Prospectus Interpolis Levensloop Fonds Beheerder Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. Rijnzathe 10 3454 PV De Meern Bewaarder Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds Atrium Strawinskylaan 3105 1077 ZX Amsterdam Stichting Interpolis Levensloop Stichting Interpolis Levensloop Rijnzathe 10 3454 PV De Meern Accountant Ernst & Young Accountants LLP Leonard Springerlaan 17 9727 KB Groningen
2
BELANGRIJKE MEDEDELING
POTENTIËLE PARTICIPATIEHOUDERS EN DEELNEMERS VAN HET FONDS WORDEN ER NADRUKKELIJK OP GEWEZEN DAT AAN EEN BELEGGING FINANCIËLE RISICO’S ZIJN VERBONDEN. PARTICIPATIEHOUDERS EN DEELNEMERS DIENEN GOEDE NOTA TE NEMEN VAN DE VOLLEDIGE INHOUD VAN DIT PROSPECTUS EN DE BIJLAGEN, ALVORENS TE BELEGGEN IN ÉÉN OF MEER SUBFONDSEN. DE AFGIFTE EN VERSPREIDING VAN DIT PROSPECTUS, ALSMEDE HET AANBIEDEN, VERKOPEN EN LEVEREN VAN ELKE SERIE PARTICIPATIES KUNNEN IN BEPAALDE RECHTSGEBIEDEN ONDERWORPEN ZIJN AAN (WETTELIJKE) BEPERKINGEN. PERSONEN DIE IN HET BEZIT KOMEN VAN DIT PROSPECTUS WORDEN VERZOCHT ZICH OP DE HOOGTE TE STELLEN VAN DIE BEPERKINGEN EN ZICH DAARAAN TE HOUDEN. DIT PROSPECTUS IS GEEN AANBOD VAN OF EEN UITNODIGING TOT AANKOOP VAN, OF VERZOEK OM IN TE SCHRIJVEN OP PARTICIPATIES VAN HET FONDS IN ENIG RECHTSGEBIED WAAR DIT VOLGENS DE ALDAAR TOEPASSELIJKE REGELGEVING NIET GEOORLOOFD IS. HET FONDS EN DE BEHEERDER EN/OF ENIGERLEI GELIEERDE RECHTSPERSONEN HIERVAN ZIJN NIET AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE SCHENDING VAN ENIGE ZODANIGE BEPERKING DOOR WIE DAN OOK, ONGEACHT OF DEZE PERSOON EEN MOGELIJKE KOPER VAN PARTICIPATIES IS OF NIET. TEN AANZIEN VAN ALLE EVENTUEEL IN DIT PROSPECTUS OPGENOMEN VERWIJZINGEN NAAR VERMELDE (VERWACHTE) RENDEMENTEN GELDT DAT DE WAARDE VAN EEN PARTICIPATIE KAN FLUCTUEREN EN DAT IN HET VERLEDEN BEHAALDE RESULTATEN GEEN GARANTIE BIEDEN VOOR DE TOEKOMST. TEN AANZIEN VAN TOEKOMSTGERICHTE VERKLARINGEN GELDT DAT DEZE NAAR HUN AARD RISICO’S EN ONZEKERHEDEN INHOUDEN AANGEZIEN ZE BETREKKING HEBBEN OP GEBEURTENISSEN EN AFHANKELIJK ZIJN VAN OMSTANDIGHEDEN DIE ZICH IN DE TOEKOMST AL DAN NIET ZULLEN VOORDOEN. MET UITZONDERING VAN DE BEHEERDER IS NIEMAND GEMACHTIGD INFORMATIE TE VERSCHAFFEN OF VERKLARINGEN AF TE LEGGEN DIE NIET IN DIT PROSPECTUS ZIJN OPGENOMEN. INDIEN ZODANIGE INFORMATIE IS VERSCHAFT OF ZODANIGE VERKLARINGEN ZIJN AFGELEGD, DIENT OP DERGELIJKE INFORMATIE OF DERGELIJKE VERKLARINGEN NIET TE WORDEN VERTROUWD ALS VERSTREKT OF AFGELEGD DOOR DE BEHEERDER. DE AFGIFTE VAN DIT PROSPECTUS EN TOEKENNING, VERKOOP OF OMWISSELING VAN PARTICIPATIES OP BASIS HIERVAN HOUDEN ONDER GEEN ENKELE OMSTANDIGHEID IN DAT DE IN DIT PROSPECTUS VERMELDE INFORMATIE OOK OP EEN LATER TIJDSTIP DAN DE DATUM VAN DIT PROSPECTUS NOG JUIST EN VOLLEDIG IS, MET DIEN VERSTANDE DAT DE GEGEVENS DIE VAN WEZENLIJK BELANG ZIJN ZULLEN WORDEN GEACTUALISEERD ZODRA DAARTOE AANLEIDING BESTAAT. INFORMATIE HIEROVER KUNT U INWINNEN BIJ DE BEHEERDER. UITSLUITEND DE BEHEERDER IS VERANTWOORDELIJK VOOR DIT PROSPECTUS. ALLE BIJLAGEN BIJ DIT PROSPECTUS MAKEN ONDERDEEL UIT VAN DIT PROSPECTUS. VOOR INZICHT IN DE SPECIFIEKE FISCALE GEVOLGEN VAN HET PARTICIPEREN IN HET FONDS WORDT PARTICIPATIEHOUDERS EN DEELNEMERS AANGERADEN ZONODIG CONTACT OP TE NEMEN MET DE EIGEN BELASTINGADVISEUR. VOOR ELK SUBFONDS IS EEN FINANCIËLE BIJSLUITER OPGESTELD MET INFORMATIE OVER HET SUBFONDS, DE KOSTEN EN DE RISICO’S. VRAAG ER OM ENLEES HEM VOORDAT U PARTICIPATIES IN EEN SUBFONDS KOOPT. ELKE FINANCIËLE BIJSLUITER IS VERKRIJGBAAR BIJ DE BEHEERDER VAN HET FONDS. OP DIT PROSPECTUS IS UITSLUITEND NEDERLANDS RECHT VAN TOEPASSING.
3
INHOUDSOPGAVE DEFINITIES
5
1
ALGEMENE INFORMATIE
7
2
JURIDISCHE STRUCTUUR
9
3
BELEGGINGSBELEID
15
4
FONDSVERMOGEN EN PARTICIPATIES
20
5
FISCALE ASPECTEN
24
6
RISICO-ANALYSE
25
7
KOSTEN EN VERGOEDINGEN
27
8
OVERIGE INFORMATIE
28
9
VERKLARING BEHEERDER
29
10 ASSURANCE-RAPPORT
29
BIJLAGEN
Bijlage 1 registratiedocument
33
Bijlage 2 voorwaarden beheer en bewaring Fonds
39
Bijlage 3 statuten Beheerder
53
Bijlage 4 statuten Bewaarder
59
Bijlage 5 reglement Stichting Interpolis Levensloop
63
Bijlage 6 statuten Stichting Interpolis Levensloop
75
4
DEFINITIES De begrippen in dit Prospectus, die zijn opgenomen in alfabetische volgorde in de navolgende lijst van definities met een hoofdletter, hebben, tenzij uit de context anders blijkt, de volgende betekenis (gedefinieerde begrippen in het enkelvoud hebben dezelfde betekenis in het meervoud en vice versa): AFM Stichting Autoriteit Financiële Markten. Beheerder Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. of haar (rechts)opvolger die is belast met het beheer van het Fonds en als Beheerder van het Fonds uitvoering geeft aan de Levensloopregeling. Bewaarder Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds of haar (rechts)opvolger die is belast met de bewaring van activa en passiva die deel uitmaken van het Fonds. Code De Nederlandse Corporate Governance Code bevattende beginselen van deugdelijk ondernemingsbestuur en best practicebepalingen, gedateerd 9 december 2003. Deelnameformulier Het door Stichting Interpolis Levensloop (eventueel elektronisch) beschikbaar gestelde formulier dat een Deelnemer gebruikt om een Levenslooprekening aan te vragen en om de eerste opdracht tot aankoop van Participaties aan Stichting Interpolis Levensloop te geven. Deelnemer Degene die door middel van een Levenslooprekening een vorderingsrecht luidende in een economische gerechtigdheid tot Participaties en/of in geld op Stichting Interpolis Levensloop heeft. FBI-criteria De vereisten waaraan moet worden voldaan om te kunnen worden aangemerkt als fiscale
beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Fonds Interpolis Levensloop Fonds, een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht in de vorm van een fonds voor gemene rekening waarvan de Participaties zijn onderverdeeld in series. Handelsdag Iedere derde Werkdag na de 26e dag van de maand, op welke dag uitgifte, verkoop, overdracht en omwisseling van Participaties mogelijk is. Mocht de 26e dag van de maand geen Werkdag zijn, dan is de Handelsdag iedere derde Werkdag na de eerstvolgende Werkdag na de 26e dag van de maand. Handelsdag Verlofopname Iedere Werkdag, op welke dag verkoop van Participaties in ‘Verlofopname’ mogelijk is. Inhoudingsplichtige De inhoudingsplichtige in de zin van artikel 6 lid 1, letters a en c van de Wet Loonbelasting, dan wel de inhoudingsplichtige als bedoeld in artikel 61c lid 5 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. De Inhoudingsplichtige is in beginsel de werkgever van de Deelnemer. Interpolis Pensioenen Beleggingpools De besloten fondsen voor gemene rekening waarin een Subfonds belegt. Interpolis Levenslooprekeningen (Het geheel van) de geblokkeerde rekeningen als bedoeld in artikel 19 g lid 3 van de Wet Loonbelasting bij Stichting Interpolis Levensloop door middel waarvan een Deelnemer kan beleggen in Participaties van het Fonds en (i) die de vordering van die Deelnemer op Stichting Interpolis Levensloop in een economische gerechtigdheid tot Participaties en/of in geld weergeeft en (ii) waar voormelde vorderingen voor iedere Deelnemer afzonderlijk worden geadministreerd.
5
Interpolis Levensloopregeling De regeling waarin de Beheerder uiteenzet hoe zij via de Stichting Interpolis Levensloop uitvoering zal geven aan de Levensloopregeling.
verdeeld zijn, waarbij de afronding plaatsvindt op vier decimalen.
Laatstgenoten Loon Het loon in geld uit tegenwoordige dienstbetrekking, vermeerderd met de waarde van niet in geld uitgekeerd loon en fooien en uitkeringen uit fondsen.
Stichting Interpolis Levensloop Stichting Interpolis Levensloop, of haar (rechts)opvolger via welke het Fonds Interpolis Levenslooprekeningen aanbiedt.
Levensloopregeling De regeling als bedoeld in Hoofdstuk IIC van de Wet Loonbelasting, waarmee een werknemer een voorziening in geld kan treffen uitsluitend ten behoeve van het opnemen van een periode van extra verlof. Levenslooprekening Een geblokkeerde rekening als bedoeld in artikel 19g lid 3 van de Wet Loonbelasting bij Stichting Interpolis Levensloop door middel waarvan een Deelnemer kan beleggen in Participaties van het Fonds en (i) die de vordering van die Deelnemer op Stichting Interpolis Levensloop in een economische gerechtigdheid tot Participaties en/of in geld weergeeft en (ii) waar voormelde vorderingen voor iedere Deelnemer afzonderlijk worden geadministreerd. Participatiehouder De economisch deelgerechtigde in een of meer Subfondsen. Participaties De evenredige delen waarin de aanspraken van de Participatiehouders op een Subfonds
Prospectus Dit prospectus van het Fonds.
Subfonds Een gedeelte van het Fonds waartoe de houders van een bepaalde serie Participaties gerechtigd zijn met onder meer een eigen beleggingsbeleid als omschreven in het prospectus. UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. Werkdag Een dag waarop de banken in Nederland geopend zijn voor het (laten) uitvoeren van betalingsverkeer en welke dag geen officiële feest- of gedenkdag in Nederland is. Wft Wet op het financieel toezicht Wet Loonbelasting Wet op de loonbelasting 1964 (zoals gewijzigd) .
6
1. ALGEMENE INFORMATIE 1.1 het Fonds Het Fonds is per 1 februari 2006 voor onbepaalde tijd ingesteld onder de naam Interpolis Levensloop Fonds. Als Beheerder van het Interpolis Levensloop Fonds (het Fonds) beoogt Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. via Stichting Interpolis Levensloop uitvoering te geven aan de Levensloopregeling. Het Fonds is een fonds voor gemene rekening met een (semi) open-end structuur. Dit betekent dat het Fonds, bijzondere omstandigheden uitgezonderd, maandelijks Participaties in alle Subfondsen zal kunnen toekennen, omwisselen of verkopen, alsmede op iedere Handelsdag Verlofopname Participaties in ‘Verlofopname’ zal kunnen verkopen. Het Fonds heeft een zogenaamde paraplustructuur, hetgeen inhoudt dat het Fonds is onderverdeeld in Subfondsen. De Beheerder en de Bewaarder van het Fonds hebben niet het voornemen Participaties in het Fonds of daarvan afgeleide financiële instrumenten aan een effectenbeurs te noteren. Elk Subfonds is een gedeelte van het Fonds waartoe de houders van een bepaalde serie Participaties gerechtigd zijn en heeft onder meer een eigen beleggingsbeleid en risicoprofiel. Het in elk Subfonds te storten of daaraan toe te rekenen gedeelte van het Fonds wordt afzonderlijk belegd in een of meerdere in dit Prospectus omschreven Interpolis Pensioenen Beleggingspools (zie: paragraaf 3.2. ‘Interpolis Pensioenen Beleggingspools’) alsmede deposito’s, overeenkomstig het beleggingsbeleid zoals omschreven in de bijlage van het desbetreffende Subfonds. Als Beheerder van het Fonds treedt Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. op. Als Bewaarder treedt Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds op. In het belang van participatiehouders dienen beheerders van beleggingsinstellingen te voldoen aan de eisen met betrekking tot de deskundigheid en betrouwbaarheid van bestuurders, financiële waarborgen, bedrijfsvoering en informatieverschaffing aan participatiehouders, publiek en toezichthouders. De AFM treedt op als toezichthouder. De Beheerder heeft op 29
december 2005 een vergunning van de AFM verkregen ingevolge artikel 5 Wtb. Deze vergunning is automatisch omgezet in een vergunning onder de Wft. Indien de Beheerder zou besluiten tot een verzoek aan de AFM tot intrekking van de vergunning zal hiervan mededeling worden gedaan aan de Participatiehouders en de Deelnemers. Deelname in het Fonds en de Subfondsen is uitsluitend mogelijk via Stichting Interpolis Levensloop (zie: paragraaf 4.3. ‘deelname door middel van de Interpolis Levenslooprekeningen’). Alle bijlagen bij dit Prospectus maken onderdeel uit van dit Prospectus. Het Fonds opteert voor de status van fiscale beleggingsinstelling zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Dit betekent dat, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, het Fonds geen vennootschapsbelasting verschuldigd is. Voor actuele informatie over het aanbod van Subfondsen, alsmede voor de aanvraag van het Prospectus, en/of de financiële bijsluiter die is opgesteld met betrekking tot het betreffende Subfonds, kunt u contact opnemen met de Beheerder. Deze informatie (of een deel daarvan) is tevens te vinden op de webpagina van de Beheerder, op de website van Interpolis (www.interpolis.nl /levensloop).
1.2 algemene beschrijving levensloopregeling inleiding De Levensloopregeling is opgenomen in de Wet Loonbelasting en de uitvoeringsregelingen hiervan. Hierna in deze paragraaf wordt een algemene beschrijving van de Levensloopregeling gegeven. Door middel van de Levensloopregeling hebben werknemers een wettelijk recht om geld in te leggen voor een toekomstige periode van onbetaald verlof. De Levensloopregeling kan worden gebruikt voor elke vorm van verlof. De werknemer heeft geen wettelijk recht op het opnemen van het verlof. Het verlof kan alleen met toestemming van de Inhoudingsplichtige/
7
werkgever van een werknemer worden opgenomen. In beginsel is de werkgever van een werknemer steeds dezelfde persoon of entiteit als de Inhoudingsplichtige. In overeenstemming met de wettelijke bepalingen van de Wet Loonbelasting is de Inhoudingsplichtige in dit Prospectus gedefinieerd. in te leggen bedrag De werknemer kan jaarlijks maximaal 12% inleggen van het brutoloon dat in dat jaar wordt verdiend. Van het brutoloon wordt een bedrag ingehouden dat op een speciale rekening (Levenslooprekening) van de werknemer wordt gestort. In overleg met de werkgever kan de werknemer ook gespaarde tijd, bijvoorbeeld overwerkuren of atv-dagen, om laten zetten in geld. Dit bedrag kan dan op de Levenslooprekening worden gestort. Op grond van de Levensloopregeling kan niet meer ingelegd worden, als bij aanvang van het kalenderjaar het saldo op de Levenslooprekening 210% of meer van het jaarlijkse brutoloon gerelateerd aan het in het voorafgaande kalenderjaar genoten loon, bedraagt. Het maximum van 12% van het brutoloon dat in een jaar verdiend wordt, geldt niet voor werknemers die op 31 december 2005 de leeftijd van 51 jaar maar niet de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt. Deze werknemers kunnen het maximum van 210% in een kortere periode inleggen. Evenmin geldt het maximum van 12% voor werknemers die de tot 1 januari 2006 opgebouwde prepensioenaanspraken storten in de Levensloopregeling. Over het bedrag dat wordt ingelegd in het kader van de Levensloopregeling zijn premies werknemersverzekeringen verschuldigd. mogelijkheid aanwenden saldo Levenslooprekening Het is in beginsel niet toegestaan om een aanspraak ingevolge de Levensloopregeling af te kopen, te vervreemden, prijs te geven dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid te laten zijn. Bij het beëindigen van de dienstbetrekking mag de Levensloopregeling voorzien in de mogelijkheid van afkoop van de opgebouwde aanspraken. Het totale bedrag van een Levenslooprekening wordt dan als loon uit vroegere dienstbetrekking belast, hetgeen
gevolgen heeft voor de toepassing van de arbeidskorting. Naast afkoop bij beëindiging van de dienstbetrekkingkan op de volgende manieren over het saldo van een Levenslooprekening worden beschikt: • Ten behoeve van loon tijdens een verlofperiode. Het brutoloon mag daarbij niet hoger zijn dan het Laatstgenoten Loon. Daarbij dient rekening te worden gehouden met eventueel daarnaast genoten loon van de Deelnemer. Het levenslooploon wordt aangemerkt als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. • Bij overlijden van de werknemer. De tegenwaarde van de aanspraak wordt dan als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van de werknemer ter beschikking gesteld aan de erfgenamen van de werknemer. • De aanspraken ingevolge de Levensloopregeling kunnen door middel van een waardeoverdracht worden ingebracht in de Levensloopregeling van een nieuwe Inhoudingsplichtige. De aanspraak ingevolge de Levensloopregeling kan worden omgezet in een aanspraak ingevolge een pensioenregeling. Voorwaarde is wel dat de pensioenopbouw binnen in de Wet Loonbelasting gestelde grenzen blijft. Bij opname van een periode van onbetaald verlof maakt de instelling waar de Levensloopregeling is ondergebracht het levenslooploon (periodiek) over naar de Inhoudingsplichtige. De Inhoudingsplichtige houdt loonbelasting en premies volksverzekeringen in over het uitbetaalde levenslooploon en maakt het resterende tegoed (periodiek) over aan de werknemer. Over het levenslooploon zijn geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd. De grondslag voor een eventuele uitkering wordt niet beïnvloed door deelname aan de Levensloopregeling. Als het saldo van de Levenslooprekening (deels) is gebruikt, kan weer worden ingelegd binnen de gestelde grenzen. Indien er geen reguliere Inhoudingsplichtige is aan te wijzen, is de Beheerder inhoudingsplichtig. In deze gevallen wordt het gehele saldo van de Levenslooprekening in één keer uitgekeerd. De uitkering wordt
8
aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. bereiken pensioengerechtigde leeftijd Werknemers mogen het opgebouwde saldo van een Levenslooprekening gebruiken om eerder te stoppen met werken. Is dit saldo van de Levenslooprekening nog niet opgenomen als de werknemer met pensioen gaat, dan wordt het opgebouwde tegoed op de dag voordat de werknemer de leeftijd van 65 jaar bereikt, of uiterlijk op de dag voordat het ouderdomspensioen ingaat, aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. Er moet dan in één keerbelasting over het hele tegoed worden betaald. keuze Levensloopregeling of spaarloon regeling Werknemers zullen jaarlijks moeten kiezen of ze aan de spaarloonregeling of Levensloopregeling willen deelnemen. Ze kunnen niet gelijktijdig in beide regelingen geld inleggen. Wel is het mogelijk om in een jaar uit beide regelingen geld op te nemen. uitvoerders Levensloopregeling Verzekeraars en banken, dochtermaatschappijen van pensioenfondsen, alsmede beheerders van beleggingsinstellingen mogen de Levensloopregeling uitvoeren. De werknemer bepaalt zelf bij welke instelling hij zijn Levenslooprekening wil onderbrengen. De Beheerder voert de Levensloopregeling uit op de wijze zoals in dit Prospectus en het reglement van Stichting Interpolis Levensloop (bijlage 5 bij dit Prospectus) is omschreven.
2 JURIDISCHE STRUCTUUR 2.1 Fonds Het fonds is ingesteld voor onbepaalde tijd. Het Fonds heeft een zogenaamde paraplustructuur, hetgeen betekent dat het Fonds is onderverdeeld in Subfondsen. De paraplustructuur biedt ten opzichte van de klassieke structuur voor beleggingsinstellingen voordelen met betrekking tot beheer en administratie.
Een Subfonds is een gedeelte van het vermogen van het Fonds waartoe de houders van een bepaalde serie Participaties economisch gerechtigd zijn. Elke serie Participaties vertegenwoordigt de gerechtigdheid tot het vermogen van een bepaald Subfonds. Het in elk Subfonds te storten of daaraan toe te rekenen gedeelte van het vermogen van het Fonds wordt overeenkomstig het specifieke beleggingsbeleid belegd in een of meerdere Interpolis Pensioenen Beleggingspools, met uitzondering van ‘Verlofopname’, welk Subfonds rechtstreeks belegt in deposito’s. Elk Subfonds heeft een eigen beleggingsbeleid en risicoprofiel. Voorts wordt voor elk Subfonds een aparte administratie gevoerd, zodat alle aan een Subfonds toe te rekenen opbrengsten en kosten per Subfonds worden verantwoord. Zowel de positieve als de negatieve waardeveranderingen in de beleggingsportefeuille van een Subfonds komen ten gunste respectievelijk ten laste van de Deelnemers in het desbetreffende Subfonds. Dit komt tot uitdrukking in de intrinsieke waarde van een Participatie van de serie Participaties die de gerechtigdheid tot het desbetreffende Subfonds vertegenwoordigen en die derhalve separaat wordt vastgesteld (zie ook paragraaf 4.6. ‘vaststelling intrinsieke waarde van Subfondsen en Participaties’). De voorwaarden van beheer en bewaring van het Fonds zijn vastgesteld op 30 december 2005 en zijn als bijlage 2 bij dit Prospectus opgenomen. Het Fonds is een fonds voor gemene rekening en heeft derhalve geen rechtspersoonlijkheid. De Bewaarder is juridisch eigenaar of juridisch gerechtigd tot het fondsvermogen van het Fonds. Alle goederen die deel uitmaken of deel gaan uitmaken van het Fonds zijn respectievelijk worden ten titel van beheer verkregen door de Bewaarder ten behoeve van de Deelnemers. Verplichtingen die deel uitmaken of deel gaan uitmaken van het Fonds zijn respectievelijk worden aangegaan op naam van de Bewaarder. De vermogensbestanddelen worden door de Bewaarder gehouden voor rekening en risico van de Deelnemers. Het Fonds heeft een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Subfonds gevolgen
9
kan hebben voor de andere Subfondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen alsmede in het geval van liquidatie en vereffening van een Subfonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt omgeslagen over de andere Subfondsen. Gezien de aard van de beleggingen en gezien
het feit dat de financiering van de beleggingen van ieder Subfonds volledig met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten. 2.2 beheerder Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. (de Beheerder) is uitvoerder van de Interpolis Levensloopregeling en voert uit dien hoofde het beheer over het Fonds en is primair verantwoordelijk voor de marketing en verkoop van het Fonds, alsmede voor het beleggingsbeleid, administratie, verslaglegging, prospectus en financiële bijsluiters van het Fonds en de Subfondsen. De Beheerder is opgericht op 11 mei 2000, statutair gevestigd te Tilburg en kantoorhoudende te De Meern, Rijnzathe 10. De beheerder is ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 18059537. De statuten, de jaarverslagen en de jaarrekeningen van de Beheerder liggen ter inzage op haar kantooradres. Deze informatie is tevens te vinden op de webpagina van de beheerder. Alle aandelen in het kapitaal van de Beheerder worden gehouden door Interpolis Pensioenen B.V.
Indien een Subfonds wordt geïntroduceerd door uitgifte van Participaties van de desbetreffende serie, zal bij die gelegenheid het Prospectus worden aangepast zodat daarin tevens de specifieke kenmerken van dat Subfonds zijn opgenomen.
Het Fonds heeft geen personeel in dienst. De structuur van het Fonds staat in het schema hierna.
