Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
Inhoudsopgave Inleiding
3
Visie netbeheerders
3
Fors geïnvesteerd in kwaliteitsborging
4
Meer dan genoeg regelgeving en regulering
4
Betrouwbaarheid levering gas en elektriciteit zeer hoog
5
Nog minder gasincidenten door verdere verbetering van veiligheidsmanagement
6
Minder graafincidenten door wettelijke regeling
7
Aanvaarding aansprakelijkheid resulteert al gauw in collectieve verzekering
8
Samenvatting
10
Bijlage: Wet- en regelgeving op het terrein van netbeheer
11
EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
2
Inleiding In de afgelopen tien jaar hebben er ingrijpende ontwikkelingen plaatsgevonden in de energiesector en binnen de energiebedrijven. Deze zijn terug te voeren op de schaalvergroting die heeft plaatsgevonden als gevolg van fusies en overnames, de organisatorische splitsing in handelsbedrijven en netbeheerders en uiteraard de liberalisering van de markten voor elektriciteit en gas. Door deze ontwikkeling zijn de netbeheerders ook verantwoordelijk geworden voor het faciliteren van de markt. Hierdoor hebben zij te maken gehad met ingrijpende reorganisaties, implementatie van nieuwe geautomatiseerde systemen en werkwijzen en voortdurende introductie van nieuwe wet- en regelgeving. Daarnaast hebben netbeheerders hun reeds lang bestaande taak voor het veilig en betrouwbaar uitvoeren van het fysieke transport en de fysieke levering van elektriciteit en gas. De liberalisering en de daarmee gepaard gaande veranderingen en onvermijdelijke opstartproblemen hebben ertoe bijgedragen dat er in de maatschappij meer aandacht is voor het functioneren van de netbeheerder en daarmee ook voor incidenten op het gebied van de distributietaken. Hieruit volgt bijna automatisch een zekere bezorgdheid over de kwaliteit van het netbeheer. Anders dan voorheen, toen efficiency-overwegingen minder dominant meespeelden bij investeringen, maken netbeheerders nu een meer samenhangende afweging bij investeringen op grond van wat maatschappelijk wenselijk, technisch noodzakelijk en bedrijfsmatig mogelijk is. Dit leidt ertoe dat investeringen veel bewuster en beter afgewogen plaatsvinden. Hierdoor slagen netbeheerders erin bij gelijkblijvende of zelfs verbeterde kwaliteit de kosten van het netbeheer te verlagen en daarmee ook de tarieven die de klanten moeten betalen.
Visie netbeheerders De netbeheerders vormen een essentiële schakel in de Nederlandse energiemarkt. Zij faciliteren het functioneren van de marktwerking binnen de elektriciteits- en gassector. Dit gebeurt op een zodanige wijze dat de veilige en betrouwbare levering van energie verzekerd is. Netbeheerders opereren onafhankelijk van leveranciers. Hun activiteiten zijn gereguleerd door de overheid, die voor de energiebranche de toezichthouder Directie Toezicht energie (DTe) heeft aangewezen. Vanaf januari 2005 is het reguleringssysteem drastisch aangepast en is de zogenaamde kwaliteitsregulering ingevoerd. De huidige regelgeving is voor een aanzienlijk deel via zelfregulering van de sector ontstaan, bijvoorbeeld op het gebied van normen en standaards. Zelfregulering heeft in Nederland tot een van de veiligste en betrouwbaarste netten ter wereld geleid. Zelfregulering is derhalve toereikend voor het garanderen van een gedegen netbeheer. Toch komen er, net zoals in de periode vóór de liberalisering, incidenteel ongelukken en onderbrekingen van de levering voor. Er ontstaat naar aanleiding daarvan discussie over de veiligheid en betrouwbaarheid van de Nederlandse energienetten. De netbeheerders staan open voor dergelijke signalen en zoeken daarom naar mogelijkheden om de veiligheid en betrouwbaarheid nog beter te beheersen en te verhogen. Daartoe worden ook kennis en ervaring uit andere industrieën (bijvoorbeeld de chemische industrie) waar mogelijk toegepast. Overigens is het goed te beseffen dat het volledig uitsluiten van alle mogelijke ongevallen zou leiden tot een explosieve toename van de