Provinciaal blad nr. 2015/0029181 Wijziging Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011 besluit van: kenmerk: gepubliceerd op: inwerkingtreding op: kennisgeving onder rubriek:
Gedeputeerde Staten d.d. 3 februari 2015 2015/0023181 4 februari 2015 5 februari 2015 Algemeen bestuur
inlichtingen bij:
mw. H. Coskun, eenheid
telefoon:
038 499 83 81
[email protected]
e-mail:
Kennisgeving Gedeputeerde Staten van Overijssel, delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011 als volgt is gewijzigd:
Artikel I Het Uitvoeringsbesluit subsidies wordt als volgt gewijzigd: Paragraaf 1.1 Algemeen Artikel 1.1.4 komt als volgt te luiden: Artikel 1.1.4. Grondslag subsidie 1. gereserveerd 2. De maximale subsidie die verstrekt wordt op basis van een paragraaf van dit uitvoeringsbesluit, wordt genoemd in de betreffende paragraaf. 3. De subsidie voor het verkrijgen van een door de provincie verplichte controleverklaring bedraagt 100% van de kosten derden, overeenkomstig artikel 1.1.5 vierde lid. Deze kosten zijn altijd subsidiabel, ook indien in de betreffende paragraaf ‘kosten derden’ is uitgesloten. Toelichting: een controleverklaring is een verklaring die afgegeven wordt door een accountant waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt zijn uitgevoerd en de kosten zijn gemaakt. Artikel 1.1.5 Subsidiabele kosten Lid 5 vervalt.
Artikel 1.1.6 Niet subsidiabele kosten Sub c komt als volgt te luiden: c.
kosten die betrekking hebben op de activiteiten die buiten de projectperiode zijn uitgevoerd, met uitzondering van de kosten van een controleverklaring, als bedoeld in artikel 1.1.4 derde lid.
Subparagraaf 7.2.1 Fiets in de keten De laatste zin in de algemene toelichting vervalt: ‘-Gedragsbeïnvloedingen maatregelen die bijdragen aan een toename van het aandeel fietsverplaatsingen op een kansrijke ketenrelatie.’ Artikel 7.2.1.2 Subsidiabele activiteiten Sub b vervalt Artikel 7.2.1.3 Criteria Sub f vervalt
Artikel 7.2.1.4 Grondslag subsidie Lid 2 vervalt Artikel 7.2.1.7 Weigeringsgronden Sub a vervalt
Paragraaf 8.1 Duurzame energieopwekking en energiebesparing Artikel 8.1.1. Begripsbepalingen Sub n komt als volgt te luiden: n. Zonne-energie: elektriciteit- of warmteopwekking door middel van Photo-voltaïsche panelen, PVTpanelen of zonneboilers; Artikel 8.1.3. Criteria Lid 4 sub b komt als volg te luiden: b. Het dak waarop de zonne-energie wordt opgewekt bevat geen asbest. Artikel 8.1.4. Grondslag subsidie Lid 3 komt als volgt te luiden: 3. In aanvulling op het eerste en tweede lid bedraagt de subsidie voor zonne-energie: a. voor het onderdeel elektriciteitopwekking maximaal € 0,20 per Wattpiek geïnstalleerd vermogen; b. voor het onderdeel warmteopwekking maximaal € 500 per m2 collector- of paneeloppervlak; met een maximum van 30% van de investering en met een maximale subsidie van € 100.000- per aanvraag. Artikel 8.1.5. Subsidiabele kosten Lid 2 komt als volgt te luiden: In afwijking van artikel 1.1.5 geldt voor de subsidie op grond van artikel 8.1.2 vijfde lid een forfaitair vastgesteld tarief voor elektriciteit van € 0.20 per Wattpiek geïnstalleerd vermogen en voor warmte € 500 per m2 collector- en/of paneeloppervlak.
