Nota van Antwoord Saneringsplan A4 Vlietland - N14
Beantwoording zienswijzen op OSP A4 Vlietland-N14, d.d. mei 2015
1 1.1 1.2 1.3 1.4
INLEIDING Aanleiding en doel Wijziging saneringsplan t.o.v. Ontwerp Saneringsplan Procedure Ontwerp Saneringsplan Leeswijzer
2 2.1 2.2 2.3 2.4
ALGEMENE BEANTWOORDING Inleiding Wettelijk kader geluid(sanering) Reikwijdte Saneringsplan en Tracébesluit Bepaling (doelmatige) maatregelen
5 5 5 8 10
3 3.1 3.2
SPECIFIEKE BEANTWOORDING Inleiding Specifieke beantwoording
12 12 12
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
3 3 4 4 4
Mei 2015 -1-
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 -2-
1 1.1
INLEIDING Aanleiding en doel In de Wet milieubeheer zijn geluidproductieplafonds opgenomen voor de beheersing van geluidhinder door rijkswegen en hoofdspoorwegen. De bedoeling van deze geluidproductieplafonds is het voorkomen van de onbeheerste groei van geluidniveaus. Echter, op tal van plaatsen zijn, onder andere door de groei van het verkeer, de geluidsbelastingen uitgaande van volledige benutting van de huidige geluidproductieplafonds te hoog. De geluidproductieplafonds zorgen ervoor dat de geluidbelasting op deze knelpunten niet verder stijgt en dat er geen nieuwe locaties met knelpunten bij komen. De geluidproductieplafonds leiden op zichzelf echter niet tot een reductie van de geluidsbelastingen op de bestaande knelpunten. Om die reden zijn er in de Wet milieubeheer regels opgenomen, gericht op het reduceren van alle woonsituaties waarin de huidige geluidsbelastingen al te hoog zijn. Dit wordt ook wel geluidsanering genoemd. Om invulling te geven aan de opgave om de bestaande woonsituaties met te hoge geluidbelastingen te reduceren is er in de wet een saneringsoperatie opgenomen. De operatie is meegenomen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) onder de naam Meerjarenprogramma Geluidsanering (MJPG). Rijkswaterstaat voert namens de Minister de saneringsopgave voor het hoofdwegennet uit en Prorail doet dit voor het hoofdspoorwegennet. Als onderdeel van deze operatie dienen er voor alle rijkswegen en hoofdspoorwegen saneringsplannen opgesteld en uitgevoerd te worden. Hierbij geldt de verplichting dat alle ontwerp-saneringsplannen voor 31 december 2020 ingediend zijn. Het "Saneringsplan A4 Vlietland-N14" loopt vooruit op de overige sanering binnen het MJPG omdat, in verband met het vaststellen van het Tracébesluit A4 Vlietland-N14, besloten is de sanering van dit deel van de A4 naar voren te halen. Met het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 wordt de A4 van km 38,03 tot km 43,57 verbreed. In het Tracébesluit is als maatregel opgenomen dat er twee laags zeer open asfaltbeton (fijn) – 2LZOAB - gerealiseerd wordt. De aanleg van dit geluid reducerend asfalt zorgt er voor dat de geluidproductieplafonds ook bij de toekomstige verwachte verkeersgroei tot 2030 uitgaande van zowel een hoge economische groei als de verbreding van de A4 niet overschreden worden. Derhalve wordt de sanering langs het traject waar de A4 wordt verbreed niet "gekoppeld" uitgevoerd, maar als autonoom Saneringsplan waarvan het ontwerpbesluit tegelijk met het TB A4 VlietlandN14 in procedure is gebracht. Het Saneringsplan A4 Vlietland-N14 heeft betrekking op de saneringsopgave van de A4 ter hoogte van de gemeenten Leidschendam-Voorburg en Voorschoten. Uit het onderzoek dat is uitgevoerd ten behoeve van het saneringsplan is gebleken dat er, in aanvulling op de reeds getroffen en de in het kader van het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 nog te treffen maatregelen, geen aanvullende doelmatige bron- en/of overdrachtsmaatregelen mogelijk zijn. Derhalve zal er, na het onherroepelijk worden van het saneringsplan, nog een onderzoek verricht worden naar de mogelijkheden van gevelisolatie voor de in dit saneringsplan opgenomen saneringswoningen.
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 -3-
Het voorliggende document betreft de Nota van Antwoord en heeft betrekking op de zienswijzen die zijn ontvangen in het kader van het Ontwerp Saneringsplan.
1.2
Wijziging saneringsplan t.o.v. Ontwerp Saneringsplan Bij de beantwoording van de zienswijze op het Ontwerp Saneringsplan is het geluidmodel nogmaals grondig gecontroleerd waarbij gebleken is dat er in het ontwerp saneringsplan enkele objecten abusievelijk niet zijn aangemerkt als te saneren objecten. Het gaat hierbij om vijf adressen in het appartementen complex gelegen aan de Tol (nr. 479-481-483-497499). Deze vijf adressen bevinden zich op de zesde en zevende verdieping van het gedeelte dat evenwijdig is gelegen aan de A4. Het saneringsplan is hierop aangepast. De toegevoegde vijf saneringsobjecten hebben geen invloed op de conclusies van het Ontwerp Saneringsplan met betrekking tot het treffen van aanvullende bron- of overdrachtsmaatregelen. De vijf saneringsobjecten komen (evenals de overige 18 saneringsobjecten uit het Ontwerp Saneringsplan) wel in aanmerking voor het onderzoek naar gevelisolatie. Voor de saneringswoningen Tuinbouwweg 1, Tuinbouwweg 2 en Meerburgerlaan 7 is er ook een wijziging doorgevoerd. In het Ontwerp Saneringsplan was er vanuit gegaan dat de tweede verdieping een geluidgevoelige ruimte (een woon- en leefruimte) was. Uit een veldbezoek is echter gebleken dat de tweede verdieping geen geluidgevoelige bestemming betreft. Dat betekent dat in het definitieve Saneringsplan alleen de begane grond en de eerste verdieping als geluidgevoelige ruimten zijn aangemerkt. De berekende maximale geluidbelasting voor de Tuinbouwweg 1 blijft ongewijzigd. De maximale geluidbelasting voor de Tuinbouwweg 2 en Meerburgerlaan 7 zijn hierdoor wel naar beneden bijgesteld. Deze zijn respectievelijk van 69 dB naar 68 dB en 76 dB naar 71 dB bijgesteld.
