SCHOOLPLAN 2011-2015
Jenaplanschool Elckerlyc Elsloo 06WP
JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
1. INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk
Titel
Blz.
01
Inhoudsopgave
02
02
Inleiding
03
03
Algemene gegevens
04
04
Missie en visie
05
05
Analyse huidige situatie
09
06
Blik vooruit
14
07
Aanbod onderwijs en leren
17
08
Leerlingenzorg
28
09
Personeelsbeleid
33
10
Kwaliteitsbeleid
34
11
Financieel beleid
37
12
Planningsmatrix
38
13
Instemming medezeggenschapsraad en vaststelling bevoegd gezag
41
14
Bijlagen 1. Leesverbetertraject Movare
43
2. Zorgplan Samenwerkingsverband
49
3. Onderwijszorgprofiel
60
4. Rugzakleerlingen
61
2 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
2. INLEIDING Het nieuwe schoolplan voor de periode 2011-2015 heeft in grote lijnen een zelfde opzet als het vorige schoolplan. Een nieuw aspect is de analyse van de huidige situatie, die leidend is voor de koers voor de komende 4 jaren. Ons schoolplan biedt team en ouders houvast bij de gemaakte beleidskeuzes en de verdere planning van de uitvoering van ons beleid. Daarnaast leggen we middels dit plan verantwoording af naar het eigen bevoegd gezag en de inspectie van het onderwijs. Bij de totstandkoming van het schoolplan is niet alleen het schoolteam, maar ook de medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag in een vroeg stadium betrokken. Het schoolplan is de samenhangende vertaling van: a.
b. c. d. e.
de analyse van de huidige situatie. Deze analyse is gebaseerd op de eigen sterkte-zwakte analyse, de uitkomst van recente inspectiebezoeken, het MOVARE-risicoprofiel en het meest recente klanttevredenheidsonderzoek. het strategisch beleidsplan van MOVARE, waarbinnen opbrengstgerichtheid een kernthema is het zorgplan van het Samenwerkingsverband 53.01 het overheidsbeleid met de invoering van passend onderwijs als kernthema het overheidsbeleid met de invoering van de zgn. functiemix als kernthema
3 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
3. ALGEMENE GEGEVENS Algemeen: Naam school: Adres school: Postcode: Plaats: Telefoon: Fax: E-mail: Website:
Jenaplanschool Elckerlyc Burg. Eussenstraat 33 6181 BP Elsloo 046-4372755 046-4376427
[email protected] www.jenaplanschool-elckerlyc.nl
Bevoegd gezag : College van Bestuur: Telefoonnummer: E-mail: Website:
Onderwijsstichting MOVARE de heren A. Kraak (voorzitter) en drs. H.M.G. Linssen MES (lid) 045-5466950
[email protected] www.movare.nl
Onze school is een MOVARE-school De naam MOVARE staat voor beweging en verandering. Het onderwijs is evenals de maatschappij in beweging. MOVARE richt die beweging op de kwaliteit van het onderwijs. Aanpak en werkwijze zijn vooruitstrevend en kenmerken zich door een hoog ambitieniveau, ondernemingszin en oog voor innovatie. Onderwijsstichting MOVARE is het bevoegd gezag van 58 scholen met 70 locaties in 10 gemeenten. MOVARE kent katholiek, oecumenisch, protestants-christelijk, algemeen bijzonder en openbaar onderwijs. Met ca.13.000 leerlingen en ca. 1200 medewerkers is de stichting één van de grootste onderwijsinstellingen in Limburg. Voor nadere informatie verwijzen we naar de website en de jaarverslagen.
4 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
4. MISSIE EN VISIE Missie van MOVARE MOVARE werkt vanuit de missie “Onderwijs op maat voor elk kind met aandacht voor autonomie en authenticiteit van elk mens in een respectvolle omgang met elkaar en de wereld waarin wij leven met het oog op de leefbaarheid van de maatschappij van morgen”. Alle medewerkers geven hun activiteiten zodanig gestalte dat zij de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen. Op deze manier leveren zij goed onderwijs voor de kinderen. Visie van MOVARE MOVARE biedt boeiend en passend onderwijs in een lerend perspectief en geeft invulling aan de rol van maatschappelijk ondernemer. Strategische uitgangspunten MOVARE-scholen stellen het kind in zijn ontwikkeling centraal in een context waarin kinderen en medewerkers zich prettig voelen en met plezier naar school gaan. Scholen van MOVARE creëren voor kinderen leersituaties, waarbij niet alleen het leerstofaanbod leidend is, maar mogelijkheden, talenten en behoeften van kinderen. Dit betekent dat kinderen op MOVARE-scholen voortdurend kansen krijgen om samen met volwassenen verantwoordelijkheid te dragen en richting te geven aan hun eigen ontwikkeling. Kinderen op MOVARE-scholen krijgen kansen zich waarden en normen eigen te maken die van belang zijn voor hun bijdrage aan het functioneren in en het ontwikkelen van de maatschappij waarin ze leven. Nadere uitwerking in 3 thema’s: 1. MOVARE verzorgt boeiend en passend onderwijs Om goede opbrengsten te kunnen genereren, realiseert MOVARE kwalitatief onderwijs dat boeiend en passend is vanuit een lerend perspectief. Daarbij worden kinderen kansen geboden om zelf keuzes te maken in het leerproces. Behalve aandacht voor individueel leren is er aandacht voor samen leren. 2. MOVARE wil boeiend en (ver) bindend zijn Onderwijs is mensenwerk, waardoor de sleutel tot succes bij onze medewerkers ligt. Dit betekent dat MOVARE haar verantwoordelijkheid neemt als het gaat om het welbevinden en de professionele ontwikkeling van haar personeel. MOVARE beseft dat goed leiderschap een zeer belangrijke factor is bij schoolontwikkeling. Leiding geven in een cultuur van voortdurende verandering vraagt personen die op basis van een gedeelde visie werken aan de ontwikkeling van de leerlingen, het personeel, de school, de omgeving en de maatschappij. 3. MOVARE is verbindend naar binnen en naar buiten MOVARE levert een bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen en is voortdurend in dialoog met haar omgeving en heeft oog en oor voor belangrijke levensvragen. Ouders zijn daarbij belangrijke partners.
Missie van de school Binnen de kaders van de missie, visie en het strategisch beleidsplan van MOVARE formuleert elke school zijn eigen missie en visie. Het begrip missie heeft te maken met ons bestaansrecht. Waarom doen we wat we doen? Waarvoor staan we? Wat zijn onze waarden? Waarom zijn we er en wat willen we met ons onderwijs betekenen voor de buurt, de regio en de samenleving als totaliteit? Wij hebben de kern van onze missie in de volgende zin gegoten: Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent! Wij gaan er van uit dat ieder kind talent heeft: zijn eigen talenten. Die waarderen we en die schatten we op waarde. Wij dagen het kind uit en inspireren het om zich verder te ontwikkelen op alle gebied. Zowel op kennisgebied, als op creatief, lichamelijk en sociaal-emotioneel gebied.
5 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Visie Visie heeft te maken met beelden en verwachtingen richting toekomst. Waar gaat het heen? Waar gaan wij heen? Hoe zien we ons zelf in de komende jaren? Welke kant willen wij als school opgaan? Wat willen we bereiken? Het gaat bij het formuleren van onze visie dus om: 1. 2. 3.
Waar gaat het heen? Waar gaan wij heen? Wat is nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan?
Ad 1:
Als wij de relevant: a. b. c.
Ad 2:
blik naar buiten richten, zijn de volgende ontwikkelingen voor onze school Opbrengstgerichtheid als belangrijk thema voor het hele onderwijsveld. Zorgprofiel / passend onderwijs. Moderne media spelen in de wereld van het kind een steeds prominenter rol.
Waar gaan we dus voor: a.
In algemene zin willen we een school zijn die hoge verwachtingen waarmaakt. Een school waarin wij als schoolteam onze leerlingen ondersteunen om alles uit hun mogelijkheden te halen, mede door een eigentijds aanbod en een eigentijdse aanpak, waardoor bij alle belanghebbenden (kinderen, ouders, gemeente, stichting, inspectie) een positief beeld heerst. Die eigentijdsheid geven wij vorm door de structurele inzet van werkvormen m.b.t. meervoudige intelligentie, coöperatief leren, zelfstandig werken, dag- en weekplannen. De opbrengsten willen wij verhogen door het onderzoeken en analyseren van de toetsgegevens en van hieruit te werken met groepsplannen. We besteden veel aandacht aan het geven van goede instructies. Voor de groepsplannen maken wij gebruik van ‘Werken met groepsplannen’ van de POraad. Voor goede instructies gebruiken wij het directe instructiemodel. Voor het verbeteren van de leesprestaties van onze leerlingen nemen wij deel aan het leesverbetertraject van het CPS.
b.
Zorgprofiel / passend onderwijs Aan welke kinderen met speciale onderwijsbehoeften kan onze school zelf in de klassensituatie een passend zorgarrangement bieden? Deze vraag is beantwoord tijdens de studiedag ‘Kind op de gang’ (25-10-2010). Zie zorgprofiel.
c.
Voor een steviger plek voor ICT in ons onderwijsaanbod. Met name het gebruik van zgn. digitale schoolborden of digiboards zal in toenemende mate onderdeel moeten worden van het didactisch repertoire van leerkrachten.
Ad 3:
Wat is naar ons inzicht nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan: a. b. c. d.
Onderwijskundig leiderschap dat schoolontwikkeling en leerkrachtontwikkeling stimuleert Onderwijskundig leiderschap met specifieke aandacht voor leerkrachtontwikkeling door klassenconsultaties en een regelmatige gesprekscyclus Kwaliteitszorg die systematisch en cyclisch van aard is Een pedagogisch-didactische aanpak die zich kenmerkt door: o activiteit en zelfstandigheid van leerlingen o het stellen van ambitieuze doelen o doelgerichte lesaanpak o doelgerichte jaarprogrammering o effectieve inzet van tijd o effectief klassenmanagement
6 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Identiteit Elckerlyc is een neutraal bijzondere school Dit houdt in dat Elckerlyc niet gebonden is aan een bepaalde geloofs- of levensovertuiging, maar geen openbare school is. De school geeft actief vorm aan de wezenskenmerken, die in de onderwijswetgeving vastliggen. Die wezenskenmerken zijn: - open toegankelijkheid: de school is voor alle leerlingen toegankelijk, ongeacht hun godsdienst of levensbeschouwing; - actieve pluriformiteit: de school geeft in het onderwijs aandacht aan alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving, waarbij recht gedaan wordt aan de verscheidenheid van die waarden; -non-discriminatie: de school eerbiedigt ieders godsdienst of levensbeschouwing, wat ook betekent dat het personeel zonder op dit punt onderscheid te maken benoembaar is. Meestal hebben de oprichters van neutraal bijzondere scholen uitgesproken ideeën over het soort onderwijs dat zij voor hun kinderen willen. Veel van deze scholen gaan uit van een pedagogischdidactisch principe, bijv. Montessori, Jenaplan, Freinet of de Vrije scholen. De oprichters van onze school hebben gekozen voor het Jenaplanconcept en er wordt tot op de dag van vandaag gewerkt volgens dit concept. Dit komt tot uiting in: We gaan uit van het unieke van ieder kind Goed onderwijs houdt volgens ons in dat we uitgaan van de verschillen tussen kinderen. We gebruiken die verschillen om kinderen van en met elkaar te laten leren, vandaar dat we met stamgroepen werken, waarin kinderen van diverse leeftijden bij elkaar in de groep zitten. Om de ontwikkelingen van kinderen goed te kunnen volgen hanteren we een algemeen aanvaard leerlingvolgsysteem. Dit systeem is tevens onderdeel van ons handelen ten aanzien van zorgkinderen. Verder zien we de expertise van de leerkrachten als wezenlijk onderdeel van de zorgstructuur op onze school. We hanteren in ons dagelijks handelen de 4 basisvormen spel, werk, viering en gesprek. Niet alleen werk, maar ook spel, samen iets vieren en gesprek dragen bij aan de vorming van kinderen. Deze vormen zijn op een ritmische wijze in het lesrooster opgenomen. We vinden het belangrijk de ouders bij de school te betrekken. We stimuleren ouders om te ondersteunen en mee te denken in het totale schoolgebeuren. We zien de school als onderdeel van de maatschappij. Wij vinden het belangrijk op de hoogte te blijven van maatschappelijke ontwikkelingen omdat deze invloed kunnen hebben op de school. We vinden het belangrijk dat mensen een positief kritische houding ontwikkelen ten aanzien van deze maatschappelijke ontwikkelingen om een goede bijdrage te kunnen leveren aan het maatschappelijke gebeuren. Vanuit deze gedachte is het logisch dat we als school een actieve rol spelen in de eigen gemeenschap. We beschouwen ons als een wezenlijk element in de Steinse gemeenschap. We hechten veel waarde aan een positief schoolklimaat. Basishouding van iedereen die bij school betrokken is dient te getuigen van respect en acceptatie. We zijn een ‘leef/werkgemeenschap’ binnen een maatschappij, waarbij heldere omgangregels bovenstaande basishouding dienen te borgen. Het jenaplanconcept is een concept, waarin relaties centraal staan: 1. De relatie van het kind met zichzelf 2. De relatie van het kind met de ander en het andere 3. De relatie van het kind met de wereld Om het belang van deze relaties in het jenaplanonderwijs te tonen, zijn er door de Nederlandse Jenaplanvereniging twaalf kernkwaliteiten geformuleerd. Een jenaplanschool richt de omgeving zodanig in, dat deze kwaliteiten gerealiseerd worden. 1. Relatie van het kind met zichzelf 1.1. Kinderen leren kwaliteiten/uitdagingen te benoemen en in te zetten, zodanig dat zij zich competent kunnen voelen. 1.2. Kinderen leren zelf verantwoordelijkheid te dragen voor wat zij willen en moeten leren, wanneer zij uitleg nodig hebben en hoe zij een plan moeten maken. 1.3. Kinderen worden beoordeeld op de eigen vooruitgang in ontwikkeling. 1.4. Kinderen leren te reflecteren op hun ontwikkeling en daarover met anderen in gesprek te gaan
7 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
2. Relatie van het kind met de ander en het andere 2.1. Kinderen ontwikkelen zich in een leeftijdsheterogene stamgroep. 2.2. Kinderen leren samen te werken, hulp geven en ontvangen met andere kinderen en daarover te reflecteren. 2.3. Kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen en mee te beslissen over het harmonieus samenleven in de stamgroep en school, opdat iedereen tot zijn recht komt en welbevinden kan ervaren 3. Relatie van het kind met de wereld 3.1. Kinderen leren dat wat ze doen er toe doet en leren in levensechte situaties. 3.2. Kinderen leren zorg te dragen voor de omgeving. 3.3 Kinderen passen binnen wereldoriëntatie de inhoud van het schoolaanbod toe om de wereld te leren kennen. 3.4. Kinderen leren spelend, werkend, sprekend en vierend volgens een ritmisch dagplan. 3.5. Kinderen leren initiatieven te nemen vanuit hun eigen interesses en vragen. In de periode 2011-2016 werken jenaplanscholen aan de uitwerking van bovengenoemde jenaplankernkwaliteiten in school-en regioverband.
8 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
5. ANALYSE HUIDIGE SITUATIE Demografische context Ook in de komende jaren hebben de MOVARE-scholen nadrukkelijk te maken met terugloop van het aantal inwoners in de regio als gevolg van demografische ontwikkelingen. In berekeningen en prognoses houdt MOVARE al diverse jaren rekening met een jaarlijkse teruggang van het aantal leerlingen van gemiddeld 2,5%. Gevolgen kunnen uiteraard niet uitblijven. Zo zal het gebouwenbestand moeten worden teruggebracht. Minder leerlingen en minder gebouwen is in principe geen probleem, maar de weg van veel (leerlingen en gebouwen) naar minder is gecompliceerd omdat de inkomsten (gebaseerd op het aantal leerlingen) sneller dalen dan de vaste lasten. MOVARE is in overleg met het ministerie van OCW om samen te onderzoeken in hoeverre de gevolgen van de krimp kunnen worden beperkt. Regiobeschrijving Jenaplanschool ‘Elckerlyc’ is gelegen in Zuidoost-Limburg, in de Westelijke Mijnstreek. De Westelijke Mijnstreek, bestaande uit de gemeenten Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein, is een van de vier ‘stadsdelen’ van Zuid-Limburg, een complete stad in een wijds landschap. De regio is dé industrieregio van Limburg. Het chemiecluster is een belangrijke drager van de economie in dit gebied, maar ook voor Limburg als geheel. Wijkbeschrijving De school lag altijd aan de rand van Elsloo, maar is inmiddels ingesloten geraakt door de nieuwbouwwijk Aelserveld. Aan de overzijde van het gebouw ligt een al wat oudere wijk (jaren 70/80), aan de achterzijde een Sinti woonwagenkamp. De leerlingen komen behalve uit één van deze wijken, ook uit andere delen van Elsloo. Aangezien ‘Elckerlyc’ de enige neutraal bijzondere school is in de gemeente Stein en omgeving en bovendien de enige Jenaplanschool, vervult de school ook een regionale rol. In Elsloo zijn nog drie andere (katholieke) basisscholen. Ouders Het grootste deel van de ouders heeft een bewuste keuze voor ‘Elckerlyc’ gemaakt, omdat het Jenaplanconcept hen aanspreekt en past bij hun opvoedingsideeën en wereldbeeld. Daarnaast zijn er ouders die zich minder bewust zijn van het Jenaplanconcept, maar wel kiezen voor de sfeer en het pedagogisch klimaat dat op ‘Elckerlyc’ heerst. Er zijn ook ouders die voor Elckerlyc kiezen, omdat wij in ons onderwijs zo goed mogelijk aansluiten bij het niveau en het karakter van ieder kind. Bij ons hoeft een kind niet op zijn tenen te lopen, maar zich ook niet in te houden om ‘bij de groep’ te blijven of te horen. ‘Elckerlyc’ kent een gemêleerde ouderpopulatie met een divers opleidingsniveau. We kunnen constateren dat de landelijke trend dat beide ouders fulltime of parttime werken ook op onze school van toepassing is. Dit betekent dat dagelijks bijna alle kinderen overblijven, waarvoor tussenschoolse opvang geregeld is. Populatie van de school; kenmerken De ontwikkeling van het leerlingenaantal ziet er vanaf 2002 als volgt uit: 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
123 123 138 140 134 119 102 93 103
Volgens de huidige cijfers kunnen we onze school dus omschrijven als een kleine school met 103 leerlingen, geteld op 01-10-2010. Onderstaand beschrijven we een aantal belangrijke kenmerken van onze leerlingenpopulatie:
9 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
a.
(Extra) gewicht, geteld op 01-10-2010 Gewicht 0 101 lln. Extra gewicht 0,30 0 lln. Extra gewicht 1,2 2 lln. Totaal aantal: 103 lln.
b. Zorgleerlingen Als een leerling naast het reguliere aanbod ook onderwijs ontvangt op basis van een individueel handelingsplan spreken we bij ons op school van een zorgleerling. Het aantal zorgleerlingen op onze school bedraagt 10, geteld op 1-10-2010. Dit is 9,7% van het totale leerlingenaantal. Het kan zijn dat een zorgleerling een rugzakje heeft, dit geldt voor 5 leerlingen. c.
Ontwikkelingsperspectief Als een leerling grote moeite heeft met het volgen van het reguliere onderwijs en ook na toepassing van individuele handelingsplanning leerachterstanden van meer dan een jaar oploopt, kunnen we in overleg met de ouders de gemiddelde leerlijn loslaten. Deze leerling zal dus niet alle kerndoelen bereiken. Bij ons op school nemen we een dergelijk besluit in beginsel ten vroegste in groep 5 en ten laatste in begin groep 7. Aan zo’n besluit ligt altijd het advies van een extern deskundige ten grondslag. Het aantal leerlingen met een ontwikkelingsperspectief bedraagt 1, geteld op 1-10-2010. Dit is 0,97% van het totale leerlingenaantal. In het schooljaar 2011-2012 gaan wij officieel met het ontwikkelingsperspectief werken. d.
