WIJKPERSPECTIEF GEITENKAMP MONNIKENHUIZEN DORP IN DE STAD II
INLEIDING De Geitenkamp/Monnikenhuizen kan worden gezien als 'dorp in de stad'. Binnen het stedelijk milieu van Arnhem is sprake van een herkenbare ruimtelijke en sociale eenheid, waar de bewoners een gevoel van geborgenheid aan ontlenen in onze steeds anoniemer wordende maatschappij. Het is de moeite waard het 'dorp in de stad' te koesteren. Geconstateerd moet worden dat bij het bepalen van het gemeentelijk beleid in principe wordt uitgegaan van het belang van Arnhem als geheel. Dit belang hoeft niet altijd parallel te lopen met het belang van de wijk. In 1997 is daarom het eerste Wijkperspectief Geitenkamp/Monnikenhuizen 'Dorp in de Stad' opgesteld. Sinds het vorige wijkperspectief is er veel gebeurd, zoals: De woonlocatie Geitenkamp-noord ten noorden van de Beukenlaan is komen te vervallen. Het Marktplein is volledig heringericht. In het kader van Buiten Gewoon Beter is de openbare ruimte opgeknapt en is op een aantal plaatsen de inrichting van het openbaar gebied sterk verbeterd, bijvoorbeeld Hoogte 80, Fokke Noordhoffstraat, Schuttersbergplein, Zasplein, Te Braakeplein, Fazantenplein, Willem Beijerplein en de Larikshof. De woonomgevingsploeg heeft zichtbaar effect. Door het hagenproject en het plaatsen van hekken rond boomspiegels is de woonomgeving sterk verbeterd. De nieuwbouw in Nieuw Monnikenhuizen is gereed. De slagersvakschool is gesloopt, de Hooghe Kuiper is in aanbouw. De bovengrondse vuilcontainers zijn vervangen door ondergrondse. Opvallend is dat op het gebied van de verkoop en samenvoeging van woningen door de woningcorporaties, zoals in het vorige wijkperspectief stond, nauwelijks iets is gebeurd. Andere wijken hebben voorrang gekregen. Ook de fusie tussen woningcorporaties heeft de plannen vertraagd. Om voldoende greep te houden op de ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen voor de wijk en het gemeentelijke beleid dat hierop betrekking heeft, heeft het Wijkplatform GeitenkampMonnikenhuizen besloten tot het actualiseren van het wijkperspectief voor de Geitenkamp/ Monnikenhuizen uit 1997. Behalve een actualisering betekent Dorp in de Stad II ook een uitbreiding. Was Dorp in de Stad I nog in hoofdzaak een stedenbouwkundige- en volkshuisvestelijke analyse, in de nieuwe versie is ook ruim aandacht besteed aan een sociale analyse en aan het opstellen van gewenste toekomstbeelden op dit terrein. De Geitenkamp is een van de vijf ontwikkelwijken in Arnhem. De sociale paragraaf van Dorp in de Stad II zal als onderlegger dienen voor het opstellen en uitvoeren van een sociaal programma in de jaren 2005-2007. In dit wijkperspectief worden de stedenbouwkundige, volkshuisvestelijke en sociale ontwikkelingen beschreven en worden oplossingen voor knelpunten aangegeven, bezien vanuit het belang van de wijk. Het wijkperspectief mag niet worden gezien als een volledig structuurplan. Het plan geeft een samenhangende visie van waaruit de belangrijkste thema's verder schematisch zijn uitgewerkt. december 2005
-1-
-2-
SAMENVATTING Speerpunten in dit wijkperspectief zijn: Verkoop van corporatiewoningen In de Geitenkamp moet gestreefd worden naar verkoop van 30% van het corporatiebezit. In de overige buurten kunnen meer woningen worden verkocht. In deze buurten moet echter een basis van minimaal 30% huurwoningen worden behouden. Dit is met name voor Monnikenhuizen van belang. Extra bouwlocaties In de wijk kunnen verschillende locaties worden aangewezen die voor herontwikkeling in aanmerking komen. De totale nieuwbouwcapaciteit van deze herontwikkelingslocaties bedraagt 376 - 570 woningen. Hier zullen vooral generatiebestendige driekamerappartementen voor ouderen (koop of huur), alsmede grondgebonden vier- of vijfkamerwoningen voor gezinnen met kinderen (koop of huur) moeten worden gerealiseerd. Herpositionering van sociale voorzieningen Het verdient aanbeveling uit oogpunt van gebruik, programmering en exploitatie de koppeling van de volgende maatschappelijke voorzieningen te onderzoeken: Wijkcentrum De Grenspost zorgpunt wijkwinkel politiehuiskamer jongerencentrum De Sperwer kinderopvang peuterspeelzaalwerk. Individuele aanpak van sociale problemen Bij verstoring van woongenot door omwonenden, moet in een vroeg stadium door de corporatie een analyse plaatsvinden van de achterliggende oorzaak van de overlast. De corporatie zoekt vervolgens contact met de aangewezen hulpverlenende instantie. Hierdoor kan de overlast snel worden gelokaliseerd en worden geëlimineerd. Prestatieafspraken Op basis van het wijkperspectief moet een pakket van prestatieafspraken tussen gemeente, woningcorporaties, welzijns- en onderwijsinstellingen en de wijk worden opgesteld. Uitgegaan wordt van een jaarlijkse peiling over de voortgang van de prestatieafspraken. Een belangrijk uitgangspunt bij het maken van het wijkperspectief Geitenkamp-Monnikenhuizen is dat de wijk betrokken is bij het tot stand komen van het wijkperspectief. Daarnaast achtte de werkgroep het van belang dat ook gemeentelijke diensten, organisaties en instellingen, die werkzaam zijn in de wijk en/of verantwoordelijk zijn voor activiteiten in de wijk geïnformeerd over en betrokken zijn bij het wijkperspectief. Dit laatste is gebeurd vanuit het uitgangspunt dat het effect van het wijkperspectief wordt vergroot, als ook bij de verantwoordelijke instellingen draagvlak ontwikkeld wordt voor het wijkperspectief. Het wijkperspectief Geitenkamp-Monnikenhuizen is richtinggevend voor de toekomst en daarmee de onderlegger voor de toekomstige ontwikkelingen in de wijk. Dat uitgangspunt moet door alle betrokken partijen geaccepteerd worden. De wijk is vanaf de start geïnformeerd over het doel en de werkwijze van de werkgroep Wijkperspectief Geitenkamp-Monnikenhuizen. Gestart is met een toelichting in het Wijkplatform Geitenkamp-Monnikenhuizen. De bewoners zijn via de wijkkrant Op de Hoogte geïnformeerd door middel van een interview dat de redactie heeft gehouden met K3 over de bedoeling van het wijkperspectief. De werkgroep heeft, om te komen tot het maken van de update van het wijkperspectief, verschillende gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van gemeentelijke diensten, woningcorporaties en instellingen. Doel van deze gesprekken was om de betrokkenen te informeren over het te ontwikkelen wijkperspectief en informatie te verkrijgen. Het concept van het wijkperspectief is gepresenteerd aan de betrokkenen en naar aanleiding van die presentatie zijn wijzigingen aangebracht.
-3-
-4-
INHOUDSOPGAVE A. 1.
2.
3.
B. 4.
5.
6.
7.
UITGANGSPUNTEN Het wijkperspectief 1.1. Doel en inhoud van het wijkperspectief 1.2. Status van het wijkperspectief 1.3. Het plangebied Huidige profiel 2.1. Wijkprofiel 2.2. Stedenbouwkundige en architectonische situatie 2.3. Landschappelijke situatie 2.4. Gemeentelijk beleid Analyse 3.1. Stedenbouw en landschap 3.2. Wonen 3.3. Samenleven 3.4. De woonomgeving 3.5. Voorzieningen
7 9 9 9 10 13 13 14 14 14 21 21 22 23 24 25
SPEERPUNTEN VOOR DE TOEKOMST Verkoop van corporatiewoningen 4.1. Kernvoorraad 4.2. Waarom verkoop van huurwoningen 4.3. Percentage verkoop 4.4. Wijze van verkoop 4.5. Voorlopig programma van verkoop Extra bouwlocaties 5.1. Het belang van extra woningen 5.2. Gewenste woningdifferentiatie 5.3. Vogelkersweg 5.4. De Paasberg 5.5. Ds. Bechtlaan/Burg. Bloemersweg 5.6. Larikshof 5.7. Dr. Schaepmanlaan 5.8. Kloosterstraat 5.9. Fokke Noordhoffstraat 5.10. Druckerstraat 5.11. Jozefkerk e.o. 5.12. Beukenlaan/Valkenhuizen 5.13. Sperwerstraat 5.14 De Grenspost Herpositionering van sociale voorzieningen 6.1. Separate ontwikkelingen 6.2. Geïntegreerde ontwikkelingen Individuele aanpak van sociale problemen
27 29 29 29 29 29 30 31 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 45 51 53
C. 8.
REALISERINGSASPECTEN Fysieke uitvoeringsaspecten 8.1. Uitwerking van deelprojecten 8.2. Buiten Gewoon Beter 8.3 Juridisch-planologische regeling 9. Sociale uitvoeringsaspecten 9.1. Het sociale wijkperspectief 9.2. Betrokkenheid van bewoners 10. Economisch stimuleringsbeleid 10.1. Financiële middelen 10.2. Partijen
55 57 57 57 57 59 59 63 65 65 65
Slot Colofon
67 68
-5-
-6-
-7-
A. UITGANGSPUNTEN
-8-
1. HET WIJKPERSPECTIEF 3.
1.1. Doel en inhoud van het wijkperspectief
4 Het wijkperspectief levert een integrale visie op de fysieke, sociale en wijkeconomische ontwikkelingsmogelijkheden van de wijk in de komende tien jaar, geredeneerd vanuit de wijk. Het is een startdocument voor mogelijke toekomstige ontwikkelingen.
5. 6. 7. 8. 9.
Op voorhand is gekozen voor een wijkperspectief waarbij zoveel mogelijk wordt aangehaakt op gemeentelijk beleid. Dit beleid moet zo nodig gericht worden bijgestuurd in het belang van de wijk. In het wijkperspectief staat de visie centraal. De bestaande toestand is in beperkte mate geïnventariseerd. Ruimschoots wordt uit gemeentelijke nota's geciteerd, zonder dat dit echter expliciet is aangegeven. Het onderzoek is vooral inductief van aard (van klein naar groot), waarbij de specifieke situatie in de Geitenkamp en Monnikenhuizen een grote rol speelt. De problematiek van de wijk leent zich minder voor een theoretische benadering. Het wijkperspectief is niet primair gericht op ambtelijke consensus. In de wijk is draagvlak gezocht voor de discussie over verschillende thema's. Ook na het verschijnen van het wijkperspectief gaat dit proces door. Wijkbewoners behouden het recht om hun eigen zienswijze daarop kenbaar te maken.
eerste rondgang langs betrokkenen (gemeente, woningcorporaties, wijk e.d.) opstellen van een concept-wijkperspectief met de belangrijkste ideeën van fysieke aard presentatie aan/overleg met betrokkenen opstellen wijkperspectief tweede rondgang langs betrokkenen eindrapportage wijkperspectief presentatie aan B&W en eventueel aan de raadscommissie.
De tijdsplanning voor het opstellen van het wijkperspectief is afhankelijk gesteld van het creëren van een zo groot mogelijk draagvlak. Dit betekende dat na de start van de werkzaamheden binnen een half jaar een concept-wijkperspectief bediscussieerd moest kunnen worden. 1.2. Status van het wijkperspectief Formele status en functie van het wijkperspectief Het wijkperspectief is een product van de wijk. Het wordt door het wijkplatform vastgesteld en aangeboden aan het stadsbestuur. Gemeentelijke diensten zijn in het voortraject betrokken. Een formele reactie van de gemeente op het wijkperspectief volgt daarna. Het wijkperspectief is binnen het gemeentelijk beleidsinstrumentarium een betrekkelijk nieuw fenomeen. In 1997 is het eerste wijkperspectief in Arnhem opgesteld, te weten Dorp in de Stad (I). Het wijkperspectief is nog geen instrument met een juridisch onderbouwde positie binnen gemeentelijke cycli en procedures. In het verleden is er een aanzet geweest om vanuit volkshuisvestelijk perspectief wijkvisies te ontwikkelen. Dit proces is wel gestart, maar niet afgerond en inmiddels aangehouden. Verder bestaan er op dit terrein geen documenten. Als uitgangspunt voor ontwikkelingen gelden bestaande ruimtelijke en sociale structuurplannen, alsmede vigerende bestemmingsplannen. Formeel moet het wijkperspectief gezien worden als de onderlegger en inspiratiebron voor toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden en -initiatieven voor de wijk GeitenkampMonnikenhuizen. Het wijkperspectief is feitelijk een ideeënschets waarin ten aanzien van kernpunten beelden worden neergezet, dan wel uitspraken worden gedaan, waarin de richting wordt aangegeven van gewenste ontwikkelingen. Ideeën die ofwel direct terug te voeren zijn op in de wijk gehoorde opvattingen, dan wel een meer of minder vrije vertaalslag zijn van in of met betrekking tot de wijk
Het wijkperspectief heeft een voorwaardenscheppend karakter. Het is de bedoeling dat het plan stimuleert tot nieuwe ontwikkelingen. Het plan geldt evenzeer als kader waarbinnen nu nog niet voorziene ontwikkelingen kunnen worden beoordeeld en kunnen worden bijgestuurd. Niet alle in deze nota voorgestelde maatregelen kunnen op korte termijn worden gerealiseerd, meestal omdat hier domweg het benodigde budget voor ontbreekt. Het plan geldt dan echter wel als overzicht van mogelijke wensen voor de toekomst. Belangrijk onderdeel van het wijkperspectief is het vergroten en in stand houden van de betrokkenheid bij de toekomst van Geitenkamp-Monnikenhuizen bij bewoners, ambtenaren, woningcorporaties, welzijnsinstellingen e.d. Het opstellen van het wijkperspectief kent de volgende stadia: 1. voorstudie, inventarisatie van bestaand beleid, signaleren van knelpunten 2. analyse van verbeteringen en potenties -9-
waargenomen signalen en meningen. Dit maakt het wijkperspectief tot een bijzonder document. De grootste valkuil is daarbij vrijblijvendheid.
cruciale rol in de toepassing is weggelegd voor de wijkmanager, de programmamanager, de opbouwwerker en de project-/wijkwethouder. Met name zij houden de vinger aan de pols in het vervolgtraject. Er zal in de eerste jaren na de totstandkoming van dit wijkperspectief ieder jaar met de betrokkenen een peiling worden gehouden, met als doel enerzijds de voortgang te signaleren en anderzijds de betrokkenen te herinneren aan gemaakte prestatieafspraken.
Intentie Van alle partners wordt de intentie gevraagd zich actief te verbinden aan het wijkperspectief. Dit houdt in dat toekomstige initiatieven tegen het licht van het wijkperspectief worden gehouden. Aangegeven wordt op welke wijze een activiteit, maatregel of beleidsinitiatief bijdraagt aan het verwezenlijken van de verbetering van de GeitenkampMonnikenhuizen, refererend aan de beelden in de wijkvisie. Afwijkingen moeten worden beargumenteerd. Het wijkperspectief legt geen grenzen op, maar zorgt voor een voortdurende dialoog tussen partners over de gewenste wijkontwikkeling.
1.3. Het plangebied Het plangebied komt op hoofdlijnen overeen met het plangebied van Dorp in de Stad I. Om goed in te spelen op actuele ontwikkelingen is het plangebied echter enigszins aangepast. Het plangebied van Dorp in de Stad II omvat de wijken de Geitenkamp en Monnikenhuizen, inclusief de Arnhemse Allee en het Nieuw Monnikenhuizen, alsmede het gebied tussen de Beukenlaan en de Schelmseweg. Ook het gebied direct ten zuiden van de Rosendaalseweg, met name het verzorgingstehuis De Paasberg, de Kloosterstraat en het zuidelijk hiervan gelegen beekdal, is onderdeel van het plangebied. Het ontwikkelingsgebied van Saksen Weimar is uit strategische overwegingen niet in het plangebied opgenomen. Door de wijk is in maart 2000 de 'Ontwikkelingssuggestie Saksen Weimarterrein' aan de Raad gepresenteerd. In dit rapport zijn verschillende modellen voor het Saksen Weimar terrein aangegeven. De voorkeur ging toen uit naar een model waarin sport, wonen en groen worden gecombineerd. Inmiddels zijn er met betrekking tot deze locatie een aantal veranderingen opgetreden. Er is geen sprake meer van een transferium en een motel op deze locatie. Ook is compensatie voor het sportcomplex Valkenhuizen ter plaatse van Saksen Weimar niet meer nodig, aangezien Valkenhuizen niet meer wordt begrensd door de nieuwbouw van de Geitenkamp-noord. De omringende wijken Angerenstein en de Paasberg vallen buiten het plangebied. De functionele en ruimtelijke relaties met deze wijken komen echter, waar nodig, aan de orde.
