KONINKLIJKE NEDERLANDSE LAWN TENNIS BOND
REGLEMENT VOOR DE TENNISARBITRAGE
UITGAVE 2005 6e druk
Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond Postbus 1617 3800 BP Amersfoort
INHOUDSOPGAVE I.
Definities en algemene bepalingen 01. Definities en afkortingen 02. Relevante reglementen 03. Clips en kleding
4 4 5 6
II.
Organisatie van de arbitrage 01. Bevoegdheden landelijke commissie wedstrijdtennis 02. Taken en bevoegdheden landelijke werkgroep arbitrage 03. Organisatie arbitrage in de districten 04. Categorieën scheidsrechters 05. Categorieën hoofdscheidsrechters 06. Categorieën toezichthouders 07. Categorieën lijnrechters 08. Samenwerking districten met landelijke organisatie 09. Opleidingen 10. Bijeenkomsten georganiseerd door de LWA
7 7 7 7 8 8 8 8 8 9 9
III.
Scheidsrechters 01. Opleiding tot verenigingsscheidsrechter 02. Benoeming tot verenigingsscheidsrechter 03. Opleiding tot districtsscheidsrechter 04. Benoeming tot districtsscheidsrechter 05. Inzetten van districtsscheidsrechters 06. Functioneren als districtsscheidsrechter 07. Kwaliteitsbewaking van de kennis en vaardigheden van districtsscheidsrechters 08. Intrekken van de benoeming tot districtsscheidsrechter 09. Benoeming tot kandidaat nationaal scheidsrechter 10. Inzetten, begeleiding en beoordeling van kandidaat nationaal scheidsrechters 11. Functioneren als kandidaat nationaal scheidsrechter 12. Benoeming tot nationaal scheidsrechter 13. Functioneren als nationaal scheidsrechter 14. Kwaliteitsbewaking van de kennis van nationaal scheidsrechters 15. Intrekken van de benoeming tot nationaal scheidsrechter
10 10 10 10 11 11 11
IV.
2
Hoofdscheidsrechters 01. Benoeming hoofdscheidsrechters 02. Inzetten van hoofdscheidsrechters 03. Functioneren als hoofdscheidsrechter 04. Kwaliteitsbewaking van de kennis en vaardigheden van de hoofdscheidsrechters 05. Intrekken van de benoeming tot hoofdscheidsrechter
11 12 12 12 13 13 14 14 14 16 16 16 17 17 18
V.
VI.
Toezichthouders 01. Benoeming toezichthouders 02. Inzetten van toezichthouders 03. Functioneren als toezichthouder 04. Kwaliteitsbewaking van de kennis en vaardigheden van de toezichthouders 05. Intrekken van de benoeming tot toezichthouder Lijnrechters 01. Benoeming lijnrechters 02. Inzetten van lijnrechters 03. Functioneren als lijnrechter 04. Kwaliteitsbewaking van de kennis en vaardigheden van de lijnrechters 05. Intrekken van de benoeming tot lijnrechter
19 19 19 20 20 20 22 22 22 22 22 22
VII. Overige bepalingen 01. Het goed leiden van een partij 02. Berisping, schorsing en intrekking van een benoeming 03. Strafzaak tegen een arbitragefunctionaris 04. Vergoedingen 05. Recht op toegang 06. Publicatie in jaarboek 07. Overleg met de NVTS 08. Slotbepalingen
24 24 24 25 26 26 26 27 27
Bijlage 1: Code voor arbitragefunctionarissen
28
3
Hoofdstuk I I-01
Definities en algemene bepalingen
Definities en afkortingen
In dit reglement wordt, voor zover daarin niet uitdrukkelijk anders is bepaald, verstaan onder: 1. a. ITF: International Tennis Federation b. TE: Tennis Europe c. KNLTB: Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond d. ATP: Association of Tennis Professionals e. WTA: Women’s Tennis Association f. NVTS: Nederlandse Vereniging van Tennisscheidsrechters 2. a. Bondsbestuur: het bondsbestuur van de KNLTB b. Landelijke Commissie Wedstrijdtennis (LCW): een commissie van het bondsbestuur belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de competitie en op de wedstrijden en toernooien. c. Landelijke Commissie Bondsjeugdopleidingen (BJO): een commissie van het bondsbestuur belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de bondsjeugdopleiding. d. Landelijke Werkgroep Arbitrage (LWA): een werkgroep van de LCW, belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de arbitrage bij wedstrijden. e. Districts Werkgroep Arbitrage (DWA): een werkgroep van de commissie Wedstrijdtennis in het district, belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de arbitrage bij wedstrijden. f. Strafcommissie: de commissie, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub a. van het Algemeen Reglement. g. Commissie van beroep: de commissie, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub b. van het Algemeen Reglement. h. Districtsbestuur: het bestuur, bedoeld in artikel 16 lid 5 van de Statuten. i. Commissie Wedstrijdtennis van een district: een commissie van het districtsbestuur belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de competitie en op de wedstrijden en toernooien. j. Landelijke Werkgroep Spelregels: werkgroep van het bondsbestuur met betrekking tot spelregelaangelegenheden. k. Arbitragefunctionarissen: nationale hoofdscheidsrechters, nationale toezichthouders, nationale scheidsrechters, kandidaat nationale scheidsrechters 1 en 2, nationale lijnrechters, districtshoofdscheidsrechters, 4
3.
a. b. c. d. e. f. g. h. j. k.
districtstoezichthouders, districtsscheidsrechters en verenigingsscheidsrechters. Spelregels: de regels, vastgesteld door de ITF, volgens welke het tennisspel dient te worden gespeeld. “Tennisspelregels”: de officiële, door de KNLTB gepubliceerde vertaling van de door de ITF vastgestelde spelregels. Het Wedstrijd- en Toernooireglement (WTR): het reglement bedoeld in artikel 21 lid 2 van de Statuten. Het Competitiereglement (CR): het reglement bedoeld in artikel 21 lid 2 van de Statuten. Reglement Nationale Ranglijsttoernooien en KNLTB Ranglijst (RNR): het reglement bedoeld in artikel 21 lid 5 van de Statuten. Het reglement voor de eredivisie: het reglement bedoeld in artikel 21 lid 5 van de Statuten. Strafpuntensysteem (SPS): het systeem, als vermeld in Bijlage C van het WTR, waarmee tijdsovertredingen en wangedrag van een speler kunnen worden bestraft. Tennis Arbitrage Mededelingen (TAM): het officiële mededelingenblad van de LWA. Statuten: de Statuten van de KNLTB. Algemeen Reglement: het Algemeen Reglement van de KNLTB.
