Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich.
Zonnesysteem WTS-F2
83266007 • 1/2014-04
Conformiteitsverklaring
Sprachschlüssel
4802000007
Leverancier:
Max Weishaupt GmbH
Adres:
Max-Weishaupt-Straße D-88475 Schwendi
Product: Vlakke zonnecollector
WTS-F2 K3, WTS-F2 K4 Het hierboven omschreven product is conform met de bepalingen van de richtlijnen: PED
97 / 23 / EC
Dit product wordt als volgt gekenmerkt:
Schwendi, 21.02.2013 ppa.
ppa.
Dr. Schloen
Denkinger
Hoofd onderzoek en ontwikkeling
Hoofd productie kwaliteitsmanagement
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2
1 Aanwijzingen voor de gebruiker ..................................................................................... 1.1 Informatie voor de gebruiker ............................................................................. 1.1.1 Symbolen ............................................................................................................... 1.1.2 Doelgroep .............................................................................................................. 1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid ....................................................................
5 5 5 5 6
2 Veiligheid ..................................................................................................................................... 2.1 Doelmatig gebruik ................................................................................................ 2.2 Veiligheidsvoorschriften ..................................................................................... 2.2.1 Normale werking .................................................................................................. 2.2.2 Elektrische aansluiting ........................................................................................ 2.3 Constructieve wijzigingen .................................................................................. 2.4 Afvoer van afvalstoffen ........................................................................................
7 7 7 7 7 8 8
3 Productbeschrijving ............................................................................................................... 9 3.1 Typebenaming ...................................................................................................... 9 3.2 Varianten ................................................................................................................ 9 3.3 Werking ............................................................................................................... 10 3.4 Technische gegevens ...................................................................................... 11 3.4.1 Toelatingsgegevens ......................................................................................... 11 3.4.2 Hydraulische gegevens ................................................................................... 11 3.4.3 Omgevingscondities ........................................................................................ 11 3.4.4 Vermogen ........................................................................................................... 11 3.4.5 Rendement ......................................................................................................... 11 3.4.6 Werkingsdruk .................................................................................................... 11 3.4.7 Werkingstemperatuur ...................................................................................... 11 3.4.8 Wind- en sneeuwbelasting ............................................................................ 12 3.4.9 Inhoud .................................................................................................................. 12 3.4.10 Afmetingen ......................................................................................................... 12 3.4.11 Gewicht ............................................................................................................... 12 4 Montage ..................................................................................................................................... 13 4.1 Montagevoorschriften ...................................................................................... 13 4.2 Transport ............................................................................................................. 14 5 Installatie ................................................................................................................................... 15 5.1 Hydraulische aansluiting ................................................................................. 15 6 Inbedrijfstelling ...................................................................................................................... 17 6.1 Voorwaarden ...................................................................................................... 17 6.2 Expansievat instellen ........................................................................................ 17 6.3 Zonne-installatie in bedrijf stellen ................................................................. 18 7
Buitenbedrijfstelling ............................................................................................................ 22
8 Onderhoud ............................................................................................................................... 23 8.1 Aanwijzingen voor het onderhoud ................................................................. 23 8.2 Onderhoudsplan ............................................................................................... 24 8.3 Warmtedraagmedium vervangen .................................................................. 25 9
83266007 • 1/2014-04 • La
Wisselstukken ......................................................................................................................... 26
3-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2
10 Trefwoordenlijst ..................................................................................................................... 30
83266007 • 1/2014-04 • La
4-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 1 Aanwijzingen voor de gebruiker
1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze montage- en bedieningshandleiding is een vast bestanddeel van het systeem en moet altijd bij de installatie bewaard worden.
1.1 Informatie voor de gebruiker 1.1.1 Symbolen Direct gevaar met hoog risico. De niet-naleving leidt tot zware lichamelijke verwondingen of de dood.
GEVAAR
WAARSCHUWING
Gevaar met middelhoog risico. De niet-naleving kan tot schade aan het milieu, zware lichamelijke verwondingen of de dood leiden.
Gevaar met beperkt risico. De niet-naleving kan tot materiële schade of lichte tot middelzware lichamelijke verwondingen leiden.
OPGELET
Belangrijke opmerking.
Vereist een onmiddellijke handeling. Resultaat na een handeling. Opsomming Waardebereik
1.1.2 Doelgroep Deze montage- en bedieningsrichtlijnen richten zich tot de gebruiker en tot gekwalificeerde vaklui. Deze moeten nageleefd worden door alle personen die aan het systeem werken. Werken aan het systeem mogen enkel door gekwalificeerde vaklui met de daartoe vereiste kennis en opleiding doorgevoerd worden. Personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vaardigheden mogen enkel onder toezicht of met de instructies van een bevoegde persoon aan het systeem werken. Kinderen mogen niet aan het systeem spelen.
