Federale Politie
Visie van de Commissaris-generaal
Opdrachtbrief 2012-2016
- 06 september 2012 -
1
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN................................................................................................ 2 1.1 ONDERTEKENENDE PARTIJ ................................................................................................................................................ 2 1.2 DEFINITIES ....................................................................................................................................................................... 2 1.3 VOORWERP VAN OVEREENKOMST ..................................................................................................................................... 2 1.4 INWERKINGTREDING EN DUUR VAN DE OPDRACHTBRIEF .................................................................................................... 2 1.5 JURIDISCH KADER ............................................................................................................................................................. 2
HOOFDSTUK 2. ALGEMEEN BELEIDSKADER .......................................................................................... 3 2.1 MISSION STATEMENT VAN DE FEDERALE POLITIE ............................................................................................................... 3 2.2 DOELSTELLINGEN 2012-2016 ........................................................................................................................................... 4 2.2.1 STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 2012-2016................................................................................................................. 4 2.2.2 TRANSVERSALE DOELSTELLINGEN 2012-2016 ............................................................................................................... 5
HOOFDSTUK 3. ENGAGEMENTEN VAN DE COMMISSARIS-GENERAAL.......................................... 7 3.1. VOOR DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN ...................................................................................................................... 7
SD 1 Het professionaliseren van de dienstverlening ..................................................................................... 7 SD 2 Het efficiënter maken van de bedrijfsvoering ....................................................................................... 9 SD 3 Het transparanter maken van de organisatie ..................................................................................... 10 3.2 VOOR DE TRANSVERSALE DOELSTELLINGEN .................................................................................................................... 11
TD1 De federale politie werkt samen ......................................................................................................... 12 TD2 De federale politie biedt meerwaarde ................................................................................................. 12 TD3 De federale politie responsabiliseert................................................................................................... 12 TD4 De federale politie is proactief ............................................................................................................ 12 3.3 VOOR DE WAARDEN ........................................................................................................................................................ 12
HOOFDSTUK 4. MIDDELEN .......................................................................................................................... 15 4.1 PERSONEEL..................................................................................................................................................................... 16 4.2 INVESTERINGS- EN WERKINGSKREDIETEN ...................................................................................................................... 17
HOOFDSTUK 5. OPVOLGING EN EVALUATIE ........................................................................................ 17 4.1 OPVOLGING .................................................................................................................................................................... 18 4.2 EVALUATIE..................................................................................................................................................................... 18
2
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 1.1 Ondertekenende partij Catherine De Bolle, Commissaris-generaal Federale Politie 1.2 Definities Voor de toepassing van deze opdrachtbrief wordt verstaan onder: -
de regering: de federale regering de voogdijministers: de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie het regeerakkoord: ‘Ontwerpverklaring over het algemeen beleid’, federale regering, 1 december 2011 de regeringsverklaring : de regeringsverklaring van 7 december 2011 de beleidsnota van de Minister van Binnenlandse Zaken : ‘Meer rechten en plichten inzake veiligheid ten dienst van de burger 2012-2014’ de beleidsnota van de Minister van Justitie: ‘Algemene beleidsnota justitie’, 19 december 2011 het evaluatierapport van 10 jaar politiehervorming: ‘Evaluatie van 10 jaar politiehervorming’, Federale Politieraad, 2009 de geïntegreerde politie: de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus het NVP: het Nationaal Veiligheidsplan 2012-2015 het COC: het controleorgaan van het politionele informatiebeheer artikel 44/7 WPA
1.3 Voorwerp van overeenkomst Deze opdrachtbrief handelt over de wijze waarop de commissaris-generaal voor de periode 2012-2016 uitvoering geeft aan de missie, taken en bevoegdheden van de federale politie. Zij schetst hierbij het algemene beleidskader en de specifieke doelstellingen, gegeven de beleidsopties in het regeerakkoord en de beleidsnota’s van de beide voogdijministers. Deze opdrachtbrief is daarnaast een sturings- en opvolgingsinstrument in het bijzonder gericht op de doelmatige uitvoering, de dienstverlening, de opvolging en de evaluatie ervan. 1.4 Inwerkingtreding en duur van de opdrachtbrief De opdrachtbrief treedt in werking vanaf 1 maart 2012 en blijft geldig voor een periode van 5 jaar die eindigt op 28 februari 2017. 1.5 Juridisch kader Deze opdrachtbrief past enerzijds in het regelgevende kader en anderzijds in de opdrachten en taken vastgelegd in: • de Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt;
3
• • • •
de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; de Wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut, van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten; het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten; het Koninklijk Besluit van 14 november 2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie.