N.B. Wanneer in dit reglement voor een persoon de mannelijke vorm wordt gebruikt, wordt tevens de vrouwelijke vorm bedoeld, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. I-02
Relevante reglementen
Een scheidsrechter leidt een wedstrijd onder toepassing van de relevante artikelen uit de laatste druk van onderstaande reglementen, regels en publicaties: De spelregels, noten, gevallen en beslissingen, zoals die zijn vastgesteld door de ITF en vermeld staan in “Tennisspelregels”. Het WTR Het CR Het RNR Het reglement voor de eredivisie, met jaarlijkse aanvullingen. Internationale regels, afspraken, gevallen en beslissingen wanneer het internationale evenementen betreft, die aan bijzondere regels en/of afspraken gebonden zijn. Spelregelwijzigingen die zijn vastgesteld door de ITF. Instructie Hoofdklasse. Instructie Toezichthouders. 5
I-03 1.
2.
3.
6
Clips en kleding Alle scheidsrechters, hoofdscheidsrechters en toezichthouders zijn verplicht, wanneer zij in functie zijn, de voor hun categorie vastgestelde clip te dragen. De nationale scheidsrechters, hoofdscheidsrechters en toezichthouders ontvangen slechts een clip na ondertekening van een bruikleenovereenkomst ten aanzien van deze clip. Alle districts- en (kandidaat) nationaal scheidsrechters, (districts)hoofdscheidsrechters en (districts)toezichthouders behoren zich, wanneer zij in functie zijn, te kleden overeenkomstig de bepalingen daaromtrent van de LWA. Het op eigen gezag voeren van reclameboodschappen op de arbitragekleding is niet toegestaan.
HOOFDSTUK II II-01 1. 2. II-02 1.
2.
II-03 1.
2.
Organisatie van de arbitrage
Bevoegdheden landelijke Commissie Wedstrijdtennis De landelijke Commissie Wedstrijdtennis bepaalt het beleid ten aanzien van arbitrage aangelegenheden. Dit beleid is onderdeel van het beleidsplan wedstrijdtennis. De landelijke Commissie Wedstrijdtennis plaatst het onderwerp “arbitrage” minstens tweemaal per jaar op zijn agenda. Taken en bevoegdheden Landelijke Werkgroep Arbitrage De LWA is belast met alle beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende taken inzake de organisatie, de inzet, de praktijkbegeleiding, de beoordeling, de benoeming, het intrekken van de benoeming en alle overige zaken aangaande de arbitrageaangelegenheden van de KNLTB. Behoudens hetgeen krachtens het bepaalde in artikel 12 lid 1 sub c, d en h van de Statuten tot de bevoegdheden van het bondsbestuur behoort, is uitsluitend de LWA inzake arbitrageaangelegenheden tot het nemen van beslissingen bevoegd. Zij beslist ook over alle arbitrageaangelegenheden waarin dit reglement niet voorziet inclusief de interpretatie van de spelregels en van dit reglement. Organisatie arbitrage in de districten Iedere districtscommissie Wedstrijdtennis benoemt een DWA die verantwoordelijk is voor de uitvoering van alle arbitrageaangelegenheden in het desbetreffende district, tenzij het taken betreft die door de LWA worden verzorgd. Deze DWA werkt onder verantwoordelijkheid van de districtscommissie Wedstrijdtennis. Tot de taak van de DWA behoort: het opleiden van verenigingsscheidsrechters het opleiden, benoemen, inzetten en intrekken van de benoeming van districtsarbitragefunctionarissen. Het voordragen aan de LWA van districts(hoofd) scheids rechters en districtstoezichthouders die in aanmerking komen voor een functie als nationaal (hoofd)scheidsrechter en nationaal toezichthouder.
7
II-04 1.
2.
II-05
Categorieën scheidsrechters De volgende scheidsrechterscategorieën worden onderscheiden: verenigingsscheidsrechter districtsscheidsrechter kandidaat nationaal scheidsrechter 1 en 2 nationaal scheidsrechter Bondsscheidsrechters zijn scheidsrechters die behoren tot de in lid 1 genoemde categorieën, met uitzondering van de categorie verenigingsscheidsrechter. Categorieën hoofdscheidsrechters
De volgende categorieën van hoofdscheidsrechter worden onderscheiden: districtshoofdscheidsrechter nationaal hoofdscheidsrechter II-06
Categorieën toezichthouders
De volgende categorieën van toezichthouder worden onderscheiden: districtstoezichthouder nationaal toezichthouder II-07
Categorieën lijnrechters
Er is maar één categorie lijnrechters, die als zodanig wordt benoemd, namelijk: nationaal lijnrechter II-08 1.
2.
3.
8
Samenwerking districten met landelijke organisatie De DWA’s zullen de LWA behulpzaam zijn bij het inzetten van voldoende districtsscheidsrechters bij nationale en internationale evenementen, speciaal die in of nabij het desbetreffende district worden georganiseerd. De DWA’s kunnen districtsscheidsrechters, in wie zij een toekomstig nationaal scheidsrechter zien, in overleg met de betreffende scheidsrechter, aan de LWA voordragen als kandidaat nationaal scheidsrechter. Deze voordracht dient te zijn voorzien van de door de LWA gewenste informatie betreffende het in de praktijk fungeren van deze scheidsrechter. Om te kunnen worden voorgedragen als kandidaat nationaalscheidsrechter dient men in principe minimaal twee jaar als districtsscheidsrechter te hebben gefunctioneerd.
II-09 1.
2.
II-10 1. 2.
Opleidingen In aanvulling op het in hoofdstuk III gestelde ten aanzien van de opleiding van scheidsrechters, is het programma van eisen voor het opleiden van arbitragefunctionarissen de verantwoordelijkheid van de LWA. Het te volgen opleidingstraject van scheidsrechters staat vermeld in het “Opleidingsprogramma verenigings-, districts- en nationaal scheidsrechter”. Bijeenkomsten georganiseerd door de LWA Tweemaal per jaar organiseert de LWA een bijeenkomst met de districtvertegenwoordigers op het gebied van arbitrage. Minimaal eenmaal per jaar organiseert de LWA een verplicht te volgend bijeenkomst met de hoofdscheidsrechters die zullen gaan functioneren in de competitie of bij de ranglijsttoernooien.