83266007 • 1/2014-04 • La
5-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 1 Aanwijzingen voor de gebruiker
1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid Borgstelling en aansprakelijkheid bij persoonlijke ongelukken en materiële schade zijn uitgesloten, indien deze op één of meerdere van de onderstaande oorzaken zijn terug te voeren: ▪ ondoelmatig gebruik, ▪ niet-naleving van de montage- en bedieningsrichtlijnen; ▪ gebruik bij defecte veiligheids- of beschermingsinrichtingen, ▪ het verdere gebruik ondanks het optreden van een gebrek; ▪ ondeskundige montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud, ▪ eigenmachtige wijzigingen aan de constructie van het toestel, ▪ inbouw van bijkomende componenten die niet voor de werking van het zonnesysteem voorzien zijn; ▪ ondeskundig uitgevoerde herstellingen; ▪ gebruik van onderdelen die geen originele Weishaupt-onderdelen zijn; ▪ niet geschikt medium; ▪ gebreken in de toevoerleidingen; ▪ overmacht.
83266007 • 1/2014-04 • La
6-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 2 Veiligheid
2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik Het zonnesysteem is geschikt voor de opwarming van een warmtedraagmedium in een gesloten kringloop door zonnestralen. De installatie werkt met het zonnewarmtedraagmedium Tyfocor L met antivriesbescherming tot -30 °C. De installatie mag alleen opgebouwd en gebruikt worden volgens het voorziene aansluitschema. Tussen collector en expansievat mogen geen afsluitventielen ingezet worden (uitgezonderd kapventielen). Bij installaties in de buurt van de zee of woestijn is er meer onderhoud nodig. De installatie kan door extreme omstandigheden negatief beïnvloed worden, bijv.: ▪ Zouthoudende lucht in verbinding met hoge luchtvochtigheid ▪ Slijtage door zand ▪ Extreme temperaturen Ondoelmatig gebruik kan: ▪ verwondings- of levensgevaar voor de gebruiker of voor derden veroorzaken, ▪ het systeem of andere voorwerpen beschadigen.
2.2 Veiligheidsvoorschriften Storingen of gebreken die afbreuk doen aan de veiligheid moeten onmiddellijk opgelost worden. TYFO EG-veiligheidsgegevensfiche voor het warmtedraagmedium Tyfocor L in acht nemen. Voor meer inlichtingen, gelieve contact op te nemen met onze technische dienst.
2.2.1 Normale werking ▪ Alle platen op het systeem leesbaar houden. ▪ Voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectiewerken op tijd uitvoeren. 2.2.2 Elektrische aansluiting Bij werken aan spanningsgeleidende onderdelen: ▪ voorschriften ter voorkoming van ongevallen BGV A3 en plaatselijk geldende voorschriften, in het bijzonder het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.), naleven; ▪ gereedschap volgens EN 60900 gebruiken.
83266007 • 1/2014-04 • La
7-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 2 Veiligheid
2.3 Constructieve wijzigingen Alle ombouwmaatregelen zijn enkel met de schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH toegelaten.
▪ Er mogen enkel aanvullende componenten ingebouwd worden, die voor de werking ▪
met het zonnesysteem voorzien zijn. Enkel originele Weishaupt-onderdelen gebruiken.
2.4 Afvoer van afvalstoffen Gebruikt materiaal doelmatig en milieuvriendelijk afvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven. Weishaupt neemt de collector terug na het verstrijken van de levensduur en hergebruikt hem.
83266007 • 1/2014-04 • La
8-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 3 Productbeschrijving
3 Productbeschrijving 3.1 Typebenaming Voorbeeld: WTS-F2, K3 WTSF 2, K3 K4
Bouwserie: Weishaupt Thermo Solar (zonnesysteem) Bouwtype: vlakke collector Constructiestand: 2 Uitvoering: Opdak horizontaal / plat dak horizontaal Uitvoering: Opdak verticaal / plat dak verticaal
3.2 Varianten K3 Opdak horizontaal met geïntegreerde verzamelbuis. Plat dak horizontaal met geïntegreerde verzamelbuis. K4 Opdak verticaal met geïntegreerde verzamelbuis. Plat dak verticaal met geïntegreerde verzamelbuis.
83266007 • 1/2014-04 • La
9-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 3 Productbeschrijving
3.3 Werking P
P
P
Temperatuurvoeler De temperatuurvoelers meten de temperaturen in de collector en in de waterverwarmer en melden dit aan de zonneregelaar. Systeemleiding Via de systeemleiding en de armaturengroep wordt de warmte in een gesloten kringloop naar de waterverwarmer toegevoerd. Zonneregelaar Met de zonneregelaar wordt de circulatiepomp aangestuurd. Een temperatuurdifferentieel tussen waterverwarmer en collector wordt in de regelaar ingesteld. Circulatiepomp Als de temperatuur in de collector na het bereiken van het temperatuurdifferentieel dat in de zonneregelaar ingesteld is:
▪ hoger is dan in de waterverwarmer, wordt de pomp ingeschakeld; ▪ lager is dan de waterverwarmer, wordt de pomp uitgeschakeld.
