SINT JORIS KERK. Uit oude geschriften blijkt dat er al voor 1220 een kerk bestond te Sint Joris Winge.Ontstaan als eigen kerk of kapel, horende bij het kasteel van het ridderlijk geslacht van Winge.Meestal vonden de Hagelandse kerken hun oorsprong in de nabijheid van het kasteel of werden ze gebouwd door een abdij die bezittingen had in het dorp.De juiste datum van de bouw van het eerste kasteel en kerk of kapel is niet geweten.De eerste bezitters van het landgoed waren vrienden van de hertog van Brabant uit het geslacht van de heren van Blanden en Boutersem. Zij bezaten dus ook het patronaatsrecht op de eerste kerk.Dat wil zeggen dat de heer zelf de priester mocht aanstellen in die kerk en dat hij ook de tienden mocht innen die bij wet aan de kerk moesten worden afgestaan .Begin van de 13de eeuw werd er vanuit Rome beslist dat al de eigen kerken moesten afgestaan worden aan een abdij of klooster. Er zou door de adel misbruik gemaakt zijn van het recht op de tienden.Tijdens de 13de eeuw was het huidige centrum van Winge, nabij het kasteel, weinig bevolkt. Het gehucht Gempe echter had een aaneengesloten rij huizen en allerhande beroepen werden er uitgeoefend; van kruidenierszaak tot molenaar, bakker, kleermaker, schoenmaker, schrijnwerker, radenmaker en smid, kortom alle denkbare beroepen werden uitgeoefend langs de Gempestraat nabij het kruispunt van de oude Diestse baan, de Halense baan en de oude Aarschotse baan. Een enkele keer wordt zelfs geschreven over een “rosse buurt”. Maar nergens staat er iets geschreven over een kerk die er nog vroeger zou gestaan hebben dan de kerk bij het kasteel. Hoewel sommige oude mensen beweren dat er toch ooit een kerk gestaan heeft in Gempe.In 1229 werd er in de omgeving van de watermolen een klooster gebouwd, ’s Hertogen eiland genaamd. De watermolen was toen eigendom van Hendrik I van Brabant. De hertog schonk de molen en twaalf bunder grond aan ridder van Udekem uit Pellenberg om er een klooster te bouwen voor zijn acht dochters die hij in 1221 al als Norbertinessen aan God had toegewijd onder de hoge bescherming van de hertog. De eerste bouwplaats bleek al vlug niet gunstig gekozen te zijn omdat, in de nabijheid van de molen, de grond te drassig was en de omgeving van het kruispunt te rumoerig zou geweest zijn voor de adellijke zusters. In 1252 verhuisden de zusters naar een nieuw klooster, een paar kilometer meer zuidwaarts gebouwd, op de plaats waar nu het kasteel van Steenbergen (bloemenzaak) nog staat. Het aantal kloosterlingen groeide gestadig. Andere dochters uit de Brabantse adel, waaronder ook twee zussen van ridder Geldolf van Winge deden hun intrede. De zusters hielden zich hoofdzakelijk bezig met kalligrafie, eeuwen later tijdens de Oostenrijkse periode ook met onderwijs voor meisjes. In de abdij van Park bevinden zich een aantal prachtige geïllustreerde gebedenboeken afkomstig uit het klooster van Gempe. Tijdens de Franse overheersing werd het klooster opgeheven, de kloosterlingen werden verjaagd en kregen tijdelijk onderdak in het kasteel van de familie de Troostemberg. Het kloostergebouw werd met de grond gelijk gemaakt. Alleen de hoevegebouwen werden gespaard en op een eigendom van vijf hectaren als gemeengoed verkocht.De mogelijkheid bestaat dat er bij de eerste kloostergebouwen die in 1229 opgetrokken werden in de nabijheid van de watermolen, een kapel gestaan heeft die na de afbraak van dat