9
Hoofdstuk III III-01 1.
2.
3.
III-02 1.
2. 3. III-03 1.
2.
10
Opleiding, benoeming, functioneren, inzet en beoordeling van scheidsrechters
Opleiding tot verenigingsscheidsrechter Verenigingsscheidsrechters zijn leden van een door de KNLTB erkende vereniging, die zich jegens die vereniging bereid hebben verklaard als scheidsrechter te functioneren. Zij worden door hun vereniging bij de DWA aangemeld voor de opleiding tot verenigingscheidsrechter. De opleiding tot verenigingsscheidsrechter geschiedt onder verantwoordelijkheid van de DWA, aan de hand van door de LWA ontwikkelde methoden en daarbij maakt men gebruik van “Leidraad scheidsrechtersopleidingen”, “Multiple choice vragen over de tennisspelregels” en de Tennisspelregels. Het examineren van de kandidaten voor verenigingsscheidsrechter geschiedt onder verantwoordelijkheid van de DWA, aan de hand van de door de LWA vastgestelde examennormen. Benoeming tot verenigingsscheidsrechter Om te kunnen worden benoemd tot verenigingsscheidsrechter dient men met gunstig resultaat het voor deze categorie vastgestelde theoretisch examen te hebben afgelegd en in de praktijk te hebben voldaan aan de eisen voor verenigingsscheidsrechter volgens de daartoe door de LWA vastgestelde procedure. De benoeming door de DWA van verenigingsscheidsrechters wordt als zodanig door de DWA aan de betrokken vereniging bekend gemaakt. Verenigingsscheidsrechters ressorteren voor hun functioneren onder het bestuur van hun vereniging. Opleiding tot districtsscheidsrechter De opleiding tot districtsscheidsrechter geschiedt onder verantwoordelijkheid van de DWA, aan de hand van de door LWA ontwikkelde methoden. Daarbij maakt men gebruik van “Leidraad scheidsrechtersopleidingen”, “Multiple choice vragen over de tennisspelregels”, de Tennisspelregels en “Beter inzicht in de tennisregels”. Districtsscheidsrechters zijn KNLTB-leden die zich bereid hebben verklaard als scheidsrechter te fungeren bij wedstrijden op districts- of landelijk niveau en in die hoedanigheid zijn benoemd door de DWA.
3.
III-04 1.
2.
3. 4. III-05
Het examineren van de kandidaat districtsscheidsrechter geschiedt onder verantwoordelijkheid van de DWA, aan de hand van de door de LWA vastgestelde examennormen. Benoeming tot districtsscheidsrechter Om te kunnen worden benoemd als districtsscheidsrechter dient men met gunstig resultaat het voor deze categorie vastgestelde theoretisch examen te hebben afgelegd en in de praktijk bewezen te hebben aan de eisen voor districtsscheidsrechter te voldoen middels de daartoe door de LWA vastgestelde procedure. Ten aanzien van de praktische eisen dienen districtsscheidsrechters ten minste aangetoond te hebben: a. partijen op categorie 3 niveau goed te kunnen leiden; wat onder goed leiden van een partij wordt verstaan, is vermeld in artikel VII – 01. b. voldoende parate kennis te hebben om de spelregels en de daarbij behorende procedures goed te kunnen toepassen. Een districtsscheidsrechter wordt benoemd door de DWA van het betreffende district. De betrokkene wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld. De districtsscheidsrechters ressorteren onder de DWA van het betreffende district. Inzetten van districtsscheidsrechters
De DWA wijst in overleg op basis van beschikbaarheid de districtsscheidsrechters aan bij districtsevenementen. III-06
Functioneren als districtsscheidsrechter
Districtsscheidsrechters zijn verplicht per jaar minimaal 15 partijen, minimaal op districtsniveau, te functioneren als stoelscheidsrechter. III-07 1.
2.
Kwaliteitsbewaking van de kennis en vaardigheden van de districtsscheidsrechters Van districtsscheidsrechters wordt om de twee jaar door middel van een test volgens LWA standaard nagegaan of zij hun kennis van de regels voldoende hebben bijgehouden. De deelname aan deze test is verplicht. Eventuele sancties conform artikel VII-02 zijn ter beoordeling van de DWA. Bij een onvoldoende resultaat, dit ter beoordeling van de LWA, kan een districtsscheidsrechter door de DWA verplicht worden een bijscholing te volgen. Eventuele sancties conform artikel VII-02 zijn ter beoordeling van de DWA. 11
3.
III-08 1. 2.
3. III-09 1.
2. 3.
4.
III-10 1.
12
De DWA concludeert aan de hand van beoordelingen en rapporten of een districtsscheidsrechter een partij goed kan leiden. Intrekken van de benoeming tot districtsscheidsrechter Van een districtsscheidsrechter die door de DWA niet in staat wordt geacht een partij goed te leiden, kan de benoeming worden ingetrokken door de DWA van het betrokken district. De DWA kan de benoeming van een districtsscheidsrechter eveneens intrekken indien deze niet voldoet aan de in artikel III-06, III-07 en aan de in de code voor arbitragefunctionarissen gestelde eisen. Een besluit tot het intrekken van een benoeming wordt aan de betrokkene schriftelijk medegedeeld. Benoeming tot kandidaat nationaal scheidsrechter Om te kunnen worden benoemd tot kandidaat nationaal scheidsrechter dient men door de DWA van het district te zijn voorgedragen, waarbij voldaan moet zijn aan de eisen gesteld in lid 2 en lid 3 van artikel II-08. Indien voldaan is aan het gestelde in lid 1 wordt de voorgedragen persoon door de LWA benoemd tot kandidaat nationaal scheidsrechter. In bijzondere gevallen kan de LWA op eigen gezag een districtscheidsrechter, die voldoet aan de eisen van artikel II – 08 lid 3, benoemen tot kandidaat nationaal scheidsrechter. Een benoeming tot kandidaat nationaal scheidsrechter vindt in eerste instantie voor één jaar plaats, we spreken dan van kandidaat nationaal scheidsrechter 1. Deze periode wordt afgesloten met het theoretisch examen voor nationaal scheidsrechter. Indien de kandidaat hiervoor slaagt, wordt de kandidaat benoemd tot kandidaat nationaal 2. De LWA stelt de betrokkene schriftelijk in kennis van een benoeming. Benoemingen tot kandidaat nationaal scheidsrechter geschieden jaarlijks in de maand december en worden in de TAM gepubliceerd. Inzetten, begeleiding en beoordeling van kandidaat nationaal scheidsrechters De LWA wijst in overleg op basis van beschikbaarheid de kandidaat nationaal scheidsrechters aan bij nationale evenementen, opdat zij ervaring kunnen opdoen als scheids- en/of lijnrechter.
