Quickscan Space Sector De Nederlandse space sector nader bekeken
Quickscan Space Sector - november 2011
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 3
Sectoranalyse......................................................................................................................................................... 2 Inleiding ................................................................................................................................................................... 2 Achtergrond en ontwikkeling space sector............................................................................................................... 2 Economische bijdrage space sector ........................................................................................................................ 3 Organisaties............................................................................................................................................................. 3 Clustering en samenwerking.................................................................................................................................... 4 Geografische spreiding............................................................................................................................................ 5 Conclusie kwalitatieve marktanalyse ....................................................................................................................... 5 Huisvestingsanalyse space sector ...................................................................................................................... 6 Inleiding ................................................................................................................................................................... 6 Kenmerken STP’s.................................................................................................................................................... 6 Kenmerken Space Business Park............................................................................................................................ 6 Concurrerende space parken .................................................................................................................................. 7 Vestigingsvoorwaarden space sector ...................................................................................................................... 8 Toekomstperspectief huisvesting............................................................................................................................. 8 Conclusie huisvestingsanalyse ................................................................................................................................ 9 Conclusie quickscan ........................................................................................................................................... 10
COPYRIGHT © JONES LANG LASALLE IP, INC. 2012. All Rights Reserved
1
1 Sectoranalyse 1.1
Inleiding De space sector heeft zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot een miljarden business, waarbij de in het dagelijks leven toegepaste producten en diensten niet meer weg te denken zijn. Technologieën die hun oorsprong vonden in de lucht- en ruimtevaart worden tegenwoordig over de volle breedte van verschillende industriële sectoren toegepast. Maar ook in de consumentenmarkt en op onderzoeksgebieden zoals energie, voedsel, gezondheid en het milieu worden deze technologieën ingezet. De Nederlandse bijdrage aan de wereldwijde space sector beslaat een breed spectrum. Van fundamentele wetenschap en toepassingen voor ruimtevaartdata tot de ontwikkeling van hardware door de industrie. Nederland telt internationaal mee als een van de meest volwassen landen op het gebied van ruimtevaart, mede gezien het overheidsbudget voor Research & Development (R&D) en dankzij het succes van commerciële Nederlandse bedrijven. In deze analyse wordt nader ingegaan op de space sector, de bijdrage van de space sector aan de economie, de verschillende typen organisaties die binnen deze sector opereren, alsmede op de huisvestingskarakteristieken van deze organisaties. Doelstelling is te komen tot een vertaling van de trends en ontwikkelingen binnen de sector naar de toekomstige groei of krimp en de daaruit volgende huisvestingsbehoefte.
1.2
Achtergrond en ontwikkeling space sector De opkomst van de computer in de jaren ’90 en de daarop volgende explosieve groei van het internetgebruik heeft de afgelopen 15 jaar binnen de telecommunicatiesector gezorgd voor een bijzonder sterke groei. Dit heeft tevens geleid tot een toename van telecommunicatiefaciliteiten in de ruimte en aanverwante infrastructuur. Tegenwoordig zijn er meer dan 50 landen die een of meerdere satellieten in een baan rond de aarde hebben. De Verenigde Staten zijn nog altijd de absolute koploper op het gebied van ruimtevaart, maar inmiddels zijn ook China en India opgestaan en hebben zich ontwikkeld als grootmachten binnen de space sector, evenals het herrezen Rusland. Ook in Europa is de space sector hard gegroeid dankzij de ontwikkeling in landen als Frankrijk, Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Nederland neemt, met een overheidsbudget voor space gerelateerde activiteiten van € 95,2 miljoen in 2010, een top tien plek in en wordt dan ook gezien als één van de meer volwassen landen binnen de space sector. Het Nederlandse budget is verdeeld over bijdragen aan het European Space Agency (ESA), de Europese organisatie voor de exploitatie van meteorologische satellieten Eumetsat en nationale programma’s. Nog eens € 20 miljoen komt voor rekening van de Nederlandse commerciële ruimtevaartindustrie, zoals de productie van zonnepanelen, sensoren en ontstekers voor lanceerraketten. Volgens het Netherlands Space Office (NSO) bevindt de space sector zich momenteel in een overgangsfase. De sector beweegt zich van een technologie gedreven markt naar een vraaggestuurde markt. Dit betekent dat het gebruik centraal komt te staan binnen de verdere ontwikkeling van de space sector. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen wetenschappelijk gebruik enerzijds en commercieel en maatschappelijk gebruik anderzijds. Beide typen gebruik kennen hun eigen ontwikkeling binnen de sector, waarbij momenteel met name de commerciële activiteiten binnen de sector hard groeien.