uitgaven aan het netwerk, voor zover dit überhaupt al mogelijk is. Netbeheerders verkiezen zelfregulering boven overheidsregulering. Netbeheerders zijn ervan overtuigd dat op deze wijze de in de bedrijven aanwezige kennis en expertise het best kunnen worden toegepast om een flexibele en slagvaardige regelgeving in te richten. Daardoor wordt een optimale balans gewaarborgd tussen financiële aspecten (bijvoorbeeld tariefhoogte) enerzijds en prestaties als veiligheid en betrouwbaarheid anderzijds. Een eenzijdige optimalisatie op grond van financiële overwegingen is niet aan de orde: netbeheerders zullen vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid inzicht geven in hun betrouwbaarheid en veiligheidsprestaties. EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
3
Fors geïnvesteerd in kwaliteitsborging De kwaliteit van het netbeheer is onverminderd hoog. De Nederlandse netbeheerders hebben een uitgebreide kennis en ervaring op het gebied van netbeheer en zijn zich terdege bewust van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat laatste komt onder meer tot uitdrukking in reeds jarenlange zelfregulering op het gebied van storingregistratie, normalisatie en ongevallenregistratie. Zo wordt het uitgebreide normenstelsel regelmatig aangepast aan de nieuwste inzichten en stand der techniek. Dit heeft ertoe geleid, dat de in Nederland toegepaste normen aantoonbaar strenger zijn dan de Europese normen. Als gevolg van de liberalisering is de wijze van kwaliteitsborging veranderd, niet de kwaliteit en de veiligheid. Vóór de schaalvergroting die het gevolg is van de liberalisering werd met name in de kleine gasbedrijven de kwaliteit geborgd door kennisonderricht van medewerkers en de plaatsing van een vaste monteur in een vast gebied. Door certificering, de betere technische mogelijkheden en de schaalvergroting spelen ICT-systemen tegenwoordig een belangrijke rol in de kwaliteitsborging. Hier is de laatste jaren dan ook fors in geïnvesteerd. Daarnaast bestaat er natuurlijk omvangrijke wet- en regelgeving die op hoofdpunten het waarborgen van betrouwbaarheid, veiligheid en doelmatigheid afdwingt.
Meer dan genoeg regelgeving en regulering In de afgelopen jaren is het herhaaldelijk voorgekomen dat incidenten als stroomuitval en gasongevallen voor de politiek aanleiding waren om aan te dringen op meer en strengere regelgeving, om de kans dat dit type incidenten opnieuw plaatsvindt te verkleinen. De neiging om te grijpen naar aanvullende regelgeving is begrijpelijk, maar heeft vaak een averechts effect. De netbeheerders zijn van mening dat regelgeving ten aanzien van het voorkomen van incidenten belangrijk is, maar vragen voorzichtig te zijn met ad hoc maatregelen die nauwelijks bijdragen aan verlaging van de risico’s en alleen leiden tot verhoging van de lasten, met name qua administratie. De laatste jaren is er veel nieuwe regelgeving vastgesteld (zie Bijlage 1). De netbeheerders realiseren zich terdege, dat er een maatschappelijke behoefte is om grip te hebben op de borging van de kwaliteit van het netbeheer. De netbeheerders hebben er alle vertrouwen in, dat – zolang de overheid en DTe de netbeheerders daar de financiële ruimte voor blijven geven – die kwaliteit goed is gewaarborgd en dat dit met de nieuwe, deels nog te implementeren instrumenten ook goed inzichtelijk kan worden gemaakt. Daarnaast leidt veel (detail)regelgeving tot verstarring die implementatie van moderne en efficiënte middelen afremt. De netbeheerders willen daarom dat de regelgever een halt toeroept aan nog meer en ongebreidelde nieuwe regels voor de kwaliteit van het netbeheer. De netbeheerders vragen de politiek eerst de effecten van de recent gewijzigde regels af te wachten en eventuele nieuwe wetswijzigingstrajecten niet te gebruiken voor het inbrengen van allerlei wijzigingen op onderdelen waarvoor die wetswijzigingen niet zijn bedoeld. De overheid stimuleert dat netbeheerders doelmatig werken omdat dit uiteindelijk gunstig