No title

ALGEMENE CATALOGUS SIERBOMEN - GELEIDE BOMEN - BOSBOMEN BOSPLANTEN - SIERHEESTERS - CONIFEREN DENNEN - SPARREN - BODEMBEDEKKERS AZALEA EN RHODODENDRON - HAAGPLANTEN KLIMPLANTEN - ROZEN

NIEUWE BAAN 5 - 2430 EINDHOUT-LAAKDAL - TEL. 014/86 74 00

Beste plantenliefhebber,

Wegwijs in de catalogus

Met genoegen stellen wij u onze nieuwe, volledig herwerkte catalogus voor. Hij omvat uitgebreide beschrijvingen van een omvangrijk en doordacht assortiment. De gegevens zijn gebaseerd op onze vakkennis en jarenlange ervaring. De catalogus wordt verlucht met foto’s. Ze komen uit onze eigen diatheek : een waarborg dus voor de waarde en de kleurechtheid. Doorheen de catalogus zijn kanttekeningen gemaakt omtrent de snoei, plantvoorwaarden, wintervastheid enz. Het zijn nuttige tips die u helpen in de aanleg of het herschikken van uw tuin. Wij probeerden de planten in logische groepen in te delen om zo te komen tot een gebruiksvriendelijk overzicht. De indeling is trouwens tot stand gekomen uit de vele vragen van onze bezoekers : ‘waar vind ik... ?’

• Deze bladwijzer verwijst naar de plantengroepen. • De index op pagina 120 vermeldt, alfabetisch, de Latijnse namen en op pagina 122 de Nederlandse benaming met de verwijzing waar ze te vinden zijn. • Op pagina 124 vindt u de weg naar onze boomkwekerij.

Treurbomen

29

De boomkwekerij. Onze kwekerij is ontstaan in de jaren twintig en is daarmee één van de pioniersbedrijven in de streek. Naast de meer aansprekende containerteelt (10 ha) beschikt de kwekerij over een grote oppervlakte (45 ha) vollegrondsteelt van fruitbomen, sierbomen, haagplanten, coniferen, sierheesters e.a. We weten wat we onze klanten aanbieden omdat we de planten zelf kweken en daardoor controle hebben op de kwaliteit. We kennen ons plantenmateriaal en kunnen dus gegrond en persoonlijk advies geven. Hierin ligt meteen de kracht van het bedrijf. We streven er voortdurend naar planten te kweken met een zo goed mogelijk afweersysteem en trachten onkruid, ziekten en plagen te bestrijden op een biologische wijze.

Coniferen in treurvorm

31

Leibomen

33

Dakbomen

35

Bolbomen

37

Bladverliezende sierheesters

41

Bladhoudende sierheesters

61

Azaleas en rhododendrons

75

Coniferen, dennen en sparren

79

Bodembedekkers

91

Het plantencentrum. Wij hebben een zelfbedieningszaak, maar helpen uiteraard graag daar waar het kan. Met onze goede raad erbij vindt u de planten van uw voorkeur. Het plantencentrum is grondig vernieuwd. Ook hier werd op een overzichtelijke wijze het gigantische plantenassortiment ingedeeld, zo, dat u niet verloren loopt in het overgrote aanbod. Bij elke soort en variëteit vindt u tekst met uitleg en enkele wetenswaardigheden!

Haagplanten

97

Algemeenheden

2

Filosofie

3

Onderhoudsvriendelijke tuin

4

Sierbomen

5

Bosbomen en bosplanten

100

Rozen

103

Klimplanten

111

Vaste planten

118

Fruitbomen

119

Geen enkele catalogus kan weergeven hoe een plantenvariëteit er uitziet. Een plant lééft en wordt door ieder oog op een andere manier bekeken.

Index Latijnse namen

120

Index Nederlandse namen

122

Jullie worden uitgenodigd om vrijblijvend onze kwekerij te bezoeken en zo in contact te komen met de wondere wereld van wat de natuur aan schoonheid te bieden heeft.

Nota’s

124

Openingsuren en Wegwijzer

128

Het is onze betrachting om met deze uitgebreide catalogus een bescheiden bijdrage te leveren tot de promotie van winterharde boomkwekerijgewassen.

5e volledig herwerkte uitgave maart 2007 Verantwoordelijke uitgever: Houtmeyers bvba Nieuwe Baan 5, 2430 Eindhout-Laakdal

Hoogachtend, Boomkwekerijen Houtmeyers

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, digitale dragers, of op welke andere wijze dan ook zonder de voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.

Houtmeyers bvba - Algemene Catalogus |

Algemeenheden Cadeaubons. Een lang blijvende herinnering voor een verjaardag, huwelijksfeest,...of ander feestelijk gebeuren. Bij de plantenbon zit een mooi en kleurrijk pakket aan informatie. Vraag ernaar op het bedrijf. Controles. Onze kwekerijen staan onder controle van de Dienst plantenbescherming van het Ministerie van Landbouw. (registratie nummer: 60043). Specifieke boomkwekerijtermen. Containerplanten zijn planten voorzien van een pot. Dit heeft als voordeel dat gans het jaar door geplant kan worden. Verwijder de pot bij het planten.

Betalingsmodaliteiten. Baar geld, cheques, Bancontact. Teelaarde. Wij beperken ons tot enkele goede potgronden: één voor de zuurminnende planten en één voor de rest van het assortiment. Het kan niet de bedoeling zijn en het heeft geen enkele zin om voor elke groep van planten een andere grond aan te bieden. Het brengt alleen maar kosten met zich mee. Potgrond kan bij ons ook in bulk geladen worden. Er wordt dan per halve kubieke meter opgeschept. Meststoffen. Slechts enkele goede producten, opgesplitst in chemisch snelwerkende meststoffen en organische meststoffen.

Aardkluit. Diverse vollegrondplanten (coniferen, sierheesters,...) worden van een aardkluit voorzien. Wij oordelen zelf welke soort moet gekluit worden en welke niet. De aardkluit wordt intact gehouden door een jute gaasdoek. Hierin bestaan twee soorten: ééntje die snel verteert (moet bij het planten niet worden verwijderd) en één die lang intact blijft (snij hem onderaan open bij het planten). Je kan planten met een aardkluit niet in de zomerperiode planten.

Gazonzaden. Wij beschikken over mengsels voor het inzaaien van een sportgazon, loopgazon, weide, bloemenweide,.... Vraag ernaar op het bedrijf.

Blotewortelplanten. Planten die gerooid worden zonder kluit. Het planten beperkt zich tot het najaar en voorjaar.

Boomschors. Een kwalitatief zeer goede boomschors die het onkruid uitstekend onderdrukt en lang zijn functie vervult. Evenals potgrond kan deze ook in bulk geladen worden (halve kubieke meter per schep).

Draadkluit. Grote maten van bomen, sierheesters, coniferen worden in draadkluit geleverd. De aardkluit wordt naast het gebruik van een jute gaasdoek extra verstevigd door een ijzeren korf. Verwijder deze korf niet! Het is een materiaal dat zeer snel verteert. Een draadkluit kost extra. De hergroei is echter voor bijna 100 % gegarandeerd. Maataanduidingen. Bomen worden ingedeeld volgens een diktemaat. 12/14 is een boom met een stamomtrek van 12-14 cm. Andere (sierheesters, haagplanten,...) worden verkocht volgens een lengte- of potmaat. Naamgeving. De nomenclatuur is gebaseerd op twee boekwerken: - Naamlijst van vaste planten, H.J. van de Laar. Boskoop; Proefstation voor de Boomkwekerij, 1995. - Naamlijst van houtige gewassen, H.J. van de Laar, P.C. de Jong. Boskoop; Proefstation voor de Boomkwekerij, 1995.

Boompalen en boombinders. Bij het aanplanten van bomen is een boompaal en daarbij horende boombinder noodzakelijk. De boom blijft zo goed vast staan en kan optimaal zijn wortels ontwikkelen.

Onze kwekerijen richten zich specifiek tot de particulier. We proberen hem zoveel mogelijk goede raad en informatie te geven. Ook tuinaanleggers en openbare besturen vertegenwoordigen een belangrijk cliënteel. We bieden een enorm assortiment planten aan, van kleine tot grote maten, van jonge tot oude planten (bv. 35 jaar oude Taxus en Pinus). Specialiteiten die je tuin een heel ander cachet kunnen geven. Wij proberen nieuwe ideeën en trends te lanceren. Maar vooral proberen we kwalitatief goed materiaal aan te bieden aan aantrekkelijke prijzen. Wij zijn bij talrijke Belgische en Nederlandse verenigingen aangesloten om onze kennis ‘up-to-date’ te houden en te zien wat er ‘leeft’ onder de plantenliefhebbers.

Houtmeyers: één van de 20 leden van Best-select BEST-select ging op 1 januari 2000 van start als een samenwerkingsverband tussen de sierboomkwekerijveredeling van het Departement voor Plantengenetica en –veredeling (DvP-CLO) en een twintigtal vooruitstrevende Belgische boomkwekerijen. Na vijf jaar succesvol proefdraaien is op 16 december 2004 de coöperatieve vennootschap BEST-select cvba opgericht. De doelstelling van deze coöperatieve vennootschap is de verbetering en de vernieuwing van het boomkwekerijen tuinrozenassortiment op een gestructureerde manier aanpakken. Hiervoor heeft BEST-select cvba een langdurige samenwerking afgesloten met DvP-CLO en participeert het eveneens in wetenschappelijke onderzoeksprojecten. De volledige keten van ontwikkeling van nieuwe planten, productie en marktintroductie zijn hierdoor in handen van BEST-select.

| Houtmeyers bvba - Algemene Catalogus

BEST-select staat voor: 1. Vernieuwing in het boomkwekerijen rozenassortiment 2. Veredelingsknowhow van het DvP-CLO 3. Exclusieve vertegenwoordiging van de creaties door de partners 4. Gezamenlijke promotie en commercialisatie Doorheen de catalogus zal je verschillende cultivars tegenkomen onder het Best-select label Bv: Malus ‘Red Obelisk’®, Ligustrum japonicum ‘Green Century’®, André brichet….

Filosofie In de voorbije 20 jaar werden op ons bedrijf geen pesticiden meer gebruikt. We gooiden het toen over een andere boeg. Een volledig nieuwe bedrijfsorganisatie, een aangepaste bedrijfsstructuur en navenante investeringen gingen hiermee gepaard. Onze percelen met vollegrondsteelt werden omzoomd met verschillende gewassen die vogels en nuttige insecten aantrekken. Elk stuk braakliggende grond, hoe klein ook, wordt ingezaaid met diverse bloemenmengsels en groenbemesters om voedsel te bieden aan nuttige organismen. De open gangen tussen de bomenrijen worden eveneens ingezaaid. Elk jaar opnieuw was het een verduldig werk om de kwekerij in een biologisch evenwicht te brengen. Na jaren inspanning is het zover dat we met fierheid mogen vaststellen een boomkwekerij te hebben die professioneel en op grote schaal de biologische teeltwijze aanhoudt. Een paradijs voor diverse proefstations en onderzoekscentra waarmee we nauw samenwerken. Er worden jaarlijks tal van nieuwe biologische producten getest en het effect ervan op nuttige organismen onderzocht. Ook zijn deze personen druk doende om uit te zoeken welke gewassen bepaalde diersoorten en insectengroepen het meest aantrekken. Verder staat de ontwikkeling van nieuwe machines op ons bedrijf niet stil zodat over enkele jaren het gebruik van herbiciden verdwijnt of toch minstens met 80% zal teruggedrongen zijn.

Ons doel voor de komende jaren is mensen nog beter informeren. Vooral in het gebruik van fytoproducten is nog heel wat bij te leren. Moet er in de particuliere tuin toch ingegrepen worden tegen bepaalde plagen, dan moet dit gebeuren met selectieve producten tegen de juiste schadeverwekker en vooral op het juiste moment! Een goede raad aan onze klanten: breng een stuk tak met de schade naar het bedrijf. We zullen jullie raad geven en op de best mogelijke manier informeren. Uit voorgaande blijkt dat wij steeds trachten te innoveren. Zowel op teelttechnisch gebied als op gebied van dienstverlening naar onze klanten. Ons assortiment is volop in beweging. Elk jaar worden nieuwe soorten aangeboden die aan de wensen van onze klanten voldoen. Als lid van DvP zijn we in de mogelijkheid geselecteerd plantenmateriaal te kweken en te verdelen. DvP geniet internationale bekendheid en heeft als doel verschillende geslachten en cultivars op de markt te brengen die in hun specifieke kenmerken uitblinken. Eén die al volop in de running zit is Ligustrum ovalifolium ‘Melblack’ (zie blz. 69). We verwachten nog zeer waardevolle soorten die een goede aanvulling zullen zijn op het bestaande assortiment.

Boomkwekerijen Houtmeyers stapte begin 2006 in het Vlaams Milieuplan Sierteelt. Onze samenleving wil de kwaliteit van het leven beschermen. Dat vereist duurzame economische ontwikkeling: het milieu respecteren en spaarzaam omspringen met grondstoffen. De sierteelt heeft die boodschap begrepen. Met het VMS of Vlaams Milieuplan Sierteelt biedt zij een valabel alternatief. Om het VMS voldoende draagkracht te geven, wordt samengewerkt met het Nederlandse MPS (Milieuplan Sierteelt) De ingeslagen weg biedt dan ook voordelen voor: De afzet In Scandinavië en in landen zoals Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk verwachten consument en handel een ruim aanbod van milieubewust geteelde bloemen, planten en bomen. De vraag naar deze producten neemt ook toe in België en Nederland. VMS-producten zijn het perfecte antwoord. Het bedrijfsimago Producten met het MPS-vignet trekken de aandacht. Je herkent ze in de container, ze worden vermeld op de klok, je hoort ervan in de pers. De klant weet meteen dat milieuzorg een belangrijk onderdeel is van het streven naar kwaliteit. Het imago van de sector De overheid hoeft voor één keer geen vermanende vinger op te steken. De deelnemers aan het VMS leggen zichzelf autonoom milieuvoorschriften op. Deze aanpak levert een prima uitgangspositie op bij elk gesprek omtrent milieureglementering. De bedrijfsvoering Regelmatige registratie biedt de bedrijfsleider en zijn medewerkers een goed beeld van het effect en de kostprijs van alle milieubelastende productiemiddelen. In een groepsvergelijking krijg je ook een

idee hoe andere bedrijven met gelijkaardige teelten presteren. Uit die ervaringen leer je snel hoe je kosten kan drukken en hoe je het milieu kan sparen. De herkenbaarheid Producten van VMS-deelnemers zijn herkenbaar aan het MPS-vignet. Dit vignet geeft aan dat bij de teelt de voorgeschreven milieunormen werden gerespecteerd. De garantie op zich volgt uit bedrijfsinspecties door het onafhankelijke en internationaal erkende keuringsorganisme SGS AgroControle. Het nummer op het vignet verwijst naar de herkomst van het product. Controle: de checklist Een bezoek van een SGS-team aan een deelnemend bedrijf betekent een grondige controle. Daarbij worden specifiek de volgende punten nagezien: de geregistreerde verbruiksgegevens, de voorraden en de aankoopfacturen van: - gewasbeschermingsmiddelen, - meststoffen, - brandstof en elektriciteit; - het afvalvervoer. Verder wordt ook de teeltplanning overlopen, en wordt de opgegeven bedrijfsoppervlakte gecontroleerd. Eventueel worden blad- en/of grondmonsters genomen voor labocontrole op residu’s. Zelfdiscipline De afspraken met de telers zijn duidelijk : fraudeurs worden niet gesanctioneerd, maar worden onherroepelijk uit het VMS geweerd !


Onderhoudsvriendelijke tuin Een onderhoudsvriendelijke tuin is meer en meer de wens. Men wil wel genieten van het groen rondom de woning maar tijd voor het degelijk onderhoud is er vaak niet. Vooral dat vervelende onkruid dat voortdurend de kop opsteekt zouden we op een gemakkelijke manier onder controle moeten kunnen houden. Een ‘formule’ die in ieders hoofd gebrand moet zijn bij het ontwerp of de samenstelling van zulk een tuin zou volgens ons de volgende moeten zijn: Een volledig dichte bodembedekkende onderbeplanting met daarin de toefen van reliëf-makende en kleur-brengende, bladhoudende en bladverliezende heesters, sierbomen, grassen, heesterrozen, coniferen.... Deze bodembedekking moet kunnen geschoren worden indien er houtige heesters of bodembekkers worden gebruikt of moet met de maaier op de hoogste stand afgereden kunnen worden bij gebruik van diverse vaste planten.

Belangrijk bij het planten van snel en dichtgroeiende bodembedekkers is de plantdichtheid. Wil je dat de bodem in één jaar volledig afgesloten wordt, dan plant je dicht bij elkaar. Voor vaste planten, 10-15 pl/m² voor houtige bodembekkers, 8-10 pl/m². * Gebruik antiworteldoek: Geef toe... antiworteldoek ontsiert een beplanting. Antiworteldoek is een anorganische vorm van onkruidonderdrukking, wat eigenlijk schril afsteekt tegenover het huidige ‘natuur’-gevoel. Maak uzelf geen illusies. Ook hierop zal na enige tijd onkruid groeien omwille van het opwaaiende grond. Prijsvergelijkingen tonen aan dat de kost van het doek, het leggen ervan en het moeilijk planten achteraf niet opweegt tegen andere alternatieven van onkruidonderdrukking. Hoe dikwijls zien wij niet Pachysandra geplant in antiworteldoek? De uitlopers van het schaduwkruid kunnen zich niet verder zetten. De typische bodembedekkende eigenschap wordt zo tenietgedaan. Antiworteldoek zal dus zeker niet voor alle soorten gebruikt kunnen worden. * Houtsnippers Populair is om gehakseld materiaal te gebruiken van gemeenten of uit eigen tuin. Voordeel is uiteraard het prijskaartje, goede onkruidonderdrukking gedurende 2 jaar (indien 5-10 cm dik gelegd). Nadeel is dikwijls de onzuiverheid van het materiaal. Nog veel onkruidzaden die beginnen te kiemen. Net als antiworteldoek worden planten die zich verder zetten met behulp van grondscheuten sterk gehinderd! De hoge C/N verhouding vertraagt de snelheid van ‘dichtgroeien’ door het N-gebrek.

p Acer capillipes

qAcer negundo ‘Variegatum’

* Boomschors Als voorgaande doch dit materiaal is vrij van onkruidzaden. Interessant is wel het gebruik van boomschors daar waar heesters op grotere afstanden van elkaar staan. Dit staat dan weer wel tegenover onze ‘formule’. Tussen bodembedekkers, kleine planten,… is het soms wel gemakkelijk om schors te gebruiken. In de schorsen zit de laatste jaren wel wat toekomst voor het onderdrukken van onkruid. We deden zelf heel wat testen om de goede plant/schors combinatie te vinden. De beste resultaten bekomen we met een heel fijne (7-15 mm) ‘Franse schors (pin maritim)’. Deze schors neemt ook niet al te veel stikstof uit de grond. Deze schors kan je ook bv. perfect in Pachysandra gebruiken. De grondscheuten groeien er gewoon door. * C/N-verhouding Het grootste nadeel van houtsnippers en boomschors is de hoge C/N verhouding. Er is stiksof vereist voor de gemakkelijke afbraak van organisch materiaal door micro-organismen. In houtsnippers en boomschors zit veel te weinig stikstof zodat onze ijverige micro-organismen deze gaan halen uit de bodem. Hierdoor verdwijnt hij (ook al is het maar tijdelijk) en treedt er grote groeiremming op bij de aanplant. Dit is het typische verschijnsel van eerstejaarsaanplantingen die afgewerkt werden met organisch materiaal en waarin de planten halverwege het seizoen geel kleuren en een duidelijk gebrek vertonen. Het hele proces heet stikstofimmobilisatie. Uiteraard wanneer het verteringsproces is voltooid, komt de stikstof weer ten behoeve van de plant. Schors, zaagsel,... hebben een hoge C/N verhouding (>100) en zullen dus onvermijdelijk dat ongewenst effect geven. Een oplossing kan geboden worden door bij het klaarleggen van de grond een langwerkende N-meststof of organische meststof mee door te mengen. Ook kan op het ogenblik van vergeling ingegrepen worden met een snelwerkende N-meststof.


Sierbomen Het is niet altijd gemakkelijk een onderscheid te maken tussen een grote sierheester of kleine boom. Wordt de plant nu ingedeeld bij de bomen of bij de sierheesters? Er zijn een groot aantal bomen die, indien gesnoeid, perfect als hoge struik kunnen gebruikt worden. Zodoende kan je een aantal planten uit de lijst ‘sierbomen’ ook bij de bladverliezende sierheesters catalogeren en omgekeerd. Een belangrijk deel van de bosplanten kan eveneens als sierboom doorgaan. Daarom is in volgende lijst aangegeven of bomen als hoge struiken kunnen gebruikt worden (zie legende).

LEGENDE: GE:

Weinig onderhevig aan ziekten en plagen. Gezond groeiende soort. BLV: Bladverliezend. KLT: Geschikt voor de kleine tuin. VO: Te gebruiken als vormboom. LEI: Te gebruiken als leiboom. HA: Goed als haag, zichtbreker of windscherm. BO: Bolboom (bolvormig groeiende kruin). SO: Zeer goede solitair. HOST: Bomen die eveneens als hoge struik (mits snoei) gebruikt kunnen worden.

Van pagina 5 tot 27 is de hoogte van de sierbomen aangegeven met volgende code. ZK K M G ZG

Zeer klein Klein Middel Groot Zeer groot

2-3m 5-8m 8 - 12 m 12 - 17 m +17 m

TIP Sierbomen worden geplant van half november tot half maart (hoe vroeger, hoe beter). Ook in volle wintertijd indien het vorstvrij en sneeuwvrij weer is. Uiteraard is er nog een assortiment dat in pot werd gekweekt . Deze kunnen het ganse jaar worden geplant!

