Standaardstatuten voor Rotaryclubs in Nederland (versie 2004) De voor de Rotaryclubs in Nederland voorgeschreven standaard clubstatuten zijn op onderdelen gewijzigd naar aanleiding van: 1. besluiten van de Council on Legislation 2004; 2. het in Nederland geldende verenigingsrecht; 3. commentaar en opmerkingen. ARTIKEL I. Definities. In deze statuten wordt verstaan onder: 1. Bestuur: het bestuur van de club; 2. Statuten: de statuten van de club; 3. Bestuurder: een bestuurder, lid van het bestuur van de club; 4. Lid: een lid, niet zijnde een erelid, van de club; 5. RI: Rotary International; 6. Jaar: de twaalf maandelijkse periode, te beginnen op één juli. ARTIKEL II. Naam en plaats. 1. De vereniging, hierna aan te duiden als: de club, draagt de naam: 2. De club is gevestigd te ARTIKEL III. Gebied. Het gebied van de club is: ARTIKEL IV. Doel. Het doel van de club is het aanmoedigen en aankweken van het ideaal van dienstvaardigheid als grondslag van een waardige ondernemingsgeest en in het bijzonder het aanmoedigen en bevorderen van: 1. het beter leren kennen van anderen als een gelegenheid tot dienstvaardigheid; 2. de toepassing van hoge ethische normen in bedrijf en beroep, de erkenning van de waarde van iedere nuttige functie en het waarderen van de eigen werkkring door iedere rotarian als middel om de maatschappij te dienen; 3. de toepassing van het ideaal van dienstvaardigheid door iedere rotarian in zijn persoonlijk, zakelijk en maatschappelijk leven; 4. internationaal begrip, goede onderlinge verstandhouding en vrede door een wereldomvattende kameraadschap van mensen, die werkzaam zijn in een bedrijf of beroep en verenigd zijn in het ideaal van dienstvaardigheid. ARTIKEL V. Clubbijeenkomsten. 1. a. De leden komen wekelijks bijeen op een vaste dag en op een vast uur, gelijk in het huishoudelijk reglement is bepaald. b. Het bestuur is bevoegd om enige deugdelijke reden een wekelijkse bijeenkomst te doen houden op een andere dag, mits gelegen na die, waarop de wekelijkse bijeenkomst laatstelijk werd gehouden en voor die, waarop de eerstvolgende wekelijkse bijeenkomst zal worden gehouden, dan wel een wekelijkse bijeenkomst op een ander uur te doen aanvangen 1
of op een andere plaats te doen houden. c. Het bestuur kan een wekelijkse bijeenkomst doen vervallen, indien zij valt op een algemeen erkende feestdag, wegens overlijden van een lid of wegens een de gehele samenleving treffende epidemie of ramp. Het bestuur kan, dit te zijner beoordeling, gedurende een clubjaar ten hoogste vier wekelijkse bijeenkomsten doen vervallen wegens een andere reden dan in de vorige zin genoemd, mits niet meer dan drie direct opeenvolgende bijeenkomsten komen te vervallen. 2. Voor eenendertig december van elk clubjaar wordt een buitengewone clubbijeenkomst (jaarvergadering) gehouden. Tijdens die bijeenkomst worden, met inachtneming van het bepaalde in het huishoudelijk reglement, de functionarissen, als bedoeld in artikel IX, verkozen. 3. Behoudens het bepaalde in artikel XVIII, lid 3, kunnen tijdens een clubbijeenkomst door de leden slechts rechtsgeldige besluiten worden genomen, indien de meerderheid van de leden aanwezig is. Indien dit quorum niet aanwezig is, wordt het desbetreffende onderwerp tijdens een volgende clubbijeenkomst, gehouden binnen acht dagen na de eerste, opnieuw aan de orde gesteld; tijdens die volgende bijeenkomst kan over dat onderwerp rechtsgeldig worden besloten, ongeacht het aantal aanwezige leden. Stemmen bij volmacht is niet toegestaan. Stemming geschiedt op de wijze als in het huishoudelijk reglement is bepaald. ARTIKEL VI. Lidmaatschap. 1. Algemene vereisten voor het lidmaatschap. Voor het lidmaatschap van de club komen in aanmerking meerderjarige personen, die te goeder naam bekend staan en in het bedrijf of beroep, waarin zij werkzaam zijn, een goede reputatie genieten. 2. Soorten lidmaatschap. De club kent twee soorten leden, te weten: -werkende leden, als bedoeld in lid 3 ("Active Members"), in deze statuten aangeduid met “lid” (“leden”); -ereleden, als bedoeld in lid 5 ("Honorary Members"). Ereleden zijn geen leden als bedoeld in Boek 2 Burgerlijk Wetboek, hen komen derhalve slechts de rechten toe zoals vermeld in artikel VI lid 6. 3. Werkende leden ("Active Membership"). a. Een persoon die de vereisten bezit zoals hieronder omschreven, kan tot lid van de club worden verkozen. b. Tot lid kunnen worden verkozen zij, die: 1. als eigenaar, vennoot, directielid of manager van een goed bekendstaand bedrijf of beroep werkzaam zijn; 2. in een zodanig bedrijf of beroep, dan wel filiaal of agentschap daarvan een leidinggevende functie met beslissingsbevoegdheid vervullen; 3. gepensioneerd zijn doch een functie hebben vervuld zoals sub 3.b. 1 en 2 bedoeld. 4. Voormalige leden of leden die afkomstig zijn uit andere Rotary clubs. Een lid kan een voormalig lid of een lid uit een andere club voordragen voor het lidmaatschap als diegene zijn lidmaatschap bij zijn oude club aan het beëindigen is of reeds heeft beëindigd, vanwege het feit dat hij niet langer werkzaam is in zijn vroegere classificatie binnen het district van zijn oude club of het omliggende gebied. Een lid afkomstig uit een andere Rotary club of een oud lid dat wordt voorgedragen voor het lidmaatschap mag ook door zijn oude club worden voorgedragen. De classificatie van ‘lid afkomstig uit een andere Rotary kring’ of die van ‘oud lid’ mag een verkiezing tot lid niet beletten, zelfs niet als de verkiezing tot gevolg heeft dat het lidmaatschap tijdelijk de classificatielimieten overschrijdt. 2
