Nieuwsbrief 31-10-2013
pagina 1 van 5
NIEUWSBRIEF
D & P Administratie Sourethweg 1 , 6422 PC HEERLEN T 31 (0)45 - 5332208 | F 31 (0)45 - 5332209 E
[email protected]
‘Overheid moet harder optreden tegen belastingnomaden’ Het CDA wil dat de overheid harder optreedt tegen mensen die vertrekken uit Nederland en zich nergens anders opnieuw inschrijven. Deze zogenaamde belastingnomaden betalen op die manier nergens belasting. Het CDA heeft hierover Kamervragen gesteld, en volgens de partij blijkt uit de antwoorden dat er een ‘groot zwart gat' in de gemeentelijke basisadministratie zit. Woordvoerder Pieter Omtzigt: ‘Per jaar zijn er meer dan 100.000 mensen die zich uit laten schrijven bij hun gemeente. Toch zijn er maar 20.000 mensen die nog belastingaangifte doen bij emigratie; 80.000 mensen doen dat niet. De huidige maatregelen om de belastingontduiking door deze groep mensen aan te pakken, zijn wat het CDA betreft volstrekt onvoldoende.' ‘Zo vraagt de Belastingdienst bijvoorbeeld niet naar het nieuwe fiscale nummer in het nieuwe land. Terwijl je in het jaar waarin je emigreert in beide landen aangifte hoort te doen en moet aangeven hoeveel je in het andere land betaald hebt. Zonder dit fiscale nummer is uitwisseling van gegevens stukken moeilijker. Verder vindt er geen enkele informatie-uitwisseling plaats met de landen waar mensen naartoe migreren. Dit is redelijk schokkend', aldus Omtzigt. ‘Ook blijkt er voor maar 40 mensen een paspoortsignalisering te gelden. Op een groep van 80.000 is dat wel heel erg weinig.' Het CDA wil dat staatssecretaris Weekers zo spoedig mogelijk met een plan komt om deze vorm van belastingfraude echt aan te pakken. Lees ook: · ‘Belastingplicht niet te ontlopen door uitschrijving uit GBA'
Belastingtarief hoogste inkomens op termijn omlaag Het belastingtarief voor de hoogste inkomens gaat op termijn omlaag van 52 naar 49,5 procent. Ook de tarieven in de tweede en derde belastingschijf zouden dalen. Dat meldt De Telegraaf. Volgens het dagblad komt het voorstel voor het verlagen van de tarieven van VVD en D66 en kan het rekenen op een meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer. De verlaging van het toptarief dient als compensatie voor maatregelen die vooral huizenbezitters met een hoog inkomen treffen, zoals de strengere hypotheekregels. Het plan wordt ook bekostigd uit het geld dat die maatregelen opleveren. Minister Blok zou wel voelen voor het plan. Hij komt binnenkort met een doorrekening. De bedoeling is dat de tarieven vanaf 2018 in kleine stapjes omlaaggaan. Ruim twintig jaar later moet het einddoel zijn bereikt: 49,5 procent voor het toptarief en 38 procent in de tweede en derde schijf.
Brussel wil één btw-verklaring voor hele EU Alle 20 miljoen Europese ondernemingen zouden maar met één standaard btwverklaring te maken moeten hebben. Zo'n eenvoudigere btw-heffing kan het bedrijfsleven tot 15 miljard euro per jaar opleveren. Dat stelde de Europese Commissie in Brussel woensdag. Nu verschillen de regelingen rond de btw-teruggave nog van land tot land, met veel papierwerk en daaraan verbonden kosten tot gevolg, aldus Europees Commissaris Algirdas Semeta (Belastingen). Hij noemde de huidige uiteenlopende btw-heffingen een van de grootste obstakels van de Europese markt. Standaard btw-aangifte
http://www.kluwerrelatiemail.nl/newsletter_example.php?id=NzAx
12-12-2013
Nieuwsbrief 31-10-2013
pagina 2 van 5
De nieuwe regels voorzien in een uniforme reeks verplichtingen waaraan bedrijven moeten voldoen wanneer zij hun btw-aangiften indienen, ongeacht de lidstaat waar zij dat doen. Dankzij de standaard btw-aangifte — die de nationale btw-aangiften zal vervangen — zullen bedrijven overal in de EU dezelfde basisgegevens moeten verstrekken, binnen dezelfde termijnen. Aangezien eenvoudigere procedures gemakkelijker na te leven zijn en gemakkelijker kunnen worden gehandhaafd, zou het voorstel ook moeten bijdragen tot een betere naleving van de btw-regels en tot hogere btw-inkomsten. Verschillen Ieder jaar worden er door de EU-belastingplichtigen in totaal 150 miljoen btwaangiften bij de nationale belastingdiensten ingediend. Momenteel bestaan er grote verschillen tussen de lidstaten wat betreft de vereiste gegevens, de opmaak van de nationale formulieren en de indieningstermijnen. Voor grensoverschrijdende bedrijven zijn btw-aangiften