Schoolondersteuningsprofiel School:
Oec. b.s. het Drieluik
Contact gegevens:
Ten Harmsen van der Beekpad 4 1336 BK Almere 036-5295623
[email protected]
Directie en IB:
Lesley de Groot (directeur) Mariska Kloppenburg (onderwijskundig leider) Janet Schmidt (leerteamlleider groep 1/2) Tamara Rumpin (leerteamleider groep 3 t/m 5) Saskia Linschoten (leerteamleider groep 6 t/m 8) Marianne Brilstra (intern begeleider groep 1 t/m 5) Atsje van der Meulen (intern begeleider groep 6 t/m 8)
Inleiding Alle scholen zijn in het kader van de Wet Passend Onderwijs verplicht om een schoolondersteuningsprofiel op te stellen. De inhoud van het profiel wordt in de wet als volgt omschreven: “een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor de ondersteuning van leerlingen die extra ondersteuning behoeven”. Het ondersteuningsprofiel is tevens het document op basis waarvan de school kan beargumenteren of het wel of niet aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van een leerling kan voldoen. Het ondersteuningsprofiel geeft een beeld van onze onderwijsvisie met daarnaast een beeld van de ondersteuning op twee niveaus: Basisondersteuning: o Preventieve en lichte curatieve interventies; o Onderwijsondersteuningstructuur; o Planmatig werken; o Basiskwaliteit; o Handeling -en opbrengstgericht werken; o Meer- en hoogbegaafdheid. Extra ondersteuning: De extra ondersteuning beschrijft de specifieke mogelijkheden van de school, die verder gaan dan de afspraken die gemaakt zijn over de basisondersteuning. De extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze
arrangementen kunnen licht en kortdurend van aard zijn, of zwaar en langdurig. De arrangementen worden door de school gerealiseerd al dan niet met behulp van middelen, menskracht of expertise van buiten de school. Onderwijsvisie / schoolconcept Visie van Het Drieluik ‘Het Drieluik’ is een oecumenische basisschool. We geven vorm aan onze christelijke identiteit door het vertellen van (bijbel)verhalen, zingen, bidden en het vieren van Christelijke feesten. We hechten er waarde aan om dit te vertalen naar de omgang met elkaar binnen de schoolgemeenschap. Daarnaast wordt aandacht besteed aan andere wereldreligies. ‘Het Drieluik daagt je uit!’ is ons missie-statement. We zijn een basisschool waar kinderen binnen een rijke leeromgeving uitgedaagd worden om zich verder te ontwikkelen. De betrokkenheid van het kind zien we als de motor voor zijn ontwikkelingsproces. Deze betrokkenheid creëren we door kinderen binnen de kaders van het onderwijsproces veel keuzevrijheid te bieden. Een enthousiast en deskundig team begeleidt het kind. De specifieke leerbehoeften van een kind bepalen de invulling en wijze van deze begeleiding. Als school hebben we nog veel plannen voor de toekomst. De komende jaren zullen we met de visie in de hand ons onderwijs kritisch onder de loep nemen en daar waar nodig verder ontwikkelen. Veel punten, zoals geformuleerd in onze visie, vindt u terug in onze werkwijze en onze dagelijkse omgang met de kinderen. Onze begrippencirkel maakt in steekwoorden duidelijk hoe de visie op Het Drieluik wordt vormgegeven: Optimale ontwikkeling van ieder kind rijke leeromgeving
ac
OGO actief en betekenisvol leren thematisch onderwijs
observeren
keuze vrijheid moti vatie be ve st i be gin la g ng st el lin g
n tieve initia eigen n ne nge agi uitd ast v n re hou f le tie
zone van naaste ontwikkeling
leerlijnen begeleiding op maat: niveau
interesse
leerstijl
gevarieerde werkvormen
vakintegratie (taal) human dynamics
atelier TOM goede zorgstructuur
succes
samenwerkend leren tutor
id ghe veili n we rou t r fve s zel ni en k lf ze
