Radiogesprekken met
Uit het album van de groep BB in Bnei Brak
Rav Michael Laitman
INHOUDSOPGAVE
Het doel van het scheppen van Adam .................................................................................... 3 Wat is de Kabbala?................................................................................................................. 6 Hoe men de geestelijke honger stilt?.................................................................................... 12
2
Het doel van het scheppen van Adam
Nieuwjaar, Jom Kiepoer, Soekkot, Siemchat Thora. Wij hoorden al vele “peroesjiem” – uiteenzettingen van deze feesten van onze religieuze bekenden. Met iets was ons hart het eens, maar iets kan ons verstand met moeite aanvaarden. Ik wil u vandaag enigszins een nieuwe interpretatie aanbieden van het doel der schepping in het algemeen en van de na zomerse joodse feesten in het bijzonder. Laten wij ze vanuit het standpunt van de wetenschap Kabbala bekijken. Wat is dan in werkelijkheid het joodse Nieuwjaar? Vanaf welk tijdstip begint het aftellen? Het Nieuwjaar – dat is de dag van het scheppen van Adam. De Schepper schiep de Ziel, welke Adam heet, met het doel om aan de schepping de Eeuwige, Absolute genieting te geven. Behalve de wens om een genieting te ontvangen schiep de Schepper niets. In de Kabbala heet dat: ”de wens om te ontvangen”, waarmee bedoeld wordt “het ontvangen van een genieting”. Dus, er is de Schepper en de door Hem geschapen wens – de wens om te genieten. Waarvan? Van de Schepper! Een waarneming van de Schepper door de schepping wordt als een genieting waargenomen. Deze genieting heet in de Kabbala “Licht”, in de Hebreeuwse taal “Or”. De wens om te ontvangen heet “vat”, in het Hebreeuws – “klie”. Van het geestelijke object, welke Adam heet, verspreidden zich 600.000 straaltjes, die elk voor zich aan het einde eveneens een kleine ziel bouwt. D.w.z., via Adam zijn wij met elkaar verbonden. Het scheppen van het geestelijke object, dat Adam heet, vindt in het joodse Nieuwjaar plaats, en nu wordt duidelijk, waarom dit zo’n groot feest is – onze gemeenschappelijke verjaardag. Het scheppen van de Wereld vond vijf dagen (of trappen) eerder plaats (Adam werd pas op de zesde dag geschapen, en het scheppen van de Wereld begon vanaf de eerste dag). Adam, terwijl hij zich op het allerhoogste niveau bevond, nam de zesde dag in zich op, zonder de sjabbat , een gigantisch geestelijk licht, af te wachten, wat in onze taal betekent “hij at een verboden vrucht op”. Terwijl de gemeenschappelijke ZIEL (ADAM) door één geestelijke handeling het doel van de schepping niet kon bereiken, versplinterde de oorspronkelijke ziel zich in 600.000 delen, d.w.z., in de in onze wereld levende mensen. Elk van deze deeltjes dient, na vele kringlopen, zijn afzonderlijke correctie te verrichten. Vervolgens verzamelen zij zich opnieuw in deze gemeenschappelijke ziel, in deze gemeenschappelijke geestelijke totaliteit, welke ADAM heet. De na zomerse feesten symboliseren het proces van het samenvallen van de ziel, welke Adam heet, met de Schepper. Aanvankelijk, op een Nieuwjaar, vindt de volledigste afscheiding van de ziel van de Schepper plaats, het zogeheten proces van “nesiera” – het zagen. Deze zaag zaagt deze gemeenschappelijke constructie als het ware in tweëen. Vervolgens krijgt gedurende 10 dagen vanaf Rosj haSjana tot Jom Kiepoer de van de Schepper afgescheiden Ziel de 10 sfirot tot haar beschikking: kether, chochma, biena, chessed, gvoera, tieferet, netsach, hod, jessod en malchoet, waarbij de Ziel de eigenschappen van de Schepper in zich opneemt. Het woord “sfira” komt van het woord “saffier”–“stralende”. Daarna op Jom Kiepoer vindt de uiteindelijke insluiting van al deze 10 sfirot in de gemeenschappelijke ziel plaats. En vanaf Jom Kiepoer en verder doet zich het proces van “hamtaka” voor (van het woord “matok” – zoetheid), dus het proces van de correctie, het proces van de veredeling der eigenschappen van de schepping door de geabsorbeerde eigenschappen van de Schepper. Aangezien de schepping aan de eigenschappen van de Schepper gelijk is geworden, begint de Schepper deze 10 sfirot met Zijn licht te vullen. De ziel ervaart het vullen met het hoogste licht als een gigantische genieting. Maar dat vindt al gedurende de 7 dagen van de Soekkot plaats. Aangezien tot de volledige correctie in de Ziel alleen een gedeeltelijk licht binnen kan komen, duurt het feest Soekkot zeven dagen. Als gevolg van het vullen met het licht, bereikt de schepping de toestand, welke Siemchat Thora heet – de vreugde van de Thora. Deze dag heet 3
ook Sjmieni Atseret – de stopgezette achtste dag, omdat tot de uiteindelijke correctie van de gehele wereld men niet meer dan 7 dagen het licht mag ontvangen. Het vullen van de schepping met het licht vindt in overeenstemming met haar mate van gecorrigeerd zijn plaats, d.i. met de mate van haar gelijkenis aan het licht. Wanneer de schepping volledig op het Licht zal gaan gelijken, zal zij ten volle ermee gevuld zijn. Aanvankelijk vindt het scheppen van de Ziel plaats op een wijze, dat de Ziel wat betreft haar eigenschappen volledig aan het licht tegenovergesteld is. Vervolgens corrigeert geleidelijk het vat Ziel zich, zodat haar wens volkomen altruïstisch wordt, gelijk het Licht, en naar mate van het gecorrigeerd zijn, wordt het met licht gevuld. Dit volledige proces wordt bij ons in deze wereld gerealiseerd door de opeenstapeling van een rij van feesten. Zelfs Jom Kiepoer heet niet voor niets een feest, het wordt immers ook “Sjabbat Sjabbaton” genoemd, d.i. de Sjabbat der Sjabbaten. De tien dagen tussen het Nieuwjaar en Jom Kiepoer zijn geen treurdagen, maar integendeel, zij zijn dreigende dagen – de dagen van G-dsgericht. Omdat in die tijd vele niet-gecorrigeerde wensen worden toegevoegd, die vervolgens worden gecorrigeerd en gevuld. Daarom zijn dat in principe zeer goede dagen en men dient ze met vreugde tegemoet te