Hoofdstuk 2. Algemeen beleidskader
2.1 Mission statement van de federale politie Missie De federale politie draagt, als component van de geïntegreerde politiedienst en onder het gezag en de verantwoordelijkheid van haar overheden, bij tot de veiligheid en de levenskwaliteit in de samenleving. Zij vervult, binnen de nationale en internationale context, gespecialiseerde en bovenlokale politieopdrachten en zij levert steun aan de politieoverheden en de lokale politiediensten. Zij doet dit - door rekening te houden met de principes van geïntegreerde werking, specialiteit en subsidiariteit; - in synergie met andere partners Visie De federale politie wil bereiken dat zij algemeen (h)erkend wordt als een professionele en betrouwbare dienstverlener. Zij wil dit doen door resoluut te kiezen voor transparantie, samenwerking en responsabilisering. Hiervoor willen wij met al onze medewerkers sámen het verschil maken en een concrete meerwaarde bieden in de aanpak van veiligheid en leefbaarheid. We streven ernaar om onze organisatie wendbaar te maken zodat we kunnen inspelen op tendensen en uitdagingen die zich aanbieden. Waarden De waarden van de federale politie omvatten, in de geest van de deontologische code en de waarden van de geïntegreerde politie, het handelen met Integriteit Respect Flexibiliteit
4
Open geest Dienstverlenende ingesteldheid Fierheid
2.2 Doelstellingen 2012-2016 De doelstellingen worden opgedeeld in strategische en transversale doelstellingen. De strategische geven weer hoe de federale politie een bijdrage wil leveren tot het realiseren van de beleidsdoelstellingen van de ministers zoals weergegeven in hun respectievelijke beleidsnota’s. De transversale doelstellingen betreffen de accenten die moeten meegenomen worden in de uitvoering van elke strategische doelstelling. De waarden vormen bijzondere aandachtspunten en zijn onderliggend aan het geheel van doelstellingen. De doelstellingen werden bepaald na een analyse van: • de door de regering genomen beleidsopties in het regeerakkoord, de regeringsverklaring en de beleidsnota’s van de ministers; • het Nationale Veiligheidsplan; • het evaluatierapport van 10 jaar politiehervorming; • een analyse inzake de huidige stand van zaken met betrekking tot de beleidsimplementatie; • de sterktes en zwaktes van de eigen organisatie; • de opportuniteiten en bedreigingen die zich aanbieden als gevolg van de veranderende omgevingsfactoren; • de visie zoals bepaald door het directiecomité; • de kritische succesfactoren voor de realisatie van een lange termijnbeleid; • de aanbevelingen van de externe controlediensten. Vanuit deze analyse formuleert de commissaris-generaal 3 strategische doelstellingen en 4 transversale doelstellingen die verderop worden geoperationaliseerd. Elke directeur-generaal zal die operationalisering concretiseren in zijn eigen opdrachtbrief. Zij zullen hun verdere uitwerking vinden in een jaarlijks operationeel plan dat is samengesteld uit de verschillende operationele plannen van de commissaris-generaal en de 3 directeurs-generaal.
2.2.1 Strategische doelstellingen 2012-2016 De strategische doelstellingen geven weer hoe de federale politie een bijdrage wil leveren tot het realiseren van de beleidsdoelstellingen van de ministers. SD 1. Het professionaliseren van de dienstverlening Een professionele dienstverlening houdt in dat de federale politie tegemoet komt aan de verwachtingen van burgers, overheden, partners en collega’s en dit op een competente, gestructureerde, proactieve manier en met oog voor de gelijkwaardigheid in de dienstverlening. De eerste aandacht gaat daarbij naar de vervulling van haar kerntaken en naar de uitvoering van de prioriteiten zoals vermeld in het NVP. De federale politie waakt tevens
5
over het delicate evenwicht tussen polyvalentie en specialisatie, koestert informatie en informatiebeheer als kritieke grondstof voor haar werking en handelt kostenbewust. Een professionele dienstverlening willen realiseren betekent dat de federale politie zich hierop intern organiseert en ook gaat voor het levenslang leren: de juiste mensen rekruteren, opleiden, begeleiden in hun loopbaan, voorzien in (de ontwikkeling van) moedige en coachende leiders en in dit raam doorlopend de competenties en talenten inzetten. SD 2. Het efficiënter maken van de bedrijfsvoering Een professionele dienstverlening herbergt in zich de keuze(n) aangaande ‘de goede dingen doen’. Efficiëntie gaat over doelmatigheid (‘de dingen goed doen’) of de wijze waarop een organisatie in dit verband haar activiteiten organiseert. De federale politie zal bijgevolg de aankoop en de aanwending van alle middelen –operationele en niet-operationele- steeds in balans brengen met de resultaten die vooropgesteld werden. Zij zal dit doen op de meest zuinige en efficiënte manier mogelijk maar door zo weinig mogelijk te raken aan de continuïteit van de dienstverlening. Naast dit middelenmanagement zal de federale politie de efficiëntie in de bedrijfsvoering ook verhogen via procesmanagement en zal er prioritair aandacht worden besteed aan digitalisering en modernisering bij de politie. SD 3. Het transparanter maken van de organisatie De federale politie legt openlijk verantwoording af over haar beleid, beheer en werking, acties en resultaten. Deze transparantie hanteert zij naar haar overheden toe alsook naar haar partners en medewerkers en dit rekening houdend met het beroepsgeheim. Het geven van rekenschap zal deels kwantitatief zijn (bijvoorbeeld het verband tussen de acties en resultaten of de financiële rapportering), deels kwalitatief (de wijze waarop taken worden opgenomen en dus aan politiezorg gedaan wordt). Het afleggen van verantwoording gaat eveneens gepaard met feedback. Feedback met betrekking tot het werk – wat mensen doen en hoe- is één van de elementen die mensen het meest motiveert en ze aanzet tot sterke prestaties. In dit kader van transparantie zal de federale politie tevens werk maken van een duidelijke en pedagogische communicatiestrategie. Ze zal waken over de organisatie van een eenvormige, proactieve, interne en externe communicatie.