Resultaten Voor een goed inzicht in de resultaten van onze school maken wij, naast de aanbevelingen uit het laatste inspectiebezoek, gebruik van het Cito Leerling Volg Systeem en het MOVARE-risicoprofiel. Inspectiebezoek: Het laatste inspectiebezoek dateert van 26-01-2009 en was een vierjaarlijks bezoek. Naar aanleiding van dit bezoek kreeg Elckerlyc een basisarrangement. Aanbevelingen: De schoolpopulatie steeds als uitgangspunt nemen. Onszelf steeds afvragen: ‘Wat hebben onze leerlingen nodig?’ In de dagplanning laten zien hoe zorg gegeven wordt op niveau 2. Hierbij werken met een format. Eenduidig gebruik van handelingsplannen en plannen van aanpak. In het schooljaar 2010-2011 is op het gebied van lezen gestart met het werken met groepsplannen. Deze werkwijze wordt in de komende schooljaren uitgebreid naar andere leergebieden. Ontwikkelingsperspectief maken voor zwakke leerlingen en hierbij hoge verwachtingen uitspreken. (Zie punt c). Meerjarenplanning en jaarplannen opstellen. De systematische evaluatie van het onderwijsleerproces verbeteren. Risicoprofiel: Dit profiel bevat o.a. gegevens omtrent de eindtoetsopbrengsten, de tussenopbrengsten, het pedagogisch/didactisch handelen van onze leerkrachten en in- uit- en doorstroom van onze leerlingen. Op de volgende pagina treft u ons profiel aan.
10 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
RISICOPROFIEL 1
Toezichtsarrangement
2
Algemeen
BS Elckerlyc
jul-11
basis
-2007
-2008
-2009
-2010
-2011
-2012
% risicoleerlingen (td cfi) % zorgleerlingen (td hp)
11%
6%
2%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Eindopbrengsten
533,9
532,2
535,4
535,2
Opbrengst Taal
0
0
0
77,7
0
0
Opbrengst Rekenen
0
0
0
41
0
0
3
Entreetoets (+5norm)
0
0
0
4
Tussenopbrengsten
-2010
-2011
-2012
2
-2009
DMT oude versie TL E3 DMT leeskaart 2
GV
+5norm
37,1
TL E4 DMT leeskaart 3
GV
+5norm
60,5
TL E3 DMT leeskaart 2
GV
+5norm
0
21,3
TL E4 DMT leeskaart 3
GV
+5norm
0
59,6
E3
GV
+5norm
0
E4
GV
+5norm
0
E3 leestechniek
GV
+5norm
0
E3 leestempo
GV
+5norm
0
E4
GV
+5norm
0
M6 oude versie
GV
+5norm
30,8
M6 nieuwe versie
GV
+5norm
0
RW E4 algemeen oude versie
GV
+5norm
0
RW E6 algemeen oude versie
GV
+5norm
89,1
95,8
RW E4 algemeen nieuwe versie
GV
+5norm
41,5
65,6
RW E6 algemeen nieuwe versie
GV
+5norm
DMT nieuwe versie
LLT oude versie
LLT nieuwe versie
Begrijpend lezen 35,1
Rekenen Wiskunde
0 januair 2009
5
Kernindicatoren
2.1
De aangeboden leerinhouden T en RW zijn dekkend voor de kerndoelen
3
2.2
De leerinhouden T en RW worden aan minstens 90% van de leerlingen aangeboden
3
2.4
De school past de leerinhoud T aan aan de behoeften van de achterstandsleerlingen
3
5.1
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer
3
5.2
De leraren leggen duidelijk uit
3
5.3
De leerlingen zijn actief betrokken De school hanteert een samenhangend systeem van instrumenten en procedures om de ontwikkeling te volgen
3
7.1 8.3
De school voert de zorg planmatig uit
3
6
Leerling 12 jaar (e.o.)
2,0%
3,2%
0,0%
0,0%
7
Zittenblijven
6,5%
4,0%
0,0%
0,0%
inspectie
3
11 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
8
Uitstroom sbo
9
Veiligheid leerlingen
0,0%
0,0%
0,0%
1
10 Veiligheid leraren
1
11 Omgeving a b c d e f
0,0%
2009
2010
ziektepercentage A. jan-mei ziektepercentage B. sep-dec verzuimfrequentie periode A verzuimfrequentie periode B stabiliteit personele situatie adviezen vo (80% norm)
2011
2012
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
12 Leerlingen aantal
-26,2%
kind-leerkracht ratio
14,3
Uit de analyse van het risicoprofiel blijkt bij de tussenopbrengsten van 2010 dat in groep 3 onvoldoende wordt gescoord op de DMT E3 toets en in groep 6 op de M6 toets begrijpend lezen. Zie ook bij consequenties analyse in hoofdstuk 6 Blik vooruit. e.
Schoolteam Het team bestaat uit 11 leden: 8 vrouwen en 3 mannen De teamleden werken allen parttime (variërend van 2 tot 4 dagen). Eén leerkracht heeft de taak van interne begeleider, één leerkracht heeft de taak van taal/leescoördinator, één leerkracht is ICT-er, twee leerkrachten zijn respectievelijk coördinator onderbouw en coördinator bovenbouw. Er is een klassenassistent voor groep 1 t/m 4 (2 ochtenden per week), een onderwijs ondersteunend personeelslid voor 2-3 dagen per week en een directeur voor 4 dagen per week. De leeftijden van de teamleden liggen tussen 29 en 61 jaar. De gemiddelde leeftijd van het schoolteam bedraagt 48 jaar. Dit ligt ruim boven het landelijke gemiddelde van 42 jaar. Schema teamopbouw: Leeftijdscategorie Aantal personeelsleden
20-30 1
30-40 2
40-50 3
50-60 4
>60 1
f. Huisvesting/schoolgebouw Bouwjaar: 1981 Ligging: in Elsloo, op de grens van twee woonwijken en een Sinti woonwagenkamp Medegebruik door: organisatie voor kinderopvang MIK (BSO voor kinderen vanaf 8 jaar) Leegstand: 2 lokalen Bijzonderheden: het gebouw is qua opzet en indeling gebaseerd op de principes van het Jenaplanonderwijs.
12 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
g.
SWOT-analyse De SWOT-analyse (strenghts, weaknesses, opportunities en threats) is een hulpmiddel waardoor we ons zelf (interne analyse) en de omgeving waarin we opereren (externe analyse) beter kunnen begrijpen. Hierdoor kunnen we de toekomst (4 jaar) doelgerichter benaderen. Sterke punten onderwijsconcept Jenaplan grote betrokkenheid van de teamleden veel stimulans vanuit het team om ouders bij de school te betrekken positief en veilig schoolklimaat kindgerichte visie, onderwijs op maat gebouw + buitenruimte ontworpen voor Jenaplanonderwijs Zwakke punten teamleden zijn niet optimaal breed inzetbaar alle leerkrachten werken parttime (1,5 tot 4 dagen per week) te weinig eensgezindheid in het team door veel behoefte aan autonoom kunnen werken borging van verbetertrajecten verloopt moeizaam Kansen
grote motivatie van het team leerkrachten staan open voor ontwikkeling kleinschaligheid van de school is aantrekkelijk voor ouders onze kindgerichte aanpak is aantrekkelijk voor ouders meer focus op opbrengstgericht werken en begeleiding hierbij door O&O bij individuele leerkrachten is hoge expertise aanwezig het in 2011 opgestelde zorgprofiel geeft duidelijkheid m.b.t. aanname en begeleiding van zorgleerlingen samenwerking met MIK, BSO in school
Bedreigingen dalend leerlingenaantal – vermindering formatie Elckerlyc is één van de kleine scholen van Movare. Masterplan? twijfelachtig imago in voedingsgebied groot aantal zij-instromers / zorgleerlingen sterke reactie van ouders wanneer zaken in school niet optimaal lopen opbrengsten zijn niet stabiel wisselingen binnen het team (veel langdurige vervangingen)
13 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
6. BLIK VOORUIT SWOT-matrix
Jenaplanschool Elckerlyc
Kans * grote betrokkenheid en motivatie van het team * leerkrachten staan open voor ontwikkeling * kleinschaligheid van de school is aantrekkelijk voor ouders * onze kindgerichte aanpak is aantrekkelijk voor ouders * meer focus op opbrengstgericht werken en begeleiding hierbij door O&O * bij individuele leerkrachten is hoge expertise aanwezig * zorgprofiel: geeft duidelijkheid m.b.t. aanname en begeleiding van zorgleerlingen * samenwerking met MIK, BSO in school
Bedreiging * dalend leerlingenaantal – vermindering formatie * Elckerlyc is één van de kleine scholen van Movare. Masterplan? * twijfelachtig imago in voedingsgebied * groot aantal zij-instromers / zorgleerlingen * sterke reacties van ouders wanneer zaken in school niet optimaal lopen * opbrengsten zijn niet stabiel * wisselingen binnen het team (veel langdurige vervangingen)
Sterkte * onderwijsconcept Jenaplan * veel stimulans vanuit het team om ouders bij de school te betrekken * grote betrokkenheid van de teamleden * positief en veilig schoolklimaat * kindgerichte visie, onderwijs op maat, waaronder excellentieproject * gebouw + buitenruimte ontworpen voor Jenaplanonderwijs
Groeien * teamleden meer op één lijn * focus op opbrengstgericht en handelingsgericht werken * de expertise in het team wordt gebruikt d.m.v. teamleren * teamleden staan open voor teamleren * èchte samenwerking tussen teamleden * zorgprofiel: expertise vergroten op het gebied van onze ambitie * leerlingaantal
Verbeteren * waardering van een deel van de ouders voor team en school * stabiliteit in de opbrengsten * stabiliteit binnen het team * borging van verbetertrajecten * wereldoriëntatie meer kwaliteit geven
Zwakte * teamleden zijn niet optimaal breed inzetbaar * alle leerkrachten werken parttime (1,5 tot 4 dagen per week) * te weinig eensgezindheid in het team door veel behoefte aan autonoom kunnen werken * borging van verbetertrajecten verloopt moeizaam
Verdedigen * ons Jenaplanconcept, zowel intern (blijven verbeteren), als extern richting omgeving, Movare en inspectie * positief en veilig schoolklimaat, kindgerichtheid * huidige expertise binnen het team * excellentieproject * betrokkenheid van teamleden en ouders * koesteren
Ombuigen * imago van de school verbeteren blijft aandachtspunt * reële kritiek van ouders, waar mogelijk ouders dicht bij ons houden * eensgezindheid binnen het team * inzetbaarheid van teamleden vergroten
14 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Consequenties analyse: De in hfd.4 beschreven visie en de in hfd. 5 beschreven analyse hebben consequenties voor de manier waarop we ons onderwijs in de komende 4 jaar gestalte willen gaan geven. Wat worden onze speerpunten? 1.
Risicoprofiel: De onvoldoende tussentijdse resultaten op het gebied van lezen zorgen teambreed voor urgentiebesef. We zullen betere leesopbrengsten dienen te realiseren. Om die te bereiken hebben we in de periode maart-juni 2011 gewerkt aan een plan van aanpak voor het leesonderwijs. Dit heeft al tot verbeteringen geleid. In het schooljaar 2011-2012 zullen we op deze voet verder gaan. De begeleidingsdienst O&O van Movare wordt ingeschakeld om ons hierbij te ondersteunen. We doen daarnaast mee aan het leesverbetertraject dat op stichtingsniveau met ingang van het schooljaar 2011-2012 start. Voor dit traject verwijzen we naar bijlage 1. Leesverbetertraject Movare
2.
Leerlingenzorg: het werken met groepsplannen, in eerste instantie voor lezen. Vervolgens uitbreiden naar andere leergebieden. Wij streven naar een leerlingenzorg waarin meer focus ligt op het doelgericht en opbrengstgericht werken met leerlingen. We gaan de handelingsen groepsplannen nog duidelijker en SMART omschrijven. Starten met het werken met ontwikkelingsperspectieven.
3.
Ten behoeve van opbrengstgericht en handelingsgericht werken gaan we het directe instructie model implementeren. Leerkrachten gaan zich toeleggen op het geven van effectieve instructie, doelgericht werken en effectief klassenmanagement.
4.
Zorgprofiel: verdere verdieping en verbetering van de expertise m.b.t. dyslexie, taal, lezen, hoogbegaafdheid en gedragsproblemen gekoppeld aan hoogbegaafdheid.
5.
Elckerlyc is een Jenaplanschool en werkt voordurend aan de ontwikkeling van zijn Jenaplankernkwaliteiten. Het vakgebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ moet meer vorm en kwaliteit krijgen.
6.
Expliciet aandacht geven aan de borging van verbetertrajecten
7.
Alle teamleden dienen voldoende oog te hebben voor oudertevredenheid, vooral door te zorgen voor goede opbrengsten, goede leerlingbegeleiding en voldoende rapportage naar ouders toe. Als we meer op één lijn zitten hebben we een betere uitstraling naar ouders toe. We streven er samen naar ouders dicht bij ons te houden.
8.
Bovenstaande komt ook ons imago naar buiten toe ten goede. We zullen blijven werken aan verbetering van ons imago en groei van ons leerlingenaantal. Laten zien dat we een goede school zijn en bestaansrecht hebben binnen Elsloo en Movare!
9.
We zullen moeten blijven werken aan samenwerking, eensgezindheid en teamleren.
Inspiratie hierbij: In zijn hoofdstuk over Teamleren tekent Peter Senge twee grote blokpijlen. Elke blokpijl bevat een aantal kleinere pijlen. De grote blokpijl staat voor de kracht die een team kan ontwikkelen: die kracht is de optelsom van de kracht die elke pijl afzonderlijk ontwikkelt. In beide blokpijlen staan evenveel kleinere pijlen. Toch zie je onmiddellijk dat de tweede blokpijl aanzienlijk meer kracht kan ontwikkelen dan de eerste blokpijl. De eerste blokpijl kun je zien als een team waarin de leden elk hun eigen doel hebben. Die doelen hebben weinig met elkaar te maken. Het team zal ongetwijfeld wel een resultaat neerzetten. En misschien zelfs het afgesproken resultaat. Maar je ziet dat er veel energie verloren gaat. Jammer!
15 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
De tweede blokpijl laat zien hoe het in principe óók kan. De persoonlijke doelen van de teamleden zijn veel meer gelijkgericht. De teamleden zijn in staat geweest hun persoonlijke doelen te verenigen met het gezamenlijke doel. Het gezamenlijke doel is daardoor als het ware een resultante geworden van ieders persoonlijke doel. Dat is geen zelfopoffering. Beslist niet. Ieder afzonderlijk zal zijn eigen persoonlijke doel veel gemakkelijker realiseren. Samen realiseert men bovendien het gezamenlijke doel. En je ziet dat de energie nu nuttig gebruikt wordt.
Hoe kom je nu zover als team? In de eerste plaats is er een gemeenschappelijke visie nodig. Wat wil je samen maken? Waar ga je samen naar toe? De leider heeft hier een belangrijke rol. Hij formuleert het probleem, het doel en het resultaat. Daarmee levert hij de grote blokpijl. De pijl die het team richting geeft. De pijl waaraan de individuele teamleden kunnen aflezen of hun persoonlijke motieven voldoende sporen om zinvol mee te werken aan het project. De individuele teamleden zullen vervolgens zelf de omslag moeten maken die we hiervoor omschreven als 'Van willen naar kiezen'. Die omslag houdt in dat je je persoonlijke doelen bijstelt in de richting van de gemeenschappelijke pijl.
16 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
7. AANBOD ONDERWIJS EN LEREN De wet "Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen" is op 1 augustus 2010 in werking getreden. De wet strekt zich over vrijwel alle onderwijssectoren uit en beoogt: een goede zichtbaarheid van het niveau van beheersing van de Nederlandse taal en het rekenen voor zowel de leerling als de leraar en de school; meer eenduidigheid in taal- en rekenonderwijs in de gehele onderwijskolom; meer doelgericht taal- en rekenonderwijs door nauwkeurig omschreven doelen; een betere overdracht van leerlingen tussen de verschillende onderwijssectoren door de introductie van een eenduidige en gemeenschappelijke taal; het ontstaan van beter doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen; het (opnieuw) doordenken door scholen van de aanpak van taal en rekenen; het verleggen van accenten binnen het huidige taal- en rekenonderwijs. Genoemde wet vormt voor ons de basis voor (aanpassing van) lesmethoden, leermiddelen en toetsen. Dit zal ook uitgangspunt zijn bij het ontwerpen van taal- en rekenonderwijs binnen onze school. Samen spelen, werken, praten en vieren waarbij het kind centraal staat. Het Jenaplan-concept is rond 1920 ontwikkeld door de onderwijskundige Peter Petersen. Hij was als hoogleraar Pedagogiek verbonden aan de Universiteit van Jena (Duitsland) en legde daar de basis voor de onderwijsprincipes. Deze werden bekend onder de naam Jenaplan. Petersen was een van de onderwijsvernieuwers, naast bijv. Maria Montessori en Freinet, die zich afzetten tegen de klassieke school van die tijd, met name omdat deze geen rekening hield met het feit dat kinderen naar aanleg en tempo verschillen. Een belangrijk uitgangspunt van het Jenaplanonderwijs is dat de kinderen leren omgaan met verschillen. Verschillen in eigenschappen, achtergronden en capaciteiten. In een Jenaplanschool wordt geprobeerd kinderen op een rechtvaardige en vreedzame manier met verschillen en tegenstellingen te leren omgaan. Respect voor anderen en eerbied voor het leven zijn belangrijke waarden in een Jenaplanschool. Bovenstaand uitgangspunt betekent ook dat ieder kind gezien wordt als een uniek mens, met zijn/haar eigen unieke capaciteiten en mogelijkheden. Op een Jenaplanschool krijgt daarom elk kind de kans zich zoveel mogelijk in eigen tempo en op eigen wijze te ontwikkelen. Juist op een Jenaplanschool worden kinderen gestimuleerd zoveel mogelijk uit zichzelf te halen. Er wordt gewerkt aan de totale ontwikkeling van het kind: leren lezen, schrijven, rekenen (de kennisvakken) leren samenwerken, een ander te helpen, luisteren, je mening te geven, iets moois te maken, zorg te hebben voor anderen….. Om al deze opvattingen te realiseren heeft Elckerlyc een organisatievorm en lesstructuur die kenmerkend is voor een Jenaplanschool. De tijd die de kinderen op school zijn wordt ingedeeld in tijd voor gesprek, spel, werk en viering, de basisactiviteiten in school. Deze vier basisactiviteiten komen op een natuurlijke wijze terug in het ritmisch weekplan. Om de kinderen te leren omgaan met verschillen en tegenstellingen zitten zij niet in een klas, maar in een stamgroep. Een klas is een groep kinderen die over het algemeen in hetzelfde jaar geboren is en op dezelfde tijd dezelfde hoeveelheid leerstof te verwerken krijgt. In een stamgroep zitten kinderen van verschillende leeftijden en met verschillende vorderingen in de leerstof. Elckerlyc heeft een onderbouw (leeftijd 4 t/m 6 jaar, groep 1/2 ), middenbouw (leeftijd 5 t/m 10 jaar, groep 3/4 en 5/6) en bovenbouw (leeftijd 10 t/m 12 jaar, groep 7/8). In principe ervaren de kinderen dus hoe het is om in een groep telkens de jongste, de middelste en de oudste te zijn. Elke stamgroep heeft een eigen lokaal dat voor de kinderen een veilige omgeving moet bieden en dat ook gedeeltelijk samen met de kinderen ingericht en beheerd wordt. Om de basisvaardigheden lezen, taal, schrijven en rekenen doelmatig aan te leren wordt er regelmatig aan groepen kinderen, die aan dezelfde leerstof toe zijn, lesgegeven. Zelfstandig werken neemt een zeer belangrijke plaats in binnen het Jenaplanonderwijs en dus ook op Elckerlyc. Zelfstandig werken wordt kinderen geleerd vanaf het moment waarop ze als vierjarige de school binnenkomen. Het ene kind is zelfstandig van nature, een ander heeft thuis al veel geleerd op dit gebied en een ander kind helpen we hier op school mee. Zelfstandigheid is immers niet alleen belangrijk op de basisschool, maar ook later in het vervolgonderwijs en bij het kunnen 17 deelnemen aan de maatschappij. JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
A.
