Dit leerwerkboek bevat 9 dossiers met een verscheiden technische en persoonsgerichte themakeuze. Bovendien biedt Par étapes 1 de mogelijkheid om leerstof aan te passen aan de noden van specifieke studierichtingen dankzij de ‘bloc-notes’. In dit dossier wordt een reeks geïllustreerde vocabulariumfiches per semantisch veld aangeboden, alsook ruimte om een eigen woordenlijst op te bouwen aangevuld met interessant materiaal om te leren spreken, schrijven en telefoneren. Aan de hand van ‘fiches d’auto-évaluation’ kunnen leerlingen op zelfstandige wijze hun kennis hiervan toetsen.
Par étapes 1
Par étapes 1 is een leerwerkboek Frans voor afdelingen van het 2e jaar 3e graad tso met 2 of 3 lestijden Frans.
PAR ÉTAPES 1
Par étapes 1 bevat bovendien een miniproject dat de leerlingen niet alleen voorbereidt op sollicitaties in het Frans, maar hen tevens de kans biedt om verschillende aspecten van begeleid zelfstandig leren te oefenen. Dankzij zijn transparante structuur, concrete leertips, cd-rom met woordenboek en online interactieve oefeningen is Par étapes 1 een handig werkinstrument dat de leerautonomie van de leerling bevordert. De actieve aanpak, praktische inhoudstafel, mogelijkheden tot differentiatie en het gebruik van internet maken van Par étapes 1 ook voor de leerkracht een interessant leerwerkboek.
A. Aghallaj N. De Deyne N. Mayor D. Vandenhove S. Van Hooydonck J. Verbiest
PAET 1 Cover met namen.indd 1
16-12-2008 13:29:41
Dossier
4
une aventure formidable
Wat moet je kennen na dit dossier? Je kent:
Woordenschat
Wat moet je kunnen na dit dossier?
• de nieuwe woorden en uitdrukkingen om het weer te beschrijven.
Je kan:
Spraakkunst • de O.T.T. van faire. • de uitdrukkingen met faire. • de vormen van het samengetrokken lidwoord. • de rangtelwoorden van eerste tot en met honderdste. • de betekenis van het onbepaald voornaamwoord on.
• de tekst expressief lezen. • de nieuwe woorden en uitdrukkingen in een gepaste context gebruiken. • vraagjes over de basistekst beantwoorden. • een formulier invullen. • een kort weerbericht begrijpen. • vraagjes stellen en beantwoorden in verband met het weer. • de hoofdzaken uit een brochure begrijpen.
1
Regardez les dessins. Ensuite, répondez aux questions. Bekijk de tekeningen. Beantwoord daarna de vragen.
a Wat vindt Cédric op de tafel? b Waarom vult Cédric een formulier in? c Welke activiteiten kan je doen in Durbuy Adventure? d Hoe kan je overnachten in “Durbuy Adventure”?
106
cent six
Dossier 4
2
Lisez les questions. Ensuite, écoutez et répondez aux questions. Lees de vragen. Luister en beantwoord daarna de vragen.
a In welke stad bevinden we ons? b Wat wil Cédric graag doen? c Wat vindt hij? d Wat is “Durbuy Adventure”? e Wie neemt deel aan de uitstap? f Welk weer is het op zaterdagmorgen? g Wie behaalt de tweede prijs? h Wie is een beetje verdrietig? 3
Écoutez encore une fois. Ensuite, lisez le texte. Beluister nog een keer. Lees daarna de tekst.
À Bouillon, il fait beau et il y a du soleil. Cédric aime faire une excursion. Sur la table du salon de la famille Dujardin, Cédric trouve une brochure sur “Durbuy Adventure ”. C’est un parc avec des activités pour les jeunes et les groupes. Cédric: Participer à un concours avec mes amis, voilà une excellente idée! Je note le nom des participants sur la fiche: Cédric, Anissa et Louise, Chloé et Nicolas. Chloé: Je vais gagner le premier prix. Anissa: Nous allons où? Cédric: On va à Durbuy. Louise: Nous faisons quoi? Cédric: Nous participons à la chasse au trésor. Nicolas: Chouette! Samedi matin, il y a de la pluie mais ce n’est pas grave. Les enfants sont heureux et ils cherchent dans toute la ville. D’abord, il y a une promenade de cinq kilomètres. Puis, il y a une visite aux grottes. Finalement, il y a une descente en kayak. Le trésor est où? Les enfants cherchent partout. À midi, le groupe de Cédric est en troisième position. Courage, la victoire est proche! Le soir, à la ligne d’arrivée, le groupe a le deuxième prix. Chloé est un peu triste. Cédric: Chloé:
Une aventure formidable
Participer est plus important que gagner, Chloé! Mais gagner est plus important que perdre!