kloostergebouw toch is blijven staan en dienst heeft gedaan als kerk voor de parochianen van de Gempestraat. Best mogelijk maar nergens iets van op papier gevonden.In een oorkonde, gedateerd op 6 februari 1254, die bewaard wordt in de abdij van ’t Park, wordt bevestigd dat op Ridder Geldolf van Winghe zijn rechten op de kerk van Winge afstaat aan het klooster van ’s Hertogen Eiland” te Gempe. Deze oorkonde is bekrachtigd door Paus Innoncentius IV. Vanaf dan is het klooster van Gempe, ’s Hertogen eiland genaamd, de eigenaar van de kerk en daar komen nog schenkingen bij van verschillende kerken in de buurt; Kortrijk Dutsel, Nieuwrode, sint Pieters Rhode en Houwaart.Op het einde van de 15de eeuw zijn er moeilijkheden ontstaan tussen de prior van Gempe en de abt van Park. Problemen waarvan de aard niet ten volle bekend is. Algemeen wordt aangenomen dat het klooster financiële moeilijkheden had. De inkomsten uit
hun bezittingen zouden toch niet voldoende geweest zijn om hiermee vijf kerken en pastorieën te onderhouden. Als gevolg daarvan beslist Rome in 1487 dat Gempe zijn rechten op onze kerk en de andere kerken in de omgeving moet afstaan aan de abdij van Park. Vanaf dan tot aan de Franse overheersing kwam onze de kerk dus rechtstreeks in handen van de abdij van Park Heverlee. Het waren vanaf 1254 tot aan de Franse Revolutie Norbertijnen die als parochiepriester te Sint Joris Winge werden aangesteld. Hieraan hebben wij dan ook de mooie oude pastorie te danken die nu tot het complex van het Gemeenschapscentrum De Maere behoort.
Omdat er in Sint Joris Winge weinig archief bewaard gebleven is door de verwoestingen en branden tijdens de godsdienstoorlogen en ook later, moeten we ons baseren op kaarten waarop we tekeningen van onze kerk vinden om een idee te hebben hoe deze er vroeger uit zag. In een zeer betrouwbaar kaartenboek van de historicus Bart Minnen waarin de kaarten van het hertogdom Aarschot beschreven zijn ten tijde van Karel van Croÿ, zien we op een figuratieve prekadastrale kaart getekend door Pierre de Bersaques 1596, een tekening waarop een eenvoudig kasteel met trapgevel en hoevegebouwen. Ten westen van het kasteel bevindt zich een soort eilandje waarover geschreven wordt dat het de resten zijn van een motte. Een motte was een aarden ophoping of heuvel waarop de eerste heren hun woning bouwden rond de twaalfde eeuw. Op deze kaart zijn ook de ruines te zien van een afgebrande kerk. Tijdens de periode van de beeldenstorm werd ook Sint Joris Winge bijna geheel verwoest en stonden er van de 80 woningen die men in 1575 telde nog 15 overeind. Ook de kerk is in die periode half platgebrand (zie op kaart rechts onderaan) Onze kerk was toen al in handen van de Norbertijnen van Park Heverlee.
Er bestaat ook een boekje van historicus J. Halflants waarin een tekening staat van het kasteel van Sint Joris Winge met bijgebouwen en kerk zoals het er in 1725 uitzag. Het is een kopie van een originele tekening die zich in het kasteel van de familie Roberti de Winge bevindt. De gebouwen die we op de eerste kaart zien zijn afgebroken en er staat nu een mooi kasteel op dezelfde plaats.Wij zien een kleine kerk die als het ware gebouwd is in het verlengde van de tuinweg van het kasteel. Het is blijkbaar een Romaans kerkje met kleine rondboogvensters en zonder toren. Dus hier gaat het over onze tweede kerk die voorlopig opgebouwd werd in 1611 na de brand van 16de eeuw.