2. 3.
4.
III-11 1. 2. 3. 4. 5.
III-12 1.
2.
De kandidaat nationaal scheidsrechters worden bij deze evenementen begeleid door de fungerende hoofdscheidsrechter en/of door een daartoe door de LWA aangewezen begeleider. a. De kandidaat nationaal scheidsrechters worden bij deze evenementen beoordeeld door de fungerende hoofdscheidsrechter en/of door een daartoe door de LWA aangewezen beoordelaar. b. De hoofdscheidsrechter en/of de beoordelaar bespreekt de beoordeling met de kandidaten en stelt de kandidaat in de gelegenheid zijn op- en aanmerkingen op het beoordelingsformulier te plaatsen. Om te kunnen worden benoemd tot nationaal scheidsrechter zijn in beginsel 5 goede beoordelingen, van het cijfer 3 of hoger op een schaal van 5, door 5 verschillende beoordelaars vereist, waarvan ten minste 3 op (inter)nationale evenementen. Functioneren als kandidaat nationaal scheidsrechter Kandidaat nationaal scheidsrechters 1 zijn verplicht per jaar minimaal 20 partijen te functioneren als stoelscheidsrechter, waarvan minimaal 10 op (inter)nationaal niveau. Kandidaat nationaal scheidsrechters 1 moeten in principe vier dagen van de landelijke competitie beschikbaar zijn. Kandidaat nationaal scheidsrechters 2 zijn verplicht per jaar minimaal 20 partijen te functioneren als stoelscheidsrechter, waarvan minimaal 12 wedstrijden op (inter)nationaal niveau. Kandidaat nationaal scheidsrechters 2 moeten in principe vier dagen van de landelijke competitie beschikbaar zijn. Kandidaat nationaal scheidsrechters dienen de arbitragekaart in te vullen, zoals voorgeschreven door de LWA, en deze elk jaar voor 1 november op te sturen naar de LWA. Benoeming tot nationaal scheidsrechter De LWA benoemt een kandidaat nationaal scheidsrechter tot nationaal scheidsrechter indien de kandidaat: a. ten minste twee jaar kandidaat nationaal scheidsrechter is geweest. b. benodigde praktijkervaring heeft opgedaan en daarbij goede beoordelingen heeft gekregen, overeenkomstig artikel III-10 lid 4. c. geslaagd is voor het desbetreffende theoretisch examen. Ten aanzien van de praktische eisen dienen nationaal scheidsrechters ten minste aangetoond te hebben: a. wedstrijden op categorie 1 niveau goed te kunnen leiden; wat onder goed leiden van een partij wordt verstaan is vermeld in artikel VII-01. 13
b.
3. 4. III-13 1. 2. 3. 4. III-14 1.
2.
3. III-15 1. 2. 14
leiding te kunnen geven aan de hen toegevoegde lijnrechters en ballenkinderen. c. de Engelse taal voldoende te beheersen om het afroepen van de stand en discussie met de spelers en/of coaches in het Engels te kunnen voeren. d. voldoende kennis te hebben van de relevante reglementen, zoals genoemd in artikel I-01 lid 3. De LWA stelt de betrokkene schriftelijk in kennis van een benoeming tot nationaal scheidsrechter. Benoemingen tot nationaal scheidsrechter geschieden jaarlijks in december en worden in de TAM gepubliceerd. Functioneren als nationaal scheidsrechter Nationale scheidsrechters zijn verplicht per jaar minimaal 20 partijen te functioneren als stoelscheidsrechter, waarvan minimaal 15 partijen op (inter)nationaal niveau. Nationale scheidsrechters moeten in principe vier dagen van de landelijke competitie beschikbaar zijn. Nationale scheidsrechters dienen de arbitragekaart in te vullen, zoals voorgeschreven door de LWA, en deze elk jaar voor 1 november op te sturen naar de LWA. Nationale scheidsrechters kunnen ook functioneren als nationaal toezichthouder. Kwaliteitsbewaking van de kennis en vaardigheden van de nationaal scheidsrechters Van nationale scheidsrechters wordt om de twee jaar door middel van een test volgens LWA standaard nagegaan of zij hun kennis van de regels voldoende hebben bijgehouden. De deelname aan deze test is verplicht. Eventuele sancties conform artikel VII-02 zijn ter beoordeling van de LWA. Bij een onvoldoende resultaat, dit ter beoordeling van de LWA, kan een nationale scheidsrechter verplicht worden een bijscholing te volgen. Eventuele sancties conform artikel VII-02 zijn ter beoordeling van de LWA. De LWA concludeert aan de hand van beoordelingen en rapporten of een nationaal scheidsrechter een partij goed kan leiden. Intrekken van de benoeming tot nationaal scheidsrechter Van een nationaal scheidsrechter, die door de LWA niet in staat wordt geacht om een partij goed te leiden, kan de benoeming worden ingetrokken. De LWA kan de benoeming van een nationaal scheidsrechter
3. 4.
intrekken indien deze niet voldoet aan de in artikel III - 13 en 14 en aan de in de code voor arbitragefunctionarissen gestelde eisen. Een besluit tot het intrekken van een benoeming wordt aan de betrokkene schriftelijk medegedeeld. Het intrekken van de benoeming van een nationaal scheidsrechter op grond van het bepaalde in de leden 1 en 2 geschiedt door de LWA, jaarlijks uiterlijk in december, en wordt gepubliceerd in de TAM, maar niet eerder dan twee weken nadat de kennisgeving van lid 3 is verzonden.