5. Dubbel lidmaatschap. Een lid kan niet gelijktijdig lid van de club en van een andere Rotaryclub zijn. Een lid kan niet tevens erelid van de club zijn. Een lid kan niet lid van de club en tevens lid van een Rotaract club zijn. 6. Ereleden . a. Benoembaarheid tot Erelid. Personen, die op verdienstelijke en eerbare wijze de Rotaryidealen hebben bevorderd en die personen die zich beschouwen als vriend van de Rotary door voortdurende steun aan Rotary, kunnen tot erelid van de club worden verkozen. De duur van het ere lidmaatschap wordt bepaald door het bestuur. Personen kunnen erelid zijn van meer dan één club. b. Rechten en voorrechten. Ereleden zijn vrijgesteld van het betalen van entreegeld en contributie; zij hebben geen stemrecht en zijn niet verkiesbaar in een functie binnen de club. Zij worden niet geacht een classificatie te vertegenwoordigen. Zij hebben evenwel het recht alle clubbijeenkomsten bij te wonen en genieten alle andere voorrechten die de club haar leden verschaft. Een erelid van de club kan geen aanspraak maken op rechten of voorrechten terzake van een andere Rotaryclub, met uitzondering van het recht om andere club te bezoeken zonder de gast van een Rotarian te zijn. 7. Vertegenwoordiging van de classificatie "Openbare Ambten". Personen, die voor een bepaalde tijd in een openbaar ambt worden benoemd, kunnen niet in de classificatie van dat ambt tot lid worden verkozen. Het voorgaande geldt niet voor personen, die een betrekking of ambt bekleden op scholen, universiteiten of andere instellingen van onderwijs, noch voor personen, die tot lid van de rechterlijke macht dan wel tot notaris zijn benoemd. Met inachtneming van het vorenstaande mag een lid, dat voor een bepaalde tijd in een openbaar ambt wordt benoemd, gedurende de tijd, dat dat ambt wordt vervuld, lid van de club blijven in de classificatie, die dit lid vervulde onmiddellijk voor zijn benoeming in dat ambt. 8. Leden in dienst van Rotary International. Een lid van de club, dat in dienst treedt van Rotary International, kan voor de duur van dat dienstverband lid van deze club blijven. ARTIKEL VII Classificaties. 1. Classificaties. a. Hoofd Activiteit Elk lid wordt ingedeeld in een classificatie overeenkomstig het bedrijf of beroep, waarin dit lid werkzaam is. De classificatie van ieder lid van de club moet in overeenstemming zijn met de meest kenmerkende werkzaamheden, die verricht worden in de onderneming of instelling, waaraan dit lid is verbonden, dan wel in het bedrijf of beroep, waarin dit lid werkzaam is. b. Aanpassing classificaties Het bestuur is bevoegd om, dit te zijner beoordeling, de classificatie van een lid, wiens lidmaatschap nog niet is geëindigd, te verbeteren of aan te passen, indien de omstandigheden een dergelijke maatregel rechtvaardigen. Het betrokken lid wordt tijdig van de voorgenomen wijziging op de hoogte gesteld en, zo dit lid dat wenst, terzake door het bestuur gehoord. 2. Beperkingen. Het is niet toegestaan om een persoon als lid toe te laten indien de club reeds vijf of meer leden met dezelfde classificatie heeft, met dien verstande dat, indien de club meer dan vijftig leden heeft, de club net zoveel personen met dezelfde classificatie als lid kan toelaten mits hun aantal niet meer dan tien procent (10%) van de leden uitmaakt. Gepensioneerde leden zullen niet meetellen bij het bepalen van het aantal leden met dezelfde classificatie. De classificatie van ‘lid afkomstig uit een andere Rotary club of die van ‘oud lid’ mag een 3
verkiezing tot lid niet beletten, zelfs niet als de verkiezing tot gevolg heeft dat het lidmaatschap tijdelijk de bovengenoemde limieten overschrijdt. Bij verandering van classificatie van een lid zal zijn lidmaatschap met de nieuwe classificatie worden gecontinueerd ongeacht voormelde beperkingen. ARTIKEL VIII. Bijwonen van de clubbijeenkomsten ("Attendance"). 