2.2.2 Transversale doelstellingen 2012-2016 De transversale doelstellingen doorkruisen als het ware de strategische. Het gaat om elementen die in rekening worden gebracht bij de implementatie van elke strategische doelstelling en daarom doelstelling op zich zijn: TD 1. De federale politie werkt samen Samenwerking is veel meer dan overleg op basis van verschillende belangen. Samen-werken impliceert vertrouwen en samen gaan voor een bepaald resultaat. Dit resultaat verwijst onder
6
meer naar een meer professionele, efficiënte en transparante politiezorg en organisatie. Echte samenwerking gaat gepaard met uitwisseling waarbij het geheel dikwijls meer is dan de som van de delen. Dit soort samenwerking wil de federale politie realiseren en versterken in haar eigen rangen, met de lokale politie en met andere partners, intern en extern aan de veiligheidsketen. TD 2. De federale politie biedt meerwaarde De federale politie is het aan zichzelf verplicht een reële meerwaarde te bieden. Om die reden zal ze een assertieve strategie voeren waarbij ze haar meerwaarde, gebaseerd op expertise, basiskennis, specialisaties en bijzondere middelen, versterkt zichtbaar maakt en waarbij ze oog heeft voor innovatie en duurzaamheid. De meerwaarde moet zich ook dagdagelijks op het terrein laten voelen. Bijgevolg zullen evaluaties van bestaande activiteiten, processen en structuren gestimuleerd worden vanuit de meerwaarde die zij bieden voor een professionele en efficiënte dienstverlening enerzijds en voor een concrete bijdrage aan veiligheid en leefbaarheid anderzijds. TD 3. De federale politie responsabiliseert De federale politie zal, door onder meer het delegeren van bevoegdheden en taken, een vertrouwensklimaat bevorderen of creëren opdat elke medewerker en leidinggevende zich betrokken en verantwoordelijk voelt. Hij of zij neemt bijgevolg verantwoordelijkheid op voor het vervullen van de taken die hem of haar zijn toebedeeld en voor de houding en het gedrag dat daarmee gepaard gaat. Responsabilisering gaat ook om morele moed: de moed om beslissingen te nemen, de moed om feedback te geven –over de taken en over de houding bijvoorbeeld-, de moed om moeilijke boodschappen over te brengen en de moed om op te komen voor de gerechtvaardigde verzuchtingen van de eigen medewerkers of collega’s.
TD 4. De federale politie is proactief De federale politie wil bewust anticiperen op uitdagingen en problemen. Dit impliceert dat zij permanent probeert opportuniteiten te vatten dan wel, in het geval van nieuwe problemen, ook nieuwe oplossingen te zoeken. Deze houding wordt verwacht van zowel de organisatie als het individu. In managementtermen gaat het in het bijzonder om de toepassing van een systeem van organisatiebeheersing en risico-inschatting dat de federale politie in plaats zal stellen. Hierbij ligt de focus eerder op organisatorische lacunes dan enkel op individuele disfuncties.
7
Hoofdstuk 3. Engagementen van de Commissaris-generaal
3.1. Voor de strategische doelstellingen De strategische doelstellingen worden geconcretiseerd in operationele doelstellingen. Deze hebben zowel te maken met het realiseren van een aantal strategische projecten als met het bereiken van prestatiemaatstaven met betrekking tot de reguliere werking van de federale politie. Voorafgaandelijk aan de operationele doelstellingen, worden de verhoopte beleidseffecten voor elke strategische doelstelling beschreven. Voor elke operationele doelstelling wordt een timing opgemaakt binnen de mandaattermijn van de Commissaris-generaal en geconcretiseerd in een jaarlijks operationeel plan en een meetplan. Voor korte termijndoelstellingen wordt in de mate van het mogelijke dit bestek al een timing meegegeven.