15
Hoofdstuk IV IV-01 1.
Benoeming hoofdscheidsrechters a. b.
c. 2.
a. b.
c. d.
IV-02 1. 2. 3. 16
Benoeming, beschikbaarheid, inzet en beoordeling van hoofdscheidsrechters
Een districtshoofdscheidsrechter wordt benoemd door de DWA. Om te kunnen worden benoemd tot districtshoofdscheidsrechter dient men: de instructiebijeenkomst voor hoofdscheidsrechter te hebben gevolgd. goede kennis te hebben van de spelregels genoemd in artikel I-02. goede kennis te hebben van relevante reglementen met betrekking tot de wedstrijd of het toernooi waar men als hoofdscheidsrechter optreedt. districtsscheidsrechter te zijn (geweest). De DWA stelt de betrokkene schriftelijk in kennis van een benoeming tot districtshoofdscheidsrechter. Een nationaal hoofdscheidsrechter wordt benoemd door de LWA. Om te kunnen worden benoemd tot nationaal hoofdscheidsrechter dient men: de instructiebijeenkomst voor hoofdscheidsrechter te hebben gevolgd. goede kennis te hebben van de spelregels genoemd in artikel I – 02. goede kennis te hebben van de relevante reglementen met betrekking tot de wedstrijd of het toernooi waar men als hoofdscheidsrechter optreedt. nationaal scheidsrechter of districtshoofdscheidsrechter te zijn (geweest). De LWA stelt de betrokkene schriftelijk in kennis van een benoeming tot nationaal hoofdscheidsrechter. Benoemingen tot nationaal hoofdscheidsrechter geschieden jaarlijks uiterlijk in de maand december en worden in de TAM gepubliceerd. Inzetten van hoofdscheidsrechters
Een hoofdscheidsrechter heeft tijdens de wedstrijd of het toernooi de bevoegdheden zoals vermeld in het Competitiereglement en/of het Wedstrijd- en Toernooireglement. De DWA deelt op basis van beschikbaarheid de districthoofdscheidsrechters in. De LWA deelt op basis van beschikbaarheid de nationale
4.
IV-03 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. IV-04 1. 2.
3.
4.
hoofdscheidsrechters in voor de competitiewedstrijden, waarvoor de LCW arbitrage wenst. De LWA deelt op basis van beschikbaarheid, zonodig in overleg met de betrokken toernooi-organisatie, de hoofdscheidsrechters in voor de nationale evenementen. Functioneren als hoofdscheidsrechter Districtshoofdscheidsrechters zijn verplicht per jaar minimaal 8 dagen op districtsniveau te functioneren. Nationale hoofdscheidsrechters zijn verplicht per jaar minimaal 11 dagen, waarvan 8 op (inter)nationaal niveau, te functioneren. Nationale hoofdscheidsrechters moeten in principe vier dagen van de landelijke competitie beschikbaar zijn. Hoofdscheidsrechters dienen na afloop van de wedstrijd of het toernooi een rapport aan de DWA of LWA te zenden volgens de daarvoor verstrekte richtlijnen. Nationale hoofdscheidsrechters dienen de arbitragekaart in te vullen, zoals voorgeschreven door de LWA, en deze elk jaar voor 1 november op te sturen naar de LWA. Districtshoofdscheidsrechters kunnen ook functioneren als districtstoezichthouder. Nationale hoofdscheidsrechters kunnen ook functioneren als nationaal toezichthouder. Kwaliteitsbewaking van de kennis en vaardigheden van de hoofdscheidsrechters De LWA stelt de “Instructie voor hoofdscheidsrechters“ vast waarin voorschriften, aanwijzingen en adviezen worden opgenomen. Van een hoofdscheidsrechter wordt om de twee jaar door middel van een test volgens LWA standaard nagegaan of zij hun kennis van de regels voldoende hebben bijgehouden. De deelname aan deze test is verplicht. Eventuele sancties zijn conform artikel VII-02 ter beoordeling van de DWA voor districtshoofdscheidsrechter en de LWA voor nationale hoofdscheidsrechters. Bij een onvoldoende resultaat, dit ter beoordeling van de LWA, kan een hoofdscheidsrechter verplicht worden een bijscholing te volgen. Eventuele sancties conform artikel VII-02 zijn ter beoordeling van de DWA voor districtshoofdscheidsrechters en de LWA voor nationale hoofdscheidsrechters. De LWA concludeert aan de hand van beoordelingen en rapporten of een nationaal hoofdscheidsrechter goed functioneert.
17
IV-05 1. 2. 3. 4.
5. 6.
18
Intrekken van de benoeming tot hoofdscheidsrechter Van een districtshoofdscheidsrechter, die niet meer over voldoende kennis en vaardigheden beschikt kan de benoeming door de DWA worden ingetrokken. De DWA kan de benoeming van een districtshoofdscheidsrechter intrekken indien deze niet voldoet aan de in artikel IV-03, IV-04 en aan de in de code voor arbitragefunctionarissen gestelde eisen. Van een nationale hoofdscheidsrechter, die niet meer over voldoende kennis en vaardigheden beschikt kan de benoeming door de LWA worden ingetrokken. De LWA kan de benoeming van een nationale hoofdscheidsrechter intrekken indien deze niet voldoet aan de in artikel IV-03 en IV-04 en aan de in de code voor arbitragefunctionarissen gestelde eisen. Een besluit tot het intrekken van de benoeming wordt aan de betrokkene schriftelijk medegedeeld. Het intrekken van de benoemingen van nationale hoofdscheidsrechters geschiedt jaarlijks uiterlijk in de maand december en wordt gepubliceerd in de TAM, maar niet eerder dan twee weken nadat de kennisgeving van lid 5 is verzonden.
Hoofdstuk V V-01 1.
Benoeming van toezichthouders a. b.
c. 2.
a. b.
c. d.
V-02 1.
2. 3.