daarom een complexe, dure en omslachtige aangelegenheid. Bedrijven die actief zijn in meer dan één lidstaat, hebben er ook over geklaagd dat het moeilijk is om in orde te blijven met de btw-verplichtingen omdat die zo complex zijn. Vijf verplichte vakken De standaard btw-aangifte die vandaag werd voorgesteld, zal voor een vereenvoudiging zorgen van de gegevens die bedrijven aan de belastingdiensten moeten verstrekken. De aangifte zal slechts vijf verplichte vakken bevatten. De lidstaten krijgen de mogelijkheid om een aantal aanvullende gestandaardiseerde elementen te verlangen, tot maximaal 26 gegevensvakken. Dit is een enorme verbetering ten opzichte van de huidige situatie, waarbij voor een aantal lidstaten tot honderd vakken moeten worden ingevuld. Geen btw-jaaroverzicht De standaard btw-aangifte zal maandelijks moeten worden ingediend, behalve door micro-ondernemingen, die dit op kwartaalbasis zullen mogen doen. De verplichting om een btw-jaaroverzicht in te dienen - die in sommige lidstaten nu bestaat -, zal worden afgeschaft. Het voorstel stimuleert ook elektronische indiening; de standaard btwaangifte zal immers overal in de Unie langs elektronische weg kunnen worden ingediend. Deze grote vereenvoudiging van het btw-aangifteproces ondersteunt het bredere streven van de Commissie om de administratieve lasten te verlagen en belemmeringen voor de handel op de eengemaakte markt weg te nemen. Persbericht: Standaard btw-aangifte moet lasten verlagen en naleving verbeteren
Verduidelijking overgangsmaatregel afschaffing stamrecht en aanscherping 80% -regeling Met ingang van 1 januari 2014 wordt de stamrechtvrijstelling afgeschaft. Hierbij kon de belastingheffing over een ontslagvergoeding worden uitgesteld door de ontslagvergoeding te spreiden over de tijd. De overgangsmaatregel is enigszins verduidelijkt, zo laat werkgeversvereniging AWVN weten. Voor stamrechtregelingen die op 31 december 2013 bestaan, geldt dat de exwerknemer gebruik kan blijven maken van de oude faciliteit. Per 1 januari 2014 vervalt echter de verplichting om de ontslaguitkering in de vorm van periodieke uitkeringen uit te keren. Als het volledige tegoed in een keer en in 2014 wordt opgenomen, geldt een belastingkorting van 20%. De ex-werknemer betaalt dan niet over het volledige bedrag loonheffingen, maar slechts over 80% daarvan (de zogenaamde 80%-regeling). Het kabinet wil anticiperend gedrag van belastingplichtigen, die eind 2013 snel een stamrecht vestigen en dat in een keer opnemen in 2014 met een belastingkorting van 20%, beperken. Daarom is voorgesteld dat het bedrag van de ontslagvergoeding voor 15 november 2013 moet zijn overgemaakt om van de 80%-regeling gebruik te kunnen maken. Als het bedrag op of na 15 november a.s. wordt overgemaakt, dan kan van de bijzondere belastingkorting geen gebruik worden gemaakt. De aanscherping van de 80%-regeling heeft overigens geen invloed op de mogelijkheden om alsnog in 2013 een fiscaal gefacilieerd stamrecht te vestigen op grond van de overgangsmaatregel. Verduidelijking overgangsmaatregel In de parlementaire behandeling is ook de overgangsmaatregel enigszins verduidelijkt, maar naar de mening van AWVN nog onvoldoende. Op grond van de overgangsmaatregel worden de op 31 december 2013 bestaande aanspraken op een uitkering ter vervanging van gederfd of te derven loon beschermd. Dat betekent dat de huidige fiscale regeling van toepassing blijft voor op 31 december 2013 bestaande aanspraken. De centrale vraag is wanneer een aanspraak geacht wordt te zijn gevestigd voor 31 december 2013. Het kabinet heeft aangegeven dat voor de kwalificatie of sprake is van een bestaande aanspraak het van belang is dat de aanspraak op 31 december 2013 voldoende bepaald is. Ook geeft het kabinet aan dat de datum waarop het ontslag plaatsvindt, met andere woorden, het moment waarop de dienstbetrekking eindigt, niet de beslissende factor is. Daaruit leidt AWVN af dat de aanspraak gevestigd kan zijn in 2013, ook als het dienstverband pas in 2014 eindigt, mits de aanspraak voldoende bepaald is. AWVN: ‘In onze optiek is de aanspraak voldoende bepaald als de werkgever en werknemer een afspraak hebben gemaakt over: de datum van beëindiging van de dienstbetrekking, de hoogte van de ontslagvergoeding en als er uitvoering is gegeven aan het voornemen een stamrecht te vestigen.