SD 1 Het professionaliseren van de dienstverlening Beleidseffecten • Burgers zijn tevreden over de politiezorg; • De lokale politiediensten zijn tevreden over de steun en de samenwerking; • De organisatie kan rekenen op competente medewerkers en leidinggevenden; • De federale politie handelt overeenkomstig haar doelstellingen en neemt ten volle haar verantwoordelijkheid voor de resultaten die ze bereikt in het domein van veiligheid en leefbaarheid; • De federale politie wordt erkend als professioneel en betrouwbaar. Operationele doelstellingen Operationele doelstellingen ingevuld via strategische projecten OD1S Het beter afstemmen van de dienstverlening van de federale politie op de behoeften van de externe en interne gebruikers door • de taakinvulling en de rol van de DirCo’s te evalueren op basis van de actuele vraag naar ondersteuning vanuit de lokale politiediensten en de gedeconcentreerde entiteiten van de federale politie tegen april 2013 • de impact te onderzoeken van de gerechtelijke hervorming op de federale gerechtelijke politie en haar hierop voor te bereiden tegen december 2013 (afhankelijk van de timing van de justitiële hervormingen) • de vereenvoudiging van de organisatiestructuur te realiseren tegen begin 2014 • een lange termijnvisie te ontwikkelen tegen juni 2013
8
OD2S Het stimuleren van innovatie bij de aanpak van concrete problemen in veiligheid en leefbaarheid door • het gebruik van nieuwe of vernieuwende methodieken • het gebruik van nieuwe technologieën OD3S Het op elkaar afstemmen van rekrutering, selectie, opleiding, loopbaan- en leiderschapsontwikkeling door • de ontwikkeling van competentiemanagement (programma HRM in het NVP) • de hervorming van het politieonderwijs, gerealiseerd tegen begin 2014 • de aanpassing van rekrutering en selectie aan de veranderde behoeften (persepolis, profielen, …) tegen juni 2013 • de oprichting van het huis voor leiderschap tegen juni 2013 OD4S Het realiseren van een beleid om medewerkers van kwaliteitsvol materiaal en middelen te voorzien door • het optimaliseren van de ‘supply chain management’ of het werken volgens de logistieke keten van initiële behoefte tot buitendienststelling • het bepalen en hanteren van ‘service level agreements’ met betrekking tot het efficiënt en correct leveren, de kwaliteitsvereisten, de toegankelijkheid en de feedback aangaande de goederen en diensten OD5S Het performanter maken van de informatiehuishouding door • het gebruiken van authentieke data van publieke en private partners • het hertekenen van het informatiebeheer afgestemd op de gebruikers en coherent met de geïntegreerde werking
Operationele doelstellingen binnen de reguliere werking OD6 R De wachttijden en de tevredenheid meten bij onthaal en in functie daarvan, acties ontwikkelen ter verbetering van de kwaliteit. Onthaal staat voor alle plaatsen en situaties waar de onthaalfunctie door een medewerker van de federale politie wordt waargenomen. Start december 2012 OD7R De interventietijden monitoren en in functie daarvan, streefcijfers vastleggen en acties ontwikkelen ter vermindering van de interventietijd. Dit geldt voor alle operationele eenheden waarbij mensen ter plaatse gaan. Start december 2012 OD8R De provinciale scholen stimuleren om de aanbevelingen uit het visitatierapport te integreren in hun werking. Start september 2012 OD9R Het integreren van de aanbevelingen uit het visitatierapport in de federale scholen. Start juli 2012
9
SD 2 Het efficiënter maken van de bedrijfsvoering Beleidseffecten • De rol van de medewerkers in de organisatie is duidelijk; • De federale politie beschikt over een performant ICT-systeem; • Er zijn besparingen gerealiseerd; • De federale politie is een wendbare organisatie geworden die zich aanpast aan veranderende omstandigheden. • De operationele slagkracht van het uitvoerende niveau stijgt. Operationele doelstellingen Operationele doelstellingen ingevuld via strategische projecten OD10 S Het efficiënter maken van de dienstverlening van de federale politie door • de taakinvulling en de rol van de gedeconcentreerde directies bestuurlijke politie te evalueren op basis van de actuele vraag naar ondersteuning vanuit de lokale politiediensten en de gedeconcentreerde entiteiten van de federale politie, tegen april 2013. • de impact te onderzoeken van de gerechtelijke hervorming op de federale gerechtelijke politie en haar hierop voor te bereiden • de optimalisatie van de federale politie te realiseren met een bijzondere aandacht voor de (versterking van de) operationele capaciteit • het directiecomité te institutionaliseren (door de besluitvormingswijzen te stroomlijnen overeenkomstig een duidelijke collectieve strategie en door haar strategische en beslissingsrol te versterken) OD11 S Het stimuleren van innovatie bij en verhoging van de operationele inzet door • het bepalen van de kerntaken van de federale politie • het ‘anders inrichten’ van taken • het gerichter reageren op verzoeken tot ondersteuning van de lokale politiezones • het aftoppen van de hiërarchische piramide OD12 S Het realiseren van een versterkt ICT-beleid afgestemd op de gebruikers door • het onderhouden van de bestaande systemen tot op een politiekritisch niveau • het ontwikkelen van één informatiesysteem ter ondersteuning van het informatiebeheer en ten dienste van de gebruiker OD13 S Het optimaliseren van de financiële processen (programma financiën van het NVP) door