Benoeming, functioneren, inzet en beoordeling van toezichthouders
Een districtstoezichthouder wordt benoemd door de DWA. Om te kunnen worden benoemd tot districtstoezichthouder dient men: de instructiebijeenkomst voor toezichthouder te hebben gevolgd goede kennis te hebben van de spelregels genoemd in artikel I – 02 goede kennis te hebben van relevante reglementen met betrekking tot de wedstrijd of het toernooi waar men als districtstoezichthouder optreedt; met goed gevolg een cursus toezichthouder te hebben gevolgd. De DWA stelt de betrokkene schriftelijk in kennis van een benoeming tot districtstoezichthouder. Een nationale toezichthouder wordt benoemd door de LWA. Om te kunnen worden benoemd tot nationaal toezichthouder dient men: de instructiebijeenkomst voor toezichthouder te hebben gevolgd goede kennis te hebben van de spelregels genoemd in artikel I – 02 goede kennis te hebben van de relevante reglementen met betrekking tot de wedstrijd of het toernooi waar men als nationaal toezichthouder optreedt; nationaal scheidsrechter of districtstoezichthouder te zijn (geweest). De LWA stelt de betrokkenen schriftelijk in kennis van een benoeming tot nationaal toezichthouder. De benoemingen tot nationaal toezichthouder geschieden jaarlijks uiterlijk in de maand december en worden in de TAM gepubliceerd. Inzetten van toezichthouders
Een toezichthouder heeft tijdens de wedstrijd of het toernooi de bevoegdheden zoals vermeld in het Competitiereglement en/of het Wedstrijd- en Toernooireglement en in de “instructie voor toezichthouders”. De DWA wijst de districtstoezichthouders aan, voor de districtsevenementen waarvoor het district toezichthouders wenst. De LWA wijst nationale toezichthouders aan voor de competitiewedstrijden, waarvoor de LCW toezichthouders wenst. 19
4.
V-03 1. 2. 3.
V-04 1. 2.
3.
V-05 1. 2. 3. 4.
20
De LWA wijst, zonodig in overleg met de betrokken toernooi organisatie, de toezichthouders aan voor de toernooien waarvoor de LCW of BJO toezichthouders wenst. Functioneren als toezichthouder Districtstoezichthouders zijn verplicht per jaar minimaal 8 dagen op districtsniveau te functioneren. Nationale toezichthouders zijn verplicht per jaar minimaal 11 dagen, waarvan 6 op nationaal niveau, te functioneren. Nationale toezichthouders dienen de arbitragekaart in te vullen, zoals voorgeschreven door de LWA, en deze elk jaar voor 1 november op te sturen naar de LWA. Kwaliteitsbewaking van de kennis en vaardigheden van de toezichthouders De LWA stelt de “Instructie voor toezichthouders“ vast. Daarin worden voorschriften, aanwijzingen, en adviezen opgenomen. Van toezichthouders wordt om de twee jaar door middel van een test volgens LWA standaard nagegaan of zij hun kennis van de regels voldoende hebben bijgehouden. De deelname aan deze test is verplicht. Eventuele sancties conform artikel VII-02 zijn ter beoordeling van de DWA voor districtstoezichthouders en de LWA voor nationale toezichthouders. Bij een onvoldoende resultaat, dit ter beoordeling van de LWA, kan een toezichthouder verplicht worden een bijscholing te volgen. Eventuele sancties conform artikel VII-02 zijn ter beoordeling van de DWA voor districtstoezichthouders en de LWA voor nationale toezichthouders. Intrekken van de benoeming tot toezichthouder Van een districtstoezichthouder die niet meer over voldoende kennis en vaardigheden beschikt kan de benoeming door de DWA worden ingetrokken. De DWA kan de benoeming van een districtstoezichthouder intrekken indien deze niet voldoet aan de in artikel V-03 en V-04 en aan de in de code voor arbitragefunctionarissen gestelde eisen. Van een nationale toezichthouder, die niet meer over voldoende kennis en vaardigheden beschikt kan de benoeming door de LWA worden ingetrokken. De LWA kan de benoeming van een nationale toezichthouder intrekken indien deze niet voldoet aan de in artikel V-03 en V-04 en aan de in de code voor arbitragefunctionarissen gestelde eisen.
5. 6.
Een besluit tot het intrekken van de benoeming wordt aan de betrokkene schriftelijk medegedeeld. Het intrekken van de benoemingen van nationale toezichthouders geschiedt jaarlijks uiterlijk in de maand december en wordt gepubliceerd in de TAM, maar niet eerder dan twee weken nadat de kennisgeving van lid 5 is verzonden.
21
Hoofdstuk VI VI-01 1. 2.
3. VI-02
Benoeming, functioneren, inzet en beoordeling van lijnrechters
Benoeming van nationale lijnrechters Een nationaal lijnrechter wordt benoemd door de LWA. Om te kunnen worden benoemd tot nationaal lijnrechter dient men: kennis te hebben van de spelregels genoemd in artikel I-02 kennis te hebben van de relevante reglementen met betrekking tot de wedstrijd of het toernooi waar men als lijnrechter optreedt. De LWA stelt betrokkene schriftelijk in kennis van een benoeming tot lijnrechter. Inzetten van nationale lijnrechters
De hoofdscheidsrechter wijst, in overleg met de LWA, de lijnrechters aan voor een bepaald evenement. VI-03 1. 2. 3.
VI-04 1. 2. VI-05 1. 2.
22
Functioneren als nationaal lijnrechter Lijnrechters zijn verplicht om per jaar minimaal 8 dagen op (inter)nationaal niveau te functioneren. Lijnrechters moeten in principe voor twee dagen van de landelijke competitie beschikbaar zijn. Lijnrechters dienen de arbitragekaart in te vullen, zoals voorgeschreven door de LWA, en deze elk jaar voor 1 november op te sturen naar de LWA. Kwaliteitsbewaking van de kennis en vaardigheden van lijnrechters De LWA stelt de “Instructie voor lijnrechters“ vast waarin voorschriften, aanwijzingen en adviezen worden opgenomen. De LWA concludeert aan de hand van beoordelingen en rapporten of een lijnrechter goed functioneert. Intrekken van de benoeming tot lijnrechter Van een lijnrechter, die door de LWA niet in staat wordt geacht om goed te functioneren, kan de benoeming worden ingetrokken. De LWA kan de benoeming van een lijnrechter eveneens intrekken indien deze niet voldoet aan de in artikel VI-03 en V-04 en aan de in de code voor arbitragefunctionarissen gestelde eisen.
3. 4.