Leerstofaanbod groep 1 t/m 2
Het onderwijs in groep 1/2 vindt niet plaats op basis van vakken en leerstof, maar op basis van een beredeneerd aanbod van leeractiviteiten, waarbij onderwijsinhouden worden aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind. Door middel van het werken volgens het ‘hoekenprincipe’ en aan de hand van thema’s komen de kinderen op een spontane manier toe aan het bereiken van de (kern)doelen. De twee lokalen van de onderbouw zijn zodanig ingericht dat kinderen door de hoeken worden uitgedaagd, uitgenodigd en geprikkeld en zodoende spelend leren. De hoeken zijn niet statisch en niet af: zij veranderen naar gelang het beoogde doel of thema en zij ‘groeien’ doordat kinderen en leerkracht materialen toevoegen gedurende het thema. De doelen worden vooraf in de thema’s verweven. De hoeken worden aan ieder thema aangepast. Er wordt gewerkt, gespeeld en ontdekt. Inspiratie wordt o.a. geput uit het ‘Hoekenboek’ Gesprek en instructie voorafgaand aan het werken, vindt plaats in de kring. De leerkracht pleegt interventies om kinderen naar het beoogde doel te helpen, aanvullende doelen te behalen (voor de vlotte leerling) of het doel bij te stellen (voor de langzamere leerling). Voor de vlotte leerling is er ook de excellentieklapper, voor de langzamere leerling extra instructie en extra begeleiding door de leerkracht. Interventie kan ook bestaan uit begeleid spelen of meespelen door de leerkracht. De kinderen leren bewust keuzes te maken, om te gaan met geplande taken (werkplan), eenvoudige eigen registratie bij te houden en in overleg te gaan met elkaar. Er wordt gebruik gemaakt van diverse methoden. Wij kiezen relevante activiteiten en bewaken hierbij de lijnen naar de volgende groep. We maken gebruik van: Rekenen/wiskunde Voorbereidend en aanvankelijk lezen Schrijven Sociaal-emotionele ontwikkeling Oriëntatie op jezelf en de wereld Gymnastiek Creatieve vakken Verkeer
: : : : : : : :
Pluspunt Leeslijn Schrijfdans en Schrift Ho, tot hier en niet verder…! thema’s a.d.h.v. ‘de fiets van Jansen’ Basislessen voor bewegingsonderwijs Uit de kunst Rondje Verkeer
Van de Leeslijn worden alle routines in de weekrooster gepland en verdeeld in de routines: ontlokken van schrijfgedrag, stimuleren van leesgedrag en taalbewustzijn. We volgen de ontwikkeling van de kinderen door middel van onze eigen observaties, PRAVOO en CITO (Taal voor kleuters en Ordenen). Minimaal twee keer per schooljaar vinden er oudergesprekken plaats. Ouders ontvangen dan tevens een verslag. Kernactiviteit Mondelinge Communicatie (gesprekken en kringactiviteiten)
Onder deze kernactiviteit vallen: 1. Groepsgesprekken in de kleine groep a. gesprekken over actuele gebeurtenissen b. voor- en nabespreken van prentenboeken met taalzwakke leerlingen c. gesprekken aan de hand van ontwikkelingsmateriaal d. verder praten over belevenissen die in de grote kring aan de orde zijn geweest. 2.
Activiteiten in de grote kring a. ochtend- en middagbegin met aandacht voor de absenten, bijzondere gebeurtenissen en het dagritme b. bespreken groepsregels; vooraf om uit te leggen, achteraf om te kijken of en hoe het gelukt is c. zang- dans-, doe-, denk- en kimspelletjes
3.
Gespreksactiviteiten met prentenboeken a. Prentenboekactiviteiten worden in de kring uitgevoerd. Ze worden interactief gebruikt en vormen op die manier een belangrijk hulpmiddel bij de taalontwikkeling. Een prentenboek wordt minimaal 3 x aan de orde gesteld. De eerste maal (introductie) ligt de activiteit sterk bij de leerkracht. De volgende keren verschuift de activiteit steeds meer naar de leerling. 18 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
4.
Verhalen vertellen en voorlezen a. Elke leerkracht leest verhalen voor die passen bij het thema dat aan de orde is.
5.
Kerndoelen a. De kernactiviteit mondelinge communicatie draagt uiteraard bij aan de kerndoelen op het gebied van taal. Gesprekken en kringactiviteiten dragen ook bij aan de kerndoelen rekenen, aardrijkskunde, natuur en geschiedenis. Voor zover het om zang- en bewegingsspelletjes gaat leveren ze een bijdrage aan de kerndoelen op het gebied van spel, bewegen en muziek.
Kernactiviteit lezen en schrijven(beginnende geletterdheid)
We richten ons onderwijs in de onderbouw dusdanig in dat lezen en schrijven uit de wereld buiten de school ook in de school als betekenisvol herkend wordt door de kinderen. Binnen het kader van deze kernactiviteit is er structurele aandacht voor: 1. Werken met boeken 2. Schrijven en lezen van teksten 3. Motorische activiteiten als voorbereiding op handschriftactiviteiten 4. Werken met de computer Binnen deze kernactiviteit komen aan de orde: a. Leren gebruiken van de computer b. Leren gebruiken van digitale hulpmiddelen (fotocamera) a.
Kerndoelen De kernactiviteit beginnende geletterdheid draagt uiteraard bij aan het bereiken van de kerndoelen taal. Belangrijk is ook dat er in 1999 tussendoelen voor beginnende geletterdheid zijn geformuleerd door het Expertisecentrum Nederlands. In de periode 2011-2015 willen we deze tussendoelen als richtinggevers integreren in ons onderwijs. Dat betekent dat we voor de groepen 1 en 2 alle gewenste doelen vooraf vaststellen. Die doelen vormen voor de leerkrachten het richtpunt van hun onderwijs. De kernactiviteit beginnende geletterdheid draagt ook bij aan een aantal leergebiedoverstijgende kerndoelen, met name werkhouding en zelfbeeld.
Kernactiviteit rekenen-wiskunde
Kinderen leven in een wereld die vol zit met getalsmatige aspecten. Voor ze op school komen, hebben ze al heel wat hoeveelheidservaringen opgedaan. Binnen het kader van deze kernactiviteit is er structurele aandacht voor: a. Telactiviteiten b. Zang-, tel- en bewegingsspelletjes c. Gezelschapsspelen d. Meetactiviteiten e. Werken met ontwikkelingsmaterialen f. Bouwactiviteiten g. Werken met de computer Kernactiviteit spelen
Spel heeft grote betekenis voor de ontwikkeling van kinderen. Door te spelen krijgen kinderen greep op de wereld om hun heen. Vandaar dat er in de groepen 1 en 2 structurele aandacht is voor de volgende vormen van spel. a. Bewegingsspel Bewegingsspel vindt dagelijks plaats in de speelzaaal. Het groot materiaal dat voor bewegingsspel wordt ingezet omvat klimrekken, wandrekkken, glijbaan, ladders, banken, springkasten, wip en matten. Klein materiaal omvat skippyballen, touwtjes, hoepels, kegels, pittenzakken en allerlei soorten ballen. Tevens vinden in de speelzaal de behendigheidsspelen plaats. 19 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
b.
Buitenspel Buitenspel gebeurt bij geschikte weersomstandigheden twee maal per dag. Voor het buitenspel is groot materiaal beschikbaar in de vorm van klimtoestellen, schommels, zandbak en duikelstangen. Bovendien kunnen de kinderen beschikken over grote en kleine wagens, karren, loopklossen en stepjes. De leerkrachten tonen belangstelling, spelen mee, geven spelsuggesties, observeren en houden afspraken in de gaten.
c.
Manipulatief spel
d.
Rollenspel In elke groep is er een regelmatig wisselende themahoek die rollenspel mogelijk maakt. De themahoeken worden na een pakkende introductie samen met de kinderen ingericht. Om de kwaliteit van het rollenspel te bevorderen, spelen de leerkrachten voor en mee.
e.
Kerndoelen In de spelsituaties komen de leergebiedoverstijgende kerndoelen in samenhang vaak tot volle ontplooiing. Zowel voor werkhouding, het werken volgens plan, het gebruik van uiteenlopende strategieën, het werken aan zelfvertrouwen en sociaal gedrag zijn spelsituaties van groot belang. Bij de leergebiedspecifieke kerndoelen worden bijdragen geleverd aan het gebied van de lichamelijke opvoeding, met name de domeinen gymnastiek, spel, bewegen op muziek en rollenspel.
Kernactiviteit construeren en uitbeelden
Binnen deze kernactiviteit komen de volgende activiteiten structureel aan de orde. a. Werken met zand, water en klei. Voor groep 1/2 staat een zand/watertafel ter beschikking. Zand, water en klei zijn ongevormde materialen en geven veel gelegenheid tot manipulerend en experimenterend spel. b. c. d. e. f.
Tekenen, schilderen en werken met papier Werken met kosteloos materiaal, natuurmateriaal en textiel Werken met bouw- en constructiematerialen Werken met compositiematerialen Kerndoelen Constructieve en beeldende activiteiten leveren bijdragen aan leergebiedoverstijgende kerndoelen als werkhouding en werken volgens plan. Bij de leergebiedspecifieke kerndoelen wordt bijgedragen aan techniekdoelen, teken- en handvaardigheidsdoelen, rekenwiskunde doelen, natuurdoelen en aardrijkskundedoelen.
Thema´s en projecten
Thema´s en projecten stellen de kinderen en de leerkrachten in staat om met de boven beschreven kernactiviteiten in samenhang aan de slag te gaan. Bij de opzet van projecten speelt de inbreng van de kinderen een belangrijke rol. Hierbij maken we gebruik van de werkwijze ‘De fiets van Jansen’ van het JAS (Jenaplan Advies en Scholing)
20 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Tijdens een project van wereldoriëntatie begin je in de kring om te zien hoeveel de kinderen al over het onderwerp weten, of om de kinderen te prikkelen. Dit is het voorwiel. Tijdens het project worden de kinderen begeleid en aangestuurd door de leerkracht (ketting), zodat de kinderen stevig in het zadel zitten. De kinderen eindigen het project met een presentatie (achterwiel), waarbij de kinderen de gevonden resultaten presenteren, ervaringen kunnen vertellen en eventueel het proces bespreken. Aan het eind van het project hebben de kinderen (als alles goed is gegaan) hun bagagedrager goed volgepakt en weten veel over het project. Fasen van ‘de fiets van Jansen’: 1. Prikkelen 2. Leervragen 3. Wie gaat wat doen? 4. Verslagrijpheid 5. Presentatie 6. Vastleggen
Onze doelen bij het werken met thema´s en projecten zijn: a. samenhang in activiteiten b. kinderen leren “hoe het in het echt is” c. kinderen krijgen kansen om echte ervaringen op te doen d. kinderen kunnen “deelnemen aan de wereld” e. thema’s zijn een bron voor rollenspel f. thema’s en projecten dragen door hun “echtheid” bij aan de leergebiedspecifieke kerndoelen, waarbij vooral het domein “oriëntatie op mens en wereld” een accent krijgt. g. thema’s en projecten dragen door hun samenhang bovendien bij aan enkele leergebiedoverstijgende kerndoelen (werkhouding, werken volgens plan, leerstrategieën)
B.
Leerstofaanbod groep 3 t/m 8
Het leerstofaanbod is van groot belang voor de ontwikkelkansen van de kinderen. Wij vinden het belangrijk dat het methodische aanbod eigentijds is en dat het kinderen goed voorbereidt op het vervolgonderwijs. De school kiest daarom voor methoden die recht doen aan de eisen zoals geformuleerd in de referentieniveaus taal en rekenen en voor het overige dekkend zijn voor de kerndoelen. Dit zijn onze methoden: Rekenen/wiskunde Nederlandse taal Aanvankelijk lezen Voortgezet lezen Begrijpend lezen Schrijven Sociaal-emotioneel Oriëntatie op jezelf en de wereld Engels Gymnastiek Creatieve vakken Verkeer
: : : : : : : : : : : :
Pluspunt Taal in beeld Leeslijn Leeslijn Goed Gelezen / Nieuwsbegrip XL Schrift Ho, tot hier en niet verder…! De grote reis+thema’s a.d.h.v. ‘de fiets van Jansen’ Take it easy (groep 5 t/m 8) Basislessen voor bewegingsonderwijs Uit de kunst Op voeten en fietsen / JeugdVerkeersKrant
De school biedt de leerstof van de bovengenoemde methoden aan tot en met het niveau van groep 8. Dit geldt voor alle leerlingen, tenzij er sprake is van een individueel ontwikkelingsperspectief of een specifiek handelingsplan dat anders vermeld. De school biedt een ononderbroken lijn aan in het leerstofaanbod. We geven deze vorm door het gebruik van dezelfde methoden en door afstemming van de manier van lesgeven. De school past het leerstofaanbod aan de behoeften van de leerlingen aan. De methoden bieden naast basismateriaal ook verbredings- en verdiepingsmateriaal. Voor leerlingen met specifieke
21 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
problemen worden handelingsplannen opgesteld met gebruik van extra materiaal. Instructie en verwerking van leerstof vindt plaats tijdens meerdere blokperiodes per dag. In een blokperiode leren de kinderen onder eigen verantwoordelijkheid hun werk te plannen, uit te voeren en te evalueren. Hiertoe behoort ook het structureren van het werk, zelfstandig omgaan met materialen, zelfredzaamheid, samenwerken en anderen helpen. Hulpmiddel hierbij is het dag- of weekplan, waarin leerling en leerkracht bepalen welk werk er gedurende een dag of week moet gebeuren en welke instructies er door de leerkracht gegeven worden. Tijdens instructiemomenten aan een deel van de groep, werkt de rest van de groep zelfstandig aan hun dag- of weekplan. Het kind houdt op het dag- of weekplan bij wat het al gedaan heeft. Voor kinderen die klaar zijn met hun geplande werk, zijn er aanvullende- en keuzeopdrachten. Om tegemoet te komen aan de basisvorm spel en aan de bewegingsbehoefte van kinderen is er dagelijks van 10.00-10.30 uur VrijWerkTijd. Een half uurtje vol activiteiten waarin kinderen kunnen spelen en bewegen, uiteraard gekoppeld aan een leerdoel. Bij oriëntatie op jezelf en de wereld wordt net als bij de kleuters gebruik gemaakt van de werkwijze ‘de fiets van Jansen’. C.
Inzet van ICT-middelen
We zullen onderstaand kort aangeven welke elementen van belang zijn bij inzetten van ICTmiddelen ten behoeve van het onderwijs: a.
b.
c.
d.
e. f. g.
h.
ICT als methode: Wij gebruiken de volgende web-based methode: - Take It Easy (Engels) ICT bij methode: Wij gebruiken software ter ondersteuning van de methodes: - Leeslijn - Pluspunt - Taal in beeld ICT als methode-ondersteuning: Wij gebruiken de volgende software ter ondersteuning van de methodes: - Ambrasoft - Klasse TV (web-based) - Nieuwsbegrip (web-based) - Op wereldreis - Virtueel Kasteel Zoetermeer - Rekenweb (web-based) - Yurls groep 7/8 (web-based) ICT als communicatiemiddel: Binnen de scholen van Movare, waarbij leerlingen vanaf groep 6 via live@edu kunnen communiceren. Dit is begin schooljaar 2010-2011 gestart. Er wordt door onze school vooralsnog niet aan deelgenomen. ICT als informatiemiddel: Vanaf groep 5 leren de kinderen informatie opzoeken m.b.v. de computer. ICT als presentatiemiddel. Vanaf groep 6 leren de kinderen ICT te gebruiken als presentatiemiddel. ICT als remediërend /verrijkend middel. - Voor rekenremediëring: Maatwerk Rekenen - Voor leesremediëring: Speciale Leesbegeleiding Digitale schoolborden: Een smartboard is een digitaal interactief schoolbord. Dit betekent dat in lessen op een eenvoudige manier gebruik gemaakt kan worden van websites, software, filmpjes, muziekfragmenten, interactieve teksten, presentaties e.d. Daarbij is het mogelijk om instructies die op het bord gemaakt zijn op te slaan en later weer op te roepen. Het gebruik van deze technologie vergroot de mogelijkheden om te leren en maakt leren leuker. Leren gaat immers vaak beter wanneer je de leerstof visualiseert. Toch hangt het succes van het bord voor een groot deel af van de leerkracht die het gebruikt. Leerkrachten die het smartboard gebruiken, hebben daarom een cursus gevolgd die door de Stichting MOVARE aangeboden wordt. Momenteel hebben 3 van de 4 groepen een smartboard: de groepen 3/4, 5/6 en 7/8.
22 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
D.
Actief burgerschap en sociale integratie
Burgerschapsvorming brengt jonge burgers (want dat zijn onze leerlingen immers!) kennis, vaardigheden en houdingen bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Wij vinden dat als school belangrijk omdat het onze leerlingen een kans op een goede toekomst biedt. Hoe geeft onze school vorm aan actief burgerschap en sociale integratie? Onze school richt zich op het bijbrengen van kennis (weten), vaardigheden (kunnen) en houdingen (willen) en op het opdoen van ervaringen (actief! burgerschap). Dit doen we vooralsnog niet m.b.v. een bepaalde methodische leergang, maar het is verweven in ons totale onderwijs. Er zijn 3 gebieden waarop wij ons richten, nl. democratie, participatie en identiteit. We zullen onze aanpak schematisch weergeven:
Kennis
Vaardigheden
Houdingen
Democratie
Participatie
Identiteit
Via de zaakvakken komen aan de orde:
Via de zaakvakken komen aan de orde:
1.
Ontstaan republiek Nederland 2. Europese gemeenschap, 3. Verenigde Naties 4. Democratie 5. Monarchie 6. Dictatuur 7. Stemrecht 8. Politieke partijen 9. Rechtspraak 10. Rechten van de mens Alle 11. onderwijsactiviteiten Kinderrechten leveren een bijdrage aan:
1. Klas, school, buurt, gemeente, stad 2. Provincie, land, Europa, wereld 3. Ongelijkheid 4. Discriminatie
‘Élckerlyc’ is een neutraal bijzondere basisschool die werkt vanuit het Jenaplanconcept. Aan de orde komen: 1. Bevorderen van de zelfstandigheid 2. bevorderen van het kritisch bewustzijn 3. ontwikkelen van de creativiteit 4. gerichtheid op sociale rechtvaardigheid
Alle onderwijsactiviteiten leveren een bijdrage aan:
Alle onderwijsactiviteiten leveren een bijdrage aan:
1. Het nakomen van afspraken die in de groep gemaakt zijn 2. Het kunnen omgaan met kritiek 3. Kritische vragen kunnen stellen bij maatschappelijke ontwikkelingen 4. Een eigen standpunt kunnen bepalen en 5. toelichten 6. Problemen op een positieve manier willen oplossen
1. Spreken en luisteren 2. Aandragen van oplossingen 3. Inzicht in eigen capaciteiten 4. Meedoen aan een georganiseerde actie van de klas of de school
1. Onderscheiden van ik en de ander (uniciteit) 2. Uiten van gevoelens, wensen en opvattingen 3. Bespreken van opvattingen 4. Omgaan met verschillende culturen 5. Rekening houden met opvattingen van anderen 6. Verplaatsen in de ander 7. Perspectiefwisseling
Alle onderwijsactiviteiten leveren een bijdrage aan:
Alle onderwijsactiviteiten leveren een bijdrage aan:
Alle onderwijsactiviteiten leveren een bijdrage aan:
1. Afspraken nakomen 2. Vreedzaamheid 3. Gelijke behandeling jongens en meisjes 4. Gelijke behandeling etnische groepen 5. Vrijheid van meningsuiting 6. Solidariteit
1. Ontwikkeling van betrokkenheid bij de groep 2. Ontwikkeling van betrokkenheid bij de school 3. Ontwikkeling van verantwoordelijkheid voor groep en school 4. Ontwikkeling van betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor buurt, milieu en samenleving
1. Anderen willen helpen 2. Ontwikkelen van empathisch vermogen 3. Respectvol omgaan met anderen 4. Anderen willen betrekken 5. Zelfkennis 6. Besef van gelijkwaardigheid 7. Waarderen van verschillen
23 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Ervaringen opdoen zowel binnen de school als buiten de school
E.
1. Samenwerken in groepjes (1- 8) 2. Coöperatieve werkvormen (1-8) 3. Opstellen groepsregels 4. Aanpak pestgedrag 5. Deelname schoolkrant + nieuwsbrief 6. TV Weekjournaal 7. Krant lezen 8. Jeugdjournaal kijken 9. Lidmaatschap van een vereniging 10. Dodenherdenking 11. Vieren van Koninginnedag 12. Volgen van troonrede
1. Helpen opruimen van de klas 2. Helpen opruimen speelplein 3. Helpen bij toezicht op speelplaats 4. hulpjes van de dag / week 5. Bezoek brengen aan zieke leerling 6. Tutor/maatje van leerlingen uit lagere groep + eigen groep 7. Meedoen aan (geldinzamel)actie voor goed doel 8. Verenigingsleven
1. Samen spelen en samenwerken met verschillende kinderen 2. Meedoen aan vieringen 3. Mogelijkheid geven tot meedoen aan kerkelijke rituelen, zoals communie en vormsel 4. Bezoeken van/aan buitenschoolse instanties (bejaardenhuis, museum politiebureau, ziekenhuis) 5. Leren over eigen woonomgeving
Cultuureducatie
Cultuureducatie zijn alle educatieve activiteiten die beogen de leerlingen in contact te brengen met cultuuruitingen in actieve, receptieve dan wel reflectieve vorm. Ook vallen hieronder activiteiten om de deskundigheid van leraren op dit gebied te vergroten dan wel het onderwijsteam aan te vullen dan wel te laten ondersteunen door externe deskundigen of instellingen. Onder cultuureducatie vallen: beeldende vorming, muziek, dans, drama, literatuur, audio-visuele vorming en het cultureel erfgoed, zoals musea, archeologie, monumenten en het landschap).Het aanbod sluit zoveel mogelijk aan bij de belevingswereld van de kinderen. Daarbij is niet kennisoverdracht of informatie het belangrijkste, maar juist het ‘ondergaan van’. Het ‘ondergaan van’ als invalshoek geeft de ruimte om toe te komen aan het ‘beleven van’, uiting te geven aan je eigen gedachten, vrij te kunnen associëren, emoties te verbeelden en vorm te geven aan je eigen wereldbeeld. Niet het eindresultaat is het belangrijkste, maar het proces wat plaatsvindt. Middels cultuureducatie kunnen ook die leerlingen, die op cognitief/verbaal terrein moeite hebben, putten uit hun onverwachte potenties op het beeldende vlak, hetgeen hun zelfbeeld kan vergroten. F.