hoge verwachtingen van leerlingen leerkracht is begeleider
stru
ze lf
refl ect
sta
ctuu r
heldere regels en afspraken plannen leerdoelen portfolio
ie
voortgangsgesprekken
nd ig
ve de rtro an uwe de n in r ond ern em en
positief benaderen
g
ervarin
ontwikkelen SEO
pre-teaching
duidelijke verwachtinge n
he
id
zelfredzaamheid weektaak
Identiteit
zelfstandig werken
Het Drieluik in 2015 In 2015 is de kwaliteit van het onderwijs op Het Drieluik van een hoogstaand niveau. Er worden hoge verwachtingen aan kinderen gesteld. De leerresultaten zijn goed in beeld en van daaruit wordt er gestuurd op het verbeteren van de leeropbrengsten. De basisvaardigheden taal, lezen en rekenen staan centraal en worden op hoog niveau aangeboden, omdat we geloven dat in die vaardigheden de sleutel tot succes schuilt naar het vervolgonderwijs. Binnen deze vakgebieden scoren we op 10% boven het landelijk gemiddelde. Binnen het integrale kindcentrum zijn kinderopvang en basisonderwijs met elkaar geïntegreerd. Er wordt één pedagogisch- en didactisch klimaat gecreëerd binnen de brede school. Het uitgangspunt is om aan te sluiten bij wat een kind nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken en welke aanpak effectief is. Door de hele school wordt er op een handelingsgerichte wijze gewerkt. Er is een doorgaande lijn van 0 t/m 12 jaar, waarin kinderen een ononderbroken leerproces doorlopen. De overgang van peuter naar kleuter en van groep 2 naar groep 3 verloopt vloeiend. Eventuele leerproblematiek wordt vroegtijdig gesignaleerd door jonge leerlingen een beredeneerd aanbod te bieden middels een VVE-aanpak door pedagogisch medewerkers en/of intern begeleider 0-8 jarigen en wordt er preventief en adequaat gehandeld. Eventuele gedragsproblematiek wordt gesignaleerd binnen een leerlingvolgssysteem 0-12 jarigen en hierop wordt eveneens preventief en adequaat gehandeld. Binnen de ateliers, waarbij wij werken met de methode IPC (International Primary Curriculum), behalen alle leerlingen de (landelijk) vastgestelde doelen voor wereldoriëntatie en de creatieve- en expressieve vakken, middels betekenisvolle, activerende werkvormen. Waar kinderen samenwerken is dit functioneel en is men wederzijds afhankelijk van elkaar. Het Drieluik wil zich als ‘lerende organisatie’ verder ontwikkelen. Goed gekwalificeerde professionals hebben een lerende houding en ontwikkelen zich planmatig. Het integraal personeelsbeleid is er op gericht om medewerkers aan te spreken op hun talenten. De directie stuurt op hoofdlijnen. Het middenmanagement (onderwijskundig leiders en intern begeleiders) begeleidt de leerkrachten direct op het primaire proces. Ouders en leerkrachten voelen zich partners in onderwijs en opvoeding en zijn wederzijds afhankelijk van elkaar. Het kind staat centraal, waarbij de ouder de ervaringsdeskundige en de leerkracht de professional is. We geven vorm aan didactisch partnerschap. De volgende hoofdthema’s zijn de komende jaren op onderwijskundig vlak leidend op Het Drieluik: De kwaliteit verbeteren van het reken- en taalonderwijs. De opbrengsten verhogen van de basisvaardigheden door de didactische vaardigheden van de leerkrachten te versterken en te borgen middels expertgroepen. Implementatie van Handelingsgericht Werken, om beter aan te sluiten bij de onderwijsbehoefte van kinderen. Dit doen we in samenwerking met kinderen en ouders.
Het creëren van één pedagogisch- en didactische klimaat binnen de brede school en ons doorontwikkelen tot een integraal kindcentrum Kwaliteitsimpuls van het atelieronderwijs. De methode IPC is geïmplementeerd.
Het schoolplan / de schoolgids is op te vragen bij de directie van de school.
