Strategienota internationalisering provincie limburg
Gedeputeerde staten november 2013
4
SAMENVATTING
Deze nota geeft de internationaliseringsstrategie van de provincie Limburg weer. Een strategie die geen nieuwe beleidsdoelen formuleert, maar aangeeft hoe internationalisering, ofwel het leggen van verbindingen met het buitenland, bij kan dragen aan het realiseren van de eerder geformuleerde ambities uit het coalitieakkoord. Goede verbindingen van de Limburgse samenleving met het buitenland zijn voor de toekomst van Limburg van essentieel belang. De Limburgse samenleving is al op veel manieren op het buitenland georiënteerd, iets dat vooral zijn oorsprong vindt in de culturele verbondenheid met de buurlanden. Wij beschouwen dit als een Limburg-eigen waarde die wij willen uitdragen en verder tot ontwikkeling brengen. Internationalisering is voor Limburg van intrinsiek belang. De Limburg Agenda streeft voor Limburg een excellent leef- en vestigingsklimaat na, opgebouwd uit een sterk economisch profiel, een hoge kwaliteit van wonen en leven, menselijk kapitaal en goede verbindingen. In aanvulling hierop geeft de strategienota Internationalisering weer hoe aan de verwezenlijking van deze vier doelen kan worden bijgedragen door goede verbindingen met zowel het nabije als het verder weg gelegen buitenland te leggen. De nota formuleert hiertoe twee strategische opgaven: - Limburg breed (voor het economische, fysieke en sociale domein) te verankeren in een grensoverschrijdende agglomeratie, - Limburg economisch te verbinden met Europa en de wereld. Deze opgaven worden in de nota nader toegelicht en uitgewerkt. De strategie zal tot uitvoering gebracht worden langs de weg van de coalitieprogramma’s. Voor een aantal beleidsterreinen is hiertoe nog een nadere uitwerking nodig. Deze strategische opgaven kunnen wij niet alleen realiseren. Internationalisering is een proces waar de gehele Limburgse samenleving, haar inwoners, gemeenten, bedrijven, en instellingen zich voor in moeten zetten. Dit vergt een open attitude naar het buitenland. Vanwege het strategische belang voor Limburg als geheel, willen wij dit proces actief bevorderen en partners helpen bij het leggen van verbindingen. Onze inzet richt zich hierbij op thematische samenwerking met buitenlandse partners, lobby naar EU, rijksoverheid en buurlanden, en het optimaal gebruik maken van Europese programma’s. Onze rol is daarbij in hoofdzaak verbindend, maar kan ook investerend zijn afhankelijk van de opgave. We kiezen daarbij voor een pragmatische, resultaatgerichte benadering.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
5
6
1
INLEIDING
Doel van deze nota Met als uitgangspunt het coalitieakkoord en de Limburg Agenda geeft deze nota de internationaliseringsstrategie van de provincie Limburg aan. De nota fungeert als kader voor de doorwerking van de internationale ambities in de 4 coalitie-programma’s, en geeft zicht op resultaten die we de komende jaren willen realiseren. Deze nota voorziet daarmee ook in de herijking van het internationaliseringsbeleid waartoe Provinciale Staten in de Programmabegroting 2013 hebben besloten. Coalitieakkoord 2012-2015 In het coalitieakkoord is de ambitie uitgesproken om Limburg als een krachtige, gastvrije, internationaal gerichte regio met toekomst op de kaart te zetten. Een Limburg waarin voor de langere termijn een leef- en vestigingsklimaat van hoge kwaliteit ontstaat. De coalitie wil – in tijden van snelle mondiale veranderingen en een economische en financiële crisis in Europa – Limburg er bovenop krijgen en tot een plek in Europa maken die zich onderscheidt door haar aantrekkingskracht om te wonen, te werken, te studeren en te recreëren. Limburg heeft een traditie hoog te houden als plaats waar mensen (hoog of laag opgeleid) welkom zijn, een noodzakelijke aanvulling op tekorten op de arbeidsmarkt, met respect voor culturele verschillen. Limburg Agenda en Lobby Agenda De Limburg Agenda is de strategische lange termijn agenda van de provincie. Onze ambitie is om deel uit te maken van een vooraanstaande Technologische Topregio in Europa. Deze hele ambitie kan alleen worden waargemaakt indien Limburg beschikt over een excellent grensoverschrijdend leef- en vestigingsklimaat. Hierin worden 4 hoofdelemen-ten onderscheiden: Kwaliteit van wonen en leven; menselijk kapitaal; een sterk economisch profiel; verbindingen. Provincie en gemeenten hebben op basis van de Limburg Agenda een strategische lobby agenda opgesteld. Deze geeft voor de 4 bovengenoemde componenten de inzet van de lobby richting Den Haag en Brussel aan. Strategie Limburg branding Met als Leitmotiv ‘we zien geen grenzen, we zien verbindingen’ heeft de Limburg branding tot doel om het merk ‘Limburg’ neer te zetten als een provincie die op alle terreinen ‘grenzenloos’ weet te verbinden. Deze strategie is met name gebaseerd op de geografische ligging en de cultuurhistorische identiteit van Limburg, gelegen op de grens van Nederland, België en Duitsland op een kruispunt van internationale verbindingen, Germaanse (Rijnlandse) en Latijnse (Maaslandse) culturen en economische activiteiten.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
7
Definitie en reikwijdte Internationalisering is in haar algemene betekenis het leggen van verbindingen met het buitenland. Dat is waar deze nota richting aan wil geven: het leggen van verbindingen met overheden of instellingen in het buitenland als middel om de beleidsdoelen van onze coalitieprogramma’s (economie, fysiek, sociaal & cultureel) te realiseren.
Internationalisering is Limburg (verhouden tot en) verbinden met het buitenland
Deze verbindingen kunnen variëren van beleidsafstemming met de buren over ruimtelijke plannen tot het realiseren van grensoverschrijdende spoorverbindingen, samenwerking met Europese kenniscentra of exportbevordering naar China. Deze nota gaat dus niet over de Limburgse kennis-as als zodanig, maar wel over de vraag hoe we deze met het buitenland kunnen verbinden en daarmee versterken. Keuzes moeten gemaakt worden op welke verbindingen ingezet zal worden, en wat daarbij de rol van de provincie Limburg is. Tegelijkertijd investeren wij in tal van ontwikkelingen in Limburg die een belangrijke bijdrage leveren aan het internationale vestigingsklimaat en/of het internationale imago van Limburg, zonder dat deze evenwel in directe samenwerking met het buitenland ontwikkeld worden. Een hoogwaardig werk- en leefomgeving, spin-off Floriade, cultuur- en (top)sport-voorzieningen, infrastructuur, Maastricht-Aachen Airport, de stad Maastricht met zijn internationale allure, Europese instellingen en evenementen (United World College, EIPA, Tefaf e.a.) zijn vestigingsfactoren die voor Limburg als internationale provincie van eminent belang zijn. Het vergroten van de internationale aantrekkelijkheid van Limburg vergt een open, gastvrije houding waardoor buitenlandse investeerders, werknemers, studenten etc. zich welkom voelen in Limburg, en anderzijds de interesse om te ondernemen, werken, studeren etc. in het (omringende) buitenland.
8
Doorvertaling naar een internationaliseringsstrategie Het coalitieakkoord, de Limburg Agenda en de nieuwe branding-strategie zetten voor Limburg een internationale ambitie neer. Voorliggende nota zet de koers uit om deze ambitie om te zetten in concrete actielijnen die aansluiten bij de programma’s uit het coalitieakkoord. Wij hebben er voor gekozen om niet een zelfstandig internationaliseringsprogramma op te stellen. Wij zullen ‘mainstream’ via de coalitie-programma’s uitwerking geven aan de internationalisering .Deze benadering vergt wel een samenhangende over-all visie en sturing op internationalisering, hetgeen met deze nota beoogd wordt.
