Q&A thema ondervoeding - Mozambique versie 1 september 2014 Q. Waarom is er gekozen voor ondervoeding als thema voor de campagne? A. Wereldwijd zijn 162 miljoen kinderen overvoed; een belangrijke onderliggende oorzaak van kindersterfte. Voor kinderen die overleven heeft ondervoeding blijvende, onherstelbare gevolgen voor hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Q. Wat is de relatie tussen ondervoeding en kindersterfte? A. Ondervoeding is een belangrijke oorzaak van kindersterfte. Kinderen sterven in sommige gevallen door ondervoeding als directe oorzaak. Maar vaker ook indirect doordat zij een verminderde weerstand hebben en daardoor veel vatbaarder zijn voor ziektes, daar moeilijker van herstellen en sneller overlijden. Zo kan een simpele verkoudheid overgaan in longontsteking wat een kind al fataal kan zijn. 45% van de kindersterfte wereldwijd heeft ondervoeding als onderliggende oorzaak 1. Q. Hoe beïnvloedt voeding de ontwikkeling van een kind? A. Door een chronisch tekort aan (kwalitatief goed) voedsel missen kinderen essentiële mineralen en vitaminen. Zij lopen hierdoor een onherstelbare lichamelijke en mentale achterstand op. De gevolgen van een fysieke en mentale groeiachterstand zijn onomkeerbaar, zelfs als kinderen later weer goede voeding krijgen. Het heeft een enorme invloed op de schoolprestaties van een kind, maar ook op de gezondheid gedurende een heel leven. Gezien de omvang van het probleem in Mozambique heeft ondervoeding ook een negatieve impact op de arbeidsproductiviteit van de bevolking en de sociaaleconomische ontwikkeling van het land. Q. Wanneer ben je ondervoed? A. We maken onderscheid tussen twee vormen van ondervoeding: acute ondervoeding en chronische ondervoeding. Kinderen onder de 5 jaar die acuut ondervoed zijn, zijn zichtbaar vermagerd, hebben een bovenarm van minder dan 115 mm en/of lijden aan hongeroedeem (ook wel bekend als hongerbuikjes). De kinderen hebben dan een eiwittekort, waardoor er een vochtophoping ontstaat, meestal in de buik. Dat laatste zorgt nogal eens voor een vertekend beeld, omdat kinderen door het vocht er op het eerste gezicht gezond en mollig uit zien. Kinderen zijn chronisch ondervoed wanneer hun lengtegroei zichtbaar achterblijft. Ook hun geestelijke ontwikkeling blijft achter. Dit kan wel 15 IQ punten schelen. Andere kenmerken zijn: een verlaagde weerstand, een slechtere conditie van de huid (denk aan wondjes die niet of moeizaam genezen), verminderde spierkracht, haaruitval, verslechtering van hun algemene welzijn en een verandering van gedrag.
1
Improving Child Nutrition; the achievable imperative for global progress, UNICEF 2013.
Q. Ongeveer 162 miljoen kinderen lijden aan ondervoeding. Zijn er specifiekere cijfers? A. Ja. Per land of regio zijn wel nauwkeurigere gegevens bekend. Bijvoorbeeld hoeveel kinderen er chronisch of acuut ondervoed zijn. Wereldwijd is het echter lastig om precieze aantallen te noemen, omdat lang niet alle gevallen in elk land worden geregistreerd. Uit een rapport van 2013 2 zijn de volgende gegevens bekend: -
162 miljoen kinderen jonger dan 5 (25%) zijn te klein voor hun leeftijd en chronisch ondervoed. 101 miljoen kinderen wereldwijd (16%) hebben een te laag gewicht voor hun leeftijd. 52 miljoen kinderen zijn te mager en zijn acuut ondervoed.
