaliteit van de toetsing en van de onderwijsmodulen benoemt de hoofddocent van de opleiding Journalistiek voor elk onderwijsmoduul een moduulverantwoordelijke. Die is verantwoordelijk voor: a. de kwaliteit van de toetsing van het onderwijsmoduul; b. onderhoud van de toetsbank; c. uitvoeren van het vrijstellingenbeleid; d. herkansingen (als de eigen docent niet meer beschikbaar is); e. tijdig aanleveren van materiaal (toetsen, studiemateriaal); f. onderhoud van zijn/haar moduul op N@Tschool; g. onderhoud van de inhoudelijke invulling van het moduul in Educator; h. het op verzoek informeren over het moduul (t.b.v. Coördinatie Team, Toetscommissie, Examencommissie of externe studenten).
2. - DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD 2.1. - Doelstelling van de opleiding De opleiding Journalistiek en het Kenniscentrum Media willen kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden en een betekenisvolle partner zijn voor de beroepspraktijk. De opleiding wil een van de vooraanstaande opleidingen Journalistiek binnen Nederland zijn. Studenten en professionals uit de beroepspraktijk kunnen op Windesheim in verschillende fasen van hun journalistieke carrière kennis vergaren en (specifieke) vaardigheden leren en (verder) ontwikkelen. Drie kernwaarden nemen binnen de opleiding een centrale plaats in: betrouwbaarheid, betrokkenheid en gedrevenheid.
2.2. - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding Om een goede start te kunnen maken op de journalistieke arbeidsmarkt, moet de student beschikken over ten minste de kwalificaties die in het beroeps- en opleidingsprofiel zijn samengebracht onder tien competenties. Elke competentie is opgebouwd uit vijf kwalificaties. Daarin zijn de eindtermen van de opleiding zoals geformuleerd onder algemene beroepshouding, kennis en vaardigheden geïntegreerd samengebracht. De opleiding heeft deze eindtermen vastgelegd in een Body of Knowledge and Skills.
16
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
2.2.1. - Beroeps- en opleidingsprofiel
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10
Competentie 1 Reflecteren op de maatschappelijke rol Betrokken zijn op de samenleving Inzicht hebben in de maatschappelijke rol van de journalistiek Een onderbouwde visie op journalistiek hebben De waarden begrijpen die journalistieke keuzes bepalen Kunnen reflecteren op een toekomstige loopbaan Competentie 2 Relevante onderwerpen en invalshoeken vinden De actualiteit kennen De kenmerken van uiteenlopende media kennen De relevantie van een onderwerp voor een doelgroep kunnen bepalen Maatschappelijk debat kunnen bevorderen Nieuwswaardige onderwerpen kunnen ontdekken op basis van diepergaand onderzoek
11 12 13 14 15
Competentie 3 Journalistiek werk plannen en organiseren Een realistisch plan van aanpak kunnen maken Onder tijdsdruk kunnen werken Aan onvoorziene situaties kunnen aanpassen Bijdragen van het publiek kunnen organiseren Binnen budgettaire grenzen kunnen werken
16 17 18 19 20
Competentie 4 Snel informatie verzamelen Een goede algemene ontwikkeling hebben Op een bepaald gebied gespecialiseerde kennis hebben Alle benodigde bronnen effectief kunnen gebruiken Meerdere perspectieven in een verhaal kunnen verwerken Interactie met het publiek willen
21 22 23 24 25
Competentie 5 Belangrijke informatie selecteren Hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden Informatie kunnen selecteren op basis van betrouwbaarheid De geselecteerde informatie kunnen interpreteren De informatieselectie kunnen afstemmen op genre-eisen Bewust zijn van de impact van de informatieselectie op bronnen en publiek
Competentie 6 Informatie op een journalistieke manier structureren 26 Verschillende vertelstructuren kunnen toepassen 27 Vorm en inhoud kunnen afstemmen 17
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
28 Kunnen ordenen op basis van genre-eisen 29 Kunnen ordenen op basis van relevantie 30 Ordeningstechnieken van nieuwe media kunnen toepassen
31 32 33 34 35
Competentie 7 Informatie in een journalistieke vorm presenteren Over grote taalvaardigheid beschikken Informatie kunnen presenteren in combinaties van woord, geluid en beeld. De beginselen van vormgeving beheersen Kunnen werken met technische middelen Met gespecialiseerde technici kunnen samenwerken
36 37 38 39 40
Competentie 8 Journalistiek werk(wijze) verantwoorden Een helder beeld hebben van journalistieke kwaliteitseisen Het eigen werk kritisch kunnen beschouwen Kritiek van derden kunnen verwerken Verantwoording nemen voor de gemaakte journalistieke keuzes Verantwoording nemen voor het journalistieke eindproduct
41 42 43 44 45
46 47 48 49 50
Competentie 9 In een team werken Sociaal vaardig zijn Betrouwbaar zijn Initiatief tonen Inzicht tonen in eigen sterkten en zwakten Inzicht tonen in samenwerkingsrelaties Competentie 10 Bewust zijn van de eigen rol in een mediaorganisatie of als freelancer Ideeën overtuigend kunnen presenteren Rechten en plichten binnen een organisatie kennen Marktomstandigheden kennen Redactioneel beleid kunnen evalueren Praktische aspecten van het freelancen kennen
18
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
2.2.2. - Eindtermen Alle competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel zijn uitgewerkt in drie niveaus: beginnend, gevorderd en bachelorniveau. Vervolgens is in een tabel uitgewerkt welke competenties uit het beroepsen opleidingsprofiel op welk niveau door de student moeten worden getoond en in welke beroepscontext. Op deze wijze is inzichtelijk gemaakt hoe de student kan laten zien dat hij de competentie beheerst.
Niveau
Competenties 1. Reflecteren op de maatschappelijke rol
Basis
Gevorderd
Bachelor
De student voert de journalistieke taken uit conform standaardprocedures. Uitvoering is gericht op het aanleren van vaardigheden. Hij heeft nog veel begeleiding nodig, en krijgt veel tussentijdse feedback. De student maakt eigen handelen zichtbaar en is hierop aanspreekbaar. Kent de doelgroep (en) en de eigenschappen van de media waarvoor hij werkt.
De student beheerst de meeste journalistieke genres. Hij voert de journalistieke taken uit door zelf een analyse te maken van de context waarbinnen hij werkt, en door zelf een keuze te maken voor de probleemaanpak en de methode. Minder begeleiding, meer zelfsturend, feedback meer aan het eind. Hij onderbouwt eigen handelen en verantwoordt de gevolgen van eigen handelen voor anderen. Kan z’n werk afstemmen op het medium en de doelgroep van zijn keuze.
De student werkt aan complexe opdrachten. Kan onderwerpen interpreteren en analyseren, en verricht zelfstandig research. Kan taken uitvoeren in uiteenlopende beroepssituaties. Werkt geheel zelfstandig en stemt eigen handelen af op de ander. Neemt zelf verantwoordelijkheid voor de eigen uitvoerende taken. Kan werken voor verschillende platformen tegelijk.
Indicatoren
Indicatoren
Indicatoren
- Betrokken zijn op de samenleving (1)
- Betrokken zijn op de samenleving (1)
- Betrokken zijn op de samenleving (1)
- Inzicht hebben in de maatschappelijke rol van de journalistiek (2)
- Inzicht hebben in de maatschappelijke rol van de journalistiek (2)
- Inzicht hebben in de maatschappelijke rol van de journalistiek (2)
- Een onderbouwde visie op journalistiek hebben (3)
- Een onderbouwde visie op journalistiek hebben (3)
- Kunnen reflecteren op een toekomstige loopbaan (5)
- De waarden begrijpen die journalistieke keuzes bepalen (4)
19
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
- Kunnen reflecteren op een toekomstige loopbaan (5)
2. Relevante onderwerpen en invalshoeken vinden
Samengevat: De student kent de rol van de journalistiek in maatschappelijke vraagstukken.