Deze nota laat zien hoe de internationaliseringsstrategie doorwerkt in de afzonderlijke programma’s uit het coalitieakkoord, en welke resultaten we daarbij willen bereiken. Op het gebied van economie, mobiliteit, cultuur wordt aan die doorwerking al duidelijk vorm gegeven. Er zijn echter ook terreinen zoals wonen, duurzaamheid, sport, gezondheid waarvan de internationalisering nog minder zichtbaar is uitgewerkt. Er is dus nog een vervolgstap nodig waarin de internationalisering voor de relevante beleidsterreinen in lijn met de Limburg Agenda en met deze nota verder worden uitgewerkt. Dit zal het komende jaar gebeuren via de lijn van de programma’s uit het coalitieakkoord. In hoofdstuk 2 wordt kort teruggekeken. De leereffecten van de afgelopen periode, voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen leiden tot een strategie voor de toekomst zoals verwoord in hoofdstuk 3. In hoofdstukken 4 en volgende wordt de doorkijk gegeven naar de uitwerking via de coalitieprogramma’s, lobby, middelen en werkwijze.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
9
10
2
HERIJKING
De afgelopen jaren is op allerlei beleidsterreinen grensoverschrijdend en in relatie tot Brussel gewerkt aan internationale contacten, afstemming, samenwerking en projecten. Op veel beleidsterreinen vindt met de buurlanden en –regio’s reguliere afstemming plaats. De lobby in Brussel is de afgelopen jaren geprofessionaliseerd. We hebben een ruime ervaring met de voorbereiding en uitvoering van Europese programma’s, met name de structuurfondsen en plattelandsontwikkeling. Uit Interreg-middelen (A, B en C) heeft Limburg in de periode 20072013 ruim 50 miljoen euro ontvangen; samen met middelen voor OP-Zuid, landbouw, POP, KP7 een veelvoud hiervan. Dit alles heeft Limburg op de kaart gezet als een internationaal actieve provincie die ook van Europa profiteert. Hieronder gaan wij kort in op de lessen die hieruit geleerd zijn voor de toekomst. Lessons learned Om te komen tot een regio ‘zonder grenzen’ hebben we via het traject Limburg-Experimenteer regio op rijksniveau aandacht gevraagd voor het wegnemen van belemmeringen die de grensoverschrijdende mobiliteit of samenwerking in de weg staan. Grensoverschrijdende Samenwerking (GROS) is als permanente rijkstaak verankerd, gecoördineerd door de minister van Binnenlandse Zaken in nauwe samenwerking met de minister van Buitenlandse Zaken. De CdK’s van de grensprovincies hebben hierbij als centraal aanspreekpunt vanuit de regio een belangrijke positie gekregen. Voor de korte termijn worden tussen de buurlanden op nationaal niveau bilaterale actielijsten vastgesteld waaraan de grensregio’s input hebben aangeleverd. In de publieke samenwerking (onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, veiligheid, arbeidsmarkt) is grensoverschrijdend al veel mogelijk, maar de inspanningen die door de betreffende instellingen geleverd moeten worden, zijn vaak onevenredig groot. Het probleem bij grensoverschrijdende samenwerking (projecten) zit soms in de regelgeving, maar vaker nog in de bevoegdheden, middelen en prioriteiten die grensoverschrijdend niet op elkaar aansluiten. Les: In de publieke grensoverschrijdende samenwerking biedt het versterken van de grensoverschrijdende bestuurskracht binnen wettelijke kaders nog veel perspectief; eerder dan het vragen om extra regelruimte. Ook bedrijven en werknemers ondervinden de nodige hinder bij grensoverschrijdend werken en ondernemen. Zolang de belasting- en sociale zekerheidsstelsels niet geharmoniseerd zijn, is dit onvermijdelijk. Les: om het voor ondernemers en werknemers makkelijker te maken verdient verbetering in uitvoering en dienstverlening op korte termijn extra aandacht. Experimenteren is geen doel op zich, derhalve is profilering als een experimenteerregio minder geschikt. Op voorhand om regelruimte of experimenteerruimte vragen is noch naar Den Haag noch naar de buurlanden een goede benadering. Wat werkt is investeren in goede initiatieven en daarvoor indien nodig inzet of ruimte van hogere overheden vragen. Mooi voorbeeld hiervan is de aanpak van de grensoverschrijdende criminaliteit in en om Limburg waar in 2013 door de bevoegde ministers van België, Nederland en Noordrijn-Westfalen steun aan gegeven is.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
11
Les: wij zullen niet inzetten op een nieuwe experimenteerregio; wij zetten in op goede initiatieven waarvoor op projectniveau experimenteerruimte gevraagd zal worden, mits de meerwaarde hiervan is aangetoond. Wij hebben in de afgelopen periode een samenwerkingsproces in gang gezet om voor het gebied grofweg gelegen tussen Eindhoven, Leuven, Luik en Aken te komen tot een grensoverschrijdende technologische topregio TTR-ELAt waarin de focus gelegd wordt op chemie/materialen, health sciences en high tech systems. De triple-helixactoren uit dit gebied hebben op initiatief van de provincie een gezamenlijke agenda opgesteld met innovatieprojecten. De samenwerking is opgezet vanuit de idee van een functionele regio, niet geredeneerd vanuit de Europese fondsen, noch werd een bestuurlijke entiteit nagestreefd. Het is moeizaam gebleken om op operationeel niveau telkens zes regio’s samen te brengen. Daarom wordt nu onder de koepel van TTR-ELAt meer ingezet op bilaterale verbindingen, vanuit Limburg o.a. naar de provincies Belgisch Limburg, Vlaams-Brabant, Luik en naar het Land Noordrijn-Westfalen toe. Ook de triple-helix samenwerking met Oost-Brabant in Brainport2020 moet vanuit deze aanvliegroute bekeken worden. Les: de gezamenlijke agendavorming voor TTR-ELAt blijft van belang, maar op projectniveau leidt bilaterale samenwerking sneller tot zinvolle projecten en goede resultaten. Wij bepleiten de bilaterale aanpak niet alleen in TTR-ELAt, maar breed in de grensoverschrijdende samenwerking, met name ook in de uitvoering van de Interreg-programma’s. De provincie Limburg is sinds jaren betrokken bij drie euregio’s: de Euregio Rijn-Waal (gemeenten Mook en Middelaar, Gennep, Bergen), de Euregio rijn-maas-noord en de Euregio Maas-Rijn. Bij de twee eerstgenoemde euregio’s is de bestuurlijke betrokkenheid van de provincie beperkt. In de EMR participeren wij in het bestuur. In 2013 is door de EMR het ontwikkelplan EMR2020 vastgesteld, dat richting geeft aan de euregionale samenwerking. Vanuit Provinciale Staten is een discussie gestart over de rol en positie van de Euregioraad, het orgaan waarin de volksvertegenwoordigers uit de partnerregio’s zitting hebben. Rijn-Waal en rijn-maasnoord zijn eveneens bezig met strategische agenda’s richting 2020. Les: de euregio’s zijn in hun dagelijks functioneren sterk gefocust op de uitvoering van het Interregprogramma. Vanuit de provincie is meer sturing nodig om de besteding van Interreg-middelen goed te laten aansluiten bij onze doelstellingen. De bestuurskracht van de euregio’s is door verschillen in bevoegdheden, talen en (bestuurs)culturen beperkt; niettemin vinden wij de euregio’s waardevol als platform en zullen wij hierin blijven investeren. In Brussel werkt de provincie Limburg sinds 2000 samen met de andere Nederlandse provincies in het Huis van de Nederlandse provincies. Naast een gezamenlijke lobby wordt van hieruit in wisselende allianties ingezet op lobby en positionering voor specifiek Limburgse prioriteiten zoals grensoverschrijdende samenwerking en de campussen. Recent is veel aandacht besteed aan een goede voorbereiding van de nieuwe structuurfondsperiode. Andere dossiers waar wij actief op hebben ingezet, zijn bijvoorbeeld de Blue Card, EGTS, de patiëntenrichtlijn, en het terugdringen roamingkosten. Les : door de ervaringen uit de afgelopen periode is de lobby in Brussel geprofessio-naliseerd. Een goede positionering van Limburg in Brussel vereist een lange termijn visie, continuïteit in aanpak en bestuurlijke zichtbaarheid.
12
Herijking We beschouwen de afgelopen jaren als een leerproces waarin we ambitieus een aantal zware trajecten hebben doorlopen: Limburg positioneren in Brussel, het rijk en de buurlanden committeren aan grensoverschrijdende samenwerking (GROS, Limburg-Experimenteerregio), de ontwikkeling van TTR-ELAt e.a. Tegelijkertijd zijn er tal van concrete resultaten geboekt en is goed gebruik gemaakt van de Europese structuurfondsen. Er is veel aandacht geschonken aan regelgeving en de nadelen die Limburg ondervindt van de grenzen. Een principiële houding met betrekking tot het opheffen van grenzen en ‘proeftuin van Europa’ zijn voerde nogal eens de boventoon in het politieke debat.
We zijn nu een bewustzijnsfase verder. We kunnen het ons niet permitteren nog langer te blijven ‘stilstaan’ bij de grenzen. Met de blik op de toekomst willen we internationalisering voortaan vanuit een positievere maar ook pragmatischer insteek benaderen. Meer dan voorheen kansen aangrijpen en resultaten boeken binnen de mogelijkheden die er zijn. Internationalisering is onontkoombaar om in de globaliserende economie de welvaart in Limburg op peil te houden. We gaan de blik dus ook letterlijk verbreden van de euregio naar een oriëntatie op Europa en de wereld. Kortom, een nieuwe fase in de internationalisering van Limburg, maar wel gebruik makend van de lessen uit het verleden en voortbouwend op processen en netwerken die in de afgelopen periode opgebouwd zijn.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
13
14
3
STRATEGIE
3.1
Visie op hoofdlijnen
Internationalisering meer dan grensoverschrijdende samenwerking Wij zijn er van overtuigd dat internationalisering voor de toekomst van Limburg onvermijdelijk en noodzakelijk is. De Limburgse economie en de Limburgse samenleving kúnnen alleen nog maar floreren als zij goed zijn verbonden met landen en regio’s elders in Europa en de wereld. Door goede verbindingen met het buitenland te leggen, creëren we kansen die van belang zijn voor de toekomst van Limburg. Met name door de culturele verbondenheid met de buurlanden heeft Limburg het in zich om in alle richtingen, ook verder weg verbindingen te leggen.
Zeker in een tijdsgewricht waarin de economische machtsverhoudingen mondiaal verschuiven en de Europese en binnenlandse groei langdurig lijken af te vlakken, zijn innovatie en exportgerichtheid van de Limburgse economie van essentieel belang voor onze welvaart. Internationalisering mag en hoeft er ons inziens niet toe te leiden dat de Limburgse samenleving verwordt tot mondiale eenheidsworst. Wij hechten zeer aan behoud van onze Limburgse identiteit, en wij denken dat behoud hiervan zelfs bijdraagt aan onze internationale aantrekkelijkheid (glocalisering). Internationalisering gaat daarmee niet ten koste van onze identiteit, maar is juist onderdeel ván onze identiteit. Internationalisering met de blik op Europa en de wereld is nodig ten behoeve van onze regionaal-economische ontwikkeling. In lijn met deze gedachte is op de schaal van Zuid Nederland een Regionale Innovatie Strategie (RIS3) opgesteld, waarmee de economische ontwikkelingskracht van de regio in beeld is gebracht en in perspectief is gezet. Dat geldt in het bijzonder voor de internationale topclusters High Tech Systemen en Materialen, Chemie en Agro & Food, maar daarnaast óók voor Life Sciences & Health, slimme Logistiek, Biobased Economy en Maintenance, als clusters van nationaal belang met een internationale potentie. Door het versterken en het verbinden van deze clusters en door het opzoeken van cross-overs en synergie werken we aan de internationale concurrentiekracht van de toekomst. Economische internationalisering is voor Limburg belangrijk, maar dit geldt in feite voor elke moderne regio in Europa. Voor Limburg heeft internationalisering een tweede (unieke) dimensie vanwege onze ligging als Nederlandse provincie op de grens met Duitsland en België. Dit brengt een tweede uitdaging met zich mee om ons – ondanks de aanwezige weerstanden die grenzen nu eenmaal met zich meebrengen, te ontwik-kelen tot een sterke grensoverschrijdende agglomeratie. Wij zien Limburg als de kern van een grensoverschrijdend samenhangend verstedelijkt gebied met een grote culturele en natuurlijke diversiteit en grote economische potentie. Deze opgave heeft niet alleen betrekking op economische samenwerking, maar op meerdere terreinen die bepalend zijn voor ons leef- en vestigingsklimaat.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
15
Dit tweeledige profiel is leidend voor de internationaliseringsagenda van Limburg, die hiertoe in 2 strategische opgaven wordt uitgewerkt: –– Limburg breed verankerd in een grensoverschrijdende agglomeratie, –– Limburg economisch verbonden met Europa en de wereld.