cent sept
107
14
Remplissez la demande de documentation pour la brochure de Durbuy Adventure. Vul de aanvraag voor documentatie in voor de brochure van “Durbuy Adventure”.
Remplissez le formulaire pour recevoir une documentation complète sur nos activités: Nom*: Prénom*: E-mail*: Adresse*: Code postal*: Ville*: Pays*: Date de naissance* (jj/mm/aaaa): Numéro de GSM: *: à remplir obligatoirement
A.G. Durbuy Adventure
E-mail :
[email protected] Tel : +32 86 21 28 15 - Fax : +32 86 21 20 07 Rue de Rome 1 - B-6940 Rome (Durbuy) – Belgique
Une aventure formidable
cent treize
113
Lexique (Woordenlijst) Een aantal van deze woorden ken je al. Kan je ze aanduiden?
Substantifs (Zelfstandige naamwoorden) une excursion une brochure un parc une activité un groupe un concours une idée une fiche un participant un trésor une chasse au trésor la pluie un prix une promenade un kilomètre une visite une grotte un kayak un canoë une descente une position un courage une victoire une ligne l’arrivée (f ) les jeunes
Les enfants font … . Voilà … sur les Ardennes. Bouillon a … formidable. C’est … agréable. C’est … de dix élèves. Thibeau participe à … . Cédric a … . Chloé note les noms sur … . Cédric est … au concours. Chloé trouve … . Le groupe participe à … . Il y a de … aujourd’hui. Il y a … pour la première place. Je fais … à Durbuy. 1000 mètres font … . Aujourd’hui, on fait … au parc. C’est … avec une grande salle. Chloé descend l’Ourthe avec … . Dans … , il y a deux personnes. Thibeau fait … en kayak. C’est … idéale pour gagner. Cédric a … formidable. C’est … pour tout le groupe. Le prof fait … au tableau. À Durbuy, il y a … de la promenade. C’est une excursion pour … .
een uitstap een brochure een park een activiteit een groep een wedstrijd een idee een formulier een deelnemer een schat een schattenjacht de regen een prijs een wandeling een kilometer een bezoek een grot een kajak een kano een afdaling een positie moed een overwinning een lijn een aankomst jongeren
Cédric aime ... une excursion. Les enfants … à la chasse au trésor. Je … les verbes sur une liste. Chloé n’aime pas … .
doen/maken deelnemen noteren verliezen
Verbes (Werkwoorden) faire participer noter perdre
114
cent quatorze
Dossier 4
27 Lisez les phrases. Lees de zinnen.
Papa est au bureau.
Ils vont aux toilettes.
Ce sont les jumelles des voisins.
Où sont les fleurs du jardin?
Relisez les phrases. Complétez les articles contractés dans le tableau. Herlees de zinnen. Vul de samengetrokken lidwoorden aan in het kader.
L’article contracté Het samengetrokken lidwoord à
+ le
➔
à
+ la ➔ à
la
à
+ les ➔
à
+ l’ ➔ à
l’
➔
de + la ➔ de la
de + les ➔
de + l’ ➔ de l’
de + le
28
Les formes invariables De onveranderlijke vormen
Complétez par à, à la, à l’, au, aux. Vul aan met à, à la, à l’, au, aux.
a La famille Dujardin habite … Durbuy. b Ils sont six … maison. c À midi, il y a une soupe … tomates. d Maman participe … concours de musique. e Papa va … bureau en train. f Thibeau va … école maintenant. g Les filles vont … toilettes. h … ce soir, alors!