De opstellers Het wijkperspectief is ontwikkeld in opdracht van het wijkplatform GeitenkampMonnikenhuizen. Door de gemeente is besloten wijkperspectieven niet binnen het eigen apparaat op te stellen. Er is gekozen voor uitbesteding van de werkzaamheden aan een extern adviesbureau. De werkwijze is erop gericht om het wijkperspectief maximaal in de wijk geworteld te laten zijn. Daarnaast is de inspanning erop gericht om zowel binnen de wijk als bij gemeentelijke diensten en bij instellingen draagvlak te vinden voor de in het wijkperspectief aangegeven ideeënlijnen. Aan gemeentelijke diensten is gelegenheid geboden om de ideeën uit het wijkperspectief te toetsen op realiteitswaarde en op de relatie met bestaande ontwikkelingen. De vaststelling Het wijkperspectief wordt vastgesteld door het wijkplatform Geitenkamp-Monnikenhuizen. Vervolgens wordt het wijkperspectief ter informatie aan B&W voorgelegd. Daarna fungeert het wijkperspectief als een erkend referentiedocument ter toetsing of ter inspiratie bij toekomstige ontwikkelingsinitiatieven met betrekking tot de Geitenkamp en Monnikenhuizen. Het vervolg Het mag niet blijven bij alleen het opstellen en vaststellen van het wijkperspectief. Belangrijk is dat het wijkperspectief vervolgens vooral een levend document is en niet in de bureaulade belandt, maar als actief referentiebeeld en inspiratiedocument zijn werk doet. Dit gaat alle bij de wijk betrokken ambtenaren aan. Een - 10 -
buurt 1: Geitenkamp
buurt 5: Monnikenhuizen
buurt 2: Geitenkamp
buurt 6: Hoogte 80 / Nieuw Monnikenhuizen
buurt 3: Geitenkamp
buurt 7: Arnhemse Allee
buurt 4: Geitenkamp
Kloosterbuurt
kaart 1: plangebied - 11 -
- 12 -
2. HUIDIGE PROFIEL 2.1. Wijkprofiel De Geitenkamp heeft een relatief hoge bevolkingsdichtheid, bijna 3 maal boven het stedelijk gemiddelde. Dit trekt een wissel op de wijksamenleving. Dit zegt echter niet direct iets over de kwaliteit van de sociale structuur. De verdichtingsruimte is zeer beperkt. Het aantal éénoudergezinnen is hoog en neemt toe. Het percentage personen met een bijstandsuitkering is betrekkelijk hoog voor de Geitenkamp en behoort daarmee tot de hoogst scorende wijken (Malburgen-west, Oost-noord en Oost-zuid en Klarendal). Er is sprake van toenemende stille armoede. Door de economische ontwikkeling en stijgende basiskosten van leven neemt dit geleidelijk scherpere vormen aan. Monnikenhuizen bevindt zich in dit opzicht ruim boven het stedelijk gemiddelde en wijkt sterk af van de Geitenkamp. De gemeente levert sinds kort, als onderdeel van het statistisch jaarboek, beknopte wijkprofielen. Dit geeft eind 2004 de volgende cijfermatige gegevens voor de wijk: ITEM
GEITENKAMP
MONNIKENHUIZEN
ARNHEM
Oppervlakte (ha)
54
274
10153
Stedelijk gebied
54
204
4354
Bevolkingsdichtheid
83,8
17,3
32,5
Woningdichtheid
39,7
8,4
14,6
Aantal inwoners
4525
3528
141599
% 0-14
16
14
17
% 15-64
71
63
71
% 65+
13
23
13
% Nederlandse etniciteit
75
80
71
% niet-Nederlandse etn.
25
20
29
% gezin zonder kinderen
15
23
15
% gezin met kinderen
26
28
30
Éénoudergezin
16
5
7
Alleenwonend alleenstaand
17
19
16
overig
26
25
31
Totaal woningen
2145
1710
63718
% huur
100
68
62
% koop
0
32
37
% eengezins
69
61
52
% meergezins
31
39
46
Gemiddelde woningbezetting
2,11
2,06
2,22
Bedrijfsvestigingen
116
107
7442
Arbeidsplaatsen
641
868
92539
Gem. besteedbaar inkomen per huishouden
19.200
24.700
22.900
% lage inkomens (- 13.000)
55
42
46,72
% bijstandsuitkeringen
12,1
4,1
Aantal inbraken per 100 woningen
3,0
3,3
2,7
Rapportcijfer woonomgeving
6,5
7,5
6,9
Rapportcijfer woning
6,9
7,6
7,5
bron: Gemeente Arnhem, Statistisch jaarboek 2004 - 13 -
2.2. Stedenbouwkundige en architectonische situatie
Monnikenhuizen, Hoogte 80, park Klarenbeek en de groenstrook langs de Apeldoornseweg, aansluitend op de bouwlanden bij de Schelmseweg. Aan de noordoostzijde van de woonwijken liggen de aaneengesloten groengebieden beginnend bij Angerenstein en Rennenenk, het beekdal van de Velperbeek, de groenstrook van de A12, aansluitend op de groengebieden bij de Schelmseweg in het noorden en de bosgebieden van Rozendaal aan de overzijde van de A12. De groengebieden van Angerenstein en Rennenenk fungeren in deze structuur als een knooppunt. Deze parken sluiten ten zuiden van de Velperweg aan op de tuinen van Regina Pacis en vervolgens over het spoor op het Park Presikhaaf. Hierdoor is een grote ecologische groenstructuur voorhanden. Het gebied wordt gekenmerkt door een groot reliëf, ontstaan in de ijstijd. Hoogte 80 markeert het einde van de stuwwal.
De Geitenkamp is een unieke woonwijk uit stedenbouwkundig en architectonisch oogpunt. De wijk is voor de Tweede Wereldoorlog gerealiseerd als arbeiderswijk vanuit een sterk idealistisch doel. De ruimtelijke kwaliteit staat op hoog niveau. Het stedenbouwkundig plan van de Geitenkamp is in 1918 ontworpen door ir. W.F.C. Schaap. De Geitenkamp heeft veel kenmerken van een tuinstad alhoewel de ontwerper het standpunt huldigde dat de Arnhemse werkman geen boer was en eerder een goede ruime woning met bescheiden tuin op prijs stelde dan een 'hokkerig gebeuren met ruime tuin'. In de Geitenkamp zijn veel bouwstijlen herkenbaar, zoals de Amsterdamse School, het traditionalisme, baksteenexpressionisme, zakelijkheid en Delftse School. Van groot belang is de aanwezigheid van monumentale bouwwerken op de belangrijkste plaatsen in het plangebied en de directe omgeving: St. Jozefkerk, de recentelijk afgebrande Witte School, bebouwing rond het Marktplein (torens), diverse goed vormgegeven scholen aan parken/pleinen en zichtassen, die het gebied een grote herkenbaarheid en identiteit geven. Het verdient aanbeveling de Witte School in oude luister te herstellen. Monnikenhuizen is na de tweede Wereldoorlog ontstaan. Omdat het bouwen op het heuvelachtige terrein teveel ging kosten, is afgezien van het bouwen van arbeiderswoningen. Monnikenhuizen is geheel volgens het gebruik in de vijftiger en zestiger jaren ruimer, maar ook strakker, opgezet dan de Geitenkamp, zowel met betrekking tot het stedenbouwkundig plan, als met betrekking tot de woningen. Monnikenhuizen is stedenbouwkundig en functioneel nauw verbonden met de Geitenkamp. De Arnhemse Allee dateert uit de zeventiger en tachtiger jaren. Van recente datum is de woonbuurt Nieuw Monnikenhuizen.
Voor de groenstructuur in de Geitenkamp/ Monnikenhuizen zijn van belang: De zone langs de Dr. Schaepmanlaan Het groene plein van de Geelgorslaan De as Middenweg/Schuttersbergweg/ Fokke Noordhoffstraat/Schuttersbergplein De Dennenweg/Grensweg/Larikshof De Beukenlaan Hoogte 80 De groene corridor aan de noordoostzijde van Nieuw Monnikenhuizen, tussen Hoogte 80 en park Angerenstein De Larikshof e.o. De Beukenlaan kan worden gezien als een zeer markante stadsrand. 2.4. Gemeentelijk beleid Arnhemse Woonvisie 2015 In de woonvisie is als hoofddoel geformuleerd: Arnhem aantrekkelijke woonstad in balans ook met haar omgeving. In de nota wordt afscheid genomen van het spiegelbeeldig bouwen. Dit proces verliep te langzaam. De nadruk ligt nu op het creëren van aanvullingen, meer variatie en differentiatie in de woningvoorraad. Naar aanleiding van de woonvisie worden prestatieafspraken tussen gemeente en woningcorporaties op stadsniveau voorbereid, met thema's als aantallen, wonen en zorg. Eerst worden op stadniveau afspraken gemaakt. Daarna worden afspraken geconcretiseerd voor vijf aandachtsgebieden, waaronder de Geitenkamp.
2.3. Landschappelijke situatie Een sterk punt van het plangebied vormt de aaneensluiting van de verschillende groengebieden. Aan de zuidwestzijde van de woonwijken liggen de aaneengeschakelde groengebieden van het park Angerenstein, het sportpark - 14 -
Het maken van gebiedsgerichte prestatieafspraken is door de gemeente en de woningcorporaties voorlopig geparkeerd. Het wijkperspectief kan nu richtingsgevend zijn bij het formuleren van de prestatieafspraken voor het plangebied Geitenkamp-Monnikenhuizen.
van de Jozefkerk, de pastorie, de scholen en het stadsklooster, prominent gesitueerd, een ruimtelijke uitdrukking van de maatschappelijke verhoudingen bij de opbouw van de wijk.
Stad in Balans, Visie op de Maatschappelijke Ontwikkeling van Arnhem tot 2015 In Stad in Balans, de gemeentelijke visie op de maatschappelijke ontwikkeling van de stad zijn een viertal thema's als de hoofdthema's van dit moment vastgesteld: integratie, omgaan met tweedeling, veiligheid, participatie en sociale cohesie. Thema's die goed aansluiten bij de thematiek die zich op wijkniveau in de Geitenkamp voordoet. Masterplan Wonen welzijn, zorg voor Arnhemnoord 2002 Het masterplan geeft een visie op de wijkgerichte aanpak voor ouderen en burgers met beperkingen en waar wijkservicegebieden moeten worden gerealiseerd. Het minimaal basispakket van een wijkservicegebied bestaat uit: Zorg gerelateerd wonen Welzijn en welzijnsactiviteiten Zorg (AWBZ, WMO, mantelzorg enz.) Voorlichting, informatie, advies Veiligheid en leefbaarheid woonomgeving Aanvullende inkomensondersteuning. Eventueel kan een wijkservicegebied worden aangevuld met: Gezondheidsbevordering/preventie Mobiliteit. Voor het plangebied is de Drie Gasthuizen de trekker van de ontwikkeling van woonzorgzones. Beschermd stadsgezicht Geitenkamp De gemeente Arnhem heeft besloten tot de aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Geitenkamp, inclusief het woongebied tot aan de Kloosterstraat. Dit besluit is in 2004 in procedure gebracht. Verwacht mag worden dat het rijk dit besluit overneemt. De reden tot deze aanwijzing ligt in: De bijzondere stedenbouwkundige waarde door de uitzonderlijke gaafheid van de stedenbouwkundige structuur. De situationele waarde door bebouwing en hoogteverschillen. De cultuurhistorische waarde door de zelfstandige woonwijk met arbeiders- en middenstandswoningen en diverse eigen voorzieningen. Hierbij vormt het complex - 15 -
bron: Rijksdienst voor de Monumentenzorg (november 2004)
kaart 2: waarderingskaart - 16 -
Welstandsnota 2004 De welstandsnota deelt de Arnhemse Allee, Monnikenhuizen en Nieuw Monnikenhuizen in de categorie licht welstandsniveau.
Dat de wijk ondanks de variatie in bouwvolumes toch als een eenheid overkomt, is te danken aan de toepassing van een beperkt assortiment van bouwmaterialen: Rode keramische dakpannen Roomwitte gootlijsten en kozijnen Genuanceerde geelroze (thans bruinverweerde) en oranjerode baksteen voor de gevels. De rangorde: 1-rode keramische dakpan, 2roomwit kozijn, 3-geelrose gevelsteen, geeft het relatieve belang aan van het materiaal voor de samenhang in de wijk. Omdat de huizen meest steile kappen hebben bepaalt de rode dakpan het straatbeeld het sterkst. De gesmoorde pan is bij uitzondering toegepast. Hij wordt alleen aangetroffen aan de Fokke Noordhoffstraat en het begin van de Schuttersbergweg. Ligusterhagen op de grens van voortuin en straat zijn typisch voor de wijk. De haag draagt bij aan de samenhang in het straatbeeld en is sfeerbepalend voor de wijk als geheel. Er is een opvallend verschil tussen de hoofdstraten en de rest van de wijk. Langs de hoofdstraten zijn hagen uitzondering. Ze komen alleen voor langs de noordzijde van de Rosendaalseweg en Schuttersbergplein. Omdat hier een flink hoogteverschil bestaat tussen woning en straat, zijn de tuinen bovendien voorzien van keermuurtjes. In de meeste andere straten van de wijk zijn voortuintjes met hagen regel. De meeste gebouwen hebben een plint van donkere baksteen (trasraam) en ornamentiek in hout- en metselwerk. Gebouwen krijgen door de ornamenten een verzorgdheid die hen doet uitstijgen boven de kwalificatie 'sober en doelmatig' die traditioneel met volkswoningbouw verbonden is. De grootte, vorm en plaats van de gevelopeningen ten behoeve van ramen en deuren is door de architecten zorgvuldig bepaald. De raampartijen zijn zorgvuldig geproportioneerd. Vensters hebben tussenstijlen en roeden. Kozijnen zijn soms verdikt met extra reliëfvlakken. Raampartijen treden vaak buiten het gevelvlak. Door deze detaillering gaan de ramen zelf werken als ornament op de gevel en zo zijn ze ook bedoeld. De kleur van het kozijn is roomwit, die van de draaiende delen varieert per project van roomwit tot zandgeel en donkergroen. De overgang tussen dak en gevel is vanouds een plek voor zorgvuldige detaillering. Traditionele gootafwerking bestaat uit overstekende zinken kraal, tussenlijst en frontplank. Naarmate huizen kleiner zijn, wordt de neiging tot uit- en aanbouwen groter. Op de
De Geitenkamp tot aan de Kloosterstraat valt in de categorie zwaar welstandsniveau. Specifiek beschreven zijn: Rosendaalseweg Middenweg - Geitenkamp Schuttersbergweg - Schuttersbergplein Grensweg - Fazantenweg (Schuttersbergplein) Van Helsdingenstraat, Dr. H. Piersonstraat (H. van Kolstraat) Randwegen Zijstraten Tussenstraten, pleintjes en hoven. De gebouwvorm van de bebouwing langs de hoofdstraten heeft in beginsel twee lagen met kap, maar overal is gepoogd monotonie in de gevelwanden te voorkomen. Daardoor krijgen blokken niet de expressie van het grote getal. Zij worden de optelsom van afzonderlijk herkenbare kleinere eenheden. De meest voorkomende middelen daartoe zijn: Variatie in woningtype: blokken van beneden- en bovenwoningen in twee lagen met kap worden op systematische wijze afgewisseld door eengezinswoningen in een laag met kap. Afwijking van de rooilijn: delen van een blok of van een pand springen terug achter de rooilijn of, juist tegenovergesteld, springen uit de rooilijn naar voren: risaliet, erker, arcade, entree, dakoverstek. Wending van de kap: kappen parallel aan de weg worden onderbroken door kappen dwars op de weg. Doorbreking van dakvlakken door dakkapellen en schoorstenen. Herhaling van zulke elementen heeft een ritmisch effect. Verbijzondering van de straathoeken: de veel voorkomende bajonetkruising brengt de hoekpanden in de zichtas van de straat. Die krijgen bijna altijd een aangepaste vormgeving. Daarbij worden vaak de vier bovengenoemde middelen of combinaties daarvan toegepast. Soms krijgt het hoekpand extra hoogte (toreneffect). Kappen zijn de bekroning van een gebouw. Zij accentueren de autonomie van de afzonderlijke bouwvolumes. De kap is een essentieel onderdeel van het gebouwaanzicht. Gezamenlijk zorgen de kappen voor een markant en beweeglijk daklandschap. - 17 -
Geitenkamp is dat goed merkbaar. Er staat vrijwel geen huis zonder dakkapel en in veel gevallen is de kapel in de loop der tijd nog eens vervangen of vergroot. Vaak domineert de kap het straatbeeld. Vroeger had elk huis minstens één gemetselde schoorsteen. Met de komst van de centrale verwarming zijn die schoorstenen vaak overbodig geworden en afgebroken. Plastic dakdoorvoeren komen ervoor in de plaats. Het silhouet van het huis wordt minder markant.
-
-
Buiten Gewoon Beter Buiten Gewoon Beter is er sinds 2000 op gericht de kwaliteit van de openbare ruimte in alle wijken op basisniveau te brengen. In de Geitenkamp heeft Buiten Gewoon Beter o.a. voor minder zwerfvuil, onkruid en betere wegen en trottoirs geleid. Ook is hier een groot aantal pleinen opgeknapt. Het programma voor de Geitenkamp is inmiddels afgerond. Monnikenhuizen is nog niet in het programma opgenomen, maar komt in de toekomst aan de beurt.
