1
INHOUD -‐ Bij wijze van voorwoord 2 -‐ Onze studiebeurzen in Peru 4 -‐ Een kleine geschiedenis 9 -‐ De situatie van vrouwen in de derde wereldlanden 10 -‐ Peterschappen in Haïti 17 -‐ De langste kerst ter wereld 19 -‐ Kunnen we nog meer doen? 20 -‐ We brengen hulde aan onze jubilarissen 21 -‐ Voorgestelde kleine projecten 24 -‐ Contactadressen 26
COLOFON
Contact Robert Tas Diestseweg 95 – 2440 Geel 014 / 72 00 28 –
[email protected]
Redactie Mark Bolsens, Stefaan De Bondt, Robert Tas, Christian Vandeplas, Xavier Votron Cover Katrijn De Vleeshouwer
Bij wijze van voorwoord Verhalen kunnen mensen over de grenzen heen samenbrengen. Een verhaal dat mensen overal ter wereld samenbrengt en feest doet vieren is het kerstverhaal
2 zoals we die lezen in het evangelie van Lukas. Op de Filipijnen wordt het kerstgebeuren weliswaar anders gevierd dan in Haïti en in Congo weer anders dan in Peru, Kenia, China….België. Maar in wezen gaat het overal om hetzelfde. Dit verhaal van Lukas werd door de eeuwen heen in de kunst op velerlei wijzen verbeeld. In Europa kennen we namen als Botticelli, Pierro della Francesca, Geertgen van Sint Jans, Rembrandt. Maar ook in India, Azië, China, Afrika vond en vindt het geboorteverhaal van Lukas haar uitdrukking in vormen, kleuren en composities.
Tanzania
China
Ethiopië
België
Peru
De meest treffende afbeelding van het kerstgebeuren vindt ik echter in een klassiek icoon van de geboorte van Jezus uit Rusland. Alles draait om het kind in de sarcofaag (graftombe) in een donkere grot. Wellicht onder Syrisch-Egyptische invloed wordt het afdak van de stal vervangen door een donkere holte in een berg, als symbool van de “Nacht” waarmee de legende en de volkstraditie terecht koude, eenzaamheid en armoede associeert. De donkere holte symboliseert ook de menselijke onverschilligheid, ons vervuld zijn van onszelf en onze verwaarlozing van anderen. De kribbe heeft de vorm van een sarcofaag en het linnen waarin het kind gewikkeld is verwijst naar de lijkwade. Het kind vraagt of het in ons leven mag komen en of we in ons leven de keuzes willen maken die het op weg helpt, weg uit de situatie van onrecht, onderdrukking, discri-minatie, oorlog… Het ideaal om kansarme kinderen middelen tot ontplooiing te geven, is de drijfveer van A.M.I.E. In het ideaal, de utopie van een wereld van mensen die elkaar helpen en nabij zijn, blijven we onze vitaliteit putten.
3 Maar zijn er geen voldoende redenen om aan te nemen dat de toekomst van kinderen vroeg of laat toch weer gedwarsboomd wordt door de hardnekkigheid waarmee vernietigende krach-ten op politiek, sociaal, economisch en gods-dienstig niveau, steeds weer ten gronde richt wat ten goede werd opgebouwd?! Ook het ge-weld van natuurkrachten stemt vaak tot moe-deloosheid en wanhoop. Maria lijkt het ‘toneel’ te beheersen. Dwars door de voorstelling wordt ze groot afgebeeld. Haar gezicht heeft een meditatieve uitdrukking en heel haar lichaam straalt rust uit, ondanks de verantwoordelijkheid die ze draagt t.a.v. het god-kind. Ze staat in fel contrast met de in zichzelf gekeerde Jozef, links onder in het beeld. Hij lijkt bedrukt en neerslachtig. Het verhaal situeert zich in een tijd waar de mensen weliswaar niet in rijkdom leefden, maar anderzijds weinig tekort hadden. Een wereld van hard werken en voldoen aan de regels. Bovendien was er de Romeinse bezetting en waren er de verschillende klassen (zeloten, farizeeën, sadduceeën…) die steeds weer opnieuw hun groot gelijk opeisten en slachtoffers maakten. Een modern en herkenbare situatie, hier en in de derde- wereldlanden! De vraag is: welke houding nemen we aan t.o.v. van zoveel ellende in de wereld en vooral t.a.v. de kinderen die er het slachtoffer van zijn. Sluiten we ons op in een stem-ming van vertwijfeling, machteloosheid, wrok…, rusteloos en grommend? Ook Jozef is modern en herkenbaar! Of kiezen we voor de vrijheid die vastberadenheid en rust uitstraalt? Een allesbehalve vanzelfsprekende houding, maar wellicht wel de meest ‘vruchtbare’. Lezen we in onze icoon niet een boven partijpolitiek, sociaal, religieus… eigenbelang heen, universele boodschap aan “alle mensen van goede wil”? Een vrolijk kerstfeest en een gelukkig Nieuwjaar! Rob Tas
Onze studiebeurzen in Peru
4 Peru is het enige land in Zuid-Amerika waar via AMIE studiebeurzen worden verstrekt. Als één van de armste landen van dit continent is het tevens een van de partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Het voorma-lige Incarijk is een mooi, groot land, rijk aan ertsen die spijtig genoeg vooral buitenlandse bedrijven ten goede komen en niet aan het overgrote deel van de bevolking die wel wordt geconfronteerd met zeer ernstige milieuproblemen die de mijnbouw met zich mee brengt. De nieuwe regering van president Ollanta Humala heeft wel een reeks hervormingen voorgesteld zoals de uitbouw van een sociale zekerheid met o.a. een pensioen voor de allerarmsten en hervormingen in het onderwijs. Dat onderwijs is grotendeels in handen van privé-personen of bedrijven die scholen en universiteiten uitbaten om er winst mee te maken. Studenten moeten dus doorgaans een hoog schoolgeld betalen waarmee de school/onderneming de gebouwen en de leerkrachten betaalt én winst maakt. Zeker in een land als Peru zijn de studiebeurzen van A.M.I.E. dan ook een zegen én een unieke kans voor kinderen uit minder vermogende gezinnen die dank zij een beurs van weldoeners van bij ons toch de kans krijgen te werken aan een betere toekomst voor zichzelf, hun familie en gemeenschap. Zelf verblijf ik jaarlijks een vijftal weken in Peru en uiteraard neem ik dan contact met onze plaat-selijke verantwoordelijken, onze studenten en hun families In deze bijdrage leest u daar meer over. Het centrale doel van het jaarlijkse verblijf is meewerken en meeleven met de mensen van El Carmen, een aan de kust gelegen woestijndorp, waar vooral afstammelingen van voormalige negerslaven wonen. Het dorp telt twee openbare middelbare scholen maar het ni-veau is zeer laag zodat mensen die het zich enigszins kunnen veroorloven hun kinderen naar privéscholen in de nabij gelegen stad, Chincha, sturen. Naarmate er minder en minder missionarissen zijn, wordt ook voor de beur-zen meer en meer beroep gedaan op leken. Verantwoordelijke voor onze stu-diebeurzen in El Carmen is Edith, een Peruviaanse psychologe die zich met (Foto: Links: Edith) veel toewijding inzet voor de mensen van daar. Edith is tevens secretaresse van het mede door Kes-tepabro(*) opgerichte jongerencentrum, waar ook onze beursstudenten aan mee werken, bijv. door te helpen bij het gebruik van de computers, de mu-ziekles of bij sportactiviteiten en zich zo inzetten voor de plaatselijke gemeenschap. Bij onze studenten is er bijvoorbeeld Lydia, dochter van een ongehuwde moeder. Als laatstejaars loopt zij stage bij het stadsbestuur van Chincha en dat bevalt haar goed. Een andere student, Jorge is inmiddels vader geworden maar gelukkig beëindigde hij zijn studies succesvol. Ook Christina werd moeder, nam haar baby mee naar de les en slaagde erin het academiejaar toch met succes af te maken. De laatste twee voorbeelden illustreren voor een stuk hoe moeilijk het is voor jongeren te leven in een complexe samenleving, maar illustreren ook de wil om vooruit te komen en een diploma te verwerven. Dat streven blijkt ook uit het feit dat meerdere studenten, als ze een diploma hebben behaald en werk hebben gevonden, op eigen kracht verder studeren. Veelal gaat het om studenten
5 die een technische opleiding volg-den en na die drie jaar een universitair diploma willen behalen. De al gevolgde opleiding kan gevaloriseerd worden zodat mits ongeveer twee jaar bijkomend onderwijs een (Foto:Fabiola) universitair diploma kan worden verkregen. Mij daarover verwonderend – waar-om dan niet direct aan de universiteit beginnen?