83266007 • 1/2014-04 • La
10-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 3 Productbeschrijving
3.4 Technische gegevens 3.4.1 Toelatingsgegevens Solar KEYMARK registratienummer (DIN CERTCO) Testrapport volgens EN12975 (ITW)
011-7S1271F
Fundamentele normen
EN 12975-1: 2006 EN 12975-2: 2006
09COL847OEM01
3.4.2 Hydraulische gegevens Nominaal debiet bij 30 l/hm² Drukverlies (met betrekking tot het nominale debiet )
K3 70 l/h 147 mbar
K4 70 l/h 153 mbar
3.4.3 Omgevingscondities Temperatuur tijdens de werking Temperatuur bij transport/opslag Relatieve vochtigheid bij transport/opslag
-30 °C … +120 °C +10 °C … +50 °C max 60 %
3.4.4 Vermogen Warmtecapaciteit zonder warmtedraagmedium Warmtecapaciteit met warmtedraagmedium Thermisch vermogen
15,7 kJ/K 20,9 kJ/K 1897 W
3.4.5 Rendement volgens EN 12975, met betrekking tot apertuuroppervlakte: Rendement eta 0 a1 a2
0,814 3,527 W/m²K 0,012 W/m²K²
3.4.6 Werkingsdruk Werkings- en proefdruk
max 6 bar
3.4.7 Werkingstemperatuur Stagnatietemperatuur (1000 W/m², 30°C)
83266007 • 1/2014-04 • La
11-31
196 °C
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 3 Productbeschrijving
3.4.8 Wind- en sneeuwbelasting Maximale windzuiging (loodrecht op het dakoppervlak) Maximale sneeuw- en winddruk (loodrecht op het dakoppervlak)
1,4 kN/m² 1,4 kN/m²
3.4.9 Inhoud K3 1,72 liter Tyfocor L 45 %
K4 1,42 liter Tyfocor L 45 %
K3 2,51 m² 2,31 m² 2,33 m²
K4 2,51 m² 2,31 m² 2,33 m²
1212 mm
2070 mm
2 Breedte
2070 mm
1212 mm
Hoogte
99 mm
99 mm
Inhoud warmtedraagmedium Type warmtedraagmedium
3.4.10 Afmetingen
Bruto-oppervlakte Absorberoppervlakte Apertuuroppervlakte 1 Lengte
3.4.11 Gewicht Leeggewicht: ca. 40 kg
83266007 • 1/2014-04 • La
12-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 4 Montage
4 Montage 4.1 Montagevoorschriften De plaatselijk geldende wettelijke voorschriften moeten in acht genomen worden. Voorschriften voor de bliksembescherming in acht nemen (zie VDE V0185, deel 1 tot 5). ▶ Vertrek en terugloop van de zonnekring met minstens 16 mm² aan de potentiaalcompensatiegeleider aarden. Hydraulische plaatsing van de collectoren overeenkomstig beknopte handleiding in acht nemen.
▶ Voor de montage ervoor zorgen dat: ▪ de dakopbouw in onberispelijke toestand is; ▪ het dak voldoende draagkracht heeft met betrekking tot de continue belasting, ▪ ▪ ▪ ▪
wind- en sneeuwbelasting (zie hfst. 3.4.11); de collectoren optimaal opgesteld zijn (geen schaduw); de collectorvoeler niet overschaduwd wordt; de verzamelbuizen correct geplaatst en gedimensioneerd zijn; boven het collectorveld geen koperplaten gemonteerd zijn (corrosiegevaar).
Ervoor zorgen dat er geen bijkomende water- en sneeuwbelasting op het collectorveld is. Er mag geen bijkomende last op de collector zijn door sneeuwopvangsystemen of dakoversteken die boven het collectorveld liggen.
▶ Voor de montage ervoor zorgen dat: ▪ de sneeuwbelasting die boven en onder het collectorveld te verwachten is door sneeuwopvangsystemen tegengehouden worden;
▪ regenwater van een hogerliggend dak resp. een dak dat hoger verder uitsteekt niet naar het collectorveld geleid wordt.
▶ Evt. onderconstructie versterken. ▶ Ervoor zorgen dat de toegelaten dakhelling gerespecteerd wordt: Toegelaten dakhelling 15° ... 70° max 6°
Opdak Plat dak
Op de collectoren is een beschermfolie aangebracht. De folie beschermt de collectoren: ▪ tege zonne-instraling tijdens de inbedrijfstelling; ▪ tegen thermische belasting tijdens de opslag.
▶ Beschermfolie pas tijdens de eerste inbedrijfstelling verwijderen.
Om een onnodig hoge thermische belasting van de collectoren te vermijden, moet de zonne-installatie onmiddellijk na de montage in bedrijf gesteld worden.