-
-
Groenplan Arnhem Het Groenplan geeft een samenhangende visie op de ontwikkeling, inrichting en beheer van het groen in en om Arnhem, voor de korte (2004-2007) en de middellange (2015) termijn. De gemeente streeft ernaar om de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden van het groen door versterking en zonering optimaal tot hun recht te laten komen, waarbij voldoende ruimte voor gebruikswensen moet zijn. De ontwikkelingsinitiatieven en het beheer in en om de stad worden afgestemd op dat streefbeeld. Uitgangspunten zijn: Bewaren en versterken Zuinig omgaan met bestaande en potentiële kwaliteiten Groen blijft groen Kansen benutten Alles op zijn plaats Tegengaan van versnippering Schoon en netjes Beheer afgestemd op streefbeeld.
-
-
-
-
-
-
De volgende elementen zijn van belang: Monnikensteeg: laanbomen en brede kruidenrijke bermen. Geen begeleiding van laanbomen bij bosschages, bos en open ruimtes. Onderzoeken of aanhelen van de laanbeplanting met name aan de zuidzijde mogelijk is. De monnikensteeg is een vleermuisroute. De bomenrij -18 -
handhaven en versterken waar mogelijk. Rosendaalseweg: laanbeplanting in een groene brede intensief beheerde middenberm. Aanhelen van ontbrekende laanbeplanting in de middenberm tussen Huijghenslaan en de Julianalaan. Marktplein/Middenweg-GeitenkampSchuttersbergweg: de drie beeldbepalende platanen op het Marktplein behouden. Instandhouden dubbele laanbeplanting. Beukenlaan: handhaven van de aaneengesloten dubbele rij beuken in de kruidenrijke berm met tussen de bomen een tredpad. Schimmel in de bodem maakt instandhouding echter lastig en herplant is niet mogelijk. Opknappen van de keermuur en bestrating is wenselijk. De Beukenlaan is een vleermuisroute. De bomenrijen handhaven en versterken waar mogelijk. Moslaan: weg met cultuurrijke bermen en randen. Struweelbeplanting beheren als een heestervlak (vaker uitmaaien). Dr. Schaepmanlaan: handhaven bomenrij met cultuurrijke bermen vanwege structurerend karakter. Bosstrook langs de A12: door gemeente pad vrijhouden van beplanting. Monnikenhuizen-oost: struwelen beheren als heestervak (vaker uitmaaien). Het gras wordt intensief gemaaid. Nieuw Monnikenhuizen beplanting handhaven, tijdig uitdunnen conform beheerplan. Arnhemse Allee: struwelen beheren als heestervak (vaker uitmaaien). Het gras wordt intensief gemaaid. Schuttersbergplein: instandhouden bomengroep en het gecultiveerde karakter van de vakbeplantingen. Fokke Noordhoffstraat: in het brede deel sierlijke cultuurlijke bomenrij met een brede kroon. Het beeld is open om de zichtlijn te ondersteunen. Ecologie: bij de renovatie van daken en gebouwen de gierzwaluwnesten en de verblijven van de gewone dwergvleermuis behouden.
Gemeentelijk rioleringsplan en afkoppelen hemelwater De riolen in de Dr. A. Kuijperstraat en de Schutterbergweg moeten worden onderzocht naar de noodzaak van vervanging of reparatie. Bij herstel van de riolering wordt ook de bestrating hersteld. Overwogen kan worden hier gelijktijdig de afvoer van het hemelwater af te koppelen van de riolering. De overige riolen zijn goed. Onderaan de Piersonstraat/grensweg zijn echter problemen met de capaciteit van de riolering. Een deel van de wijk wordt mogelijk afgekoppeld, een en ander is afhankelijk van de kosten.
- 19 -
- 20 -
3. ANALYSE 3.1. Stedenbouw en landschap Wat betreft stedenbouwkundige inrichting, beeld en ligging is de Geitenkamp een sterke wijk. Ook de Arnhemse Allee, Monnikenhuizen en Nieuw Monnikenhuizen zijn stedenbouwkundig goed opgezet. De groene dooradering van het gebied, gekenmerkt door grote hoogteverschillen is van hoge kwaliteit. Hoogte 80 is voor heel Arnhem een markant punt. Op stedenbouwkundig en landschappelijk gebied zijn geen noemenswaardige problemen aan te geven. Bij aanpassingen van de wijk zal de stedenbouwkundige en landschappelijke structuur in hoge mate moeten worden gerespecteerd.
kaart 3: topografische kaart - 21 -
3.2. Wonen
afhankelijk zijn van de bijstand. De verhouding tussen eengezinslaagbouw en meergezinshoogbouw, respectievelijk 70% en 30%, is redelijk gunstig.
Het woningbestand van de Geitenkamp bestaat voor bijna 100% uit betaalbare huurwoningen. Het eenzijdige woningbestand maakt de Geitenkamp kwetsbaar in sociaal opzicht. Een kwetsbaarheid die zich vooral recentelijk manifesteert, onder invloed van de verhuisbewegingen binnen Arnhem, ondermeer als gevolg van de herstructureringen in Malburgen, Presikhaaf en Het Broek. Een deel van de woningen is klein en voldoet niet meer aan hedendaagse eisen. Kenmerken die de mogelijkheden van een wooncarrière in de wijk sterk beperken. Er doet zich een aantal trends voor die hier niet los van te zien zijn. De resultante van deze trends is dat het aandeel kansrijken afneemt en het aandeel kansarme huishoudens toeneemt. Dit is ondermeer te merken aan het afnemend gemiddeld inkomen en de toename van de hulpvraag. In de Geitenkamp wonen naar verhouding veel éénoudergezinnen en veel mensen die
Het naoorlogse Monnikenhuizen heeft een veel lagere bevolkingsdichtheid dan de Geitenkamp. Het percentage huurwoningen en eengezinswoningen ligt iets boven het stedelijk gemiddelde. Het aandeel meergezins- en koopwoningen ligt er iets onder. Het percentage ouderen is hoog (23%) en dat van éénoudergezinnen laag (5%). Het aandeel gezinnen met kinderen komt min of meer overeen met de Geitenkamp en het stedelijk gemiddelde. Het gemiddelde inkomen per huishouden ligt aanmerkelijk hoger dan in de Geitenkamp en is ook ruim hoger dan het stedelijk gemiddelde. In die zin wijkt Monnikenhuizen nogal sterk af van de Geitenkamp. Het aantal mutaties in de buurt is eveneens laag in vergelijking met de Geitenkamp en de stad. Ook de jongste buurten Arnhemse Allee en
Ons Belang Openbaar Belang Overige Portaal Stichting Volkshuisvesting Arnhem Vivare Particuliere verhuur
bron: gemeente Arnhem (januari 2005)
kaart 4: corporatiebezit - 22 -
Nieuw Monnikenhuizen wijken sterk af van de Geitenkamp. Het grote aandeel koopwoningen en het relatief hoge gemiddelde inkomen zijn hier kenmerkend. Specifieke knelpunten zijn: De woningen van Volkshuisvesting tussen de Zaslaan en de Dr. Bosstraat zijn sterk verouderd en bieden onvoldoende woongenot. Ook laat in dit gebied de kwaliteit van de openbare ruimte, met name door de parkeerdruk, te wensen over. Overwogen kan worden de woningen aan de Druckerstraat te slopen. De bejaardenwoningen op de Larikshof staan al enkele jaren op de nominatie om gesloopt te worden. Een groot aantal woningen in de Geitenkamp is te klein voor volledige gezinnen. Langs de Kloosterstraat liggen woningen die groot genoeg zijn voor gezinnen. Gezien de aantrekkelijke ligging van deze woningen is de meettijd voor woningtoewijzing echter 30 jaar. Dus jonge gezinnen hebben geen kans om hier een woning toegewezen te krijgen. De Geitenkamp kent vrijwel geen woningen die geschikt zijn voor ouderen. Ouderen kunnen soms hun bovenverdieping niet meer bereiken. In de Geitenkamp worden door ouderen relatief veel trapliften aangevraagd. Ook de flats aan de Dr. Schaepmanlaan zijn voor deze doelgroep niet geschikt vanwege het ontbreken van een lift. Veel ouderen zijn niet zo zeer aan hun woning gebonden, maar wel aan hun omgeving. In de Geitenkamp zijn met name aan de Middenweg/Schuttersbergweg veel bovenen benedenwoningen gelegen. De bovenwoningen zijn vaak te klein voor gezinnen met kinderen, terwijl ze tevens voor ouderen minder geschikt zijn. Ook de benedenwoningen zijn voor gezinnen met kinderen minder geschikt, ook al hebben deze woningen een tuin. Deze woningen zijn wel geschikt voor ouderen. Het verdient aanbeveling de boven- en benedenwoningen verticaal te koppelen tot grote grondgebonden woningen. In dat geval zijn deze woningen zeer geschikt voor gezinnen met kinderen. De koppeling ondervindt echter een aantal problemen. Koppeling is in principe alleen mogelijk als zowel de boven- en benedenwoning bij mutatie beschikbaar komt.
-
-
Niet alle bovenwoningen liggen precies boven een benedenwoning. Hierdoor ontstaan ingewikkelde bouwkundige situaties. Tot slot betekent de koppeling minimaal een verdubbeling van de huur. Verkoop van de woning na de koppeling kan wellicht aantrekkelijk zijn. Nader onderzoek is gewenst. Langs de Druckerstraat en de Fokke Noordhoffstraat staan te kleine grondgebonden woningen. Voor de woningen aan de Fokke Noordhoffstraat is door Vivare onderzocht of koppeling van woningen mogelijk is. Door de te hoge huurprijzen en de onpraktische indeling van de woningen is vervolgens van koppeling afgezien. Mogelijk dat de woningen langs de Druckerstraat wel horizontaal twee aan twee kunnen worden gekoppeld, waardoor meer courante woningen ontstaan. Het tankstation langs de Rosendaalseweg kon bij de realisatie van Nieuw Monnikenhuizen niet worden verwijderd. Binnenkort verloopt het contract. Het verdient aanbeveling het contract niet te verlengen en deze locatie te herontwikkelen voor woningbouw.
De recente nieuwbouw in Nieuw Monnikenhuizen biedt een goede aanvulling op het woningbezit door de grote grondgebonden woningen en de goed ontsloten appartementen. Deze woningen liggen echter allemaal in een hoge prijsklasse. De Drie Gasthuizen is momenteel bezig met het ontwikkelen van plannen voor één of twee zorgcentra voor ouderen in de wijk, primair gericht op bewoners met een zorgvraag. 3.3. Samenleven Er moet onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds het vooroorlogs gedeelte, de Geitenkamp, en anderzijds de veel kleinere en jongere Arnhemse Allee, Monnikenhuizen en Nieuw Monnikenhuizen. In sociaal opzicht gaat de aandacht vooral uit naar de Geitenkamp. De Geitenkamp is vrij dicht bevolkt, met 4525 inwoners en een oppervlakte van het stedelijk gebied van 54 ha. De wijk is te karakteriseren als relatief hecht. Met name op buurtniveau is de nodige gemeenschapszin (sociale cohesie) aanwezig. Veel families zijn in de wijk geworteld. Veel bewoners zijn ook trots op hun wijk. Maar dit beeld is aan erosie onderhevig. De situatie verandert, weliswaar geleidelijk, in ongunstige - 23 -
zin. Een gegeven waar intensief aandacht aan besteed dient te worden.
Het verenigingsleven en vrijwilligerswerk neemt nog een belangrijke plaats in, in de wijk. Maar ook daar kalft de binding geleidelijk af. Een trend die momenteel wordt versterkt door de verslechterende sociaal-economische situatie en de snel stijgende vaste lasten voor huishoudens. Contributies vormen dan al snel een te zware last.
De Geitenkamp is van oudsher een gegoede arbeiderswijk. Familieverbanden speelden en spelen een belangrijke rol. De afname van het aantal gezinnen met kinderen, de toename van het aantal éénoudergezinnen, huishoudens zonder kinderen en het dalende gemiddelde besteedbaar inkomen die zich recentelijk manifesteren, zijn bedreigend voor het in stand houden van de voorzieningenstructuur. Op termijn zal deze ontwikkeling ook het sociale klimaat beïnvloeden en met name de in buurten nog aanwezige sociale cohesie ondermijnen. In een aantal buurten is dit proces al volop aan de orde. De binding aan de wijk vermindert. Huishoudens die het zich kunnen veroorloven maken eerder de stap naar verhuizing buiten de wijk. De mogelijkheden voor een wooncarrière in de wijk zijn beperkt. Op dit moment is de mutatiegraad niet opvallend hoger dan gemiddeld. Het aandeel voorbijgangers (starters/niet blijvers) groeit gestaag. Dit geldt ook voor de sociale en culturele diversiteit van de wijk. Geleidelijk maakt de homogene wijk plaats voor een meer gedifferentieerde wijk met diverse leefstijlen. Ook het aantal huishoudens met een niet-Nederlandse etniciteit groeit, zij het nog niet snel. Het wijkcijfer ligt nog ruim onder het stedelijk gemiddelde en ligt daarmee aanmerkelijk lager dan het percentage dat andere ontwikkelingswijken inmiddels hebben bereikt. Het gaat hier bovendien om een gevarieerde groep. Concentraties van specifieke groepen doen zich dus nauwelijks voor. De druk op de wijksamenleving is daarom nog beperkt. Het opnemend vermogen van de wijk lijkt vooralsnog te volstaan. Daar komt bij dat asielzoekers een belangrijk deel van deze groep uitmaken. Een categorie die zich in de regel sterk op de samenleving oriënteert. Spanningen binnen buurten als gevolg van verschillen in leefstijl zijn dan ook nog eerder uitzondering dan regel. Signalen uit het wijkplatform en de politie bevestigen dit beeld. Maar de instroom van sociaal zwakkere gezinnen uit de wijken waar herstructurering plaatsvindt, vormt een reële bedreiging. Sociale verloedering neemt toe en maakt dat gevestigden zich minder thuis en meer onveilig voelen in hun straat of buurt. Het motief om te verhuizen naar een andere wijk neemt toe. Bestaande sociale verbanden kalven daardoor verder af. Ook bestaat in de wijk een zekere neiging om met name de buitenlanders als oorzaak van ongewenste veranderingen te zien. Een potentiële bron van spanning.
Specifieke knelpunten zijn: Er is onvoldoende afstemming van het beleid van diverse sport- en spelverenigingen voor de jeugd onder 12 jaar. Verbaal geweld, agressie, brutaliteit en respectloosheid nemen toe. Kinderen worden onvoldoende gecorrigeerd. Het aantal spijbelende kinderen neemt toe. De ouders nemen hierin onvoldoende verantwoordelijkheid. De speeltuin Het Kraaiennest wordt niet gebruikt. Het gebied is onaantrekkelijk door rondslingerend glaswerk veroorzaakt door jongeren bij De Sperwer die het gebied als hangplek gebruiken. Het aantal inbraken in de wijk stijgt. Vooral schuurtjes zijn het doelwit van junks uit de wijk. Door de gebiedsagent wordt 'hufterbeleid' uitgevoerd: openlijk fouilleren e.d. van de vaste klanten. 3.4. De woonomgeving De openbare ruimte in de Geitenkamp is recentelijk, door de uitvoering van het programma Buiten Gewoon Beter, goed op peil gebracht. Na een aansprekende opknapbeurt in de tweede helft van de jaren negentig is het Marktplein het vitale centrum van de wijk. Hoogte 80 is opgeknapt, de paden zijn hersteld, het metselwerk is gevoegd en de plaquette is hersteld. Op initiatief van het wijkplatform worden gierzwaluwnestkastjes aan de bewoners ter beschikking gesteld. Door de uitvoering van Buiten Gewoon beter verkeert de openbare ruimte in de Geitenkamp in een betere staat dan in de overige buurten. De Woonomgevingsploeg (WOP) in de Geitenkamp functioneert goed. Specifieke knelpunten zijn: Het onderhoud van openbaar groen en speelplekken moet op het niveau van Buiten Gewoon Beter blijven. In de wijk wordt regelmatig te hard gereden. Verdere uitvoering van de 30 km zones is gewenst. De handhaving van - 24 -
-
-
-
-
-
-
-
-
de 30 km zone laat te wensen over. De Zaslaan, Beukenlaan en Schuttersbergweg moeten worden herstraat. Veel achterpaden zijn dichtgezet. Bij sommige openbaar toegankelijke achterpaden verdient het aanbeveling deze alsnog dicht te zetten. De Geitenkamp kent een hoge parkeerdruk. Het parkeren van met name bedrijfsbusjes in de wijk levert een grote ergernis op. Op het Marktplein zijn onvoldoende parkeerplaatsen direct beschikbaar voor bezoekers van de voorzieningen. De instelling van een blauwe zone kan worden overwogen in combinatie met bijvoorbeeld een ruimere parkeergelegenheid langs Schuttersbergweg door schuinparkeren. Rond de vuilcontainers is regelmatig sprake van zwerfvuil en achtergelaten groter afval. De openbare ruimte dreigt vol te slibben met verkeersborden, containers, CAIkastjes, lichtmasten, trolleymasten, signaaltegels enz. Vaak is hierbij geen sprake van enige coördinatie. Behalve de Geitenkamp zijn de overige buurten niet aangesloten op Buiten Gewoon Beter Op korte termijn zal een studie worden gedaan naar het afkoppelen van het hemelwater. Het is verstandig eventuele gewenste wijzigingen in het openbaar gebied zodanig voor te bereiden, dat dit meegenomen kan worden op het moment dat een gebied wordt afgekoppeld en hiervoor moet worden herstraat. De nabije woonomgeving is vaak rommelig en onaantrekkelijk. Dit wordt veelal veroorzaakt door schuttingen bij voor- en zijtuinen. Beter is het altijd uit te gaan van hagen. Bij achtertuinen moet worden uitgegaan van meer uniformiteit in de schuttingen. Tevens moet aandacht worden gegeven aan particulier tuinbezit. In de huurcontracten van Volkshuisvesting en Vivare is opgenomen dat een gehuurde siertuin als zodanig moet worden ingericht, gehandhaafd en gebruikt. Ook voor de overige corporaties geldt dat zulke formuleringen moeten worden opgenomen. Huurders moeten zonodig worden aangesproken op de staat van hun tuin.