- kreeg ik als antwoord dat vele ouders dank zij een beurs wel een technische opleiding zien zitten maar vrezen een duurdere en langere opleiding aan de universiteit niet te kunnen betalen. Zo zijn er de voorbeelden van Fabiola en van Sara die afstudeerden als verpleegster. Na een tijd gratis gewerkt te hebben (daar vrij gebruikelijk) slaagde Sara erin een vaste betrekking te verwerven. Nu ze zelf een inkomen heeft, studeert ze buiten haar werkuren verder aan een universiteit om zo een hoger verpleegstersdiploma te behalen. Ze koos bewust voor die dure univer-siteit, ook al omdat die bemiddelt bij tewerkstelling in het buitenland want voor velen is het een droom zoals vele landgenoten later in het buitenland te kunnen werken en zo hun familie te kunnen ondersteunen. Naar Ica Ica, en dan vooral de oase Huacachina, is een van de toeristische trekpleisters van Peru. De stad kwam onlangs in het nieuws door de aardbeving van 28 oktober 2011 die echter niet te vergelijken is met de grote aardbeving van 15 augustus 2007. Nu zijn er enkel gewonden maar weer werden vele woningen vernield en dat terwijl nog altijd slachtoffers van de vorige aardbeving dakloos zijn. In Ica woont en werkt de Colombiaanse zuster Lucia die al jaren de beurzen in Ica beheert. Ica ligt zo’n 100 km ten zuiden van El Carmen en ieder jaar reis ik dus naar daar om de zuster te bezoeken. Zoals gebruikelijk nodigde ik enkele personen uit El Carmen uit om me te vergezellen en trok dus met Alma, Kirty en haar vriendin naar Ica. De heenreis verliep voorspoedig maar terugkeren was een ander verhaal… Zoals steeds ontving de zuster ons hartelijk. Zelf zet ze zich in in de pastoraal en in de gevangenis. Ze woont met haar 5 honden in een beveiligde wijk. Na een telefoontje verschenen José en Rosita. José is een ernstige jongen, goed student. Enkele jaren geleden kreeg zijn moeder een ongeval waarbij ze haar ruggengraat brak en nu als invalide door het leven moet. Vader verliet daarop het gezin maar keerde later terug. José studeert aan een privé-universiteit, die dus veel geld kost en zorgt voor zijn moeder waar hij kan. Rosita bleek zijn buurvrouw te zijn, een lerares godsdienst die zich het lot van de familie aantrok en nu zelfs een student uit het toch verafgelegen Mala had aangebracht. Na de gesprekken over de beurzen aten we in een restaurant in de stad en dit jaar won de zuster met een ietwat slinkse manoever onze jaarlijkse wedstrijd: “wie mag de rekening betalen?”. Dan naar de oase Huacachina waar de twee studentes bootje mochten varen. Op basis van de spontane gesprekken vrees ik dat de meisjes niet erg voorbereid zijn op hogere studies en met moeite het niveau van ons lager middelbaar kunnen halen. Doodjammer, maar wat wil je in een land waar de leerlingen enkel een halve dag les volgen, veel vakantie hebben en weinig gemotiveerd worden door ouders en leerkrachten? Het grootste avontuur bleek dus de terugreis te zijn. In Chincha hadden we 4 bustickets gekocht en vertrokken we zonder problemen, maar in Ica eiste men dat ieder zijn DNI (Documento Nacional de Identidad), zijn
6 identiteitskaart toonde en Alma en Kirty hadden die dus niet bij… Er hielp geen lieve moeren aan; Alma, een Mexicaanse lekenhelpster, van opleiding advocate, pleitte prachtig maar niets hielp. We mochten onder geen beding op de bus… Het-zelfde lot trof ook een Peruviaanse familie. De ouders hadden een DNI, de kinderen niet. Dus - volgens de gevolgde logica- mochten de ouders wel reizen maar de kinderen niet… Een duidelijke illustratie van de stroeve Peruviaanse bureaucratie. Stel je voor dat je in ons land voor iedere busreis je identi-teitskaart moet tonen. We besloten dan maar een taxi te nemen want als verantwoordelijke voor de twee jonge meisjes wilde ik uiteraard dat ze die-zelfde dag veilig thuis kwamen. Na heel wat palaveren vonden we een taxichauffeur die ons voor 120 sol, een kleine 35 euro, naar El Carmen wilde brengen. Tot onze verbazing stapte ook een leerkracht van het college van El Carmen in de kleine auto, wat dus wel een ideale gelegenheid was om over de school te praten. De geëngageerde leerkracht stelde dat van de 60 laatstejaars er zeggen en schrijven één geschikt was voor universitair onderwijs en verklaart onomwonden dat de kwaliteit van het college van El Carmen en de motivatie van de leerlingen beneden peil is. Hij bevestigde tevens het bekende verhaal van de pot verf: leerlingen met slechte punten gaan praten met de directeur en in de loop van het gesprek zegt die iets in de aard van: “die muur zou ik graag geschilderd zien” en als goede verstaander verschijnt de leerling enkele dagen later met een pot verf en begint “vrijwillig” de muur te schil-deren, waarmee hij of zij tevens de onvoldoendes overschildert… Ook jonge leerkrachten ontsnappen niet aan dergelijke praktijken. Ja, ok, ze mogen dan wel les komen geven in de school, maar hun wedde van de eerste maanden, die komt bij de directie terecht. Naar Mala Een van de studenten van zuster Lucia bleek in Mala te wonen, nogal ver van Ica en de zuster had niet zo veel contact met hem, een reden te meer om zelf kennis te maken met Magdaleno en zijn familie. Mala ligt in Pisco was mij gezegd maar Pisco is zowel een stad als een provincie en het bleek hier dus om de provincie te gaan, wat een reis van zo’n 150 kilometer betekende. Magdaleno is het 9de kind uit een gezin van 12. Vader bebouwt 4 hectaren en probeert zoals zovelen een restaurantje op te starten. Magdaleno’s oudste broer is priester en werkt in Ica en kwam via Rosita, een godsdienstlerares, in contact met zuster Lucia. Het onthaal was hartelijk. Vriendelijke en vooral dankbare mensen die een degelijke indruk gaven. (Foto: zuster Lucia)
Zoals vaker gebeurt, kreeg ik een complete maaltijd voorgeschoteld maar wat je hier zelden ziet… hier waren er groenten, toma-ten bij. Het is duidelijk dat de familie voor-uit wil; de meeste kinderen werken al of studeren nog. Magdaleno zelf studeert binnenhuisarchitectuur in Lima. Vele peters verkiezen ”sociale beroepen” en dat is heel goed te begrijpen maar in Peru is de sociale sector nog zeer slecht uitgebouwd, zowel qua opleidingen als qua beroepsmogelijkheden. Nieuwe beurskandidaten in El Carmen
7 In El Carmen wordt met enkele vertrouwden druk gepraat en overlegd over nieuwe kandidaten. Twee voorbeelden: zo is er dus Kirty, dochter van een jon-ge weduwe. Moeder werkt in een aspergefabriek maar dat is dus seizoensarbeid. Soms is er geen werk maar in andere periodes wordt er elke dag gewerkt, ook op zaterdag en zelfs op zondag, tot uren in de nacht. In afwachting dat er geld is om het eigen huisje af te maken woont ze met haar twee dochters in een kamer in het ouderlijk huis maar dat is op termijn geen houdbare situatie. Zeker na de reis naar Ica en de gesprekken met de leerkracht, heb ik Kirty en haar moeder aangeraden een technische opleiding te kiezen, zeker geen universitaire en er op aangedrongen dat ze zich goed voorbereidt. Ze zal dus een “pré” volgen, een opleiding die voorbereid op hoger onderwijs, iets wat overbodig zou moeten zijn maar in Peru heel gebruikelijk is. Dan is er Antoinette, meisje uit een gezin van 8. Eigenlijk studeerde ze vorig jaar al af maar kon niet verder studeren omdat ze op haar jongste zusje en broertje moest passen aangezien moeder moet werken om het gezinsinkomen enigszins op peil te brengen. Ze had zich al ingeschreven voor een ingangsexamen en werd daarop voorbereid door beursstudenten van A.M.I.E., maar op advies van een leerkracht nam ze ditmaal niet deel omdat haar voorbereiding nog niet was voltooid. En hoe moet het verder met Agusto, een jongen van 11? Moeder is overleden en vader liet hem gewoon achter in een krot van een huis. Een buurvrouw ving hem na enkele dagen op maar ze heeft al moeite om haar drie kinderen het nodige geven en sprak ons aan. Voor mijn vertrek gaf ik die dame wat geld om verder te kunnen maar een structurele oplossing dringt zich op. Onze vrienden in El Carmen werken daaraan. De jongen kan elke dag terecht in ons jonge-rencentrum waar ook zijn schoolwerk wordt opgevolgd. Misschien is een bij-zonder peterschap hier op zijn plaats zodat de jongen bij het gezin dat hem nu opvangt kan blijven en niet –zoals een oom voorstelde- naar eens soort jeugdgevangenis wordt gestuurd. En zo werken wij verder. Mede dank zij de beurzen van A.M.I.E. studeerden in El Carmen al jongeren af als dokter, landbouwingenieur, boekhouder, verpleeg-ster. Waar mogelijk helpen ze mee in de activiteiten van het jongerencentrum. Het is deugddoend te zien wat wij kunnen doen om mensen die daar vaak in echt armoedige omstandigheden leven, toch uitzicht te geven op een beter le-ven voor zichzelf, hun familie en hun gemeenschap. Mensen die een jongere in Peru willen steunen kunnen steeds contact met ons opnemen. Ook onze Franstalige vrienden verlenen beurzen in Peru, vooral in Pucallpa, een stad in het oerwoud. Daar steunt A.M.I.E. ook diverse kleine projecten waarover u in “Ons Krantje” zeker al heeft gelezen. Frans Parren (*) Kestepabro vzw staat voor: Kessenich steunt pater Brouns. Pater Brouns zette zich meer dan 20 jaar in voor de mensen van El Carmen, een aan de kust gelegen woestijndorp. Nu onze dorpsgenoot-missionaris van een welverdiende rust geniet, werken wij verder met de mensen van ter plaatse. Meer info kan u vinden op www.kestepabro.be
8
Fiscale attesten worden uitgereikt voor stortingen die op jaarbasis minstens 40 euro bedragen
Een kleine geschiedenis “Wat een geluk voor de straatkinderen” Drie jonge vijftigers beslissen hun verjaardag samen te vieren. Christine, meter van een jonge Haïtiaan, stelt voor de geschenken die ze bij die gelegenheid ontvangen, te vervangen door giften ten gunste van de kinderen die op straat leven sinds de aardbeving van januari 2010 en elke oriëntie in het leven verloren zijn. Op die manier verzamelen de “drie vijftigers 1035,50€ Wat een vreugde voor deze kinderen want met dat geld kunnen ze voedsel, kleren kopen en school lopen. Wat hun onderdak betreft, t.t.z. iedere dag een dak boven het hoofd, moeten ze wachten tot de president ze op zijn prioriteitslijst plaatst! In Haïti duur het lang, zéér lang, vooralleer ze bezig zijn een oplossing te vinden!