Basisondersteuning Preventieve en licht curatieve interventies Op het Drieluik willen wij met ons onderwijs aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de kinderen. De onderwijsbehoeften van kinderen worden in kaart gebracht m.b.v. het kindprofiel. Hierin worden de stimulerende en belemmerende factoren per leerling beschreven. Het kindprofiel geeft leerkrachten inzicht in hoe een leerling leert en welke instructiebehoefte een leerling heeft. Kinderen en ouders worden betrokken bij het invulling geven aan het kindprofiel. De leerkracht verwerkt de lesdoelen per periode, a.d.h.v. leerlijnen, in een groepsplan voor elk vak. Het groepsplan is een dynamisch document waarin de leerkracht evalueert, waarbij de leerkracht op basis van de evaluatie en de te behalen leerlijnen afstemt op de komende doelen/leerlijnen. De leerkrachten besteden veel aandacht aan de instructie die zij de kinderen bieden. Zij geven les volgens het activerende directe instructie model. Bij rekenen, taal en begrijpend lezen werken we binnen de klas met drie instructiegroepen. De basisgroep (aanpak 2) kan na een korte (effectieve) basisinstructie veelal zelfstandig verder met het te maken werk. De leerlingen die meer instructie nodig hebben zitten in de instructiegroep (aanpak 1) en krijgen verlengde instructie en geleide inoefening met de leerkracht, veelal aan de instructietafel. De plusgroep (aanpak 3) krijgt korte instructie op eigen niveau (in enkele gevallen is het juist gewenst geen instructie vooraf te geven) waardoor in de verwerking de nadruk kan liggen op verbreding of verdieping, waarbij gebruik wordt gemaakt van het hoge orde denken. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen leerproces, waarbij in voortgangsgesprekken leerlingen aangeven wat ze willen leren en wat ze hiervoor nodig hebben. Op het Drieluik streven we naar positieve groepen en een klimaat waarin een ieder die op het Drieluik komt zich veilig en welkom voelt. Om de veilige pedagogische basis te creëren en 1 taal te spreken, hanteren we op het Drieluik de volgende schoolregels. 1. Je mag zijn wie je bent, want je bent goed zoals je bent; 2. Doe niets bij een ander kind, wat je zelf niet prettig vindt; 3. Je bent te vertrouwen; 4. Je hebt respect voor alles en iedereen om je heen. Lezen is een vak dat veel aandacht krijgt op het Drieluik. Wij stimuleren het
leesplezier en we hebben een grote boekencollectie tot onze beschikking. Voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben, zetten wij structurele hulp in waarbij de leerkracht remedial teaching binnen de groep geeft. Vanaf eind groep 3 zetten wij indien nodig het dyslexie protocol in en is er een samenwerking met het regionaal instituut voor dyslexie/Stichting Taalhulp. Rekenen wordt gegeven met de methode ‘Pluspunt’ als leidraad voor de te volgen leerlijnen. Ook voor leerlingen die extra begeleiding op rekenen nodig hebben, zetten wij structurele hulp in. We werken volgens het protocol ‘Ernstige RekenWiskundeProblemen en Dyscalculie’; de leerlingen wordt les geboden middels het handelingsmodel (van concreet naar formeel rekenen) en het drieslagmodel. Er is een herkenbare structuur binnen de school t.a.v. de zelfstandigheid van leerlingen. In de groepen 3-8 wordt gewerkt met dag-,/weektaken middels een takenblad. Tijdens het zelfstandig werkmoment gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag en heeft de leerkracht de ruimte om aan leerlingen met een speciale hulpvraag verlengde instructie of begeleiding op maat te bieden. Alle lessen worden voor een deel gegeven met gebruikmaking van digiborden en er is in de groepen veel visuele ondersteuning. De dagprogramma’s zijn in iedere groep gevisualiseerd. De afspraken over voorspelbaarheid in leerkrachtgedrag zijn geborgd. Wij hanteren een duidelijke schoollijn. Het protocol medisch handelen is aanwezig en staat opgeslagen onder de map ‘protocollen’ Onderwijsondersteuningstructuur Op het Drieluik werken we volgens de 7 uitgangspunten van het handelingsgericht werken. Het volgen van de ontwikkeling van de leerling vindt plaats vanuit een interactioneel referentiekader, dat wil zeggen: deze leerling, in deze groep, met deze leerkracht. De leerkracht is de eerste verantwoordelijke voor het onderwijs en de zorg in de groep, de intern begeleider heeft dan vooral de rol van adviseur en coach. Ook de rol van de ouders is hierbij enorm belangrijk. Niveau 1: zorg op groepsniveau In elke groep zitten leerlingen die af en toe (even) niet mee kunnen komen of juist meer uitdaging nodig hebben. Ze hebben behoefte aan extra oefening, andere oefeningen, extra instructie, andere instructie of herhaling of extra uitdaging. De leerkracht signaleert deze leerlingen tijdens de lessen, tijdens de instructie of tijdens het corrigeren van het gemaakte (methode gebonden) werk. Daarnaast kunnen de resultaten van Cito L(O)VS-toetsen en/of andere (signalerings- en/of diagnostische) toetsen aanleiding geven tot nader onderzoek. De leerkracht analyseert de problemen en stelt een eenvoudige diagnose met betrekking tot het gesignaleerde probleem. Hij/zij kan dan besluiten dat een zijsprongetje noodzakelijk is om in de leerbehoefte van de leerling te voorzien. De actie zal beperkt van omvang en impact zijn. Gedurende een periode van 6 weken zal extra instructie en (in)oefening aangeboden worden. Als leerlingen structureel een beroep doen op extra begeleiding, is het raadzaam de leerling te bespreken in de leerlingenbespreking.