Uiteraard staan deze 2 strategische opgaven niet los van elkaar. Immers, hoe sterker de (economische) samenwerking in de grensoverschrijdende agglomeratie, hoe sterker we gezamenlijk in het verdere buitenland staan. Waar de Limburg Agenda een excellent leef- en vestigingsklimaat nastreeft, opgebouwd uit een sterk economisch profiel, een hoge kwaliteit van wonen en leven, menselijk kapitaal en verbindingen, geeft deze strategienota in aanvulling hierop aan hoe we deze componenten kunnen versterken door goede verbindingen met het buitenland te leggen. We kiezen voor een dynamische en resultaatgerichte aanpak. Vanuit de inhoud van de coalitieprogramma’s zoeken we de grensoverschrijdende samenwerking in concrete projecten en activiteiten op. Daarvoor is een actieve en resultaatgerichte participatie (ambtelijk en bestuurlijk) in de juiste netwerken nodig. We zijn ons hierbij bewust van onze afhankelijkheid van het buitenland, daarom zullen we open staan voor hun belangen en kijken waar een match gemaakt kan worden. Een actieve lobby en profilering naar de nationale/gewestelijke overheden van Nederland, België en Duitsland, alsmede naar de EU (Brussel) is nodig om Limburg te positioneren en bestuurlijke, beleidsmatige en financiële steun te verkrijgen bij het realiseren van de twee kernopgaven. Rol van de provincie In deze nota wordt aangegeven hoe wij de internationalisering van de Limburgse samenleving voor ons zien, en wat wij eraan willen doen om dat te bereiken. De nota is richtinggevend voor onze eigen inzet daarbij.
16
Wij zien het als een collegebrede verantwoordelijkheid om aan de internationalisering van Limburg een actieve bijdrage te leveren. Het realiseren van de internationaliserings-opgaven in deze nota kunnen wij echter niet alleen. Internationalisering is een proces waar de hele Limburgse samenleving, gemeenten, bedrijven, instellingen en burgers, achter moeten staan. Het zijn de bedrijven die exporteren, campussen en onderzoeksinstellingen die gezamenlijk met andere Europese centra onderzoek en innovatie op een hoger plan tillen; het zijn politie en justitie die met hun partners in België en Duitsland de grensoverschrijdende crimina-liteit aanpakken; scholen, ziekenhuizen, culturele instellingen, bemiddelingsdiensten die grensoverschrijdend samenwerken.. En last but not least de inwoners van Limburg die de euregio (of zelfs Europa en de wereld) al dan niet als hun natuurlijk leef- en werkgebied beschouwen. ‘Limburgers euregio-burgers; Limburgers wereldburgers’
Wij zullen dit proces op een actieve manier bevorderen, juist vanwege het strategische belang van internationalisering voor Limburg als geheel. Onze rol in de internatio-nalisering is daarbij in hoofdzaak verbindend, maar kan ook investerend zijn, zoals bijvoorbeeld bij de Rail-agenda. Als regionale overheid zullen wij op de eerste plaats werken aan goede en duurzame bestuurlijke betrekkingen met overheden in de buurlanden en daarbuiten waar dit dienstig is aan onze agenda (zoals b.v. met China) en waar wij als overheid een toegevoegde waarde leveren. Wij doen dit in goed contact met onze ambassades en consulaten in het buitenland.
Bedrijfsleven en instellingen in Limburg zijn primair zelf verantwoordelijk voor het leggen van verbindingen met het buitenland en voor de lobby naar nationale en/of europese overheden. Waar wij manco’s of juist kansen zien zullen we hen uitdagen die verbindingen te leggen. Vanuit de triple-helix gedachte helpen wij hen met onze kennis, onze netwerken of met lobby, daar waar dit past in onze internationale agenda, en waar onze betrokkenheid meerwaarde heeft. Dit kan begrensd zijn tot een bepaalde fase in het proces. Per dossier zullen wij onze rol vooraf zo goed mogelijk definiëren. Soms ligt die zelfs wettelijk vast, zoals bij R.O.- en MER-procedures. Meerdere gemeenten in Limburg leggen actief verbindingen met buitenlandse partners en
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
17
bevorderen lokale grensoverschrijdende projecten. Wij juichen dit van harte toe. Betrokkenheid van de provincie kan aan de orde zijn indien gemeentelijke initiatieven relevant zijn op regionaal niveau en passen in de provinciale strategie.
3.2
Limburg breed verankerd in een grensoverschrijdende agglomeratie
Huidige situatie Grensregio Dit profiel wordt voor een belangrijk deel bepaald door het feit dat wij een Nederlandse provincie zijn die grenst aan Duitsland en aan België. Dit brengt met zich mee dat de maatschappij in Limburg op vrijwel alle maatschappelijke terreinen en overheidstaken (belasting, sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidszorg, ruimtelijke ordening, milieu, infrastructuur, veiligheid etc.) anders georganiseerd is, met andere bevoegdheden, organisatiestructuren en financieringsstromen dan bij onze buren. Dat levert een aantal grensweerstanden op. In Limburg prijzen wij ons gelukkig met de vele instanties en personen die zich desondanks op tal van terreinen inzetten om met instanties uit de buurlanden samen te werken en projecten tot ontwikkeling te brengen. Door onze gedeelde cultuurhistorie is er in deze regio gelukkig nog een groot gevoel van verbondenheid met de buurregio’s in Duitsland en België.
Satelliet nachtbeeld - Limburg in NW-Europa
Er is grensoverschrijdende mobiliteit van ca. 25.000 grenswerkers vanuit en naar Limburg; er studeren ca. 8.000 buitenlandse studenten in Limburg, 12.000 Limburgse patiënten laten zich per jaar behandelen in Belgisch-Limburg. Koopstromen zijn aanzienlijk: de totale omzet van grensoverschrijdend winkelen en horeca-bezoek tussen Limburg en de Belgische en Duitse grensregio bedraagt maar liefst 1,9 miljard euro per jaar (Bron: Panteia 2013). Niettemin hebben de grensweerstanden hun weerslag op het sociaal-economisch functioneren van Limburg.
18
Burgers, bedrijven en instellingen zijn door nationale regels en subsidiestelsels nationaal georiënteerd en hebben minder oog (of zien te veel administratieve hobbels) voor de euregio als hun natuurlijke werkgebied. Daar komen ‘zachte’ grensweerstanden zoals taal- en cultuurverschillen nog bij. Deze grensweerstanden hinderen Limburg in haar grensoverschrijdende ontwikkeling. Afzetmarkten, arbeidsmarkten, woningmarkten worden erdoor gefragmenteerd in kleinere deelmarkten. Wij gaan ervan uit dat er in het stedelijk MAHHL-gebied zonder de aanwezige grensbarrières een veel grotere dynamiek, met name op het gebied van werken en ondernemen aanwezig zou zijn. Dit stedelijk gebied loopt daarmee agglomeratie-voordelen mis. In het noorden biedt de regio Venlo – Mönchengladbach eveneens nog verder te benutten agglomeratievoordelen.
Chemelot-RWTH
EMRIC+
Euregioschool
Economisch maakt onze provincie een transitiefase door naar een innovatieve concurrentie krachtige economie. De focus is hierbij gelegd op de Limburgse topsectoren. Gunstige en ongunstige ontwikkelingen wisselen elkaar op dit moment af. Dit geldt ook voor onze buurregio’s Belgisch-Limburg, Luik en Aken waar grote bedrijfssluitingen aan de orde zijn van Ford-Genk, Arcelor-Mittal, Caterpillar, Bombardier. Wij constateren dat iedere regio langs nationale lijnen aangestuurd, zijn eigen transitieproces doormaakt. Iedere regio is op zoek naar innovatieve bedrijvigheid voor de toekomst. Hoewel de problematiek tussen de buurregio’s onderling vergelijkbaar van aard is, wordt nog te weinig gebruik gemaakt van mogelijkheden om door samenwerking sterker door deze transitiefase heen te komen. De grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van economie en innovatie (via TTR-ELAt) zien wij als een belangrijk vehikel om deze economische transitie vorm te geven.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
19
Infrastructuur Het grensoverschrijdend spoorvervoer is relatief duur in aanleg en exploitatie en daardoor gebrekkig ontwikkeld voor een stedelijk gebied van deze omvang. Deze spoorverbindingen zijn ook belangrijk voor het goederenvervoer. Ook ten aanzien van waterwegen (m.n. Maas) zijn er nog enkele verbeteringen noodzakelijk. Hier staat dan weer tegenover dat de snelwegverbindingen naar Duitsland en België uitstekend zijn waardoor steden en vliegvelden in de euregio goed bereikbaar zijn. Cultuur De culturele samenwerking die minder last lijkt te hebben van de grenzen, heeft als gevolg van de kandidatuur van Maastricht Culturele Hoofdstad een positieve impuls gekregen; dit werkt als katalysator voor de brede euregionale samenwerking, het ‘grenzenloos’ leven van alledag. Ook zonder de kandidatuur zijn de menselijke en culturele relaties over de grens al intensief. Al met al karakteriseren wij de huidige situatie wat betreft het grensoverschrijdend functioneren in en om Limburg als niet slecht, maar met nog aanzienlijke potentie tot verbetering. Streefbeeld Een recente studie (Atlas van grensoverschrijdende kansen voor de regio Zuid-Limburg, Aken, Luik en Tongeren (Atlas, mei 2013) uitgevoerd in opdracht van het ministerie van BZK, laat de economische groeikansen voor de onderzochte deelregio’s zien indien de hele regio zou functioneren als waren er geen (harde en zachte) grensweerstanden. De studie laat zien dat alle deelregio’s hier op meerdere terreinen (arbeidsmarkt, voorzieningen) aanzienlijk van zouden profiteren. De aantrekkingskracht van de grensoverschrijdende agglomeratie voor mensen en bedrijven van buiten wordt door vergroting van het banenaanbod en een betere benutting van voorzieningen, aanzienlijk groter.
20
Hoewel de studie een wenkend perspectief laat zien, beschouwen wij het volledig op ‘nul’ zetten van grensweerstanden voor de korte- en middellange (en zelfs lange) termijn niet als realistisch, alleen al vanwege taal- en cultuurverschillen; wij achten dit ook niet nodig en niet wenselijk. De stip op de horizon waar wij naar streven is een provincie die in alle domeinen (economisch, fysiek, sociaal&cultureel) breed verankerd is in een grensoverschrijdende agglomeratie waarin burgers, bedrijven en instellingen in hun functioneren geen onevenredige hinder ondervinden van de grenzen, maar juist profijt trekken van kansen en samenwerkingsmogelijkheden over de grens. Niet een perifere Nederlandse provincie maar een centraal gelegen provincie in een krachtige grensoverschrijdende agglomeratie waarin 3 landen samenkomen. Strategische opgave Het verankeren van Limburg in een grensoverschrijdende agglomeratie zien wij als een brede maatschappelijke opgave. Voor alle 3 domeinen (economisch, fysiek, sociaal&cultureel) willen we komen tot een versnelling en versterking van het grensoverschrijdend functioneren daar waar dit meerwaarde heeft in relatie tot de gestelde doelen. Wij willen een trendbreuk forceren door radicaal onze grensligging niet langer als nadeel te beklemtonen maar als een gegevenheid die verrijkt en kansen biedt. De grenzen zijn er, soit, maar wij laten ons daar niet langer door belemmeren.