Leertijd
Onze kinderen moeten voldoende tijd krijgen om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Dat betekent dat we de invloed van de populatie meenemen in de verdeling van de leertijd. De school voldoet aan de wettelijk eisen m.b.t. de leertijd. Over 8 jaar gerekend voldoen we ruimschoots aan de norm van 7520 uren onderwijs. Onze school kiest er voor om gezien de populatiekenmerken en de opbrengsten veel tijd te besteden aan Nederlandse taal en dan vooral aan lezen, begrijpend lezen en woordenschat. Dit is terug te vinden in de ritmische weekplannen van de groepen. G.
Pedagogisch klimaat
Het pedagogisch klimaat op een school verwijst enerzijds naar de omgang van de leerkrachten met de leerlingen en anderzijds naar de omgeving waarbinnen de leerlingen leren en zich ontwikkelen. Een goed pedagogisch klimaat vormt naar ons idee de basis voor het leren van de kinderen. Aangezien kinderen op ontwikkeling en leren ingesteld zijn zorgen leerkrachten voor een uitdagende leeromgeving waarbinnen kinderen een gevoel van veiligheid en geborgenheid ervaren waardoor zij gestimuleerd worden individueel en in groepsverband hun talenten te ontwikkelen. Leerkrachten bieden leerlingen het houvast en de uitdaging waar ze behoefte aan hebben, zodat zij zichzelf ontwikkelen en hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid worden bevorderd. De leerkrachten van onze school zorgen voor een veilig en ondersteunend pedagogisch klimaat door: te zorgen voor een ordelijke en functionele leeromgeving in gedrag en taalgebruik respect voor de kinderen te tonen het onderling respect te bevorderen en rekening te houden met onderlinge verschillen het zelfvertrouwen van kinderen te ondersteunen en positieve feedback te geven zorg te dragen voor goede structuur zelfstandigheid en het (durven) nemen van verantwoordelijkheid te stimuleren te zorgen voor heldere en duidelijke omgangsregels een prettige sfeer te creëren in de groep
24 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
een open communicatie te bevorderen, waarin luisteren, discussie en dialoog aan de orde is bij de leerling en de ander positieve verwachtingen uit te spreken
De leerkrachten van onze school zorgen voor een stimulerend en uitdagend pedagogisch klimaat door: het creëren van een uitdagende leeromgeving in een ordelijk en opgeruimd lokaal de zelfstandigheid van leerlingen te stimuleren de verantwoordelijkheid van leerlingen te stimuleren het gebruik van dag- en weekplannen H.
Didactisch handelen
Het didactisch handelen van de leerkrachten omvat 2 aspecten. Enerzijds aspecten die samenhangen met het directe lesgeven en anderzijds aspecten die samenhangen met een doelmatige klassenorganisatie. Een goede balans tussen het directe lesgeven en een effectief klassenmanagement is een voorwaarde om te komen tot goed onderwijs. Het hoort dan ook tot de professionele taken van onze leerkrachten om voor deze balans te zorgen. Juist op een Jenaplanschool worden kinderen gestimuleerd zoveel mogelijk uit zichzelf te halen. Er wordt gewerkt aan de totale ontwikkeling van het kind, waarbij de leerkracht zich zoveel mogelijk opstelt als begeleider. Teamleden geven steun waar dat nodig is en bieden uitdaging waar dat kan. De zelfstandigheid van leerlingen staat daarbij voorop: wat ze zelf kunnen, doen ze zelf. Kinderen kunnen ook veel van elkaar leren. Door de school vindt een opbouw van zelfstandigheid plaats. Indien leerlingen uitleg nodig hebben, gebeurt dat zoveel mogelijk interactief, contextgebonden en gericht op het aanleren van leerstrategieën. Door blokperiodes wordt de mogelijkheid geboden zelfstandig en zelfverantwoordelijk te werken. De school is daarom zo ingericht dat het voor leerlingen en leerkrachten mogelijkheden biedt zowel klassikaal, groepsgericht als individueel bezig te zijn. De leermiddelen worden ingezet volgens bovenstaande visie.
I.
de leerkrachten zorgen in hun lessen voor duidelijkheid en structuur in hun instructie en verwerking. Het model directe instructie wordt in elke groep bij de basisvakken gebruikt. de leerkrachten zijn op de hoogte van de te bereiken leerstofdoelen in hun groep de leerkrachten zijn op de hoogte van de leerlijnen van de kernvakken taal en rekenen. de leerkrachten hebben hoge verwachtingen en bevorderen dat kinderen actief betrokken zijn bij het leerproces de leerkrachten houden rekening met verschillen tussen leerlingen en passen hun lessen hierop aan de leraren zorgen voor gevarieerde instructies en verwerkingssituaties, waarin leerlingen de gelegenheid krijgen samen te werken en elkaar te ondersteunen de leerkrachten organiseren hun lessen efficiënt en doelmatig. Ze maken daarbij gebruik van de zogenaamde arrangementenstructuur. Zie hfd. 8. kinderen worden gestimuleerd om zelf op onderzoek uit te gaan leraren geven expliciet les in leerstrategieën leraren stimuleren kinderen zichzelf te controleren
Schoolklimaat
Een positief schoolklimaat zorgt voor een leeromgeving waarbij kinderen, ouders en leerkrachten zich veilig en geborgen voelen en daardoor tot optimale ontwikkeling komen. Onze school is een school waar alle teamleden positief omgaan met leerlingen Onze school is een school waar teamleden positief met elkaar omgaan Onze school biedt een verzorgde indruk en is uitnodigend voor leerlingen Onze school organiseert activiteiten om de betrokkenheid van leerlingen bij de school te bevorderen Onze school waakt over de veiligheid van de leerlingen Onze school heeft duidelijke omgangregels Onze school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor personeelsleden Onze school betrekt ouders bij de school Onze school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap het maken van eigen keuzes en het nemen van de daarbij horende eigen verantwoordelijkheid is belangrijk.
25 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Elk mens is uniek. Een kind zal zijn eigen uniciteit nog gaan ontdekken. Wij volgen en ondersteunen dit proces. Om een eigen identiteit te kunnen ontwikkelen heeft het kind persoonlijke relaties nodig. Die vindt het binnen een gemeenschap. Eén van de gemeenschappen waarbinnen het kind opgroeit, is de schoolgemeenschap. In een jenaplanschool leren kinderen een volledig functionerend lid van die gemeenschap te zijn. Dienstbaar aan die gemeenschap, maar ook weerbaar, kritisch opkomend voor zichzelf en voor anderen. Een positieve houding hierbij vinden wij erg belangrijk, zowel van leerkrachten, kinderen en ouders. Op Elckerlyc zal het kind leren om te gaan met verschillen tussen mensen en hun opvattingen. Zo zal het kind ervaren dat we samen moeten werken aan een respectvolle, rechtvaardige, vreedzame samenleving. Dit begint klein, binnen het gezin en de schoolgemeenschap. Vanuit de veiligheid en geborgenheid van onze school wordt de kring rondom het kind steeds groter. We kijken samen naar de wereld en naar alles wat daarin gebeurt, we praten, spelen en werken erover. J.
Het toetsen van leerlingen
Onze school volgt de vorderingen van de leerlingen systematisch door het gebruik van methodeafhankelijke toetsen en toetsen van het C.I.T.O.-leerlingvolgsysteem (LOVS). Van het LOVS worden de volgende toetsen structureel gebruikt: Naam toets Ordenen Taal voor kleuters Rekenen/Wiskunde DMT AVI / ILO Begrijpend lezen Spelling
Gr 1/2
Gr 3
Gr 4
Gr 5
Gr 6
Gr 7
Gr 8
x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x
x
De LVS-scores spelen een rol bij het bepalen het zorgarrangement van de leerlingen. Als leerachterstanden de grens van een jaar overschrijden, bepalen we in overleg met ouders en na het raadplegen van externe deskundigen of een ontwikkelingsperspectief gewenst is. Voor leerlingen die op grond van de toetsen van het leerlingvolgsysteem hoog in het A-gebied scoren biedt onze school verbreding en verdieping van de leerstof middels aangepaste programma’s. K.
Opbrengsten
Wij monitoren onze opbrengsten op de volgende manier: a. Aan het einde van de schoolloopbaan nemen in beginsel al onze leerlingen deel aan de eindtoets. Tot 2011 werd gebruik gemaakt van de C.I.T.O. Eindtoets Basisonderwijs, in 2011 hebben we voor het eerst gebruik gemaakt van het Drempelonderzoek van Zes Zeven Acht Onderwijs Advisering b. De onderstaande leerlingen hoeven niet deel te nemen aan de eindtoets. (Hun resultaten worden niet meegenomen in de berekening van de gemiddelde toetsscore): - Leerlingen met een indicatie voor voortgezet speciaal onderwijs - Leerlingen met een indicatie voor praktijkonderwijs - Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief - Leerlingen die kort in Nederland verblijven (4 jaar) en het Nederlands onvoldoende beheersen - Leerlingen die pas in groep 7 of 8 zijn ingestroomd c. Tijdens de schoolloopbaan maken we gebruik van de toetsen van het C.I.T.O.-leerlingonderwijs volgsysteem (LOVS). d. De resultaten van het LOVS worden 3 x per jaar geagendeerd op de groepsbesprekingen (interne begeleider en leerkracht) en in teamvergadering. Bij deze besprekingen wordt zowel gekeken naar individuele leerlingen als naar de resultaten van de hele groep. Voor groeps-, school-, en individuele overzichten maken we gebruik van dwarsdoorsneden, trendanalyses, groepsanalyses en overzichten vaardigheidsgroei. e. In elke groep worden ook methodegebonden toetsen afgenomen. Deze toetsen geven
26 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
de leerkracht informatie over de wijze waarop de leerlingen de leerstof van de afgelopen periode hebben verwerkt. L.
Speerpunten strategisch beleid MOVARE
Door deze keuzes in ons aanbod en door de keuzes m.b.t. onze schoolspeerpunten dragen we ook bij aan de speerpunten die de Onderwijsstichting Movare in haar strategisch beleidsplan 2010-2014 heeft geformuleerd:
MOVARE verzorgt boeiend en passend onderwijs als in 2014 de volgende speerpunten nader zijn geconcretiseerd en uitgewerkt: de vormgeving van het onderwijs zet kinderen aantoonbaar aan tot samenwerken en de leerkracht heeft hierbij niet alleen een sturende maar ook een begeleidende rol; de vormgeving van het onderwijs maakt het aantoonbaar mogelijk dat leerarrangementen aansluiten op de specifieke behoeften van individuele kinderen; de vormgeving van het onderwijs stelt de leerlingen aantoonbaar in staat zich de leerstof eigen te maken, inzicht te verwerven in de samenhang en het geleerde toe te passen in nieuwe situaties; de vormgeving van het onderwijs biedt aantoonbaar mogelijkheden systematisch gebruik te maken van nieuwe media; M.
Eigen onderwijskundige opdrachten
Uit ons Jenaplanonderwijs vloeit voort dat wij opbrengsten op leergebiedoverstijgende gebieden als werkhouding, zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid, samenwerking, werken volgens plan, gebruik van leerstrategieën, zelfbeeld, sociaal gedrag belangrijk vinden.
27 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
8. LEERLINGENZORG
Leerlingenzorg: kaders Onze leerlingenzorg vindt plaats binnen de kaders van het rijksbeleid (Passend Onderwijs), het Zorgplan van het Samenwerkingsverband en de wijze waarop MOVARE invulling geeft aan de invoering van passend, boeiend en opbrengstgericht onderwijs. Wanneer we over leerlingenzorg spreken, bedoelen we de onderwijszorg voor álle leerlingen op onze school. We denken daarbij meer in termen van afstemming en minder in termen van hulpverlening. Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten en kenmerken van onze leerlingenzorg? Uitgangspunten en kenmerken m.b.t. deze kaders: 1.
Handelingsgerichtheid: Wij gaan uit van behoeften van kinderen in plaats van tekortkomingen van kinderen. Het gaat dus niet om de vraag: wat heeft dat kind, maar om de vraag: wat heeft dat kind nodig. M.a.w.: wat vraagt dat kind van ons om de volgende stap te kunnen maken!
2.
Preventie: Onze leerlingenzorg richt zich niet alleen op het helpen bij problemen, maar zeker ook op het voorkomen van problemen. Zorgpreventie is voor de school van groot belang. Goed onderwijs is daarbij de krachtigste factor. De professionaliteit van de leerkrachten speelt bij deze preventieve zorg een sleutelrol. Effectieve instructie en effectief klassenmanagement met een stevige pedagogisch-didactische basis en een positieve grondhouding zijn daarbij gevraagd. Die positieve grondhouding van de leerkracht zorgt er voor dat een kind zich veilig en geaccepteerd voelt, ook met zijn beperkingen. Binnen het kader van deze preventieve gerichtheid speelt de toenemende samenwerking met peuterspeelzalen ook een belangrijke rol. Al bij de aanmelding en eerste weken op onze school willen we zo goed mogelijk op de hoogte zijn van de ontwikkeling van leerlingen. Het zwaartepunt van de begeleiding van leerlingen ligt daarom bewust in de onderbouw.
3.
Samenwerking in de keten van jeugdvoorzieningen: Om onze kinderen goed te kunnen begeleiden bij hun ontwikkeling werkt onze school samen met externe partners: - Peuterspeelzaal - Onderwijsbegeleiding & Ontwikkeling Movare - Samenwerkingsverband 55.0 - Zorg Advies Team - Schoolmaatschappelijk werk - Centrum voor Jeugd en Gezin - Bureau Jeugdzorg - Bureau Voortijdig Schoolverlaten - Wijkagent - Schoolarts
4.
Samenwerking met ouders: Wanneer wij werken aan de aanpak van een probleem betrekken wij de ouders daar zo vroeg en zo veel mogelijk bij. Wij bespreken dan niet louter het probleem en de achterliggende oorzaken, maar zoeken vooral ook gezamenlijk naar constructieve oplossingen. De ouder is voor ons een belangrijke partner, we maken ons samen sterk voor het kind.
5.
Het onderwijszorgprofiel: Dit profiel is opgesteld op basis van een studiedag georganiseerd door AVS. Dit profiel bepaalt de breedte van ons handelen. Wat kunnen we al? Wat kunnen we nog niet, maar willen we wel leren? En waar ligt onze grens? Voor ons concrete zorgprofiel zie bijlage.
28 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Leerlingenzorg: organisatie Het Samenwerkingsverband beschrijft onderwijs en zorg in niveaus. Deze niveaus dienen als uitgangspunt voor het beschrijven van onze leerlingenzorg. Schematisch zien deze niveaus er zo uit:
Zorgniveau 1: Goed onderwijs in de klas 1.
Wij geven groepsgewijs onderwijs waarbinnen wordt gedifferentieerd. Dat is de basis van de algemene zorg in de groep.
2.
Wij geven bij de kernvakken in alle groepen instructie volgens het “directe instructiemodel”. Dit model kenmerkt zich door een aantal fasen: Inleiding: terugblik, vooruitblik, voorkennis activeren en doel formuleren Kern: instructie, begeleid inoefenen en zelfstandige verwerking Afsluiting: evaluatie en vooruitblik
3. -
De verantwoordelijkheid binnen zorgniveau 1 ligt bij de groepsleraar. Deze draagt zorg voor: Een goed onderwijsaanbod Een goede registratie van toetsresultaten Een goede (fouten)analyse van toetsgegevens Een goede verslaglegging van gesprekken Een goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders
Zorgniveau 2: Omgaan met verschillen 1.
Op dit niveau ontvangen leerlingen extra zorg in de groep.
2.
In iedere groep zitten leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. Onze school werkt met groepsplannen. Dit betekent dat leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften worden geclusterd. Dat betekent dat we bij de kernvakken taal en rekenen zogenoemde onderwijsarrangementen hanteren. Die zijn er op 3 niveaus zijn: een basisarrangement, een intensief arrangement en een zeer intensief arrangement. Deze intensieve arrangementen houden vooral in dat leerlingen extra leertijd krijgen, zodat herhaling en extra oefening
29 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
mogelijk zijn. Voor de hoogst presterende leerlingen worden verdiepings- en verrijkingsarrangementen aangeboden. Toekenning van een bepaald arrangement aan leerlingen gebeurt per vakgebied op basis van leerprestaties uit het leerlingvolgsysteem. De arrangementenstructuur zorgt er voor dat er verschillen in instructie zijn. De door onze leerkrachten meest gebruikte vorm van omgaan met verschillen is de zgn. verlengde instructie. D.w.z. dat de leerkracht tijdens de lessen met één leerling of een groepje leerlingen de instructie herhaalt, op een andere manier geeft en intensief begeleidt aan de instructietafel. 3.
De basis van onze leerlingenzorg wordt dus gevormd door het werken met groepsplannen. Elke periode maakt de groepsleerkracht een plan, waarin staat op welk niveau de leerlingen hun onderwijsaanbod krijgen. In dit groepsplan wordt rekening gehouden met de verschillen tussen leerlingen. Op deze wijze wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de leerlingen en wordt er planmatig en cyclisch gewerkt. Leerlingen ontvangen dus De verantwoordelijkheid binnen zorgniveau 2 ligt bij de groepsleraar. Deze draagt zorg voor: - Extra zorg in de groep - Een goed onderwijsaanbod - Een beredeneerd groepsplan - Een goede registratie van toetsresultaten - Een goede verslaglegging van gesprekken - Een goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders Op dit moment wordt bij lezen gewerkt met groepsplannen. In de komende schooljaren zal dit uitgebreid worden naar de kernvakken taal en rekenen.
Zorgniveau 3: Extra begeleiding in de school Op dit niveau gaat het om speciale zorg na intern onderzoek. Kenmerken: 1.
Begeleiding en/of ondersteuning door de interne begeleider In een aantal gevallen is/wordt de interne begeleider van de school betrokken bij het ontwikkelingsproces van leerlingen. De interne begeleider kan de leerkracht helpen door: - Samen met de leerkracht het probleem in kaart te brengen - Samen met de leerkracht een handelingsplan op te stellen waarbij gebruik gemaakt wordt van specifieke remediërende materialen - Tijdens groepsbesprekingen of leerling-besprekingen na te gaan welke begeleiding of welk onderwijsaanbod geschikt is voor de leerlingen - Begeleiden of ondersteunen van de leerkracht door coachen.
2.
Werken met handelingsplannen Leerlingen met duidelijke ontwikkelingsproblemen worden geholpen via een individueel handelingsplan of een groepshandelingsplan. In dit handelingsplan staat informatie over het probleemsignaal, de diagnose, de leerdoelen en de middelen om het doel te bereiken, de rol van de ouders en de evaluatie.
3.
Consultatie Onze school wordt gedurende het schooljaar ondersteund door een medewerker van O&O MOVARE. Deze orthopedagoog of psycholoog kan met de school meedenken over de mogelijkheden t.a.v. het verbeteren van het onderwijs en de zorg. Soms kan dit via observaties van de onderwijssituatie, soms door het verrichten van diagnostisch onderzoek.
4.
Binnen zorgniveau 3 zijn de groepsleerkracht en interne begeleider samen verantwoordelijk. Zij maken afspraken over: - De begeleiding/ondersteuning; - Goede registratie van toetsresultaten; - Goede verslaglegging van gesprekken; - Goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders.
Zorgniveau 4: Extra begeleiding buiten de school Op dit niveau wordt op basis van een begeleidingsplan speciale zorg geboden na (extern) onderzoek. Belangrijke kenmerken van de zorg en begeleiding voor leerlingen waarbij de leerkracht hulp inschakelt van externe partners, zijn:
30 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
1.
Consultatie Ook op dit niveau denkt de orthopedagoog of psycholoog met de school mee over de mogelijkheden van de school om leerlingen zo optimaal mogelijk te begeleiden en goed onderwijs te kunnen geven. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan om de problematiek beter in kaart te brengen. Dit onderzoek kan bestaan uit observaties, gesprekken of een gestandaardiseerde test.
2.
