architectuur en stedenbouw bv bna
DUURZAME RENOVATIE
A 1
1.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
INHOUDSOPGAVE
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Inhoudsopgave Aanleiding Module ontwerp Module plattegronden Module bouwkundige details Module kostenraming Module bewonersparticipatie Module energiebesparing Module regelgeving en subsidies Module meer met minder Module energie- investeringsaftrek (EIA) Module planning Module nadere afspraken opdrachtgever-architect Relevante referentieprojecten Contactgegevens
1 2 4 5 7 8 11 12 14 15 16 17 18 19 20
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 1
A 1
2.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
AANLEIDING
2 3 4 5 6
In Nederland staan zo'n 6,8 miljoen woningen. In het huidige bouwtempo komen daar door nieuwbouw zo'n 50.000 woningen per jaar bij. Na aftrek van de gesloopte woningen blijft er een groei van minder dan één procent over. Dat betekent dat een woning gemiddeld langer dan 100 jaar mee moet, als we de gehele nieuwbouwproductie inzetten om de bestaande voorraad te vervangen. Ook om andere redenen moet renovatie hoog op de prioriteitenlijst komen te staan; uit onderzoek blijkt dat levensduurverlenging in de gebouwde omgeving één van de maatregelen is die de meeste duurzaamheid oplevert.
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
bron: Kennisbank bestaande woningbouw
20 21 22
illustratie: aanpassingen cycli woningen
23 24 2
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
De overheid investeert in een duurzame economie. Zo breidt het kabinet de mogelijkheden voor duurzame energie uit. In juli 2009 gaat een aantal tijdelijke regelingen van start die o.a. corporaties kunnen bijstaan bij het investeren in energiebesparende maatregelen in woningen en andere gebouwen. Een groot aandeel van het bestaande woningbezit ligt bij de corporaties, een doelgroep waarvoor K3 al 25 jaar met veel plezier opdrachten realiseert, ruim de helft van onze opdrachten is voor woningcorporaties. In deze periode is er veel ervaring opgedaan met sociale woningbouw, zowel in de nieuwbouw als renovatiesfeer. Hieruit is een sterk gevoel voor kostenbewust ontwerpen ontstaan. Een rationele houding in procesplanning draagt hier sterk aan bij, zeker bij bewonersparticipatie, een proces waar K3 ruimschoots ervaring mee heeft. De inzet van K3 geschiedt volgens modules waarbij architectuur vanuit een stedenbouwkundig perspectief wordt benaderd en vice versa. Deze modules vormen de grondslag voor het proces, dat wij middels deze brochure inzichtelijk willen maken.
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
illustratie: potentiële energie winst 3
A 1
3.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE ONTWERP
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
K3 is ruim 10 jaar betrokken bij de herstructurering van naoorlogse wijken. De fysieke en sociale problematiek is vaak nauw met elkaar verbonden. Bepalend bij de herstructurering is de combinatie van enerzijds het handhaven van goede kenmerken van de wijk (zoals betaalbare woningen, heldere stedenbouwkundige structuur, karakteristieke woningbouw) en anderzijds de vervanging van minder goede elementen (zoals versleten woningen, slecht ingericht openbaar gebied, eenzijdige bevolkingssamenstelling). Voordat er met het ontwerp wordt gestart dienen een aantal uitgangspunten helder te zijn. Allereerst is het verstandig als er een wijkvisie wordt opgesteld. De wijkvisie moet in beginsel respect voor de bestaande wijk en zijn bewoners uitstralen, maar ook vernieuwing en een optimistische kijk op de toekomst bieden. Vervolgens kan de fysieke herstructureringsopgave bepaald worden. Deze bestaat in de regel uit handhaving van bestaande woningen, meestal in combinatie met groot onderhoud, en sloop en nieuwbouw. Tevens is de herinrichting van de onbebouwde ruimte onlosmakelijk onderdeel van de opgave. Een logisch moment voor de herstructurering kan het voornemen voor het uitvoeren van groot onderhoud zijn. Bij groot onderhoud kunnen samen met onderhoudstechnische en woontechnische correcties, gelijktijdig oplossingen worden aangedragen om de woonblokken een meer individuele uitstraling te geven, met als gevolg een grotere betrokkenheid van de zittende bewoners en een betere verhuurbaarheid. Ook kan soms een grote stap worden gemaakt in de beperking van het energiegebruik van de woningen, bijvoorbeeld door gevelisolatie en toepassing van zonnecollectoren/PV-folie op hellende daken.