1. Elk lid dient de wekelijkse bijeenkomsten bij te wonen. Elk lid wordt geacht een wekelijkse bijeenkomst te hebben bijgewoond, indien dit lid ten minste zestig procent (60%) van de tijd, welke de bijeenkomst duurt, aanwezig is geweest (of aanwezig, doch onverwacht weggeroepen voor een reden, welke aanvaardbaar is voor het bestuur), dan wel een afwezigheid heeft goedgemaakt op één van de volgende wijzen: a. indien dit lid op een tijdstip, binnen veertien dagen voor of na deze wekelijkse bijeenkomst: (1) voor ten minste zestig procent van de tijd, welke de bijeenkomst duurt, een clubbijeenkomst heeft bijgewoond van een andere Rotaryclub of van een Rotaryclub in oprichting; of (2) in opdracht van de club een clubbijeenkomst heeft bijgewoond van een Rotaractclub, Interact club of "Rotary Community Corps" of van een Rotaractclub of Interactclub of "Rotary Community Corps" in oprichting; of (3) heeft bijgewoond een Conventie van Rotary International, een zitting van de Wetgevende Raad ("Council on Legislation"), een International Assembly, een Rotary Institute voor ouden zittende functionarissen ("officers") van Rotary International, een Rotary Institute voor oud-, zittende- en inkomende functionarissen van Rotary International of enige andere bijeenkomst, bijeengeroepen met goedkeuring van het hoofdbestuur van Rotary International casu quo de President van Rotary International, handelend namens dat bestuur, een regionale conferentie van Rotary, een vergadering van een commissie van Rotary International, een Rotary districtsconferentie, een Rotary District Assembly, een districtsbijeenkomst, gehouden op aanwijzing van het hoofdbestuur van Rotary International, een bijeenkomst van een districtscommissie, gehouden op aanwijzing van de gouverneur of een overeenkomstig de terzake geldende regels bijeengeroepen bijeenkomst van Rotaryclubs ("Intercity Meeting"); of (4) voor het bijwonen van een clubbijeenkomst van een andere Rotaryclub op de voor die bijeenkomst vastgestelde tijd en plaats aanwezig was, echter zonder dat de leden van die club op die tijd en plaats zijn bijeengekomen; of (5) heeft bijgewoond en geparticipeerd in een clubservice project of een door de club gesponsord community gebeurtenis dan wel een door het bestuur geautoriseerde bijeenkomst; of (6) heeft bijgewoond een bestuursvergadering of een door het bestuur geautoriseerde bijeenkomst van een commissie waar het lid deel van uitmaakt, een en ander met dien verstande dat, indien een lid gedurende een periode van meer dan veertien dagen op reis is buiten het land, waarin dit lid zijn woonplaats heeft, de in de aanhef van dit onderdeel a. bedoelde tijdsbepaling voor dit lid niet geldt, voor zover het betreffende lid gedurende zijn reis in een ander land op enig tijdstip bijeenkomsten van een of meer andere Rotaryclubs bijwoont, in welk geval dit lid zijn afwezigheid in de bijeenkomsten van de club welke zijn gehouden tijdens zijn verblijf in het buitenland, heeft goedgemaakt. b. indien het lid ten tijde van de reguliere bijeenkomst: (1) zich op reis bevonden heeft - via de kortste weg - van of naar een van de bijeenkomsten, hiervoor onder a.(3) bedoeld; of (2) dienst doet als functionaris of commissielid van Rotary International of als bestuurder van Rotary 4
Foundation; of (3) dienst doet als speciale vertegenwoordiger van de gouverneur bij de oprichting van een nieuwe club; of (4) als werknemer van Rotary International daarvoor dienst heeft gedaan; of (5) direct en werkelijk betrokken is geweest bij een door een district, door Rotary International of door Rotary Foundation georganiseerd serviceproject in een afgelegen gebied, waar het goedmaken van het niet-bijwonen van clubbijeenkomsten volstrekt onmogelijk was; of (6) met goedkeuring van het bestuur van de club betrokken is geweest bij een aangelegenheid Rotary betreffende, en daardoor het bijwonen van de bijeenkomst voor hem onmogelijk is. 2. Langdurige afwezigheid bij werkzaamheden elders. Als een lid gedurende een langere periode elders werkzaam is zal het bijwonen van de clubbijeenkomsten van een aan te wijzen club ter plaatse het bijwonen van de vaste clubbijeenkomsten van de eigen club vervangen, mits beide clubs daarin toestemmen. 3. Vrijstellingen. Een lid is vrijgesteld van de plicht de clubbijeenkomsten bij te wonen indien: a. de afwezigheid in overeenstemming is met de door het bestuur gestelde voorwaarden en plaats vindt onder door het bestuur goedgekeurde omstandigheden. Een lid kan vrijgesteld worden van aanwezigheid om redenen die het bestuur goed en adequaat vindt. b. de som van het aantal jaren van zijn leeftijd en zijn jaren als lid van één of meer clubs is vijfentachtig (85) jaar of meer en hij aan de secretaris van de club schriftelijk heeft verzocht (casu quo zijn verlangen heeft kenbaar gemaakt) te worden vrijgesteld van de verplichting de clubbijeenkomsten bij te wonen en het bestuur dit heeft goedgekeurd. 4. De afwezigheid van een lid is verontschuldigd indien hij een functionaris is van Rotary International. 5. De afwezigheid van leden als hierboven bedoeld onder 3 en 4 en die zijn vrijgesteld van de verplichting de clubbijeenkomsten bij te wonen, zal niet worden opgenomen in het opkomstregister van de club. De afwezigheid van leden als hierboven bedoeld onder (b) zal niet worden opgenomen in de attendance opgave van de club, noch zal hun afwezigheid of aanwezigheid voor die attendance opgave in aanmerking worden genomen. ARTIKEL IX. Functionarissen (bestuurders en commissaris van orde). 