De kennistechnologische samenwerking onder de vlag van Brainport ZO-Nederland cq TTR-ELAt is erop gericht om de Limburgse topsectoren grensoverschrijdend te verbinden tot een sterke toptechnologische regio in Europa. De Kennis-As waarmee Limburgse kennisinstelling-en zich willen verbinden aan de Limburgse economie (m.n. de campussen en topsectoren), kan nog sterker worden indien zij tevens wordt verbonden met kenniscentra in het TTR-ELAT-gebied. Dit tezamen met de culturele samenwerking onder de vlag van Maastricht&Euregio Culturele Hoofdstad beschouwen wij als dragers voor de grensoverschrijdende agglomeratie. De Railagenda 2012 ondersteunt dit door binnen 5 à 10 jaar de grensoverschrijdende spoorverbindingen en de aansluiting op het hogesnelheidsspoor te realiseren. Als breed fundament daaronder is nodig dat de inwoners deze agglomeratie gaan herkennen en gebruiken als hun natuurlijk leef- en werkgebied.
Dat willen we faciliteren o.a. door te werken aan een betere bewustwording en grensoverschrijdende dienstverlening op terrein van onderwijs, arbeidsmarkt en openbaar vervoer. Aandacht daarbij ook voor een grensoverschrijdende veilige en duurzame werk- en leefomgeving, als voorwaarde voor een goed functionerende agglomeratie. De strategische opgave is om te komen tot een samenhangende en uitvoeringsgerichte aanpak die perspectief biedt op een krachtige grensoverschrijdende agglomeratie. Dit vergt een grensoverschrijdende bestuurskracht die vanuit dit perspectief beslissingen neemt gericht op uitvoering. Wij constateren dat deze bestuurskracht op dit moment nog niet in voldoende mate aanwezig is.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
21
3.3
Limburg economisch verbonden met Europa en de wereld
Huidige situatie Kennis en innovatie. Als onderdeel van Brainport ZO-Nederland, dé kennistechnologische regio van Nederland, is in Limburg een concentratie van kennis, kunde en bedrijvigheid aanwezig rondom 4 topsectoren life-sciences, chemie/materialen, agro-food en logistiek met als belangrijkste kristallisatiepunten Maastricht Health-campus, Chemelot-campus en Greenport Venlo. In deze opgave gaat het erom deze topsectoren en de hiermee verbonden kennis-as in Limburg te versterken door ze optimaal met het buitenland te verbinden.
In de campussen, kennisinstellingen en aanverwante centra in Limburg (bijvoorbeeld het Expertisecentrum voor zorg en techniek, de Zorgacademie) zien wij een concentratie van kennis en innovatie op het gebied van gezondheid, zorg en voeding. Deze concentratie beperkt zich niet alleen tot de kennis-technologie. Door middel van sport- en gezondheidsprogramma’s investeren wij in een maatschappelijk proces gericht op sociale innovatie en gezonder werken en leven. De demografische situatie in Limburg vraagt hier ook om. Gezondheid, zorg en voeding is een cluster van maatschappelijke opgaven die ook door de Europese Unie onderkend is. De EU stelt via de InnovatieUnie aanzienlijke fondsen (o.a. Horizon2020) beschikbaar voor onderzoek en innovatie naar oplossingen voor dit soort vraagstukken.
Business Wat betreft het bedrijfsleven tonen onderzoeken (ING 2012, CBS 2012) aan dat het Limburgse bedrijfsleven reeds sterk internationaal georiënteerd is. Dit geldt zeker voor de Limburgse topsectoren (met name de bedrijven in chemie en agrofood) die sterk van export afhankelijk zijn. Ook de Limburgse logistieke sector is per definitie internationaal georiënteerd. Limburg is een draaischijf tussen de havens van Rotterdam, Amsterdam, Antwerpen en Zeebrugge en het Europese achterland. Menselijk kapitaal. Kennis- en arbeidsmigranten zijn van belang voor de Limburgse economie. Buitenlandse werknemers die een passende opleiding hebben en willen werken, moeten zich welkom voelen in Limburg, en in staat worden gesteld om een positieve bijdrage te leveren aan de Limburgse samenleving. Onze beroepsbevolking telt (naast grenswerkers uit Duitsland en België) ca. 20.000 arbeidsmigranten uit Oost-Europa en ca. 4.000 kenniswerkers uit de hele wereld. Wij voeren een actief beleid om kennis- en arbeidsmigranten optimaal voor onze economie te benutten en deze mensen een goede plek in onze samenleving te bieden. Dat moet ook wel, want prognoses (Rail) laten al voor de korte termijn (<5jr.) een aanzienlijk personeelstekort zien met name ten gevolge van de komende pensioneringsgolf. Zowel het hoger onderwijs (UM, Zuyd, Fontys, MSM) als het middelbaar beroeps-onderwijs zijn in Limburg al bij uitstek internationaal georiënteerd. Dit uit zich niet alleen in een groot aantal buitenlandse studenten, maar ook in het internationaal georiënteerde curriculum, de nauwe samenwerking met buitenlandse universiteiten en hogescholen, alsmede in een actief beleid ten aanzien van internationale uitwisseling van studenten (Erasmus for All, Young Professionals Overseas). Hiermee leveren onze instellingen internationaal georiënteerde kenniswerkers af. Het United World College in Maastricht biedt internationaal (basis- en voortgezet) onderwijs.
22
Verbindingen. Via snelwegen en op korte afstand gelegen vliegvelden (Eindhoven, Weeze, Düsseldorf, Köln/Bonn, Luik, Charleroi, Brussel, Maastricht-Aachen) is Limburg uitstekend verbonden met Europa en de wereld. Via spoor is Limburg nog onvoldoende aangesloten op het Europese netwerk: de hogesnelheidslijnen Londen/Parijs-Brussel-Keulen-Frankfurt en Amsterdam-Düsseldorf-Keulen, en de goederenverbindingen naar Oost- en Zuid-Europa. Streefbeeld Het streefbeeld is een Limburgse economie die zich kenmerkt door een goed ontwikkelde export en buitenlandse investeringen. De kenniseconomie, opgebouwd rondom de campussen en 4 topsectoren zijn als onderdeel van Brainport ZO-Nederland en van TTR-ELAt goed verbonden met Europa en de wereld, waarbij Limburg zich heeft ontwikkeld en gespecialiseerd tot een innovatieve en bussiness-georiënteerde provincie. Strategische opgave De strategische internationale opgave is om de Limburgse kennis-as, de campussen en de 4 topsectoren onder de vlag van Brainport en TTR-ELAt te verbinden met sterke markten en kenniscentra elders in Europa en daarbuiten. Mogelijk kunnen wij daarbinnen in relatie tot de Kennisas op de lange termijn ‘world-wide’ een naam opbouwen als een regio die gespecialiseerd is in oplossingen op het gebied van gezondheid, zorg en voeding. Sociaal-maatschappelijke innovatie dient hierbij gekoppeld te worden aan technologische innovatie (kennis/kunde/kassa). Hierdoor kan Limburg een sterke propositie in Europa en daarbuiten opbouwen. .
Vanuit andere thema’s kunnen in Europa aanvullende verbindingen gelegd worden indien hiermee deze opgave ondersteund wordt. Zo is culturele samenwerking een goede mogelijkheid om verbindingen te leggen en Limburg in het buitenland beter zichtbaar te maken. Tot de strategische opgave behoren eveneens het aantrekken van buitenlandse kenniswerkers en arbeidsmigranten, en het verbeteren van de aansluiting vanuit Limburg op de Europese hogesnelheidslijnen.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
23
24
4
UITWERKING
In dit hoofdstuk worden de 2 strategische opgaven uitgewerkt. Per opgave geven wij op hoofdlijnen eerst een integraal beeld van de uitwerking; vervolgens laten wij zien hoe de sectorale uitwerking via de coalitie-programma’s plaatsvindt.
4.1
Integrale uitwerking op hoofdlijnen
Hieronder werken we de 2 strategische opgaven op hoofdlijnen uit. Het feit dat we deze als zodanig onderscheiden, betekent niet dat ter uitwerking hiervan 2 nieuwe werkprocessen worden ingericht. We zullen de uitwerking van de opgaven zoveel mogelijk laten plaatsvinden langs bestaande werkprocessen, waar nodig aangevuld met specifieke activiteiten om vanuit de integraliteit tot bepaalde beslissingen te komen. De nieuwe brandingsstrategie voor Limburg is erop gericht om Limburg als een internationale provincie te profileren. Uitwerking hiervan zal in nauwe samenhang tot de nu voorliggende internationale strategie plaatsvinden. Limburg breed verankerd in een grensoverschrijdende agglomeratie Wij willen met partijen die relevant zijn voor de grensoverschrijdende agglomeratie tot een gezamenlijk gedragen beeld komen van concrete maatregelen die in dit verband genomen moeten worden. Wij doen dit bij voorkeur zónder of met een minimum aan nieuwe visies en onderzoeken, al zullen wel nog gerichte deel-onderzoeken nodig zijn. We willen vanuit die samenhangende beeldvorming met partijen tot uitvoeringsbeslis-singen komen in de richting van een grensoverschrijdende agglomeratie. De economische en culturele samenwerking die zich de afgelopen periode grensoverschrijdend ontwikkeld hebben, zullen als belangrijke dragers voor de grensoverschrijdende agglomeratie langs die lijnen doorontwikkeld worden. Hetzelfde geldt voor de euregionale Rail-agenda. Wij werken in deze opgave samen met de Euregio Maas-Rijn (EMR2020) en de Euregio rijn-maas-noord. Daarnaast zullen wij binnen Limburg de samenwerking zoeken met maatschappelijke instanties verbonden aan Brainport ZO-Nederland en aan Koers voor Limburg. Waar het meerwaarde heeft - teneinde meer grensoverschrijdende bestuurskracht te ontwikkelen om tot uitvoeringsgerichte afspraken te komen - , zullen nieuwe juridische samenwerkingsstructuren zoals bijvoorbeeld een EGTS aan de orde gesteld worden. Gelet op de complexiteit en afhankelijkheid van vele partijen in binnen- en buitenland, gaan we realistisch en pragmatisch te werk. Op het niveau van concrete projecten is zeker voor de korte termijn, de bilaterale en sectorale samenwerking met de buren – binnen de samenhang zoals hierboven bedoeld - het meest praktisch.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
25
De Kansenatlassen (gereed voor het gebied in en om Zuid-Limburg, in voorbereiding voor de regio’s in en om Midden- en Noord-Limburg) geven aanleiding tot nieuwe actielijnen die erop gericht zijn grensweerstanden te verminderen en daardoor de grensoverschrijdende agglomeratie(s) beter te laten functioneren. Hierdoor zullen burgers en bedrijven beter aan deze (eu)regio gebonden kunnen worden. Hiermee willen wij tevens uitvoering geven aan de door Provinciale Staten van Limburg aangenomen motie 360 (14 juni 2013) inzake ‘Europaplein’ ter bevordering van de Euregionale positie van Limburg. Wij onderscheiden de volgende actielijnen: a. Verbetering internationale dienstverlening ter bevordering van grensoverschrijdend werken en ondernemen; het verminderen van de administratieve grensweerstanden; in samenwerking met grensinfopunten, belastingdienst, SVB (Bureau voor Belgische Zaken, Bureau voor Duitse Zaken), UWV, Kamer van Koophandel, alsmede met instanties in België en Duitsland en met de Benelux. Het streven is hierbij niet om alle vormen van dienstverlening onder één dak te brengen, maar vanuit een netwerk-concept de dienstverlening onderling te verbinden en voor burgers en bedrijven in de euregio te verbeteren. b. Kenniscentrum voor internationale/euregionale vraagstukken; met de UM als leadpartner wordt een voorstel tot oprichting van een expertisecentrum uitgewerkt, waarbij ook andere partners in Limburg (b.v. EIPA, Zuyd) en in de euregio zullen worden betrokken. Dit expertise-centrum zal vanuit een brede taakopvatting onderzoek verrichten en kennis beschikbaar stellen op het gebied van euregionale c.q. internationale mobiliteitsvraagstukken (fiscaal, juridisch e.a.), tevens vanuit een interdisciplinaire benadering de vorming van de grensoverschrijdende agglomeratie van wetenschappelijk advies voorzien; c. Vergroting van de euregio-competentie; bewustwording van kansen op werken en leven in de euregio, vermindering van mentale grensweerstanden, cultuur, taal etc. Onderwijs (buurtaalonderwijs, euregionale vaardigheden, stages in de euregio), cultuur en media vormen in deze actielijn belangrijke aanknopingspunten. Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 (Herijking) denken wij met onze partners in de euregio’s hierbij de nodige stappen voorwaarts te kunnen maken. De Euregio Maas-Rijn en de euregio rijn-maasnoord kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Medewerking van de rijksoverheid is vooral nodig waar het gaat om de dienstverlening door nationale uitvoeringsorganen. Voor specifieke zaken kan regionaal maatwerk in regelgeving nodig zijn (zo belemmeren de huidige eisen aan het Nederlands op MBO-niveau de mogelijkheid van gezamenlijke vakopleidingen met scholen in Duitsland of Duits-/Franstalig België). Deze actielijnen bouwen deels voort op reeds lopende initiatieven (grensinfopunten, buurtaalonderwijs), geven hier een nadere impuls aan en plaatsen ze in een groter geheel. Oprichting van een expertise-centrum is een van de prioritaire projecten uit het programma Kennis-As. Tevens zien wij goede kansen om deze actielijn te koppelen aan Maastricht & Euregio Culturele Hoofdstad van Europa. In overleg met partners zullen deze actielijnen de komende periode nader uitgewerkt worden.