15 16 17
De hierboven genoemde aspecten vormen gezamenlijk de input voor het totaal-ontwerp in de vorm van plattegronden, detaillering, kostenraming, bewonersparticipatie, duurzaamheidsaspecten, regelgeving en subsidies, de planning en de uiteindelijke uiterlijke verschijning.
18 19 20 21 22 23 24 4
A 1
4.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE PLATTEGRONDEN
2 3 4
De huidige praktijk is helemaal gericht op het conserveren van de bestaande kwaliteit van woningen. Ingrepen zijn vooral gericht op repareren en vervangen van slechte onderdelen, maar niet op het toevoegen van kwaliteit, zodanig, dat op een duurzame wijze voldaan kan worden aan de veranderende vraag en gewenst kwaliteitsniveau.
5 6 7 8 9 10 11 12 13
Als we ons richten op 45% van deze voorraad blijven er een aantal karakteristieke woningen over, die veelal in het bezit zijn van de corporaties. Bij bijvoorbeeld groot onderhoud of renovatie kunnen technische correcties doorgevoerd worden maar vaak voldoet de plattegrond van de woning niet meer aan de huidige kwaliteitseisen. Sloop hoeft lang niet altijd de enige oplossing te zijn. Vaak kan er met aanpassingen binnen de bestaande plattegrond een ontwerp gemaakt worden wat wel weer voldoet aan de eisen en wensen van zowel de corporatie als de bewoner. Voorbeeldprojecten geven een aantal mogelijkheden weer waarop een bestaande plattegrond aangepast kan worden aan de nieuwe eisen. Bijvoorbeeld het vergroten van een badkamer of toilet, het realiseren van een vaste trap naar een zolder. Of misschien wel een complete extra verdieping boven op de woning, horen wellicht tot de mogelijkheden. Een woning die, door bijvoorbeeld grootonderhoud, technisch aan de huidige eisen voldoet hoeft nog geen prettige woning te zijn, waardoor de levenduur niet optimaal vergroot is. Maar door ook het kwaliteitsniveau van de plattegrond aan te passen aan de nieuwe normen kan de levensduur van de woning tot wel 120 jaar oplopen.
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 5
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
1 2 3 4
1500+ slaapkamer
slaapkamer
slaapkamer
slaapkamer
5 slaapkamer
slaapkamer
6 douche
overloop
overloop
overloop
7 8
slaapkamer
slaapkamer
slaapkamer badkamer
slaapkamer
kamer 1500+
9 10 verdieping bestaand
verdieping nieuw
langskap nieuw (dakraam
kapel \ optioneel)
11 illustratie: oude plattegrond v.s nieuwe plattegrond en eventuele extra verdieping of bereikbaar maken ervan
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
illustratie: oude situatie v.s nieuwe situatie van de Herstructuering Maurikstraat e.o. Tiel 6
A 1
5.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE BOUWKUNDIGE DETAILS
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Bij het in kaart brengen van de bestaande woningvoorraad komen specifieke tekortkomingen aan het licht. De bouwperiode geeft aan onder welke voorschriften en normen de woningen gebouwd zijn. Door onderscheid te maken in woongebouwtypologie (ééngezins, portiek galerij) kunnen specifieke tekortkomingen, zowel bouw- en woontechnisch, per typologie benoemd worden. De woningvoorraad in naoorlogse wijken is opgebied van bouwtechniek in de volgende groepen te benoemen. 1. Traditioneel gebouwde woningen (houten vloer 2. 'Nieuwe' traditionele woningen (betonnen vloer) 3. Bouwsystemen (kleine elementen) 4. Bouwsystemen (grote elementen) 5. Gemengde bouwsystemen met gietbouw en prefab De toegepaste bouwtechniek is maatgevend voor de te verwachten (onderhouds)-technische aandachtspunten. Het grote aantal matig tot slecht geïsoleerde woningen is kenmerkend binnen de doelgroep. Bij het bouwkundige ontwerp in de vorm van details zijn voor ons een aantal randvoorwaarden maatgevend. Het beperken van onderhoud en beheer vinden wij erg belangrijk en bij het uitzoeken van de gewenste kleuren materialen zal er naast de kwaliteit ook altijd gekeken worden hoe onderhoudsvriendelijk de verschillende opties zijn. Indien er gekozen wordt om de woningen ook energetisch aan te pakken in de vorm van gevelisolatie bijvoorbeeld, nemen wij zaken als ventilatie direct mee.
