DOEL ORIËNTATIE
AAN:
WEBSITE EFFECTIEVE ARBEIDSTOELEIDING
Doeloriëntatie Beschrijving van de interventie
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
[01-07-2009] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave 1
Beschrijving van de interventie ....................................................................................................... 3 1.1 Kernachtige omschrijving........................................................................................................ 3 1.2 Doel van de interventie ............................................................................................................ 3 1.3 Doelgroep van de interventie................................................................................................... 3 1.4 Omschrijving van de interventie.............................................................................................. 4 1.4.1 Methodiek ........................................................................................................................ 4 1.4.2 Onderbouwing: probleem- of risicoanalyse..................................................................... 5 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak ......................................................... 6 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging ........................................................................ 7 1.5 Beschrijving onderzoek effectiviteit ........................................................................................ 7 1.6 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit ............................................................ 9 1.7 Overige voorwaarden voor toepassing .................................................................................. 11 1.8 Overige informatie................................................................................................................. 11
2
1
Beschrijving van de interventie
1.1
Kernachtige omschrijving
De interventie doeloriëntatie richt zich op het bijbrengen van leerdoelen bij werkzoekenden. Onderzoek wijst uit dat dit effectiever is dan het hebben van een prestatiedoeloriëntatie. Werkzoekenden met leerdoelen zoeken in het algemeen beter en vinden sneller werk.
1.2
Doel van de interventie
Door mensen een effectieve oriëntatie bij te brengen wordt de kans op werkhervatting vergroot. Training in het stellen van leerdoelen leidt tot meer tijd besteed aan werk zoeken, een sterkere relatie tussen intenties om een baan te zoeken en werkzoekactiviteiten, minder procrastinatie (de neiging om de dingen uit te stellen tot morgen die men beter vandaag had kunnen doen) en het sneller vinden van een baan dan training in het stellen van prestatiedoelen of het niet stellen van doelen. Een leerdoeltraining zorgt voor een grotere relatie tussen intenties om werk te gaan zoeken en de daadwerkelijke activiteiten, het zorgt voor meer tijdsinspanning in het algemeen in werkzoeken en voor het sneller vinden van een baan dan een prestatiedoeltraining of een training die niet gericht is op het stellen van doelen. Een prestatiedoeltraining lijkt vooral te zorgen voor procrastinatie en dan vooral bij vrouwen. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? -
Doelgroep is de groep mensen die op zoek is naar een baan.
-
Er worden voor de selectie van klanten uit deze populatie voor deze interventie geen verdere criteria gehanteerd (behalve kunnen lezen en schrijven i.v.m. deelname aan het onderzoek).
Prevalentie - In 2006 was het werkloosheidspercentage 5,5% (bron: kwartaalbericht Arbeidsmarkt, december 2007 van het Ministerie van SZW). Het betreft 319.000 mensen met een WWB uitkering en 281.000 mensen met een WW-uitkering. Indicatiecriteria - Het gaat om mensen die, mede uit eigener beweging, op zoek zijn naar werk. Een eventuele 3
uitkeringsachtergrond doet niet ter zake. Contra-indicatiecriteria - Binnen het project is niet gezocht naar een contra-indicatie. De enige contra-indicatie is het niet beheersen van de Nederlandse taal in verband met het kunnen volgen van de trainingen. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?
Ja X
Nee
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1
Methodiek
Intake, selectie en diagnostiek Het huidige onderzoek is uitgevoerd bij drie vestigingen van één van de grootste re- integratiebureaus in Nederland in Rotterdam, Hoogeveen en Utrecht. Deelnemers kregen een training aangeboden in groepjes van gemiddeld 5 personen. Er zijn in totaal 109 mensen getraind. Alle trainingen werden door dezelfde trainer - de onderzoeker - gegeven. -
Alle deelnemers hadden te voren dezelfde informatie gekregen: Ze zouden een workshop krijgen ‘meer over jezelf en over werk zoeken’.