Het bestuur van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. bestaat uit de heer A.H.M. Wouters en de heer O. Veldt. De Beheerder treedt bij het beheer van het Fonds uitsluitend in het belang van de Participatiehouders op. Het doel van de Beheerder is het verrichten van vermogensbeheeractiviteiten in de breedst mogelijke zin voor institutionele klanten, met name met betrekking tot pensioenvermogens, en particulieren met betrekking tot uitvoering van de Levensloopregeling. De Beheerder oefent reeds beheeractiviteiten uit ten behoeve van andere beleggingsinstellingen, onder andere: Interpolis Pensioenen Noord Amerika Pool Interpolis Pensioenen Europa Pool Interpolis Pensioenen Vastrentende Waarden Pool Interpolis Pensioenen Geldmarkt Pool Interpolis Pensioenen Liability Overlay Fund Interpolis Pensioenen Private Equity Fund I
10
Interpolis Pensioenen Private Equity Fund II Interpolis Pensioenen Infrastructure Pools Interpolis Pensioenen Global High Yield Pool Het is niet uitgesloten dat de Beheerder in de toekomst beheersactiviteiten zal gaan uitvoeren voor andere beleggingsinstellingen dan hiervoor genoemd. De statuten van de Beheerder zijn opgenomen als bijlage 3 bij dit Prospectus. Achmea-concern De Beheerder maakt deel uit van het Achmea concern, dat weer deel uitmaakt van de Eureko Groep. Achmea is met 22.000 medewerkers, enkele miljoenen klanten en een omzet van ruim 14 miljard euro (2007) de grootste verzekeraar van Nederland. verzekeringen Achmea biedt bedrijven, instellingen en consumenten een breed pakket verzekeringen, bancaire- en hypothecaire producten en diensten. Ook is Achmea actief op het gebied van pensioenadministraties, hulpverlening in binnen- en buitenland, arbodiensten, preventie, re-integratie en diensten die een gezonde leefstijl bevorderen. toekomstvoorzieningen De divisie Pensioenen is een van de divisies van Achmea. Deze divisie doet alles wat met complexe pensioencontracten te maken heeft, van de administratie bedrijfstakpensioenfondsen tot vermogensbeheer. Ze ondersteunt daarnaast de distributiedivisies bij de verkoop en administratie van relatief eenvoudige semi-collectieve en individuele pensioenproducten. Bij de divisie Pensioenen werken duizenden medewerkers, verdeeld over verschillende locaties. Het Interpolis Levensloop Fonds valt onder de divisie Pensioenen. 2.3 bewaarder Als bewaarder van het Fonds treedt op Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds (de Bewaarder). De Bewaarder is verantwoordelijk voor het bewaren van de beleggingen die deel uitmaken van het Fonds. De Bewaarder is juridisch eigenaar van of gerechtigde tot de beleggingen; de bewaring van de beleggingen geschiedt
voor rekening en risico van de Participatiehouders van het Fonds. De Bewaarder is opgericht op 4 november 2005, statutair gevestigd te Utrecht en ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 33051099. Het bestuur van de Bewaarder bestaat uit Administratiekantoor van De Twentsche TrustMaatschappij B.V. Het bestuur van Administratiekantoor van De Twentsche TrustMaatschappij B.V. bestaat uit de heer W.H. Kamphuijs en de heer W.P. Ruoff. De Bewaarder treedt bij het bewaren van de activa en passiva die deel uitmaken van het Fonds uitsluitend in het belang van de Participatiehouders op. De Bewaarder is jegens de Participatiehouders slechts aansprakelijk voor door hen geleden schade, voor zover de schade het gevolg is van verwijtbare nietnakoming of gebrekkige nakoming van zijn verplichtingen. Dit geldt ook wanneer de Bewaarder de bij hem in bewaring gegeven goederen geheel of ten dele aan een derde heeft toevertrouwd. Voor het voeren van de directie over de Bewaarder is door Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. een overeenkomst gesloten met Administratiekantoor van De Twentsche Trust-Maatschappij B.V. Het is niet uitgesloten dat de Bewaarder in de toekomst bewaaractiviteiten zal gaan uitvoeren voor andere beleggingsinstellingen dan hiervoor genoemd. De statuten van de Bewaarder zijn opgenomen als bijlage 4 bij dit Prospectus. De Beheerder en de Bewaarder hebben hun onderlinge verhouding neergelegd in een overeenkomst. In deze overeenkomst is onder meer geregeld dat de Beheerder het beleggingsbeleid bepaalt en uitvoert, terwijl de Bewaarder is belast met de bewaring van de vermogensbestanddelen die deel uitmaken van het Fonds, alsmede met de administratieve afhandeling daarvan. Een afschrift van deze overeenkomst wordt door de Beheerder op verzoek kosteloos aan Participatiehouders en Deelnemers beschikbaar gesteld.
11
2.4 stichting Interpolis levensloop Deelname in de Subfondsen is alleen mogelijk via de Levenslooprekeningen bij Stichting Interpolis Levensloop (zie ook: paragraaf 4.3. ‘deelname door middel van Interpolis Levenslooprekeningen’). Stichting Interpolis Levensloop zal derhalve (tezamen met Interpolis Pensioenbeheer B.V.) de enige Participatiehouder in het Fonds zijn. De Deelnemers zijn geen Participatiehouder, maar hebben een vorderingsrecht jegens Stichting Interpolis Levensloop. Stichting Interpolis Levensloop is opgericht op 29 december 2005, statutair gevestigd te Utrecht en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 30210732. Het bestuur van Stichting Interpolis Levensloop bestaat uit de heer A.H.M. Wouters en de heer O. Veldt. Het reglement van Stichting Interpolis Levensloop bevat een gedetailleerde regeling ten aanzien van de wijze waarop opdrachten tot aan- of verkoop van Participaties worden uitgevoerd, herbelegging van uitkeringen en uitoefenen van stemrecht. Het reglement en de statuten van Stichting Interpolis Levensloop zijn opgenomen als bijlage 5 respectievelijk bijlage 6 bij dit Prospectus. 2.5 vergadering van participatiehouders In de voorwaarden van beheer en bewaring van het Fonds zijn bepalingen omtrent de vergadering van Participatiehouders opgenomen. Hierin is onder meer vastgelegd dat binnen vier maanden na afloop van een boekjaar de jaarlijkse vergadering van Participatiehouders wordt gehouden. De agenda voor deze vergadering bevat in ieder geval de volgende onderwerpen: - verslag van de Beheerder en de Bewaarder over de gang van zaken in het afgelopen boekjaar; - de vaststelling van de jaarrekening van het Fonds; en - verlening van decharge aan de Beheerder en de Bewaarder voor de vervulling van hun taak over het desbetreffende boekjaar. In de jaarlijkse vergadering wordt voorts voorzien in eventuele vacatures.
De bestuurders van de Beheerder en de Bewaarder worden uitgenodigd de vergaderingen van Participatiehouders bij te wonen en hebben het recht in de vergadering het woord te voeren. De accountant kan door de Beheerder of de Bewaarder tot het bijwonen van de vergadering van Participatiehouders worden uitgenodigd. De oproeping tot de vergadering van Participatiehouders en de vaststelling van de agenda voor de vergadering geschieden door de Beheerder. De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende dag voor die van de vergadering, per advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere Participatiehouder en Deelnemer, alsmede op de eigen webpagina van de Beheerder, op de website van Interpolis. De webpagina van de Beheerder is bereikbaar via www.interpolis.nl/levensloop. Een of meer Participatiehouders of Deelnemers die alleen of tezamen ten minste tien procent (10%) van het totale aantal Participaties houden kunnen van de Beheerder verlangen, dat onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd, mits het schriftelijk verzoek daartoe uiterlijk acht dagen voor de vergadering door de Beheerder is ontvangen. De Beheerder geeft van deze onderwerpen kennis aan degenen aan wie de oproeping is gedaan, uiterlijk vijf dagen voor de vergadering. De vergaderingen worden gehouden in Nederland op een door de Beheerder te bepalen plaats en tijdstip. Tenzij de voorwaarden van beheer en bewaring van het Fonds anders bepalen, worden alle besluiten van de vergadering van Participatiehouders genomen met volstrekte meerderheid van de stemmen verbonden aan alle ter vergadering vertegenwoordigde Participaties, waarbij aan elke Participatie één stem toekomt. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter van de vergadering een beslissende stem. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze van stemming. Een Deelnemer die stemrecht wil uitoefenen in een vergadering van Participatiehouders van het Fonds, krijgt overeenkomstig de voorwaarden als
12
opgenomen in het reglement van Stichting Interpolis Levensloop, van deze stichting een volmacht. 2.6 verslaggeving Het boekjaar van het Fonds loopt van 1 januari tot en met 31 december. De Beheerder maakt jaarlijks binnen vier maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening van het Fonds over dat boekjaar openbaar, met inachtneming van het bepaalde in Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek en hetgeen bepaald is in de Wft. Voor het Fonds bestaat de geconsolideerde jaarrekening uit een balans, een winst- en verliesrekening alsmede een toelichting. Per Subfonds worden ten minste een balans, een winst- en verliesrekening, een kasstroomoverzicht en een toelichting opgenomen. Tevens wordt hierin het behaalde rendement vermeld. De vergadering van Participatiehouders van het Fonds zal een registeraccountant of een andere deskundige, als bedoeld in artikel 2:393, lid 1, Burgerlijk Wetboek opdracht geven om de jaarrekening te onderzoeken. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de Beheerder en de Bewaarder en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer. De verklaring van de accountant zal aan de jaarrekening worden toegevoegd. De jaarrekening en het jaarverslag zijn op de webpagina van de Beheerder beschikbaar en worden door de Beheerder op verzoek kosteloos beschikbaar gesteld aan de Participatiehouders en de Deelnemers. De agenda voor de jaarlijkse vergadering van Participatiehouders bevat onder meer de vaststelling van de jaarrekening. Binnen acht dagen na vaststelling van de jaarrekening wordt daarvan door de Beheerder aan alle Participatiehouders en Deelnemers mededeling gedaan. Indien de jaarrekening gewijzigd is vastgesteld vermeldt deze mededeling tevens dat de jaarrekening tezamen met de daarop betrekking hebbende verklaring van de accountant door de Beheerder kosteloos beschikbaar wordt gesteld aan de Participatiehouders en de Deelnemers. Jaarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar maakt de Beheerder een halfjaarbericht over de eerste helft van dat boekjaar openbaar, met inachtneming van het bepaalde in de Wft. Dit
halfjaarbericht wordt opgesteld conform de structuur van de jaarrekening. Het halfjaarbericht is op de webpagina van de Beheerder beschikbaar en worden door de Beheerder op verzoek kosteloos beschikbaar gesteld aan de Participatiehouders en de Deelnemers. 2.7 informatieverstrekking De Beheerder zal jaarlijks en halfjaarlijks financiële verantwoording afleggen op de wijze als hiervoor bepaald in paragraaf 2.6 ‘verslaggeving’. Maandelijks zal de Beheerder binnen vijftien werkdagen na afloop van elke maand een overzicht opstellen, waarin ten minste de volgende gegevens zijn opgenomen: • de waarde van elk Subfonds; • het aantal uitstaande Participaties; • de waarde van een Participatie; en • de totale waarde en de samenstelling van de beleggingen van de desbetreffende Interpolis Pensioenen Beleggingspools, respectievelijk de deposito’s. Dit overzicht wordt door de Beheerder tegen ten hoogste de kostprijs (elektronisch) beschikbaar gesteld aan de Participatiehouders en de Deelnemers op hun daartoe strekkend verzoek. De Beheerder legt op zijn kantoor een afschrift van zijn vergunning kosteloos ter inzage voor de Participatiehouders en Deelnemers en verstrekt tegen ten hoogste de kostprijs desgevraagd (elektronisch) een afschrift van deze vergunning aan de Participatiehouders en Deelnemers. De meest recente versies van de voorwaarden van beheer en bewaring (zoals opgenomen in bijlage 2) en de Interpolis Levensloopregeling liggen eveneens ter inzage op het kantoor van de Beheerder en deze worden desgevraagd kosteloos aan de Participatiehouders en Deelnemers (elektronisch) beschikbaar gesteld. Indien de AFM op verzoek van de Beheerder bepaalt dat de Beheerder niet behoeft te voldoen aan alle in de Wft bepaalde vereisten, wordt deze beschikking desgevraagd tegen ten hoogste de kostprijs aan de Participatiehouders en de Deelnemers (elektronisch) beschikbaar gesteld.
13
De Beheerder zal ten minste eenmaal per maand het (on line) rekeningafschrift van de Deelnemer bijwerken en voor de Deelnemer beschikbaar maken op de eigen webpagina van de Beheerder op de website van Interpolis, bereikbaar via www.interpolis.nl/levensloop, die daartoe door Stichting Interpolis Levensloop ten behoeve van de Deelnemer wordt onderhouden. Voorts publiceert de Beheerder op voormelde webpagina in ieder geval de volgende informatie: - het Prospectus; - de voorwaarden van beheer en bewaring van het Fonds; - de jaarrekening van het Fonds over de twee voorafgaande jaren; - de meest recente jaarrekening en het jaarverslag van de Beheerder, het Fonds en de Bewaarder; - het meest recente halfjaarbericht van de Beheerder en het Fonds; - een uittreksel uit het Handelsregister van de Beheerder en de Bewaarder; - de overeenkomst inzake bewaring; - een afschrift van de vergunning van de Beheerder; - het maandelijkse overzicht als bedoeld in de tweede alinea van deze paragraaf 2.7 ‘informatieverstrekking’. 2.8 wijziging van de voorwaarden De voorwaarden van beheer en bewaring kunnen door de Beheerder en de Bewaarder tezamen bij notariële akte worden gewijzigd met medeweten van de vergadering van Participatiehouders. Voor wijziging van de artikelen 13 lid 1, 14 lid 1, en 24 lid 2, van de voorwaarden van beheer en bewaring is een goedkeurend besluit van de vergadering van Participatiehouders vereist met algemene stemmen van de ter vergadering vertegenwoordigde Participaties. Het Prospectus kan door de Beheerder en de Bewaarder tezamen worden gewijzigd met medeweten van de vergadering van Participatiehouders en de Deelnemers. Het reglement van Stichting Interpolis Levensloop kan door Stichting Interpolis Levensloop, na overleg met de Beheerder, worden gewijzigd. De Interpolis Levensloopregeling kan door de Beheerder, na overleg met Stichting Interpolis Levensloop, worden gewijzigd. Een voorstel tot wijziging van de voorwaarden wordt aan de Participatiehouders
bekendgemaakt aan het adres van iedere Participatiehouder (zoals opgenomen in het Participatiehoudersregister) en wordt tevens op de eigen webpagina van de Beheerder, op de website van Interpolis (bereikbaar via www.interpolis.nl/levensloop) toegelicht. Eventuele wijzigingen van de voorwaarden, waardoor de rechten of zekerheden van de Participatiehouders of Deelnemers worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, dan wel waardoor het beleggingsbeleid van het fonds wordt gewijzigd, worden eerst van kracht nadat drie maanden zijn verstreken na bekendmaking van de wijziging aan de Participatiehouders en de Deelnemers. Binnen deze periode kunnen de Participanten tegen de gebruikelijke voorwaarden uittreden. De bekendmaking van de wijziging van de voorwaarden aan de Participatiehouders en de Deelnemers geschiedt eveneens aan het adres van iedere Participatiehouder en Deelnemer en wordt ook op de eigen webpagina van de Beheerder, op de website van Interpolis (bereikbaar via www.interpolis.nl/levensloop) toegelicht. 2.9 uitbesteding Besluiten tot uitbesteding van taken en verantwoordelijkheden worden zorgvuldig voorbereid en op adequate wijze geïmplementeerd, waarbij afspraken telkens op basis van marktconforme voorwaarden in een schriftelijke overeenkomst worden vastgelegd. Indien gebruik wordt gemaakt van de diensten van vennootschappen gelieerd aan de Beheerder of de Bewaarder, zullen deze transacties geschieden tegen marktconforme voorwaarden. Een gelieerde partij waarmee de Beheerder transacties verricht is Interpolis Pensioenbeheer B.V. Interpolis Pensioenbeheer B.V. en stichting Interpolis Levensloop voeren voor de Beheerder beheerhandelingen uit en stellen beide hun administratieve apparaat ter beschikking aan de Beheerder. Beide partijen zullen de Beheerder blijvend in staat stellen om te voldoen aan alle op grond van de Wft en de Levensloopregeling gestelde eisen. De Beheerder benadrukt dat door uitbesteding van taken, de verantwoordelijkheid en
14
aansprakelijkheid van de Beheerder niet wordt aangetast. Ten aanzien van de Beheerder is sprake van uitbesteding zoals hierna vermeld: uitvoering Levensloopregeling In de uitvoering van de Levensloopregeling heeft de Beheerder aan de Stichting Interpolis Levensloop verzocht een faciliteit in te richten voor het openen en administreren van de Interpolis Levenslooprekeningen. Deze afspraken zijn neergelegd in de hierna beschreven overeenkomst. Participatieadministratie De toetreding tot het Fonds kan uitsluitend verlopen via de Interpolis Levenslooprekeningen. Stichting Interpolis Levensloop is onder andere verantwoordelijk voor de Deelnemer-acceptatie en administratie van het aantal Participaties per Deelnemer en voor het innen respectievelijk uitbetalen van de op de Participaties te storten respectievelijk uit te betalen bedragen, maar heeft deze werkzaamheden vervolgens uitbesteed aan Interpolis Pensioenbeheer B.V. Voorts heeft de Beheerder (samen met Stichting Interpolis Levensloop) aan Interpolis Pensioenbeheer B.V. uitbesteed werkzaamheden betreffende onder andere het onderhouden van portalen en het elektronisch aanleveren van gegevens ten behoeve van informatieverstrekking via de portalen, het verstrekken van informatie aan en het beantwoorden van vragen van Deelnemers, gebruikmakend van diverse daartoe aangewezen informatiekanalen (multichannel), het verzorgen van managementrapportages en financiële verslaglegging, het voorbereiden van marketing activiteiten en het voorbereiden van het benaderen van (werkgevers van) potentiële Deelnemers, alsmede helpdesk activiteiten. tarieven en voorwaarden uitbestedingsovereenkomst Interpolis Pensioenbeheer B.V. zal een vergoeding voor het operationele beheer van het Interpolis Levensloop Fonds in rekening brengen aan de Beheerder. Deze vergoeding bedraagt 0,5% per jaar over de waarde van de Subfondsen, te berekenen per kalendermaand
over de waarde van de Subfondsen per ultimo van de kalendermaand. De kosten die door Stichting Interpolis Levensloop worden gemaakt zullen door de Beheerder worden vergoed. De uitbestedingsovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd en kan door elk van de partijen worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Bovendien kan de Beheerder de uitbestedingsovereenkomst met onmiddellijke ingang eenzijdig opzeggen indien dit noodzakelijk of gewenst is met het oog op het behartigen van de belangen van de Participatiehouders en de Deelnemers. De Beheerder is bij opzegging geen vergoeding verschuldigd.
3. BELEGGINGSBELEID 3.1 beleggingsbeleid Subfondsen Het Fonds bestaat uit drie Subfondsen. Het is mogelijk dat het Fonds in de toekomst wordt uitgebreid met meerdere Subfondsen. Het in elk Subfonds te storten of daaraan toe te rekenen gedeelte van het Fonds wordt afzonderlijk belegd in een of meerdere Interpolis Pensioenen Beleggingspools of in het geval van ‘Verlofopname’ rechtstreeks in deposito’s. Een Subfonds is niet bevoegd als debiteur geldleningen aan te gaan, noch de participaties uit te lenen. EvenStoppen ‘EvenStoppen’ richt zich met name op deelnemers die een beleggingshorizon hebben die korter is dan vijf jaar, bijvoorbeeld omdat zij binnen deze termijn verlof willen opnemen, en derhalve zeker willen zijn van behoud van hun inleg. Het vermogen van EvenStoppen wordt belegd in de Interpolis Pensioenen Geldmarkt Pool, welke als beleggingsdoelstelling heeft een hoger rendement te behalen dan haar benchmark door middel van beleggingen in liquide kortlopende instrumenten.
15
EvenStoppen heeft een defensief karakter, wat tot uiting komt in de lage rente-gevoeligheid van de portefeuille. Daarom wordt een inleggarantie gegeven op vermogen belegd in EvenStoppen. Ook kan worden besloten een rendementsgarantie te geven over het belegde vermogen in het eerste kalenderjaar waarin een cliënt deelneemt. De eventuele toekenning en hoogte van deze garantie wordt jaarlijks bekend gemaakt door de Beheerder en gepubliceerd op de webpagina van de Beheerder. EerderStoppen ‘EerderStoppen’ richt zich met name op Deelnemers die een beleggingshorizon hebben langer is dan vijf jaar, en enig risico kunnen accepteren. Door een gespreide belegging in liquiditeiten, obligaties en aandelen wordt een afgewogen mix gemaakt tussen rendement en risico. De specifieke verhouding tussen deze categorieën bepaalt het karakter van dit Subfonds: liquiditeiten (25%), obligaties (25%) en aandelen (50%). Dit zorgt voor een hoger verwacht rendement dan EvenStoppen, met een beperkt risico profiel. Een risicobeperkend element vormen de beleggingen in liquiditeiten. Om het verwachte rendement te verhogen wordt een gedeelte belegd in Europese aandelen. Er wordt voorts gespreid belegd in zowel staatsleningen als bedrijfsobligaties. Over deze beleggingen wordt een actief beheer gevoerd. Binnen EerderStoppen vinden de specifieke beleggingen plaats binnen de Interpolis Pensioenen Beleggingspools. Deze pools worden beheerd door diverse beleggingteams binnen Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer. De teams beschikken over een gestructureerd beleggingsproces en de portefeuillemanagers beschikken over ruime ervaring in het beheer van de desbetreffende categorieën. De beleggingen vinden plaats in euro’s. Verlofopname Wanneer een Deelnemer heeft aangegeven een periode van verlof op te willen nemen, wordt een zodanig aantal van de Participaties in EvenStoppen of EerderStoppen dat zich verhoudt tot het bedrag dat in het kader van de verlofopname opgevraagd wordt, omgewisseld in Participaties van ‘Verlofopname’. Het beleggingsbeleid van Verlofopname richt zich
op het genereren van inkomsten. Het vermogen van Verlofopname wordt uitsluitend belegd in deposito’s. Deze deposito’s worden uitsluitend uitgezet bij banken die minimaal een A-rating van Moody’s of Standard & Poor’s hebben, of bij lagere overheden in Nederland, zoals gemeenten, provincies en waterschappen. Hierdoor kan aan de Deelnemer van Verlofopname een uitkering verstrekt worden, waarbij het uit te keren bedrag vrijwel vaststaat. Het rendement dat wordt behaald op de Participaties in Verlofopname wordt binnen het wettelijk toegestane maximum uitgekeerd bij de laatste termijnbetaling van het verlof. Indien het behaalde rendement op de Participaties in Verlofopname tezamen met de laatste termijnbetaling van een verlofperiode meer bedraagt dan het Laatstgenoten Loon, kan het surplus op de eerstvolgende Handelsdag weer worden omgewisseld in Participaties EvenStoppen of EerderStoppen. Vanwege het cashflow-matchende karakter van Verlofopname is er geen aparte benchmark samengesteld. Een Deelnemer is in beginsel vrij om te kiezen tussen EerderStoppen en EvenStoppen. Een Deelnemer belegt alleen in Verlofopname wanneer hij in het kader van de Levensloopregeling een uitkering ontvangt. Een Deelnemer heeft de mogelijkheid om op een Handelsdag van Subfonds te wisselen. Indien een Deelnemer hiervan gebruik maakt, worden zijn Participaties in een Subfonds tegen betaling van aan- en verkoopkosten omgewisseld in Participaties in het nieuw gekozen Subfonds (zie ook: paragraaf 4.4 ‘toekenning, verkoop en omwisseling van Participaties’). Een Deelnemer kan tegelijkertijd in EvenStoppen en EerderStoppen beleggen, echter niet op eenzelfde Handelsdag zowel Participaties EvenStoppen als EerderStoppen toegekend krijgen. Voorts is het mogelijk dat een Deelnemer een deel van zijn Participaties in EvenStoppen en/of in EerderStoppen omwisselt in Participaties in Verlofopname, zodat een Deelnemer tegelijkertijd kan beleggen in EvenStoppen en/of EerderStoppen en Verlofopname.
16
3.2 Interpolis Pensioenen Beleggingspools Het op elk Subfonds, met uitzondering van Verlofopname, te storten of daaraan toe te rekenen vermogen wordt belegd ten behoeve van het desbetreffende Subfonds in een of meerdere Interpolis Pensioenen Beleggingspools. De Interpolis Pensioenen Beleggingspools zijn besloten fondsen voor gemene rekening en niet beurs- genoteerd. De Interpolis Pensioenen Beleggingspools waarin wordt belegd kennen een dagelijkse verhandelbaarheid tegen intrinsieke waarde met een op- dan wel afslag die ten goede komt aan de betreffende pool. De Beheerder is eveneens beheerder van de Interpolis Pensioenen Beleggingspools. Het Fonds kan derhalve beleggen in aan de Beheerder gelieerde instellingen. Elke Interpolis Pensioenen Beleggingspool heeft zijn eigen specifieke beleggingsbeleid. Het vermogen van elke Interpolis Pensioenen Beleggingspool wordt ten behoeve van de participatiehouders in die Interpolis Pensioenen Beleggingspool ten titel van beheer gehouden door de bewaarder van de Interpolis Pensioenen Beleggingspools, Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop, waarvan het bestuur wordt gevormd door Administratiekantoor van De Twentsche TrustMaatschappij B.V. Sommige Interpolis Pensioenen Beleggingspools zijn onder voorwaarden bevoegd als debiteur geldleningen aan te gaan, dan wel financiële instrumenten uit te lenen. Naast het Fonds kunnen andere cliënten van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. deelnemen als participatiehouder in de Interpolis Pensioenen Beleggingspools. 3.3 huidige beleggingsbeleid pools Interpolis Pensioenen Geldmarkt Pool Beleggingsdoelstellingen Het doel van het fonds is het behalen van een geldmarktrendement. Het fonds dient als alternatief voor het uitzetten van geldmarktdeposito’s door individuele klanten en beoogt door de bundeling van middelen een beter en beter gespreid rendement te behalen.
Beleggingsrichtlijnen Het fonds hanteert de volgende richtlijnen: • De totale modified duration (de gemiddeld gewogen looptijd van de beleggingen) van de pool is maximaal 0,5 jaar en minimaal 0 jaar, zal dus nimmer negatief zijn en wordt berekend met inbegrip van alle afgeleide producten. • De pool belegt minimaal 20% van het vermogen in 1-dags deposito’s (overnight uitzettingen ofwel callgeld). • De pool belegt maximaal 50% van het vermogen in vastrentende waarden of rentederivaten met een resterende looptijd of resterende rentetypische looptijd van maximaal 2 jaar. • Leningen met een korte rentetypische looptijd (variabele rente) hebben een resterende totale looptijd van maximaal 5 jaar een rating van minimaal BBB- bij Standard en Poor’s of Baa3 bij Moody’s. • Derivaten en afgeleide producten kunnen gebruikt worden in de uitvoering van het beleid binnen de gestelde richtlijnen. • De pool mag voor maximaal 10% titels in vreemde valuta hebben mits deze exposure middels valutacontracten is afgedekt (geen economisch valuta risico). • De rapportagevaluta van de pool is de euro. Benchmark De benchmark van het fonds is EONIA. Het managen van een geldmarktfonds vraagt om specifieke kennis welke in de vorm van verschillende specialismen binnen Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer beschikbaar is. Het is de bedoeling van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer om met een dergelijk product in de behoefte van liquiditeit, risico aversie en rendement te voorzien. Het geldmarktfonds kan zowel onderdeel zijn van een korte termijn beleggingsstrategie als van een (middel)lange termijn strategie. De beleggingen vinden plaats in euro’s. Risicomanagement.
