Provinciaal blad nr. 2014/0281022 Wijzigingen Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011 besluit van: kenmerk: gepubliceerd op: inwerkingtreding op: kennisgeving onder rubriek: inlichtingen bij: telefoon: e-mail:
Gedeputeerde Staten d.d. 7 oktober 2014 2014/0264194 8 oktober 2014 9 oktober 2014 Algemeen bestuur J.E. Blekkenhorst, eenheid BV 038 499 93 03
[email protected] mw.
Kennisgeving Gedeputeerde Staten van Overijssel, delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011 als volgt is gewijzigd: ARTIKEL I Het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1.1.1 Begripsbepalingen Sub q komt als volgt te luiden: q. Algemene Groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EG) nr. 651/2014, Pb L187/1 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard;
Paragraaf 4.13 Vrijetijdseconomie Routebeleving 2014-2015 Artikel 4.13.1 Begripsbepalingen sub b: voor bijdrage wordt toegevoegd: structurele er wordt een nieuw sub g toegevoegd g. structureel: blijvend of voortdurend Artikel 4.13.2 Subsidiabele activiteiten Sub a: voor ‘bijdragen’ wordt toegevoegd: structureel Er wordt een artikelsgewijze toelichting toegevoegd: Eenmalige of tijdelijke activiteiten zoals festivals, evenementen of tijdelijke installaties worden niet gezien als activiteiten die een structurele bijdrage leveren aan de kwaliteitsverhoging van de bestaande toeristische routenetwerken in Overijssel, omdat ze eenmalig of tijdelijk van aard zijn. Sub b: voor ‘bijdragen’ wordt toegevoegd: structureel Er wordt een artikelsgewijze toelichting toegevoegd: Eenmalige of tijdelijke activiteiten zoals festivals, evenementen of tijdelijke installaties worden niet gezien als activiteiten die een structurele bijdrage leveren aan de versterking van de routebeleving van bestaande toeristische routenetwerken in Overijssel, omdat ze eenmalig of tijdelijk van aard zijn. Artikel 4.13.3 Criteria Lid 2 sub a artikelsgewijze toelichting: Na Twente wordt ‘en de’ vervangen door: inclusief het thema Artikel 4.13.5 Niet subsidiabele activiteiten
Lid 3 artikelsgewijze toelichting: Na Twente wordt ‘en de’ vervangen door: inclusief het thema
Paragraaf 4.17 Cultuurmakelaars Artikel 4.17.3 Criteria Lid 1 sub e: aan het einde van de zin wordt toegevoegd: tot uiterlijk 1 juli 2017
Paragraaf 4.24 Initiatieven van onderop Sociaal Kapitaal Overijssel Artikel 4.24.9 Verplichtingen subsidieontvanger Twaalf maanden wordt vervangen door: 24 maanden
Subparagraaf 5.2.4 Geluid ingetrokken
Subparagraaf 5.2.5 Bodem ingetrokken
Paragraaf 5.17 Verbeteren van de haveninfrastructuur en – faciliteiten Artikel 5.17.8 Aanvullende stukken bij de aanvraag voor subsidie Lid 2: ‘de projectperiode en’ komt te vervallen.
Paragraaf 5.18 Investeringsimpuls verduurzaming goederen vervoer over water Artikel 5.18.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag voor subsidie Lid 2: ‘de projectperiode en’ komt te vervallen.