gaan, overeenkomstig hun doel. Tijdens onze na zomerse feesten wordt van boven een gigantisch geestelijk licht uitgestort, het omringt ons heelal, onszelf en onze zielen. Dit licht, het zogenaamde “or makief” – het omringende licht - roept een verheven geestelijke toestand op, beschermt, tilt op en zuivert ons. Daarom heten deze dagen “jamej ratson” – gewenste dagen. D.w.z. dat de Schepper, het Hoogste bestuur, meer dan gewoon goedgunstig is ten opzichte van onze daden, indien zij aan Hem gericht zullen worden. Wat is de zin van mijn leven? – Deze vraag dienen wij tijdens Rosj haSjana en Jom Kiepoer ons te stellen (hoe vaak stellen wij ons deze vraag, terwijl wij onze zoveelste verjaardag vieren?). En het ontvangen van het antwoord wordt naar de Soekkot en Siemchat Thora verschoven. Twee tegenovergestelde toestanden van de schepping: aan de ene kant de feesten Rosj haSjana en Jom Kiepoer, de dreigende dagen, feesten waarop een echte wens gevormd wordt om de volmaaktheid en de geestelijke verheffing te bereiken en aan de andere kant de feesten Soekkot en Siemchat Thora, feesten waarop het vullen van de gecorrigeerde ziel met het hoogste licht plaatsvindt. Tijdens de gehele duur van deze feesten is het gewenst om kabbalistische boeken te lezen, omdat er een bijzondere hoogste uitstraling van Boven is. In het Nieuwjaarsgebed is gezegd, dat “het gebed, een aalmoes en het berouw (het toenaderen tot de Schepper) het kwaad in het goed transformeren”, dus dat zelfs, indien voor de mens onaangenaamheden en het lijden zijn voorbestemd, deze drie handelingen een bestraffing van hem wegnemen. In het geestelijke, in de hoge wereld, kan zo’n handeling als in onze wereld niet uitgevoerd worden: dat de mens vraagt en men hem geeft. Een handeling in de hoge wereld is op een correctie van een wens van de mens gegrond, waarin hij vervolgens een vulling naar verdienste ontvangt. En alle verzoeken van de mens dienen alleen gericht te zijn op het vragen van hulp bij zijn correctie, en niet op het ontvangen van een aalmoes. De mens verzoekt, dat men hem kracht geeft, om verstandig te handelen, om zijn intenties te corrigeren om zo tot de Schepper te kunnen naderen. Daarom hangt alles van de mens af, van zijn juiste inspanningen. Hieruit wordt het duidelijk, dat “gebed” – dat is het vormen van de wens van de ziel, van de wens voor het geestelijke. “Aalmoes” is datgene, wat in de Kabbala “scherm” heet – een beperking van het gebruik van het egoïsme. Dus wanneer op een geestelijke wens een scherm gevormd wordt, is dat om deze wens alleen omwille van de geestelijke vooruitgang te gebruiken, en niet voor een materiële verrijking. Tsjoeva (“berouw” - let. “terugkeer”) – dat betekent, dat met behulp van deze wens en het scherm een opstijging plaatsvindt, een beweging het Licht tegemoet, een terugkeer in de Oneindigheid, een terugkeer tot de Schepper. Op die manier doet de mens alle hindernissen teniet, allerlei leed, en treedt in de sfeer van het Hoogste Licht. Thans echter, al het negatieve, wat met ons gebeurt, vindt alleen plaats vanwege het ontbreken van het licht rondom ons. Daarom, zullen wij natuurlijk het Hoogste Licht ontvangen, indien wij op een
4
hogere trap zullen opstijgen en daarmee het oordeel en een bestraffing van ons zullen afwenden.
5
Wat is de Kabbala? Wat is toch de Kabbala? Men denkt, dat de Kabbala iets mystieks is, of dat de Kabbala tot één van de oosterse leren behoort. Waarom zou de Kabbala een “leer” zijn, want het is geen “leer”, maar “De Chochmat haKabbala” (“Inzake de wetenschap Kabbala”) is een wetenschap! Waarmee onderscheidt de Kabbala zich van andere wetenschappen? Vele verhalen gaan de ronde over de Kabbala, het zou beangstigend zijn om die boeken aan te raken. Wat is aan de hand? Wat is het verschil tussen de Kabbala en de overige wetenschappen? Elke wetenschap onderzoekt onze wereld met behulp van gereedschappen, die wij zelf produceren. De gereedschappen werken naar het principe van onze vijf zintuigen (gezichtsvermogen, reukzin, gehoor, tastzin, smaak). Alle informatie, die via onze vijf zintuigen aangevoerd wordt, wordt in onze hersenen verwerkt en vormt binnenin ons een beeld van de ons omringende wereld. Natuurlijk is dit beeld in het geheel niet het beeld van hoe de wereld in werkelijkheid zou kunnen zijn. Maar waarom dan niet? Indien wij het bereik van een van onze zintuigen zouden vergroten, bijvoorbeeld, wij zouden d.m.v. röntgenstralen kunnen zien, klanken niet alleen in ons huidige klankbereik zouden horen, dan zou de wereld rondom ons geheel anders door ons worden ervaren. En ook dan zouden wij haar ónze wereld noemen, maar zij zou zeer veel van die wereld, welke wij vandaag waarnemen, verschillen. Eveneens breiden de gereedschappen, die wij maken, slechts het bereik van onze zintuigen uit. Zij stellen ons in staat om dieper en verder te kijken, breder en dieper in de ons omringende natuur door te dringen. Maar deze gereedschappen zijn slechts hulpmiddelen van onze zintuigen en niet meer dan dat. Het is mogelijk, dat in dezelfde omgeving, waarin onze wereld bestaat, er nog meer schepselen zijn, andere werelden, en dat zij als het ware door ons heen lopen en wij nemen ze niet waar, omdat wij niet over de zintuigen beschikken om ze waar te nemen. Hoe kunnen wij de algemene, ware werkelijkheid rondom ons, waarin wij bestaan, onderzoeken, gezien het feit, dat wij slechts een klein fragment ervan opvangen? Dus, alle menselijke wetenschappen houden zich alleen bezig met onderzoek, dat binnen het bereik van onze vijf zintuigen ligt. De Kabbala, als wetenschap, houdt zich bezig met het onderzoeken van die omvang van informatie, die de perken van onze vijf zintuigen te buiten gaat, dus informatie, die wij zelf vanaf onze geboorte nooit zouden kunnen voelen en onderzoeken. Zo zijn onze zintuigen ingericht, dat wij nooit weten, wat er zich eigenlijk buiten onszelf nog meer te koop is. Want wij meten en bevatten