26
Dat we Den Haag en Brussel niet langer benaderen vanuit de optiek van een ‘ingesloten’ grensprovincie, wil niet zeggen dat we geen aandacht meer hebben voor feitelijke belemmeringen. Wij zullen de ontwikkelingen in europese (interne markt) en nationale regelgeving kritisch blijven volgen en daar waar nodig de wetgever hierop aanspreken. Wij blijven investeren in de GROS-structuur, waarin de CdK van Limburg een centrale positie inneemt. Onderzoeksbureau Panteia heeft op ons verzoek de effecten van recent overheidsbeleid (met name het vigerende regeerakkoord) op het grensoverschrijdend functioneren van de grensregio’s onderzocht. Hieruit blijkt dat nieuw overheidsbeleid vaak onbedoeld tot nieuwe grensweerstanden kan leiden. Wij zijn van mening dat een grenseffectentoets bij toekomstige kabinetsformaties een regulier onderdeel dient uit te maken van de doorrekeningen door het CPB. Limburg economisch verbonden met Europa en de wereld De richting is duidelijk maar de weg daarnaar toe is nog open, evenals onze rol daarbij. Vast staat dat we voor deze opgave nauw met het Limburgse bedrijfsleven, campussen en kennisinstellingen (de kennis-as) zullen samenwerken. Met de OECD-benchmark 2013 hebben we een begin gemaakt om TTR-ELAt en Limburg als onderdeel hiervan te positioneren in Europa en daarbuiten. Zoals er bínnen TTR-ELAt ruimte is voor bilaterale samenwerking, zoeken wij ook in de verbinding naar Europa en de wereld de bilaterale samenwerking tussen Limburgse en buitenlandse centra. Als belangrijkste economische actielijnen – nauw met elkaar verbonden - zien wij: 1. de verbinding van de campussen en kenniscentra met innovatiecentra in Europa en daarbuiten 2. investerings- en exportbevordering 3. buitenlandse kenniswerkers en arbeidsmigranten 1. Campussen en kenniscentra Als nieuwe actielijn zullen wij (mede op basis van de OECD-studie) een voorstel uitwerken op welke landen of centra we ons vanuit onze strategische opgave zullen richten. Deze keuze wordt wat ons betreft primair bepaald vanuit de inhoud, niet vanuit op voorhand vastgestelde speerpuntlanden. Hoewel de Limburgse kenniscentra hier primair zelf verantwoordelijk voor zijn, zullen wij verbindingen - bilateraal of via Europese netwerken en programma’s zoals Interreg B/C, Horizon2020 e.a. - actief bevorderen waar deze ten goede komen aan de Limburgse topsectoren. De samenwerking van bedrijfsleven met de Limburgse kennisinstellingen op de Maastricht Health Campus, Chemelot Campus (biomedische materialen), Greenport Venlo e.a. centra nemen hier vanzelfsprekend een centrale rol in. 2. Investerings- en exportbevordering Investeringsbevordering is in Nederland in handen van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA ). Binnen Limburg ligt het voortouw bij LIOF in samenspraak met de campusorganisaties en andere partijen als mede-overheden en Nederland Distributieland. Indien nodig zal extra inzet van onze kant gepleegd worden ten behoeve van de Limburgse topsectoren c.q. de campussen.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
27
Voor exportbevordering zijn het Agentschap NL en de Kamer van Koophandel tot nu toe de aangewezen partij; daarnaast is er de Export Sociëteit Limburg. Wij gaan ervan uit dat het voortouw voor exportbevordering vooralsnog primair bij het Limburgse Ondernemershuis blijft. Waar nodig zullen wij extra inzet plegen, bijvoorbeeld om een brug te slaan tussen overheid en bedrijfsleven. Toekomstige organisatorische wijzigingen kunnen aanleiding zijn voor heroverweging van de provinciale rol. China is in dit verband een kans om ervaring op te doen en methodiek te ontwikkelen in nauwe samenwerking met Kamer van Koophandel, LIOF en de campussen.
28
China-pilot Binnen de actielijn investerings- en exportbevordering krijgt China als pilot extra aandacht. De sterk groeiende Chinese afzetmarkt en de toenemende stroom Chinese investeringen naar het buitenland leveren kansen op. Om in dit immense land op te vallen, is voldoende onderscheidend vermogen van Limburg en in bredere zin van de Brainport 2020 en TTR-ELAt regio’s nodig. De overheid kan hierbij een nuttige rol spelen. Een intensieve overheidsrelatie is in de staatsgeleide Chinese economie namelijk cruciaal. Middels economische diplomatie kan de Provincie het zakendoen faciliteren en actief ondersteunen. De eigen focusgebieden dienen optimaal aan te sluiten bij de vraag en behoefte van de China counterpart, want China laat zich primair leiden door de eigen agenda. Gezondheid, voedselveiligheid, demografie zijn ook voor China belangrijke vraag-stukken. Primair beoogd resultaat is het versterken van de Limburgse economie, specifiek de campus ontwikkeling en de handel. Uitgangspunten zijn de topsectoren agri & food, tuinbouw & uitgangsmaterialen, logistiek, life sciences & health en chemie die zijn vertegenwoordigd in de drie campussen. De vriendschapsrelatie met Sichuan is het uitgangspunt voor een lange termijn investering in sterke overheidsbanden ten dienste van het Limburgse bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Aan de hand van goede relaties met de lokale Chinese overheid kan op hoog bestuurlijk niveau draagvlak voor initiatieven van de Limburgse stakeholders worden gecreëerd. De band met Sichuan versterkt de hoofdstedelijke band tussen Maastricht en Chengdu. Tegelijkertijd richt de China strategie zich echter niet exclusief op Sichuan. Zowel voor wat betreft export als acquisitie wordt binnen China breder gekeken naar clustering van voor de Limburgse topsectoren relevante partijen. Belangrijkste partners in de samenwerking met Sichuan/Chengdu zijn de Provincie, KvK LIOF, UM, de campus-organisaties en de gemeente Maastricht. Ook een aantal andere Limburgse gemeenten zijn betrokken.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
29
3. Buitenlandse kenniswerkers en arbeidsmigranten Door verbetering van dienstverlening en het (cultureel) voorzieningenniveau willen we de aantrekkelijkheid van Limburg verbeteren voor kennismigranten uit Europa of daarbuiten. Voor arbeidsmigranten zetten we in op een combinatie van maatregelen gericht op huisvesting en integratie. Kenniswerkers en arbeidsmigranten zijn van belang voor de Limburgse economie en zijn derhalve welkom onder de voorwaarde dat zij zich houden aan de Nederlandse arbeidsvoorwaarden. Nieuwe aandacht gaat uit naar samenwerking met een land of regio in Zuid-Europa (b.v. Spanje). Bij de uitvoering van de human capital agenda’s zullen we bevorderen dat de arbeidsbehoefte bij de Limburgse topsectoren (en met name de sectoren zorg en techniek) wordt ingevuld, waar nodig met medewerkers afkomstig uit het buitenland. Eenmaal gevestigd is het van belang dat zaken goed geregeld worden, zoals arbeidsvoorwaarden, huisvesting en integratie. Aan de Universiteit Maastricht en Limburgse hogescholen studeren 7 á 8.000 buitenlandse studenten (vnl. uit Duitsland en België, maar in toenemende mate uit andere Europese landen en de zgn. BRIC-landen). Wij zullen in samenwerking met betrokken partijen bevorderen dat deze mensen na beëindiging van hun studie voor een baan in Limburg of in de stedelijke agglomeratie blijven. Voor de mensen die teruggaan willen wij bevorderen dat zij als alumni voor Limburg een nuttige ambassadeursfunctie blijven vervullen.