10
• het vereenvoudigen van de financiële processen door het maximaal gebruik van FedCom en de informaticatool die ermee gepaard gaat • het bepalen en duidelijk toewijzen van de rollen en verantwoordelijkheden in de verschillende uitgavencycli tegen april 2013 overeenkomstig een strategie ontwikkeld door het directiecomité • het uitwerken van een specifieke en gespecialiseerde opleiding voor de verschillende actoren van het financiële proces • het opzetten van een opvolgingssysteem en het ontwikkelen van een analytische boekhouding OD14 S Het toepassen van de principes van project management op alle projecten door • het ter beschikking stellen van een éénvormige handleiding/leidraad tegen december 2012 • het hanteren van een uniforme projectfiche voor elk project tegen december 2012
Operationele doelstellingen binnen de reguliere werking OD15 R Het stimuleren van procesmatig werken zowel in de operationele als ondersteunende werking OD16 R Het stimuleren van administratieve vereenvoudiging OD17 R Als een ‘goed huisvader’, de kosten beheren en voortdurend op zoek gaan naar besparingsposten en eventuele bronnen van inkomsten. OD18 R Op logistiek en financieel vlak, een meerjarenplanning realiseren en uitvoeren OD19 R Het invoeren van een klachtenmanagement en het inrichten van de interne auditfunctie
SD 3. Het transparanter maken van de organisatie Beleidseffecten • De federale politie wordt erkend als betrouwbare organisatie; • De voogdijoverheden zijn tevreden over de transparantie en de rapportering; • Burgers en partners waarderen de openheid van de federale politie. Operationele doelstellingen Operationele doelstellingen ingevuld via strategische projecten
11
OD20 S Een systeem in plaats stellen dat ervoor zorgt en erover waakt dat alle aangeleverde informatie voor rapportering beschikbaar is, actueel, tijdig aangeleverd, accuraat en toegankelijk. OD21 S Het uitwerken van een gestructureerd opvolg- en evaluatiebeleid (in het raam van het NVP en alles wat onderliggend aan het NVP georganiseerd wordt) tegen juli 2013 OD22 S Het uitwerken van een actief intern en extern communicatiebeleid OD23 S Het stimuleren van feedback en persoonlijke evaluatie
Operationele doelstellingen binnen de reguliere werking OD24 R Het aanleveren en het structureel opvolgen van beleidsinformatie OD25 R Het gebruiken en doen aanvaarden van democratische controlemechanismen door • het communiceren over en het geven van feedback met betrekking tot de controles die door instanties daarvoor aangeduid (Federale Politieraad, Rekenhof, COC, Comité P, AIG, Audit, worden gevoerd)
3.2 Voor de transversale doelstellingen De transversale doelstellingen worden geconcretiseerd in activiteiten die systematisch moeten plaatsvinden bij de uitvoering van de strategische projecten en van de doelstellingen binnen de reguliere werking. Voorafgaandelijk aan deze concretisering, wordt een inschatting gemaakt van de verhoopte beleidseffecten gegeven de transversale doelstellingen.
Beleidseffecten • De transversale versterken de strategische doelstellingen; • De federale politie wordt aanzien als volwaardige en nagenoeg onmisbare partner; • De federale politie staat ervoor bekend te beschikken over leidinggevenden en medewerkers die hun verantwoordelijkheid opnemen; • De federale politie heeft een ingebouwde reflex ontwikkeld om te anticiperen op uitdagingen en problemen; • De federale politie wordt erkend als een duurzame organisatie met een reële meerwaarde in het politielandschap.
12
In het kader van strategische projecten en het lopende beleid TD 1. De federale politie werkt samen OD26 T De federale politie werkt samen door • • • •
het zo vroeg mogelijk betrekken van belanghebbenden het systematisch afstemmen met de partners het systematisch uitwisselen van informatie met de partners het rapporteren en evalueren met de partners
TD 2. De federale politie biedt meerwaarde OD 27 T De federale politie biedt meerwaarde door • • • •
het versterken van de eigen expertise in functie van de specialisatie het formuleren van een dienstenaanbod per directie/dienst en het opvolgen en evalueren van het gebruik van de diensten (producten, bijzondere middelen,…) per dienst en per jaar, minstens één initiatief te nemen met betrekking tot duurzaamheid in elke selectiecommissie, rekening te houden met criteria voor diversiteit: gender, taal, …
TD 3. De federale politie responsabiliseert OD28 T De federale politie responsabiliseert door • • • •
het delegeren van taken mét beslissingsbevoegheid maar in het kader van een collectieve strategie het stimuleren van rapportering en feedback door leidinggevenden en medewerkers het loyaal vertalen naar de werkvloer van beslissingen genomen door het directiecomité het uitbouwen van een interne communicatiestructuur top-down en bottom-up
TD 4. De federale politie is proactief OD 29 T De federale politie is proactief door • •
het identificeren, analyseren en beheren van risico’s het opvolgen, evalueren en anticiperen van tijd, prestaties en kosten