alleen datgene, wat wij als reactieorgaan op een invloed van buiten registreren. Daarom kan de buitenwereld met haar kleurengamma, allerlei geluiden, en zelfs ons niet bekende invloeden, oneindig zijn. Wij kunnen slechts een klein fragment ervan opnemen, welk fragment de filters van onze vijf zintuigen doorloopt. Alle wetenschappen beperken juist hun onderzoekingen door deze 5 zintuigen. De Kabbala spreekt erover, dat men een aanvullend zintuig verkrijgen kan, het zogenaamde zesde zintuig met behulp waarvan men de echte werkelijkheid, welke om ons heen bestaat, kan waarnemen. En op dezelfde manier zullen dan al onze zintuigen en alle gereedschappen zijn ingericht. D.w.z. alles, wat wij kunnen meten; alles, wat wij kunnen waarnemen; alles, wat wij kunnen bevatten – is alleen mogelijk overeenkomstig onze innerlijke eigenschappen. Dat kan men vergelijken met, bijvoorbeeld, een mens,die, indien hij een of andere bepaalde opschudding beleefde, kan dezelfde opschudding in een andere mens begrijpen, hem troosten, omdat daarvoor in hem zelf alle nodige waarnemingen aanwezig zijn. En omgekeerd, de mens, die iets dergelijks niet heeft doorlopen, niet heeft meegemaakt, zal niet meer kunnen begrijpen van wat er in een ander omgaat, dan datgene, wat door hem zelf beleefd is. Over hetzelfde principe spreken kabbalisten, hoe al onze apparaten, al onze zintuigen ingericht zijn, d.w.z., naar de gelijkenis
6
van innerlijke eigenschappen overeenkomstig de uitwendige verschijnselen. Precies zo is ook het onderzoeken van de uitwendige, door ons ondoorgrondelijke, gewone wereld, ingesteld. Indien binnenin onszelf zich bepaalde eigenschappen zullen vormen, welke vanaf onze geboorte niet in onze aard besloten liggen, de zogenaamde hoge of geestelijke eigenschappen, dan zullen wij in staat zijn om daarmee de signalen van een buitenwereld op te vangen, een buitenwereld, die meer open is, eeuwig, breder, waarvan de signalen door gewone mensen met gewone zintuigen niet opgevangen worden. De Kabbala vertegenwoordigt juist de methode van de ontwikkeling in de mens van deze aanvullende eigenschappen, met behulp waarvan de mens de uitwendige geestelijke wereld exact zo begint waar te nemen, als hij onze wereld voelt en dan als aanvulling daarop. Op die manier komt hij in een volkomen andere omvangrijke wereld van informatie binnen. In onze wereld vangen wij slechts een klein fragment uit de algemene lus van de menselijke ontwikkeling. Wij worden in onze wereld geboren, d.w.z., wij voelen onszelf ingekapseld in een of ander biologisch eiwitbevattend lichaam. Wij bestaan daarin een bepaalde tijd en vervolgens verdwijnen wij. We krijgen te maken met allerlei verschijnselen, er komen tot ons allerlei invloeden, en voorvallen, waarvan wij de redenen in het geheel niet weten. Wij worden gewoon geconfronteerd met omstandigheden, soms onverwachte en onaangename, of we willen of niet. Hoe kan men ze beïnvloeden, hoe kan men op hen reageren, hoe moet men handelen? Er bestaan hierover vele theorieën en het feit, dat er zo veel zijn, getuigt ervan, dat er geen één de ware en volledige is! En terwijl wij handelen, weten wij ook niet, wat er uit zal komen, welk gevolg onze daden zullen hebben. D.w.z. noch de reden, noch het gevolg manifesteert zich op enigerlei wijze in ons bewustzijn, in onze waarnemingen. Er is als het ware een of andere schakel tussenuit en daarom zijn wij van de ware, reële handeling volkomen weggerukt. Naar mate de mens geestelijke (d.i. hogere, meer algemene) waarnemingen over de ware, volle omvang van het heelal ontvangt, begint hij alle redenen van wat er met hem gebeurt te aanschouwen. Hij begint duidelijk te begrijpen op welke manier hij erop moet reageren en begint hij de gevolgen van zijn daden in te zien. Uiteindelijk hoeft men hem praktisch gezien niets aan te leren, want hij leert zelf in de wereld, die hij voor zichzelf heeft ontdekt. En juist dit leren wordt in kabbalistische boeken beschreven. Er wordt in de boeken beschreven op welke wijze de mens dit aanvullend orgaan kan verkrijgen, hoe hij het kan ontwikkelen, hoe hij in zijn waarnemingen kan afdalen en deze gradueren, en hoe hij door de nieuwe stroom aan informatie op een juiste manier kan gaan handelen. Kabbalisten zeggen, dat in zo’n geval de mens niet gebonden is aan de beperkingen van onze wereld inzake tijd, plaats (verplaatsing) en zelfs niet inzake leven en dood. Omdat hij zijn toestanden vóór zijn verschijnen in deze wereld ziet, ziet hij tevens zijn toekomstige toestand ná zijn vertrek uit deze wereld, waarbij hij ook zijn huidige toestand in deze wereld ervaart. D.w.z., hij stijgt volledig op naar het niveau, waarop verleden, heden en toekomst gelijkwaardig zijn. Terwijl hij het gehele gesloten besturingssysteem ziet en het voor hem zijn actief element wordt, sluit de mens zich in in het algemene heelal en begint daarin aktief werkzaam te zijn, d.w.z. hij kan correct inschatten, waarvoor te handelen. Zijn daden in het leven staan natuurlijk niet in het teken van zo’n chaotische richting als bij ons allemaal het geval is. Enfin de mens bevat de geestelijke wereld, maar wat ontdekt hij daarbij? Hij ontdekt, dat in deze geestelijke wereld de meest volledige, de meest absolute, ideële harmonie bestaat. Er is een hoge kracht, die alles bestuurt en alle werelden, alle schepselen, al wat geschapen is naar een bepaald doel leidt. Terwijl de mens dit doel voor zichzelf ontdekt, houdt hij op domme dingen te doen. Hij begrijpt volkomen, waarom hij opeens door een of andere ziekte, G-d behoede, of een of ander onheil of ongunstige gebeurtenis getroffen wordt. Hij begint te begrijpen, of deze invloeden goed of slecht zijn, waar zij hem voor gegeven zijn en op welke manier hij in deze wereld handelen moet. Men hoeft hem niet te onderrichten hoe met andere mensen om te gaan, men hoeft hem niets bij te brengen, hij wordt gewoon een geïntegreerd natuurlijk deel van het gehele heelal.
