Zwembad warmtepomp Gebruikershandleiding Installatiehandleiding KS70R
KS90R
KS120R
KS120R3F
KS1500R3F
KS200R3F
WWW.HOME-APPLIANCE.NL NLRMFEB08
Inhoudsopgave 1. 2 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Vooraf ................................................................................................. pag. 3 Waarschuwing ................................................................................... pag. 4 Beschrijving van de warmtepomp ..................................................... pag. 5 Technische specificaties warmtepomp .............................................. pag. 7 Werking van de warmtepomp ........................................................... pag. 8 Stroomdiagram .................................................................................. pag. 9 Bedrijfscondities ............................................................................. pag. 11 Sensoren en beveiligingen .............................................................. pag. 11 Installatie ......................................................................................... pag. 12 9.1 Plaatsing .................................................................................... pag. 12 9.2 Leidingwerk ............................................................................... pag. 12 9.3 Elektronica ................................................................................. pag. 14 Inbedrijfstelling ................................................................................ pag. 15 Beschrijving van het bedieningspaneel ............................................ pag. 17 Gebruiksaanwijzing bediening ......................................................... pag. 17 Schoonmaak en onderhoud .............................................................. pag. 19 Winterklaar maken .......................................................................... pag. 19 Storingsmeldingen .......................................................................... pag. 20 Problemen en oplossingen .............................................................. pag. 21 Elektrisch schema ........................................................................... pag. 22 Overige aanbevelingen .................................................................. pag. 24 Specificaties .................................................................................... pag. 25
2
1. Vooraf Gefeliciteerd met de aankoop van deze warmtepomp! Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe warmtepomp. Om optimaal gebruik te maken de warmtepomp adviseren wij u deze installatie- en gebruikershandleiding door te lezen en de aanwijzingen op te volgen. Controleer de goederen: enige beschadiging als gevolg van het transport moet binnen 48 uur gemeld worden aan de leverancier. Gebruik van deze handleiding: de installateur van de zwembad warmtepomp heeft deze handleiding nodig. Bewaar deze handleiding zorgvuldig voor toekomstig gebruik. Regelgeving m.b.t. de installatie: de installatie moet worden geïnstalleerd met inachtneming van de plaatselijk geldende wetten en regels door een persoon gekwalificeerd voor deze taak. Fouten in de installatie kunnen leiden tot schade aan mens, dier en milieu. De leverancier kan op generlei wijze verantwoordelijk worden gehouden voor deze schade. Gebruik van de zwembad warmtepomp: de zwembad warmtepomp kan alleen worden gebruikt waarvoor hij is bedoeld. Gebruik voor een andere toepassing dan waarvoor deze bedoeld is, kan leiden tot gevaarlijke situaties. Het is essentieel de maximale watertemperatuur zoals opgegeven door de leverancier van uw zwembad niet te overschrijden. Probeer in het geval van uitval of schade aan de warmtepomp deze niet zelf te repareren maar contacteer uw leverancier. Voordat u enige vorm van onderhoud aan de warmtepomp pleegt, is het noodzakelijk dat u de stroomtoevoer naar de warmtepomp afsluit. Voer regelmatig onderhoud aan de pomp uit; raadpleeg deze handleiding voor instructies. In het geval van (door-)verkoop aan derden is het essentieel dat deze handleiding bijgevoegd wordt. Door de continue verbeteringen die wij aan onze producten doorvoeren, kan het zijn dat de specificaties, schema´s of foto´s van de producten afwijken.