17
De positierestricties binnen de Geldmarkt Pool zorgen voor spreiding en risicodemping in de portefeuille. Aanvullend op de positierestricties wordt minimaal één keer per week een analyse van de portefeuille gemaakt en zonodig maatregelen getroffen. Interpolis Pensioenen Vastrentende Waarden Pool Beleggingsdoelstelling Het poolvermogen wordt actief beheerd. De rendementsdoelstelling bedraagt 0,5% op jaarbasis, berekend over een 3-jaars voortschrijdend gemiddelde. Het marktrisico in de pool wordt actief gemanaged met als belangrijkste stuurvariabele de Tracking Error ten opzichte van de benchmark. Gestreefd wordt naar een ex-post Tracking Error die gemiddeld 1% zal bedragen op basis van een 3-jaars voortschrijdend gemiddelde. De expost Tracking Error zal maximaal 1% bedragen op jaarbasis. Beleggingsrichtlijnen Het beleggingsuniversum bestaat uit de volgende onderdelen • Schuldpapier van Europese debiteuren, dat verhandelbaar is op een gereguleerde markt, deposito´s en liquide middelen • Schuldpapier dient bij aankoop een rating van minimaal BBB- door S&P en/of Baa3 door Moody’s (investment grade) te hebben • Onderhandse leningen zijn toegestaan mits een investment grade rating bestaat voor soortgelijk schuldpapier van dezelfde debiteur of indien naar het oordeel van de beheerder de kwaliteit van het schuldpapier hiermee in overeenstemming is De restricties ten aanzien van de aangehouden posities zijn de volgende: • • •
minimaal 30% in staatsobligaties maximaal 10% van de pool mag in één debiteur worden belegd, uitgezonderd staat of staatsgegarandeerd maximaal 5% van de pool mag worden belegd in één debiteur met een rating A of lager (of equivalent), uitgezonderd staat of staatsgegarandeerd
•
•
maximaal 40% van de pool mag worden belegd in obligaties met een rating A of lager (of equivalent), uitgezonderd staat of staatsgegarandeerd indien een debiteur een rating lager dan (het equivalent van) BBB- krijgt toegewezen zal het betreffende schuldpapier nog maximaal 3 maanden mogen worden aangehouden
Gebruik van derivaten: Het gebruik van instrumenten zoals opties, futures, swaps, valuta-, rente- en kredietderivaten is toegestaan ten behoeve van een efficiënte sturing van de portefeuille mits • het gebruik van derivaten onderdeel is van het totale beleggingsbeleid en dus bij uitoefening van de derivaten de beleggingen conform het totaal van richtlijnen zijn • geen ongedekte calls worden geschreven • indien put-opties worden geschreven dit plaatsvindt tegen uitstaande liquiditeiten dan wel bij uitoefening de ontstane schuld niet groter is dan 10% van het poolvermogen Renterisico De duration zal maximaal 30% afwijken ( in positieve of negatieve zin) van de benchmark duration (iBoxx EUR Overall) Valuta De positie in andere Europese valuta dan EUR mag maximaal 10% van het totale poolvermogen bedragen. Benchmark De benchmark die gehanteerd wordt is de Iboxx Eur Overall. Interpolis Pensioenen Europa Pool Beleggingsdoelstelling Het poolvermogen wordt actief beheerd. De rendementsdoelstelling bedraagt 2% op jaarbasis, berekend over een 3-jaars voortschrijdend gemiddelde. Marktrisico in de Europa pool wordt actief gemanaged met als belangrijkste stuurvariabele de Tracking Error. Gestreefd wordt naar een Tracking Error die gemiddeld 4% zal bedragen op basis van een 3-jaars voortschrijdend gemiddelde. De
18
Tracking Error zal daarbij de 6% op jaarbasis niet overschrijden. Beleggingsrichtlijnen Het beleggingsuniversum bestaat uit de volgende onderdelen • Verhandelbare aandelen uitgegeven door ondernemingen die gevestigd zijn in Europa en waarvan de aandelen zijn genoteerd aan één of meerdere gereguleerde effectenbeurzen binnen Europa. • Europa wordt gedefinieerd als de Europese landen die een ontwikkelde aandelenmarkt hebben en als zodanig zijn opgenomen in de MSCI Europe index. • Tevens heeft de Europa pool de mogelijkheid om max. 5% van het poolvermogen te beleggen in Europese landen die niet in de MSCI Europe index voorkomen maar wel een ontwikkelde aandelenmarkt kennen. • ETF’s (Exchange traded funds) voorzover genoteerd aan een gereguleerde effectenbeurs in Europa en voorzover het ETF belegt in aandelen zoals eerder beschreven. Doel van het opnemen van ETF´s is om snel en efficiënt positie in deelsegmenten zoals small-caps of specifieke industrieën zoals biotech te kunnen innemen. De restricties ten aanzien van de aangehouden posities zijn de volgende: • Maximum 10% van het vermogen van de Europa pool mag worden belegd in één individuele onderneming. • Maximale overweging is 5% voor een individuele onderneming t.o.v. het gewicht van dat bedrijf in de benchmark. Indien een onderneming niet is vertegenwoordigd in de benchmark is de maximale weging van die onderneming 5% van het poolvermogen. • Maximaal 15% van het poolvermogen mag worden belegd in ondernemingen die niet in de benchmark zijn vertegenwoordigd. • De Europa pool heeft als doel volledig belegd te zijn in Europese aandelen. Vanuit transactieoverwegingen kunnen
liquide middelen worden aangehouden. Liquide middelen zullen nooit meer dan 10% van het fondsvermogen uitmaken. Gebruik van derivaten: Voor een doelmatig en effectief beheer is het toegestaan gebruik te maken van andere instrumenten zoals warrants, opties en futures. Het gebruik hiervan wordt als volgt ingeperkt: • Er worden geen ongedekte call opties geschreven. • Het schrijven van put opties is toegestaan tegenover uitstaande liquiditeiten dan wel in het geval van uitoefening de hierdoor ontstane schulden niet groter zijn dan 10% van het poolvermogen. • De economische exposure naar de Europese aandelenmarkt zal ook na het gebruik van derivaten nooit meer bedragen dan 100% van het poolvermogen (geen leverage). Benchmark De benchmark die gehanteerd wordt is MSCI Europa (net dividends reinvested). Risicomanagement Binnen de Interpolis Pensioenen Europa Pool zorgen de positierestricties voor spreiding en risicodemping in de portefeuille. Daarmee kan de invloed van een individuele beleggingsbeslissing worden beperkt, maar kan echter nooit worden voorkomen dat de Pool in een algemeen slecht beursklimaat voor aandelen aanzienlijk in waarde kan dalen. Aanvullend op de positierestricties wordt minimaal één keer per kwartaal een analyse van de portefeuille gemaakt en zonodig maatregelen getroffen. 3.4 wijziging beleggingsbeleid Wijzigingen in het beleggingsbeleid van een Subfonds zullen eerst plaatsvinden drie maanden na bekendmaking van de wijziging aan de Participatiehouders en de Deelnemers in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere Participatiehouder en Deelnemer (zie ook paragraaf 2.8. ‘wijziging van voorwaarden’). Gedurende deze termijn van drie maanden kunnen Participatiehouders en Deelnemers onder de gebruikelijk voorwaarden uittreden. De Beheerder en de Bewaarder van het Fonds zijn bevoegd tot
19
wijziging van de voorwaarden van het Fonds met medeweten van de vergadering van Participatiehouders en de Deelnemers.
4 FONDSVERMOGEN EN PARTICIPATIES 4.1 fondsvermogen Het vermogen van het Fonds bestaat uit verschillende series Participaties, de Subfondsen. De Participaties hebben zodanige aanduiding dat zij steeds van elkaar kunnen worden onderscheiden. Het aantal series Participaties, de Subfondsen, en de aanduiding van elk van de Subfondsen wordt vastgesteld door deBeheerder en de Bewaarder. 4.2 Participaties De Participaties luiden op naam. Er worden geen verhandelbare bewijzen van Participaties uitgegeven. De Bewaarder houdt een register, waarin de namen en adressen van houders van de desbetreffende serie Participaties zijn opgenomen, onder vermelding van de aanduidingen van hun Participaties, de datum van verkrijging van de Participaties en het bedrag dat in het Fonds is ingebracht als tegenprestatie voor een Participatie. Het aantal door een Participatiehouder gehouden Participaties wordt berekend tot op vier decimalen nauwkeurig. 4.3 deelname door middel van Interpolis Levenslooprekeningen Deelname in het Fonds en de Subfondsen is alleen mogelijk via de Interpolis Levenslooprekeningen. Een Deelnemer kan uitsluitend een Levenslooprekening aanvragen door indiening van een Deelnameformulier via de Inhoudingsplichtige bij Stichting Interpolis Levensloop. Een werknemer die belegt in het Fonds wordt Deelnemer en krijgt daarmee een vorderingsrecht jegens Stichting Interpolis Levensloop, die Participatiehouder in het Fonds is. Het reglement van Stichting Interpolis Levensloop bevat een gedetailleerde regeling ten aanzien van de wijze waarop opdrachten tot aan- of verkoop van Participaties worden uitgevoerd, herbelegging van uitkeringen en uitoefenen van stemrecht. Het reglement van
Stichting Interpolis Levensloop is opgenomen als bijlage 5 bij dit Prospectus. 4.4 toekenning, verkoop en omwisseling van Participaties Het fonds is een (semi-)open-end beleggingsfonds, hetgeen betekent dat de Beheerder op verzoek op iedere Handelsdag (i) Participaties zal toekennen tegen de intrinsieke waarde van een Participatie, vermeerderd met de aankoopkosten, alsmede (ii) Participaties zal verkopen tegen de intrinsieke waarde van een Participatie, verminderd met de verkoopkosten. De Beheerder zal geen andere kosten in rekening brengen terzake van een aankoop of verkoop van een Participatie. Ook is het mogelijk om één of meer Participaties van een bepaald Subfonds, tegen betaling van aan- en verkoopkosten, om te wisselen in één of meer Participaties van een ander Subfonds. De Beheerder zal deze Participaties toekennen tegen de intrinsieke waarde van een Participatie, vermeerderd met aankoopkosten, nadat de Participaties van het Subfonds waar de Deelnemer uitgaat worden verkocht tegen de intrinsieke waarde van een Participatie, verminderd met verkoopkosten. Voorts is het mogelijk om op iedere Handelsdag Verlofopname Participaties in Verlofopname te verkopen. In afwijking van het vorenstaande worden bij aankoop respectievelijk verkoop van Participaties van Verlofopname geen aankoopkosten respectievelijk verkoopkosten in rekening gebracht. De Beheerder berekent (i) per ten minste iedere Handelsdag de intrinsieke waarde in euro’s per Participatie van een Subfonds, alsmede (ii) per iedere Handelsdag Verlofopname de intrinsieke waarde in euro’s per Participatie van Verlofopname; de berekeningswijze die hij daarbij hanteert, wordt beschreven in paragraaf 4.6. ‘vaststelling intrinsieke waarde van Subfondsen en Participaties’. De op die intrinsieke waarde gebaseerde aan- en verkoopprijzen worden vijf Werkdagen na de desbetreffende Handelsdag gepubliceerd op de webpagina van de Beheerder, op de website van Interpolis (www.interpolis.nl/levensloop) en op verzoek van een Participatiehouder of Deelnemer (elektronisch) ter beschikking gesteld.
20
De intrinsieke waarde van een Participatie van een bepaalde serie wordt bepaald door de waarde van het desbetreffende Subfonds te delen door het aantal uitstaande Participaties van die serie. De waarde van een Subfonds wordt vastgesteld, met inachtneming van de waarderingsgrondslagen die zijn vermeld in paragraaf 4.6. ‘vaststelling intrinsieke waarde van Subfondsen en Participaties’. Toekenning van Participaties heeft plaats door de Beheerder. Toekenning is mogelijk op iedere Handelsdag (zie paragraaf 4.6. ‘vaststelling intrinsieke waarde van Subfondsen en Participaties’). De Beheerder zal uitsluitend op schriftelijk verzoek Participaties toekennen. De Beheerder kan de toekenning van Participaties weigeren indien de Beheerder van mening is dat door uitgifte dan wel verkoop van Participaties: - in strijd zou worden gehandeld met enige wettelijke bepaling dan wel met het in dit Prospectus omschreven beleid; - de belangen van bestaande Participatiehouders of Deelnemers zouden worden geschaad; of - door uitgifte dan wel verkoop van Participaties het Fonds of een Subfonds niet langer zou voldoen aan een of meer van de FBI-criteria. De Beheerder verklaart dat er voldoende waarborgen zijn opdat, behoudens wettelijke bepalingen en de in de vorige alinea omschreven gevallen, aan de verplichtingen tot uitgifte en verkoop van de Participaties kan worden voldaan. Het bedrag van de tegenprestatie dient uiterlijk op de 26e dag van de maand of indien dat geen Werkdag is de eerst volgende Werkdag na de 26e dag van de maand door de Bewaarder te zijn ontvangen. Indien betaling plaatsvindt door overboeking dient het over te boeken bedrag uiterlijk op de in de vorige zin bedoelde datum op de bankrekening van de Bewaarder ten behoeve van het betreffende Subfonds te zijn bijgeschreven. Indien, nadat het bedrag van de tegenrekening is geïncasseerd en hiervoor Participaties zijn gekocht, het bedrag wordt teruggeboekt (gestorneerd), worden de desbetreffende Participaties door de Beheerder van de desbetreffende Deelnemer
gekocht tegen de koers van de laatste Handelsdag. Op de eerstvolgende Handelsdag worden in beginsel deze door de Beheerder overgenomen Participaties weer verkocht, zonder dat daar verkoopkosten voor in rekening worden gebracht. Interpolis Pensioenbeheer B.V. behoudt zich de mogelijkheid voor om tot maximaal 10% van het totale aantal Participaties, Participaties in EvenStoppen en EerderStoppen te houden, om eventuele aan- en verkopen te laten plaatsvinden buiten de Handelsdagen om, teneinde administratieve omissies te herstellen. Toekenning van Participaties van een bepaalde serie door de Beheerder vindt niet plaats gedurende de periode dat op grond van het bepaalde in de voorwaarden van beheer en bewaring van het Fonds de waarde van het desbetreffende Subfonds niet wordt vastgesteld. Na opheffing van het desbetreffende Subfonds en na ontbinding van het Fonds vindt geen verkoop van Participaties meer plaats. De Beheerder zal op schriftelijk verzoek van een Participatiehouder Participaties van een bepaalde serie ten behoeve van de desbetreffende Deelnemer(s) omwisselen in Participaties van een andere serie. Omwisseling is op iedere Handelsdag mogelijk. De Beheerder kan de omwisseling van Participaties weigeren indien door de omwisseling van Participaties het Fonds of een Subfonds niet langer aan een of meer van de FBI-criteria zou voldoen. Omwisseling vindt plaats door een daartoe bestemde akte waarbij de Participatiehouder, de Beheerder en de Bewaarder partij zijn. Bij omwisseling van Participaties van een bepaalde serie verkrijgt de Participatie-houder ten behoeve van de desbetreffende Deelnemer een zodanig aantal Participaties van een andere serie als berekend op grond van de volgende formule: A = (B x C) : D, waarbij A gelijk is aan het aantal door omwisseling te verkrijgen Participaties van een bepaalde serie, naar beneden afgerond tot vier decimalen nauwkeurig;
21
B gelijk is aan het aantal om te wisselen Participaties van een bepaalde serie; C gelijk is aan de waarde van de om te wisselen Participaties van een bepaalde serie op de desbetreffende Werkdag; en D gelijk is aan de waarde per Participatie van de door omwisseling te verkrijgen Participaties van een bepaalde serie op de desbetreffende Werkdag. Omwisseling van Participaties van een bepaalde serie door de Beheerder vindt niet plaats gedurende de periode dat op grond van het bepaalde in de voorwaarden van beheer en bewaring van het Fonds de waarde van het desbetreffende Subfonds niet wordt vastgesteld. Na opheffing van het desbetreffende Subfonds en na ontbinding van het Fonds vindt geen omwisseling van Participaties meer plaats. Levering van bestaande Participaties aan anderen dan de Beheerder geschiedt door middel van een daartoe bestemde akte en mededeling van de overdracht aan de Bewaarder. 4.5 verval van Participaties Indien het Fonds of een Subfonds door het aantal Participaties dat een bepaalde Deelnemer via Stichting Interpolis Levensloop aanhoudt niet (meer) aan de FBI-criteria zou voldoen, vervalt een zodanig aantal van de Participaties van de desbetreffende Deelnemer dat het Fonds respectievelijk het Subfonds blijft voldoen aan de FBI-criteria. Ten behoeve van de desbetreffende Deelnemer zal aan de houder van de vervallen Participaties als vergoeding voor het vervallen van de Participaties ten laste van het Subfonds een bedrag worden voldaan gelijk aan het bedrag dat als verkoopprijs zou zijn voldaan indien de desbetreffende Participaties zouden zijn ingekocht. 4.6 vaststelling intrinsieke waarde van Subfondsen en Participaties De intrinsieke waarde van elk Subfonds en van een Participatie van elke serie uitstaande Participaties van het Fonds zal ten minste per elke Handelsdag door de Beheerder worden vastgesteld. De intrinsieke waarde van Verlofopname en van een Participatie van Verlofopname zal ten minste per elke Handelsdag Verlofopname door de Beheerder
worden vastgesteld. De waarde van een Participatie van een bepaalde serie wordt bepaald door de waarde van het desbetreffende Subfonds te delen door het aantal op de Handelsdag respectievelijk Handelsdag Verlofopname door de Participatiehouders gehouden Participaties van die serie. De waarde van een Subfonds wordt vastgesteld met inachtneming van de hierna omschreven waarderingsgrondslagen. De waarde van de Participaties van elk Subfonds, met uitzondering van Verlofopname, is uiteindelijk gebaseerd op de waarde van de beleggingen van de desbetreffende Interpolis Pensioenen Beleggingspool, waarin wordt geparticipeerd. Indien als gevolg van volatiliteit op de financiële markten aangenomen moet worden dat de intrinsieke waarde niet langer correct is, kan de intrinsieke waarde gedurende de dag worden bijgesteld aan de hand van de methode ‘fair value pricing’ wanneer dit in het belang is van de Participatiehouders en de Deelnemers. De Beheerder van de Interpolis Pensioenen Beleggingspools stelt per elke Handelsdag de waarde van de participaties van de Interpolis Pensioenen Beleggingspools vast door het vermogen van de desbetreffende Interpolis Pensioenen Beleggingspools te delen door het aantal op de dag van vaststelling uitstaande participaties en delen daarvan. De Beheerder stelt voorts per elke Handelsdag Verlofopname de waarde van de deposito’s, waarin door Verlofopname wordt belegd, vast. Dit vindt per elke Handelsdag respectievelijk Handelsdag Verlofopname plaats, met uitzondering van die situaties zoals beschreven in de paragraaf 4.4. ‘toekenning, verkoop en onwisseling van Participaties’. Ter bepaling van de waarde in euro’s van het vermogen van de Subfondsen en de Interpolis Pensioenen Beleggingspools worden maatstaven gehanteerd die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. Hierbij worden in beginsel de volgende grondslagen in acht genomen: - financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen de op het tijdstip van vaststelling laatst bekende officiële (slot)koers, respectievelijk het gemiddelde van bied- en laatkoers. Obligaties worden in afwijking daarvan tegen laatst bekende biedkoers gewaardeerd. Voor op
22
verschillende beurzen genoteerde effecten geldt de koers op de belangrijkste beurs; - overige beleggingen worden gewaardeerd op basis van actuele waarde met inachtneming van naar het oordeel van de Beheerder voor de betreffende beleggingen gangbare maatstaven; - beursgenoteerde en OTC-afgeleide instrumenten worden op dezelfde wijze als overige beleggingen gewaardeerd. Mocht hiervoor geen prijs tot stand gekomen zijn, dan zullen deze instrumenten worden gewaardeerd tegen de theoretische waarde die dagelijks kan worden berekend aan de hand van een objectief en breed gedragen rekenkundig model. Indien voor de berekening van de waarde van het vermogen van de Subfondsen of de Interpolis Pensioenen Beleggingspools de in vreemde valuta luidende financiële instrumenten in euro’s moeten worden omgerekend, gaat de Beheerder uit van de laatst bekende middenkoers van die valuta, tenzij de Beheerder het in het belang van de gezamenlijke Participatiehouders wenselijk oordeelt, uit te gaan van een andere koers. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat, bijvoorbeeld door gebrek aan liquiditeit van een bepaalde valuta of door grote fluctuatie van de waarde van een bepaalde valuta, de middenkoers significant afwijkt van de koers waartegen daadwerkelijk gehandeld kan worden. In de vaststelling van het vermogen van een Subfonds of een Interpolis Pensioenen Beleggingspool wordt mede begrepen de opgelopen rente van banktegoeden en deposito’s, alsmede de opgelopen nog niet uitgekeerde rente en de vastgestelde nog niet ontvangen dividenden, een en ander onder aftrek van gemaakte, nog niet betaalde kosten en eventueel verschuldigde belasting. De Beheerder van de Subfondsen of de beheerders van de Interpolis Pensioenen Beleggingspools kunnen, indien deze naar hun oordeel de vaststelling van het fondsvermogen zoals hiervoor omschreven praktisch onmogelijk of kennelijk onredelijk maken, van de grondslagen tot vaststelling van het fondsvermogen afwijken. Dergelijke omstandigheden zijn beschreven in paragraaf 4.4 ‘toekenning, verkoop en omwisseling van Participaties’.
De op de hiervoor omschreven wijze berekende intrinsieke waarde per Participatie van een Subfonds wordt afgerond tot vier cijfers achter de komma. Participatiehouders die schade hebben geleden door publicatie van een onjuiste intrinsieke waarde als gevolg van een berekeningsfout die is toe te rekenen aan de Beheerder of het Fonds, hebben (slechts) recht op een schadeloosstelling indien de afwijking ten opzichte van de daadwerkelijke waarde meer beloopt dan 1%. 4.7 uitkeringen De winst over een boekjaar wordt berekend met inachtneming van het bepaalde in Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Het gedeelte van de winst van het Fonds of een Subfonds dat moet worden uitgekeerd om te voldoen aan de FBI-criteria zal jaarlijks binnen acht maanden na afloop van het boekjaar worden uitgekeerd (zie ook: paragraaf 4.8. ‘herbelegging van dividend’ en paragraaf 5.3.1. ‘vennootschapsbelasting’). Het resterende gedeelte van de winst wordt toegevoegd aan het desbetreffende Subfonds. Alle Participaties van een bepaalde serie die op het moment van vaststelling van de jaarrekening bestaan, delen gelijkelijk in de winst van het desbetreffende Subfonds over het desbetreffende boekjaar. De Beheerder kan ten laste van een Subfonds tussentijdse uitkeringen doen. Winstuitkeringen zijn opeisbaar vier weken na vaststelling van de jaarrekening, tenzij de vergadering van Participatiehouders op voorstel van de Beheerder een andere datum bepaalt. De betaalbaarstelling van uitkeringen aan Participatiehouders ten behoeve van Deelnemers, de samenstelling van de uitkeringen en de wijze van betaalbaarstelling worden bekend gemaakt in een landelijk verspreid Nederlands dagblad dan wel aan het adres van de Participatiehouders en de Deelnemers, alsmede op de webpagina van de Beheerder op de website van Interpolis, via www.interpolis.nl/levensloop. 4.8 herbelegging van dividend Stichting Interpolis Levensloop zal het netto door haar ontvangen dividend niet uitkeren aan de Deelnemers, maar in beginsel herbeleggen tegen de waarde zoals vastgesteld op de eerstvolgende Handelsdag.
23
5 FISCALE ASPECTEN 5.1 algemeen Het navolgende geeft een algemeen overzicht van de belangrijkste Nederlandse fiscale aspecten van het (indirect) beleggen in het fonds. Een en ander is gebaseerd op de fiscale wetgeving, jurisprudentie en beleidsregels, zoals van kracht op het moment van verschijnen van dit Prospectus met daarbij het voorbehoud dat naderhand geen maatregelen met terugwerkende kracht worden ingevoerd. Het overzicht vormt geen advies aan een Deelnemer aangaande diens specifieke situatie. Voor inzicht in de specifieke fiscale gevolgen van het participeren in het Fonds wordt Deelnemers aangeraden zonodig contact op te nemen met de eigen belastingadviseur. 5.2 fiscale positie van Stichting Interpolis Levensloop De Participaties in het Fonds worden gehouden door Stichting Interpolis Levensloop. De stichting belegt voor rekening en risico ten behoeve van Deelnemers de door de werkgevers in het kader van de Levensloopregeling gestorte gelden in het Fonds. Stichting Interpolis Levensloop is niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. 5.3 fiscale positie van Fonds en Subfondsen 5.3.1 vennootschapsbelasting Het Fonds opteert voor de status van fiscale beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Dit heeft tot gevolg dat het Fonds onderworpen is aan een tarief van 0% en het Fonds betaalt derhalve feitelijk geen vennootschapsbelasting. Ten einde deze status te verkrijgen en te behouden dient het Fonds (alsook elk Subfonds van het Fonds afzonderlijk) te allen tijde aan een aantal voorwaarden te voldoen. Enkele van deze voorwaarden, voor zover in het bijzonder relevant voor het Fonds, zijn hierna opgenomen. - Beleggen van vermogen:
Het statutaire doel en de feitelijke werkzaamheden van het Fonds dienen te bestaan uit het beleggen van vermogen. - Aandeelhouderseisen (voor zover in het bijzonder relevant voor het Fonds): 1. De Participaties in het Fonds dienen voor 75% of meer te berusten bij: - natuurlijke personen; - lichamen welke niet zijn onderworpen aan een belasting naar de winst of daarvan zijn vrijgesteld. 2. Er mag geen belang van 25% of meer in het Fonds bij één enkele natuurlijke persoon berusten. - Uitdelingsverplichting: Voorts geldt als voorwaarde dat jaarlijks binnen 8 maanden na het einde van het boekjaar wordt voldaan aan de zogenoemde uitdelingsverplichting. Deze houdt in dat het Fonds haar inkomsten, onder aftrek van een deel van de gemaakte kosten, dient uit te keren. Het Fonds heeft de mogelijkheid het saldo van de ongerealiseerde en gerealiseerde vermogenswinsten en verliezen op financiële instrumenten evenals het saldo van gerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen op overige beleggingen te reserveren in een herbeleggingreserve, ten gevolge waarvan deze resultaten niet uitgekeerd hoeven worden. Ten einde de uitdelingsverplichting af te ronden bestaat de mogelijkheid om een zogenoemde afrondingsreserve te vormen die maximaal 1% van het gestorte kapitaal bedraagt. Indien (een Subfonds van) het Fonds op enig moment niet meer aan één of meerdere van de hierboven vermelde eisen voldoet, verliest het Fonds met terugwerkende kracht tot het begin van het betreffende boekjaar haar status van fiscale beleggingsinstelling. Indien niet (tijdig) wordt voldaan aan de uitdelingsverplichting, verliest het Fonds reeds met ingang van het jaar waarop de uitdelingsverplichting betrekking heeft deze status. Het verlies van de status van fiscale beleggingsinstelling heeft tot gevolg dat het Fonds met ingang van het betreffende jaar normaal belastingplichtig wordt. 5.3.2 dividendbelasting Het Fonds dient op uit te keren dividenden 25% dividendbelasting in te houden en af te dragen. Echter, het Fonds hoeft geen dividendbelasting in te houden op opbrengsten
24
die worden bijgeschreven op de Levenslooprekening van een Deelnemer. De ten laste van het Fonds ingehouden Nederlandse dividendbelasting kan door het Fonds in beginsel volledig worden teruggevraagd bij de Nederlandse Belastingdienst. Voor ten laste van het Fonds in het buitenland ingehouden bronbelasting kan het Fonds onder voorwaarden een tegemoetkoming krijgen van de Nederlandse Belastingdienst. 5.4 fiscale positie van Interpolis Pensioenen Beleggingspools Het vermogen van het Fonds is belegd in de Interpolis Pensioenen Beleggingspools, met uitzondering van het vermogen in Verlofopname, welk Subfonds rechtstreeks belegt in deposito’s. De Interpolis Pensioenen Beleggingspools zijn niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting en worden dientengevolge in die zin als transparant beschouwd. Dit houdt in dat de activa en passiva en resultaten naar rato van duur en deelname fiscaal worden toegerekend aan de participatiehouders in de Interpolis Pensioenen Beleggingspools. De resultaten worden aldus begrepen in de voor uitdeling beschikbare winst en de dotatie aan de herbeleggingsreserve bij (de Subfondsen van) het Fonds. 5.5 fiscale positie van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. is de Beheerder van het Fonds en in die hoedanigheid belast met de uitvoering van de Levensloopregeling. 5.6 deelnemers De Participaties in het Fonds worden gehouden door Stichting Interpolis Levensloop. De stichting belegt de door de werkgevers ten laste van de Deelnemers ingehouden bedragen in het kader van de Levensloopregeling in het Fonds. De Deelnemers die deelnemen aan de Interpolis Levensloopregeling krijgen een vorderingrecht op de stichting luidende in de economische gerechtigdheid tot Participaties en/of in geld. Voor nadere informatie ten aanzien van de Levensloopregeling in zijn algemeenheid
verwijzen wij naar paragraaf 1.2. ‘algemene beschrijving Levensloopregeling’.
