www.niza.nl/medianews
Nieuwsbrief van NiZA's Media Programma Editie: MediaNews 07 oktober 2002
Inhoudsopgave 1
2
3
4
5
6
7
8
Zuid-Afrikaanse M&G in handen van Zimbabwaan Trevor Ncube .........................2 Afrika’s nieuwe mediamagnaat...............................................................................2 door Nawaal Deane .........................................................................................2 Verkoop van M&G wakkert uitingen van vreemdelingenangst aan.........................4 Afrika’s nieuwe mediamagnaat...............................................................................4 door Nawaal Deane .........................................................................................4 Samenwerken als een onvoorziene bijwerking........................................................7 Commentaar: Partner Consultatie..........................................................................7 door Jeanette Minnie .......................................................................................7 ‘NiZA’s Media Programma heeft geen last van de mode’.......................................9 Nieuws: Partner consultatie ...................................................................................9 door Marlies Lensink.......................................................................................9 Nonnen en priesters als journalist bij Rádio Eccléssia in Angola...........................11 Partnerprofiel ......................................................................................................11 door Inge Ruigrok .........................................................................................11 De tentakels van Hivhop.......................................................................................14 Voorpublicatie evaluatierapport Hivhop ..............................................................14 door Thomas Gesthuizen ...............................................................................14 Jamal is blij dat ‘zijn’ radio discussie oproept.......................................................17 Interview ..............................................................................................................17 door Marlies Lensink.....................................................................................17 Zapiro: Checking for Reds....................................................................................19
1
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
1 Zuid-Afrikaanse M&G in handen van Zimbabwaan Trevor Ncube Afrika’s nieuwe mediamagnaat door Nawaal Deane
Trevor Ncube heeft het Zuid-Afrikaanse weekblad Mail & Guardian op 16 juli overgenomen. Hij bezat al twee andere onafhankelijke kranten in Zimbabwe, The Independent en The Standard. Zakenman als hij is, wil hij de M&G een wending geven zodat het winst gaat maken. Om zichzelf te beschrijven zegt hij: “Een Zimbabwaan met een bedrijf in Botswana, die een krant bezit in Zuid-Afrika. Waarom niet?” De nieuwe eigenaar is wel omschreven als mediamagnaat, maar hij moet lachen als hij dat etiket hoort. “Ik ben een diep gelovig man en de Heer heeft mijn gebeden verhoord toen ik eigenaar van de Mail & Guardian werd.” Ncube heeft een reputatie opgebouwd als ondernemend zakenman, uitgever en geprezen journalist die zich kritisch uitlaat over het regime van Robert Mugabe. Hij heeft de M&G in de wacht weten te slepen dankzij de financiële kracht van zijn bedrijf, Newtrust Company Botswana Ltd. Ncube heeft 87,5 procent van de aandelen van M&G Media Ltd overgenomen van de Guardian Newspapers, die zelf tien procent behoudt. NePAD De M&G is Zuid-Afrika’s voornaamste weekblad. Het blad is trots op zijn redactionele onafhankelijkheid en speelde in de strijd tegen de apartheid een vooraanstaande rol. Na de oprichting in 1985 heette het blad The Weekly Mail, tot het in 1991 werd overgenomen door de Engelse Guardian Newspaper Ltd en zijn nieuwe naam kreeg. De M&G is één van de felste voorvechters van de vrijheid van meningsuiting en staat bekend om zijn onderzoeksjournalistiek en politieke analyses. De ironie wil dat Ncube als jong journalist ooit bij de M&G heeft gesolliciteerd maar door de toenmalige hoofdredacteur, Anton Harber, is afgewezen. Ncube spelt de M&G al sinds 1989. “De M&G sluit aan bij wat ikzelf vind en geloof als het gaat om onafhankelijkheid van de media in een democratisch land.” Eén van zijn doelstellingen, vertelt hij, is te zorgen dat de publicatie een belangrijke plaats krijgt in de hele regio. “Mijn overname heeft plaatsgevonden tegen de achtergrond van NEPAD en de Afrikaanse Unie en symboliseert in mijn ogen datgene waar die voor staan. En wat mijn overname ons volgens mij ook doet beseffen, is dat wij (Afrikanen) onderling verbonden zijn.”