3
2. Waarschuwing! Verkeerde omgang met de warmtepomp kan ernstige schade aan mens en machine toebrengen en resulteren in persoonlijk letsel. Controleer de geschiktheid van de warmtepomp vóór installatie. Ga niet op de warmtepomp staan of zitten of probeer deze te verplaatsen. Houd kinderen uit de buurt van de warmtepomp. Zorg voor een vrije luchttoevoer naar de ventilator. Kijk uit voor vingers, takken en andere zaken. De ventilator draait met hoge snelheid en kan ernstige verwondingen veroorzaken. Houd de luchttoevoer naar de ventilator vrij van bladeren e.d. In het geval van een vreemde geur en/of brandlucht, schakel de warmtepomp onmiddellijk uit en verbreek de stroomtoevoer. Maak de warmtepomp niet schoon met een overvloed aan water, dit kan de warmtepomp binnendringen en de isolatie beschadigen. Gebruik ook geen hoge druk reiniger. Zorg dat de stekker schoon en droog blijft. Raak een stekker niet met natte handen aan. Verbreek de stroomtoevoer niet tijdens bedrijf. Schakel altijd eerst de warmtepomp uit. Ga verstandig om met de stroomtoevoer. Zorg voor een deugdelijke aarding. Gebruik van reinigende middelen: Voor een optimale werking van de warmtepomp mag het zwembadwater maximaal bevatten: 2,6 mg/l chloor 5,6 mg/l bromine pH: tussen de 6,5 en 8,0. Zie ook de overige aanbevelingen (pagina 24) aan het einde van deze handleiding.
4
3. Beschrijving van de warmtepomp BUITENZIJDE
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Anti-trillingsvoet Beschermingskap ventilator (blaaszijde) Bedieningspaneel Watertoevoer (in) Waterafvoer (uit) Drukopnemer Behuizing
* Afhankelijk van uw type kunnen bovenstaande gegevens afwijken.
5
3. Beschrijving van de warmtepomp BINNENZIJDE
1. 2.
Voorpaneel Bedieningspaneel kap 3. Bedieningspaneel 4. Foamscherm 5. Scherm 6. Uitlaatpijp 7. 4-wegklep 1 8. Compressor 9. Hoge druk onderbreker 10. Lage druk onderbreker 11. 4-wegklep 2 12. Gas retourpijp 13. Titanium warmtewisselaar 14. Zijpaneel rechts
15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
Stroomkabel Achterpaneel Afsluitkraan Druk manometer Gas injectieventiel Terminal AC omzetter Switch Elektronica behuizing Printplaat Condensator motor Condensator compressor Frame Voet
* Afhankelijk van uw type kunnen bovenstaande gegevens afwijken.
6
29. 30. 31. 32. 33. 34.
Ontdooisensor Filter Eenwegklep Capillair Capillair Beschermingsgaas achter 35. Condensor 36. Condensor afdekking 37. Steun 38. Beschermingsgaas links 39. Bovenpaneel 40. Motorbehuizing 41. Ventilatormotor 42. Ventilator
4. Technische specificaties warmtepomp
MODEL Voeding Capaciteit (kW) Opgenomen vermogen (kW) Nominale stroom (A) COP (W/W) Luchtstroom (m3/u) Koelmiddel Gem. vulling (gr.) Geluidsdruk (dB(A)) Netto gewicht (kg) Afmeting verpakking LxBxH (mm)
KS70R Heat Cool 230V, 50Hz, 1 fase 5.0 7.0 1.6 7.3
1.6 7.3
KS90R Heat Cool 230V, 50Hz, 1 fase 10.0 8.0 2.2 10.0
2.3 10.5
KS120R Heat Cool 230V, 50Hz, 1 fase 12.0 9.0 2.9 13.3
2.9 13.3
KS1203F Heat Cool 380V, 50Hz, 3 fase 12.0 9.0 2.9 4.5
2.9 4.5
KS150R3F Heat Cool 380V, 50Hz, 3 fase 15.0 10.0 3.65 5.6
3.5 5.4
KS200R3F Heat Cool 380V, 50Hz, 3 fase 13.6 20.0 4.9 7.4
5.4 8.2
4.4 2000 R410A 1200 < 52 56
4.2 2200 R410A 1850 < 54 65
4.0 2800 R410A 2000 < 56 82
4.0 2800 R410A 2000 < 56 82
4.2 3600 R410A 2050 < 62 100
4.1 4400 R410A 3000 < 64 128
999/380/560
1145/435/645
1145/420/760
1145/420/760
1265/470/790
1265/470/1195
* Werkelijke gegevens kunnen afhankelijk van installatie en klimatologische omstandigheden afwijken. Aan de gegevens in de tabel kunnen geen rechten worden ontleend. De capaciteit bij verwarmen in gebaseerd op een water-inlaattemperatuur van 18ºC en een buitentemperatuur van 20ºC (DB)/ 18ºC (WB). In het geval van afwijkende waarden tussen deze tabel en de beschrijving op de warmtepomp dient u de gegevens op de warmtepomp te volgen. Geluidsdrukmeting in laboratorium gedurende normaal bedrijf.