1.3
Procedure Ontwerp Saneringsplan Het Ontwerp Saneringsplan (OSP) heeft van 15 januari tot en met 25 februari 2015 gedurende zes weken voor eenieder ter visie gelegen. De stukken waren in te zien op de volgende locaties: - het provinciehuis van Zuid-Holland, Zuid-Hollandplein 1 in Den Haag; - het gemeentehuis van Leidschendam-Voorburg (Servicecentrum), Koningin Wilhelminalaan 2 in Leidschendam; - het gemeentehuis van Voorschoten, Leidseweg 25 in Voorschoten; - het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Plesmanweg 1-6 in Den Haag. Gedurende bovengenoemde termijn kon eenieder op het OSP schriftelijk gemotiveerde zienswijzen kenbaar maken. In totaal zijn er 5 zienswijzen ingediend. Deze Nota van Antwoord gaat in op de ingebrachte zienswijzen en een reactie daarop.
1.4
Leeswijzer In hoofdstuk 2 is een aantal onderwerpen toegelicht die herhaaldelijk terugkomen in de verschillende zienswijzen. Hierbij is tevens ingegaan op extra achtergrondinformatie ten aanzien van de Wet milieubeheer, de doelmatigheidsafweging en de reikwijdte van het saneringsplan enerzijds en het Tracébesluit dat voor de A4 Vlietland-N14 is vastgesteld anderzijds. Deze achtergrondinformatie kan helpen bij het doorgronden van de reacties op de individuele zienswijzen in hoofdstuk 3 die redelijk compact zijn gehouden. Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 -4-
2 2.1
ALGEMENE BEANTWOORDING Inleiding Naar aanleiding van de tervisielegging van het Ontwerp Saneringsplan (hierna ook: OSP) A4 Vlietland - N14 zijn in totaal 5 zienswijzen binnengekomen. Deze zienswijzen zijn in hoofdstuk 3 beantwoord. In dit hoofdstuk is ingegaan op een aantal onderwerpen die in verschillende zienswijzen terug komen en is extra achtergrondinformatie opgenomen ten behoeve van de beantwoording van de individuele zienswijzen. Het gaat hierbij om: Het wettelijk kader geluid(sanering) De reikwijdte van het Saneringsplan en Tracébesluit De wijze waarop (doelmatige) geluidmaatregelen bepaald worden.
2.2
Wettelijk kader geluid(sanering) In korte tijd heeft het Ontwerp Tracébesluit, het Tracébesluit en het Ontwerp saneringsplan voor de A4 Vlietland-N14 ter visie gelegen. In al deze plannen is er naar de effecten van geluid op de omgeving gekeken. Het doel en de opzet van deze geluidonderzoeken verschilde echter nog al. Daar waar in het (Ontwerp) Tracébesluit naar de geluideffecten van de voorgenomen verbreding van de A4 op alle woningen in de directe omgeving is gekeken, stond het geluidonderzoek in het kader van het Ontwerp Saneringsplan los van de voorgenomen verbreding en richtte dit onderzoek zich alleen op de woningen waar in de huidige situatie de geluidbelasting al niet meer voldoet aan de wettelijke norm. Om deze verschillen te verklaren is hieronder ingegaan op het wettelijke geluidkader en de plek die geluidsanering hierbij inneemt. Op 1 juli 2012 zijn nieuwe regels mbt geluid van rijkswegen (en spoorwegen) in werking getreden. Deze regels zijn opgenomen als hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer en bestaan uit de volgende drie pijlers. Het voorkomen en beheersen van een onbeheerste groei van geluidproductie (als gevolg van verkeersgroei of de aanleg of uitbreiding van wegen). Het reduceren van alle woonsituaties waarin de huidige geluidsbelastingen nu al hoger is dan de wettelijk bepaalde geluidnorm. Dit wordt ook wel geluidsanering genoemd. Het treffen van maatregelen aan de bron (auto/trein, weg/rail) waarbij het vooral gaat om de invoering van stillere voertuigen, stillere sporen en stillere wegdekken. Geluidproductieplafonds (pijler 1) Om invulling te geven aan de eerste pijler, namelijk het voorkomen van de onbeheerste groei van geluidproductie zijn voor alle rijkswegen en hoofdspoorwegen geluidproductieplafonds (GPP's) vastgesteld. Met de geluidproductieplafonds wordt de geluidproductie van een rijksweg of een spoorweg begrensd. De geluidproductieplafonds zijn vastgelegd op denkbeeldige punten, de zogenoemde referentiepunten op circa 100 meter afstand van elkaar en op circa 50 meter afstand van de buitenste rijstrook van de rijksweg. Dit zijn geen fysieke punten maar virtuele punten in een digitaal rekenmodel. Voor ieder punt is een maximaal toegestane geluidproductie berekend. Deze waarde heeft een direct verband met de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten zoals woningen. Zolang de geluidproductieplafonds op de referentiepunten niet worden overschreden, betekent dit dat de geluidsbelasting van de geluidsgevoelige objecten bij volledig benut Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 -5-
geluidproductieplafond niet zal worden overschreden. Voor ieder referentiepunt geldt een apart geluidproductieplafond, afhankelijk van de verkeerssituatie ter plekke. Hoe snel rijdt het verkeer? Is het er druk? Zijn er geluidschermen of geluidswallen of ligt er stiller asfalt? Deze gegevens inclusief de maximaal toegestane geluidproductie per referentiepunt zijn opgenomen in het geluidregister. Het geluidregister is een online interactieve kaart die te bekijken is op www.rijkswaterstaat.nl/geluidregister. De geluidproductieplafonds zijn gebaseerd op de (verkeers)situatie uit 2008. Hierbij is 1,5 dB extra werkruimte” opgenomen. Om te bepalen of de geluidproductie per referentiepunt onder het geluidproductieplafond blijft, voert Rijkswaterstaat voor de rijkswegen jaarlijks berekeningen uit. Voor ieder referentiepunt wordt er gekeken naar de factoren waaronder de hoeveelheid verkeer en de maximaal toegestane snelheid die van invloed kunnen zijn op geluidproductie. Wanneer uit de berekeningen blijkt dat het geluid op een referentiepunt de vastgestelde maximale geluidproductie overschrijdt of dreigt te overschrijden, wordt onderzocht of er maatregelen getroffen kunnen worden om de geluidproductie weer terug te brengen tot onder het maximaal toegestane geluidniveau. Wanneer er iets gewijzigd wordt aan een rijksweg, bijvoorbeeld het aanleggen van een extra rijstrook, wordt eerst uitgebreid onderzoek gedaan naar de nieuwe situatie. Hoe komt het er straks uit te zien? En wat zijn de gevolgen voor de verkeersontwikkeling en de geluidproductie op dit traject? Wanneer uit deze onderzoeken blijkt dat de als gevolg van het project de geluidproductieplafonds overschreden worden, wordt er onderzoek gedaan naar mogelijke maatregelen om deze overschrijding te voorkomen. Hierbij wordt in eerste instantie gekeken naar maatregelen aan de bron, dat wil zeggen stiller asfalt (peiler 2 van het wettelijk kader). Wanneer hiermee de overschrijding niet voorkomen kan worden, wordt er gekeken naar geluidschermen of –wallen. Bij dit onderzoek naar mogelijke maatregelen wordt steeds bekeken of de kosten van de maatregelen nog opwegen tegen het resultaat. De wijze waarop dit gebeurd wordt apart toegelicht. Wanneer blijkt dat niet binnen de maximaal toegestane geluidproductie gebleven kan worden omdat er geen maatregelen getroffen kunnen worden of maatregelen niet doelmatig zijn, kan het geluidproductieplafond onder voorwaarden verhoogd worden. Dit kan echter niet zomaar omdat de geluidproductieplafonds in 2012 immers wettelijk zijn vastgesteld. Voor het verhogen (of het verlagen) van een geluidproductieplafond is daarom een wettelijke vastgelegde en openbare procedure vereist. Als onderdeel van het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 is onderzocht of de geluidproductieplafonds als gevolg van de verbreding en de daarmee samenhangende verkeersgroei overschreden gaan worden. Uit dit onderzoek is gebleken dat met het realiseren van stiller asfalt (tweelaags zeer open asfalt beton / tweelaags zeer open asfalt beton fijn) de geluidproductieplafonds niet overschreden worden.