Een besluit tot het intrekken van de benoeming wordt aan de betrokkene schriftelijk medegedeeld. Het intrekken van de benoemingen tot lijnrechter geschiedt jaarlijks uiterlijk in de maand december en wordt gepubliceerd in de TAM, maar niet eerder dan twee weken nadat de kennisgeving van lid 3 is verzonden.
23
Hoofdstuk VII VII-01
Overige bepalingen
Het goed leiden van een partij
Onder het goed leiden van een partij wordt onder meer verstaan: a. goed kunnen waarnemen, snel kunnen reageren en voldoende zelfverzekerd kunnen optreden; b. duidelijk verstaanbaar voor spelers en publiek op het juiste moment en op de juiste wijze de stand afroepen; c. objectief, rustig, beschaafd, tactvol en met natuurlijk overwicht kunnen optreden; d. op generlei wijze aanstoot geven aan spelers, publiek en officials; e. het goed toepassen van de tennisspelregels en procedures, waaronder het SPS; f. het goed en volledig kunnen invullen van het telblad en het SPS-formulier. VII-02 1.
2.
3.
24
Berisping, schorsing en intrekking van een benoeming
Een districts- of (kandidaat) nationaal scheidsrechter, een districts- of nationaal hoofdscheidsrechter, een districts- of nationaal toezichthouder of een lijnrechter kan worden berispt, voor een bepaalde periode worden geschorst of van de lijst van arbitragefunctionarissen worden afgevoerd indien op de functionaris een van de volgende punten, of een combinatie van punten, van toepassing is: a. het niet voldoen aan de regels van dit reglement; b. het niet (of niet binnen de gestelde termijn) indienen van de test, genoemd in de artikelen III-14 lid 1, IV-04 lid 2 en V-04 lid 2. a. Indien het een districtscheidsrechter, een districtshoofdscheidsrechter of een districtstoezichthouder betreft, dan heeft de DWA van het desbetreffende district de bevoegdheid om de in lid 1 genoemde sancties toe te passen. b. Indien het een (kandidaat) nationaal scheidsrechter, een nationaal hoofdscheidsrechter, een nationaal toezichthouder of een lijnrechter betreft, dan heeft de LWA de bevoegdheid om de lid 1 genoemde sancties toe te passen. c. Een besluit tot het geven van een berisping, het schorsen of het afvoeren van de lijst van arbitragefunctionarissen wordt aan de betrokkene schriftelijk medegedeeld. a. Een arbitragefunctionaris die overeenkomstig lid 2 sub a berispt, geschorst of van de lijst van arbitragefunctionarissen afgevoerd wordt door de DWA, heeft het recht bij het districtsbestuur in beroep te gaan tegen deze beslissing.
b.
4.
a.
b.
c. d.
VII-03 1.
2.
Het beroep moet binnen 7 dagen nadat de beslissing bij deze functionaris is binnengekomen schriftelijk worden aangetekend. Een arbitragefunctionaris die overeenkomstig lid 2 sub b. berispt, geschorst of van de lijst van arbitragefunctionarissen afgevoerd wordt door de LWA, heeft het recht bij de landelijke Commissie Wedstrijdtennis in beroep te gaan tegen deze beslissing. Het beroep moet binnen 7 dagen nadat de beslissing bij deze functionaris is binnengekomen, schriftelijk worden aangetekend. Een berisping, schorsing of afvoering van de lijst van arbitragefunctionarissen kan in iedere vergadering van de LWA, indien ten minste tweederde van het aantal leden van de LWA aanwezig is, worden opgelegd. De LWA besluit bij meerderheid over een berisping, een schorsing of een afvoering van de lijst van arbitragefunctionarissen. Blanco uitgebrachte stemmen tellen voor de bepaling van de vereiste meerderheid niet mee. Bij staking van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Een besluit tot berisping, een schorsing of afvoering van de lijst van arbitragefunctionarissen wordt gepubliceerd in de TAM, maar niet eerder dan twee weken nadat de kennisgeving van lid 2c is verzonden. Strafzaak tegen een arbitragefunctionaris
De LWA kan, conform de regels hieromtrent in artikel 24 van de Statuten en in het Tuchtreglement, een strafzaak bij de strafcommissie aanhangig maken tegen een bondsscheidsrechter, een hoofdscheidsrechter, een toezichthouder of een lijnrechter, indien op de functionaris een van de volgende punten, of een combinatie van punten, van toepassing is: a. wangedrag, ongeacht de vorm; b. het door welke handeling dan ook in diskrediet brengen van de goede naam en faam van de KNLTB in het algemeen en de arbitrage in het bijzonder. Een in lid 1 vermelde arbitragefunctionaris kan tegen de uitspraak van de strafcommissie in beroep gaan bij de commissie van beroep overeenkomstig het bepaalde in artikel 24 van de Statuten en het Tuchtreglement
25
VII-04 1.
2. 3.
4.
Arbitragefunctionarissen, die aan een bepaalde wedstrijd of een toernooi hun medewerking verlenen, kunnen op de dagen dat zij functioneren aanspraak maken op een financiële vergoeding voor de gemaakte reis-, verblijfs- en overnachtingkosten. De regeling voor de in lid 1 genoemde kosten wordt jaarlijks door het bondsbestuur vastgesteld, na advies van de LWA. De LWA voert, alvorens haar advies op te stellen, overleg met de NVTS. De regeling is van toepassing op de volgende wedstrijden en toernooien, mits die onder auspiciën van de KNLTB worden gespeeld: a. internationale evenementen waarbij naar de ITF of TE wordt gerapporteerd; b. nationale evenementen c. ranglijsttoernooien d. districts- en overige wedstrijden en/of toernooien Met betrekking tot internationale wedstrijden waarbij niet naar de ITF of TE wordt gerapporteerd, zoals ATP- en WTA-toernooien, eist de KNLTB dat de toernooidirecties ten minste de in lid 1 genoemde regeling van toepassing verklaren. Daarnaast verlangt de KNLTB van deze toernooien een nader te bepalen vergoeding, onder andere voor het opleiden van de arbitragefunctionarissen.
VII-05 1.
2.