7
5. Werking van de warmtepomp Door gebruik van de energie in de lucht is de warmtepomp in staat om op een goedkope en energiezuinige manier uw zwembadwater te verwarmen. De warmtepomp is in staat om warmte uit een omgeving met een lage temperatuur (de buitenlucht) te ontrekken en om te zetten in warmte voor een omgeving met een hogere temperatuur (zwembadwater). Er zijn twee verschillende werkingsprincipes. De warmtepomp kan gebruikt worden om uw zwembadwater te verwarmen en om het water te koelen. Zie ‘gebruiksaanwijzing bediening’ om dit in te stellen. Verwarmingmodus: De warmte uit de buitenlucht wordt in de verdamper van de warmtepomp opgenomen door het koude, vloeibare koelmiddel. Het koelmiddel verdampt en wordt vervolgens door de compressor in druk verhoogd. Hierdoor stijgt de temperatuur van het koelmiddel. Dit koelmiddel geeft vervolgens in de warmtewisselaar zijn warmte af aan het zwembadwater. Hierdoor warmt het zwembadwater op en verliest het koelmiddel zijn warmte. De druk van het koelmiddel is vervolgens verlaagd en het koelmiddel is weer gereed om warmte van de buitenlucht op te nemen. Koelmodus: Door de 4-wegklep kan het bovenstaande proces worden omgekeerd. De warmtewisselaar wordt dan verdamper en de verdamper wordt dan warmtewisselaar. Op deze manier kan de warmte van het zwembadwater (of een andere waterbron) worden gebruikt voor het verwarmen van de omgevingslucht en kan het zwembadwater gekoeld worden, bijvoorbeeld bij gebruik als dompelbad voor bij een sauna. Zie ook de het stroomdiagram van het koelmiddel op de volgende pagina´s.
8
6. Stroomdiagram VERWARMEN: 4-wegklep 2 Verdamper Manometer
Hoge druk beveiliging
Capillair 2
Capillair 1
4-wegklep 1
Koudemiddel vulventiel Lage druk beveiliging
Titanium warmtewisselaar Compressor
KOELEN: 4-wegklep 2 Condensator Manometer
Hoge druk beveiliging
Capillair 2
Capillair 1
4-wegklep 1
Koudemiddel vulventiel Lage druk beveiliging
Titanium warmtewisselaar Compressor
9
7. Bedrijfscondities De warmtepomp is in principe alléén geschikt om in de zomer te gebruiken (wanneer de buitentemperatuur gemiddeld ruim boven de 7ºC blijft.) Algemeen: De warmtepomp is beveiligd met een thermische stop. Indien de temperatuur van de buitenlucht daalt tot beneden +7ºC stopt de warmtepomp automatisch. De warmtepomp begint weer indien de temperatuur van de buitenlucht weer boven de +12ºC uitkomt. (De marge van 5ºC is ter bescherming van de warmtepomp.) Indien de buitentemperatuur laag is, kan een dunne laag ijs op de verdamper ontstaan. Dit is normaal*, de warmtepomp zal regelmatig in de ontdooi-modus schakelen. Indien de zomer ten einde loopt, moet u de warmtepomp winterklaar maken. Zie hiervoor Winterklaar maken (pagina 19). * Zie ook Problemen en oplossingen (pagina 21).
10
8. Sensoren en beveiligingen De warmtepomp is uitgerust met 3 sensoren en 5 beveiligingen: — Een ontdooi-sensor geplaatst op de verdamper. Deze regelt de ontdooifunctie. — Een (water-) temperatuurssensor op de warmtewisselaar. Deze zorgt ervoor dat de warmtepomp uitschakelt wanneer de gewenste watertemperatuur is bereikt. De warmtepomp begint weer te werken wanneer de temperatuur 1ºC hoger of lager is dan gewenst (afhankelijk van ingestelde modus; koelen of verwarmen.) — Een (buitenlucht-) temperatuurssensor in de behuizing. Deze zorgt ervoor dat de warmtepomp uitschakelt bij temperaturen lager dan +7ºC. — Een waterdetector (flow switch/beveiliging) in de inlaat van de warmtewisselaar. Deze zorgt ervoor dat de warmtepomp uitschakelt bij te weinig water. — Een hogedrukbeveiliging in het koelsysteem. — Een lagedrukbeveiliging in het koelsysteem. — Een compressor temperatuursensor. Deze beveiligt de compressor tegen te hoge temperaturen. Foutmeldingen Indien één van bovenstaande sensoren en beveiligingen kapot gaat of een abnormale waarde meet, zal het dispay een error-code weergeven. Zie hiervoor de storingsmeldingen op pagina 20.