83266007 • 1/2014-04 • La
13-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 4 Montage
4.2 Transport
OPGELET
Beschadiging van de collector door verkeerd neerleggen Omkadering of glas kan beschadigd worden. ▶ Collector enkel op een effen oppervlak of op de hoeken neerleggen.
▶ Collector met het glas naar boven transporteren. ▶ Collector niet op de aansluitstukken plaatsen. ▶ Eventueel houtblokken onderleggen. De verdere montagestappen worden in de bijgevoegde beknopte handleiding beschreven.
83266007 • 1/2014-04 • La
14-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 5 Installatie
5 Installatie 5.1 Hydraulische aansluiting Aanleggen van de leidingen De collector-schroefkoppelingen zijn metaaldichtend. ▶ Geen bijkomende dichtingen gebruiken. Minimale buigradius soepele inoxbuis: 40 mm.
▶ Aansluitset WKASol resp. flexibele INOX-buis als compensatiebochtstuk gebruiken.
Aansluiting aan één kant (horizontaal/verticaal) P
Aansluiting volgens Tichelmann (horizontaal/verticaal) P
83266007 • 1/2014-04 • La
15-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 5 Installatie
▶ De leidingen direct, zonder sifonachtige omleidingen, naar de waterverwarmer toevoeren. ✓ De leiding kan bij onderhoud worden leeggemaakt.
Als de leiding hoger dan het collectorveld geleid moet worden: ▶ Vertrek eerst naar onder, dan samen met de terugloop naar boven leiden 1.
A
B
A Opdak (horizontaal/verticaal) B Plat dak (horizontaal/verticaal) Ontluchtingsfles Voor een correcte ontluchting wordt een ontluchtingsfles aanbevolen. Bij montage bovenop de dakbedekking moet om onderhoudsredenen een ontluchtingsfles voor de binnenkant van het gebouw (toebehoren) gebruikt worden. De ontluchtingsfles wordt op het hoogste punt van de verzamelbuis gemonteerd. Bij installaties met meerdere rijen wordt er een ontluchtingsfles in elke rij gemonteerd. Montage ontluchtingsfles zie bijgevoegde beknopte handleiding. Veiligheidsventiel
▶ Aflaatleiding vast aan het veiligheidsventiel van de zonnepompgroep aansluiten. ▶ Opvangbak onder de aflaatleiding plaatsen.
83266007 • 1/2014-04 • La
16-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 6 Inbedrijfstelling
6 Inbedrijfstelling 6.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. Enkel een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid van het systeem.
▶ Voor de inbedrijfstelling moet ervoor gezorgd worden dat alle montage- en installatiewerken correct uitgevoerd zijn.
6.2 Expansievat instellen
OPGELET
Drukverhoging door afgesloten kapventiel De installatie kan beschadigd worden. ▶ Kapventiel enkel afsluiten bij: ▪ geringe zonne-instraling (bijv. 's ochtends), ▪ afgedekte collectoren. Het expansievat is in de fabriek met stikstof gevuld en ingesteld op een voordruk van 2,5 bar. Voordruk instellen De voordruk van het expansieventiel instellen voordat de installatie gevuld wordt. De voordruk wordt aan de hand van de statische hoogte 1 van de installatie berekend. De statische hoogte wordt gemeten van het expansievat tot aan het hoogste installatiepunt.
▶ Voordruk aan de hand van de tabel bepalen en noteren. ▶ Voordruk van het expansievat controleren en zo nodig op de vastgestelde waarde instellen.
Hoogte Voordruk
5m 1,5 bar
10 m 2,0 bar
15 m 2,5 bar
20 m 3,0 bar
Bij een statische hoogte lager dan 5 meter: 1,5 bar kiezen.
83266007 • 1/2014-04 • La
17-31
25 m 3,5 bar
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 6 Inbedrijfstelling
6.3 Zonne-installatie in bedrijf stellen 1. Collectorkring vullen, spoelen en ontluchten
WAARSCHUWING
OPGELET
Verbrandingsgevaar door inbedrijfstelling bij hoge zonnestraling Een heet warmtedraagmedium kan brandwonden veroorzaken. ▶ Inbedrijfstelling van het zonnesysteem enkel bij geringe zonnestraling (bijv. 's ochtends) of bij afgedekte collectoren uitvoeren. Beschadiging van de warmtedrager door het vullen bij hoge zonnestraling De werking van de warmtedrager kan door het vullen bij te hoge temperatuur negatief beïnvloed worden. ▶ Zonne-installatie enkel bij geringe zonnestraling (bijv. 's ochtends) of bij afgedekte collectoren vullen.
▶ Jetpomp 6 met bus gevuld met warmtedraagmedium 9 aan kraan 4 en
kraan 0 aansluiten. Kraan 4, 5, 7 en 0 openen en kraan 2 op 45° zetten. Kraan 3 sluiten. Jetpomp aanzetten. Kraan 0 en terugloopkogelkraan 3 meermaals kort in werking stellen, om de druk te verhogen. ✓ Laatste luchtbellen ontsnappen.