-
De deelnemers hadden een gemiddelde leeftijd van 45,74 jaar (SD = 9.53) en 51.4% van de deelnemers was vrouw. De verdeling van de gevolgde opleidingen was als volgt: 56% lagere school/MAVO, 37% HAVO/MBO/VWO en 7% HBO/WO. Alle deelnemers waren werkloos, 90%, of deels werkeloos, 10%. De deelnemers die deels werkeloos waren, hadden een nul-urencontract, een tijdelijke werkervaringsplaats of een baan voor een bepaald aantal uren. Van de deelnemers was 85% langer dan een half jaar werkeloos, had 86% meer dan vijf jaar werkervaring en 4% had helemaal geen werkervaring.
-
Bij elke vestiging zijn de deelnemers (zonder dat zelf te weten) random toegewezen aan één van de drie condities: o Een groep die getraind werd in het stellen van prestatiedoelen (N= 32) o Een groep die getraind werd in het stellen van leerdoelen (N= 35). o De controlegroep die getraind werd in het ‘enneagram’ (N= 42).
Uitvoering en activiteiten De deelnemers in de workshop Prestatiedoelen formuleren doelen voor wat ze willen bereiken voor hun zoektocht naar werk (b.v. voor de komende twee weken). De deelnemers in de workshop Leerdoelen formuleren wat ze willen leren in hun zoektocht naar werk. De deelnemers werden per workshop getraind vanuit de voor die workshop specifieke invalshoek. Deelnemers in alle workshops formuleren plannen van aanpak, op basis van de aangeboden invalshoek en methoden. De deelnemers voeren na de workshops Leerdoelen en Prestatiedoelen hun plannen uit. Na de training worden de
4
resultaten van de verschillende deelnemers gevolgd en in kaart gebracht. De ‘enneagram’-groep is inhoudelijk gezien niet interessant en functioneert als controlegroep. Locatie van uitvoering De trainingen zijn gegeven op diverse locaties. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
Ja X X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, X frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee
1.4.2
Onderbouwing: probleem- of risicoanalyse
Kenmerken risico of probleem bij werkzoekende Of iemand leerdoelen of prestatiedoelen stelt is afhankelijk van zijn oriëntatie en situatie. In de loop van zijn leven ontwikkelt een voorkeur voor leer- of juist prestatiedoelen. Deze oriëntatie is niet allesbepalend en ook veranderbaar. Uit literatuur is bekend dat vertrouwen in eigen kunnen (self efficacy) een belangrijke factor is bij het werk zoeken. Vertrouwen in eigen kunnen is de hoeveelheid vertrouwen die iemand in zijn vaardigheden heeft (b.v. werk zoeken). Door prestatiedoelen te stellen en successen te behalen neemt het vertrouwen toe. Door (aanhoudende) faalervaringen neemt het juist af. Juist de weg naar werk ligt vol met faalervaringen: geen geschikte vacatures kunnen vinden, geen reactie krijgen op je brief, niet uitgenodigd worden op een gesprek. Dit ondermijnt het vertrouwen in het eigen kunnen ernstig. De angst om fouten te maken kan een rem zetten op de inspanningen van een betrokkene. Bij elke faalervaring neemt het vertrouwen in eigen kunnen af. Met dit risico of probleem samenhangende factoren De theorievorming naar de invloed van doeloriëntaties bij het zoeken naar werk is van zeer recente datum (Turban, Wu, Haggard, & Lee, 2006; Van Hooft, 2006). De twee tot nu toe bekende onderzoeken naar de rol van doeloriëntaties bij werkzoekgedrag zijn uitgevoerd in Amerika bij studenten die een baan zochten (Turban et al, 2006) en in Nederland bij mensen die werkeloos waren (Van Hooft, 2006). Het onderzoek van Turban en collega’s (2006) is uitgevoerd op basis van de vier dimensies van doeloriëntatie van Elliot en McGregor (2001), te weten: leervermijd-, leerstreef-, prestatievermijd en prestatiestreefdoelen. De