is voor afnemers van energie. Doelmatig werken zal immers leiden tot lagere tarieven. Daarom is wettelijk geregeld dat DTe de netbeheerders een efficiencykorting oplegt. De netbeheerders hebben bij introductie van de prijsregulering van meet af aan bezwaar gemaakt tegen de eenzijdigheid van deze vorm van regulering. Gedwongen voortdurende bezuinigingen zullen uiteindelijk ten koste gaan van de kwaliteit van de dienstverlening. De netbeheerders hebben gehoor gevonden voor hun bezwaar: bij elektriciteit is vanaf 1 januari 2005 een nieuw reguleringsregime van kracht dat mede gebaseerd is op kwaliteit (i.c. betrouwbaarheid). Het betreft hier een model waarin prijs- en kwaliteitsafwegingen in één reguleringsmethodiek worden geïntegreerd. Dit reguleringsmodel staat bekend als Price Quality Regulatory System (PQRS). De netbeheerders zijn van mening dat PQRS een adequate prikkel is voor efficiencyverbetering met behoud van kwaliteit.
EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
4
Voor gas is een vergelijkbare methode op basis van betrouwbaarheidskengetallen niet mogelijk en ook niet zinvol – een klant wordt zelden met een gasonderbreking geconfronteerd. Daarom zijn de netbeheerders er voorstander van om bij gas een relatie te leggen met de veiligheidsperformance. Een van de nieuwe initiatieven is de veiligheidsindicator gasnetten. Deze indicator is door de sector ontwikkeld om de veiligheid van het gasnet te meten en wordt op dit moment geïmplementeerd binnen de netwerkbedrijven.
Betrouwbaarheid levering gas en elektriciteit zeer hoog De betrouwbaarheid van de levering van elektriciteit en gas in Nederland behoort tot de hoogste ter wereld. Uiteraard treden er wel storingen op, maar de gevolgen daarvan blijven doorgaans beperkt. Netbeheerders proberen storingen primair te voorkomen met goed onderhoud en beheer. Secundair wordt getracht de omvang en duur van eventuele storingen zoveel mogelijk te beperken via innovaties zoals plaatsing van storingsverklikkers, grote investeringen in geografische informatiesystemen (GIS) en Global Positioning Systems (GPS) en het aanbrengen van intelligentie in netten.
Bron: Energie in Nederland 2005 / EnergieNed
EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
5
Nog minder gasincidenten door verdere verbetering van veiligheidsmanagement De toenmalige Raad voor de Transportveiligheid (inmiddels: Onderzoeksraad voor de Veiligheid) heeft zich in zijn rapportages naar aanleiding van enkele gasincidenten in 2002 en 2003 zeer kritisch uitgelaten over de kwaliteit en de borging van veiligheid. De Onderzoeksraad spreekt onder meer van een ‘structureel veiligheidstekort’ en ‘onvoldoende ontwikkeld veiligheidsbeleid.’ De aanbevelingen van de Onderzoeksraad hebben er in geresulteerd dat de veiligheid nadrukkelijk aan de orde komt in de eisen die de minister bij ministeriële regeling (MR) stelt aan het kwaliteitsbeheersingssysteem dat gasnetbeheerders moeten hebben. De netbeheerders moeten zich op grond van de MR tweejaarlijks tegenover de DTe verantwoorden. De netbeheerders stoppen veel tijd en geld in het veilig houden van de gasnetten door het ontwikkelen van lekzoekprogramma’s maar ook door het hebben van een kenniscentrum gasnetbeheer. Dit resulteert in een laag aantal ongevallen. Door een verdere verbetering van het veiligheidsmanagement wordt nagestreefd het aantal ongevallen verder te verlagen en beter lering te trekken uit incidenten voordat ze tot ongevallen leiden. Potentiële risicoplaatsen kunnen dan beter worden vastgelegd en voor deze plaatsen kunnen mogelijk betere beheersmaatregelen worden getroffen. Met dat veiligheidsmanagement kan dan tevens een verdere invulling worden gegeven aan het kwaliteitsbeheersingsysteem dat netbeheerders volgens de Ministeriële Regeling moeten hebben. Een aparte expertgroep van de netbeheerders is inmiddels een onderzoek gestart hoe het veiligheidsmanagement het best kan worden vorm gegeven. Ook heeft deze expertgroep als