Samengevat: De student kan de rol van de journalistiek in maatschappelijke kwesties herkennen en analyseren.
Samengevat: De student heeft een visie op belangrijke vraagstukken die spelen in de journalistieke praktijk, en biedt onderbouwde suggesties voor innovatieve oplossingen.
- De actualiteit kennen (6)
- De actualiteit kennen (6)
- De actualiteit kennen (6)
- De kenmerken van uiteenlopende media kennen (7)
- De relevantie van een onderwerp voor een doelgroep kunnen bepalen (8)
- De kenmerken van uiteenlopende media kennen (7)
- De relevantie van een onderwerp voor een doelgroep kunnen bepalen (8)
- Nieuwswaardige onderwerpen kunnen ontdekken op basis van diepergaand onderzoek (10)
- De relevantie van een onderwerp voor een doelgroep kunnen bepalen (8) - Het maatschappelijk debat kunnen bevorderen (9) - Nieuwswaardige onderwerpen kunnen ontdekken op basis van diepergaand onderzoek (10)
Samengevat: De student volgt de actualiteit, en is op de hoogte van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen, in Nederland en daarbuiten. Hij is in staat onderwerpen te
Samengevat: De student volgt de actualiteit en kiest onderwerpen die gecompliceerder zijn en vragen om meer inzicht in de achtergronden. Hij kan een context bij het nieuws kiezen die past 20
Samengevat: De student ziet maatschappelijke trends en ontwikkelingen, en kan deze op een journalistieke manier aanpakken. Hij bedenkt relevante onderwerpen, en kan deze hun context plaatsen. Hij overziet
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
3. Journalistiek werk plannen en organiseren
bedenken, en kan een nieuwsselectie maken die past bij het medium en de doelgroep.
bij het medium en de doelgroep.
het medialandschap en kan voor alle doelgroepen onderwerpen vaststellen.
-Een realistisch plan van aanpak kunnen maken (11)
-Een realistisch plan van aanpak kunnen maken (11)
- Een realistisch plan van aanpak kunnen maken (11)
Onder tijdsdruk kunnen werken (12)
Onder tijdsdruk kunnen werken (12)
- Onder tijdsdruk kunnen werken (12)
- Bijdragen van het publiek kunnen organiseren (14)
- Aan onvoorziene situaties kunnen aanpassen (13)
- Binnen budgettaire grenzen kunnen werken(15)
- Bijdragen van het publiek kunnen organiseren (14) - Binnen budgettaire grenzen kunnen werken(15)
4. Snel informatie verzamelen
Samengevat: De student kan een realistische werkplanning maken. Hij is resultaatgericht en houdt zich aan de deadlines.
Samengevat: De student is in staat tot het zelfstandig en volgens opdracht produceren van journalistiek werk. Daarbij houdt hij zich aan de deadlines en hij blijft binnen de budgettaire grenzen.
Samengevat: De student is in staat om zich, uitgaande van een werkplan, aan te passen aan onvoorziene omstandigheden. Dit binnen de deadlines en de budgettaire grenzen.
- Een goede algemene ontwikkeling (16)
- Een goede algemene ontwikkeling (16)
- Een goede algemene ontwikkeling (16)
- Alle benodigde bronnen effectief kunnen gebruiken (18)
- Alle benodigde bronnen effectief kunnen gebruiken (18)
- Op een bepaald gebied gespecialiseerde kennis hebben (17)
- Meerdere perspectieven in een verhaal kunnen verwerken (19)
- Alle benodigde bronnen effectief kunnen gebruiken (18)
21
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
- Interactie met het publiek willen (20)
- Meerdere perspectieven in een verhaal kunnen verwerken (19) - Interactie met het publiek willen (20)
5. Belangrijke informatie selecteren
Samengevat: De student kan alle voor de nieuwsvoorziening benodigde bronnen efficiënt en effectief gebruiken. Hij kan de bronnenkeuze verantwoorden.
Samengevat: De student kan door middel van research achtergrondinformatie bij het nieuws vinden. Hij vindt probleemloos zijn weg op het internet en in databanken. Mondelinge bronnen treedt hij probleemloos tegemoet.
Samengevat: De student kan geheel zelfstandig een uitgewerkt plan maken voor een actuele, complexe journalistieke productie. Ten behoeve van die productie doet hij onderzoek, waarbij hij ook moeilijk toegankelijke bronnen weet te vinden en te ontsluiten.
- Hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden (21)
- Hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden (21)
- Hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden (21)
- Informatie kunnen selecteren op basis van betrouwbaarheid (22)
- Informatie kunnen selecteren op basis van betrouwbaarheid (22)
- Informatie kunnen selecteren op basis van betrouwbaarheid (22)
- De geselecteerde informatie kunnen interpreteren (23)
De geselecteerde informatie kunnen interpreteren (23)
- De geselecteerde informatie kunnen interpreteren (23)
- De informatieselectie kunnen afstemmen op genre-eisen (24)
- De informatieselectie kunnen afstemmen op genre-eisen (24) - Bewust zijn van de impact van de informatieselectie op bronnen en publiek (25)
Samengevat: De student kan de voor de gebruiker meest nieuwswaardige informatie selecteren. Hij weet welke bronnen betrouwbaar zijn, en
Samengevat: De student is in staat informatie te selecteren die nodig is voor het bieden van context en het leggen van verbanden. Hij kent de 22
Samengevat: De student weet informatie te selecteren die het publiek inzicht biedt in gevolgen van en oplossingen voor actuele vraagstukken.
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
6. Informatie op een journalistieke manier structureren
welke niet.
waarde van de informatie, en weet de informatieselectie af te stemmen op de genreeisen.
Hij kent de waarde van de informatie, en stemt de informatieselectie af op de genre-eisen.
- Vorm en inhoud kunnen afstemmen (27)
- Vorm en inhoud kunnen afstemmen (27)
-Verschillende vertelstructuren kunnen toepassen (26)
- Kunnen ordenen op basis van relevantie (29)
- Kunnen ordenen op basis van genre-eisen (28)
- Vorm en inhoud kunnen afstemmen (27)
- Kunnen ordenen op basis van relevantie (29)
- Kunnen ordenen op basis van genre-eisen (28)
- Ordeningstechnieken van nieuwe media kunnen toepassen (30)
- Kunnen ordenen op basis van relevantie (29) - Ordeningstechnieken van nieuwe media kunnen toepassen (30)
7. Informatie in een journalistieke vorm presenteren
Samengevat: De student kan de informatie ordenen op basis van de regels die gelden voor nieuwsgerichte genres.
Samengevat: De student kan de informatie ordenen op basis van de regels die gelden voor op context gerichte genres, en ook voor internetproducties.
Samengevat: De student kan de informatie ordenen op basis van de regels die gelden voor innovatieve vertelvormen, zoals de samengestelde productie.