WEETJE Wil je direct grote bomen planten? Geen nood. Wij bieden een schitterend assortiment ‘grote maten’ (18/20; 20/25; 25/30; 30/35) aan. Om de hergroei te garanderen worden ze geleverd in draadkluit. Hierbij wordt de aardkluit ingepakt in jute en verstevigd door een speciale, snelverterende ijzeren korf. Plant de boom zonder deze korf of jute te verwijderen!

ACER BUERGERIANUM Esdoorn

M BLV, SO, HOST Een grote struik tot kleine boom met drielobbige, 3-6 cm grote, groene bladeren. De herfstkleur is prachtig oranjegeel. ACER CAMPESTRE Veldesdoorn, Spaanse aak

M BLV, KLT, HOST, LEI, HA,GE Een matig groeiende boom die goed gesnoeid en gevormd kan worden. Bij het uitlopen heeft deze esdoorn roodachtig gekleurde, decoratieve bladeren en twijgen die later groen en naar de herfst heldergeel verkleuren. Deze cultivar groeit goed zelfs in de schaduw. In mei verschijnen er groenachtige bloemtuilen. Deze bomen zijn bij ons ook te verkrijgen in leivormen. Een frisse vernieuwing t.o.v. de veel gebruikte leilinde. De bomen werden hiertoe voorgeleid aan een frame. De veldesdoorn is een mooie boom met eigenaardige kurklijsten en grillig habitus. ACER CAMPESTRE ‘ANNY’S GLOBE’ ‘Bol’-veldesdoorn Zie Bolbomen ACER CAMPESTRE ‘CARNIVAL’ Veredelde veldesdoorn

ZK BLV, KLT, BO, SO Een op stam geënte struik die uitgroeit tot een zeer kleine boom met groene, drie- à vijflobbige bladeren met een roomwitte rand. De jonge bladeren zijn rood van kleur. Een schitterende, opvallende boom met bolvormige kruin die ook in kleine tuinen kan gebruikt worden. Deze soort laat zich gemakkelijk snoeien. ACER CAMPESTRE ‘ELSRIJK’ Veredelde veldesdoorn

M BLV, KLT, LEI, SO,GE Een selectie uit Acer campestre (zie beschrijving aldaar). Door deze veredeling groeit hij echter egaler en gezonder dan Acer campestre. Acer campestre ‘nanum’ ‘Bol’-veldesdoorn Zie Bolbomen ACER CAMPESTRE ‘POSTELENS’ Veredelde veldesdoorn

ZK BLV, KLT, HOST, SO Een op stam geënte struik die uitgroeit tot een zeer kleine boom met drie- à vijflobbige bladeren die in het voorjaar goudgeel kleuren en nadien een groengele kleur verkrijgen. Deze cultivar is traag groeiend en verdraagt goed gesnoeid te worden.

p Acer campestre

ACER CAMPESTRE ‘PULVERULENTUM’ Veldesdoorn

K BLV, GE, KLT, HOST Een compacte, kleine, matig groeiende struik die vaker breder is dan hoog (2-3 meter). Meestal wordt hij op een stam geënt en kan zo als kleine boom gebruikt worden. Het typische veldesdoornblad is geelwit gemarmerd. Een boompje dat donkere plaatsen in de tuin wat kan oplichten. Plant niet in de volle zon i.v.m. zonnebrand. ACER CAMPESTRE ‘WILLIAM CALDWELL’ Veredelde veldesdoorn

k

Ge,blv,klt, Een prachtige slanke, kleine boom. Bij het uitlopen heeft deze esdoorn roodachtig gekleurde, decoratieve bladeren en twijgen die later groen en naar de herfst heldergeel verkleuren. Door zijn strak zuilvormige is het een heel goede vernieuwing in het sortiment. ACER CAPILLIPES Slangenhuid esdoorn

M BLV, SO, KLT Een matig groeiende boom of hoge struik waarvan de jonge bladeren karmijnrood kleuren. In een iets later stadium zijn de bladeren frisgroen van kleur. In de herfst ontstaan er dan prachtige herfsttinten. De groenachtige schors is met opvallende witte strepen getekend. Eén van de zogenoemde ‘Snake bark maples’.

ACER CAPPADOCICUM ‘RUBRUM’ Esdoorn

M BLV, KLT, SO Een matig groeiende, opgaande boom waarvan de jonge bladeren bloedrood, later groen en in de herfst geel kleu-


ren. De bladeren zijn vijf- à zevenlobbig met toegespitste lobben. Een boom die prachtig kleurt. ACER DAVIDII SUBSP. GROSSERI Slangenhuid esdoorn

M BLV, SO, KLT Een boom met een prachtig, opvallende witrode bast. De bladeren bezitten een groene kleur met of zonder lobben. Ze hebben een prachtige herfstkleur. Eén van de zogenoemde ‘Snake bark maples’. ACER GRISEUM Esdoorn

K BLV, KLT, HOST, SO, GE Een matig groeiende boom of hoge struik met opvallende, afschilferende oranjebruine schors. De donkergroene bladeren bestaan uit drie blaadjes en verkleuren in de herfst rood en oranje. Een prachtige boom, ook voor kleinere tuinen. Deze boom kan zelfs wat vochtigheid verdragen.

p Acer rufinerve

ACER NEGUNDO Vederesdoorn

M BLV, SO, HOST, KLT Een matig groeiende, middelgrote boom met een geveerd blad bestaande uit 3 à 5 frisgroene, spitse blaadjes. De twijgen van de boom zijn prachtig groen gekleurd. De bladeren verkleuren geel in de herfst. Het zaad blijft langdurig aan de boom hangen. Het is een boom die niet verdraagt in de schaduw geplant te worden. ACER NEGUNDO ‘AUREOMARGINATUM’ Vederesdoorn

p Acer pseudoplatanus ‘Brillantissima’

q Acer pseudoplatanus

K BLV, SO, HOST, KLT Als voorgaande doch met schitterende, groengeel gerande en gevlekte bladeren. Verwijder takken met gewone groene bladeren! ACER NEGUNDO ‘FLAMINGO’ Vederesdoorn K BLV, SO, HOST, KLT Zoals Acer neg. ‘Aureomarginatum’. Het jonge schot (de jonge groeitoppen) is echter prachtig, opvallend lichtroos getint. ACER NEGUNDO ‘VARIEGATUM’ Vederesdoorn

K BLV, SO, HOST, KLT Zoals Acer negundo maar met mooie, groenwit gerande en gevlekte bladeren. Verwijder takken met gewone groene bladeren! ACER PENCYLVANICUM Slangenhuid esdoorn

M BLV, SO, KLT Een matig groeiende boom met opvallende, prachtige, dikke, witte strepen op de groene bast. De grote, groene, drielobbige bladeren kleuren mooi geel in de herfst. ACER PLATANOIDES Noorse Esdoorn G / ZG BLV, SO, GE Een groot en snel groeiende esdoorn met een gladde stam. Het loof is donkergroen van kleur en 5-lobbig van vorm. In de herfst verkleuren de bladeren mooi geel. Het is een krachtig en vitaal groeiende boom die schaduw kan verdragen. In de lente verschijnen er op het naakte hout (voor het verschijnen van de bladeren) gele bloempjes. ACER PLATANOIDES ‘COLUMNARE’ Esdoorn

G BLV, SO, KLT, GE Een zeer strak opgroeiende, zuilvormige cultivar met groene, vijflobbige bladeren. Het is een matig groeiende variëteit. Deze boom kan door zijn strakke groei gebruikt worden als solitair tussen een lagere aanplant. Deze boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats.

TIP Wanneer de wortels bij het planten opgedroogd zijn, dompel ze dan eerst in water. Dan aanstonds planten!


ACER PLATANOIDES ‘CRIMSON KING’ Esdoorn zie Acer plat. ‘Faassen’s Black’ ACER PLATANOIDES ‘CRIMSON SENTRY’ ‘Bol’-Esdoorn Zie Bolbomen

M BLV, SO, KLT, GE

ZK / K

ACER PLATANOIDES ‘DEBORAH’ Esdoorn

m Blv, sol, klt, ge Een snelgroeiende, middelgrote boom met een brede, piramidale kruin. Mooi is het uitlopen van het typische 5-lobbige blad in het voorjaar (paarsrood). Het donkergroene blad kleurt in de herfst dan weer prachtige oranje. ACER PLATANOIDES ‘DRUMMONDII’ Esdoorn

M BLV, SO, KLT, GE Een matig groeiende, kleinkruinige boom. De bladeren van deze cultivar zijn 5-lobbig van vorm en mooi groen met een witte rand. In het voorjaar zijn ze rozerood uitlopend. Het is een opvallende boom tegen een donkere achtergrond. Takken met volledig groene bladeren moeten verwijderd worden. ACER PLATANOIDES ‘FAASSEN’S BLACK’ Esdoorn M BLV, SO, GE Een matig groeiende boom met bruinrode, glanzende, vijflobbige bladeren. Het is een geschikte plant om als solitair te gebruiken en zodoende wat meer kleur te verkrijgen in de tuin. Deze boom heeft een dichte en wat onregelmatige kruin. Deze boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats. ACER PLATANOIDES ‘GLOBOSUM’ ‘Bol’-Esdoorn Zie Bolbomen

ZK / K

ACER PLATANOIDES ‘GOLDEN GLOBE’ ‘Bol’-Esdoorn Zie Bolbomen

ZK / K

ACER PLATANOIDES ‘OLMSTED’ Esdoorn

m Blv, ge, so Deze variëteit groeit smaller dan de bekende ‘Columnare’. De groene, vijflobbige bladeren lopen bronskleurig uit, zijn donkergroen in de zomer en kleuren mooi geel in de herfst. Deze forse zuilvorm kan goed gebruikt worden als laanbeplanting, in straten of in een kleinere tuin. Een goede, sterke soort.

ACER PSEUDOPLATANUS ‘BRILLANTISSIMA’ Esdoorn

ZK BLV, SO, KLT, GE, BO Een traag groeiende, bijna bolvormige esdoorn. De 5- lobbige bladeren zijn bij het ontluiken roze, overgaand naar lichtgeel en vanaf juli lichtgroen. In het najaar gaat deze cultivar weer mooie herfstkleuren vormen. Een mooie esdoorn om in kleinere tuinen te verwerken. Deze esdoorn werpt een schaduw die onderbegroeiing perfect toelaat. ACER PSEUDOPLATANUS ‘LEOPOLDII’ Esdoorn M BLV, SO, KLT, GE Een matig groeiende esdoorn waarvan de jonge twijgen roze, vijflobbige bladeren geven die verkleuren naar groen met gele vlekjes. Het is een gezond groeiende boom met een brede, piramidale kruin. Deze boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats. ACER PSEUDOPLATANUS ‘PRINZ HANDJERY’ Esdoorn

k Blv ge klt so Een traag groeiende, zeer kleine esdoorn waarvan de jonge, vijflobbige bladeren roze gekleurd zijn, later geelbruin en nadien lichtgroen. De onderzijde van het blad is het ganse jaar door purper gekleurd. In het najaar zal deze cultivar opnieuw mooi verkleuren. Een boom die in kleine tuinen kan worden verwerkt. ACER RUBRUM Rode esdoorn

G BLV,SO,GE Een mooie, grote, brede esdoorn met een ronde tot kegelvormige kroon. De bladeren zijn als deze van de gewone esdoorn, dus vijflobbig en groen maar kleiner en wat eleganter. Mooie herfstkleuren in de oranje en rode kleurtinten. De jonge twijgen zijn opvallend roodbruin gekleurd. Deze boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats doch niet te droog. ACER RUBRUM ‘FAIRVIEW FLAME’ Rode esdoorn

m/g Blv,ge,so Zoals de soort Acer rubrum maar met afgeronde kruin op latere leeftijd en een geweldig intens rode tot roodpurperen herfstkleur! ACER RUBRUM ‘OCTOBER GLORY’ Rode esdoorn Als de soort Acer rubrum maar met intenser rode herfstkleuren.

G BLV,SO,GE

ACER RUFINERVE Slangenhuid esdoorn

k/m Blv,so,klt, ge Een aantrekkelijke, kleine boom met de het typerende esdoornblad dat echter wel wat kleiner is dan de soort. Het frisgroene blad kleurt geel in de herfst. De boom is zeer dicht getakt en bijna fastigiaat van vorm. Een goede esdoorn om te gebruiken in de kleine tuin.

M BLV, SO, KLT Een matig groeiende boom met prachtige, opvallende witte strepen op de stam. De bladeren zijn drielobbig, groen en kleuren mooi helderrood en geel in de herfst. De jonge bladeren lopen bronskleurig rood uit. Eén van de zogenaamde ‘Snake bark maples’. Een boom (ook voor kleine tuinen) die in de winter d.m.v. zijn bast kleur brengt. ACER SACCHARINUM ‘ELEGANT’ Zilveresdoorn G BLV, SO Een snelgroeiende, hoge esdoorn met iets overhangende takken. De vijflobbige bladeren van deze cultivar zijn diep ingesneden (tot ongeveer de helft) en groen van kleur (onderzijde blauw berijpt).

ACER PLATANOIDES ‘ROYAL RED’ Esdoorn

ACER SACCHARUM Suikeresdoorn

k/m Blv, ge, so Deze nieuwe cultivar ontluikt met prachtig geel loof in de lente. Een opvallende verschijning. In de zomer kleurt het typische esdoornblad geelgroen. Het is een mooie solitaire boom die het ook goed doet als laanbeplanting. ACER PLATANOIDES ‘PRINCETON GOLD’ (‘PRIGO’)

ACER PLATANOIDES ‘PYRAMIDALE NANUM’

Zie Acer plat. ‘Faassen’s Black’ ACER PSEUDOPLATANUS Gewone Esdoorn

M BLV,SO,GE

G BLV, SO, GE Een snelgroeiende boom die weinig eisen stelt aan de standplaats en aan de grond. Zelfs in de schaduw kan deze plant zich goed ontwikkelen. Het hout van deze esdoorn is van uitstekende kwaliteit. De vijflobbige bladeren zijn dofgroen en kleuren in de herfst geel.

G BLV, SO, KLT, GE Een vrij zeldzame, matig groeiende, mooie boom met frisgroene, drie à vijflobbige bladeren die in de herfst geeloranje tot rood verkleuren. Voor de echte diepe herfstkleuren mist hij hier de hete zomers. K BLV, SO, KLT, HOST, GE Een matig groeiende, kleine boom of grote struik met een open groeiwijze. De bladeren zijn diep ingesneden van vorm en donkergroen van kleur. In de herfst kleuren de bladeren rood en oranjegeel. Een boom voor kleine tuinen. ACER TATARICUM SUBSP. GINNALA


p Acer rufinerve q Acer griseum

Acer negundo ‘Flamingo’ u

ACER TRIFLORUM Esdoorn

K BLV,KLT,GE,SO,HOST Een traag groeiende, kleine boom, dikwijls hoge struik, met mooie, 7 cm grote, drielobbige, middelgroene bladeren die in de herfst oranje verkleuren. Opvallend is de prachtige, geelbruine, afschilferende bast. Deze soort kan wat vergeleken worden met de Acer griseum. AESCULUS. De paardenkastanje stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Economische waarde heeft hij weinig. Als bloeiende sierboom is hij echter een onmiskenbare kampioen. Indien je over voldoende ruimte beschikt is het een niet te missen solitair.

AESCULUS CARNEA Rode paardenkastanje

G BLV, SO, GE Een hoog en breed groeiende boom met middelgroen blad. De bloemen van deze paardenkastanje zijn rood en rechtopstaand. Ze verschijnen in mei. De bloei wordt door geen andere boom geëvenaard. Er worden weinig vruchten gevormd door deze matig groeiende paardenkastanje. AESCULUS CARNEA ‘BRIOTII’ Rode paardenkastanje

G BLV, SO, GE Een matig groeiende, brede boom. De bladeren zijn vijftallig, donkergroen en gekroesd. De bloempluimen zijn donkerrood en rechtopstaand. Ze verschijnen in mei. Deze variëteit heeft een diepere rode kleur in vergelijking met de Aesculus carnea. Zijn habitus is echter minder mooi. AESCULUS FLAVA Geelbloemige paardenkastanje

M/G BLV, GE Een matig groeiende, middelgrote boom (12 m) met ronde tot ovale kruin. De bladeren zijn vijftallig, donkergroen en gekroesd. De bloempluimen zijn lichtgeel en rechtopstaand. Ze verschijnen in mei-juni. Mooi om als solitair te gebruiken.


AESCULUS HIPPOCASTANUM Witte paardenkastanje

ZG BLV, SO, GE Een groot en breed groeiende boom met vijftallige, donkergroene bladeren. Er worden talrijke vruchten gevormd door deze paardenkastanje. De bloempluimen zijn wit en rechtopstaand. Een sterk groeiende soort. AESCULUS HIPPOCASTANUM ‘BAUMANNII’ Witte paardenkastanje

ZG BLV, SO, GE Deze hoog en breed groeiende paardenkastanje heeft donkergroene, vijftallige bladeren. De variëteit brengt geen vruchten voort (=steriel). De dubbele, witte bloemen verschijnen in mei. Economische waarde heeft deze boom niet direct. Zijn sierwaarde is echter niet te onderschatten. AESCULUS HIPPOCASTANUM ‘PYRAMIDALIS’ Witte paardenkastanje ZG BLV, SO, GE Een matig groeiende, slanke paardenkastanje met witte, rechtopstaande bloempluimen in mei. Het is eveneens een hoog groeiende boom met vijftallige, donkergroene bladeren. AESCULUS HIPPOCASTANUM ‘UMBRACULIFERA’ ‘Bol’-paardenkastanje Zie Bolbomen AESCULUS MUTABILIS ‘INDUTA’ ‘Bol’-paardenkastanje Zie Bolbomen AESCULUS NEGLECTA ‘ERYTHROBLASTOS’ Paardenkastanje

ZK / K BLV,SO,HOST,KLT Een kleine, langzaam groeiende boom met bij het uitlopen schitterende, lichtroze gekleurde bladeren die na een week lichtoranje kleuren om dan de definitieve geelgroene kleur te verkrijgen. Plant hem op een ietwat beschutte plaats zonder ochtendzon. De herfstkleur is diepgeel tot oranje. Een boom voor de echte liefhebber.

p Aesculus hippocastanum

p Aesculus hippocastanum

q Aralia elata

TIPS Snoei de berken nooit in de winterperiode! Ze kunnen dusdanig beginnen bloeden (sap verliezen) dat ze eraan dood gaan. Snoei bij het ontluiken van de bladeren, in de zomerperiode of de herfst (tot half november). Een echt juist tijdstip is moeilijk aan te geven want het is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Best eerst even proberen met enkele takken! Voorzie je boom bij het planten van een steunpaal. Het zal de hergroei bevorderen. Onderaan in de plantput nooit mest, onverteerde bladeren, dennennaalden gebruiken. De wortels kunnen hierdoor sterk verbranden! Mest is heilzaam indien het boven op de grond rondom de boom wordt gelegd op 20 cm van de stam. Maak bij het planten een ruime plantput. Indien de grond te slecht is, vermeng hem dan met een goede potgrond. Vul de plantput en plant de boom vooral niet te diep!

Dikte van bomen wordt aangeduid in centimeters omtrek: bv: 12/14 = een omtrek van 12 tot 14 centimeter.

p Carpinus betulus ‘Frans Fontaine’

q Betula utilis ‘Jacquemontii’

AESCULUS PAVIA Paardenkastanje Zie Bolbomen

ZK

AESCULUS PAVIA ‘KOEHNEI’ Paardenkastanje Zie Bolbomen

K

AILANTHUS ALTISSIMA Hemelboom

ZG BLV, GE Een groot groeiende boom met lange, grote, groene gevederde bladeren. In juli verschijnen de oranjekleurige bloemen in grote pluimen. De bloei is echter weinig opvallend. Het is een matig tot snel groeiende soort. Deze boom stelt weinig eisen aan de grond maar heeft weinig sierwaarde voor de gewone tuin. ALNUS. De els is éénhuizig met vrouwelijke en mannelijke katjes op één boom. Het zijn nu net deze katjes die de sierwaarde van de els bepalen.

ALNUS CORDATA Italiaanse els

M BLV,GE,HOST,KLT Een matig groeiende, kleine boom met een hartvormig groen blad. Deze els stelt weinig eisen aan grond en standplaats. ALNUS GLUTINOSA Zwarte els

WEETJE

p Castanea sativa

M/G BLV, GE, HOST, KLT Deze soort stelt geen eisen aan de grond. Zelfs in de nattere gebieden groeit deze struik tot kleine boom vrij goed. Hij is uitstekend te gebruiken als tussenbeplanting. De zwarte els is ook een uitstekende brandhoutsoort. Het is een matig groeiende variëteit met rondachtige, groene bladeren.