9 Dank je wel Christine voor dit schitterend voorstel! Dank aan de “drie vijftigers” om hun verjaardagsvreugde gedeeld te hebben met deze kinderen! Een voorbeeld waaruit zij “rijker” geworden zijn! Dank Françoise, Pol en Marc
UITZONDERLIJKE GIFTEN EN (DUO-)LEGATEN Misschien sta je wel stil wat er met je bezittingen zou gebeuren mocht je plotseling overlijden. In normale omstandigheden gaat alles naar erfgenamen en/of de staat. Maar waarom je bezittingen niet geheel of gedeeltelijk aan kansarme kinderen schenken bij wijze van legaat? Ook uitzonderlijke giften zijn bijzonder welkom. Beide zullen ons in staat stellen onze petekinderen nog beter te steunen via het financieren van peterschappen en projecten. Indien je hierover in alle discretie wil spreken, contacteer dan onze financieel verantwoordelijke Stefaan De Bondt (zie: contactadressen).
Rekening van A.M.I.E.: 000-3256960-88
De situatie van de vrouw in de derde wereldlanden Inleiding De ontwikkelingen in de wereld hebben de afgelopen decennia geleid tot een enorme technologische vooruitgang en een aanzienlijke groei van de productie in de industrie en de landbouw. Ondanks die ontwikkelingen heeft meer dan één miljard mensen geen inkomen en daardoor niet of nauwelijks toegang tot basisvoorzieningen als voed-sel, schoon water, onderdak, gezondheidszorg, onderwijs, brandstof, energie en trans-port. Er ontstaat een paradoxale situatie van toenemende armoede in een steeds rijker wor-dende samenleving. Dit lot treft zowel mannen als vrouwen maar vrouwen zijn op ve-lerlei vlakken het meest kwetsbaar. Dat armen steeds armer worden is te wijten aan het ontbreken van eerlijke handel, de verwaarlozing van het platteland, het gebrek aan voedselzekerheid en het falende beleid van regeringen. Met name dat laatste speelt een grote rol in landen waar de machthebbers sterk leunen op een aanhang van rijke ondernemers. Vriendjespolitiek, eigenbelang en corruptie zijn aan de orde van de dag. Feminisering van de armoede Dit wil zeggen dat het vooral de vrouwen zijn die te lijden hebben onder de armoede. Naar schatting bestaat 70% van de
10 1,3 miljard armen in de wereld uit vrouwen, wat betekent dat ruim 900 miljoen vrouwen niet méér verdienen dan één euro per dag. Over de afgelopen 25 jaar is het aantal plattelands-vrouwen dat in absolute armoede leeft met maar liefst 50% toegenomen. Het besluit om armoedebestrijding gericht op vrouwen hoog op de agenda te zetten in het actieplan van de Vierde Wereldvrouwen Conferentie in Beijing in 1995 lijkt geen halt te hebben toegeroepen aan de feminisering van de armoede. Wat is de oorzaak dat zoveel meer vrouwen dan mannen arm zijn? Naast de algemene oorzaken van armoede geldt voor vrouwen dat zij te maken hebben met ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen, resulterend in een maatschappelijke achterstand, die veelal cultureel bepaald is. Vrouwen horen te huwen, vrouwen hoeven geen opleiding te krijgen, vrouwen kunnen geen beslissingen nemen, vrouwen horen zich op te offeren voor hun man en kinderen, vrouwen moeten dienstbaar zijn aan mannen in de familie. Elementaire rechten als die op zelfstan-digheid en vrije huwelijkskeuze moeten vaak vanaf de grond worden bevochten. Zij verdienen veelal minder dan mannen ook al doen ze hetzelfde werk. Bovendien hebben ze vaak geen eigendomsrechten. Globalisering van de wereldeconomie speelt ook een belangrijke rol in de feminisering van de armoede. Vrouwen die een eigen inkomen verwerven door kleinschalige pro-ductie en verkoop, kunnen niet op tegen de goedkope geïmporteerde producten als gevolg van de liberalisering. Vrouwenhandel Er is sprake van vrouwenhandel als een vrouw met een mooi verhaal in een huwelijk of baan geluisd wordt waarbij haar paspoort ingetrokken wordt. In dit klimaat is geweld en dwang, bv tot prostitutie, mogelijk waardoor deze vrouwen in een extra kwetsbare positie terecht komen. Ook wanneer vrouwen misleid worden, bv als hen een baan in de huishouding beloofd wordt maar in werkelijkheid in de prostitutie belanden. Bij vrouwenhandel is er altijd sprake van een uitbuitingssituatie, zowel op fysisch als op psychisch vlak. Waar komt vrouwenhandel vandaan? Vrouwenhandel is geen nieuw verschijnsel. Al in het Romeinse Rijk werden vrouwen verhandeld. Aangezien zij als minderwaardig beschouwd werden was het geoorloofd om ze onder valse voorwendselen te lokken, bv als dienstbode. Onder invloed van het toerisme werden steeds meer vrouwen uit de Derde Wereld naar het Westen gehaald. Door de steeds groter wordende militarisering van de wereld kwamen ook steeds meer Wes-terse en andere militairen in aanraking met Derde-Wereld vrouwen. Op militaire basissen tiert de prostitutie weelderig. Ook de kloof tussen arm en rijk die steeds groter wordt is een belangrijk aspect van vrouwenhandel. Onder invloed van de verslechterde economische toestand zijn ook vrouwen genoodzaakt van het platteland naar de steden te trekken waar ze veelal werk vinden in de meest slecht betaalde jobs, zoals die in fabrieken en huishouding; wie hierin geen werk vindt, belandt in de prostitutie. En verder zijn er ook de talloze vrouwen die naar het buitenland gaan werken om hun gezin in hun land van herkomst te onderhouden (migratie); maar dit wordt
11 meestal gedwarsboomd door het feit dat vrouwen hun eigen inkomen niet mogen behouden om de schuld terug te betalen. Ook het ontnemen van de paspoorten belet hen weg te trekken Situatie van de vrouwen in enkele landen De Filipijnen Op de Filipijnen zijn vrouwen meestal verantwoordelijk voor het welzijn van het gezin en moeten zij er elke dag weer voor zorgen dat er genoeg eten is. Het is dan ook een dagelijkse strijd om het bestaan. Naast huisvrouw en verzorgster van de kinderen leveren ze vaak een bijdrage aan de inkomsten van het gezin. Door werkloosheid of afwezigheid van de man zijn de inkomsten van vrouwen steeds vaker de enige in het gezin. Inspanningen om de kosten van levensonderhoud te drukken en het gebrek aan openbare voorzieningen zoals elektriciteit en stromend water te compenseren, zijn veelal het werk van vrouwen. Dat varieert van urenlang reizen en/of in de rij staan voor de goedkoopste producten tot het sjouwen met brandstof en water. Ondanks al deze inspanningen zijn het juist de vrouwen die het minste en het slecht-ste voedsel krijgen. Culturele factoren bepalen dat eerst de man en kinderen eten en dat wat er overblijft –de restjes- voor de vrouw is. Er wordt verwacht dat de vrouw zich opoffert voor haar gezin. Dit leidt vaak tot ondervoeding. Uit een onderzoek blijkt dat vrouwen een schrijnend tekort hebben aan jodium, proteïne, thiamine, vitamine A en B2 en aan bloedarmoede lijden. Vrouwen hebben veel vaker last van kropgezwel (door jodiumgebrek) en bloedarmoede onder de zwangere vrouwen is met 43% zeer hoog. Ondervoeding en gebrek aan voedingsstoffen heeft grote gevolgen voor zwangere vrouwen. Ze bevallen van kinderen die te licht en ondervoed zijn bij de geboorte, hebben veel vaker miskramen, doodgeboren kinderen en kinderen die kort na de geboorte overlijden. Kinderen die het overleven hebben een grotere kans op lichamelijke en geestelijke handicaps. De situatie van vrouwen op de Filipijnen reflecteert de positie van vrouwen in andere delen van de wereld. Een rapport van de Wereldbank uit 1993 schat dat wereldwijd 450 miljoen vrouwen lijden aan groeistoornissen als gevolg van ondervoeding; dit ge-tal zal ongetwijfeld toegenomen zijn in de loop van de jaren. In Haïti, meer bepaald in het binnenland Je kan ze zien langs de stoffige wegen, met hun wiegende