3.5. Voorzieningen Een aantal voorzieningen in de wijk wordt bedreigd. Het is voor de wijk van groot belang dat voorzieningen, zoals de winkels op het Marktplein en basisscholen, goed blijven functioneren. Vergroting van het draagvlak is gewenst. Zorgvuldig moet worden gekeken naar mogelijkheden om in of direct rond het plangebied woningen toe te voegen. Winkels Het opknappen van het Marktplein heeft geresulteerd in een afname van het verloop van winkels en de verbetering van het economisch perspectief voor de middenstand op het plein. Het Marktplein wordt als zeer gezellig ervaren en trekt niet alleen klanten uit de wijk, maar ook van de Paasberg, Angerenstein en Velp. Het winkelcentrum aan het Marktplein is zeer belangrijk voor de wijk. Om ook op langere termijn de kwaliteit van de voorzieningen hoog te houden, is het tijd voor een nieuwe impuls: De gevraagde huren voor nieuwe winkels zijn te hoog. Het voorzieningenaanbod verschuift te veel van winkeloppervlak naar horeca, zoals door de nieuwe ijssalon plekke van het voormalige warenhuis. Door overleg tussen de ondernemersvereniging, de ondernemers en de woningbouwcorporaties moet een goede branchering worden nagestreefd. De supermarkt van Albert Heijn is te klein. De trek naar andere grotere supermarkten wordt te groot. Uitbreidingsmogelijkheden achter de supermarkt moeten door Albert Heijn worden benut. Het is wenselijk dat de gemeente in overleg met Ahold Vastgoed actief aan een oplossing gaat werken. Het parkeren bij het Marktplein is op vrijdag en zaterdag een probleem. Door de instelling van een blauwe zone kan worden voorkomen dat bedrijfswagens en auto's van ondernemers voor bezoekers bedoelde parkeerplaatsen in beslag nemen. Op dit moment is er geen uniformiteit in het uiterlijk van winkels. Het zou een goede zaak zijn als er sprake zou kunnen zijn van één stijl. Voor de kosten van de dienstregeling van de Buurtbus, die is ingesteld bij de verhuizing van Albert Heijn van Monnikenhuizen naar het Marktplein, - 25 -
-
moet extra financiering worden gevonden. Momenteel worden de kosten volledig gedragen door de ondernemersvereniging en het Wijkplatform. De ondernemersvereniging organiseert veel speciale acties, zoals de grote decemberactie, activiteiten met vader- en moederdag, Pasen en Kerst. In de zomer wordt een braderie georganiseerd. Deze acties zijn van groot belang voor de aantrekkelijkheid van het winkelcentrum. Financiële ondersteuning van deze acties door de gemeente en de woningcorporaties kan de realiseringsmogelijkheden en de kwaliteit van deze acties sterk verbeteren.
De economische activiteiten in de winkelstrip in Monnikenhuizen verminderen langzaam maar zeker. Leegstand moet voorkomen worden, zoals nu ter plaatse van de voormalige Albert Heijn. Hier kunnen kleine bedrijfsfuncties, atelierwoningen of een zorgvoorziening worden ingepast. Maatschappelijke voorzieningen Het steunpunt voor ouderen De Beyer (SWOA) aan de Willem Beijerstraat functioneert goed. Het Gezondheidscentrum Het Span aan de Rosendaalseweg speelt een belangrijke rol op medisch gebied. Valkenhuizen aan de Beukenlaan biedt bovenwijkse sportvoorzieningen, waaronder een zwembad. Het CIOS eist deze voorziening echter steeds meer op. De speeltuin Het Kraaiennest is buiten gebruik gesteld. De speeltuin De Rommelkist ondergaat veranderingen in positieve zin. Het voetbalveldje is geasfalteerd. Er is een beheersplan opgesteld. De wijkwinkel/politiehuiskamer aan de Schuttersbergweg functioneert goed. Het sociaalcultureel centrum De Grenspost aan de Dennenweg is excentrisch gelegen en functioneert daardoor onder de mogelijkheden. Ook Jongerencentrum De Sperwer functioneert door zijn ligging niet optimaal. Er zijn verschillende scholen in de Geitenkamp, waaronder enkele met een bovenwijkse functie. Eventueel kunnen welzijnstaken in samenwerking met woningcorporaties worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld de aanleg van een glasvezelnet ten behoeve van een ICTringlijn, die de effectieve signalering en hulpverlening bij woningen voor ouderen ondersteunt.
- 26 -
- 27 -
B. SPEERPUNTEN VOOR DE TOEKOMST
- 28 -
4. VERKOOP VAN CORPORATIEWONINGEN 4.1. Kernvoorraad
4.3. Percentage verkoop
De zogenaamde kernvoorraad van goedkope huurwoningen is voor een onevenredig deel gelegen in Arnhem en minder in de omliggende gemeenten. De kernvoorraad moet meer worden verspreid over de regio. Per saldo kan Arnhem dus met minder sociale woningbouw toe. Tevens moet de Arnhemse kernvoorraad niet alleen in de arbeiderswijken zijn gelegen. In Arnhem betekent dit dat ook goedkope huurwoningen moeten worden gebouwd op het Saksen Weimar terrein, het Business Park, Hoogstede, de Hoogkamp e.d. Voor de Geitenkamp-Monnikenhuizen betekent dit dat zonder problemen een behoorlijk deel van de goedkope huurwoningen kan worden verkocht. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de opbrengst van de verkoop zal worden ingezet voor het realiseren van nieuwe goedkope huurwoningen elders in Arnhem of de regio.
Het is niet verstandig exacte percentages voor de verkoop van woningen aan te geven. De verkoop van woningen kan strategisch worden ingezet, waarbij niet alleen wijkbelangen, maar ook regionale belangen op volkshuisvestelijk terrein meespelen. Desalniettemin kunnen enkele indicaties worden gegeven: Voor de Geitenkamp is het verstandig als minimaal 70% van de woningen in de verhuur blijft. Voor Monnikenhuizen en de Arnhems Allee lijkt een minimum van ca. 30% huurwoningen goed. Door Portaal zijn in Monnikenhuizen de afgelopen jaren ruim 40 huurwoningen verkocht. Op dit moment worden hier geen woningen meer te koop aangeboden.
4.2. Waarom verkoop van huurwoningen
Woningen kunnen afzonderlijk worden verkocht. Het is niet nodig dat b.v. bloksgewijs wordt verkocht. In principe moeten woningen worden verkocht aan zittende bewoners of bij mutatie. Voordat de woningen worden verkocht moeten deze worden opgeknapt, met name aan de buitenkant. Bouwtechnische problemen moeten worden verholpen. Woningen kunnen geheel worden verkocht of met uitzondering van de buitenschil, waardoor de woning ook voor de laagste inkomensgroepen bereikbaar is (maatschappelijk gebonden eigendom).
4.4. Wijze van verkoop
Geitenkamp-Monnikenhuizen heeft een goede ruimtelijke structuur. De sociale structuur in de Geitenkamp daarentegen behoeft verbetering. Door de verkoop van woningen wordt de betrokkenheid van bewoners bij de wijk vergroot. Als de buurt wat achteruit zakt kan door verkoop van woningen de stabiliteit terugkeren. Tevens kan door verkoop de eenzijdige bevolkingssamenstelling worden doorbroken. Een woning kan worden verkocht aan een zittende bewoners, maar ook bij mutatie. Met name bij verkoop bij mutatie stroomt een groep mensen met een hoger gemiddeld inkomen de wijk binnen dan bij verhuur. Een positief effect is ook dat het kopen van een huis door de zittende bewoners in de praktijk nogal eens leidt tot een betere arbeidsparticipatie. Het vertrekpunt voor de verkoop van huurwoningen is gunstig: de wijk is aantrekkelijk en heeft geen slecht imago. De winkelpanden rond het Marktplein moeten in eigendom blijven bij de corporaties. Hierdoor kan door de woningcorporatie invloed worden uitgeoefend op de kwaliteit van het winkelaanbod. Vooral in Monnikenhuizen zijn relatief veel woningen in eigendom bij vastgoedbedrijven. De verkoop van deze huurwoningen valt buiten de invloedsfeer van het wijkperspectief.
Bij sommige blokken is het nodig om de buitenzijde van de woning een hoogwaardige collectieve uitstraling te laten houden. Voor de Geitenkamp geldt dat voor alle woningen de kleuren van de buitenzijde van de woning vastliggen. Bewoners kunnen in de meeste gebieden het onderhoud in eigen regie op een zelf gekozen moment uitvoeren. Voor de beeldbepalende bebouwingsstructuren in de Geitenkamp geldt echter dat het onderhoud aan de buitenzijde collectief moet gebeuren door middel van de Vereniging van Eigenaren (VVE). Ook hier liggen de kleuren aan de buitenzijde vast. Overwogen kan worden ook het onderhoud van de hagen bij de voortuinen door de VVE te laten uitvoeren. Voor Monnikenhuizen en de Arnhemse Allee gelden in principe geen restricties voor de buitenzijde. Vanzelfsprekend moeten afwijkende kleuren ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeente. - 29 -
verkoop zonder restricties - Monnikenhuizen, Arnhemse Allee verkoop met vaste kleurstelling buitenzijde - Geitenkamp, beschermd stadsgezicht verkoop met collectief onderhoud buitenzijde (VVE) - Geitenkamp beeldbepalende bebouwingsstructuren
kaart 5: wijze van verkoop
4.5. Voorlopig programma van verkoop Door de woningcorporaties is het voornemen geuit voorlopig de volgende complexen te verkopen: Portaal Hertenlaan 2 t/m 64 (even nummers) Dennenweg 101 t/m 117 (oneven nummers) Fazantenweg 28 t/m 44 (even nummers) Konijnenweg 1 t/m 41 (oneven nummers) Korhoenplein 1 t/m 15 Patrijzenplein 1 t/m 15 Volkshuisvesting 89 woningen complex 250 Nieuwe Aanleg e.o. (start 2006) 357 woningen complex 251 Schuttersbergweg e.o. 77 woningen complex 252 Bonte Wetering e.o. (start 2005) Vivare 224 eengezinswoningen Geitenkamp (start 2007) Omnia nog niet bekend Vereniging van Ambtenaren nog niet bekend
- 30 -
5. EXTRA BOUWLOCATIES In vrijwel alle gevallen moet rekening gehouden worden met bestemmingsplanwijziging. Het verdient aanbeveling de herontwikkelingslocaties te laten ontwikkelen door de woningcorporaties.
5.1. Het belang van extra woningen Na het vervallen van de uitbreiding Geitenkamp-noord is door de gemeente een interne studie gemaakt naar mogelijke herontwikkelingslocaties in de wijk. Deze herontwikkelingslocaties komen in dit hoofdstuk afzonderlijk aan de orde. De invulling van deze locaties is echter gezien vanuit het belang van de wijk en kan daarmee afwijken van de eerdere studie door de gemeente. In beginsel wordt het benutten van nieuwe bebouwingsmogelijkheden door de wijk gezien als een positieve sociaal-economische bijdrage aan de wijk, vanwege het vergroten van het draagvlak van voorzieningen en de mogelijke correctie van de eenzijdige bevolkingssamenstelling.
De totale nieuwbouwcapaciteit van de hierna beschreven herontwikkelingslocaties bedraagt 376 - 570 woningen.
kaart 6: overzicht locaties - 31 -
5.2. Gewenste woningdifferentiatie In het KAN-gebied wordt uitgegaan van minimaal 35% sociale koopwoningen (tot EUR 172.000) en huurwoningen. Voor het gebied Geitenkamp-Monnikenhuizen kan echter niet worden uitgegaan van algemene eisen voor de regio. Omdat in het plangebied niet zal overgegaan op grootschalige sloop en nieuwbouw, zijn de correctiemogelijkheden van het woningbestand beperkt. In principe moeten er dan ook woningen worden gerealiseerd die er nu niet zijn. Van belang is het om voldoende gezinnen met kinderen in de wijk te houden dan wel aan te trekken, mede met het oog op het in stand houden van een goede basisschoolvoorziening in de wijk. Tevens is het van belang dat voor ouderen goede woonruimte in de wijk aanwezig is. Vertaald in woningtypes betekent dit dat bij nieuwbouw vooral moet worden uitgegaan van: generatiebestendige driekamerappartementen voor ouderen (koop of huur) grondgebonden vier-of vijfkamerwoningen voor gezinnen met kinderen (koop of huur). De appartementen van ouderen zullen voor een deel worden gerealiseerd door de Drie Gasthuizen in combinatie met zorgfuncties. In eerste instantie wordt gedacht aan 40 appartementen ter plaatse van de Larikshof met een AWBZ-loket en eventuele andere functies. De zorgfuncties moeten met name vanaf de Rosendaalseweg zichtbaar en bereikbaar zijn. Omdat de afstand van de nieuwe voorziening tot de Beyer relatief klein is, zal het minder goed vindbare steunpunt De Beyer te zijner tijd komen te vervallen. Verzorgingshuis De Paasberg zal worden herontwikkeld. Door de Drie Gasthuizen wordt gekeken om samen met de SWOA in het noorden van de Geitenkamp een steunpunt op te richten.
- 32 -
5.3. Vogelkersweg Het terrein ten noorden van De Grenspost is in gebruik bij speeltuinvereniging en ten behoeve van onderwijsvoorzieningen. Er is sprake van extensief gebruik op een bijzondere locatie. Deze locatie leent zich goed voor woningbouw. Rekening gehouden moet worden met wegverkeerslawaai vanwege de A12 en de Schelmseweg. De locatie overschrijdt duidelijk de gevoelsmatige grens tussen de Geitenkamp en het buitengebied. Kort na de ontwikkeling van de Geitenkamp hebben in de zone ten noorden van de Beukenlaan verschillende boerderijen gestaan. Voorgesteld wordt dan ook om de uitstraling en mogelijk ook de functie van nieuwe bebouwing op deze locatie te laten passen bij de sfeer van het buitengebied. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan één of twee woonboerderijen voor woongroepen of gezinnen met kinderen. Plancapaciteit: 32 woningen.
bestaande situatie
nieuwe situatie
isometrie - 33 -
5.4. De Paasberg Door de sloop van de laagbouwwoningen kunnen er in het gebied meer appartementen voor ouderen worden gerealiseerd. De bestaande flats en het hoofdgebouw kunnen worden gehandhaafd. Het hoofdgebouw kan echter ook worden vervangen door een meer op de eisen van deze tijd afgestemd verzorgingshuis. Portaal is samen met de Drie Gasthuizen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van dit gebied. Rekening moet worden gehouden met de groene verbinding tussen Angerenstein, het beekdal tussen de Geitenkamp en de Paasberg en de Veluwezoom. De bebouwing moet dan ook in een parkachtige setting worden gesitueerd. Parkeren moet zoveel mogelijk onder de bebouwing plaatsvinden. Huidige aantal woningen: 32. Plancapaciteit: 60 appartementen/65 parkeerplaatsen in de onderbouw.
bestaande situatie
nieuwe situatie
isometrie - 34 -
5.5. Ds. Bechtlaan/Burg. Bloemersweg De leegstaande Warnsbornschool is bij uitstek geschikt voor maatschappelijke voorzieningen. De locatie ligt centraal in het plangebied. Onderzocht moet worden of het gebouw kan worden gebruikt voor een combinatie van te verplaatsen maatschappelijke voorzieningen, met name De Grenspost en mogelijk een zorgpunt, wijkwinkel en politiehuiskamer. De huidige locatie van De Grenspost aan de Dennenweg kan dan voor woningbouw worden benut. nieuwe situatie
- 35 -
5.6. Larikshof Deze locatie is geschikt voor zorgappartementen. De Drie Gasthuizen en Vivare zijn in overleg over de ontwikkeling van deze locatie. Uitgegaan wordt van 40 appartementen voor ouderen en een zorgsteunpunt met een AWBZ-loket en eventueel andere zorgfuncties waarbij gedacht kan worden aan een tuinman, klusjesman, warm eten voorziening e.d. De groene omgeving moet gewaarborgd blijven. Het zorgsteunpunt moet vanaf de Rosendaalseweg kunnen worden ontsloten. Huidige aantal woningen: 28. Plancapaciteit: 40 appartementen en een zorgsteunpunt.