Volgens het NSO zijn er binnen de space sector een viertal overkoepelende activiteiten te onderscheiden: •
Satellieten en componenten
•
Grondsegment en operations
•
Lanceerders
•
Diversen
Inhoudelijk kan men de space sector daarnaast opdelen in twee type segmenten: upstream en downstream. Bij upstream wordt gesproken over alles wat te maken heeft met (de aanleg van) de ruimtevaartinfrastructuur. Bij downstream wordt gesproken over alles wat te maken heeft met diensten en producten die gebruik maken van die ruimtevaartinfrastructuur. In vergelijking met andere sectoren heeft de space sector de afgelopen jaren relatief goed gepresteerd, ondanks de economische crisis. Dit mede dankzij overheidsbudgetten voor R&D werkzaamheden binnen de sector, maar ook vanwege de opkomende ‘space economy’. Deze economie bevat een groot aantal commerciële activiteiten die zijn afgeleid uit de R&D activiteiten binnen de space sector. De dynamiek binnen de space economy is sterk toegenomen sinds de invoering van de Lissabonstrategie door de Europese Unie (EU) in 2000, waarin werd vastgelegd om voor een periode van 10 jaar te investeren in de R&D sector. Toch bleek na het aflopen van de Lissabonstrategie in 2010 dat geen enkel Europees land het beoogde investeringsniveau had gehaald. Desalniettemin is de space sector de afgelopen jaren hard gegroeid en een aantal ruimtevaartfabrikanten zijn nog steeds afhankelijk van de wereldwijde institutionele R&D budgetten die beschikbaar worden gesteld door de overheid, alsmede van de overheid als klant voor satellieten en lanceerders. De aanstaande bezuinigingen en de impact hierdoor op overheidsbudgetten ten aanzien van R&D en defensie in het bijzonder, kunnen de komende jaren de verdere groei van de sector beperken. 1.3
Economische bijdrage space sector Het aantal publieke en private ondernemingen dat betrokken is bij ruimtevaartactiviteiten is de afgelopen tien jaar wereldwijd aanzienlijk toegenomen. Deze groei drijft de verdere ontwikkeling van de nog prille maar hard groeiende space economy. Volgens het OECD werken er in Europa alleen al meer dan 31.000 mensen in de ruimtevaartproductiesector. In Nederland werken ongeveer 1.000 mensen fulltime aan ruimtevaartprojecten. Daarnaast werkt er nog een aanzienlijk aantal mensen bij space gerelateerde organisaties en bedrijven, al ontbreken concrete cijfers hierover. Diverse volgroeide downstream-activiteiten en IT-producten en diensten, zoals satelliet-tv en GPS-ontvangers, hebben de massamarkten bereikt. Daarnaast heeft het gebruik van satelliettechnologie in navigatie, communicatie, meteorologie en aardobservatie geleid tot een groeiende stroom van toepassingen op gebieden als luchtverkeersleiding, vervoer, beheer van natuurlijke hulpbronnen, landbouw, milieu- en klimaatverandering monitoring, etc. Hierdoor worden ook weer nieuwe downstream toepassingen en nieuwe markten gecreëerd. Ook toerisme gerelateerde activiteiten worden gecommercialiseerd, zoals space gerelateerde pretparken en suborbital vluchten. Deze product- en dienstinnovaties zorgen voor een groei in werkgelegenheid binnen de space sector. De space sector kan kortom in toenemende mate worden gezien als een belangrijke potentiële drijfveer van economische groei.