Paragraaf 8.11 wordt geheel herzien en komt als volg te luiden:
Paragraaf 8.11 Rijden op groengas en elektriciteit Toelichting: Gedeputeerde Staten willen gevolgen voor de gezondheid en het klimaat die door voertuigen worden veroorzaakt beperken en stellen subsidie beschikbaar voor de aanschaf van een elektrisch, aardgas of dual fuel voertuig. Het doel van deze subsidieregeling is om ondernemingen en particulieren te stimuleren deze voertuigen aan te schaffen. Artikel 8.11.1. Begripsbepalingen In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. aardgasvoertuig: een voertuig dat geschikt is voor het rijden op gasvormig (CNG) of vloeibaar (LNG) aardgas en groengas; b. dual fuel voertuig: voertuig dat rijdt op een mengsel van aardgas of groengas en diesel met een systeem dat valt onder het Nederlandse RDW dual fuel test programma of een officiële typegoedkeuring dual fuel heeft ; c. elektrisch voertuig: een voertuig dat uitsluitend voorzien is van een elektromotor. Toelichting: Dit betekent dat voertuigen waarvan de elektromotor gevoed kan worden door een motor/generator combinatie op fossiele brandstoffen en voertuigen voorzien van een elektromotor in combinatie met een verbrandingsmotor niet in aanmerking komen voor subsidie. d. nieuw voertuig: het voertuig wordt vanuit de fabriek geleverd, nieuw op kenteken gezet van de eerste eigenaar. Het voertuig mag na het verlaten van de fabriek geschikt gemaakt worden als elektrisch voertuig, aardgasvoertuig of dual fuel voertuig. Onder nieuw wordt ook een demonstratievoertuig verstaan mits de eerste eigenaar een autodealer en tweede eigenaar de betreffende subsidieaanvrager is, het voertuig niet ouder is dan 6 maanden én niet meer dan 6000 km heeft gereden; e. onderneming: ieder eenheid ongeacht haar rechtsvorm, die een economische activiteit uitoefent; f. voertuig: ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie, met minimaal twee zitplaatsen naast elkaar gelegen, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde
2
maximumsnelheid van meer dan 25 kilometer per uur, bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails voortbewegen, landbouwtrekkers en landbouwmachines. Artikel 8.11.2. Subsidiabele activiteiten Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de aanschaf of lease van een nieuw elektrisch-, aardgas- of dual fuel- voertuig; Artikel 8.11.3. Criteria Een aanvraag voor subsidie moet voldoen aan de volgende criteria: a. de aanvraag heeft betrekking op een nieuw voertuig; b. de aanvrager is op moment van het indienen van de aanvraag, ten minste zes maanden volgens het handelsregister fysiek gevestigd in of volgens het GBA woonachtig in Overijssel; c. indien de aanvrager een onderneming is, wordt geen subsidie verstrekt voor de aanschaf van een voertuig voor goederenvervoer over de weg, met uitzondering van de aanschaf van een LNG voertuig, mits dit LNG voertuig nog niet is aangeschaft en geleverd. Voor alle andere aanvragen geldt dat het voertuig al geleverd is en de aanvraag voor subsidie is ingediend binnen 26 weken na levering van het voertuig; d. het voertuig: i. rijdt vanuit een vaste vestiging in Overijssel of heeft de standplaats in Overijssel; ii. wordt voor eigen gebruik aangeschaft of geleased; e. indien de aanvrager een natuurlijk persoon, een ZZP-er of een eenmanszaak is wordt subsidie verstrekt voor maximaal één voertuig. Ingeval van andere aanvragers wordt subsidie verstrekt voor maximaal 30 voertuigen; f. indien de subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107, lid 1 van het VWEU dan moet de subsidie aan een onderneming voor de aanschaf van een LNG voertuig voldoen aan artikel 36 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening, alle andere aanvragen van ondernemingen moeten voldoen aan de de-miniminisverordening of deminimisverordening landbouw. Artikel 8.11.4. Grondslag subsidie De subsidie bedraagt maximaal: a. € 1.000 per aardgasvoertuig, voertuigcategorie M1; b. € 3.000 per aardgasvoertuig, voertuigcategorie, M2 en N1; c. € 10.000 per aardgasvoertuig, voertuigcategorie, M3, N2 en N3; d. € 1.000 per elektrisch voertuig, voertuigcategorie M1, M2, M3, N1, N2 en N3; e. € 5.000 per dual fuel voertuig, voertuigcategorie, N2 en N3; én bedraagt nooit meer dan €30.000 per aanvrager. Toelichting: De hoogte van de subsidie is met uitzondering van het elektrisch voertuig afhankelijk van de voertuigcategorie. De voertuigcategorie is te vinden op het kentekenbewijs: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Categorie M: Voor het vervoer van personen ontworpen en gebouwde motorvoertuigen met ten minste vier wielen. Categorie M1: Voor het vervoer van personen ontworpen en gebouwde voertuigen met ten hoogste acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend. Categorie M2: Voor het vervoer van personen ontworpen en gebouwde voertuigen met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en met een maximummassa van ten hoogste 5 ton. Categorie M3: Voor het vervoer van personen ontworpen en gebouwde voertuigen met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en met een maximummassa van meer dan 5 ton. Categorie N: Voor het vervoer van goederen ontworpen en gebouwde voertuigen met ten minste vier wielen. Categorie N1: Voor het vervoer van goederen ontworpen en gebouwde voertuigen met een maximummassa van ten hoogste 3,5 ton. Categorie N2: Voor het vervoer van goederen ontworpen en gebouwde voertuigen met een maximummassa van meer dan 3,5 ton, doch niet meer dan 12 ton. Categorie N3: Voor het vervoer van goederen ontworpen en gebouwde voertuigen met een maximummassa van meer dan 12 ton. ]
Artikel 8.11.5 Subsidiabele kosten 1. In afwijking van artikel 1.1.5 betreft de subsidie een forfaitair vastgesteld bedrag per voertuig.