2
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
Afrikaanse oplossingen Hij is één van een handjevol Afrikaanse ondernemers die over de grenzen heen investeren; hij zegt dat hij door deze overname zijn kansen in de regio kan verruimen. “Het besef dringt door dat wij als Afrikanen de omstandigheden en de uitdagingen in Afrika kunnen begrijpen. Beter dan wie ook zijn wij in staat om met oplossingen te komen.” Hij zegt dat wij expertise uit het westen wel nodig hebben, maar dat de eigendom in plaatselijke handen moet zijn. Ncube’s komst bij de M&G volgde op de aankondiging vorig jaar van The Guardian, dat deze graag wilde worden uitgekocht door een ‘empowerment-bedrijf’ omdat “de krant eigenlijk in handen moet zijn van een Afrikaans bedrijf en niet van een buitenlandse, blanke mediagroep”. The Guardian wilde echter niet verkopen als de redactionele onafhankelijkheid van het blad niet was gewaarborgd. Het blad had aanzienlijke verliezen geleden, tot twaalf miljoen rand in één jaar en 50 miljoen rand in de afgelopen tien jaar. Ncube moest garanderen dat hij voldoende financiële reserves had om de krant de komende paar jaar op de been te houden. Nawaal Deane is journalist van de Mail & Guardian
[email protected] Meer informatie: www.mg.co.za - Mail & Guardian Online
3
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
2 Verkoop van M&G wakkert uitingen van vreemdelingenangst aan Afrika’s nieuwe mediamagnaat
door Nawaal Deane
Dat een Zimbabwaan nu de eigenaar is geworden heeft in de Zuid-Afrikaanse media tot een felle discussie geleid, waarin tot uiting komt dat de angst voor vreemdelingen nog altijd duidelijk aanwezig is in de nieuwe democratie. Toen The Guardian aankondigde zijn meederheidsbelang te willen verkopen was Ncube één van de vier kandidaten. Onder de andere drie was een grote binnenlandse mediagroep New Africa Investment Ltd onder directie van Saki Macozoma en de broer van president Thabo Mbeki, Moeletsi Mbeki. Na de aankondiging van de verkoop voer Mbeki uit tegen The Guardian, die hij beschuldigde van vooringenomenheid tegen Zuid-Afrikanen met banden met de regering. In een krant zei hij: “Vanaf het begin hebben de Engelsen de opzet gehad de krant per sé aan iemand te verkopen die geen sympathisant is van de regeringpartij.” Hij zei dat de M&G hoe dan ook een buitenlands bedrijf is. “Buitenlanders die aan buitenlanders hebben verkocht.” Zuid-Afrikaanse waarden Ook de vooraanstaande vakbondsjournalist Snuki Zikakala gaf uiting aan zijn xenofobische gevoelens door The Guardian ervan te beschuldigen de krant aan Ncube te verkopen om ervoor te zorgen dat die niet “in verkeerde handen” zou vallen. In een ingezonden brief in een dagblad stelt hij de vraag: “Waarom vinden Zuid-Afrikanen het goed als de media worden beheerst door buitenlanders, door mensen die de ZuidAfrikaanse waarden niet delen en die de geschiedenis niet begrijpen en waar dit land naar toe gaat, door mensen die zich niet inzetten voor de transformatie van het land.” Ncube wuift die gevoelens weg. Volgens hem heeft de overname een uitermate goed onthaal gevonden bij de meeste Zuid-Afrikanen en komt deze houding voort uit afgunst waar niet veel aandacht aan hoeft te worden geschonken. Sterk merk Hij heeft concrete plannen voor de krant maar ook voor de regio. “De naam M&G is ijzersterk, maar de commerciële potentie daarvan is in de context van het nieuwe ZuidAfrika nog niet ten volle uitgebuit.” Volgens hem is de grootste uitdaging waar de M&G voor staat het te gelde maken van zijn goede naam. “De M&G moet meer zwarte lezers gaan trekken; dat is elementair voor het toekomstige belang en de commerciële levensvatbaarheid van de krant.”
4
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
Op de langere termijn voorziet hij voor zichzelf een regionale rol in de mediasector. De eerste stap op weg naar dit visioen kan hij nu zetten dankzij de plaats die de M&G inneemt in zuidelijk Afrika. “Wij laten ons opsluiten binnen de grenzen die ons verdeeld houden. Daar wil ik wat aan doen.” De M&G heeft de reputatie ‘tegen Thabo’ te zijn. De meeste belangrijke vertegenwoordigers van media en regering menen dat de krant is gericht tegen het ANC en in het algemeen tegen zwarte zakenlieden – en Ncube doet wat dit betreft niet of zijn neus bloedt. “Een krant wint er niets mee als zij zich zonder reden afzet tegen de status quo. In een jonge democratie als Zuid-Afrika zullen wij, als wij invloed willen uitoefenen, het gesprek moeten aangaan met de regeringspartij en de regering over zaken van nationaal belang.” Maar hij benadrukt dat de M&G niet “buigt voor de machtigen”. Met deze uitspraak heeft hij een stortvloed aan stukken ontketend op de opiniepagina’s van verschillende kranten, waarin werd gespeculeerd over de vraag of aan de redactionele integriteit van het M&G getornd zal worden, nu Ncube het bezit. “Door deze strategie zo publiekelijk te gepresenteren, zal bij het wispelturige kleine groepje liberale lezers van de krant ongetwijfeld het idee post vatten dat het allemaal één grote uitverkoop is om het vuige gewin,” aldus Chris Moerdyk in een marketing-column in een van de zondagskranten. Zelfcensuur en overbeleefd Ncube rakelde de zaak nog meer op toen hij in een interview kort geleden zei dat er tekenen waren dat Zuid-Afrika dezelfde kant op gaat als Zimbabwe, met media die zich onderwerpen aan zelfcensuur en die zich overbeleefd uitlaten over het gezag. “Ik maak mij zorgen over de parallellen [tussen Zuid-Afrika onder leiding van het ANC en Zimbabwe onder leiding van Zanu-PF]: een zekere mate van onverdraagzaamheid, van niet in staat zijn tegengestelde meningen een plaats te geven of het gesprek ermee aan te gaan, en een neiging te veronderstellen dat eenheid betekent dat wij allemaal hetzelfde moeten denken.” Het gevolg was misbaar van diverse regeringsfunctionarissen, die Ncube verweten ‘Afro-pessimist’ te zijn. Ncube verdedigde zich door te zeggen dat hij niet goed begrepen was, maar deze uitspraak maakte hem niet erg populair. De Sunday Independent wijdde een commentaar aan Ncube’s uitspraken: er zou absoluut geen sprake zijn van overeenkomsten tussen de twee landen. “Ncube, je zit ernaast met je vergelijking tussen Zimbabwe en Zuid-Afrika. Mbeki gaat heus niet in strijd met de grondwet land inpikken... Als hij dat zou proberen maakt hij geen enkele kans.” De nieuwe eigenaar van de M&G laat zich allerminst op stang jagen en gaat op de ingeslagen weg voort. In de maand augustus, zo heeft hij trots gemeld, is er winst gemaakt. Hij maakt zich niet druk over de discussie die hij in Zuid-Afrika heeft losgemaakt – hij heeft het gevoel dat de mensen zich veel te veel laten opjagen door ego’s. “Mensen richten zich vooral op de grootheid van persoonlijkheden in plaats de grootheid van instellingen. Als ik weg ben, moet de M&G nog steeds bestaan.”