De kerk werd pas in 1780 volledig heropgebouwd tot het gebouw dat we nu kennen met ingebouwde Westertoren maar zonder de zijbeuken. Het laat-Gotisch koor met speklagen en steunberen in Hagelandse Gotiek waarvan men beweert dat dit het koor van de eerste kerk nog zou zijn is wellicht heropgebouwd met materiaal van de afgebrande kerk. De nieuwe kerk werd rijkelijk versierd met classicistisch stucwerk. In die periode werden stucwerkplafonds ook veel aangebracht in rijke patricierswoningen en pastorieën. Bij de laatste schilderwerken werd het stucwerk in kleuren gezet en de kapitelen met goud onderlijnd door de firma Grossen uit Hakendover. Op 2 juni 1783 werd de nieuwe kerk plechtig ingewijd door de aartsbisschop de Frankenberg van Mechelen.
In 1930 werden de twee zijbeuken toegevoegd met rechte classicistische vensters, op de plaats van de vroegere buitenmuren kwamen sierlijke rondbogen die in dezelfde stijl met stucwerk werden afgewerkt. Ook het hoofdaltaar werd vernieuwd. Er kwam een smaakvol kostbaar donkerrode marmeren altaar met tabernakel in Art-deco stijl. Spijtig genoeg komt dit mooie altaar nu niet meer tot zijn volle recht omdat later de altaartafel achteruit is gebracht en de priester naar huidige gewoonte met de rug naar het vroegere altaar staat om het misoffer op te dragen.De lambrisering en het koorgestoelte zijn classicistische stijl. (18de eeuw)Vooraan in de kerk prijkt een kalvariegroep in gepolychromeerd eikenhout. Mogelijk 15de eeuw, afkomstig uit het klooster. Voor de Franse overheersing hadden de zusters, die wisten wat er op til was, hun kunstschatten zo veel mogelijk in veiligheid gebracht. Dankzij deze voorzorg kregen de beelden na de heropening van de kerken hun plaats hier in de kerk. Waardevolle gepolychromeerde eiken beelden.
De Gotische ramen van het hoogkoor hebben 2 mooie glasramen waarin de schenkers herkenbaar zijn in het wapenschild midden onderaan het glasraam. Bij het linkerraam waarin Sint Joris wordt afgebeeld in een gevecht met de draak zien we onderaan een wapenschild met drie jachthoorns, het wijst op een man van de familie Roberti. Geen jaartal, waarschijnlijk Jean Roberti de Winge.Kijk vooral ook in de rechterbovenhoek naar de afbeelding van een jong meisje (naast de kop van het paard). Het gaat hier ongetwijfeld over de populaire oude Sint Joris-legende waarin verteld wordt dat Sint Joris een jonge maagd (prinses) zou bevrijd hebben van een draak.Hoewel het bestaan van Joris tegenwoordig in twijfel wordt getrokken, toch werd hij tijdens de middeleeuwen een van de populairste heiligen door het verhaal van het gevecht met de draak.Tijdens de middeleeuwen werd er heel veel aandacht geschonken aan de heldhaftigheid van ridders en de fantasie van de draak maakte in die tijd heel veel indruk op de mensen. Sint Joris werd in de 13de eeuw zelfs de patroonheilige van Engeland. Daarna kwamen er in bijna ieder Europees land een plaats waar Joris een draak zou overwonnen hebben. Ook in Sint Joris Winge bestaat een legende waarin Sint Joris op de
“strijdbemd” de draak zou overwonnen hebben. Op die plaats bevindt zich nog de nu uitgedroogde Sint Jorisbron waaraan vroeger de paarden werden gedrenkt na de Sint Joris processie .Het glasraam rechts in het hoogkoor stelt de heilige Barbara voor, een heilige die hier in de omgeving nogal aanroepen en vereerd werd als de patrones van de mijnwerkers, haar feestdag valt op 4december.Het Barbara-venster draagt twee wapenschilden; één met jachthoorns zoals bij het linkerraam en daartegenaan leunend een ovaal schild met dambordtekening.Deze voorstelling van wapenschilden noemt men “alliance wapen” of volgens Verschurens woordenboek: huwelijks wapen of samengesteld wapen van man en vrouw. Dus de Heer en Mevrouw Roberti waren de schenkers. Zij lieten de ramen ook na de schade van de tweede wereldoorlog restaureren.Een derde glasraam draagt de beeltenis van onze Lieve Vrouw van Lourdes, het werd geschonken door de weduwe Vermaelen – Sevenants in 1948.