3.3. Voor de waarden Opdat waarden uit het mission statement geen dode letter zouden blijven, moeten ze ‘leven’ op de werkvloer. Dit is pas mogelijk indien aan een aantal voorwaarden voldaan is, i.e. • alle beleidslijnen zijn coherent met de waarden;
13
• de leidinggevenden handelen in overeenstemming met de waarden; • de leidinggevenden bespreken met hun medewerkers de (toepassing van de) waarden en dit tenminste naar aanleiding van de plannings-, functionerings- en evaluatiegesprekken; • personen die een gedrag stellen dat niet strookt met de waarden, worden hierop aangesproken. Om de voorwaarden te kunnen invullen, worden alle waarden hierna gedefinieerd en besproken. Een aantal waarden gaat bovendien gepaard met specifieke beleidslijnen. Integriteit Het begrip integriteit omvat meerdere aspecten. Het gaat uiteraard om de afwezigheid van onwettig gedrag zoals corruptie of verduistering. Aan dergelijk gedrag gaat dikwijls een lange evolutie vooraf waarbij drempels progressief worden overschreden. Er bestaat namelijk een grijze zone waar gedrag nog geen strafrechtelijke inbreuk vormt maar wel als ongepast wordt ervaren. Voor de federale politie is integriteit het handelen, zowel op het niveau van de organisatie als het individu, in overeenstemming met de gangbare waarden en normen en de daarmee samenhangende regels. De federale politie zal een reëel integriteitsbeleid voeren rekening houdend met preventieve elementen, heldere gedragsregels en repressieve elementen. Het optimaal omgaan met integriteit vraagt ethisch leiderschap. Dit betekent dat management niet alleen efficiënt moet zijn maar ook moreel. De leidinggevende moet met andere woorden een actieve en zichtbare rol vervullen in de verwezenlijking van het beleid. Respect Respect houdt in dat men aanzien, eerbied of waardering heeft, toont dan wel verkrijgt. Respectvol gedrag is absoluut gewenst in de organisatie: dit betekent dat elk individu, ongeacht de graad of functie, respect mag verwachten alsook zich respectvol gedraagt, zowel intern als extern. In respectvolle menselijke relaties is luisteren essentieel en is het wenselijk dit altijd op een zo onbevooroordeeld mogelijke wijze te doen. Maar respect betreft niet enkel gedrag en gaat niet alleen om interne relaties. Respect houdt ook in dat elk individu aandacht besteedt aan het eigen voorkomen. Daarnaast is de federale politie een organisatie van mensen voor mensen. Elke medewerker dient er zich bewust van te zijn dat het eigen voorkomen en gedrag het dagelijkse uithangbord vormt van de organisatie. De federale politie zal geen beleid voeren in verband met respect. Ze houdt eraan dat elke leidinggevende, uit respect voor het welbevinden van elk lid van de organisatie, het welzijnsen preventieplan ter harte neemt en correct uitvoert. In diezelfde orde zal de federale politie diverse werkvormen onderzoeken die de combinatie van werk en gezin mogelijk maken. De federale politie zal daarnaast aandacht besteden aan gedrag en voorkomen bij de uitvoering van taken en opdrachten.
Flexibiliteit
14
Vanuit het standpunt van gedrag betekent flexibiliteit de eigen houding en opvattingen vrijwillig aanpassen aan veranderende omstandigheden in de werkomgeving. Maar in een flexibele organisatie heeft niet alleen de werknemer maar ook de werkgever een flexibele insteek. Dit betekent bijvoorbeeld dat nieuwe richtlijnen op zodanige wijze worden doorgevoerd dat het personeel daarvan zo min mogelijk hinder ondervindt. Flexibiliteit slaat ook op de organisatie in haar totaliteit. Flexibiliteit gaat om de wijze waarop de federale politie in staat is te reageren op veranderingen in de maatschappij en omgeving. Flexibiliteit heeft daarnaast te maken met de manier waarop de federale politie omspringt met creativiteit en nieuwe ideeën. De federale politie zal geen specifiek beleid voeren omtrent flexibiliteit. Wel moet ze, onder meer via haar doelstellingen en de aandacht voor de waarden in hun totaliteit, evolueren naar een meer wendbare organisatie waarin leidinggevenden zorgzaam omspringen met hun medewerkers die op hun beurt bereid zijn zich flexibel op te stellen.
Open geest Open geest is de vertaling van ‘open minded’. Iemand die ‘open minded’ is laat zich niet belemmeren door zijn of haar overtuigingen of ervaringen uit het verleden. Met een open geest in de wereld staan, betekent openstaan voor nieuwe ideeën, ervaringen, theorieën, mensen en levenswijzen en is een blijk van tolerantie. Een open geest sluit bijgevolg naadloos aan bij het reeds vermelde levenslange leren alsook bij de idee van diversiteit. Diversiteit beheren impliceert namelijk respect voor de gelijkheid van kansen, het uitsluiten van elke vorm van discriminatie, de neutraliteit van de HR-processen en de overtuiging dat unieke talenten en competenties van werknemers kansen bieden voor tewerkstelling en loopbaanontwikkeling. De federale politie zal een actief diversiteitsbeleid voeren en zich positioneren ten opzichte van de groeiende diversiteit aan kenmerken, behoeften en verwachtingen van doelgroepen en partners enerzijds en van werkkrachten op de arbeidsmarkt en op de werkvloer anderzijds. Zij zal hierbij toezien op een strikte naleving van de antiracisme- en antidiscriminatiewetten en de principes van gender management.