4.2
Uitwerking via de programma’s uit het coalitieakkoord
De hierboven uitgewerkte strategie zal tot uitvoering gebracht worden langs de weg van de programma’s uit het coalitieakkoord. Op onderdelen, met name economie, arbeidsmarkt en spoorverbindingen is via de programma’s reeds in concrete uitwerkingen voorzien, voor andere onderdelen is dat nog minder het geval. Hier ligt dus nog een opgave. Het doel van deze strategienota is te bewerkstelligen dat via de jaarlijkse programmabegroting vanuit de coalitieprogramma’s zelf bijsturing van lopende werkzaamheden plaatsvindt en witte vlekken worden ingevuld. Op die manier wordt internationalisering geïntegreerd met de kerntaken van de provincie. Buiten het zicht van de coalitieprogramma’s vindt het nodige internationaliseringswerk plaats als onderdeel van het reguliere takenpakket van de beleidsclusters. Voorbeelden hiervan zijn het NL/NRW mobility platform of het Benelux-overleg Vlaanderen-Nederland (VLANED). Dit past in bovenstaande benadering. Programma Economie en werkgelegenheid Via dit programma zal verdere uitwerking en uitvoering gegeven worden aan de economische component uit de strategische opgave ‘Limburg verankerd in de grensoverschrijdende agglomeratie’. In het economisch domein zijn al veel grensoverschrijdende processen en aktiviteiten in uitvoering gebracht, gerelateerd aan TTR-ELAt en Leren en werken zonder grenzen. De uitwerking en uitvoering van de strategische opgave ‘Limburg economisch verbonden met Europa en de wereld’ zal (vrijwel) volledig via het programma Economie en werkgelegenheid zijn beslag krijgen. Ter uitwerking hiervan hebben wij onze aanpak inmiddels vastgelegd in een Internationale economische agenda (GS, juli 2013).
30
Programma Fysiek beleid en mobiliteit Via dit programma zal verdere uitwerking en uitvoering gegeven worden aan de fysieke component uit de strategische opgave ‘Limburg verankerd in de grensoverschrijdende agglomeratie’. De eerste contouren van het nieuwe POL 2014 ‘Voor de kwaliteit van Limburg’ geven een ruimtelijk-economische visie op de ontwikkeling van Limburg in een euregionale context. Van belang zijn tevens de MIRT-gebiedsstudie Greenport Venlo en de MIRT-Gebiedsagenda Limburg. Wonen Via het programma Wonen en leefbaarheid wordt nagedacht over mogelijkheden om de euregionale ligging van Limburg beter te benutten voor de transitieopgave van de woningmarkt. Grensoverschrijdende beleidsafstemming van woningbouw-programma’s is hierin een eerste stap. Er is behoefte aan nadere visievorming omtrent de mogelijkheden voor verdere samenwerking. Wij zullen dit samen met buurregio’s gaan verkennen. Leefomgeving Op terreinen als ruimtelijke ordening, waterbeheer en duurzaamheid vindt structurele beleidsafstemming met de buurregio’s plaats. Daarnaast zijn een aantal grotere gebiedsprojecten in uitvoering zoals Albertknoop en Drielandenpark. Met de Internationale Bauausstellung (IBA) Parkstad wordt beoogd om een integrale, creatieve impuls te geven aan de gebiedstransformatie van Parkstad Limburg. Hierbij wordt de samenwerking gezocht met de Stadt en de Städteregion Aachen. Wij zullen de mogelijkheden verkennen voor samenwerking met de buurregio’s met het oog op verbetering van duurzaamheid en leefomgeving in de grensoverschrijdende agglomeratie. Verbindingen Voor de grensoverschrijdende wegverbindingen is realisatie op Duits grondgebied van de B56n (tussen de N297 bij Born en de A46 bij Heinsberg) gepland. Hiermee ontstaat een nieuwe doorlopende verbinding tussen Brussel/Antwerpen en Düsseldorf/-Ruhrgebied. Afhankelijk van de verkeersontwikkeling zullen wij na 2017 een besluit nemen over eventuele verbreding van de N297. De Buitenring Parkstad voorziet in twee nieuwe wegverbindingen met Duitsland.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
31
Via de Railagenda 2012 wordt gewerkt aan de verbetering van de grensoverschrijdende spoorinfrastructuur en de totstandkoming van betere treinverbindingen. Doel is realisatie in de periode 2013-2020 van grensoverschrijdende IC-verbindingen (met aanhaking aan Europese HSL-netwerk) naar Düsseldorf, Luik en Aken, alsmede euregionale trein-verbindingen HasseltMaastricht en Maastricht-Aken (Avantislijn). Verschillen in tarief- en ticketingsystemen en informatievoorziening in Nederland, België en Duitsland zorgen in de grensregio voor veel ongemak en hinderen de groei van het openbaar vervoer. Wij zetten ons in om samen met andere bevoegde autoriteiten en OV-aanbieders de verschillende systemen op zo kort mogelijke termijn interoperabel te maken. Via de railterminal Chemelot, de Zuidelijke spooraansluiting Chemelot en de railterminal Venlo Tradeport-noord wordt Limburg logistiek aangesloten op het grensoverschrijdend spoornet. Voor grensoverschrijdende spoorverbindingen is een provinciaal budget van ca. 50 miljoen euro gereserveerd.
32
Programma Zorg, Cultuur en Leefbaarheid Via dit programma zal verdere uitwerking en uitvoering gegeven worden aan de sociale component uit de strategische opgave ‘Limburg verankerd in de grensoverschrijdende agglomeratie’. Wij zullen de mogelijkheden verkennen voor samenwerking met de buren met het oog op verbetering van gezondheid, zorg en sport in de grensoverschrijdende agglomeratie.
Gezondheid en zorg De Provincie Limburg wil bijdragen aan het verbeteren van de gezondheid van de Limburgse bevolking en aan het versterken van de zorgsector door het stimuleren van gezondheidsbevorderende omstandigheden en -gedrag, actief burgerschap in gezondheid en zorg, zorginnovatie, en samenwerking in de gezondheidszorg. In de Agenda voor Gezondheid en Zorg 2013-2015 zijn hiertoe vier programmalijnen benoemd: Gezonde wijk, Gezonde arbeidsmarkt, Gezonde samenwerking en Zorginnovatie. Hierbinnen wordt in aansluiting op EMR2020 ingezet op versterking van de grensoverschrijdende samenwerking door gedurende de looptijd van de Agenda vier euregionale projecten te ondersteunen: ■■ grensoverschrijdende samenwerking zorg- en kennisinstellingen en/of verzekeraars gericht op preventie van overgewicht; ■■ stimulering grensoverschrijdende arbeidsmarkt in de gezondheidszorg; ■■ samenwerking zorg- en kennisinstellingen en/of verzekeraars in de grensoverschrijdende gezondheidszorg op het gebied van diabetes of dementie; ■■ zorginnovatie gericht op eigen regievoering door de burger en/of informatie-ontsluiting voor de burger.
Sport In het uitvoeringsprogramma Sport 2013 wordt ingezet op (inter-)nationale sport-evenementen, de ontwikkeling van Limburg tot trainingsregio voor buitenlandse sportploegen en op onderzoek en ontwikkeling van een euregionaal doorlopend routenetwerk voor diverse buitensporten. Het Topsport Talentenfonds Limburg ondersteunt Limburgse sporttalenten met internationale potentie.
Cultuur In het (concept)uitvoeringsprogramma Cultuur 2014 worden de actielijnen benoemd die uitvoering geven aan de internationale dimensie van cultuur. Grensoverschrijdende en internationale samenwerking zijn van belang voor verrijking en verbetering van het cultuurbeleid in Limburg. Samen-werking over de grens is een voorwaarde om (Eu)regionale en Europese fondsen succesvol te kunnen inzetten en ambities van Limburg in zijn specifieke internationale context te realiseren. Meer internationale gerichtheid en euregionale samenwerking is voor cultuur van wezenlijk belang. Wij willen over en weer gezamenlijke belangen ondersteunen die deze Euregio een impuls kunnen geven. Wij zetten onder meer in op de volgende actielijnen: ■■ Ondersteuning van grensoverschrijdende en euregionale projecten voortvloeiend uit de convenanten die wij gesloten hebben met ondermeer de provincies Luik en Belgisch Limburg, de regio Aken en de regio Niederrhein, ■■ Uitvoering geven aan samenwerkingsovereenkomsten met een vijftal Europese regio’s, ■■ Participeren in europese en euregionale netwerken,
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
33
De Europese jury (‘Selection Panel ECOC2018’) heeft in september 2013 het advies gegeven om Leeuwarden voor te dragen voor de titel Europese Culturele Hoofdstad 2018. De provincie stelt een uitgangspuntennotitie cultuur op om richting te geven aan de continuering van het in gang gezette proces in Limburg. Wij willen voortbouwen op de verworvenheden van VIA2018 en het commitment (ook financieel) dat partners in de euregio (Maas-Rijn) hebben aangetoond. Wij willen dit commitment vasthouden om euregionaal te blijven denken en samen te werken en de krachten te bundelen waar de verschillende partners in de euregio al met de bevolking in de slag is. De gedachten gaan uit naar een koppeling met themajaren in de Euregio Maas-Rijn waarin cultuur in samenhang tot andere thema’s wordt opgepakt. Op basis van gesprekken in de euregio worden inhoud en bestuurlijk draagvlak hiertoe verkend, hetgeen zal uitmonden in voornoemde uitgangspuntennotitie.
Veiligheid Bij de realisatie van onze ambities is een veilige leef- en werkomgeving voor onze burgers van essentieel belang. Vanwege onze internationale ligging trekken wij in dit verband samen op met onze buitenlandse partners. Onze Commissaris van de Koning (CdK) doet dit op de eerste plaats als rijksorgaan. Tevens is de CdK binnen de Kring van Commissarissen portefeuillehouder “Grensoverschrijdende Samenwerking” (GROS) waarvan “veiligheid” in de brede zin van het woord belangrijk onderdeel is. Langs deze lijn geeft hij samen met de andere grenscommissarissen invulling aan zijn regionale grensoverschrijdende rol zoals neergelegd in het Kabinetsstandpunt Grensoverschrijdende Samenwerking 2012: De ambitie is om -daar waar mogelijk- een stimulerende, verbindende en faciliterende rol te spelen tussen de verantwoordelijke Nederlandse en buitenlandse partners. In het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing vervult de CdK in beginsel zijn rol wanneer de veiligheidspartners hierom vragen. In het kader van gezamenlijke aanpak grensoverschrijdende criminaliteit vervult hij zijn intermediaire en verbindende rol in het verlengde van de afspraken die politie en justitie van de drie landen op dit onderdeel maken. In deze grensregio wordt door politie en justitie van de drie landen al enige jaren samengewerkt. Het Bureau voor Euregionale Samenwerking (BES) te Maastricht en het EPICC te Heerlen spelen hierbij een belangrijke rol. Deze aanpak wordt de komende jaren geïntensiveerd met politieke ondersteuning door de bevoegde ministers van België, Nederland en Noordrijn-Westfalen. De CdK ondersteunt dit proces waar mogelijk. Vanuit dit perspectief wordt aan de minister van V&J gevraagd zich in te zetten om de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van criminaliteitsbestrijding te bevorderen en verder te laten doorontwikkelen en hiertoe de regionale diensten (politie, justitie en hulpdiensten) meer mogelijkheden te bieden. Programma Bestuur en Financiën In dit programma staat de bestuurlijke grensoverschrijdende samenwerking centraal. Zoals aangegeven onder 3.1 zullen wij op de eerste plaats werken aan goede en duurzame bestuurlijke betrekkingen met overheden in de buurlanden en daarbuiten waar dit dienstig is aan onze agenda. Met betrekking tot de opgave ‘Limburg breed verankerd in de grensoverschrijdende agglomeratie’ zullen wij ons via het programma Bestuur en Financiën richten op versterking van de grensoverschrijdende bestuurskracht met buurregio’s en buurlanden.