resultaten laten zien dat doeloriëntaties invloed hebben op het uitstellen van gepland gedrag en daardoor op de intensiteit van het zoeken naar en op het succes van het vinden van een baan. Het onderzoek van Van Hooft (2006) naar procrastinatie, op basis van de theorie van gepland gedrag (TPB) van Ajzen (1991), gaat uit van de tweedimensionale structuur van doeloriëntaties, leer- en prestatiedoelen. In de TPB is de intentie tot gedrag voorspellend voor het daadwerkelijk vertonen van dit gedrag. Procrastinatie wordt, op basis van de TPB, gezien als intenties die niet resulteren in gedrag (Van Hooft, 2006). De resultaten laten zien dat de relatie tussen intentie en gedrag minder sterk is voor mensen die hoog scoren op de Prestatie Doel Oriëntatie (PDO) dan voor mensen die laag scoren op PDO. Dit betekent dat er bij het zoeken naar werk meer kans is op procrastinatie bij mensen met een hoge PDO. Correlaties tussen intenties en daadwerkelijk werkzoekgedrag en PDO zijn in het onderzoek van Van Hooft (2006) negatief maar niet significant. Voor Leer Doel Oriëntatie (LDO) en intenties is de correlatie
5
positief maar ook niet significant en voor LDO en werkzoekgedrag marginaal significant (r = .24). De relatief kleine groep mensen waarbij het onderzoek is uitgevoerd, N= 59, wordt als mogelijke oorzaak voor de niet significante correlaties aangevoerd. Het onderzoek naar procrastinatie van Van Hooft (2006) en het onderzoek van Turban en collega’s (2006) hebben als aanname dat doeloriëntaties dispositioneel zijn. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat mogelijke verschillen in werkzoekintenties, werkzoekgedrag, het vinden van een baan en procrastinatie worden veroorzaakt door individuele verschillen in LDO en PDO. Bij ander onderzoek op basis van doeloriëntaties als dispositie werd een verband gevonden tussen een LDO enerzijds en intenties, intensiteit van gedrag, resultaten self-efficacy en volharding anderzijds. (e.g., Arnold et al., 2006; Linnenbank, 2005; Vande Walle et al, 1999). Een LDO lijkt vooral tot een betere resultaten te leiden bij complexe taken ( Vande Walle, 2001; Winter & Latham, 1996). Het zoeken van werk is een complexe taak met veel negatieve feedback. Mensen worden zeer vaak afgewezen, krijgen negatieve reacties op brieven of horen helemaal niets meer op hun sollicitaties. Bij een LDO wordt feedback als een oordeel over vaardigheden gezien terwijl dit bij een PDO meer wordt gezien als een oordeel over iemand zelf (Vande Walle, 2001). Negatieve feedback heeft dan ook een grotere impact op iemand met een PDO dan op iemand met een LDO. Bij complexe en uitdagende taken en negatieve feedback hebben mensen met een PDO meer neiging te stoppen met de taak en meer opdringende gedachtes tijdens het uitvoeren van een taak dan mensen met een LDO (Button et al., 1996). Op basis van de grotendeels positieve resultaten van een LDO als dispositie en de gemengde resultaten van een PDO als dispositie, met daarbij in aanmerking genomen de complexiteit van re-integratie gepaard gaande met veel negatieve feedback, worden de volgende hypotheses geformuleerd: Hypothese: Een leerdoeloriëntatie als dispositie heeft een positief verband met (a) werkzoekintenties, (b) werkzoekgedrag, (c) het vinden van een baan, (d) volharding, (e) self-efficacy en (f) een negatief verband met procrastinatie. Een leerdoeloriëntatie als dispositie modereert (g) het verband tussen intenties om werk te zoeken en de daadwerkelijke werkzoekactiviteiten. Hypothese: Een prestatiedoeloriëntatie als dispositie heeft geen verband met (a) werkzoekintenties, (b) werkzoekgedrag, (c) het vinden van een baan, (d) volharding, (e) self-efficacy en (f) een positief verband met procrastinatie. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