bestaande situatie
nieuwe situatie
isometrie - 36 -
5.7. Dr. Schaepmanlaan De zes flats met elk 32 flatwoningen en in totaal 9 woningen in het souterrain, totaal 201 woningen, haaks op de Dr. Schaepmanlaan, voldoen nog goed als woningen voor starters. Voor ouderen zijn de flats niet geschikt. De locatie is aantrekkelijk en heeft nu een betrekkelijk lage dichtheid. De twee noordelijk hiervan gelegen flats lenen zich door de situering minder voor herontwikkeling. Overwogen kan worden het gebied geleidelijk vanaf het zuiden te herontwikkelen. Hiervoor zijn twee modellen denkbaar: A. Door de bouw van nieuwe appartementenblokken in zes lagen, kan het woningaantal aanzienlijk toenemen. Voorwaarde daarbij is wel dat er ondergronds wordt geparkeerd. Gedacht wordt aan generatiebestendige appartementen in een duurder segment. Plancapaciteit per bebouwingsstrook van één flat: 52 appartementen. B Een verkaveling zoals op Nieuw Monnikenhuizen met grondgebonden woningen, met als doelgroep gezinnen met kinderen. Plancapaciteit per bebouwingsstrook van één flat: 22 woningen.
bestaande situatie
nieuwe situatie
isometrie - 37 -
5.8. Kloosterstraat Het beekdal vormt een karakteristieke zone in het stedelijk gebied. Momenteel zijn in dit gebied voornamelijk sportvelden gelegen, alsmede het Mozaïek College aan de Bernhardlaan. De sportvelden worden goed gebruikt. Gezien vanuit het oogpunt van de wijk is er geen behoefte aan wijziging van deze situatie. Het Beekdal tussen de Paasberg en de Geitenkamp moet behouden blijven. Indien toch voor verandering wordt gekozen, bijvoorbeeld door de afname van de behoefte aan sportvelden door de ingebruikname van kunstgrasvelden, kan beter gebruik worden gemaakt van de specifieke kwaliteiten van het beekdal. Het gebied heeft een grote landschappelijke potentie. Het verdient de voorkeur om te zijner tijd de sportvelden te verwijderen en een natuurlijke groenzone met wandelpaden te ontwikkelen tussen Angerenstein en de Veluwezoom.
bestaande situatie
nieuwe situatie
isometrie - 38 -
5.9. Fokke Noordhoffstraat Het noordelijk deel van de Fokke Noordhoffstraat heeft goede mogelijkheden voor herontwikkeling. Het profiel is breed, het hoogteverschil relatief gering en de bestaande woningen hebben weinig uitstraling. De Drie Gasthuizen heeft samen met de SWOA, indien blijkt dat dit gebied kan worden herontwikkeld, interesse getoond voor de mogelijke bouw van ca. 40 zorgwoningen met een AWBZ-loket en eventuele andere zorgfuncties. Gezien de ligging, relatief ver van de hoofdstructuur van de wijk, is het gebied minder geschikt voor een zorgpunt. Bij woningen voor ouderen wordt vaak uitgegaan van galerijappartementen. De bouw van deze galerijwoningen ligt echter door het grote hoogteverschil langs de Fokke Noordhoffstraat niet voor de hand. Vanuit het belang van de wijk moet hier gepleit worden voor de ontwikkeling van grondgebonden woningen voor gezinnen met kinderen in de prijsklasse van EUR 650,--/mnd of EUR 180.000,-- v.o.n. Vivare heeft hierover nog geen standpunt ingenomen en zal in 2005 de bewoners betrekken bij een open ideevormingsproces. Bij de ontwikkeling, kan na een succesvolle herpositionering van de maatschappelijke voorzieningen, wellicht ook het binnenterrein van De Sperwer worden betrokken. Huidige aantal woningen: 44. Plancapaciteit: 26 woningen Fokke Noordhoffstraat + 14 woningen ter plaatse van De Sperwer.
bestaande situatie
nieuwe situatie
isometrie - 39 -
5.10.Druckerstraat De woningen aan weerszijden van het pleintje kunnen worden gesloopt. Gezien de ligging vlak bij het Marktplein kan de locatie het beste worden benut voor appartementen voor ouderen in twee bouwlagen met kap. Indien voorlopig voor handhaving van de woningen wordt besloten, is het verstandig de woningen in ieder geval niet te verkopen. De 12 woningen tegenover Het Druckpunt moeten nog door Portaal worden gerenoveerd. Huidige aantal woningen: 8. Plancapaciteit: 16 appartementen. bestaande situatie
nieuwe situatie
isometrie - 40 -
5.11.Jozefkerk e.o. Vivare is bezig met de ontwikkeling van nieuwbouwappartementen in de kerk. Tevens wordt door Vivare uitgegaan van de bouw van een appartementenblok met 30-40 appartementen op de hoek De Goeijenlaan/Kloosterstraat. Wellicht is in de kerk ook een uitbreiding van de voorzieningen ten behoeve van Omroep Gelderland denkbaar. Het 'kerkeiland', met als hart de Jozefkerk, is als beeldbepalende bebouwingsstructuur opgenomen in het beschermd stadsgezicht van de Geitenkamp. Met name het appartementenblok betekent een verstoring van dit ensemble. Hoewel de locatie zich leent voor een woonzorgzone, is het beter eventuele nieuwe bebouwing zeer terughoudend in te passen. Gedacht kan worden aan drie vrijstaande 'pastoriewoningen', passend in stijl bij het kerkeiland. Plancapaciteit: appartementen in de kerk: nader te bepalen 3 vrijstaande 'pastoriewoningen' voor gezinnen met kinderen
bestaande situatie
nieuwe situatie
isometrie - 41 -
5.12.Beukenlaan/Valkenhuizen Aan de noordzijde van de Beukenlaan ter hoogte van Valkenhuizen, kan een relatief ondiepe bebouwingsstrook worden gerealiseerd, waardoor een betere overgang ontstaat tussen de woonbuurt en het sportcomplex. De nieuwe bebouwing is door vorm en ligging bij uitstek geschikt voor studentenwoningen. De achterste rij bomen van de bestaande gesloten dubbele laanbeplanting kan worden gerooid. De voorste rij bomen kan worden opgeschoren. Hierdoor ontstaat een meer stedelijke bomenrij. Plancapaciteit: 54 studentenwoningen
bestaande situatie
nieuwe situatie
isometrie - 42 -
5.13.Sperwerstraat De leegstaande winkelruimte van Albert Heijn kan worden omgebouwd tot atelierwoningen, bijvoorbeeld in beheer bij het SLAK. Hierdoor blijft een zekere mate van publieke uitstraling van de bebouwing behouden. Ook de vestiging van kleine bedrijfjes in deze ruimten is denkbaar. Plancapaciteit: 2 atelierwoningen.
nieuwe situatie
- 43 -
5.14.De Grenspost Indien de functie van De Grenspost wordt verplaatst naar de leegstaande Warnsbornschool aan de Ds. Bechtlaan/Burg. Bloemersweg, kan het gebouw van De Grenspost worden gesloopt. De locatie is geschikt voor bebouwing met grondgebonden woningen voor gezinnen met kinderen. Plancapaciteit: 11 grondgebonden woningen.
bestaande situatie
nieuwe situatie
isometrie - 44 -
6. HERPOSITIONERING VAN SOCIALE VOORZIENINGEN 6.1. Separate ontwikkelingen Sociaal cultureel werk en kinderopvang De Geitenkamp heeft een redelijk tot goed voorzieningenniveau, zoals een wijkcentrum, jongerencentrum, een ontmoetingspunt voor ouderen en een bouwspeelplaats. Het wijkcentrum en het jongerencentrum liggen nogal excentrisch. Het aanbod in deze voorzieningen is in beweging, maar nog betrekkelijk traditioneel. Dat geldt ook voor het gebruik door bewoners. Deels heeft dat te maken met de veranderende samenstelling van de bevolking en de veranderende sociaaleconomische situatie. Dit geeft aanleiding om plek en functie van voorzieningen en aard en omvang van de professionele inzet en samenwerkingsrelaties eens onder de loep te nemen en mogelijk te herijken en opnieuw in te vullen. De vraag is of deze voorziening, gelet op de omvang van de doelgroep en de ontwikkeling daarin, alsmede gelet op de stedelijke spreiding van voorzieningen anders ingericht zou moeten worden. Daarbij moet ook worden gekeken naar het aanbod in het gehele gebied Arnhem-noord-midden. In de gemeentelijke beleidsnotitie 'tiener- en jongerenwerk in Arnhem' wordt een duidelijke consequentie getrokken. De status van De Sperwer zal veranderen van wijkgericht jongerencentrum naar wijkgerichte jongerenruimte, inclusief de hiermee gepaard gaande afname in professionele ondersteuning. Een verschuiving die gelet op de omvang en aard van de doelgroep is te billijken, maar wel enige spanning oplevert in de stedelijke verdeling van de wijkgerichte jongerencentra. Daar staat tegenover dat de Geitenkamp/Monnikenhuizen een eigen voorziening behoudt en ook de inzet van tienerwerk vanuit het wijkcentrum in stand blijft. Door de instroom van sociaal zwakkere huishoudens neemt het aantal problemen achter de voordeur toe. Het spreekuur in de wijk van het maatschappelijk werk is een aantal jaren geleden gestopt. De vraag is of signalering en daarmee het hulpaanbod nog wel optimaal kan plaatsvinden en welke de rol van het sociaal cultureel werk daarin is. Daar staat tegenover dat de politie en de wijkwinkel veel vraag opvangen. Het opbouwwerk opereert zowel vanuit het wijkcentrum als vanuit de wijkwinkel. Door de nog vrij hechte buurten familieverbanden is zelfredzaamheid nog een factor van belang. Welzijnsinstelling Rijnstad mikt in haar aanbod op een betere balans tussen recreatief aanbod en educatief aanbod. Dit geldt voor tienerwerk, jongerenwerk en volwassenenwerk. Daarbij zijn
er diverse samenwerkingsverbanden. Dat geldt bijvoorbeeld voor OV-SV/Verlengde Schooldag en voor sport- en spelactiviteiten (tienerwerk, kinderwerk, jongerenwerk en sportbuurtwerk). Lastige jongeren worden via jongerenwerk en in het jongerencentrum De Sperwer getraceerd. Ze zijn veelal afkomstig uit bij de politie bekende Geitenkampse families. Met het project 'Oppakken' worden deze jongeren met succes bereikt en in enkele gevallen op een kansrijk spoor geplaatst. In dit veld is samenwerking met politie en Passade/Rijnside essentieel. Rijnstad participeert in diverse wijknetwerken, zoals het netwerk 12-, het jeugdoverlastnetwerk en het wijkplatformoverleg. In het buurthuis is sinds kort een mediatrefpunt ingericht. Het functioneert momenteel naar behoren. Een bijzonder aandachtspunt voor Rijnstad is de doelgroep 12-, met name door toename van huishoudens met meervoudige problematiek. Agressie en met name verbaal geweld vanuit deze groep neemt toe. De opvoeding van ouders schiet nogal eens tekort. Daar komt bij dat het consultatiebureau en maatschappelijke hulp geen loket meer in de wijk hebben. De afstand tot de hulpvraag is daardoor vergroot. Inmiddels is een project 12in voorbereiding. Rijnstad is trekker en zal er andere instellingen bij betrekken. Rijnstad en het Sportbedrijf werken samen om te komen tot een effectief aanbod, met name voor de doelgroep 12-. In het gebied zijn twee peuterspeelzalen en een kinderdagverblijf. Die voorzien in de behoefte. Voor de toekomst kan het volgende wensbeeld worden geschetst: instellingen als Rijnstad, SWOA, Sportbedrijf, OV-SV en basisscholen hanteren een effectief samenwerkingsmodel. Daarbij wordt gebruik gemaakt van elkaars ruimte en expertise. Basisscholen, buurthuiswerk en OV-SV hebben een uitgebreid aanbod naschoolse opvang. Het volwassenenwerk besteed aandacht aan nieuwkomers, bijvoorbeeld door een welkomstproject. Wijkcentrum De Grenspost heeft moderne multifunctionele ruimtes die voor meerdere doeleinden voor de wijk benut kunnen worden (verhuurfaciliteit). Er is een sluitende aanpak van jeugd in de wijk en er wordt nauwlettend op toegezien dat jongeren niet voortijdig, zonder kwalificatie, uitvallen en werkloos worden. Door een jarenlange projectmatige aanpak gericht op de jeugd 12- is het percentage risicojongeren inmiddels drastisch gedaald, tot beneden het stedelijk gemiddelde. - 45 -
Sport en recreatie De nabijheid van sportcentrum Valkenhuizen is gunstig. De wijkfunctie is echter beperkt. De relatie van het sportverenigingsleven met de wijk is ook niet sterk en neemt eerder af dan toe. Verenigingen waar de Geitenkampers het meest gebruik van maken zijn: Voetbalclub De Paasberg Omnivereniging ESCA Voetbalvereniging Vitesse 1892 Korfbalclub Oost Arnhem Handbalvereniging UDI Boksvereniging Muscular twee scoutingorganisaties.
benutten van spelaanleidingen in de wijk, bijvoorbeeld bij Hoogte 80, is de zelfwerkzaamheid van bewoners vergroot. Door aanhoudende gerichte aanpak is het aandeel vrijwilligers uit niet-Nederlandse etnische groepen sterk toegenomen. Dit levert een belangrijke bijdrage aan het versterken van de sociale cohesie in de wijk. Maatschappelijke dienstverlening en zorg Het algemeen maatschappelijk werk had tot 2002 een spreekuurfunctie in de wijkwinkel. Van deze voorziening werd op dat moment niet veel gebruik gemaakt. Bewoners zijn nu aangewezen op de locatie Steenstraat. Bewoners melden zich nu vaker bij de wijkwinkelbalie met hulpvragen. Op dit moment is het aantal huishoudens dat gebruik maakt van deze voorziening relatief beperkt ten opzichte van andere ontwikkelwijken. In nog sterkere mate geldt dit voor Monnikenhuizen. De signalen wijzen er op dat in de afgelopen jaren de problemen achter de voordeur zijn toegenomen. Steeds vaker gaat het ook om meervoudige problematiek, waarbij schuldproblematiek, drugsgebruik, alcoholgebruik en psychische problematiek aan de orde kan zijn. De vraag is of de toename van huishoudens en personen met problemen, ook leidt tot een toename van de hulpvraag bij bijvoorbeeld Passade. De afstand kan daar een rol bij spelen. Daar komt bij dat de Geitenkamper zijn problemen niet zo snel op tafel legt en er dus mogelijk sprake is van de nodige verborgen problematiek. Een effectieve signalering is dan gewenst, door samenwerking van instellingen (scholen, politie, verenigingen). De bemoeienis van Passade/Rijnside met de wijk is beperkt. De doelgroep is de jeugd van 12-25. De indruk bestaat dat de problematiek onder de jeugd op dit moment qua omvang te overzien is. Bij onvoldoende interventie kan dit evenwel leiden tot toenemende criminaliteit en uitval. De situatie is nu beheersbaar. De harde kern van probleemjongeren is bekend bij Passade/Rijnside en politie. De relatie met tiener- en jongerenwerk (De Sperwer en De Grenspost) is essentieel. Nog niet voldoende duidelijk is in hoeverre de beschikbaarheid en de invulling van de jongerenvoorziening hier in bijdraagt. Dit zou nader onderzocht moeten worden. Vooral omdat de jongerenvoorziening sinds jaar en dag een prominente functie in de wijk vervult. Wat betreft de groep problematische jongeren gaat het vooral om jongeren van autochtone families. Ook uit de Surant groep zijn probleemjongeren afkomstig. Rijnside levert gemiddeld 3-4 uur per week straathoekwerk voor de eerstelijns contacten
De tendens is dat het aantal lidmaatschappen van verenigingen afneemt. Nagegaan moet worden of dit vooral een financiële reden heeft en in hoeverre Geitenkampers gebruik maken van de mogelijkheden van de Arnhemcard. Sportbuurtwerk is uitgebreid actief in de wijk met momenteel drie sport&spel medewerkers. Een voorbeeld is het project Bewegen in de Buurt. Veelal gebeurt dat in de gymzalen van de wijk. Deze activiteiten worden goed bezocht. In de wijk is ook een speluitleenpunt. Een aandachtspunt is dat de doelgroep 13-21 in verhouding niet goed wordt bereikt. Tegelijkertijd is dat de meest kwetsbare groep. De relatie met bijvoorbeeld VMBO-scholen zal moeten worden versterkt. De doelgroep 8-12 wordt veel beter bereikt. Ondermeer door de samenwerking met Rijnstad en het vakantieprogramma van SVVA. In 2005 biedt het ministerie weer een aantrekkelijke financiële voorziening gericht op de cofinanciering van BOS-projecten (Buurt-Onderwijs-Sport). Het Sportbedrijf is voorstander van een dergelijk project in de Geitenkamp. Voorwaarde is dat de basisscholen bijvoorbeeld door de aanstelling van een vakleerkracht laten zien dat ze partner willen zijn in de aanpak. Een van de doelstellingen van BOS is het versterken van de binding van kinderen uit de wijk aan het (sport)verenigingsleven. Maar het reikt ook verder, naar bijvoorbeeld creatieve terreinen. In de wijk zijn verder een aantal goed benutte speelplekken, zoals De Rommelkist. Het beheer van dergelijke voorzieningen verloopt niet zonder problemen. Voor de toekomst kan het volgende wensbeeld worden geschetst: breedtesport, BOS-project, mogelijkheden voor fitnessprogramma's in de wijk en een jaarlijkse straatkaravaan gedijen op een goede sport- en spel infrastructuur. De nauwe samenwerking met Rijnstad, SWOA en scholen is daar de basis van. Door bijvoorbeeld de cursus sportleider en het versterken en - 46 -
met jongeren uit de wijk. Aanvullend daarop wordt gemiddeld 4 uur per week directe hulpverlening aan jongeren ingezet. Kortdurende hulp wordt door het maatschappelijk werk van Passade geleverd. Is er meer aan de hand dan wordt doorverwezen naar andere instanties, zoals GSJ-Lindenhout. Afstemming met andere instanties is cruciaal. Op dat terrein kan zeker nog winst behaald worden. Stichting Thuiszorg heeft sinds een aantal jaren geen wijksteunpunt meer.
wonen en actief deel van de wijksamenleving uit te laten maken. Voor de toekomst kan het volgende wensbeeld worden geschetst: de Geitenkamp beschikt over twee woonzorgcomplexen, één in het gebied Larikshof en één in het noordelijk deel van de wijk. Woningen van ouderen zijn aangesloten op de ICT-ringlijn. Dit ondersteunt een effectieve signalering en hulpverlening. De participatie van ouderen is in een duidelijk stijgende lijn. Isolement doet zich nog maar in beperkte mate voor.