7
Hij hoeft generlei tekorten in zijn heelal aan te vullen. Dat is de toestand, waar in principe de Schepper ons naar toe leidt. Daar koos Hij deze twee wegen voor. De eerste weg – de natuurlijke, de weg van de natuur, waarlangs de hele mensheid loopt. De mensen lijden eeuw in eeuw uit, vluchten voor de vraag “Waar leef ik voor?”, “Wat is de zin van mijn leven?”, zij kunnen de antwoorden op die vragen in onze wereld niet vinden, d.w.z. niet via onze vijf zintuigen. In onze gesloten wereld zijn er geen antwoorden te vinden, omdat zowel de reden van het leven, als het doel van het leven zich in het geheel niet binnen onze wereld bevinden. Om de mens ertoe te brengen, dat hij met zijn waarnemingen in de geestelijke wereld zou wensen op te stijgen, dat hij het hele heelal zou wensen te zien en dat het daadwerkelijk zijn aktief, hoog element zou worden – daarvoor leidt de Schepper de mens via twee wegen. De ene weg is de weg van het lijden. Die gaat een mens, totdat hij gaat begrijpen, dat te leven alleen in onze beperkte omvang aan informatie, waarbij men niet weet waarvoor en hoe, men voortdurend tegenslagen ondervindt, leed ontvangt en slechts tracht om ervan weg te vluchten – dat dát niet de zin van het leven is. Dit is een proces, dat van generatie op generatie geaccumuleerd wordt. Het ophopen vindt plaats op het geestelijke vlak, wij voelen dat niet. In elk van ons bevindt zich een ziel. Wij weten niet, wie wij vorige keer geweest zijn, wij weten niet, hoeveel leed wij al hebben geaccumuleerd. Voor elke ziel bestaat een bepaalde berekening. Wanneer de berekening van dit leed tot aan een bepaalde grens komt, geeft de Schepper aan die mens een wens om de geestelijke wereld te bevatten. Om van al deze druk, omstandigheden, toevalligheden en onheil, die op hem neerkomen, uiteindelijk bevrijd te worden. Dat is de weg van het lijden, een zeer lange weg, waar natuurlijk niemand van ons op hoeft te wachten. Er bestaat een tweede weg – de weg van de Thora, de weg van de Kabbala. De Thora stamt van het woord “horaa” – instruktie. Het betreft een duidelijke absolute instruktie, die in de Kabbala c.q. in de Thora gegeven wordt inzake de manier waarop men snel, aangenaam zijn allerhoogste geestelijke toestand bereikt. De mens gaat door met het deelnemen aan zijn huidige leven in deze wereld, hij krijgt een gezin, er worden kinderen geboren, hij leert en werkt. Door in de algemene omvang van informatie te bestaan, sluit hij zijn wereld, datgene, wat de mens zijn wereld noemt, zijn wereldbeeld in de algemene buitenwereld in. De Kabbala is een zeer oude instruktie. De Kabbala bevat vele talen, d.w.z. vele methoden om iets uit te drukken. De narratieve taal – zoals in de Thora, de taal van wetten – zoals in de Talmoed, de taal van allegorische vertellingen en de taal van de Kabbala zelf. De laatste is een puur wiskundige taal, die formules, matrijzen, tekeningen gebruikt, alsmede puur wiskundige categorieën voor het beschrijven van geestelijke verschijnselen. Een van de talen is de taal van muziek. Een tamelijk nieuwe taal, aangezien wij geen muziek kennen van antieke kabbalisten, hoewel het is best mogelijk, dat ze heeft bestaan. Misschien zijn er melodieën geweest, waarin zij hun waarneming van de geestelijke wereld hebben geuit. De laatste en de enige kabbalistische muziek, welke ons bereikt heeft, is de muziek van rav Jehoeda Ashlag en rabbi Baruch Ashlag. De taal van de muziek is daarmee een goede nieuwe manier van expressie geworden zozeer zelfs, dat degenen, die geen andere taal beheersen, die in generlei andere taal informatie tot zich nemen, via deze muziek toch al is het maar een beetje díe waarnemingen opnemen, welke een kabbalist in de geestelijke wereld heeft gevoeld. Natuurlijk zou ik mijn uiteenzetting kunnen voortzetten, waarbij ik over de Kabbala als over een wetenschap spreek, over datgene, wat zij de mens kan geven, over wat men met behulp daarvan kan waarnemen, bevatten, op welke manier men alle onaangename invloeden op ons leven praktisch kan neutraliseren, maar ik denk, dat wij tot al deze vragen nog wel terug zullen keren. Vraag: Welk verband bestaat er tussen de Kabbala en de rol, die de joden van oudsher in het bereiken van dat doel dienden te spelen, waarover u spreekt? Rav Laitman: De rol van de joden in deze hele zaak is het onderzoeken van de wereld met behulp van de Kabbala. Er bestaat in onze wereld een gradatie in de vorm van een piramide:
8
levenloze natuur, vegetatieve, dierlijke en de (sprekende) mens. Zo’n gradatie bestaat ook in de zielen. De joden heten een bijzonder volk te zijn, omdat zij de mogelijkheid ontvingen, tenminste een deel ervan, om, als het ware de eerste bezitters of bewoners van de geestelijke werelden te zijn. Dat gebeurt niet, omdat zij in iets de allerbesten zijn. Het gebeurt, omdat dit soort zielen, die in onze wereld neerdaalt, “jehoedie” heet van het woord “jechoed” (letters/klanken “h” en “ch” zijn in de joodse traditie verwisselbaar – vert.) – met de betekenis: het samenvloeien met de Schepper. Volgens de Kabbala is dit soort zielen de allerslechtste, de meest egoïstische. En het is niet voor niets, dat dit volk in de Thora koppig en ongehoorzaam genoemd wordt. Ons “bijzonder zijn” bestaat niet uit het beter zijn dan anderen, maar dat we zo ver dienen te komen, dat wij de bevatting der geestelijke werelden voor de mensheid in zijn totaliteit zullen onthullen. Dit is wat bij de profeten gezegd is, en evenzo door een ieder beseft wordt, die in de geestelijke wereld met zijn waarnemingen opstijgt en het hele heelal begint te bevatten. Er is geen verschil tussen welke mensen dan ook op de aarde. Er is alleen verschil in hoogte op de piramide. Wie staat nog aan het begin en wie is al verder en komt er al aan toe het gehele heelal te bevatten en tot zijn aktief element te maken om zo tot een toenadering tot de Schepper te komen. Er is niet zoiets als de nationaliteit “jehoedie”. Elk mens in de wereld, die de ware behoefte voelt om de Kabbala als het gereedschap te beschouwen en met behulp daarvan zich wil gaan veranderen om de geestelijke wereld waar te nemen en tot de Schepper te naderen, - degene, die dat wíl doen, zal jood genoemd worden. Vraag: En welk resultaat kan de Kabbala geven inzake de uitoefening van een beroep? Rav Laitman: Het gaat erom, dat de Kabbala – daar zij in de mens een aanvullend orgaan ontwikkelt voor het waarnemen van de hoge wereld- tegelijkertijd al de overige waarnemingen in de mens uitbreidt, ze als het ware verfijnd. De mens begint beter te beseffen, waarom hij bepaalde prikkels op al zijn zintuigen ontvangt. Hij begint alles beter te beseffen, wat er met hem gebeurt in deze wereld en tevens wat zijn beroep aangaat zelfs, als hij in de wetenschapssector werkt. In onze kabbalistische groep zijn er mensen, die puur wetenschap beoefenen. Zij zeggen, onder andere, dat in zo’n geval kijken zij naar hun wetenschap als het ware van boven. Ze begrijpen meer van de structuur van hun wetenschap, de rol, de plaats in het algemene bevatten van het heelal. Wat beoefent in principe een wetenschap? Door het bevatten van het algemene heelal helpt de Kabbala geleerden aan volkomen nieuwe mogelijkheden én de kracht om in hun gesloten wereldje vooruit te gaan als mede het bevattingsvermogen te vergroten. Vraag: Wij hebben allemaal een probleem met het opvoeden van kinderen, wat zegt de Kabbala daarover? Rav Laitman: Het probleem is, dat u weet hoeveel opvoedingssystemen er in onze gewone wereld bestaan, en alle zijn zij, jammer genoeg, niet volledig, niet volmaakt. Vandaag voeden wij op en over 20 – 30 jaar zien wij het resultaat en dat is in de regel betreurenswaardig. Wat is er aan te doen? Het gehele recept van de Kabbala komt er op neer, dat een kind een methode in handen gegeven wordt door het passief te vertellen, wat die methode behelst en vervolgens als opvoeder het goede voorbeeld te blijven geven. Indien wij gewoon over onze kinderen spreken, dienen zij te weten, waar wij ons mee bezig houden. Stel je voor in hoeverre zij er beter van worden, indien zij zullen weten waar wij mee bezig zijn. Maar de keuze dient bij hen te blijven. Zoals ik zei, alleen degene, die het ware streven voor het geestelijke ervaart, wordt naar de definitie van de Kabbala “jehoedie” genoemd, en daarom kan dat alleen vrijwillig zijn. Maar in elk geval, benadert de Kabbala zelfs elke opvoedingsmethode juist alleen vanuit dit standpunt, dat die niet gewelddadig, niet opdringerig dient te zijn, maar alleen als voorbeeld dient. Vraag: Bestaat er een verband tussen de Kabbala en de wetenschap, welke men astrologie noemt?