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 -6-
Geluidsanering (pijler 2) Op tal van plaatsen in Nederland ligt de geluidsbelasting bij volledige benut geluidproductieplafond boven de vastgestelde maximale waarde. De daarmee samenhangende geluidhinder kan leiden tot een verhoogd risico op gezondheidseffecten. De geluidproductieplafonds zorgen ervoor dat deze geluidknelpunten niet verder verslechteren en dat er geen nieuwe locaties met geluidknelpunten bij komen. Maar zij leiden op zichzelf niet tot een reductie van de geluidsbelastingen op de bestaande geluidknelpunten. Ook het bronbeleid zal niet op korte termijn leiden tot de gewenste geluidreductie op al deze geluidknelpunten. Daarom is een tweede pijler vastgesteld. Deze tweede pijler is gericht op het reduceren van alle woonsituaties waarin de huidige geluidsbelastingen te hoog zijn. Dit wordt ook wel geluidsanering genoemd. In de wet is een geluidsaneringsoperatie opgenomen die gericht is op het oplossen danwel reduceren van de bestaande geluidknelpunten. De minister van Infrastructuur en Milieu is verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan. De operatie is meegenomen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) onder de naam Meerjarenprogramma Geluidsanering (MJPG). Rijkswaterstaat voert namens de Minister de saneringsopgave voor het hoofdwegennet uit, Prorail doet dit voor het hoofdspoorwegennet. Als uitgangspunt voor de geluidsaneringsoperatie geldt dat er voor alle Rijkswegen en hoofdspoorwegen een saneringsplan opgesteld moet worden, behalve voor die Rijkswegen en hoofdspoorwegen waarvan in bijlage 2 van het Besluit geluid milieubeheer1 (Bgm) is aangegeven dat daarvoor geen saneringsplan hoeft te worden vastgesteld. De uiterste datum voor een verzoek tot vaststelling van een saneringsplan is 31 december 2020. Wanneer een (gedeelte van een) rijksweg wordt aangepast door bijvoorbeeld het realiseren van een extra rijstrook, wordt de saneringsopgave voor deze weg tegelijkertijd afgehandeld. Hierdoor worden de procedures meer gelijktijdig uitgevoerd en kunnen in de realisatie voordelen worden behaald (werk-met-werk maken). Afhankelijk van de vraag of de geluidproductieplafonds door de aanpassing van de weg en het eventueel treffen van geluidmaatregelen wijzigen wordt de sanering al dan niet rechtstreeks meegenomen in de procedure die doorlopen wordt voor het betreffende project (gekoppelde sanering) of wordt er een aparte procedure voor de geluidsanering doorlopen (autonome sanering). Het "Saneringsplan A4 Vlietland-N14" loopt vooruit op de overige saneringen binnen het MJPG vanwege het vaststellen van het Tracébesluit A4 Vlietland-N14. Met dit Tracébesluit wordt de A4 van km 38,03 tot km 43,57 verbreed. Omdat de geluidproductieplafonds als gevolg van de verbreding van de A4 niet wijzigen, is er sprake van autonome geluidsanering en is er een apart saneringsplan opgesteld.