- Over grote taalvaardigheid beschikken (31)
- Over grote taalvaardigheid beschikken (31)
- Over grote taalvaardigheid beschikken (31)
- Informatie kunnen presenteren in combinaties van woord, geluid en beeld (32)
- Informatie kunnen presenteren in combinaties van woord, geluid en beeld (32)
- Informatie kunnen presenteren in combinaties van woord, geluid en beeld (32)
- Kunnen werken met technische middelen (34)
- De beginselen van vormgeving beheersen (33)
- De beginselen van vormgeving beheersen (33)
- Kunnen werken met
- Kunnen werken met
23
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
8. Journalistiek(e) werk(wijze) verantwoorden
technische middelen (34)
technische middelen (34)
- Met gespecialiseerde technici kunnen samenwerken (35)
- Met gespecialiseerde technici kunnen samenwerken (35)
Samengevat: De student beheerst de nieuwsgerichte genres (o.a. nieuwsbericht en nieuwsverslag, in beeld, tekst en geluid. Taalgebruik is verzorgd.
Samengevat: De student kan op context gerichte genres (interview / achtergrond) produceren, in woord, beeld en geluid. Taalgebruik en technische uitvoering zijn verzorgd.
Samengevat: De student kan alle op nieuws, verslag, context, opinie, kennis, advies, verstrooiing en interactie gerichte journalistieke genres produceren, voor een crossmediaal platform. Hij beheerst de opmaak, montage- en webtechnieken.
- Een helder beeld hebben van journalistieke kwaliteitseisen (36)
- Een helder beeld hebben van journalistieke kwaliteitseisen (36)
- Een helder beeld hebben van journalistieke kwaliteitseisen (36)
- Het eigen werk kritisch kunnen beschouwen (37)
- Het eigen werk kritisch kunnen beschouwen (37)
- Het eigen werk kritisch kunnen beschouwen (37)
- Kritiek van derden kunnen verwerken (38)
- Kritiek van derden kunnen verwerken (38)
- Kritiek van derden kunnen verwerken (38)
- Verantwoording nemen voor de gemaakte journalistieke keuzes (39)
- Verantwoording nemen voor de gemaakte journalistieke keuzes (39)
- Verantwoording nemen voor het journalistieke eindproduct (40)
- Verantwoording nemen voor het journalistieke eindproduct (40)
Samengevat: De student kan verantwoording afleggen over zijn eigen werk en journalistiek handelen. Hij kent zijn eigen tekortkomingen en kan leerdoelen
Samengevat: De student houdt zichzelf op de hoogte van journalistiekethische kwesties en kan deze koppelen aan zijn eigen handelen en dat van anderen. Hij kan
Samengevat: De student kent de kernbegrippen uit de media- en beroepsethiek, en ook de kwaliteitsnormen die daaruit voortvloeien. Hij kan deze toepassen op
24
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
9. In een team werken
10. Bewust zijn van de eigen rol in een mediaorganisatie of als freelancer
zijn eigen werk, en kan ook omgaan met feedback van derden.
formuleren om zijn leren en handelen bij te sturen.
er een gefundeerd oordeel over geven.
- Sociaal vaardig zijn (41)
- Sociaal vaardig zijn (41)
- Sociaal vaardig zijn (41)
- Betrouwbaar zijn (42)
- Betrouwbaar zijn (42)
- Betrouwbaar zijn (42)
- Initiatief tonen (43)
- Initiatief tonen (43)
- Initiatief tonen (43)
- Inzicht tonen in eigen sterkten en zwakten (44)
- Inzicht tonen in eigen sterkten en zwakten (44)
- Inzicht tonen in eigen sterkten en zwakten (44)
- Inzicht tonen in samenwerkingsrelaties (45)
- Inzicht tonen in samenwerkingsrelaties (45)
Samengevat: De student heeft inzicht in eigen sterke en zwakke punten ten aanzien van journalistieke kwaliteiten en beroepshouding Afspraken komt hij na en hij zet zich in voor het groepsbelang.
Samengevat: De student heeft inzicht in eigen houding en gedrag en de impact er van op de samenwerking in een groep. Hij kan feedback geven op houding en gedrag van anderen in de groep.
Samengevat: De student kan aantoonbaar het eigen handelen afstemmen op het inzicht in het eigen functioneren in teamen of redactieverband.
- Ideeën overtuigend kunnen presenteren (46)
- Ideeën overtuigend kunnen presenteren (46)
- Ideeën overtuigend kunnen presenteren (46)
- Rechten en plichten binnen een organisatie kennen (47)
- Rechten en plichten binnen een organisatie kennen (47)
- Kent de markomstandigheden (48)
- Redactioneel beleid kunnen evalueren (49)
- Redactioneel beleid kunnen evalueren (49)
25
- Praktische aspecten van het freelancen kennen (50)
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
Samengevat: De student kan eigen ideeën en meningen in begrijpelijke taal duidelijk maken aan anderen in team- en/of redactieverband.
Samengevat: De student kan ideeën overtuigend presenteren. Hij kent het beroepenveld en heeft een klein netwerkje opgebouwd.
Samengevat: De student kan functioneren op basis van gangbare rechten en plichten binnen een mediaorganisatie. Hij heeft voldoende kennis van de praktische kanten van het zelfstandig ondernemerschap, om de freelancemarkt op te kunnen gaan.
2.2.3. - Body of Knowledge and Skills De term Body of Knowledge and Skills (BoKS) staat voor het geheel van kennis en vaardigheden van de beroepsbeoefenaar en geeft aan wat studenten moeten kennen en kunnen aan het eind van hun studie om een goede start te maken op de journalistieke arbeidsmarkt. Bij het ontwerpen van het nieuwe curriculum is er gewerkt aan een BoKS voor de opleiding Journalistiek. Het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel voor Journalistiek is hierbij het uitgangspunt geweest. De BoKS gaat dieper in op de achterliggende basiskennis- en deskundigheidsgebieden. Met het expliciteren van een BoKS is er een collectief referentiekader voor docenten die zowel bij het ontwikkelen en het uitvoeren van modules als bij toetsing en beoordeling in hun onderwijs te maken krijgen met deze gebieden. Algemeen Studenten leren zich te ontwikkelen tot waarde(n)volle professionals die zich verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van de publieke informatievoorziening en die zich bewust zijn van de wisselwerking tussen journalistiek en de democratische en pluriforme samenleving. Studenten worden daarbij opgeleid tot ondernemende journalisten die in staat zijn op effectieve en efficiënte wijze de burger te bereiken en betrekken. De opleiding Journalistiek gaat er daarbij vanuit dat het veranderend medialandschap en journalistiek werkveld vraagt om innovatieve en inventieve professionals die niet alleen een beroep kunnen uitoefenen maar dat ook kunnen vernieuwen. Kennis De student heeft brede, algemene kennis van de journalistiek/media, de maatschappij en de wereld. De student… - kent de ontwikkelingsgeschiedenis van onze samenleving; heeft inzicht in de pluriforme maatschappelijke werkelijkheid, van lokaal tot mondiaal; - is zich bewust van het verband tussen de kwaliteit van de samenleving, vrije pers en actief burgerschap; - heeft inzicht in het moderniseringsproces en in de grote vraagstukken waar onze democratie, rechtstaat en samenleving voor geplaatst zien; - heeft kennis en inzicht op het terrein van religies en levensbeschouwing; - heeft inzicht in de werking van publieke instituties; 26
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
-
weet met besef van journalistieke productieprocessen hoe planmatig effectief en efficiënt een productie te realiseren; heeft kennis van het veranderend medialandschap en de journalistieke ontwikkelingen daarbinnen; heeft kennis van de specifieke eigenschappen van de media; heeft kennis van de ethische regels en (media)recht.