9
Rav Laitman: Er bestaat zo’n begrip als “kabbalistische astrologie”. Wat betekent “astrologie”? Astrologie is het voorspellen van de toekomst volgens bepaalde voorwerpen en eigenschappen, die al van tevoren in de natuur van de mens en in de omringende natuur ingevoerd zijn. U ziet toch, dat al deze voorspellingen onvolwaardig zijn. De reden daarvoor is, dat wij alleen kleine fragmenten van de omringende wereld, van de ware wereld, opvangen.Wanneer de mens de algemene volledige informatie van het gehele heelal begint te ontvangen, dan komt hij met zeer eenvoudige berekeningen en waarnemingen inzake de algemene omvang en het algemene functioneren van het gehele mechanisme, dat “Maase Merkava”, “Maase Beresjiet” en “hiesjtalsjeloet ha-olamot” wordt genoemd, binnen in het hele systeem van de hoge werelden, welke onze wereld insluit. Dan vormt de informatie, welke in haar geleidelijk geaccumuleerd wordt, een vol beeld van alles, wat zich voordoet. En dan kunt u dit beeld, natuurlijk, een of andere astrologische map noemen. Hij weet van tevoren alle verrichtingen, welke hij zal dienen te verrichten, hij weet vooraf gevolgen van deze verrichtingen, hij loopt met zijn ogen open, waarbij hij duidelijk begrijpt, wat hij in het heelal dient te doen. Daarbij ondervindt hij een gigantische genieting van zijn innerlijke zelfkennis, van het samenvloeien met het eeuwige en van een waarneming, dat hij zich op de hoogste top van al het bestaande bevindt. Vraag: Maar bestaat het leven in die wereld? Rav Laitman: Behalve de mens bestaan er in het heelal nog allerlei andere objecten. Net als in onze wereld levenloze, vegetatieve, dierlijke en menselijke naturen bestaan, bestaan deze ook in elk van de hoge werelden. Er bestaan in totaal 5 hoge werelden in een gesloten systeem. Zij bevinden zich in elkaar als concentrische ringen. Elke wereld heeft haar eigen schepselen, haar eigen prototypen van schepselen van onze wereld (levenloze, vegetatieve, dierlijke en menselijke naturen). Menselijke natuur in onze wereld is het menselijke lichaam, in de geestelijke wereld – heet dat ziel. De dierlijke natuur in onze wereld, dat ziet u, u observeert dieren in al hun stadia en in al hun veelsoortigheid. In de geestelijke werelden heten zulke schepselen “engelen”. Er zijn tevens “ejchalot” (halen), allerlei planten, alles, wat u over onze wereld kunt zeggen bestaat in zijn geestelijke wortels, zelfs nog in grotere veelsoortigheid. Het gehele probleem is, om precies te verklaren en uiteen te zetten in welke vorm dat toch bestaat. Ik kan u gewoon niet uitleggen op welke manier de geestelijke wereld in feite ingericht is. Dat dient men zelf te zien en waar te nemen. Vraag: Kan men de Kabbala zelfstandig bestuderen? En indien niet, wat betekent een groep bij het bestuderen van de Kabbala? Rav Laitman: Dat is een zeer ingewikkelde vraag, maar in het kort zit het als volgt in elkaar. In een ieder van ons bestaat slechts een zeer kleine wens om de geestelijke werelden te bereiken, om buiten de perken van onze wereld te treden. Indien wij deze wensen op een of andere manier samen zouden voegen, dan zouden wij na een grote wens te hebben verkregen het resultaat sneller kunnen bereiken. Het leren in een groep onder leiding van een rav op basis van bepaalde kabbalistische teksten is juist daarvoor gecreëerd om de gemeenschappelijke wens te vergroten en op die manier de gehele groep tot een waarneming van het hele heelal, de geestelijke wereld, op te laten stijgen. Zoals rabbi J. Ashlag in zijn Voorwoord bij de “Talmoed Esser haSfirot” schrijft: “Indien een groep leert op een correcte wijze en de wensen van tientallen van haar deelnemers bijeen gevoegd worden, dan kan een iedere deelnemer al binnen 3 – 5 jaar de geestelijke wereld beginnen waar te nemen”. Maar bovendien bestaat er de mogelijkheid om verbonden te zijn met een groep en men hoeft dan niet perse fysiek aanwezig te zijn, omdat het geestelijke verband geen afstanden kent. Het geestelijke verband, d.i. het verband van wensen, strevingen is in het geheel niet aan fysieke afstanden onderhevig.
10
Vraag: : Alle kabbalistische teksten genezen of alleen camee? Rav Laitman: In principe, AR”I schrijft er in zijn boek over, dat vanaf zijn tijd en verder het vervaardigen van camee überhaupt is verboden. Dat is beschreven in de verzameling van zijn werken. Wat betekent genezen? De wens van de mens geneest. Het is de wens om een of ander hoger geestelijk niveau te vinden, omdat al het leed, dat de mens bereikt, er op uit is om hem op een of andere wijze van deze onbewuste toestand, dit dierlijk bestaan, op een hoger niveau te tillen. Dat is de reden van al ons leed in onze wereld, de algemeen geldende reden en voor een ieder persoonlijk. Het is onmogelijk om in iets enig succes te bereiken, enige vooruitgang te boeken, zelfs in een of andere wetenschap of productie, of bij welke activiteit dan ook, indien de mens er niet bepaalde krachten, wensen en inspanningen voor levert. Om de mens te dwingen boven de grenzen van onze wereld uit te springen en om hem te dwingen de wens te gaan koesteren om alles rondom hem te gaan zien, dient men hem het leed in onze wereld te geven, zodat hij daadwerkelijk op een of andere wijze er boven uit zal springen en in hem de vragen zullen ontstaan: “Waar lijd ik voor?” en “Waar leef ik voor?”. Dat is in principe de reden van al het leed, dat de Schepper ons zendt. Hij zendt ons het leed juist opzettelijk, zodat wij ons uiteindelijk tot Hem zullen gaan richten. We zullen gewoon gaan schreeuwen en Hem smeken, dat Hij ons redt. Met behulp van de Kabbala kan de mens het leed drastisch verminderen of überhaupt ontlopen. Indien de gehele mensheid of op zijn minst een grote massa mensen zich daarmee bezig zou gaan houden, dan zouden zij de gehele loop van de ontwikkeling der gebeurtenissen, die nog voor ons staan, volledig veranderen. Vraag: Vandaag de dag bestaan er allerlei soorten groepen, m.i.v. de Kabbala, allerlei vormen van yoga. Hoe kan een gewoon mens, die naar zichzelf zoekt, weten, dat uw waarheid groter is dan die van anderen? Rav Laitman: Inderdaad, niemand kan dat van tevoren weten. Waarom zou u mij geloven, als ik zou zeggen, dat ik beter ben, dan de overigen. Maar ik zal u dat niet zeggen. U moet gewoon zoeken en trachten om zeer nauwkeurig en verstandelijk alles te verifiëren, kritisch te beoordelen, om te weten waar u zich bevindt, zodat u daadwerkelijk een precies antwoord op uw innerlijke vraag ontvangt. Dit antwoord dient voor elk mens op zijn eigen manier uitgedrukt te worden, in overeenstemming met de structuur van zijn ziel. Indien u al het punt hebt bereikt, dat u beseft, dat u in de geestelijke wereld dient binnen te komen, dan zult u een berusting vinden en tot de Kabbala komen. Indien u dat nog niet hebt bereikt, dan zult u ergens blijven induiken, in allerlei meditatiegroepen, of aan yoga doen. Eigenlijk bestaan zij alleen maar om uiteindelijk hun nietigheid te onthullen en om de mens tot de Kabbala te brengen.Alleen met behulp van de Kabbala zal de mens vervolgens verder gaan. Daarom is het bestaan van alle “alternatieven” vanuit het gezichtspunt van de schepping noodzakelijk om de mens de ware weg te onthullen. Maar nogmaals de “alternatieven” gaan de weg van een ontwikkeling via het lijden. Indien de mens eerder de Kabbala zou nemen, en niet welke andere leer dan ook, dan zou hij deze weg bekorten.