19 20 21 22 illustratie: details met b.v. gevelisolatie, duidelijke
23
verschillende oud en nieuw, etc.
24 7
A 1
6.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE KOSTENRAMING
2 3 4 5 6 7 8 9 10
Om de levensduur van woningen te vergroten blijkt dat er ongeveer om de 30 jaar een ingreep plaatsvindt. Die ingrepen zijn te typeren in een drietal categorieën: 1. Conserveren. De bestaande, oorspronkelijke kwaliteit qua casco en ruimte wordt zoveel mogelijk gehandhaafd. Het accent van de verbeteringen richt zicht op comfort, uitstraling en duurzaamheid. De investering bedraagt circa 30 tot 50% van die van nieuwbouw. Tot nu toe hanteert men hiervoor het begrip grootonderhoudsplan. 2. Renoveren. Het accent ligt hier op vernieuwen. Binnen het casco worden de ruimten eventueel herschikt. De woning wordt weer aan de tijd aangepast. De investering bedraagt circa 50 tot 80% van die van nieuwbouw, afhankelijk van de oorspronkelijke kwaliteit. De doelgroep blijft grotendeels ongewijzigd. 3. Transformeren. Op dat moment is er een reeks van oplossingen mogelijk. De oorspronkelijke woning en het casco zijn niet de grens. Samenvoegen en/of structureel toevoegen behoren tot de mogelijkheden. De investering ligt tussen de 60 en 120% van die van nieuwbouw.
11 12 13 14
Ongeacht binnen welke categorie de geplande werkzaamheden vallen, iedere structurele ingreep in een woning moet worden vermenigvuldigd met het aantal woningen en levert zodoende een groot totaalbedrag op. Aanpassingen kunnen niet of nauwelijks in de huur worden verwerkt. Direct of indirect moeten mensen met lage inkomens de kosten toch betalen. Al deze redenen dragen er toe bij dat wij kostenbewust ontwerpen voor volkhuisvesting in plaats van voor de kunst.
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 8
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
1 2 3
illustratie: voorbeeld kostenraming per fase
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 9
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 10
A 1
7.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE BEWONERSPARTICIPATIE
2 3 4 5 6
Het duurzaam renoveren van bestaande woningen in bewoonde toestand vergt veel van de bewoners. Uit ervaring komt sterk naar voren dat de participatie van bewoners een zeer belangrijk onderdeel vormt binnen het renovatie proces. De bewoners weten vaak zelf het beste wat er aan hun woning en woonomgeving mankeert. Woontechnische verbeteringen kunnen door de bewoners zelf aangedragen worden en gelijktijdig kunnen er oplossingen worden gecreëerd voor een meer individuele uitstraling van de woning, met als gevolg een grotere betrokkenheid van de zittende bewoners en een betere verhuurbaarheid.