Jaarlijks sterven wereldwijd ongeveer 3 miljoen kinderen (in)direct aan de gevolgen van ondervoeding (45% van het totaal aantal kinderen dat overlijdt). Q. In welke regio’s en landen komt chronische ondervoeding het meest voor? A. In sub-Sahara Afrika (SSA) en Zuid Azië wonen driekwart van alle chronisch ondervoede kinderen. In SSA is 40% van alle kinderen jonger dan 5 chronisch ondervoed en in Zuid Azië 39%. De meeste kinderen die chronisch ondervoed zijn wonen in: India, Nigeria, Pakistan, China, Indonesië, Bangladesh, Ethiopië, Dem. Republiek Congo, Filipijnen, Tanzania. De volgende landen hebben het hoogste percentage kinderen met chronische ondervoeding: Timor Leste (58% van de kinderen jonger dan 5), Burundi (58%), Niger (51%) , Madagaskar (50%) , India (48%) , Guatemala (48%) , Malawi (47%) , Zambia (45%) , Ethiopië (44%) , Sierra Leone (44%), Mozambique (43%). Q. Wat kan UNICEF hiertegen doen? A. Heel veel. Het begint al bij hulp geven aan een zwangere vrouw. Als zij tijdens de zwangerschap geen bloedarmoede heeft en gezond en genoeg eet, is de kans dat zij een kind met een gezond geboortegewicht krijgt groter. Vervolgens is het belangrijk dat ze exclusieve borstvoeding geeft en ook tijdens deze periode zelf goede voeding krijgt. UNICEF heeft een 1.000 dagen programma om ondervoeding te bestrijden. Q. Wat houdt dat in, het 1.000 dagen programma? A. Het 1.000 dagen programma is een pakket aan maatregelen voor optimale zorg aan moeder en kind. Een belangrijk doel is om juist ondervoeding in de eerste cruciale 1.000 dagen bij kinderen te voorkomen. Maatregelen die onderdeel zijn van dit plan zijn onder meer: - Prenatale zorg: zwangerschapscontroles, voorlichting over voeding en toediening van ijzer, foliumzuur en waar nodig vitaminen. - Voorlichting aan moeders over gezonde (borst)voeding. - Voorlichting over het gebruik van schoon water en hygiëne, om ziektes als diarree te voorkomen en daadwerkelijk ook te zorgen dat er toegang is tot schoon water.
2
idem
-
-
-
Verspreiding van voedingssupplementen, zoals ‘sprinkles’. Dit zijn zakjes vitaminen en mineralen die over het eten gestrooid kunnen worden, zodat de kinderen dagelijks voldoende bouwstoffen binnenkrijgen. Regelmatige controle: UNICEF zorgt dat kinderen regelmatig worden gecontroleerd op hun groei door hun gewicht en lengte te meten, zodat op tijd gesignaleerd kan worden of een kind ondervoed dreigt te raken. Behandeling bij milde en acute ondervoeding: Wanneer een kind ondervoed is, krijgt het bijvoeding in het ziekenhuis en/of een behandeling met onder meer extra voedzame voeding in de thuissituatie in de vorm van therapeutische pindakaaspasta (Plumpy’Nut®).
Q. Zorgt UNICEF ook voor eten? A. In principe geeft UNICEF niet op grote schaal eten. Wanneer dat nodig is werken we samen met andere VN-organisaties zoals het World Food Program. UNICEF geeft niet zomaar eten aan kinderen en moeders, maar neemt het wanneer nodig wel mee in haar hulpprogramma’s. Bijvoorbeeld om meer kinderen naar school te krijgen en schoolprestaties te verbeteren, verzorgen we als onderdeel van schoolprogramma’s een warme maaltijd voor de kinderen. En in het 1.000 dagen programma krijgen zwangere vrouwen en kinderen als ze (acuut) ondervoed zijn bijvoeding zoals verrijkte pap en voedzame maaltijden in het ziekenhuis. Voor acuut ondervoede kinderen heeft UNICEF ook speciale (therapeutische) voeding, zoals voedingsrijke biscuits, therapeutische melk, of Plumpy’Nut®, een soort pindakaasachtige pasta. Q. Wat is Plumpy’Nut®? A. Plumpy’Nut® is therapeutische voeding die gebruikt wordt om ernstig ondervoede kinderen te laten herstellen. Het is een pasta gemaakt van pinda’s waaraan suiker, olie, melk poeder, mineralen en vitaminen zijn toegevoegd. Daardoor heeft het een hoog proteïne gehalte. Plumpy’Nut® is per portie verpakt in zakjes die kant-en-klaar zijn voor gebruik. Daardoor is Plumpy’Nut® goed te gebruiken in thuissituaties. Dat heeft als voordeel dat ernstig ondervoede kinderen thuis kunnen herstellen i.p.v. in klinieken. Elk pakje telt 500 kilocalorieën. Afhankelijk van de situatie van het kind, moeten elke dag 2 tot 3 zakjes Plumpy’Nut®, voor een periode van 6-8 weken worden genuttigd. Q. Maar wat nou als de mensen geen geld hebben voor eten of hun oogst mislukt is. Wat doet UNICEF dan? A. UNICEF werkt samen met andere VN-organisaties zoals het World Food Program om te zorgen dat mensen voldoende te eten hebben. UNICEF zorgt voor voorlichting over hoe mensen met het weinige eten dat er is, toch kunnen variëren. En over wat gezonde voeding is, zodat met een beperkt budget de beste keuzes gemaakt worden. Ook verspreidt UNICEF voedingssupplementen: ‘sprinkles’ zodat kinderen dagelijks – als er weinig of te eenzijdig eten voorhanden is – hun vitaminen en mineralen binnenkrijgen. Ook lobbyt UNICEF bij de overheid om ‘social transfers’ een soort kinderbijslag uit te keren. Met dit geld kan als de oogst mislukt is, toch nog in de eerste levensbehoeften worden voorzien.