taak eventuele lacunes in de veiligheid van gasnetten voor de branche te identificeren en maatregelen voor te stellen om deze lacunes op te heffen. In een aantal gevallen zijn ongevallen gebeurd bij toepassing van componenten die ten tijde van het ongeval niet meer volgens de norm waren maar die ten tijde van de aanleg wel voldeden aan alle destijds gestelde normen. Dit is gebruikelijk: aangescherpte normen zijn niet van toepassing op bestaande situaties. De geuite kritiek dat dit het bewijs is dat zelfregulering niet werkt is daarom onjuist. Wel trekken de netbeheerders hier lering uit door bij aanscherping van normen voortaan explicieter aan te geven hoe om te gaan met bestaande situaties. De verwachting is overigens dat een kosten-batenanalyse veelal zal uitwijzen dat het verhoogde veiligheidsniveau niet in verhouding staat tot de te maken kosten. Door het nemen van andere maatregelen kan tegen lagere kosten eenzelfde verbetering van de veiligheid worden gerealiseerd.
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Aantal distributieongevallen
1993
Ongevallen met aardgas Jaarlijks vinden tientallen gasincidenten plaats. Veruit de meeste ongevallen zijn ongevallen in de installaties van klanten (in 2004: 30 ongevallen), waarbij binnenshuis brand of een explosie ontstaat of sprake is van koolmonoxidevergiftiging. Daarnaast vinden jaarlijks vijf tot tien incidenten plaats waarbij opzet in het spel is, deze worden niet als ongeval geregistreerd. Deze installatie-ongevallen vallen buiten de invloedssfeer van de netbeheerders. In de periode 1993 tot en met 2004 vonden 40 ongevallen (gemiddeld 3,3 ongevallen per jaar) plaats in de distributienetten (zie onderstaand overzicht. Hierbij vielen één dode, 28 zwaar gewonden en 12 licht gewonden; 35 woningen raakten zwaar beschadigd, 192 woningen licht beschadigd. Bij licht beschadigde woningen gaat het veelal alleen om beschadiging van de gasinstallatie.
5
4
4
2
5
4
4
2
2
4
3
1
Bron: Kiwa Gastec in opdracht van EnergieNed
EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
6
Minder graafincidenten door wettelijke regeling De netten van energiebedrijven bestaan vooral uit gasleidingen en elektriciteitskabels, die zich grotendeels ondergronds bevinden. Die vereisen nauwelijks onderhoud, zij behoeven slechts te worden vervangen bij het einde van de technische levensduur. Defecten aan kabels en leidingen ontstaan vaak door beschadiging tijdens graafwerkzaamheden. Om dat zoveel mogelijk te voorkomen, is (mede door de netbeheerders) enige jaren geleden het Kabels en Leidingen Informatiecentrum (KLIC) opgericht. Bij graafwerkzaamheden of andere activiteiten in de grond kan bij KLIC van te voren kabel- en leidinginformatie over de graaflocatie worden opgevraagd. Deze informatie is voor gravers onontbeerlijk om de werkzaamheden verantwoord te kunnen uitvoeren. Toch ontstaat bij ongeveer 20% van de graafwerkzaamheden schade. Deze veroorzaken ruim 30% van de totale elektriciteitstoringen. De financiële schade wordt op €175 miljoen per jaar geschat. Ook kunnen kabel– of leidingbreuken gevaar opleveren voor de graver en de omgeving. Omdat naar de mening van het Kabinet zelfregulering niet voldoende heeft gewerkt, heeft het Kabinet besloten informatieuitwisseling rond graafwerkzaamheden wettelijk te regelen in de zogenaamde Grondroerdersregeling. Deze ligt thans voor advies bij de Raad van State. Het voorstel is een ‘digitaal loket’ onder te brengen bij het Kadaster. EnergieNed heeft er steeds op aangedrongen dat de registratie van de leidingen een zaak van de kabel- en leidingbeheerders zelf blijft. Dit principe is in het wetsvoorstel overgenomen. Ook de door EnergieNed bepleite verplichting van de grondroerder om “zorgvuldig te graven” is in het wetsvoorstel opgenomen. EnergieNed is groot voorstander van deze verplichte informatieuitwisseling omdat niet alle grondroerders zich op dit moment melden. De nieuwe wet biedt een basis om deze grondroerders aan te spreken.