7 8 9 10 11 12
Bewonersparticipatie is een intensief traject en speelt een essentiële rol in de planning. Door het verstrekken van begrijpelijke informatie en door tijdig te communiceren kan miscommunicatie voorkomen worden. K3 heeft een veelvuldig toegepast concept voor bewonersparticipatie ontwikkeld, waarbij de bewoners in atelier\ontwerpsessies met behulp van vooraf ontworpen bouwelementen hun eigen woning kunnen samenstellen. Op deze manier kan elke bewoner zijn of haar eigen invulling aan de woning geven zonder dat de regie uit handen gegeven wordt. Het resultaat levert bij de bewoner het gevoel van een koopwoning op en voor de wijk gevarieerde straatbeelden.
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
illustratie: ateliersessies 11
A 1
8.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE ENERGIEBESPARING
2 3 4 5 6 7 8
Naast het begeleiden van de bewoners tijdens het ontwerpproces, speelt de financiële kant van de renovatie een belangrijke rol. Welke ingrepen komen voor de rekening van de corporatie en welke voor de bewoner. Ingrepen ten behoeve van besparingen van het energieverbruik van de woningen zijn vaak duur en leveren niet alleen voordelen op voor het milieu maar ook voor de bewoner zelf. Met behulp van grafieken kan in beeld gebracht worden hoe de ontwikkeling van de energieprijzen (gas en elektra) zich verhouden ten opzichte van de huurprijzen. Er valt duidelijk af te lezen dat in de toekomst de gemiddelde energieprijzen hoger gaan liggen als de gemiddelde huurprijs. Het is dus in het voordeel van de bewoners zelf dat er geïnvesteerd wordt in energiebesparende oplossingen.
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
illustratie: verhouding huurprijsstijging ten opzichte van energieprijsstijging
19 20 21 22 23 24
De nadruk zal komen te liggen op het verlagen van het energieverbruik en dus de energiekosten omdat hier voor de bewoners de meeste winst valt te behalen. Het is dus van belang de bewoners in een vroegtijdig stadium bekend te laten worden met deze cijfers en zodoende bewustzijn te scheppen van de huidige en toekomstige situatie. Dit bewustzijn helpt in de toekomst bij het omgaan met eventuele toegepaste duurzame klimaatsystemen. Een van de middelen die de overheid beschikbaar stelt om te helpen bewoners zich bewust te laten zijn van hun energieverbruik is het energielabel. Dit middel kan nuttig ingezet worden om inzichtelijk te maken wat het de te verwachten besparingen zijn na duurzame renovatie. Heeft een woning voor renovatie bijvoorbeeld een 12
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
1 2 3 4 5
energielabel D dan past daar een gemiddeld verbruik bij, heeft de woning vervolgens na renovatie een energielabel B dan kan het verschil opgemaakt worden tussen het beoogde gebruik en het huidige gebruik en zodoende de te verwachten winst. Uiteindelijk kan de keuze gemaakt worden om een deel van de investering terug te verhalen op de te verwachten winst van de bewoners.
6 Van D/E naar Label B
7
Gasverbruik Gasverbruik m3
Elektraverbruik Elektraverbruik kWh
TUSSENWONING
1.583
2.793
EINDWONING
1.791
3.079
8 9 10 11 12
Huidigewoningen Huidige woningen Label Label D/E D/E
13
illustratie: verbeteren comfort (energieverbruik)
14 15 16
illustratie: huidig energieverbruik (gemiddeld)
17 18
Gasverbruik Elektraverbruik Gasverbruik Elektraverbruik m3 kWh
19 20
TUSSENWONING
1015
3366
21
EINDWONING
1245
3366
22
Label BB Label
23 24
illustratie: te verwachten energieverbruik (gemiddeld) 13
A 1
9.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE REGELGEVING EN SUBSIDIES
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