heupen en zware lasten op hun hoofd. Ze gaan of komen van de markt, ze zijn op weg. Dit beeld valt op in het Centrale Plateau van Haïti. Inderdaad, in het binnenland is de marktplaats de plaats van de vrouw. Alle dagen bij het opgaan van de zon gaan ze op weg met of zonder ezel; uren zitten ze met een wijde rok en een grote strohoed op een klein stoeltje, met tussen hun knokige knieën een paar ajuinen, met enkele bieten, met mais, met bonen en er wordt verteld, prijsgemaakt.. Soms kan het er heftig aan toe gaan. In de late avond keren ze huis-waarts, een deel van hun geld omgezet in benodigdheden voor hun kinderen, de rest diep weggestoken. Thuis immers wacht hun kroost en dan moet er nog eten gemaakt worden. De plattelandsvrouw is een zeer hard werkende vrouw. Met het ontstaan van de lagere scholen en de werking van de missionarissen kwam er verandering in het leven van de plattelandsvrouwen. De meisjes gaan nu naar school, soms behalen ze de eerste plaatsen, wat niet altijd tot vreugde stemt bij de jongens. En na de middelbare school zijn er ook heel wat meisjes die naar de hogeschool of de universiteit gaan. En toch bekleedt de vrouw in het gezin, in de maatschappij, nog steeds de tweede plaats. Het eten wordt eerst aan de man gegeven, dan de jongens, dan de meisjes en als laatste eet de moeder; dikwijls wordt het enkel het reinigen van de kookpan. De vrouw moet voor alle huishoudelijk werk instaan. De man werkt op het land en
12 heeft een “métier”. Hij “dirigeert” zijn geld. Als het de man uitkomt, neemt hij de school-kosten van zijn kinderen op zich, maar vaak draagt de moeder ook die kosten. Jonge meisjes worden zeer streng opgevoed. Jongens, als ze man worden, krijgen hun eigen plaats in het gezin en moeten hun moeder niet meer gehoorzamen. De bevalling is het werk van de buurvrouwen, de mannen staan buiten te praten. Soms wordt de geboorte in gang gezet met behulp van allerlei kruiden, soms is de bevalling voor jonge moeders een echte kruisweg en eindigt het fataal. Toch wil de vrouw moeder worden want in Haïti is de moeder-kind relatie belangrijker dan de man-vrouw relatie; een kind geeft haar waarde in de maatschappij. De eerste maanden na de geboorte, slaapt het kind bij de moeder en de man gaat elders “om zich te voldoen”. De vrouw wil ook een “gehuwde” vrouw zijn; dit is een grote eer voor haar. Liefst wil ze huwen met een man die een ambt bekleedt of een grote naam heeft; ze wordt dan Madame van Jef of Paul. De plattelandsvrouw ziet men niet met haar man in het o-penbaar. Elk gaat zijn eigen weg; zij op een ezel, hij op een paard, de man met de fiets, zij te voet, de man met de vrienden, zij met de kinderen en andere moeders. Voor de buitenechtelijke kinderen van haar man moet ze ook zorgen, vandaar dat de gezinnen niet alleen kinderrijk zijn maar dat je er ook kinderen van verschillende moe-ders ziet. De vrouw zorgt voor die kinderen alsof het haar eigen kinderen zijn. Ondanks haar tweederangspositie is de vrouw in Haïti een verantwoordelijke vrouw, de spil van de maatschappij. Zij heeft het meest genoten en gekregen van de missionering en de kerk. Ze is nu een ontwikkelde vrouw. Dank zij haar zal de toestand op het platteland verbeteren en de armoede verminderen, want zij is een moedige, werkende en liefhebbende vrouw. In DR Congo De situatie van de vrouwen in Congo verschilt weinig of niets in dat van de vrouwen op de Filipijnen. Maar hier wil ik vooral het gezondheidsaspect even toelichten. Congo telt 68 miljoen inwoners en beschikt over een budget dat overeenkomt met dat van een grote Belgische stad. Slechts 3,62% van de overheidsuitgaven wordt besteed aan gezondheidszorg, waarvan 80% dient om het lage loon van het medisch personeel te betalen. Er blijft nauwelijks iets over voor infrastructuur, geneesmiddelen enz. Om haar karige middelen aan te vullen doet de regering beroep op donoren maar deze zijn niet altijd goed op elkaar afgestemd. De gezondheidszorg lijdt onder een gebrek aan kwaliteit, maar is ook onderhevig aan andere factoren: gebrek aan financiering van regeringswege, patiënten die de zorgen niet kunnen betalen, te veel medisch personeel dat vaak slecht opgeleid en onder-betaald is, onbetrouwbare geneesmiddelen, risicozwangerschappen als gevolg van het hiv-virus en malaria, de slechte wegen die de toegang tot het ziekenhuis bemoeilijken. Daarnaast zijn vrouwen ook slecht opgeleid. Ook andere “genderaspecten” zoals hu-welijken op jonge leeftijd, spelen een belangrijke rol in de preventie van risico-zwan-gerschappen en kinderziekten, alsook in de gezinsplanning. Bevallingen lopen vaak slecht af wat te maken heeft met de zogenaamde “3 vertragingen”: vertraging bij de beslissing om naar het ziekenhuis te gaan, vertraging bij het zoeken naar vervoer (heel wat zwangere vrouwen overlijden tijdens de lange voet-tocht naar het ziekenhuis als ze geen vervoer hebben) en vertraging bij het toedienen van medische zorgen. Enkele gedachten uit een interview met Dr. Marleen De Temmerman, gynaecologe en heel begaan met de vrouwenproblematiek in de Derde Wereldlanden. Zij stelt dat moedersterfte een onrecht is dat kan bestreden worden maar dat de wereld (nog) niet (genoeg) wil luisteren. Het is voor haar en voor velen onaanvaardbaar dat er elke minuut een vrouw sterft aan een poging tot leven geven.
13 Traditionele vroedvrouwen leren het vak van moeder op dochter; ze zijn er om te helpen in de aanloop naar de bevalling. Maar het zijn “slechts ervaringsdeskundigen” zonder scholing. Meestal loopt een bevalling goed af maar als het fout loopt kan het goed fout gaan. Het grootste probleem is dat ze de vrouwen die op het punt staan te bevallen niet snel genoeg “insturen”. En voor de medische complicaties missen ze de nodige kennis. Op het platteland blijft men vaak beroep doen op de traditionele vroedvrouw. Ze komt uit de streek, heeft een goede band met de bevolking, gezag en aanzien, gebruikt producten uit de natuur zoals kruiden…Om al deze redenen blijven mensen hen toch inschakelen. Maar als ze goed opgeleid worden en bv. leren wanneer ze een vrouw moeten “insturen”, dan kunnen ze heel nuttig zijn. Als ze de vrouwen niet dagen “in arbeid laten zitten” dan zijn we al een heel eind verder. De vooruitgang in het terugdringen van de moedersterfte is heel mager. Dat heeft drie redenen. Vooreerst hadden heel wat vrouwen nooit zwanger mogen worden. De gen-derverhoudingen liggen nog altijd krom. Een beleid van “just say no” is onvoldoende; we moeten de bevolking opvoeden en sensibiliseren.
De eerste oorzaak heeft dus vooral te maken met vrouwenrechten, gender en empowerment. Ten tweede moet iedereen die dit wenst over voorbehoedsmiddelen kunnen beschikken. Dan zouden er veel minder zwangerschappen en sterftes zijn. Nu hebben enorm veel mensen geen toegang tot deze middelen. Ten derde moet er gezorgd worden voor een optimale zorg bij zwangerschap en bevalling. Als de overheid over beperkte middelen beschikt kan ze niet alles doen. Ze moet zich concentreren op twee zaken: voorbehoedsmiddelen verstrekken en het probleem van de bloeding aanpakken. In vele landen zijn bloedingen doodsoorzaak nummer één in het kraambed; door ziekten en slechte voeding lijden veel vrouwen aan bloedarmoede. Als de faciliteiten om de bloeding te stoppen ontbreken dan kan de vrouw snel doodbloeden. 80% van de vrouwen in Afrika gaat naar de prenatale consultatie maar nog geen 15% bevalt in het ziekenhuis. In de prenatale zorg kan men er dus voor zorgen dat, door goede voeding en ijzertoediening, vrouwen “sterker aan de start van de bevalling komen.”