11
Hoe men de geestelijke honger stilt? rav Laitman: Een leerling hoeft geen waardering voor een rav te hebben, d.w.z., dat komt naar mate hij het geestelijke een beetje begint te bevatten. Maar in principe is een echte rav degene, die zijn leerling niet naar zichzelf maar volledig naar de Schepper verwijst. Vraag: Indien een rav voor een mens inderdaad een rav is, die de enige mens in zijn leven is, die naar hem luistert en wie hij blindelings gelooft – kan dan deze mens via een of andere weg tot de Schepper komen, indien zijn rav de begeleider is, zoals u weleens zei? Rav Laitman: Er staat geschreven “jesj harbe drachiem le makom” (er zijn vele wegen naar de Schepper), d.w.z. de wil van de Schepper bepaalt alles. Voor onze gewone weg is een leraar nodig. Maar er zijn ook nog vele andere methoden. De Schepper Zelf kan alles doen. Wij dalen in onze wereld af met verschillende geestelijke ladingen. Er zijn zielen, die hier neerdalen en praktisch generlei leraar nodig hebben om kabbalisten te worden. Zij kunnen een boek tegenkomen, zij openen het en meteen binnen enkele maanden kunnen zij boven allen uitstijgen, die vóór hen geweest waren. En wij hebben zulke voorbeelden in de geschiedenis. Maar dat zijn dingen, die wij niet als seriematig in aanmerking kunnen nemen. Ons probleem en onze taak is om uit onszelf door inspanningen de Schepper te maken, d.w.z., dat wij ons gaan verheffen en in de geestelijke wereld binnen gaan komen. Vraag: Dient dan elke mens tot de Kabbala te komen? Rav Laitman: Ongetwijfeld. Zo is het ook gezegd en dat kan je niet ontlopen. Of je moet nog enkele malen geboren willen worden, totdat je ertoe zal komen. Maar waarom wachten? Ons leven is gewoonlijk niet zo zoet, dat wij zouden wensen om opnieuw en opnieuw in deze wereld terug te keren. Vraag: De mens lijdt in dit leven, totdat hij zijn weg vindt. Er is een parabel: Een eigenaar had een jood als manager in dienst. De eigenaar ging op reis en liet als waarnemer in zijn plaats een vreselijke antisemiet achter, die beval gewoon om de jood vijf slagen met een stok te geven. Toen de eigenaar terugkeerde, vertelde de jood hem, wat er met hem was gebeurd. De eigenaar verplichtte de antisemiet om voor elke stokslag duizend gouden munten aan de manager e betalen. De jood komt thuis en zegt tegen zijn vrouw, dat het jammer is, dat hij slechts vijf slagen met een stok heeft gekregen, het zou beter zijn, indien hij mij vijftien slagen zou hebben gegeven. Misschien is het inderdaad zo, dat hoe meer je lijdt, des te meer je later ontvangt? Maar dan riekt het meer naar masochisme. Rav Laitman: Nee, nee. In geen geval is het zo, zoals u zei – keer mij je tweede wang toe. Nee, in geen geval! Het gaat erom, dat in deze parabel (en daarmee is het een goede parabel) gewoon wordt gezegd, dat in het lijden een of ander doel schuil gaat namelijk, dat de mens er uiteindelijk een beloning voor ontvangt. Maar een beloning ontvangen bestaat uit het feit, dat hij verstandiger wordt en dat dit leed hem laat zien op welk punt hij daadwerkelijk dient aan te komen en waar hij zich in zijn leven mee bezig dient te houden. Maar, indien hij aan deze antwoorden kan komen zonder de weg van het lijden, waarom zou hij dan voor niets lijden? Het lijden is niet prijzenswaardig. Daarom verspreiden wij de Kabbala. Mensen, STOP met lijden! Nogmaals hier terug te keren en opnieuw te lijden? Kom, neem je lot in eigen handen, neem de sleutel en begin zelf, datgene te doen, wat je sowieso zal moeten doen, en je zult het doel van het gehele heelal bereiken. Vraag: Is dat de oplossing voor de gehele mensheid? Rav Laitman: Dat is de oplossing voor elke ziel, d.w.z., voor de gehele mensheid en niet alleen voor de gehele mensheid. De natuur: dierlijke, vegetatieve, levenloze, alles verheft zich samen met de mens. Vraag: Waarom houden dan alleen enkelingen zich met de Kabbala bezig?