1.4.3
Ja X X X
Nee
Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak
Koppeling risico/probleem - doelen – aanpak werkzoekende Door betrokkenen aan te moedigen leerdoelen te stellen geef je de boodschap dat je werk zoeken ook kunt leren zoals iedereen jongleren kan leren. Als je er slecht in bent, kun je er beter in worden door veel te oefenen, en steeds verschillende dingen te proberen. Fouten (faalervaringen) zijn een onderdeel van het leerproces. Dit werkt motiverend om iets te gaan doen of uit te proberen. Werkzoekenden krijgen een druk opgelegd om zo snel mogelijk (weer) aan het werk te gaan. Deze druk komt voort uit maatschappelijk en economische belangen. De gangbare benadering hierbij is: activeren en
6
controleren: duidelijke afspraken maken (dat ga je doen) en de voortgang controleren (heb je het gedaan). Dit wordt extra kracht bijgezet door benaderingen als work first. Zo snel mogelijk aan de slag en niet teveel overleggen met de betrokkene. Diverse onderzoeken geven aan dat dit effect heeft. Door mensen op zo’n manier aan te sturen, zonodig met sancties, krijg je iemand in beweging. Maar dit is alleen een tijdelijke beweging en geen verandering van binnen uit. Door te kijken wat iemand van zichzelf wil en kan ontwikkelen (leerdoelen) komt hij in beweging en beklijft verandering veel beter. Samenvatting werkzame ingrediënten voor werkzoekende Het bevorderen van leren (leercyclus) bij het zoeken naar werk Het anders (in termen van wat je ervan kunt leren) bekijken van faalervaringen Aansluiting zoeken bij authentieke behoeften en vaardigheden Investeren in vertrouwen opbouwen in eigen vaardigheden Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op de sociale leertheorie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
1.4.4
Ja X
Nee
X X
Eisen begeleiding, uitvoering en borging
Eisen uitvoerders en begeleiders Trainers moeten thuis zijn in leerdoeloriëntaties en bijbehorend methodisch handelen. Borging: Voortgang- en kwaliteitbewaking Er is een promotieonderzoek gestart in september 2007 waarin de resultaten zullen worden gerepliceerd en verdiepend onderzoek naar de zelfregulatiemechanismen binnen de leerdoeloriëntatie in de context van het zoeken naar werk.
1.5
Beschrijving onderzoek effectiviteit
Evaluatieonderzoek Er heeft een resultaatevaluatie plaatsgevonden door de Erasmus Universiteit Rotterdam in november 2006. De onderzoeker is Gera Noordzij. Het rapport heet: Effecten van doeloriëntaties op re-integratie: een interventiestudie bij werkzoekenden De hoofdhypothese die theoretisch onderbouwd en getoetst wordt is: training in het stellen van leerdoelen leidt tot meer tijd besteed aan werkzoeken, een sterkere relatie tussen intenties om een
7
baan te zoeken en werkzoekactiviteiten, minder procrastinatie en het sneller vinden van een baan dan training in het stellen van prestatiedoelen of het niet stellen van doelen. Er is een verschilstudie gemaakt naar leerdoel- en prestatiedoel-georiënteerde workshops. Een derde groep ‘enneagram’ functioneerde als controlegroep. Er is geen vergelijking gemaakt met een groep mensen die werkeloos is en die geen training hebben gehad. Procesevaluatie Voor zover bekend is er geen procesevaluatie beschikbaar. Resultaatevaluatie Conclusies over trainingen van doeloriëntaties Een leerdoeltraining zorgt voor een grotere relatie tussen intenties om werk te gaan zoeken en de daadwerkelijke activiteiten, het zorgt voor meer tijdsinspanning in het algemeen in werkzoeken en voor het