14 Een ander probleem in Afrika, zeker in Congo, is het seksueel geweld op vrouwen. Vrouwen werken veelal in de landbouw. Maar uit angst om verkracht te worden, dur-ven zij soms nog nauwelijks het huis uit om hun land te gaan bewerken. Jonge meisjes blijven vaak weg van school, ook al omdat ze op weg van of naar school weerloze doelwitten zijn. Vrouwen en meisjes riskeren niet alleen seksueel of ander fysiek geweld maar worden geregeld gedood. De ongecontroleerde verspreiding van wapens is hier een grote oor-zaak van. Die maakt dat mannen hun gang kunnen gaan. Aangifte van verkrachting wordt zelden gedaan door de vrouwen. Op verkrachting rust een groot taboe in de Congolese maatschappij. Vrouwen die daarmee naar buiten ko-men, dreigen verstoten te worden door de hele dorpsgemeenschap. En dan staan ze er helemaal alleen voor. Rechters nemen het geweld vaak niet ernstig. Ze mini-maliseren de agressie of suggereren dat de vrouwen het zelf hebben uitgelokt. Daar-door blijven de daders vaak buiten schot. Maar vrouwen zullen meer geneigd zijn om klacht in te dienen als die ook daadwerkelijk onderzocht wordt en de dader(s) bestraft worden. Dan is verandering en verbetering mogelijk Vrouwen riskeren nog altijd hun lichaam en hun leven door te werken op het land. Schrijnend, want het verscherpt alleen nog meer de armoede, want vrouwen die niet kunnen gaan werken kunnen hun gezin ook niet voeden. Afrika heeft nog een lange weg af te leggen op vlak van gezondheidszorg. Het sterf-tecijfer ten gevolge van mazelen is spectaculair gedaald en ook de preventie van malaria gaat in stijgende lijn. Maar op vlak van moedersterfte valt er heel wat minder goed nieuws te melden. In Centraal-Afrika sterft één moeder op 16 bevallingen. In de andere ontwikkelingslanden één moeder op 344 bevallingen. Even vergelijken met België: slechts één overlijden op de 5.600! In de hele wereld verliezen niet minder dan één miljoen kinderen hun moeder bij de geboorte van een broer of zus. Nog eens tien tot vijftien miljoen vrouwen lijden aan langdurige verwikkelingen zoals bv. de vaginale fistel, als gevolg van een lange be-valling of van een slecht uitgevoerde keizersnede. Een vaginale fistel is niet dodelijk maar leidt tot sociale uitsluiting; door de inscheuring worden vrouwen incontinent, soms levenslang indien ze een operatie niet kunnen betalen, en worden hierdoor ver-stoten door hun man en familie. In andere Afrikaanse landen veroorzaakt de besnijdenis van jonge meisjes heel wat problemen als ze later moeder worden en bevallen. Positieverbetering Wereldwijd zetten vrouwen zich in voor hun positieverbetering en nemen hun lot in eigen hand, desnoods tegen de klippen op. Zozeer zelfs dat in de laatste jaren ook op het niveau van beleidsmakers doordringt dat armoedebestrijding speciaal aandacht dient te besteden aan de positie van de vrouw. Daarnaast steunen veel ngo’s in toenemende mate projecten die door en voor vrouwen opgezet worden. Tegelijk is het van belang dat vrouwen lobbyen bij volksvertegenwoordigers om de be-staande wetgeving in hun voordeel veranderd te krijgen. Veel vrouwen zullen er bv. bij gebaat zijn wanneer wetten hun niet langer verbieden om land te bezitten of land en goederen te erven. Maar er is vooruitgang. De opleidingsgraad van vrouwen neemt wereldwijd toe en ook de arbeidsparticipatie en sociale positie van vrouwen gaat erop vooruit. Vooral in landen met conflictsituaties blijken vrouwen de sterke schouders die het gezin bijeenhouden. Noodgedwongen doen vrouwen in conflictgebieden dingen die ze anders nooit zouden doen. Wanneer conflicten eindigen, stappen deze vrouwen niet zomaar terug in hun traditionele rol. Het zijn vaak vrouwen die aansturen op vrede.
15 Maar het zijn ook vrouwen die het land weer heropbouwen. De mannen berooid, gebroken of verdwenen, tonen vaak veel minder veerkracht. De opkomst van de vrouw als hoofd van het gezin zien we niet alleen in landen waar bloedige burgeroorlogen plaatsvinden, maar doet zich ook voor in gewelddadige macho samenlevingen zoals in Latijns-Amerika en de Caraïben. Het geljkwaardig worden van man en vrouw is een traag proces. Maar hoopvol is dat in oktober ll. drie vrouwen de “Nobelprijs voor de Vrede” ontvangen hebben, waaronder twee vrouwen uit Liberia. Eén van hen is de eerste vrouwelijk presidente in Centraal-Afrika, een ander een journaliste uit Jemen. Ongetwijfeld zal deze toekenning een hart onder de riem steken van alle vrouwen over heel de wereld en een heel sterk signaal zijn naar alle regeringen. En als peter en meter van A.M.I.E. geven we jonge meisjes, jonge vrouwen de kans om naar school te gaan of een beroepsopleiding te volgen waardoor zij ongetwijfeld ster-ker in het leven en in hun maatschappij zullen staan en waardoor zij hun kennis aan hun eigen kinderen zullen doorgeven. Dank voor jullie steun. Marleen Lanckman Bronnen: Internet, Dimensie April-Mei 2011, Parochieblad, mei 2011, Visie sept. 2011, de tekst over de vrouw in Haïti werd geschreven door zuster Roza Vanden Broucke, oudmissionaris in Haïti
Peterschappen in Haïti Momenteel heeft A.M.I.E., Nederlandstalige afdeling,73 peterschappen. De meeste pe-tekinderen leven in Hinche en Bois Laurence. Hinche ligt in het “Massif du Nord”, op 137km ten NO van Port-au-Prince. Veel petekinderen lopen school in het “Collège St. Martin de Porres” waar Père Jéthro Noël directeur is en tevens verantwoordelijk is voor de peterschappen. Père Jèthro is de opvolger van zuster Roza Vanden Broucke. Père Jéthro is er verantwoordelijk voor 41 petekinderen. Vaak proberen de petekinderen een klein kamertje in Hinche te huren omdat ze te ver van de school wonen. Iets ten Noorden van Hinche ligt Bois Laurence, niet zover van de Dominicaanse Republiek. Daar is pater Freddie Lucena, Filippijnse scheutist, verantwoordelijk voor 26 petekinderen. Hij is de opvolger van pater Lieven Laga, scheutist. Vaak gebeurt het dat de vader het gezin verlaat in de hoop werk te vinden in de Dominicaanse Republiek. Een terugkeer zit er niet altijd in. Moeder draagt dan alleen de zorg voor haar gezin.
16 De kinderen gaan of in Bois Laurence naar school of in de buurt ervan. In Port-au-Prince zijn er samen een zevental petekinderen bij soeur Maryse Georges en bij pater Jan Hoet, scheutist. De Franstalige afdeling telt in totaal 113 petekinderen. Er zijn 29 petekinderen in Port-au-Prince bij soeur Maryse Georges; de scholen en de communauteit van soeur Maryse werden, zoals u weet, zwaar getroffen door de aardbeving. In Piéton Ville, ten zuiden van Port-au-Prince, heeft Sr. M. Cesard 27 petekinderen waarvan er enkelen ook in de hoofdstad verblijven. In les Caeys, op 194 km ten ZW van de hoofdstad, heeft Sr. Pauline Midy 56 petekinderen. Deze zuster werkt al heel lang samen met A.M.I.E.. In het “Centre de Aquin”, eveneens ten zuiden, heeft sr. Pauline Lamontagne 1 petekind. Het is niet eenvoudig om peters en meters te vinden die een peterschap willen nemen en zich over een lange periode willen engageren voor een kind in Haïti. Een land kan maar uit het slop geraken als de jonge generatie de kans krijgt om school te lopen; naar school gaan is leren schrijven, leren rekenen, leren ideeën for-muleren, inzichten opdoen, een eigen mening en persoonlijkheid ontwikkelen, kortom zich voorbereiden op het leven als volwassen persoon en zo voldoende intellectuele bagage te hebben om aan de slag te gaan. Maar veel kinderen krijgen die kans niet in Haïti. De schoolkosten zijn voor de meeste ouders te hoog; ze hebben amper voldoende om te eten, laat staan dat ze dan nog wat over hebben om schoolboeken, uniformen… te kopen voor hun kinderen. Het gebeurt dan ook vaak dat ouders alle mogelijke inspanningen doen om toch één kind uit het gezin naar school te laten gaan. Het moet ons toch tot nadenken stemmen. Het is weer Kerst- en Nieuwjaarstijd, momenten waarop veel kadootjes uitgedeeld worden en gefeest wordt. A.M.I.E. heeft nooit geld uitgegeven aan reclame We kennen enkel de mond-aan-mond reclame die uiteraard gratis is. Peters en meters kunnen mis-schien met de feestmomenten van de gelegenheid gebruik maken om over hun petekind(eren) te vertellen en vrienden of familie warm te maken om zich ook te engageren voor een peterschap. Enige tijd geleden kreeg ik een telefoon van een oud-peter. Zijn oud-petekind, intussen een jonge vader, werd getroffen door de aardbeving. Van hieruit is de oud-peter op zoek gegaan naar zijn vroeger petekind Met de hulp van de verantwoordelijke in Port-au-Prince en met gegevens over het petekind, heeft hij hem gevonden. Hij verbleef in één van de tentenkampen. En deze peter besloot om hem opnieuw te steunen, een steun die zijn kindje de mogelijkheid zal geven om naar school te gaan. Toch mooi, niet? De volgende kinderen zoeken een peter en/of meter: Georges Jamesly: °23/03/2005 Dit jongetje is een weeskindje. Een nonkel zorgde voor hem maar deze is werkloos geworden en kan hem niet verder helpen. Het jongetje zit in het eerste leerjaar. Verantwoordelijke: Sr. Maryse Georges Merove Paulency: °14/08/2007 Het gezin heeft drie kinderen; de ouders hebben geen werk en kunnen met moeite de eindjes aan elkaar knopen. Het jongetje zit in het tweede leerjaar. Verantwoordelijke: Sr. Maryse Georges Stevens: °03/01/2003
17 Het gezin telt zeven kinderen. De ouders zijn werkloos. Het gezin heeft financiële moeilijkheden om de kosten voor eten, huur en school te betalen. Verantwoordelijke: Sr. Maryse Georges Roude: ° 10/10/2005 Het gezin telt zes kinderen. De ouders gaan bedelen. Verantwoordelijke: Sr. Maryse Georges Indien u één van deze kinderen een peterschap wilt geven, kunt u contact opnemen met Marleen Van Oudenhove-Lanckman of met Janine Clapuyt-Van Rossum (contactadres: voorlaatste bladzijde van Ons Krantje).