▶ ▶ ▶ ▶
▶ Zonne-installatie minstens 20 minuten spoelen. ✓ Warmtedraagmedium stroomt luchtbelvrij uit de afvoerbuis. ▶ Zonnepomp via het ontluchtingsventiel q ontluchten. ▶ Vertrekbuis via het ontluchtingsventiel 1 ontluchten. ▶ Kraan 4 en 0 sluiten. ▶ Jetpomp uitschakelen. ▶ Kraan 2 en 3 openen. ▶ Kapventiel 8 plomberen.
83266007 • 1/2014-04 • La
18-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 6 Inbedrijfstelling
P
P
Voorschakelvat voorzien bij:
▪ Dakdoorvoer ▪ Geringe lengte van de aansluitleidingen naar het zonnecollectorveld ▪ Ongungstige ligging van de leidingen, bijv. horizontale en stijgende leidingen ▶ Vorstbeschermingsgehalte controleren en documenteren. Het vorstbeschermingsgehalte moet lager liggen dan de laagst te verwachten temperatuur op de standplaats van de installatie.
▶ Op de zonneregelaar een 5 ...10 K hogere vorstbeschermingswaarde dan het gemeten vorstbeschermingsgehalte ingeven.
2. Dichtheid controleren
▶ Alle verbindingen en kranen op dichtheid controleren. ▶ Maximaal toegelaten werkingsdruk niet overschrijden (zie hfst. 3.4.6).
83266007 • 1/2014-04 • La
19-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 6 Inbedrijfstelling 3. Installatiedruk instellen
▶ Installatiedruk 0,3 bar hoger instellen dan de gekozen voordruk van het expansie▶ ▶ ▶
Voordruk expansievat
vat. Om de druk af te laten de aftapkraan aan de debietmeter zo nodig openen en het warmtedraagmedium over de afvoerbuis in de bus terugvoeren. Wijzer van de manometer op de installatiedruk instellen. De aflaatbus van het warmtedraagmedium onder de aflaatleiding plaatsen.
5m 1,5 bar
10 m 2,0 bar
2,3 bar Systeemdruk van de installa- 1,8 bar tie (1 Verschil tussen hoogste installatiepunt en expansievat.
Installatiehoogte(1 15 m 20 m 2,5 bar 3,0 bar
25 m 3,5 bar
30 m 4,0 bar
2,8 bar
3,8 bar
4,3 bar
3,3 bar
4. Beschermingsfolie verwijderen.
▶ Beschermfolie van de collectoren verwijderen.
83266007 • 1/2014-04 • La
20-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 6 Inbedrijfstelling 5. Nominaal debiet instellen Het aanbevolen nominaal debiet moet bij een gemiddelde temperatuur van 50 °C van het warmtedraagmedium worden bereikt. Bij lagere temperaturen ontstaat een lager debiet, zie tabel. Bij een pomp met trapsgewijze werking kan in verbinding met een toerentalregeling de melding op het debietmeter in het onderste toerentalbereik pulseren.
▶ Gemiddelde warmtedraagmediumtemperatuur berekenen: ▪ Gemiddelde waarde uit vertrek- en teruglooptemperatuur berekenen – of – ▪ Gemiddelde waarde uit collectortemperatuur en boilertemperatuur onderaan berekenen.
▶ Nominaal debiet uit volgende tabel aflezen. ▶ Evt. bij pomp met trapsgewijze werking het toerentalniveau aan het vereiste debiet aanpassen.
▶ Verdere inbedrijfstellingsstappen doorvoeren, zie montage- en bedieningsrichtlijnen zonneregelaar.
Gemiddelde temperatuur 0 °C 10 °C 20 °C 30 °C 40 °C 50 °C 60 °C
Aantal collectoren 6 7
2
3
4
5
70 l/h 84 l/h 98 l/h 112 l/h 126 l/h
105 l/h 126 l/h 147 l/h 168 l/h 189 l/h
140 l/h 168 l/h 196 l/h 224 l/h 252 l/h
175 l/h 245 l/h 245 l/h 280 l/h 315 l/h
210 l/h 252 l/h 294 l/h 336 l/h 378 l/h
140 l/h 154 l/h
210 l/h 231 l/h
280 l/h 308 l/h
350 l/h 385 l/h
420 l/h 462 l/h
8
9
10
245 l/h 294 l/h 343 l/h 392 l/h 441 l/h
280 l/h 336 l/h 392 l/h 448 l/h 504 l/h
315 l/h 378 l/h 441 l/h 504 l/h 567 l/h
350 l/h 420 l/h 490 l/h 560 l/h 630 l/h
490 l/h 539 l/h
560 l/h 616 l/h
630 l/h 693 l/h
700 l/h 770 l/h
Na meerdere werkingsuren moet de installatie nogmaals ontlucht worden.