Paragraaf 5.19 Verladersplatform goederenvervoer over water De titel van de paragraaf komt te luiden: Blue Road platform Overijssel goederenvervoer over water Artikel 5.19.1 Begripsbepalingen kom als volgt te luiden: In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. Financieringsmodel: een voor een periode van vijf jaar uitgewerkt model met als belangrijkste elementen: een opsomming van de te ondernemen activiteiten van het Blue Road Platform na de projectperiode; de kosten van het platform over deze periode, onderverdeeld in kosten van de activiteiten en kosten van de organisatie, en de wijze waarop deze kosten gefinancierd kunnen worden. Toelichting: van belang hier is dat het financieringsmodel zo robuust mogelijk is vormgegeven, zodat de kans op voortbestaan van het platform na afronding van de projectperiode maximaal is. b. Blue Road platform Overijssel: een verband van samenwerking en kennisuitwisseling van verladend en vervoerend bedrijfsleven en overheden in Overijssel met als doel de positie van de binnenvaart en goederenvervoer over water in Overijssel te versterken. Toelichting: Het Blue Road Platform initieert onder andere de volgende activiteiten: bewaken van de belangen van de binnenvaart en van het via het water verladend en vervoerend bedrijfsleven in Overijssel in het algemeen; bewaken van de kwaliteit en de capaciteit van het vaarwegennetwerk in Overijssel; ondersteuning leveren bij het initiëren en uitvoeren van projecten die de kwaliteit van het vaarwegennetwerk in Overijssel verbeteren; voeren van lobbyactiviteiten op regionaal, nationaal en internationaal niveau met als doel de positie van Overijssel en de Overijsselse havens en vaarwegen in het goederenvervoer over water te versterken; beschikken over en uitbouwen van logistieke, financiële en scheepvaarttechnische kennis over de binnenvaart en goederenvervoer over water en die ter beschikking stellen aan leden van het platform; organiseren van cursussen en workshops voor verladende en vervoerende bedrijven over de mogelijkheden die vervoer over water biedt; fungeren als vraagbaak en informatiepunt voor alle mogelijke vragen over het gebruik van de binnenvaart en goederenvervoer over water in Overijssel; organiseren van lokale bijeenkomsten om op lokaal niveau de wensen en knelpunten ten aanzien van goederenvervoer over water in kaart te brengen; signaleren van kansen voor individuele bedrijven en/of bedrijventerreinen voor modale shift naar vervoer over water;
2
-
adviseren van bedrijven en overheden over de voorbereiding en uitvoering van (pilot)projecten op het gebied van goederenvervoer over water en binnenvaart; signaleren van en adviseren over de kansen die Europese en nationale subsidieprogramma’s bieden voor het stimuleren van de binnenvaart in Overijssel; verkennen en ontwikkelen van een financieringsmodel dat het Blue Road platform ook na de subsidieperiode in stand kan houden.
Artikel 5.19.2 Subsidiabele activiteiten ‘Verladersplatform’ wordt vervangen door: Blue Road platform Overijssel Artikel 5.19.3 Criteria Sub b komt te luiden: er is sprake van aansluiting met de doelstelling en de activiteiten van lopende initiatieven op het gebied van logistieke samenwerking in Overijssel; Sub c komt te luiden: de aanvrager kan aanneembaar maken dat het Blue Road platform ook na het einde van de projectperiode voortgezet kan worden voor ten minste 5 jaren, aangetoond aan de hand van een realistisch financieringsmodel; sub e: ‘verladersplatform’ wordt vervangen door: Blue Road platform Artikel 5.19.7 Indieningstermijn aanvraag Lid 1: ‘13 februari’ wordt vervangen door: 9 oktober en ‘14 maart’ wordt vervangen door: 20 november Artikel 5.19.8 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidievaststelling Lid 1: ‘verladersplatform’ wordt vervangen door: Blue Road platform Overijssel Lid 2 komt als volgt te luiden: De aanvrager overlegt, in afwijking van artikel 1.2.1 tweede lid, bij de aanvraag voor subsidie tevens een projectplan met daarin de volgende uitgewerkte onderdelen: a. een beschrijving van de voorziene activiteiten van het Blue Road platform Overijssel; b. een plan van aanpak om deze activiteiten en de bijbehorende organisatie tot stand te brengen inclusief planning; c. een financieringsmodel waarin is beschreven hoe het Blue Road platform kan worden voortgezet, voor ten minste 5 jaren, na de projectperiode; d. een beschrijving waarin de aanvrager de neutraliteit van de positie die de aanvrager inneemt in de sector van verladende en vervoerende bedrijven in Overijssel aannemelijk maakt. Artikel 5.19.10 Volgorde van behandeling Lid 2: de bestaande tekst van sub b wordt vervangen door: b. de kwaliteit en het realiteitsgehalte van het financieringsmodel voor het zelfstandig voortbestaan van het Blue Road platform na de projectperiode; de bestaande tekst van sub c wordt vervangen door: c. de kwaliteit van het plan van aanpak voor het opzetten en in stand houden van de activiteiten van het Blue Road platform inclusief een organisatiemodel en planning; er wordt een nieuw sub d en e toegevoegd: d. de mate waarin deskundigen worden ingezet met kennis en ervaring met betrekking tot goederen vervoer over water; e. de mate van neutraliteit van de positie die de aanvrager inneemt in de sector van verladende en vervoerende bedrijven in Overijssel.