Ontwikkelingsperspectief Ofschoon we voor elk kind streven naar onderwijs samen met de groep, is het soms noodzakelijk om het onderwijsaanbod voor 1 of meer vakgebieden aan te passen. Voor deze leerling wordt gekeken naar het perspectief van de ontwikkeling: wat is het eindniveau van de basisschool voor dit vakgebied? Wanneer het eindniveau lager is dan het niveau “begin groep 8”, wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Dit gebeurt in samenwerking met ouders en externen. Zie verder hfd 5.
3.
Opstellen van een begeleidingsplan Op schoolniveau wordt samen besloten tot overstap naar zorgniveau 4. De interne begeleider coördineert de zorg. De interne begeleider en de groepsleerkracht stellen in samenwerking met ouders een begeleidingsplan op.
4.
Verantwoordelijkheid van de interne begeleider Binnen zorgniveau 4 is de interne begeleider verantwoordelijk. De interne begeleider draagt zorg voor: - Goede verslaglegging van gesprekken; - Goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders; - Schriftelijke toestemming van ouders in geval van extern onderzoek.
Zorgniveau 5: Verwijzing Kenmerken van de zorg en begeleiding voor leerlingen waarbij de school onvoldoende kan aansluiten bij de ontwikkeling van de leerlingen, zijn: 1.
Verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO) Scholen voor speciaal basisonderwijs zijn basisscholen bedoeld voor: - moeilijk lerende kinderen; - kinderen met opvoedingsmoeilijkheden; - alle andere kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben. Indien van toepassing wordt samen met ouders het traject doorlopen om te komen tot verwijzing naar een school voor Speciaal Basisonderwijs.
2.
De Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband De Permanente Commissie Leerlingenzorg van ons samenwerkingsverband beoordeelt de toelaatbaarheid van leerlingen tot SBO. Voor de precieze taakomschrijving van de PCL zie bijlage het zorgplan.
3.
Verwijzing naar het Speciaal Onderwijs (SO) Scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn bedoeld voor lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte leerlingen en voor leerlingen met psychiatrische of gedragsproblemen. Indien van toepassing wordt samen met ouders het traject doorlopen om te komen tot verwijzing naar een school voor Speciaal Onderwijs.
Algemene opmerkingen: 1. Gedragscode Onze school hanteert een gedragscode. In deze gedragscode staan regels en afspraken die betrekking hebben op leerlingen, leerkrachten en ouders. De afspraken richten zich op machtsmisbruik en seksuele intimidatie, pesten, lichamelijk en geestelijk geweld, racisme en discriminatie, gebruik van computer en internet, privacy en klachtrecht. Deze gedragscode vormt het kader waarbinnen leerkrachten de groepsregels, zo veel mogelijk samen met de leerlingen, afspreken. Deze gedragscode staat op onze website.
31 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
2.
Protocol kindermishandeling en huiselijk geweld Naar verwachting treedt in 2011 de “Wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling” in werking. In het kader van kwaliteitszorg wordt de plicht opgelegd een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Alle MOVARE-scholen worden hierin begeleid door het R.A.K. (Regionale Aanpak Kindermishandeling).
3.
Verwijsindex risicojongeren Dit is een instrument dat in de regio Parkstad wordt gebruikt door alle ketenpartners in het onderwijs en de jeugdzorg. In geval van een vermoeden van kindermishandeling zal de medewerker doorgaans niet alleen de stappen van de meldcode zetten, maar daarnaast ook moeten overwegen of een melding zou moeten worden gedaan in de verwijsindex risicojongeren (0-23 jaar). Deze verwijsindex heeft tot doel om medewerkers die met hetzelfde kind te maken hebben met elkaar in contact te brengen als zij beiden risico’s signaleren met betrekking tot, kort gezegd, een onbedreigde ontwikkeling naar volwassenheid van de leerling. Doel daarvan is te komen tot een gezamenlijke aanpak van de problematiek van de leerling en zijn gezin. We wijzen er met nadruk op dat de het niet gaat om een keuze tussen een melding in de verwijsindex of de stappen van de meldcode, maar dat beide acties bij vermoedens van kindermishandeling aan de orde zijn omdat ze elkaar ondersteunen.
4.
Beleid m.b.t. rugzakleerlingen Rugzakleerlingen zijn kinderen met een handicap of beperking die gebruik maken van leerlinggebonden financiering (LGF). Het doel van LGF is de emancipatie en integratie van leerlingen met een handicap in het reguliere onderwijs te bevorderen. Onze school is er van overtuigd dat het goed is voor kinderen met een beperking om in hun eigen buurt naar school te kunnen en dat ze mede daardoor beter integreren in de maatschappij. Deze kinderen horen er bij en een bijkomend voordeel is dat andere kinderen op deze manier leren omgaan met kinderen met een beperking. Zie bijlage 4 voor ons stappenplan rugzakleerlingen.
32 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
9. PERSONEELSBELEID Als werkgever stelt het College van Bestuur van MOVARE het personeelsbeleid vast; het beleid is van toepassing op alle medewerkers werkzaam bij MOVARE. De taak van de schooldirecties is op schoolniveau uitvoering te geven aan dit beleid. Belangrijke onderdelen uit dit personeelsbeleid zijn: 1. Wet Bio en bekwaamheidsdossier (Bardo-systeem) 2. Invoering functiemix 3. Taakbeleid 4. Mobiliteit 5. Scholing 6. Begeleiding op de werkvloer 7. Gesprekkencyclus 8. Gebruik van het HR3P-model Voor 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
de schoolleiding is het zaak om op schoolniveau uitvoering te geven aan het stichtingsbeleid: De hierboven genoemde punten in de praktijk te brengen door: Teamleden vanuit een gemeenschappelijke visie te laten werken De bij de visie horende deskundigheid voortdurend op peil te houden. Teamleden op hun competenties aan te spreken Competentiemanagement toe te passen Beginnende leerkrachten op te vangen en te begeleiden. Boventalligheid tijdig te bespreken Verzuim te monitoren Instrumenten voor personeelsbeleid samenhangend in te zetten Uitvoering te geven aan de speerpunten op basis van resultaten en bevindingen van het begin 2011 gehouden MOVARE-medewerkersonderzoek
Speerpunten strategisch beleid MOVARE Deze keuzes in ons schoolbeleid passen bij de speerpunten die MOVARE in haar strategisch beleidsplan 2010-2014 heeft geformuleerd:
MOVARE is boeiend en (ver)bindend als in 2014 de volgende speerpunten zijn gerealiseerd: directeuren gedragen zich aantoonbaar als leidinggevende, hebben een voorbeeldfunctie en stimuleren hun medewerkers vanuit een ‘lerende’ opstelling door: het onderwijskundig handelen aantoonbaar te verantwoorden; de gemeenschappelijke visie te ontwikkelen en levend te houden; optimale randvoorwaarden voor goed onderwijs te hebben gerealiseerd; planmatig onderwijs aantoonbaar te hebben verbeterd en doelgericht te werken aan kwaliteit; initiatieven gericht op het ontwikkelen van de medewerkers aantoonbaar te stimuleren; kwaliteitskenmerken voor boeiend/passend onderwijs worden als uitgangspunt gehanteerd voor verdere ontwikkeling van onderwijspersoneel door: het bekwaamheidsdossier als uitgangspunt en toets te laten dienen. Iedere leerkracht dient te beschikken over een bekwaamheidsdossier, waarin scholing wordt bijgehouden; kwalitatieve strategische personeelsplanning (SPP) is onderdeel van het strategisch personeelsbeleid: het kwalitatieve en kwantitatieve personeelsbestand is aantoonbaar in overeenstemming gebracht met de afnemende bekostiging ten gevolge van demografische ontwikkelingen; levensfasebewust personeelsbeleid is gerealiseerd; de aanwezige capaciteiten, kwaliteiten en talenten van de medewerkers worden optimaal benut (competentiemanagement); interne en externe mobiliteit vanuit het perspectief van loopbaanontwikkeling wordt aantoonbaar bevorderd; het boeien en (ver)binden wordt tweejaarlijks gemeten via een medewerkersonderzoek.
33 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
10.
KWALITEITSBELEID Algemeen Als wij het hebben over kwaliteitszorg bedoelen we dat we op een gestructureerde manier de goede dingen nog beter proberen te doen. Dat beter doen is onze collectieve ambitie. Het gaat in de kern om vijf vragen: a. Doen wij de goede dingen? b. Doen wij die dingen ook goed? c. Hoe weten wij dat? d. Vinden anderen dat ook? e. Wat doen wij met die wetenschap? Data Kwaliteit moet blijken. Daarom verzamelen onze leerkrachten gegevens over de ontwikkeling van onze leerlingen tot en met het einde van de basisschool. Daarmee bezitten wij een schat aan informatie. Om het onderwijs te verbeteren (op leerling-, groeps- en schoolniveau) willen we leren nog beter gebruik te maken van deze uitkomsten. We willen ons scholen om de uitkomsten te analyseren, te begrijpen en te vertalen naar concrete voorstellen voor verbetering. Op deze manier wordt het afnemen van toetsen een hulpmiddel om ons onderwijsproces te verbeteren. Kwaliteit moet ook blijken als het gaat om het personeel. Daarom verzamelt de directie gegevens over de ontwikkeling van het personeel. Deze gegevens worden onderdeel van het bekwaamheidsdossier. Onze school maakt daarbij gebruik van het op stichtingsniveau afgesproken Bardo-systeem. Relatie personeelsbeleid Kwaliteitszorg heeft een directe relatie met integraal personeelsbeleid. De kwaliteit staat en valt immers met de mensen voor de klas. Binnen de school willen we daarom beter worden om continue te werken aan een sfeer waarin we met elkaar over de resultaten van het onderwijs spreken, elkaar feedback geven en waar plaats is voor coachen en intervisie. Inventarisatie gegevens Om gegevens te verzamelen, maken we gebruik van de volgende middelen: a. Gesprekken met leerkrachten. De directie voert in de gesprekscyclus werkgesprekken, popgesprekken, en functioneringsgesprekken met medewerkers. Doel van de gesprekken is het vergroten van de kwaliteit van onderwijs en het welbevinden van de medewerkers. Het functioneren van leidinggevenden wordt besproken met de regiodirecteur. b. Jaarplannen en evaluaties van deze jaarplannen c. Klassenbezoeken (aan de hand van kijkwijzers) d. CITO-LOVS e. Methodegebonden toetsen f. Resultaten voortgezet onderwijs g. Risicoprofiel Movare h. Toezicht onderwijsinspectie i. Leerlingtevredenheidspeilingen j. Personeelstevredenheidspeilingen k. Oudertevredenheidspeilingen Periodisering Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We realiseren ons dat we de gegevens moeten analyseren en interpreteren, dat we verbeteringen moeten plannen en realiseren en na verloop van tijd weer opnieuw moeten meten. De kwaliteitszorg van onze school is daarom een cyclisch proces, waarbij we gebruik maken van de zgn. PDCA-cirkel (Plan-Do-Check-Act).
34 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
INK-model
Tevredenheidspeiling
Toezicht inspectie
Risicoprofiel MOVARE
Resultaten VO
Methodegebonden toetsen
CITO
Klassenbezoeken
Jaarplannen
Gesprekken met personeel
Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We willen ook beoordelen of we met deze instrumenten voldoende informatie verzamelen. Daarom maken we gebruik van het INK-model om te bezien of de verzamelde informatie robuust genoeg is.
Visie en beleid
x
x
x
Personeel
x
x
x
x
Leiderschap en management Cultuur en klimaat
x
x
x
x
x
x
x
Middelen en voorzieningen Management van processen Waardering door personeel Waardering door leerlingen Waardering door ouders Waardering door de maatschappij Eindresultaat
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x x x
x
x
x
x
x
Uit het schema blijkt dat alle aandachtsvelden van het INK-model aan de orde komen. De informatieve dekking is dus voldoende. Speerpunten strategisch beleid MOVARE Die gerichtheid op kwaliteit draagt ook bij aan de speerpunten die in het strategische beleidsplan 2010-2014 van MOVARE zijn opgenomen:
35 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
MOVARE is verbindend naar binnen en naar buiten als in 2014 de volgende speerpunten zijn gerealiseerd: strategische partners: MOVARE is er in geslaagd om de strategische partners in de regio (zoals provincie, gemeenten en woningcorporaties) en de inhoudelijke partners in de regio (organisaties voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) op één lijn te krijgen ten aanzien van de realisatie van het krimpscenario. Nieuwbouwprojecten worden ‘duurzaam’ gebouwd, waarbij flexibel, multifunctioneel, hoogwaardige kwaliteit en conceptmatig de kernbegrippen zijn; MOVARE is er in geslaagd om samen met gemeenten de bestaande huisvesting zowel technisch, functioneel als wat betreft benodigde omvang in die staat te brengen waardoor het mogelijk is onderwijskundige doelen van de school in relatie tot de omgeving te realiseren; MOVARE neemt actief deel aan euregionale samenwerkingsprojecten; alle MOVARE-scholen voeren regelmatig overleg met buurtnabije partners over schoolse activiteiten. (onderwijs)inhoudelijke partners: alle MOVARE-scholen maken bij de sociaal-emotionele competentie-ontwikkeling van kinderen gebruik van moderne communicatiemiddelen; alle MOVARE-scholen hebben oplossingen ontwikkeld voor de woord- en beeldcultuur in relatie tot de snelle ontwikkeling van de informatie- en communicatietechnologie; MOVARE onderscheidt zich door een wetenschappelijke onderbouwing te realiseren voor de keuzes die MOVARE maakt bij onderwijsbegeleiding- en ontwikkeling. Hiertoe heeft MOVARE een samenwerking met Universiteit Maastricht op het gebied van wetenschappelijk onderzoek in relatie tot de onderwijspraktijk gerealiseerd; MOVARE heeft samenhang gerealiseerd tussen onderwijs, zorg en sport op school-, regio- en stichtingsniveau om een bijdrage te leveren aan de gezondheid van kinderen. Hiertoe heeft MOVARE een samenwerking met Huis voor de Sport Limburg tot stand gebracht. het afleggen van verantwoording: MOVARE werkt structureel aan het behoud en de versterking van de identiteit van de scholen door middel van identiteitsgerichte visitaties; de permanente commissie Identiteit en de werkgroep Identiteit organiseren identiteitsversterkende activiteiten; MOVARE legt periodiek (horizontaal) verantwoording af aan partners; bij de monitoring van de kwaliteit wordt gebruik gemaakt van het INK-model; alle MOVARE-scholen hebben een functionerende ouderraad c.q -vereniging; MOVARE voert op gestructureerde wijze gesprekken met de onderwijsinspectie over de uitvoering en invulling van het schooltoezicht; MOVARE werkt periodiek met interne en externe tevredenheidsonderzoeken.
36 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
11.
FINANCIEEL BELEID
MOVARE heeft in haar financieel beleid gekozen voor een systeem waarbij alle gelden op centraal (bestuurs)niveau gealloceerd worden. Van daaruit vindt verdeling naar de scholen plaats. Verdeling van zowel formatieve als materiële middelen. Bij de toedeling van formatieve middelen gaat men uit van de gemiddelde kosten van de diverse functies (gemiddelde personeelslast op bestuursniveau). De functie leerkracht kost 1,0000 fte en hiervan worden de overige functiekosten afgeleid. Op deze manier wordt voorkomen dat bij personele inzet leeftijd een rol speelt. Elke school ontvangt de formatieve middelen op basis van de T-systematiek (aantal leerlingen per teldatum lopende schooljaar). De materiële middelen worden toegedeeld op basis van de zgn. T-1 systematiek (aantal leerlingen per teldatum voorgaande schooljaar). Directeuren van MOVARE werken binnen de kaders van een door het College van Bestuur vastgestelde begroting. Om “in control” te blijven, maken ze gebruik van :
a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
Leerlingprognoses Formatieoverzichten Maandelijkse exploitatieoverzichten Schoolbudgetten Meerjareninvesteringsbegrotingen onderwijsleerpakket Meerjareninvesteringsbegrotingen onderhoud Meerjareninvesteringsbegrotingen ict Meerjareninvesteringsbegrotingen inventaris en meubilair Nascholingsplannen Projectplannen
37 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
12.
PLANNINGSMATRIX
Onderwerp
2011 - 2012
2012 - 2013
2013 - 2014
2014 - 2015
Hoofdstuk 4 Missie en visie Visie
Herijken
Jenaplankernkwaliteiten (Zie pag. 7-8)
Oriëntatie op de door de NJPV geformuleerde jenaplankernkwaliteiten en vaststellen van aandachts- en verbeterpunten Bepalen hoe we M.I. gaan inzetten
Aan de slag met de aandachts- en verbeterpunten in samenhang met de actiepunten vanuit de ouderenquête 2010
Aan de slag met de aandachts- en verbeterpunten in samenhang met de actiepunten vanuit de ouderenquête 2010
Evaluatie en borgen
Implementatie, evaluatie, evt. bijstellen
Borgen
Onderhoud
Handelingsgericht werken, groepsplannen, handelingsplannen, plannen van aanpak, directe instructie model
implementatie: iedere leerkracht werkt met groepsplannen, handelingsplannen, plannen van aanpak en DIM, opnemen in schoolbegeleiding door O&O
Implementatie Evaluatie Borgen.
Implementatie Evaluatie Borgen
Onderhoud
Lezen
Movare Leesverbetertraject Scholing directeuren en taalcoördinator
Scholing team Implementatie
Scholing Resultaten Implementatie
Scholing Resultaten Borgen
Onderhoud
Onderhoud
Meervoudige intelligentie
Hoofdstuk 5 + 6 Analyse huidige situatie en blik vooruit OntwikkelingsOPP leren Implementatie perspectief opstellen, OPP opnemen in Evaluatie schoolbegeleiding Borging door O&O Leerlingenaantal
Onderzoek naar schooltijden, buitenschoolse opvang en peuters in de basisschool
Evt. aanpassing schooltijden, opvang bieden en peuters laten instromen. Evaluatie.
Borgen
Onderhoud
Oudertevredenheid
Aandacht van alle teamleden voor oudertevredenheid Rapportage verbeteren Streven naar meer eensgezindheid en goede uitstraling.
Onderhoud Rapportage verbeteren
Onderhoud
Onderhoud
38 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Teamleren
Gerichtheid op gezamenlijke doelen. Zie ‘inspiratie Peter Senge’ pag. 15
Hoofdstuk 7 Aanbod onderwijs en leren Referentieniveaus Onderwerp bekend maken in het team, implicaties in beeld krijgen, onderzoek methodes.
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Referentie niveaus inbedden in het onderwijsen zorgsysteem.
Referentie niveaus inbedden in het onderwijsen zorgsysteem.
Referentie niveaus inbedden in het onderwijs- en zorgsysteem.
Aanbod en werkwijze groepen 1 en 2
Scholing directeur en taalcoördinator via Movare leesverbetertraject
Scholing leerkrachten via Movare LeesverbeterTraject Aanpak beginnende geletterdheid
Scholing Implementatie
Scholing Implementatie
Aanbod en werkwijze groepen 3 t/m 8
Scholing directeur en taalcoördinator via Movare leesverbetertraject
Scholing leerkrachten via Movare Leesverbetertraject Aanpak Technisch lezen Begrijpend lezen
Scholing Implementatie
Scholing Implementatie
Nederlandse taal groepen 4 t/m 8
Implementatie nieuwe taalmethode ‘Taal in beeld’
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
ICT
Scholing leerkrachten smartboards
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Creatieve vakken / muziek
Aanpak en inhoud verbeteren
Aanpak en inhoud verbeteren
Onderhoud
Onderhoud
Hoofdstuk 8 Leerlingenzorg LOVS Ondersteuning team bij gebruik LOVS, opnemen in schoolbegeleiding door O&O
Implementatie Dwarsdoorsnede Trendanalyse Groepsanalyse Vaardigheidsgroei
Onderhoud
Onderhoud
39 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Zorgprofiel
Verdieping en verbetering van de expertise m.b.t. hoogbegaafdheid en hieraan gekoppelde gedragsproblemen. Begeleiding vanuit excellentieproject Movare.
Handelingsgericht werken, groepsplannen, handelingsplannen, plannen van aanpak, directe instructie model
Zie bij hoofdstuk 4
Hoofdstuk 9 Personeelsbeleid Uitwerking acties Acties bekend Wet BIO: maken in team en Bardo competenties Bekwaamheids medewerkers in Dossier kaart brengen.
Implementatie en borging
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Gesprekscyclus
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
LB-functie
Invulling 1 fte Taakprofiel gericht op gedrag. LB-er maakt scholing af. Aantal LB functies is op orde
LB-er inzetten als gedragsspecialist.