'Vaak komen werkgever en werknemer de ontslagdatum en het bedrag van de ontslagvergoeding overeen in een zogenoemde vaststellingsovereenkomst. Aan het voornemen een stamrecht te vestigen kan uitvoering worden gegeven door het oprichten van een stamrecht-BV en met die vennootschap een stamrechtovereenkomst aangaan of door met een bank een overeenkomst aan te gaan voor banksparen. Er zijn meer mogelijkheden om het stamrecht onder te brengen. Van belang is dat de ex-
http://www.kluwerrelatiemail.nl/newsletter_example.php?id=NzAx
12-12-2013
Nieuwsbrief 31-10-2013
pagina 3 van 5
werknemer het stamrecht contractueel heeft bedongen. Op dat moment is de aanspraak voldoende bepaald en kan eventueel van de overgangsmaatregel gebruik worden gemaakt. AWVN: ‘Meer zekerheid kunnen we (pas) geven als het Ministerie van Financiën aangeeft wanneer de aanspraak voldoende bepaald is. Wij adviseren werkgevers om concrete gevallen voor te leggen aan de belastingdienst. Voorzichtigheid blijft geboden.'
Streep door regeling topinkomens corporaties De rechtbank Den Haag zet een streep door de ministeriële regeling voor inkomens van topfunctionarissen van woningcorporaties. De rechtbank kwam tot dit oordeel in een rechtszaak die tegen de Staat was aangespannen door onder meer de verenigingen van bestuurders en toezichthouders van woningcorporaties. De regeling bevat een indeling van woningcorporaties in klassen en normbedragen voor inkomen per klasse. De rechtbank oordeelt dat de lagere wetgever het bestaande beloningsniveau en de zwaarte van de functie onvoldoende heeft meegewogen bij de vaststelling van de klasse-indeling en de normbedragen in de regeling. De rechtbank acht dit in strijd met de zorgvuldigheid die een ministeriële regeling vereist. Het resultaat van deze keuzes van de lagere wetgever is dat zittende topfunctionarissen van woningcorporaties onevenredig worden getroffen, zo concludeert de rechtbank. De rechtszaak tegen de Staat was aangespannen door onder meer de verenigingen van bestuurders en toezichthouders van woningcorporaties, die ook hadden betoogd dat de Wet Normering Topinkomens (WNT), waar de regeling op is gebaseerd, in strijd is met internationale verdragen. De rechtbank oordeelt dat de WNT de toets aan internationale verdragen doorstaat. Dat betekent dat wel mag worden ingegrepen in de inkomens van topfunctionarissen van woningcorporaties. De manier waarop de lagere wetgever dat in de regeling heeft gedaan kan echter niet door de beugel. De Staat moet derhalve opnieuw naar de tekentafel voor een nieuwe regeling voor topinkomens bij woningcorporaties. Uitspraken: ECLI:NL:RBDHA:2013:14465 ECLI:NL:RBDHA:2013:14466
Toeslagen en belastingteruggaven op 1 rekeningnummer De Belastingdienst gaat vanaf 1 december niet meer toeslagen of belastingteruggaven op verschillende rekeningnummers uitbetalen. Belastingdienst: ‘Door nieuwe wetgeving betalen wij vanaf 1 december uw toeslagen en de meeste belastingteruggaven op 1 rekeningnummer uit. Dit rekeningnummer moet op uw naam staan. Bedragen die voor u bestemd zijn, kunnen we alleen nog aan u uitbetalen. Dit voorkomt vergissingen en helpt fraude tegen te gaan. Krijgt u al geld van ons? Wij kijken voor u na of het rekeningnummer op uw naam staat. Als u iets moet doen, ontvangt u vóór 1 maart 2014 bericht van ons. Lees meer hierover bij U hebt een brief ontvangen. In uw huidige situatie verandert niets tot u bericht van ons krijgt.'