De neogotische kroonluchter in geel koper het is een geschenk van de heer André de Reyckman de Winghe naar aanleiding van zijn huwelijk met Felicité de Spoelberg in 1830.Het kasteel kwam in 1789 in handen van de fam de Reyckman-de Bets, hij was heer van Kraywinckel uit Lubbeek. Senator André de Reyckman erfde het kasteel na de dood van zijn vader. In het hoogkoor zijn obiits aangebracht als aandenken van de afgestorven bewoners van het kasteel, die de weldoeners van de kerk waren. Alleen aan de datum en het wapenschild op de gedenkplaat kan men afleiden wie de afgestorven heer of dame was. Het eerste obiit draagt de datum 1 maart 1869, heeft een wapenschild met kruis wat duidt op een heer: Andre de Reyckman de Winge. Vervolgens een plaat waarop 2 wapenschilden staan, een schildvormig met kruis en een ovaal met een horizontale streep en twee figuren bovenaan en hetzelfde patroon onder de dwarslijn. De datum hierop is 19 januari 1882; Wanneer er een gehuwde dame sterft draagt het obiit twee wapenschilden: haar eigen schild en dat van haar man. Het gaat hier over het afsterven van Félicité de Spoelberg dame van André de Reyckman de Winge.Het derde obiït met witte achtergrond waarin een ruitvormig schild met het kruis van de fam. de Reyckman draagt de datum 1912 april draagt. De witte achtergrond en ruitvormig schild met kruis wijst op een jonkvrouw, een ongehuwde dame uit het geslacht de Reyckman.Na de dood van Félicité de Spoelberg in 1882 stond, volgens een studie van Jeacques Halflants, het kasteel 50 jaar onbewoond en toch werden er nog obiits aangebracht
na het vertrek van de familie de Reyckman, wat er op wijst dat de Sint Joriskerk de familie nauw aan het hart lag. Het kasteel hoorde gedurende die tijd in onverdeeldheid toe aan de families de Reyckman en Roberti. Uiteindelijk werd het kasteel in 1930 toegekend aan de heer Jean Roberti de Winghe wiens zoon Phillip nu nog de bewoner is.Van de schilderijen in het hoogkoor trekt links vooraan Greorgus Colvenerius (houten paneel 1626) de aandacht. Colvenerius, werd te Winge geboren in 1564 in het gehucht Gempe. Studeerde tot zijn negentiende aan het college te Aalst en ging daarna in Frankrijk aan de universiteit van Douai filosofie studeren waarna hij priester werd en doctor in de theologie. Stond bekend als een grote redenaar en auteur van talrijke kerkelijke geschriften. Hij liet in 1649 toen hij stierf, aan de kerk van Winge gronden na uit zijn persoonlijk erfdeel maar ook een beurs waardoor meer begaafde kinderen van Sint Joris Winge konden gaan studeren. Na de Franse overheersing was er van die beurs geen sprake meer.Een schilderij met de voorstelling van de kroning van Maria is afkomstig uit het klooster van Gempe. 16de eeuw op houten paneel wat in die tijd gebruikelijk was.Het derde belangrijke schilderij is rechts in het koor de voorstelling van De H. Norbertus, ongetwijfeld ook afkomstig van het klooster omdat het hun patroonheilige voorstelt, hier afgebeeld met de ketter Tachelinus aan zijn voeten. Het doek is een stuk breder dan de omlijsting en aan een zijde opgerold achter het kader; hieruit kunnen wij opmaken dat het vroeger in een veel grotere ruimte heeft gehangen. De doopvont naast de altaartafel in geel koper is 17de eeuws. Vooraan links in de middenbeuk hangt een mooie waardevolle triptiek die de geboorte van Christus voorstelt. Naar verluid 16de eeuw, op de afbeelding staan twee personen in aanbidding afgebeeld, die waarschijnlijk de