De acties worden door de leerkracht geregistreerd op het groepsplan. De ontwikkeling van leerlingen wordt tenminste drie keer per jaar in de groepsbespreking, met behulp van het groepsprofiel, besproken. Mocht blijken dat de interventies/acties door de leerkracht niet tot het gewenste resultaat hebben geleid dan kan er worden besloten om de leerling in te brengen op zorgniveau 2 (N2). Niveau 2: zorg op schoolniveau “Bij ‘leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte’ gaat het om kinderen die onze speciale aandacht behoeven”. De leerkracht heeft een aantal instrumenten en criteria tot zijn beschikking om te bepalen (signaleren) welke leerlingen hiervoor naar zijn/haar mening in aanmerking komen: Signaaltoetsen Cito L(O)VS-toetsen Methode gebonden toetsen Resultaat van eerdere inspanningen (N1) Structurele behoefte aan aangepast programma Was de leerling een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte in de vorige groep? De groepsleerkracht legt, eventueel in overleg met de intern begeleider, de afgesproken acties vast (groepsplan). Er zijn leerlingen die een aparte leerlijn volgen (ontwikkelingsperspectief OPP). Drie keer per jaar heeft de leerkracht een groepsbespreking met de IB-er. Tijdens dit overleg worden de leerlingen op systematische wijze besproken. Afspraken worden gecontroleerd, individuele plannen (tussentijds) geëvalueerd, leerlijnen besproken, acties naar ouders vastgesteld. Ook is het mogelijk dat extern advies of hulp wordt ingeroepen. De leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte worden aan het eind van het jaar overgedragen aan de volgende leerkracht (overdracht). De door deze leerkracht gemaakte afspraken worden met de nieuwe leerkracht doorgenomen en in de leerlingenmap opgenomen. Niveau 3: zorg op extern niveau Hierbij worden door de intern begeleider en de groepsleerkracht externe instanties geraadpleegd dan wel ingeschakeld. Wanneer naar de leerlingenzorg op niveau 3 wordt overgeschakeld, licht de intern begeleider de directie in tijdens het MTO (Management Team Overleg) tussen MT en intern begeleider. Als blijkt dat het Drieluik voor de leerling niet de juiste plek is om onderwijs te volgen komt deze leerling in niveau 4 en volgt een extern verwijzingstraject. o Gecertificeerde expertise binnen de school zijn; -RT (2) -SVIB (2) -Gedragsspecialist (3) -HGW-trainer
-Dyslexiebehandelaar -Testleider (2) -Dramadocent -Ecologisch Pedagoog -Rouw- en verliesspecialist -IB met SBO-akte IOBK -Rekenspecialist (2) -Orthopedagoog (i.o.) -Onderwijskundige (i.o.) o De professionals die van buiten de school direct beschikbaar zijn voor het ondersteuningsaanbod; -Bureau Jade (speciale leerkrachten ter ondersteuning van geïndiceerde leerlingen) -Bijzonder Jij (onderwijspraktijk) Grenzen van de school Het is tevens van belang duidelijk aan te geven welke vijf dimensies voor het Drieluik belangrijk is als het gaat om taal te geven aan de term “grenzen van de school”. Onderwerpen van gesprek bij plaatsing of mogelijke overplaatsing en toeleiding zijn; Is er (nog) sprake van leren/ontwikkelen? Zijn er nog vorderingen vast te stellen/meten in het ontwikkelings- of leerproces van de leerling? Is er (nog) sprake van relaties en interacties tussen de betreffende leerling en zijn leraar en/of klasgenoten? Is de veiligheid (fysiek/psychisch/sociaal) niet