1. Het bestuur bestaat uit bestuursleden (functionarissen) zoals in deze statuten voorgeschreven. 2. Het bestuur houdt toezicht op alle functionarissen en commissies en kan, om deugdelijke redenen, een bepaalde functie openstellen. 3. Voor zover in deze statuten niet uitdrukkelijk anders is bepaald, is een besluit van het bestuur in alle clubaangelegenheden bindend, behoudens het recht van beroep van ieder lid op de ledenvergadering. Het treedt op als beroepsinstantie ten aanzien van beslissingen van alle functionarissen en ten aanzien van handelingen van alle commissies. Van ieder besluit van het bestuur staat beroep open op de leden, met uitzondering van een besluit tot het beëindigen van het lidmaatschap, als bedoeld in artikel XI, lid 2, onder a. en onder c., lid 4 en 5, doch met inachtneming van lid 6. Een besluit, waartegen beroep is ingesteld, kan door de leden slechts ongedaan worden gemaakt met een meerderheid van ten minste twee/derde van de stemmen van de tijdens een daartoe door het bestuur aangewezen wekelijkse bijeenkomst aanwezige leden. Van dit beroep worden alle leden ten minste vijf dagen voor die bijeenkomst door de secretaris in kennis gesteld. Het besluit over het beroep door de leden is definitief. 4. De functionarissen van de club zijn een voorzitter, een inkomend voorzitter en één of meer vice-voorzitters, een secretaris en een penningmeester, en een commissaris van orde, die, 5
afhankelijk van hetgeen het huishoudelijk reglement daaromtrent bepaalt, al dan niet deel van het bestuur uitmaakt. 5. a. Iedere functionaris wordt verkozen op de wijze als in het huishoudelijk reglement bepaald en zal, behoudens voor zover met betrekking tot de voorzitter anders is bepaald, in functie treden op één juli, onmiddellijk volgend op de verkiezing tot functionaris en vervult deze functie gedurende de periode van benoeming; met dien verstande, dat een functionaris eerst aftreedt nadat een opvolger is verkozen en deze die functie heeft aanvaard. b. Met inachtneming van hetgeen het huishoudelijk reglement daaromtrent bepaalt, wordt de voorzitter voor ten hoogste twee jaar en ten minste achttien maanden, voorafgaande aan de dag, waarop de benoeming tot voorzitter ingaat, verkozen. De inkomende voorzitter is lid van het bestuur gedurende het jaar, voorafgaande aan dat, waarin het voorzitterschap aanvangt. De voorzitter treedt in functie op één juli van het clubjaar, waarvoor hij als voorzitter is verkozen en vervult die functie gedurende de periode, waarvoor hij werd verkozen, met dien verstande, dat hij eerst als zodanig aftreedt nadat een opvolger is verkozen en deze die functie heeft aanvaard. c. Lid van het bestuur of andere functionaris kan slechts zijn een goed bekend staand lid. Tot goed begrip van de verplichtingen en verantwoordelijkheden als voorzitter dient de inkomend voorzitter de districtbijeenkomst, bedoeld ter voorbereiding van de inkomend voorzitters op hun functie van voorzitter en de Rotary District Assembly bij te wonen, tenzij de inkomende gouverneur aanvaardt dat de inkomend voorzitter die districtsbijeenkomst of District Assembly niet bijwoont. In die gevallen dient hij zich te doen vertegenwoordigen door een daartoe aangewezen vervanger, die hem van die districtsbijeenkomst of District Assembly verslag uitbrengt. Indien de inkomend voorzitter zonder toestemming niet aanwezig is op voormelde bijeenkomst en geen vertegenwoordiger heeft afgevaardigd is hij niet geschikt de club te dienen als voorzitter. 5. De leden zijn bevoegd een functionaris, als in lid 1 bedoeld, te ontslaan. Het besluit daartoe kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de stemmen van de tijdens de desbetreffende clubbijeenkomst aanwezige leden. 6. Het bestuur kan slechts geldige besluiten nemen, indien de meerderheid van de leden ter vergadering aanwezig is. ARTIKEL IX-A Bestuursbevoegdheid/vertegenwoordiging 1. Het bestuur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen, met dien verstande dat de besluiten tot het aangaan van overeenkomsten als vermeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek slechts kunnen worden genomen met goedkeuring van de algemene vergadering. Op het ontbreken van vermelde goedkeuring van de algemene vergadering kan door en jegens derden een beroep worden gedaan. 2. Indien het bestuur niet voltallig is, behoudt het niettemin zijn bevoegdheden, onverminderd de verplichting van het bestuur om in de vacature te doen voorzien. 3. De club wordt vertegenwoordigd door het bestuur. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur. ARTIKEL X. Entreegelden en contributies. Ieder lid is een entreegeld en een jaarlijkse contributie verschuldigd, welke van tijd tot tijd door de leden, op voorstel van het bestuur, worden vastgesteld, met uitzondering dat die leden die tijdens het jaar zijn overgeschreven of voormalig lid zijn van een andere club, welke zijn aanvaard door de club, zoals bedoeld in artikel VI lid 4, geen tweede maal de 6