Dienstverlenende ingesteldheid De dienstverlenende ingesteldheid is de essentie zelf van politiewerking. Elk lid van de federale politie werkt ten dienste van burger en maatschappij en stelt zich dienstbaar op ten opzichte van partners en collega’s. Dit betekent dat hij of zij de waarden in acht neemt en meewerkt aan de professionaliteit in de dienstverlening. Een specifiek beleid voor deze waarde wordt niet gevoerd. Wel zal de federale politie de nadruk blijven leggen op het belang van motivatie en betrokkenheid. Daarnaast zal zij werk
15
maken van een deugdelijk klachtenbeleid. Dit betekent dat zij zich engageert om elke klacht te onderzoeken, er gepast op te reageren en feedback te geven aan de klager. Het betekent eveneens dat regelmatige analyses van klachten tot verbeterinitiatieven moeten leiden en, in de geest van de CP3, tot een betere risico- en organisatiebeheersing. Fierheid Fierheid verwijst naar positieve eigenschappen als eigenwaarde en eergevoel. Fierheid kan echter ook misplaatst zijn en refereren aan grootsheid, hoogmoed of arrogantie. De federale politie zal geen beleid voeren met betrekking tot fierheid op zich. Trots zijn op het feit deel uit te maken van de (federale) politie moet de resultante zijn van alle voormelde initiatieven inzake doelstellingen en waarden. Wel zal de federale politie werken op haar identiteit om op die manier de onderlinge samenhorigheid en loyauteit alsook het eergevoel te versterken. Dit wordt een moeilijke evenwichtsoefening omdat ze hierbij permanent zal moeten waken over het risico om niet te vervallen in hoogmoed of arrogantie. Heel concreet betekent dit dat de notie van specialisatie nooit aanleiding mag geven tot misplaatste trots. De collega’s van de lokale politie zijn onze evenknie en de identiteit van de federale politie moet opgaan in die van de geïntegreerde politie. De fierheid die de federale politie beoogt, gaat met andere woorden gepaard met een zekere bescheidenheid of nederigheid.
Hoofdstuk 4. Middelen Om al de opdrachten en taken die voortvloeien uit deze opdrachtbrief, uit het nationaal veiligheidsplan, uit de Kadernota Integrale Veiligheid en uit de reguliere werking te kunnen verwezenlijken moet de federale politie gebruik maken van het vastgelegde budget en personeelskader. Deze middelen zijn tegelijk ook de kritische succesfactoren voor het welslagen van deze opdrachtbrief. De economische crisis, de demografische evolutie en het stijgend takenpakket leggen een zware hypotheek op de ambities die we ons de komende jaren hebben gesteld om de werking van de federale politie te optimaliseren. Om aan deze uitdagingen tegemoet te komen zijn volgende aandachtspunten van belang: • De afgelopen jaren heeft de federale politie moeten inleveren op de jaarlijkse begroting. Volgens het evaluatierapport van het NVP 2008 – 2011 (FPR) beschikt de federale politie over te weinig middelen om een volwaardige politiezorg te kunnen realiseren. • Het is duidelijk dat de federale politie zal moeten optimaliseren . Capaciteitswinst genereren uit samenwerking met andere partners is dé grote uitdaging voor de toekomst. Dit betekent ook dat er intern de federale politie op dezelfde
16
kosten/batengerichte manier moet worden nagedacht over de efficiënte inzet van personeel. De evenwichtsoefening tussen specialisatie en polyvalentie zal bij elk capaciteitsvraagstuk aan bod moeten komen. Die cultuuromslag in het denken over personeelsinzet moet nú gebeuren om de gevolgen van de economische crisis op langere termijn te kunnen inperken. • De optimalisatieoefening mag de veiligheid van de medewerkers uiteraard niet in gevaar brengen. • Tegelijk de politiewerking optimaliseren én besparen betekent dat de politieke overheid de moed zal moeten opbrengen om de aanpassingen van het regelgevend kader inzake organisatie, statuut, enz. te ondersteunen. Optimalisatie kan enkel worden gerealiseerd met een flexibele ingesteldheid.