ALNUS INCANA Witte of grauwe els

M/G BLV, GE, HOST, KLT De matig groeiende, witte els is een kalkminnende struik of kleine boom met een grauwgroen blad en een zilvergrijze stam. De witte els groeit het best op een droge grond. Het is een krachtige groeier met een dichte piramidale kruin. De katjes bloeien voor de bladeren uitlopen waarna de elzenpropjes verschijnen. ALNUS SPAETHII ‘SPAETH’ Els

M/G BLV, GE, SO Een snelgroeiende boom tot 15 meter hoog met smalle, elliptische bladeren die ietwat purperkleurig uitlopen, daarna donkergroen. Katjes verschijnen vroeg. Eigenlijk gekweekt omdat het een mooie laanboom is. AMELANCHIER ARBOREA ‘ROBIN HILL’ Rotmispel K BLV, SO, GE, HOST, KLT Een matig groeiende, opgaande, vrij dichtvertakte, grote struik of kleine boom. In het knopstadium zijn de bloemen roze, later lichtroze en tenslotte wit. Het bloemen begint rond einde maart. Ze worden door blauwzwarte vruchten gevolgd die fel door de vogels gezocht zijn. De bladeren zijn groen van kleur en verkleuren prachtig in de herfst. AMELANCHIER LAMARCKII ‘BALLERINA’ Krentenboompje K BLV, SO, HOST, GE, KLT Deze matig groeiende variëteit is geënt en zal bijgevolg uitgroeien tot een klein boompje. In april, juist voor het in blad komen, verschijnen de grote, zuiver witte bloemtrossen. In juni komen grote, blauwe, zoete bessen te voorschijn. Het blad is bronskleurig bij het opkomen en nadien groen verkleurend met een mooie herfstkleur.


p Cercis siliquastrum ‘Forest Pansy’

p Carpinus betulus ‘Lucas’

AMELANCHIER ROTUNDIFOLIA ‘HELVETICA’ Krentenboompje Zie Bolbomen

p Cercis siliquastrum

zk

ARALIA ELATA Engelenboom

K BLV, SO, GE, KLT Een hoge, traag groeiende struik of kleine boom met stekelige, dikke, rechtopstaande, grijsachtige twijgen. De zeer grote, groene, geveerde bladeren kunnen wel tot 60-100 cm lang zijn. In augustus-september verschijnen er grote, geelachtige witte bloempluimen. BETULA ERMANII Berk

G BLV, SO, GE Een matig groeiende berk met geelwitte bast. Het breed-elliptisch, donkergroen blad loopt vroeg uit. Deze berk groeit met een doorgaande stam en heeft een ovale kruin. BETULA PAPYRIFERA Papierberk

ZG BLV, SO, GE Dit is een matig groeiende boom die wit wordt van stam en afbladdert in papierdunne stroken. Later onstaat er een schilderachtige kruin met neerhangende takken. De bladeren zijn elliptisch van vorm en groen van kleur. BETULA PENDULA Inheemse, ruwe berk

G BLV, SO, GE Een snelgroeiende, opgaande boom met sierlijk overhangende takken en twijgen. De soort bezit een sterk afbladderende, geelwitte bast. De bladeren zijn groen, toegespitst en voelen ruw aan omwille van de wrattige structuur. De jonge twijgen bezitten eveneens deze wratjes. Deze goed gekende variëteit uit de Kempen groeit op de meeste gronden. BETULA PENDULA ‘FASTIGIATA’ Slanke berk

K/M KLT, GE, SO, BLV Als Betula pendula maar zoals de naam aangeeft de slanke vorm ervan. Een

10 | Houtmeyers bvba - Algemene Catalogus

mooie zuilvorm met rechtopstaande takken die dus weinig ruimte inneemt in de tuin. BETULA UTILIS VAR. ‘JACQUEMONTII’ Himalajaberk G BLV, SO, GE Een hoogopgaande berk met een zeer opvallende witte, afbladderende bast en grote, donkergroene bladeren die in de herfst geel verkleuren. Deze matig groeiende variëteit heeft in zijn jong stadium reeds een zilverige glanzendwitte stam. Hij stelt weinig eisen aan grond en standplaats. BROUSSONETIA PAPYRIFERA Echte papiermoerbei K Een snelgroeiende, hoge struik of kleine boom die opvalt door de prachtige, diep ingesneden, 20 cm grote bladeren. Prachtig lichte, opvallende bast in de winter. Indien de planten elk jaar in het voorjaar diep worden teruggesnoeid ontstaan er nieuwe krachtige scheuten met grote, diep ingesneden bladeren. CARAGANA ARBORESCENS Erwtenboom

K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een matig groeiende, grote struik of kleine boom. In mei verschijnen er kleine, gele bloempjes, nadien ontstaan er lange peulen. Deze variëteit groeit ook op slechte grond. Deze soort bezit lichtgroene samengestelde blaadjes. CARPINUS BETULUS Haagbeuk

G BLV, SO, HOST, GE, HA, vo, lei Een matig groeiende struik of hoge boom die zeer gezond groeit. Deze plant is geschikt als solitaire boom maar ook voor hagen, windschermen en zichtbrekers. De bladeren zijn elliptisch van vorm en heldergroen van kleur. Deze boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats en is weinig onderhevig aan ziekten en insecten. De bomen zijn bij ons ook te verkrijgen als leivormen. Hiertoe zijn ze voorgeleid aan een frame. Ook grote, geschoren piramiden zijn in het assortiment aanwezig. CARPINUS BETULUS ‘COLUMNARIS’ Veredelde haagbeuk Zie Bolbomen

ZK

CARPINUS BETULUS ‘FASTIGIATA’ Slanke haagbeuk

M BLV, SO, HOST, GE, KLT, HA, lei Een matig groeiende, slanke, schitterende solitaire haagbeuk. Deze soort is gemakkelijk te snoeien en eveneens zeer goed geschikt als windscherm of zichtbreker. Ook als straat-of laanbeplanting is deze goed te gebruiken. Deze haagbeuk bezit frisgroene bladeren, stelt weinig eisen aan grond en standplaats en is weinig onderhevig aan ziekten en insecten. CARPINUS BETULUS ‘FRANS FONTAINE’ Slanke haagbeuk

M BLV, SO, HOST, GE, KLT, HA Een matig groeiende haagbeuk met een uitzonderlijk slanke habitus. Deze beuk bezit frisse, groene bladeren en laat zich gemakkelijk snoeien. Een zeer waardevolle boom voor hagen, laan- en straatbeplanting, zichtschermen, die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. CARPINUS BETULUS ‘LUCAS’ Slanke haagbeuk

k BLV, SO, HOST, GE, KLT, HA Een schitterende zuilvorm die door ons in 1990 werd geselecteerd uit Carpinus betulus. Hij werd genoemd naar mijn zoon, Lucas Houtmeyers. De boom valt op door het behoud van het dorre blad in de winter en kan zo concurreren met de populaire beuk. Het blad is erg donkergroen in de zomerperiode en loopt uit met rode toppen. De boom kan gebruikt worden voor het maken van hoge hagen, als zichtbreker, als laanboom of als kleine boom in de tuin. Een echte verbetering t.o.v. de veel gebruikte Carpinus bet. ‘Fastigiata’. De Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen keurde de boom op GrootGroen 2007. Hij won een bronzen medaille. CARPINUS JAPONICA M BLV, SO, HOST, GE, KLT

BLV, HOST, SO Een matig tot snel groeiende boom met schitterende, donker zwartbruine uitlopende bladeren die later groen van kleur zijn. Deze soort verdraagt het om goed gesnoeid te worden. In juni-juli verschijnen er witte, opstaande bloempluimen die gevolgd worden door de zeer opvallende lange, boonachtige vruchten.

CELTIS AUSTRALIS M Een matig groeiende hoge struik of kleine boom met toegespitste, groene bladeren. Het is een weinig voorkomende struik die best op een beschutte plaats geplant kan worden daar hij door strenge vorst een stuk kan invriezen. Iets voor de liefhebber. CERCIDIPHYLLUM JAPONICUM Katsuraboom

K BLV,KLT,SO,GE,HOS Een hoge, snelgroeiende struik, meerstammige kleine boom met bijna niervormige, overstaande, groene bladeren die bij het opkomen in het voorjaar schitterend bronskleurig zijn en in het najaar mooi goudgeel of oranjeachtig verkleuren. De bloemen van deze soort zijn van geen betekenis. Deze boom heeft wel eens te lijden van de lentevorst maar herstelt snel. Een mooie solitair in de tuin. CERCIS CANADENSIS Amerikaanse judasboom

k BLV, HOST,KLT,GE,SO Een matig en breed groeiende, hoge struik of meerstammige kleine boom of kleine boom. Net voor het verschijnen van het blad ontspruiten er in trossen hangende, vlinderbloemige, lichtroze bloemen. Deze worden dan in de late zomer gevolgd door lange, bruine peulen. Net na de bloem verschijnen dan ook de prachtig gevormde, groene, bijna ronde bladeren. Cercis gedijt best op een zonnige, warme plaats.

Een matig groeiende struik of kleine boom met een licht grijsbruine afbladderende schors. De bladeren zijn groen, 5-10 cm lang, toegespitst en elliptisch van vorm. Bij het ontluiken van de bladeren kleuren ze bronskleurig rood. De vruchtkatjes lijken op grote ‘hopbellen’ en blijven zeer lang op de boom aanwezig.

CERCIS CANADENSIS ‘FOREST PANSY’ Amerikaanse judasboom

CASTANEA SATIVA Tamme kastanje

CERCIS SILIQUASTRUM Judasboom

ZG BLV, SO, GE Een grote en matig groeiende boom met groengele, speciaal ruikende katjes in juli. Nadien komen er roodbruine, eetbare kastanjes. Deze boom groeit op alle gronden. Kruisbestuiving is wel vereist om vruchten te bekomen. De boom is voorzien van groene, getande bladeren, stelt weinig eisen aan de standplaats en is weinig onderhevig aan ziekten. CASTANEA SATIVA ‘DE LYON’ Veredelde tamme kastanje Als voorgaande doch met grotere en meer gevulde vruchten. CASTANEA SATIVA ‘VINCENT VAN GOGH’ Veredelde kastanje

G BLV,SO,GE

K BLV, KLT,GE Deze variëteit heeft prachtige, ietwat gedraaide twijgen. De bladeren zijn zoals die van de gekende, tamme kastanje. Het is een kleine boom met goede sierwaarde en een ietwat ronde kruin. CATALPA BIGNONIOIDES Trompetboom M BLV, HOST, SO Een matig tot snel groeiende boom met grote, frisgroene bladeren. Deze soort verdraagt het om goed gesnoeid te worden. In juni-juli verschijnen er witte, opstaande bloempluimen die gevolgd worden door de zeer opvallende lange, boonachtige vruchten. CATALPA BIGNONIOIDES ‘AUREA’ Gele trompetboom K BLV, HOST, SO Een matig groeiende boom met ronde kruin. De grote, hartvormige bladeren zijn prachtig goudgeel uitlopend, later tot groengeel verkleurend. In juni-juli verschijnen er witte, opstaande bloempluimen die gevolgd worden door de zeer opvallende lange, boonachtige vruchten.

M

CATALPA ERUBESCENS ‘PURPUREA’

k BLV, HOST,KLT,GE,SO Als de soort, zie voorgaande, doch met een prachtig, diep, purperrood blad. Eerder struikvormig dan wel boomvormig. Qua vorm en blad een topper. k BLV, HOST,KLT,GE,SO Een matig en breed groeiende, hoge struik of meerstammige kleine boom of kleine boom. Net voor het verschijnen van het blad ontspruiten er in trossen hangende, vlinderbloemige, paarsroze bloemen. Deze worden dan in de late zomer gevolgd door lange, bruine peulen. Net na de bloem verschijnen dan ook de prachtig gevormde, groene, bijna ronde bladeren. Cercis gedijt best op een zonnige, warme plaats. CERCIS SILIQUASTRUM ‘ALBA’ Judasboom Als de soort, zie voorgaande, doch met witte bloemen.

K BLV, HOST,KLT,GE,SE

CLADRASTIS KENTUKEA Amerikaans geelhout

K BLV, SO, HOST, KLT Een weinig voorkomende, matig groeiende boom of struik met een groot, geveerd, samengesteld, groen blad dat in de herfst prachtig geel verkleurt. In de zomer verschijnen er trossen van vlinderbloemige, geurende, geelgevlekte bloemen. Een gans gamma aan Cornus ssp. vindt u onder bladverliezende sierheesters blz 44-46. Een paar soorten die specifiek als kleine boomvormen worden gekweekt bespreken we hierna. Het is echt moeilijk om hier een scheidingslijn te trekken tussen kleine boom en grote stuik.

CORNUS CONTROVERSA Reuzenkornoelje

k BLV, SOL, KLT,GE,HOST Een matig groeiende hoge struik of kleine boom. In de zomer verschijnen kleine, stervormige, witte bloempjes in tuilen gevolgd door zwarte vruchtjes. De bladeren zijn ovaal spitsvormig en fel groen. De bladeren kleuren mooi roodpaars in het najaar. De takstand is uniek. Ze zijn mooi horizontaal, regelmatig ingeplant. Prachtige solitair als boom en als meerstammige hoge struik.

Houtmeyers bvba - Algemene Catalogus | 11

CORNUS CONTROVERSA ‘VARIEGATA’ k Een grote, prachtige, matig groeiende grote struik of kleine boom. In de zomer verschijnen kleine, stervormige, witte bloempjes in tuilen gevolgd door zwarte vruchtjes. De bladeren zijn ovaal spitsvormig van vorm en groenwit van kleur (mooie opvallend witte rand). De bladeren kleuren mooi roodpaars in het najaar. De takstand is uniek. Ze zijn mooi horizontaal, regelmatig ingeplant. ZK/k BLV,SO,KLT, Een matig groeiende, boomachtige struik met ovale, groene bladeren die in de herfst schitterend rood en paars kleuren. Deze cultivar heeft net als de nuttalii-soorten zeer grote bracteeën (groter dan deze van de C. kousa ssp.). Prachtige verschijning als hij zo vroeg in de lente bloeit. CORNUS ‘EDDIE’S WHITE WONDER’

CORNUS MAS Gele kornoelje

K BLV,HOST,KLT,GE,SO Een matig groeiende, hoge struik of kleine boom met groene bladeren. De bloemen verschijnen in februarimaart voor de bladeren. Ze zijn geel en staan in bundeltjes bij elkaar. Bij oudere planten worden de bloemen gevolgd door prachtige vruchten in het najaar. Ze zijn mooi rood en eetbaar! Deze planten kunnen ook worden gebruikt om een haag te vormen.

TIP Beuk groeit het best op een kalk- en humusrijke grond die niet al te droog is.

CORNUS MAS ‘VARIEGATA’ Kornoelje ZK Een matig groeiende hoge struik of kleine boom met prachtige groene, witgerande bladeren. De bloemen verschijnen in februari-maart voor de bladeren. Ze zijn geel en staan in bundeltjes bij elkaar. De vruchten kan je terug vinden in het najaar. Ze zijn rood en eetbaar. CORNUS NUTTALLII ‘MONARCH’ ZK/k BLV,SO,KLT Een traag groeiende, opgaande, kleine boom of hoge struik met ovale, groene bladeren die fel rood verkleuren in de herfst. In mei verschijnen ook aan deze cornus zes mooie, witte bracteeën (schutbladeren). Er verschijnen bijna nooit vruchten na de bloei. Het is één van de enige soorten die groeit met een centrale stam. k BLV,SO,KLT, Een traag groeiende, opgaande, kleine boom of hoge struik met ovale, groene bladeren die felrood verkleuren in de herfst. In mei verschijnen ook aan deze cornus zes mooie, roze bracteeën Er verschijnen bijna nooit vruchten na de bloei. Het is één van de enige soorten die groeit met een centrale stam. Cornus uit de Stellar Group (kruisingen tussen C. florida, C. kousa, C. nuttalli) Originele 20 jaar oude plant: ruim 7 meter hoog 5,5 meter breed. CORNUS ‘RUTGAN’

CORYLUS AVELLANA ‘ANNY’S COMPACT GLOBE’ Zie Bolbomen

WEETJE De es groeit mooi rechtop, is taai, hard en veerkrachtig. Het is dan ook niet te verwonderen dat elke landbouwer op zijn erf ergens wel een es had staan om stelen voor zijn tuingerief bij de hand te hebben.


CORYLUS AVELLANA ‘WEBB’ S PRIZE COB’ Hazelnoot ZK/K BLV,SO,GE,KLT,HOST Een grootvruchtige hazelnoot die op de zeer decoratieve, kurkachtige stam van Corylus colurna werd geënt. De bladeren zijn groen van kleur, ovaal en getand van vorm. In de winterperiode zijn de prachtige, lange, mannelijke katjes zichtbaar. In het najaar verschijnen dan de hazelnoten. Bijna nooit komen hazelnoten op stam voor. Toch is het een boom die in kleine tuinen goed kan worden gebruikt en heel wat sierwaarde heeft. Snoeien is geen enkel probleem. Stelt weinig eisen aan grond en standplaats.

CORYLUS COLURNA Boomhazelaar

G BLV, SO, GE Een groot groeiende slanke boom met decoratieve, grijze schors en grote donkergroene bladeren. In februari-maart onstaan 10 cm lange katjes. Deze soort is zeer mooi te gebruiken als laanboom. Stelt weinig eisen aan grond en standplaats. CORYLUS MAXIMA ‘PURPUREA’ Rode hazelnoot

ZK/K BLV,SO,GE,KLT,HOST Als Corylus avellana ‘Webb’s Cob Prize’ doch met prachtige donkerrode bladeren die naar de herfst toe groenrood verkleuren. Een mooie aanwinst als kleine, roodbladige boom. CRATAEGUS GRIGNONENSIS Meidoorn

K BLV, SO, HOST, KLT Een matig groeiende, middelgrote boom met in mei-juni een rijke, witte bloesem die gevolgd wordt door bruinrode, glanzende vruchten in het najaar. CRATAEGUS LAEVIGATA ‘AURORA’ Tweestijlige meidoorn K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een kleine boom met opgaande, compacte kroon die zich gemakkelijk laat snoeien. Mei-juni verschijnen er witte bloempjes in trossen die in het najaar gevolgd worden door grote, opvallende, ovoïde vruchten die tot diep in de winter aan de boom blijven. CRATAEGUS LAEVIGATA ‘PAUL’S SCARLET’ Tweestijlige meidoorn K BLV, SO, HOST, GE, KLT, HA Een matig groeiende, kleine boom met in mei scharlakenrode, gevulde bloemen. De bladeren vallen in de winter af, zijn groen van kleur en zwak gelobd. De boom laat zich gemakkelijk snoeien. Stelt weinig eisen aan grond en standplaats. CRATAEGUS MONOGYNA ‘COMPACTA’ Zie Bolbomen CRATAEGUS MONOGYNA ‘STRICTA’ Meidoorn

K BLV ,SO, HA, GE, KLT Een boompje met smalle, opgaande groeiwijze. In mei verschijnen de enkelstijlige, witte bloemen die gevolgd worden door dofrode, kleine vruchten. DAVIDIA INVOLUCRATA VAR. VILMORINIANA Vaantjesboom

K/M KLT, SO, BLV Een kleine boom of meerstammige hoge struik met donkergroene, 9-14 cm grote bladeren. De bloempjes zijn nietig maar zijn omgeven door twee grote, roomkleurige schutbladeren (net witte zakdoeken die in de boom hangen) in mei. Deze boom kan in de lente vorstschade oplopen maar herstelt er snel van. Begint pas op oudere leeftijd te bloeien. FAGUS SYLVATICA Groene beuk

ZG BLV,SO, HOST, GE,HA,vo,lei Een matig groeiende, hoge struik of grote boom met groene, breed-elliptische bladeren. De boom is ook geschikt voor de schaduw en kan in alle vormen worden gesnoeid. Hij kan worden gebruikt als haagplant, windscherm,... Bij ons vindt U ook geleide beuken. Hiertoe werden ze aan een frame ingebonden. Ook grote, geschoren piramiden vindt U in het assortiment.

FAGUS SYLVATICA ‘ASPLENIFOLIA’ Varenbeuk

M/G BLV, SO, GE, KLT Een matig groeiende boom met sierlijke, groene, diep ingesneden bladeren. De kruin is dicht vertakt en piramidaal groeiend. Een sierlijke solitair die goed groeit en spijtig genoeg niet veel wordt aangeplant. Deze beuk stelt weinig eisen aan grond en standplaats. FAGUS SYLVATICA ‘ATROPUNICEA’ Rode beuk

ZG BLV,SO,GE,HOST,HA,LEI,VO Een overbekende, matig groeiende, zeer grote boom met rode, breed-elliptische bladeren. Deze breed uitgroeiende beuk groeit het best op een kalk- en humusrijke grond die niet al te droog is. Net als de groene beuk kan ook deze worden gebruikt als haag, hoog windscherm, leiboom... Hij laat zich uitermate goed in vorm knippen. p Corylus colurna

p Fagus sylvatica ‘Atropunicea’

FAGUS SYLVATICA ‘DARWYCK’ Slanke beuk

M BLV,SO,KLT,GE Een matig groeiende, prachtige, slanke, zuilvormig groeiende boom met groene, breed-elliptische bladeren. Deze beuk groeit het best op een kalk- en humusrijke grond die niet al te droog is. FAGUS SYLVATICA ‘DAWYCK GOLD’ Slanke beuk

M BLV, SO, GE, KLT Een matig groeiende, prachtige, slanke, zuilvormig groeiende boom met groengele, breed-elliptische bladeren die bij het uitlopen prachtig goudgeel gekleurd zijn. FAGUS SYLVATICA ‘DAWYCK PURPLE’ Slanke beuk Als voorgaande doch met purperbruine, blinkende bladeren.

p Fagus sylvatica ‘Darwyck’

q Fagus sylvatica ‘Rohan Obelisk’

M BLV, SO, GE, KLT

FAGUS SYLVATICA ‘HORIZONTALIS’ Beuk

k/m BLV, GE,SO,KLT Een waardevolle, matig groeiende beuk die groeit met horizontaal uitstaande takken. De bladeren zijn zoals die van de gewone groene beuk. Door zijn speciale groei en redelijk compacte vorm kan deze boom mooi worden gebruikt als solitair in een kleinere tuin. FAGUS SYLVATICA ‘ROHAN OBELISK’ Slanke beuk

M BLV, GE,SO,KLT Een schitterende, smalle, matig groeiende, dichte, middelgrote boom met prachtige, onregelmatig ingesneden bladeren die purperrood van kleur zijn. Een mooi solitair element in de tuin. FAGUS SYLVATICA ‘PURPUREA TRICOLOR’ Beuk

K/M BLV, SO, GE, KLT Een matig groeiende boom met een vrij klein, bruin, elliptisch blad dat opvallend witte en roze randen vertoont. In het voorjaar is het een zeer opvallende boom. FAGUS SYLVATICA ‘RIVERSII’ Beuk

ZG BLV, SO, GE Een matig groeiende boom met bruine, mooie, grote, glanzende bladeren. Het is een veredelde rode beuk die in alle vormen kan worden gesnoeid. De bladeren zijn groter dan die van de gewone rode beuk. FRAXINUS EXCELSIOR Gewone es

ZG BLV, SO, GE Een snelgroeiende boom met oneven geveerde, groene bladeren en takken met aan het uiteinde dikke, zwarte knoppen. Deze soort brengt waardevol hout voort en gedijt op een niet te natte noch te droge grond. De boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats.


p Fagus sylvatica ‘Purpurea Tricolor’

p Fraxinus excelsior

p Halesia monticola

q Gleditsia triacanthos

p Liriodendron tulipifera

p Juglans regia


q Koelreuteria paniculata

TIP Snoei de noten nooit in de winterperiode! Ze kunnen dusdanig beginnen bloeden (sap verliezen) dat ze eraan dood gaan. Snoei bij het ontluiken van de bladeren, in de zomerperiode of de herfst (tot half november). Een echt juist tijdstip is moeilijk aan te geven want het is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Best eerst even proberen met enkele takken!