34
5
De Lobby Agenda
Via onze vertegenwoordiging in het Huis der Nederlandse Provincies zijn wij in Brussel actief op de volgende terreinen: ■■ Limburg positioneren bij de EU-instellingen in Brussel en via Brussel bij relevante Europese netwerken. ■■ optimaal gebruik maken van Europese middelen, ■■ beïnvloeding en implementatie van Europees beleid en regelgeving, Hiermee proberen wij in relatie tot de Europese Unie zo gunstig mogelijke randvoorwaarden voor Limburg te creëren. Hiertoe onderhouden wij contacten met de Europese Commissie, het Europees Parlement en het Comité van de Regio’s Positionering Met onze partners in de regio staan wij op de eerste plaats zélf aan de lat om invulling te geven aan de strategische internationaliseringsopgaven van Limburg. De Europese Unie kan daar echter in belangrijke mate bij helpen. Wij zullen ons internationale profiel actief in Brussel positioneren en hen actief betrekken bij de uitwerking van onze strategische opgaven zoals beschreven in deze nota. Daarbij helpt het om de match te vinden met hún ambities en prioriteiten. Wij maken onze toegevoegde waarde voor Nederland en Europa zichtbaar. Europese middelen Wij willen de komende jaren actiever inzetten op het benutten van Europese middelen. Initiatiefnemers zijn hier primair zelf voor verantwoordelijk. Het is niet de taak van onze vertegenwoordiging in Brussel om subsidies ‘binnen te halen’, maar zij kan hier wel bij helpen door te signaleren, entree te bieden en verbindingen te leggen. Wij zullen in overleg met onze partners in Limburg (met name de centrum-gemeenten en kennisinstellingen) een Europa-loket oprichten die tot doel heeft om het gebruik van Europese middelen te optimaliseren, waarbij de beschikbare expertise in Limburg efficiënt wordt benut. Op basis van een analyse die inzicht geeft in het huidig gebruik van Europese middelen zullen naar de toekomst toe nadere doelen gesteld worden. Beleid en regelgeving De beïnvloeding van Europees beleid en regelgeving wordt in gezamenlijkheid met de andere provincies in het HNP opgepakt. Op basis van het jaarprogramma van de Europese Commissie wordt door het HNP jaarlijks een werkplan met prioritaire dossiers vastgesteld waarin de werkzaamheden worden vastgelegd. Vanuit het HNP wordt hierbij nauw contact onderhouden met de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland in Brussel. In eigen huis zien wij erop toe dat Europese regelgeving (bijvoorbeeld op het gebied van aanbesteding) adequaat wordt toegepast waar dit de taakuitoefening van de provincie Limburg betreft. Allianties en netwerken Door te werken in allianties en netwerken kan de effectiviteit van de lobby aanmerkelijk vergroot worden. Niet alleen de provincie maar ook de UM is met de campus-Brussel permanent in
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
35
Brussel aanwezig. Ook een aantal Limburgse gemeenten, bedrijven en organisaties zijn in meer of mindere mate in Brussel aanwezig. Voor de economische opgave zoeken wij de alliantie met Brainport- en TTR-ELAt-partners. Voor de bredere opgave grensoverschrijdende agglomeratie zoeken wij eveneens naar gerichte bestuurlijke allianties uit de buurregio’s. Regulier wordt binnen het HNP met de provincies Noord-Brabant en Zeeland samengewerkt in een Zuid-Nederlandse alliantie. Eind 2010 is het Brussels Public Affairs Platform Limburg opgericht, met daarin vertegenwoordigers van belangrijke Limburgse bedrijven, gemeenten en instellingen (UM, DSM, Océ, Sabic, APG, LIOF etc). In het platform wordt op informele wijze naar synergie gezocht. Op sommige dossiers kunnen we samen een vuist maken richting de Europese Instellingen. Het Platform komt maandelijks bij elkaar en heeft de ambitie om naar de toekomst toe een strategische adviesrol te gaan vervullen als het gaat om Limburgse lobbyactiviteiten richting Brussel. Deze samenwerking is in opbouw en behoeft nog een stevige inzet. Lobby Agenda De Limburg Agenda is nader uitgewerkt in een Lobby Agenda voor Den Haag en Brussel. De Lobby Agenda is een dynamisch document dat periodiek geactualiseerd wordt. Hierin staan concrete lobby-dossiers benoemd. In lijn met de Limburg Agenda wordt de lobby toegesneden op het realiseren van een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat. De Lobby Agenda draagt bij aan de realisatie van de strategische opgaven uit deze nota: Limburg breed verankerd in een grensoverschrijdende agglomeratie Bij deze opgave is actieve betrokkenheid van de nationale overheden in Den Haag en de buurlanden en gewesten essentieel. We zullen met name inzetten op grensover-schrijdende samenwerking in het algemeen (GROS), de medewerking aan de euregionale railagenda, de grensoverschrijdende dienstverlening op gebied van sociale zekerheid en belasting, de ondersteuning van de topsectoren en het regionaal ruimtelijk en economisch beleid, de inzet van europese middelen voor zover nationaal uitgevoerd (ESF e.a.) etc. De Benelux zou als neutrale partij in de samenwerking met Nederland, België, Vlaanderen, Wallonië en Noordrijn-Westfalen een rol kunnen spelen bij het versterken van de grensoverschrijdende bestuurskracht. Daarnaast is de Benelux op relevante deelterreinen actief, waaronder duurzaamheid, ruimtelijke ordening, veiligheid, arbeidsmarkt e.a. Wij zetten in op goede samenwerking met de Benelux. Betrokkenheid van de EU is belangrijk vanwege de interne markt (wegnemen van mobiliteitshindernissen) via tal van richtlijnen en verordeningen met name op het vlak van arbeidsmarkt (Eures, diploma-erkenning), onderwijs (lifelong-learning), gezondheidszorg en openbaar vervoer. Hier zullen we aktief op blijven acteren in Brussel. Daarnaast lobbyen we actief in de fase van voorbereiding van de nieuwe (structuurfonds) programma’s, teneinde deze zo gunstig mogelijk voor Limburg te laten zijn. In de fase van uitvoering zullen we erop inzetten om alle relevante EU-programma’s zo goed mogelijk te benutten voor onze grensoverschrijdende opgave. Limburg (economisch) verankerd in Europa en de wereld Zowel richting Den Haag als richting Brussel willen wij laten zien dat Limburg als onderdeel van Brainport ZO-Nederland c.q. TTR-ELAt met haar 4 topsectoren een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel de Nederlandse doelen (topsectorenbeleid) als de Europese doelen (EU2020, InnovatieUnie2020). Binnen Brainport ZO-Nederland willen wij ons specialiseren als
36
een provincie die aan integrale oplossingen voor maatschappelijke opgaven werkt via thema’s als voeding, gezondheid en zorg; daarin willen we graag samenwerken met andere Europese regio’s. Aanwezigheid in Brussel is van belang om aansluiting te vinden bij specifieke hierop gerichte netwerken en met het oog op verwerving van middelen (m.n. uit Horizon2020). Het thema demografie kan hierbij ook aanknopingspunten bieden. Voor deze opgave zullen wij zo goed mogelijk gebruik maken van de diplomatieke netwerken. Met het oog op investerings- en exportbevordering zullen we gebruik maken van de diensten van het Agentschap NL, NFIA en waar dit past in onze strategie aansluiten bij economische handelsmissies. Teneinde Limburg zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor arbeidsmigranten uit Europa en voor kennismigranten, is verbetering en versnelling van de administratieve procedures nodig. Misbruik van deze migranten alsmede van de Nederlandse sociale zekerheid dient voorkomen te worden. Waar dit past in onze internationale strategie zullen wij inspelen op zogenaamde themajaren van bijvoorbeeld de Europese Commissie of de Verenigde Naties. Hetzelfde geldt voor statelijke manifestaties waarmee de relaties met een bepaald land nader belicht worden. Zo besteden wij in 2013 extra aandacht aan het Rusland-jaar.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
37
38
6
Europese fondsen
De Europese Unie stelt voor de periode 2014-2020 middelen ter beschikking voor regionale ontwikkeling. Relevant voor Limburg zijn EFRO-D2 (OP-Zuid), EFRO-D3 (Interreg A, B, C), ESF en POP. Andere relevante fondsen voor Limburg zijn TEN, Lifelong Learning en Horizon2020. Wij willen hier optimaal gebruik van maken:. ■■ Interreg A, respectievelijk B/C zijn bij uitstek bedoeld om grensoverschrijdende c.q. (NW-) Europese samenwerkingsprojecten te bevorderen, en kunnen derhalve rechtstreeks bijdragen aan de realisatie van onze tweevoudige internationale strategie; ■■ Voor fondsen zoals TEN, Lifelong Learning en Horizon2020 geldt in feite hetzelfde. Zij vereisen bijna altijd samenwerking met partijen in het buitenland; ■■ OP-Zuid, ESF en POP hebben geen directe grensoverschrijdende of internationale insteek. Deze Europese middelen worden in principe besteed aan ‘binnenlandse’ projecten gericht op regionale structuurversterking, sociaal beleid of plattelandsvernieuwing. Indirect dragen deze fondsen echter toch aan internationalisering bij, want met dit geld kunnen projecten worden gefinancierd die bijdragen aan het internationaal vestigingsklimaat en de concurrentiekracht van Zuid-Nederland c.q. Limburg. Wij zijn er voorstander van dat Vlaanderen, Wallonië, Zuid-Nederland en Noordrijn-Westfalen een deel van hun respectieve D2-, ESF- en POP-programma’s in onderlinge afstemming toesnijden op de ontwikkeling van TTR-ELAt. Direct of indirect kunnen alle bovengenoemde fondsen, Interreg A, B en C, TEN, Horizon2020, OP-Zuid, ESF en POP bijdragen aan realisatie van de internationali-seringsagenda van Limburg. Het is