5
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
Nawaal Deane is journalist van de Mail & Guardian
[email protected] Meer informatie: www.mg.co.za Mail & Guardian Online
6
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
3 Samenwerken als een onvoorziene bijwerking Commentaar: Partner Consultatie door Jeanette Minnie
De bijeenkomsten van NiZA-partners in de SADC-regio – NiZA is actief in twaalf van de veertien landen van de Southern African Development Community – spelen een steeds belangrijker rol. Tijdens deze ontmoetingen ontplooien organisaties van media-activisten uit de regio hun netwerkactiviteiten. Dit gebeurt vanzelf, als een onvoorziene bijwerkingvan NiZA’s zoeken naar gelijkheid en integriteit in de Noord-Zuidbetrekkingen. Bij deze besprekingen zijn het niet alleen de individuen die netwerken, maar ook organisaties en aparte sectoren van organisaties houden zich ermee bezig. Het is tegenwoordig een mantra van iedereen die zich bezighoudt met niet-gouvernementele instellingen en civil society: strategische samenwerking tussen organisaties in de nonprofitsector kan leiden tot een beter en blijvend resultaat. Doeltreffende samenwerking leidt tot een doelmatiger gebruik van schaarse middelen als tijd, geld en mensen. En het effect op de gemeenschap waarop men zich richt is ook sterker en duidelijker. Het was dan ook een aangename ervaring mee te maken hoe enthousiast de mogelijkheden tot samenwerking werden onderzocht tijdens NiZA’s laatste partnerconsultatie. De consultatie vond plaats in Namibië in september 2002. Ongeveer twee-derde van veertig partnerorganisaties van NiZA’s Mediaprogramma in de regio namen deel aan de bijeenkomst. Werkelijke behoeften Officieel werd de consultatie gehouden als onderdeel van een ‘donor-evaluatie’ van het Mediaprogramma halverwege de rit, maar dat interesseerde de partners nauwelijks. Behalve dan waar het ging om een paar onthullende cijfers die lieten zien welke organisaties en landen het grootste deel van de ‘buit’ in de wacht hadden gesleept. In plaats daarvan namen zij de gelegenheid te baat om te zoeken naar overeenkomsten tussen organisaties, banden binnen en tussen sectoren te versterken, hier en daar een oude rekening te vereffenen en nieuwe bondgenootschappen te smeden. Hier uit voortvloeiend, hebben zij NiZA dan ook een reeks voorstellen voorgelegd die op beleidsmatig, procesmatig en structureel vlak moeten meehelpen deze zelfbedachte doelstellingen te bereiken. Of NiZA dit al dan niet goed uitkwam, maakten zij zich geen zorgen. Zegt NiZA immers niet altijd dat het Mediaprogramma zich moet richten naar de werkelijke behoeften van zijn partners? Niemand kan zich een beter resultaat wensen. Het versterken van de samenwerking tussen de partners was officieel niet het doel van deze consultatie. NiZA probeert al langer uitwisselingen en verbindingen tussen zijn partners tot stand te brengen. Tot nog toe vielen de resultaten niet mee. Het is alsof de partnerorganisaties nog niet goed voor ogen stond wat zij aan samenwerking zouden kunnen hebben. 7
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
Huwelijkse voorwaarden Voorafgaand vond een workshop plaats, die helaas niet door alle partners is bijgewoond. Deze was gericht op het leren onderkennen en versterken van het eigen kunnen. Hierdoor geholpen zijn organisaties uit eigen beweging op de partnerconsultatie gaan ontdekken hoe veel effectiever hun optreden kan zijn als zij zouden samenwerken. Een community-uitgeverij kreeg in de gaten hoe zij pleitbezorgers van de vrijheid van meningsuiting kan bijstaan. Groepen die zich inzetten voor de media besloten binnenkort een bijeenkomst te beleggen om elkaar op de hoogte te stellen van hun programma’s en projecten, om zo een basis te leggen voor een praktische samenwerking. Er waren nog meer verrassingen. Partners in de community-mediasector, tot op heden door NiZA ondergebracht en georganiseerd in twee afdelingen, te weten enerzijds de gedrukte pers en anderzijds de omroep, stemden in meerderheid voor het vormen van één groep. Degene die in de plenarie vergadering verslag deed van de betreffende werkgroep zei: “Dit was geen hemelse bruiloft, hoor; het had meer weg van het onderhandelen over huwelijkse voorwaarden.” Wij zijn allemaal benieuwd naar de volgende partnerconsultatie, om te zien of dit bondgenootschap zal standhouden. Jeanette Minnie adviseert NiZA op het gebied van vrijheid van meningsuiting. Zij was directeur van het Media Institute of Southern Africa (MISA) en van het Freedom of Expression Institute (FXI), Zuid-Afrika.:
[email protected]
8
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
4 ‘NiZA’s Media Programma heeft geen last van de mode’ Nieuws: Partner consultatie
door Marlies Lensink