1.4
Organisaties Partijen die opereren binnen de space sector kunnen worden opgedeeld in non-profit organisaties en commerciële organisaties. Bij non-profit organisaties moet vooral gedacht worden aan de vooraanstaande
industriële staten. Zo zijn 19 Europese landen verenigd in ESA. Dit is na de National Aeronautics and Space Administration (NASA) van de Verenigde Staten de grootste non-profit organisatie die actief is binnen de space sector, gevolgd door de Russian Federal Space Agency (Roskosmos) van Rusland en de Japan Aerospace Exploration Agency (JAXA). ESA houdt zich in Europees verband bezig op het gebied van ruimtevaart, ruimteonderzoek, onderzoek naar de aarde en ontwikkeling van satellieten. In Nederland is naast ESA het Netherlands Space Office (NSO) actief. Het NSO is de nationale overkoepelende organisatie die zich bezig houdt met het Nederlandse ruimtevaartprogramma in opdracht van de Nederlandse overheid. Daarnaast vertegenwoordigt het NSO Nederland naar de internationale en nationale ruimtevaartorganisaties. Deze partijen zijn weliswaar non-profit organisaties, maar werken daarentegen veel samen met commerciële organisaties. Bij commerciële organisaties moet worden gedacht aan bedrijven die ruimtevaarttechnologie inzetten voor commerciële producten en diensten. De grootste subsector is de telecommunicatiesector, gevolgd door de markt voor satellietnavigatie. Deze laatste subsector is met de komst van autonavigatie hard gegroeid en heeft, door de ontwikkelingen op het gebied van smartphones en andere mobiele producten, positieve groeivooruitzichten. Bovendien wordt momenteel door de Europese Unie (EU) in samenwerking met ESA gebouwd aan het wereldwijde satellietnavigatiesysteem Galileo. Het Galileo-project is het grootste Europese ruimtevaartproject aller tijden en wordt het eerste civiele systeem. Dit ter onderscheiding van de huidige bestaande militaire wereldwijde satellietnavigatiesystemen, te weten het Amerikaanse "Global Positioning System" (GPS) en het Russische GLONASS. Andere commerciële subsectoren betreffen die van aardobservatie en de space verzekeringsindustrie. Veel Nederlandse bedrijven gedijen goed op het gebied van navigatie en telecommunicatie, zoals TomTom, RTL televisie en vele internationale telecombedrijven die Den Haag kozen als locatie voor hun hoofdkwartier. Nederland heeft bovendien educatieve instellingen die complementair zijn aan de ruimtevaartindustrie en ruimtevaarttoepassingen. Bijvoorbeeld de Technische Universiteit Delft en het instituut voor geo-informatie wetenschap en aardobservatie (ITC). Nederland gaat sterke internationale partnerschappen aan met ESA, maar werkt ook samen met andere agentschappen, zoals NASA, JAXA, DLR, CNES en ASI. Ook op het gebied van luchtvaart en defensie heeft Nederland een belangrijke positie. Het hoofdkantoor van de European Aeronautic Defence and Space Company (EADS) is namelijk gevestigd in Leiden. EADS is een Europees lucht- en ruimtevaartconsortium, ontstaan uit een fusie tussen het Franse Aerospatiale-Matra, de Duitse Dornier en DaimlerChrysler Aerospace AG (DASA) en het Spaanse Construcciones Aeronáuticas SA (CASA). Sinds 2003 heeft EADS meer dan 100.000 werknemers in dienst op 70 locaties wereldwijd. 1.5
Clustering en samenwerking De belangrijkste aspecten van locatiekeuze van bedrijven binnen de space sector zijn gekwalificeerd arbeidspotentieel (beschikbaarheid van hoogopgeleide medewerkers), de relaties met universiteiten of kennisinstellingen, de aanwezigheid van internationale bedrijven en de aanwezigheid van aan space gerelateerde bedrijvigheid. Deze mix van bedrijvigheid wordt ook wel gezien als de gouden driehoek, waarbij door een gezamenlijke visie ondernemerschap en innovatie wordt gerealiseerd. Clustering van bedrijven vindt veelal plaats op Sience and Technology Parks (STB’s), die vaak in de buurt gelegen zijn van universiteiten en kennisinstituten waardoor kennis gebundeld en uitgewisseld kan worden, zowel in methodologie en technologie als in hoogopgeleid personeel. Voorbeelden van STB’s in de provincie Zuid-Holland zijn: •
Technopolis Delft (Technische Universiteit Delft)
•
Leiden Bio Science Park (Universiteit Leiden)
•
Space Business Park Noordwijk (ESA-ESTEC)