In bijlage 2 van het Besluit geluidmilieubeheer (Bgm) zijn wegvakken aangeduid waar geen onderzoek naar sanering meer hoeft plaats te vinden, omdat de sanering binnen die wegvakken in het kader van een reeds uitgevoerd project is afgehandeld. 1
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 -7-
2.3
Reikwijdte Saneringsplan en Tracébesluit Diverse zienswijzen gaan in tegen het Tracébesluit en niet tegen het saneringsplan. Door de in het Tracébesluit vastgelegde verbreding en de daarmee samenhangende verkeersgroei wordt gevreesd dat de geluidhinder voor de omgeving ondanks het aanbrengen van tweelaags zeer open asfaltbeton verder zal verslechteren. Daarnaast wordt ook de extra luchtverontreiniging als een gevaar voor de gezondheid naar voren gebracht. De verbreding van de A4 Vlietland-N14 en de verkeersgroei die hiermee gemoeid gaat, spelen op zich geen rol bij het saneringsbesluit. Daarnaast richt het Saneringsplan zich alleen op geluid. Een deel van de zienswijzen op het Ontwerp Saneringsplan zijn derhalve gericht tegen het inmiddels vastgestelde Tracébesluit en niet het Saneringsplan. In deze paragraaf wordt het verschil tussen het doel en de reikwijdte van het Tracébesluit en het Saneringsplan toegelicht. Tracébesluit A4 Vlietland-N14 Het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 heeft betrekking op de voorgenomen verbreding van de A4 tussen Leiden en Den Haag en de effecten van deze verbreding op tal van aspecten waaronder geluid. Het belangrijkste doel van deze onderzoeken is om te bepalen of de verbreding (en de daarmee samenhangende verkeerstoename) voldoet aan de wettelijke normen. Bij deze onderzoeken is uitgegaan van de toekomstige verkeersintensiteit en samenstelling in 2030. Hierbij is ook het effect van de aanleg van de RijnlandRoute en de autonome groei van het aantal auto’s bij een hoog economisch groeiscenario meegenomen. Qua snelheid is hierbij gerekend met de huidige dynamische maximale snelheid. In het kader van de geluidwetgeving is getoetst of de verbreding tot overschrijdingen van de geluidproductieplafonds zou leiden indien er geen maatregelen zouden worden genomen. Dit blijkt het geval. Vervolgens is onderzocht of deze overschrijdingen door het treffen van maatregelen voorkomen kunnen worden. Uit dit onderzoek blijkt dat door het realiseren van stiller asfalt (tweelaags zeer open asfalt beton / tweelaags zeer open asfalt beton fijn) de geluidproductieplafonds ook in de berekende toekomstige situatie in 2030 niet overschreden worden. In het kader op de volgende pagina is een aantal vuistregels opgenomen om een relatie te kunnen leggen tussen de verkeerstoename en de extra geluidhinder en daarnaast is het geluidreducerende effect van stillere asfalttypen toegelicht. Naast geluid hebben er (mede in het kader van de m.e.r.-beoordeling) nog tal van andere onderzoeken plaatsgevonden waaronder een onderzoek naar de gevolgen van het project op de luchtkwaliteit. Uit dit onderzoek is gebleken dat de verbreding van de weg, met het treffen van de maatregelen zoals opgenomen in het nationale samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL) waar de A4 Vlietland-N14 onderdeel vanuit maakt, niet leidt tot overschrijding van de wettelijke normen. (Ontwerp) Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Het (ontwerp) saneringsplan A4 Vlietland-N14 heeft alleen betrekking op geluid en richt zich specifiek op het reduceren van de woonsituaties langs dit deel van de A4 waarin de huidige geluidsbelastingen de maximaal toegestane normen overschrijden. Het geluidonderzoek is er op gericht om de geluidbelasting op deze woningen te berekenen en om te onderzoeken of er maatregelen getroffen kunnen worden om deze geluidbelasting omlaag te brengen. Anders dan bij het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 wordt hierbij niet uitgegaan van de verkeersintensiteiten en samenstelling na verbreding van de A4 en realisatie van de RijnlandRoute maar van de situatie met volledig benut geluidproductieplafond. Deze situatie Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 -8-
is vastgelegd in het geluidregister en is gebaseerd op de geluidproductie uitgaande van de verkeerssituatie in 2008 (dus zonder verbreding A4) vermeerderd met 1,5 dB “werkruimte” . Naast de verkeerssituatie zijn in het geluidregister ook de overige voor de geluidruimte maatgevende brongegevens voor de geluidberekeningen vastgelegd. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de maximale snelheid en het type asfalt. Het geluidregister is te raadplegen op www.rijkswaterstaat.nl/geluidregister. Een deel van de zienswijzen heeft betrekking op andere besluiten zoals het Tracébesluit A4 Vlietland-N14, het Tracébesluit A4 RijnlandRoute, het provinciaal inpassingsplan RijnlandRoute of het Verkeersbesluit Verhoging maximum snelheid in de avond en de nacht op de A4 te Den Haag (ter hoogte van Leidschendam) waarmee eerder de maximale snelheid is verhoogd. Het Ontwerp Saneringsplan gaat uit van de situatie met volledig benut geluidproductieplafond zoals vastgelegd in het wettelijk vastgestelde geluidregister. Algemene beschouwing ten aanzien van geluidberekeningen Geluidberekeningen zijn een complexe materie. Om betrokkenen enig inzicht te geven, zijn hieronder enkele vuistregels inzake geluid weergegeven. Hiermee is niet gezegd dat deze 1 op 1 op de verbreding van de A4 van toepassing zijn, maar het geeft mogelijk een handvat om de berekeningen op waarde te schatten. Het verkeer betreft de geluidsbron die omwonenden horen. Bij geluid geldt dat een verdubbeling van het verkeer niet leidt tot een verdubbeling van het waargenomen geluidniveau (indien alle overige omstandigheden gelijk blijven zoals snelheid, aandeel vrachtverkeer, wegdek etc.). De berekening van geluid betreft een logaritmische functie. Dit heeft tot gevolg dat een verdubbeling van het geluid een toename met 3 dB betekent. Een voorbeeld: als de huidige geluidbelasting op een woning 47 dB is, en het verkeersaanbod verdubbelt, dan is de nieuwe geluidsbelasting 50 dB (en dus niet 2 x 47= 94 dB). Een toename van het verkeer met 25% leidt dan, vanwege die logaritmische functie, tot een geluidtoename van circa 1 dB. Het toepassen van tweelaags ZOAB heeft grosso modo de volgende geluidreducerende effecten: - circa 4 tot 6 dB vermindering ten opzichte van het referentiewegdek 'Dicht Asfalt Beton'; - circa 2 tot 3 dB ten opzichte van enkellaags ZOAB, dat momenteel is toegepast op het grootste deel van de A4 dat in dit TB is opgenomen. Verder is het van belang om te weten dat de berekende dB's het gemiddelde niveau betreffen van de geluidproductie gedurende het etmaal (dat is onderverdeeld in een dag-, avond- en nachtperiode). Het gemiddelde is de grootheid die getoetst wordt aan de wettelijke geluidsnormen. Dit betekent dat het zeer goed denkbaar is dat omwonenden bij geluidmetingen pieken meten die veel hoger liggen dan het berekende gemiddelde, bijvoorbeeld bij passages van een zware vrachtwagen. Dat betekent echter niet, dat het berekende gemiddelde niet correct zou zijn.