Scoretabel 1 Onderdeel 1. Mate waarin aansluiting is met de doelstellingen en de activiteiten van lopende initiatieven op het gebied van samenwerking in Overijssel.
Cijfer
Weging Score
matig (1), goed (3), 20% uitstekend (4)
2. De kwaliteit en het realiteitsgehalte van matig (1), het financieringsmodel voor het goed (3),
20%
Cijfer x 0,20 = score 1 Cijfer x 0,20 = score 2
3
Scoretabel 1 Onderdeel zelfstandig voortbestaan van het Blue Road platform na de projectperiode;
Cijfer
Weging Score
uitstekend (4)
3. De kwaliteit van het plan van aanpak voor het opzetten en in stand houden van de activiteiten van het Blue Road platform matig (1), inclusief een organisatiemodel en goed (3), 20% planning; uitstekend (4)
4. De mate waarin deskundigen worden ingezet met kennis en ervaring.
matig (1), goed (3), 20% uitstekend (4)
5. De mate van neutraliteit van de positie die de aanvrager inneemt in de sector van matig (1), verladende en vervoerende bedrijven in goed (3), 20% Overijssel uitstekend (4)
Cijfer x 0,20 = score 3
Cijfer x 0,20 = score 4
Cijfer x 0,20 = score 5
Totale score = score 1 + score 2 + score 3 + score 4 + score 5 Lid 3 komt te luiden: Bij een gelijke score bepaalt de kwaliteit en het realiteitsgehalte van het financieringsmodel waarmee het Blue Road platform na het einde van de projectperiode voortgezet kan worden de prioriteitsvolgorde. Artikel 5.19.12 Verplichtingen subsidieontvanger ‘Verladersplatform’ word vervangen door: Blue Road platform en ‘2015’ wordt vervangen door: 2016.
Paragraaf 5.20 Kennisondersteuning goederenvervoer over water ingetrokken
Paragraaf 5.21 Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente 2.0 Artikel 5.21.3 Criteria komt als volgt te luiden: 1. Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria: a. De locatie van de activiteit bevindt zich in Noordoost-Twente; b. De activiteit of de investering levert een bijdrage aan ten minste één van de volgende speerpunten NoordOost-Twente: i. De demografie, in die zin dat de activiteit of investering is gericht op het herontwikkelen van vrijkomende en leegstaande gebouwen; ii. De economische kracht, in die zin dat de activiteit of investering is gericht op: a. Bedrijfsverbreding, als bedoeld in artikel 5.21.1. onder sub a; b. Het verbeteren van bestaande of toevoegen van nieuwe recreatieve accommodaties die bruikbaar zijn voor toeristen en recreanten. Waarbij aanvullend geldt day de toegang tot een recreatieve accommodatie toegankelijk moet zijn voor toersiten en recreanten zonder dat daarvoor een lidmaatschap of contributie wordt vereist én de recreatieve accommodatie wordt ten minste één dag per week opengesteld voor toeristen en recreanten; c. Samen promoten van diensten, goederen of arrangementen; d. Het beleefbaar maken en het verbeteren van de routestructuren tussen Noordoost-Twente en Duitsland of het verbeteren van de economische potentie van de grensovergangen;
4
iii.
c.
2.
3.