Bron: Energie in Nederland 2005 / EnergieNed
EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
7
Aanvaarding aansprakelijkheid resulteert al gauw in collectieve verzekering Afnemers van gas worden zelden geconfronteerd met een gasonderbreking: op basis van de statistieken heeft een klant hier minder dan eens in de 300 jaar mee te maken. Bij elektriciteit is er sprake van gemiddeld 25 minuten uitval per klant per jaar. Afgezet tegen landen als Finland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Ierland, Noorwegen, Portugal en Spanje kent Nederland daarmee het laagste aantal storingsminuten per klant per jaar1. Storingsoorzaken zijn divers; ze variëren van gevolgen van defecte drukregelaars bij gas tot kortsluiting bij elektriciteit. Daarnaast leiden ook graafwerkzaamheden veelal tot onderbreking van de levering. Overigens zijn onderbrekingen in de levering van energie niet altijd een gevolg van storingen in de netten. Storingen kunnen natuurlijk ook worden veroorzaakt door onderbrekingen in de productie van elektriciteit en gas en door storingen in de installatie van de afnemer. Klanten die getroffen zijn door een langdurige storing in de levering van elektriciteit of gas kunnen gebruik maken van de compensatieregeling. Zij ontvangen een bedrag dat dient als een tegemoetkoming voor het ervaren ongerief. De compensatieregeling is geen aansprakelijkheidsverzekering of vergoeding voor geleden schade. Er is, vooral vanuit het bedrijfsleven, een roep om een regeling waarbij energiebedrijven aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de schade die wordt geleden als gevolg van onderbrekingen in de elektriciteitsvoorziening. De netbeheerders willen in deze kwestie de lijn volgen van de Algemene Energieraad (AER). Netbeheerders zijn bereid mee te werken aan het geven van meer duidelijkheid over leveringszekerheid, mits een regeling beperkt blijft tot compensatie als een tegemoetkoming voor het ervaren ongerief. Dat kan – in lijn met het Energieraad-advies – door formulering van een norm. Wordt de norm overschreden dan ontvangen alle getroffen klanten – los van eventueel geleden schade – een nader overeen te komen compensatie. De samenleving zal hierbij ook zelf moeten aangeven welke norm redelijk is en de eventuele kostenconsequentie hiervan ook moeten aanvaarden. Zoals de Energieraad terecht stelt: hoe hoger de norm waaraan de netbeheerders moeten voldoen, hoe hoger de kosten van een compensatieregeling. De netbeheerders zijn dus voorstander van uitbreiding van de huidige compensatieregeling – die alleen voorziet in een uitkering bij storingen langer dan vier uur. De netbeheerders delen de analyse van de Energieraad dat de netbeheerders zich moeten kunnen indekken tegen de financiële risico’s die zij hierdoor lopen. Dit zal nog nader moeten worden uitgezocht. Compensatie en schadevergoeding Schadevergoeding Alleen consumenten kunnen geleden schade aan zaken (bijvoorbeeld ontdooide diepvrieswaren) op het energiebedrijf verhalen bij een stroomstoring. Het schadebedrag moet hoger zijn dan 55 euro en de storing moet het energiebedrijf aan te rekenen zijn, in dat geval gaat het energiebedrijf tot vergoeding over. Er wordt niet meer dan 1.250.000 euro per storing uitgekeerd. Een schadeclaim kan worden ingediend bij de leverancier. Compensatie Klanten die met storingen te maken hebben die langer dan vier uren duren komen voor een compensatiebedrag in aanmerking, los van eventueel geleden schade. Voor consumenten bedraagt het compensatiebedrag 35 euro. Voor zakelijke klanten is het bedrag hoger en afhankelijk van de categorie voor transporttarieven waarin de klant is ingedeeld. De bedragen zijn vastgesteld door de Dienst Toezicht energie (DTe).