-
Vaardigheden De student is in staat relevante kennis en inzicht ten behoeve van de productie snel en op onafhankelijke wijze te vergaren en te verdiepen. De student … - kan zelfstandig werken maar ook collegiaal en bedrijfsmatig met anderen samenwerken; - kan zelfstandig en creatief onderwerpen en originele invalshoeken bepalen op basis van professionele criteria en maatschappelijke kennis en betrokkenheid; - kan snel en gericht relevante informatie verzamelen, selecteren en ordenen en verwerken in een adequate journalistieke vorm; - heeft het vermogen complexe vraagstukken en (nieuws)feiten te analyseren, contextualiseren en duiden zodat burgers de essentie en consequenties ervan begrijpen; - weet hoe hij de lezer moet informeren, boeien en binden door adequate storytelling en het benutten van de kracht van vorm, genre of medium; - kan de te verwerken informatie op aantrekkelijke wijze presenteren via (combinaties van) verschillende media en genres; - beschikt over uitstekende Nederlandse resp. goede Engelse mondelinge, schriftelijke, lees- en luistervaardigheden; - behandelt bronnen, doelgroepen of personen die onderwerp zijn van research, productie en na openbaarmaking met respect; - kan reflecteren op de maatschappelijke functie van de journalistiek en op het eigen journalistiek handelen en is zich bewust van zijn rol in opinievorming; - bezit ondernemende houding en is in staat om zichzelf als professional en zijn producties bij anderen onder de aandacht te brengen; - kijkt met een onderzoekende en kritische blik naar de eigen ontwikkeling als journalist, de journalistieke praktijk en de betekenis van het vak voor de samenleving. 2.2.4. - Verklaring van Tartu Het beroeps- en opleidingsprofiel is schooloverstijgend. Het profiel is vastgesteld door de gezamenlijke hbo-opleidingen voor de Journalistiek in Nederland en na enkele wijzigingen overgenomen door de verenigde Europese opleidingen voor de Journalistiek. De opleiding Journalistiek is lid van deze European Journalism Training Association (EJTA) en onderschrijft de Verklaring van Tartu2, die stelt dat afgestudeerden het publiek van dienst moeten zijn door:
Inzicht te geven in politieke, economische en sociaal-culturele omstandigheden en ontwikkelingen; Op alle niveaus een democratische cultuur te versterken; Te bevorderen dat instituties en personen maatschappelijk verantwoording afleggen; De mogelijkheden voor burgers te ondersteunen om in persoonlijke en maatschappelijke aangelegenheden keuzes te kunnen maken.
2
Tartu Declaration, June 2006. De Tartu Declaration en het bijbehorende Qualification Profile zijn in 2013 herzien door de EJTA. De vier hbo-opleidingen Journalistiek onderschrijven deze herziene versie. De opleiding Journalistiek in Zwolle neemt de vernieuwde competenties van Tartu over in haar Beroeps- en Opleidingsprofiel (BOP) en zal de competenties en daaruit afgeleide leerdoelen in het onderwijs aanpassen in de loop van het studiejaar 2014-2015. Zie bijlage 2.
27
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
En daarbij: Verantwoordelijkheid te voelen voor de vrijheid van meningsuiting; Respect te hebben voor de persoonlijke integriteit van mensen; Kritisch te zijn op bronnen en onafhankelijk van gevestigde belangen; Beroepsethische normen hoog te houden. 2.2.5. - Hbo-kwalificaties Er ligt een rechtstreekse relatie tussen het beroeps- en opleidingsprofiel en de hbo-kwalificaties. Deze relatie is inzichtelijk gemaakt in het volgende schema. Dat laat zien dat alle generieke hbo-kwalificaties door de competenties van het beroeps- en opleidingsprofiel op bachelorniveau gedekt worden. Het gaat om de relatie tussen de competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel, de beroepscontext waarbinnen de competentie moet worden getoond, de wijze waarop de student kan laten zien dat hij de competentie beheerst, de verbinding van de betreffende journalistieke competentie met de generieke hbo-kwalificaties en het niveau waarop de competentie in het majorgedeelte van de opleiding moet worden afgesloten. Bij bijv. competentie 1 (“Reflecteren op de maatschappelijke rol”) betekent dit dat de student: “In de rol van beginnend professional moet kunnen reflecteren op zijn maatschappelijke rol, in de beroepscontext van een redactionele omgeving, waarbij hij laat zien dat hij wetenschappelijke kennis en onderzoek toepast en methodisch kan denken en handelen. Deze competentie hangt samen met de 3e en 7e kwalificatie uit het generieke Hbo-profiel en moet op bachelorniveau in de major worden afgerond.” Op deze wijze zijn alle competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel uitgewerkt.
1. Reflecteren op de maatschappelijke rol In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen
Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major 2. Relevante onderwerpen en invalshoeken vinden In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major
beginnend professional reflecteren een redactionele omgeving daarbij wetenschappelijke kennis en onderzoek toe te passen en methodisch te kunnen denken en handelen. Nr. 3 Wetenschappelijke toepassing en onderzoek. Nr. 7 Methodisch en reflectief denken en handelen. Bachelorniveau
beginnend professional signaleren van maatschappelijke ontwikkelingen een redactionele omgeving daarbij probleemgericht te kunnen denken en handelen. Nr.2 Multidisciplinaire integratie van verschillende vakinhoudelijke disciplines. Nr.3 Wetenschappelijke toepassing en onderzoek (het toepassen van wetenschappelijke kennis). Bachelorniveau 28
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
3. Journalistiek werk plannen en organiseren In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen Verbinding met Hbo kwalificaties Niveau in Major 4. Snel informatie verzamelen In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major 5. Belangrijke informatie selecteren In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major
beginnend professional organiseren van werkzaamheden een redactionele omgeving daarbij probleemgericht te kunnen denken, handelen, communiceren en samenwerken. Nr.6 Probleemgericht denken en handelen. Nr.9 Basis management bekwaamheid. Bachelorniveau
beginnend professional verzamelen een redactionele omgeving daarbij oplossingsgericht te kunnen denken en onderzoeken. Nr.2 Multidisciplinaire integratie van verschillende vakinhoudelijke disciplines. Nr. 3 Wetenschappelijke toepassing en onderzoek. Bachelorniveau
beginnend professional bedenken en beoordelen van onderwerp en invalshoek op basis van journalistieke criteria. een redactionele omgeving daarbij oplossingsgericht en creatief te kunnen denken en handelen. Nr.2 Multidisciplinaire integratie van verschillende vakinhoudelijke disciplines. Nr.5 Creatief denken en handelen. Bachelorniveau
6. Informatie op een journalistieke manier structureren In de rol van beginnend professional Kunnen structureren In het kader van een redactionele omgeving Met het vermogen daarbij probleemgericht en methodisch te kunnen denken en handelen. Verbinding met Hbo kwalificaties Nr. 6 Probleemgericht denken en handelen (analyseren en oplossen van complexe probleemsituaties). Nr. 7 Methodisch en reflectief denken en handelen. Niveau in Major Bachelorniveau 29
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
7. Informatie in een journalistieke vorm presenteren In de rol van beginnend professional Kunnen presenteren In het kader van een redactionele omgeving Met het vermogen daarbij oplossingsgericht en creatief te kunnen denken en handelen. Verbinding met Hbo kwalificaties Nr. 4 Transfer en brede inzetbaarheid (transfereren van kennis en vaardigheden). Nr.5 Creatief denken en handelen. Niveau in Major Bachelorniveau 8. Journalistiek werk(wijze) verantwoorden In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen
Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major 9. In een team werken In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major
beginnend professional verantwoorden een redactionele omgeving daarbij methodisch en reflectief te kunnen denken en handelen op een maatschappelijk verantwoorde wijze. Nr. 7 Methodisch en reflectief denken en handelen. Nr. 10 Maatschappelijk verantwoord handelen (ethisch, normatief en maatschappelijk reflecteren en handelen). Bachelorniveau
beginnend professional samenwerken een redactionele omgeving daarbij oplossingsgericht te kunnen denken, handelen, communiceren en samenwerken. Nr. 8 Sociaal-communicatieve bekwaamheid (communiceren en samenwerking). Nr.9 Basis management bekwaamheid. Bachelorniveau
10. Bewust zijn van de eigen rol in een mediaorganisatie of als freelancer In de rol van beginnend professional Kunnen meedraaien In het kader van een redactionele omgeving Met het vermogen daarbij reflectief te kunnen denken en gedrag en handelingen hierop aan te passen. Verbinding met Hbo kwalificaties Nr. 1. Brede professionalisering . Nr. 11 Zelfsturing. Niveau in Major Bachelorniveau
30
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
2.2.6. - Onderwijskundige context De Bacheloropleiding (240 EC) Journalistiek is georganiseerd in een structuur met een major en meerdere minoren. De major bestaat uit 180 EC en is verplicht voor alle studenten. In het tweede jaar kiest de student zijn uitstroomprofiel uit twee minoren: Audiovisuele en Geschreven Journalistiek. De Bacheloropleiding wordt gecompleteerd met 1 minor naar keuze van 30 EC.