FRAXINUS EXCELSIOR ‘JASPIDEA’ Goudes

M/G BLV, SO, GE Een matig groeiende boom met gele, oneven geveerde bladeren die groengeel verkleuren en in de herfst een goudgele kleur verkrijgen. De twijgen zijn eveneens geelachtig van uitzicht en hebben op het uiteinde dikke, zwarte knoppen. Deze variëteit stelt weinig eisen aan grond en standplaats. FRAXINUS EXCELSIOR ‘NANA’ Zie Bolbomen.

WEETJE De veredelde okkernoot is een specialiteit van ons bedrijf. De vermeerdering is niet eenvoudig. De bomen zijn echter een stuk vruchtbaarder dan de gewone wilde. Ze dragen op veel jongere leeftijd (3 - 5 jaar) al vruchten.

FRAXINUS ORNUS Bloemes

GYMNOCLADUS DIOICUS Doodsbeenderenboom

M BLV, SO Een traag groeiende boom die een hoogte van 10-15 meter kan bereiken. Hij wordt aangeplant omwille van zijn grillig gevormde takken en twijgen en omwille van zijn mooie herfstkleur. Zijn bladeren zijn 50-60 cm lang, dubbel geveerd en donkergroen van kleur. Deze boom ontluikt laat in het voorjaar en gedijt best op een vruchtbare grond.

K/M BLV, SO, GE Een matig groeiende boom met groene, oneven geveerde bladeren. In juni verschijnen er witte welruikende bloempluimen die worden gevolgd door lange vruchten die bij het rijpen bruin worden. Deze soort groeit in de gewone tuingrond. Stelt weinig eisen aan grond en standplaats.

HALESIA MONTICOLA Sneeuwklokjesboom

FRAXINUS ORNUS ‘MECSEC’ Zie Bolbomen.

JUGLANS NIGRA Zwarte noot

FRAXINUS ORNUS ‘OBELISK’ Es k-m Es is een bijzonder goed groeiende boom die vrij is van ziekten. Het is de enige echt slank opgroeiende es die goed bloeit. Blad- en bloemvorm zoals die van de soort Fraxinus ornus. GLEDITSIA TRIACANTHOS Christusdoorn

G BLV, SO, GE, KLT Een matig groeiende, sierlijke boom met sterk doornige takken en twijgen. De bladeren zijn geveerd en de blaadjes frisgroen . Ze verkleuren mooi geel naar de herfst toe. In juni verschijnen de witte bloemtrossen die worden gevolgd door grote, sikkelvormige peulen. Deze soort kan goed worden gesnoeid. GLEDITSIA TRIACANTHOS ‘ELEGANTISSIMA’ Valse christusdoorn ZK / K BLV, SO, GE, KLT Een matig groeiende, slanke, omgekeerd-eironde, dichte boom met dubbelgeveerde, frisgroene blaadjes die in de herfst fel verkleuren. Deze boom groeit zeer decoratief en stelt weinig eisen aan grond en standplaats. GLEDITSIA TRIACANTHOS F. INERMIS Valse christusdoorn

G BLV, SO, GE, KLT Zoals G. triacanthos maar met stam en takken zonder doornen. GLEDITSIA TRIACANTHOS ‘RUBYLACE’ Valse christusdoorn

K BLV, SO, GE, KLT Een matig groeiende, hoge struik of boom met opvallende, geveerde bladeren. De blaadjes van het jonge schot zijn rood en kleuren daarna bronsgroen. Het is een grillig groeiende boom die goed kan worden gesnoeid. GLEDITSIA TRIACANTHOS ‘SKYLINE’ Valse christusdoorn

M BLV,SO,KLT,GE Zoals G. triacanthos maar met een sterke piramidale groei. GLEDITSIA TRIACANTHOS ‘SUNBURST’ Valse christusdoorn Op zoek naar soorten of variëteiten die niet in de lijst opgenomen zijn? Vraag het even of bezoek de kwekerij.

gele kleur. Het is een prachtige, grillig groeiende boom die goed kan worden gesnoeid.

M BLV, SO, GE, KLT Een matig groeiende, hoge, schitterende struik of boom met opvallende, geveerde bladeren. De blaadjes van het jonge schot hebben een gele en in de zomer een groen-

K BLV, SO, GE, KLT Een kleine boom met breed-elliptische, groene bladeren (10-15 cm groot). In mei verschijnen er witte, klokvormige, hangende, witte bloempjes. Ze worden gevolgd door opvallende, gevleugelde vruchten. ZG BLV, SO, GE Een snel- en hooggroeiende boom met groene, zeer grote, geveerde, geurende bladeren. Deze boom brengt in de herfst eetbare noten voort doch is niet erg vruchtbaar. Hij stelt weinig eisen aan grond en standplaats. JUGLANS REGIA Okkernoot

ZG BLV, SO, GE De matig en groot groeiende, overbekende, vruchtbare walnoot met een breed uitgroeiende kruin. De bladeren zijn geveerd en groen. De vruchten zijn eetbaar. Deze boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats (niet op te natte gronden). Wordt dikwijls dicht aan terras en zithoek geplant. JUGLANS REGIA ‘BUCCANEER’ Veredelde okkernoot

G BLV, SO, GE Wanneer de gewone Juglans regia pas na 10-15 jaar vruchten draagt, kunnen we van deze ‘Buccaneer’ al na 3-5 jaar vruchten verwachten. Ze zijn tevens groter en vooral gevulder. JUGLANS REGIA ‘BROADVIEW’ Veredelde okkernoot

G BLV, SO, GE Als voorgaande. Eveneens met mooie gevulde, grote noten. ‘Broadview’ is een goede bestuiver voor andere okkernoten. Samen met Buccaneer draagt hij nog beter vruchten. JUGLANS REGIA ‘AXEL’ Veredelde okkernoot G BLV, SO, GE Een noot die uitzonderlijk groot is maar niet zelfbestuivend. Plant ze samen met ‘Buccaneer’ voor goede vruchtzetting. JUGLANS REGIA ‘LACINIATA’ Walnoot

g Blv, So, ge Deze walnoot plant je omwille van het schitterde, grote, fijn ingesneden, lichtend groene, samengestelde blad! Jong zijnde groeit deze boom niet snel, daarna zoals de gekende walnoot. Mooie bladvorm die je bijna nooit tegenkomt.


JUGLANS REGIA ‘PURPUREA‘ G Schitterende roodbladige notelaar. De bladeren en groei zijn gelijkaardig als deze van de Juglans regia. De prachtige lichtend rode kleur maakt van deze noot een hebbeding. Opgelet nog geen grote bomen van in productie. KOELREUTERIA PANICULATA Blazenboom

k BLV,GE,SO,KLT Een kleine boom of grote struik met geveerde, groene bladeren die in de herfst mooi geel verkleuren. In de zomer verschijnen er vele, opvallende, grote trossen van lichtgele bloemen die gevolgd worden door opvallende blaasvruchten. De boom kan in de vroege lente vorstschade oplopen maar herstelt snel. KOELREUTERIA PANICULATA ‘FASTIGIATA’ Blazenboom p Gleditsia triacanthos ‘Sunburst’

k BLV,GE,SO,KLT Een prachtige, kleine, slanke boom met geveerde, lange, groene bladeren die in de herfst mooi geel verkleuren. Deze variëteit bloeit wel niet zo rijk als de soort. Mooi structuurelement in de tuin.

q Koelreuteria paniculata

LABURNUM ANAGYROIDES Gouden regen

K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een matig en groot groeiende struik of kleine boom met donkergroene, drietallige bladeren en met gele, op druiventros gelijkende bloemen van mei-juni. Deze soort stelt weinig eisen aan de grond. LABURNUM WATERERI ‘VOSSII’ Gouden regen

K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een matig groeiende boom met donkergroene, drietallige bladeren en met 3040 cm lange, gele, op druiventros gelijkende bloemen van mei-juni. Deze soort stelt weinig eisen aan de grond. De bloemen van deze variëteit zijn groter dan de gewone Laburnum anagyroides. Gouden regen groeit zeer goed maar niet op te natte gronden. LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA Amberboom

G BLV ,SO, GE Een matig groeiende boom met kurkdragende takken en vijf- tot zevenlobbige, groene bladeren die in de herfst een prachtige, gele, rode, oranje kleur verkrijgen. In april verschijnen er onopvallende bloemen. Men plant ze best op een voedzame grond en in de zon. Deze boom stelt weinig eisen aan de standplaats. LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA ‘GUM BALL’ Zie Bolbomen.

q Morus alba ‘Macrophylla’

LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA ‘SILVER KING’ Amberboom

M BLV,GE,KLT,SOL Een matig groeiende, grote boom met kurkdragende takken en vijf- tot zevenlobbige, groene bladeren die opvallend wit gerand zijn. Deze variëteit is zowat de beste bonte vorm. LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA ‘PAARL’ Amberboom M Tot hier toe de meest slanke vorm van de prachtige amberboom. De vijf- tot zevenlobbige groene bladeren zijn mooi diep ingesneden en kleuren mooi geel tot oranje rood in de herfst. De schors is net als die van de soort diep gegroefd. Een prachtige zuilvorm. LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA ‘VARIEGATA’ Amberboom

G BLV, SO, GE Als voorgaande doch met opvallende witgerande, groene bladeren. LIQUIDAMBAR ALCALYCINA Als L. styraciflua maar met grotere bladeren die minder gelobd en ingesneden zijn. Mooie soort. LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA ‘SLENDER SILHOUETTE’ Een slanke zuilvorm van de mooien amberboom.


LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA ‘WORPLESDON’ Als L. styraciflua maar met intens wijnrode herfstkleur. Een Engelse cultivar. LIRIODENDRON TULIPIFERA Tulpenboom

ZG BLV, SO Een matig en groot groeiende boom met vierlobbige bladeren die een breed afgeknotte top en een groene kleur hebben en die in de herfst mooi geel verkleuren. De bloemen zijn geelgroen en gelijken op een tulp (juni). Ze verschijnen pas op latere leeftijd. Een zeer mooie, waardevolle en decoratieve boom. LIRIODENDRON TULIPIFERA ‘ARDIS’ Zie Bolbomen LIRIODENDRON TULIPIFERA ‘ARNOLD’ Een Liriodendron variëteit die als jongere boom maar half zo snel groeit dan de gewone soort! p Liriodendron tulipifera ‘Fastigiatum’

LIRIODENDRON TULIPIFERA ‘HELTORF’ Groei als L. tulipifera. De bladeren van deze cultivar zijn nagenoeg vierkant. Heel speciaal en mooi. LIRIODENDRON TULIPIFERA ‘ROODHAAN’ Groei als L. tulipifera. Het vierlobbige, groene blad is echter apart gelobt! LIRIODENDRON TULIPIFERA ‘AUREOMARGINATA’ Tulpenboom

BEST-select BEST-select ging op 1 januari 2000 van start als een samenwerkingsverband tussen de sierboomkwekerijveredeling van het Departement voor Plantengenetica en -veredeling (DvP-CLO) en een twintigtal vooruitstrevende Belgische boomkwekerijen. Na vijf jaar succesvol proefdraaien is op 16 december 2004 de coöperatieve vennootschap BEST-select cvba opgericht. Onze boomkwekerij maakt deel uit van deze vennootschap. De doelstellingen van deze coöperatieve venootschap is om de verbetering en vernieuwing van het boomkwekerijen tuinrozensortiment op een gestructureerde manier aan te pakken. Hiervoor heeft BEST-select cvba een langdurige samenwerking afgesloten met DvP-CLO en participeert het eveneens in wetenschappelijke onderzoeksprojecten. De volledige keten van ontwikkeling van nieuwe planten, productie en marktintroductie zijn hierdoor in handen van BEST-select. BEST-select staat voor: • Vernieuwing in het boomkwekerijen rozensortiment • Veredelingsknowhow van het DvP-CLO • Exclusieve vertegenwoordiging van de creaties door de partners • Gezamelijke promotie en commercialisatie

TIP De waarde van de sierappelen wordt vooral bepaald door de rijke bloesem in het voorjaar en de overvloed aan vruchten in de late zomer en in de herfst. De vruchtjes worden veelvuldig in groencomposities verwerkt. Vele sierappelen kunnen goed in kleine tuinen gebruikt worden.

G BLV, SO Een matig en groot groeiende boom met vierlobbige bladeren die een breed afgeknotte top en een groene kleur met gele rand hebben. De bloemen zijn geelgroen en gelijken op een tulp. Ze verschijnen pas op latere leeftijd. Een zeer mooie, waardevolle en decoratieve boom. LIRIODENDRON TULIPIFERA ‘FASTIGIATUM’ Slanke tulpenboom M BLV,SO,GE,KLT Bladeren zoals Liriodendron tulipifera. Zoals de naam doet vermoeden groeit de ‘Fastigiata’ echter zuilvormig. MAACKIA AMURENSIS K BLV, SO, HOST, KLT Een kleine boom die men zelden aantreft in België. De bladeren zijn donkergroen van kleur en bestaan uit 7-11 blaadjes. In de zomer verschijnen er dichte, opstaande pluimen met witte bloemen. Magnolia’s zijn schitterend omwille van bloem en blad! Omwille van de grote verscheidenheid in kleur, vorm, grootte moeten ze in elke tuin aanwezig zijn. Hierna zijn enkele soorten aangegeven de hoog opgroeien (boomvormend). De andere variëteiten vindt u bij de bladverliezende heesters.

MAGNOLIA GRANDIFLORA ‘AJERAL’ ZK/K Het arboretum Bokrijk heeft heel wat selecties van goed winterharde Magnolia’s grandiflora uitgetest. Ondertussen hebben ze ook zelf enkele selectie gemaakt die de laatste strenge winters zonder schade zijn doorgekomen. ‘Ajeral’ en ‘Buksenrake’ zijn er twee van. De winterhardheid hebben ze waarschijnlijk te danken aan de invloed van M. virginiana genen. MAGNOLIA GRANDIFLORA ‘BUKSENRAKE’ Zie M. ‘Ajeral’

ZK/K Ge,host,klt,so Deze selectie is een kruising tussen M. grandiflora en M. virginiana. ‘Maryland’ combineert de beste eigenschappen van de beide soorten: de wintergroenheid en de grote (crème)witte bloemen van Magnolia grandiflora, en de winterhardheid (tot – 20°C) en bloei op jonge leeftijd van Magnolia virginiana. In ons klimaat wordt deze magnolia eerder een grote en vrij brede struik(boom) (4 à 5 meter). MAGNOLIA GRANDIFLORA ‘MARYLAND’

MAGNOLIA GRANDIFLORA ‘FERRUGINEA’ k Ge,host,klt,so Magnolia grandiflora ‘Ferruginea’ is een opgaand type dat vrij compact groeit. Het wordt een kleine tot middelgrote, groenblijvende boom (5 à 6 meter). De onderkant van het blad heeft het typische bruine indumentum. De bloemen zijn (crème)wit van kleur en fijn geurend in de zomer. Deze magnolia wordt best aangeplant op een zonnige standplaats. Ze verdraagt goed de snoei, maar bloeit dan wel minder. MAGNOLIA KOBUS Beverboom K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een mooie, matig groeiende, kleine boom met stevige, groene bladeren en 10 cm lange, witte bloemen die op latere leeftijd juist voor het ontluiken van de bladeren verschijnen. Eigenlijk de enige beverboom die mooi als rechte boom opgroeit. K/M BLV,GE,SOL,KLT Een schitterende, opgaande Magnolia al dan niet meerstammig. Het prachtige grote blad , tot 45 cm groot, tooit deze opvallende verschijning. Vroeg in de zomer (juni) verschijnen de tot 20 cm grote, bekervormige, lekker geurende bloemen die gevolgd worden door grote doosvruchten. Een hebbeding voor de liefhebber. Een aparte, mooie solitair in de tuin. MAGNOLIA HYPOLEUCA

K/M BLV,GE,SOL,KLT Eveneens een groot groeiende Magnolia al dan niet meerstammig. Het prachtige blad tot maar liefst 50 cm groot geeft aan deze magnolia ietwat exotisch uitzicht. Vroeg in de zomer (juni) verschijnen de tot 20 cm grote, opstaande, bekervormige bloemen die gevolgd worden door purperrode, eivormige vruchten. Een hebbeding voor de liefhebber. Een aparte, mooie solitair in de tuin. MAGNOLIA TRIPETALA

ZK BLV,KLT,GE,HOST Een opgaande dwergsierappel tot 3 meter hoog met appelblad. In het voorjaar verschijnen de witte bloempjes (purperrood in de knop). In het najaar is dit sierappeltje overladen met kleine oranjerode vruchtjes die lang op de plant hangen. Een aanradertje. MALUS ‘GOLDEN HORNET’ Sierappel K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een matig groeiende, stevige, kleine, opgaande boom (tot 6 meter) met matgroene bladeren (zoals die van een appelboom). De zeer licht witroze bloemen verschijnen in het voorjaar en worden door mooie, ronde, diepgele, opvallende sierappeltjes in trossen van 3-4 bijeen in de herfst gevolgd. Ze blijven lang op de boom aanwezig. Deze mooie sierappel laat zich gemakkelijk snoeien. MALUS ‘ADIRONDACK’

ZK/K


pPlatanus acerifolia ‘Mirkovec’

p Platanus acerifolia ‘Mirkovec’


q Magnolia kobus

q Paulownia tomentosa

qPlatanus acerifolia ‘Suttneri’

MALUS ‘JOHN DOWNIE’ Sierappel

K BLV, HOST, SO, KLT Een matig groeiende, forse boom met vrij losse, grillige kroon, met donkergroene, glimmende bladeren en schitterende, grote, enkele, witte bloemen in het voorjaar. Ze worden in de herfst gevolgd door mooie, zeer opvallende, oranjerode vruchten vaak met diepe blos. Eén van onze mooiste sierappels die zich gemakkelijk laat snoeien. MALUS ‘LISET’ Sierappel K BLV, HOST, SO, KLT Een matig groeiende, kleine boom met compacte kroon en glanzend purperkleurige bladeren. De purperrode, niet verkleurende, grote bloemen worden gevolgd door glimmende, donkerpurpere vruchten. MALUS ‘PROFESSOR SPRENGER’ Sierappel

K BLV, HOST, SO, KLT Een matig groeiende boom met frisgroene bladeren die in de herfst geel verkleuren. In het voorjaar verschijnen er zachtroze bloempjes die door oranjegele vruchten (appeltjes) worden gevolgd. Deze soort gedijt op elke tuingrond en laat zich gemakkelijk snoeien. MALUS ‘PROFUSION’ Sierappel

K BLV, HOST, SO, KLT Een matig groeiende boom tot 6 meter hoog met aanvankelijk purperkleurige bladeren die later donkergroen kleuren met rode nerven. In het voorjaar verschijnen er talrijke, roodpaarse bloemen in trossen van 5-7. De bloemen worden gevolgd door vele, purperrode, kleine vruchten. K BLV, HOST, SO, KLT Een schitterende selectie van de sierappel uit het assortiment van BEST-select (zie in marge op blz. 17). Het is een zeer gezond groeiende soort die zuilvormige groeit en 5 tot 6 meter hoog wordt. Perfect voor de kleine tuin dus. De overvloed aan rode bloesem verschijnt in de maand april. Ze worden door prachtige, rode, vrij grote sierappeltjes gevolgd in het najaar. Een echte aanrader. MALUS ‘RED OBELISK’

MALUS TSCHONOSKII Sierappel

M BLV, HOST, SO, KLT Een vrij krachtig groeiende boom met groene bladeren die naar de herfst toe prachtig geel, rood en oranje verkleuren. De bloesem in het voorjaar is witroze van kleur en wordt gevolgd door ronde, geelgroene vruchten met rode wang. Eén van de mooiste sierappels in herfstkleur die weinig gevoelig is voor schurft. MORUS ALBA Witte moerbei

M BLV,SO,GE,HOST Een matig groeiende boom of hoge struik met middelgroene, vaak diep ingesneden bladeren. In het najaar verschijnen de witgele, rode, paarse eetbare schijnvruchten (op framboos gelijkend). MORUS ALBA ‘MACROPHYLLA’ Moerbei