contributie in dat jaar zijn verschuldigd. ARTIKEL XI. Duur van het lidmaatschap. 1. Duur. Het lidmaatschap geldt gedurende het bestaan van de club, tenzij het voordien op een wijze, als hierna vermeld, wordt beëindigd. 2. Beëindiging. a. Het lidmaatschap wordt door het bestuur met onmiddellijke ingang beëindigd, indien en zodra een lid niet langer aan de vereisten voor het lidmaatschap voldoet, tenzij zich een van de volgende uitzonderingsgevallen voordoet: (1) Aan een lid, dat is verhuisd uit het gebied van de club of de omgeving daarvan, kan door het bestuur toestemming worden verleend tot afwezigheid gedurende een periode van ten hoogste een jaar teneinde dat lid in staat te stellen kennis te maken met een Rotaryclub van het gebied waarnaar dit lid is verhuisd, onder het voorbehoud, dat dit lid werkzaam blijft in dezelfde classificatie en aan alle overige verplichtingen van het Rotarylidmaatschap blijft voldoen. (2) Het bestuur kan een lid, dat is verhuisd naar een plaats buiten het gebied van de club of de omgeving daarvan, het lidmaatschap laten behouden, onder het voorbehoud dat dit lid werkzaam blijft in dezelfde classificatie, en aan alle overige verplichtingen van het Rotarylidmaatschap blijft voldoen. b. Opnieuw toetreden als lid. Indien het lidmaatschap overeenkomstig lid 2a is beëindigd, kan het betrokken lid het verzoek doen opnieuw als lid te worden toegelaten, hetzij ter vervulling van dezelfde classificatie, hetzij ter vervulling van een andere classificatie. Wordt het betrokken lid opnieuw tot lid verkozen, dan is niet opnieuw entreegeld verschuldigd. c. Beëindiging Erelidmaatschap. Het erelidmaatschap eindigt door verloop van de bij de verlening van het erelidmaatschap door het bestuur gestelde termijn. Het bestuur heeft het recht laatstbedoelde termijn te verlengen. Het bestuur is bevoegd het erelidmaatschap te allen tijde in te trekken. 3. a. Beëindiging van het lidmaatschap wegens wanbetaling. Een lid, dat de contributie niet binnen dertig dagen na verloop van de daartoe gestelde termijn voldoet, wordt door de secretaris aan het laatst bekende adres schriftelijk tot betaling daarvan aangemaand. Indien de contributie vervolgens niet uiterlijk tien dagen na de datum van de aanmaning is betaald, kan het lidmaatschap door het bestuur worden beëindigd. b. Een lid, wiens lidmaatschap aldus is beëindigd, kan door het bestuur, op zijn verzoek en na betaling van al hetgeen dit lid de club nog schuldig is, in zijn lidmaatschap worden hersteld, mits dit niet in strijd is met artikel VII lid 2. 4. Beëindiging van het lidmaatschap wegens het niet-bijwonen van de wekelijkse bijeenkomsten. a. Ieder lid dient: 1. elk half jaar tenminste zestig procent (60%) van de gewone bijeenkomsten bij te wonen of zijn afwezigheid bij de eigen club goed te hebben gemaakt; 2. elk half jaar tenminste dertig procent (30%) van de gewone clubbijeenkomsten bij te wonen. Indien een lid niet voldoende bijeenkomsten bijwoont, kan het lidmaatschap worden beëindigd, tenzij het bestuur instemt met de afwezigheid vanwege deugdelijke redenen. Indien dit lid een functionaris is van Rotary International, zal hij ervan vrijgesteld zijn de gewone bijeenkomsten van zijn club bij te wonen tot de beëindiging van zijn functie. b. Ieder lid, die gedurende vier achtereenvolgende clubbijeenkomsten afwezig is geweest, 7
zal door het bestuur worden medegedeeld dat zijn afwezigheid beschouwd kan worden als een verzoek om zijn lidmaatschap te beëindigen, tenzij zijn afwezigheid is toegestaan door deze statuten dan wel is goedgekeurd door het bestuur. Na voormelde mededeling kan het bestuur het lidmaatschap van het desbetreffende lid beëindigen. 5. Beëindiging van het lidmaatschap wegens andere redenen. a. Het bestuur kan het lidmaatschap van een lid door opzegging beëindigen, wanneer dit lid niet meer voldoet aan de lidmaatschapsvereisten dan wel zich zodanig gedraagt, dat redelijkerwijs van de club niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren. Het besluit tot opzegging van het lidmaatschap op die grond wordt genomen met ten minste twee/derde van de stemmen van de leden van het bestuur in een voor dat doel gehouden bestuursvergadering. b. Het bestuur kan een lid uit het lidmaatschap ontzetten, wanneer dit lid in strijd handelt met de statuten, het huishoudelijk reglement of de besluiten van de club, dan wel de club op onredelijke wijze benadeelt. Het besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap wordt genomen met ten minste twee/derde van de stemmen van de leden van het bestuur in een voor dat doel gehouden bestuursvergadering. c. In geval van opzegging, als bedoeld onder a., of ontzetting, als bedoeld onder b., wordt aan het lid ten minste tien dagen tevoren schriftelijk mededeling gedaan van de voorgenomen maatregel en wordt het betrokken lid in de gelegenheid gesteld om daarop schriftelijk tegenover het bestuur te reageren. Hij zal voorts het recht hebben om voor het bestuur te verschijnen teneinde zijn zaak toe te lichten. De hier bedoelde mededeling zal het betrokken lid persoonlijk worden overhandigd, dan wel bij aangetekende brief aan het laatst bekende adres worden toegezonden. 