Duizenden euro’s boetes voor overtredingen anti-witwaswet De rechtbank in Den Haag heeft aan handelaren in dure goederen boetes van duizenden euro's opgelegd vanwege het niet melden van ongebruikelijke transacties of het nalaten van een verplichte identiteitscontrole van klanten. Een oud-notaris kreeg een voorwaardelijke boete. De rechtbank neemt het de ondernemers kwalijk dat zij de overheid de mogelijkheid hebben ontnomen om zicht te krijgen op geldstromen die kunnen duiden op criminaliteit en om achterliggende strafbare feiten op te sporen. De Wet ter voorkoming van Witwassen en Financieren Terrorisme (Wwft) verplicht bepaalde beroepsgroepen tot het melden van ongebruikelijke transacties en het controleren van de identiteit van klanten. Aan een autohandelaar legde de rechtbank geldboetes op van €18.000 en €17.000, waarvan telkens €6.000 voorwaardelijk. Hij verkocht in 2011 in zijn B.V.'s auto's tegen contante betaling van bedragen tussen €35.000 en €88.000. De autohandelaar vond dat niet ongebruikelijk. De rechtbank is van oordeel dat hij de transacties had moeten melden. De rechtbank legde een geldboete op van €16.000, waarvan de helft voorwaardelijk, aan een verkoper van boten. Hij accepteerde in 2011 negen maal contante betalingen van klanten zonder de identiteit van deze klanten vast te stellen. Bij controle kon hij geen kopieën van hun identiteitsbewijzen laten zien. Het ging om betalingen van €15.000 tot €21.000. Ook legde de rechtbank een voorwaardelijke geldboete op van €10.000 aan een oudnotaris. Hij had in 2009 zijn medewerking verleend aan de verkoop van alle aandelen van een B.V. voor één euro aan een Luxemburgse vennootschap. Tegelijkertijd droeg de verkochte B.V. een vordering ter waarde van ongeveer €75.000 voor slechts €10.000 over aan een andere B.V. van dezelfde koper. Meteen daarna werd de vordering kwijtgescholden. De notaris had naar het oordeel van de rechtbank voldoende aanwijzingen dat mogelijk sprake was van witwassen. Hij was daarom op grond van de WWFT verplicht deze beide transacties te melden bij het meldpunt in Zoetermeer. Omdat de notaris al uit zijn ambt was gezet vanwege deze kwestie legde de rechtbank alleen een voorwaardelijke boete op.
http://www.kluwerrelatiemail.nl/newsletter_example.php?id=NzAx
12-12-2013
Nieuwsbrief 31-10-2013
pagina 4 van 5
Uitspraken: ECLI:NL:RBDHA:2013:13969 ECLI:NL:RBDHA:2013:13981 ECLI:NL:RBDHA:2013:13982 ECLI:NL:RBDHA:2013:13983
Laat geen hypotheekrenteaftrek verloren gaan Op zogenaamde administratieplichtigen (denk hierbij aan Nederlandse financiële instellingen als banken) rust een zogenaamde renseigneringsverplichting met betrekking tot schulden ten behoeve van de eigen woning. Dit houdt in dat zij verplicht zijn een aantal gegevens over deze leningen aan de Belastingdienst door te geven. Met ingang van 1 januari 2013 moeten ook natuurlijke personen die een lening ten behoeve van de eigen woning waarop zij hypotheekrenteaftrek willen genieten, hebben afgesloten bij niet-administratieplichtigen zoals de eigen BV, familie of buitenlandse financiële instellingen, bepaalde gegevens doorgeven aan de Belastingdienst op straffe van verlies van de hypotheekrenteaftrek. Met het wijzigen van de fiscale regels met ingang van 1 januari 2013 aangaande de eigenwoningregeling is er ook een aantal andere zaken gewijzigd. De Belastingdienst wil kunnen nagaan of de leningen met betrekking tot de eigen woning voldoen aan de fiscale eisen die vanaf 1 januari 2013 gelden voor eigenwoningschulden. Voor administratieplichtigen gold al een meldingsplicht. De Belastingdienst moet om zijn controletaken te kunnen uitoefenen ook geïnformeerd worden over leningen afgesloten bij niet-administratieplichtigen. Vandaar dat hiervoor ook een meldingsplicht in het leven is geroepen. Bij niet-administratieplichtigen valt te denken aan: leningen afgesloten bij de eigen BV; leningen afgesloten bij de BV van bijvoorbeeld familie of vrienden; leningen afgesloten bij familie, vrienden, kennissen; leningen afgesloten bij buitenlandse financiële instellingen.