1
Council of European Energy Regulators, Second benchmarking report on quality of electricity supply,
2003, pag.29-33. EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
8
Over een aansprakelijkheidsregeling moet niet te licht worden gedacht. Aansprakelijkheid van netbeheerders (eventueel ook voor gevolgschade) komt neer op een collectieve verzekering. Het is zeer de vraag of dat maatschappelijk wenselijk is. Ten eerste moet bedacht worden dat de oorzaak van storingen vaak buiten de invloed van netbeheerders ligt en veroorzaakt wordt door grondroerders die dan aansluitend door de netbeheerder aansprakelijk moeten worden gesteld. Ten tweede zijn de gevolgen van een onderbreking per afnemer zo verschillend dat in redelijkheid de schade niet over alle afnemers verdeeld kan worden. Klanten vragen zich terecht af of zij bijvoorbeeld moeten meebetalen aan het vergoeden van de tropische vissen van hun buurman. Netbeheerders blijven van mening dat er een prikkel moet blijven voor de klant om de gevolgen van stroomstoringen te beperken met technische maatregelen en/of door verzekering omdat de schade niet in verhouding staat tot de energiekosten. Behalve bij gebruikers van elektriciteit speelt aansprakelijkheid ook bij de productie van elektriciteit. Immers, een elektriciteitscentrale kan niet produceren als het net uitvalt waarop de centrale is aangesloten. De elektriciteitsproducent kan dan zijn contracten niet nakomen en moet vervolgens tegen hogere kosten elektriciteit op de markt inkopen. Producenten vinden dat zij de netbeheerders hiervoor aansprakelijk moeten kunnen stellen. Netbeheerders stellen zich op het standpunt dat compensatiebedragen bij overschrijding van de norm hier uitgangspunt moet zijn. Ook hier kan de producent vervolgens zelf afwegen of verzekering van het resterende risico loont. Producenten en netbeheerders onderzoeken op dit moment gezamenlijk wat de kwaliteitscriteria moeten zijn voor de netten waarop centrales aangesloten zijn.
EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
9
Samenvatting De vrije energiemarkt stelt nieuwe eisen aan netbeheer, naast zorg voor veiligheid en betrouwbaarheid, met name op het vlak van administratieve kwaliteit. Veranderingen in de energiemarkt, maar ook incidenten leiden tot meer aandacht voor het functioneren van de netbeheerders. Zelfregulering op basis van normen en standaards heeft in Nederland geleid tot een van de veiligste en betrouwbaarste netten ter wereld. Nederland behoort wereldwijd dan ook tot de top qua veiligheid en betrouwbaarheid. Sinds 2005 geldt een systeem van kwaliteitsregulering waarbij goed functionerende netbeheerders op basis van financiële prikkels worden beloond en slecht functionerende netbeheerders worden gestraft. Zorg voor kwaliteit en efficiëntie gaat zo hand-in-hand. Netbeheerders investeren sinds jaar en dag fors in kwaliteitsborging, ondermeer door registratie van storingen en ongevallen en door normalisatie en scholing. De wijze van kwaliteitsborging breidt uit door certificering en ICT-toepassingen; dat komt de zorg voor kwaliteit en veiligheid ten goede. Netbeheerders willen leren van incidenten en door zelfregulering aanwezige kennis en ervaring inzetten om maatschappelijke verantwoordelijkheid voor veiligheid en betrouwbaarheid te garanderen. Pas op met nieuwe regelgeving als antwoord op incidenten. Dit heeft een averechts effect: nieuwe regels leiden veelal niet tot beperking van risico’s, maar wel tot hogere administratieve en financiële lasten. Het is beter om eerst de effecten van nieuwe regelgeving te beoordelen dan regels op regels te