11
9. Installatie 9.1
PLAATSING
Houd voor installatie rekening met de volgende zaken: ·
— De warmtepomp moet direct buitenlucht kunnen aanzuigen. — De warmtepomp moet horizontaal op een stevige ondergrond (beton of — metaal) worden geplaatst. De ondergrond moet voldoende hoog zijn om (regen-)waterschade te voorkomen én om condenswater af te voeren. — Er moet een minimale vrije ruimte om de warmtepomp zijn: · Voorzijde: minimaal 2,5 meter (vrije aanzuiging buitenlucht) · Zijkanten: minimaal 50 centimeter · Achterzijde: minimaal 30 centimeter · Onderzijde: minimaal 15 centimeter (i.v.m. afvoer condenswater) — De warmtepomp moet bij voorkeur in een windstille omgeving worden geplaats. Zorg ervoor dat de ventilator niet uitblaast tegen de wind in. — De warmtepomp moet op minimaal 2 meter van het zwembad worden geplaatst; bij voorkeur in een andere ruimte. — Plaats de warmtepomp niet in de buurt een weg of verkeer om vervuiling door opspattend water en modder te voorkomen. — Indien de warmtepomp ook in de winter wordt gebruikt, dient deze binnen (in een schuur o.i.d.) te worden geplaatst om schade door bijvoorbeeld sneeuwval en bevriezing te voorkomen. Zorg wel dat de warmtepomp vrije buitenlucht kan aanzuigen en denk aan de afvoer van het condenswater! — Voorkom dat kinderen zonder toezicht in de buurt van de warmtepomp kunnen spelen. ···
·
Verkeerde omgang met de warmtepomp kan ernstige schade aan mens en machine toebrengen en resulteren in persoonlijk letsel. 9.2
LEIDINGWERK
Er moet een bypass tussen de toe- en afvoer van het zwembadwater te worden opgenomen (zie de schets op de volgende pagina). Gebruik standaard DN50 PVC leidingen met schroefdraadkoppelingen voor de toe- en afvoer van het zwembadwater. Bij gebruik van een andere leidingdiameter kan een goede werking van de warmtepomp niet worden gegarandeerd. 12
9. Installatie
De toe- en afvoerkleppen en de bypass-klep worden niet standaard meegeleverd en dienen zelf voorzien te worden. Het niet opvolgen van dit diagram kan gevolgen hebben voor de garantie op uw warmtepomp.
Klep 2: Afvoer Naar zwembad Klep 3: Bypass-klep
Van filterpomp Klep 1: Toevoer Condenswater afvoer
9.2
Voeding
LEIDINGWERK (vervolg)
Zorg voor een afvoerslang voor condenswater. Deze aansluiting zit aan de onderzijde van de bodemplaat.