6 RISICO-ANALYSE 6.1 algemene risico’s Aan beleggingen in (een) Subfonds(en) van het Fonds zijn financiële kansen, maar ook financiële risico’s verbonden. De waarde van de beleggingen kan derhalve zowel stijgen als dalen en de Deelnemers kunnen daardoor minder terugkrijgen dan zij hebben ingelegd. Bij het beleggen in financiële instrumenten dient rekening te worden gehouden met de gebruikelijke risico’s die verbonden zijn aan het beleggen in financiële instrumenten. In dit verband dienen in ieder geval de volgende risico’s in overweging te worden genomen: - nadelige veranderingen in nationale of internationale economische omstandigheden; - nadelige veranderingen in lokale marktomstandigheden; - ongunstige ontwikkelingen in de toepasselijke wet- en regelgeving; - het ontstaan van onverzekerbare verliezen, kosten en/of schade; - de mogelijkheid voor de Beheerder om binnen het bepaalde in hoofdstuk 3 (‘beleggingsbeleid’) af te wijken van (i) de beoogde doelstelling, (ii) het beoogde beleggingsbeleid en (iii) de beoogde beleggingscategorieën, waardoor de belegging risicovoller kan worden dan beoogd; - de nadelige gevolgen van het in gebreke blijven van het Fonds of een wederpartij; - de nadelige gevolgen van de illiquiditeit van de beleggingen; - overmacht; en - andere factoren die buiten de invloed van de Beheerder liggen. Het is van groot belang dat een Deelnemer zich bewust is van deze risico’s, teneinde de belegging in het Fonds goed te kunnen beoordelen. Potentiële Deelnemers worden daarom dringend verzocht dit Prospectus aandachtig te bestuderen en worden geacht ondermeer alle risicofactoren die verbonden zijn aan de beleggingen van het Fonds in overweging te hebben genomen, alvorens zij besluiten om in het Fonds te beleggen.
25
6.2 specifieke risico’s In het onderstaande zal nader ingegaan worden op de specifieke risico’s van het Fonds.
criteria, waardoor het Fonds en/of een Subfonds (tegen het gewone tarief) vennootschapsbelasting wordt verschuldigd.
marktinstabiliteit Het Fonds is voor de liquidatie van haar beleggingen in aanzienlijke mate afhankelijk van de publieke kapitaalmarkten. Algemene onzekerheid, prijsfluctuaties of waardedalingen op de markten in financiële instrumenten kunnen ertoe leiden dat de beleggingen slechts met grote verliezen kunnen worden verkocht.
politiek risico/regelgeving Een factor waarmee vooraf geen rekening gehouden kan worden is de politiek. De lokale wetgeving en de wettelijke bepalingen met betrekking tot bijvoorbeeld de Levensloopregeling en fiscaliteit kunnen van invloed zijn op de rentabiliteit van de beleggingen. Zo kan bijvoorbeeld ook de regelgeving met betrekking tot de FBI-criteria aan wijzigingen onderhevig zijn. Het is mogelijk dat wijzigingen op het gebied van dergelijke regelgeving het rendement beïnvloeden.
inflatie- en valutarisico De ontwikkelingen van de beleggingen is, behalve van de marktomstandigheden, ook afhankelijk van de inflatie. Het risico bestaat dat de waarde van een belegging negatief wordt beïnvloed door wisselkoersschommelingen. Dit betreft dan met name financiële instrumenten die niet in euro’s luiden. Door diversificatie en het gebruik van valuta-instrumenten als termijncontracten en swaps kan dit risico (deels) worden afgedekt. faillissementsrisico Ingevolge de Levensloopregeling vinden betalingen aan en door Stichting Interpolis Levensloop ten behoeve van een Deelnemer aan het Fonds plaats via de Inhoudingsplichtige van die Deelnemer (in beginsel de werkgever van die werknemer). In geval van faillissement van de Inhoudingsplichtige kan een bedrag bestemd voor het Fonds of betaald door het Fonds aan de Inhoudingsplichtige ten behoeve van een Deelnemer, in de faillissementsboedel van de Inhoudingsplichtige vallen. Indien een Levenslooptegoed door het UWV of een rechter niet als loon wordt beschouwd en derhalve niet wordt betaald door het UWV in geval van faillissement van een Inhoudingsplichtige, kan een Deelnemer hierdoor benadeeld worden. Ook indien een Inhoudingsplichtige haar medewerking onthoudt of anderszins nalatig is, kan een Deelnemer hierdoor benadeeld worden. Het Fonds is niet aansprakelijk jegens de Deelnemer of andere partijen voor eventuele schade in dergelijke gevallen. status van fiscale beleggingsinstelling Omstandigheden die de Beheerder niet kan beïnvloeden, kunnen ertoe leiden dat het Fonds of een Subfonds niet meer voldoet aan de FBI-
rendementsrisico Het Fonds zal beleggingen doen op basis van door de Beheerder op te stellen berekeningen en projecties. Deelnemers hebben geen zekerheid dat deze berekeningen en projecties daadwerkelijk zullen resulteren in de door het Fonds beoogde rendementen. Het rendementsrisico kan tevens variëren op basis van de keuzes die mogelijk zijn op grond van het beleggingsbeleid, alsmede het bestaan of ontbreken van, dan wel de beperkingen op eventuele waarborgen van derden. risico wegvallen garantie De Beheerder geeft aan de Deelnemers in EvenStoppen een garantie op het ingelegde vermogen. Daarnaast kan een rendementsgarantie worden gegeven over het belegde Vermogen in het eerste kalenderjaar waarin een cliënt deelneemt. Het risico bestaat dat door insolvabiliteit de Beheerder de verplichtingen voortvloeiende uit de afgegeven garantie niet zal kunnen nakomen. Tot slot bestaat het risico dat door wijziging van de voorwaarden van het Fonds de verleende garanties komen te vervallen. Wijziging van de voorwaarden van het Fonds waardoor de rechten of zekerheden van de Deelnemers worden verminderd dan wel wijzigingen in het beleggingsbeleid kunnen tegenover de Participatiehouders en Deelnemers echter niet eerder worden ingeroepen dan nadat drie maanden zijn verstreken na bekendmaking van de voorgenomen wijziging aan de Participatiehouders en de Deelnemers. Deelnemers kunnen gedurende deze drie maanden hun Participaties verkopen aan het
26
Fonds onder de gebruikelijke voorwaarden, zodat laatstgenoemd risico wordt beperkt. risico van onderliggende Interpolis Pensioenen Beleggingspools De Deelnemers verkrijgen geen rechtstreeks economisch of juridisch eigendomsrecht noch enig stemrecht in de betreffende Interpolis Pensioenen Beleggingspools. Het Fonds en de Deelnemers zullen geen enkele invloed hebben op het beheer over de Interpolis Pensioenen Beleggingspools en zijn daarmee geheel afhankelijk van de beleggingen van de Interpolis Pensioenen Beleggingspools en de wijze waarop deze door de betreffende beheerder beheerd worden. Enkele Interpolis Pensioenen Beleggingspools kunnen leningen aangaan, waardoor er een groter risico ontstaat dat deze pools hun waarde verliezen, wat zal kunnen leiden tot grotere verliezen voor het Fonds. afwikkelingsrisico Het Fonds belegt (indirect) in financiële instrumenten. Het risico bestaat dat de afwikkeling van een transactie niet verloopt zoals het hoort, waardoor de levering en betaling niet juist en niet tijdig plaatsvinden, met alle nadelige consequenties van dien. bewaarnemingrisico Het risico bestaat dat een (onder)bewaarder de in bewaring gegeven activa door insolvabiliteit, nalatigheid of fraude verliest. In geval van een bewaarder die optreedt als bewaarder van een beleggingsfonds waarvan de beheerder is geregistreerd bij de AFM, bepaalt het Bgfo dat deze bewaarder adequate maatregelen moet treffen met het oog op de aansprakelijkheid voor schade die voor de bewaarder kan voortvloeien uit brand, vervoer van geld en waardepapieren, fraude of beroving. koersrisico bij stornering Indien bij uitgifte van Participaties, nadat het bedrag van de tegenrekening is geïncasseerd en hiervoor Participaties zijn gekocht, het bedrag wordt teruggeboekt (gestorneerd), worden de Participaties door de Beheerder van de desbetreffende Deelnemer gekocht tegen de koers van de laatste Handelsdag. Indien de Deelnemer op de eerstvolgende Handelsdag alsnog de Participaties wenst te kopen bestaat er een koersrisico.
concentratierisico Het Fonds zal een goede spreiding van de beleggingsportefeuille aanhouden, waardoor het risico verband houdend met een sterke concentratie van beleggingen in bepaalde beleggingscategorieën, markten of sectoren wordt beperkt. structureringsrisico Een risico, verband houdende met de structuur van een paraplufonds, is dat het Fonds een ongedeeld vermogen heeft. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Subfonds gevolgen kan hebben voor de andere Subfondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen alsmede in het geval van liquidatie en vereffening van een Subfonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt omgeslagen over de andere Subfondsen. Gezien de aard van de beleggingen en gezien het feit dat de financiering van de beleggingen van ieder Subfonds volledig met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten. Bovengenoemde factoren kunnen ertoe leiden dat een besluit om de uitgifte en/of inkoop van de participaties te limiteren of op te schorten mogelijk is.
7 KOSTEN EN VERGOEDINGEN 7.1 Vergoeding Beheerder De Beheerder ontvangt voor het beheren van EvenStoppen en EerderStoppen een vergoeding van 0,75% op jaarbasis over de waarde van het vermogen van het Fonds. Een gedeelte van deze vergoeding zal worden aangewend om beheervergoeding en kosten te betalen aan de onderliggende pools. De vergoeding wordt maandelijks bij wijze van vooruitbetaling ten laste gebracht van genoemde vermogens. Uit de beheervergoeding worden de volgende kosten voldaan; - kosten van bewaring van de activa ad EUR 12.500 per Subfonds alsmede onkosten hiermede verband houdend;
27
- kosten van de (externe) accountant ad EUR 20.000 per Subfonds; - kosten van het toezicht op grond van de Wet Financieel Toezicht, geschat op EUR 12.000 per Subfonds; - kosten van marketing, geschat op EUR 150.000; - kosten van externe juridisch en fiscaal adviseurs; - kosten van publicaties, oproepingen en mededelingen; - kosten van vergaderingen van participanten. - kosten die samenhangen met de koop en verkoop van de participaties in de onderliggende beleggingspool alsmede de beheerkosten binnen deze pools; - kosten van verlening van opdrachten aan derden, waaronder de kosten van uitbesteding van deelnemers-/participatie/levenslooprekeningenadministratie Alle hiervoor vermelde kosten zijn verwachte kosten en zullen, aangepast voor eventuele inflatie, naar verwachting – bijzondere omstandigheden voorbehouden- in volgende boekjaren in dezelfde lijn liggen. Het voorgaande is geen garantie dat die kosten inde volgende boekjaren niet (substantieel) hoger zullen zijn, omdat deze kosten niet alle door de Beheerder kunnen worden beïnvloed, en daar waar deze wel door de Beheerder kunnen worden beïnvloed, zij in het belang van de Participatiehouders en Deelnemers besluiten kan nemen die tot gevolg hebben dat de kosten hoger zijn. In de jaarrekening en het halfjaarverslag van het Fonds zullen de daadwerkelijk gemaakte kosten worden verantwoord. 7.2 aan- en verkoopkosten Bij elke aan- of verkoop van Participaties in EerderStoppen of EvenStoppen op een Handelsdag wordt 0,25% kosten ten laste gebracht van het bedrag waarmee Participaties worden gekocht, respectievelijk van het verkoopbedrag van verkochte Participaties. Deze direct met de transacties samenhangende vergoeding dekt tevens de directe kosten in verband met de koop en verkoop van de participaties in de onderliggende Interpolis Pensioenen Beleggingspools. 7.3. oprichtingskosten
De directie van de Beheerder heeft het besluit genomen de oprichtingskosten niet ten laste te brengen van het vermogen van de Subfondsen. 7.4 kostenratio De kostenratio omvat alle kosten die in een jaar ten laste van het eigen vermogen van het Fonds zijn gebracht exclusief de kosten van transacties in financiële instrumenten, de interestkosten alsmede de in- en uitstapkosten Voor alle hiervoor genoemde kosten geldt dat deze, voor zover van toepassing, inclusief BTW zijn. De kostenratio wordt na afloop van het boekjaar berekend. De kostenratio’s bedragen als volgt: Eerder Stoppen Even Stoppen 2006 0,46% 0,61% 2007 0,78% 0,78% Voor Verlofopname is de kostenratio nihil.
8 OVERIGE INFORMATIE 8.1 retourprovisies en softdollararrangementen retourprovisies Indien het Fonds of de Interpolis Pensioenen Beleggingspools zogenaamde retourprovisies ontvangen, zal het totale bedrag aan retourprovisies, gespecificeerd per Subfonds, in het jaarverslag van het Fonds worden vermeld. Deze retourprovisies komen ten goede aan het Fonds of de Interpolis Pensioenen Beleggingspools. softdollar-arrangementen Er kan gebruik worden gemaakt van softdollararrangementen. Hiervan is sprake indien een dienstverlener of leverancier van diensten in het kader van voor de beleggingsinstelling uitgevoerde prestaties, in plaats van researchrapporten, middelen ter beschikking stelt aan de Beheerder zoals toegang tot ‘dataproviders’. Indien gebruik wordt gemaakt van softdollararrangementen, zal hiervan melding worden gemaakt in het jaarverslag van het Fonds. 8.2 introductie nieuwe Subfondsen Indien een Subfonds wordt geïntroduceerd door uitgifte van Participaties van de desbetreffende serie, zal dit Prospectus worden
28
aangepast. Tevens zal een financiële bijsluiter met betrekking tot het nieuwe Subfonds worden opgesteld. 8.3 financiële bijsluiter Voor elk Subfonds is een financiële bijsluiter opgesteld met informatie over het Subfonds, de kosten en de risico’s. Vraag er om en lees hem voordat u Participaties in een Subfonds koopt. Elke financiële bijsluiter is verkrijgbaar bij de Beheerder van het Fonds. 8.4 Klachten Participanten kunnen klachten schriftelijk indienen bij de Beheerder op het adres als voor in het prospectus genoemd. 8.5 Corporate Governance De Beheerder zal geen actief stemrecht uitoefenen.
9 VERKLARING BEHEERDER Het Prospectus is samengesteld onder verantwoordelijkheid van de Beheerder. De in dit Prospectus opgenomen gegevens zijn, voor zover aan de Beheerder redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, in overeenstemming met de werkelijkheid en er zijn geen gegevens weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het Prospectus zou wijzigen. Voorts verklaart de Beheerder dat hijzelf, het Fonds, de Bewaarder en het prospectus voldoen aan de bij of krachtens de Wft gestelde regels. De Meern, 25 mei 2009 Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V.
10 ASSURANCE-RAPPORT Aan: de beheerder van het Interpolis Levensloop Fonds. Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben de assurance-opdracht aangaande de inhoud van het prospectus van het Interpolis Levensloop Fonds uitgevoerd. In dit kader hebben wij onderzocht of het prospectus d.d. 25 mei 2009 van het Interpolis Levensloop Fonds te De Meern ten minste de ingevolge
artikel 4:49 lid 2 a tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. Deze assurance-opdracht is met betrekking tot artikel 4:49 lid 2 b tot en met 2 e gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Tenzij het tegendeel uitdrukkelijk in het prospectus is vermeld, is op de in het prospectus opgenomen gegevens geen accountantscontrole toegepast. De verantwoordelijkheden zijn als volgt verdeeld: – De beheerder van het Fonds is verantwoordelijk voor de opstelling van het prospectus dat ten minste de ingevolge de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat; – Het is onze verantwoordelijkheid een conclusie te verstrekken zoals bedoeld in artikel 4:49 lid 2 c van de Wet op het financieel toezicht. Werkzaamheden Ons onderzoek is verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3000 ‘Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie’. Op basis daarvan hebben wij de door ons in de gegeven omstandigheden noodzakelijk geachte werkzaamheden verricht om een conclusie te kunnen formuleren. Wij hebben getoetst of het prospectus de ingevolge artikel 4:49 lid 2 b tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. De wet vereist niet van de accountant dat deze additionele werkzaamheden verricht met betrekking tot artikel 4:49 lid 2 a. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen onderzoeksinformatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie. Conclusie Op grond van onze werkzaamheden en het gestelde in de paragraaf “Opdracht en verantwoordelijkheden” komen wij tot de conclusie dat het prospectus ten minste de ingevolge artikel 4:49 lid 2 b tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat.
29
Zwolle, 25 mei 2009
Ernst & Young Accountants LLP namens deze
w.g. drs. J. Niewold RA
30
Bijlagen
31
32
BIJLAGE 1 REGISTRATIEDOCUMENT INTERPOLIS PENSIOENEN VERMOGENSBEHEER B.V. Behorend bij het Interpolis Levensloop Fonds I. gegevens betreffende de werkzaamheden van de beheerder a. Activiteiten van de beheerder: De activiteiten van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. zijn met name gericht op: - het beheren van vermogens met name gericht op professionele beleggers; - het beheren van beleggingsinstellingen voor zowel professionele als ook niet-professionele beleggers, alsmede het verrichten van alle handelingen en werkzaamheden en het verlenen van alle diensten welke daarmee verband houden of daaraan bevorderlijk kunnen zijn, alles in de meest uitgebreide zin. b. de soorten beleggingsinstellingen die de beheerder beheert of voornemens is te beheren Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. treedt op als beheerder van beleggingsinstellingen die deelnemingsrechten aanbieden aan zowel professionele als ook niet-professionele beleggers. De beleggingsinstellingen die Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer beheert en voornemens is te beheren, kunnen beleggen in financiële instrumenten in de ruimste zin, waaronder begrepen, valuta- en derivatenconstructies, hedgefunds, private equity structuren en multi-manager portefeuilles. II. gegevens betreffende de personen, die het dagelijks beleid van de beheerder en de bewaarder (mede) bepalen of onderdeel zijn van een toezichthoudend orgaan van de beheerder en elke bewaarder Het bestuur van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. bestaat uit: • de heer A.H.M. Wouters; en • de heer O.Veldt. Deze personen zijn tevens lid van de directie van andere tot het Achmea concern behorende instellingen. Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. kent geen raad van commissarissen. Het bestuur van Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds wordt gevormd door Administratiekantoor van De Twentsche Trust-Maatschappij B.V. Het bestuur van Administratiekantoor van De Twentsche Trust-Maatschappij B.V. bestaat uit: • de heer W.H. Kamphuijs • de heer W.P. Ruoff • de heer J.P. Everwijn. De raad van commissarissen van Administratiekantoor van De Twentsche Trust-Maatschappij B.V. wordt gevormd door: • de heer J.C.W. van Burg; • de heer F. van der Rhee; en • de heer R.G. de Schutter.
33
III. algemene gegevens betreffende de beheerder en de bewaarder 3.1 Naam en rechtsvorm van de beheerder, statutaire zetel, plaats van hoofdkantoor alsmede oprichtingsdatum Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Tilburg en kantoorhoudende te 3454 PV De Meern, Rijnzathe 10. Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. is opgericht op 11 mei 2000. De vennootschap hanteert de volgende handelsnamen: Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer Syntrus Achmea Vermogensbeheer Syntrus Achmea Asset Management 3.2 Nummer van inschrijving van de beheerder in het handelsregister en plaats van inschrijving Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Utrecht onder nummer 18059537. 3.3 Beschrijving van de formele of feitelijke zeggenschapsstructuur waarin de beheerder met andere personen is verbonden De Beheerder behoort tot de Interpolis Groep, welke deel uitmaakt van de Eureko Groep. Het organogram van de groep waartoe Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. behoort, ziet er als volgt uit: EUREKO BV INTERPOLIS NV INTERPOLIS DIENSTEN BV INTERPOLIS PENSIOENEN BV INTERPOLIS PENSIOENEN VERMOGENSBEHEER BV De Interpolis Groep is als onderdeel van het financieel concern Eureko actief op het gebied van verzekeringen, pensioenen en werknemersinzetbaarheid. 3.4 Naam en rechtsvorm van de bewaarder, statutaire zetel, plaats van hoofdkantoor alsmede oprichtingsdatum Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds treedt op als bewaarder in de zin van de Wet op het Financieel Toezicht. De stichting is opgericht op 4 november 2005, is statutair gevestigd te Utrecht en houdt kantoor te 1077 ZX Amsterdam, Strawinskylaan 3105. 3.5 Nummer van inschrijving van de bewaarder in het handelsregister en plaats van inschrijving 34
Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder nummer 30209204. 3.6 Beschrijving van de formele of feitelijke zeggenschapsstructuur waarin de bewaarder met andere personen is verbonden Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds behoort niet tot een groep. 3.7 De organisatiestructuur van elke bewaarder die de activa van meer dan een beleggingsinstelling bewaart. Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds beheert in beginsel alleen de activa van het fonds voor gemene rekening Interpolis Levensloop Fonds. IV Financiële gegevens over de beheerder en de bewaarder 4.1 Een verklaring van een accountant dat aan het bepaalde ingevolge de artikelen 3:53 en 3:57 Wet op het financieel toezicht is voldaan. Voor een verklaring van een accountant met betrekking tot het eigen vermogen van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V., alsmede Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop wordt verwezen naar de website van de beheerder. 4.2 Een verklaring van een accountant dat de jaarrekening van de beheerder en elke bewaarder is onderzocht. Voor een verklaring van een accountant dat de jaarrekening van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. alsmede Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds is onderzocht wordt verwezen naar de website van de beheerder. V. Gegevens over informatieverstrekking 5.1 De wijze waarop de beheerder periodiek informatie verschaft. Onderstaand volgt een beschrijving van de wijze waarop Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. periodiek informatie verschaft over haarzelf of de door haar beheerde beleggingsinstellingen, voorzover zij onder het toezicht van de AFM vallen. openbaarmaking jaarrekening en halfjaarcijfers De openbaarmaking geschiedt in overeenstemming met de bepalingen van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. stelt de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens, bedoeld in artikel 2:392 van het Burgerlijk Wetboek, van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V., de door haar beheerde beleggingsinstellingen en de bewaarders van deze beleggingsinstellingen voor de deelnemers in de desbetreffende beleggingsinstelling kosteloos (elektronisch) verkrijgbaar. Publicatie over de beleggingsinstellingen richting deelnemers vindt plaats conform de Wet op het Financieel Toezicht, artikelen 4:52 en 4:53
35
Gelijktijdig met de openbaarmaking meldt Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. in een of meer landelijk verspreide dagbladen dan wel aan het adres van iedere deelnemer, waar de bovengenoemde stukken voor de deelnemers in de desbetreffende beleggingsinstelling kosteloos verkrijgbaar. Tevens zendt Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. tegelijkertijd een afschrift van deze stukken aan de toezichthouder.
informatieverschaffing via de website De volgende informatie is, voorzover beschikbaar en van toepassing, te raadplegen op www.interpolis.nl/levensloop en op aanvraag, tegen ten hoogste kostprijs, verkrijgbaar bij Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. • de statuten van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. • de jaarrekeningen en jaarverslagen van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V., de door haar beheerde beleggingsinstellingen en de bewaarder van de door haar beheerde beleggingsinstellingen; • de halfjaarcijfers van de door Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. beheerde beleggingsinstellingen; • afschift van de vergunning die door de AFM aan Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. is verstrekt; • uittreksels uit het handelsregister van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer en de bewaarder; • de verklaring van de accountant dat Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. een eigen vermogen heeft dat voldoet aan hetgeen op grond van artikel 3:53 Wet op het financieel toezicht is vereist; • prospectussen (met daarin opgenomen het fondsreglement of de statuten van de beleggingsinstelling), supplementen en financiële bijsluiters van de door Interpolis Pensioenen beheerde beleggingsinstellingen; • elke indiening van een verzoek aan de toezichthouder tot intrekking van de vergunning van een beleggingsinstelling; • een voorstel tot wijziging van de voorwaarden die gelden tussen een door Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. beheerde beleggingsinstelling en de deelnemers waarbij het voorstel tot wijziging van de voorwaarden wordt toegelicht; • een wijziging van de voorwaarden die gelden tussen een door Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. beheerde beleggingsinstelling en de deelnemers waarbij de wijziging van de voorwaarden wordt toegelicht. • oproepen voor de algemene vergadering van aandeelhouders in de door Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. beheerde beleggingsinstellingen; • de tussen de Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. en de bewaarder gesloten overeenkomst ter zake van beheer en bewaring. • een maandelijkse opgave per beleggingsinstelling van: de totale waarde van de beleggingen; een overzicht van de samenstelling van de beleggingen; het aantal uitstaande rechten van deelneming; de intrinsieke waarde. 5.2 De datum waarop de jaarrekening en de halfjaarcijfers van de beheerder op grond van zijn statuten of Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek moeten zijn afgesloten.
36
De vastgestelde jaarrekening of, indien vaststelling niet behoeft plaats te vinden of nog niet heeft plaatsgevonden, de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens, bedoeld in artikel 2:392 van het Burgerlijk Wetboek, van Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. worden jaarlijks, binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, openbaar gemaakt. Daarnaast dient Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V.jaarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar haar halfjaarcijfers openbaar te maken. 5.3 De datum waarop de jaarrekening van elke bewaarder op grond van zijn statuten of Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek moet zijn afgesloten. De vastgestelde jaarrekening of, indien vaststelling niet behoeft plaats te vinden of nog niet heeft plaatsgevonden, de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens, bedoeld in artikel 2:392 van het Burgerlijk Wetboek, van Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop worden jaarlijks, binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, openbaar gemaakt. VI. Gegevens over vervanging van de beheerder of de bewaarder 6.1 De regels en voorwaarden die gelden bij een vervanging van de beheerder of de bewaarder Indien de beheerder of de bewaarder zijn functie als beheerder respectievelijk bewaarder op grond van het in de voorwaarden van beheer en bewaring bepaalde wil of moet beëindigen, zal binnen vier weken nadat dit is gebleken een vergadering van participatiehouders worden gehouden ter benoeming van een opvolgend beheerder respectievelijk bewaarder. Van de vervanging wordt aan alle participatiehouders mededeling gedaan. 6.2 Een verzoek aan de toezichthouder (AFM) tot intrekking van de vergunning wordt bekend gemaakt in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere deelnemer alsmede op de website van de beheerder.