6. a. Indien het bestuur het lidmaatschap van een lid door opzegging of ontzetting heeft beëindigd, gelijk hiervoor in dit lid bedoeld, zal de club geen nieuw lid in de door dat werkend lid vervulde classificatie verkiezen voordat de tijd, gedurende welke ten aanzien van het besluit van het bestuur behandeling in beroep of bij wege van arbitrage kan worden verlangd, is verstreken en, zo van dat verlangen tijdig kennis is gegeven, voordat de beslissing terzake in beroep of bij wege van arbitrage is gegeven. b. Indien het bestuur tot opzegging, als bedoeld onder a., of tot ontzetting, als bedoeld onder b., besluit, doet de secretaris, binnen zeven dagen nadat het bestuur zijn besluit heeft genomen, daarvan schriftelijk mededeling aan het betrokken lid, onder opgaaf van de redenen, welke tot dat besluit hebben geleid. Het betrokken lid is bevoegd te verlangen dat aangaande het besluit van het bestuur hetzij door de leden van de club als beroepsinstantie wordt beslist, hetzij arbitrage plaatsvindt met toepassing van het bepaalde in artikel XV, mits het betrokken lid binnen dertig dagen na ontvangst van de in de vorige zin bedoelde mededeling aan de secretaris schriftelijk van dat verlangen kennis geeft. c. Gedurende de termijn, hierna onder d., tweede zin, bedoeld, en hangende de beslissing in beroep of bij wege van arbitrage is het betrokken lid geschorst. d. Indien het lid in beroep bij de leden wenst te gaan, bepaalt het bestuur de datum van de wekelijkse bijeenkomst, waarin dat beroep zal worden behandeld. Die bijeenkomst zal worden gehouden binnen éénentwintig dagen na ontvangst van de kennisgeving van beroep. Aan alle leden wordt ten minste vijf dagen tevoren van het houden van die bijeenkomst schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van hetgeen aldaar zal worden behandeld; het bepaalde in artikel IX, lid 2, voorlaatste zin, is van toepassing. In die bijeenkomst zal het beroep uitsluitend in aanwezigheid van leden van de club worden behandeld. 8
e. Indien beroep op de leden is gedaan, is de beslissing van de leden bindend en definitief. f. Indien arbitrage is verzocht is de beslissing door de arbiters, bij onenigheid door de scheidsrechter bindend en definitief. g. Indien bemiddeling is verzocht, doch geen succes heeft gehad, heeft het betreffende lid recht om in een beroep te gaan bij de leden, dan wel arbitrage te verzoeken. 7. Het besluit van het bestuur is bindend en definitief, indien geen of niet tijdig beroep op de leden van de club is gedaan, dan wel geen of niet tijdig arbitrage is verzocht. 8. Beëindiging van een lidmaatschap door een lid. Opzegging van een lidmaatschap door een lid dient schriftelijk te geschieden aan de voorzitter of de secretaris. De opzegging wordt ingewilligd door het bestuur, indien het lid geen schulden heeft aan de club. 9. Verlies van aanspraken. Bij eindiging van het lidmaatschap, op welke wijze ook, verliest het lid iedere aanspraak op gelden of goederen van de club. ARTIKEL XII. Plaatselijke, nationale en internationale zaken. 1. Het algemeen welzijn van de plaatselijke gemeenschap, van het eigen land en van de wereld vormt een onderwerp van zorg voor de leden. Ieder vraagstuk van algemeen belang, waarbij dat welzijn betrokken is, vormt een geschikt onderwerp voor een open en gedegen beschouwing en gedachtenwisseling tijdens een clubbijeenkomst tot voorlichting van de leden bij het vormen van hun eigen mening. De club zal zich echter onthouden van het geven van een oordeel over een aan de orde zijnde maatregel, de gehele gemeenschap betreffend, waarover de binnen de gemeenschap levende meningen verdeeld zijn. 2. De club onthoudt zich van het steunen of aanbevelen van kandidaten voor openbare functies en het bespreken van de voor- of nadelen van een zodanige kandidatuur in een clubbijeenkomst. 3. a. De club zal geen resoluties aannemen of standpunten innemen of verspreiden, noch als club actie voeren, verband houdende met zaken van mondiaal belang of internationaal beleid met een politieke strekking. b. De club mag geen beroep doen op clubs, volken of regeringen, noch geschriften verspreiden, lezingen houden of voorstellen doen voor de oplossing van specifiek internationale problemen met een politieke strekking. 