in het geding van medeleerlingen, de leerling zelf of eventueel de leraar? Is de balans in de groep nog te verantwoorden naar de andere leerlingen binnen die groep? Is het zelfbeeld/welbevinden van de betreffende leerling nog positief te noemen? Per wijk is er een ondersteuningsteam beschikbaar en inzetbaar. Dit team op wijkniveau bestaat uit: o Adviseur Leerlingzorg (GZ-psycholoog en/of orthopedagoog); o Collegiale Consultant; o Ambulant Begeleider; o Schoolmaatschappelijk werk (GGD); o Tevens werken scholen binnen het Ondersteuningsteam samen met de jeugdarts, jeugdverpleegkundige en logopediste van de GGD. Daarnaast kunnen we als school een beroep doen op externe instanties: Naam samenwerkingspartner Passend Onderwijs Almere
Samenwerking bij: Consultatieve gesprekken met de adviseur leerlingbegeleiding (4x per jaar), Observaties, onderzoeken en verslag Zorg Team (2 á 3 x per jaar), PCL, ZAT en CvI (indien nodig)
GGD
Externe bureaus en instanties zoals: Fornhese, Molemann, logopedie, Geheime Tuin, RID, Stichting Taalhulp, IJsselgroep AMHK, (Bureau Jeugdzorg) Peuterspeelzalen van de Schoor Voortgezet onderwijs
Onderzoeken (PGO 2 en 7), logopedie, Zorg Team, ZAT, SMW, extra oproepen door jeugdarts Onderzoeken bij kinderen met extra/andere onderwijsbehoeften, het volgen van de ontwikkeling van deze kinderen Consultatie, advies, melding, informatieuitwisseling Informatie-uitwisseling Informatie-uitwisseling (DigiDoor) en gesprekken
Het ondersteuningsplan / zorgplan is op te vragen bij de directie van de school. Planmatig werken Als een school planmatig werkt hanteert de school een goede manier om na te gaan welke onderwijsbehoefte leerlingen hebben. Op basis daarvan organiseert ze een passend onderwijsaanbod en evalueert dat regelmatig. Als het nodig is kan de school bovendien aanvullende expertise van buiten inschakelen. Zie hiervoor het rapport van bevindingen schoolrapport inspectie. http://www.onderwijsinspectie.nl Basiskwaliteit van het onderwijs Dit aspect van de basisondersteuning verwijst naar het toezichtkader van de inspectie van het onderwijs en naar het meest recente oordeel van de inspectie van het onderwijs over de kwaliteit van de school. Oordeel van de inspectie: Basisarrangement Vastgesteld op: 23-9-2013 Vastgesteld ondersteuningsprofiel Het Seminarium voor Orthopedagogiek heeft een profielscan uitgevoerd op: 10-92013 Deze scan bestaat uit: o Een zelfevaluatiescan, ingevuld door alle medewerkers van de school; o Het bestuderen van o.a. schoolplan, de schoolgids, het inspectieverslag en groepsplannen; o Klassenobservaties; o Een gesprek met directie en IB; o Een gesprek met leerlingen en ouders; o Een teambespreking m.b.t. de resultaten van de scan en het verkennen van de ambitie. Op basis van deze scan is het volgende profiel vastgesteld: Netwerkschool Het verslag van de profielscan is op te vragen bij de directie van de school.
Inmiddels is deze rapportage niet meer actueel te noemen en hebben de schoolbesturen in Almere de kaders van Passend Onderwijs uitgewerkt naar de opdracht om een krachtige school te zijn waar de basiskwaliteit en de basisondersteuning op orde zijn en de samenwerking en afstemming binnen de wijk zorgt voor een dekkend aanbod. Het team van het Drieluik is zich bewust van deze opdracht en waar dit een uitdaging is zetten we samen de schouders er onder!