MAJOR UNIFORM
MINORDIFFERENTIATIE
MINOREN
M 1 30 EC Productie volgens gestandaardiseerd ontwerpproces van eenvoudige communicatiemiddelen binnen gegeven economische of maatschappelijke context.
m 1 30 EC Audiovisuele Journalistiek Productie volgens een oorspronkelijk ontwerpproces van complexe communicatiemiddelen.
m 2 30 EC In elk geval worden aangeboden: Storytelling, MijnZ, Onderzoeksjournalistiek, European News Online, Premaster VU, Buitenlandjournalistiek en studie in het buitenland.
m 1 30 EC Geschreven Journalistiek Productie volgens een oorspronkelijk ontwerpproces van complexe communicatiemiddelen.
M 2 30 EC Productie volgens gestandaardiseerd ontwerpproces van eenvoudige communicatiemiddelen binnen gegeven economische of maatschappelijke context. M 3 30 EC Productie volgens gestandaardiseerd ontwerpproces van meer complexe communicatiemiddelen die geplaatst worden binnen economische of maatschappelijke context. M 4 30 EC Stage, evt. met specialisatiemodule. Verdieping praktijk in journalistieke of communicatieve beroepsomgeving, evt. in combinatie met inhoudelijke of 31
Productie volgens een oorspronkelijk ontwerpproces van complexe communicatiemiddelen.
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
journalistieke verdieping. M 6 30 EC Afstudeerproductie en Onderzoeksproject Optioneel: Tweede stage (20 EC) en Praktijkgericht onderzoek (10 EC, oud curriculum, alleen nog aangeboden in 2014-2015)
2.2.7. – Competentiematrix Onderstaand schema geeft aan in welk onderdeel van de opleiding (Major of minor) welke competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel (BOP) op welk niveau worden afgerond. De codes M1 en M2 slaan op de Majoronderdelen uit de semesters in jaar 1, M3 op het eerste semester in jaar 2, M4 op het eerste semester in jaar 3, M5 en M6 zijn de overige verplichte onderdelen van de Major. De tabel toont aan dat aan het einde van de opleiding alle competenties op bachelorniveau zijn behaald. Als voorbeeld: de competentie ‘1. Reflecteren’ wordt na jaar 1 afgerond op niveau 1, na jaar 2 afgerond op niveau 2 en na jaar 3 afgerond op niveau 3. BOP-COMPETENTIES 1. Reflecteren op de maatschappelijke rol 2. Relevante onderwerpen en invalshoeken vinden 3. Journalistiek werk plannen en organiseren 4. Snel informatie verzamelen 5. Belangrijke informatie selecteren 6. Informatie op een journalistieke manier structureren 7. Informatie in een journalistieke vorm presenteren 8. Journalistiek werk(wijze) verantwoorden 9. In een team werken 10. Bewust zijn van de eigen rol in een mediaorganisatie of als freelancer
M1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
M2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
M3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
M4 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
M5 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
M6 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
1 = basisniveau, 2 = gevorderd niveau, 3 = bachelorniveau
2.3. - Inhoud van de opleiding Met het nieuwe curriculum wil de opleiding Journalistiek beter aansluiten op het snel veranderende werkveld en de eisen binnen het hbo-onderwijs. Journalisten moeten steeds vaker crossmediaal kunnen denken en werken. Zij moeten in staat zijn eigen nieuws te vinden, vertellen en verbeelden aan de hand van een variatie in vertelvormen. Ook een ondernemende houding is in de journalistiek steeds belangrijker. Daarnaast spelen creativiteit, analytisch en innovatief vermogen, maatschappelijke kennis, een grote taalvaardigheid, een onderzoekende houding en het kunnen reflecteren op de beroepspraktijk een belangrijke rol. Ook moet er in het nieuwe curriculum aandacht zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, het uitdagen van studenten vanaf de start van de opleiding en een goede borging van het eindniveau. De opleiding wil bovenstaande uitgangspunten bereiken door een sterkere relatie te leggen met de beroepspraktijk. Daarnaast wordt crossmediale journalistiek gedurende de hele opleiding aangeboden 32
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
en wordt er gewerkt aan meer integratie van de vakken in de propedeuse om hiermee het belang van maatschappelijke kennis duidelijk te maken. De opleiding Journalistiek laat de student in een vroeg stadium kennismaken met de beroepspraktijk en stemt gedurende de hele opleiding de leeromgeving zoveel mogelijk af op die praktijk. Dit gebeurt aan de hand van verschillende praktijkweken. In jaar 1 staat het kennismaken met de beroepspraktijk centraal. Dit gebeurt onder meer door het bezoeken van verschillende redacties, het organiseren van een beroependag en diverse gastcolleges. Deze lijn wordt in het nieuwe curriculum versterkt door in jaar 2 een of meerdere praktijkmomenten te koppelen aan mensen uit de beroepspraktijk en te streven naar co-makership bij de specialiserende minoren. Een verplichte studiereis geeft de student kans om kennis te maken met de internationale beroepspraktijk. Daarnaast leren studenten journalistieke producten te maken met een internationale insteek. Voor de verplichte studiereis worden extra kosten gevraagd. De opleiding zorgt ook voor een gratis en zo mogelijk gelijkwaardig alternatief, waar onder door de opleiding bepaalde voorwaarden aan kan worden deelgenomen. In jaar 3 maakt de student intensief kennis met de beroepspraktijk door het lopen van een stage. De majorstage duurt 13 of 20 weken en in jaar 4 werkt de opleiding samen met de beroepspraktijk bij de afstudeeropdrachten. Ook in de integrale leerlijn komt de beroepspraktijk nadrukkelijk aan bod. Als werkvorm wordt een journalistieke redactie ingevoerd, die even groot is als een cohort studenten. De redactie is onderverdeeld in aandachtsgebieden, waarin de maatschappijvakken vertegenwoordigd zijn. Alle studenten van de opleiding leveren bijdragen (content) voor een multimediaal portaal, dat regelmatig bijgehouden wordt. De journalistiekdocent bepaalt of bijdragen gepubliceerd mogen worden. Daarnaast bieden de praktijkweken inzicht in het onder druk produceren van verschillende soorten media: krant, tijdschrift, radio en televisie nieuws en achtergronden (fast en slow news). 2.4. - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld Er is sprake van een voortdurende wisselwerking tussen opleiding en beroepenveld. Deze wisselwerking komt op verschillende niveaus en wijzen tot stand:
via de werkveldcommissie (adviesraad); via docenten die tevens in het beroepenveld actief zijn; via gastdocenten uit het beroepenveld (structureel en incidenteel); via praktijkweken, stages, onderzoeksprojecten en afstudeerproducties van studenten waarbij professionals zijn betrokken; via het Kenniscentrum Media (de lectoraten Media & Civil Society en Entrepreneurial Journalism); door middel van studiedagen en excursies zoals redactiebezoeken; door middel van beroepen- en praktijkdagen; door middel van een alumnibeleid met actieve terugkoppeling en kruisbestuiving.