Natuur en landschap, in die zin dat de activiteit bijdraagt aan: a. Verduurzaming agrarische sector; b. Vermindering stikstofdepositie; c. Versterking van het Groen-Blauwe netwerk, zoals aangeduid in de gebiedsvisie; d. Zichtbaar en beleefbaar maken van het watersysteem. Als de subsidie een steunmaatregel is dan moet: i. De subsidie als bedoeld in artikel 5.21.2 sub a en c voldoen aan de deminimisverordening dan wel de de-minimisverordening landbouw indien de aanvrager een landbouwonderneming is; ii. De subsidie als bedoed in artikel 5.21.1 sub b ten behoeve van landbouwondernemingen die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten voldoen aan artikel 4 van de Vrijstellingsverordening Landbouw en de subsidie aan andere ondernemingen moet voldoen aan de de-minimisverordening dan wel de de-minimisverordening landbouw. Aanvullend op het eerste lid moet de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 5.21.2 onder sub a voldoen aan de volgende criteria: a. De aanvrager is geen gemeente of een waterschap; b. Het eindresultaat betreft een businesscase welke in ieder geval bevat: i. De doelstellingen van het project; ii. De resultaten en daarvoor uit te voeren activiteiten; iii. De mate waarop het initiatief inspeelt op een vraag uit de samenleving; iv. Een markt- en concurrentieanalyse; v. De benodigde investeringen; vi. Een kosten-batenanalyse en een verdienmodel; vii. Een risicoanalyse, inclusief verkenning ruimtelijk spoor; viii. Een beschrijving van het structurele effect op de werkgelegenheid voor Noordoost-Twente; c. De activiteit of het concept is nieuw in Noordoost-Twente. Dit betekent dat de activiteit of investering niet eerder is gerealiseerd in Noordoost Twente. Aanvullend op het eerste lid moet de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 5.21.2 onder sub b en sub c voldoen aan de volgende criteria: a. De activiteit past binnen het bestemmingsplan en beleid van de gemeente of de provincie of de betreffende gemeente is bereid medewerking te verlenen aan de benodigde planologische procedure en ziet daarvoor op voorhand geen belemmeringen; b. De activiteit of investering draagt voldoende bij aan de speerpunten Noordoost-Twente. Of de activiteit voldoende bijdraagt wordt aan de hand van tabel 1 beoordeeld. Hierbij geldt de volgende kwalificatie: i. Indien de activiteit of investering minder dan 10 punten scoort draagt het onvoldoende bij aan de doelstellingen van deze subsidieparagraaf; ii. Indien de activiteit of investering 10 tot 13 punten scoort draagt het voldoende bij aan de doelstellingen van deze subsidieparagraaf; iii. Indien de activiteit of investering 14 of meer punten scoort draagt goed bij aan de doelstellingen van deze subsidieparagraaf.
Tabel 1 bij dit artikel blijft ongewijzigd.
Paragraaf 6.5 Kennisondersteuning Agro en Food Overijssel Artikel 6.5 1 Begripsbepalingen Sub b komt als volgt te luiden: Gezamenlijke activiteit: samenwerking tussen ten minste twee onderling onafhankelijke ondernemingen en organisaties, waarvan ten minste één uit de Agro&Food sector, met dezelfde kennisvraag. Toelichting: Ondernemingen of organisaties die met elkaar in een concern zitten of een holding constructie hebben kunnen niet worden aangemerkt als zijnde onderling onafhankelijk. Artikel 6.5.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening Toelichting bij lid 2: met een kennisinstelling wordt onder andere bedoeld een universiteit, hogeschool, ziekenhuis of adviesbureau.