Het voordeel van clustering is dat door bundeling van kennis en krachten effectiever gebruik gemaakt kan worden van faciliteiten en informatie. Dit heeft niet alleen voordelen voor de ontwikkeling van de kennisindustrie, maar ook ten opzichte van de exploitatiekosten (cleanrooms, labruimte) van science bedrijven. Bovendien zijn er door samenwerking en allianties tussen verschillende space bedrijven ook synergetische voordelen te behalen. Deze ontstaan door het creëren van nieuwe vormen van bestaande producten en/of diensten, gebaseerd op reeds beschikbare data. Binnen de space sector is tot slot ook ‘enabling technology’ van toenemend belang. Het betreft apparatuur en diensten die, alleen of in combinatie met bijbehorende technologieën, de middelen bieden om grote sprongen in de prestaties en mogelijkheden van de gebruiker te genereren. Zo heeft het samenkomen van telecommunicatietechnologieën, internet en ‘groupware’ het speelveld geëgaliseerd zodat ook kleinere bedrijven en startende ondernemers kunnen concurreren op gebieden waar ze dat voorheen niet konden. 1.6
Geografische spreiding Door behoefte aan nieuwe technologieën door de consument (denk hier bijvoorbeeld aan de computer, mobiele telefoon, navigatie, etc.) is het aantal organisaties en bedrijven binnen de space sector sterk gegroeid, zowel op internationaal als op nationaal niveau. De grootste speler op de markt, NASA, heeft haar activiteiten voornamelijk gevestigd binnen de Verenigde Staten. ESA daarentegen heeft haar activiteiten opgedeeld en verspreid over verschillende Europese landen en heeft haar hoofdkantoor gevestigd in Parijs. Afdelingen binnen ESA zijn onder meer onderzoek, ontwikkeling, training, lancering en controle. Alle afdelingen zijn gevestigd in Europa, met uitzondering van de lanceringsafdeling, welke gevestigd is in Kourou, Frans Guyana. Binnen Nederland heeft ESA haar onderzoeks- en technische afdeling (ESTEC) gehuisvest in Noordwijk, naast het Space Business Park (SBP). Deze Nederlandse vestiging van ESA is met 2.600 werknemers de grootste in Europa. Volgens het NSO zijn er, naast de vestiging van ESA in Noordwijk, binnen Nederland circa 90 non-profit en commerciële organisaties actief binnen de sector. Het NSO hanteert hierbij een verdeling van zes deelsectoren, te weten Industry, Value Adding Industry, Consultants, Universities, Research Institutes en Agencies & Associations. De Industry sector is met 43% van de bedrijven de grootste, gevolgd door de Value Adding Industry sector (24%) en de Consultancy sector (11%). Ook elders in Nederland zijn space gerelateerde bedrijven gevestigd, zij het minder geclusterd. Zo onderzoekt de Ontwikkelingsmaatschappij Airport Lelystad Almere (OMALA) samen met ESA, de TU Delft en de Hogeschool InHolland te Delft de mogelijkheid om een incubator naar Lelystad te halen. Deze incubator moet zich gaan richten op de overdracht van hoogwaardige (lucht- en ruimtevaart) techniek aan het bedrijfsleven. Het gaat daarbij om nieuwe of gecombineerde techniek op het gebied van materialen, vezels, voeding, communicatie, constructie, etc. ESA heeft op meerdere locaties in Europa eerder dergelijke incubators opgezet en verzamelt daarmee nieuwe kennis die relevant kan zijn voor productiebedrijven.
1.7
Conclusie kwalitatieve marktanalyse De space sector is in de afgelopen decennia aanzienlijk gegroeid en producten en diensten zijn niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. De sector is grofweg op te delen in twee segmenten; upstream en downstream. Het upstream segment houdt zich voornamelijk bezig met de (aanleg van) ruimtelijke infrastructuur, zoals het ontwikkelen en lanceren van satellieten. Dit segment werd hoofdzakelijk gefinancierd door de publieke sector, maar ziet tegenwoordig een sterke toename van commerciële partijen. Het downstream segment levert hoogwaardige producten en dienstverlening op die voor vrijwel alle sectoren in te zetten is.
2 Huisvestingsanalyse space sector 2.1
Inleiding De vastgoedmarkt van de space sector is in vergelijking tot de kantorenvastgoedmarkt een relatief intransparante markt. Op huisvestingsvlak kunnen wel parallellen getrokken worden met de vastgoedmarkten van andere hightech sectoren. Veel van deze sectoren vestigen zich op Science and Technology Parks (STP’s). Een groot aantal gebruikers binnen de hightech sector heeft geheel Nederland als zoekgebied. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de specifieke kennis, voorzieningen en het arbeidspotentieel die noodzakelijk zijn voor de verdere groei en ontwikkeling van deze bedrijven. Starters/incubators handhaven bij de locatiekeuze veelal een kleiner, vaak regionaal zoekgebied.