MOZAMBIQUE Q. Waarom is gekozen voor Mozambique als campagneland? A. In Mozambique is het probleem van ondervoeding erg groot. Maar liefst 43% van de kinderen is ondervoed. 1 op de 11 kinderen overlijdt voor het 5e levensjaar. Q. Wat is onze doelstelling? A. In de periode september 2014 tot juli 2015 is ondervoeding het centrale thema in onze communicatie. We vragen aandacht voor dit probleem als onderliggende oorzaak van kindersterfte en zullen onder het Nederlandse publiek fondsen werven zodat we eraan kunnen bijdragen dat de situatie in Mozambique verbetert. Streven is om bijna een miljoen euro aan inkomsten voor Mozambique te genereren. Naast Mozambique is ook Tanzania campagneland. Q. Hoe komt het dat kinderen in Mozambique ondervoed zijn? A. Het probleem heeft verschillende oorzaken. Het opleidingsniveau van moeders ligt vaak erg laag. Ze zijn niet naar school geweest en kunnen niet lezen en schrijven. Ze weten niet hoe belangrijk het is om hun baby de eerste zes maanden alleen maar borstvoeding te geven, en hoe ze daarna het beste gezonde bijvoeding kunnen bereiden. Kinderen krijgen vaak zeer eenzijdige voeding zoals rijst, maïspap en cassavepap. Dit vult de maag maar bevat nauwelijks voedingsstoffen. Ook praktische zaken zoals slechte hygiëne maken de kans op ondervoeding groter. Daarnaast zijn veel gezinnen simpelweg te arm om vis, eieren en fruit te kopen. Door overstromingen of extreme droogte kunnen oogsten vernietigd zijn. Tenslotte bestaan er veel mythes in het land. Zo denken veel moeders dat kinderen kaal worden van het eten van eieren. Q. Wat zijn de gevolgen van ondervoeding? A. Verliezen kinderen in korte tijd veel gewicht, dan raken zij acuut ondervoed. Kinderen kunnen sterven met ondervoeding als directe oorzaak. Maar vaker ook indirect doordat zij een verminderde weerstand hebben en veel vatbaarder zijn voor ziektes en daar moeilijker van herstellen. Zo kan een simpele verkoudheid overgaan in longontsteking wat een kind al fataal kan zijn. Chronische ondervoeding ontstaat doordat kinderen te lange tijd te weinig en/of te eenzijdige voeding krijgen. En dat heeft een blijvende impact op hun gezondheid en (geestelijke) ontwikkeling. Ze lopen een groeiachterstand op, de hersenen ontwikkelen niet goed, ze hebben veel minder weerstand en zijn vatbaarder voor ziektes. De gevolgen van een fysieke en mentale groeiachterstand zijn onomkeerbaar, zelfs als kinderen later weer goede voeding krijgen. (Wat gebleken is, is dat deze kinderen als volwassenen een grotere kans hebben op hart- en vaatziekten, obesitas en suikerziekte.) Het heeft een enorme invloed op de schoolprestaties van een kind en gezien de omvang van het probleem in Mozambique ook op de sociaaleconomische ontwikkelingen van het land. Dat een kind chronisch ondervoed is, is meestal niet direct zichtbaar (zoals bij acute ondervoeding het geval is). Maar het kan zomaar zijn dat een ondervoed kind van vier even groot is als een kind van twee. Q. Wat doet UNICEF om kinderen te helpen? A. Bij gezondheidsposten, in ziekenhuizen of in de gemeenschap worden kinderen onder vijf jaar gescreend op ondervoeding. Is een kind matig ondervoed, dan krijgt de moeder een voorraad energierijke pindakaaspasta mee zodat het kindje kan aansterken. Vervolgens is er wekelijks een
controle. Ernstig ondervoede kinderen moeten echter opgenomen worden voor intensieve verpleging in de kliniek, zodat hun gezondheid goed in de gaten gehouden kan worden en complicaties snel bestreden kunnen worden. Om chronische ondervoeding tegen te gaan is preventieve zorg erg belangrijk: zwangere vrouwen en moeders met jonge kinderen krijgen in de eerste, cruciale duizend levensdagen van het kind bijvoeding en vitaminesupplementen. Ook krijgen zij voorlichting over borstvoeding, gezonde voeding en hygiëne. Als een kind de eerste duizend dagen voldoende en evenwichtige voeding krijgt, profiteert het daar een heel leven van. Moeders met kinderen krijgen voorlichting over gezonde voeding en hoe zij hun maaltijden eenvoudig kunnen verrijken