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 -9-
2.4
Bepaling (doelmatige) maatregelen In verschillende zienswijzen wordt gevraagd om het realiseren van nieuwe geluidschermen of het verhogen of verlengen van bestaande geluidschermen. Waarbij wordt opgemerkt dat dit efficiënter is dan het treffen van gevelisolatiemaatregelen aan enkele woningen. Voordat er stil asfalt aangelegd wordt of geluidschermen of – wallen geplaatst worden, wordt volgens een wettelijke methodiek bepaald of de kosten van de maatregelen opwegen tegen het bereikte resultaat. Dit wordt het doelmatigheidscriterium genoemd. Met andere woorden: levert de maatregel voldoende geluidreductie op voor wat deze kost? Dit hangt voornamelijk af van de vraag hoeveel woningen er profijt hebben van deze maatregel en de mate waarin het geluid zou toenemen wanneer de maatregel niet getroffen wordt. Voor een grote woonwijk is het treffen van maatregelen sneller doelmatig dan voor enkele woningen. In het kader van een saneringsplan worden in deze beoordeling alleen de geluidknelpunten, dat wil zeggen de woningen met een huidige geluidbelasting die boven de wettelijke norm ligt, meegenomen. De desbetreffende woningen zijn opgesomd in bijlage 2 bij het Besluit en afgebeeld op de kaartbladen 1 t/m 4 behorende bij het Akoestisch onderzoek Saneringsplan A4 Vlietland-N14. Het doelmatigheidscriterium sluit aan bij het algemene principe van het milieubeleid dat het treffen van maatregelen aan de bron (zoals een stiller wegdek) de voorkeur verdient boven het treffen van maatregelen die de overdracht van het geluid beperken (zoals geluidsschermen) of maatregelen bij de ontvanger (gevelisolatie). Bij het afwegen van maatregelen wordt daarom altijd eerst beoordeeld of een bronmaatregel doelmatig is, en pas daarna of (aanvullende) geluidsschermen doelmatig zijn. Het doelmatigheidscriterium biedt echter ook de mogelijkheid om toch voor een geluidsscherm (of –wal) te kiezen wanneer daarmee een beter rendement te behalen is dan met een bronmaatregel. Het doelmatigheidscriterium is alleen van toepassing op bronmaatregelen (stillere wegdekken) en overdrachtsmaatregelen (afscherming). Voor het treffen van gevelisolatiemaatregelen is het doelmatigheidscriterium niet aan de orde. Indien blijkt dat er geen doelmatige bron- of overdrachtsmaatregelen mogelijk zijn of indien blijkt dat de geluidnormen ondanks de getroffen maatregelen nog steeds overschreden worden, wordt door Rijkswaterstaat een aanvullend akoestisch onderzoek verricht naar de gevelisolatie. Indien de geluidbelasting binnen de geluidsgevoelige ruimten van het betreffende saneringsobject de wettelijke binnenwaarde overschrijdt, worden gevelmaatregelen getroffen zodat de geluidsbelasting in de woning wordt teruggebracht tot een waarde die ten minste 3 dB is gelegen onder de wettelijke binnenwaarde. Voor deze objecten zal de beheerder maatregelen aan de gevel treffen indien dat nodig is om te voldoen aan de binnenwaarde. Deze maatregelen hoeven echter niet opgenomen te zijn in het saneringsplan. De beheerder kan het onderzoek naar de noodzaak tot deze maatregelen verrichten na het onherroepelijk worden van het Saneringsplan. Uit het geluidonderzoek dat is uitgevoerd in het kader van het saneringsplan A4 Vlietland-N14 is gebleken dat er voor de 23 saneringswoningen, in aanvulling op de reeds getroffen of in het kader van het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 vastgestelde maatregelen, geen doelmatige bron- of overdrachtsmaatregelen Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 - 10 -
getroffen kunnen worden. Nadat het saneringsplan onherroepelijk is geworden, zal er onderzoek uitgevoerd worden om te bepalen of de maximaal toegestane binnenwaarde overschreden wordt. Als uit dit onderzoek blijkt dat de binnenwaarde wordt overschreden, zal Rijkswaterstaat gevelmaatregelen treffen. Dit zijn maatregelen aan de gevel van het saneringsobject, zoals geluidwerend glas, nieuwe kozijnen, geluidgedempte ventilatievoorzieningen of extra maatregelen aan het dak.
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 - 11 -
3 3.1
SPECIFIEKE BEANTWOORDING Inleiding In dit hoofdstuk zijn de zienswijzen in tabelvorm beantwoord. Om de leesbaarheid te vergroten is de beantwoording geordend op de indiener. Alle indieners, uitgezonderd rechtspersonen, zijn vanwege privacywetgeving geanonimiseerd. Zij hebben een brief ontvangen waarin duidelijk is gemaakt welk uniek nummer aan hen is toegekend dat correspondeert met de nummers in de beantwoordingtabel.
3.2
Specifieke beantwoording Rechtspersoon
Zienswijze
Reactie
1.
Verzoekt om het realiseren van een geluidscherm ter plaatse van erfscheiding met de A4
Het realiseren van een geluidscherm is in het kader van het saneringsplan niet doelmatig.
1.
Verzoekt om compensatie voor de waardevermindering van de woning en de bijbehorende grond vanwege toename verkeerslawaai
Op basis van het saneringsplan A4 Vlietland-N14 kan er geen sprake zijn van waardevermindering. Aangezien een saneringsplan geen besluit in zich heeft dat tot een toename van verkeerslawaai kan leiden. Op basis van het Tracébesluit A4 Vlietland - N14 kunnen wel schadevergoedingen worden aangevraagd door diegenen die schade lijden door de verbreding van de weg. Het betreft in dat geval de zogenoemde bestuursrechtelijke schadevergoeding, ook wel nadeelcompensatie genoemd. Voor de indiening en afhandeling van de aanvraag is de 'Beleidsregel Nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu, 2014' van toepassing. Hierbij wordt opgemerkt dat als gevolg van het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 de geluidbelasting niet zal toenemen ten opzichte van de situatie bij volledig benut geluidproductieplafond.
2.
Vreest toename geluidoverlast als gevolg van verbreding gezien korte afstand van woning en kwetsbare functie (waaronder basisschool, crèche) tot de weg
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
De geluideffecten als gevolg van de verbreding van de A4 en toekomstige verkeerscijfers vallen onder het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 en niet onder het saneringsplan. Met het realiseren van 2 laags ZOAB wordt in het kader van het TB voldaan aan de geldende GPP’s (Geluid Productie Plafond). Er zal na realisatie van het project incl. bronmaatregel tot aan 2030 volgens de berekeningen geen verhoging van de geluidbelasting optreden ten opzichte van het volledig benut geluidproductieplafond. De geluidbelastingen op de woningen nemen niet toe. Hierdoor is voor het projectgebied A4 Vlietland-N14 sprake van een autonome sanering. Dat wil zeggen dat de sanering wordt bepaald door het heersende volledig benut geluidproductieplafond. Alleen de woningen die onder de saneringseis vallen (geluidbelasting > 65 dB bij volledig benut geluidproductieplafond) zijn in het OSP A4 Vlietland –N14 beschouwd. Voor de betreffende woningen zal een gevelisolatie onderzoek uitgevoerd worden Mei 2015 - 12 -
Rechtspersoon
Zienswijze
Reactie om vast te stellen of maatregelen vereist zijn.
2.
Vreest gezondheidsklachten als gevolg van toegenomen luchtverontreiniging (fijn stof, CO2) vanwege de verbreding van de A4 en de korte afstand van woning en kwetsbare functie (waaronder basisschool, creche) tot de weg.