ABONNEMENT A.M.I.E. verhoogt de peterschapsbijdrage niet om de druk- en verzendingskosten van Ons Krantje te bekostigen. Daarom vragen wij onze lezers en lezeressen een vrijwillige bijdrage vanaf 4 euro te willen storten op rekening: BE56 0003 2569 6088 (BIC: BPOTBEB1) onder vermelding : «Abonnement Ons Krantje». Dank bij voorbaat
Op de Filipijnen gemaakte kerststal van blik, waarin verschillende beeldjes op een veer staan.
De langste kerst ter wereld De Filipino's houden van kerst. Niet een beetje, maar heel erg veel. Niet zo vreemd dan ook dat het langste kerstseizoen ter wereld te vieren is op de Filipijnen. Want
18 op de Filipijnen wordt kerst gevierd van september tot en met februari, van zonsopgang tot zonsondergang. In de overige maanden wordt er vooral naar uitgekeken. Op de Filipijnen kun je met kerst een wens uit laten komen. Dat is heel simpel. Alles wat je moet doen is naar de Misa de Gallo (Hanenmis) of Simbang Gabi (Nachtmis) gaan. Dat betekent het bezoeken van negen misdiensten op een rij tussen 16 en 24 december. De parol (een kerstster van bamboe) en de belen (een kerststalletje) horen ook bij de traditionele viering, die is overgewaaid met de komst van katholieke missionarissen. Bij kerst horen ook de Filipijnen traditionele gerechten, zoals de bibingka (Een dikke pannenkoek met stukjes ei en geraspte kokosnoot er over heen), puto bumbong (Een paarse delicatesse, gemaakt van plakkerige rijst en gewikkeld in bananenbladeren), en salabat (een theesoort). Ook tijdens Noche Buena ("Goede nacht" oftewel: kerstavond) worden veel heerlijke gerechten geserveerd. Zo smikkelen families graag van hamon (een ham met honing), queso de bola (edammer kaas) en tsokolateeh (warme chocolade). Dat vinden ze op de Filipijnen heerlijk knus. Tijdens deze avond worden de cadeau’s onder kerstboom uitgepakt, een boom die er waarschijnlijk al staat sinds november. Een andere Filipijnse traditie is de Panunuluyan, een toneelspel waarin het zoeken van een slaapplaats door Jozef en Maria wordt nagespeeld, begeleid door folkloreliederen. Want zingen en kerstliederen ten gehore brengen is ook populair op de Filipijnen. Gezelligheid, dat kennen ze daar wel tijdens de langste kerst ter wereld!
KUNNEN WE NOG MEER DOEN? Zoals vele Belgen bent u gevoelig voor menselijke problemen en voor de gevolgen van het natuurgeweld dat onze planeet treft. U steunt daarom organisaties zoals 11.11.11., de Damiaanactie, Artsen zonder Grenzen en vele andere. Dat is geweldig! Zoals duizenden sympathisanten erkent u de verdiensten van de acties die A.M.I.E. reeds meer dan 30 jaar voert. Bovendien steunt u ons om verder het hoofd te bieden aan de problemen inzake gezondheid, onderwijs of kinderarbeid, werkgelegeheid voor volwassenen en jong volwassenen in de achtergestelde landen waar we aanwezig zijn dank zij vrijwilligers. Net als vele anderen biedt u financiële steun om kleine projecten te helpen realiseren of via individuele- of groepspeterschappen kinderen toe te laten te studeren. Deze financiële hulp (vanaf 40 € per jaar) is fiscaal aftrekbaar. Dat betekent dat de Staat u steunt in uw hulp aan A.M.I.E. Maar enkelen denken reeds veel verder en wensen dat hun hulp doorgaat zelfs al zijn ze niet meer op deze aarde. Sinds enkele jaren is het mogelijk om een duo-legaat in uw testament op te laten nemen, een formule waardoor uw erfgenamen geen sucessierechten moeten betalen. HET DUO-LEGAAT: Wat is dat? Het is niet zo moeilijk (en uw notaris helpt u als het geval zich voordoet). U maakt een testament op waardoor u een legaat schenkt aan een of meerdere personen (uw erfgenamen) en een tweede legaat aan een vzw, zoals A.M.I.E. A.M.I.E. betaalt alle successierechten, ook die van de kinderen, van de familie of andere personen. Welnu, een vzw zoals AM.I.E. betaalt in Wallonië slechts 7% op het bedrag van zijn legaat, in Brussel 12,5% en in Vlaanderen 8,8%, terwijl een prive-persoon, zelfs in rechte lijn, een veel hogere belastingstarief moet betalen. Op die manier zal uw belangrijkste erfgenaam, terwijl gelijktijdig A.M.I.E. wordt gesteund, een netto bedrag overhouden dat veel hoger ligt dan bij een gewoon testament. Een sprekend voorbeeld: De heer Dubois-Van Houtte wenst een legaat van 150.000€ te schenken aan zijn petekind Luk die ook zijn neef is.
19 Volgens de klassieke formule wijst hij Luk aan als bestemmeling van deze 150.000€. Deze zal 42,5% successierechten betalen en zal dus netto 86.250€ ontvangen. Volgens de formule “Duo-legaat” schenkt de heer Dubois-Van Houtte 100.000€ aan Luk en 50.000€ aan A.M.I.E.. A.M.I.E. ontvangt 50.000€ maar betaalt de successierechten op het geheel van de erfenis. In Wallonië zal A.M.I.E. (in de plaats van Luk) 37,5% op de 100.000€ betalen en 7% op de 50.000€ (dat ze onmiddellijk ontvangt). In totaal zal A.M.I.E. 41.000€ betalen en 9000€ overhouden voor haar activiteiten. Voor Vlaanderen geeft eenzelfde berekening aan dat A.M.I.E. 41.900€ voor haar rekening neemt en er 8100€ overblijft voor haar activiteiten. In Brussel zal A.M.I.E. 43.750€ betalen aan de Staat en over 6250€ beschikken voor haar activiteiten. Bovendien zal Luk 100.000€ netto ontvangen (een winst dus van 13.750 in vergelijking met de klassieke formule). Bovendien is het A.M.I.E. die belast zal worden om het administratief en fiscaal beheer van de erfenis op zich te nemen. Verdere informatie kunt u vinden op www.notaris.be of bij uw notaris die voor u een aangepaste formule kan uitwerken.
Wij brengen hulde aan onze jubilarissen We brengen vandaag graag hulde aan onze missionarissen, dankzij wie we aan ons ideaal kunnen verder bouwen om in de Derde Wereld kinderen en/of hun ouders in nood ter hulp komen. Alleen via hen immers kunnen we die godvergeten sukkelaars bereiken en er zeker van zijn dat jullie giften integraal aangewend worden zoals jullie het wensen. Zonder hen zou A.M.I.E. zelfs niet eens bestaan. Het is dus maar normaal dat we onze missionarissen (en hun congregaties) zo dankbaar zijn. Want, ondanks de reeds zware taakbelasting die ze de hele dag door moeten torsen (de 35 urenweek kennen ze niet …) zien ze - zonder persoonlijke vergoeding - niet op tegen al dat bijkomend werk. Ze suggereren ons niet alleen «Kleine Projecten» maar voeren ze ter plaatse met de nodige tact en efficiëntie uit. Een eerste woordje van dank aan de nestor onder onze jubilarissen, Zuster Guido.
Diamanten jubileum van Zr. Guido We feliciteren Zuster Guido (Marie-Louise Vanhaeren), zuster van het H. Hart van Maria in Berlaar, met haar 60 jaar kloosterleven, waarvan er 58 in het teken stonden van de minstbedeelden onder de Brazilianen. Het jubileum vond plaats op 19 juli ll. We zijn haar dankbaar omdat we via haar kinderen konden ter hulp komen en spreken de hoop uit dat ze haar gedegen missiewerk nog vele jaren verder mag kunnen zetten.