Het onderwijs is georganiseerd rond praktijkweken en practica waarin geregeld vertegenwoordigers van de beroepspraktijk zijn betrokken, bijvoorbeeld als gasteindredacteur of voor het geven van workshops. Een belangrijke rol is weggelegd voor stages, waarop studenten zich voorbereiden met onderwijsmodulen die nauw aansluiten bij ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Door deze modulen parallel aan te bieden en daarin dwarsverbanden aan te brengen, draagt de opleiding bij aan integratie van kennis en vaardigheden.
33
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
Vanuit het practicum of vanuit studieloopbaanbegeleiding zijn als een rode draad opdrachten door het curriculum geweven. Ze dagen studenten uit om zelf contacten met het beroepenveld te leggen om zo de beroepspraktijk ook van binnenuit te leren kennen. In jaar 1 zijn deze opdrachten gericht op een eerste oriëntatie op de beroepspraktijk. Studenten maken kennis met de praktijk middels een aantal bedrijfsbezoeken (rtv, printmedia etc.), interviews en een beroependag. Ter voorbereiding op de keuze voor een differentiatie in het tweede jaar werken studenten aan gerichte opdrachten en bedrijfsbezoeken. In jaar 2 ligt de focus op beroepsspecifieke oriëntatie en op voorbereiding van de stage. Studenten krijgen ondersteuning bij het kiezen van en solliciteren naar een stageplek middels onder meer gastlessen, colleges en workshops op maat. Daarnaast maken zij nader kennis met de facetten van het freelancebestaan, dat binnen de beroepspraktijk steeds vaker gebruikelijk is. In jaar 3 en 4 gaan studenten hun formats en producties daadwerkelijk pitchen voor het beroepenveld. Ze vragen feedback aan professionals, die een beoordelingsadvies geven voor zowel pitch als eindproductie. 3. - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 3.1. - Inrichting van de opleiding Onder hoofdstuk A van dit document is in paragraaf 1.5 de vorm van de opleiding inzichtelijk gemaakt en is beschreven hoe de deeltijdopleiding zich verhoudt tot de voltijd. 3.1.1. - De propedeutische fase In de propedeuse staat een brede kennismaking met het vak journalistiek centraal. In de kenmerkende beroepssituaties en de beroepsproducten binnen de integrale leerlijn worden de onderwijsinhouden vooral gekoppeld aan de context van het specifieke beroep. Dit is vertaald naar twee thema’s: herkennen en verwerken van nieuws (semester 1) en nieuws meerwaarde geven door er zelf verslag van te doen (semester 2). De functie van het propedeutisch jaar is selecterend, verwijzend en oriënterend. Bij Studieloopbaanbegeleiding (SLB) staat tijdens het eerste jaar dan ook de vraag centraal of de student de juiste opleidingskeuze heeft gemaakt. De student motiveert het antwoord op deze vraag op basis van zijn kwaliteiten, interesses, het beeld van het toekomstige werkveld en zijn studieresultaten. Belangrijke momenten tijdens het eerste jaar zijn het Voorlopig Studie Advies (VSA) halverwege het studiejaar en aan het einde van het jaar het Bindend Studieadvies (BSA). Om uitval door de verhoogde BSA-norm te beperken, is flankerend beleid ontwikkeld (zie onder hoofdstuk A par. 6). JAAR 1
Integrale leerlijn Conceptuele leerlijn
EERSTE SEMESTER EERSTE JAAR – Leren het nieuws herkennen en verwerken Major 1.1 Major 1.2 EC Contact Neus voor nieuws 2 Neus voor nieuws Journalistiek 1 Journalistiek Politiek 2 CW Rechtstaat en Nieuwsmedia & 34
EC 2 1 2
Contact
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
democratie Economie Economie in het nieuws
Vaardigheden leerlijn
Studieloopbaan
Taalbeheersing Correct schrijven I: formuleren en spellen Onderzoek Begrijpend onderzoek lezen Crossmediale vaardigheden SLB ‘zit ik op de goede opleiding’ TOTAAL
nieuwsselectie SCO Religieuze en levensbeschouwelijke stromingen Taalbeheersing Begrijpelijk schrijven
2
2
Journalistiek Politiek Politieke geschiedenis van Nederland in 20e eeuw Economie Economie in de samenleving Vaardigheden Taalbeheersing leerlijn Correct schrijven II Onderzoek Onderzoeksontwerp Crossmediale vaardigheden Studieloopbaan SLB Kwaliteiten journalist in spe TOTAAL Vak cursief = alternerend in periode
2
2
Engels Leesvaardigheid
2
3
Crossmediale vaardigheden SLB ‘zit ik op de goede opleiding’ TOTAAL
3
1
15
TWEEDE SEMESTER EERSTE JAAR – het nieuws meerwaarde geven door er zelf verslag van te doen Major 2.1 Major 2.2 EC Contact Integrale leerlijn Bovenop het nieuws 2 Bovenop het nieuws Conceptuele leerlijn
2
1
15
EC 2
1 2
Journalistiek CW Publieksonderzoek en publieksgerichtheid
1 2
2
SCO De Nederlandse situatie
2
2
Taalbeheersing Aantrekkelijk schrijven Engels Luistervaardigheid Crossmediale vaardigheden SLB Kwaliteiten journalist in spe TOTAAL
2
2 3 1
15
35
2 3 1
15
Contact
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
3.1.2. - De postpropedeutische of hoofdfase In het eerste semester van het tweede studiejaar is de opbouw nog min of meer gelijk aan de propedeuse. Het thema in dit semester is het nieuws kunnen duiden en in een context plaatsen. De actualiteit is in dit semester slechts een vertrekpunt. In het tweede semester van jaar 2 kiest de student voor een van de twee minordifferentiaties (afstudeerrichting): Geschreven of Audiovisuele Journalistiek. In die richting loopt de student ook stage in jaar 3. JAAR 2
Integrale leerlijn Conceptuele leerlijn
EERSTE SEMESTER TWEEDE JAAR – Het nieuws duiden en in een context plaatsen Major 3.1 Major 3.2 EC Contact Achter het nieuws 4 Achter het nieuws
Journalistiek Politiek Politiek in internationale context Economie Relatie NL in Europa Vaardigheden Taalbeheersing leerlijn Argumenteren Onderzoek Methoden van dataverzameling: kwantitatief Studieloopbaan SLB Ontwikkelen talenten en keuze AJ of GJ TOTAAL Vak cursief = alternerend in periode
Integrale leerlijn
EC 4
2 2
Journalistiek Sociaal-culturele ontw Multiculturalisme
2 2
2
CW Media ethiek Taalbeheersing Debatteren Engels Schrijfvaardigheid (argumenteren?)