“Je voelt je wel in je onderbroek staan tegenover alle partners”, zegt Bob van der Winden. “Ons hele plan werd toch grondig gefileerd.” Eind september vond in Windhoek de NiZA-partnerconsultatie plaats. Ruim de helft van de veertig NiZA media-partners was aanwezig bij de mid-term review, een evaluatie die halverwege de looptijd van een contract met financier PSO plaatsvindt. Dit jaar koos NiZA, op aandringen van PSO, voor een geheel nieuwe aanpak. “We wilden de organisaties veel meer betrekken bij de doelstellingen van het hele Media sector plan. Tot nu toe spraken we vooral met ze over hun eigen projecten en niet over het totale NiZA-beleid.” De afgevaardigden van de organisaties bleken dit een meer dan welkom idee te vinden. Ze leverden ongezouten kritiek. “Waar ze ons vooral op wezen was de administratieve molen waar het NiZA in vastzit. Dat zijn allemaal ingesleten paden die helemaal niet meer passen bij de snelle veranderingen in de ontwikkelingssamenwerking.” Wachttijden Zo was binnen PSO tot twee jaar geleden uitwisseling nog niet opgenomen in de mogelijkheden voor ‘technische assistentie’. Dat is nu veranderd. Van der Winden: “Ook duurt bij ons nog steeds te lang totdat een aanvraag is goedgekeurd en het project van start kan gaan: samen met PSO gaan we dat nu inkorten van vier tot twee maanden. Als partners in oktober een aanvraag doen, duurt het soms tot maart voordat ze hun geld krijgen. Voor kleine projecten is dat natuurlijk veel te lang.” NiZA deed de belofte dat het NiZA-monopolie op informatie over de partnerorganisaties doorbroken zal worden. Veel rapporten die voor iedereen waardevolle info kunnen bevatten, liggen nu in Amsterdam op de plank. “We zijn nu hard bezig een database te ontwikkelen die toegankelijk wordt voor alle partnerorganisaties.” We hopen deze in januari te lanceren. Van der Winden noemt de nieuwe aanpak ‘best eng’, maar uiteindelijk ‘verschrikkelijk de moeite waard’. “Je komt er achter dat mensen echt iets te melden hebben over je beleid. Normaal gesproken zijn wij voor hen toch vooral een zak geld, een financieringsmogelijkheid.” Netwerken Een ander verschijnsel in de ontwikkelingssamenwerking dat opeens hoogtij vierde in Windhoek was het netwerken. “De mogelijkheden die het NiZA ze daartoe biedt, bijvoorbeeld door bijeenkomsten als deze te organiseren, werden opeens voor 150
9
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
procent benut.” Al twee jaar lang probeerde NiZA haar partners met zachte drang aan het netwerken te krijgen. Aan deze methode wordt door ontwikkelings organisaties steeds meer waarde gehecht. Van der Winden zat tijdens een lunch aan tafel bij een man van de journalistiekopleiding van de Politechnic in Windhoek, die erg dringend op zoek was naar een docent Fotografie. “Toevallig zat Monty Cooper van Rhodes-university (Grahamstown, Zuid-Afrika) ook aan tafel. Die meldde dat hij binnenkort toch nog naar Namibië moest en dat hij wel een paar lessen wilde geven. Waarop iemand uit Zimbabwe zei: “vind je het leuk om die cursussen te geven? Wij kunnen ook nog wel iemand gebruiken.” Dat was dus geregeld. Al die mensen zouden elkaar zonder NiZA nooit hebben ontmoet.” Het is een klein voorbeeld van het nut van netwerken, zegt Van der Winden, er zijn ook grotere en meer formele: zo gaan via Samtran (Southern African media training network) trainingsorganisaties in Zuidelijk Afrika curricula (de samenstelling van cursussen) uitwisselen. Dan begint het groots te worden. Dat is echt een formeel netwerk.” Typische modeverschijnselen Maar het kan nog mooier: ook netwerken buiten de regio krijgen langzaam gestalte. “Als mensen directe banden hebben in een globaal netwerk is dat natuurlijk een veel duurzamere relatie dan die met ontwikkelingsclubs. Ontwikkelingshulp is namelijk geen eindeloos verschijnsel, ik zie een langzame trend richting het afbouwen daarvan. Als bijvoorbeeld opleidingen journalistiek in het zuiden directe contacten hebben met westerse opleidingen, is er veel directer draagvlak voor verdergaande uitwisseling, dan via ontwikkelingsorganisaties als NiZA.” Van der Winden is de eerste om toe te geven dat het ‘typische modeverschijnselen’ zijn die tijdens de vijf dagen in Windhoek op de agenda stonden. “Maar wij pretenderen dat we geen last van de mode hebben: bij ons zijn het geen loze kreten. Uiteindelijk zijn wij wel een organisatie die echt iets doet met de discussie die momenteel woedt.” Nu heeft het NiZA het volgens hem ook relatief makkelijk. “Mediaorganisaties zijn vaak dynamisch en brutaal. De gezondheidszorg is natuurlijk een veel logger geheel, ook in andere werelddelen. Maar het is ook goed om in een relatief makkelijk hoekje te beginnen. Als er één organisatie is die de nieuwe verhoudingen in de praktijk kan brengen zijn wij dat wel. Wij hebben als voormalige anti-apartheidsorganisaties een solidariteitsachtergrond en geen charitas verleden. Als wij het niet doen, kan niemand het.” Het maakt het werk er voor de medewerkers van donor-organisaties ook een stuk leuker op. Van der Winden kreeg een flinke portie energie door de ontwikkelingen in Windhoek. “Ik loop gewoon te zweven.”