4.1. Personeel In 2011 werd een foto gemaakt van het huidige personeelskader. Dit geeft volgend beeld voor de ganse federale politie (studie persepolis 2012, gevalideerde cijfers 2011): # Personeelsaantal % operationeel % personeelsdeficit # personeelsdeficit # Gemiddelde jaarlijkse uitstroom
11.702 72,7 % 8,3 % 1.056 408
De kritische succesfactoren op vlak van personeel zijn voornamelijk: Pensioengolf De babyboom generatie die in de jaren 70 en 80 aan een loopbaan begon bij de politie gaat massaal op pensioen terwijl de instroom de personeelstekorten niet compenseren. De grote uitdagingen voor de komende jaren om de continuïteit in de werking van de politie te behouden, zijn enerzijds de instroom van politiepersoneel op peil houden en anderzijds op zoek gaan naar andere manieren om capaciteit aan te wenden. Capaciteitsmeting: Eén van de manieren om meer capaciteitswinst te genereren is door personeel meer polyvalent in te zetten voor taken en opdrachten. Het huidige personeelsstatuut met brevettensysteem (en verloningssysteem) belemmert deze oefening. Zowel op vlak van efficiënte inzet als op vlak van besparingen is deze oefening noodzakelijk. In deze opdrachtbrief worden doelstellingen geformuleerd die de efficiënte inzet van personeel moeten realiseren voor de ganse federale politie.
De te verwachten uitstroom als gevolg van de demografische evolutie (de pensionering van de babyboom generatie) ziet er als volgt uit:
17
Jaar 2012 2013 2014 2015 2016 Totale uitstroom op 5 jaar
Absolute cijfers 469 390 368 294 330 1.851
FTE 455 378 353 282 322 1.790
4.2. Investerings- en werkingskredieten
Meerjarenbegroting Het is wenselijk dat er voor de komende jaren een meerjarenbegroting wordt opgemaakt waarin de geplande optimalisatie voor de federale politie wordt ingecalculeerd. Investeringen bevorderen De belangrijkste uitdaging voor de komende jaren is om budgettaire ruimte te creëren zonder te raken aan de kwaliteit van de reguliere politiewerking en zonder de realisatie van de doelstellingen in de toekomst te hypothekeren. Lineaire besparingen in het investeringsbudget van de federale politie betekent minder middelen voor ICT en logistiek. Het optimaliseren van de politiewerking en het verhogen van de kwaliteit en de effectiviteit van de dienstverlening is niet mogelijk wanneer medewerkers moeten werken met verouderd materiaal, een ondermaats ICT systeem of onaangepaste werkvormen. Een beter beheer van de middelen en bijkomende investeringen op vlak van ICT en logistiek zullen onder meer bijdragen tot de optimalisatie van het informatiebeheer en tot de ontwikkeling van een gedigitaliseerde politiezorg. Een nieuw investeringsplan voor de federale politie zal voorgesteld worden.
Begroting 2011 – 2012 – 2013: zie bijlage
Hoofdstuk 5. Opvolging en evaluatie De opvolging en de evaluatie van de opdrachtbrief worden op dezelfde manier gestructureerd als de opvolging van het Nationaal Veiligheidsplan. Alle beleidsplannen van de federale politie moeten tegen 2016 met dezelfde methodiek en binnen hetzelfde kader worden opgevolgd in een management informatiesysteem.
18
4.1. Opvolging De strategische en transversale doelstellingen in deze opdrachtbrief worden geoperationaliseerd in een jaarlijks operationeel plan dat op het niveau van het Commissariaat generaal wordt opgevolgd. De Commissaris-generaal is de strategisch coördinator die wordt bijgestaan door haar directe medewerkers om de opdrachtbrief en de onderliggende operationele plannen op te volgen. De voortgangsrapportering gebeurt vanaf 2013. Er wordt tegen 2013 een volledig meetplan opgemaakt om de voortgang systematisch te monitoren en waarin de meetpunten van deze opdrachtbrief zijn opgenomen.
4.2. Evaluatie Strikt genomen wordt de Commissaris-generaal geëvalueerd door de bevoegde minister en de bevoegde evaluatiecommissie, die zelf evaluatiecriteria hanteren voor de hoogste mandataris. Dit neemt niet weg dat de doelstellingen die in de opdrachtbrief worden geformuleerd niet kunnen worden geëvalueerd door de Commissaris-generaal zelf. De evaluatiedoelstellingen voor deze opdrachtbrief zijn voornamelijk kwalitatief en zijn opgemaakt op basis van de te verwachten beleidseffecten die in de opdrachtbrief worden beschreven. Dit betekent niet dat alle beleidseffecten zullen worden gemeten. Sommige te verwachten beleidseffecten zijn zeer subjectief en kunnen sterk beïnvloed worden door incidenten of gebeurtenissen die buiten de invloedssfeer van de (federale) politie liggen. Bij de selectie van de evaluatiedoelstellingen en criteria zal de nadruk vooral liggen op efficiëntie, het verbeteren van de (kwaliteit van de ) dienstverleningsprocessen en het verhogen van de operationele uitvoerende slagkracht. Voor elke strategische en transversale doelstelling wordt minimum één beleidseffect aangeduid dat periodiek wordt geëvalueerd. De evaluatie wordt jaarlijks voorbereid op het niveau van het commissariaat-generaal volgens een vastgelegd evaluatieplan.
Catherine De Bolle Commissaris-generaal