bijvoorbeeld door aan maïspap olie, eieren, kokos en/of cashewnoten toe te voegen. In Mozambique start dit jaar ook de verspreiding van sprinkles. Dit zijn zakjes vitaminen en mineralen die over het eten gestrooid kunnen worden, zodat de kinderen dagelijks voldoende bouwstoffen binnenkrijgen. Q. Wat zijn tot nu toe de resultaten in Mozambique? De chronische ondervoeding is sinds 2009 met 4% gedaald, dat is onvoldoende en daarom zijn er nu speciale programma’s ontwikkeld en werken we aan het volgende: - UNICEF organiseert Nationale Gezondheidsweken. In deze weken wordt gecheckt of kinderen wel goed groeien en krijgen zij bijvoorbeeld Vitamine A supplementen, polio vaccinaties en ontwormingskuren. Moeders krijgen dan ook voorlichting over voeding en hygiëne. - UNICEF steunt de overheid bij het uitvoeren van hun actieplan om chronische ondervoeding te verminderen (het controleren van de groei; het opsporen en behandelen van ondervoeding; toedienen van extra vitaminen en mineralen etc.). - UNICEF speelt een coördinerende rol binnen het landelijke Scaling Up Nutrition programma waar vele ministeries aan meewerken om de beschikbaarheid van voedsel te waarborgen en de toegang tot en kennis over goede voeding te verbeteren. Q. Wat willen we de komende jaren bereiken? A. In 2015 wil UNICEF vier miljoen kinderen onder de vijf jaar en hun ouders hebben gesteund. Hierbij ligt de focus op kinderen onder de 2 jaar. Samen met partners wil UNICEF onder andere het volgende hebben bereikt: - Een daling met 60% van het aantal kinderen onder de 5 jaar dat sterft aan acute ondervoeding; - Een daling van het aantal kinderen onder de 5 jaar dat chronisch ondervoed is van 43% naar minder dan 30%. Ook willen we dat de overheid meer geld vrijmaakt voor het verbeteren van de gezondheidszog. Q. Wat kost wat? A. Voor 10 euro krijgt 1 kind 2 weken (14 dagen) Plumpy’nut®. Sprinkels (= poeder bestaande uit essentiële vitaminen en mineralen) voor 1 kind, voor 1 maand = € 16,50 Per zakje = € 0,55.
GROEICURVE Q. Wat is een normale lengte en een normaal gewicht voor een kind en hoe wordt dat bepaald? A. Wetenschappers uit de hele wereld hebben onder supervisie van de World Health Organisatie (WHO) groeicurves gemaakt. Met behulp van deze standaards kunnen artsen en onderzoekers de fysieke groei en de voedingsstatus van kinderen van 0 tot 5 jaar beoordelen. De groei weerspiegelt de gezondheid van een kind. De groeicurve is een middel voor zorgverleners om na te gaan of een kind goed groeit. En de groei zegt weer iets over de gezondheid van een kind (of een groep kinderen).
In de groeicurve geeft de groene – middelste – lijn aan wat 'het gemiddelde gewicht (of de gemiddelde lengte) van alle gemeten kinderen op een bepaalde leeftijd is. Nu is er natuurlijk bijna geen enkel kind dat precies die lijn van het gemiddelde volgt. 'Het gemiddelde' is immers een statistisch (rekenkundig) gegeven, en je hebt nu eenmaal grote kinderen en kleine kinderen. Daarom staan er nog meer lijnen in de grafiek. De rode en zwarte lijnen geven de spreiding aan: • •
95% van de kinderen zit binnen de rode lijnen 99% van de kinderen zit binnen de zwarte lijnen
Er is reden tot zorg als de kinderen buiten de rode lijnen vallen. Als kinderen over de bovenste rode lijn heen gaan betekent dat dat ze te zwaar zijn. Als ze over de onderste rode heen gaan, betekent dat dat ze een te laag gewicht hebben voor hun leeftijd. Elk gezond kind groeit volgens zijn eigen lijn, die best mag afwijken van een van die hulplijnen, zolang de groei maar gestaag doorgaat. Er is ook reden tot zorg wanneer een kind gaat afwijken van zijn eigen groeilijn, bijvoorbeeld als die lijn gaat afvlakken of als er een knik optreedt, ook als de groei nog binnen de rode lijnen valt. Er moet dan onderzocht worden hoe dat komt en wat voor actie er eventueel ondernomen moet worden. De groeicurves zijn dus bedoeld voor álle kinderen op de hele wereld, ongeacht de plek waar ze wonen, de welstand van hun ouders, of de voeding (borst- of flesvoeding) die ze krijgen.