10
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
5 Nonnen en priesters als journalist bij Rádio Eccléssia in Angola Partnerprofiel door Inge Ruigrok
Rádio Ecclésia is bezig om in Angola een FM-netwerk op te zetten. De katholieke zender wil daarmee de verste uithoeken van het land bereiken. Het station is, na bijna twintig jaar lang de mond te zijn gesnoerd, sinds 1997 weer in de lucht. Rádio Ecclésia is een luis in de pels van de Angolese overheid, omdat het ernaar streeft alternatieve en vaak afwijkende meningen te laten horen. De FM-plannen van Rádio Ecclésia hebben alles te maken met het hernieuwde vooruitzicht op vrede in Angola. Nu het Angolese leger en de UNITA-rebellen in april een wapenstilstand hebben getekend, moeten er binnen twee jaar verkiezingen komen. Het katholieke radiostation is vastbesloten zo veel mogelijk verschillende meningen aan het woord te laten. “De meeste mensen kennen uitsluitend het geluid van de regering”, zegt Jose Paulo, hoofdredacteur van Rádio Ecclésia. “Er is geen onafhankelijke zender die de dorpen bereikt en feitelijk vertelt wat er is gebeurd.’ De overstap naar stereo betekent dat niet langer kan worden uitgezonden via de korte golf met zijn beperkte bereik. Rádio Ecclésia richt FM-zenders in in Benguela, Huambo en de veertien andere belangrijkste steden van het land. Aanvankelijk zullen die alleen het signaal uit Luanda doorgeven, maar later zullen er ook lokale programma’s komen. Satellieten zullen zorgen voor de verbinding tussen de lokale FM-zenders, maar maken ook datatransmissie naar de stations in de regio mogelijk. Het nieuwe netwerk, waaraan onder andere NiZA een financiële bijdrage levert, moet eind 2003 in bedrijf zijn. Landmijnen Sinds het einde van het conflict is de berichtgeving over de toestand in het land vergemakkelijkt, zegt Jose Paulo. ‘UNITA heeft de oorlog verloren en probeert nu een politieke partij te worden. Zij doen er alles aan hun boodschap over te brengen en zijn tegenwoordig toegankelijker.’ Ook logistiek gezien is de nieuwsgaring nu minder moeilijk. Gebieden die voorheen niet betreden konden worden zijn weer opengesteld. Rádio Ecclésia stuurt binnenkort een radioploeg van Luanda over land naar Zambia, door de provincie Moxico. Dat is voor het eerst sinds 25 jaar,’ zegt Paulo. ‘Door de toestand konden wij nooit zo diep Angola in. Zelfs als de wegen open waren was het een te groot risico onze reporters op pad te sturen. Maar de veiligheid is nu geen probleem meer, je kunt overal naar toe. Een paar weken geleden zijn journalisten uit Zuid-Afrika via Namibië Angola binnengekomen en door het land gereisd, zonder enige moeite. Het enige is dat de wegen erg slecht zijn, en de landmijnen baren ons zorgen. Zelfs soldaten weten niet waar ze liggen; ze staan niet aangetekend op kaarten.’