M BLV,GE,SOL,LEI Een matig groeiende boom met prachtige, onregelmatig getande, donkergroene bladeren tot 15 cm lang. In de herfst een mooie gele kleur.De kruin is nagenoeg rond van vorm. Goede boom om bijvoorbeeld aan het terras schaduw te bieden daar hij mooi breed uittakt. Best planten op een zonnige, warme plaats. Hij kan wel eens last hebben van onze vervelende lentevorst. MORUS BOMBYCIS Siermoerbei

te, zoete, op braambessen gelijkende, eetbare, zeer smakelijke schijnvruchten. m BLV,GE,SOL Een traag tot matig groeiende boom met ietwat piramidale groei en op latere leeftijd wat doorhangende takken. De bladeren zijn ovaal van vorm en glanzend dondergroen van kleur. In de herfst verkleuren ze schitterend rood, heldergeel en oranje. NYSSA SYLVATICA

OSTRYA CARPINIFOLIA Hopbeuk

M BLV, HOST, SO, KLT, GE Een matig groeiende boom die eveneens dikwijls voorkomt als een hoge en brede struik. Zoals de naam doet vermoeden gelijken de bladeren op die van een haagbeuk (Carpinus betulus). Deze boom wordt vooral aangeplant omwille van zijn opvallende, hopachtige trossen van groene vruchten. Deze trossen kleuren bruin in de herfst en blijven lange tijd op de boom aanwezig. PARROTIA PERSICA Zie bladverliezende sierheesters blz. 41 PARROTIA PERSICA ‘VANESSA’ Perzisch ijzerhout

K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een traag tot matig groeiende kleine boom met mooie, breed-ellliptische, donkergroene bladeren met purperkleurige rand. In de herftst kleurt deze plant prachtig geel met felle, dieprode kleuren. Dit is een selectie die groeit met een doorgaande, rechte stam en ovale kruin. In de winter (jan-feb) bloeit zij met onopvallende, rode bloempjes. PAULOWNIA TOMENTOSA Anna Paulownaboom

M BLV, SO, GE Een grote, snelgroeiende boom met dikke, uitstaande takken en zeer grote, groene bladeren. Indien de bloemknoppen niet bevrozen zijn verschijnen er na de winter voor het blad schitterende, violetkleurige bloemen in opstaande trossen. PHELLODENDRON AMURENSE Kurkboom K/M BLV, HOST, KLT, SO,GE Een matig groeiende, kleine boom met schitterende, grote, samengestelde bladeren bestaande uit donkergroene, langwerpige, glanzende blaadjes. De boom heeft een gele herfstkleur. Deze boom heeft een kurkachtige schors die pas op latere leeftijd dit typisch kenmerk vertoont. De onbeduidende bloempjes worden door zwarte vruchtjes gevolgd. De jonge scheuten kunnen wel eens bevriezen door onze late lentevorst. PHOTINIA VILLOSA Glansmispel

K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een kleine, matig groeiende boom met langwerpige, stevige, dofgroene bladeren die in de herfst prachtig scharlakenrood verkleuren. De bloemen zijn wit van kleur en verschijnen in mei, staande in tuilen. Ze worden door rode vruchten gevolgd. PLATANUS ACERIFOLIA Plataan

ZG BLV, SO, GE, LEI Een snelgroeiende, grote boom die zich goed in alle vormen laat snoeien (zelfs op oudere leeftijd). De boom bezit donkergroene, drie- tot vijflobbige, getande bladeren en een afschilferende stam. Deze plataan stelt weinig eisen aan grond en standplaats. PLATANUS ACERIFOLIA ‘ALPHEN’S GLOBE’ Zie Bolbomen.

K BLV,SO,GE,KLT Een traag groeiende, kleine boom met prachtige, onregelmatig getande, donkergroene bladeren tot 15 cm lang. In de herfst een mooie gele kleur. Een zeer weinig voorkomende soort. Purperzwarte vruchten in het najaar.

PLATANUS ACERIFOLIA ‘DIGITATA’ Plataan

MORUS NIGRA Zwarte moerbei

PLATANUS ACERIFOLIA ‘SUTTNERI’ Plataan

K BLV, HOST, SO, KLT Een matig groeiende, kleine boom of hoge struik met frisgroene bladeren en zwar-

ZG BLV,SO,LEI,GE Als Platanus acerifolia maar met prachtige, zeer diep ingesneden, drie- tot vijflobbige bladeren.

Als Platanus acerifolia maar met wit gevlekte bladeren.

G BLV,SO,LEI,GE


PLATANUS ACERIFOLIA ‘TREMONIA’ Slanke plataan

PRUNUS AVIUM Zoete kers

K/M BLV,KLT,GE,SO,LEI,VO Een matig groeiende plataan met een compacte, zuilvormige kruin. De boom heeft de mooie typische, afbladderende schors en een heel mooi, diep ingesneden, groen blad dat in de herfst geel verkleurt. Deze kleine plataan bereikt een hoogte van slechts 8-10 meter.

PRUNUS AVIUM ‘PLENA’ Sierkers

G BLV,GE,SOL Over het feit dat deze P. cultivar een orientalis of P. acerifolia soort lopen de meningen uiteen. Wel staat vast dat het de enige zuilvormig groeiende plataan is! De takken zijn rechtopstaand. Een variëteit die weinig voorhanden is. Hij is niet zo smal als een slanke beuk of olm maar doet goed dienst als bredere zuilvorm. Snelgroeiend is hij uiteraard. PLATANUS ORIENTALIS ‘MINARET’

PLATANUS ORIENTALIS ‘MIRKOVEC’ Plataan

K/M BLV,SO,GE,KLT Zoals Platanus acerifolia doch met een opvallende donkerrode herfstkleur en een veel zwakkere groei. Hij kan dus ook in kleinere tuinen gebruikt worden. POPULUS soorten en variëteiten Populier Populier voor houtproductie zie bosplanten.

SIERKERSEN De bloei van de sierkersen is overvloedig en dikwijls overweldigend. Spijtig dat het van korte duur is. Laat dit u echter niet afschrikken.

MALUS, PRUNUS, PYRUS Naast de talrijke soorten sierappelen, -pruimen, -kersen, -peren kunnen ook de echte appelaars, kerselaars, perelaars en pruimelaars als vruchtboom worden geplant in een ornamentale tuin. Zij geven dan direct een heel andere wending aan de bedoeling van de tuin. Een directe binding met de zogenoemde ‘nutstuin’ of een vleugje nostalgie. Het assortiment hierin is zo uitgebreid dat er een volledig aparte brochure voor gemaakt is. Vraag ernaar op onze kwekerij.

POPULUS ALBA ‘NIVEA’ Witte abeel

G/ZG BLV, HOST, SO, GE Een snelgroeiende, opvallende boom of hoge struik met donkergroene bladeren die aan de onderzijde opvallend witviltig zijn gekleurd. Dit leidt tot mooie effecten tijdens winderige dagen. Deze boom kan goed worden gesnoeid. Ook de twijgen zijn witviltig gekleurd. POPULUS NIGRA ‘ITALICA’ Italiaanse populier ZG BLV, SO, GE, HA Een snel- en slankgroeiende boom met breed-elliptische, groene bladeren. Het is een populier die geschikt is voor niet al te droge gronden. De boom kan goed gesnoeid worden.

M BLV,SO,HOST,GE,KLT Een schitterende sierkers met gevulde zuiverwitte bloemen eind april. Heel mooie sierkers met piramidale kruin. Is volgens ons een topper. PRUNUS CERASIFERA ‘NIGRA’ Roodbladige sierpruim K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een op stam geënte, matig groeiende struik met zeer donkere, purperkleurige, roodbruine, grote bladeren. De bloemen zijn roze en verschijnen in april. PRUNUS CERASIFERA ‘WOODII’ Sierpruim

K BLV,SO,GE,KLT,HOST Als Prunus cer. ‘Nigra’ maar met nog donkerdere en iets kleinere bladeren. PRUNUS CISTENA Sierpruim

ZK BLV,SO,GE,KLT,HOST Een traag groeiende, op stam geënte, dichte struik met donkerpurpere bladeren en witte (iets roze) bloempjes die van begin tot half april verschijnen. Daar deze soort zich gemakkelijk laat snoeien is het mogelijk haar in bolvorm te houden. Eén van de weinige roodbladige bomen waarbij dit mogelijk is. Een boom voor de kleine tuin. PRUNUS EMINENS ‘UMBRACULIFERA’ Zie Bolbomen. PRUNUS PADUS Vogelkers

ZG BLV,SO,GE Een mooie, matig groeiende boom met groene, bijna ronde bladeren die iets gekarteld zijn. Hij verdraagt goed gesnoeid te worden.

M/G BLV,GE,HOST Een matig groeiende, veelstammige, hoge struik of kleine boom met omgekeerd-eironde tot elliptische, groene bladeren. In het voorjaar verschijnen er hangende trossen van witte bloemen die gevolgd worden door de algemeen gekende, zwarte bessen. De soort kan goed schaduw verdragen.

POPULUS TREMULA ‘ERECTA’ Trilpopulier

PRUNUS PADUS ‘WATERERI’ Vogelkers

POPULUS TREMULA Trilpopulier

G BLV,SO,GE,KLT,HA Een mooie, matig groeiende, slank opgaande boom met groene, bijna ronde bladeren die iets gekarteld zijn. PRUNUS ‘ACCOLADE’ Sierkers

K BLV,SO,GE,KLT,HOST Een matig groeiende, kleine boom met groene, 8 tot 12 cm grote, groene bladeren die in de herfst geel tot rood verkleuren. De half gevulde bloemen van deze variëteit zijn lichtroze en iets gekruld. Deze boom bloeit vanaf begin april. PRUNUS AMYGDALOPERSICA (*) ‘SPRINGGLOW’ Sierpruim K BLV, HOST, SO, GE, KLT Een goed en gezond groeiende sierpruim met rode bladeren en in het voorjaar mooie, roze bloesem. Deze soort is een snelle groeier maar mag goed gesnoeid worden.


M BLV, HOST, SO, GE Een zoete en snelgroeiende kers met een zeer waardevolle houtsoort. Deze soort heeft een groot aanpassingsvermogen aan de grond. Zij gedijt goed in een gemengd bos. In het voorjaar verschijnt de bekende witte kersenbloesem die in juli wordt gevolgd door zoete vruchten die door de vogels zeer zijn geliefd.

M BLV,GE,HOST Als voorgaande doch bijna zonder vruchten en met grote, 20 cm lange, hangende, zuiver witte trossen van bloemen eind april. Een vrij losse kruin. In tegenstelling tot de vorige heeft deze veredelde boom wel meer sierwaarde. PRUNUS PERSICA ‘CLARA MAYER’ Sierperzik

k Blv so Een schitterende kleine boom of hoge struik die vooral voor de opvallende, prachtige, gevulde, roze bloemen in april aangeplant wordt. De bladeren zijn zoals de gekende perzikboom. k-m Blv, so, ge Een krachtig en gezond groeiende, opgaande boom met een opvallende, goudkleurige, bruine, afschilferende bast. De bladeren zijn middelgroen van kleur. In april verschijnen de typische, witte, welruikende bloemen in trossen. PRUNUS MAACKII

PRUNUS SARGENTII Sierkers

M BLV, SO, HOST, GE, KLT Een matig groeiende, opgaande sierkers met een schitterende, glimmende, donkerbruine bast en met opvallende, grote lenticellen (witte vlekjes). De bladeren zijn 6-12 cm groot, eirond en zijn bij het uitlopen bronsrood van kleur, later groen en prachtig scharlakenrood in de herfst. Begin april verschijnen er donkerroze bloemen. De bloemen worden in de herfst gevolgd door enkele eivormige, 1 cm lange, glanzend donkerrode vruchten. k Blv,so,ge Een kleine boom of grote meerstammige struik die je plant omwille van de schitterende, afbladderende, mahoniebruine bast. De witte bloempjes verschijnen in april-mei. De typische, langwerpige, groene bladeren kleuren dikwijls roodachtig in de herfst. PRUNUS SERRULATA ‘KANZAN’ Japanse sierkers M BLV, SO, HOST, GE, KLT Een matig- tot snelgroeiende sierkers met een breedopgaande groei en bladeren die roodbruin ontluiken en in de loop van het jaar groen kleuren. In de herfst verschijnt dan weer de oranjerode herfstkleur. De roze bloempjes verschijnen mei. PRUNUS SERRULA

p Parrotia persica ‘Vanessa’

PRUNUS SUBHIRTELLA ‘AUTUMNALIS ROSEA’ Sierkers

K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een matig groeiende, kleine boom of een op stam geënte struik met groene bladeren en lichtroze bloempjes die in november-december verschijnen en daarna weer in april. PRUNUS ‘TRAILBLAZER’ Sierpruim

K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een matig groeiende en brede boom tot 7 meter hoog met in het voorjaar (april) witte, enkele, grote bloempjes gevolgd door schitterende, rode pruimachtige vruchten. De jonge bladeren hebben een lichtgroene kleur en worden spoedig bruinrood. PRUNUS YEDOENSIS Sierkers

K/M BLV,SO,HOST,GE,KLT Een heel mooie sierkers met losse kruin die mooi, zuiver wit bloeit met enkelvoudige bloempjes in april.

p Pterocarya fraxinifolia

PTELEA TRIFOLIATA Lederboom

K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een grote struik of kleine boom met drietallige, grote, heldergroene bladeren die in de herfst geel verkleuren. De geelgroene bloemen verschijnen in juni en worden gevolgd door een overvloed aan opvallende doosvruchten. PTELEA TRIFOLIATA ‘AUREA’ Lederboom K BLV, SO, HOST, GE, KLT Een grote struik of kleine boom met drietallige, grote, geelgroene bladeren die bij het uitlopen heldergeel van kleur zijn. De geelgroene bloemen verschijnen in juni en worden gevolgd door opvallende doosvruchten die de struik in de winter een aantrekkelijk uitzicht geven. PTEROCARYA FRAXINIFOLIA Gewone vleugelnoot

M BLV, SO, GE Een matig groeiende boom met groene, oneven geveerde bladeren en gevleugelde nootjes die in echte trossen aan de twijgen hangen (zelden aanwezig). Een zeer gezond groeiende boom die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. Kan groeien op vochtige plaatsen.

p Pyrus calleryana ‘Chanticleer’

PTEROSTYRAX HISPIDA Zie bladverliezende sierheesters


p Quercus turneri

p Robinia pseudoacacia ‘Frisia’

q Robinia margaretta ‘Casque Rouge’

pq Quercus palustris


p Quercus robur ‘Fastigiata’

PYRUS CALLERYANA ‘CHANTICLEER’ Sierpeer

M BLV, SO, GE, KLT Een matig groeiende, piramidale boom met breed-elliptische, groene bladeren die in het najaar mooi paarsachtig verkleuren. De witte bloempjes verschijnen in ‘t voorjaar en zijn talrijk aanwezig. Deze boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats en is weinig onderhevig aan ziekten en insecten. QUERCUS CERRIS Moseik, Turkse eik

TIP Plant de acacia’s niet in de scheut van de wind. Door het licht breekbare hout kunnen er gemakkelijk takken uitbreken.

WEETJE Uit het hout van de knotwilgen werden vroeger de klompen gesneden. Het hout laat zich goed bewerken en is veel duurzamer dan bijvoorbeeld populierenhout. De twijgen deden dienst als materiaal voor het vlechten van manden en andere gebruiksartikelen. Iedereen kent trouwens de pittoreske, geknotte wilgen langs de grachtkanten in weiden.

ZG BLV, SO, GE Een snelgroeiende, brede boom met donkergroene, diepgelobde, glanzende bladeren. De boom is makkelijk te herkennen aan de ‘mosachtige groei’ op de scheuten en vooral aan de eikels. QUERCUS COCCINEA Scharlaken eik

G BLV,GE,SO Een snelgroeiende, grote boom met groene, ingesneden bladeren die purperrood verkleuren in de herfst. Een mooie, zeer groot groeiende, fijn gestructureerde boom die eveneens als solitair kan worden gebruikt. De moeraseik stelt weinig eisen aan grond en standplaats en is weinig onderhevig aan ziekten en insecten. QUERCUS DENDATA ‘CARL FERRIS MILLER’ Japanse keizereik k Ge,klt,so,blv,host Een schitterende, langzaam groeiende eik die opgroeit als kleine boom maar vooral heel mooi is als ietwat grotere struik in de tuin. Het blad is blinkend groen van kleur, opvallend groot en grof ondiep gelobd. Dit is een hebbeding. QUERCUS FRAINETTO Hongaarse eik ZG BLV, SO, GE Een sierlijk groeiende boom met glanzendgroene bladeren die opvallend diep zijn gelobd. Deze soort is matig groeiend. Eén der mooiste eiken die echter wel eens kan te lijden hebben van late lentevorst. K SO,GE,KLT,HOST,HA Deze groenblijvende, kleine eik heeft een prachtige, fijne bladstructuur en laat bijna nooit dorre bladeren zien. Eén van de beste groenblijvende eiken. Bij het planten of verplanten knip je best de takken goed in! QUERCUS H. ‘WAASLAND SELECT’

QUERCUS ILEX Steeneik

K SO,KLT Apart. Komt in België minder voor daar de winterhardheid soms te wensen overlaat. Zeer zware winters kunnen schade aanrichten. In ons land is het een kleine tot middelgrote boom. De bladeren zijn leerachtig, donkergroen van kleur aan de bovenkant en grijs witviltig aan de onderkant. De bladeren gelijken qua vorm op deze van de hulst. Het zijn echter enkel de jonge bladeren die stekelig zijn, de oudere hebben een gave rand. Voor de liefhebber. M GE, SO Een middelgrote, groen blijvende eik met eivormige kroon. De bladeren zijn 5-8 cm lang, dofgroen, aan de onderzijde glanzend groen. Mooie, aparte eikensoort. QUERCUS KEWENSIS

K/M GE, SO Een mooie, bladverliezende eik met een opmerkelijk, slank, middelgroen blad dat mooi ingesneden is. Hij is veredeld op een Q. palustris waardoor hij wat vocht kan verdragen. Je zou bijna denken dat het een groenblijver QUERCUS NIGRA

is daar het blad tot heel lang in de winter aan de boom blijft hangen. Mooi alternatief voor de vaak wat minder winterharde groenblijvend eiken. QUERCUS PALUSTRIS Moeraseik

ZG BLV, SO, GE Een snelgroeiende boom met groene, diep ingesneden bladeren die fel rood verkleuren in de herfst. Een prachtige, groot groeiende boom die eveneens als solitair kan worden gebruikt. De moeraseik stelt weinig eisen aan grond en standplaats. QUERCUS PALUSTRIS ‘GREEN DWARF’ Zie Bolbomen QUERCUS PALUSTRUS ‘FASTIGIATA’ Slanke moeraseik In opkweek. Is in alle delen hetzelfde als de soort Quercus palustris maar groeit slank. ZK/K BLV, SO, KLT Een grote struik of kleine boom (indien geënt op hoogstam) met kastanjeachtige bladeren. De bladeren kunnen 7-15 cm lang zijn en middelgroen van kleur. QUERCUS PONTICA

QUERCUS RHYSOPHYLLA ‘MAYA’ Mexicaanse eik k Deze prachtige, bladhoudende eik blijkt verrassend winterhard in ons klimaat. Het blad is schitterend, glimmend groen. Het jonge schot is prachtig rood tot roodbruin gekleurd! Ook als snijgroen is deze perfect te gebruiken. Een mooie verschijning die ik al een tiental jaren in mijn tuin als groot groeiende struik mag bewonderen. QUERCUS ROBUR Inlandse eik

ZG BLV, SO De matig groeiende, overbekende inlandse eik met groene, gelobde bladeren. Deze boom is een waardevolle soort die weinig eisen stelt aan de grond en zeer duurzaam hout voortbrengt. QUERCUS ROBUR ‘FASTIGIATA’ Slanke eik

ZG BLV, SO, KLT Een matig groeiende, zeer waardevolle en slanke eik met een donkergroen blad dat in de herfst bruin verkleurt en zeer lang aan de boom blijft in de winter. Het is een boom die goed kan worden gebruikt als solitair of winden zichtscherm, die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. QUERCUS ROBUR ‘FASTIGIATE KOSTER’ Slanke eik

ZG BLV,SO,GE Zoals Quercus r. ‘Fastigiata’ maar met steviger opgaande takken zodat de steile vorm niet uitzakt. Meer uniforme planten. QUERCUS RUBRA Amerikaanse eik

ZG BLV, SO, GE De overbekende, snelgroeiende Amerikaanse eik met grote, groene bladeren die in het najaar rood verkleuren. Deze boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats en is weinig onderhevig aan ziekten en insecten. QUERCUS RUBRA ‘HAAREN’ Zie Bolbomen. QUERCUS TROJANA Macedonische eik

k/m Ge,klt,so, host Een van de betere wintergroene, goed vorstbestendige


p Sorbus aucuparia

p Salix alba ‘Liempde’, geknot

eiken (6-8 m) met stijve, glanzend groene bladeren (beetje hulstachtig van vorm). Ook in kleiner tuinen dan deze trager groeiende boom extra cachet brengen in de winterperiode. Minder bekend maar zeker de moeite waard.

ROBINIA PSEUDOACACIA ‘TORTUOSA’

QUERCUS TURNERI

M BLV, SO, KLT Een kleine boom of een hoge struik met sierlijke, spiraalvormig gedraaide takken. De bladeren zijn samengesteld, bestaande uit groene blaadjes. Een prachtige boom die een aparte vorm in de tuin brengt.