2
1
SLB Ontwikkelen talenten
1
15
TOTAAL
15
2 2
TWEEDE SEMESTER TWEEDE JAAR – kiezen voor verdieping in de richting audiovisueel of geschreven Specialisatieminor Specialisatieminor EC Contact De specialisatie** 10 De specialisatie Thema: Thema: diversiteit en verzorgingsstaat/Zorg respect Engels: spreekvaardigheid 36
Contact
2 2
EC 10
Contact
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
Conceptuele leerlijn
Vaardigheden leerlijn Studieloopbaan
CW/Onderzoek Integratie van onderzoeksvaardigheden (kwalitatief) en cwtheorie Taalbeheersing Interviewtechnieken SLB stagevoorbereiding TOTAAL
2
2 1 15
CW/Onderzoek Integratie van onderzoeksvaardigheden (kwalitatief) en cwtheorie Taalbeheersing Interviewtechnieken SLB Stagevoorbereiding TOTAAL
2
2 1 15
** In de integrale leerlijn wordt de specialisatie gecombineerd met MV en Engels. Waarbij MV een gezamenlijke invulling is van de MV-vakken uit M1 t/m M3 met een specifiek thema. De MV en ENG zijn ook voorbereidend op de studiereis die in deze minor wordt ondernomen. JAAR 3
Integrale leerlijn
EERSTE SEMESTER DERDE JAAR – functioneren in een professionele werkomgeving Major 4.1 STAGE Major 4.2 STAGE EC Contact Werken en leren in de Werken en leren in de praktijk (stage) praktijk (stage) ovb workshops TBH: opfriscursus spelling/formuleren en rapporteren TOTAAL
TOTAAL
EC 30
30
TWEEDE SEMESTER DERDE JAAR – Het eigen(zinnige) journalistieke verhaal vinden, uitdiepen en presenteren Major 5.1 Major 5.2 EC ConEC tact Integrale Storytelling: het originele 12 Storytelling: het originele 12 leerlijn verhaal zoeken* verhaal vertellen en verbeelden* Conceptuele CW/Onderzoek 2 CW/Onderzoek 2 leerlijn Onderzoeksplan Onderzoeksplan (keuze methodiek op Bachelorniveau) 37
Contact
Contact
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
Studieloopbaan
SLB 1 SLB 1 Freelancen/zelfstandig Freelancen/zelfstandig ondernemen ondernemen TOTAAL 15 TOTAAL 15 * inclusief keuze uit een van de drie inhoudsspecialisaties; daar gaat de student in de integrale leerlijn mee aan de slag. De inhoudsspecialisaties zijn nog niet gekozen. Voor de invulling van de tweede keuzeminor, die studenten volgen in het eerste semester van jaar 4, kunnen studenten kiezen uit een aanbod van verschillende minoren, zowel binnen als buiten de opleiding. Naast het volgen van de Premaster Journalistiek aan de Vrije Universiteit, of het volgen van een minor die door andere opleidingen of door andere hogescholen (Kies op Maat) worden aangeboden, heeft de opleiding Journalistiek ook een eigen aanbod van minoren. Ook het studeren in het buitenland (uitwisselingsprogramma/Erasmusbeurs) of het volgen van een tweede stage wordt aangemerkt als een minor. Voor het volgen van een minor buiten de opleiding en buiten het Kies op Maat- of Erasmusprogramma, is toestemming van de Examencommissie nodig (zie: Onderwijs- en Examenreglement, Art. 3.5) en is mogelijk collegegeld verschuldigd. Voor het volgen van minoren buiten de vooraf goedgekeurde minoren is toestemming van de Examencommissie nodig. De examencommissie kijkt bij het verlenen van de toestemming naar onder meer de HBO-waardigheid van de minor en de relevantie voor de opleiding van de student. JAAR 4
Integrale leerlijn
EERSTE SEMESTER VIERDE JAAR – Kiezen voor eigen accent Keuzeminor Keuzeminor EC Contact Verdieping of Verdieping of verbreding* verbreding*
EC
Contact
30
TOTAAL TOTAAL 30 e * keuze uit het volgen van een minor of een 2 stage van 13 weken (inclusief een 10-punts specialisatiemodule); Zie voor keuzeminoren bijlage 2.
Integrale leerlijn
TWEEDE SEMESTER VIERDE JAAR – Zelfstandig werken en publiceren Major 6.1 Major 6.2 EC Contact Afstudeerproductie Afstudeerproductie inclusief reflectie inclusief reflectie Onderzoeksproject Onderzoeksproject TOTAAL TOTAAL
38
EC 24 6 30
Contact
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
3.1.3. Deeltijdopleiding
Semester 1 Blok 3A1
Jaar 3
Crossmediale Journalistiek
Publieke Opinie & Agendasetting
Jaar 4
Blok 4A1
EC
10
Blok 3A2
Crossmediale Journalistiek
Semester 2 EC
10
Framing 5
EC
Blok 4A2
Of: Afstudeerproductie en Onderzoeksproject
Onderzoeksjournalistiek of Storytelling
EC
10
Blok 3B2
Onderzoeksjournalistiek of Storytelling
Of: Stage (in geval van keuze voor Afstudeerproductie en Onderzoeksproject) 5
Stage en Onderzoek (oud curriculum, uitsluitend in 2014-15)
Blok 3B1
EC 20 10
Specialisatiemodule Blok 4B1
Onderzoeksjournalistiek of Storytelling
EC
10
EC
10
20
10
Blok 4B2
Onderzoeksjournalistiek of Storytelling
EC 10
24 6
Specialisatiemodule
10
3.2. - Overzicht informatie major, minoren en onderwijseenheden In deze studiegids is een gedetailleerd overzicht te vinden van de majors en de minoren voor alle opleidingsvarianten. Deze informatie is afkomstig uit Educator, waarin de onderwijscatalogus van de opleiding Journalistiek is ondergebracht.
3.3. - Accreditatie De accreditatie van de opleiding Journalistiek is in oktober 2013 verlengd tot en met 15 april 2016, met als ingangsdatum 16 april 2012. De accreditatie van de opleiding wordt verlengd tot en met 15 april 2018 zodra de hogeschool beschikt over een positieve instellingstoets kwaliteitszorg.
39
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
Bijlage 1 RANDVOORWAARDE VERZORGD TAALGEBRUIK Verzorgd taalgebruik De opleiding Journalistiek hecht eraan dat studenten de regels voor spelling en formulering kennen en deze kunnen toepassen. Om die reden is ‘verzorgd taalgebruik’ een randvoorwaarde voor de beoordeling van portfolio’s, dossiers en overige werkstukken. Bij meer dan drie taalfouten op een pagina wordt het werkstuk niet beoordeeld en volgt er automatisch een 1.0 in Educator. Het maximum van drie taalfouten op een pagina geldt vanaf jaar 2. Voor stage- en onderzoeksverslagen (bachelorniveau) is de norm vijf taalfouten per twee pagina’s, met een maximum van tien taalfouten in het hele document. NB Dit zijn de randvoorwaarden voor beoordeling. Als hieraan wordt voldaan, wil dat nog niet zeggen dat het taalniveau van de productie voldoende is. Dat is aan de docent ter beoordeling. Werkwijze Jaar 1: Voor toetsen in jaar 1 geldt een uitzondering: de student krijgt een 1 in Educator als niet aan de randvoorwaarde is voldaan. Maar hij krijgt wel inhoudelijke feedback op het ingeleverde werk. De student mag dan één keer repareren. Is bij de tweede keer inleveren nog niet aan de randvoorwaarde voldaan, dan komt er een 1 in Educator. Jaar 2 en 3: Bij meer dan drie taalfouten op een pagina gaat het schriftelijk werk terug naar de student, zonder feedback. Hij mist daardoor een kans. De docent noteert een 1.0 in Educator. Jaar 4 (eindniveau): Bij meer dan vijf taalfouten per twee pagina’s (en maximaal tien in het hele document) gaat het schriftelijk werk terug naar de student. Hij krijgt de gelegenheid tot reparatie. De zes meest gemaakte taalfouten: 1. Werkwoordspelling (d/t-fouten) 2. Samenstellingen: ‘geboorte land’ ‘radio bericht’ ‘Zuid Afrika’ 3. Incongruentie: ‘…kan de media…’ ‘Het gros van de zwervers zitten…’ ‘De NS willen…’ 4. Verwijswoorden: ‘een radiobericht die’ ‘een middel wat’ ‘een manager waarmee’ 5. Interpunctie en hoofdletters: foutief gebruik van (vooral) komma’s, aanhalingstekens. ‘En zinnen die op een verkeerd punt. Worden afgebroken.’ 6. Spelfouten algemeen: ‘verassing’, ‘onmiddelijk’, typfout. 40
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
Bijlage 2
THE TARTU – DECLARATION 2013 Preamble Members of the European Journalism Training Association educate or train their students/participants from the principle that journalists should serve the public by:
providing an insight into political, economic, socio-cultural conditions, stimulating and strengthening democracy at all levels, stimulating and strengthening personal and institutional accountability, strengthening the possibilities for citizens to make choices in societal and personal contexts,
while:
feeling responsible for the freedom of expression, respecting the integrity of individuals, being critical of sources and independent of vested interests, using customary ethical standards.