De Meern, 31 december 2007
37
38
bijlage 2 voorwaarden van beheer en bewaring Interpolis Levensloop Fonds deelnemers: degenen die door middel van een Levenslooprekening een vorderingrecht luidende in een economische gerechtigdheid tot Participaties en/of in geld op Stichting Interpolis Levensloop hebben;
de partijen Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Tilburg en met adres 5017 JZ Tilburg, Spoorlaan 298; en
FBI-criteria: de vereisten waaraan moet worden voldaan om te kunnen worden aangemerkt als fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 Wet op de vennootschapsbelasting 1969;
Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds, een stichting, statutair gevestigd te Utrecht en met adres 1077 ZX Amsterdam, Strawinskylaan 3105; leggen hierbij vast
fonds: het vermogen waarin ter collectieve belegging gevraagde of verkregen gelden en/of andere goederen zijn of worden opgenomen teneinde de participatiehouders in de opbrengst daarvan te doen delen;
de voorwaarden waaronder ter collectieve belegging goederen ten titel van beheer worden verkregen en verplichtingen worden aangegaan, onder de naam Interpolis Levensloop Fonds, luidende als volgt: artikel 1 begripsomschrijving
handelsdag: iedere derde werkdag na de zesentwintigste dag van de maand, op welke dag uitgifte, verkoop, overdracht en omwisseling van participaties mogelijk is. Mocht de zesentwintigste dag van de maand geen werkdag zijn, dan is de handelsdag iedere derde werkdag na de eerstvolgende werkdag na de zesentwintigste dag van de maand;
1.1 De volgende begrippen hebben in deze voorwaarden de hierna omschreven betekenis, tenzij uitdrukkelijk anders blijkt: accountant: de in artikel 18, lid 5 bedoelde registeraccountant of andere deskundige als bedoeld in artikel 2:393, lid 1 Burgerlijk Wetboek, aan wie de opdracht is gegeven het jaarverslag te onderzoeken;
handelsdag verlofopname: iedere werkdag, op welke dag verkoop van participaties in Verlofopname mogelijk is;
Autoriteit Financiële Markten: Stichting Autoriteit Financiële Markten;
inhoudingsplichtige: artikel 6 lid 1, letters a en c van de Wet op de loonbelasting 1964, dan wel de inhoudingsplichtige als bedoeld in artikel 61c, lid 5, Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001;
beheerder: degene die belast is met het beheer van het fonds; bewaarder: degene die belast is met de bewaring van het fonds;
Interpolis Pensioenen Beleggingspool: een besloten fonds voor gemene rekening waarin een subfonds belegt;
bewaring: het ten titel van beheer houden en verkrijgen van goederen ten behoeve van de participatiehouders;
jaarverslag: het in artikel 18, lid 2 omschreven jaarverslag;
39
waarde van een participatie: de waarde van een subfonds gedeeld door het aantal uitstaande participaties van de desbetreffende serie participaties, uitgedrukt in euro en afgerond tot vier cijfers achter de komma;
Levenslooprekening: een geblokkeerde rekening als bedoeld in artikel 19g, lid 3 van de Wet op de loonbelasting 1964 bij de stichting door middel waarvan een deelnemer kan beleggen in participaties van het fonds en (i) die de vordering van die deelnemer op Stichting Interpolis Levensloop in een economische gerechtigdheid tot participaties en/of in geld weergeeft en (ii) waar voormelde vorderingen voor iedere deelnemer afzonderlijk worden geadministreerd;
waarde van een subfonds: de som van de waarde uitgedrukt in euro van de tot het subfonds behorende goederen verminderd met de tot het subfonds behorende verplichtingen, waaronder begrepen: - eventuele belastingen; - naar tijdsevenredigheid, de kosten van bewaring, beheer en de overige kosten die ten laste van het subfonds komen; en - eventueel getroffen voorzieningen en aangehouden reserves; uitgedrukt in euro en afgerond tot twee cijfers achter de komma;
participatiehouders: de economisch deelgerechtigden in een of meer subfondsen; participaties: de evenredige delen waarin de aanspraken van de participatiehouders op een subfonds verdeeld zijn, waarbij de afronding plaatsvindt op drie decimalen;
werkdag: een dag waarop de banken in Nederland geopend zijn voor het (laten) uitvoeren van betalingsverkeer en welke dag geen officiële feest- of gedenkdag in Nederland is.
prospectus: het prospectus, als bedoeld in artikel 41 van het Besluit toezicht beleggingsinstellingen 2005, van het fonds inclusief de supplementen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd of aangevuld;
1.2 Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt, heeft een begrip dat in lid 1 is omschreven in het meervoud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde beschrijving, in het enkelvoud de betekenis als in lid 1 is omschreven.
register: het in artikel 9, lid 3 omschreven register; subfonds: een gedeelte van het fonds waartoe de houders van een bepaalde serie participaties gerechtigd zijn met onder meer een eigen beleggingsbeleid als omschreven in het desbetreffende supplement;
Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt, heeft een begrip dat in lid 1 is omschreven in het enkelvoud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde omschrijving, in het meervoud dezelfde betekenis.
supplement: de bij het prospectus behorende aanvulling per subfonds waarin onder meer het beleggingsbeleid is opgenomen van het subfonds;
1.3 Voorzover iets anders niet ondubbelzinnig blijkt, zijn verwijzingen in deze voorwaarden verwijzingen naar de artikelen van deze voorwaarden.
tussentijds verslag: het in artikel 18, lid 3 omschreven tussentijds verslag;
1.4 Kopjes in deze voorwaarden zijn voor de uitleg daarvan zonder betekenis.
verkoop: verkrijging van Participaties ten titel van koop door de Beheerder voor rekening van het fonds;
40
artikel 2 naam en duur
artikel 4 beheerder en bewaarder
2.1 Het fonds draagt de naam: Interpolis Levensloop Fonds.
4.1 De beheerder is belast met het beheer van het fonds. De beheerder is bevoegd om, onder zijn verantwoordelijkheid, een deel van de beheertaken uit te besteden aan een of meer derden, niet zijnde de bewaarder. Tenzij nadrukkelijk anders is bepaald, komen de kosten hiervan voor rekening van de beheerder.
2.2 Het fonds is gevormd voor onbepaalde tijd. artikel 3 aard, doel en fiscale status 3.1 Het beheer en de bewaring van het fonds geschieden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden van beheer en bewaring. Deze voorwaarden zijn van toepassing op de rechtsverhouding tussen de beheerder, de bewaarder en de participatiehouders en creëren geen overeenkomst tussen de participatiehouders. Deze voorwaarden en hetgeen ter uitvoering hiervan geschiedt, vormen geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap.
4.2 De bewaarder is belast met de bewaring van het fonds. De bewaarder is bevoegd om, onder zijn verantwoordelijkheid, een deel van de bewaartaken uit te besteden aan een of meer derden, niet zijnde de beheerder. Tenzij nadrukkelijk anders is bepaald, komen de kosten hiervan voor rekening van de bewaarder. 4.3 De beheerder beoogt, via tegoeden bij Stichting Interpolis Levensloop luidende in een economische gerechtigdheid tot participaties in het fonds en/of in geld op voormelde stichting, uitvoering te geven aan de Levensloopregeling als bedoeld in Hoofdstuk IIC van de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarmee verband houdende uitvoeringsregelingen en het in dat kader treffen van een voorziening in geld uitsluitend ten behoeve van het opnemen van een periode van extra verlof.
3.2 Het doel van het fonds is het met inachtneming van het in lid 4 bepaalde, per subfonds afzonderlijk, collectief beleggen van de goederen die tot het fonds behoren voor rekening en risico van de participatiehouders van het betreffende subfonds, teneinde de participatiehouders in de opbrengst van de beleggingen te doen delen. Elk subfonds, met uitzondering van verlofopname, belegt in een of meerdere Interpolis Pensioenen Beleggingspools, die nader worden omschreven in het desbetreffende supplement bij het prospectus. Verlofopname belegt rechtstreeks in deposito’s.
4.4 De beheerder en de bewaarder zijn onafhankelijk van elkaar. Het is bestuurders van de beheerder niet toegestaan enige functie te vervullen bij de bewaarder en vice versa. 4.5 De beheerder en de bewaarder treden bij het beheer respectievelijk de bewaring uitsluitend in het belang van de participatiehouders op.
3.3 Het fonds opteert voor de status van een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
41
artikel 5 bewaring
artikel 6 beheer, beleggingen en overige handelingen
5.1 De bewaarder is juridisch eigenaar van of juridisch gerechtigd tot alle goederen die tot het fonds behoren.
6.1 De beheerder is belast met het beheer van het fonds, waaronder is begrepen het beleggen van de goederen die behoren tot het fonds, het aangaan van verplichtingen ten laste van het fonds en het verrichten van alle overige handelingen ten aanzien van het fonds, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, lid 2 en lid 4, artikel 4 en hetgeen overigens in deze voorwaarden is bepaald. De beheerder kan de participatiehouders niet vertegenwoordigen.
5.2 Alle goederen die deel uitmaken of deel gaan uitmaken van het fonds zijn respectievelijk worden ten titel van beheer verkregen door de bewaarder ten behoeve van de participatiehouders. 5.3 Overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring met een beperkt recht van goederen die tot het fonds (gaan) behoren worden aangegaan door de bewaarder, tezamen handelend met de beheerder.
6.2 De beheerder zal ten minste wekelijks aan de bewaarder rapporteren over de in artikel 5, lid 3 vermelde overeenkomsten en het overigens verrichte beheer. De bewaarder zal de beheerder kunnen verplichten om de in artikel 5, lid 3 vermelde overeenkomsten die na rapportage niet door de bewaarder worden goedgekeurd omdat deze overeenkomsten niet in overeenstemming zijn met het bepaalde in artikel 3, lid 2 en hetgeen overigens in deze voorwaarden is bepaald, voor zover deze gevolgen hebben voor het fonds en indien en voor zover mogelijk, ongedaan te maken, zonder dat daarmee verband houdende kosten ten laste van het fonds komen. In deze rapportage kan de verklaring als bedoeld in artikel 5, lid 4 worden opgenomen.
5.4 De bewaarder zal de goederen die tot het fonds (gaan) behoren slechts aanvaarden, leveren, bezwaren met een beperkt recht of afgeven tegen ontvangst van een verklaring van de beheerder waaruit blijkt dat dit wordt verlangd in verband met de regelmatige uitoefening van de beheerfunctie. 5.5 Verplichtingen die tot het fonds (gaan) behoren, zijn respectievelijk worden aangegaan op naam van de bewaarder, waarbij uitdrukkelijk wordt vermeld dat de bewaarder optreedt in zijn hoedanigheid van bewaarder van het fonds. De bewaarder kan de participatiehouders niet vertegenwoordigen.
6.3 De in artikel 5, lid 4 bedoelde handelingen kan de beheerder niet eerder verrichten dan nadat de bewaarder de in artikel 5, lid 4 vermelde verklaring heeft ontvangen.
5.6 De bewaarder is jegens de participatiehouders slechts aansprakelijk voor door hen geleden schade, voor zover de schade het gevolg is van verwijtbare niet-nakoming of gebrekkige nakoming van zijn verplichtingen. Dit geldt ook wanneer de bewaarder de bij hem in bewaring gegeven goederen geheel of ten dele aan een derde heeft toevertrouwd.
6.4 De beheerder is jegens de participatiehouders slechts aansprakelijk voor de door hen geleden schade, voor zover de schade het gevolg is van verwijtbare niet-nakoming of gebrekkige nakoming van zijn verplichtigingen.
42
artikel 7 fonds en subfondsen
deze voorwaarden, en het supplement van een subfonds prevaleert het supplement. Onverminderd het bepaalde in artikel 24, lid 2 kan door het supplement van een subfonds geen wijziging worden aangebracht in de rechten en verplichtingen van participatiehouders van andere subfondsen.
7.1 Het fonds bestaat uit het vermogen dat wordt gevormd overeenkomstig het bepaalde in deze voorwaarden door onder meer hetgeen wordt ingebracht als tegenprestatie voor participaties, opbrengsten van goederen die behoren tot het fonds, verkregen goederen en inkomsten en schulden die worden aangegaan.
artikel 8 rechten en verplichtingen van participatiehouders
7.2 De niet in Interpolis Pensioenen Beleggingspools belegde goederen die behoren tot het fonds zullen worden aangehouden op één of meer rekeningen op naam van de bewaarder ten behoeve van het fonds bij één of meer in de Europese Unie gevestigde banken die door de beheerder worden aangewezen.
8.1 De participatiehouders zijn economisch tot een subfonds gerechtigd naar verhouding van het aantal participaties van de desbetreffende serie participaties die een participatiehouder houdt. Onverminderd het bepaalde in lid 2 komen, in de verhouding bedoeld in de vorige zin, alle voor- en nadelen, die economisch aan een subfonds zijn verbonden, ten gunste respectievelijk ten laste van de participatiehouders die de desbetreffende serie participaties houden.
7.3 Het vermogen van het fonds is onderverdeeld in een of meer subfondsen. Voor elk subfonds wordt een aparte administratie gevoerd, zodat onder meer alle aan een subfonds toe te rekenen activa en passiva alsmede kosten en opbrengsten per subfonds worden verantwoord. De beleggingen van een subfonds komen uitsluitend voor rekening en risico van de participatiehouders van het betreffende subfonds. Uitkeringen ten laste van een subfonds kunnen uitsluitend plaatsvinden op de participaties van het betreffende subfonds.
8.2 Participatiehouders zijn niet aansprakelijk voor de verplichtingen van de beheerder en de bewaarder en dragen niet verder in de verliezen van een subfonds dan tot het bedrag dat in het subfonds is ingebracht of nog moet worden ingebracht als tegenprestatie voor de participaties van de desbetreffende serie die door de participatiehouder worden gehouden. artikel 9 participaties
7.4 Ten laste van (een subfonds van) het fonds kunnen geen geldleningen worden aangegaan.
9.1 De participaties zijn verdeeld in een of meer series participaties en hebben een zodanige aanduiding dat zij steeds van elkaar kunnen worden onderscheiden. Het aantal series participaties, de aanduiding van elke serie en de aanduiding van elke participatie van een serie worden vastgesteld door de beheerder en de bewaarder. Onder participaties worden mede begrepen fracties van participaties.
7.5 De beheerder besluit tot introductie van een subfonds. Voorafgaand aan die introductie stellen de beheerder en de bewaarder de nadere specificaties voor dat subfonds vast, waaronder begrepen het beleggingsbeleid, en leggen deze vast in het desbetreffende supplement. Op het wijzigen van deze nadere specificaties is het bepaalde in artikel 24, lid 2 van overeenkomstige toepassing. In geval van tegenstrijdigheid tussen het prospectus van het fonds, waaronder begrepen
43
Elke serie participaties vertegenwoordigt de gerechtigdheid tot het vermogen van een bepaald subfonds zoals omschreven in het prospectus en het desbetreffende supplement.
vast, tenzij het desbetreffende supplement anders bepaalt, en publiceert deze op zijn website. Wanneer marktomstandigheden naar het oordeel van de beheerder daartoe aanleiding geven, kan de beheerder de intrinsieke waarde van een subfonds en van een participatie op verschillende momenten van de dag vaststellen.
9.2 De participaties luiden op naam. Participatiebewijzen worden niet uitgegeven. 9.3 De bewaarder houdt een register, waarin de namen en adressen van alle participatiehouders zijn opgenomen, onder vermelding van de aanduidingen van hun participaties, de datum van verkrijging van de participaties, het bedrag of de waarde van hetgeen dat in het fonds is ingebracht als tegenprestatie voor een participatie, alsmede het aantal participaties waarvoor de participatiehouders deelnemen in een subfonds. Een participatiehouder zal iedere wijziging in de hiervoor bedoelde gegevens onmiddellijk aan de bewaarder opgeven.
10.2 De afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de beheerder in de navolgende gevallen besluiten de waarde van een subfonds en de waarde van een participatie niet vast te stellen: • indien de officiële markt van de effectenbeurs van Euronext Amsterdam N.V. of een (officiële) markt van een andere effectenbeurs, waaraan effecten zijn genoteerd die behoren tot de Interpolis Pensioenen Beleggingspools waarin het desbetreffende subfonds belegt, zijn gesloten tijdens andere dan gebruikelijke dagen, of wanneer de transacties op deze markten zijn opgeschort of aan niet gebruikelijke beperkingen zijn onderworpen en de beheerder naar zijn oordeel, geen juiste taxatie van de koers van die effecten kan geven; • indien de middelen van communicatie of berekeningsfaciliteiten die normaal worden gebruikt voor de bepaling van de waarde van een subfonds en/of van een participatie, anders dan door verwijtbaar handelen of nalaten van de beheerder, niet meer functioneren, of indien om enige andere reden de waarde van een belegging die behoort tot een subfonds en/of van een participatie niet met de door de beheerder gewenste snelheid of nauwkeurigheid kan worden bepaald; • indien factoren die onder andere verband houden met de politieke, economische, militaire of monetaire situatie waarover de beheerder geen zeggenschap heeft, de beheerder verhinderen de waarde van een subfonds te bepalen;
9.4 Het register wordt regelmatig bijgehouden. Iedere wijziging daarin wordt getekend door de bewaarder. 9.5 Iedere participatiehouder ontvangt terstond na de inschrijving of een wijziging daarin een door de bewaarder getekend, niet verhandelbaar uittreksel uit het register van participatiehouders, voor zover het zijn participatie(s) betreft. 9.6 Het register ligt ten kantore van de bewaarder ter inzage van iedere participatiehouder, doch uitsluitend voor zover het zijn eigen inschrijving betreft. artikel 10 vaststelling van de waarde van een subfonds en van een participatie 10.1 De beheerder stelt ten minste per elke handelsdag de waarde van een subfonds en de intrinsieke waarde van een participatie van elke serie uitstaande participaties, alsmede per elke handelsdag verlofopname de waarde van de deposito’s en de intrinsieke waarde van een participatie van het subfonds verlofopname
44
•
indien een besluit tot opheffing van het desbetreffende subfonds of tot ontbinding van het fonds is genomen.
en (iii) overeenkomstig de in het prospectus bepaalde formule. Omwisseling vindt plaats door een daartoe bestemde akte waarbij de verzoekende participatiehouder, de beheerder en de bewaarder partij zijn.
10.3 De waarde van de vermogensbestanddelen die tot een subfonds behoren wordt vastgesteld met inachtneming van de waarderingsmethoden die in het prospectus en het desbetreffende supplement zijn omschreven.
12.3 In de in artikel 10, lid 2 vermelde omstandigheden en indien door omwisseling van een of meer participaties het fonds of een subfonds niet langer aan de FBI-criteria voldoet, kan de beheerder de omwisseling van participaties opschorten en in het laatste geval weigeren.
artikel 11 toekenning van participaties 11.1 Toekenning van participaties heeft op schriftelijk verzoek plaats door de beheerder op iedere handelsdag.
artikel 13 overdracht van participaties 13.1 Participaties kunnen uitsluitend worden overgedragen aan hetzij een derde, mits met voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de beheerder, hetzij aan de beheerder, die hierbij optreedt in zijn hoedanigheid van beheerder van het fonds.
11.2 De tegenprestatie voor een toe te kennen participatie is gelijk aan de waarde van die participatie per de desbetreffende handelsdag, vermeerderd met een door de beheerder vast te stellen opslag. De beheerder stelt de verdere voorwaarden van toekenning vast, waaronder mede begrepen de vorm van de tegenprestatie. De tegenprestatie dient uiterlijk op de zesentwintigste dag van de maand of indien dat geen werkdag is de eerstvolgende werkdag na de zesentwintigste dag van de maand door de bewaarder van het fonds te zijn ontvangen.
13.2 Levering van participaties geschiedt door een daartoe bestemde akte en mededeling van de overdracht aan de bewaarder. 13.3 De participaties kunnen niet met enig beperkt recht worden belast. 13.4 Indien participaties tot een gemeenschap behoren, kunnen de gezamenlijke gerechtigden zich slechts door een schriftelijk door hen daartoe aangewezen persoon tegenover de beheerder, de bewaarder en de andere participatiehouders doen vertegenwoordigen.
11.3 In de in artikel 10, lid 2 vermelde omstandigheden kan de Beheerder besluiten de toekenning van Participaties opschorten. artikel 12 omwisseling van participaties 12.1 De beheerder kan op schriftelijk verzoek van de participatiehouder een of meer participaties van een bepaalde serie omwisselen in een of meer participaties van een andere serie. Omwisseling is mogelijk op iedere handelsdag. 12.2 Omwisseling geschiedt (i) tegen de voorwaarden zoals door de beheerder vastgesteld en als vermeld in het reglement van Stichting Interpolis Levensloop: (ii) tegen betaling van de eventuele hiermee verband houdende opslag;
45
artikel 14 verkoop van participaties
mogelijk aan de desbetreffende participatiehouder mededelen: hoeveel van welke serie(s) participaties zijn vervallen, aan welke relevante wet- en regelgeving niet meer zou worden voldaan en de hoogte van de in de vorige zin bedoelde vergoeding.
14.1 De beheerder zal op verzoek van een participatiehouder participaties verkopen. Verkoop is iedere handelsdag mogelijk, tenzij het desbetreffende supplement anders bepaalt, en verkoop van participaties in het subfonds verlofopname is voorts ook mogelijk op elke handelsdag verlofopname. De verkrijging door de beheerder vindt plaats door een daartoe bestemde akte waarbij de vervreemder van de participaties, de beheerder en de bewaarder partij zijn. Verkoop van participaties door de beheerder vindt niet plaats gedurende de periode dat op grond van het bepaalde in artikel 10, lid 2 de waarde van de participaties niet wordt vastgesteld. Na ontbinding van het fonds vindt geen verkoop van participaties meer plaats.
14.5 Voor een participatie die wordt gehouden door de beheerder ten behoeve van het fonds kan in de vergadering van participatiehouders geen stem worden uitgebracht. Bij de vaststelling van (i) in hoeverre de participatiehouders stemmen, aanwezig of vertegenwoordigd zijn en (ii) het in artikel 20, leden 5 en 9 bedoelde percentage, wordt geen rekening gehouden met participaties waarvoor ingevolge het vorenstaande geen stem kan worden uitgebracht. Bij de berekening van de verdeling van een voor uitkering op participaties bestemd bedrag tellen de participaties die de beheerder houdt ten behoeve van het fonds niet mee.
14.2 De koopprijs voor een door de beheerder te verkrijgen participatie is gelijk aan de waarde van die participatie. Van de koopprijs wordt de desbetreffende participatiehouder zo spoedig mogelijk mededeling gedaan.
artikel 15 toekenning en verkoop van participaties
14.3 De bewaarder zal de koopprijs voor door hem verkregen participaties aan de participatiehouder voldoen binnen vijf werkdagen na de verkrijging van de desbetreffende participaties. 14.4 Indien, naar het oordeel van de beheerder, een gerede kans bestaat dan wel gevoeglijk is aangetoond dat een participatiehouder door het kopen of houden van participaties handelt in strijd met de voor hem relevante wet- en regelgeving, vervalt een zodanig aantal van de participaties van de desbetreffende serie(s) die de participatiehouder houdt dat niet in strijd met de relevante wet- en regelgeving wordt gehandeld. Aan de houder van de vervallen participaties zal als vergoeding voor het vervallen van de participaties ten laste van het fonds een bedrag worden voldaan gelijk aan het bedrag dat als verkoopprijs zou zijn voldaan indien de desbetreffende participaties zouden zijn ingekocht. De beheerder zal zo spoedig
•
• •
46
De toekenning en verkoop van een of meer series participaties kan door de beheerder worden opgeschort indien, naar het oordeel van de beheerder, zich een bijzondere omstandigheid voordoet die dat in het belang van de participatiehouders rechtvaardigt. Een dergelijke omstandigheid kan zijn - maar is niet beperkt tot - dat door toekenning dan wel verkoop van die serie(s) participaties: in strijd zou worden gehandeld met enige wettelijke bepaling, waaronder begrepen de Levensloopregeling als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarmee verband houdende uitvoeringsregelingen, dan wel met het in het prospectus en het desbetreffende supplement omschreven beleid; de belangen van de bestaande participatiehouders zouden worden geschaad; en/of het fonds of een subfonds niet meer aan een of meer van de FBI-criteria zou voldoen.
Binnen een maand na de opschorting roept de beheerder een vergadering van participatiehouders van de desbetreffende serie(s) participaties bijeen om het besluit tot opschorting toe te lichten.
artikel 18 boekjaar en verslaglegging 18.1 Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 18.2 De beheerder stelt jaarlijks binnen drie maanden na afloop van het boekjaar een verslag op over dat boekjaar, het jaarverslag, bestaande uit een vermogensopstelling, een staat van baten en lasten, alsmede een toelichting. In de toelichting worden ten minste opgenomen een overzicht van het verloop gedurende het boekjaar van de waarde van elk van de subfondsen, van de beleggingen en de samenstelling van de beleggingen per subfonds per het einde van het boekjaar.
artikel 16 oproepingen en mededelingen Oproepingen van en mededelingen aan participatiehouders geschieden bij brief of bij deurwaarders-exploot aan de in het register van participatiehouders vermelde adressen of door middel van een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad, alsmede op de website van de beheerder. Als datum van een oproeping of mededeling per brief geldt de datum van verzending door de beheerder of de bewaarder respectievelijk van de dag van betekening van het deurwaardersexploot. Als datum van de oproeping of mededeling door middel van een advertentie in een in Nederland landelijk verspreid dagblad geldt in dit geval de datum van verschijnen van het dagblad.
18.3 Jaarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar maakt de beheerder een tussentijds verslag op over de eerste helft van dat boekjaar bestaande uit een vermogensopstelling, een staat van baten en lasten, alsmede een toelichting. In de toelichting worden ten minste opgenomen een overzicht van het verloop gedurende de eerste helft van het boekjaar van de waarde van elk van de subfondsen en de samenstelling van de beleggingen per subfonds per het einde van de eerste helft van het boekjaar, alsmede, voor zover beschikbaar, een vergelijking van het resultaat over het boekjaar met het resultaat in de drie voorafgaande boekjaren.
artikel 17 informatieverstrekking
• • • •
De beheerder zal binnen zeven werkdagen na afloop van elke maand een overzicht opstellen hetgeen mede door de bewaarder zal zijn ondertekend, waarin ten minste de volgende gegevens zin opgenomen: de waarde van het subfonds; het aantal uitstaande participaties; de waarde van een participatie; en de totale waarde en de samenstelling van de beleggingen van het desbetreffende Interpolis Pensioenen Beleggingspool respectievelijk deposito’s. De bewaarder publiceert dit overzicht op de website van de beheerder en legt dit overzicht ten kantore van de beheerder ter inzage voor de participatiehouders, alwaar dit overzicht tegen ten hoogste de kostprijs beschikbaar wordt gesteld aan de participatiehouders.
18.4 Het jaarverslag en het tussentijds verslag worden ondertekend door de beheerder en de bewaarder. Ontbreken een of meer handtekeningen, dan wordt daarvan onder opgave van de reden melding gemaakt. Het jaarverslag en het tussentijds verslag worden op de website van de beheerder gepubliceerd, liggen ter inzage voor de participatiehouders ten kantore van de beheerder en zijn aldaar kosteloos beschikbaar voor de participatiehouders.
47
18.5 De beheerder zal een registeraccountant of een andere deskundige, als bedoeld in artikel 2:393, lid 1 Burgerlijk Wetboek opdracht geven om het jaarverslag te onderzoeken. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de beheerder en de bewaarder en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer. De verklaring van de accountant wordt aan het jaarverslag toegevoegd.
artikel 20 vergadering van participatiehouders 20.1 Binnen vier maanden na afloop van een boekjaar wordt de jaarlijkse vergadering van participatiehouders gehouden voor welke vergadering all participatiehouders met inachtneming van het bepaalde in dit artikel worden geroepen. De agenda voor deze vergadering bevat in ieder geval de volgende onderwerpen: • verslag van de beheerder en de bewaarder over de gang van zaken in het afgelopen boekjaar; • de vaststelling van de jaarrekening; en • verlening van decharge aan de beheerder en de bewaarder voor de vervulling van hun taak over het desbetreffende boekjaar. In de jaarlijkse vergadering wordt voorts voorzien in eventuele vacatures en wordt behandeld hetgeen met inachtneming van de leden 4 en 5 op de agenda is geplaatst.
18.6 De beheerder kan opdrachten verstrekken aan de accountant of aan een andere registeraccountant of daarmee door de wet gelijkgestelde deskundige. artikel 19 winst 19.1 De winst over een boekjaar wordt berekend met inachtneming van het bepaalde in Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Het gedeelte van de winst van (een subfonds van) het fonds dat moet worden uitgekeerd om te voldoen aan de FBI-criteria zal jaarlijks binnen acht maanden na afloop van het boekjaar worden uitgekeerd. Het resterende gedeelte van de winst wordt toegevoegd aan het fonds.