ROBINIA MARGARETTA ‘CASQUE ROUGE’

ROBINIA PSEUDOACACIA ‘UMBRACULIFERA’ Zie Bolbomen. SALIX ALBA Knotwilg

ROBINIA PSEUDOACACIA Gewone acacia

SALIX ALBA ‘CHERMESINA’ Knotwilg

ROBINIA PSEUDOACACIA ‘BESSONIANA’ Doornloze acacia

SALIX ALBA ‘LIEMPDE’ Liempdse wilg

M SO, GE, KLT Een wintergroene, traag groeiende, slanke boom met 5-10 cm grote bladeren met 4-8 paar ondiepe, leerachtige lobben. Een zeer mooie eik die zelfs in een kleine tuin kan aangeplant worden. BLV, SO, KLT Een matig groeiende acacia met ongedoornde takken en groene, samengestelde bladeren. De bloemen zijn diep rozerood in hangende trossen. Ze zijn talrijk aanwezig. Deze boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats en is weinig onderhevig aan ziekten en insecten. ZG BLV, SO, GE Een snel en breed uitgroeiende boom met groene, samengestelde bladeren en geurende, witte bloemtrossen in het late voorjaar en de vroege zomer. Deze bloemen worden enorm door de bijen bezocht! Zij maken er heerlijke honing van. G BLV, SO, GE Een matig groeiende, doornloze acacia met een dichte kroon en een rechte stam. De bladeren zijn groen en samengesteld. De roomwitte bloemen zijn nagenoeg nooit aanwezig. Deze boom stelt weinig eisen aan grond en standplaats. ROBINIA PSEUDOACACIA ‘FRISIA’ Geelbladige acacia G BLV, SO, KLT Een matig groeiende, geelbladige acacia met gans de zomer een opvallend, geel, samengesteld blad. Eén van de mooiste geelbladige bomen voor niet al te natte plaatsen.


ZG BLV, SO, HOST, GE De overbekende, snelgroeiende knotwilg met de dunne en zeer flexibele twijgen. De bladeren zijn groen, smal en spits. De katjes verschijnen gelijktijdig met het blad in april-mei. Deze soort stelt weinig eisen aan de standplaats (zelfs op natte gronden). Zij kan te allen tijde gesnoeid of geknot worden. M BLV ,SO, HOST, GE, KLT Een variëteit binnen de wilgen met prachtige, opvallende, oranjerode twijgen in de winter. Het is een snelgroeiende soort met smal elliptische, groene bladeren. Ook het knotten van deze soort is geen probleem. ZG BLV, HOST, SO, GE Een snelgroeiende wilg met groene, smalle, 10 cm lange bladeren en opgaande takken. SALIX BABYLONICA ‘TORTUOSA’ Krulwilg

M BLV,SO,GE Een snelgroeiende boom met zeer opvallende, mooie, gedraaide takken. De fijne, langwerpige bladeren zijn eveneens gedraaid en gekruld.

LIJSTERBES De lijsterbes stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Daarom komt hij ook veel voor op de arme zandgronden in de Kempen. Hij kan heel gemakkelijk gesnoeid worden. De vruchten van de lijsterbes worden fel door de vogels gezocht! Eigenlijk zit het al in de naam verscholen (lijsterbes).

SOPHORA JAPONICA Honingboom

SORBUS DOMESTICA Peervormige lijsterbes

SORBUS ARIA ‘LUTESCENS’ Lijsterbes

SORBUS CASHMIRIANA Lijsterbes

G BLV, SO Een matig groeiende boom met donkergroene bladeren die bestaan uit 9-15 ovale, frisgroene blaadjes. In de zomer verschijnen er geelachtige bloempluimen. Deze boom groeit best op een droge, warme standplaats. M BLV, HOST, SO, KLT Een prachtige, middelgrote, matig groeiende soort met enkelvoudige, elliptische, groene bladeren (zilverkleurig aan de onderkant) die bij het ontluiken zeer mooi, volledig, zilverkleurig getint zijn. Een weinig voorkomende lijsterbes. SORBUS ARIA ‘MAJESTICA’ Lijsterbes

M BLV, HOST, SO, KLT Een matig groeiende, kleine boom met een compacte kegelvormige kroon. De grote bladeren zijn aan de bovenkant groen en aan de onderkant zilvergrijs. De witte bloemschermen verschijnen in het voorjaar en worden door oranjerode bessen gevolgd. SORBUS ARNOLDIANA ‘WHITE WAX’ Lijsterbes

K BLV, HOST, SO, KLT Een mooie, middelgrote, piramidaalgroeiende boom met geveerde, groene bladeren. In het voorjaar verschijnen er witte bloemen die gevolgd worden door prachtige, witte bessen in het najaar. SORBUS AUCUPARIA Lijsterbes

M BLV, SO, HOST, KLT Een matig groeiende, kleine boom met geveerde, groene bladeren en witte bloemschermen vanaf mei die worden gevolgd door oranje vruchten in juli-september. SORBUS AUCUPARIA ‘FASTIGIATA’ Lijsterbes K BLV, SO, KLT Een slanke, opgaande, kleine lijsterbes met donkergroene, geveerde bladeren. De takken en eindknoppen zijn opvallend dik. Deze variëteit bloeit met witte bloemschermen vanaf mei.

M/G BLV,SO,GE Een matig tot snel groeiende, grote boom met geveerde groene bladeren en merkwaardige, peervormige vruchten. Een mooie boom die spijtig genoeg weinig aangeplant wordt. K BLV, SO, HOST, KLT Een kleine, matig groeiende boom met mooie, donkergroene samengestelde, 20 cm lange bladeren. De witte bloemen met roze gloed verschijnen in mei en worden gevolgd door hangende trossen van schitterende witte vruchten die tot lang na het blad zichtbaar blijven. SORBUS HUPEHENSIS Lijsterbes

K BLV, SO, HOST, KLT Een kleine, matig groeiende , schitterende lijsterbes met donkergroene, samengestelde, grote bladeren met blauwe schijn. In de herfst kleuren ze mooi oranjerood. De bloemen worden gevolgd door prachtige, hangende trossen van witte bessen met roze gloed. Ze blijven lang zichtbaar. SORBUS ‘JOSEPH ROCK’ Lijsterbes

K BLV,KLT,SO Deze lijsterbes heeft het nog typische, oneven geveerde blad dat wel heel mooi rood tot paars verkleurt in de herfst. Apart aan de variëteit ‘Joseph Rock’ zijn de gele bessen in het najaar die lang aan de boom blijven hangen. SORBUS LATIFOLIA ‘ATROVIRENS’ Lijsterbes

M BLV, SO, KLT Een matig groeiende, slanke boom met een gesloten, breed-kegelvormige kroon. De bladeren zijn enkelvoudig, 7-10 cm groot, dik, glanzend donkergroen en grijsviltig aan de onderkant. De vruchten zijn geeloranjebruin en verschijnen in tuilen vanaf september-november. SORBUS SCALARIS Lijsterbes

k Blv.klt,so Een lijsterbes met een prachtig, donkergroen, samengesteld blad bestaande uit zeer vele blaadjes. Deze soort krijgt de mooiste, oranjescharlaken tot purperrode herfstkleur. Een schitterende bladboom.

q Tilia cordata

LINDEN Linden verdragen niet diep geplant te worden. De wortelhals juist onder is genoeg voor dit geslacht! Ze houden niet van te natte standplaatsen. Linden zijn weinig onderhevig aan ziekten en plagen. Ze kunnen gedijen op een arme grond. Ze laten zich heel makkelijk leiden en snoeien. Denk maar aan de geknotte linden en de geleide vormen. De bloemen van de lindebomen zijn, afhankelijk van de soort, rond de maand juli aanwezig. Ze ruiken heerlijk en worden enorm door de bijen bezocht.


p Sorbus aucuparia

p Tilia europaea ‘Euchlora’

pq Tilia tomentosa

p Ulmus carpinifolia ‘Wredei’


SORBUS THURINGIACA ‘FASTIGIATA’ Lijsterbes

TILIA EUROPAEA ‘EUCHLORA’ Krimlinde

K BLV, SO, KLT Een traag groeiende, grote struik of kleine boom met groene bladeren en een opvallende stam. Hij schilfert namelijk af zoals die van de plataan. De bloemen verschijnen juni-juli. Ze zijn wit van kleur en tot 6 cm in doorsnede. Een heel aparte waardevolle solitaire struik of kleine boom.

TILIA PLATYPHYLLOS Grootbladige linde

K/M BLV, SO, KLT Een matig groeiende, opgaande, kleine boom met smalle, kegelvormige kruin. De bladeren zijn enkelvoudig, aan de top zwak gelobd en met 2-3 zijlobben aan de voet. Augustus-oktober verschijnen er tuilen van rode vruchten. STEWARTIA PSEUDOCAMELIA

K BLV, SO, KLT Een hoge struik of kleine boom met opgaande takken en opvallende, bijna ronde bladeren (tot 15 cm groot). In mei-juni verschijnen de witte, geurende, bloemen in 10-20 cm lange, knikkende trossen. Heel mooie grote solitaire heesters of kleine boom voor de tuin. Spijtig genoeg veel te weinig gebruikt. STYRAX OBASSIA

SYCOPARROTIA SEMIDECIDUA ‘PRINS CLAUS’ K Een half wintergroene, kleine boom (6-8 m hoog; 3-5 m breed) met schitterende, glanzend groene, lederachtige bladeren die bij het ontspruiten een rode blos vertonen. De kleine gele bloempjes verschijnen in maart net als het laatste blad gevallen is. Een boom die niet onderhevig is aan ziekten en plagen. Prachtig hoor! K BLV, HOST, SO, GE Een matig groeiende boom met prachtige, lange, geveerde bladeren bestaande uit eivormige, toegespitste blaadjes. De tweede helft van de zomer verschijnen er pluimen van witroze bloemen gevolgd door roodpuperen vruchten. Deze boom komt ook regelmatig voor als een hoge, brede struik. TETRADIUM DANIELLII (=Euodia daniellii)

TILIA CORDATA Kleinbladige linde

ZG BLV ,SO, GE, LEI Een snelgroeiende, grote boom met groene, hartvormige tot ronde bladeren en een ronde kruin. De bloempjes verschijnen begin juli en zijn welruikend. TILIA CORDATA ‘ERECTA’ Kleinbladige linde

ZG BLV, SO, GE ,LEI Een snelgroeiende boom met kleine, ronde, toegespitste, donkergroene (onderzijde blauwgroene) bladeren en een brede piramidale kruin. De witte bloempjes verschijnen begin juli en zijn welruikend. TILIA CORDATA ‘ESCHRICH GLOBE’ Zie Bolbomen. TILIA CORDATA ‘GREEN GLOBE’ Zie Bolbomen. TILIA CORDATA ‘GREENSPIRE’ Kleinbladige linde

G BLV, SO, GE, LEI Een snelgroeiende, opgaande linde met piramidale en later eivormige kroon. De groene, leerachtige blaadjes zorgen voor een mooi gesloten kruin. De witte bloempjes verschijnen begin juni en zijn welruikend. TILIA CORDATA ‘MARLER GLOBE’ Zie Bolbomen.

ZG BLV, SO, GE Deze snelgroeiende boom is goed te herkennen door de afhangende takken op oudere leeftijd en de donkergroene, glimmende, elliptische bladeren. De bloemen zijn lichtgeel en verschijnen begin juli. ZG BLV, SO, GE, LEI Een snelgroeiende, grote boom met een dichte, ronde kroon. Het blad is donkergroen en een beetje hartvormig. De bloeiwijze is meestal hangend met drie witte bloempjes bij elkaar in juli. In het assortiment vindt U ook bomen die aan een frame voorgeleid werden. TILIA TOMENTOSA Zilverlinde

ZG BLV, SO, GE Een snelgroeiende boom met een dichte, breed-kegelvormige kroon. Het blad is schitterend, grijswit gekleurd aan de onderkant en dofgroen aan de bovenzijde. TILIA TOMENTOSA ‘HUNGARY GLOBE’ Zie Bolbomen. TILIA TOMENTOSA ‘SILBER GLOBE’ Zie Bolbomen. TILIA VULGARIS ‘PALLIDA’ Grootbladige linde

ZG BLV, SO, GE Een hoog opgroeiende boom met breed piramidale kroon en roodbruine twijgen. De bladeren zijn 15-17 cm groot, scheef hartvormig en groen van kleur. Een mooie gele herfstkleur. ULMUS CARPINIFOLIA ‘WREDEI’ Gele olm of iep

M BLV, SO, KLT Een matig- en zuilvormig groeiende olm met gekrulde, goudgele, tegen de twijgen aangedrukte bladeren. Hij verdraagt goed te worden gesnoeid waardoor de plant wordt geprikkeld en daardoor een nog geler, opvallender blad en mooiere groeivorm geeft. Deze olm stelt weinig eisen aan de standplaats. M/G BLV,GE Een olm die we in het sortiment houden omdat hij zowat de enige is die tegen de iepenziekte bestand is. Hij groeit slank op met een open zuilvormige kruin. De donker grijsgroene bladeren zijn typische wigvormig aan de onderkant en wat gekroesd. ULMUS ‘COLUMELLA’

ULMUS GLABRA ‘NANA’ Zie Bolbomen. G BLV, SO, HOST, GE Een matig groeiende, brede boom met scherp getande, donkergroene, eironde bladeren die in de herfst geeloranje verkleuren. Het is een boom die zich zeer gemakkelijk laat vormen en snoeien (wordt in ‘Bonsai’ veel gebruikt). Hij stelt weinig eisen aan de standplaats. ZELKOVA SERRATA ‘FASTIGIATA’ In opkweek. Is in alle delen hetzelfde als de soort Zelkova serrata maar groeit slank op. ZELKOVA SERRATA


p Carpinus betulus ‘Pendula’ (herfst)

p Betula pendula ‘Youngii’

t p Fagus sylvatica ‘Purpurea Pendula’

p Fagus sylvatica ‘Pendula’

q Prunus serrulata ‘Kiku-shidare’

p Fagus sylvatica ‘Aurea Pendula’


q Sophora japonica ‘Pendula’

Treurbomen WEETJE Er zijn twee grote groepen in de treurbomen: 1) met doorgaande harttak (vb. de groene treurbeuk): zij kunnen echt doorgroeien tot hoge bomen met een centrale stam en takken en twijgen die sierlijk doorhangen. 2) zonder doorgaande harttak: deze bomen worden op een bepaalde hoogte geënt (150 cm; 180 cm; 200 cm 220 cm; 250 cm; 300 cm) (vb: treurhazelaar). De takken hangen dan vanaf deze geënte hoogte naar beneden. Hij zal enkel de kruin verder ontwikkelen maar geen hoogtegroei meer kennen.

TIP Doordat de ene tak over de andere hangt zullen bij sommige soorten de onderste door gebrek aan licht verdorren. Verwijder ze.

Treurbomen is hier geen synoniem voor triestige bomen! Neen, ze geven door hun schitterende, neerhangende takken en twijgen een heel ander cachet aan de tuin. Ook bij de coniferen zijn er schitterende treurvormen met of zonder doorgaande kop. Zie voor hun beschrijving aldaar. ACER CAMPESTRE ‘PENDULA’ Treurveldesdoorn

BLV, KLT, SO, GE Een prachtige, waardevolle treurboom die te allen tijde gesnoeid kan worden. Bij het uitlopen heeft deze esdoorn roodachtig gekleurde bladeren en twijgen die later groen verkleuren. In de herfst verkleuren de bladeren heldergeel. BETULA PENDULA ‘TRISTIS’ Treurberk

BLV, SO Een matig groeiende berk met doorgaande kop en sierlijk overhangende takken. De stam verkleurt opvallend wit. Deze berk houdt in het najaar het langst zijn groen, fijn toegespitst blad. Het is een zeer sierlijke en waardevolle boom die in de winter een prachtig silhouet vertoont. BETULA PENDULA ‘YOUNGII’ Prieelberk BLV, KLT, SO Een matig groeiende berk met lichtgroene, driehoekige bladeren. De takken staan horizontaal zowel als afhangend. Ze zijn slap en dun. Deze berk heeft geen doorgaande kop. Het is een waardevolle treurboom. CARAGANA ARBORESCENS ‘PENDULA’ Erwtenstruik

BLV, KLT, GE Een traag groeiende, kleine boom met naar beneden hangende takken. In mei verschijnen er kleine, gele bloempjes, nadien ontstaan er lange peulen. Deze variëteit groeit ook op slechte grond. Deze soort bezit lichtgroene, samengestelde blaadjes. CARAGANA ARBORESCENS ‘WALKER’ Erwtenstruik BLV, KLT, GE Dit is een matig groeiende treurboom met afhangende takken en zeer fijne, diep ingesneden, groene blaadjes. De boom draagt gele bloempjes in mei. Een treurboompje voor kleine tuinen of in potten met lage onderbeplanting. CARPINUS BETULUS ‘PENDULA’ Treurhaagbeuk

BLV, KLT, SO, GE Een matig groeiende boom met groene, elliptische bladeren. De twijgen zijn overhangend. Een weinig voorkomende soort die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. Altijd een frisse bladstand. Een zeer aan te bevelen soort. CERCIDIPHYLLUM JAPONICUM ‘PENDULUM’

BLV, KLT Een hoge struik met afhangende takken en breed-elliptische tot bijna niervormige, overstaande, bronskleurig uitlopende bladeren die in het najaar mooi goudgeel of oranjeachtig verkleuren. De bloemen verschijnen onopvallend in mei. Deze plant best plaatsen op een beschutte plek daar hij wel eens te lijden heeft van lentevorst.

CORYLUS AVELLANA ‘PENDULA’ Treurhazelaar

BLV, KLT, SO, GE Een matig groeiende treurboom zonder doorgaande kop met stevige, groene, ovale, getande bladeren. De mannelijke bloemen komen voor in schitterende, opvallende hangende katjes vanaf febr.-maart. Deze variëteit stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Hij kan te allen tijde gesnoeid worden. FAGUS SYLVATICA ‘AUREA PENDULA’ Treurbeuk

BLV,KLT,SO Iets voor de verzamelaar. Een traag groeiende treurvorm met doorgaande kop en vlak naast de stam slap neerhangende takken. De bladeren zijn prachtig, opvallend, zacht geel gekleurd. Wij hebben de selectie Fagus s. ‘Aurea Van der Bom’. Deze heeft geen bladverbranding indien geplant in de zon. FAGUS SYLVATICA ‘BLACK SWAN’ Rode treurbeuk

BLV, KLT, GE, SO Een schitterende rode treurbeuk met doorgaande kop! Het is een opgaande, middelgrote boom met heerhangende takken kort bij de centrale stam (wordt slechts 3 meter breed). De bladeren zijn glimmend en donkerrood van kleur. Een schitterende solitair ook al heb je niet veel plaats. FAGUS SYLVATICA ‘PURPUREA PENDULA’ Rode treurbeuk BLV, KLT, SO Een traag groeiende beuk met rechtafhangende takken zonder doorgaande kop. De bladeren zijn zoals die van de rode beuk, dus breed-elliptisch, en roodbruin van kleur. Deze beuk groeit het best op een kalk- en humusrijke grond. FAGUS SYLVATICA ‘PENDULA’ Groene treurbeuk BLV, SO,GE Een matig groeiende beuk met een doorgaande kop en takken die sierlijk in bogen afhangen tot op de grond. De bladeren zijn zoals die van de gewone groene beuk. Door zijn speciale groei kan deze boom mooi worden gebruikt als solitair. Deze boom groeit goed, zelfs aan een waterkant. Deze beuk groeit het best op een kalk- en humusrijke grond. FAGUS SYLVATICA ‘TORTUOSA’

BLV, KLT, GE, SO De naam leek ons niet helemaal duidelijk. We verwachtten een soort met gedraaide takken. Dat is het niet. Het is een prachtige groene treurbeuk zonder doorgaande kop! Zeer dicht en compact groeiend. Dus eentje voor de kleine tuin!


p Ulmus americana ‘Camperdownii’

FRAXINUS EXCELSIOR ‘PENDULA’ Treures

BLV, SO, GE Een matig groeiende treures met naar beneden hangende takken en oneven geveerde, groene bladeren. De takken en twijgen zijn met dikke zwarte knoppen bezet. LABURNUM ALPINUM ‘PENDULUM’

BLV, KLT, GE Een traag groeiend treurboompje met drietallige, donkergroene bladeren en overhangende twijgen. De bloemen verschijnen vanaf juni in lange, hangende trossen. Ze zijn geel van kleur en ruiken lekker. MALUS ‘RED JADE’ Treurappel BLV, KLT, SO Een matig groeiende treurboom met afhangende, dunne takken en groene bladeren. In het voorjaar verschijnen er witte bloempjes die in de knop mooi roze zijn. De bloemen worden gevolgd door vele, rode vruchten die tot lang in de winter op de boom aanwezig blijven. MORUS ALBA ‘PENDULA’ Treurmoerbei

BLV, KLT, SO Een treurvorm met loodrecht naar beneden hangende takken. De bladeren zijn breed eirond, vrij glad met iets afgeronde of hartvormige voet, ingesneden en prachtig heldergroen van kleur. In de zomer verschijnen er roodzwarte, zeer zoete, op frambozen gelijkende vruchten. PRUNUS PERSICA ‘MELRED WEEPING’

BLV, KLT, SO Een perzik zonder doorgaande kop in treurvorm met schitterend, roze bloesem in het voorjaar (april). Deze sierboom draagt echter ook heerlijke perziken in de zomer en heeft zeer weinig last van de gevreesde krulziekten op zijn bladeren. PRUNUS SERRULATA ‘KIKU-SHIDARE’ Japanse treurkers

BLV, KLT, SO Een treurvorm met naar beneden hangende takken, groene bladeren en dieproze bloemen die de eerste helft van april verschijnen.


p Salix sepulcralis ‘Chrysocoma’

PRUNUS SUBHIRTELLA ‘PENDULA’ Treurkers

BLV, KLT, SO Een treurboom met afhangende takken en groene, spitse bladeren. Er verschijnen bleekroze, kleine bloemen begin april. PYRUS SALICIFOLIA ‘PENDULA’

BLV, KLT, SO Een traag groeiende sierpeer met dunne, afhangende twijgen en een opvallend, grijs viltig blad. In het voorjaar verschijnen er witte bloempjes. Door zijn aparte kleur van blad en groeivorm is het, zelfs voor kleine tuinen, een waardevolle treurboom. SALIX CAPREA ‘KILMARNOCK’ Waterwilg

BLV, KLT, GE Een matig groeiend treurwilgje met sierlijk neerhangende takken en groene, langwerpige bladeren. De katjes zijn groot, zilverwit en zijn met talrijke gele meeldraden bezet in maart-april. Uiteraard is deze soort op een stam geënt. SALIX SEPULCRALIS ‘CHRYSOCOMA’ Treurwilg

BLV, SO, GE Een snel en goed groeiende, hoge boom die zich gemakkelijk laat snoeien en niet gedijt op al te droge grond. De twijgen zijn afhangend en geel wat in de winter wel opvallend is. De bladeren zijn smal, lancetvormig en grijsgroen van kleur. SOPHORA JAPONICA ‘PENDULA’ Honingboom BLV, KLT, SO Een compacte, matig groeiende boom met groene, overhangende twijgen en oneven geveerde, donkergroene bladeren. De bloemen verschijnen in roomwitte pluimen vanaf augustus-september (pas op oudere leeftijd). ULMUS AMERICANA ‘CAMPERDOWNII’ Treurolm

BLV, KLT, SO Een matig en parapluvormig groeiende olm met groene, vrij grote bladeren. Door zijn grote bladeren en zijn dichte bladbezetting is het een uitstekende prieelboom.