Zr. Guido is voor 't ogenblik onze enige vertegenwoordigster in Brazilië sinds onze goeie vriend pater Bento le Fevere, sdb, die we jarenlang doorheen de hele Salesiaanse provincie van Noord-Brazilië gevolgd hebben, te maken kreeg met gezondheidsproblemen. Onze oudste weldoeners herinneren zich waarschijnlijk nog de straatkinderen uit Humaita, die vanaf 1980 «picolés» (waterijsjes) maakten en ver-kochten en een artisanale bakkerij opstartten. Bento bedacht jeugdcoöperatieven die straatkin-deren toelieten een beroep aan te leren zodat ze hun familie uit de nood konden helpen en zelf een betere toekomst ambiëren. We slaagden er aldus in honderden, ja zelfs duizenden gezinnen een helpende hand te reiken. Zuster Guido is actief in de sloppenwijken van Montes Claros met haar Braziliaanse medezuster, zuster Lêda. Ze is de opvolgster van wijlen zuster Renata. Onze samenwerking met de
20 zusters van het H. Hart van Maria in Berlaar, en meerbepaald zuster Juliana, duurt nu al meer dan 12 jaar. Enkele staaltjes van wat we allemaal samen verwezenlijkt hebben:
Kerstpakketjes (dankzij die actie, die het nog altijd uitstekend doet bij onze weldoeners) krijgen 250 - 300 gezinnen gedurende een tweetal weken wat meer en beter voedsel (zie foto hierboven) Verplichte schoolbenodigdheden voor zo'n 250 kinderen in de sloppenwijken «Castelo Branco» Wekelijkse soepbedeling Inhaalcursussen om de leerlingen meer slaagkansen te bieden Diverse cursussen voor huismoeders en tieners (snit en naad, tekenen en schilderen, keukenactiviteiten, enz.) met praktijk Coöperatieve «Vrouwen in actie» om de tijdens de praktijk gemaakte voorwerpen te verkopen. De winst wordt onder de deelneemsters verdeeld.
Lessen en praktijk gaan door in het nieuwe gemeenschapscentrum (sloppenwijk «Eldorado»), waarvan de bouw gedeeltelijk gefinancierd werd door de stad Antwerpen. We zouden er graag een speelzaaltje inrichten waar de kinderen kunnen spelen met hun moeder en zich zo verder en beter ontwikkelen (zie Project 519-5 op bladzijde ) In Peru kunnen we rekenen op Gaby Tremblay, een Canadese kloosterlinge van de «Missionarissen van de Onbevlekte Ontvangenis». We hebben haar nooit ontmoet, maar hebben via Internet en «Skype» zo'n nauwe vriendschapsbanden aangeknoopt dat ze ons bij haar zuster in Québec uitgenodigd had voor de viering van haar 50 jaar kloosterleven. Als we nieuws krijgen over de stand van zaken ter plaatse en over hoe het gesteld is met hen die we steunen, dan is het van haar.
Gouden jubileum van Zr. Gaby Tremblay We delen in de vreugde van Zuster Gaby, die als missionaris van de Onbevlekte Ontvangenis (m.i.c.) haar leven heeft gewijd aan de Peruanen en feliciteren haar van ganser harte ter gelegenheid van haar gouden jubileum (20/08/2011). We zijn wat trots dat we - een beetje slechts weliswaar en van wel heel ver deel mogen uitmaken van haar leven.
Onze samenwerking begon in 2002 en had tot doel het dispensarium «de Heer der Wonderen» te steunen, waarvan Zr. Gaby de leiding had en waar Indianen uit de Selva, die ver van de beschaving woonden en die enkel per prauw naar Pucallpa konden, de nodige zorgen konden krijgen. Het klimaat en het oerwoud, waar het krioelt van de insecten en de slangen, zijn een wel heel mensonvriendelijke omgeving en medische hulp kan men er onmogelijk vinden. Die Indianen evenals de minderbedeelden in Pucallpa hebben werkelijk niets en worden straffeloos uitgebuit. Daarom richtte Gaby een vrijwilligersteam op om de hulpverlening te kunnen optimaliseren (gehandicapten, zwaar verbranden, mensen met kanker of die een dringende operatie moesten ondergaan, vrouwen die mishandeld werden, kinderen die verkracht waren en uitgebuite gezinnen). Zo ontstond de «Sociale Pastorale». Vóór ze overgeplaatst werd naar Lima vroeg en verkreeg ze dat ze naast de minderbedeelden in de hoofdstad ook verder kon blijven instaan voor de «Sociale Pastorale», want het is een vrouw die graag de handen uit de mouwen steekt, die met mensen wil omgaan en die een hartsgrondige hekel heeft aan papierwerk! In Lima heeft ze nu de «Ziekenpastorale» en de «Maria Voorzienigheid»groep, die zich richt tot gezinnen en kinderen in nood, onder haar hoede.
21 We steunen wat graag haar acties en delen haar idealen. Wil jij ook haar beschermelingen een zetje geven, steun dan Project 402 (zie bladzijde)
En dan is er Pater Pol Feyen, die een drievoudige verjaardag te vieren had! Op 19 augustus ll. vierde pater Pol Feyen zijn 70e verjaardag, 50 jaar als Salesiaan en 50 jaar verblijf in Kongo. Onze oprechte geluk wensen aan deze goede vriend en missionaris We krijgen een bijzonder warm gevoel bij onze wederzijdse vriendschap en zijn tomeloze inzet. Pol, een lang en gelukkig leven nog temidden van je «Papillons», je kinderen uit Maison Papy!
Zijn familie had gedurende zijn vakantie in België voor een reuzenverrassing gezorgd met een groot feest in Hechtel (27/08/11): er waren 350 aanwezigen waaronder heel wat Salesianen en vrienden. Hij kreeg bovendien meer dan 300 verjaardagskaarten. Wij konden er jammer genoeg niet bij zijn: motorisch niet uit de voeten kunnen is wel bijzonder erg op bepaalde momenten! Pol heeft vrienden in overvloed. Hij heeft dan ook een innemende persoonlijkheid, is oprecht en loyaal, heeft respect voor anderen en is de bescheidenheid zelve. Nagenoeg iedereen kent en waardeert hem: je moet maar eens zien hoeveel Belgen hem een bezoekje brengen in Kinshasa, hoeveel pakketjes en opbeurende mailtjes, telefoontjes en briefjes hij krijgt! En wie hem met een bezoekje vereert kan erop rekenen dat hij hem of haar een tegenbezoekje tracht te brengen als hij weer eens in België is. Pater Pol bekommert zich reeds om jongeren sinds 1972 (Cité des Jeunes in Lubumbashi), maar we leerden hem pas kennen in 1988: hij zorgde toen voor straatkinderen en jongeren in nood in Lubumbashi. De opleiding die hij hun gaf stoelde op workshops en sport. Voor hem is sport immers een gezonde bezigheid die jongeren behoedt voor het oorkussen van de duivel, luiheid. En, hoewel ze op het terrein tegenstanders zijn, smeedt de sport nauwe vriendschapsbanden tussen hen. «Zijn jongeren» zijn trouwens nationaal kampioen geworden (1988), en nadien ook Centraal-Afrikaans kampioen. Voor die straatjongens, die van studeren geen kaas gegeten hadden, richtte hij een centrum op waar ze konden leren lezen en schrijven met daaraan gekoppeld een praktische opleiding beurtelings in workshops en op een hoe-ve. Dit liet de Missie toe financieel te overleven en de kinderen een beroep aan te leren, vlees, fruit en verse groenten uit de eigen tuin te eten en bij te dragen in de werkingskosten met hun werk voor klanten. Ze leerden er ook milieubewust bezig zijn: weinig nitraten maar groenmest, geen tractors maar ossen die op het land hebben leren werken, enz. In Kinshasa waar hij actief is sinds 10/09/1998 blijft hij - ondanks alle problemen - zich verder ten dienste stellen van die jongeren. Hij bedankt al zijn weldoeners en maakt u volgende bedenkingen over:
- Het doet je wat als een kind je zegt: «Dat is geen blanke, het is koko Po.» - Het doet je wat als jongeren zeggen: «We willen leven als jij en Salesiaan worden. » - Het doet je wat als een gezin een surprise party organiseert om God te danken voor 50 jaar trouwe dienst. Als onze inzet mocht verzwakken en we de indruk mochten krijgen dat het gras groener is aan de andere kant van de heuvel, dan herinnert de Voorzienigheid ons aan onze geloften en biedt ze ons haar onvoorwaardelijke steun aan. - Het doet je wat als jongeren je gedurende 4, 6 of meer weken komen helpen en daarbij hun genoeglijk leventje vaarwel zeggen om een eenvoudig bestaan te komen leiden in Maison Papy onder de straatkinderen.