Voor de toekomst kan het volgende wensbeeld worden geschetst: de professionele inzet is in een heldere samenwerking en afstemming georganiseerd. Dit betekent onder meer dat het jongerenwerk zich richt op de preventieve taken en Passade/Rijnside contact legt met jongeren zodra die met politie of Justitie in aanraking zijn geweest. De beperkte uren hulpverlening kunnen dan gerichter en dwingender worden ingezet.
Onderwijs en naschoolse opvang De wijkscholen krijgen steeds meer te maken met sociaal zwakke gezinnen. De scholen hebben naar het stadsbestuur hun zorg uitgesproken over de toenemende 'sociale verzwakking en -verloedering', zoals onder meer blijkt uit normvervaging bij kinderen en volwassenen, toenemende agressie en afnemend respect voor de school bij ouders. Het is vooral de veranderende houding van ouders die zorgen baart. Een door de gemeente toegezegd onderzoek is tot op heden niet uitgevoerd. Steeds meer ouders kiezen er voor om hun kind buiten de wijk op school te plaatsen, zoals op de Julianaschool. De Witteschool en de Vlindertuin zijn echte wijkscholen en proberen in nauwe samenwerking het tij te keren. De situatie is nog niet direct bedreigend maar vraagt wel om actie. Een ontwikkeling naar een Brede School is op dit moment niet aan de orde. Het OV-SV activiteitenaanbod en de activiteiten in het kader van de 'Verlengde Schooldag' worden door de scholen belangrijk gevonden. Het programma wordt jaarlijks in overleg met Stichting OV-SV opgesteld en geëvalueerd. De Vlindertuin richt de Verlengde Schooldag op het verbreden van het aanbod voor de kinderen, door ze kennis te laten maken met andere terreinen. Daarnaast hanteren beide scholen de SEO-methodiek ter versterking van sociale vaardigheden. Een voorbeeld is het project conflictbemiddeling, onder de noemer de Vreedzame School, van de Vlindertuin (mediation met kinderen). De school vindt dat ook ouders bij dit project zouden moeten aansluiten. Een project buurtbemiddeling zou dan een goede aanvulling zijn. Sinds enkele jaren is er schoolmaatschappelijk werk verbonden aan de basisscholen. Het wordt als zeer belangrijk ervaren en geeft de leerkrachten weer meer ruimte om hun eigenlijke taken uit te voeren. De basisscholen maken deel uit van een aantal wijknetwerken. Het wijkplatform en het wijkoverleg met
Ouderenzorg Voor Arnhem-noord is het Masterplan wonenzorg vastgesteld. SWOA en de Drie Gasthuizen volgen hierin een gezamenlijke strategie. De Geitenkamp is daarin een wijk met prioriteit. Hoewel het aandeel ouderen beneden het stedelijk gemiddelde is. De huidige steunpuntvoorziening voldoet naar behoren. De bereikbaarheid is niet optimaal. Enkele inpandige functies, zoals Thuiszorg en huisartsenfaciliteit brengen extra contacten met zich mee. Het steunpunt levert: Sociale dagopvang Bewegingsactiviteiten De open eettafel Diverse faciliteiten, zoals huisarts en pedicure Verbinding met Thuiszorg. Het streven is om ook gebruik te maken van andere accommodaties, zoals het buurthuis. In het project 'vooruit met de Geit' werken SWOA en Rijnstad/volwassenenwerk bijvoorbeeld samen. In het algemeen vindt afstemming in activiteitenaanbod plaats tussen SWOA, Rijnstad en Volksuniversiteit. SWOA is ook actief deelnemer in enkele wijknetwerken. Het Masterplan gaat uit van enkele, verspreid in de wijk liggende kleinschalige woonzorgcomplexen voor ouderen in de orde van grootte van 30-40 units, met daar omheen een schil van aangepaste woningen, zoveel mogelijk opgenomen in en onderdeel uitmakend van de wijk. Achterliggend doel is ouderen zo lang mogelijk in de wijk te laten - 47 -
welzijnswerk, peuteropvang en OV-SV worden als zinvol en effectief ervaren. De functie van het buurtnetwerk 12- is uitgehold door de invoering van de zorgstructuur 12-. Het buurtnetwerk is opgeknipt in een netwerk 0-6 en een netwerk 6-12. In de zorgstructuur 12praten de scholen met schoolmaatschappelijk werk en schoolarts. De scholen maken geen deel uit van het veiligheidsoverleg. Dit zou ondervangen kunnen worden door de gebiedsagent aan te laten sluiten bij het wijkoverleg. De scholen maken voor de publiciteit gebruik van de wijkkrant Op de Hoogte.
Voorzieningen De Geitenkamp heeft een bovengemiddeld voorzieningenniveau, in lijn met het stedelijk beeld dat de oudere wijken beschikken over een meer gespreid en gevarieerder voorzieningenniveau. Daar komt bij dat de schaal van deze wijken veel kleiner is dan van de nieuwere wijken. De kwaliteit van het voorzieningenniveau heeft ook te maken met de afstand tot het centrum van de stad. Dit is bijvoorbeeld voor de politie om reden om een politiehuiskamer te hebben in de wijkwinkel. De volgende voorzieningen hebben een sterke wijkfunctie: Wijkwinkel en politiehuiskamer Wijkcentrum De Grenspost Jongerencentrum De Sperwer Bouwspeelplaats De Rommelkist Basisscholen de Vlindertuin en de Witteschool SWOA-steunpunt De Beyer Stichting Thuiszorg Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Diverse medische voorzieningen, zoals Het Span, Het Druckpunt en het huisartsenspreekuur in De Beyer.
Voor de toekomst kan het volgende wensbeeld worden geschetst: de basisscholen van de wijk en de sociaal-culturele instellingen werken nauw samen als een Brede School. Andere instellingen en bewoners kunnen gebruik maken van ruimten op tijden dat de school er zelf geen gebruik van maakt. De basisscholen werken met nieuwe methodieken. De basisscholen beschikken over schoolmaatschappelijk werk en vervullen een belangrijke rol in het signaleren van problemen bij kinderen en in de thuissituatie. Hiermee wordt bereikt dat huishoudens tijdig opvoedingsondersteuning krijgen en vindt waar nodig gezinsinterventie plaats.
De Grenspost heeft een relatief ongunstige ligging. In Dorp in de stad I wordt de suggestie gedaan de voorziening te verplaatsen, eventueel in samenhang met De Rommelkist. De scholen bij De Grenspost gaan weg. Een minder sterke wijkfunctie hebben: Valkenhuizen (sportcomplex en zwembad) Sportvelden Beukenlaan Enkele bovenwijkse schoolvoorzieningen.
Gezondheid, voeding en opvoeding De gezondheidsvoorziening in de wijk voldoet. In de wijk is een apotheek, een fysiotherapie en een huisartsenpraktijk gevestigd. Regelmatig wordt voorlichting over voeding gegeven, in samenwerking met Hulpverleningsdienst Gelderland-midden. De gemiddelde gezondheidssituatie in de wijk de Geitenkamp is niet zorgwekkend. Er is momenteel geen specifiek steunpunt of project gericht op gezondheid en opvoeding en gezonde voeding. Gelet op de sociaal-economische ontwikkeling zou er meer aandacht moeten zijn voor de thema's opvoeding en gezonde voeding.
Een culturele voorziening ontbreekt. Wijkcentrum, scholen en steunpunt SWOA bieden het podium voor culturele wijkactiviteiten. De wijkwinkel is een belangrijke bron voor signalering, heeft een doorverwijsfunctie en is belangrijk als netwerkplek in de wijk. Maandelijks maken 300-550 bewoners er gebruik van. Een aantal overleggen vinden er plaats, zoals het functionarissenoverleg wijkgericht werken. De redactie van de wijkkrant maakt ook gebruik van de wijkwinkel. Permanente gebruikers van de wijkwinkel zijn: Gebiedsagenten Geitenkamp/Velperweg e.o. Woonomgevingploeg De wijkmanager en de wijkmedewerker Wijkopbouwwerk.
Voor de toekomst kan het volgende wensbeeld worden geschetst: in de wijk de Geitenkamp zijn, in een soort gezondheidscentrum, een huisartsenpraktijk, een fysiotherapiepraktijk en een apotheek gevestigd. In Monnikenhuizen ontbreken deze voorzieningen. Er is geen HOED in de wijk en er bestaat op dit moment ook geen voornemen om die te realiseren. Achterliggende reden is dat een zekere spreiding van voorzieningen in deze nogal geaccidenteerde wijk de voorkeur heeft.
- 48 -
In Monnikenhuizen zijn geen voorzieningen gevestigd. In de regel zijn de voorzieningen bedoeld voor het gehele gebied. Voor de toekomst kan het volgende wensbeeld worden geschetst: het beheer en gebruik van de vier belangrijkste wijkvoorzieningen, buurthuis, ouderensteunpunt, jongerenvoorziening en bouwspeelplaats zijn zodanig geregeld dat een optimale samenwerking en afstemming is bereikt. Zo richt het wijkcentrum zich primair op kinderen en voorziet het in een professionele huiskamerontmoetingsfunctie. Beheer en programmering zijn integraal geregeld. De wijkwinkel is een laagdrempelige entree voor bewoners. Politie en hulpverlening hebben er een steunpunt.
bron: Gemeente Arnhem Dienst MO (januari 2005)
kaart 7: voorzieningen - 49 -
Veiligheid Ondanks de geleidelijk verslechterende sociale situatie is de veiligheidssituatie gemiddeld te noemen. De gegevens van de politie bevestigen dit. Natuurlijk doen zich schommelingen voor. De politiegegevens van de laatste drie jaren geeft het volgende beeld: Inbraak in woningen is de laatste jaren behoorlijk toegenomen. Diefstal van motorvoertuigen, fietsen e.d. is ongeveer gelijk gebleven. Het aantal bedreigingen, mishandelingen, verkeersoverlast, burengerucht en inbraak bij instellingen en bedrijven, is vrijwel gelijk gebleven. Het aantal winkeldiefstallen is verdubbeld, maar in aantal gering (van 5 naar 10). Het aantal verkeersongevallen is afgenomen. De handel in drugs vanuit woonhuizen is de laatste jaren toegenomen en ook harder geworden. De gebiedsagenten zijn getraind in vroegsignalering. Sinds de komst van de wijkwinkel (medio jaren negentig) heeft de politie een steunpunt in de wijk. Dit maakt melden voor bewoners eenvoudiger. Het aantal aangiftes zit duidelijk in een stijgende lijn. De hulpverlening aan instanties is behoorlijk toegenomen. De hulpverlening aan personen is iets toegenomen. Door het wegvallen van het spreekuur van Passade uit de wijkwinkel richt de politie zich kritischer op kerntaken om overlap met andere werksoorten (maatschappelijk werk en jongerenwerk) te voorkomen. Er is wel netwerkafstemming met deze werksoorten. De politie heeft recentelijk een ochtendspreekuur ingeleverd om flexibele aanwezigheid 's avonds mogelijk te maken. Overlast kan hierdoor effectiever worden aangepakt. Uit recente rapporten blijkt dat in Arnhem op wijkniveau de veiligheid, objectief gezien, wat betreft de meetbare aspecten van veiligheid, zoals vandalisme, inbraak en geweldsdelicten, toeneemt. Uit de gegevens van de politie voor de afgelopen jaren blijkt dat de situatie in de Geitenkamp daar niet van af wijkt. De kwaliteit van de woonomgeving is door de uitvoering van Buiten Gewoon beter in de afgelopen jaren op basisniveau gebracht. Dit versterkt ook de veiligheidsbeleving. Sinds enkele jaren is een woonomgevingsploeg werkzaam waarmee in overleg met de woningcorporaties en de dienst Stadsbeheer aanvullend onderhoud wordt uitgevoerd. Zichtbaar zwerfvuil en het beeld van verloedering is daarmee aanmerkelijk teruggedrongen. In enkele buurten is een
buurtpreventieproject operationeel. Zelfwerkzaamheid van bewoners vindt ook plaats bij het beheer van achterpaden en pleintjes. De woningcorporaties passen in samenwerking met de politie het Keurmerk Veilig Wonen toe. Voor de toekomst kan het volgende wensbeeld worden geschetst: De politie heeft een steunpunt in de wijkwinkel. Het veiligheidsnetwerk werkt optimaal. Bewoners zijn actief betrokken door buurtpreventieprojecten. Het beheer van de woonomgeving is effectief en draagt bij aan de veiligheidsbeleving die bovengemiddeld positief is. Vrijwilligersactiviteiten/verenigingsleven In de Geitenkamp zijn een aantal clubs en verenigingen actief. Zoals een biljartclub, een postduivenvereniging en een dartclub. Dit is in de lijn van het gegeven dat de wijk in sociaal opzicht nog vrij stevig in elkaar zit. Veelal vindt dit type verenigingsleven plaats onder auspiciën van het wijkcentrum of het SWOAsteunpunt De Beyer. Daarnaast biedt het sportterrein in het beekdal mogelijkheden voor sport en spelverenigingsactiviteit, zoals boksclub Musculair en korfbalvereniging Oost Arnhem. Voor een aantal andere verenigingen is de binding met de wijk nogal diffuus. Vrijwilligers zijn ook in hoofdzaak door het buurthuiswerk, Stichting SWOA en de sportverenigingen gebonden. Momenteel wordt gewerkt met de zogenaamde bronmethodiek. Voor de toekomst kan het volgende wensbeeld worden geschetst. Er is nog een uitgebreid vrijwilligersleven in de Geitenkamp. Wijkplatform en instellingen voeren gezamenlijk een vrijwilligersbeleid, gericht op werving, ondersteuning, begeleiding en deskundigheidsbevordering. Hierdoor kan effectief gebruik gemaakt worden van in de wijk aanwezige talenten.
- 50 -
6.2. Geïntegreerde ontwikkelingen Veel maatschappelijke voorzieningen in de wijk zouden aan kracht winnen als een bundeling van deze voorzieningen zou kunnen worden gerealiseerd. Momenteel is sprake van een versnippering met een groot aantal merendeels parttime medewerkers die in vier gebouwen werken. Door de combinatie van voorzieningen ontstaan de volgende voordelen Met minder mensen kunnen langere openingstijden mogelijk worden. Het werk kan beter op elkaar worden afgestemd. De totale exploitatielasten nemen af. De verschillende bevolkingsgroepen kunnen meer integreren. De bezoekers kunnen de voorzieningen beter vinden. De voorzieningen zullen meer worden gebruikt. Voor koppeling komen in aanmerking: Wijkcentrum De Grenspost, Kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, wijkwinkel en politiehuiskamer. Deze functies kunnen worden gevestigd in en rond de leegstaande Warnsbornschool aan de Ds. Bechtlaan/Burg. Bloemersweg. Het wijkservicegebied/woonzorgzone bij de Larikshof met daarin opgenomen de functies uit De Beyer, de Stichting Thuiszorg en diverse medische voorzieningen. Serieus onderzoek naar de mogelijkheden van bundeling van maatschappelijke voorzieningen in de wijk is zeer gewenst. Gedacht wordt daarbij aan de fysieke verplaatsing van deze voorzieningen naar twee locaties, indien de mogelijkheden zich hiervoor aandienen. Ouderenwerk kan bijvoorbeeld ter plaatse van de Larikshof functioneren. Het jongerenwerk kan worden verplaatst naar de voormalige Warnsbornschool. Overwogen kan worden de wijkpost op de huidige locatie te handhaven. Indien een fysieke herpositionering niet mogelijk blijkt, moet tenminste een organisatorische bundeling tot stand worden gebracht.