40 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
41 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
42 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
43 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
BIJLAGE 1: Leesverbetertraject MOVARE 1. Inleiding Recente onderzoekgegevens tonen aan dat leesresultaat niet afhankelijk is van contextfactoren. Betere leesresultaten van leerlingen kun je bereiken door effectief en efficiënt leesonderwijs te geven en door hier voldoende tijd voor in te roosteren. Dit is het vertrekpunt voor het MOVARE leesverbetertraject.
2. Doelstellingen en uitgangspunten van het traject Doelstellingen en ambities:
MOVARE wil tussen 2011 en 2015 het niveau van technisch lezen op haar scholen aanzienlijk verbeteren. De exacte formulering van een meetbaar doel wordt in het voorbereidend jaar 0 geformuleerd.
MOVARE wil in deze periode vanuit dit speerpunt een impuls geven aan de algemene didactische expertise van haar leerkrachten en aan de opbrengstgerichtheid van het onderwijs op haar scholen vanuit een benadering die we als “meetgestuurd” kenschetsen.
MOVARE koppelt het traject aan het verbeteren van begrijpend lezen, dat als een van de voorwaarden voor de verbetering van de kwaliteit van alle leeropbrengsten op de basisschool wordt beschouwd.
In jaar 0 worden de MOVARE doelen definitief vastgesteld. Deze doelen blijven uitgangspunt voor het volgen van de resultaten. De doelen worden per groep vastgesteld. Als richtlijn kan de volgende opzet benut worden:
Eind Eind Eind Eind Eind Eind Eind
groep groep groep groep groep groep groep
2: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
minimaal 15 letters kennen. 85 % TVK beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C
Voor alle groepen vanaf groep 3 geldt bovendien: 90% A-D beheersing op de DMT. In het traject ligt de focus op het optimaliseren van het technisch lezen met als basis de groepen 1 tot en met 5 en de doorloop naar de groepen 6 tot en met 8. Uitgangspunt hierbij is dat “kinderen recht hebben op optimale ondersteuning om goede technische lezers te worden”. Voor het bereiken van dit uitgangspunt komen alle onderwijsvariabelen die hierop van invloed zijn aan bod. Dit betekent onder meer inzet op de volgende hoofdonderdelen met de daaronder vallende aspecten:
Fonemisch bewustzijn
Aanvankelijk leesonderwijs
Woordenschatonderwijs
Technisch leesonderwijs
Voortgezet technisch leesonderwijs
Leesmotivatie en onderhoud technisch lezen
Interventie gericht monitoren
De focus ligt dus op het technisch leesonderwijs als onverbiddelijke voorwaarde voor het werken aan goede begrijpende lezers. Het beïnvloeden van het begrijpend leesonderwijs is een effect van de focus.
44 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Uitgangspunten MOVARE:
een traject voor alle scholen
accent van aanpak in de groepen 1 tot en met 5,
hogere leeropbrengsten en boeiend onderwijs,
op basis van eigen MOVARE doelen,
eerst met hulp daarna zelf,
versterken van het lerend vermogen,
differentiatie in aanpak,
mede sturen op eindresultaten met eigen begeleidingsdienst,
succes bepaalt door partnerschap,
kinderen hebben recht op goed onderwijs.
Een ander belangrijk uitgangspunt voor MOVARE is het principe van de toepassingsgerichte kennis. Dit betekent dat scholingen altijd gevolgd worden door ondersteuning op de werkvloer van de toepassing van de verkregen kennis. Effecten van scholingen worden zo gegarandeerd en geborgd. MOVARE kiest hierbij uitdrukkelijk voor het principe van inzet van O&O in samenwerking met te benoemen taalcoördinatoren per school. Dit betekent dat vanaf het eerste jaar garanties gegenereerd worden om de kennis en de kracht in de eigen organisatie een plek te geven en dit uit te bouwen als belangrijk borgingsmiddel. In de samenwerking met CPS zal hiervoor een planning en scholing worden opgezet. De scholing zal in de planning altijd voorlopen op de scholingsmomenten voor de leerkrachten van de afzonderlijke groepen. De inhoud heeft zowel betrekking op kennis, coaching als het aspect van coördinatie. Heel concreet betekent dit dat CPS verantwoordelijk is voor de scholingen en de inhoudelijke opzet van het totaaltraject en dat de ondersteuning op de werkvloer uitgevoerd wordt door zowel O&O als de taal coördinatoren. Verantwoordelijkheden met betrekking tot gedefinieerde resultaten worden hiermee gedeeld door beide partijen. In dit traject ligt de focus op het optimaliseren van het technisch lezen. Gekozen wordt om de scholingen te richten op de groepen 1 tot en met 5 waar de fundamenten gelegd worden voor het technisch lezen. Voor de doorgang van toepassing van de principes van effectief leesonderwijs is een informatieve scholingsbijeenkomst voor de leerkrachten van groep 6 tot en met 8 noodzakelijk in het eerste jaar. In het tweede jaar is herhaling hiervan voor deze groepen van belang en uitbreiding tot 2 bijeenkomsten. De uitgangspunten voor CPS bij de inhoudelijke vormgeving van het totale driejarige traject zijn gebaseerd op uitwerkingen van de volgende zes kenmerken van effectief onderwijs: 1. doelen stellen, 2. aanbod, 3. tijd en extra tijd, 4. effectieve instructie, 5. vroegtijdig signaleren en reageren, 6. monitoren. Op schoolniveau gelden de volgende resultaten: toename van de leerkrachtvaardigheden op het gebied van lezen en omgaan met verschillen (klassenmanagement), toename van onderwijskundig leiderschap op het gebied van lezen door bouwcoördinatoren, taalcoördinatoren, interne begeleiding en de schoolleiding, inzicht krijgen over de meest recente inzichten op het gebied van effectief leesonderwijs, het versterken van de doorgaande lijn en samenhang tussen technisch leesonderwijs, begrijpend luisteren, woordenschat, voortgezet technisch lezen naar goede resultaten op het gebied van begrijpend lezen binnen de school, het op schoolniveau kunnen handelen op basis van interventiegericht monitoren.
45 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
3. Schets van de trajectplanning We schetsen hier in hoofdlijnen het MOVARE leestraject. Voor de trajectjaren 0 , 1 en 2 doen we dat iets uitgebreider. Voor het trajectjaar 3 geven we een schets op hoofdlijnen. Voor dit MOVARE traject geldt dat er in beginsel wordt uitgegaan van een ondersteuningsperiode van vier jaar om de geformuleerde MOVARE projectdoelen te behalen. Daarbij zal in de opbouw van de activiteiten op de volgende manier toegewerkt worden naar blijvend resultaat:
Jaar 0: Schooljaar 2011-2012
Start met opleiding van taalcoördinatoren MOVARE. Er wordt hierbij maatwerk geleverd. Er zijn 2 scholingsgroepen waarin de basiskennis en de basisvaardigheden in 7 bijeenkomsten aan de orde komen en 1 scholingsgroep van gevorderden waarin deze kennis en vaardigheden in 3 bijeenkomsten aan de orde komen. Te bereiken resultaten bij de taalcoördinatoren:
-
Zelfstandig observaties en feedback kunnen geven;
-
Borgingsactiviteiten kunnen uitvoeren, waaronder scholing “nieuwkomers”;
-
Blijvend kennis verwerven en intern een systeem opzetten om deze kennis actueel te houden en te verspreiden;
-
Bijdrage kunnen leveren aan vormgeving schoolspecifieke ondersteuning op basis van ervaringen bij observaties en coachingsactiviteiten;
-
Keuze met betrekking tot interventies in afstemming met interne begeleider.
Start met opleiding van O&O MOVARE. Hiervoor zijn 2 bijeenkomsten gepland.
Startbijeenkomst voor alle MOVARE-medewerkers. Datum 7 mei 2012.
Intake door O&O in de periode voor de zomervakantie 2012
Plaatsing “Bronnenboek Leesonderwijs” op intranet. Dit bronnenboek bevat onder meer de meest recente inzichten van taal-lezen, de toetskalender en alle informatie die nodig is om de projectdoelen te halen.
Voorbereidende activiteiten; Nulmeting: leerling-resultaten schooljaar 2010-2011. Gegevens per school geordend per regio inzichtelijk. Verder onder meer vaststellen scholingsgroepen, vormgeving startbijeenkomst, selecteren taalcoördinatoren, projectstructuur definitief maken, MOVARE einddoelen vaststellen, planning bijeenkomsten, afspraken communicatie en gebruik intranet, overzicht aantallen deelnemende leerkrachten per scholingsgroep, inventarisatie per school van gebruikte materialen/middelen/ methoden en toetsen ihkv het leesonderwijs, overzicht roostertijd lezen etc.
Jaar 1: Schooljaar 2012-2013
5 scholingsbijeenkomsten voor de taal coördinatoren
3 scholingsbijeenkomsten voor de volgende scholingsgroepen: a.
Scholingsgroep leerkrachten groep 1 en 2
b.
Scholingsgroep leerkrachten groep 3
c.
Scholingsgroep leerkrachten groep 4 en 5
d.
Scholingsgroep directies via het regioberaad
46 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Deze scholingen lopen parallel aan cruciale toetsmomenten. Accent kennisoverdracht en didactisch handelen en rolafstemming en onderwijskundig leiderschap.
Een scholingsbijeenkomst voor de leerkrachten van de groepen 6 tot en met 8 tussen scholingsperiode 1 en 2.
Een ronde van schoolspecifieke ondersteuning door O&O in de periode tussen scholingsbijeenkomst 2 en scholingsbijeenkomst 3.
Voortdurende projectafstemming met projectcoördinator en regiodirecteuren MOVARE.
Extra aandachtspunten voor jaar 1. In jaar 1 ligt het accent op scholingen voor wat betreft de actuele kennis van het juiste aanbod en interventies om het handelen in de groep vorm te geven op basis van bewezen effectieve werkwijzen. Tegelijkertijd ligt het accent op het versterken en optimaliseren van het didactisch handelen van de leerkracht. Ook hierbij geldt weer het principe van bewezen effectieve werkwijzen. Heel concreet betekent dit het kunnen toepassen van het interactieve gedifferentieerde directe instructiemodel. De differentiatie vindt plaats op basis van het principe van convergente differentiatie en wordt telkens vastgelegd in groepsplannen. Vormgeving van inhoud en overdracht interventies vindt altijd plaats op grond van leerlingresultaten. Dit betekent dat vanaf jaar 1 een helder systeem van monitoring geldt op basis van een door MOVARE en CPS samen vastgestelde toetskalender. De scholingen worden afgestemd op de cruciale momenten in het schooljaar en lopen dan ook parallel met de beschikbare/te verwachten monitorgegevens. De trend wordt altijd getoetst aan de door MOVARE vastgestelde te bereiken doelen aan het eind van dit driejarig traject. Als nulmeting gelden de opbrengsten van het schooljaar 2010-2011. Jaar 2: Schooljaar 2013-2014 Karakter op basis van hoofdlijnen. Definitieve vormgeving afhankelijk van resultaten jaar 1.
Reflectie op leesverbeterplan jaar 1 door regiodirecteur, schooldirecteur en taalcoördinator.
2 scholingsbijeenkomsten voor de volgende scholingsgroepen: a.
Scholingsgroep leerkrachten groep 1 en 2
b.
Scholingsgroep leerkrachten groep 3
c.
Scholingsgroep leerkrachten groep 4 en 5
d.
Scholingsgroep directies via het regioberaad
Thema’s :voortzetting en onderhoud technisch lezen; adoptie woordenschat en begrijpend lezen.
2 korte informatieve bijeenkomsten voor leerkrachten groep 6 tot en met 8 te plannen in de periode september en januari.
2 momenten van schoolspecifieke ondersteuning.
Voortdurende projectafstemming met projectcoördinator en regiodirecteuren MOVARE.
Jaar 3: Schooljaar 2014-2015 Karakter op basis van hoofdlijnen. Definitieve vormgeving afhankelijk van resultaten jaar 2.
47 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
4. Succesvoorwaarden
Deze voorwaarden zullen zichtbaar moeten zijn op alle niveaus om efficiënt en effectief toe te kunnen werken naar de vastgestelde MOVARE ambities voor dit traject. Het werken en het versterken van deze voorwaarden dragen ertoe bij dat het eigenaarschap vergroot wordt en dat de afhankelijkheid van externe ondersteuning geleidelijk aan vermindert. Bestuursniveau Het College van Bestuur: stelt in afstemming met de regiodirecteuren de ambities van MOVARE voor dit traject vast en faciliteert de realisatie hiervan waar mogelijk, stelt zich op vastgestelde momenten op de hoogte van de vorderingen, maakt zichtbaar op daartoe geëigende momenten betrokken te zijn op het traject, is aanwezig op cruciale momenten tijdens het traject. benoemt een interne projectcoördinator die in afstemming met de regiodirecteuren het “MOVARE Leesverbetertraject” begeleidt. De regiodirecteuren stellen lezen als prioriteit vast gedurende de looptijd van het traject binnen hun cluster van scholen, laten zich voortdurend informeren over de voortgang van het traject, bespreken gezamenlijk de voortgang, voeren gesprekken op basis van monitorgegevens, benadrukken het belang van dit traject en onderschrijven het niet vrijblijvende karakter, bespreken vorderingen en vraagstukken met hun schooldirecteuren, Schoolniveau De schoolleider, taalcoördinator en interne begeleider hebben de bereidheid om: lezen als prioriteit te stellen binnen de school gedurende het project, de projectdoelen en de onderliggende uitgangspunten te onderschrijven, het project te coördineren en te bewaken in de school, aanwezig te zijn op de scholingsbijeenkomsten, gecoacht te worden om zich als schoolleider te ontwikkelen tot resultaatgericht onderwijskundig leider en coach van het project, gecoacht te worden om zich als interne begeleider of taalcoördinator te ontwikkelen tot kwaliteitscoördinator leesonderwijs, blijvend zorg te dragen voor intern draagvlak, Leerkrachtniveau De leerkrachten op de scholen hebben de bereidheid om: De projectdoelen en de onderliggende uitgangspunten te onderschrijven, Instructie te geven op het gebied van fonemisch bewustzijn, specifieke spraak/taalontwikkeling, letterkennis (groep 1/2) aanvankelijk lezen (groep 3) en voortgezet technisch lezen (groep 4/5) en instructie te kunnen geven aan woordenschatonderwijs, voldoende tijd in te plannen voor voorbereidend, aanvankelijk en voorgezet technisch lezen, de leestijd voor zwakke lezers uit te breiden met minimaal 60 minuten per week, de toetskalender toe te passen, op tijd volgens afspraak de toetsgegevens aan te leveren, aanwezig te zijn op de scholingsbijeenkomsten, gecoacht te worden door de interne begeleider/taalcoördinator, gecoacht te worden door middel van video-interactiebegeleiding, de projectdoelen en uitgangspunten van het totale leestraject te onderschrijven, de ervaringen te delen met collega’s en open te staan voor feedback, het eigen handelen centraal te stellen en dit te willen verbeteren. Taalcoördinatoren JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
48
hebben de bereidheid om alle scholingsbijeenkomsten te bezoeken, hebben de bereidheid collega’s te coachen op de toepassing van het geleerde, nemen een actieve rol in binnen het schoolteam op het verspreiden van de kennis over het leesonderwijs, stemmen hun interne werkzaamheden telkens af met de schoolleider en de IB’er, stemmen hun werkzaamheden af met de MOVARE begeleidingsdienst, nemen een actieve rol in het vasthouden en blijvend doorgaan van het traject, willen een bijdrage leveren aan scholingsmomenten op basis van schoolinterne coachingservaringen, hebben de bereidheid om op onderdelen zelf gecoacht te worden, werken op basis van de door CPS aangereikte basis uitgangspunten, komen op vastgestelde tijden bijeen voor afstemming.
Medewerkers O&O MOVARE nemen deel aan de afgesproken scholingsbijeenkomsten zorgen op de afgesproken momenten voor “coaching on the job” werken op basis van de door CPS aangereikte basis uitgangspunten, komen op vastgestelde tijden bijeen voor afstemming. Logistiek MOVARE draagt zorg voor het logistieke aspect. Concreet betekent dit:
verzorgen van adequate ruimtes voor de scholingsbijeenkomsten
de ruimtes dienen geschikt te zijn voor maximaal 30 personen,
voor de deelnemers koffie en thee,
goede bereikbaarheid voor de deelnemers.
Algemene succesfactoren
gedeelde verantwoordelijkheden in alle lagen waarmaken,
focus blijvend houden op technisch lezen,
open staan om in de hele organisatie van elkaar te leren,
onderdelen positief labelen: vertrouwen in succes,
vinger aan de pols: monitoren,
inspanningen waarderen,
successen vieren,
transparant in de resultaten,
discipline ook op communicatie en organisatie,
geen vrijblijvendheid.
49 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
BIJLAGE 2: Zorgplan Samenwerkingsverband
Zorgplan supplement 2011-2012 Inleiding Gezien de ontwikkelingen met betrekking tot passend onderwijs en de te verwachten veranderingen in de bekostiging, gezien de inspanningen die in schooljaar 200-2011 door de scholen worden verricht om een onderwijszorgprofiel op te stellen en gezien de ambities die daaruit voor de regio dienen te worden geformuleerd, heeft het WSNS-bestuur besloten om het meerjarig zorgplan te verlengen met een jaar. De ambities in dat meerjarig beleid beschreven, vormen voor 2011-2012 de basis voor het supplement. In het verleden heeft de inspectie een aantal kanttekeningen gemaakt bij de uitwerking van het zorgplan van dit samenwerkingsverband. Met name is erop gewezen dat in onvoldoende mate de procedures aangaande de werkwijze van de PCL zijn beschreven. Deze omissie wordt in dit zorgplan rechtgetrokken. Nu er helderheid gekomen is over de koers die de regering met betrekking tot passend onderwijs gaat volgen, is het samenwerkingsverband in staat om meer gericht te werken aan de organisatorische, inhoudelijke en financiële uitlijning, die ertoe gaat leiden dat in 2012 een meerjarig beleidsplan kan worden vastgesteld. Zoals gezegd, zullen de bestaande kerninnovaties een rol blijven spelen in het schooljaar 20112012. Dit zijn: leerlingenzorg op de werkvloer, bovenschoolse zorg, doorgaande lijn, één zorgloket, ontwikkeling sbo en tenslotte bestuur en management.
1. Een aangescherpte visie en ambitie Binnen het Samenwerkingsverband is het volgende missiestatement geformuleerd: Iedere school binnen de regio Westelijke Mijnstreek levert inspanningen die ertoe leiden dat binnen de regio thuisnabij, afgestemd en kwalitatief uitstekende zorgvoorzieningen zijn gerealiseerd waarin iedere leerling uit de regio tussen 4 en 12 jaar kan worden opgevangen en ondersteund. Alle scholen (bao- sbo –so) zijn hier gezamenlijk verantwoordelijk voor. Centraal daarin staat het begrip “gezamenlijke verantwoordelijkheid”. Anticiperend op de opdracht vanuit het ministeriele beleid om lichte en zware zorg binnen het samenwerkingsverband te gaan organiseren, brengen we in kaart hoe de onderwijszorg er kwalitatief uitziet. Scholen investeerden in 2010-2011 in het opstellen van een onderwijszorgprofiel. In dit profiel laten de scholen zien op welke wijze de onderwijszorg op hun school is georganiseerd. Basisonderwijs, speciaal basisonderwijs zowel als de regionale cluster 3 en 4-scholen zijn hierbij betrokken. In het continuüm van zorg worden deze zorgprofielen met elkaar verbonden in een regionaal overzicht. De opdracht van het samenwerkingsverband wordt om met alle scholen basiszorg, breedtezorg en dieptezorg te definiëren. Ook zullen er uitspraken gedaan worden over de ambities van de Westelijke Mijnstreek aangaande de kwaliteit en de inspanningen die we van elkaar vragen. Hier wordt de basis gelegd voor het formuleren van het nieuwe meerjarenbeleid van dit samenwerkingsverband.
50 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
De doelstelling voor 2011-2012 is het aanscherpen van de visie en ambitie van het samenwerkingsverband binnen de nieuwe kaders van passend onderwijs. Deze visie en deze ambities worden neergelegd in een meerjarig beleidsplan 2012-2016. In het vorige zorgplan is het missiestatement vertaald in een vijftal toetsstenen voor gedrag van betrokkenen. Deze “one-liners” blijven van kracht als gedragscode. ONE-LINERS ALS UITWERKING VAN HET MISSIE-STATEMENT:
Waar we goed in zijn communiceren we helder en open met elkaar! We zoeken elkaar op, laten elkaar kijken in de “keuken”, gebruiken elkaars kwaliteiten en stellen kwaliteiten beschikbaar voor de regio
Vroegsignalering begint in de voorschool! Uitdrukkelijk de verbinding tussen voorschool (psz) en onderbouw. Informatie-uitwisseling, casuïstiek bespreken in ZAT.