22 - Het doet je wat als ex-leerlingen op hun beurt minderbedeelden willen ter hulp komen en voorstellen een dispensarium te bouwen of enkele hectaren bos aan te planten. Niets is mooier dan wat vriendschap en genegenheid. Aksanti sana: van ganser harte dankjewel!» Wie samen met ons de drievoudige verjaardag van Pater Pol wil herdenken kan dit doen door Maison Papy (Project 517) te steunen via banknummer BE22 0001 5458 3947 van A.M.I.E. - comité Projecten. Een welgemeend dankjewel in zijn naam. Thérèse-Marie en Jean Flipot
Voorgestelde kleine projecten Gelieve uw bijdrage voor deze kleine projecten enkel te storten op rekeningnummer BE22 0001 5458 3947 (BIC code : BPOTBEB1) van A.M.I.E. Comité «projecten» Ericastraat 9 2440 Geel Vermeld steeds als mededeling: «Klein Project van comité 00» al dan niet met het nummer van het gekozen project. Staat noch het projectnummer noch de missionaris of het land vermeld, dan kiezen wij voor u in functie van wat ons meest dringend lijkt.
1) Project nr. 519-5: Een speelzaaltje om de kinderen een beter gevoel te geven (Zr. Guido en Zr. Lena - Brazilië)
De kinderen uit de sloppenwijk Castelo Branco hebben wel heel hard te lijden van een gebrek aan moederliefde en onder de afwezigheid van hun vader. Die kinderen en hun moeder de kans geven samen te spelen zou het probleem kunnen verkleinen en voor een meer harmonieuze ontwikkeling en een beter samenleven binnen de sloppenwijk moeten zorgen (zie artikel p. ). We zouden hun graag een aantal speeltjes schenken, zoals poppen met bijbehoren, bouwdozen, boetseerklei, puzzels, kleurpotloden, kleurboeken, miniatuurautootjes, CD's met kinderliedjes, een radio met CD speler, kindertafeltjes en -stoeltjes. Kostprijs:...............................................1.200 €
2) Project nr.506-12: Voedsel voor de jongeren van Centre Notre-Dame de Clervaux (Innocent Bizimana - Madagaskar) Het Centre Notre-Dame de Clairvaux wil de droom en de hoop op een betere toekomst die de 472 minderbedeelde jongeren die het opvangt koesteren helpen realiseren. Ze moeten zich kunnen ontplooien en degelijke burgers met verantwoordelijkheidszin worden. Uit ervaring weten we dat honderden van hen daarin al geslaagd zijn. Een jongere opvangen en opleiden kost 506 €/jaar waarvan 200 € voor voeding. Help je ons om aan 15 van hen eten en drinken te geven? Dankjewel voor je steun. Kostprijs voor 15 jongeren:........ 3.000 €/jaar
23
3) Project nr. 402: Chirurgische ingrepen (Pucallpa en Lima – Peru) Zr. Gaby Tremblay rekent op ons om de kinderen in Pucallpa en Lima een levensreddende operatie te laten ondergaan (breuken, transplantaties, huidziekten en huidkanker, insectenbeten, enz.). Ze dient geneesmiddelen te kopen en moet onderzoeken en medische zorgen die enkel in een kliniek kunnen verstrekt worden betalen. (zie artikel p. 21) Geschat minimum bedrag: ........ 2.500 EUR
4) Project nr. 520-2: Brousseschooltje in Andranomena (Madagaskar) Tot grote vreugde van de ouders zijn de eerste brousseschooltjes (Andranomena en Andrenalafotsy) nu reeds volop actief! Voor 't ogenblik bestaat onze grootste bekommernis er echter in voldoende weldoeners te vinden om de kinderen van een heel klasje te sponsoren. Het gaat dus om een collectief peterschap, d.w.z. dat de peter geen individueel kind sponsort maar dat alle peters samen dat doen een hele klas. Ieder beslist wel voor zichzelf hoeveel en hoe dikwijls zodat ook onze kinderen kunnen meehelpen. Giften mogen een- of meermalig zijn, vast of variabel. Om je een idee te geven: het sponsoren van één kind kost minstens 10 €/maand. In onze nieuwsbrieven zal je algemeen nieuws vinden over hoe het eraantoe gaat in de brousseschooltjes, maar wie die kinderen minstens 3 jaar wil steunen krijgt van ons ook een foto van het gesponsorde klasje en 2x per jaar een briefje van de lerares, alsook - op het einde van het schooljaar - de behaalde schoolresultaten. Wie dus wil sponsoren neemt best rechtstreeks contact op met ons of schrijft in mededeling op zijn overschrijving «Ik wens 1 (of meerdere) broussekind(eren) te sponsoren / project 520-02». Een dergelijk peterschap dekt de schoolkosten (wedde van de leraar, schoolbenodigdheden en uniformen) en het middagmaal. De ouders komen tussen à rato van 1 €/maand want ze hebben reeds 30% van de investering voor hun rekening genomen door in te staan voor de geleverde handenarbeid en het geleverde materiaal. Wat kan tellen voor mensen die het niet breed hebben maar die absoluut willen dat hun kinderen school kunnen lopen. Geschat bedrag schoolkosten: ...................................300 €/maand/klas
5) Project nr. 403-8: Free Clinic de Northville (Kaibigan of the Philippines) De «Free Clinic» in Northville werkt nauw samen met Filippijnse dokters en tandartsen, die gratis werken, Kaibigan of the Philippines en de bevolking die instaat voor de materiële voorzieningen. Ze is een absolute noodzaak om de gezondheid van die minderbedeelden te verzekeren. Een keer om de 2 maanden verstrekt ze medische en tandheelkundige zorgen, geneesmiddelen en de noodzakelijke vitaminen en brengt ze de zieken de grondbeginselen van lichaamshygiëne bij. Kostprijs:...................................... 2.400 €/jaar
24
CONTACTADRESSEN
A.M.I.E. (sociale zetel en secretariaat) Rob Tas Diestseweg 95 2440 Geel Tel.: 014/72 00 28 Email:
[email protected]
Rekeningnummer (giften en abonnement) : BE56 0003 2569 6088 (BIC: BPOTBEB1)
PROJECTEN Jean & Thérèse-Marie Flipot - de Fays Ericastraat 9, 2440 Geel 014/59 02 80 (tss 10-12u. en 13.30 -16u.)
[email protected] Rekeningnummer: BE22 0001 5458 3947 (BIC: BPOTBEB1)
PETERSCHAPPEN COMITÉ LATIJNS-AMERIKA
COMITÉ AZIË
Individuele peterschappen Frans Parren Nieuwe Graanmarkt 15 bus 5 1000 Brussel
[email protected] Rekeningnr: BE45 0003 2569 6189 (BIC: BPOTBEB1) Marleen Lanckman Domeinstraat 69A, 3010 Kessel-lo 016/35 50 77
[email protected] Rekeningnr:BE46 0000 2467 0736 (BIC: BPOTBEB1) Janine Clapuyt - Van Rossum Avenue de l’Espinette 19, 1348 Louvain-la-Neuve 010/45 01 29
[email protected] Rekeningnr: BE43 0001 0342 1501 (BIC: BPOTBEB1) Elisabeth Carton de Tournai-Jadot Avenue Eugène Godaux 28, 1150 St. Pieters Woluwe 02/770 06 89 (bij voorkeur woensdagmorgen)
[email protected] Rekeningnr: BE58 0000 8955 8379 (BIC: BPOTBEB1) PROJECT HAPPY HOME (KENYA) Christian Vandeplas RueFond Thirion 61, 1410 Waterloo 02/354 74 41, GSM 0497/ 52 75 42
[email protected] Rekeningnr: BE57 9793 2610 7335 (BIC: ARSPBE22) COMITÉ AFRIKA (Entasekera, Mukuyu School) Robert Tas Diestseweg 95, 2440 Geel 014/72 00 28
[email protected] Rekeningnr: BE35 9793 2610 7537 (BIC: ARSPBE22)
Individuele peterschappen Jos en Griet Cuypers - Van den Berge Bergstraat 110, 3010 Kessel-lo 016/25 31 13
[email protected] Rekeningnr: BE67 0001 7326 0487 (BIC: BPOTBEB1) Elisabeth Carton de Tournai-Jadot (zie hiernaast) Rekeningnr: BE58 0000 8955 8379 (BIC: BPOTBEB1)
Groepspeterschappen Griet Cuypers - Van den Berge Bergstraat 110, 3010 Kessel-lo 016/25 31 13 Rekeningnr: BE50 0003 2544 6518 (BIC: BPOTBEB1)
Beroepspeterschappen Elisabeth Carton de Tournai-Jadot (zie hiernaast) Rekeningnr: BE84 0000 6496 6859 (BIC: BPOTBEB1) Mark Bolsens Tijl Uilenspiegellaan 126, 2050 Antwerpen 0486/526 188 of na 21u. 03/219 17 01
[email protected] Rekeningnr: BE80 0000 8577 5177 (BIC: BPOTBEB1) ____________________________________________________ SCHATBEWAARDER (adresverandering & fiscale attesten) Stefaan De Bondt Stampkotstraat 10, 8551 Heestert 056/71 72 81
[email protected]
A.M.I.E.
25
meer dan 30 jaar ervaring steunt kinderen peterschap op maat kleine projecten 100 % vrijwilligerswerk 1,06 % onkosten
www. amie-be.org