13
9. Installatie 9.3
ELEKTRONICA
Waarschuwing: zorg ervoor dat de spanning van de warmtepomp is voordat u begint met het aansluiten van de elektronica! De aansluiting van de warmtepomp dient te worden gedaan door een daarvoor gekwalificeerd persoon volgens de plaatselijk geldende regels! Op pagina 24 e.v. vindt u de elektrische schema’s van de verschillende modellen. Voeding en zekering: De warmtepomp dient aangesloten te worden op een aparte groep met geschikte en voldoende zekering. Minimale zekeringswaarde: KS70R KS90R KS120R KS120R3F KS150R3F KS200R3F
230 Volt / 1 fase / 50 Hz 230 Volt / 1 fase / 50 Hz 230 Volt / 1 fase / 50 Hz 380 Volt / 3 fase / 50 Hz 380 Volt / 3 fase / 50 Hz 380 Volt / 3 fase / 50 Hz
16A (traag) 16A (traag) 20A (traag) 16A (traag) 16A (traag) 16A (traag)
Aanbevolen wordt om elk type warmtepomp met 20A (traag) af te zekeren. Voedingskabels: De lengte van de vaste voedingskabel bedraagt circa 5 meter. Indien u deze wilt verlengen, gebruik dan kabel van 3 x 2,5 mm2 voor de modellen op 230 Volt en 5 x 2,5 mm2 voor de modellen op 380 Volt. De maximale toegestane lengte bedraagt 12 meter. De stekker (indien niet reeds aangesloten) dient door een gekwalificeerd persoon en vrij van vocht en beschermd tegen water, neerslag enzovoorts worden bevestigd. Zorg voor een deugdelijke aarding! In de voeding van de modellen op 380 Volt moet een spannings-onderbreker worden opgenomen voor het snel spanningsvrij maken van de warmtepomp. Bij voorkeur wordt de warmtepomp direct op de hoofdschakelaar aangesloten. Lees voor het eerste bedrijf de bedieningsinstructies op de volgende pagina’s!
14
10. Inbedrijfstelling Zorg voor elke inbedrijfstelling dat het leidingwerk in orde is en niet lekt. Controleer ook de stabiliteit van de warmtepomp. Opwarmen van het water: Tijdens het opwarmen van het water moet de filter pomp van het zwembad continu draaien. Zorg dat u de warmtepomp uitzet voordat u de filterpomp uitzet (bijvoorbeeld bij het reinigen van het filter.) Het zal enkele dagen duren voordat het zwembad de gewenste temperatuur bereikt. Dit is een normale situatie. Zodra de gewenste zwembadtemperatuur is bereikt zal de warmtepomp automatisch stoppen en weer inschakelen indien de watertemperatuur met 1ºC is gedaald. Waarschuwing! Houdt rekening met de maximale watertemperatuur zoals opgegeven door uw zwembadleverancier. Wij adviseren u om deze maximale temperatuur niet te overschrijden om schade aan uw zwembad en toebehoren te voorkomen. Schakel bij schoonmaak van het zwembadfilter de warmtepomp uit. Schakel de warmtepomp en haal de voeding van de warmtepomp bij enig (elektrisch of anderszins) onderhoud van de warmtepomp. De installateur dient de instructies op de volgende pagina’s te lezen en uit te leggen aan de gebruiker.
15
10. Inbedrijfstelling Instellen van de warmtepomp Zie de figuur beneden (of op pagina 9). Met de 3 kleppen regelt u de juiste instelling van de warmtepomp. Klep 1: Toevoer naar warmtepomp Klep 2: Afvoer van warmtepomp Klep 3: Bypass-klep Opwarmen (eerste gebruik) Instellingen: 1. Begin met alle kleppen volledig open en zet de warmtepomp aan. 2. Zodra de warmtepomp begint te verwarmen, sluit klep 2 (afvoerklep) langzaam totdat de druk oploopt tot aan het begin van het groene werkgebied. De druk is af te lezen op de manometer aan de zijkant van de warmtepomp. Hoe verder de klep wordt gesloten, hoe hoger de druk oploopt. 3. Het kan zijn dat tijdens het opwarmen de druk niet continu in het groene werkgebied blijft (dit kan geen kwaad). Zorg door het gebruik van klep 2 (afvoer) en klep 3 (bypass) dat de druk weer in het groene werkgebied komt. Controleer de druk regelmatig totdat het zwembadwater de gewenste temperatuur heeft bereikt. Normaal bedrijf: Tijdens normaal bedrijf moet de druk in het groene werkgebied blijven voor een optimale werking. Dit is te regelen met klep 2 (afvoer) en klep 3 (bypass). Groene werkgebied Klep 2: Afvoer