De gebruikelijke regelgeving in de vorm van bestemmingsplannen en welstandsnota’s zijn vaak niet toereikend wanneer het gaat over grootschalige herstructurering van woonwijken. Daarom is het van belang dat de overheid in een vroegtijdig stadium betrokken wordt bij de planvorming, het liefst al bij de wijkvisie, en voortdurend op de hoogte wordt gehouden van de ontwikkelingen. Uiteindelijk is het ook aan de overheid aangelegen een zo prettig mogelijk woonomgeving te realiseren. Wanneer wordt besloten tot grootschalige renovatie van bestaande woningen, geldt dat de woningen na voltooiing moeten voldoen aan de energieprestatie-eisen voor nieuwbouw, met sinds 1 januari 2006 een EPC van 0,8. Door een juiste combinatie van bestaande en nieuwe technieken is deze nieuwe norm haalbaar. Kenmerkend is dat nu innovaties worden geïntroduceerd die niet meer voorkomen uit modificaties van vindingen die voor nieuwbouw zijn gedaan, maar specifiek voor de renovatiesector zijn ontwikkeld. De overheid kent verschillende media waarop geïnformeerd wordt over regelgeving en subsidies, soms in samenwerking met instanties zoals senternovem. In maart 2009 heeft het kabinet een pakket van maatregelen gepresenteerd in het aanvullend beleidsakkoord bij 'Samen werken, samen leven'. De tijdelijke uitbreiding van de EIA voor bestaande huurwoningen is één van de maatregelen, die het kabinet neemt om de gevolgen van de economische crisis voor verschillende terreinen, waaronder woningbouw, het hoofd te bieden.
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 14
A 1
10.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE MEER MET MINDER
2 3 4 5 6
De maatregelen passen binnen het convenant Meer Met Minder, waarvan de overheid partner is. Meer Met Minder is de nationale energiebesparingsaanpak voor bestaande gebouwen. Het is een gezamenlijk initiatief van woningcorporaties, bouw-, installatie- en energiebedrijven en de ministeries van VROM, EZ en WWI. Doel van het convenant is tot 2020 2,4 miljoen bestaande woningen en gebouwen aan te pakken en gemiddeld 30% energiezuiniger te maken. Meer Met Minder is in 2009 officieel van start gegaan. Meer informatie over het convenant en de regelingen: www.meermetminder.nl
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 15
A 1
11.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE ENERGIE- INVESTERINGSAFTREK
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Lagere kosten voor investeringen in het energielabel van bestaande huurwoningen zijn mogelijk dankzij de tijdelijke verruiming van de Energie Investeringsaftrek (EIA), zakelijke verhuurders en woningcorporaties kunnen hiervan gebruik maken. De EIA is een fiscale regeling, wat betekent dat verhuurders investeringen in energiebesparing kunnen aftrekken van de vennootschapsbelasting. Dit levert een kostenbesparing op van gemiddeld 11%. Voorwaarde is dat het energielabel van een woning twee stappen beter wordt of minimaal B wordt. Het totale budget voor 2009 en 2010 is 277,5 miljoen euro. Investeringen in bestaande huurwoningen die de energieprestatie van die woningen verbeteren komen hiervoor met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2009 in aanmerking. Het gaat om een tijdelijke stimuleringsmaatregel, die per 1 december 2010 komt te vervallen. Het streven is dat de corporaties in 2009 en 2010 per jaar 100.000 woningen aanpakken. Dit is extra ten opzichte van al eerder gemaakte afspraken. Dankzij de EIA kunnen investeringen eerder plaatsvinden dan gebeurd zou zijn onder het convenant energiebesparing corporatiesector alleen. Hierdoor worden woningen eerder geïsoleerd en is de milieuwinst groter. Het betekent ook dat in 2009 en 2010 bouwactiviteiten plaatsvinden die helpen de crisis te bestrijden. Meer informatie over de EIA is te vinden op www.senternovem.nl/eia. Op het gebied van energiebesparing toont het kabinet in de breedte veel ambitie. Naast de 375 miljoen die minister Van der Laan ter beschikking krijgt voor isolatie van woningen, is er ruim 500 miljoen uitgetrokken voor het opknappen van scholen, verpleeghuizen en jeugdzorginstellingen.
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 16
A 1
B
12.