sneller vinden van een baan dan een prestatiedoeltraining of een training die niet gericht is op het stellen van doelen. Een prestatiedoeltraining lijkt vooral te zorgen voor procrastinatie en dan vooral bij vrouwen. Er zijn geen andere onderzoeken bekend naar de effecten van het trainen van een LDO of een PDO bij het zoeken naar werk. De resultaten van de metingen acht weken na de training blijken grotendeels wel overeen te komen met de resultaten van de twee onderzoek naar het zoeken van werk op basis van doeloriëntaties als dispositie (Turban et al., 2006; Van Hooft, 2006). In het onderzoek van Turban en collega’s (2006) werd een duidelijk relatie gevonden tussen het uitstellen van voorgenomen gedrag wat leidt tot minder werkzoekgedrag en zo uiteindelijk leidt tot minder kans op het vinden van een baan. De positieve resultaten die gevonden zijn acht weken na de training komen ook grotendeels overeen met resultaten van ander onderzoek op basis van situationele doeloriëntaties waarbij een leerdoeltraining of leerdoelcontext leidt tot meer tijd besteed aan de taak en betere resultaten dan een prestatiedoeltraining of -context (e.g., Kozlowski et al., 2001; Gist et al., 1998;). Opvallend blijft het feit dat er een verschil is in tijd besteed aan verschillende werkzoekactiviteiten en de tijdsinspanning in het algemeen besteed aan het zoeken naar werk. De tijd besteed aan activiteiten gaat voor alle condities achteruit terwijl de tijdsinspanning in het algemeen voor de leerdoelenconditie vooruitgaat. Een mogelijke verklaring ligt in één van de kenmerken van leerdoelen, namelijk het bedenken van verschillende strategieën om een taak uit te kunnen voeren (Vande Walle, 2001). Tijd besteed aan verschillende activiteiten in werkzoeken is gewoon daadwerkelijk gedrag terwijl tijd besteed aan werkzoeken in het algemeen meer is dan een activiteit als vacatures zoeken. Het betekent ook strategieën bedenken hoe werk te gaan zoeken en jezelf feedback geven. Deelnemers aan de leerdoelengroep bleken inderdaad andere strategieën te hebben toegepast om werk te zoeken, dan de strategieën die ze tot dan toe gebruikten. Voorbeelden zijn mensen die vertelden toch maar weer eens een mogelijke werkgever te hebben gebeld waar ze al een jaar niets van hadden gehoord of de mevrouw die op weg naar huis na de leerdoeltraining naar een uitzendbureau voor 55+ stapte, ze was zelf onder de 55 jaar, en daar direct een baan aangeboden kreeg. Resultaten onderzoek Na acht weken bleek 33% van de deelnemers aan de leerdoelgroep een baan te hebben gevonden. Voor de prestatiedoelengroep en de controlegroep was dit na acht weken ongeveer 10%. Voorbeelden van banen die gevonden werden waren: boekhouder, vrachtwagenchauffeur, medewerker bij een reisbureau, administratief medewerker en schoonmaker. Uitbreiding van al bestaand werk was bijvoorbeeld een verhoging van het aantal contracturen in de thuiszorg.
8
Eindconclusie Een doeloriëntatie als dispositie heeft effect op het zoeken naar werk en daarmee op het vinden van een baan. Voor een leerdoeloriëntatie zijn deze effecten veelal positief en voor een prestatiedoeloriëntatie vaak negatief. De negatieve effecten van een prestatiedoeloriëntatie bij het zoeken van werk lijken echter teniet gedaan te kunnen worden door het trainen van het stellen van leerdoelen. De effectiviteit van re-integratie kan dan ook verbeterd worden door het stellen van leerdoelen bij het zoeken naar werk en het vinden van een baan. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en/of resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Ja Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht?