De ib-er operationaliseert de vertaalslag van WSNS op school, de directeur laat zien dat hij/zij dit ondersteunt! Rolverdeling tussen intern begeleider en directeur. WSNS-thema’s zijn zichtbaar in de schoolplannen en de schoolactiviteiten.
De leraar staat centraal in het realiseren van goede zorg(voorzieningen)! Gezamenlijk verantwoordelijk voor de schoolloopbaan, maar de leraar is eigenaar van het onderwijsleerproces. Aandacht voor kwaliteit (competenties – vakbekwaamheid) en communicatie met ouders (partnerschap). Goede zorg betekent je afvragen of we de goede dingen doen.
Thuisnabij hoeft niet “om de hoek” te zijn maar wel goed bereikbaar! Goed bereikbaar binnen de regio waarbij we elkaars kwaliteiten gebruiken (zie communicatie-uitspraak). Wat we wel kunnen zichtbaar in het zorgprofiel van iedere school.
Vooral de vierde uitspraak (leraar centraal) is hier van belang voor de vraag hoe het zit met de bestuurlijke verantwoordelijkheid in relatie tot de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband? De volgende uitspraak is leidend: De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de zorgniveaus 1-3. In het primaire proces draagt ieder bestuur maximaal bij om de kwaliteit van het onderwijs en de zorg voor leerlingen te onderhouden en te versterken. Het samenwerkingsverband heeft verantwoordelijkheid op de niveaus 4-5 van zorg. WSNS is daarnaast dienend voor de eerste 3 zorgniveaus. Schoolbesturen kunnen een beroep doen op WSNS om de zorgniveaus 1-3 te versterken. De verbondenheid van bestuurlijke verantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheden van het samenwerkingsverband vraagt goede communicatie. De verbondenheid dient getoetst te kunnen worden: Toets participerende scholen: -
-
Scholen verbinden schooldoelstellingen aan gezamenlijke doelen/inspanningen van het SWV o Scholen geven jaarlijks aan op welke wijze ze de regiodoelstellingen integreert in de eigen planvorming o Geven overzicht van wijze waarop zorgmiddelen worden ingezet Aanleveren van gegevens in het kader van volgen van leerlingen (loket) o Scholen leveren gevraagde gegevens zonder voorbehoud aan Actieve participatie in activiteiten van het SWV (geen vrijblijvendheid) o Directies – participatie in wsns-beraad o Ib-ers – participatie in leernetwerk
51 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Toets participerende besturen: -
-
Aandacht voor WSNS o WSNS staat met regelmaat op de agenda van het directieberaad. o Met directeuren zijn afspraken gemaakt om participatie en opbrengsten te verantwoorden. Verbinden van beleid o Het eigen beleid getoetst aan consequenties voor de samenwerking met anderen in de keten. o Er wordt actief gezocht naar verbinding van bestuursbeleid en regionaal beleid betreffende zorg en onderwijs.
Toets samenwerkingsverband WSNS De verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband betreft het realiseren van een continuüm van zorg op niveau 4 en 5. Dit continuüm omvat de huidige ambulante ondersteuningsvormen, de speciale voorzieningen SBO, REC 3 en REC 4, het Onderwijsdienstencentrum (ODC) waarin onderzoek, begeleiding en regionale bundeling van deskundigheid een plaats heeft. De verantwoordelijkheid betreft ook het goed functioneren van de toegang tot deze bovenschoolse voorzieningen (Kwadrant). Dit alles kan alleen maar functioneren wanneer besturen/scholen in staat zijn tot het formuleren van een gezamenlijk visie op goede leerlingenzorg. Vanuit de reflecties binnen het samenwerkingsverband wordt een gezamenlijke onderlegger daarin leidend gevonden: handelingsgericht werken vanuit het ontwikkelingsperspectief van kinderen. Het samenwerkingsverband verlaat het tekort-denken (handelen vanuit handelingsverlegenheid, het niet-kunnen) en gaat nog sterker als voorheen op zoek naar kans-denken. De ontwikkelingsperspectieven van leerlingen, dus ook van de zorgleerlingen wordt het startpunt voor activiteit. Scholen richten hun leerlingenzorg op deze wijze in. Het samenwerkingsverband ondersteunt dit door aanbod voor scholing en ontwikkeling vanuit Handelingsgericht werken en werken met ontwikkelingsperspectief bij kinderen aan te bieden. 2. Leerlingenzorg op de werkvloer Handelingsgericht werken is het kernthema sinds 2008 vanuit de gedachte dat deze insteek bijdraagt tot een veranderende kijk op de leerlingenzorg. Dit jaar wordt expliciet de verbinding gelegd met het werken vanuit het ontwikkelingsperspectief bij zorgleerlingen. Het traject handelingsgericht werken voorziet in een kwaliteitsimpuls voor het pedagogischdidactisch handelen van leraren, intern begeleiders en ambulant begeleiders. Met een extern bureau is een plan gemaakt om de implementatie ter hand te nemen. Vanaf 2008-2009 zijn de intern begeleiders geschoold. Voor 2011-2012 zullen de bestaande activiteiten worden gehandhaafd. Scholing intern begeleiders: voortzetting van het leerteam HGPD onder leiding van BCOVenlo. Een nieuwe groep intern begeleiders participeert in het leerteam. Opleiden van HGPD-consulenten: een gerichte scholing van ervaren intern begeleiders en orthopedagogen tot consulent HGPD. Het integreren van HGPD en de 1-zorgroute tot een teamscholingslijn voor verdere implementatie van handelingsgericht werken. Verder zal er een werkgroep worden opgestart van deskundigen en ib’ers die het werken met een ontwikkelingsperspectief bij zorgleerlingen gaat uitwerken. De opbrengst moet zijn dat er een handzame verbinding van handelingsgericht werken met het ontwikkelingsperspectief gaat ontstaan. Inhoudelijk wordt daarbij uitgegaan van de domeinen taal en rekenen. Opbrengstgericht werken bij taal en rekenen In de schooljaren 2007-2010 is een additionele pilot taalbeleid door het samenwerkingsverband uitgevoerd, waarbij inmiddels 8 scholen zijn aangesloten en gefaciliteerd. De inhoudelijke accenten liggen op de invoering van het protocol dyslexie en op de scholing van de taalcoördinator. Verder is er aansluiting gezocht met het gemeentelijk achterstandenbeleid rondom schakelklassen. Dit project krijgt in 2010 geen gefaciliteerd vervolg. Toch is de behoefte groot om elkaar op te zoeken, praktijkervaringen te delen en vanuit dataverzamelen effecten bij leerlingen te meten. In 20112012 zal het samenwerkingsverband hieraan op de volgende wijze vorm geven:
Implementatie van het protocol dyslexie. We gaan door met aandacht voor het gebruik van het handboek “Samen sterk voor Dyslexie”. In een JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
52
samenwerking tussen regionale ervaringsdeskundigen en landelijke deskundigen wordt dit handboek geactualiseerd. We maken hierbij gebruik van de backoffice van Kwadrant. Er worden een aantal workshops rondom actuele thema’s georganiseerd rondom relevante onderwerpen betreffende ernstige taalleesproblemen. Het gebruik van het handboek en het daarin vernoemde protocol is niet vrijblijvend. Er wordt van iedere school verwacht dat de richtlijnen (kwaliteitsstandaarden) actief zullen worden gehanteerd. Middels schoolbezoeken wordt de praktijk getoetst. Werkgroepen taal en rekenen. Deze worden ingericht vanuit het PO en het VO om nog eens scherp te formuleren wat de leeropbrengsten aan het einde van de basisschool zijn, hoe deze opbrengsten worden gemonitord en op welke wijze deze monitor kan worden voortgezet in het VO. De voor het basisonderwijs opgestelde referentieniveaus zullen daarbij richtinggevend zijn.
Naast deze speerpunten is uitdrukkelijk aandacht gevraagd voor een van de belangrijkste oorzaken voor verwijzen van kinderen: sociaal-emotionele problematiek. Uit de vroegsignalering op zorgniveau 3-4 binnen het basisonderwijs blijkt, dat bij 24% van die leerlingen sprake is van seoproblemen. De seo-problemen kunnen gekoppeld worden aan leren (frustraties van niet-kunnen), aan een niet veilige omgeving (conflicten, pesten op school, ordeproblemen, gebrekkig klassenmanagement), aan de primaire leefomgeving (thuis, wijk) of aan de persoonskenmerken van het kind. We hebben de opdracht om hiermee om te gaan. Uit de inventarisatie blijkt dat veel scholen dit thema prominent op de eigen agenda hebben staan. Aanvullende activiteiten door het samenwerkingsverband zullen gezocht worden in het beschikbaar maken van praktijkdeskundigheid (met verdieping) aan elkaar. Dit gebeurt via het meester-gezel model. Ook hier is handelingsgericht werken vanuit het ontwikkelingsperspectief van de leerling de basis. Scholen hebben bijvoorbeeld behoefte aan verdere verdieping in het omgaan met kinderen uit het autistisch spectrum. We matchen dan aanbieders (bv. de Xaveriusschool) met basisscholen die zich hiervoor hebben opgegeven. Deze lopen dan het volgende traject: Verkenning van de problematiek vanuit het perspectief van de aanbieder (workshop) Schoolbezoek bij de aanbieder: hoe werkt het in de praktijk Vertaalslag naar de eigen school: hoe gaan we van de opgedane kennis gebruik maken? Koppeling aan groepen en/of individuele kinderen (verbijzondering groepsplan) Coachingsbezoek door de aanbieder bij de vrager. Observatie – terugkoppeling Intervisie/scholingsbijeenkomst waarbij de ervaringen worden gedeeld en verdiept. Afsluiting: wat houden we vast voor onszelf en voor het samenwerkingsverband. We kunnen daar een soort protocol voor opstellen. Aanbieders kunnen zijn: basisscholen, sbo, speciaal onderwijs, zorginstellingen. De thema’s kunnen geïnspireerd zijn door kindproblematiek (bv ADHD) of aanpak (bv. Effectieve conflicthantering) Start van dit proces ligt bij de inventarisatie van de mogelijkheden bij de aanbieders en de vragen bij de basisscholen/leerkrachten. Voor de leerlingenzorg op de werkvloer is een bedrag gereserveerd van € 25.000, 3. De Zorgstructuur Deze benaming is afwijkend van het meerjarig zorgplan. Hiermee worden de interne zorgstructuur en de bovenschoolse zorg samengetrokken. Er wordt daarmee meer recht gedaan aan de samenhang. Het doorontwikkelen van een gezonde zorgstructuur krijgt haar impulsen vanuit de beschreven niveaus van zorg, het ingezette beleid rondom de verwijzingsproblematiek (een evenwichtige verdeling van zorgmiddelen over de niveaus van zorg) en passend onderwijs. Dit laatste behoeft nadere toelichting. Door gewijzigd beleid Passend Onderwijs krijgt het samenwerkingsverband een grotere betekenis en verantwoordelijkheid voor het continuüm van zorg en daarmee de bovenschoolse voorzieningen. De middelen voor rugzakbegeleiding van REC 3 en 4 worden per 1-8-2012 toegewezen aan de samenwerkingsverbanden PO en VO. Verder worden de extra zorgmiddelen van passend onderwijs ook aan het samenwerkingsverband toegekend. Op basis van de in de Tweede Kamer gemaakte afspraken over het passend onderwijsbeleid en de daarmee verbonden uitwerkingen in het referentiekader passend onderwijs, worden er op Zuid-Limburgs niveau afspraken gemaakt over de verdere inrichting van de zorgstructuur. Deze regioschaal is nodig om tot een dekkend aanbod te komen. Het samenwerkingsverband zal derhalve in samenspraak met Parkstad en
53
JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Maastricht-Heuvelland de nodige organisatorische en financiële stappen zetten. Verder zullen bestaande en ontwikkelde structuren binnen de Westelijke Mijnstreek actief worden ingezet. De belangrijkste onderdelen op een rij: Het leernetwerk intern begeleiders is een intensieve wijze van intervisie en kennisverdieping voor de intern begeleiders van alle scholen. Dit netwerk heeft tot doelstelling om intern begeleiders te informeren over wezenlijke thema’s en ontwikkelingen binnen de Westelijke Mijnstreek. Gezien de voorbereidingen van het meerjarig zorgplan en de aanscherping van visie en ambities van het samenwerkingsverband, zal het accent komen te liggen op de relevante inhoudelijke thema’s. Voor het werken in leerteams zal minder ruimte beschikbaar zijn. Het betreft de investering in de coachende vaardigheden van de ib-ers. Het leernetwerk is zo ingericht dat de ib-ers een keuze hebben in verschillende invalshoeken voor coaching. In 20112012 kennen we de volgende benaderingswijzen: coachen vanuit de gedachten van boeiend onderwijs/systeemdenken coachen vanuit de concepten van NLP coachen vanuit Groepsdynamisch onderwijs gedacht coachen vanuit de insteek Handelingsgericht Werken HGW/HGPD Deze varianten maken het mogelijk om beter aan te sluiten bij de individuele behoeften van de ibers en de schoolontwikkeling van individuele scholen. Kritische opmerkingen over de grote verschillen tussen de deelnemers aan deze leerteams, dwingt de leerteamleider om werkvormen te hanteren die aan deze verschillen recht doen. Dit kan door meer nadruk te leggen op intervisie en minder op scholing. Einde schooljaar 2010-2011 wordt deze werkwijze geëvalueerd en eventueel bijgesteld. ZAT/externe zorgstructuur In 2010 is het wetgevend traject gestart dat Zorg in en om de school regelt. De relatie tussen onderwijs en zorginstellingen wordt hierin geregeld. De Westelijke Mijnstreek kent al een aantal jaren een zogenaamde externe zorgstructuur, die naar tevredenheid functioneert. Toch is deze structuur heroverwogen. De samenstelling van de externe zorgteams is veranderd en er is aangehaakt bij de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). De meest opvallende wijziging was het loskoppelen van Bureau Jeugdzorg van de zorgteams. In overleg met de gemeente Sittard-Geleen is de optie toegevoegd dat er op basis van de inhoud van een casus een multidisciplinair overleg (MDO) kan worden ingericht. Daar kan bureau jeugdzorg wel in participeren. Daarnaast zal een bovenschools ZAT zich bezig houden met de multi-problem situaties waarbij creatieve oplossingen gevraagd worden. Een van de aspecten daarbij is het integraal indiceren: het gezamenlijk oppakken van parallelle indicatietrajecten in het onderwijs en in de zorg. Dit is de één kind – één plangedachte. De achterliggende gedachten nog eens op een rij: Vanuit het onderwijs is een pleidooi gehouden voor het verbinden van de externe zorgstructuur aan de doelstellingen van Passend Onderwijs en de stroomlijning inhoudelijk te baseren op het referentiekader van het Nederlands Jeugdinstituut. Dit houdt in: de steun wordt schoolnabij gerealiseerd. Iedere school heeft een zorgteam waarin minstens betrokken een schoolmaatschappelijk werker en een GGD-medewerker. Afhankelijk van de intensiteit van de problemen komt dit zorgteam meer of minder frequent bij elkaar. Het leeuwendeel van de casussen wordt in dit zorgteam opgepakt. Er bestaan een bovenschools ZAT(zorgadviesteams) dat zich bezighoudt met multiproblemen, die het zorgteam van de school overstijgt. In zo’n ZAT zitten alle disciplines die het mogelijk maakt met “doorzettingsmacht” oplossingen te creëren. Toegang tot het bovenschools ZAT wordt geregeld via het onderwijsloket Kwadrant. Op basis van de evaluatiegegevens 2010-2011 wordt deze werkwijze bijgesteld.. Voor de scholen in de gemeenten Schinnen, Beek en Stein zijn nog geen nieuwe afspraken gemaakt. Deze zullen gemaakt worden zodra deze gemeenten hun standpunt hebben bepaald. De verwachting is dat de uitwerking in de geest van de richtlijnen van het NJI zal zijn. Versterking van zorgniveau 4 Wanneer we met elkaar ernaar streven om minder leerlingen naar het SBO (zorgniveau 5) te verwijzen, betekent dit als vanzelfsprekend dat het zorgniveau 4 dient te worden versterkt. Dit houdt in dat er meer en gedifferentieerder externe zorgmogelijkheden in de basisscholen dienen te worden gerealiseerd. Vanuit de historie zijn hier vele aanbieders actief: de preventief
54
JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
ambulante begeleiders vanuit het sbo en het so, de ambulant begeleiders in het kader van de rugzakfinanciering, externe onderzoek- en begeleidingsinstituten. Het samenwerkingsverband werkt aan de volgende doelen betreffende versterking van zorgniveau 4: er worden goede afspraken gemaakt met externe bureaus over de inzet van extern onderzoek en begeleiding, passend in de koers zoals het samenwerkingsverband heeft uitgestippeld. Voorbeelden: de lijn wat betreft onderzoek en begeleiding dyslexie; het handelingsgericht werken en handelingsgerichte procesdiagnostiek; het bundelen van de krachten van de beide sbo’s wat betreft preventieve ambulante begeleiding achter het onderwijszorgloket met de preventieve ambulante begeleiding vanuit de clusterscholen (REC3 en 4). Er zijn afspraken gemaakt om via Kwadrant aanvragen voor preventieve ambulante begeleiding uit cluster 2 en de gespecialiseerde instituten REC3 en 4 uit de aanpalende regio’s te verzorgen. Deze succesvolle voorziening wordt voor schooljaar 2011-2012 uitgebreid met 0,5 fte. Het vergroten van de zorgmogelijkheden op zorgniveau 4 middels het instellen van een zg. WSNS-rugzakje. Hiermee kan per individueel geval gekeken worden welke hulp/zorg het best passend is. Er is afgesproken dat deze rugzak wordt ingezet bij terugplaatsing van leerlingen uit het SBO en bij leerlingen in de basisschool, waarvan duidelijk is dat deze met behulp van extra menskracht (formatie) op school verantwoord kan worden opgevangen. In 2010-2011 zijn positieve ervaringen opgedaan met het koppelen van deze aanvragen aan pab. Wanneer pab-er en school samen tot de conclusie komen dat verblijf op de basisschool mét financiële ondersteuning zinvol en haalbaar is, kan een verzoek worden ingediend. Er is een korte procedure opgesteld met de daaraan gekoppelde toekenningregels. Op basis van de positieve ervaringen zetten we in op ongeveer 15 casussen met ieder een tegenwaarde van € 2500,- Er bestaat ook de mogelijkheid om een gedeeltelijke rugzak aan te vragen. Onderwijszorgloket Kwadrant Dit loket is in 2008 van start gegaan. Het beoogt de toegang te worden voor alle vragen met betrekking tot bovenschoolse zorg. Twee loketmedewerkers bedienen vanuit de huidige twee SBO’s de scholen. Verder zijn ook de Parkschool (REC3) en de Xaveriusschool (REC4) systematisch betrokken bij het loket. Inmiddels is het onderwijsloket de hefboom geworden voor de ontwikkeling van een gestroomlijnde toegang voor alle bovenschoolse zorg. Dit is gebeurd op basis van impulsen zoals die via het veldinitiatief Passend Onderwijs zijn ontwikkeld. Kwadrant verenigt een aantal functies in zich die georganiseerd zijn in een front-Office en een BackOffice. Er worden een aantal werkunits onderscheiden om de organisatie transparant te maken. Deze werkunits (zie organogram) weerspiegelen de opdracht van passend onderwijs. Kwadrant wordt aangestuurd door een coördinator die gefaciliteerd is om processen aan te sturen. Dit gebeurt in nauwe samenspraak met de coördinator van het samenwerkingsverband.