2.2
Kenmerken STP’s In 2006 en 2007 heeft de International Association of Science Parks (IASP) een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar wereldwijde STP’s. In 65 landen zijn 77 parken onder de loep genomen. Er is gekeken naar de gemiddelde omvang van deze parken (in hectares en vierkante meter bebouwing), het aantal aanwezige bedrijven en het aantal werknemers. Circa 40% van het aantal parken kent een relatief klein oppervlak van het gebied, namelijk kleiner dan 20 hectare. Aan de andere kant heeft circa 19% van het aantal parken een omvang groter dan 100 hectare. Uit de cijfers blijkt ook dat 50% van de wereldwijde STP's 100 of minder bedrijven en organisaties huisvesten, slechts 20% huisvest meer dan 200 bedrijven. STP’s van gemiddelde omvang (tussen de 100 en 200 bedrijven) vertegenwoordigen 16% van het totale aantal.
2.3
Kenmerken Space Business Park Het SBP in Noordwijk is het enige Nederlandse STP dat zich richt op de space sector. Het SBP kan rekenen op steun van de Nederlandse overheid en ESTEC en is gericht op het ontwikkelen van een commercieel ruimtevaartkenniscluster. Het SBP huisvest circa 600 werknemers. Het heeft een grootte van 15 hectare, waarbinnen medio 2011 vier gebouwen zijn gerealiseerd. Drie van de vier gebouwen zijn in gebruik door bedrijven die voornamelijk actief zijn in het downstream segment. Het vierde gebouw betreft een European Space Innovation Centre (ESIC), een incubator voor startende ondernemers. Het ESIC biedt kantoorruimte van 60 m² tot 500 m² aan (inclusief professionele infrastructuur) voor ondernemers, start-ups en gevestigde organisaties. ESA heeft een optie voor voorgenomen uitbreiding van ESTEC (ESTEC II) waarvoor 5 hectare is aangekocht. Tabel 1. Bedrijven Space Business Park Noordwijk Bedrijf
Vestigingsjaar
Grootte
Type
Omschrijving
AOES
2010
4.150 m² vvo
Kantoor
Internationale onderneming actief in de space- en vliegtuigengineering.
2011
2.100 m² vvo
Kantoor
internationaal opererende ontwikkelaar van hoog technologische software
ESIC
2011
2.800 m² vvo
Kantoor
European Space Innovation Centre voor startende ondernemers
Satellite Services
2010
2.800 m² vvo
Kantoor
Internationaal opererende hightech onderneming actief in system engineering op het gebied van ruimtevaart, satellietcommunicatie en aardobservatie.
Decos
Bron: Jones Lang LaSalle, oktober 2011
Naast deze bedrijven wordt ook het Galileo Performance Centre (GPC) op het SBP gevestigd. Het Galileo Performance Centre (GPC) krijgt als taak het permanent volgen van de werking van het Galileosysteem. Daarnaast bestaat de vestiging uit een informatieloket voor twee producten van Galileo, namelijk tijd en landmeetkunde. Het onderdeel levert in eerste instantie 45 arbeidsplaatsen op. Naast het SBP ligt de ESA-ESTEC vestiging. Deze vestiging huisvest circa 2.600 werknemers waarvan 1.100 werkzaam zijn vanuit ESA en 1.500 werknemers extern gecontracteerd. Uit onderstaande tabel is te herleiden dat de verhouding kantoren / labruimte ongeveer gelijk 65% / 35% bedraagt. Tabel 2. Gegevens ESA-ESTEC vestiging Noordwijk Type ruimte
ESA-ESTEC
Werknemers
2.600
Oppervlakte gebied
44 hectare
Kantoren en vergaderruimten
37.000 m²
Testruimten en laboratoria
21.000 m²
Opslag en archief
6.500 m²
Bibliotheek en conference ruimten
1.200 m²
Infrastructuur ruimten
34.000 m²
Toiletten en keukens
10.000 m²
Gangen, trappen en liften
21.000 m²
Totaal bruto oppervlakte
130.700 m²
Bron: ESA-ESTEC, oktober 2011
2.4
Concurrerende space parken Binnen Nederland zijn geen direct concurrerende space parken aanwezig, wat het SBP een uniek concept op nationaal niveau maakt. De space sector wordt echter gekenmerkt door internationaal grote concurrentie, waarbij de landsgrenzen een minder grote rol spelen. Buiten Nederland zijn meerdere space parken aanwezig, waaronder Centre Spatial Liège, Cite de I'Espace Toulouse en German Aerospace Center Oberpfaffenhofen. Onderstaand is een korte beschrijving gegeven van een aantal aanwezige space sparken in Europa. •
Het park Cite de I'Espace in Toulouse, Frankrijk is in Europa het belangrijkste space park. Het is gelegen naast het vliegveld Toulouse-Blagnac. Binnen dit park zijn onder andere enkele activiteiten van ESA en de Centre National d'Études Spatiales (CNES) gehuisvest. Airbus heeft binnen dit park een assembly line en costumer support centre gehuisvest. De Cite de l’Espace heeft daarnaast nauwe relaties met de nabijgelegen universiteit, Institut Supérieur de l'Aéronautique et de l'Espace (ISAE).