stapelen. Kwaliteitsregulering voor elektriciteit is een goed middel voor efficiencyverbetering met behoud van veiligheid en betrouwbaarheid. Voor gasnetten is kwaliteitsregulering minder geschikt vanwege het zeer beperkte aantal leveringsonderbrekingen. Om toch zicht op de kwaliteit te houden zal een veiligheidsindicator voor gasnetten worden ingevoerd. Door verbetering van veiligheidsmanagement zal er nog minder sprake zijn van gasincidenten dan reeds het geval is. Een wettelijke verplichting om voorafgaande aan graafwerkzaamheden informatie in te winnen over de ligging van energieleidingen zal het aantal graafincidenten drastisch beperken; nu nog wordt ruim 30% van de stroomstoringen veroorzaakt door graafwerkzaamheden. Voor klanten geldt een compensatieregeling bij langdurige leveringsonderbrekingen (> 4 uur) als tegemoetkoming voor het geleden ongerief, niet voor geleden schade. Netbeheerders zijn bereid deze compensatieregeling te verruimen wanneer zij niet aan een nader vast te stellen norm voldoen; de samenleving zal ook zelf moeten aangeven wat een redelijke norm is en accepteren dat een hoge norm ook tot hoge (maatschappelijke) kosten zal leiden. Door verschillen in oorzaak en effect van storingen is een collectieve aansprakelijkheidsregeling naar het oordeel van de netbeheerders maatschappelijk minder wenselijk; bovendien gaat zo’n collectieve regeling voorbij aan de eigen verantwoordelijkheid van de klant om maatregelen te nemen tegen onverhoopt hoge risico’s ten gevolge van zelfs beperkte onderbrekingen in de levering. Ook elektriciteitsproducenten leiden schade als het net uitvalt waarop een centrale is aangesloten. Ook zij bepleiten aanvaarding van aansprakelijkheid door netbeheerders. Netbeheerders bepleiten een compensatieregeling. Gezamenlijk onderzoeken netbeheerders en producenten kwaliteitscriteria. Met deze aanpak zijn er stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland.
EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
10
Bijlage: Wet- en regelgeving op het terrein van netbeheer De wet- en regelgeving, waarmee netbeheerders van doen hebben is buitengewoon veelomvattend en divers. Het gaat te ver om hiervan op deze plaats een volledig overzicht te geven. Hier wordt volstaan met het noemen van een aantal in het oog springende aspecten. Er is wet- en regelgeving op zowel internationaal als nationaal niveau. De internationale wetgeving is echter in het algemeen vertaald in wet- en regelgeving op nationaal niveau. Er is specifieke wetgeving op energiegebied (Elektriciteitswet 1998 en Gaswet) en er is breder georiënteerde wetgeving (ARBO-wet, Warenwet). Verder is er een in de loop van vele jaren opgebouwd stelsel van NEN-normen en vergelijkbare, internationale normen. Deze hebben met name betrekking op de kwaliteit van de ‘hardware’ in de infrastructuur, milieu en arbo. Een aantal van deze normen heeft een wettelijke status; de andere normen worden binnen de sector gehanteerd als industriestandaard. Bij het KLIC, het Kabels en Leidingen InformatieCentrum, kunnen aannemers geplande graafwerkzaamheden melden. Het KLIC zorgt er dan voor, dat zij door de betreffende kabel- en leidingbeheerders worden geïnformeerd over de ligging van leidingen op de locatie. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is dit systeem niet bij wet geregeld. Bedrijfsleven en overheid zijn echter wel in gesprek over verplichte informatie-uitwisseling over de ligging van kabels en leidingen. Wat wel wettelijk is geregeld, is dat gasnetbeheerders verplicht zijn om gasongevallen en ernstige incidenten in de gasdistributie te melden aan de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en de Arbeidsinspectie. Na een onderzoek brengt de Raad een advies uit over maatregelen, die moeten worden genomen om herhaling van een ongeval te voorkomen. Verder bevatten natuurlijk de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet een groot aantal wettelijke bepalingen over het netbeheer. Dat aantal is met het van kracht worden van de Interventie- & Implementatiewet aanzienlijk toegenomen. Hieronder wordt een overzicht gegeven van regels uit de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet of daaruit voortvloeiend (AMvB’s, ministeriële regelingen, codes). Het overzicht is beperkt tot enkele gebieden die momenteel maatschappelijk sterk in de belangstelling staan. Bij gas is een (groot) aantal voorwaarden vooralsnog vervat in privaatrechtelijke overeenkomsten. Vanwege de I&I-wet zal een groot deel van die voorwaarden worden opgenomen in door DTe vastgestelde codes. Dit implementatieproces is in volle gang, maar zal pas in de loop van 2005 kunnen worden afgerond. In het overzicht wordt uitgegaan van de situatie waarin implementatie reeds heeft plaatsgevonden.
EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
11
Regels en verplichtingen voor netbeheerders voortvloeiend uit de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet Veiligheid Veiligheid van transport waarborgen (MR Kwaliteit) Technische veiligheidseisen voor aansluitingen (Aansluitvoorwaarden gas) Bevorderen veiligheid bij gebruik toestellen en installaties (Elektriciteitswet en Gaswet) Betrouwbaarheid Netbeheerder moet betrouwbaarheid van de netten waarborgen Storingsregistratie en –rapportage aan DTe (MR Kwaliteit en Meetcode Elektriciteit) Doelmatigheid Veilig en betrouwbaar in werking hebben, onderhouden, ontwikkelen van netten Regels t.a.v. de interoperabiliteit Verstrekken van gegevens voor efficiënte toegang tot de netten Voldoende reserve-capaciteit aanhouden Tariefregulering met efficiency-prikkels Kwaliteitsborging Verplicht beschikken over een kwaliteitsbeheersingssysteem (MR Kwaliteit) Tweejaarlijkse indiening kwaliteits- en capaciteitsdocument (MR Kwaliteit) Kwaliteitsregulering. (Elektriciteitswet, Gaswet en PQRS) Kwaliteitscriteria t.a.v. dienstverlening, waaronder compensatie bij ernstige storingen (MR Elektriciteit en MR Gas) Verplichte procedure klachtenbehandeling Laagdrempelige storingsmelding (Landelijk storingsmeldpunt) en communicatie naar de klant over recente storingen. (Elektriciteitswet en Gaswet) DTe kan last onder dwangsom en boete opleggen. (Elektriciteitswet en Gaswet) Minister kan verplichtingen/kwaliteitseisen opleggen en/of anderszins ingrijpen als een netbeheerder niet (meer) aan zijn taken voldoet.
EnergieNed
Stevige ankers voor een veilig en betrouwbaar netbeheer in Nederland
12
Federatie van Energiebedrijven in Nederland Utrechtseweg 310 6812 AR Arnhem Postbus 9042 6800 GD Arnhem Telefoon 026 - 356 94 44 Fax 026 - 446 01 46 E-mail
[email protected] Internet www.energiened.nl
Informatie over de inhoud van deze publicatie: drs. R.J. Hebben Telefoon: 026 – 356 94 13
2 november 2005
EnergieNed Federatie van Energiebedrijven in Nederland is de brancheorganisatie voor alle bedrijven die in Nederland actief zijn in productie, transport, handel of levering van gas, elektriciteit en/of warmte. De federatie behartigt de belangen van de aangesloten bedrijven. EnergieNed is aanspreekpunt voor overheid, politiek en belangenorganisaties voor bedrijfsleven, consumenten en milieu. Namens de leden voert EnergieNed op nationaal en internationaal niveau de dialoog met deze 'stakeholders'.