Paragraaf 8.10 Energiebesparende maatregelen bedrijven Overijssel De titel van de paragraaf komt te luiden: Energiesparende maatregelen ondernemingen
5
In de algemene toelichting wordt ‘Energiepact’ vervangen door: Nieuwe Energie. ‘De uitstoot van CO2’ wordt vervangen door: het fossiele energiegebruik. ‘MKB’ wordt vervangen door: Ondernemingen. Artikel 8.10.1 Begripsbepalingen In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. MKB-Nederland: brancheorganisatie voor het midden –en kleinbedrijf; b. Energieonderzoek: een onderzoek naar energiebesparingsmogelijkheden in gebouwen en industriële processen. Het onderzoek richt zich zowel op bouwkundige, technische en organisatorische aspecten als het industriële gebruik. De rapportage van het onderzoek omvat minimaal: - het huidige energiegebruik, - de energiebalans waarin minimaal 90% van het energiegebruik is toebedeeld aan de energiegebruikers, - de energiebesparende maatregelen, gebaseerd op op de erkende maatregellijst en het overzicht van Infomil inclusief de verwachte investeting, energiereductie en een plan van aanpak voor de uitvoering van maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. De maatregelen hebben minimaal betrekking op de energiegebruikers die voor >40% van het energiegebruik verantwoordelijk zijn. Standaard zijn in de rapportage de quick wins opgenomen; toelichting: een eenvoduige energiescan, zoals de digitale NZOscan, geeft niet alle mogelijke maatregelen weer. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar een energieonderzoek door een energieadviseur. c. Energiebesparende maatregelen: technische, logistieke of organisatorische voorzieningen die leiden tot verminderd verbruik van energie, zoals deze naar voren komen in het energieonderzoek en gedefinieerd is in het protocol Monitoring energiebesparing; d. EPA-U: een Energie Prestatie Advies voor bestaande utiliteitsgebouwen. Artikel 8.10.2 Subsidiabele activiteiten Sub a komt als volgt te luiden: energiemaatregelen die genoemd zijn in het energieonderzoek. Sub b: het zinsdeel ‘ in combinatie met energiebesparende maatregelen als bedoeld in sub a’ komt te vervallen. Artikel 8.10.3 Criteria Sub b vervalt Sub d komt als volgt te luiden: Het energieonderzoek is uitgevoerd: i. door een gecertificeerd energie adviseur; ii. door één van de volgende initiërende partijen: MKB-Nederland, het energiecentrum MKB, RVO, EPA-, de achterliggende branchevereniging; of iii. in opdracht van of met subsidie van de provincie Overijssel of een Overijsselse gemeente. Toelichting: voorbeeld van een certificerende instantie is FeDec. Sub f Voor maatregelen wordt toegevoegd: energiebesparende Sub h vervalt. Sub i toelichting De eerste zin komt te luiden: Gedeputeerde Staten willen het mogelijk maken dat partijen een gezamenlijke aanvraag kunnen indienen. Artikel 8.10.5 Subsidiabele kosten komt te luiden: 1. Uitsluitend kosten derden als bedoeld in artikel 1.1.5 zijn subsidiabel. Hierbij geldt dat de advieskosten van derden subsidiabel zijn tot een maximum van 5% van het totale investeringsbedrag. 2. In afwijking van artikel 1.1.6 sub c zijnde kosten die zijn gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen wel subsidiabel, mits deze gemaakt en betaald zijn tot maximaal zes maanden voorafgaand aan de subsidieaanvraag. Artikel 8.10.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag Lid 2 sub a: het zinsdeel ‘als bedoeld in artikel 8.10.2 sub b’ komt te vervallen. Lid 2 sub c vervalt
6
Artikel 8.10.8 Weigeringsgrond komt als volgt te luiden: 1. In aanvulling op artikel 1.3.1 wordt de subsidie geweigerd als: a. subsidie wordt aangevraagd voor uitsluitend een energieonderzoek; b. het energieonderzoek is uitgevoerd na realisatie van de energiebesparende maatregelen; c. voor het vestigingsadres al subsidie is verstrekt op basis van deze paragraaf. 2. De subsidie voor een energieonderzoek als bedoeld in artikel 8.10.2 sub b wordt geweigerd indien: a. het onderzoek voor 3 juli 2014 is uitgevoerd; b. het energieonderzoek als bedoeld in artikel 8.10.2. sub b een energieonderzoek ten behoeve van een sportvereniging is.