11
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
Kidnappers Maar de overheid heeft sommige oude gewoonten nog niet afgeschud. Vanaf het begin, eind 1954, zijn Rádio Ecclésia en zijn medewerkers om hun uitzendbeleid onderworpen geweest aan heel wat getreiter van officiële zijde. De zender bleef nieuws over de burgeroorlog uitzenden ook nadat het Angolese gezag dat impliciet verboden had, en was zo één van de weinige overgebleven bronnen van informatie over wat er in het land werkelijk gaande was. Veel medewerkers van Rádio Ecclésia hebben in de loop der jaren om politieke redenen het land moeten verlaten; tot maart 1997, toen de zender opnieuw begon, is er bijna twintig jaar niet uitgezonden. De politieke situatie mag nu geheel anders zijn, de overheid houdt haar deur potdicht. ‘Een interview met een minister is haast onmogelijk, of zelfs maar het verifiëren van informatie,’ zegt Jose Paulo, die in juni 2000 zelf in de straten van Luanda door vier gewapende mannen werd gekidnapt na een live-uitzending van Rádio Ecclésia van een debat over de rol die olie en diamanten speelden bij het aanjagen van het Angolese conflict. De auto van de kidnappers kwam echter vast te zitten op een onverharde weg in de bush, waarbij Paulo wist te ontsnappen terwijl er op hem geschoten werd. ‘Veel functionarissen durven niets te zeggen,’ vertelt Paulo. ‘Toen wij het Ministerie van Communicatie van onze uitbreidingsplannen op de hoogte stelden, kwam er geen antwoord. In plaats daavan merkten wij dat zij zelf ons project begonnen uit te voeren. De regeringszender probeert zijn bereik ook uit te breiden. In zekere zin is dat goed, want nu kunnen wij concurreren.’ Maar de overheid speelt het volgens Paulo niet eerlijk. Het station sluiten durven zij niet en dus heeft gezag zijn toevlucht genomen tot het opkopen van de meest getalenteerde medewerkers van Rádio Ecclésia. ‘Zeven journalisten hebben ons al verlaten; die werken nu bij de staatstelevisie of de staatsradio. Ze boden hen 1000 dollar in de maand, een auto een mooi huis. Zo worden wij met opzet verzwakt. Wij moeten onze programma’s nu brengen met nieuwe mensen.’ Nonnen en priesters Jose Paulo heeft besloten journalisten in dienst te nemen die meer voeling hebben met de christelijke identiteit van de radiozender: nonnen en priesters. ‘Die hebben net hun studie achter de rug aan een katholieke universiteit in Portugal en het zijn goede journalisten. Maar het belangrijkste is dat de regering ze nooit zal weten te paaien. En dan hebben wij nog de oude staf die bij ons blijft, omdat zij op contracten werken waarin staat dat zij niet binnen vijf jaar bij de zender weg mogen.’ Met deze nieuwe strategie en de overstap naar stereo hoopt Rádio Ecclésia klaar te staan voor de aanloop tot de verkiezingen. Er zitten veel nieuwe programma’s aan te komen; een daarvan gaat volgens de titel, vertaald uit het Portugees, over het ‘aan het licht brengen van de waarheid’.
12
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
‘Dat zal gaan over wat er in werkelijkheid in de oorlog is gebeurd, over de waarheid die niemand kon vertellen,’ licht Paulo toe. ‘Wij zijn al mensen aan het interviewen. Zij willen heel graag praten, merken wij. Zij willen vertellen wat zij van het land, van hun leven vinden. Dat is het soort programma’s die wij willen uitzenden als de radiozender eenmaal alle provincies bereikt.’ Inge Ruigrok is freelance journalist
[email protected] Meer informatie: www.recclesia.org
13
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
6 De tentakels van Hivhop Voorpublicatie evaluatierapport Hivhop door Thomas Gesthuizen
Een octopus, zo wordt de projectstructuur van Hivhop genoemd in een nieuw te verschijnen evaluatierapport van NiZA. De vergelijking lijkt passend: in de twee jaar sinds de start van Bush Radio's project rond het gebruik van hiphop als medium zijn er tientallen tentakels gegroeid in de vorm van initiatieven in Kaapstad, Amsterdam en Tanzania. Een korte voorpublicatie van het rapport door medeauteur Thomas Gesthuizen. Foto: Thomas Gesthuizen ©
De octopus heeft zich stevig verankerd en vanuit het centrale zenuwstelsel in Kaapstad gaan er af en toe nieuwe impulsen naar de uiteinden. Het leven volgt de kunst, zo lijkt het, want hiphop als expressievorm heeft een vergelijkbare non-lineaire structuur. Die wordt bijvoorbeeld zichtbaar in de graffitikunst met zijn ogenschijnlijk onontwarbare teksten, de hiphopbeats die in een paar minuten talloze fragmenten uit de muziekgeschiedenis de revue laten passeren, en de rapteksten die een dichte structuur van verwijzingen vormen. Het Hivhop-project heeft zich deels ontwikkeld langs de lijnen van de bestaande Kaapse, Amsterdamse en internationale hiphop-scenes. Persoonlijke contacten en netwerken speelden een belangrijke rol in het mobiliseren van deelnemers. De zuignappen van de octopus hechtten zich daar waar een goede voedingsbodem was. Radioshow Het oorspronkelijke doel van Bush Radio en NiZA was het uitbouwen van de wekelijkse hiphopradioshow tot een effectief communicerend medium van ontwikkeling. Het evaluatierapport beschrijft hoe dit doel zich mengde met andere belangen die zich aandienden, waaronder de noodzaak van het ontwikkelen van een aids-voorlichtingcampagne gericht op de Kaapse jeugd. Omdat er noch in Zuid-Afrika noch in Nederland werd gehamerd op een eenduidige richting, ontwikkelde Hivhop zich in twaalf maanden tot een complex project met internationale activiteiten die niet allemaal onderling in verband stonden. Volgens coördinator Shaheen Ariefdien zag men bewust af van een rigoureus gestructureerde projectaanpak, want: "Zo werken wij niet hier bij Bush Radio. Alles is verbonden met elkaar en alle resultaten zijn leerzame ervaringen."