Het Saneringsplan heeft alleen betrekking op de toetsing aan de (sanerings)normen voor geluid en niet voor luchtkwaliteit. Voor het TB heeft er wel een toetsing aan de normen voor luchtkwaliteit plaatsgevonden en is gebleken dat het project binnen de normen blijft.
3.1. Gemeente LeidschendamVoorburg
Het cumulatieve geluidseffect van de verkeersgroei, de dynamische snelheidsverhoging naar 130 km/uur en nu de plannen voor de RijnlandRoute en de verbreding van de A4 worden door het voeren van losse procedures (Tracébesluiten, Saneringsplan) onvoldoende in beeld gebracht
Verkeersgroei, snelheidsverhoging naar 130 km/h en A4 verbreding (incl bronmaatregel) zijn getoetst aan de, in het kader van de Wet milieubeheer vastgestelde, geluid productie plafonds (GPP's). Hiermee is gegarandeerd dat de geluidbelasting niet onbeheerst toe kan nemen. De toetsing van de verbreding van de A4 aan de GPP’s in het kader van het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 heeft plaatsgevonden op basis van de verkeerscijfers waarin de aantrekkende werking van het verkeer door de verbreding en de aanleg van de RijnlandRoute is opgenomen. Hierin is ook de verhoging van de maximum snelheid meegenomen. Met het toepassen van een bronmaatregel wordt voldaan aan de GPP’s.
3.2. Gemeente LeidschendamVoorburg
De wet stelt dat de afwijking van de voorkeurswaarde van 50 dB zoveel mogelijk beperkt dient te worden door het treffen van geluidbeperkende maatregelen. Daarnaast dienen er geluidwerende maatregelen getroffen te worden als de binnenwaarde in woningen bij volledige benutting van de geluidproductieplafonds wordt overschreden.
50 dB is de voorkeurswaarde bij aanleg van een nieuwe weg. Bij wijziging van een weg waarbij de GPP’s wijzigenwordt eerst getoetst aan de streefwaarde van 50 dB (voor objecten met een belasting lager dan 50 dB) en vervolgens aan het geluidniveau bij een volledig benut geluidproductieplafond. Bij de autonome sanering voor de A4 Vlietland-N14 is er echter geen sprake van een overschrijding/wijziging van de GPP’s. Er wordt door middel van volledig benut geluidproductieplafond bepaald welke woningen aan de criteria voor sanering voldoen.
3.3 Gemeente LeidschendamVoorburg
Een groot deel van de 18 in het ontwerp saneringsplan (OSP) opgenomen woningen zijn opgenomen in de saneringsvoorraad van de Wet geluidhinder. Dat betekent dat deze woningen Asaneringswoningen zijn met een grenswaarde van 60 dB en niet 65 dB zoals gehanteerd in het OSP
Woningen die op de Bureau Sanering Verkeerslawaai lijst (BSV lijst) staan en nog niet gesaneerd zijn, worden in het saneringsplan meegenomen (Sanering A) indien de geluidbelasting bij volledig benut geluidproductieplafond >60 dB bedraagt. Overige woningen (die niet op de BSV lijst staan) worden in het saneringsplan meegenomen (Sanering B) indien de geluidbelasting bij volledig benut geluidproductieplafond >65 dB bedraagt. Beide type sanering (A+B) hebben echter een saneringsstreefwaarde van 60 dB. Indien met maatregelen de geluidbelasting tot minimaal 60 dB is teruggebracht, is de sanering afgehandeld. In het OSP A4 Vlietland-N14 treedt alleen het type Sanering B op, omdat de woningen die op de BSV lijst staan voor de gemeente LeidschendamVoorburg al gesaneerd zijn.
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 - 13 -
Rechtspersoon
Zienswijze
Reactie
3.4 Gemeente LeidschendamVoorburg
In het OSP ontbreken een vijftal woningen die in het verleden door de gemeente zijn aangemeld. Het gaat hierbij om de volgende adressen: Stompwijkseweg 5a, Stompwijkseweg 6, Meeslouwerweg 4, Meerburgerlaan 9 en Tuinbouwweg 4
Deze woningen (Stompwijkseweg 5a; Stompwijkseweg 6; Meerburgerlaan 9; Meeslouwerweg 4 en Tuinbouwweg 4) staan op de eindmeldingslijst en zijn al gesaneerd. Om die reden kunnen de woningen dus geen categorie Asaneringsobject meer zijn. Wel zouden ze nog categorie B-saneringsobject kunnen zijn indien Lden,GPP>65 dB bedraagt. Boven genoemde woningen hebben echter alle een geluidbelasting die gelijk of lager is dan 65 dB bij volledig benut plafond en komen daardoor niet in aanmerking als saneringsobject.
3.5 Gemeente LeidschendamVoorburg
In het OSP ontbreken een 15-tal woningen aan de Evertsenstraat en de Broekweg
Deze woningen kunnen geen categorie Asaneringsobject zijn. Alle woningen die op de BSV lijst staan voor de gemeente LeidschendamVoorburg zijn al gesaneerd. De woningen aan de Evertsenstraat en de Broekweg zijn ook geen categorie Bsaneringsobject omdat het Lden op deze woningen de 65 dB niet overschrijdt.
3.6 Gemeente LeidschendamVoorburg
De resultaten van het saneringsplan verschillen met de resultaten van het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 (TB). De rekenresultaten bij de standaard akoestische kwaliteit zijn in geval van het TB 2 dB hoger. Hieruit wordt geconcludeerd dat de bepaling van de geluidbelasting en de geluidreductiepunten niet juist is uitgevoerd.
Het klopt dat er verschillen in de berekende geluidbelasting zijn tussen de standaard akoestisch kwaliteit (SAK) van het TB A4 Vlietland–N14 en OSP A4 Vlietland–N14. De SAK van het TB is, conform de regelgeving, gebaseerd op projectinformatie (verbreding van de A4) inclusief de geprognotiseerde verkeerscijfers van 2030. De de SAK van het OSP is gebaseerd op volledig benut geluidproductieplafond (zonder verbreding A4). Hierdoor treedt er verschil in de berekende geluidbelasting op. Dit verschil heeft geen effect voor de omwonenden van de A4 aangezien de hogere rekenresultaten bij het TB meer dan gecompenseerd worden door de aanleg van tweelaags ZOAB in het TB.
3.7 Gemeente LeidschendamVoorburg
De rekenresultaten in bijlagentabel 4-traject 001 zijn niet te vergelijken met het TB omdat in het TB voor dit gebied geen resultaten zijn opgenomen. Het TB zal hierop aangevuld moeten worden
Voor het TB A4 Vlietland–N14 zijn ter hoogte van de Kern Leidschendam inderdaad geen geluidbelastingen van de standaard akoestisch kwaliteit (SAK) opgenomen. Op deze locatie is gezien de woningdichtheid op voorhand duidelijk dat een bronmaatregel financieel doelmatig is en dat deze volstaat om binnen de GPP’s te blijven waardoor er geen onderzoek hoeft plaats te vinden naar de doelmatigheid van aanvullende maatregelen.