Paragraaf 8.23 Proeftuin energieneutraal renoveren particuliere woningen Overijssel Artikel 8.23.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening Lid 2 sub a: de zinsnede ‘en de projectperiode’ vervalt Artikel 8.23.8 Indieningstermijn aanvraag ‘1 november 2014’ wordt vervangen door: 1 februari 2015
Paragraaf 8.24 Oplaadpunten voor elektrische voertuigen Algemene toelichting: Deze subsidieregeling heeft als doel om gemeenten te stimuleren om openbare oplaadpunten voor elektrische voertuigen te realiseren, zodat het gebruik van elektrische voertuigen gestimuleerd wordt. Artikel 8.24.1. Begripsbepalingen In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. elektrisch voertuig: met behulp van het oplaadpunt oplaadbaar (A) volledig elektrisch personen - of bedrijfsvoertuig met vier of meer wielen, voorzien van een Europese typegoedkeuring, of (B) 'Plug-in hybride' motorvoertuig met vier of meer wielen, dat minimaal beschikt over een bereik van ten minste 60 volledig elektrisch aangedreven kilometers met een maximumsnelheid van ten minste 60 km/h en tevens is voorzien van een Europese typegoedkeuring; b. oplaadpunt: voorziening waar een elektrisch voertuig kan worden opgeladen; c. onderzoek: in opdracht van de provincie uitgevoerde verkenning naar openbare oplaadinfrastructuur voor elektrische auto’s in de provincie Overijssel. Artikel 8.24.2. Subsidiabele activiteiten Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor een oplaadpunt voor elektrische voertuigen. Artikel 8.24.3 Criteria Een aanvraag voor subsidie moet voldoen aan de volgende criteria: a. b. c.
de aanvrager is een Overijsselse gemeente; het oplaadpunt wordt binnen de gemeentegrenzen van de aanvragende gemeente geplaatst, op een locatie passend bij de resultaten uit het onderzoek; het te plaatsen oplaadpunt moet: i. voorzien zijn van een Nederlands erkend veiligheidskeurmerk en worden geplaatst door een erkende installateur; ii. permanent openbaar toegankelijk zijn; iii. op verschillende kaarten en websites met openbare oplaadpunten worden getoond; iv. het oplaadpunt moet met alle pasjes voor het opladen van een elektrisch voertuig te gebruiken zijn (inter-operabel); v. tenminste voldoen aan Type 2(mode 3) ondersteuning; vi. een systeem bevatten dat de stroom kan worden aan – en uitgeschakeld door gebruiker; vii. een systeem van persoonlijke identificatie en beveiliging bevatten dat van toepassing is op het aan en uitschakelen van stroom .
Artikel 8.24.4 Grondslag subsidie De subsidie bedraagt € 1.000 per oplaadpunt. Voor de gemeente Zwolle, Deventer, Enschede, Almelo en Hengelo, bedraagt de maximale subsidie € 20.000 per gemeente en voor de overige gemeenten bedraagt de maximale subsidie € 10.000 per gemeente.
7
Artikel 8.24.5 Subsidiabele kosten In afwijking van artikel 1.1.5 en artikel 1.1.6 sub a en sub d, bedraagt de subsidie een forfaitair vastgesteld tarief. Artikel 8.24.6 Indieningstermijn aanvraag In afwijking van artikel 1.2.2 kan een aanvraag voor subsidie worden ingediend vanaf 1 november 2014. Artikel 8.24.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag voor subsidie De aanvrager maakt gebruik van het aanvraagformulier Oplaadpunten voor elektrische voertuigen, waarbij geldt dat de aanvraagvereisten als genoemd in artikel 1.2.1 tweede en derde lid niet van toepassing zijn. Artikel 8.24.8 Subsidieplafond Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.
Paragraaf 9.15 Uitvoeren van Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta Artikel 9.15.7 Vaststelling subsidie wordt toegevoegd: In afwijking van artikel 1.5.3 kan een subsidie van € 125.000 of meer vastgesteld worden conform artikel 1.5.2 indien het gaat om een verlening van een subsidie voor meerdere projecten als bedoeld in artikel 9.15.2 sub a en b.