Klep 3: Bypass-klep
Klep 1: Toevoer Condenswater afvoer
Voeding
16
11. Beschrijving van het bedieningspaneel Huidige temperatuur van het zwembadwater
Gewenste temperatuur
Weergave Heat / Cool modus Pijltjes toetsen voor aanpassen temperatuur en tijd
Ontdooien (geforceerd) MODE TIMER ON
TIMER OFF
HEAT COOL
DEFROST
Aan - uit knop
CLOCK
Selecteren van Heat / Cool modus
Instellen timer
Klok aanpassen
12. Gebruiksaanwijzing bediening Warmtepomp aanzetten: Druk op de Aan / uit knop. De warmtepomp zal, afhankelijk van de voorgaande cyclus, binnen 1 seconde en 4 minuten starten in de laatste gebruike mode (verwarmen of koelen). Modus instellen (verwarmen of koelen) Duk op de MODE knop voor het switchen tussen de verwarmen en koelen modus. Eén van de indicatorlampjes HEAT of COOL gaat branden. Temperatuur instellen: Gebruik de pijltjestoetsen om de gewenste temperatuur van het water in te stellen. De temperatuur is in te stellen tussen de 10ºC en 35ºC in de verwarmingsmodus en tussen de 5ºC en 35ºC in de koelmodus. LET OP: Het heeft geen zin om de temperatuur hoger in te stellen dan gewenst! (Voorbeeld: de huidige temperatuur van het water is 18ºC; indien u naar 25ºC wilt, heeft het geen zin 30ºC in te stellen!) Warmtepomp uitzetten: Druk op de Aan / uit knop. De warmtepomp schakelt uit. 17
12. Gebruiksaanwijzing bediening Klok instellen: Wanneer de warmtepomp uit staat, druk eenmaal op CLOCK om de tijd in te stellen. Gebruik de pijltjestoetsen om de uren in te stellen. Druk nogmaals op CLOCK om de minuten in te stellen. Gebruik de pijltjestoetsen om de minuten in te stellen. Druk nogmaals op CLOCK om de instelling te bevestigen. Timer: Inschakelen: Druk eenmaal op TIMER ON om de tijd in te stellen wanneer de warmtepomp moet starten. Gebruik de pijltjestoetsen om de uren in te stellen. Druk nogmaals op TIMER ON om de minuten in te stellen. Gebruik de pijltjestoetsen om de minuten in te stellen. Druk tenslotte nogmaals op TIMER ON om de instelling te bevestigen. Uitschakelen: Druk eenmaal op TIMER OFF om de tijd in te stellen wanneer de warmtepomp moet starten. Gebruik de pijltjestoetsen om de uren in te stellen. Druk nogmaals op TIMER OFF om de minuten in te stellen. Gebruik de pijltjestoetsen om de minuten in te stellen. Druk tenslotte nogmaals op TIMER OFF om de instelling te bevestigen. Ontdooien: De ontdooi-functie is alleen noodzakelijk in de verwarmmodus. De warmtepomp begint automatisch met ontdooien indien aan de volgende drie voorwaarden is voldaan: — De ontdooi-sensor op de verdamper is lager dan -5ºC gedurende een — langere periode. — Compressor draait onafgebroken meer dan 5 minuten. — Compressor draait in totaal meer dan 45 minuten. Bij ontdooien schakelen de compressor en ventilator uit; vervolgens schakelt 4wegklep 1 in en na 3 minuten gaat de compressor weer draaien. Na 3 minuten bij een temperatuur van de ontdooi-sensor van 10ºC of bij een ontdooi tijd van 8 minuten schakelt de warmtepomp de ontdooi-modus uit. De 4-wegklep 1 schakelt uit en na 3 minuten treedt de modus voorafgaand aan de ontdooi-functie weer in werking. Handmatig ontdooien: Druk eenmaal op DEFROST. Bovenstaande ontdooi-functie wordt gedwongen doorlopen. 18
13. Schoonmaak en onderhoud Het koeltechnisch onderhoud dient verricht te worden door een gekwalificeerd persoon! Het verdient aanbeveling de warmtepomp voor en na het seizoen grondig te inspecteren en schoon te maken. Controleer de aansluitingen op vuil en corrosie. Maak de condensor voorzichtig schoon met een zachte borstel en een beetje water. Het gebruik van een hogedrukspuit is niet toegestaan. Zorg dat de elektronica (printplaat) vrij blijft van water en vocht. Controleer of de bekabeling nog in orde is.