Nee X X
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect X bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? X Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) X Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd? X
Nee
1.6
X
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Commentaar beoordelingspanel Inhoudelijk is in het onderzoek gezocht naar een onderbouwing van de hypothese dat een leerdoeltraining zorgt voor een grotere relatie tussen intenties om werk te gaan zoeken en de daadwerkelijke activiteiten, het zorgt voor meer tijdsinspanning in het algemeen in werkzoeken en voor het sneller vinden van een baan dan een prestatiedoeltraining of een training die niet gericht is op het stellen van doelen. De indruk bij het panel is dat hier een algemeen werkend mechanisme met grote reikwijdte wordt onderzocht. Dat is daarmee van grote importantie. Tevens valt de werkwijze zelf van Agens op. Het is betrekkelijk zeldzaam dat een re-integratiebedrijf eerst problemen analyseert en gestructureerd op zoek gaat naar de uitgangspunten voor een daarna te ontwerpen aanpak. De theoretische onderbouwing is opvallend helder en gefundeerd uitgewerkt. De vraag is of de leerdoelenaanpak vooral werkt bij mensen met faalangst. De groep is echter niet op persoonskenmerken geanalyseerd. Daardoor is ook niet duidelijk of de aanpak juist voor specifieke groepen meer of minder werkt. In de aanpak staat het differentiëren in het stellen van doelen centraal. Het stellen van leerdoelen lijkt voor iedereen effectiever, ook voor mensen die voorkeur hebben voor het stellen van targets. Het onderzoek is slechts op een locatie uitgevoerd. Door het contextloze karakter van de hypothese zijn de resultaten, zeker door het onderzoeksontwerp, wel overtuigend. Het onderzoeksontwerp met controlegroep (Enneagram) is doordacht, waarbij Enneagram werkt als
9
placebo. Het onderzoek is echter door de trainster zelf uitgevoerd. Het aangetoonde effect is zeer hoog en significant. Punt van kritiek is dat de trainer/onderzoeker de resultaten kon beïnvloeden. Interessant om verder te onderzoeken is de vraag in welke mate de aanpak op langer termijn uitwerking heeft.
Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken
X
Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief.
Toelichting Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief. De interventie zou nog meer focus krijgen als onderscheid gemaakt wordt tussen deelpopulaties (b.v. mensen met faalangst).
Procesevaluatie
X
Een adequate procesevaluatie ontbreekt De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht of de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht. De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht én de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht.
Toelichting
Een adequate procesevaluatie ontbreekt. Dat hangt samen met het vooropgezette hypothesetoetsend karakter van het onderzoek. Het waarom wordt niet onderzocht, maar het vraag of het werkt!
Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
10
Toelichting
1.7
Door het onderzoek door een onafhankelijke onderzoeker te laten uitvoeren, zou het aan nog meer overtuigingskracht winnen. Onderzoek naar lange termijneffecten lijkt zinvol.
Overige voorwaarden voor toepassing
Kosteneffectiviteit Voor zover bekend:er zijn geen gegevens beschikbaar over de kosteneffectiviteit.
Overige voorwaarden voor toepassing Voor de toepassing van de interventie is geen speciale indicatie vereist, die afwijkt van de voor de sector of aanbieder wettelijk gebruikelijke indicatie.
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie Agens Het onderzoek is uitgevoerd op de vestigingen Rotterdam, Hoogeveen en Utrecht. Overeenkomsten met andere interventies Korte beschrijving van soortgelijke interventies eventueel met verwijzingen/links.
Overige informatie Voor zover mogelijk en relevant: Naam en adresgegevens ontwikkelaar en/of licentiehouder: Gera Noordzij, M 06 2219937, e-mail
[email protected] Dr. Edwin van Hooft (EUR) heeft onderzoek gedaan naar de voorspellers van werkhervatting. Drs. Gera Noordzij gaat verder met het onderzoek naar de invloed van doeloriëntaties op het reintegratieproces. In samenwerking met Agens is zij een gestart met een promotietraject. Als onderdeel hiervan gaat zij onderzoeken of leerdoelen effectief zijn in de sociale activeringstrajecten.
Lijst met aangehaalde literatuur Effecten van doeloriëntaties op re-integratie: een interventiestudie bij werkzoekenden,
11
-
Gera Noordzij, Erasmus Universiteit Rotterdam, November 2006 Leren Werkt, motivatie bij re-integratie, artikel Sociaal Bestek 2006, Arjan van Dam. In het onderzoeksrapport is een uitgebreide literatuurlijst opgenomen.
12