55 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Onderwijsloket Kwadrant Voor alle bovenschoolse vragen - monitoring niveau 4-5 - vroegsignalering 3-4 - advies - doorgeleiding vragen - informeren
Werkunit outreachende hulp - consultatie - handelingsgerichte diagnostiek - pab
Werkunit indicering en zorgtoewijzing - PCL - Bovenschools ZAT - Crisisplaatsing - Overgang po-vo complexe dossiers
Werkunit expertiseontwikkeling - steunpunt dyslexie - steunpunt autisme
Werkunit ouders - ouderbegeleiding - mediation - platform ouders
De werkunit outreachende hulp omvat de functies consultatie, handelingsgerichte diagnostiek en preventieve ambulante begeleiding. Op basis van een behoeftepeiling kan het samenwerkingsverband ervoor kiezen om deze dienstverlening aan de scholen uit te breiden. Momenteel geldt voor pab de cofinancieringsystematiek. Hierdoor worden de mogelijkheden voor dienstverlening uitgebreid omdat de school die profiteert meebetaalt. Dit principe kan worden uitgebreid met de twee andere functies (consultatie, diagnostiek). Hierover zullen afspraken met de schoolbesturen worden gemaakt. De werkunit indicering en zorgtoewijzing wordt van groot belang in de naaste toekomst. Vanuit de richtlijnen van het landelijk referentiekader en de afspraken die op Zuid-Limburgs niveau worden gemaakt, zal deze werkunit worden uitgelijnd. De functie crisisplaatsing wordt uitgelijnd omdat andere mogelijkheden zoals de Reboundvoorziening stevig in de financiële mogelijkheden worden gekort. Er zullen afspraken worden gemaakt over toeleiding, terugleiding en financiering. De werkunit expertiseontwikkeling heeft de opdracht om (praktijk-)expertise in de regio te bundelen en toegankelijk te maken. Het betreft expertise die te vinden is in het basisonderwijs (regulier en speciaal), het speciaal onderwijs en – op termijn – ook expertise van externen in de regio. Dyslexie en autisme zijn daarbij twee speerpunten. De werkunit ouders zal zich richten op de begeleiding van ouders bij onderwijszorgtrajecten van hun kind (op verzoek), het bemiddelen indien er sprake is van verschillen van inzichten tussen school en ouders, en het bieden van een platform aan ouders om mee te denken in de ontwikkelingen van de bovenschoolse zorg en de kwaliteit daarvan. De PAB wordt ook vanuit het loket georganiseerd. De volgende ontwikkelingen zijn in 2009-2010 voorzien en blijven van kracht in 2011:
De aanvraag voor een PCL-beschikking wordt achter het loket geplaatst. Hierdoor wordt het loket in staat gesteld mee te bewaken dat het zorgniveau 4 optimaal kan worden ingezet.
De aanvragen pab vanuit het speciaal onderwijs gaan via Kwadrant lopen. Hiertoe wordt een medewerker vanuit REC4 en vanuit REC3 toegevoegd aan het loket. Zo kan ervoor gezorgd worden dat er geen kind zonder ondersteuning in niveau 4 zit. Afstemmen van de ontwikkelingen van het onderwijszorgloket met het voortgezet onderwijs, de REC-clusters en Jeugdzorg in het kader van integraal indiceren. Dit is een van de speerpunten van Passend Onderwijs.
56 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Het loket krijgt een opdracht om de leerlingen op niveau 3 en 4 te volgen en de leerlingenstromen in deze in kaart te brengen. Deze taakstelling is geïnitieerd vanuit de aanpak van de verwijzingsproblematiek, maar heeft vooral een preventief karakter. Hierdoor kan het SWV beter anticiperen op trends en ontwikkelingen wat betreft leerlingproblematieken Voor de verdere ontwikkeling is een bescheiden budget beschikbaar. Er worden 0,4 fte’s gereserveerd voor de bemensing van het loket. Procedure PCL Door alle ontwikkelingen komt het werk van de PCL in een verschuivend perspectief. De PCL heeft een wettelijke taak om beschikkingen af te geven ten behoeve van plaatsing van een leerling in het SBO. Deze wettelijke taak is tot nu toe ingekleurd vanuit het tekort-denken bij het kind en vanuit de handelingsverlegenheid bij de school. Nu de PCL achter het loket is geplaatst en er vele bewegingen zijn die SBO en REC3 en 4 scholen dichter bij elkaar brengen in het zogenaamde continuüm van zorg, is het nodig om binnen de PCL ontwikkelingen op gang te brengen die ertoe leiden dat: de PCL gaat werken vanuit het ontwikkelingsperspectief van de zorgleerlingen de PCL een bredere rol toebedeeld krijgt dan alleen toeleiding SBO. Ook REC3 en REC4 komen in beeld er meer op maat binnen het continuüm van bovenschoolse zorg kan worden gereageerd. De beschikbare zorgbudgetten maken dat in de toekomst mogelijk. Vooralsnog zal de PCL zich vooral richten op haar wettelijke taak. De wijze waarop wordt hier besproken.
De taakstelling van de PCL uitspraken doen over het al dan niet toelaatbaar zijn van een leerling voor het speciaal basisonderwijs het afgeven van tijdelijke beschikkingen ten behoeve van een crisisplaatsing of een observatieplaatsing in het sbo het zoeken van een andere basisschool wanneer dit een adequate oplossing voor de schoolloopbaan van het kind kan zijn actief wijzen op kansen en bedreigingen van de zorgmogelijkheden van de individuele school (feedback).
De positionering van de PCL in het samenwerkingsverband De commissie is een publiekrechtelijk orgaan en daarmee gehouden te voldoen aan de regelgeving en eisen van zorgvuldigheid ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). De PCL is achter het onderwijsloket geplaatst. Aanvragen voor een beschikking van toelaatbaarheid komen via Kwadrant bij de PCL. De PCL is een onafhankelijk orgaan, dat op een relatief autonome manier afwegingen maakt op basis van door het samenwerkingsverband vastgestelde criteria voor toelaatbaarheid. De PCL bestaat uit 3 leden die door het bestuur van het samenwerkingsverband zijn benoemd.
De werkwijze van de PCL Deze wordt gekenmerkt door zorgvuldigheid. Voor het nemen van beslissingen door de PCL is een goede informatievoorziening onontbeerlijk. Deze betreft de onderwijsleeromgeving, de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind en de verleende ondersteuning. Op verzoek van de PCL wordt door Kwadrant getoetst of zorgniveau 4 voldoende is benut. In dit zorgniveau zijn de bovenschoolse zorgmogelijkheden aan de orde. Indien gewenst wordt door Kwadrant contact opgenomen met de school en/of de ouders om de informatie te verhelderen. Bij de toetsing van de gegevens wordt gebruik gemaakt van het zorgprofiel van de school Binnen 8 weken na geregistreerde binnenkomst van de aanvraag, doet de PCL een uitspraak en deze wordt gemotiveerd aan de ouders en de school medegedeeld. Indien de ouders bezwaar tegen de uitspraak willen indienen, geeft de PCL de mogelijkheid om de bezwaren toe te lichten middels een hoorzitting. Er wordt jaarlijks een rooster van PCL-bijeenkomsten opgesteld en aan de scholen kenbaar gemaakt.. Voor aanmeldingen die na 1 april worden ingediend, kan niet worden gegarandeerd dat er bij de start van het nieuwe schooljaar een plaatsing in het speciaal basisonderwijs wordt gerealiseerd. -
57 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
De eisen aan de aanmeldingsroute De ouders melden hun kind aan bij de PCL. Dit gebeurt zoveel mogelijk in nauw overleg met de school. Kinderen die aangemeld worden hebben een intern traject in het kader van de zorg doorlopen op school (besproken met ib-er, handelingsplan, consultatie van externe deskundigen, evt. handelingsgericht onderzoek). Er is sprake van een duidelijk vraagstelling aan de PCL. De relevante informatie wordt geordend in een onderwijskundig rapport aangeleverd Goede informatie aan de ouders/verzorgers (ouderfolder)
De criteria die bij de aanvragen worden gehanteerd Vooralsnog worden de bestaande criteria gehanteerd in afwachting op de veranderingen die regionaal en landelijk inzake de zorgstructuur worden geïnitieerd. Voor het speciaal basisonderwijs zijn dit: o De mate waarin in het voortraject de zorgmogelijkheden van een school zijn benut Inzet binnen de niveaus van onderwijszorg 1-3 o De zorgvuldigheid inzake het vaststellen van de ernst van de problematiek Geeft het onderwijskundig rapport kwalitatief de juiste informatie? Mate van specificiteit van de didactische en pedagogische onderwijsbehoeften De schoolbeleving van het kind o De mate waarin gebruik is gemaakt van de bovenschoolse zorgmogelijkheden Inzet van de mogelijkheden in zorgniveau 4 van het samenwerkingsverband Inzet van externe hulp buiten de school o Zicht op het handelingsperspectief en de voortgang in het (speciaal) basisonderwijs. Het ontwikkelperspectief van het kind Specifieke hulpvraag aan de onderwijsomgeving
De PCL geeft een plaatsingsbeschikking af ten behoeve van het speciaal basisonderwijs. De plaatsing in het speciaal basisonderwijs wordt procedureel door de betreffende scholen geëffectueerd. Met het samenwerkingsverband is afgesproken dat er 3 instroommomenten gelden: begin schooljaar (tot 1 oktober) 1 januari 1 april Kinderen die na 1 april een beschikking krijgen van de PCL worden geacht in het nieuwe schooljaar in het sbo in te stromen. Voor een onderwijskundig verantwoorde overbrugging van de tijd worden met de school afspraken gemaakt.
Kwantitatieve doelstelling samenwerkingsverband Het ingezette beleid om met streefgetallen te werken wat betreft een maximaal toelaatbaar aantal leerlingen in zorgniveau 5 (SBO) wordt voortgezet. Op teldatum 1 oktober 2009 was het percentage leerlingen dat aangewezen in op speciaal basisonderwijs 4,1 % (inclusief grensverkeer). Analyse van dit aantal wijst uit dat er een aanzienlijk deel beschouwd moet worden als zij-instromers. Dit zijn bijvoorbeeld het MKD, de SBO’s van buiten het samenwerkingsverband, Mgr. Hanssenschool, Xaverius Holtum, KDC ’t Steijntje, de Buitenhof. Bij de eigen basisscholen is er sprake van een lichte daling van het aantal verwijzingen. Het aantal tussentijdse plaatsingen is drastisch teruggelopen. Dit ontlast de ontvangende organisaties (SBO’s) en ontlast de financiële onderlegger van het samenwerkingsverband. Op teldatum oktober 2010 is het deelnamepercentage gedaald naar 3,74%. Daarmee is de doelstelling zoals verwoord in de uitgezette koers gehaald. De doelstelling voor het nieuwe zorgplan (ijkdatum oktober 2011) wordt derhalve 3,5%. We houden daarmee vast aan de koers die is ingezet.
Er wordt een koers uitgezet waarmee het deelnamepercentage aan het SBO in 4 jaar wordt teruggebracht naar 3,2%.
58 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Schooljaar
%
09-10 10-11 11-12 Peildatum Peildatum Peildatum 1-10-09 1-10-10 1-10-11 3,9 3,7 3,5 (excl. Grensverkeer)
12-13 Peildatum 1-10-12 3,2
Van de leerlingen die tussentijds worden geplaatst wordt de basisformatie teruggevorderd van de verwijzende school. De koers zoals uitgelijnd met betrekking tot het aantal beschikbare plaatsen in het SBO wordt jaarlijks op basis van een haalbaarheidsanalyse vastgesteld. De consequenties van dit beleid voor de beide SBO’s dienen door het samenwerkingsverband te worden geanalyseerd en verder opgepakt..
4. Doorgaande lijn/passend onderwijs In het nieuwe beleid is een knip aangebracht tussen PO en VO als het gaat om planvorming, budgetverdeling en verantwoording. Dat wil niet zeggen dat we niets meer met elkaar van doen hebben. De doorgaande lijn met betrekking tot de zorgleerlingen blijft een belangrijk item. Het blijkt namelijk dat juist in de schakelmomenten (PO-VO en VO-MBO) de meeste zorgleerlingen onderuit gaan. Wel dienen we met het VO opnieuw te definiëren op welke wijze we de PO-VO schakel vorm gaan geven. Daartoe zullen de volgende initiatieven worden uitgewerkt:
Deelnemen aan de netwerkorganisatie Passend Onderwijs. Intensivering van de samenwerking met VO via de hefboom Toeleiding PO-VO. Hiertoe willen we een pilot toeleiding opstarten met een aantal basisscholen en het voortgezet onderwijs. Doel: afstemming, doorgaande zorglijnen PO-VO, stroomlijnen van de informatie via een digitaal overdrachtsdossier (DOD), versterken van het continuüm van zorg. Het inhoudelijk afstemmen van het onderwijsloket Kwadrant met het loket van VO.
5. Onderwijsdienstencentrum PO Dit centrum (voorheen expertisecentrum genoemd) wordt in het meerjarig zorgplan de aanjager voor expertiseontwikkeling en bovenschoolse zorg genoemd. Het eigenaarschap van de ontwikkeling van het expertisecentrum was in handen van Focus. Passend Onderwijs heeft het besef verdiept dat dit ODC een voorziening wordt die voor de hele regio Westelijke Mijnstreek dienstbaar is en daarom een organische plaats inneemt in het samenwerkingsverband. In de uitwerking is het ODC de backoffice verbonden met Kwadrant. De uitwerking hiervan wordt, na bestuurlijke besluitvorming, onderdeel van het meerjarenbeleid van het samenwerkingsverband. 6. Communicatie In 2008-2009 is de website van het samenwerkingsverband gerealiseerd. Onder de vlag van Passend Onderwijs Westelijke Mijnstreek heeft WSNS ook een communicatief gezicht gekregen. Deze website bevat de noodzakelijke informatie over de organisatie, de planning en de activiteiten van het samenwerkingsverband. Alle gebruikte formulieren zijn op deze site te vinden. Ook maakt het onderwijszorgloket gebruik van deze communicatiemogelijkheid (e-mailadres). Voor het nieuwe schooljaar alle gebruikte formulieren digitaal gemaakt. Ook zal een verdere integratie plaatsvinden met VO en REC-clusters in het kader van het Veldinitiatief Passend Onderwijs. Voor de digitalisering van de formulieren en het onderhoud van de website is in de begroting voorzien. Naast deze instrumentele zijde van de communicatie zoals beschreven, zal ook aan de inhoudelijke verbetering van communiceren gewerkt worden. Dit betekent meer ruimte voor inhoudelijke gedachtewisseling, openheid en transparantie in besluitvorming. Een Nieuwsbrief die 3 keer op jaarbasis verschijnt, kan daarbij goede diensten verrichten. Hiermee willen we een bijdrage leveren aan het positief beïnvloeden van de cultuur van samenwerken binnen het samenwerkingsverband. 7. Bestuur en management Door bestuurlijke ontwikkelingen in de Westelijke Mijnstreek zijn de verhoudingen tussen besturen veranderd. De fusie van twee schoolbesturen (Focus en ProoSes) tot één bestuur Kindante betekent dat de bestuurlijke aansturing en inbedding van het samenwerkingsverband opnieuw onder de loep genomen dient te worden. 59 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
In het verleden heeft het bestuur van het samenwerkingsverband een professionaliseringsslag doorgemaakt. Dit wil zeggen dat is nagedacht over de rol van het bestuur in het kader van policy governance. Hierdoor is er helderheid gekomen in de onderlinge verhouding tussen bestuur en coördinatie. Het bestuur bestuurt op basis van helder geformuleerde doelen (ends) en toebedeelde middelen (means). Het beleid wordt verder geoperationaliseerd door de professionals (coördinatiegroep i.s.m. de directeuren) onder leiding van de coördinator. Verantwoording geschiedt achteraf. Middels een transparante bestuursmonitor wordt door de coördinator aan het bestuur gerapporteerd. Bestuur en coördinator spiegelen elkaar in dit proces: hoe zitten we in onze rol, blijven we op hoofdlijnen besturen, wat is de kwaliteit van de informatievoorziening, etc. Samen met de coördinatiegroep worden 1 keer per jaar centrale thema’s opgepakt ter verdieping en wederzijds contact. 8. Kwaliteitszorg Het onderzoek naar het verwijsgedrag heeft de noodzaak om de kwaliteitszorg met betrekking tot leerlingenzorg aangegeven. Hiertoe is een werkgroep aan de slag gegaan om te bezien hoe we kunnen komen tot een acceptabele vorm van monitoring van de kwaliteit van zorg. Hier begeeft het samenwerkingsverband zich op de grens met de verantwoordelijkheden van de individuele schoolbesturen. Leerlingenzorg/zorgplicht is immers een basale taak van ieder bestuur. Maar zoals de leerlingenstromen in kaart gebracht worden (opdracht onderwijsloket), zal het samenwerkingsverband ook haar vinger moeten kunnen leggen op de kwaliteit van de leerlingenzorg op school. De invulling van kwaliteitszorg wordt opgehangen aan een aantal instrumenten, dat vanuit het landelijk Passend Onderwijsbeleid zullen worden aangereikt: Iedere school stelt samen met het personeel en de ouders een zorgprofiel op, waarin helder wordt welke mogelijkheden een school heeft bij de opvang en ondersteuning van zorgleerlingen. Hierin wordt helder wat scholen – eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband – aankunnen. Het referentiekader passend onderwijs geeft richtlijnen voor de richting en de inrichting van zorg op school en zorg in het samenwerkingsverband. Een werkgroep zal deze mogelijkheden verder uitwerken en voorleggen aan het WSNS-bestuur. In de loop van het nieuwe schooljaar zal de keuze worden geïmplementeerd. 9. Inzet van het zorgbudget Hiertoe wordt verwezen naar het aparte document “Inzet Zorgbudget SWV WM schooljaar 20112012”. Hierin staat de uitlijning van de wettelijke verplichte overdrachten naar het SBO, de inzet ten behoeve van het primaire proces, de overheadkosten, de investering in ontwikkeling en kwaliteitsversterking leerlingenzorg, en tenslotte de afdracht aan de basisscholen van zorgmiddelen. Dit document is onderdeel van het supplement meerjarig zorgplan 2011-2012 en geeft weer hoe de hierboven besproken inhoudelijke ontwikkelingslijnen financieel worden onderbouwd.
60 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
BIJLAGE 3: Onderwijszorgprofiel school Visualisaties zorgprofiel Onderstaand staafdiagram geeft per zorgvraag de Kunde (groen), Ambitie (blauw), Middengroep (lichtrood) en Grens (rood) weer. De nummering betreft de volgende rubrieken: 1. blind/slechtziend 2. slechthorend/spraak-/taalproblemen 3. verstandelijke gehandicap 4. gedragsproblemen 5. SBO 6. hoogbegaafd
61 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
BIJLAGE 4: Rugzakleerlingen Beleid m.b.t. rugzakleerlingen Rugzakleerlingen zijn kinderen met een handicap of beperking die gebruik maken van leerlinggebonden financiering (LGF). Het doel van LGF is de emancipatie en integratie van leerlingen met een handicap in het reguliere onderwijs te bevorderen. Onze school is er van overtuigd dat het goed is voor kinderen met een beperking om in hun eigen buurt naar school te kunnen en dat ze mede daardoor beter integreren in de maatschappij. Deze kinderen horen er bij en een bijkomend voordeel is dat andere kinderen op deze manier leren omgaan met kinderen met een beperking. Wij gebruiken het volgende stappenplan bij de aanmelding van een rugzakleerling: Fase 1: Aanmelding aanmelding door de ouders bij de directie van de school gesprek met de ouders, verwachtingen van ouders toelichting visie van de school, welke mogelijkheden heeft de school toelichting procedure schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen Fase 2: Informatie verzamelen gegevens opvragen bij, bezoek brengen aan bv.: huidige school, onderwijsbegeleidingsdienst, zorgcircuit, medisch circuit Fase 3: Informatie bestuderen Binnengekomen gegevens bestuderen en bespreken met directie, intern begeleider van de school, leerkrachten, zorgplatform en eventueel de PCL. Eventueel kan worden besloten om het kind te observeren binnen zijn huidige school (voorschoolse opvang). Fase 4: Inventarisatie Van het kind wordt het volgende in beeld gebracht: Aandachtspunten Met andere woorden: ‘wat vraagt het kind’
Mogelijkheden van de school
Onmogelijkheden van de school
Wat kan extern worden gehaald. Mogelijke oplossingen
Pedagogisch Didactisch Kennis en vaardigheden van de leerkracht Organisatie school en klas Gebouwen/ Materieel Medeleerlingen Ouders
Fase 5: Overwegingen De school onderzoekt op basis van het bovenstaande schema welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden geboden kunnen worden en door wie: gebouwen (gemeente) OLP (speciaal onderwijs) aanvullende formatie (circulaire) vervoer (gemeente) ondersteuning qua expertise (speciaal onderwijs, de zorginstellingen, e.d.)
62 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!
Fase 6: Besluitvorming De betreffende inventarisatie van de hulpvragen van het kind wordt afgezet tegen de visie van de school en de mogelijkheden om een passend onderwijsaanbod te realiseren. Fase 7: Advies Gesprek met de ouders waarin het besluit van de school van de school wordt besproken: Plaatsing: opstellen van een "contract" handelingsplan met daarbij een overzicht van inzet van middelen, ondersteuning door SO of derden, inzet aanvullende formatie, OLP/ aanpassingen aan het gebouw e.d. Dit contract moet binnen een maand na inschrijving worden afgesloten. Voorlopige plaatsing: alleen wanneer er sprake van een observatieperiode als niet onmiddellijk duidelijk is of plaatsing succesvol kan zijn. Deze overeenkomst wordt door school en ouders ondertekend. Bij Afwijzing: een inhoudelijke onderbouwing door de school waarom men van mening is dat het kind niet geplaatst kan worden. Deze afwijzing wordt schriftelijk beargumenteerd en aan ouders en inspectie overhandigd.
63 JENAPLANSCHOOL ELCKERLYC Uitdagend, inspirerend en waarderend voor ieder(s) talent!