83266007 • 1/2014-04 • La
21-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 7 Buitenbedrijfstelling
7 Buitenbedrijfstelling Bij vakantie of langere afwezigheid blijft de installatie in werking.
▶ Voor onderhoudswerken de installatie buiten bedrijf stellen. ▶ Via de zonneregelaar de zonnepomp uitschakelen.
83266007 • 1/2014-04 • La
22-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 8 Onderhoud
8 Onderhoud 8.1 Aanwijzingen voor het onderhoud
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. ▶ Spanningstoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. ▶ Tegen onverwacht herinschakelen beveiligen.
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar door onderhoud bij hoge zonnestraling Een heet warmtedraagmedium kan brandwonden veroorzaken. ▶ Onderhoud van het zonnesysteem enkel bij geringe zonnestraling (bijv. 's ochtends) of bij afgedekte collectoren uitvoeren
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar door hete onderdelen Hete onderdelen kunnen tot verbrandingen leiden. ▶ Onderdelen laten afkoelen. Het onderhoud mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. De zonneinstallatie moet één keer per jaar onderhouden worden. Naargelang de installatie kan een frequentere controle noodzakelijk zijn. Om een regelmatige controle te verzekeren, wordt door Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen.
Vóór elk onderhoud
▶ De gebruiker vóór het begin over de onderhoudswerken informeren. ▶ De hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen en tegen onverwacht herinschakelen beveiligen.
Na elk onderhoud
▶ Alle verbindingen en kranen op dichtheid controleren. ▶ Werking testen.
83266007 • 1/2014-04 • La
23-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 8 Onderhoud
8.2 Onderhoudsplan Componenten Warmtedraagmedium
Criterium Vorstbescherming niet meer gegarandeerd pH-waarde < 7 Vlokkige consistentie en sterke geur Zware vervuiling Beschadiging Zware vervuiling Beschadiging Beschadiging/ontsnappen warmtedraagmedium Beschadiging van de isolatie Ontsnappen warmtedraagmedium
Onderhoudsmaatregel ▶ Vervangen
Defect Slechte voordruk Defect Temperatuur te laag
▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶
Temperatuurvoeler
Circulatie van het warmtedraagmedium zonder pompwerking Waarde niet plausibel
Vervangen Vervangen Reinigen Vervangen Reinigen Vervangen Dichtheid herstellen Zo nodig vervangen Isolatie herstellen Expansievat en veiligheidsventiel controleren Vervangen Voordruk instellen Vervangen Werking testen. Reinigen Zo nodig thermostaatelement vervangen Vervangen
Circulatiepomp Ontluchter Installatiedruk Nominaal debiet
Defect Lucht in de installatie Inbedrijfstellingswaarde niet behouden Inbedrijfstellingswaarde niet behouden
▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶
Weerstandswaarden meten Zo nodig vervangen Vervangen Ontluchten Naregelen Naregelen
Collectoren Onderconstructie Systeemleiding
Afvoerleiding Expansievat Veiligheidsventiel Thermostatisch mengventiel
Terugstroomventiel
83266007 • 1/2014-04 • La
24-31
▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 8 Onderhoud
8.3 Warmtedraagmedium vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hfst. 8.1). Het warmtedraagmedium Tyfocor L waarborgt de vorstbescherming van de zonneinstallatie tot -30 °C. Het warmtedraagmedium kan in de loop der tijd donker worden. Een vervanging is enkel vereist volgens de criteria in het onderhoudsplan.
▶ Installatie volledig leegmaken. ▶ Installatie met nieuw warmtedraagmedium vullen (zie hfst. 6.3).