20.3 De bestuurders van de beheerder en de bewaarder worden uitgenodigd vergaderingen van participatiehouders bij te wonen en hebben het recht in de vergadering het woord te voeren. De accountant kan door de beheerder of de bewaarder tot het bijwonen van de vergadering van participatiehouders worden uitgenodigd.
19.2 Alle participaties van een serie die op het moment van vaststelling van het jaarverslag uitstaan, delen gelijkelijk in de winst over het desbetreffende subfonds over het boekjaar.
20.4 De oproeping tot de vergadering van participatiehouders en de vaststelling van de agenda voor de vergadering geschieden door de beheerder. De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende dag voor die van de vergadering.
19.3 Uitkeringen van de winst zijn opeisbaar vier weken na vaststelling van het jaarverslag, tenzij de vergadering van participatiehouders op voorstel van de beheerder een andere datum bepaalt.
20.5 Een of meer participatiehouders die alleen of tezamen ten minste tien procent (10%) van het totale aantal participaties houden kunnen van de beheerder verlangen, dat onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd, mits het schriftelijk verzoek daartoe uiterlijk acht dagen voor de vergadering, door de beheerder is ontvangen. De beheerder geeft van deze onderwerpen kennis aan degenen, aan wie de
19.4 De betaalbaarstelling van uitkeringen aan participatiehouders, de samenstelling van de uitkeringen en de wijze van betaalbaarstelling worden aan de participatiehouders medegedeeld.
48
oproeping is gedaan, uiterlijk vijf dagen voor de vergadering.
20.10 De vergaderingen van participatiehouders worden geleid door een bestuurder van de beheerder. Indien meerdere bestuurders van de beheerder aanwezig zijn, zullen deze bestuurders een van hen aanwijzen als voorzitter van de vergadering. Is geen van de bestuurders van de beheerder aanwezig, dan benoemt de vergadering zelf haar voorzitter. De voorzitter van de vergadering wijst een secretaris aan. De voorzitter kan ook derden toestaan om de vergadering of een gedeelte daarvan bij te wonen en er het woord te voeren.
20.6 De vergaderingen worden gehouden in Nederland op een door de beheerder te bepalen plaats en tijdstip. Indien de voorschriften omtrent de oproeping en de plaats van de vergadering niet in acht zijn genomen, kunnen niettemin geldige besluiten worden genomen, mits alle participatiehouders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn en mits bij eenstemmigheid.
20.11 Een participatiehouder kan zich ter vergadering, mits bij schriftelijke volmacht, doen vertegenwoordigen.
20.7 Het jaarverslag wordt gelijktijdig met de oproeping van de vergadering door de beheerder kosteloos beschikbaar gesteld aan de participatiehouders. De verklaring van de accountant zal aan het jaarverslag worden toegevoegd.
20.12 Tenzij deze voorwaarden anders bepalen, worden alle besluiten van de vergadering van participatiehouders genomen met volstrekte meerderheid van de stemmen verbonden aan alle ter vergadering vertegenwoordigde participaties, waarbij aan elke participatie één stem toekomt. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter van de vergadering een beslissende stem. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze van stemming.
20.8 Binnen acht dagen na vaststelling van een jaarverslag wordt daarvan door de beheerder aan alle participatiehouders mededeling gedaan. Indien een jaarverslag gewijzigd is vastgesteld vermeldt deze mededeling tevens dat het jaarverslag tezamen met de daarop betrekking hebbende verklaring van de accountant door de beheerder kosteloos beschikbaar wordt gesteld aan de participatiehouders.
20.13 De beheerder kan een vergadering van participatiehouders van een bepaalde serie participaties bijeenroepen. Op een dergelijke vergadering is het bepaalde in dit artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
20.9 Indien de beheerder dit in het belang van de participatiehouders gewenst acht, zal de beheerder een buitengewone vergadering van participatiehouders bijeenroepen. Bovendien zal de beheerder een buitengewone vergadering van participatiehouders bijeenroepen, zodra een of meer participatiehouders die alleen of tezamen ten minste tien procent (10%) van het totale aantal participaties van het fonds houden dit onder mededeling van de te behandelen onderwerpen aan de beheerder schriftelijk verzoeken. Op een buitengewone vergadering is het bepaalde in dit artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
49
artikel 21 verslaglegging
artikel 23 vervanging van de beheerder of de bewaarder
Tenzij van het in de vergadering van participatiehouders verhandelde een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, worden daarvan door de secretaris van die vergadering notulen gehouden. Notulen worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende vergadering dan wel vastgesteld door een volgende vergadering van participatiehouders; in het laatste geval worden zij ten blijke van vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die volgende vergadering ondertekend.
23.1 Indien de beheerder of de bewaarder zijn functie als beheerder respectievelijk bewaarder op grond van het in artikel 22 bepaalde wil of moet beëindigen, zal binnen vier weken nadat dit is gebleken een vergadering van participatiehouders worden gehouden ter benoeming van een opvolgend beheerder respectievelijk bewaarder. Van de vervanging wordt aan alle participatiehouders mededeling gedaan. 23.2 Indien niet binnen tien weken nadat is gebleken dat de beheerder of de bewaarder zijn functie wil of moet beëindigen een opvolgende beheerder of bewaarder is benoemd, is het fonds ontbonden en wordt het vereffend overeenkomstig het bepaalde in artikel 25, tenzij de vergadering van participatiehouders besluit tot verlenging van de bedoelde termijn.
artikel 22 defungeren van de beheerder of de bewaarder 22.1 • • •
•
22.2 • • •
•
De beheerder zal als zodanig defungeren: op het tijdstip van ontbinding van de beheerder; door vrijwillig defungeren; doordat zijn faillissement onherroepelijk wordt, hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest, daaronder begrepen aan hem verleende surséance van betaling; door ontslag door de vergadering van participatiehouders.
artikel 24 toepasselijkheid en wijziging voorwaarden 24.1 Door het verkrijgen van een participatie onderwerpt een participatiehouder zich aan de bepalingen van deze voorwaarden. Deze voorwaarden worden op de website van de beheerder gepubliceerd en zijn gratis verkrijgbaar voor participatiehouders ten kantore van de beheerder.
De bewaarder zal als zodanig defungeren: op het tijdstip van ontbinding van de bewaarder; door vrijwillig defungeren; doordat zijn faillissement onherroepelijk wordt, hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest, daaronder begrepen aan hem verleende surséance van betaling; door ontslag door de vergadering van participatiehouders.
24.2 De voorwaarden van beheer en bewaring, het prospectus en een supplement kunnen door de beheerder en de bewaarder tezamen worden gewijzigd met medeweten van de vergadering van participatiehouders. Voor wijziging van de artikelen 13, lid 1, 14, lid 1 en dit lid is vereist een goedkeurend besluit van de vergadering van participatiehouders genomen met algemene stemmen van de ter vergadering vertegenwoordigde participaties.
22.3 Een besluit van de vergadering van participatiehouders tot ontslag van de beheerder of de bewaarder kan slechts worden genomen met een meerderheid vertegenwoordigend ten minste twee derden van het totale aantal uitstaande participaties.
50
24.3 Zowel een voorstel tot een wijziging als bedoeld in lid 2 als een wijziging als bedoeld in lid 2 wordt aan de participatiehouders medegedeeld door middel van een brief aan de in het register van participatiehouders vermelde adressen of door middel van een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad, alsmede op de website van de beheerder. Het voorstel tot wijziging wordt op de website van de beheerder toegelicht.
25.3 Bij vereffening van een subfonds wordt het liquidatiesaldo aan de participatiehouders die gerechtigd zijn tot het desbetreffende subfonds uitgekeerd in de verhouding van het aantal participaties dat door een dergelijke participatiehouder wordt gehouden, waardoor die participaties vervallen. Eerst na het afleggen van de in lid 5 bedoelde rekening en verantwoording kan tot uitkering aan participatiehouders worden overgegaan.
24.4 Voor zover door een wijziging als in lid 2 bedoeld rechten of zekerheden van participatiehouders worden verminderd, lasten aan hen worden opgelegd of het beleggingsbeleid wordt gewijzigd, wordt een wijziging eerst van kracht op de eerste werkdag dat drie maanden zijn verstreken na bekendmaking van de wijziging op de wijze als bedoeld in lid 3 van dit artikel. Binnen deze periode kan een participatiehouder op zijn verzoek onder de gebruikelijke voorwaarden uittreden.
25.4 Indien het vermogen van een subfonds negatief is, wordt bij opheffing en vereffening van het desbetreffende subfonds het tekort ten laste gebracht van de overige subfondsen naar rato van de intrinsieke waarde van elk van die subfondsen per de dag van opheffing van het eerstbedoelde subfonds. 25.5 De beheerder maakt een rekening en verantwoording op die vergezeld gaat van een verklaring van een accountant. Goedkeuring van de rekening en verantwoording door de vergadering van participatiehouders en, voor zover het betreft de opheffing en vereffening van een subfonds, goedkeuring door de vergadering van participatiehouders van de desbetreffende serie, strekt, voor zover die vergadering niet een voorbehoud maakt, tot decharge van de beheerder en de bewaarder.
24.5 Iedere wijziging van deze voorwaarden wordt door de beheerder en de bewaarder vastgelegd in een notariële akte. 24.6 De beheerder doet aan de participatiehouders mededeling van de tekst van de vastgestelde wijziging en licht de wijziging toe op zijn website.
25.6 Van een verzoek aan de Autoriteit Financiële Markten ingevolge artikel 15 onder a van de Wet toezicht beleggingsinstellingen tot intrekking van de vergunning zal mededeling worden gedaan in een in Nederland landelijk verspreid dagblad of aan het adres van iedere participatiehouder.
artikel 25 ontbinding 25.1 Onverminderd het bepaalde in artikel 23, lid 2, wordt een subfonds opgeheven of het fonds ontbonden bij besluit van de beheerder en de bewaarder na voorafgaande goedkeuring van de vergadering van participatiehouders. 25.2 In geval van opheffing van een subfonds of ontbinding van het fonds geschiedt de vereffening van het subfonds respectievelijk het fonds door de beheerder. De voorwaarden van beheer en bewaring blijven tijdens de vereffening voor zover mogelijk van kracht.
51
artikel 26 deelnemers Voor zover het betreft het bepaalde in artikel 4, lid 5, artikel 5, lid 6, artikel 6, lid 4, artikel 15, artikel 16, artikel 17, artikel 18, lid 4 laatste zin, artikel 20, leden 1, 4, 5, en 11, artikel 24 en artikel 25, lid 6 worden onder participatiehouders mutatis mutandis mede begrepen de deelnemers. In afwijking van het bepaalde in artikel 17, lid 1, artikel 18, lid 4 laatste zin en artikel 20, lid 4 derde zin geldt daarbij voor de deelnemers dat de beheerder deze documenten beschikbaar houdt en op aanvraag een deelnemer kosteloos hiervan eventueel elektronisch een afschrift verstrekt. artikel 27 toepasselijk recht en bevoegde rechter
27.1 De rechtsbetrekkingen tussen de beheerder, de bewaarder, de participatiehouders en de deelnemers, zijn uitsluitend onderworpen aan Nederlands recht. 27.2 Alle geschillen die in verband met deze voorwaarden van beheer en bewaring ontstaan, geschillen over het bestaan en de geldigheid daarvan daaronder begrepen, zullen worden beslecht door de rechter in Utrecht. artikel 28 overgangsbepalingen 28.1 De eerste bewaarder is Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds. 28.2 De eerste beheerder is Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. 28.3 Het eerste boekjaar eindigt op 31 december 2006 en het eerste tussentijds verslag wordt binnen twee maanden na 30 juni 2006 opgemaakt.
52
bijlage 3 statuten van de Beheerder artikel 1 naam en zetel
bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
De vennootschap draagt de naam: Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V.Zij is gevestigd te Tilburg.
artikel 3 kapitaal en aandelen 3.1 Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt vierhonderdvijftigduizend euro (EUR 450.000,-). Het is verdeeld in negenhonderd (900) aandelen van vijfhonderd euro (EUR 500,-) elk.
artikel 2 doel
•
•
•
• •
• •
•
De vennootschap heeft ten doel: het verrichten van diensten op het gebied van vermogensbeheer, met name ten aanzien van collectieve pensioenvermogens, waaronder begrepen het adviseren en verrichten van ondersteunende diensten terzake; het analyseren van en adviseren over de strategische doelstellingen van pensioenfondsen betreffende premiebeleid, beleggingsbeleid, risicobeleid en het management van de balans van pensioenfondsen; het selecteren, aanstellen, monitoren en eventueel ontslaan van vermogensbeheerders voor pensioenfondsen, het monitoren van beleggingsinstellingen waarin pensioenfondsen deelnemen; het zijn van beheerder in de zin van artikel 1 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen; het als beheerder van een of meerdere fondsen voor gemene rekening geven van uitvoering aan de Levensloopregeling als bedoeld in Hoofdstuk IIC van de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarmee verband houdende uitvoeringsregelingen en het in dat kader treffen van een voorziening in geld uitsluitend ten behoeve van het opnemen van een periode van extra verlof; het zijn van bestuurder van een of meerdere rechtspersonen; het deelnemen in, het voeren van beheer over, het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen en het stellen van zekerheid voor schulden van anderen, het beleggen van vermogen, het verkrijgen, beheren, exploiteren en vervreemden van registergoederen en van vermogenswaarden in het algemeen; het verrichten van alle daarmee verband houdende (overige) financiële en commerciële activiteiten, en al hetgeen daarmee verband houdt of daaraan
3.2 De aandelen luiden op naam en zijn doorlopend genummerd van 1 af. 3.3 Er worden geen aandeelbewijzen uitgegeven. 3.4 De vennootschap mag leningen met het oog op het nemen of verkrijgen van aandelen in haar kapitaal verstrekken tot ten hoogste het bedrag van haar uitkeerbare reserves. Een directiebesluit tot het verstrekken van een in de vorige zin bedoelde lening behoeft de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders, hierna te noemen: de algemene vergadering. De vennootschap houdt een niet uitkeerbare reserve aan tot het uitstaande bedrag van de in dit lid bedoelde leningen. artikel 4 uitgifte van aandelen 4.1 De algemene vergadering besluit tot uitgifte van aandelen; de algemene vergadering stelt de koers en de verdere voorwaarden van uitgifte vast. 4.2 Uitgifte van aandelen geschiedt nimmer beneden pari. 4.3 Uitgifte van aandelen geschiedt bij notariële akte met inachtneming van het bepaalde in artikel 2:196 Burgerlijk Wetboek. 4.4 Bij uitgifte van aandelen als ook bij het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen heeft een aandeelhouder geen voorkeursrecht.
53
4.5 De vennootschap is niet bevoegd haar medewerking te verlenen aan de uitgifte van certificaten van aandelen.
artikel 8 oproepingen en mededelingen 8.1 Oproepingen aan aandeelhouders geschieden bij al dan niet aangetekende brief, verzonden aan de adressen vermeld in het aandeelhoudersregister.
artikel 5 storting op aandelen 5.1 Aandelen worden slechts tegen volstorting uitgegeven.
8.2 Mededelingen aan de directie geschieden bij al dan niet aangetekende brief, verzonden aan het kantoor van de vennootschap of aan de adressen van alle directeuren.
5.2 Storting moet in geld geschieden voor zover niet een andere inbreng is overeengekomen. 5.3 Storting in geld kan in vreemd geld geschieden indien de vennootschap daarin toestemt.
artikel 9 wijze van levering van aandelen De levering van aandelen geschiedt bij notariële akte met inachtneming van het bepaalde in artikel 2:196 Burgerlijk Wetboek.
artikel 6 verkrijging en vervreemding van eigen aandelen 6.1. De directie kan met machtiging van de algemene vergadering de vennootschap een zodanig aantal volgestorte aandelen in haar eigen kapitaal onder bezwarende titel doen verkrijgen dat het nominale bedrag van de te verkrijgen en van de reeds door de vennootschap en haar dochtermaatschappijen tezamen gehouden aandelen in haar kapitaal niet meer dan de helft van het geplaatste kapitaal bedraagt en onverminderd het daaromtrent overigens bepaalde in artikel 2:207 Burgerlijk Wetboek.
artikel 10 blokkeringsregeling 10.1 Overdracht van aandelen in de vennootschap, daaronder niet begrepen vervreemding door de vennootschap van door haar verkregen aandelen in haar eigen kapitaal, kan slechts geschieden met inachtneming van de leden 2 tot en met 7 van dit artikel. 10.2 De aandeelhouder die een of meer aandelen wil overdragen, behoeft daartoe de goedkeuring van de algemene vergadering.
6.2. Ten aanzien van vervreemding door de vennootschap van door haar verkregen aandelen in haar eigen kapitaal is artikel 4 lid 1 van overeenkomstige toepassing. Een besluit tot vervreemding van zodanige aandelen omvat de goedkeuring als bedoeld in artikel 2:195 lid 4 Burgerlijk Wetboek.
10.3 De overdracht moet plaats vinden binnen drie maanden nadat de goedkeuring is verleend of wordt geacht te zijn verleend.
artikel 7 aandeelhoudersregister 7.1 De directie houdt een aandeelhoudersregister overeenkomstig de daartoe door de wet gestelde eisen. 7.2 De directie legt het register ten kantore van de vennootschap ter inzage van de aandeelhouders.
54
10.4 De goedkeuring wordt geacht te zijn verleend, indien de algemene vergadering niet gelijktijdig met de weigering van de goedkeuring aan de verzoeker opgaaf doet van een of meer gegadigden die bereid zijn al de aandelen waarop het verzoek om goedkeuring betrekking heeft, tegen contante betaling te kopen tegen de prijs vastgesteld op de wijze als omschreven in lid 5; de vennootschap zelf kan slechts met goedkeuring van de verzoeker als gegadigde worden aangewezen. De goedkeuring wordt eveneens geacht te zijn verleend indien de algemene vergadering niet binnen zes weken na het verzoek om goedkeuring op dat verzoek heeft beslist.
artikel 11 bestuur 11.1 De vennootschap wordt bestuurd door een directie, bestaande uit een of meer directeuren. De algemene vergadering bepaalt het aantal directeuren. Een rechtspersoon kan tot directeur worden benoemd. 11.2 Directeuren worden benoemd door de algemene vergadering. De algemene vergadering kan hen te allen tijde schorsen en ontslaan. 11.3 De algemene vergadering stelt de arbeidsvoorwaarden van de directeuren vast. 11.4 Ingeval van belet of ontstentenis van een of meer directeuren zijn de overblijvende directeuren of is de enig overblijvende directeur tijdelijk met het bestuur belast. Ingeval van belet of ontstentenis van alle directeuren of de enige directeur is de persoon die de algemene vergadering daartoe heeft aangewezen casu quo zal aanwijzen, tijdelijk met het bestuur belast. Ingeval van ontstentenis neemt de in de vorige zin bedoelde persoon zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen teneinde een definitieve voorziening te doen treffen.
10.5 De verzoeker en de door hem aanvaarde gegadigden zullen in onderling overleg de in lid 4 bedoelde prijs vaststellen. Bij gebreke van overeenstemming geschiedt de vaststelling van de prijs door een onafhankelijke deskundige, aan te wijzen door de directie en de verzoeker in onderling overleg. 10.6 Indien de directie en de verzoeker omtrent de aanwijzing van de onafhankelijke deskundige geen overeenstemming bereiken, geschiedt die aanwijzing door de Voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken die bevoegd is tot inschrijving van de vennootschap in het handelsregister.
artikel 12 besluitvorming van de directie 12.1 De directie kan, met inachtneming van deze statuten, een reglement opstellen, waarin aangelegenheden, haar intern betreffende, worden geregeld. Voorts kunnen de directeuren, al dan niet bij reglement, hun werkzaamheden onderling verdelen.
10.7 Zodra de bedoelde prijs van de aandelen door de onafhankelijke deskundige is vastgesteld, is de verzoeker gedurende een maand na de prijsvaststelling vrij te beslissen of hij zijn aandelen aan de aangewezen gegadigden zal overdragen.
12.2 De directie vergadert zo dikwijls een directeur het verlangt. Zij besluit bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen beslist de algemene vergadering.
55
12.3 De directie kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk, telegrafisch, per telex of per telecopier geschiedt en alle directeuren zich voor het desbetreffende voorstel uitspreken.
bedoeld, alsook aan andere personen, mits in dienst van de vennootschap, zodanige titel toekennen als zij zal verkiezen. artikel 14 algemene vergaderingen
12.4 De directie dient zich te gedragen naar de aanwijzingen van de algemene vergadering die de algemene lijnen betreffen van het te voeren financiële, sociale, economische en het personeelsbeleid.
14.1 De jaarlijkse algemene vergadering wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar gehouden. 14.2 De agenda voor deze vergadering bevat in ieder geval als onderwerpen de vaststelling van de jaarrekening, de bepaling van de winstbestemming en de verlening van decharge aan directeuren voor hun bestuur over het afgelopen boekjaar, tenzij de termijn voor het opmaken van de jaarrekening is verlengd. In die algemene vergadering wordt voorts behandeld hetgeen met inachtneming van de leden 5 en 6 van dit artikel verder op de agenda is geplaatst.
12.5 De directie behoeft de goedkeuring van de algemene vergadering voor duidelijk in een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering omschreven besluiten. artikel 13 vertegenwoordiging procuratiehouders 13.1 De directie, zomede iedere directeur afzonderlijk, is bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen.
14.3 Een algemene vergadering wordt bijeengeroepen zo dikwijls de directie of een aandeelhouder het wenselijk acht.
13.2 Indien een directeur in privé een overeenkomst met de vennootschap sluit of in privé enigerlei procedure tegen de vennootschap voert, kan de vennootschap ter zake worden vertegenwoordigd door een van de andere directeuren, tenzij de algemene vergadering daartoe een persoon aanwijst of de wet op andere wijze in de aanwijzing voorziet. Zodanige persoon kan ook zijn de directeur, te wiens aanzien het strijdig belang bestaat. Indien een directeur op een andere wijze dan in de eerste zin van dit lid omschreven een belang heeft dat strijdig is met dat van de vennootschap, is hij, evenals iedere andere directeur, bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen.
14.4 De algemene vergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de vennootschap haar statutaire zetel heeft. In een elders gehouden algemene vergadering kunnen slechts geldige besluiten worden genomen indien het gehele geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd. 14.5 Aandeelhouders worden tot de algemene vergadering opgeroepen door de directie, door een directeur of door een aandeelhouder. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen steeds vermeld. 14.6 De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende dag voor die van de vergadering. Was die termijn korter of heeft de oproeping niet plaatsgehad, dan kunnen geen wettige besluiten worden genomen, tenzij het besluit met algemene stemmen wordt genomen in een
13.3 De directie kan aan een of meer personen, al dan niet in dienst van de vennootschap, procuratie of anderszins doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid verlenen. Tevens kan de directie aan personen als in de vorige zin
56
vergadering waarin het gehele geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd. Ten aanzien van onderwerpen die niet in de oproepingsbrief of in een aanvullende oproepingsbrief met inachtneming van de voor oproeping gestelde termijn zijn aangekondigd, vindt het bepaalde in de vorige zin overeenkomstige toepassing.
artikel 16 boekjaar en jaarrekening 16.1 Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 16.2 Jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van elk boekjaar - behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste zes maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden - maakt de directie een jaarrekening op en legt zij deze voor de aandeelhouders ter inzage ten kantore van de vennootschap. De jaarrekening gaat vergezeld van de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 17, zo de daar bedoelde opdracht is verstrekt, van het jaarverslag, tenzij artikel 2:391 Burgerlijk Wetboek niet voor de vennootschap geldt, en van de in artikel 2:392 lid 1 Burgerlijk Wetboek bedoelde overige gegevens, voor zover het in dat lid bepaalde op de vennootschap van toepassing is. De jaarrekening wordt ondertekend door alle directeuren; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgaaf van de reden melding gemaakt.
14.7 De algemene vergadering benoemt zelf haar voorzitter. De voorzitter wijst de secretaris aan. 14.8 Van het ter vergadering verhandelde worden notulen gehouden. artikel 15 stemrecht van aandeelhouders 15.1 Elk aandeel geeft recht op het uitbrengen van een stem. Aan vruchtgebruikers en pandhouders van aandelen kan niet het aan die aandelen verbonden stemrecht worden toegekend. De directeuren hebben als zodanig in de algemene vergaderingen een raadgevende stem. 15.2 Aandeelhouders kunnen zich ter vergadering door een schriftelijk gevolmachtigde doen vertegenwoordigen.
artikel 17 accountant De vennootschap kan aan een accountant als bedoeld in artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek de opdracht verlenen om de door de directie opgemaakte jaarrekening te onderzoeken overeenkomstig het bepaalde in lid 3 van dat artikel, met dien verstande dat de vennootschap daartoe gehouden is indien de wet dat verlangt. Indien de wet niet verlangt dat de in de vorige zin bedoelde opdracht wordt verleend, kan de vennootschap een opdracht tot onderzoek van de opgemaakte jaarrekening ook aan een andere deskundige verlenen; zodanige deskundige wordt hierna ook aangeduid als: accountant. Tot het verlenen van de opdracht is de algemene vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is de directie bevoegd.
15.3 Besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. 15.4 Aandeelhouders kunnen alle besluiten die zij in vergadering kunnen nemen, buiten vergadering nemen. De directeuren worden in de gelegenheid gesteld over het voorstel advies uit te brengen, tenzij dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Een besluit buiten vergadering is slechts geldig indien alle stemgerechtigde aandeelhouders schriftelijk, telegrafisch, per telex of per telecopier ten gunste van het desbetreffende voorstel stem hebben uitgebracht. Die aandeelhouders doen van het aldus genomen besluit onverwijld mededeling aan de directie.
57
De aan de accountant verleende opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door de algemene vergadering alsook door de directie indien deze de opdracht heeft verleend. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de directie en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer.
19.3 Onverminderd het bepaalde in artikel 18 lid 3 kan de algemene vergadering besluiten tot gehele of gedeeltelijke uitkering van reserves. 19.4 Onverminderd het bepaalde in artikel 18 lid 3 wordt, indien de algemene vergadering op voorstel van de directie dat bepaalt, een tussentijdse uitkering gedaan.
artikel 18 winst en verlies artikel 20 colleges van advies 18.1 Uitkering van winst ingevolge het in dit artikel bepaalde geschiedt na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is.
De vennootschap kan voor regionale werkgebieden, voor bepaalde takken van het bedrijf dat door haar of haar dochtermaatschappijen wordt uitgeoefend en/of voor bepaalde doelgroepen een of meer colleges van advies instellen. De samenstelling, de wijze van benoeming, de taak en werkwijze van deze colleges van advies worden geregeld in een of meer reglementen, op te stellen door de directie.
18.2 De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. 18.3 De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het geplaatste kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden.
artikel 21 vereffening 21.1 Indien de vennootschap wordt ontbonden ingevolge een besluit van de algemene vergadering, worden de directeuren vereffenaars van haar vermogen, indien en voor zover de algemene vergadering niet een of meer andere vereffenaars benoemt.
18.4 Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat. 18.5 Bij de berekening van de verdeling van een voor uitkering op aandelen bestemd bedrag tellen de aandelen die de vennootschap in haar kapitaal houdt niet mee.
21.2 Nadat de vennootschap heeft opgehouden te bestaan, blijven haar boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaar berusten onder degene die daartoe door de vereffenaars is aangewezen.
artikel 19 winstuitkering 19.1 Dividenden zijn opeisbaar vier weken na vaststelling, tenzij de algemene vergadering daartoe op voorstel van de directie een andere datum bepaalt. 19.2 De algemene vergadering kan besluiten dat dividenden geheel of gedeeltelijk in een andere vorm dan in contanten zullen worden uitgekeerd.