14
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
Onbegrip Met Hivhop gelieerd aan NiZA’s Media Programma vonden er diverse internationale uitwisselingen plaats tussen Kaapstad, Amsterdam en Dar es Salaam (Tanzania). De verschillende achtergronden en belangen van de deelnemende partijen waren een bron van inspiratie en kennis, maar ook van wrijvingen en onbegrip. In veel gevallen kwam dat voort uit gebrekkige communicatie tussen Nederland en Zuid-Afrika. Rapper Shameema van de Kaapse rapgroep Godessa nam deel aan workshops bij Bush Radio. Ze verdiepte zich in thema's die de samenleving aangaan zoals aids en drugs, vanuit de gedachte dat een rapper die haar publiek voorlicht, zelf het nodige moet weten over het onderwerp. Vervolgens werd ze uitgenodigd om in het kader van Hivhop naar Nederland te komen. Tegen haar verwachting in stond het creëren van bewustzijn rond Aids niet op het programma en werd ze geacht mee te werken aan een voorstelling met hiphoptheatergroep Made in da Shade die te zien was in Frascati te Amsterdam. Toch was de uitwisseling volgens Shameena geen verspilde moeite: "Ik heb veel geleerd; expressie, performance, management, enzovoort." Het Amsterdamse publiek zag een energieke, interactieve voorstelling waarin thema's als gender, armoede en de werking van de massamedia aan de orde kwamen. Domino De uitwisselingen boden de artiesten een kans om meer ervaring op te doen, maar een belangrijker gemene deler van de Hivhop-uitwisselingen lijkt te liggen op het vlak van empowerment en bewustwording. De betrokkenen putten onder meer uit de geschiedenis van de Amerikaanse en later ook lokale rap, waarin zelfontplooiing en identiteit belangrijke thema's vormen. In de huidige hiphopcultuur komen die niet altijd goed uit de verf. Wie met het Hivhop-team op Bush Radio in aanraking komt, raakt al snel enthousiast over de manier waarop amusement en informatie worden samengevoegd in een bijzonder soort hiphopactivisme, geleid met respect voor het luisterpubliek en de deelnemers aan de projecten, en met een positieve kijk op ontwikkeling. Shaheen Ariefdien: "Ik geloof in het potentieel van de menselijke geest. De menselijke geschiedenis is door vele plagen gegaan en heeft ze overwonnen. Het heeft apartheid meegemaakt. Natuurlijk ben ik een optimist; dit is domino, en er gaan meer dominostenen vallen.” Headwarmers De overtuiging van Shaheen en de zijnen dat kleine initiatieven grote gevolgen kunnen hebben, spreekt onder meer uit de wekelijkse workshops op Bush Radio voor beginnende rappers. Ze praten onderling, of met gastsprekers, over uiteenlopende onderwerpen. Hivhop is op die manier een laagdrempelig project, zeer lokaal gericht en met een bescheiden budget. Dicht op het maaiveld lijkt ook het meest aantoonbaar resultaat te worden geboekt. Dat blijkt onder meer uit de actieve participatie aan Bush-activiteiten door scholieren die via Hivhop binnenkwamen, en in de feedback van luisteraars tijdens Headwarmers, de
15
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
wekelijkse hiphopshow waarmee het ooit allemaal is begonnen. In het jaar 2002 heeft Hivhop en de financiële projectsteun via NiZA zich dan ook op de activiteiten direct rond Bush Radio gericht. Dwarsverbanden Terwijl de wekelijkse uitzendingen en workshops op Bush Radio doorgaan, roeren de 'tentakels' van het project zich onder meer in Amsterdam. Eerdere deelnemers zijn enthousiast over wat ze geleerd hebben uit de samenwerking. Ze willen graag in een of andere manier verder met Zuid-Afrika. Tussen een aantal deelnemers bestaan nog informele contacten via e-mail. Zo planden de Kaapse rapper Devious en de Tanzaniaanse rapgroep X Plastaz een gezamenlijk optreden op een aidsconferentie van KIT in Amsterdam (december 2002) die niet direct aan Hivhop is gekoppeld, maar wel direct voortkomt uit de thematiek die is aangeboord in het project. Op basis van eigen ervaringen en het evaluatierapport buigen Bush Radio en NiZA zich momenteel over de vraag op welke manier Hivhop kan worden voortgezet. Vragen die daarbij aan bod komen zijn onder meer de meetbaarheid van projectresultaten, de projectleiding en de wenselijkheid van het uitdragen van Hivhop als format naar andere community-radiostations. Thomas Gesthuizen was namens zijn Stichting Madunia betrokken bij verschillende fasen van het Hivhop-project. Hij heeft het evaluatierapport geschreven, samen met Richard Thon en Tony Samara.