26
Recht op toegang
Arbitragefunctionarissen die aan een bepaalde wedstrijd of een toernooi hun medewerking verlenen hebben op de dagen dat zij functioneren voor zichzelf en een introducé recht op een gratis toegangsbewijs met een tribune zitplaats en toegang tot de wedstrijden. Nationale (hoofd)scheidsrechters, nationale toezichthouders en nationale lijnrechters die ten minste 20 jaar als zodanig hebben gefunctioneerd, hebben voor zichzelf en een introducé gedurende 10 jaar het recht op een gratis toegangskaart bij wedstrijden die vallen onder auspiciën van de KNLTB.
VII-06 1.
Vergoedingen
Publicatie in jaarboek
In het jaarboek van de KNLTB worden jaarlijks de volgende arbitragefunctionarissen vermeld: a. Landelijk: - nationale hoofdscheidsrechters; - nationale toezichthouders - nationale scheidsrechters
2.
- kandidaat nationale scheidsrechters 1 en 2 - nationale lijnrechters b. Districten - districtshoofdscheidsrechters - districtstoezichthouders - districtscheidsrechters De opgave van aanvullingen en/of veranderingen in de lijsten van de arbitragefunctionarissen in de districten moeten door de DWA uiterlijk in de maand december bij de secretaris van de LWA worden ingediend.
VII-07
Overleg met de NVTS
Behoudens het bepaalde in artikel VII-04 lid 2, belegt de LWA ten minste tweemaal per jaar een bijeenkomst met het bestuur van de NVTS. Zowel door de LWA als door het bestuur van de NVTS kunnen agendapunten worden opgevoerd. VII-08 1.
2. 3.
Slotbepalingen
Wanneer in dit reglement niet expliciet de aangelegenheden ten aanzien van de districts(hoofd)scheidsrechters en districtstoezichthouders zijn vermeld, zijn de DWA’s gehouden naar analogie van het bepaalde ten aanzien van nationale arbitragefunctionarissen te handelen. Dit reglement is in werking getreden op 1 januari 2005. Dit reglement kan uitsluitend worden gewijzigd door het bondsbestuur overeenkomstig artikel 21 lid 5 van de Statuten.
27
Bijlage 1
Code voor arbitragefunctionarissen
De KNLTB verwacht van spelers die aan de nationale competitie of aan toernooien deelnemen dat zij zich strikt houden aan de gedragsregels op en rond de tennisbaan. Aan de arbitragefunctionarissen die worden ingezet bij de door de KNLTB georganiseerde evenementen worden dan ook hoge eisen gesteld met betrekking tot deskundigheid en gedrag. Deze eisen zijn: 1. 2. 3. 4.
5. 6.
7.
8.
9.
28
Scheidsrechters*) beschikken over een goede lichamelijke conditie. Scheidsrechters beschikken over een goed gezichtsvermogen en een normaal gehoor. Scheidsrechters zijn tijdig aanwezig bij wedstrijden waarbij zij functioneren. Scheidsrechters beschikken over een zeer goede kennis van de Tennisspelregels en kunnen deze in alle spelsituaties toepassen. Hetzelfde geldt ten aanzien van de procedures voor de tennisarbitrage tijdens wedstrijden, het Competitiereglement, het Wedstrijd- en Toernooireglement en het Strafpuntensysteem. Scheidsrechters verschijnen goed verzorgd en correct gekleed bij evenementen waar zij functioneren. Scheidsrechters nuttigen op de dagen dat zij functioneren geen alcoholische dranken voor aanvang van de wedstrijden, en voorts op die dagen ook niet op het tenniscomplex zolang er wedstrijden worden gespeeld en zij in scheidsrechtersuniform zijn. Scheidsrechters functioneren niet bij een wedstrijd waarbij de scheidsrechter een relatie heeft met een van de spelers, voor zover deze relatie kan leiden tot belangenverstrengeling of tot twijfel aan de onpartijdigheid van de scheidsrechter. Hiermee worden niet slechts echte belangenverstrengelingen voorkomen; alleen al de schijn van belangenverstrengeling maakt een scheidsrechter ongeschikt om te functioneren bij een dergelijke wedstrijd. Scheidsrechters bespreken, wanneer dit aan hen wordt gevraagd, met de spelers de uitleg van spelregels en manieren om de arbitrage en het gedrag van spelers te verbeteren. Scheidsrechters zoeken niet bewust contact met spelers en gaan niet vertrouwelijk met spelers om. Het is scheidsrechters echter niet verboden om in hetzelfde hotel als spelers te logeren of om aan sociale verplichtingen deel te nemen waarbij ook spelers aanwezig zijn. Scheidsrechters bekritiseren of verduidelijken niet publiekelijk afroepen (calls) of beslissingen van andere arbitragefunctionarissen. Dit is alleen toegestaan rechtstreeks naar de betreffende functionaris of de fungerende hoofdscheidsrechter.
10.
Scheidsrechters sluiten op geen enkele wijze weddenschappen af met betrekking tot een tennisevenement. 11. Scheidsrechters spreken niet met toeschouwers voor, tijdens of onmiddellijk na een wedstrijd, behalve in die gevallen waarbij het nodig is om voor een goede voortgang van de wedstrijd de toeschouwers te informeren of tot stilte te manen. 12 . Scheidsrechters doen, zonder voorafgaande toestemming van de KNLTB, geen mededelingen aan de pers als hun uitspraken met betrekking tot de arbitrage op een bepaald evenement kunnen worden gepubliceerd of uitgezonden. 13. Scheidsrechters zijn te allen tijde volstrekt onpartijdig tegenover spelers en gaan geen relaties aan of ondernemen geen activiteiten die twijfel doen ontstaan aan hun onpartijdigheid als arbitragefunctionaris. 14. Scheidsrechters gedragen zich te allen tijde op een professionele en waardige wijze en tonen respect voor de hoofdscheidsrechter, andere arbitragefunctionarissen, overige medewerkers van het evenement, spelers en toeschouwers. 15. Scheidsrechters verlenen hun medewerking aan een evenement tot het moment dat de hoofdscheidsrechter hen toestaat te vertrekken. 16. Scheidsrechters die niet aan deze eisen voldoen kunnen van de arbitragelijst worden afgevoerd. *)
met scheidsrechters worden hier alle arbitragefunctionarissen bedoeld.
29
AANTEKENINGEN:
30
AANTEKENINGEN:
31
AANTEKENINGEN:
32