Coniferen in treurvorm CEDRUS LIBANI ‘GLAUCA PENDULA’

ZK/K SO,GE Dit is een cedrus zonder doorgaande kop met staalblauwe naalden. De twijgen zijn naar beneden hangend. Deze cedrus kan mooi gebruikt worden als solitair. Deze plant is traag tot matig groeiend en wordt best doorgebonden in de kop om hoogte te creëren.

LARIX KAEMPFERI ‘PENDULA’ Japanse treurlork

M GE,KLT,SO Ongelooflijk deze treurvorm! Het is een snelgroeier maar die uitermate slank blijft. Als hij 6 meter hoog is zal hij maar 1 meter breed zijn! Zeer apart om zulk een silhouet in de tuin boven de beplanting uit te zien toornen. Frisgroen coniferenloof.

LARIX KAEMPFERI ‘STIFF WEEPING’ Lork

CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘DIK’S WEEPING’

GINKGO BILOBA ‘PENDULA’ Japanse notenboom

ZK BLV, SO, KLT, GE Een treurvorm die soms aan de voet wordt geënt, gestokt en zo als opgaande vorm wordt gekweekt met slank naast de stam neerhangende twijgen. Dikwijls ook op half- en hoogstam geënt waardoor vanaf een vooraf bepaalde hoogte alle takken naar beneden hangen. Schitterend! Uitermate waardevolle, weinig gebruikte boom met de prachtige, opvallende, waaiervormige, groene bladeren met ingesneden top. GINKGO BILOBA ‘UMBRELLA’ Japanse notenboom

ZK BLV,GE,SO,KLT Een Japanse notenboom meestal geënt op stam. De kruin hangt niet zoals de cultivar ‘Pendula’ met de takken tot op de grond. Hij dijt uit en groeit meer in de breedte. Zoals de naam al suggereert: parapluvormig.

q Larix k. ‘Pendula’, mooi rond een boog gebonden.

K/M BLV, KLT, SO Een matig groeiende, boom met neerhangende takken. De grijsgroene naalden hebben een lengte van 3-5 cm en staan met 30-40 op kortloten ingeplant. Een waardevolle treurboom. ZK BLV,GE,KLT Een matig groeiende, bladverliezende treurboom op stam geënt zonder doorgaande kop met takken die recht langsheen de stam neerhangen. De grijsgroene naalden hebben een lengte van 3-5 cm en staan met 30-40 op kortloten ingeplant. Een waardevolle treurboom die goed in een kleine tuin gebruikt kan worden. ZK KLT,SO,GE Een schitterende, slanke, traag groeiende treurvorm met strak naar benden hangende twijgen en zilverblauwe naalden. De harttak draait ietwat waardoor deze plant een opmerkelijk, karaktervol silhouet vertoont. Prachtige solitair. PICEA OMORICA ‘BRUNS’

M KLT,GE,SO Een adembenemende, zeer waardevolle, solitaire treurboom met doorgaande kop en grillig neerhangende takken. Het mooie grijsgroene, schubachtige loof van de mammoetboom maakt deze conifeer tot een hebbeding. SEQUOIADENDRON GIGANTEUM ‘BARABITS REQUIEM’

TAXODIUM DISTICHUM ‘CASCADE FALLS’ Moerascipres

K BLV,GE,SO,KLT Een prachtige moerascipres met doorgaande kop en neerhangende taken. De frisgroene, typische naalden van de moerascispres maken van deze variëteit een echt juweeltje.

q Een prachtige treurvorm, snelgroeiend, q Picea omorika ‘Bruns’, hoog en slank: Chamaecyparis lawsoniana schitterende treurvorm ‘Dik’s Weeping’.


Leivormen Leibomen op half- en hoogstam: Net als leilinden, leibeuken,.. worden bij ons ook appelen en peren aangeboden in geleide vakwerken! Zij geven een rustieke tint aan de tuin: enerzijds het moderne van de leivorm, anderzijds de herinnering aan de oude fruittuinen.

40 cm 90 cm

Stamhoogte: 150 cm, 180 cm, 200 cm, 220 cm, …

Stamhoogte: 150 cm, 180 cm, 200 cm, 220 cm, …

Hoogstam in frame

Leilinden, amberboom geleid, in vorm geleide sierperen, sierappelen of vruchtappelen, platanen worden in de winter teruggesnoeid zodat de mooie leivorm zichtbaar blijft. We snoeien elke opstaande tak terug tot op de horizontaal geleide ‘armen’. Een heel karwei maar een noodzaak! De opstaande takken zouden anders te dik worden en de leivorm gaat verloren.

p Acer campestre in leivorm


Groene beuk, rode beuk, haagbeuk, veldesdoorn worden in een frame geleid met als bedoeling een ‘haag op poten’ te creëren. De vertakkingen van deze soorten zijn fijner zodat we ze perfect manueel of elektrisch kunnen scheren. We hoeven dus niet elke tak terug te knippen tot op de horizontale armen. We gaan gewoon zoals onze hagen de gewenste vorm scheren! Er is dus minder werk aan dit type van leivormen.

Leibomen Het gebruik van leibomen is de laatste jaren in een stroomversnelling gekomen. De bouwgronden worden kleiner en privacy is nog altijd de wens van velen. Ook als structuurelementen in de tuin zijn leibomen niet te onderschatten. Heel bekend zijn de geleide linden. Ze zijn al wat gedateerd. Een prachtig sortiment van leibomen dient zich aan en verdient ieders aandacht. Lees verder of kom jezelf overtuigen op de kwekerijen. WEETJE: Al de hiernaast genoemde soorten en cultivars zijn ‘VOORGELEID’ verkrijgbaar. Ze werden hiertoe ingebonden aan een houten frame. De stamlengte (tot onderkant frame) is zelf te kiezen uit de maten: 180 cm; 200 cm, 220 cm. Ze kunnen direct worden gebruikt bij het maken van een geleide haag.

LEIWERK Vaak heeft de klant al een leiwerk staan. Wij zullen dan bomen uitkiezen met genoeg gesteltakken in hetzelfde vlak waarmee je zelf kunt beginnen leiden.

FRUITBOMEN Appel- en perenbomen zijn het meest geschikt voor het vormen van leibomen. Mits een goede snoei is hun groei goed te bedwingen. Pruim groeit te steil, kers te snel. Kersen en pruimen kunnen moeilijk sterke en veelvuldige snoei verdragen omwille van het gommen.

ACER CAMPESTRE Veldesdoorn Uiterlijk: zie sierbomen. Een leuke afwisseling in het magere assortiment van de leibomen. Het gelobde, groene, speelse blad past mooi boven heel wat hagen. Deze soort vormt een ‘haag op poten’.

PLATANUS ACERIFOLIA Plataan Uiterlijk: zie sierbomen. Persoonlijk vind ik dat hij veel te snel groeit om mooi als leivorm te gebruiken. Zeker als je er niet voldoende tijd aan kan besteden om de lange rugscheuten in toom te houden.

CARPINUS BETULUS Haagbeuk Uiterlijk: zie sierbomen. De gezonde groei van haagbeuk is altijd een pluspunt geweest. Ook het vroeg uitlopen van het blad in het voorjaar brengt de lente in huis. Het nadeel t.o.v. zijn concurrent ‘de groene beuk’ is dat hij bladverliezend is. Nu hebben we een selectie gemaakt in haagbeuk die zijn dorre blad in de winter ook behoudt! We combineren dus de goede eigenschappen van de haagbeuk met het behoud van zijn dorre blad! Een aanrader. FAGUS SYLVATICA Groene beuk Uiterlijk: zie sierbomen. De typische beuk die mooi kleurt in de herfst en zijn dor blad behoudt in de winterperiode. Heel bekend en prachtig als leivorm (haag) op stamhoogte naar keuze.

PLATANUS OR. ‘ MINARET’ Plataan Uiterlijk: zie sierbomen. Deze plataan maakt kortere internodiën, groeit minder snel zodat leiden gemakkelijker wordt. Ook het in toom houden van deze leivorm t.o.v. de gewone plataan is veel gemakkelijker.

FAGUS SYLVATICA ‘ATROPUNICEA’ Rode beuk Als voorgaande maar met rood blad in de zomerperiode. FRUITBOMEN appel, peer als geleide fruithagen LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA Amberboom Uiterlijk: zie sierbomen. Omwille van de tragere groei is het een wat duurdere leivorm. Wel de mooiste.

p Carpinus betulus

PYRUS CALLERYANA ‘CHANTICLEER’ Sierpeer Uiterlijk: zie sierbomen. De mooie bloesem in het voorjaar en het blinkende, gezonde blad dat tot laat in november op de boom blijft, maken van deze soort een goede leivorm die echt in de lift zit. QUERCUS PALUSTRIS Moeraseik Uiterlijk : Zie sierbomen. Deze gezond groeiende eik plant je als leivorm voor de mooie rode herfstkleur en het fijne ingesneden eikeblad. Snoei hem net als linde terug in vorm tot op de geleide ‘zijarmen’. TILIA CORDATA Kleinbladige linde Uiterlijk: zie sierbomen. Linde is misschien wel de allerbekendste leiboom. Meestal wordt gedacht dat er een enorm verschil is in grootte van blad tussen de klein en de grootbladige linde. De meeste leken zien dat echter niet. Het verschil zit hem dikwijls wel in de groeikracht. Kleinbladige linde groeit ietwat trager dan de andere. TILIA PLATYPHYLLOS Grootbladige linde Uiterlijk: zie sierbomen.:

p Leilinden


p Platanus ac. ‘Alphen’s Globe’

pq Carpinus betulus ‘Pendula’


p Carpinus betulus ‘Pendula’

Dakbomen Waarom vasthouden aan die veel te snel groeiende plataan om mooie dakvormige structuren te maken? Er is zulk een supergamma aan bomen om met een minimum aan onderhoud een maximum horizontaal effect te bekomen. Lees hierna aandachtig de verschillende soorten en kies zorgvuldig uit.

WEETJE: Onze dakvormig geleide bomen worden altijd in draadkluit of container aangeboden. Ze zijn voorzien van een zeer stevig frame waar eventueel verder op gebouwd kan worden. De stamlengte kan worden gekozen: 180 cm; 200 cm; 220 cm; 250 cm; 300 cm

OVER PLATANEN Om tegemoet te komen aan degenen die voor platanen kiezen gaan we een variëteit van de plataan leiden. Deze cultivar groeit wat minder bruut en kan zodoende ook wat beter geleid worden! Vraag ernaar op onze kwekerij. Iedereen kent de dakplatanen. Wij hebben deze soort speciaal niet opgenomen in ons assortiment om reden dat zij veel te snel en steil groeit. Wanneer een plataan dakvormig in een frame is ingebonden, krijgt hij gedurende het jaar vele, steil opgaande, lange scheuten die telkens weer moeten worden ingesnoeid. Vele mensen beginnen met een dakplataan maar eindigen uiteindelijk met een gewone boom. Daarom de drie naaststaande soorten, bij voorkeur de Carpinus betulus ‘Pendula’. Deze soort groeit goed en maakt nooit steil opgaande scheuten daar het in wezen een treurboom is. De buigzame takken werden door ons in een frame ingebonden. De stamlengte kan worden gekozen: 180 cm; 200 cm; 220 cm; 250 cm; 300 cm. Een prachtige en vooral gezond groeiende soort die zeer weinig onderhoud vraagt.

CARPINUS BETULUS ‘PENDULA’ Treurhaagbeuk Eén van de allerbeste. Voordeel van deze soort is dat ze geen steile scheuten produceert en zodoende makkelijk in onderhoud zijn. Snoeien, leiden kan te allen tijde. De bladeren zijn groen van kleur en elliptisch van vorm. Een bijzonder gezond groeiende, minder voorkomende soort die weinig eisen stelt aan grond en standplaats.

PLATANUS ORIENTALIS ‘MIRKOVEC’ Plataan Een matig groeiende, kleine tot middelgrote boom met donkergroene, drie- tot vijflobbige, getande bladeren en een afschilferende stam. In tegenstelling tot de gewone plataan groeit deze minder fors en is fijner in de takken. ‘Mirkovec’ krijgt een mooie donkerrode herfstkleur! Een ideale plataan om in dakvorm te leiden.

CORYLUS AVELLANA ‘PENDULA’ Treurhazelaar Een matig groeiende treurboom zonder doorgaande kop met stevige, groene, ovale, getande bladeren. De mannelijke bloemen komen voor in schitterende, opvallende hangende katjes vanaf febr.-maart. Deze variëteit stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Zij kan te allen tijde gesnoeid worden.

PLATANUS SSP. We selecteerden nog een plataan uit enkele oudere bomen die groeit met een opvallend groot blad en vooral zijn takken horizontaal uitsteekt. Zeer weinig tot geen rugschot. Het is dus een weer een perfecte soort om als dakvorm te gaan gebruiken. De eerste zijn in productie gegaan (geënt).

MORUS ALBA ‘MACROPHYLLA’ Moerbei Een matig groeiende boom met prachtige, onregelmatig getande, donkergroene bladeren tot 15 cm lang. In de herfst een mooie gele kleur. Deze boom maakt wel stevig rugschot dus goed snoeien om hem in toom te houden. Het blad is zo mooi dat het werk voor U misschien de moeite loont. PLATANUS ACERIFOLIA ‘ALPHEN’S GLOBE’ Plataan Een geënte plataan in dakvorm gebonden die niet zo explosief groeit als de gewone plataan en dus beter als dakboom in toom te houden is. De boom bezit donkergroene, drie- tot vijflobbige, getande bladeren.

TILIA TOMENTOSA ‘SILBER GLOBE’ Zilverlinde Om toch ook een linde als dakvorm te kunnen inbinden kozen we deze soort. Het is eentje die niet druipt (zoals de meeste Tilia. tomentosa ssp.) De onderkant van het blad is mooi zilverkleurig en hij maakt geen overdreven rugschot. ULMUS AMERICANA ‘CAMPERDOWNII’ Treurolm Een matig en parapluvormig groeiende olm met groene, vrij grote bladeren. Door zijn grote bladeren en zijn dichte bladbezetting is het een uitstekende prieelboom.

q Jonge dakboom (Carpinus betulus ‘Pendula’) ingebonden in frame.


p Fraxinus ornus ‘Mecsec’

q Robinia pseudoacacia ‘Umbraculifera’

q Acer plat. ‘Crimson Sentry’


p Aesculus pavia

q Platanus acer. ‘Alphen’s Globe’

q Blad van de Quercus palustris ‘Green Dwarf’

Bolbomen Daar de tuinen steeds kleiner worden bieden wij een verruiming aan van het assortiment bolbomen. Het zijn stuk voor stuk soorten die klein blijven en goed kunnen gebruikt worden op terrassen, langs opritten, enz... Drie overbekende soorten zijn bolcatalpa, bolacacia en bolkers. De nadelen van deze drie beginnen zo fel de kop op te steken dat we op zoek gingen naar nieuwe soorten. Legende: BLV: Bladverliezend SN: Kan goed gesnoeid worden KN: Kan zelfs geknot worden ACER CAMPESTRE ‘ANNY’S GLOBE’ ‘Bol’-veldesdoorn Als volgende maar sneller groeiend en compacter.

AESCULUS PAVIA Paardenkastanje

BLV,SN

ACER CAMPESTRE ‘NANUM’ ‘Bol’-veldesdoorn

BLV,SN Een matig groeiende, bolvormige veldesdoorn met mooie, drie- tot vijflobbige, 3-7 cm grote, groene bladeren. Een waardevolle bolboom. In de winter als het blad van de boom is valt de mooi gestructureerde, fijne kruin op. ACER PLATANOIDES ‘CRIMSON SENTRY’ Esdoorn

BLV,SN Een traag tot matig groeiende, zeer compacte boom met donker purperrode, niet verblekende bladeren. Dikwijls werd deze variëteit op stam geënt en kan, mits een beetje snoei, perfect als bolvorm gebruikt worden. ACER PLATANOIDES ‘GLOBOSUM’ Bolesdoorn BLV,SN,KN Een snelgroeiende, dichte, goede bolboom. De vijflobbige bladeren zijn roodbruin gekleurd bij het uitlopen en gaan daarna over naar een groene kleur. De soort stelt weinig eisen aan grond en standplaats. ACER PLATANOIDES ‘GOLDEN GLOBE’ Bolesdoorn

BLV, SN, KN Zoals Acer plat. ‘Globosum’. Het verschil zit in de kleur van de bladeren zoals de naam aangeeft. Vooral de jonge bladeren hebben een goede gele kleur en zijn niet gevoelig voor de zonnebrand. Nog nieuwe, weinig voorkomende bolboom. De traag groeiende paardenkastanjes (zie hierna) zijn excellente bomen met ronde kruin en mooie bloeiwijze. Ze groeien traag en kunnen zodoende perfect in de kleine tuin toegepast worden. Spijtig dat ze zo weinig gebruikt worden. Ze hebben een gezonde bladstand in tegenstelling tot de wilde paardenkastanjes die de laatste jaren sterk geplaagd worden door de kastanjemineermot. AESCULUS HIPPOCASTANUM ‘UMBRACULIFERA’ ‘Bol’-paardenkastanje

BLV, SN Een bolvormig en snel groeiende paardenkastanje met grote vijftallige, donkergroene bladeren. Na de winter ontvouwen zich de prachtige grote, frisgroene bladeren die later donkergroen kleuren. Ze kunnen in de zomer echter door de hevige zon verbranden en zo vroegtijdig in het najaar afvallen. AESCULUS MUTABILIS ‘INDUTA’ Paardenkastanje

BLV, KLT, GE, BO, SO,SN Een zeer bloeirijke, op stam geënte struik met een ronde kroon. Het vijftallige blad is blauwachtig groen en kleurt in de herfst geeloranje. De bloemen zijn roze tot zalmkleurig geel (eind mei-begin juni).

BLV,SO,KLT,GE,BO,SN Een zeer mooie, geënte, traag groeiende, kleinkruinige paardenkastanje met het typische, vijftallige, groene blad van de paardenkastanje. Eind mei verschijnen de rechtop staande trossen van prachtige, roze-achtige bloemen. AESCULUS PAVIA ‘KOEHNEI’ Paardenkastanje

BLV, KLT,GE, BO, SO,SN Een prachtige, trage dwergvorm van de paardenkastanje, eveneens op stam geënt. Het vijftallige blad verkleurt van rood naar purper en later groen. In het voorjaar verschijnen er roodachtige bloempluimen. In het najaar schitterende vruchten. Een zeer mooie boom die in kleine tuinen perfect gebruikt kan worden. Er worden weinig eisen gesteld aan grond en standplaats. AMELANCHIER ROTUNDIFOLIA ‘HELVETIA’

BLV,SN Deze matig groeiende variëteit is geënt op stam en zal uitgroeien tot een kleine, bolvormige boom. In april, juist voor het in blad komen, verschijnen er vele, korte, witte bloemtrosjes. Het blad is bronskleurig bij het opkomen en nadien groen verkleurend met een mooie herfstkleur. CARPINUS BETULUS ‘COLUMNARIS’ ’Bol’-haagbeuk

BLV, SN Een trage, prachtige, bolvormige groeier met elliptische, heldergroene bladeren. Ze verkleuren geel in de herfst. Het is een bijzonder gezond groeiende boom die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. CATALPA BIGNONIOIDES ‘BUNGEI’ ‘Bol’-trompetboom

BLV, SN, KN Een matig tot snel groeiende, overbekende, mooie, dichte bolboom met grote, middelgroene, hartvormige bladeren. De laatste jaren steekt echter een verwelkingsziekte de kop op die vooral deze bomen treft. CORYLUS ‘ANNY’S COMPACT GLOBE’

KLT,SN Een roodbladige hazelaar die traag en zeer compact groeit. Hij is geënt op de decoratieve stam van Corylus colurna. Weer een boom voor de kleine tuin met een weinig voorkomend rood blad. Vooral in het voorjaar is de rode kleur intens. Daarna zijn het vooral de jonge groeipunten die prachtig rood zijn. De oudere bladeren zijn purpergroen. Gezond groeiend en te allen tijde te snoeien. CRATAEGUS MONOGYNA ‘COMPACTA’

KLT,SN Een op stam geënte, zeer compact groeiende en klein blijvende, bladverliezende meidoorn met rond kruin en diep gelobde, groene bladeren. Witte bloempjes in mei gevolgd door oranje vruchtjes in het najaar. FRAXINUS EXCELSIOR ‘NANA’ Boles BLV, SN Een traag groeiende bolboom met donkergroene, oneven geveerde bladeren. Ook deze soort groeit zeer gezond en stelt eveneens weinig eisen aan grond en standplaats.


p Tilia cordata ‘Marler Globe’

p Prunus eminens ‘Umbraculifera’

p Liquidambar styraciflua ‘Gum Ball’

p Acer platanoides ‘Globosum’

FRAXINUS ORNUS ‘MECSEC’ Boles

PLATANUS ACERIFOLIA ‘ALPHEN’S GLOBE’ Bolplataan

BLV, SN Een prachtige, waardevolle, traag groeiende boles met mooie, onevengeveerde, donkergroene bladeren. Deze variëteit gelijkt wat op de voorgaande, (Fraxinus exc. ‘Nana’). De kruin van ‘Mecsec’ is echter veel fijner gestructureerd en wat eleganter van vorm. Hij stelt eveneens weinig eisen aan grond en standplaats. LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA ‘GUM BALL’ Amberboom

BLV, SN, KN Een snelgroeiende en gezonde bolboom met grote, drie- tot vijflobbige, getande, lichtgroene bladeren en afschilferende stam. Het is een kruising tussen P. acerifolia en P. orientalis. PRUNUS EMINENS ‘UMBRACULIFERA’ Bolkers (Prunus fruticosa ‘Globosa’)

BLV, SN Weer gloednieuw in het assortiment en wondermooi. Eindelijk een traag groeiende (ietwat bolvormig) Liquidambar. De sierlijke kurkdragende takken en stam maken deze boom tot een kunstwerkje. De vijf- tot zevenlobbige groene bladeren kleuren mooi geel in de herfst.