Paragraaf 9.16 Groene en Blauwe diensten 2014-2015 In de algemene toelichting wordt ‘2006’ vervangen door: 2006-2015 Artikel 9.16.1 Begripsbepalingen Sub a: 2006 wordt vervangen door 2006-2015 Artikel 9.16.3 Criteria Er wordt een nieuw sub e toegevoegd: De dekking van 25% van de subsidiabele kosten is aantoonbaar geregeld. Artikel 9.16.4 Grondslag subsidie Lid 1 komt te luiden: De subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 9.16.2 onder sub a en sub c bedraagt samen maximaal 15% van de totale subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 9.16.2 sub b. Artikel 9.16.6 Aanvullende stukken bij aanvraag tot subsidieverlening Bij lid 1 wordt de volgende toelichting toegevoegd: Het aanvraagformulier is te downloaden op www.overijssel.nl/subsidie, onder alle subsidies bij elkaar, subsidieregeling Groene en Blauwe Diensten 2014-2015. Bij lid 2 wordt de volgende toelichtting gevoegd: Het Excel document is onderdeel van het aanvraagformulier. Lid 3 komt als volgt te luiden: In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede ldi overlegt de aanvrager voor de subsidie als bedoeld in artikel 9.16.2 sub a en sub c een offerte waaruikt blijkt wat de subsidiabele kosten zijn.
Paragraaf 9.24 Uitvoering ontwikkelopgave EHS/Natura 2000 Algemene toelichting Deze subsidieparagraaf geeft uitvoering aan de uitvoeringsagenda die gaat over de aanpak van de uitvoering van de EHS en de realisatie van de bufferzones bij Natura 2000-gebieden. De partners, zoals genoemd in artikel 9.24.3 maken gezamenlijk met de provincie afspraken over de uitvoering van gebiedsprocessen die hierbinnen uitgevoerd gaan worden. Tevens is en wordt afgesproken wie welk gebiedsproces trekt. De subsidieverlening vindt plaats in het kader van de uitvoering van de ontwikkelopgave EHS/Natura 2000. PS hebben de kaders hiervoor op 3 juli 2013 en 23 april 2014 vastgesteld
8
(PS/2013/412, "Samen verder aan de slag met de EHS", en PS/2014/62, “Uitvoeringsreserve EHS”). De fases in de gebiedsprocessen en –projecten die door partners worden uitgevoerd, vinden binnen deze ontwikkelopgave en de door PS aangegeven kaders plaats. Artikel 9.24.1. Begripsbepalingen In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. b. c. d. e. f.
g.
bestuurlijk overleg: het overleg dat alle partijen van Samen werkt beter op bestuurlijk niveau op regelmatige basis voeren; uitvoeringsagenda: door de partners van het bestuurlijk akkoord Samen werkt beter, opgestelde agenda, waarin als bijlage de gebiedsprocessen en -projecten zijn opgenomen en de wijze van uitvoering is vastgelegd; Samen werkt beter: het op 29 mei 2013 gesloten bestuurlijk akkoord voor een economisch en ecologisch vitale toekomst; gebiedsproces: proces in een gebied met relatief complexe of grote opgaven, veelal met veel actoren en veel grotere belangenconflicten; gebiedsplan: plan dat is opgesteld door een overheidspartij om overheidsdoelen en – opgaven binnen de gestelde kaders van de PS-besluiten van 3 juli 2013 (kenmerk PS/2013/412) en 23 april 2014 (PS/2014/62) te realiseren; gebiedsofferte: een door de relevante partijen in een gebied (ondernemers, bewoners, maatschappelijke organisaties) gedaan voorstel om overheidsdoelen en –opgaven binnen de gestelde kaders van de PS-besluiten van 3 juli 2013 (kenmerk PS/2013/412) en 23 april 2014 (PS/2014/62) te realiseren; gebruik en beheer: fase na afronding van de realisatie waarbij de resultaten worden gebruikt en beheerd en – waar nodig – overgedragen naar exploitanten of beheerders, publieke of private partijen.
Artikel 9.24.2. Subsidiabele activiteiten Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten: a. b. c. d.
de verkenning van een gebiedsproces, met als resultaat een programma van eisen (fase 1); het opstellen van een gebiedsplan of gebiedsofferte op basis van programma van eisen (fase 2); het uitvoeren van een gebiedsplan of –offerte (fase 3); gebruik en beheer (fase 4).
Artikel 9.24.3 Criteria 1. a.
b. 2. 3.