4. Erkenning van het ontstaan van Rotary. a. Jaarlijks gedurende een week, die aanvangt op de dag waarop Rotary is opgericht, zet de club zich ervoor in aandacht te geven aan de verschillende aspecten van de dienstvaardigheid van Rotary. Die week begint op drieëntwintig februari en wordt aangeduid als de week van "World Understanding and Peace". b. Behalve dat gedurende de sub a. bedoelde week de gelegenheid wordt geboden terug te zien op hetgeen in de achterliggende periode is tot stand gebracht zal in die week aandacht worden gegeven aan beleidsvoornemens, gericht op het bevorderen van vrede, wederzijds begrip en goodwill zowel binnen de eigen gemeenschap als daarbuiten. ARTIKEL XIII. Officiële Rotaryorganen. 1. Tenzij de club overeenkomstig de bepalingen van het huishoudelijk reglement van Rotary International door het hoofdbestuur van Rotary International is ontheven van de verplichtingen, in dit artikel bedoeld, is ieder lid door het aanvaarden van het lidmaatschap gehouden tot het nemen en het gedurende zijn lidmaatschap aanhouden van een abonnement op het blad van Rotary International, dan wel op het in het land, waarin de club is gelegen, verschijnende, goedgekeurde en door het hoofdbestuur van Rotary International 9
voorgeschreven blad. Het abonnement loopt voor perioden van telkens zes maanden. Het loopt zolang het lidmaatschap van de club duurt en eindigt na verloop van de periode van zes maanden, waarin het lidmaatschap is geëindigd. 2. Het abonnementsgeld wordt door de club voor ieder lid halfjaarlijks vooraf geïnd en overgemaakt aan het secretariaat van Rotary International, dan wel aan het kantoor, door welke het voor de club geldende maandblad wordt verspreid, afhankelijk van hetgeen het hoofdbestuur van Rotary International daaromtrent heeft besloten. ARTIKEL XIV. Aanvaarding van doelstelling en naleving van statuten en huishoudelijk reglement. Door betaling van entreegeld en contributie aanvaardt het lid de in de doelstelling van Rotary neergelegde grondbeginselen. Daarmee onderwerpt dit lid zich aan, stemt hij in met en is hij gebonden aan de statuten en het huishoudelijk reglement van de club. Alleen dan geniet dit lid de voorrechten die de club haar leden verschaft. Een lid is gehouden tot naleving van de statuten en het huishoudelijk reglement, ook al mocht hij een exemplaar daarvan niet hebben ontvangen. ARTIKEL XV. Arbitrage en Mediation 1. Ingeval enig geschil mocht ontstaan tussen een of meer leden, dan wel een of meer voormalige leden enerzijds en de club, een functionaris of het bestuur van de club anderzijds met betrekking tot het lidmaatschap, een beweerde overtreding van de statuten of het huishoudelijk reglement, dan wel met betrekking tot beëindiging van het lidmaatschap door het bestuur, of om welke andere reden ook, en dat geschil door een verzoek van de meest gerede partij aan de secretaris niet naar genoegen volgens de van toepassing zijnde regels kan worden of beslecht, wordt dat geschil door arbitrage of mediation beslecht. 2. Data voor Mediation of arbitrage. Ingeval van mediation of arbitrage zal het bestuur hiervoor een datum vaststellen in overleg met de twistende partijen, zulks binnen eenentwintig (21) dagen na ontvangst van het verzoek tot mediation of arbitrage. 3. Mediation a. Een procedure voor een dergelijke mediation moet zodanig zijn dat deze wordt erkend door een terzake kundig orgaan tot wiens erkende expertise ook de alternatieve geschilbeslechting kan worden gerekend, of door gedocumenteerde richtlijnen vastgesteld door het bestuur van Rotary International van de beheerders van de Rotary Foundation. Slechts Rotary leden mogen worden benoemd als mediator(s). De club kan de districtsvoorzitter of diens plaatsvervanger vragen om een mediator aan te wijzen die lid is van een Rotary club en die de juiste mediation vaardigheden en ervaring bezit. b. De uitkomsten van een mediation procedure. De uitkomsten of beslissingen die partijen zijn overeengekomen als resultaat van een mediation procedure zullen worden vastgelegd waarna kopieën zullen worden verstrekt aan de twistende partijen en de mediator(s). Aan het bestuur, in de persoon van de secretaris, zal ook een kopie worden verstrekt. Een samenvatting van de uitkomsten van de procedure, waar alle betrokken partijen zich in moeten kunnen vinden, zal ter informatie van de club worden voorbereid. Als een van beide partijen zich wezenlijk distantieert van de uitkomsten van de procedure kan deze via de persoon van de voorzitter of die van de secretaris een verzoek doen tot verdere mediation. c. Mediation zonder resultaat. Als in een mediationprocedure resultaten uitblijven, mag elk der twistende partijen een verzoek doen tot arbitrage, zoals voorzien in lid 1 van dit artikel. 4. Iedere partij wijst een arbiter aan en die arbiters wijzen tezamen een derde arbiter aan. Alleen leden van een Rotaryclub kunnen tot arbiter worden benoemd. De beslissing van 10