[email protected]
Meer informatie: www.bushradio.co.za www.africanhiphop.com www.madunia.nl
16
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
7 Jamal is blij dat ‘zijn’ radio discussie oproept Interview door Marlies Lensink
Siraj Jamal is eigenlijk leraar. Zeven jaar geleden begon hij met het radio maken met en voor kinderen bij Bush Radio, een communityradiozender in Kaapstad. Als vrijwilliger. Maar Crew (children’s radio education workshop) werd zo’n succes, dat hij twee jaar geleden full-time overstapte naar Bush Radio (een partner van het NiZA). Het project kreeg inmiddels navolging bij een aantal andere radio-stations op de Westkaap. "Het was absoluut noodzakelijk dat er een kinderprogramma voor kinderen zou komen", zegt Jamal tijdens A la carte Zuidelijk Afrika, 5 oktober in het KIT. ‘De stem van kinderen werd veel te weinig gehoord in Zuid-Afrika. Ik dacht: hoe kunnen we onze gemeenschap redden? Door daar verandering in te brengen. Door kinderen een mandaat te geven.’ De eerste groep kinderen was tussen de tien en dertien jaar oud. In het begin werden de kinderen streng begeleid. De onderwerpen werden voor hen aangedragen en ze kregen hulp bij het verzinnen van hun teksten. Maar al snel konden ze het af met een stuk minder hulp. "Ik was vanaf een bepaald moment de enige volwassene. Alles werd georganiseerd door de kinderen zelf." Betrokkenheid ouders Elke zaterdag van tien uur ‘s ochtends tot vier uur ’s avonds maken ze hun eigen radioprogramma’s. Aanvankelijk waren het vooral de kinderen uit iets welgesteldere milieus die op zaterdag naar de studio kwamen. Dat was niet Jamals bedoeling. Dus selecteerde hij via scholen in de townships kinderen die daar woonden. Bush Radio betaalt voor het vervoer naar de studio, en Jamal reed ze ook regelmatig heen en weer met zijn eigen auto. Van de ouders wordt wel betrokkenheid verwacht. ‘Op een gegeven moment leken wij meer op een kinderdagverblijf, waar kinderen de hele zaterdag vermaakt werden en een veilig onderkomen hadden. Maar dat was natuurlijk niet de bedoeling.’ De groep kinderen verandert steeds. Sommige komen al enkele jaren, andere vertrekken na een paar maand weer. ‘Die spelen liever voetbal, of komen er achter dat hun talenten toch ergens ander liggen.’ Maar gebrek aan jonge radiomakers is er nooit. Het steeds opnieuw moeten afwijzen van kinderen, vindt Jamal het allermoeilijkst. Tot nu toe deden meer dan tweeduizend jongens en meisjes mee aan het project.
17
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
Positief verbaasd In het begin was de groep in tweeën verdeeld. De blanken en kleurlingen maakten de ene keer samen radio en de andere keer waren het de zwarte kinderen. ‘Maar ze kregen steeds meer interesse voor elkaar. Dat gaat bij kinderen heel snel’, vindt Jamal. ‘Het resulteerde erin dat blanke kinderen voor het eerst in een township op bezoek gingen om daar radio te maken. Ze hadden gehoord dat het daar ontzettend gevaarlijk is, en alleen maar ellende, dus ze waren positief verbaasd. Dat is de eerste stap op weg naar nation building.’ Een andere positieve bijkomstigheid was de omgang tussen jongens en meisjes. De eerste bijeenkomsten snelden de jongens naar de technische apparatuur, zegt Jamal. ‘Ze deden een beetje stoer, zo van: dit is typisch iets voor ons. Ik heb bewust steeds meer meisjes dan jongens achter de knoppen gezet. Positieve discriminatie dus eigenlijk. Dat heeft erg geholpen, want nu kijkt echt niemand er meer van op als meisjes de techniek doen.’ Verder leren de kinderen veel over ethiek. Natuurlijk een belangrijk onderwerp in de journalistiek. Jamal: ‘Waar leren ze dat beter dan bij ons in de praktijk?’ Gefronste wenkbrauwen In 2000 stelde de Bushkids het African charter on children’s broadcasting op. Een jaar later werd de charter zelfs besproken en geratificeerd in een conferentie van de Gemenebest. Kwesties die aan de orde kwamen waren: In hoeverre moet radio ingezet worden als educatiemiddel? Hoe kan kinderradio zorg dragen voor de instandhouding van tradities? Wat is de invloed van globalisering? Wat mogen kinderen wel/niet zeggen op de radio? Over de laatste vraag is men het in Kaapstad lang niet altijd eens. ‘De programma’s die onze kinderen maken zorgen geregeld voor gefronste wenkbrauwen. Laatst hadden we een tienjarig jongetje dat nogal harde uitspraken deed over de kwestie Israël-Palestina. Dat vonden sommige mensen een schande.’ Maar Jamal is juist blij dat ‘zijn’ radio discussie oproept. En wat de kinderen zelf het belangrijkste vinden volgens hem? ‘Zij zeggen: we willen in Zuid-Afrika meer lol hebben’, weet hij. ‘Er zijn moslimkinderen die ‘s ochtends om acht uur naar school gaan. Als ze om half één klaar zijn, moeten ze meteen door naar een speciale moslimschool. Daarna is er nog huiswerk. Voor creativiteit en plezier is geen tijd meer. Daar kan Crew misschien iets aan doen.’ Marlies Lensink is freelance journalist
[email protected]
18
NiZA MediaNews 07 - oktober 2002
8 Zapiro: Checking for Reds
Zapiro © - oktober 2002
19