schenkers zijn geweest. Gevonden op de kerkzolder werd het drieluik door toedoen van Jean Roberti gerestaureerd. De predikstoel (1761) in eikenhout, Louis XIV stijl met Roccoco versiering, kijk vooral naar de mooie adelaar die de heilige Johannes voorstelt, en de tekst op het boek: “ hoor het woord Gods” De biechtstoelen zijn ouder, uit eerste helft 18de eeuw, waardevolle eikenhouten stukken in Regence-stijl of Louis XV. Ze zijn minder rijkelijk versierd dan de preekstoel hoewel mogelijk uit hetzelfde atelier. (Zie hoe het kantwerk bovenaan hetzelfde is als dat van de preekstoel.) De heiligenbeelden: De heilige Norbertus, links vooraan in de middengang een waardevol gepolychromeerd beeld van Norbertus als bisschop met monstrans, mijter en bisschopsstaf, ongetwijfeld afkomstig uit het klooster. Heilige Barbara linker zijbeuk vooraan in de kerk. Waardevol beeld gepolychromeerd, gedeeltelijk eik en plaaster. Op de Barbarafbeelding in het raam staat een toren afgebeeld met drie kleine venstertjes naast elkaar, maar bij dit beeld staan de vensters onder elkaar. Bij de meest voorkomende afbeeldingen van Barbara met haar toren heeft het middelste venster een kelk want volgens de legende bracht een engel iedere dag het goddelijke brood en de wijn aan de heilige die er door haar vader werd opgesloten. Barbara is de patrones van de mijnwerkers maar was vroeger ook fel in trek bij de huisvrouwen. Zo bestond er te Zichem bvb een “Barbaragilde” voor de
vrouwen. Ieder jaar werd er op 4 december, naamfeest van de heilige Barbara, duchtig op stap gegaan door de Zichemse dames.Na de Franse overheersing toen de kerken heropend werden ontstond er in Winge een broederschap ter ere van de heilige Barbara dat in 1901 nog 482 leden telde. Naast haar beeld nog een offerblok waar vroeger geld ingestopt werd om missen op te dragen tot haar eer . Ambrosius met de bijenkorf, vooraan links eerste pilaar (1700 afkomstig uit het klooster) patroonheilige van de imkers. Winge had ook lange tijd een broederschap der bijenbezitters de “Bijengulde” genoemd. Augustinus, foto van een prachtig gepolychromeerd beeld afkomstig uit het klooster (1700) werd gestolen en is tot op heden niet teruggevonden. Augustinus de Kerkvader was voor de kloosterlingen van Gempe een belangrijke heilige omdat zij als Norbertinessen leefden volgens de strenge regel van Augustinus. Hij was een tijdgenoot van Ambrosius en auteur van de vermaarde filosofische werken “ Belijdenissen van Augustinus”. Was ongetwijfeld voor zijn tijd een diepzinnige maar moderne Christen die toen al beweerde dat de kerk aan vernieuwing toe was. De heilige Lucia: beeld uit de 18de eeuw. Ze is de patrones van o.a. arbeiders, blinden, boeren, glazenmakers, prostituees, oogartsen, schrijvers en mensen die lijden aan bloederziekten en keelpijn. Werd in deze kerk vooral aanroepen voor keelpijn en door mensen met bloedziekten. Sint Jozef: mooi beeld, kreeg in onze kerk spijtig genoeg een beetje minderwaardige plaats langs de zijbeuk. Sebastiaan rechts achteraan. Het 16de eeuwse beeld werd samen met de beelden van Sint Joris, St Augustinus en het prachtige beeld van Christus op de koude steen achteraan in de gebedsruimte gestolen. Nu staat op deze plaats een foto van de mooie jongeling met pijlen doorzeefd. Sebastiaan was de eerste patroonheilige van de Schuttersgilde van Sint Joris Winge. Joris te paard. Rechter zijaltaar, 16de eeuws beeld van Joris te paard dat afkomstig is uit het klooster van Gempe.