12
Rav Laitman: In onze tijd beginnen steeds meer mensen zich ermee bezig te houden. Baal Soelam ging zover, dat hij een kabbalistische krant begon uit te geven. Zijn boek “Matan Thora” werd als krant uitgegeven, maar alles werd terstond gesloten wegens de welbekende verhoudingen tussen kabbalisten en alle overigen. Nu schreef AR”I in zijn nalatenschap aan rav Chaim Vital (zijn leerling, die al zijn werken uitgaf) daarover, dat men de Kabbala aan allen dient te onderwijzen. Maar jammer genoeg, neemt alleen in onze tijd deze wetenschap in kracht toe. Vraag: Er bestaat zo’n joodse uitspraak: “Indien ik Rotshild was”. De neef van Rotshild pleegde zelfmoord. In principe stond hij dus voor een of andere doodlopende weg en… Rav Laitman: U moet begrijpen, dat hij een andere doodlopende weg had. Het gaat erom, dat indien de mens alles heeft, dan vervalt bij hem de wens, en zonder wens, zonder het streven naar iets, verdwijnt een smaak volkomen. Alleen een hongerige kan een genieting van het eten ondervinden, maar een verzadigde, een rijke, kan dat zelfs van het goede eten niet – het is zelfs walgelijk voor hem. Daarom valt hier niets te doen. Bij deze mensen bestaan problemen. Zij zijn ongelukkiger, omdat zij niets hebben om naar te streven. D.w.z., het doel in hun leven verdwijnt. Daarom beëindigen zij hun leven met een zelfmoord. Daarom wordt in landen als Zweden, Zwitserland een hoog niveau van zelfmoorden geconstateerd. Het doel vervalt. Een hongerige heeft een doel - te eten. Vraag: Maar een hongerige kijkt eveneens naar, laten wij zeggen, een Zwitser en denkt bij zichzelf: “Indien ik ’s ochtends wakker zou worden en ik zou op de bank een miljoen hebben staan, dan zou dat niet verkeerd zijn……….”. Rav Laitman: Hij kijkt naar hem, omdat hij weet, dat indien hij hetzelfde zou hebben als de Zwitser, dat hij dan zijn honger terstond zou kunnen stillen. Hij stelt zich voor, wat het betekent geen honger te hebben. Het ontbreken van honger is veel erger. Vraag: Dus na het stillen van zijn honger zal hij verder… Rav Laitman: …Verder zal hij geen reden om te leven hebben. Vraag: Wordt de mens in onze wereld geboren met een doel om zijn tweede helft te vinden? Ik bedoel een vrouw? Rav Laitman: Wat heeft hier een vrouw met de correctie van zijn ziel te maken. Wij spreken over, wat de mens met zichzelf dient te doen. Vraag: Ik bedoel, dat de Kabbala hem aanbeveelt om zijn helft voor het stichten van een gezin te vinden. Rav Laitman: Dat is een absoluut geestelijke vraagstuk. Men dient een vrouw te zoeken, maar binnen zichzelf. De mens bestaat uit twee zaden, welke in hem door de Schepper oorspronkelijk ingepland zijn. Dat zijn het egoïstische en het altruïstische beginsel. Het egoïstische beginsel heet het “vrouwelijk deel”, laat de vrouwen mij niet kwalijk nemen, alles is puur symbolisch. En het altruïstische deel heet “mannelijk”. Een kabbalist houdt zich bezig met de correctie van het vrouwelijke deel binnen hemzelf met behulp van het mannelijke. Dienovereenkomstig zijn alle sfirot, alle partsoefiem, alle geestelijke werelden op een duidelijke scheiding tussen het mannelijke en vrouwelijke deel opgebouwd. Maar dat heeft geen enkele betrekking op onze wereld, bijna geen betrekking. In onze wereld dient elke mens, én een man, én een vrouw zich te corrigeren. Men dient binnen zichzelf met behulp van de kabbalistische methode juist naar die mannelijke en vrouwelijke delen te zoeken, én in een man, én in een vrouw, en het ene met behulp van het andere te corrigeren. En zonder het altruïstische deel is de correctie onmogelijk, er is dan niets waarmee de correctie kan plaatsvinden. Wat heeft dat met een gezin te maken? Het gaat erom, dat een echtgenote, zelfs indien zij een vrouw van een kabbalist is, zelfs indien zij zelf zich in het geheel niet met de Kabbala bezighoudt, via hem, aangezien hij met de geestelijke wereld én met haar verbonden is, onbewust toch haar geestelijke vulling ontvangt. Kinderen – dat is een geheel andere zaak, maar een echtgenote – ja.
13
Vraag: : Betekent dat, dat volgens de Kabbala de mens geboren wordt voor het vinden van de tweede helft van zijn ziel? Of een jonge dame zich in de tweede helft van de ziel bevindt of een jonge man. Rav Laitman: Nee! Ik zeg het nog maar eens, zoiets bestaat niet. Indien er sprake is van een kabbalist, van een mens, die zich op de geestelijke trappen bevindt, dan is dat een andere zaak. Er valt over iets te spreken. Maar het heeft in het geheel niets met de huidige jeugd te maken. Vraag: Bestaat er een of andere wet, waarmee men een mens voor zich kan uitkiezen? Rav Laitman: Kies degene, die voor wat de karaktertrekken past. Vraag: Indien een mens in dit opzicht ergens aan twijfelt, kan hij een advies bij een of andere rav inwinnen? Rav Laitman: Bij mij kan dat ook, komt u maar even langs. Vraag: : Mag men zich op sjabbat in een auto naar een beit knesset (synagoge – vert.) verplaatsen? Rav Laitman: Op deze vragen antwoord ik niet. Ik ben instructeur in de geestelijke ontwikkeling van de mens. Neemt u mij niet kwalijk. Over al deze vragen kunt u in elk boek lezen, dat de joodse wetten voor u uiteenzet. Ik spreek over de geestelijke opvoeding, over de geestelijke ontwikkeling en de correctie. Vraag: Kan het zo zijn, dat de mens, die met geheel zijn hart de Schepper met Zijn werk wenst te helpen, besluit om met een eerlijk en oprecht hart volledig en direct in alles op te gaan tot in elk detail? Kan het zo zijn, dat de wetten hem gewoon zonder instructeur van boven geopenbaard worden? Kan de kracht van de waarheid leiden tot…? Rav Laitman: U weet, dat er zulke gesprekken bij ons met de rav hebben plaatsgevonden. Er waren contacten, indien men het zo kan zeggen, met mensen in die tijd en ik spreek nu over datgene, wat toen in de jaren tachtig plaatsvond. Dus geestelijke contacten met mensen, die in die tijd in kampen in Rusland zaten, of in gesloten kamers vreselijke martelingen te verduren hadden e.d. En de rav zei, dat zij kabbalistische verlichtingsmomenten hadden ervaren, juist vanwege het leed, dat zij ondervonden. Maar ik wil nu niet voor de radio uiteenzetten, wat de dramatische Kabbala inhoudt. Zoals er een dramatische geneeskunde bestaat. Begrijpt u? Ik leg de mens, die zich vandaag niet ver van mij bevindt, uit, wat hij zoekt en dat hij het kan vinden in de Kabbala en niet in iets anders. Bijzondere gevallen behandel ik niet. Indien er iemand is met zulke ervaringen in dit leven, ga je gang, laat het me weten en kom dan bij mij, of bel me op. Vraag: Kan het zo zijn, dat de mens besluit, nadat hij zich volledig van zijn taak in deze schepping heeft gekweten, om buiten de perken van de schepping en de Schepper te treden, en wat vindt er dan plaats, wanneer hij… Rav Laitman: U spreekt over dingen, die u in het geheel niet kent. Neemt u mij niet kwalijk, dat ik het zo zeg. De vraag op zichzelf bestaat niet. Wat betekent, buiten de perken van de schepping treden, ergens naartoe gaan? Er is niets anders dan, dat de mens voor zichzelf onthult, dat de gehele schepping rondom hem niets anders is dan hij zelf en de Schepper. Vraag: D.w.z., die oeroude weg der waarheid, langs welke Boeddha zijn leerlingen leidde… Rav Laitman: Ach, dat weet ik niet. Nee, nee, vraagt u mij niet over Boeddha, want ik ben met hem volkomen onbekend. Vraag: Hoe kan een jongen van zeventien jaar of enkele jongens zo’n cursus volgen? Rav Laitman: Rav Ashlag schreef eigenlijk al, - hier is die krant waar ik het over had-, toen hij één keer dat boekje “Matan Thora” liet drukken, totdat men die krant liet sluiten, dat dit boekje inderdaad voor iedereen met inbegrip van kinderen, dus voor echt alle mensen bestemd was. Onze lezingen en populaire lessen zijn er voor iedereen met inbegrip van kinderen met een lage leeftijd. Vraag: En zijn er lezingen, die de jongeren zouden kunnen bezoeken…?