Een aanvraag voor subsidie moet voldoen aan de volgende criteria: de aanvrager is een partner van het bestuurlijk akkoord Samen werkt Beter, zijnde Landschap Overijssel, LTO Noord, Natuurmonumenten, Natuur en Milieu Overijssel, Natuurlijk Platteland Oost, Overijssels Particulier Grondbezit, RECRON, Staatsbosbeheer, VNG Overijssel; een Overijsselse gemeente; VNO-NCW; de Waterschappen Groot Salland, Reest & Wieden, Vechtstromen en Rijn & IJssel; de activiteit past binnen de kaders en doelstellingen zoals omschreven in de Omgevingsvisie, wateropgave (KRW), het investeringsbesluit sociaal flankerend beleid, de afspraken met het Rijk, Natura 2000 en het akkoord ‘Samen werkt beter’; Aanvullend op het eerste lid moet de subsidie als bedoeld in artikel 9.24.2 sub a voldoen aan het criterium dat de voorzitter van het Bestuurlijk overleg een positief advies heeft gegeven over de aanvraag Aanvullend op het eerste lid moet de subsidie als bedoeld in artikel 9.24.2 sub b tot en met d voldoen aan de volgende criteria: a. de aanvrager is benoemd in de verkenning die voorafgaand aan de subsidieaanvraag is uitgevoerd dan wel in het programma van eisen; b. de aanvraag is vooraf afgestemd met het provinciaal programmabureau Ontwikkelopgave EHS/Natura 2000.
Artikel 9.24.4 Grondslag subsidie De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten. Artikel 9.24.5 Subsidiabele kosten De kosten zoals genoemd in artikel 1.1.6 sub a en de gemeentelijke apparaatkosten als bedoeld in artikel 1.1.6 sub d, zijn wel subsidiabel. Daarnaast zijn, in afwijking van artikel 1.1.6 sub c, de
9
kosten die gemaakt zijn voordat de aanvraag is ontvangen wel subsidieabel, voor zover deze gemaakt zijn na 1 januari 2014. Toelichting: gemeentelijke apparaatskosten worden berekend op basis van de systematiek als bedoeld in artikel 1.1.5 eerste lid als het gaat om loonkosten. Voor de overige gemeentelijke apparaatskosten is artikel 1.1.5 tweede, derde of vierde lid van toepassing. Artikel 9.24.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag voor subsidie 1. De aanvrager voor activiteiten als bedoeld in artikel 9.24.2 sub a maakt gebruik van het aanvraagformulier Samen werkt beter, waarbij geldt dat de aanvraagvereisten als genoemd in artikel 1.2.1 tweede en derde lid niet van toepassing zijn. 2. De aanvrager voor activiteiten als bedoeld in artikel 9.24.2 sub b, sub c of sub d dient een aanvraag in op basis van het Programma van Eisen dat het programmabureau Ontwikkelopgave EHS/Natura2000 hiervoor, naar aanleiding van de verkenning, als bedoeld in artikel 9.24.2 sub a heeft opgesteld. Artikel 9.24.7 Subsidieplafond Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.
Paragraaf 11.1 Kwetsbare jongeren en arbeidsmarkt Er worden twee nieuwe artikelen toegevoegd: Artikel 11.1.5a Indieningstermijn aanvraag In afwijking van artikel 1.2.2 moet een subsidieaanvraag ontvangen zijn vóór 1 december 2014. Artikel 11.1.5b Volgorde van behandeling Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op de zelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt in afwijking van artikel 1.1.3 de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.
Paragraaf 11.2 Internationale handelsmissies Artikel 11.2.1 Begripsbepalingen Sub a: MKB vervalt Sub g vervalt Artikel 11.2.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie Sub c vervalt. ARTIKEL II Deze wijzigingen treden in werking 1 dag na publicatie in het Provinciaal Blad. De wijzigingen in paragraaf 11.2 hebben terugwerkende kracht tot 2 oktober 2013. De wijziging in paragraaf 4.24 heeft terugwerkende kracht tot 12 juli 2013.
Gedeputeerde Staten voornoemd.
10