83266007 • 1/2014-04 • La
25-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 9 Wisselstukken
9 Wisselstukken 1.02
1.01
1.03 1.05 1.04
1.15
1.18 1.08 1.15
1.18
1.14
1.08
1.07
1.16 (1
1.14 1.06
1.17 1.16
1.13
(1
1.17 1.19
1.11 1.08 1.09 1.12
1.10
(1
1.21 1.22 1.23
83266007 • 1/2014-04 • La
26-31
1.20
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 9 Wisselstukken Pos. 1.01 1.02 1.03 1.04 1.05 1.06 1.07 1.08 1.09 1.10 1.11 1.12
1.13 1.14 1.15 1.16 1.17 1.18
1.19 1.20 1.21 1.22 1.23
83266007 • 1/2014-04 • La
Benaming Collectorverbindingsset (2 stuks) – Dichtingsring herstellingsset WTS-F2 Afsluitstuk M26 x 1,5 met manuele ontluchter en dompelhuls Afsluitstuk M26 x 1,5 Schroefkoppelingsplaat M6, 5 x 19 x 90 mm Schroefkoppeling rails compleet Collectorklem compleet Houder collector Hamermoer M6 roestvrij Lensschroef M6 x 16, A2, DIN 7985 Daksparankers pannendak standardload met schroefkoppeling Houtschroef 8 x 100 Onderlegplaat – ULP 5 mm – ULP 2 mm Daksparankers pannendak highload met adapterplaat en schroefkoppeling Schroef M10 x 40 DIN 931 A2-70 zelfbeveiligend Lensschroef M6 x 25 A2 DIN 7985 Afstandsschijf 30 x 11 x 3 A2 Houtschroef 8 x 120 Afdichtingsmanchet 300 x 200 mm – rood – antraciet Daksparankers schubdakpan/leien highload met adapterplaat en schroefkoppeling Verlenging Ø 30 mm, 30 mm lang, aluminium Schroef M10 x 75, A2-70 zelfbeveiligend Stiftsleutel voor Torx TX30, 24/120 mm Torx-Bit ¼'' – TX30, 25 mm – TX40, 25 mm
27-31
Bestelnr. 480 030 00 05 2 480 030 00 01 2 480 030 00 04 7 480 030 00 03 7 480 030 00 28 7 480 030 00 27 2 480 030 00 06 2 480 030 00 05 7 480 030 00 19 7 480 030 00 51 7 480 251 00 27 2 480 030 00 42 7 480 030 00 43 7 480 030 00 44 7 480 251 00 23 2 480 030 00 50 7 480 030 00 45 7 480 030 00 41 7 480 030 00 49 7 480 030 00 39 7 480 030 00 40 7 480 251 00 24 2 480 030 00 46 7 480 030 00 47 7 480 020 00 12 7 480 020 00 11 7 480 020 00 88 7
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 9 Wisselstukken
2.05
2.03
2.02
2.01
2.04
2.06
2.10 2.12 2.09
2.07
2.11 2.08
2.10
83266007 • 1/2014-04 • La
28-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 9 Wisselstukken Pos. 2.01 2.02 2.03 2.04 2.05 2.06 2.07 2.08 2.09 2.10 2.11 2.12
83266007 • 1/2014-04 • La
Benaming Collectorklem compleet Hamermoer M6 roestvrij Collectorverbindingsset (2 stuks) – Dichtingsring herstellingsset WTS-F2 Bovenste rail L=140 mm Afsluitstuk M26 x 1,5 met manuele ontluchter en dompelhuls Afsluitstuk M26 x 1,5 Stiftbout voor Torx TX30, 24/120 mm Torx-Bit ¼'' TX30, 25 mm Onderste rail L=140 mm Lensschroef M6 x 12 A2 DIN 7985 Steun collectorstaander Lastopnamehoek staander voor plat dak
29-31
Bestelnr. 480 030 00 06 2 480 030 00 19 7 480 030 00 05 2 480 030 00 01 2 480 030 00 22 7 480 030 00 04 7 480 030 00 03 7 480 020 00 12 7 480 020 00 11 7 480 030 00 23 7 480 020 00 07 7 480 030 00 24 7 480 020 00 34 7
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 10 Trefwoordenlijst A
N
Aansluiting ............................................................................15 Aansprakelijkheid .................................................................. 6 Absorber ...............................................................................12 Afmeting ................................................................................12 Afvoer van afvalstoffen ......................................................... 8
Nominaal debiet .......................................................... 11, 21 Normen ..................................................................................11 O
Bliksembescherming ..........................................................13 Borgstelling ............................................................................ 6 Buitenbedrijfstelling ............................................................22
Omgevingscondities ..........................................................11 Onderhoud ...........................................................................23 Onderhoudsplan .................................................................24 Ontluchten ............................................................................18 Ontluchtingsfles ..................................................................16 Opslag ...................................................................................11
C
P
Circulatiepomp ............................................................ 10, 24 Collectorkring ......................................................................18
PH-waarde ...........................................................................24 Proefdruk ..............................................................................11
D
R
Dakhelling .............................................................................13 Dichtheidscontrole .............................................................19 Druk ........................................................................................11 Drukverlies ............................................................................11
Rendement ...........................................................................11
B
S
F
Sneeuwbelasting ................................................................12 Spoelen .................................................................................18 Stagnatietemperatuur ........................................................11 Stilstandstijd ........................................................................22 Systeemdruk ........................................................................20 Systeemleiding ............................................................ 10, 24
Folie .......................................................................................13 Funktion .................................................................................10
T
E Expansievat ..........................................................................17
G Gemiddelde temperatuur ..................................................21 Gewicht .................................................................................12 H Helling ...................................................................................13 Hydraulische aansluiting ...................................................15 Hydraulische gegevens .....................................................11 I Inbedrijfstelling ............................................................ 17, 18 Inhoud ....................................................................................12 Installatiedruk .......................................................................20 Installatiehoogte .......................................................... 12, 17 J
Temperatuur .........................................................................11 Temperatuurvoeler ...................................................... 10, 24 Terugstroomventiel .............................................................24 Thermisch vermogen ..........................................................11 Toelating ...............................................................................11 Transport ....................................................................... 11, 14 Tyfocor .......................................................................... 12, 25 Typebenaming ....................................................................... 9 V Variante ................................................................................... 9 Veiligheidsventiel ................................................................16 Veiligheidsvoorschriften ...................................................... 7 Vermogen .............................................................................11 Voordruk ....................................................................... 17, 20 Voorschakelvat ....................................................................19 Vorstbescherming ................................................ 19, 24, 25 Vullen .....................................................................................18
Jetpomp ................................................................................18
W
L
Warmtecapaciteit ...............................................................11 Warmtedraagmedium ........................................................25 Werkingsdruk ......................................................................11 Werkingsonderbreking ......................................................22 Windbelasting .....................................................................12 Wisselstuk ............................................................................27
Leiding ...................................................................................15 M Medium .................................................................................12 Mengventiel ..........................................................................24
83266007 • 1/2014-04 • La
30-31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Zonnesysteem WTS-F2 10 Trefwoordenlijst Z Zonneregelaar .....................................................................10
83266007 • 1/2014-04 • La
31-31
Weishaupt n.v. · Paepsemlaan 7, B-1070 Brussel Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op www.weishaupt.be Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden.