14
Rav Laitman: Nee, in die leeftijd niet. Wij aanvaarden mensen, die op zijn minst 21, 22, 23 jaar oud zijn, die al gaan werken en een gezin gaan vormen. Omdat een kabbalist dient, in de regel, getrouwd te zijn. Hij dient te trouwen. Vraag: : En hoe te werken met de zielen van zeventienjarigen? Rav Laitman: Het is voor hen nog te vroeg om aan hun zielen te werken. Ik ben zeer verheugd met degenen, die tot mij komen als ze in de dertig zijn. Dat is de beste leeftijd – 28, 30, 35 tot veertig. Die mens is in de kracht van zijn leven, leert en werkt met volle energie. Wat heeft de leeftijd toch met de geestelijke correctie te maken. Dat is een geheel ander onderwerp. Het is voor mij zeer moeilijk om zulke dingen uiteen te zetten, omdat ik de verbanden tussen het lichaam en de ziel hier niet aan de mensen kan uitleggen en verklaren. Vraag: Er is een uitspraak: “Koop je een vriend, maak je een rav. U zei, dat een leerling, indien hij een rav vindt, aan hem kleeft en dat zijn rav hem laat opstijgen. Wat betekent dat? Rav Laitman: Maar dat is niet, omdat een rav het werk van zijn leerling op zich neemt. Wat doet dan in principe een leerling? En waar dient dan al het werk voor? Het gaat erom, dat een rav een leerling in die mate optilt, waarin een leerling tot hem kan aankleven. Dat gelijkt op G”E (Galgalta ve-Ejnaim) en ACha”P (ozen, chotem, pe) – twee delen van een geestelijk object. Een lager komt in een deel van een hoger geestelijk object binnen, en dan trekt een hoger deel hem met zich mee omhoog. Evenals een kind in een buik van zijn moeder. Een moeder voorziet hem van al het noodzakelijke, omdat hij zich in haar bevindt en is absoluut neutraal ten opzichte van haar. Zodra er echter bij hem een of andere persoonlijke mogelijkheid om te bestaan verschijnt en hij wenst geboren te worden en zelfstandigheid te verwerven, dan verbreekt zijn moeder het verband met hem (welk verband zij met hem vóór zijn geboorte had). En hij ontvangt zijn zelfstandige ontwikkeling. Vraag: D.w.z., zij voelt precies de bereidheid van het kind om er uit te komen? Rav Laitman: Een rav ondervindt in welke mate men een leerling kan op laten stijgen. Vraag: D.w.z., het is onmogelijk om een onvoorbereide leerling op te laten stijgen? Rav Laitman: Ik zal zelfs meer zeggen. Bij mij zijn tientallen leerlingen, u weet het. In de mate waarin een leerling binnenin mij een of andere wens kenbaar heeft gemaakt (één of twee, het doet er niet toe in hoeveel), in dezelfde mate kan ik hem op te laten stijgen en ik doe dat. En hij voelt dat, misschien soms niet, maar in de regel wel. Zelfs in een onvoorbereide toestand, wanneer mensen nog geen geestelijke verplaatsingen waarnemen. Vraag: OK. Nu dan nog zo’n rare vraag. Er zijn verhalen, dat bijvoorbeeld, goeroes tillen mensen in de geestelijke wereld op. Zou u… Rav Laitman: Een meter omhoog…zweeft… Vraag: Een meter…zweeft…Even zo zitten… Rav Laitman: In de lucht…. Vraag: Indien een onvoorbereide mens naar de eerste geestelijke trap opstijgt… Rav Laitman: Hoe zo onvoorbereide? Vraag: Maar men verheft hem. Kan het zo zijn? Rav Laitman: Dat kan niet. Daar gaat het juist om. Hoe kunt u opstijgen? U stijgt juist op doordat u uw innerlijke eigenschap verandert, d.i. het proces van de correctie gaat aan het proces van het opstijgen vóóraf. Vraag: Er bestaat een indeling naar soorten, welke wij in de materiële werkelijkheid zien: levenloze, vegetatieve, dierlijke en mens. Bestaat zoiets binnen de mens? Kan ik over de mens zeggen: deze is een “levenloze”, deze mens is een “vegetatieve”? Rav Laitman: Geestelijk? Vraag: Ja, geestelijk. Rav Laitman: Ja, ja, natuurlijk. Maar niet alleen geestelijk. Wij onderscheiden de geestelijke stadia in de ontwikkeling van de mens: “levenloze”, “vegetatieve”, ”dierlijke” en “menselijke”. Een geestelijk levenloze – dat is degene, bij wie alleen het streven naar dierlijke
15
genietingen bestaat. Een vegetatieve – dat is het streven naar rijkdom. Een dierlijke – dat is het streven naar macht. En menselijke – dat is het streven naar wetenschappen. En daar nog boven – het streven naar de Schepper. Dat is al het bovenniveau. Dat bestaat gewoon in een gewoon mens. En vervolgens, wanneer hij zich begint te ontwikkelen, lopen deze geestelijke wensen reeds dezelfde vier stadia van de ontwikkeling door. Dat heb ik allemaal in mijn boeken beschreven. Vraag: Is de Kabbala noodzakelijk voor de mensheid? Wij komen als het ware steeds tot deze conclusie… Rav Laitman: Ja, maar de mensheid moet er wel rijp voor zijn… Vraag: Maar toch, de Schepper schept zulke omstandigheden, dat grote kabbalisten geboren worden. Rabbi Sjimon, die het boek Zohar schreef, AR”I…Maar verder vinden de volgende situaties plaats. Het boek Zohar is, volgens mij, 1700 jaar oud, komt bij de mensheid op een manier…..Daarvóór worden in losse bladen van dat boek allerlei lekkernijen ingepakt. Boeken van AR”I liggen 400 jaar in een graf. D.w.z., er waren grote kabbalisten geschapen, neemt u mij mijn woorden niet kwalijk, AR”I, rabbi Sjimon, maar hun boeken gingen op een vreemde manier naar de mensen toe. Rav Laitman: Op een vreemde manier? Vraag: Op een zeer vreemde manier. D.w.z., indien deze mensen geboren waren, dan waren al degenen geboren, die hun geestelijke kostbaarheden zouden hebben kunnen gebruiken… Rav Laitman: Eveneens liepen de boeken van Baal Soelam zulke problemen door. Ik heb zijn handschriften, welke nog niet uitgegeven zijn. Dat waren degene, waarvan het gelukt was ze van hem te stelen, terwijl hij ze ging verbranden. Hij verbrandde letterlijk zakken vol van zijn handschriften. D.w.z., dat zal wellicht mijn volgende onderwerp zijn, misschien een van onze volgende gesprekken. Maar dat is een zeer interessant onderwerp: te vertellen over het leven van kabbalisten. Zoals rabbi Sjimon, die daadwerkelijk het boek “Zohar” schreef en men ontdekte dat toevallig als verpakkingspapier. Of boeken van AR”I, die samen met hem in zijn graf begraven werden. En alleen de kleinzoon van zijn leerling had ze uitgegraven. Ja, dat is een complexe, een uiterst bijzondere wereld.
16