58
bijlage 4 statuten van de Bewaarder STATUTEN
artikel 5
artikel 1 naam en zetel
5.1 In vacatures in het bestuur voorziet het bestuur. Indien binnen drie maanden na het ontstaan van een vacature geen benoeming tot stand is gekomen, kan de benoeming geschieden door de rechtbank te Utrecht op verzoek van iedere belanghebbende, onverminderd de mogelijkheid om aan die rechtbank een voorlopige voorziening te verzoeken.
De stichting draagt de naam: Stichting Bewaarder Interpolis Levensloop Fonds en is gevestigd in de gemeente Utrecht. artikel 2 doel De stichting heeft ten doel: het optreden als bewaarder van het fonds voor gemene rekening: Interpolis Levensloop Fonds, een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1 onder c Wet toezicht beleggingsinstellingen (de ‘Beleggingsinstelling’) en als zodanig activa bewaren en beleggingsobjecten administreren.
5.2 Een bestuurder heeft zitting voor de tijd van ten hoogste drie jaren. De bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te stellen rooster. Aftredende bestuurders zijn onmiddellijk herbenoembaar, met dien verstande echter, dat een door de rechtbank ontslagen bestuurder binnen vijf jaar na dat ontslag niet kan worden herbenoemd. Een nieuw benoemde bestuurder neemt ingeval van tussentijdse benoeming op het rooster van aftreden de plaats in van degene, wiens plaats hij vervult.
artikel 3 geldmiddelen De middelen van de stichting bestaan uit de door de Beleggingsinstelling te vergoeden bedragen en alle andere wettige inkomsten.
5.3 Een persoon ten aanzien van wie een defungeringsgrond vermeld in artikel 6 van toepassing zou zijn indien hij bestuurder was, kan niet tot bestuurder worden benoemd.
artikel 4 bestuur en samenstelling 4.1 De stichting wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit een door het bestuur te bepalen aantal van ten minste (i) twee bestuurdersnatuurlijke personen dan wel (ii) één bestuurder rechtspersoon die ten minste twee bestuurders-natuurlijke personen heeft.
artikel 6 defungeren van een bestuurder
• 4.2 Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter en al dan niet uit zijn midden een secretaris, alsmede, al dan niet uit zijn midden een penningmeester.
• •
4.3 De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd. 4.4 Het bestuur kan aan de bestuurders of aan een of meer van hen een beloning toekennen. Kosten worden aan de bestuurders vergoed.
59
Onverminderd artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek defungeert een bestuurder: door zijn overlijden dan wel, indien het een bestuurder-rechtpersoon betreft, op het tijdstip van ontbinding van die rechtspersoon; door vrijwillig of periodiek aftreden; doordat zijn faillissement onherroepelijk wordt, hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest anders dan ten gevolge van aan hem verleende surséance van betaling , alsook, wat betreft een bestuurder-natuurlijk persoon, doordat hij onder curatele wordt gesteld of de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt;
•
door ontslag bij een aan hem gerichte, door de overige bestuurders gezamenlijk ondertekende, verklaring.
8.2 De bestuursvergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van het bestuur, die echter bevoegd is een andere bestuurder met het voorzitterschap te belasten. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, zonder dat hij een ander met het voorzitterschap heeft belast, zal de bestuursvergadering worden voorgezeten door een ter vergadering daartoe aangewezen bestuurder. De secretaris van het bestuur houdt de notulen van de bestuursvergaderingen. Bij afwezigheid van de secretaris van het bestuur wijst het bestuur een van de bestuurders als secretaris aan, die de notulen van de vergadering houdt.
artikel 7 bestuur en taken 7.1 Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 7.2 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
8.3 Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen indien alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn en alle bestuurders, met inachtneming van het hierna bepaalde, zijn opgeroepen. Indien de voorschriften omtrent de oproeping niet in acht zijn genomen, kunnen niettemin geldige besluiten worden genomen met algemene stemmen in een bestuursvergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, alles onverminderd lid 7. Een bestuurder kan zich ter vergadering door een schriftelijk gevolmachtigde medebestuurder doen vertegenwoordigen.
7.3 Het bestuur is bevoegd reglementen vast te stellen met betrekking tot door het bestuur te bepalen onderwerpen; artikel 12 lid 1 tweede zin is alsdan van overeenkomstige toepassing. Bepalingen in deze reglementen in strijd met de statuten zijn nietig. artikel 8 bestuur en organisatie 8.1 Het bestuur vergadert zo dikwijls als een bestuurder het verlangt, doch in ieder geval eenmaal per jaar, voorafgaande aan de jaarlijkse vergaderingen van de beleggingsinstelling. De bijeenroeping geschiedt door een door het bestuur aangewezen bestuurder of door de bestuurder die het houden van de vergadering heeft verlangd, door middel van brieven verzonden aan iedere bestuurder. Zij vermelden plaats en tijdstip van de vergadering en de in de vergadering te behandelen onderwerpen. De termijn van oproeping bedraagt ten minste tien dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. Bovendien kunnen vergaderingen per telefoon of per videoverbinding worden gehouden indien alle deelnemende bestuurders gelijktijdig verbinding met elkaar hebben.
8.4 Iedere bestuurder heeft in een bestuursvergadering recht op het uitbrengen van één stem. 8.5 Het bestuur besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen in een bestuursvergadering komt geen besluit tot stand. 8.6 De notulen van een vergadering worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende vergadering dan wel vastgesteld door een volgende vergadering en alsdan ten blijke van vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die volgende vergadering ondertekend.
60
8.7 Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk, telegrafisch, per telex of per telefax geschiedt en alle bestuurders zich ten gunste van het desbetreffende voorstel uitspreken. De bescheiden waaruit van het nemen van een zodanig besluit blijkt, worden bij het notulenregister bewaard.
11.4 Het bestuur is bevoegd een deskundige te benoemen teneinde de in het vorige lid bedoelde balans en staat van baten en lasten te controleren. 11.5 Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers zeven jaren lang te bewaren.
8.8 Tijdens het bestaan van ten hoogste één vacature geldt het bestuur als volledig samengesteld.
artikel 12 statuten- en reglementswijziging
artikel 9 vertegenwoordiging
12.1 Het bestuur is bevoegd deze statuten en eventuele reglementen te wijzigen. Het besluit daartoe kan slechts worden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
\De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur of door twee gezamenlijk handelende bestuurders. artikel 10 administrateur
12.2 Voor de totstandkoming van een statutenwijziging is een notariële akte vereist. Iedere bestuurder afzonderlijk is gerechtigd zodanige akte te verlijden.
Het bestuur kan één of meer personen benoemen, die het de titel van administrateur of een andere titel kan toekennen. Aan deze personen - al dan niet in dienst van de stichting - kan procuratie worden verleend.
artikel 13 ontbinding
artikel 11 boekjaar, balans en staat van baten en lasten
Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Het besluit daartoe kan slechts worden genomen op de wijze als in artikel 12 lid 1 tweede zin is bepaald.
11.1 Het boekjaar is het kalenderjaar. 11.2 Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
artikel 14 vereffening 14.1 De vereffening geschiedt door het bestuur. 14.2 Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. 14.3 Het bestuur bepaalt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo, welke bestemming zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de stichting dient te zijn.
11.3 Onverminderd het in de wet bepaalde is het bestuur verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken en op papier te stellen.
61
14.4 Nadat de stichting heeft opgehouden te bestaan blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting gedurende zeven jaar berusten onder degene, die daartoe door het bestuur is aangewezen. artikel 15 overgangsbepaling Het eerste boekjaar eindigt op éénendertig december tweeduizendzes. Dit artikel vervalt tezamen met zijn opschrift na verloop van het eerste boekjaar.
62
bijlage 5 reglement van Stichting Interpolis Levensloop de ondergetekende
aankoop van participaties aan de stichting te geven;
Stichting Interpolis Levensloop, een stichting, gevestigd te Utrecht, met adres: 3453 PV De Meern, Rijnzathe 9,
deelnemer: degene die door middel van een Levenslooprekening een vorderingsrecht luidende in een economische gerechtigdheid tot participaties en/of in geld op de stichting heeft;
verklaart dat de beheerder van het fonds voor gemene rekening Interpolis Levensloop Fonds deelnemer(s) (als hierna gedefinieerd) de gelegenheid biedt om door middel van een Levenslooprekening (als hierna gedefinieerd) te beleggen in participaties (als hierna gedefinieerd), onder de in dit reglement vermelde voorwaarden, luidende als volgt:
fonds: Interpolis Levensloop Fonds, een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen in de vorm van een fonds voor gemene rekening waarvan de participaties zijn onderverdeeld in series; handelsdag: iedere derde werkdag na de 26e dag van de maand of, indien de 26e dag van de maand geen werkdag is, na de eerstvolgende werkdag na de 26e dag van de maand, op welke dag uitgifte, verkoop, overdracht en omwisseling van participaties mogelijk is;
artikel 1 begripsomschrijving 1.1 De volgende begrippen hebben in deze voorwaarden de hierna omschreven betekenis, tenzij uitdrukkelijk anders blijkt: aankoopopdracht: een opdracht, als bedoeld in onder andere de artikelen 5 en 6 van dit reglement, waarbij aan de stichting wordt gemeld dat de deelnemer participaties wenst aan te kopen;
inhoudingsplichtige: inhoudingsplichtige in de zin van artikel 6 lid 1, letters a en c van de Wet op de loonbelasting 1964, dan wel de inhoudingsplichtige als bedoeld in artikel 61c lid 5 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. De inhoudingsplichtige is in beginsel de werkgever van de deelnemer;
adres van de stichting: het door de stichting aangewezen adres als vermeld in bijlage I waaraan een deelnemer alle correspondentie inzake zijn Levenslooprekening moet richten; beheerder: de beheerder van het fonds als bedoeld in artikel 1 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, die als beheerder van het fonds uitvoering geeft aan de Levensloopregeling;
verkoopopdracht: een opdracht, als bedoeld in onder andere de artikelen 5 en 7 van dit reglement, waarbij aan de stichting wordt gemeld dat de deelnemer wenst dat de stichting participaties van de deelnemer verkoopt;
deelnameformulier: het door de stichting (eventueel elektronisch) beschikbaar gestelde formulier dat een deelnemer gebruikt om een Levenslooprekening aan te vragen en om de eerste opdracht tot
laatstgenoten loon: het loon in geld uit tegenwoordige dienstbetrekking, vermeerderd met de waarde van niet in geld uitgekeerd loon en fooien en uitkeringen uit fondsen;
63
stichting: Stichting Interpolis Levensloop, statutair gevestigd te Utrecht, of haar (rechts)opvolger via welke de beheerder Interpolis Levenslooprekeningen aanbiedt;
Levensloopregeling: de regeling als bedoeld in Hoofdstuk IIC van de Wet op de loonbelasting 1964, waarmee een deelnemer een voorziening in geld kan treffen uitsluitend ten behoeve van het opnemen van een periode van extra verlof;
tegenrekening: een lopende bank- of giro(betaal)rekening (in euro) op naam van de inhoudingsplichtige waarover hij vrij kan beschikken bij een in Nederland gevestigde kredietinstelling met een vergunning als bedoeld in artikel 6 van de Wet toezicht kredietwezen 1992;
Levenslooprekening: een geblokkeerde rekening als bedoeld in artikel 19g lid 3 van de Wet op de loonbelasting 1964 bij de stichting door middel waarvan een deelnemer kan beleggen in participaties van het fonds en (i) die de vordering van die deelnemer op de stichting in een economische gerechtigdheid tot participaties en/of in geld weergeeft en (ii) waar voormelde vorderingen voor iedere deelnemer afzonderlijk worden geadministreerd;
website: de eigen webpagina van de beheerder op de website van Interpolis (bereikbaar via: www.interpolis.nl); werkdag: een dag waarop de banken in Nederland geopend zijn voor het (laten) uitvoeren van betalingsverkeer en welke dag geen officiële feest- of gedenkdag in Nederland is;
Interpolis Levenslooprekeningen: het geheel van Levenslooprekeningen aangeboden door het fonds; opdrachtformulier: het door de stichting (eventueel elektronisch) beschikbaar gestelde formulier dat een deelnemer gebruikt om opdrachten tot aankoop, verkoop of omwisseling van participaties aan de stichting te geven;
wijzigingsformulier: het door de stichting (eventueel elektronisch) beschikbaar gestelde formulier dat een deelnemer gebruikt om wijzigingen in zijn persoonlijke gegevens aan de stichting door te geven.
participaties: (elk van) de series participaties van het fonds als vermeld in bijlage II;
1.2 Tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven, heeft een begrip dat in lid 1 is omschreven in het meervoud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde omschrijving, in het enkelvoud dezelfde betekenis. Tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven, heeft een begrip dat in lid 1 is omschreven in het enkelvoud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde omschrijving, in het meervoud dezelfde betekenis.
reglement: dit reglement van Interpolis Levenslooprekeningen gedateerd 29 december 2005 (inclusief bijlagen); rekening van de stichting: de door de stichting aangewezen bank- of girorekening (in euro) op naam van de stichting als vermeld in bijlage I bij een in Nederland gevestigde kredietinstelling met een vergunning als bedoeld in artikel 6 van de Wet toezicht kredietwezen 1992;
1.3 Voorzover iets anders niet ondubbelzinnig blijkt, zijn verwijzingen in dit reglement verwijzingen naar de artikelen van dit reglement.
64
1.4 Kopjes in dit reglement zijn voor de uitleg daarvan zonder betekenis.
alle uitbetalingen uit het Levenslooptegoed aan de deelnemer over naar de tegenrekening, conform het schriftelijk bericht dat de inhoudingsplichtige van de stichting ontvangt.
1.5 De stichting kan per serie participaties van het fonds de in dit reglement opgenomen voorwaarden nader specificeren als vermeld in bijlage I.
2.4 De stichting is naar eigen inzicht bevoegd een aanvraag voor het openen van een Levenslooprekening zonder opgaaf van reden te weigeren. De stichting informeert de aanvrager zo spoedig mogelijk hierover.
artikel 2 openen van Levenslooprekening 2.1 Een deelnemer kan uitsluitend via een inhoudingsplichtige een Levenslooprekening aanvragen. Een deelnemer vraagt een Levenslooprekening aan door middel van het deelnameformulier, op welk deelnameformulier de inhoudingsplichtige aangeeft kennis te hebben genomen van de aanvraag door de deelnemer. De stichting opent een Levenslooprekening op naam van de deelnemer na ontvangst van het deelnameformulier dat een inhoudingsplichtige ten behoeve van een deelnemer aan de stichting doet verstrekken en nadat aan de overige voorwaarden voor het openen van een Levenslooprekening is voldaan. De stichting deelt de deelnemer en diens inhoudingsplichtige zo spoedig mogelijk het nummer van de Levenslooprekening van de betreffende deelnemer mede. De stichting verstrekt de deelnemer diens individuele toegangs- en identificatiegegevens (login-naam alsmede het bijbehorende wachtwoord) benodigd voor de toegang tot dat deel van de website (portal) dat daartoe door de stichting specifiek ten behoeve van de deelnemer wordt onderhouden.
2.5 Door middel van het deelnameformulier geeft een deelnemer ook de eerste aankoopopdracht voor participaties. Op deze opdracht is artikel 6 van toepassing. artikel 3 Levenslooprekening 3.1 De stichting zal ten minste één maal per maand het (on line) rekeningafschrift van de deelnemer actualiseren en voor de deelnemer beschikbaar maken op de website (portal) die daartoe door de stichting ten behoeve van de deelnemer wordt onderhouden. 3.2 De deelnemer ontvangt voorts na afloop van elk kalenderjaar een schriftelijk rekeningafschrift, waarop het saldo per 31 december van de Levenslooprekening, alsmede de inleg gedurende het afgelopen jaar op de Levenslooprekening van de desbetreffende deelnemer is weergegeven. 3.3 Indien de deelnemer vaker dan eenmaal per kalenderjaar een schriftelijk rekeningafschrift wenst te ontvangen zal de stichting op verzoek van de deelnemer een dergelijk schriftelijk afschrift aan de deelnemer toezenden, waarbij de kosten die verband houden met een dergelijke toezending door de stichting aan de deelnemer in rekening kunnen worden gebracht.
2.2 De deelnemer kan slechts één adres opgeven. 2.3 De inhoudingsplichtige houdt in verband met de Levenslooprekeningen van de deelnemers die bij hem in dienst zijn een tegenrekening aan. De inhoudingsplichtige boekt de inleg voor de Levensloopregeling over conform de factuur die de inhoudingsplichtige daarvoor van de stichting ontvangt vanaf de tegenrekening, tenzij de stichting en de inhoudingsplichtige anders overeenkomen. Onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 3 boekt de stichting
65
3.4 De stichting verstuurt alle schriftelijke rekeningafschriften, opgaven en overige correspondentie met betrekking tot een Levenslooprekening naar het laatst bekende adres van de deelnemer. In alle overige gevallen zal de stichting alle rekeningafschriften, opgaven en overige correspondentie met betrekking tot een Levenslooprekening elektronisch beschikbaar stellen ten behoeve van de deelnemer via de daartoe door de stichting onderhouden website (portaal).
decimalen nauwkeurig, waarbij: - het getal voor de komma een vordering in participaties vertegenwoordigt; en - het getal achter de komma een vordering in geld vertegenwoordigt, waarbij de waarde van beide getallen wordt bepaald door de laatst bekende intrinsieke waarde van de participaties. 4.4 De stichting zal de participaties op eigen naam, maar ten behoeve en voor rekening van de deelnemer ten titel van beheer verkrijgen en administreren. Alle voor- en nadelen die voortvloeien uit of verband houden met die participaties komen voor rekening van de deelnemer. De deelnemer machtigt de stichting om over de op zijn Levenslooprekening geadministreerde vordering te beschikken voor zover noodzakelijk ter uitvoering van de door de deelnemer aan de stichting gegeven opdrachten. Opdrachten tot aankoop, verkoop of omwisseling van participaties alsmede andere opdrachten van de deelnemer worden uitsluitend uitgevoerd door dan wel op aanwijzing van de stichting.
3.5 De deelnemer dient na te gaan of de aan hem via de website (portaal) beschikbaar gestelde of aan hem toegezonden rekeningafschriften en andere opgaven juist en volledig zijn. Als een deelnemer niet binnen dertig (30) dagen na toezending schriftelijk aan de stichting kenbaar maakt dat hij een rekeningafschrift of andere opgave onjuist en/of onvolledig acht, dan geldt dat rekeningafschrift respectievelijk die opgave als juist en volledig. 3.6 Tegenover een deelnemer geldt de door de stichting gevoerde administratie inzake de Levenslooprekening als volledig bewijs, tenzij de deelnemer tegenbewijs levert.
4.5 De stichting is niet verplicht de participaties per deelnemer te individualiseren.
artikel 4 stichting 4.6 Tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven, komen alle kosten van de stichting - waaronder begrepen de kosten in verband met het houden van participaties en het in stand houden van haar organisatie - voor rekening van de stichting.
4.1 De stichting geeft slechts uitvoering aan Interpolis Levenslooprekeningen en biedt niet zelf de mogelijkheid tot het openen van een Levenslooprekening aan; deze mogelijkheid wordt uitsluitend door de beheerder aangeboden. Dit reglement behelst op zichzelf geen aanbieding van participaties of andere effecten.
artikel 5 opdrachten 5.1 De eerste aankoopopdracht geeft een deelnemer via het deelnameformulier. Eventuele volgende opdrachten geeft een deelnemer door middel van een opdrachtformulier. De stichting neemt het deelnameformulier of een opdrachtformulier uitsluitend in behandeling als dat (i) door de inhoudingsplichtige ten behoeve van de deelnemer aan de stichting is verstrekt, (ii) indien het formulier door de deelnemer correct, volledig en duidelijk is ingevuld en
4.2 Door het openen van een Levenslooprekening kan door de deelnemer een vordering luidende in een economische gerechtigdheid tot participaties en/of in geld op de stichting worden verkregen. 4.3 De vordering luidende in een economische gerechtigdheid tot participaties administreert de stichting ten behoeve van de deelnemer op de Levenslooprekening in ten hoogste drie
66
(iii) door de inhoudingsplichtige en de deelnemer is ondertekend. Een elektronisch ingediend deelnameformulier neemt de stichting uitsluitend in behandeling indien dit (i) op de juiste wijze aan de stichting is verstrekt, (ii) correct en volledig is ingevuld, en (iii) is voorzien van de daartoe bestemde elektronische handtekeningen van de inhoudingsplichtige en de deelnemer.
eenvolgende incassomomenten niet is gelukt, is de stichting naar eigen inzicht bevoegd de automatische incasso in het geheel niet meer uit te voeren. Als bij een periodieke aankoopopdracht, nadat het termijnbedrag van de tegenrekening is geïncasseerd en hiervoor participaties zijn gekocht, het termijnbedrag wordt teruggeboekt (gestorneerd), ontstaat een tekort op de Levenslooprekening. In dat geval worden geen nieuwe participaties gekocht totdat het tekort is aangezuiverd. De deelnemer is verplicht een tekort onmiddellijk door de inhoudingsplichtige te laten aanvullen; bovendien is de stichting bij een tekort naar eigen inzicht bevoegd onmiddellijk een dusdanig aantal participaties te verkopen aan Interpolis Pensioenbeheer B.V. tegen de koers van de laatste handelsdag zodat uit de verkoopopbrengst het gestorneerde termijnbedrag kan worden voldaan. De stichting neemt na het constateren een mislukte incasso respectievelijk een tekort op de Levenslooprekening zo spoedig mogelijk contact op met de inhoudingsplichtige. Indien de stichting het bedrag niet alsnog binnen een week van de inhoudingsplichtinge ontvangt, informeert de stichting de deelnemer en de inhoudingsplichtige terstond over de mislukte incasso respectievelijk een tekort op de Levenslooprekening.
5.2 Opdrachten aan het fonds of de beheerder die betrekking hebben op een Levenslooprekening worden geacht te zijn gegeven aan de stichting. 5.3 Een opdracht zal door de stichting op de eerstvolgende handelsdag worden uitgevoerd als op het door de stichting vastgestelde moment als vermeld in bijlage I: • het deelnameformulier of een opdrachtformulier is ontvangen; en • aan de overige voorwaarden voor het uitvoeren van een opdracht is voldaan, wat bij een aankoopopdracht in elk geval inhoudt dat het bedrag voor aankoop is ontvangen op de rekening van de stichting. Een aan de stichting gegeven opdracht blijft geldig, zolang niet op het in de eerste zin van dit lid genoemde moment door de stichting een vervangende opdracht is ontvangen. 5.4 Als bij een aankoopopdracht het bedrag voor aankoop dat op de rekening van de stichting is ontvangen ontoereikend is, is de stichting naar eigen inzicht bevoegd de aankoopopdracht niet of slechts tot het ontvangen bedrag uit te voeren. Als bij een periodieke aankoopopdracht de stichting het termijnbedrag niet van de tegenrekening kan incasseren, worden geen nieuwe participaties gekocht. Op het eerstvolgende incassomoment zal de stichting zowel het reguliere als het achterstallige termijnbedrag proberen te incasseren. Mislukt de incasso van het achterstallige termijnbedrag opnieuw, dan zal de stichting op het daaropvolgende incassomoment nogmaals een poging doen. Als het incasseren van een termijnbedrag twee achter-
5.5 Als bij een verkoopopdracht het tegoed op de Levenslooprekening ontoereikend is, is de stichting naar eigen inzicht bevoegd de verkoopopdracht niet of slechts tot het beschikbare tegoed uit te voeren. 5.6 De stichting is niet aansprakelijk voor de door een deelnemer geleden schade - waaronder begrepen gevolgschade - als een opdracht van de deelnemer niet, niet volledig, niet juist of met vertraging wordt uitgevoerd omdat die opdracht niet voldoet aan de voorwaarden van dit reglement.
67
5.7 Totdat een aankoopopdracht is uitgevoerd, heeft een deelnemer die het bedrag voor aankoop op de rekening van de stichting heeft gestort een renteloze vordering in geld op de stichting. Na uitvoering van een aankoopopdracht heeft de deelnemer een vordering luidende in een economische gerechtigdheid tot participaties en/of in geld op de stichting. Totdat een verkoopopdracht is uitgevoerd, heeft de deelnemer een vordering luidende in een economische gerechtigdheid tot participaties en/of in geld op de stichting. Na uitvoering van een verkoopopdracht heeft de deelnemer totdat de opbrengst op de tegenrekening is gestort een renteloze vordering in geld op de stichting.
6.3 Periodieke aankoopopdrachten geeft een deelnemer via de inhoudingsplichtige door middel van het deelnameformulier of een opdrachtformulier, onder vermelding van (i) de frequentie waarmee, (ii) het bedrag of het percentage waarvoor hij per periode wenst deelt te nemen in de Levensloopregeling en (iii) de serie participaties waarvan hij aankoop wenst. De stichting incasseert dan met de aangegeven frequentie het door de deelnemer opgegeven bedrag van de tegenrekening en koopt hiervoor de door de deelnemer opgegeven participaties. Wijzigingen van periodieke aankoopopdrachten dient de deelnemer via de inhoudingsplichtige door middel van een opdrachtformulier aan de stichting door te geven voor de 15e dag van de maand waarin de wijziging dient te worden doorgevoerd.
artikel 6 aankoop van participaties en inleg ten behoeve van Levensloopregeling
6.4 Voor de uitvoering van een aankoopopdracht kan de stichting kosten in rekening brengen. Deze kosten worden door de stichting ingehouden op het bedrag voor aankoop dat op de rekening van de stichting is ontvangen, gelijktijdig met de uitvoering van de aankoopopdracht.
6.1 Na opening van een Levenslooprekening en de eerste storting daarop kan een deelnemer, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.1, zowel eenmalige als periodieke opdrachten tot aankoop van participaties geven. Iedere opdracht kan slechts betrekking hebben op de aankoop van participaties van één bepaalde serie. Door middel van het deelnameformulier respectievelijk het opdrachtformulier verleent de inhoudingsplichtige hiertoe aan de stichting tot schriftelijke wederopzegging een machtiging tot periodieke automatische incasso en tot uitvoering van eenmalige of periodieke aankoopopdrachten.
6.5 Aankoop van participaties geschiedt met inachtneming van de in het prospectus van het fonds en het supplement van de betreffende serie participaties opgenomen bepalingen daaromtrent. 6.6 Een deelnemer kan jaarlijks voor maximaal 12% van zijn brutoloon in het desbetreffende jaar participaties laten kopen, met dien verstande dat in afwijking van het vorenstaande voor deelnemers die: • op 31 december 2005 de leeftijd van 51 jaar maar niet de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt; of • met toepassing van artikel 32 lid 4 van de Pensioen- en spaarfondsenwet prepensioenaanspraken afkopen en deze afkoop aanwenden voor het opbouwen van een voorziening ingevolge een Levensloopregeling,
6.2 Eenmalige aankoopopdrachten geeft een deelnemer via de inhoudingsplichtige door middel van een opdrachtformulier, onder vermelding van (i) het bedrag of het percentage waarvoor hij wenst deel te nemen in de Levensloopregeling en (ii) de serie participaties waarvan hij aankoop wenst. De stichting incasseert vervolgens het door de deelnemer opgegeven bedrag van de tegenrekening en koopt hiervoor de door de deelnemer opgegeven participaties.