Het volledige gamma: betrouwbare techniek en snelle, professionele service W-branders
tot 570 kW
De miljoenenmaal beproefde compacte branders zijn zuinig en betrouwbaar. Als stookolie-, gas- en combibranders zijn ze geschikt voor één- en meergezinswoningen alsook voor industriële bedrijven. Met de purflam® brander met speciale menginrichting wordt stookolie nagenoeg roetvrij verbrand waardoor de NOx-emissies aanzienlijk gereduceerd worden. WM-branders monarch® en industriebranders
tot 11.700 kW
Wandhangende condenserende stookolie- of gasketels tot 240 kW De wandhangende condensatieketels WTCGW en WTC-OW beantwoorden aan de hoogste eisen inzake comfort en energieverbruik. Hun modulerende werking maakt deze ketels bijzonder stil en zuinig.
Vloerstaande condensatieketels voor stookolie of gas tot 1.200 kW
De legendarische industriebranders: beproefd, langlevend, overzichtelijk. Talrijke uitvoeringsvarianten als stookolie-, gas- en combibranders zijn geschikt voor de meest uiteenlopende warmtebehoeftes voor talloze toepassingen.
De vloerstaande condensatieketels WTC-GB en WTC-OB: efficiënt, weinig schadelijke stoffen, veelzijdig. Door de opstelling in cascade van max. 4 condenserende gasketels kunnen ook grote vermogens bereikt worden.
WK-branders
Zonnesystemen
tot 28.000 kW
Krachtpakket gebouwd volgens een modulair principe: aanpassingsmogelijkheid, robuust, krachtig. Deze stookolie-, gas- en combibranders werken ook bij de meest complexe industriële toepassingen uiterst betrouwbaar.
Vlakke collectoren met een elegant design zijn de perfecte aanvulling van Weishaupt-verwarmingssystemen. Zij zijn zowel geschikt voor de bereiding van sanitair warm water als voor verwarmingsondersteuning. Met varianten voor integratie in het dak, montage op de dakbedekking en montage op een plat dak kan zonneenergie op bijna alle daktypes gebruikt worden.
multiflam® branders
Waterverwarmers/energie-opslagvaten
tot 17.000 kW
De innovatieve Weishaupt-technologie voor middelgrote en grote branders biedt minimale emissiewaarden bij vermogens gaande tot 17 megawatt. Deze branders met gepatenteerde menginrichting zijn beschikbaar als stookolie-, gas- en combibranders.
Het aantrekkelijke gamma voor de bereiding van sanitair warm water omvat klassieke waterverwarmers, zonneboilers, waterverwarmers voor warmtepompen alsook energieopslagvaten.
MSR-techniek/gebouwautomatisering van Neuberger
Warmtepompen
tot 130 kW
Van schakelkast tot complete sturing van gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u het totale spectrum van de moderne MSRtechniek. Toekomstgericht, zuinig en flexibel.
Het warmtepompengamma biedt oplossingen voor het gebruik van warmte uit de lucht, de grond of het grondwater. Sommige systemen zijn ook geschikt voor de koeling van gebouwen.
Service
Aardsondeboringen
Weishaupt klanten kunnen erop rekenen, gespecialiseerde kennis en specifiek gereedschap staan altijd ter beschikking. Onze servicetechnici zijn universeel opgeleid en kennen elk product tot in de puntjes, van de brander tot de warmtepomp, van de condensatieketel tot het zonnesysteem.
Met de dochteronderneming BauGrund Süd biedt Weishaupt aardsondeboringen tegen een forfaitaire prijs aan. Met een ervaring van meer dan 10.000 installaties en meer dan 2 miljoen boormeters biedt BauGrund Süd een uitgebreide dienstverlening aan.
83266007 • 1/2014-04 • La