daarom van belang om tijdig goede projecten te faciliteren of voor financiering voor te dragen. Voor de regionale programma’s OP-Zuid, Interreg-A, en POP hebben we dit in eigen hand. Wel leert de ervaring uit de voorgaande Interreg-A programma’s dat het meer bestuurlijke aandacht en inzet vraagt om optimaal te profiteren. Wij hebben als partner of lead-partner in de afgelopen periode waardevolle expertise opgebouwd met Interreg-B- en C projecten (o.a. Cradle to Cradle, DART, Floodwise). Het is belangrijk deze expertise te borgen ten behoeve van de volgende periode. Om optimaal van de beschikbare Europese fondsen gebruik te kunnen maken zullen wij in overleg met onze partners in Limburg een Europa-loket oprichten. Regionale Innovatie Strategie Zuid-Nederland Door de Europese Commissie is bepaald, dat Nederland in haar landsdelige programma’s 80% van het toe te wijzen EFRO budget moet inzetten binnen een 3-tal thema’s uit de Europa 2020 strategie, namelijk (1) “Onderzoek en Innovatie”, (2) “Concurrentievermogen MKB” en (3) “Verschuiving naar een koolstofarme economie”. Tenminste 20% van het totale EFRO budget moet voor dit laatste thema (3) worden ingezet. Tegelijkertijd heeft de commissie bepaald, dat de inzet van middelen voor thema (1) “Onderzoek en Innovatie” gefundeerd moet zijn op een zgn. Smart Specialisation Strategy. Ter voorbereiding op het OP-Zuid hebben partijen in Zuid-Nederland een Smart Specialisation Strategy voor Zuid-Nederland, de zgn. ‘RIS3 Zuid’ opgesteld. Deze regionale innovatiestrategie
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
39
voor Zuid-Nederland richt zich op een beperkt aantal kansrijke innovatieve sectoren. Door te investeren in deze sectoren kunnen regio’s doorgroeien tot topregio’s in de Europese Unie of zelfs wereldwijd. RIS3 is een breed gedragen innovatiekader voor Zuid-Nederland, daarmee een strategisch toetsingskader voor de toekenning van D2-middelen. De fundamentele aanpak van RIS3 maakt het geschikt als referentiekader voor de inzet van middelen vanuit andere fondsen en programma’s (synergie). Zo zetten wij erop in om een deel van het ESF-budget – gerelateerd aan RIS3 - regionaal in te kunnen zetten voor de Human Capital Agendas voor de topsectoren in Zuid-Nederland. Interreg-A programma’s Limburg kan in de periode 2014-2020 gebruik maken van 3 Interreg-programma’s VlaanderenNederland, Euregio Maas-Rijn en Duitsland-Nederland. In lijn met de Europese doelstellingen (EU2020, InnovatieUnie) en de hierboven beschreven Regionale Innovatiestrategie willen wij ook de Interreg-programma’s met name gebruiken voor versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie, vergroting van de concurrentiekracht van het MKB en ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie. Als vierde prioriteit willen wij de Interreg-programma’s benutten voor het in algemene zin beter laten functioneren van de grensoverschrijdende agglomeratie door projecten te ondersteunen op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs, (openbaar) vervoer, veiligheid en cultuur. Ook geografisch gezien willen wij maximaal van de 3 Interreg-programma’s gebruik maken. Zo zien wij mogelijkheden voor samenwerking tussen Noord-Limburgse topsectoren/ kennisinstellingen (bijvoorbeeld logistiek) en partijen uit de Euregio Maas-Rijn, maar omgekeerd ook kansen voor projecten tussen de in Zuid-Limburg gelegen campussen en researchinstellingen met centra in Düsseldorf, Krefeld, Münster e.a. Langs deze weg denken wij een belangrijke toegevoegde waarde te kunnen leveren bij de realisatie van de Europese doelen in NW-Europa.
40
7
Organisatie van de doorwerking
Organisatie Om tot goede doorwerking van deze nota te komen worden tussen bestuur en ambtelijke organisatie afspraken gemaakt met betrekking tot de interne en externe organisatie van de werkzaamheden. De programma’s volgend uit het coalitieakkoord staan centraal bij de doorwerking van deze nota. Ons College zal de internationalisering als een intrinsiek onderdeel bij de uitvoering van deze programma’s meenemen. Dit betekent dat de portefeuillehouders primair verantwoordelijk zijn om met de ambtelijke organisatie (conform TVL) de internationaliseringsopgaven in de programma’s te realiseren door het organiseren van verbindingen, projecten, middelen en lobby. De monitoring van de internationaliserings-opgaven verloopt eveneens per programma langs de weg van de jaarcyclus. De CdK heeft vanuit zijn coördinerende portefeuilles internationalisering en public-affairs de verantwoordelijkheid voor overzicht en samenhang en voor programma-overstijgende aspecten, daarnaast onderhoudt hij de algemeen-bestuurlijke contacten in het buitenland. Middelen Het budget dat nodig is voor de uitvoering van de internationaliseringsopgaven van de coalitieprogramma’s wordt op programmaniveau geregeld. Via de jaarlijkse begrotingscyclus zal aan Uw Staten een voorstel voorgelegd worden voor een algemeen internationaliseringsbudget.
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
41
Uitwerking internationalisering Provincie Limburg (concept augustus 2013) Coalitieakkoord
Strategie internationalisering algemeen; programmaoverstijgend
Limburg breed verankerd in grensoverschrijdende agglomeratie Over-all strategie internationalisering; samenhang; algemeen-bestuurlijke verbindingen met buitenland, programma-overstijgende aspecten; versterken grensoverschrijdende bestuurskracht (p. 25)
Verkenning invoering provinciale grenseffectentoets Oprichten kenniscentrum voor internationale en euregionale vraagstukken; versterken euregionale competentie (motie 360) (p. 26)
Inspelen op NL-voorzitterschap EU 2016 Samenhangende (bestuurlijke) positionering en lobby van Limburg in Den Haag en Brussel (p. 35-37); Communicatie internationalisering Optimaal gebruik maken van Europese middelen; oprichten van een Europa-loket (p. 37, 41) Programma Economie & werkgelegenheid
Ontwikkeling Technologische Topregio TTR-ELAt; Limburgse topsectoren (health-sciences, chemie/ materialen, voeding/uitgangs-materialen, logistiek) grensoverschrijdend verbinden, o.a. door (bilaterale) projecten (p. 19, 23) Coördinatie OP-Zuid en Interreg-A programma’s (p. 39, 40)
Grensoverschrijdend werken en ondernemen; verbetering dienstverlening en bemiddeling; wegnemen grensbelemmeringen (motie 360) (p. 26, 30)
42
Limburg economisch verbonden met Europa en de wereld
Lobby Den Haag/ Brussel
Europese middelen
Portefeuille
CdK (STR)
CdK (STR)
Buurlandenbeleid; Benelux Buurlandenbeleid/GROS
Ll-learning; Erasmus
CdK (STR) Kersten
CdK (SCP) CdK (SCP)
Profilering TTR-ELAt in Den Haag en Brussel
Europese middelen
CdK, Beurskens (BEI)
OP-Zuid Interreg; POP
Beurskens (BEI); Van Dijk
Beurskens (BEI) Verbinden van de campussen en kenniscentra met innovatiecentra in Europa en daarbuiten met accent op gezondheid, zorg en voeding (p. 23, 27);
Profilering; koppeling aan Europese netwerken
Investerings- en exportbevordering (incl. China) (p. 28, 29)
Handelsmissies
Beurskens (BEI)
Buitenlandse kenniswerkers en arbeidsmigranten; versterken alumni-netwerken (p. 30)
Den Haag: toelating kennismigranten; positie arbeidsmigranten
Kersten (BEI) V.d. Broeck
Den Haag: belasting, sociale zekerheid Brussel: interne markt (o.a. diploma-erkenning)
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
Horizon 2020; InterregB/C Lifelong learning
Interreg; ESF, Eures
Beurskens (BEI)
Kersten (BEI) Beurskens
43
Programma Fysiek Beleid en mobiliteit
Verkenning grensoverschrijdende samenwerking m.b.t. duurzaamheid en leefomgeving (p. 31); Verkenning grensoverschrijdende samenwerking m.b.t. woningmarkten (p. 31); Grensoverschrijdende beleidsafstemming en gebiedsgerichte projecten, o.a IBA-Parkstad (p. 31); Grensoverschrijdende verbindingen Buitenring Parkstad (p. 31) Rail-agenda 2012-2020 (p. 20, 32): euregionale verbindingen (Hasselt-M’tricht; M’tricht-Aken) IC-verbindingen (Düsseldorf, Aken, Luik); Aansluiting railterminals Chemelot, Venlo-TPN op grensover-schrijdende spoorverbindingen Interoperabiliteit tarieven & ticketing; verbetering informatie-voorziening
Ontwikkeling PKW-Maut (D) actief volgen Programma Zorg, cultuur en leefbaarheid
Agenda Gezondheid en zorg: in aansluiting op EMR2020 zal de provincie initiatieven ondersteunen voor 4 euregionale zorg-en gezondheidsprojecten (p. 33) Verkenning mogelijkheden grensoverschrijdende samenwerking in de sport (p. 33) Culturele samenwerking met buurregio’s d.m.v. cultuurconvenanten (p. 33,34)
Internationale dimensie cultuur in Uitvoeringsprogramma Cultuur 2014 Creatieve industrie verbinden met netwerken over de grens (p. 34)
Veiligheid: rol bij euregionale crisis- en rampenbestrijding; ondersteuning euregionale criminaliteitsaanpak. (p. 34) Programma Bestuur & Financiën
Bestuurlijke samenwerking buurlanden (p. 25, 34) Bestuurlijke samenwerking Euregio Maas-Rijn en rijn-maas-noord
44
Kersten (BWL) Koppe (BWL)); Lebens V.d.Broeck (BR, BNAT) Koppe (ONT, BMOB) Aansluiting op Europese hogesnelheidslijnen AmsterdamDüsseldorf-Keulen; Brussel-Luik-Aken-Keulen (p. 23, 32)
TEN; Connecting Europe Facility; Interreg-B
V.d.Broeck (ONT, BMOB
V.d.Broeck (BMOB)
Uitvoering geven aan samenwerkingsovereenkomsten met een vijftal Europese regio’s
Interreg
van Dijk (BC) Kersten (BEI), Beurskens (BEI)
Interreg
Lebens (BC)
Interreg
Lebens (BC) Lebens (BC) CdK (KAB)
Buurlandenbeleid/GROS
CdK (STR) CdK (KAB, BEI) CdK (KAB)
STRATEGIENOTA INTERNATIONALISERING PROVINCIE LIMBURG
45