3
2.
In afwijking van artikel 1.1.6 sub c zijn de kosten die gemaakt zijn voordat de aanvraag is ontvangen wel subsidiabel, met uitzondering van de kosten die gemaakt worden voor de aanschaf van een LNG voertuig.
Artikel 8.11.6. Bij aanvraag te overleggen gegevens 1. De aanvrager maakt bij de aanvraag voor subsidie gebruikt van het aanvraagformulier Rijden op groengas en elektriciteit. 2.
Indien de aanvraag betrekking heeft op de aanschaf van een LNG voertuig dan moet de aanvrager in afwijking van artikel 1.2.1 tweede lid een offerte van het nieuw aan te schaffen LNG voertuig overleggen waaruit de subsidiabele kosten blijken. In alle andere gevallen moet de aanvrager de volgende stukken overleggen: i. het leasecontract of aankoopbewijs van het nieuw aangeschafte elektrische, aardgas of dual fuel voertuig; ii. een kopie van het kentekenbewijs inclusief tenaamstelling; iii. een bewijsstuk van de leverancier waaruit de afleverdatum van het voertuig blijkt; iv. indien de subsidie betrekking heeft op een demonstratievoertuig als bedoeld in artikel 8.11.1 sub e, een bewijsstuk van de kilometerstand van het betreffende voertuig; v. indien de aanvrager een onderneming is een de-minimisverklaring.
Artikel 8.11.7. Subsidieplafond Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast. Artikel 8.11.8. Weigeringsgrond In aanvulling op artikel 1.3.1. weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien: a. voor de aanschaf of lease van het voertuig al een andere subsidie is ontvangen, met uitzondering van een subsidie op grond van de Subsidieregeling emissiearme taxi's en bestelauto's van het Rijk; b. de te verstrekken subsidie meer dan 25% van de aanschaf- of totale leasekosten voor het voertuig bedraagt; c. de aanvrager de provincie is. Artikel 8.11.9 Verplichtingen subsidieontvanger De subsidieontvanger is, in aanvulling op artikel 1.4.1 en artikel 1.4.2 verplicht: a. het betreffende voertuig ten minste 12 maanden zelf te gebruiken; b. in geval van een subsidie voor de aanschaf van een LNG voertuig, het betreffende voertuig binnen 26 weken na datum van de verlening van de subsidie geleverd hebben gekregen. Artikel 8.11.10. Vaststelling subsidie Een subsidie van € 25.000 of meer wordt, in afwijking van artikel 1.5.2 direct verleend en vastgesteld, met uitzondering van de subsidie voor de aanschaf van een LNG voertuig, die wordt, in afwijking van artikel 1.5.1, verleend en dan vastgesteld. Artikel 8.11.11 Aanvullende stukken vaststelling subsidie In geval van een subsidie voor de aanschaf van een LNG voertuig dan moet bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie de volgende gegevens overlegd worden: a. een leasecontract of aankoop- en betaalbewijs; b. een kopie van het kentekenbewijs inclusief tenaamstelling; c. een bewijsstuk van de leverancier waaruit de afleverdatum van het voertuig blijkt.
Subparagraaf 11.3.1 Versterking regionale structuur praktijkscholing Artikel 11.3.1.4 Grondslag subsidie € 100.000 wijzigt in € 50.000
4
Gedeputeerde Staten voornoemd.
5