EJTA Qualification Profile 2013
1.Kunnen reflecteren op de maatschappelijke rol van de journalistiek
1.1 betrokken zijn op de democratische samenleving
1.2 inzicht hebben in het wettelijk en ethisch kader van de journalistiek
1.3 een onderbouwde visie op journalistiek hebben
1.4 de waarden begrijpen die journalistieke keuzes bepalen
1.5 het lokale, nationale en mondiale kunnen verbinden
2. Relevante onderwerpen en invalshoeken kunnen vinden
41
1. The competence to reflect on journalism’s role in society 1.1 have a commitment to democratic society 1.2 know the legal and ethical framework of journalism 1.3 to be able to develop a grounded personal view of journalism 1.4 understand the values that underlie professional choices 1.5 to be able to link the local with the national and the global 2. The competence to find relevant issues and angles
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
2.1 de actualiteit en de context ervan kennen
2.2 de kenmerken van uiteenlopende media kennen
2.3 de relevantie van een onderwerp voor verschillende doelgroepen kunnen bepalen
2.4 brede deelname aan maatschappelijk debat kunnen bevorderen
2.5 nieuwswaardige onderwerpen kunnen ontdekken obv diepergaand onderzoek
3. Journalistiek werk kunnen organiseren
3.1 een realistisch plan van aanpak kunnen maken 3.2 onder tijdsdruk kunnen werken 3.3 kunnen aanpassen aan onvoorziene situaties
3.4 bijdragen van het publiek kunnen organiseren
3.5 binnen budgettaire grenzen kunnen werken 4. Snel informatie kunnen verzamelen
4.1 een goede algemene ontwikkeling hebben 4.2 op een bepaald gebied gespecialiseerde kennis hebben
4.3 meerdere perspectieven op een zaak kunnen vinden
4.4 bronnen op waarde kunnen schatten 4.5 met het publiek kunnen interacteren
5. Belangrijke informatie kunnen selecteren
5.1 hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden
5.2 informatie kunnen selecteren op basis van betrouwbaarheid
42
2.1 know current events and their context 2.2 know the characteristics of different media 2.3 be able to determine the relevance of a subject for different audiences 2.4 be able to stimulate broad participation in debate 2.5 be able to discover newsworthy issues on the basis of in-depth research 3. The competence to organise journalistic work 3.1 be able to make a realistic work plan 3.2 be able to work under time pressure 3.3 be able to adjust to unforeseen situations 3.4 be able to organise contributions from the public 3.5 be able to work within budget limits 4. The competence to gather information swiftly 4.1 have a wide general knowledge 4.2 have a more specialised knowledge in a field 4.3 be able to find multiple perspectives on an issue 4.4 be able to evaluate sources 4.5 be able to interact with the public 5. The competence to select the essential information 5.1 be able to distinguish between main and side issues 5.2 be able to select information on the basis of reliability
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
5.3 informatie kunnen selecteren op basis van relevantie
5.4 Informatieselectie kunnen afstemmen op het mediaplatform
5.5 de geselecteerde informatie kunnen interpreteren
6. Informatie kunnen presenteren in een effectieve journalistieke vorm
6.1 een uitstekende taalvaardigheid hebben
6.2 over goede visuele vaardigheden beschikken
6.3 uiteenlopende verhalende technieken kunnen toepassen
6.4 content kunnen presenteren in effectieve combinaties van woord, geluid en beeld
6.5 journalistiek gebruik kunnen maken van technologie
7. Journalistiek(e) werk(wijze) kunnen verantwoorden
7.1 een helder beeld hebben van journalistieke kwaliteitseisen
7.2 het eigen werk kritisch kunnen beschouwen 7.3 kritiek van derden kunnen verwerken
7.4 verantwoording nemen voor journalistieke keuzes
7.5 verantwoording nemen voor de effecten van het eindproduct
8. In een team kunnen werken
8.1 sociaal vaardig zijn 8.2 betrouwbaar zijn 8.3 ideeën overtuigend kunnen presenteren 43
5.3 be able to select information on the basis of relevance 5.4 be able to select information in accordance with the media platform 5.5 be able to interpret the selected information 6. The competence to present information in an effective journalistic form 6.1 have an outstanding linguistic competence 6.2 have a good visual competence 6.3 be able to use different types of story-telling techniques 6.4 present content in effective combinations of words, sounds and visuals 6.5 be able to make journalistic use of technology 7. The competence to account for journalistic work 7.1 have a clear idea of the required quality of journalistic products 7.2 be able to evaluate own work 7.3 be willing to take criticism constructively 7.4 be able to take responsibility for the choices made during the process 7.5 be able to take responsibility for the impact of the product 8. The competence to cooperate in a team 8.1 have good social skills 8.2 be reliable 8.3 be able to present ideas
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2014-2015
8.4 oplossingsgericht zijn 8.5 inzicht hebben in rollen en verhoudingen binnen een team
9. Als een ondernemende journalist kunnen werken
9.1 initiatief tonen 9.2 inzicht hebben in de economische randvoorwaarden van de professie
9.3 marktkansen kunnen herkennen
9.4 nieuwe producten/formules kunnen ontwikkelen
9.5 de praktische aspecten van het freelancen kennen
10. Bij kunnen dragen aan de vernieuwing van het vak
10.1 kunnen reflecteren op de toekomst van de journalistiek
10.2 een complex praktijkvraagstuk in kaart kunnen brengen
10.3 gegevens kunnen verzamelen met behulp van methoden van onderzoek 10.4 betrouwbare methoden van dataverwerking en – analyse kunnen toepassen
10.5 werkbare oplossingen voor een complex praktijkvraagstuk kunnen aandragen
44
convincingly 8.4 be able to find solutions 8.5 show insight into roles and relations within a team 9. The competence to act as an entrepreneurial journalist 9.1 show initiative 9.2 understand the economic conditions underlying the profession 9.3 be able to recognize market opportunities 9.4 be able to develop new products/formats 9.5 know the practical aspects of being a freelancer 10. The competence to contribute to the renewal of the profession 10.1 be able to reflect on the future of journalism 10.2 be able to define a complex practical/professional problem 10.3 be able to adopt scholarly methods of data collection 10.4 be able to adopt trustworthy methods of analysing and processing data 10.5 be able to provide workable solutions for complex practical issues