68
de jaarlijkse maximum grens van 12% van het brutoloon niet van toepassing is. Een deelnemer kan geen opdrachten tot aankoop van participaties meer verstrekken indien bij aanvang van het kalenderjaar het saldo op zijn Levenslooprekening reeds 210% of meer van zijn bruto jaarsalaris, gerelateerd aan het in het voorafgaande kalenderjaar genoten loon, bedraagt.
•
Levensloopregeling in een aanspraak ingevolge een pensioenregeling, mits de pensioenopbouw van de deelnemer binnen de in de Wet op de loonbelasting 1964 gestelde grenzen blijft; bij afkoop in geval van beëindiging dienstbetrekking; de tegenwaarde van de aanspraak ingevolge de Levensloopregeling wordt als loon uit vroegere dienstbetrekking van de deelnemer ter beschikking gesteld aan de deelnemer zelf.
7.3 Eenmalige verkoopopdrachten met als doel een waardeoverdracht, een omzetting in een pensioenregeling of een afkoop van de Levensloopregeling bij beëindiging van de dienstbetrekking en met inachtneming van hetgeen overigens in artikel 61a en artikel 61h van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 is bepaald, geeft een deelnemer aan de stichting door middel van een elektronisch ingediend opdrachtformulier, onder vermelding van (i) het bedrag waarvoor of het aantal participaties en de serie(s) participaties waarvan hij verkoop wenst, (ii) de gewenste datum voor de opname van het Levenslooptegoed en (iii) bij een waardeoverdracht of bij omzetting in een pensioenregeling, de gegevens van de instelling waar de nieuwe Levensloopregeling respectievelijk de pensioenregeling voor de deelnemer wordt geadministreerd, alsmede een schriftelijk bewijs dat de desbetreffende instelling voormelde waardeoverdracht of omzetting accepteert. In afwijking van het hiervoor in dit lid bepaalde, boekt de stichting het bedrag op verzoek van de deelnemer over naar een bankrekening van (i) de deelnemer (zie artikel 7, lid 2 sub e), of (ii) de instelling waar de nieuwe Levensloopregeling respectievelijk de pensioenregeling voor de deelnemer wordt geadministreerd (zie artikel 7, lid 2 sub c en sub d). In geval van overlijden van de deelnemer geeft de inhoudingsplichtige dit door aan de stichting, waarbij kan worden verzocht de waarde van de participaties van de deelnemer als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van de deelnemer ter beschikking van de erfgenamen van de deelnemer te stellen.
artikel 7 verkoop van participaties en beschikken over levenslooptegoed 7.1 Na opening van een Levenslooprekening en de eerste storting daarop kan een deelnemer via de inhoudingsplichtige aan de stichting zowel een eenmalig als een periodiek verzoek tot uitbetaling van het levenslooptegoed indienen door middel van het geven van een opdracht tot verkoop van participaties. Het verzoek tot uitbetaling van het levenslooptegoed dient een maand voor de 15e dag van de maand waarin de (eerste) uitbetaling dient te geschieden bij de stichting ingediend te zijn, tenzij de stichting een kortere verzoektermijn toestaat. 7.2 Over de ingevolge een Levensloopregeling opgebouwde voorziening mag worden beschikt: • ten behoeve van loon tijdens een verlofperiode dat, tezamen met het daarnaast door de inhoudingsplichtige genoten loon, niet uitgaat boven het laatstgenoten loon; • ingeval van overlijden van de deelnemer; de tegenwaarde van de aanspraak ingevolge de Levensloopregeling wordt als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van de deelnemer ter beschikking gesteld aan de erfgenamen van de deelnemer; • bij aanvaarding van een nieuwe dienstbetrekking; de tegenwaarde van de aanspraak ingevolge de Levensloopregeling kan worden ingebracht in een Levensloopregeling van de inhoudingsplichtige bij wie de deelnemer in dienstbetrekking treedt; • bij omzetting van de aanspraak ingevolge de
69
7.4 Periodieke verkoopopdrachten met een verlofdoel geeft een deelnemer tezamen met de inhoudingsplichtige door middel van een opdrachtformulier, onder vermelding van (i) het bedrag waarvoor hij verkoop wenst, (ii) de start- en einddatum van het verlof, (iii) een verklaring dat het opgevraagd bedrag niet uitgaat boven het laatstgenoten loon van de deelnemer. De stichting laat dan gedurende de aangegeven periode het aantal participaties dat correspondeert met het door de deelnemer opgegeven bedrag verkopen en boekt de opbrengst over naar de tegenrekening ter betaling van het loon van de deelnemer gedurende de periode van extra verlof. Door middel van het opdrachtformulier verleent de deelnemer tezamen met de inhoudingsplichtige hiertoe aan de stichting tot schriftelijke wederopzegging een machtiging tot uitvoering van de periodieke verkoopopdracht.
artikel 8 omwisseling van participaties
8.1 Opdrachten tot omwisseling van participaties van de ene serie in de andere serie geeft een deelnemer door middel van een opdrachtformulier, onder vermelding van het bedrag waarvoor en de series participaties waarvan hij omwisseling wenst. Indien het fonds een automatische omwisseling introduceert, hoeft een deelnemer in die situaties geen opdracht tot omwisseling te geven. Bij voormelde opdrachten tot omwisseling wordt geen afkoop of beschikking over het levenslooptegoed beoogd. Een dergelijke opdracht behandelt de stichting als een eenmalige opdracht tot verkoop van participaties van de ene serie als bedoeld in artikel 7, lid 3, direct gevolgd door een eenmalige opdracht tot aankoop van participaties van de andere serie als bedoeld in artikel 6, lid 2 voor het gehele bedrag van de opbrengst.
7.5 Voor de uitvoering van een verkoopopdracht kan de stichting kosten in rekening brengen. Deze kosten worden door de stichting ingehouden op de opbrengst die naar de tegenrekening wordt overgeboekt, gelijktijdig met die overboeking.
8.2 Op een opdracht tot omwisseling van participaties zijn artikel 7 respectievelijk artikel 6 van toepassing, met dien verstande dat in afwijking van artikel 7, lid 7 de opbrengst wordt aangewend voor de aankoop van participaties.
7.6 In geval van verkoop zendt de stichting schriftelijk bericht aan zowel de deelnemer als de inhoudingsplichtige voordat de stichting de opbrengst naar de tegenrekening boekt.
artikel 9 uitlevering van participaties Een deelnemer heeft geen recht op uitlevering van de participaties.
7.7 Bijzondere omstandigheden voorbehouden, boekt de stichting de opbrengst over naar de tegenrekening binnen vijf werkdagen na de dag waarop de stichting die opbrengst heeft ontvangen.
artikel 10 uitkering op participaties Uitkeringen door het fonds wendt de stichting in beginsel na ontvangst op de eerstvolgende handelsdag ten behoeve van de deelnemer aan voor de aankoop van nieuwe participaties van dezelfde serie als die waarop de uitkering heeft plaatsgevonden. Op een dergelijke aankoop zijn de leden 4 en 5 van artikel 6 van toepassing.
7.8 Verkoop van participaties geschiedt met inachtneming van de in het prospectus van het fonds en het supplement van de betreffende serie participaties opgenomen bepalingen daaromtrent.
70
artikel 11 stemrecht
opbouwt in het kalenderjaar waarin hij bij een inhoudingsplichtige loon spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964.
11.1 Een deelnemer die stemrecht wil uitoefenen in een vergadering van participatiehouders van het fonds, krijgt van de stichting een volmacht als de stichting zijn schriftelijk verzoek daartoe heeft ontvangen uiterlijk vijf werkdagen vóór de dag waarop een verplichte deponering van stukken of een kennisgeving aan het fonds voor deelname aan die vergadering uiterlijk moet plaatshebben. In zijn verzoek moet de deelnemer aangeven op hoeveel participaties van het aantal participaties dat de stichting voor hem houdt hij stemrecht wil uitoefenen; dit aantal kan slechts uit hele participaties bestaan.
artikel 13 inschakeling van derden De stichting kan bij de uitvoering van dit reglement en daaraan gerelateerde werkzaamheden gebruikmaken van de diensten van derden. artikel 14 beëindiging van taken 14.1 De stichting kan haar taken in het kader van dit reglement beëindigen. Voordat de stichting daartoe overgaat, stelt de stichting eerst het fonds en vervolgens de deelnemers schriftelijk van de beëindiging op de hoogte.
11.2 Gedurende de periode die aanvangt op de dag van ontvangst door de stichting van het schriftelijk verzoek van de deelnemer als bedoeld in lid 1 en die eindigt onmiddellijk na de dag van de betreffende vergadering, kunnen geen opdrachten tot verkoop of omwisseling worden uitgevoerd met betrekking tot de participaties waarop de deelnemer stemrecht wil uitoefenen. Mocht in deze periode toch een dergelijke opdracht door de stichting worden ontvangen, dan wordt deze opdracht behandeld als ware die ontvangen op de dag na die van de betreffende vergadering.
14.2 De stichting kan bij beëindiging van haar taken de participaties overdragen aan een derde. Deze derde wordt in overleg tussen de stichting en het fonds aangewezen. 14.3 De stichting blijft in functie totdat de overdracht aan de derde als bedoeld in lid 2 heeft plaatsgevonden en/of alle participaties die aan de vorderingen van de deelnemers ten grondslag liggen zijn verkocht. Op genoemde verkoop is artikel 7 van toepassing, met dien verstande dat als de stichting haar taken beëindigt, in afwijking van artikel 7, lid 5 geen verkoopkosten in rekening worden gebracht.
artikel 12 rechten en verplichtingen van deelnemers
artikel 15 wijziging van reglement en restbevoegdheid
12.1 De deelnemer moet schriftelijk aan de inhoudingsplichtige verklaren dat hij geen aanspraken ingevolge een Levensloopregeling heeft bij een of meer gewezen inhoudingsplichtigen of, zo hij deze wel heeft, jaarlijks schriftelijk aan de inhoudingsplichtige verklaren wat de omvang daarop is op 1 januari van het kalenderjaar van de ondertekening van de verklaring.
15.1 De stichting kan, na overleg met het fonds, dit reglement wijzigen nadat instemming met de wijziging van de toezichthouder is verkregen als bedoeld in artikel 13 van het Besluit toezicht beleggingsinstellingen.
12.2 De deelnemer moet schriftelijk aan de inhoudingsplichtige verklaren dat hij geen voorziening ingevolge een Levensloopregeling
71
15.2 Een wijziging van dit reglement waardoor rechten of zekerheden van de deelnemers worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, wordt pas van kracht drie maanden nadat de in lid 1 bedoelde instemming van de toezichthouder is verkregen.
zijn gegevens opvragen en de stichting schriftelijk verzoeken deze te corrigeren of te verwijderen. 17.3 De inhoudingsplichtige stelt de stichting door middel van een wijzigingsformulier op de hoogte van een wijziging in de gegevens van een deelnemer. Op dit wijzigingsformulier is artikel 5, lid 1 laatste zin van toepassing. Dit laat echter onverlet dat deelnemer een dergelijke wijziging eveneens kan doorgeven. De stichting mag de door haar geregistreerde gegevens inzake de deelnemer als juist en volledig beschouwen, zolang niet door de stichting een wijzigingsformulier is ontvangen.
15.3 Onmiddellijk nadat de in lid 1 bedoelde instemming is verkregen, stelt de stichting de deelnemers schriftelijk van de wijziging op de hoogte. Bij een wijziging als bedoeld in lid 2 kan de deelnemer gedurende een periode van drie maanden daarna de Levenslooprekening onder de gebruikelijke voorwaarden opzeggen. 15.4 In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de stichting na overleg met de beheerder en de bewaarder van het fonds.
17.4 Een deelnemer is verplicht schriftelijk aan de stichting mede te delen: • nadat hem bekend is geworden dat zijn faillissement onherroepelijk wordt of dat hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest; • nadat hem bekend is geworden dat het faillissement van de inhoudingsplichtige, via wie de Levenslooprekening van de deelnemer loopt, onherroepelijk wordt; • een beëindiging van zijn dienstbetrekking.
artikel 16 klachten Klachten met betrekking tot de Levenslooprekening en/of opdrachten die via de Levenslooprekening worden uitgevoerd, behandelt de stichting met de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Mocht de stichting een klacht niet naar tevredenheid oplossen dan kan een deelnemer, onverminderd het bepaalde in artikel 18, die klacht voorleggen aan de beheerder van het fonds.
17.5 Het is een deelnemer niet toegestaan zijn vorderingsrecht luidende in een economische gerechtigdheid tot participaties en/of in geld op de stichting te laten afkopen, te vervreemden, prijs te geven dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid te doen zijn. Afkopen terzake van beëindiging van de dienstbetrekking is echter wel toegestaan binnen drie maanden na beëindiging van de dienstbetrekking.
artikel 17 diversen 17.1 Elke creditering op een Levenslooprekening geschiedt onder het voorbehoud dat als de stichting de tegenwaarde daarvoor nog moet ontvangen, deze tijdig en behoorlijk in haar bezit komt. Als dat niet het geval is, is de stichting bevoegd de creditering ongedaan te maken.
17.6 De stichting neemt bij de dienstverlening richting de deelnemer de nodige zorgvuldigheid in acht. De stichting is richting de deelnemer aansprakelijk voor de door hem geleden schade voor zover die het gevolg is van verwijtbare niet-nakoming door de stichting van haar verplichtingen, onverminderd het elders in dit reglement bepaalde. De aanspra-
17.2 De stichting neemt de gegevens van een deelnemer, zoals naam, adres en geboortedatum, op in een gegevensbestand. De gegevens worden gebruikt voor het beheer en de administratie van de door die deelnemer gehouden Levenslooprekening. Een deelnemer kan te allen tijde schriftelijk bij de stichting
72
• • • • •
•
•
kelijkheid van de stichting is echter gelimiteerd tot de omvang van het tegoed van de deelnemer op de Levenslooprekening op het moment dat de gebeurtenis die schade heeft veroorzaakt plaatsvond, met een maximum van vijfentwintig duizend euro (EUR 25.000) per gebeurtenis. Daarbij wordt een reeks gebeurtenissen die zijn te herleiden tot dezelfde oorzaak of anderszins nauw samenhangen als één gebeurtenis aangemerkt. De stichting is in geen geval voor gevolgschade aansprakelijk. De stichting is evenmin aansprakelijk als een tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen het gevolg is van omstandigheden die buiten haar invloedsfeer vallen, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot: maatregelen van enige binnenlandse, buitenlandse of internationale overheid; maatregelen van een toezichthoudende instantie; boycotacties; arbeidsongeregeldheden bij derden of onder eigen personeel; storingen in de elektriciteitsvoorziening, communicatieverbindingen, apparatuur of programmatuur van de stichting of derden; tekortkomingen binnen het girocircuit van de bij de Bankgirocentrale aangesloten kredietinstellingen; en/of maatregelen of beperkingen vanwege een bepaalde politieke, economische, militaire of monetaire situatie.
bijlage I - opdrachten aan en adres van stichting als bedoeld in artikel 1, leden 1 en 3 en artikel 5, lid 3 openen van een Levenslooprekening Een deelnemer kan via een inhoudingsplichtige een Levenslooprekening openen door middel van het deelnameformulier, onder gelijktijdige verstrekking van de eerste opdracht tot aankoop van participaties (zie artikel 2).
•
•
artikel 18 toepasselijk recht en bevoegde rechter 18.1 Op dit reglement en alles wat daarmee verband houdt is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
opdrachten ten aanzien van een Levenslooprekening Na opening van een Levenslooprekening kan een deelnemer door middel van een opdrachtformulier opdracht geven tot: eenmalige aankoop, verkoop of omwisseling van participaties (zie artikel 6, lid 2, artikel 7, lid 3 respectievelijk artikel 8, lid 1), en/of periodieke aankoop of verkoop van participaties (zie artikel 6, lid 3 respectievelijk artikel 7, lid 4). Opdrachten tot aankoop, verkoop en omwisseling van participaties die zijn ontvangen voor de 15e dag van de maand worden - bijzondere omstandigheden voorbehouden - op de handelsdag uitgevoerd. De inhoudingsplichtige kan wijzigingen in de opdrachten tot aankoop, verkoop en omwisseling van participaties doorgeven tot de 20e dag van de maand. Voor aankoopopdrachten geldt als bijkomende voorwaarde dat op 26e dag van de maand (of de eerste werkdag daarna, indien de 26e dag van de maand geen werkdag is) ook het aankoopbedrag op de rekening van de stichting is ontvangen. Door middel van een opdrachtformulier kan de deelnemer een eerder gegeven opdracht wijzigen.
18.2 Alle geschillen, geschillen over het bestaan en de geldigheid daaronder begrepen, die ontstaan in verband met dit reglement, zullen worden beslecht door de rechter in Utrecht.
73
wijzigingen in de gegevens van een deelnemer Een wijziging in zijn persoonlijke gegevens kan een deelnemer via de inhoudingsplichtige aan de stichting doorgeven door middel van het wijzigingsformulier (zie artikel 16, lid 3). adres van de stichting Alle correspondentie met betrekking tot een Levenslooprekening moet worden gericht aan: Stichting Interpolis Levensloop Postbus 582 9700 AN Groningen e-mail
[email protected] Daarbij kan uitsluitend een opdrachtformulier elektronisch worden ingediend, tenzij de Levenslooprekening wordt opgezegd: in dat geval moet het opdrachtformulier per post worden verzonden. Alle overige correspondentie kan elektronisch worden opgestuurd. rekening van de stichting Een inhoudingsplichtige dient alle stortingen in verband met een Levenslooprekening over te boeken naar rekeningnummer ** ten name van Stichting Interpolis Levensloop te Groningen, met als betalingskenmerk het nummer van de betreffende Levenslooprekening. Als bij het openen van een Levenslooprekening dit nummer nog niet bekend is, moet de geboortedatum van de deelnemer als betalingskenmerk worden vermeld (zie artikel 2, lid 5). bijlage II - series participaties
• • •
als bedoeld in artikel 1, lid 1 Via een Levenslooprekening bij de stichting kan een deelnemer beleggen in een of meer van de volgende series participaties van het fonds: EvenStoppen; EerderStoppen; Verlofopname.
74
bijlage 6 statuten van Stichting Interpolis Levensloop STATUTEN
•
artikel 1 naam en zetel De stichting draagt de naam: Stichting Interpolis Levensloop en is gevestigd in de gemeente Utrecht.
andere werkzaamheden die verband houden met en die bevorderlijk zijn tot de uitvoering van het Reglement.
2.2 De stichting zal zich onthouden van andere activiteiten dan de in lid 1 genoemde en zal zich met name onthouden van activiteiten die voor haarzelf enig commercieel risico kunnen meebrengen anders dan ter uitvoering van de in lid 1 genoemde doelstelling.
artikel 2 doel 2.1 De stichting heeft ten doel het ten behoeve en voor rekening van de houders van een Levenslooprekening, zoals gedefinieerd in het reglement van Stichting Interpolis Levensloop (het ‘Reglement’): • ten titel van beheer verkrijgen, houden en (doen) administreren van participaties in het fonds voor gemene rekening Interpolis Levensloop Fonds, hierna te noemen: ‘participaties’, welke participaties zijn onderverdeeld in series; waardoor de deelnemer een vorderingsrecht luidende in een economische gerechtigheid tot participaties en/ of in geld op de stichting verkrijgt; - het aankopen van participaties terzake van de inleg ten behoeve van de Levensloopregeling, zoals gedefinieerd in het Reglement; - het laten inkopen van participaties in verband met de beschikking over het Levenslooptegoed; - het mogelijk maken van een omwisseling van participaties en in verband hiermee het aan- en laten inkopen van participaties; alles overeenkomstig het daartoe bepaalde in het Reglement; • uitoefenen van de zeggenschapsrechten en de vermogensrechten die aan door haar gehouden participaties zijn verbonden, waaronder mede is begrepen het uitoefenen van stemrecht en het innen van dividenden en andere uitkeringen; • het ter herbelegging onder zich houden van gelden, het uitzetten van deze gelden en het vergoeden van rente over deze gelden; alsmede
2.3 De stichting is niet verplicht de in eigendom ten titel van beheer verkregen participaties per houder van een Levenslooprekening te individualiseren. De in lid 1 bedoelde verkrijging ten titel van beheer heeft als gevolg de overdracht van de juridische gerechtigdheid of juridische eigendom. 2.4 De stichting zal de in lid 1 onder c bedoelde rechten zodanig uitoefenen dat de belangen van de in lid 1 bedoelde houders van de Levenslooprekeningen ten behoeve van wie participaties in Interpolis Levensloop Fonds door de stichting worden gehouden zo goed mogelijk worden gewaarborgd. artikel 3 geldmiddelen De middelen van de stichting bestaan uit de door het fonds voor gemene rekening: Interpolis Levensloop Fonds te vergoeden bedragen en alle andere wettige inkomsten. artikel 4 bestuur; samenstelling en benoeming 4.1 Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal bestuurders van ten minste (i) twee bestuurdersnatuurlijke personen dan wel (ii) één bestuurder rechtspersoon die ten minste twee bestuurders-natuurlijke personen heeft.
75
4.2 Indien het bestuur uit meerdere bestuursleden bestaat, benoemt het bestuur uit zijn midden een voorzitter en al dan niet uit zijn midden een secretaris, alsmede, al dan niet uit zijn midden een penningmeester.
artikel 6 defungeren van een bestuurder
•
4.3 De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.
• •
4.4 Bestuursleden worden voor onbepaalde tijd benoemd. • 4.5 Het bestuur kan aan bestuurder of aan een of meer van hen een beloning toekennen. Kosten worden aan de bestuurders vergoed.
Onverminderd het in artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek, bepaalde, defungeert een bestuurder: door zijn overlijden dan wel, indien het een bestuurder-rechtspersoon betreft, op het tijdstip van ontbinding van die rechtspersoon; door vrijwillig of periodiek aftreden; doordat zijn faillissement onherroepelijk wordt of hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest; door ontslag bij een aan hem gerichte, door de overige bestuurders gezamenlijk ondertekende, verklaring.
artikel 7 bestuur; taken en bevoegdheden artikel 5 7.1 Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
5.1 In vacatures in het bestuur voorziet het bestuur. Indien binnen drie maanden na het ontstaan van een vacature geen benoeming tot stand is gekomen, kan de benoeming geschieden door de rechtbank te Utrecht op verzoek van iedere belanghebbende, onverminderd de mogelijkheid om aan die rechtbank een voorlopige voorziening te verzoeken.
7.2 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
5.2 Een bestuurder heeft zitting voor de tijd van ten hoogste drie jaren. De bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te stellen rooster. Aftredende bestuurders zijn onmiddellijk herbenoembaar, met dien verstande echter, dat een door de rechtbank ontslagen bestuurder binnen vijf jaar na dat ontslag niet kan worden herbenoemd. Een nieuw benoemde bestuurder neemt ingeval van tussentijdse benoeming op het rooster van aftreden de plaats in van degene, wiens plaats hij vervult.
7.3 Het bestuur is bevoegd directiereglementen vast te stellen met betrekking tot door het bestuur te bepalen onderwerpen; het bepaalde in artikel 11, lid 1, tweede zin, is alsdan van overeenkomstige toepassing. Bepalingen in deze directiereglementen in strijd met de statuten zijn nietig.
5.3 Een persoon ten aanzien van wie een defungeringsgrond vermeld in artikel 5 van toepassing zou zijn indien hij bestuurder was, kan niet tot bestuurder worden benoemd.
76
artikel 8 organisatie bestuur
een schriftelijk gevolmachtigde medebestuurder doen vertegenwoordigen.
8.1 Bestuursvergaderingen worden ten minste één maal per jaar gehouden en voorts zo dikwijls een bestuurder het verlangt. De bijeenroeping geschiedt door de voorzitter of door de bestuurder die het houden van de vergadering heeft verlangd, door middel van brieven, verzonden aan iedere bestuurder. Zij vermelden plaats en tijdstip van de vergadering en de in de vergadering te behandelen onderwerpen. De termijn van oproeping bedraagt ten minste tien dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. Bovendien kunnen vergaderingen per telefoon of per videoverbinding worden gehouden indien alle deelnemende bestuurders gelijktijdig verbinding met elkaar hebben.
8.4 Iedere bestuurder heeft recht op het uitbrengen van één stem. 8.5 Het bestuur besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen in een bestuursvergadering komt geen besluit tot stand. 8.6. De notulen van een vergadering worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende vergadering dan wel vastgesteld door een volgende vergadering en alsdan ten blijke van vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die volgende vergadering ondertekend. 8.7. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk, telegrafisch, per telex of per fax geschiedt en alle bestuurders zich ten gunste van het desbetreffende voorstel uitspreken.
8.2 De bestuursvergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van het bestuur, die echter bevoegd is een andere bestuurder met het voorzitterschap te belasten. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, zonder dat hij een ander met het voorzitterschap heeft belast, zullen de bestuursvergaderingen worden voorgezeten door een ter vergadering daartoe aangewezen bestuurder. De secretaris van het bestuur houdt de notulen van de bestuursvergaderingen. Bij afwezigheid van de secretaris van het bestuur wijst het bestuur een secretaris aan, die de notulen van de vergadering houdt.
8.8. Een niet volledig samengesteld bestuur behoudt zijn bevoegdheden mits het bestuur bestaat uit ten minste het in artikel 4, lid 1 vermelde aantal bestuurders. 8.9. Het bestuur kan aan de bestuurders of aan een of meer van hen een beloning toekennen. Kosten worden aan de bestuurders vergoed. artikel 9 vertegenwoordiging
8.3 Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen indien alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn en alle bestuurders, met inachtneming van het hierna bepaalde, zijn opgeroepen. Indien de voorschriften omtrent de oproeping niet in acht zijn genomen, kunnen niettemin geldige besluiten worden genomen met algemene stemmen in een bestuursvergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, alles onverminderd lid 7. Een bestuurder kan zich ter vergadering door
De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur of door twee gezamenlijk handelende bestuurders.
77
artikel 10 administrateur
12.2 Voor de totstandkoming van een statutenwijziging is een notariële akte vereist. Iedere bestuurder afzonderlijk is gerechtigd zodanige akte te verlijden.
Het bestuur kan één of meer personen benoemen, die het de titel van administrateur of een andere titel kan toekennen. Aan deze personen - al dan niet in dienst van de stichting - kan procuratie worden verleend.
artikel 13 ontbinding
artikel 11 boekjaar, balans en staat van baten en lasten
Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Het besluit daartoe kan slechts worden genomen op de wijze als in artikel 12 lid 1 tweede zin is bepaald.
11.1 Het boekjaar is het kalenderjaar.
artikel 14 vereffening
11.2 Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
14.1 De vereffening geschiedt door het bestuur. 14.2 Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. 14.3 Het bestuur bepaalt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo, welke bestemming zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de stichting dient te zijn. 14.4 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting gedurende zeven jaar berusten onder degene, die daartoe door het bestuur is aangewezen.
11.3 Onverminderd het in de wet bepaalde is het bestuur verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken en op papier te stellen.
artikel 15 slotbepaling 11.4 Het bestuur is verplicht een registeraccountant te benoemen teneinde de in het vorige lid bedoelde balans en staat van baten en lasten te controleren.
Het eerste boekjaar eindigt op éénendertig december tweeduizendzes. Dit artikel vervalt tezamen met zijn opschrift na verloop van het eerste boekjaar.
11.5 Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers zeven jaren lang te bewaren. artikel 12 statuten- en directiereglementswijziging 12.1 Het bestuur is bevoegd deze statuten en eventuele directiereglementen te wijzigen. Het besluit daartoe kan slechts worden genomen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig zijn of vertegenwoordigd zijn.
78