14. Winterklaar maken KS70/90: Schroef de leidingen van de warmtepomp los en laat de warmtewisselaar volledig leeglopen, zodat er geen water achterblijft in de warmtepomp. Het kan voorkomen dat u de unit even schuin dient te houden. Laat tevens de leidingen leeglopen. KS120/150/200: Schroef de leidingen van de warmtepomp en laat de warmtewisselaar volledig leeglopen, zodat er geen water achterblijft in de warmtepomp. Draai de plug onder in de unit, volledig uit de unit en laat de warmtepomp volledig leeglopen (houdt desnoods de unit schuin). Zorg ook dat de leidingen leeg zijn. Bij het in bedrijf nemen de plug wederom vastdraaien met teflon tape, om eventuele lekkage te voorkomen. Opmerking: Maak uw unit op tijd winterklaar, omdat vorst grote schade aan uw warmtepomp kan veroorzaken!
19
15. Storingsmeldingen De volgende storingsmeldingen kunnen optreden: Storingsmelding E1; de warmtepomp blijft in bedrijf. E2; de compressor en ventilatoren schakelen uit E3; de warmtepomp blijft in bedrijf. E4; de compressor en ventilatoren schakelen uit
Component Watertemperatuursensor
Mogelijke oorzaak Sensor niet aangesloten / kapot
Buitentemperatuursensor
Sensor niet aangesloten / kapot
Compressor temperatuursensor Ontdooi sensor
Sensor niet aangesloten / kapot
E5; de compressor en ventilatoren schakelen uit
Magnetische circuit-onderbreker
De compressor is 3 keer in 24 uur onderbroken door de stroombegrenzer. Foutmelding komt voornamelijk voor een hoge watertemperatuur en een hoge buitentemperatuur.
E6; de compressor en ventilatoren schakelen uit
Compressor temperatuursensor
De temperatuur van de Er is te weinig warmte-uitwisseling compressor uitlaat is 3 keer in 24 in de warmtepomp; In boven de 105ºC uitgekomen verwamingsmodus: zorg voor meer waterstroom door de warmtepomp door de bypass-klep (deels) te sluiten. In de koelmodus: zorg voor minder waterstoom door de warmtepomp door de bypass-klep (deels) te openen. Zorg ook dat de ventilator vrije lucht kan aanzuigen.
E7; de compressor en ventilatoren schakelen uit
Magnetische circuit-onderbreker
Kortsluiting in de compressor, ventilator motor of 4-weg klep
E8
Waterdetector
E9
Hoge drukbeveiliging
Detector niet aangesloten / kapot Controleer de bekabeling / vervang de sensor Detector niet aangesloten / kapot Controleer de bekabeling / of druk in systeem te hoog vervang de sensor. Neem contact op met een koel-technisch monteur.
EA
Lage drukbeveiliging
De ontdooi-functie is niet afgerond; de warmtepomp wordt automatisch uitgeschakeld
Mogelijke uitleg / oplosing Controleer de bekabeling / vervang de sensor Controleer de bekabeling / vervang de sensor Controleer de bekabeling / vervang de sensor Zorg dat er meer water door de warmtepomp stroomt; dit verhoogt de temperatuur van het koelmiddel in de verdamper Er is te weinig warmte-uitwisseling in de warmtepomp; In verwamingsmodus: zorg voor meer waterstroom door de warmtepomp door de bypass-klep (deels) te sluiten. In de koelmodus: zorg voor minder waterstoom door de warmtepomp door de bypass-klep (deels) te openen. Zorg ook dat de ventilator vrije lucht kan aanzuigen.
Haal de spanning van de warmtepomp en bel een installateur voor reparatie.
Detector niet aangesloten / kapot Controleer de bekabeling / of te weinig gas in systeem vervang de sensor. Neem contact op met een koel-technisch monteur.