Volgens kenners een van de meest waardevolle beelden van onze kerk, werd enige tijd terug gestolen en na intense zoektocht teruggevonden in Brussel op een stoep. Gevonden na een hint aan de politie, in erg gehavende toestand, in krantenpapier gewikkeld en middendoor gebroken.(kijk hoe het beeld door een metalen stang wordt gesteund) Vroeger werd het beeld ieder jaar door jonge boerenzonen in de processie gedragen. Pas van in de 16de eeuw werd onze kerk toegewijd aan sint Joris. Joris die in die tijd erg populair was heeft toen sint Sebastiaan verdrongen als patroonheilige van de “Sebastiaangilde” die al bestond van in de 15de eeuw. Blasius, eikenhout gepolychromeerd beeld van de 17de of 18de eeuw met bisschopsuitrusting en wolkam. In het Hageland waren vroeger ook wolbewerkers en die hadden Blasius als patroonheilige. Hij wordt afgebeeld als bisschop met een staf en in de andere hand de wolkam. Sint Eligius of Sint Elooi. Gepolychromeerd eikenhout. Werd vroeger in het Winge vereerd door de smeden en metaalbewerkers. Dominicus Savio. Een heilige die tot hiertoe in weinig Hagelandse kerken te vinden is, afgebeeld met kloostergewaad van de orde van Don Bosco. Dominiek Savio was op zeer jonge leeftijd leerling en medewerker van Don Bosco. Hij werd geboren in 1842 te Riva Italië uit arme ouders, vader smid en moeder kleermaakster. Komt langs de school in contact met Don Bosco en helpt hem om verwaarloosde jongeren op het goede pad te brengen. Dominiek sterft echter op 13 jarige leeftijd aan tuberculose. Werd in 1954 heilig verklaard en stond als voorbeeld voor de jongeren en werd door de katholieke jeugdbewegingen als patroonheilige vereerd. Don Bosco werd geboren in Turijn en als priester wijdde hij zich volledig aan de opvoeding van verwaarloosde kinderen. Hij was de stichter van de congregatie der Salesianen en werd in 1934 heilig verklaard
.
Waar het recente beeld vandaan is gekomen blijkt tot hiertoe niemand te weten.In O L Vrouw Tielt heeft deze Dominiek Savio een kapel langs de zandstraat.
Het orgel is van 1843 zeer waardevol en geklasseerd.
In volgende link zijn nog verschillende foto's van deze kerk te vinden: Hier komt duidelijk het classistisch en het laat-gotiek gedeelte tot zijn recht. http://www.kerkeninvlaanderen.be/pages/kerk_00831.htm
Om een idee te krijgen wat er begin vorige eeuw leefde in godsdienskringen te sint Joris Winge zie hieronder de lijst der Broederschappen opgetekend door pastoor Coen. Aantal leden in 1901 ingeschreven bij: O.L.Vrouw van de Scapulier: 925 Sint Barbara: 482 O.L.Vrouw Onbevlekt: 95 heilige kindsheid: 780 levende rozenkrans: 220 gedurige aanbidding: 418 heilige familie: 792 Franciscus 3de regel: 85 geestelijk verbond tegen vloeken: 615 wekelijkse kruisweg: 716 Bibliografie: Oostbrabantse Werkgemeenschap: Het mooie Hageland J. Halflants: kastelen in Brabant p. 261 pastoor Coen 1901 uit archief bisdom Mechelen. Bart Minnen: Hertogdom Aarschot p.293-294 Heiligenlegendes: Nackaerts Nieuwsbrieven Hagelandse Gidsenbond L. Van Nuffelen 1848: “Beschrijving der gemeynte Sint – Joris – Winghe.” Pierre Trouillez: Bevrijd en gebonden De kerk van Constantijn. Mondelinge getuigenissen van dorpsgenoten en internet. foto’s: Roger De Bruyn Astrid Dauw
:
: :