•
Het park German Aerospace Center in Oberpfaffenhofen, Duitsland, ligt op een vliegveld. Dat niet bestemd is voor burgerluchtvaart. Naast de activiteiten van ESA is de dochteronderneming Astrium van de European Aeronautic Defence and Space Company (EADS) hier gehuisvest.
•
Het park Centre Spatial Liège is gelegen ten zuiden van Luik, België en is onderdeel van een groter science park, Liège Science Park (LSP). Het Centre Spatial Liège is tevens onderdeel van de Universiteit van Luik betreffende het onderzoekscentrum. Daarnaast beschikt het over een incubator, Wallonia Space Logisitics.
2.5
Vestigingsvoorwaarden space sector Indien gekeken wordt naar de vestigingsvoorwaarden van gebruikers binnen de space sector, dan kan geconstateerd worden dat er vergelijkbare aspecten meespelen als bij andere hightech sectoren, zoals de life sciences sector. Voorbeelden zijn toegang tot een hoogopgeleide beroepsbevolking, goede ICT-infrastructuur, hoge kwaliteit van de aanwezige faciliteiten en hoogwaardige omgeving. Ook is de nabijheid van universiteiten of kennisinstellingen gewenst. Doordat de life sciences sector meer op micro niveau opereert (nanotechnologie) en de space sector op macro niveau (satellieten, raketten), zijn er ook grote verschillen in huisvesting waar te nemen. Bovendien zijn space gerelateerde bedrijven, in vergelijking tot life sciences, op veel minder grote schaal aanwezig, meer gedifferentieerd en minder geclusterd. Er is daardoor ook nauwelijks sprake van ‘algemeen geldende’ vestgingsvoorwaarden. Toch kunnen de volgende uitgangspunten worden genoemd: • Synergie: de nabijheid van een universiteit of kennisinstituut dat gericht is op ruimtevaart is van groot belang voor kennisbundeling, uitwisseling en samenwerking tussen zowel publieke als private projecten. De fysieke nabijheid van deze partijen draagt hieraan bij. • Multi-tenant use: de aanwezigheid van space gerelateerde bedrijven, instituten en universiteiten is van groot belang voor het multifunctioneel en gemeenschappelijk gebruik van faciliteiten, denk daarbij aan cleanrooms, laboratoria, etc. • Incubator: aanwezigheid van een incubator met startende space sector bedrijven versterkt de innovatie en concurrentiepositie, wat vervolgens bijdraagt aan de groei van de sector en productontwikkeling.
2.6
Toekomstperspectief huisvesting Gezien het aanwezige potentieel binnen de space sector vanuit innovatie, samenwerkingsvormen en allianties, synergetische voordelen en enabling technology, is het de verwachting dat de economische bijdrage van de sector de komende jaren toeneemt. De stichting Lucht- en Ruimtevaart Nederland (LRN) heeft de ambitie uitgesproken dat de space sector in 10 jaar (2020) tijd met 50% zal groeien. De sector krijgt wel te maken met afnemende overheidsbudgetten en het bereiken van een stabiele levensfase van het upstream segment. De groei van de space sector komt de komende jaren naar verwachting dan ook vooral van het downstream segment. Er worden naar verwachting steeds meer technologieën ontwikkeld die informatie van satellieten gaan gebruiken op het gebied van klimaat, veiligheid, transport en communicatie. Dit zorgt op zijn beurt ook weer voor vraag naar producten in het upstream segment, zoals levering van kleine satellieten etc. De toekomstige vraag naar vastgoed vanuit gebruikers binnen de space sector komt voornamelijk vanuit de groei van bedrijven binnen het downstream segment. Deze uitbreidingsvraag betreft vooral kantoorruimte in combinatie met een deel specifieke bedrijfsruimte en labruimte. Een kleiner deel van de toekomstige vraag vanuit de space sector betreft vervangingsvraag binnen zowel het upstream als het downstream segment en betreft zowel kantoor- als bedrijfsruimte. Deze vervangingsvraag komt voort uit het feit dat de locatie en/of het gebouw niet meer voldoen aan de veranderende eisen van space gerelateerde bedrijven. Gezien het feit dat veel van de huidige bedrijven zich in de afgelopen 10 jaar hebben gevestigd, en gezien het feit dat dit om huisvesting gaat die meestal vrij specifiek is, zal die vervangingsvraag relatief beperkt in omvang zijn. Vanuit clustering wordt verwacht dat hightech gerelateerde bedrijven zich in de toekomst steeds meer willen vestigen op een STP. Mede door de terugvallende budgetten en bezuinigingen binnen de publieke sector wordt het gezamenlijk gebruik van centrale faciliteiten een oplossing om huisvestingskosten terug te dringen. Mede hierdoor zal de vraag naar STP’s als vestigingslocatie verder toenemen.