3.8 Gemeente LeidschendamVoorburg
In de bijlagentabel 4-traject 002 is de geluidbelasting ter plaatse van de woning Tuinbouwweg 2 bij gevuld plafond 69 dB en bij de standaard akoestische kwaliteit 68 dB. Dit is niet correct
De geluidbelasting bij de woning Tuinbouwweg 2 met volledig benut geluidproductieplafond is inderdaad afgerond 1 dB hoger ten opzichte van de geluidbelasting in SAK (Standaard Akoestisch Kwaliteit). Dit komt doordat in de situatie volledig benut geluidproductieplafond aan de noordwest zijde van de A4 (thv de Meeslouwerweg 2) een reflecterend geluidscherm staat. In de SAK wordt de geluidbelasting zonder bestaande geluidschermen berekend. De reflectie zorgt ervoor dat de situatie met volledig benut
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 - 14 -
Rechtspersoon
Zienswijze
Reactie geluidproductieplafond een hogere geluidbelasting genereert ten opzichte van de situatie SAK.
3.9 Gemeente LeidschendamVoorburg
Ter plaatse van cluster 2 (traject 001) is een tweetal saneringsobjecten niet opgenomen in het onderzoek. De berekening en de doelmatigheidsanalyse moet hier op aangepast worden.
3.10 Gemeente LeidschendamVoorburg
Ter plaatse van cluster 2 is alleen een afweging inzake doelmatigheid gemaakt voor het vervangen van het bestaande scherm. De gemeente mist een doelmatigheidsafweging van een uitbreiding van het bestaande geluidscherm waarbij ook de vergeten saneringswoning Stompwijkseweg 6 en de geluidbelasting van 70 dB voor de woning Stompwijkseweg 3 wordt meegenomen
De sanering is conform geldende wetgeving behandeld. De afweging van maatregelen voor cluster 2 ( en overige clusters) is correct uitgevoerd. Het budget voor de clusters wordt bepaald in de standaard akoestisch kwaliteit (SAK) zonder bestaande geluidschermen en met asfalttype ZOAB. In de afweging is eerst beoordeeld of de bestaande maatregelen terug verdiend kunnen worden. Het budget van cluster 2 bedraagt 43.700 reductiepunten terwijl het bestaande scherm (4 meter hoog) dat binnen de 2D zichthoeken ligt van cluster 2 (275 meter) 47.575 maatregelpunten kost. Er blijft hierdoor geen budget over voor aanvullende maatregelen zoals uitbreiding van het bestaande scherm.
3.11 Gemeente LeidschendamVoorburg
Voor cluster 5 moet volgens de gemeente een nieuwe doelmatigheidsafweging gemaakt worden waarbij de vergeten saneringswoning Meerburgerlaan 9 en de woning Meerbugerlaan 7 die een geluidbelasting van 76 dB heeft ook wordt meegenomen. Hierbij moet ook gekeken worden naar de (gedeeltelijke) vervanging van het bestaande scherm en de optie om de woning Meerburgerlaan 7 op te kopen
De berekende maximale geluidbelasting op de woning Meerburgerlaan 7 bedraagt 71 dB. Meerburgerlaan 9 bedraagt 65 dB waardoor deze woning geen saneringsobject is (categorie Bobjecten zijn objecten met een geluidbelasting > 65 dB). Een object wordt pas als te saneren object aangemerkt als de geluidbelasting bij volledig benut plafond boven de 65 dB is. In paragraaf 6.5.2.5 van het Akoestisch onderzoek behorende bij het Saneringsplan A4 Vlietland-N14 is de doelmatigheidsafweging van het desbetreffende cluster (cluster 5) uitgewerkt. Hieruit blijkt er onvoldoende budget te zijn om het bestaande scherm op te hogen.
Stompwijkseweg 5a en Stompwijkseweg 6 zijn geen saneringsobject, de berekende geluidbelasting bij volledig benut geluidproductieplafond is gelijk of lager dan 65 dB. Het budget van cluster 2 verandert hierdoor niet waardoor ook geen andere conclusie mogelijk is.
Conform de Wet milieubeheer hoofdstuk 11 zijn voor de sanering alleen maatregelen afgewogen die doelmatig zijn. 3.12 Gemeente LeidschendamVoorburg
De gemeente eist inzicht in de doelmatigheidsafweging van een scherm alleen voor de woningen aan de Tuinbouwweg inclusief de vergeten saneringswoning Tuinbouwweg 4
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Cluster 1 van traject 2 bevat 3 saneringswoningen. Cluster 1 is gevormd op basis van overlappende 1D zichthoeken. De woning Tuinbouwweg 4 is geen saneringswoning (geluidbelasting ≤65 dB). In paragraaf 6.5.2.1 van het Akoestisch onderzoek behorende bij het Saneringsplan A4 Vlietland-N14 is de doelmatigheidsafweging van het desbetreffende cluster (cluster 1) uitgewerkt.
Mei 2015 - 15 -
Rechtspersoon
Zienswijze
Reactie
3.13 Gemeente LeidschendamVoorburg
Er ontbreekt nog een aantal saneringswoningen in de tabel en daarnaast is onduidelijk of de juiste binnenwaarde cf art. 11.2 Wet milieubeheer is toegepast
De woningen die op de Bureau Sanering Verkeerslawaai lijst (BSV lijst) staan en nog niet gesaneerd zijn, worden sanering (Sanering A) indien de geluidbelasting bij volledig benut geluidproductieplafond >60 dB bedraagt. Overige woningen (die niet op de BSV lijst staan) worden sanering (Sanering B) indien de geluidbelasting bij volledig benut geluidproductieplafond >65 dB bedraagt. Beide type sanering (A+B) hebben dezelfde saneringsstreefwaarde:60 dB. In het OSP A4 Vlietland-N14 treedt alleen het type Sanering B op, omdat de woningen die op de BSV lijst staan voor de gemeente LeidschendamVoorburg al gesaneerd zijn. De binnenwaarde in Bijlagetabel 5 is goed toegepast conform art 11.2 Wm. Voor 3 saneringsobjecten geldt dat de bouwvergunning na 1 jan 1982 is afgegeven zodat voor deze objecten de binnenwaarde van 36 dB van kracht is. Voor de overige saneringsobjecten is de maximale binnenwaarde 41 dB.