20
16. Problemen en oplossingen De meest voorkomende problemen kunnen worden opgelost met onderstaande tabel. In het geval deze geen oplossing biedt, moet u contact opnemen met uw leverancier. Probleem De warmtepomp start niet De warmtepomp start niet De warmtepomp start niet
Observatie Scherm staat uit Scherm knippert Buitentemperatuur is te laag
Mogelijke oorzaak Geen voeding De warmtepomp stelt zich in Buitentempeatuur onder 7ºC
Uitleg / oplosing Controleer de bekabeling Druk op de Aan / uit knop De termische beveiliging heeft ingegrepen, de warmtepomp start weer bij 12ºC
De warmtepomp start en stopt na een paar minuten
Te lage waterstroom
Er stroom geen of niet genoeg water door de warmtepomp
Controleer of de leidingen goed zijn aangesloten. Controleer de zekeringen van de warmtepomp Controleer de juiste stand van de kleppen in de by-pass
De temperatuur van het zwembad stijgt erg langzaam
De warmtepomp werkt
Er stroomt water onder de warmtepomp
Het water komt uit de warmtepomp
De afvoerleiding (zwart) is niet aangesloten of zit verstopt
Dit is condenswater wat op de verdamper neerslaat. Dit is normaal. Sluit de afvoerslang aan of maak deze schoon.
Er ontstaat ijs op de warmtepomp (op de verdamper)
Dunne laag ijs
De temperatuur is te laag om het zwembad te verwarmen
Dit is bevroren condenswater op de verdamper. Dit vormt geen probleem; de warmtepomp schakelt vanzelf de ontdooi-functie in. Overweeg om de warmtepomp winterklaat te maken.
Er ontstaat ijs op de warmtepomp (op de verdamper)
Dikke laag ijs. Mogelijk ook in De ontdooi-sensor is mogelijk de warmtewisselaar kapot
Schakel de warmtepomp uit en neem contact op met uw installateur
De warmtepomp werkt maar de temperatuur van het zwembadwater stijgt niet.
De druk op de manometer is erg laag
Er zit te weinig koelmiddel in het systeem
Schakel de warmtepomp uit en neem contact op met uw installateur
De warmtepomp trilt en maakt lawaai
De behuizing trilt
De bouten zitten niet goed vast
Draai de bouten aan
De warmtepomp werkt. Het is normaal dat de warmtepomp het zwembad langzaam opwarmt. Controleer de manometer of de druk in het groene werkgebied staat.
21
17. Elektrisch schema KS70R, KS90R:
KS120R (230 Volt):
22
17. Elektrisch schema KS120R3F, KS150R3F:
XT3
FLOW SWITCH
XT3
KS200R3F:
23
CLOCK TERMINAL
18. Overige aanbevelingen GARANTIE Voor de garantievoorwaarden verwijzen wij u naar onze website: www.homeappliance.nl INSTALLATIE, ONDERHOUD EN REPATIE Voor installatie, onderhoud, inbedrijfstelling en gebruik van dit product dienen alle betreffende instructies te worden gelezen. Bij ontvangst van het product dient deze op schade door transport te worden gecontroleerd. Het is niet toegestaan het product in de buurt van warmtebronnen, brandbare materialen en warmte luchtstromen te plaatsen. De installatie dient te geschieden met inachtenming van de plaatselijk geldende wetten en regels door een daarvoor gekwalificeerd persoon. Ga niet op (koel-)leidingen staan of leg er zware voorwerpen op. Bij breuk van de leiding kan het koelmiddel ernstige brandwonden veroorzaken. Controleer tijdens onderhoud de leidingen op lekken en controleer de staat van het koelmiddel. De druk en vulling dienen in orde te zijn. Controleer tijdens onderhoud de hoge- en lage drukbeveiliging van het systeem. Controleer het product op corrosie en het lekken van olie. Voor enig onderhoud, zorg dat het product voldoende is afgekoeld. Som-mige delen zoals de compressor en leidingwerk kunnen temperaturen boven de 100ºC bereiken en onder hoge druk staan. Dit kan leiden tot ernistige brandwonden. Bij onderhoud aan het koelsysteem dienen de plaatselijk geldende wetten en regels te worden opgevolgd. Zie hiervoor de STEK richtlijnen. Op alle producten is een label met technische informatie geplaatst (zie volgende pagina) CONFORMITEITSVERKLARING Zwembad warmtepompen KS70R-KS90R-KS120R-KS120R3FKS150R3F-KS200R3F zijn in conformiteit met Directive ELECTROMAGNETIC COMPATIBILITY 89/336/CEE Directive LOW PRESSURE 77/23/CEE
24
19. Specificaties
25