Wie moet melden? De meldingsplicht rust op de belastingplichtige die de eigenwoningschuld aangaat bij een niet-administratieplichtige en de hypotheekrente wenst af te trekken. Merk dus goed op dat het hier de geldlener is die moet melden en niet de geldverstrekker (zoals bij administratieplichtigen het geval is waarbij de meldingsplicht op bijvoorbeeld de bank rust). De wet bepaalt dat de gegevens elektronisch moeten worden aangeleverd bij de Belastingdienst. Op de site van de Belastingdienst is inmiddels het formulier ‘Opgaaf lening eigen woning' beschikbaar.
Wanneer moet gemeld worden? De nieuwe meldingsplicht geldt voor alle situaties waarin de geldlening niet is aangegaan bij een Nederlandse financiële instelling. Daarnaast moet er sprake zijn van een nieuwe geldlening voor de eigen woning die op of na 1 januari 2013 is afgesloten. Voor eigenwoningschulden die op 31 december 2012 al bestonden geldt de nieuwe meldingsplicht niet. Ook wijzigingen in deze ‘oude' eigenwoningschulden vallen niet onder de meldingsplicht. Bij twijfel of nog sprake is van een oude lening of als de voorwaarden zodanig gewijzigd zijn dat sprake is van een nieuwe lening is het raadzaam toch te melden of te overleggen met de Belastingdienst. De meldingsplicht ziet ook op nieuwe leningen waarin gedurende de looptijd wijzigingen plaatsvinden. Deze wijzigingen moeten ook worden doorgegeven. Nieuwe leningen moeten (digitaal) worden gemeld aan de Belastingdienst. Belastingplichtigen zijn gehouden uiterlijk bij het indienen van de aangifte inkomstenbelasting over het kalenderjaar waarin de leningsovereenkomst tot stand is gekomen, doch uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin die overeenkomst tot stand is gekomen, melding te doen aan de Belastingdienst. Wijzigingen in nieuwe leningen moeten worden gemeld uiterlijk binnen één maand na afloop van het kalenderjaar waarin de wijziging plaatsvond. Merk op dat deze meldingstermijnen niet gelijk lopen met de termijnen voor het indienen van de aangifte inkomstenbelasting. Onder omstandigheden kan het eerst melden bij het indienen van de aangifte dus wel eens te laat zijn.
Voorbeeld Stel dat de bekende belastingplichtige X in 2013 een eigenwoninglening afsluit bij zijn eigen BV. Stel dat X uitstel van inlevering voor zijn aangifte IB 2013 heeft tot 1 mei 2015. De aangifte wordt op 20 april 2015 ingestuurd. Indien de lening pas gemeld wordt bij het indienen van de aangifte, dan is dit te laat. De gegevens over deze lening moeten immers uiterlijk 31 december 2014 bij de Belastingdienst gemeld worden.
Stel dat er in 2013 ook een wijziging op de in 2013 nieuw afgesloten lening wordt doorgevoerd. Deze wijziging moet dan uiterlijk vóór 1 februari 2014 aan de Belastingdienst worden gemeld.
Gevolgen niet tijdig melden Het niet tijdig melden heeft ernstige fiscale gevolgen. Een deel van deze gevolgen is wel herstelbaar, maar een deel is onherstelbaar!
http://www.kluwerrelatiemail.nl/newsletter_example.php?id=NzAx
12-12-2013
Nieuwsbrief 31-10-2013
pagina 5 van 5
Indien er niet tijdig of onjuist of onvolledig wordt gemeld, vervalt de hypotheekrenteaftrek. De lening ten behoeve van de eigen woning behoort bij niet tijdig, onjuist of onvolledig melden dan met ingang van het jaar waarin de leningsovereenkomst tot stand kwam (of met ingang van het jaar waarin een wijziging tot stand kwam), niet langer tot de fiscaal wettelijk gedefinieerde eigenwoningschuld. De hypotheekrenteaftrek over dat aangiftejaar is dan onherstelbaar verloren! Als wel aan de overige vereisten voor het bestaan van een eigenwoningschuld wordt voldaan en de benodigde informatie alsnog binnen één maand na afloop van een volgend kalenderjaar op de voorgeschreven wijze aan de Belastingdienst wordt toegezonden, kan voor de volgende aangiftejaren weer wel hypotheekrenteaftrek worden genoten. Maar dat ene jaar is definitief verloren. [Drs A.T. Valkenburg, PKF Wallast Amsterdam ]
Mocht u vragen of opmerkingen over deze nieuwsbrief of anderszins hebben, dan staan wij u natuurlijk graag te woord. Mail naar
[email protected] als u de nieuwsbrief niet meer wenst te ontvangen.
http://www.kluwerrelatiemail.nl/newsletter_example.php?id=NzAx
12-12-2013