- 51 -
- 52 -
7. INDIVIDUELE AANPAK VAN SOCIALE PROBLEMEN De gangbare aanpak van sociale problemen in een wijk gaat uit van een structurele analyse van de problemen in combinatie met het zoeken naar een algemene oplossingen. Door deze methode kunnen individuele probleemgevallen lange tijd blijven functioneren en escaleert een probleem van kwaad tot erger. Na verloop van tijd heeft een straat een slechte naam in plaats van alleen een huishouden. Het probleem is dan veel moeilijker op te lossen. Tevens kost deze methode in de regel veel tijd en geld.
Door deze aanpak, waarbij anders naar overlast wordt gekeken en door de woningcorporaties snel wordt ingegrepen, wordt de manier van samenleven beïnvloedt. De bewoners die dit inmiddels hebben ondervonden, zijn het hiermee eens en zien het als een verbetering. Hiervoor moeten goede afspraken worden gemaakt met bewoners, politie, instellingen e.d. Tevens moeten de woningcorporaties hierdoor meer personeel inzetten. Voor een deel is dit al gebeurd. Zo heeft Vivare hiervoor in 2004 speciaal een overlastmedewerker aangesteld. Verder overleg en afstemming tussen de betrokken partijen is noodzakelijk.
Het verdient aanbeveling voor de Geitenkamp in te zetten op een directe aanpak van individuele problemen in plaats van de algemene probleemaanpak. Volkshuisvesting en Vivare zijn al begonnen met een nieuwe aanpak die ondersteuning en verdere verfijning verdient. Als iemand het woongenot van buren verstoort, ligt in eerste instantie de verantwoordelijkheid voor correctie bij de omwonenden. Indien dit echter niet binnen enkele weken, door de omwonenden, al of niet met hulp van de gebiedsagent, kan worden aangepakt, moet zo snel mogelijk het achterliggende probleem van de overlast veroorzakende bewoner worden aangepakt. De eerste stap daarbij moet gezet worden door de woningcorporatie. De woningcorporatie heeft immers tot taak woongenot te faciliteren aan haar huurders. Indien één van de huurders dit woongenot voor andere huurders verstoort, moet deze huurder hierop worden aangesproken. De vertegenwoordiger van de woningcorporatie zal de eerste zijn die dit probleem signaleert en die het achterliggende probleem kan inschatten. Afhankelijk van de aard van dit achterliggende probleem moet door de vertegenwoordiger van de corporatie bijvoorbeeld één van de volgende instanties worden benaderd: Geestelijke Gezondheidszorg Maatschappelijke Hulp- en Dienstverlening Verslavingszorg Crisisopvang Kinderbescherming/Jeugdzorg Vrouwenopvang Budget Advies Centrum (schuldregelingen) Stadsbank (geldleningen) Gemeentelijke Belastingen (kwijtschelding e.d.) Centrum Werk en Inkomen Sita (huisvuil).
Het verdient aanbeveling in het kader van de armoedebestrijding een spreekuur voor Sociaal Raadslieden in te stellen in de wijkpost. Juist in de Geitenkamp zijn relatief veel bewoners, zoals ouderen en analfabeten, onvoldoende zelfredzaam. Deskundige hulp, te leveren door Passade, bij het invullen van formulieren, het aanvragen van subsidies e.d. draagt bij aan het voorkomen van escalaties van individuele problemen in de wijk. Het ontstaan van individuele probleemgevallen kan bij de bron worden aangepakt door de screening van de nieuwe instroom van bewoners. Een voorbeeld hierbij is Nijmegen, waar in enkele wijken de nieuwe bewoners vooraf door de politie worden gescreend. Ook mag worden verwacht dat door de verkoop van woningen op langere termijn het aantal overlast veroorzakende bewoners daalt.
- 53 -
- 54 -
- 55 -
C. REALISERINGSASPECTEN
- 56 -
8. FYSIEKE UITVOERINGSASPECTEN 8.1. Uitwerking van deelprojecten
Het programma Buiten Gewoon Beter in de Geitenkamp is afgerond. Het verdient aanbeveling Monnikenhuizen en de Arnhemse Allee op korte termijn op te nemen in het programma van Buiten Gewoon Beter. Dan komt de hele wijk op het basisniveau te liggen.
De in het wijkperspectief aangeven toekomstbeelden kunnen worden vertaald in een aantal deelprojecten, die verder moeten worden uitgewerkt. Voor deze deelprojecten is momenteel geen budget aangewezen. Met uitzondering van de afronding van de herinrichting van het openbaar gebied in het kader van Buiten Gewoon Beter, kunnen slechts enkele maatregelen worden ingepast in het normale onderhoudsbudget. Er bestaan echter reeds diverse geldstromen richting met name de Geitenkamp. Door bijsturing hiervan kan al veel meer worden gerealiseerd dan op voorhand lijkt. Tevens kunnen door attent in te spelen op de mogelijkheden in de markt en op nieuwe subsidiemogelijkheden wellicht nog veel meer onderdelen van het wijkperspectief worden gerealiseerd. De fasering van de uitwerking en uitvoering van de deelprojecten moet dan ook afhankelijk worden gesteld van de inschatting van deze nieuwe subsidiemogelijkheden en marktontwikkelingen. Het is verstandig enkele sleutelprojecten aan te wijzen die moeten uitgewerkt, vooruitlopend op concrete subsidiemogelijkheden of vragen uit de markt. Deze sleutelprojecten kunnen onderdeel vormen van de nader te maken prestatieafspraken tussen gemeente, woningcorporaties, welzijnsinstellingen, onderwijsinstellingen en de wijk.
8.3 Juridisch-planologische regeling Een bestemmingsplan is voor locale overheden een belangrijk instrument om sturing te geven aan de ruimtelijke en functionele inrichting van een gebied. Het wijzigen van het gebruik hangt mede af van de bepalingen van de erfpachtovereenkomst. Het bestemmingsplan Geitenkamp-Arnhemse Allee is vastgesteld en goedgekeurd. Verwacht mag worden dat de minister het gebied aanwijst tot beschermd rijksstadsgezicht. In dat geval moet er op korte termijn een conserverend bestemmingsplan komen. Vooruitlopend op het nieuwe bestemmingsplan is er een voorbereidingsbesluit genomen, op grond waarvan ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied kunnen worden tegengegaan. Ook voor Monnikenhuizen en Nieuw Monnikenhuizen gelden bestemmingsplannen. Alle bestemmingsplannen in het gebied zijn dermate recent goedgekeurd, dat aanpassingen van het bestemmingsplan naar aanleiding van bijvoorbeeld nieuwe bouwlocaties, zoals genoemd in het wijkperspectief, procedureel betrekkelijk eenvoudig zijn te verwezenlijken.
8.2. Buiten Gewoon Beter In het kader van het project 'Buiten Gewoon Beter' heeft de gemeente Arnhem de volgende basiseisen aan de openbare ruimte gesteld: schoon en netjes (zwerfvuil opruimen, onkruid wieden, gras maaien) heel en veilig (verzakte wegen/voetpaden herstellen, verlichting vernieuwen) mooi en functioneel (plekken indien nodig herinrichten) stimulans voor betrokkenheid van bewoners (samen met de gemeente plannen maken. Het openbaar gebied in Arnhem mag niet onder het basisniveau liggen. Uitgangspunt is hierbij dat bij de inrichting en het onderhoud het accent komt te liggen op ontmoetingsplekken en de directe woon/werkomgeving en niet op zichtassen zoals invalswegen, singels en boulevards. Bovendien is er de mogelijkheid om per wijk een 'plus' aan te wijzen: één plek die extra aandacht en dus extra geld krijgt. - 57 -
- 58 -
9. SOCIALE UITVOERINGSASPECTEN 9.1. Het sociale wijkperspectief
wat elke organisatie te bieden heeft aan de wijk, zowel ten aanzien van het beheer, als ten aanzien van de ontwikkeling van plannen. In samenspraak met de verschillende betrokken partijen in de wijk kan dit worden vastgelegd in prestatieafspraken. Nadere afspraken moeten worden gemaakt over de productie en bewaking van deze prestatieafspraken. Prestatieafspraken krijgen hun beslag: binnen een uitgewerkte woonvisie als onderdeel van het te ontwikkelen sociale programma binnen de systematiek van subsidiecontracten tussen de gemeentelijke vakdiensten en instellingen. Het wijkperspectief is een belangrijke onderlegger voor de prestatieafspraken, evenals de actuele monitoring van de ontwikkelingen in de wijk in de komende jaren. Wat betreft het sociaal programma is de programmamanager van Bureau Wijkzaken in eerste instantie verantwoordelijk. Binnen dit sociale programma kunnen ook afspraken over samenwerking en afstemming gestalte krijgen. Voor afspraken voortvloeiend uit de woonvisie is de dienst Stadsontwikkeling in eerste instantie verantwoordelijk. Dit geldt onder meer voor prestatieafspraken met de woningcorporaties. Voor de aansturing van instellingen via budgetcontracten is de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en incidenteel de dienst Inwonerszaken in eerste instantie verantwoordelijk. Na de afronding van het wijkperspectief zullen de prestatieafspraken worden geformuleerd. Vervolgens zullen voorlopig jaarlijks in een bijeenkomst met de verschillende partijen de tussentijdse resultaten van deze prestatieafspraken worden besproken en zullen vervolgafspraken worden gemaakt. Zaken die aan de orde kunnen komen zijn het aantal woningen dat is verkocht en welke verbeteringen zijn aangebracht in het openbaar gebied. Maar ook hoe vaak de vuilcontainers worden geleegd, hoe de regeling is voor het ophalen van het grof vuil, wat de kwaliteit is van het beheer van de openbare ruimte. Waar kan de bewoner terecht voor klachten over beheer van de woning. Wat heeft de wijkschool te bieden op het gebied van tussen de middagopvang. Wanneer is de gebiedsagent bereikbaar. Hoe wordt de overlast aangepakt van junks en drugshandel. Wat wordt verstaan onder goed huisvaderschap, etc. De wijkmanager bewaakt in grote lijnen de prestatieafspraken. Deze worden onder andere besproken in het wijkplatform. Het wijkplatform Geitenkamp-Monnikenhuizen is het overlegorgaan in de wijk tussen
In het wijkperspectief wordt aandacht geschonken aan de drie pijlers, die van belang zijn voor de toekomst van GeitenkampMonnikenhuizen: de fysieke, de economische en de sociale pijler. Deze drie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden om te komen tot een veilige, schone en sociale wijk. Het hart van het wijkperspectief is de sociale pijler, waarin beschreven wordt wat de rol van de verschillende partners zijn bij de toekomst van de wijk en waar invulling wordt gegeven aan de verschillende voorzieningen in Geitenkamp-Monnikenhuizen. Bij het realiseren van het wijkperspectief gaat het niet alleen om de uiteindelijke resultaten, maar is het ook van wezenlijk belang om aandacht te schenken aan de wijze waarop tot dit resultaat gekomen wordt. Op welk moment en over welke zaken wordt de wijk betrokken door de partners bij het verbeterproces. De belangrijkste uitvoerende partijen, zoals verschillende diensten van gemeente, woningcorporaties, welzijnsinstellingen en onderwijsinstellingen dienen aan te geven op welke manier bewoners procesmatig betrokken kunnen worden bij het maken van plannen en bij de uitvoering daarvan. Op die manier kan er draagvlak ontwikkeld worden voor de uitvoering van het wijkperspectief en kan de inbreng vanuit de wijk gewaarborgd worden. De uitvoering van het sociale wijkperspectief zal voor een belangrijk deel zijn beslag krijgen binnen het sociale programma voor de Geitenkamp. Daarbij zal ook de stand van zaken met betrekking tot de voorzieningen van de wijk in ogenschouw worden genomen. Ervaring daarmee is recentelijk opgedaan door het uitvoeren van een voorzieningenstudie in de herstructureringswijken Malburgen en Presikhaaf. Voor het sociale programma is voor de komende jaren een extra budget beschikbaar gesteld door het gemeentebestuur. Dit biedt ruimte om nieuwe terreinen en methoden te verkennen en langs die weg ook het bestaande reguliere aanbod beter aan te laten sluiten op de veranderende behoeften, wensen en mogelijkheden van de wijk. Prestatieafspraken Veel partijen zijn betrokken bij de wijk: bewoners en bewonersorganisaties, gemeentelijke diensten, woningcorporaties, welzijnsinstellingen, scholen etc. Ieder vanuit zijn of haar eigen verantwoordelijkheid en met de specifieke taken die uitgevoerd moeten worden. Er dient helder te worden omschreven, - 59 -
instellingen, gemeente en bewoners waar met name beheersaspecten aan de orde komen, maar waar ook aandacht is voor verdere ontwikkelingen in de wijk. In het wijkplatform kunnen onderwerpen regelmatig terugkeren en kan de voortgang getoetst worden. Professionele medewerkers zijn aanwezig in het platform. Resultaten kunnen worden geboekt en gevierd. Het is een overheidstaak om te zorgen dat bewoners schoon en veilig kunnen leven, zonder overlast van junks of harddrugshandel. Die pak je niet aan door sociale controle, maar door een professionele aanpak. De mensen die in een achterstandswijk werken, moeten worden aangesproken op hun specifieke deskundigheid, die kenmerkend is voor de stedelijke cultuur. Ook kleine criminaliteit dient helder aangepakt te worden en zonder gedogen, omdat dit niet controleerbaar is. Voor de wijk en voor de individuele bewoner is de duidelijkheid over taken en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van belang. Dit voorkomt het gevoel van het kastje naar de muur gestuurd te worden, wat anders weer leidt tot frustratie. Samengevat kan gesteld worden dat allereerst helder verwoord moet worden wie verantwoordelijk is voor welke taak. Vervolgens moet de bureaucratie verminderd worden door de invoering van eigen handelingsruimte voor diverse categorieën burgers. Tot slot moet de overheid actiever worden op het vlak van toezicht en controle.
maar een richtinggevend perspectief, dat regelmatig bijgesteld en aangepast dient te worden. Dit geldt ook voor de beleidsplannen van de betrokken organisaties, diensten en instellingen. Uitgangspunt daarbij moet zijn een kleinschalige aanpak, gericht op maatwerk binnen de wijk. Twee maal per jaar leggen gemeentelijke diensten, woningcorporaties en instellingen verantwoording af aan de wijk over de uitvoering van de activiteiten en over de voornemens voor het nieuwe jaar. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren in een jaarlijks te organiseren bijeenkomst van het wijkplatform, waar ook bewoners en bewonersorganisaties voor worden uitgenodigd. Een ander middel is de jaarlijks terugkerende wijkschouw. Communicatie Een belangrijk aspect bij het verbeteren van de leefbaarheid in Geitenkamp-Monnikenhuizen is de communicatie op de juiste manier. Communicatie tussen bewoners onderling, tussen bewoners, organisaties en gemeentelijke diensten, maar ook tussen de verschillende instellingen en gemeentelijke diensten. Men dient elkaar op het juiste moment te informeren over de plannen, over de uitvoering van deze plannen, over beheer en onderhoud van woningen en woonomgeving en over het invulling geven aan de maatschappelijk voorzieningen. Er dienen duidelijk afspraken gemaakt te worden wie de communicatie bewaakt. Het opbouwwerk kan hier een belangrijke rol in spelen. De sociale identiteit van GeitenkampMonnikenhuizen Vroeger was duidelijk wat de Geitenkamp was: een homogene wijk bestaande uit arbeidersgezinnen. Monnikenhuizen was een wijk voor de middenklasse. Tegenwoordig is veel moeilijker vast te stellen wat een wijk is. In een korte periode verandert een wijk van samenstelling. Met name de Geitenkamp bestaat niet meer uit een eenduidige bevolkingsgroep, die de cultuur binnen de wijk bepaalt. Wel zijn er nog buurtjes waar restanten zijn waar te nemen van de oude wijkcultuur, maar deze gaan langzaam verdwijnen. Daar waar dit nog het geval is, moet dit worden gekoesterd. Correctie van elkaar is nauwelijks meer aan de orde. De wijk is een echte stadswijk geworden, die gedifferentieerd is samengesteld met authentieke bewoners, migranten bewoners, mensen zonder werk en partners die beiden buitenshuis werken, gezinnen met en zonder kinderen en alleenstaanden, mensen die zich oriënteren op de wijk of de wereld via TV,
Afstemming Wat vaak ontbreekt is de afstemming van de verschillende diensten en organisaties op elkaar, waardoor samenhang ontbreekt. Naast duidelijkheid over het eigen aanbod, dienen er afspraken tussen de verschillende partners gemaakt te worden over een gezamenlijke aanpak. Deze afspraken worden op wijkniveau vastgelegd in het te ontwikkelen pakket van prestatieafspraken en worden besproken in het wijkplatform Geitenkamp-Monnikenhuizen. Betrouwbare partners zijn nodig om op elkaar aan te kunnen. Een consistent beleid moet gevoerd worden. De betrokken gemeentelijke diensten en organisaties leggen hun beleid in een gezamenlijk wijkplan voor een periode van twee jaar vast. Verantwoording afleggen De omstandigheden veranderen snel, waardoor het bijna onmogelijk is om voor een langere periode allerlei zaken vast te leggen. Het wijkperspectief is geen statisch eindresultaat, - 60 -
internet e.d. Wat gemeenschappelijk moet zijn is de zorg voor elkaar, respect voor elkaar en acceptatie van elkaar. Door daar rekening mee te houden kan een veilig leefklimaat gecreëerd worden. Leefregels kunnen daar een bijdrage aan leveren. De differentiatie zal in de toekomst groter worden. In subbuurten zal de sociale cohesie echter aanwezig blijven en zelfs versterkt worden. Mensen hebben contact met elkaar. Dit kan met buren, maar net zo goed met mensen buiten de wijk, of zelfs buiten de stad. De wijk moet partij zijn in de ontwikkeling in de toekomst, die mee wil en kan denken in kleinschalige oplossingen. Waarbij rekening gehouden dient te worden met het feit dat de wijk bestaat uit veel verschillende groepen, die afhankelijk van het onderwerp apart benaderd dienen te worden. De politiek, de beroepskrachten en de bewoners moeten elkaar behandelen als volwassenen en open en eerlijk met elkaar omgaan. Waarbij het niet blijft bij luisteren alleen, maar het juist gaat om de dialoog, de samenspraak tussen partijen en mensen. Over en weer dient beargumenteerd te worden met welke maatregelen problemen opgelost kunnen worden. Niet alleen de wijk weet wat het beste is. Samen moet worden gezocht naar de beste oplossing, waarbij door de verantwoordelijke partij beargumenteerd wordt welke keuzes gemaakt worden.