4.1 Wijkvereniging LeidschendamZuid
De saneringsmaatregelen dienen uitgebreid te worden naar alle bovenste appartementen van de flats aan de Venestraat en aan de Nieuwstraat aangezien hiervoor dezelfde ervaring van geluidhinder geldt
De verbreding van de A4 inclusief snelheidsverhoging en toekomstige verkeerscijfers vallen onder het Tracébesluit A4 Vlietland-N14. Met het toepassen van de bronmaatregel tweelaags zeer open asfaltbeton wordt voldaan aan de geldende GPP’s (Geluid Productie Plafond). Er zal na realisatie van het project incl. bronmaatregel tot aan 2030 volgens de berekeningen geen verhoging van de geluidbelasting optreden ten opzichte van het volledig benut geluidproductieplafond. Indien dit wel het geval zou zijn, zouden er in het kader van de naleving maatregelen afgewogen worden. Omdat de GPP's niet wijzigen, is voor het projectgebied A4 Vlietland-N14 sprake van een autonome sanering (autonome sanering wordt bepaald met het heersende volledig benut geluidproductieplafond). Saneringsmaatregelen worden afgewogen voor woningen die bij een volledige benut geluidproductieplafond een geluidbelasting > 65 dB hebben. In de genoemde flats treden alleen saneringssituatie op bij de adressen Venestraat 160 – 174 – 176 – 178. De geluidbelasting op deze adressen is groter dan 65 dB. Deze geluidbelasting (>65 dB) treedt alleen op bij de bovenste woningen die het dichtst bij de rijksweg liggen met een waarneemhoogte 1x7,5 (gevel met kortste afstand tot de weg) en 3x10,5 meter.
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 - 16 -
Rechtspersoon 4.2 Wijkvereniging LeidschendamZuid
Zienswijze
Reactie
Het is verstandiger om het bestaande geluidscherm ter hoogte van Leidschendam-Zuid zodanig te verhogen en te voorzien van absorberend materiaal zodat de isolerende maatregelen niet meer nodig zijn. Maatregelen aan de woningen, veranderen niets aan de situatie buiten. Het verhogen en verbeteren van het bestaande geluidscherm is veel efficiënter.
De afweging om het bestaande scherm al dan niet te verhogen wordt bepaald door het doelmatigheidscriterium. In het doelmatigheidscriterium wordt het budget bepaald in de SAK (Standaard Akoestisch Kwaliteit) zonder bestaande geluidschermen en met asfalttype ZOAB. De geluidbelasting in de SAK is hoger dan met volledig benut geluidproductieplafond waar wel de bestaande geluidschermen in zijn meegenomen. De achtergrond hiervan is dat in het doelmatigheidscriterium altijd het totaal van maatregelen, bestaand plus nieuw, op doelmatigheid wordt getoetst. Daardoor is het aantal reductiepunten op een bepaalde locatie in principe altijd hetzelfde, ongeacht de voorgeschiedenis van de al getroffen geluidmaatregelen. Waardoor langs alle rijkswegen in Nederland dezelfde uniformiteit van de beoordeling van doelmatigheid optreedt. Met het beschikbare budget moet als eerste de bestaande maatregelen (stil asfalt en eventuele geluidschermen/-wallen) terug verdiend worden. Het budget wordt hiermee al opgemaakt en er resteert onvoldoende voor aanvullende maatregelen (zoals het wijzigen van het bestaande scherm). Voor de 4 woningen vindt er nog wel gevelisolatieonderzoek plaats op basis waarvan er mogelijk nog gevelisolatiemaatregelen getroffen zullen worden. De benodigde gevelisolatie voor deze woningen is circa 25 á 26 dB. Gezien de huidige staat van de woningen kan aangenomen worden dat de huidige gevel het geluidniveau al met circa 20 dB reduceert. De aanvullende investering om te voldoen aan de wettelijke binnenwaarde is veel minder dan het ophogen van het bestaande scherm over honderden meters.
4.3 Wijkvereniging LeidschendamZuid
De wijkvereniging LeidschendamZuid heeft niet het vertrouwen dat het 2 laags ZOAB de toename van het geluid als gevolg van de verbreding van de rijksweg zal verminderen. Zeker niet als het verkeer naar verwachting met 25% zal toenemen
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Het Tracébesluit A4 Vlietland-N14 inclusief de daarin benoemdemaatregelen in de vorm van 2 laags ZOAB (fijn) staan in deze procedure (Saneringsplan A4-N14) niet ter discussie. Het toepassen van tweelaags ZOAB heeft grosso modo het volgende geluidreducerende effect: circa 2 tot 3 dB ten opzichte van enkellaags ZOAB, dat momenteel is toegepast op het grootste deel van de A4 dat in dit TB is opgenomen. Uit de GPP-toets van het TB A4 Vlietland-N14 blijkt dat de geluidproductie van de A4 ook in de toekomstige situatie van 2030 inclusief wegverbreding binnen de geldende geluidproductieplafonds blijft.
Mei 2015 - 17 -
Rechtspersoon 5. Vrienden van Vlietland
Zienswijze
Reactie
De Vereniging Vrienden van Vlietland pleit sterk voor adequate geluidwerende voorzieningen tussen de (verbrede) A4 en recreatiegebied Vlietland. De vereniging wijst hierbij op een door de Provincie Zuid Holland met particuliere partijen gesloten overeenkomst met een resultaatsverplichting.
Het ontwerpsaneringsplan heeft betrekking op de bestaande situatie uit het geluidregister en de woningen en de overige geluidgevoelige objecten die zijn aangewezen in de Wet milieubeheer. De verbreding van de A4 inclusief toekomstige verkeerscijfers (als gevolg van de verbreding en de aanleg van de RijnlandRoute) vallen onder het TB A4 Vlietland-N14. Met het toepassen van de bronmaatregel tweelaags zeer open asfaltbeton wordt voldaan aan de geldende GPP’s (Geluid Productie Plafond). Er zal na realisatie van het project incl. bronmaatregel tot aan 2030 volgens de berekeningen geen verhoging van de geluidbelasting optreden ten opzichte van het volledig benut geluidproductieplafond. De saneringsobjecten aan de Meeslouwerweg 1, 2, 3 en 3A en Kniplaan 4 generen te weinig budget om een aanvullend geluidscherm te bekostigen. De overeenkomst met de Provincie Zuid-Holland waarna door de appellant wordt verwezen (Contractueel vastgelegde geluidwerende voorzieningen) staat los van het OSP A4 VlietlandN14.
Nota van antwoord Saneringsplan A4 Vlietland-N14 Definitief
Mei 2015 - 18 -