Handelingsbekwaamheid van leraren en expertise De kwaliteit van de instructie is in algemeenheid over de drie observaties heen, activerend te noemen en leerkrachten voeren hierin een duidelijke en rustige toon. In alle geobserveerde lessen is er een duidelijke opbouw van de lessen, eenduidigheid voor wat betreft het instructiemodel (in drie arrangementen). Er is duidelijkheid voor leerlingen wanneer de hulpronde vanuit de leerkracht plaats vindt. De leerkrachten stemmen hun handelen af op de verschillen in ontwikkeling van leerlingen. De leerkrachten begeleiden de leerling in het hanteren van moeilijke situaties, door veelal (opvallend!) ‘soepele gedragscorrecties’. De gedragscorrecties zijn veelal positief gericht (benoemen van wensbaar gedrag). Gesteld kan worden dat er een prettige (werk-)sfeer heerst. Leerkrachten tonen aan ‘boven’ de stof te staan en gericht te zijn op de afstemming. Onderwijsmaterialen Het gebruik van de time-timer, stoplicht, of overige ondersteunende systemen die het zelfstandig werken kunnen bevorderen laat verschillen zien. Zowel in de consequente toepassing als in de eenduidigheid. Er zijn echter geen aanwijzingen gesignaleerd dat dit ten nadele van de voorspelbaarheid werkt. Handicapcompenserende materialen zijn niet waargenomen in de bezochte groepen. De school heeft wel opgegeven hier in beperkte mate over te beschikken (lift en speciale tafels). Ruimtelijke omgeving Het Vlechtwerk omvat een 3-tal verdiepingen. In het totale gebouw (brede school ‘Het Vlechtwerk’) zijn o.a. 2 collega-scholen gehuisvest (bao en sbao) naast vertegenwoordiging vanuit andere instellingen. Het Drieluik is hoofdgebruiker binnen het gebouw. Het gebouw voldoet in voldoende mate aan de behoeften van de huidige doelpopulatie van het Drieluik. Men beschikt over meerdere ruimtes die op verschillende manieren te gebruiken zijn. Er zijn geen extra ruimtes (te creëren) tussen klassen met de mogelijkheid tot doorverbindingen. Te denken hierbij aan vereenvoudigde leerpleinen. Manoeuvreerruimte op de gang is voldoende. De klasruimtes kennen een beperking daar waar het gaat om de noodzakelijke bewegingsbehoeften van specifieke doelgroepen leerlingen. Ook bij een verdergaande toename van het leerlingenaantal per groep, zal de ruimte beperkt worden. De school heeft geen time-out ruimte en/of stilte plekken. Het aantal pc’s in de groepsruimtes zijn beperkt qua aantal. Er is een ‘digiplein’ met ongeveer 30 computers. De ruimtes zijn kindvriendelijk en functioneel ingericht.
Ambitie In vervolg op het vastgestelde profiel wordt ook beschreven hoe de school zich wil ontwikkelen. Daarmee wordt inzichtelijk welke mogelijkheden er in de toekomst waarschijnlijk zullen zijn. De school wil zich ontwikkelen naar het volgende profiel: Geheel volgens de opdracht aan alle scholen binnen Passend Onderwijs Almere, wil Oec. Basisschool het Drieluik een krachtige school zijn die de basiskwaliteit en de basisondersteuning ruim op orde heeft. De mogelijkheid tot extra ondersteuning zal in de komende jaren opgebouwd worden vanuit de brede expertise die in ontwikkeling is binnen de school. Een uitdaging gericht op het begeleiden van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften zien we als onze taak, waarbij het belang van de leerling, voor alle betrokken partijen, voorop zal staan (zie ‘grenzen aan begeleiding’). De school wil ontwikkelen op het dusdanig professionaliseren van leerkrachten dat talenten van leerlingen optimaal ontwikkeld worden zodat zij als zelfredzame burgers in de maatschappij kunnen functioneren. Als school willen we geen leerlingen bij voorbaat weigeren. Als school willen we wel bewaken dat het belang, welbevinden en mogelijkheden tot ontwikkeling van de leerling altijd het uitgangspunt is in de overweging van ouders én school om een plaatsing op het Drieluik te realiseren. Een zorgvuldige intake en afstemming is hiervoor van groot belang. Hierin willen we investeren. Specifieke arrangementen; N.v.t.