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE PLANNING
2 september
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
oktober
november
december
week 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53
januari 1
2
3
februari 4
5
6
7
maart 8
9
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
defintiefase plan van aanpak opstellen concept PvE zorgwoningen opstellen concept PvE woningen Stedebouwkundig concept SO woningen stedenbouwkundig plan stedenbouwkundig ontwerp goedkeuring B&W presentatie omwonenden verwerken reacties en vaststellen defintief plan Beeldkwaliteitsplan opstellen rapport vooroverleg welstand presentatie college+raad presentatie omwonenden verwerken reacties en vaststellen definief plan actualiseren onderzoeken Bestemmingsplan opstellen voorontwerp goedkeuring B&W ter inzage en overleg ex artikel 10 reacties beantwoorden aanpassen ontwerp ontwerp bestemmingsplan ter inzage zienswijzen beantwoorden vaststellen bestemmingsplan (raad) publiceren ter inzage inwerking treden bestemmingsplan woningen ontwerp vaststellen definitief PvE huurder VO zorgwoningen toets door alle partijen financiële toets VO opstellen VO document vaststellen definitief PvE opdrachtgever VO twee-onder-één kap woningen VO rijenwoningen toets gemeente/opdrachtgever financiële toets VO opstellen VO document bouwaanvraag 1e fase DO zorgwoningen toets door alle partijen financiële toets DO bouwaanvraag (13 weken) DO twee-onder-één kap woningen DO rijenwoningen toets gemeente/opdrachtgever financiële toets DO bouwaanvraag bouwaanvraag 2e fase K3 architecten
20
overheid opdrachtgever huurder
21 22
illustratie: voorbeeld planning per fase
23 24 17
A 1
13.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
MODULE NADERE AFSPRAKEN OPDRACHTGEVER-ARCHITECT
2 3 4 5 6
Afhankelijk van de opdrachtgever kan er gekozen worden om per module opdracht te verlenen, waarbij bijvoorbeeld externe expertise per module kan verschillen. Hierbij wordt gedacht aan bijvoorbeeld bouwteam verbanden voor het technisch uitwerken van een ontwerp. Of het inhuren van specialismen op het gebied van communicatie voor het begeleiden van bewonersparticipatie. K3 heeft ruimschoots ervaring met dergelijke samenwerkingsverbanden en kan assisteren bij het maken van de juiste keuzes.
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 18
A 1
14.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
RELEVANTE REFERENTIEPROJECTEN
2 3
project
opdrachtgever
Herstructurering Maurikstraat e.o., Tiel (sloop en nieuwbouw ca. 40 woningen, grootonderhoud ca. 70 woningen, herinrichting ongebouwd terrein)
Stichting Volkshuisvesting Tiel
Herstructurering Nieuwstad, Culemborg (groot onderhoud ca. 200 woningen en nieuwbouw ca. 20 woningen)
KleurrijkWonen, Culemborg
Herstructurering Terweijde, Culemborg (sloop en nieuwbouw va. 30 woningen, grootonderhoud ca. 160 woningen)
KleurrijkWonen, Culemborg
Ballast Nedam/KuiperArnhem/Gemeente Arnhem
14
Geitenkamp Gildenwijk, Arnhem (nieuwbouw supermarkt, zorgcentrum, MFC, revitalistatie)
15
Wijkperspectief Klarendal, Arnhem
Gemeente Arnhem, wijkzaken
Wijkperspectief Arnhemse Broek
Gemeente Arnhem, wijkzaken
Sonsbeeksingel/Klarendalseweg, Arnhem (nieuw plein, verplaatsing postdistributiecentrum)
Volkshuisvesting Arnhem
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
16 17 18 19 20 21 22 23 24
19
A 1
15.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
X
V
X
CONTACTGEGEVENS
2 3 4 5 6 7 8
K3 architectuur en stedenbouw b.v. BNA Utrechtsestraat 67 6811 LW Arnhem Postbus 612 6800 AP Arnhem telefoon 026 351 59 51 e-mail
[email protected] website www.k3architectuur.nl
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
februari 2010 000K3_ST_duurzame renovatie_2 20