eerstbedoelde twee arbiters of, bij gebreke van onderlinge overeenstemming, die van de derde arbiter zal voor alle partijen bindend en definitief zijn. 5. Indien arbitrage is verzocht is de beslissing door de arbiters, bij onenigheid door de scheidsrechter bindend en definitief. ARTIKEL XVI. Huishoudelijk reglement. De leden van de club stellen een huishoudelijk reglement vast, waarvan de bepalingen niet in strijd mogen zijn met de statuten en het huishoudelijk reglement van Rotary International (noch met de procedureregels geldend voor een "area administration", zo deze is ingesteld), noch met deze statuten. Het huishoudelijk reglement bevat in ieder geval nadere bepalingen met betrekking tot het bestuur van de club. Het huishoudelijk reglement kan van tijd tot tijd worden gewijzigd. ARTIKEL XVII. Uitleg. Met schriftelijk wordt in deze statuten bedoeld: per brief, telefax, telex, e-mail en elk ander communicatiemiddel dat een schriftelijk stuk kan produceren. ARTIKEL XVIII. Wijzigingen. 1. Deze statuten kunnen door de leden tijdens een clubbijeenkomst worden gewijzigd, mits alle leden ten minste tien dagen voor die bijeenkomst schriftelijk van de voorgestelde wijziging in kennis zijn gesteld, onder de mededeling dat tijdens die clubbijeenkomst het voorstel tot die wijziging zal worden behandeld. 2. Tot wijziging van artikel II of artikel III van deze statuten kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel V, lid 3, tijdens een clubbijeenkomst met gewone meerderheid van de stemmen van de aanwezige leden worden besloten. Een besluit tot wijziging, als in de vorige zin bedoeld, wordt aan het hoofdbestuur van Rotary International ter goedkeuring voorgelegd; dat besluit wordt eerst na het verkrijgen van die goedkeuring van kracht. 3. Tot wijziging van enig ander artikel van deze statuten dan die, bedoeld in lid 2, kan tijdens een clubbijeenkomst met gewone meerderheid van de stemmen van de aanwezige leden worden besloten, ongeacht het aantal aanwezige leden, doch dit slechts naar aanleiding van een met inachtneming van de desbetreffende voorschriften van Rotary International van kracht geworden daartoe strekkend besluit van de "Council on Legislation", dan wel de Conventie van Rotary International. Zodanig besluit wordt, wat de club betreft, geacht te zijn een voorstel tot statutenwijziging overeenkomstig bedoeld besluit. 4. Indien een voorstel, als bedoeld in lid 3, is gedaan, zal zo spoedig mogelijk, nadat het voorstel aan de club ter kennis is gebracht, aangaande het voorstel worden besloten. Indien niet binnen vier weken, nadat het voorstel aan de club ter kennis is gebracht, door de leden overeenkomstig het voorstel is besloten, zal in een volgende clubbijeenkomst, te houden binnen vier weken na de eerste, het voorstel opnieuw aan de orde worden gesteld. De gouverneur wordt voor die volgende bijeenkomst uitgenodigd en wordt tijdens die bijeenkomst in de gelegenheid gesteld het voorstel, alsook de mogelijke gevolgen van het niet-aanvaarden daarvan, toe te lichten. Indien ook in die volgende bijeenkomst niet overeenkomstig het voorstel mocht worden besloten, doet het bestuur daarvan onverwijld schriftelijk mededeling aan de Algemeen Secretaris van Rotary International, onder opgaaf van de redenen waarom niet overeenkomstig het voorstel is besloten. Een afschrift van die mededeling doet het bestuur toekomen aan de gouverneur. 5. Het bestuur draagt ervoor zorg, dat een statutenwijziging, waartoe overeenkomstig het 11
voorstel, bedoeld in lid 3, is besloten, in werking treedt op één juli, onmiddellijk volgend op de dag van de vergadering van de "Council on Legislation" casu quo de Conventie, waarin het besluit terzake van die statutenwijziging werd genomen. 6. Het bestuur doet van een wijziging van enige bepaling van deze statuten of het huishoudelijk reglement schriftelijk mededeling aan de gouverneur. 7. Indien deze statuten in een notariële akte zijn opgenomen, is ieder lid van het bestuur afzonderlijk tot het verlijden van de akte van statutenwijziging bevoegd. ARTIKEL XIX. Ontbinding van de club en bestemming van een batig saldo 1. De club kan worden ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de leden, dat tijdens een clubbijeenkomst met een meerderheid van ten minste twee/derde van de stemmen van de aanwezige leden wordt genomen. Het bepaalde in artikel XVIII, lid 1, is ten aanzien van ontbinding van de club van overeenkomstige toepassing. 2. Een batig saldo komt ten goede aan Stichting Maatschappelijk Werk in Rotaryverband, gevestigd te Amsterdam. Indien die stichting niet meer bestaat, wordt aan het batig saldo een bestemming, bij voorkeur binnen Nederland, gegeven, te bepalen door de leden tijdens de in lid 1 bedoelde clubbijeenkomst. Die bestemming dient zoveel mogelijk in overeenstemming te zijn met de doelstelling van Rotary International. Overgangsbepaling Diegene die ten tijde van de onderhavige statutenwijziging lid van de club is blijft dat ondanks het feit dat hij op grond van de gewijzigde statuten niet meer voor een lidmaatschap in aanmerking zou kunnen komen.
12