Une aventure formidable
cent vingt-trois
123
Portfolio: dossier 4
Met de portfolio kan je zien wat je al goed kan, wat al redelijk lukt, of wat nog extra oefening vraagt. Je kan duidelijk zien wat je moet herhalen als iets nog niet zo goed lukt. Gebruik hem dan ook als studeerwijzer bij het voorbereiden van overhoringen! Nadien verzamel je alle portfolio’s achteraan in je boek.
Je kan:
Zo niet, studeer en maak opnieuw
de tekst expressief lezen.
J K L
nr. 3 p. XX
de nieuwe woorden en nieuwe uitdrukkingen gebruiken in de oefeningen.
J K L
nr. 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12 en 13 p. XX
vragen over de tekst beantwoorden.
nr. 8 p. XX
een kort weerbericht begrijpen.
J K L J K L J K L
vraagjes stellen en beantwoorden over het weer.
J K L
nr. 26 p. XX
het weer van vandaag beschrijven.
J K L J K L
nr. 25 p. XX
lexique p. XX en p. XX
de rangtelwoorden.
J J J J J
de betekenis van het onbepaald voornaamwoord on.
J K L
een formulier invullen.
de hoofdzaken uit een brochure begrijpen.
nr. 14 p. XX nr. 22, 23, 24 p. XX
nr. 30 p. XX
Je kent: de woordenschat. de O.T.T. van het werkwoord faire. uitdrukkingen met het werkwoord faire. de samengetrokken lidwoorden.
K K K K K
L L L L L
nr. 17, 18 en 19 p. XX nr. 20 en 21 p. XX nr. 27, 28 en 29 p. XX nr. 31, 32, 33, 34 en 35 p. XX nr. 15 en 16 p. XX
Je kan ook op de computer oefenen! Ga naar www.knooppunt.net en maak de oefeningen bij dossier 4.
Une aventure formidable
cent vingt-neuf
129
32
Écoutez les phrases. Vous entendez un adjectif masculin ou féminin? Luister naar de zinnen. Hoor je een mannelijk bijvoeglijk naamwoord of een vrouwelijk?
Vous vous rappelez? -e = -e -x ➔ -se -f ➔ -ve -eau ➔ -elle
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
adjectif masculin adjectif féminin
33
34
Indiquez la bonne forme de l’adjectif. a Alain est très … .
grand
grande
b Ma jupe est … .
court
courte
c Quel ... exercice.
long
longue
d C’est un … livre.
vieux
vieille
e Elle est la … de la classe.
dernier
dernière
f J’ai la … collection d’Astérix.
nouveau
nouvelle
g Cette fille est … .
curieux
curieuse
h Justine Henin est très … .
sportif
sportive
i Ma chambre est … .
petit
petite
Aidez Jordy. Help Jordy.
Salut! Je m’appelle Jordy et j’habite à Paris. Il faut que je m’habille. Tu veux m’aider?
202
deux cents deux
Dossier 6
culture l’étiquette
U zeggen Franstaligen gebruiken veel vaker dan wij de beleefdheidsvorm als men mensen aanspreekt. Zelfs geliefden spreken elkaar thuis nog wel eens met ‘vous’ aan. Het is traditie, het is netjes. Het woord ‘vous’ straalt geen afstand uit, eerder respect.
Faites les exercices! Employez vous ou tu. 1. Madame, 2. Bonjour Anissa, 3. Mon amour, qu’est-ce que 4. Salut les gars! 5. Cédric,
240
deux cents quarante
pouvez m’aider? viens au cinéma avec moi? veux manger ce soir? allez faire une promenade à vélo? veux bien acheter des pommes.
Dossier 7
d Begelei g di n Zelfsta Leren
Dossier de révision 5 – 6 – 7 In dit dossier herhalen jullie de woordenschat en spraakkunst van de geziene dossiers. Oefeningen die iets moeilijker zijn worden . Op het voorblad (zie hieronder) aangeduid met een sterretje krijg je een overzicht van het soort oefeningen. Als je “mélange” leest, betekent dit dat de oefening een mengeling is van verschillende onderwerpen. Het is ook belangrijk dat je eerst de gevraagde woordenschat en spraakkunst inoefent voordat je begint aan de herhalingsoefeningen. Veel succes!