2.7
Conclusie huisvestingsanalyse De space sector heeft weliswaar een groot economisch belang, maar is in fysieke omvang een relatief kleine markt. Gezien het aanwezige groeipotentieel binnen het downstream segment wordt hier een uitbreidingsvraag verwacht die zich voornamelijk richt op kantoorruimte. Daarnaast wordt een relatief klein deel vervangingsvraag verwacht binnen zowel het upstream als het downstream segment die zowel kantoor- als bedrijfsruimte betreft. De vastgoedmarkt van de space sector is een relatief intransparante markt. Ten aanzien van huisvesting is er een directe vergelijking te maken met andere hightech sectoren. Zo is de locatiekeuze sterk afhankelijk van aanwezigheid van hoogopgeleid personeel, goede ICT-infrastructuur, hoge kwaliteit van de aanwezige faciliteiten en een hoogwaardige omgeving. Ook is de nabijheid van universiteiten of kennisinstellingen gewenst. Specifiek voor de space sector kunnen nog genoemd worden het gemeenschappelijk kunnen gebruiken van aanwezige faciliteiten en de aanwezigheid van een of meerdere incubators. Vanuit deze specifieke vestigingsvoorwaarden binnen de space secto, is de vestiging op een STP zoals een space park gewenst.
3 Conclusie quickscan Onderstaande conclusie is opgesteld aan de hand van deze quickscan, alsmede de diverse expertinterviews. Belangrijkste conclusies die in de eindrapportage opgenomen kunnen worden zijn: De space sector heeft zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot een miljarden business, waarbij de in het dagelijks leven toegepaste producten en diensten niet meer weg te denken zijn. Technologieën die hun oorsprong vonden in de lucht- en ruimtevaart worden tegenwoordig over de volle breedte van verschillende industriële sectoren, de consumentenmarkt en in diverse onderzoeksgebieden toegepast. De sector is te verdelen in het upstream en het downstream segment. Bij upstream wordt gesproken over alles wat te maken heeft met (de aanleg van) ruimtevaartinfrastructuur, terwijl downstream betrekking heeft op de diensten en producten die gebruik maken van deze ruimtevaartinfrastructuur. Upstream segment In het upstream segment is de afgelopen jaren aanzienlijk geïnvesteerd door zowel publieke als private organisaties. Vanuit het perspectief van de levenscyclus van een sector, kan gezegd worden dat het upstream segment de grootste groei achter de rug heeft. Investeringen binnen de non-profit sector zullen voornamelijk plaatsvinden als gevolg van onderhoud, vervanging en vernieuwing van de infrastructuur. Hoewel budgetten in Nederland voorlopig op peil blijven, is het de verwachting dat door overheidsbezuinigingen deze op termijn wel teruglopen. Op de commerciële markt zal de groei voornamelijk zitten in commerciële launchers die in 2020 naar verwachting 90% van de activiteiten binnen het upstream segment vormen. Downstream segment Het downstream segment dat verantwoordelijk is voor alle space gerelateerde producten en diensten, merkt momenteel het profijt van de investeringen die de afgelopen jaren zijn gedaan binnen het upstream segment. De grotere, gevestigde organisaties gaan steeds vaker allianties aan met startende ondernemers of MKB-bedrijven. Door gebruik van bestaande (satteliet)data, in combinatie met bestaande en nieuwe technologieën, creëert dit nieuwe producten en diensten die dit segment de komende jaren een verdere impuls geven. Door enabling technologies wordt bovendien het speelveld geëgaliseerd, waardoor ook de kleinere bedrijven en startende ondernemers kunnen concurreren op voorheen onbereikbare gebieden. Eindconclusie Gezien het kennisintensieve karakter van de space sector, is gekwalificeerd arbeidspotentieel (hoogopgeleide medewerkers) van belang in de vestigingskeuze van organisaties. Een ander aspect dat van belang is, is de directe nabijheid van relaties (sectorale clustering en variëteit). De afgelopen jaren was dan ook de duidelijke trend waar te nemen dat hightech bedrijven zich clusterden op science parken en hightech campussen. Deze centralisatie van de hightech industrie brengt voordelen met zich mee als synergie, betere samenwerkingsovereenkomsten en productinnovatie. Daarnaast brengt centralisatie lagere exploitatiekosten met zich mee vanwege het gedeeld gebruik van diverse faciliteiten. Er wordt verwacht dat deze clusteringsbehoefte in de toekomst zal aanhouden, vooral vanwege de bezuinigingen. Hierdoor neemt ook de vraag naar huisvesting op space parken verder toe. Het SBP is het enige space park in Nederland, wat het op nationaal niveau een unieke vestigingslocatie voor de space sector maakt. De space sector is zeer internationaal en grensoverschrijdend georiënteerd, waardoor het SBP direct concurreert met space parken in het buitenland. Kijkend naar de space parken in Duitsland en Frankrijk, kan worden geconcludeerd dat deze parken qua omvang aanzienlijk groter zijn. Daarnaast hebben ook deze space parken goede relaties met universiteiten. Een voordeel van het SBP is de sterke relatie met ESAESTEC, wat het concurrentieprofiel versterkt.