woonruimteverdelingsysteem is dus het belangrijkste sturingsinstrument voor de bevolkingssamenstelling in de Geitenkamp. De gevolgen van de sturing dienen tussen instellingen bespreekbaar te zijn. Dit geldt voor bijvoorbeeld tweedekanshuisvesting en bij de uitwisseling van gegevens tussen woningcorporatie, hulpverleningsinstelling en politie. Er dient beleid ontwikkeld te worden, waardoor rekening gehouden kan worden met de sociale draagkracht van de wijk, de straat of een hofje. Voorkomen moet worden dat er teveel probleemgevallen bij elkaar terecht komen, waardoor een negatieve spiraal ontstaat: doorstroming ontstaat op basis van negatieve ervaringen. Het monitoren is noodzaak. Chirurgische ingrepen kunnen op basis van specifieke argumenten en criteria uitgevoerd worden. Daarnaast dient er voor wijken met een grote kernvoorraad als randvoorwaarde flankerend beleid ontwikkeld te worden. Gedacht wordt aan sociale ondersteuning aan bewoners die een steuntje in de rug nodig hebben en aan ondersteuning aan expsychiatrische patiënten door een wijkgericht aanbod van het RIAGG. Er dienen voorzieningen te zijn waardoor bewoners zich kunnen handhaven, zoals bijvoorbeeld het wijkgericht maatschappelijk werk. Deze maatregelen zijn nodig om de wijk leefbaar te houden. Binnen Arnhem moet een duidelijk segment aanwezig blijven van de kernvoorraad mede gelet op het feit dat de huursector steeds meer onder druk komt te staan. De Geitenkamp zal voor een belangrijk deel blijven bestaan uit woningen uit de kernvoorraad. In situaties waar het woongenot sterk onder druk komt te staan wordt tijdelijk en in een beperkt gebied de mogelijkheid geboden om aan de hand van flankerende maatregelen, zoals intensivering van beheer en tijdelijke regulering van de instroom, het woon- en leefklimaat te beschermen.
Woonruimtetoewijzingssysteem Als het gaat om wonen is één van de belangrijkste wijzigingen van de afgelopen jaren het woonruimtetoewijzingssysteem. Uitgangspunt is geworden dat elke huurder zelf kan bepalen waar hij of zij gaat wonen en dat op basis van objectieve gegevens bepaald wordt wie waar kan wonen. Gebaseerd op het vrije marktmechanisme, waarin ieder gelijk is. Dit is in zijn algemeenheid een goed uitgangspunt, maar er kleeft ook een nadeel aan. Niet iedereen is hetzelfde, want juist in de onderkant van de samenleving komen steeds meer mensen in de kou te staan, die in een zo goedkoop mogelijke woning terecht komen. Zoals mensen met een psychiatrisch probleem, met alcohol of drugsproblemen of mensen, die problemen hebben veroorzaakt in hun oude woonomgeving of hun huur niet hebben betaald. Juist deze categorie van bewoners komt terecht in woningen van de zogenaamde kernvoorraad. De Geitenkamp bestaat voor een groot deel uit goedkope woningen. Dus komen juist deze probleemgevallen terecht in onder andere de Geitenkamp. Het
Beheer Voor de Geitenkamp-Monnikenhuizen moet gelden: 'schoon en netjes, heel en veilig'. Verloedering begint altijd met kleine dingen, bijvoorbeeld een gebroken ruit die niet wordt vervangen of graffiti dat niet wordt verwijderd. Als je toestaat dat bij een leegstaande school ruiten worden ingegooid en graffiti wordt gepleegd, kun je er zeker van zijn dat de school afbrandt. Omgekeerd werkt het ook. Als de wijk schoon is, valt het veel meer op als mensen bijvoorbeeld graffiti plegen.
- 61 -
Stedenbouwkundig moet de wijk dusdanig ingericht zijn dat er duidelijk onderscheid aangebracht wordt tussen wat openbaar, semiopenbaar en privé is. Er dient daarom een duidelijke scheiding te zijn tussen deze drie te onderscheiden niveaus. De gemeente en de politie zijn verantwoordelijk voor de openbare weg. De woningcorporaties zijn verantwoordelijk voor de semi-openbare ruimte, zoals een achterpad, de bewoners zijn verantwoordelijk voor hun privé-terrein, b.v. het onderhoud van hun tuin. Bij huurwoningen dient de woningcorporatie/eigenaar toezicht te houden op een redelijk beheer, waarbij naar redelijkheid sancties toegepast kunnen worden. Semi-openbare ruimte dient afsluitbaar te zijn, zodat het voor de gebruikers duidelijk is wie wel of niet gebruik kunnen maken van dit terrein. Projectmatig kan er extra geld ingezet worden om een inhaalslag te kunnen maken. Een voorbeeld daarvan is het project 'Buiten Gewoon Beter'. Maar daarnaast is het dagelijks beheer essentieel. Een belangrijk uitgangspunt voor dit beheer is de herkenbaarheid. Bewoners moeten de mensen kennen, die verantwoordelijk zijn voor het dagelijks beheer, zodat deze aanspreekbaar zijn en er vertrouwen kan groeien tussen de beroepskrachten en de bewoners. Sociaal beleid Voor de komende periode wordt in Geitenkamp-Monnikenhuizen een hoge prioriteit toegekend aan het jeugdbeleid, gericht op de leeftijdsgroep van 0-23 jaar. Wil de situatie voor kinderen en jongeren in de wijk verbeteren dan dienen hier de nodige aandacht, energie en middelen ingezet te worden. Kansen en mogelijkheden moeten verbeterd worden op basis van een analyse van de positie van jongeren, zodat preventieve maatregelen in een zo vroeg mogelijk stadium genomen kunnen worden, waardoor probleemsituaties voorkomen worden. Indien noodzakelijk worden ook curatieve maatregelen genomen en curatieve programma's ingezet. Veiligheid Preventieve maatregelen, met name goed beheer, goede voorzieningen, goed (laten) naleven van regels en afspraken, alsmede een verstandige toepassing van het woonruimtetoewijzingssysteem, zullen leiden tot meer veiligheid in de wijk.
- 62 -
9.2. Betrokkenheid van bewoners
-
Indien we het er over eens zijn dat de ambities van het wijkperspectief een serieuze kans moeten krijgen, is een grote betrokkenheid van de bewoners bij het woon- en leefmilieu van de wijk essentieel. De 'oude Geitenkampers' kenmerken zich altijd al door een grote mate van betrokkenheid, maar ook de nieuwe groepen, zoals de allochtonen en jongeren zijn hierbij nodig. Belangrijk is dat het proces van verbetering van de Geitenkamp wordt gekenmerkt door: Zicht op een positief toekomstbeeld voor de wijk. Het toekomstbeeld moet in een dynamisch proces voortdurend kunnen worden bijgesteld. Een dialoog met de gemeente in plaats van van boven opgelegde maatregelen, wijzigingen in plannen e.d. Een merkbare voortgang in het proces. Geen eindeloos durende procedures, waardoor de positieve spanning omslaat in gelatenheid en in een gevoel van 'het zal wel weer niks worden'. De betrouwbaarheid van de gemeente als gesprekspartner op langere termijn. Niet om de paar jaar een ander beleid, volledig andere prioriteiten, andere verantwoordelijke ambtenaren e.d. Het verbeteren van de maatschappelijke basis in de wijk. De individuele sociaaleconomische situatie van de bewoners bepaalt voor veel mensen in belangrijke mate of cynisch of constructief naar de samenleving wordt gekeken. Er moet verbetering komen in de relatief grote werkloosheid, zowel bij jongeren als volwassenen, alsmede in het grote aantal bewoners dat afhankelijk is van een uitkering op minimumniveau. Het als vrijwilliger kunnen bijdragen aan een zichtbare verbetering van de wijk. Dit draagt bij aan het creëren van een positief zelfbeeld van zowel de wijk, als de bewoners. Een verschuiving van de benadering van de wijk van wijk- naar buurt- en straatniveau. Hierdoor neemt de betrokkenheid van de bewoners toe. Een netwerk van 'straatpersonen' heeft een positieve invloed op de sociale controle, het vormen van omgangsafspraken, het bespreekbaar maken van ongewenst sociaal gedrag en het elkaar hierop aanspreken. Aandacht voor normen, zoals veiligheid en fatsoen. - 63 -
De planmatige organisatie van activiteiten die ontmoetingen tussen mensen van verschillende bevolkingsgroepen mogelijk maken. In die ontmoetingen kan zich een sociale infrastructuur verder ontwikkelen.
- 64 -
10.ECONOMISCH STIMULERINGSBELEID 10.1.Financiële middelen Subsidiemogelijkheden worden o.a. geboden door: Het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing ISV. Arnhem is een 'rechtstreekse gemeente', waardoor de gemeente directe invloed heeft op de verdeling van gelden. Het provinciale stimuleringsbudget voor meervoudig grondgebruik. Duurzame stedelijke ontwikkeling. Met name in Europees verband liggen er diverse aangrijpingspunten voor de wijk om ook in de toekomst aanspraak te kunnen maken op gelden uit verschillende Europese programma's. Naast de regeling EQUAL, waaruit tevens wijkbedrijfsconsulent kan worden gefinancierd, bestaat een fonds waaruit bijdragen voor de fysieke aanpak van een gebied verkregen kunnen worden. De grote nieuwe herstructureringsgebieden moeten apart worden bezien. Het is goed denkbaar dat deze projecten per saldo budgettair neutraal zijn of zelfs winst opleveren. 10.2.Partijen Binnen het 'speelveld' van de economie in Geitenkamp-Monnikenhuizen zijn drie belangrijke factoren te onderscheiden: Overheden. Op wijkniveau vertegenwoordigt de gemeente de overheid. Naast het gebruik van instrumenten als een bestemmingsplan heeft de gemeente Arnhem vooral een rol in het opstellen en uitvoeren van beleid, wet- en regelgeving. Woningcorporaties. Toekomstige eigenaren en ondernemers. Deze groep heeft de mogelijkheid om zelf te investeren in het vastgoed, bijvoorbeeld de etalage en de gevel.
- 65 -
- 66 -
SLOT De Geitenkamp is een prachtige woonwijk met de potentie om zich te ontwikkelen tot een meer vitale wijk dan nu het geval is. Noodzaak en kansen zijn volop aanwezig om eenzijdige woningvoorraad en bevolkingssamenstelling te doorbreken. Dat geldt evenzeer voor het aanpakken van de sociale problematiek. Investeren in mensen en gebouwen draagt bij aan het versterken van de kwaliteit van woonen leefklimaat en aan versterken van het maatschappelijk en economisch draagvlak. De woningcorporaties oriënteerden zich tot nu vooral op het versterken van de kwaliteit van hun woningbezit in de wijk. Op de korte termijn moet echter een programma van verkoop van woningen worden gestart. Het wijkoverleg vraagt tevens aandacht voor de wijze waarop verdeling van de woonruimte plaatsvindt. De Arnhemse Allee, Monnikenhuizen en Nieuw Monnikenhuizen zijn beheersgebieden, met een goed woon- en leefklimaat en een voldoende maatschappelijk- en economisch draagvlak.
welzijnsinstellingen, onderwijsinstellingen en de wijk. Nadere afspraken moeten worden gemaakt over de deelnemers en de coördinator voor de peiling.
Het uiteindelijke doel is een levenloopbestendige wijk, waar nu en in de toekomst voorzieningen zijn, die alle mogelijke ontwikkelingen en vragen kunnen opvangen, zoals een vergrijzende bevolkingssamenstelling, de toestroom van jonge gezinnen en waar het goed wonen is. Op basis van dit wijkperspectief kan een pakket van prestatieafspraken worden opgesteld voor de gemeente, de woningcorporaties, welzijnsinstellingen, onderwijsinstellingen en de wijk. De start hiervoor is goed. In Arnhem is sprake van een constructieve opstelling tussen de gemeente en de woningcorporaties. Hierdoor zal naar verwachting de relatief grote spreiding van het woningbezit over verschillende woningcorporaties niet leiden tot een afwachtende houding bij de woningcorporaties. Wel verdient het aanbeveling als één van de woningcorporaties zich opwerpt als trekker van de veranderingen in de wijk. De prestatieafspraken kunnen worden ingepast in de gemeentelijke Woonvisie voor het aandachtsgebied GeitenkampMonnikenhuizen. Speerpunten zijn de vergroting van het eigen woningbezit, extra woningbouwlocaties, de herpositionering van sociale voorzieningen en de individuele aanpak van sociale problemen. Gedurende twee jaar zal één keer per jaar een peiling van de resultaten van de prestatieafspraken plaatsvinden tussen de gemeente, de woningcorporaties, - 67 -
COLOFON Gesprekken/interviews/commentaar De leden Wijkplatform Geitenkamp-Monnikenhuizen Wethouders: Sander van Bodegraven, Rob Gast, Volkshuisvesting: Gerrit Breman, Yvonne Bierings Portaal: Aart Cooiman, Frank Evers, Barry Mollemans Vivare: Rob Dekker, Imke Mokveld Drie Gasthuizen: René van Kessel, Theo Verhoeven Ondernemersvereniging: Eli Hossevoort Gemeente-Wijkzaken: Rik Kors Gemeente-Stadsontwikkeling: Dick Onderwater, Marianne van der Veen, Jan Buijs, Ferdinand van Nieveld, Corine Brons, Jan Wessels Gemeente-Stadsbeheer: Guido Termont Gemeente-Economische Zaken: Peter Paardekoper Gemeente-Maatschappelijke Ontwikkeling: Bern Lauriks Jan Jans, Hans Hagen, Michiel Noordanus, Geert Gurken Rijnstad: Wim Bilo Reinoud Advies: Ben Geurts Scholen: André van Egmond, John Weerden SWOA: Anita Huisman, Lianne Oomen Passade (voorheen Stichting Welzijn Arnhem): John Coldewijn Politie: Hans Molenaar Opdrachtgever Wijkplatform Geitenkamp-Monnikenhuizen Schuttersbergweg 27 6823 KG Arnhem telefoon: 026 389 21 98 telefax: 026 389 24 18 Mede mogelijk gemaakt door Gemeente Arnhem Provincie Gelderland Uitvoering K3 architectuur en planning b.v. BNA Utrechtsestraat 67 Postbus 612 6800 AP Arnhem telefoon: 026 351 59 51 telefax: 026 445 70 27 website www.k3architectuur.nl Redactie wijkperspectief Peter Koelewijn, K3, architect, stedenbouwkundige, eindredactie Charly Tomassen, gemeente Arnhem, concernstaf Chris Zeevenhooven, gemeente Arnhem, wijkmanager Secretariaat Marion Lenselink, secretariaat Wijkplatform Geitenkamp-Monnikenhuizen Vormgeving Marieke Buurman, K3 Foto's Jos van Beek
december 2005 - 68 -
wijkperspectief 'Dorp in de Stad II' 'Dorp in de Stad II' is een initiatief van Wijkplatform Geitenkamp-Monnikenhuizen Opdrachtgever Wijkplatform Geitenkamp-Monnikenhuizen Schuttersbergweg 27 6823 KG Arnhem telefoon: 026 - 389 21 98 telefax: 026 - 389 24 18