Tijdsduur: 2 à 3 lesuren Benodigdheden: blauwe balpen, groene balpen, CD-speler eventueel met koptelefoon. Studeer eerst de woordenschat van dossiers 5 – 6 – 7. Vocabulaire Ex. 1: La fête d’anniversaire de Chloé. Ex. 2: Mélange. Ex. 3: Jeu de mot. Ex. 4: Traduction des phrases. Ex. 5: Questions-réponses. Ex. 6: Grille de mots: une fête. Ex. 7: les animaux de ferme. Ex. 8: Les mois. Ex. 9: Expressions. Ex. 10: Réponses données, faites des questions. Ex. 11: L’intrus.
Dossier de révision 5 – 6 – 7
Te doen
Reeds gedaan
❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
deux cents quarante-cinq
245
Fiche aide-mémoire: Instructions et questions
Instructies en vragen
Instructions Asseyez-vous. Ga zitten.
Prenez votre journal de classe. Neem jullie schoolagenda. Prenez une feuille. Neem een blad.
Effacez le tableau. Veeg het bord af.
Prenez votre livre à la page 10. Neem je boek op bladzijde 10. Allumez la lumière. Doe het licht aan.
Questions Excusez-moi madame/monsieur, je ne comprends pas.
vous voulez parler plus lentement?
vous voulez répéter?
vous voulez épeler ce mot?
vous pouvez m’aider?
comment est-ce qu’on dit … en français?
c’est à quelle page?
2× ABC
Fr?
Excusez-moi madame, monsieur, je peux ouvrir une fenêtre?
je peux fermer la fenêtre?
je peux allumer la lumière?
je peux effacer le tableau?
je peux aller aux toilettes?
Par Étapes 1 – BLOC-NOTES trois
3
Fiche aide-mémoire: La maison
Het huis
La maison et le jardin La maison – het huis
un appartement een appartement
une ferme een boerderij
un bungalow een bungalow
une villa een villa
une cave een kelder
une salle à manger een eetkamer
une cuisine een keuken
des toilettes het wc
un bureau een bureau
un couloir een gang
une piscine een zwembad
un tremplin een trampoline
une chambre à coucher une buanderie een slaapkamer een washok Le jardin – de tuin
un abri de jardin een tuinhuis
un tobogan een glijbaan
un étang een vijver
des meubles de jardin un bac à sable tuinmeubelen een zandbak
une pelouse een grasperk
Par Étapes 1 – BLOC-NOTES cinq
5
Fiche aide-mémoire: Les temps
De tijden
LE PASSÉ RÉCENT
L’INDICATIF PRÉSENT
LE FUTUR PROCHE
Exemple: Je viens de manger une pomme. Ik heb zonet een appel gegeten.
Exemple: Je mange une pomme. Ik eet een appel.
Exemple: Je vais manger une pomme. Ik ga een appel eten.
Il y a 5 min. - 5 min geleden
Maintenant - Nu
Dans 5 min. - Binnen 5 min
Aujourd’hui - Vandaag
Plus tard - Later
L’IMPÉRATIF Mange une pomme! Eet een appel! Een bevel. Een instructie.
Un aperçu des verbes réguliers Een overzicht van de regelmatige werkwoorden
Les verbes en -er
Les verbes en -ir
Les verbes en -re
Regarder
Finir
Dormir
Répondre
Je regarde
Je finis
Je dors
Je réponds
Tu regardes
Tu finis
Tu dors
Tu réponds
Il/elle/on regarde
Il/elle/on finit
Il/elle/on dort
Il/elle/on répond
Nous regardons
Nous finissons
Nous dormons
Nous répondons
Vous regardez
Vous finissez
Vous dormez
Vous répondez
Ils/elles regardent
Ils/elles finissent
Ils/elles dorment
Ils/elles répondent
Volgende werkwoorden worden vervoegd zoals “finir”: maigrir, remplir, rougir, avertir, grandir, réagir.
Volgende werkwoorden worden vervoegd zoals “dormir”: partir, servir, sortir, mentir.
14
quatorze Par Étapes 1 – BLOC-NOTES