Het SBP in Noordwijk blijft een sterke locatie voor in Nederland gevestigde of nog te vestigen space gerelateerde bedrijven, mede vanwege de clustering en de sterke relaties met ESA-ESTEC. Gezien het feit dat het LRN verwacht dat de sector de komende 10 jaar sterk gaat groeien, zal de clusteringsbehoefte sterk aanwezig blijven. Echter, naar verwachting is de reeds gereserveerde ruimte op het Space Business Park in Noordwijk (zijnde 15 hectare) voldoende om de uitbreidingsvraag van de komende jaren (tot 2025) te accommoderen.
Disclaimer Alle informatie in dit document is met de grootste zorg samengesteld, doch voor de volledigheid en juistheid daarvan kan niet worden ingestaan. In geen geval kunnen de informatie en de feiten zoals weergegeven worden uitgelegd als een (deel van) een aanbod en/of overeenkomst. Dit document is geproduceerd ten behoeve van de opdrachtgever van Jones Lang LaSalle. Het gebruik hiervan is dan ook voorbehouden aan opdrachtgever. Alle beschrijvingen, maten, feiten, bijzonderheden, verwijzingen naar de staat van (een) object(en) en de benodigde vergunningen voor gebruik en/of bewoning, en alle overige informatie en feiten worden te goeder trouw verstrekt. Indien dit document als basis wordt gebruikt voor verdere stappen door opdrachtgever, mag deze niet af gaan op deze informatie als waren zij feitelijk juiste, accurate verklaringen en/of opvoeringen van feiten, maar dient de opdrachtgever zich te vergewissen van de juistheid van die informatie, feiten en verklaringen door middel van eigen onderzoek. Het is niet toegestaan om dit document of de daarin verwoorde feiten en/of bijzonderheden te openbaren of door te geven aan derden door middel van druk, (foto)kopie of op enige andere wijze zonder de expliciete voorafgaande schriftelijke toestemming van Jones Lang LaSalle. Alle in dit document verwoorde informatie dient te worden beschouwd als vertrouwelijk en als zodanig te worden behandeld. Jones Lang LaSalle is niet aansprakelijk voor directe en indirecte schade die kan voortvloeien uit het gebruik van dit document of de daarin vermelde informatie. Op alle rechtsverhoudingen tussen Jones Lang LaSalle B.V. en anderen zijn de algemene voorwaarden van Jones Lang LaSalle B.V. van toepassing. De voorwaarden liggen ter inzage op alle kantoren van Jones Lang LaSalle, zijn aangehecht aan dit document en worden op verzoek kosteloos toegezonden.
COPYRIGHT © JONES LANG LASALLE IP, INC. 2012. This publication is the sole property of Jones Lang LaSalle IP, Inc. and must not be copied, reproduced or transmitted in any form or by any means, either in whole or in part, without the prior written consent of Jones Lang LaSalle IP, Inc. The information contained in this publication has been obtained from sources generally regarded to be reliable. However, no representation is made, or warranty given, in respect of the accuracy of this information. We would like to be informed of any inaccuracies so that we may correct them. Jones Lang LaSalle does not accept any liability in negligence or otherwise for any loss or damage suffered by any party resulting from reliance on this publication.