BLV, SN Een matig groeiende boom met een zeer dichte, ronde kruin en kleine, smalle, omgekeerd eironde, donkergroene bladeren. In april-mei (samen met het uitlopen van de bladeren) verschijnt er een witte bloesem. De sierkers bloeit kort doch zeer rijk en mooi. In sommige streken echter oppassen met het aanplanten van deze soort omwille van monilia. Een ziekte die niet alleen de bomen met eetbare kersen aantast maar ook de sierkersen.

LIRIODENDRON TULIPIFERA ‘ARDIS’ Tulpenboom

QUERCUS PALUSTRIS ‘GREEN DWARF’ Moeraseik

BLV, SN Een variëteit van de tulpenboom die veel trager groeit dan de soort in een ietwat bolvormige kruin. Eindelijk kan je ook in een kleine tuin genieten van de wondermooie bladvorm van deze boom. Ze zijn vierlobbig met een breed afgeknotte top ( tulpvormig).


BLV, SN Een moeraseik die traag groeit en een zeer dichte makkelijk te snoeien kruin vormt! Het elegante, fijn eikblad spreekt aan. Een eik voor de kleine tuin kan dus toch.

TIPS Snoei je bolbomen in het voorjaar (maartapril). De groei begint dan kort daarna zodat je bomen er niet de hele winter ‘afgesnoeid’ bij staan. Opgepast met de Acer-cultivars. Zij kunnen bij snoei in de winter ”bloeden”. Snoei ze daarom eind april, begin mei, als de groei terug gaat beginnen. Beter nog: probeer met één tak. Bloedt hij, dan wacht je tot een later tijdstip. Het is namelijk nogal afhankelijk van de weersomstandigheden.

Wanneer een boom geknot wordt, vormt hij na zulk een zware snoei nog hetzelfde jaar een mooie kruin. Het zijn dus voornamelijk de zeer groeikrachtige bomen die men elk jaar knot. De andere kunnen ook zeer kort worden gesnoeid, maar er zal dan meer tijd overheen gaan vooraleer de kruin weer een normale omvang heeft.

QUERCUS RUBRA ‘HAAREN’

BLV,SN Een dwergvorm op hoogstam geënt van de bekende Amerikaanse eik. Een heel mooie, gezonde, zeer dichte, sterke bolvormig groeiende boom die perfect kan gesnoeid worden. ROBINIA PSEUDOACACIA ‘UMBRACULIFERA’ Bolacacia

BLV, KN,SN De overbekende, snelgroeiende bolacacia met samengestelde, groene blaadjes. Daar het hout van deze boom nogal breekbaar is wordt aangeraden deze soort elke winter terug te snoeien. Anders kan de wind takken breken. Hierna volgen enkele soorten ‘bollinden’. Het zijn soorten die goed gesnoeid kunnen worden en weinig eisen stellen aan de grond en de standplaats. Plant een linde echter nooit te diep! Volgende variëteiten en soorten verschillen qua uiterlijk niet zo verschrikkelijk veel van elkaar. Wel is er een opmerkelijk verschil in groeisnelheid. TILIA CORDATA ‘ESCHRICH GLOBE’ Bollinde BLV, SN Een matig groeiende, bolvormige, kleinbladige linde. TILIA CORDATA ‘GREEN GLOBE’ Bollinde BLV, SN Een traag groeiende, prachtige zeer gezonde, kleinbladige, fijn gestructureerde bollinde TILIA CORDATA ‘MARLER GLOBE’ Bollinde

BLV, SN, KN Een snelgroeiende, zeer gezonde, kleinbladige bollinde. TILIA TOMENTOSA ‘HUNGARY GLOBE’

TILIA TOMENTOSA ‘SILBER GLOBE’ Bollinde

BLV, SN, KN Een snelgroeiende bollinde met hartvormige tot ronde, groene bladeren die aan de onderkant opvallend zilverkleurig zijn. ULMUS GLABRA ‘NANA’ Olm Een matig groeiende, ietwat bolvormige olm. Naast bovengenoemde soorten zijn er nog tal van bomen die in bol kunnen gesnoeid of geschoren worden. Zij groeien van nature niet echt in een bol maar kunnen door enkele snoei- of scheerbeurten wel gemakkelijk in die vorm gehouden worden. Voorbeelden: Beukencultivars: * Fagus sylvatica * Fagus sylvatica ‘Atropurpurea’ Haagbeuken * Carpinus betulus Prunuscultivars: * Prunus ceracifera ‘Atropurpurea’ * Prunus l. ‘Otto Luyken’ (groenblijvend) Taxuscultivars: * Taxus baccata op stam in bolvorm Hulstcultivars: * Ilex aquifolium ‘J.C. van Tol’ (Groenblijvend!) * Ilex aquifolium ‘Pyramidalis’ * … Ligustrumcultivars: * Ligustrum sinense (Groenblijvend!) * Ligustrum lucidum * …

BLV,SN,KN Een waardevolle, matig tot snel groeiende bolboom met middelgroene, hartvormige bladeren die aan de onderkant opvallend zilverachtig gekleurd zijn. Deze soort groeit op jonge leefttijd ‘boller ‘ dan zijn tegenhanger ‘Silber Globe’.

CONIFEREN IN BOLVORM OP HOOGSTAM De waaiervormige bladeren, die eigenlijk bestaan uit een samensmelting van naalden, spreken nog altijd tot de verbeelding. Hieronder volgen enkele geënte, bolvormig groeiende variëteiten van de Ginkgo biloba zodat iemand met een kleine tuin ook van deze uitzonderlijke schoonheid kan genieten.

LARIX DECIDUA ‘GLOBUS’

GINKGO BILOBA ‘GLOBUS’ Japanse notenboom

METASEQUOIA GLYPTOSTROBOIDES ‘MAITHAIE’

BLV,SN Net als Ginkgo bil. ‘Mariken’ (volgende) maar grover in zijn groei! GINKGO BILOBA ‘MARIKEN’ Japanse notenboom

BLV,SN Een uitermate waardevolle nieuwigheid in ons assortiment. De bladeren zijn vrij groot en half cirkelvormig. Een zeer dichte plat- tot bolvormige groeiwijze. Een aanrader!

BLV,SN Een bladverliezende, klein blijvende en bolvormig groeiende lork met groene naalden. De grijsgroene naalden hebben een lengte van 3-5 cm en staan met 20-30 op kortloten ingeplant. BLV,SN Deze dwergvorm werd op prachtig, afschilferende, opvallend bruine, decoratieve stam van Metasequoia geënt. Het is een mooie, bladverliezende, traag groeiende dwergvorm met ronde kruin die goed in een kleine tuin past. De levendig groene naalden maken van deze boom een aparte verschijning.


p Cornus florida ‘Rubra’


p Amelanchier lamarckii ‘Ballerina’

p Aronia melanocarpa

q Ceanothus pallidus ‘Marie Simon’

p Buddleja

q Calycanthus floridus

Bladverliezende sierheesters Het is niet altijd gemakkelijk een onderscheid te maken tussen een grote sierheester of kleine boom. Wordt de plant nu ingedeeld bij de bomen of bij de sierheesters? Er zijn veel bomen die, indien gesnoeid, perfect als hoge struik kunnen gebruikt worden. Zodoende kan je heel wat planten uit de lijst ‘sierbomen’ ook hier catalogeren. Om eenvoudig te werken zijn er in de lijst ‘sierbomen’ (blz.5) een aantal aangeduid met HOST (hoge struik). Het zijn dus die bomen die evenzeer als hoge, bladverliezende struik kunnen fungeren. Dikwijls zijn het variëteiten die, i.p.v. op hoogstam te worden geënt, beneden op de wortelhals werden geplaatst. Ze vertakken zodoende van onder af aan. We duidden eveneens die bomen aan die door forse snoei als hoge struik kunnen doorgaan. TIP De Japanse esdoorns zijn waardevolle sierheesters die het best gedijen op een zure en frisse grond! Lichtbeschaduwde plaatsen hebben de voorkeur, daar er anders bij verschillende soorten verbranding kan optreden. Het zijn allemaal soorten die mooi als solitair kunnen gebruikt worden en wat extra kleur geven aan de tuin. Ook de herfstverkleuringen van de meeste soorten zijn spectaculair. De groei laat echter op vele plaatsen te wensen over. Planten sterven gemakkelijk af om dikwijls mysterieuze redenen (schimmelziekten).

WEETJES * Bladverliezende heesters kunnen ook in grote maten bij ons aangeschaft worden. Ze worden dan met een goed verzorgde aardkluit verkocht. * Bladverliezende sierheesters worden voornamelijk in container opgekweekt. Ze kunnen zodus gans het jaar door worden geplant. We hebben ook een prachtig assortiment grotere sierheesters uit vollegrond. Vraag er naar op de kwekerij!

Van pagina 41 tot 74 is de hoogte van de plant aangegeven in meter. ACER BUERGERIANUM Esdoorn

6-8

ACER JAPONICUM ‘ACONITIFOLIUM’ Esdoorn 3-4 Een hoge struik met diep samengestelde, middelgroene bladeren die in de herfst prachtig rood verkleuren (als het weer het toelaat). ACER PALMATUM Japanse esdoorn 4-5 Een groot groeiende struik met frisgroene diep ingesneden, vijf- tot zevenlobbige bladeren die in het voorjaar en de herfst prachtig verkleuren. ACER PALMATUM ‘ATROPURPUREUM’ Japanse esdoorn 3-4 Een mooie variëteit met bruinrode, vijf- tot zevenlobbige bladeren die in de herfst rood verkleuren. ACER PALMATUM ‘BLOODGOOD’ Japanse esdoorn 3-4 Een zeer mooie, krachtig groeiende variëteit met prachtige zwartrode bladeren die in de herfst mooi rood gekleurd zijn. ACER PALMATUM ‘DISSECTUM’ Japanse esdoorn 1 - 1,5 Dit is een traag groeiende struik met frisgroene, diep ingesneden, vijf- tot zevenlobbige bladeren die in het voorjaar en de herfst prachtig verkleuren. ACER PALMATUM ‘DISSECTUM ATROPURPUREUM’ Japanse esdoorn 1 - 1,5 Dit is een traag groeiende struik met rode, diep ingesneden, vijf- tot zevenlobbige bladeren die in het voorjaar en de herfst prachtig verkleuren. ACER PALMATUM ‘GARNET’ Japanse esdoorn 1,2 - 1,5 Ook dit is een traag groeiende struik met puperrode, diep ingesneden, vijf- tot zevenlobbige bladeren die vooral in de herfst schitterend rood verkleuren. Eén van de betere Japanse esdoorns. ACER PALMATUM ‘OSAKAZUKI’ Japanse esdoorn 1 - 1,5 Een traag groeiende, opgaande struik met zevenlobbige bladeren die aanvankelijk bronsroze zijn gekleurd dan mooi bronsgroen en in de herfst prachtig rood.

ACER PALMATUM ‘SANGOKAKU’ 2-3 Een mooie, opgaande cultivar met een opvallende koraalroze bast. Het mooie, typisch ingesneden blad is heldergroen van kleur en kleurt geel in de herfst. Een sierlijke variëteit die heel wat kleur in de tuin kan brengen. ACER SHIRASAWANUM ‘AUREUM’ 2 Een traag groeiende, dichte struik met prachtige, lichtgele, geelgroene bladeren. Plant hem niet in volle zon! (verbranding). AESCULUS PARVIFLORA Herfstpaardenkastanje 3-4 Een matig groeiende paardenkastanje, in struikvorm met grote donkergroene vijf- à zeventallige bladeren. Het is een rijkbloeiende soort met witte, opstaande bloempluimen vanaf juli. AMELANCHIER LAMARCKII Krentenboompje 3-5 Een hoog opgaande struik tot kleine boom met groene bladeren die in de herfst schitterend rood verkleuren. Er verschijnen trossen van witte bloemen in april-mei. De vruchten die volgen op de bloemen zijn zwart van kleur. Snoeien beperkt zich tot het verwijderen van zieke en misplaatste takken. AMELANCHIER LAM. ‘BALLERINA’ Krentenboompje 3-5 Een matig groeiende tot 5 meter hoge struik. In april, juist voor het in blad komen, verschijnen de grote zuiver witte bloemtrossen. In juni komen grote, blauwe, zoete bessen te voorschijn. Het blad is ovaal van vorm en bronskleurig bij het opkomen, nadien groen verkleurend. Het krentenboompje valt op door de vroege en overweldigende bloei. Ook de prachtige oranjerode herfstverkleuringen maken dit geslacht tot iets onmisbaars in de tuin.

AMORPHA FRUCTICOSA Bastaard indigostruik 4-6 Een matig groeiende struik met grijsgroene blaadjes tot 25 cm lang. In juli verschijnen er lange, opstaande, violette bloemaren met opvallende, gele meeldraden. ARONIA MELANOCARPA Appelbes 1,5 - 2 Een matig groeiende, klein blijvende heester. In mei verschijnen er witte bloempjes en in het najaar zwarte bessen. In de zomer is het blad groen, naar de herfst toe verkleurt het schittterend bruinrood. Ook op vochtige grond gedijt deze appelbes.


ASIMINA TRILOBA Een struik tot kleine boom met mooie, 20 cm lange, hangende en glanzende bladeren. Zeer vroeg in het najaar begint de herfstverkleuring (banaangeel) dit terwijl de rest van de beplanting nog volledig groen is! De dikke, eetbare, vlezige bessen rijpen eind september, begin oktober. Iets voor de liefhebber. De zuurbes (Berberis) kan te allen tijde worden gesnoeid. Pas wel op voor het stekelige snoeihout!! BERBERIS THUNBERGII Japanse zuurbes 2 Deze matig groeiende heester, tot 2 meter hoog, heeft groene bladeren die in de herfst fel rood verkleuren. De plant bloeit in mei-juni met gele bloempjes. Nadien komen er rode vruchten. Deze soort kan gesnoeid worden. BERBERIS THUNBERGII ‘ATROPURPUREA’ Japanse zuurbes 2 Als voorgaande doch met prachtige donkerrode bladeren. Eén van de weinige soorten met rood loof gedurende gans het jaar. BERBERIS THUNBERGII ‘ATROPURPUREA NANA’ Zuurbes 0,5 Een zeer traag groeiende berberis, met bruinrode blaadjes. In het voorjaar kan deze cultivar gemakkelijk worden gesnoeid daar hij weinig doornen bezit. Dit plantje is geschikt voor de rotstuin, als solitair of als kleine haagjes. BERBERIS THUNBERGII ‘BAGATELLE’ Zuurbes 0,2 - 0,3 Deze struik gelijkt op voorgaande doch is bolvormig en groeit nog compacter. De blaadjes zijn prachtig purperbruin van kleur. BERBERIS THUNBERGII ‘HELMOND PILLAR’ Zuurbes 1 - 1,2 Een matig groeiende, zeer slank opgroeiende zuurbes met zeer donkerrode tot zwartrode bladeren. Door de slanke groei kan hij eveneens voor het maken van haagjes worden aangewend. BERBERIS THUNBERGII ‘ROSE GLOW’ Zuurbes 1 Een matig groeiende, opgaande struik met elliptische, donkerrode bladeren waarin duidelijk de witte, roze en grijze vlekken en stipjes te zien zijn. BETULA NANA Dwergberk 1 Dit is een traag groeiend, laag blijvend struikje met zeer kleine, gekartelde, donkergroene blaadjes die geel verkleuren in de herfst. Deze soort stelt weinig eisen aan de grond. Spijtig dat het zo weinig in de tuin wordt gebruikt daar het een mooi gestructureerd struikje is. BUDDLEJA ‘WHITE BALL’ 1 Deze laag blijvende (1 meter) vlinderstruik snoei je best elk voorjaar kort daar de bloei plaatsvindt op het éénjarige hout. In augustus-september heeft hij korte, heerlijk ruikende, witte bloempluimen die door de vlinders fel bezocht worden. Deze soort heeft elliptische, lange, groengrijze bladeren. BUDDLEJA ALTERNIFOLIA Vlinderstruik 2-3 Deze matig groeiende struik met dunne, sterk overhangende twijgen bloeit met violetkleurige bloempjes in juni. Deze variëteit heeft groene, lancetvormige bladeren. Bij strenge winters moet de voet van de plant worden afgedekt. Deze soort bloeit op overjaars hout. Snoei dus nooit volledig terug maar verwijder oud en ziek hout. BUDDLEJA DAVIDII. Een snelgroeiende struik die het best elk voorjaar kort wordt gesnoeid daar de bloei plaatsvindt op het éénjarige hout. In augustus-september heeft hij lange smalle, heerlijk ruikende bloempluimen die door vlinders fel bezocht worden. Deze soort heeft elliptische, lange, groene bladeren. Bij strenge winters moet de voet van de plant worden afgedekt.

BUDDLEJA DAVIDII Vlinderstruik Roodblauwe bloempluimen.


1,5 - 2

BUDDLEJA DAVIDII ‘WHITE BOUQUET’ Vlinderstruik Witte bloempluimen.

1,5 - 2

BUDDLEJA DAVIDII ‘BLACK KNIGHT’ Vlinderstruik Donkerviolette bloempluimen.

1,5 - 2

BUDDLEJA DAVIDII ‘LOCHINCH’ Vlinderstruik Een mooie variëteit met een mauveblauwe bloemen .

1,5 - 2

BUDDLEJA DAVIDII ‘NANHOE BLUE’ Vlinderstruik Paarsblauwe bloemen.

1,5 - 2

BUDDLEJA DAVIDII ‘PINK DELIGHT’ Vlinderstruik Roze bloempluimen.

1,5 - 2

BUDDLEJA DAVIDII ‘ROYAL RED’ Vlinderstruik Roodpaarse bloempluimen.

1,5 - 2

BUDDLEJA WEYERIANA ‘SUNGOLD’ Vlinderstruik 1,5 - 2 Eveneens lekker ruikende bloempluimen van helderoranje gele bloemen. CALLICARPA BODINIERI ‘PROFUSION’ 2 - 2,5 Een matig groeiende, opgaande struik met dofgroene bladeren die in de herfst fel verkleuren. In juni verschijnen er kleine bloempjes van weinig betekenis die in de herfst gevolgd worden door opvallende, blauwvioletachtige bessen. De bloemschikkers zullen zeker het belang ervan kennen. Het is een waardevolle heester in de herfstperiode. Voor een goede vruchtdracht kan men best meerdere struiken aanplanten. CALLICARPA DICHOTOMA 1,5 Zoals Callicarpa b. ‘Profusion’ maar met iets kleinere bladeren en maar tot 1,5 meter hoog. CALLICARPA JAPONICA ‘LEUCOCARPA’ 1 - 1,5 Een matig groeiende, kleine struik met groene, langwerpige bladeren en opvallende witte bessen in de herfstperiode. CALYCANTHUS FLORIDUS Specerijenstruik, wijnknop 2-3 Een matig groeiende struik met eironde, groene bladeren en grote, bruinrode, naar wijn ruikende bloemen vanaf juni. CARYOPTERIS. Snoei elk voorjaar kort terug om een jonge en bloeirijke plant te behouden.

CARYOPTERIS CLANDONENSIS ‘HEAVENLY BLEU’ Blauwe spiraea 1 Een traag groeiende struik met grijsachtige blaadjes. Het is een zeer rijk bloeiend plantje met lavendelkleurige bloemen vanaf augustus. CARYOPTERIS CLAN. ‘WORCESTER GOLD’ 1 Een traag groeiende struik met groeniggele blaadjes. Het is een zeer rijk bloeiend plantje met lavendelkleurige bloemen vanaf augustus. CEANOTHUS DELILIANUS ‘GLOIRE DE VERSAILLES’ Amerikaanse sering 1,5 Een matig groeiende sierstruik met blauwe, op sering gelijkende bloemen. De bloemen verschijnen vanaf juli tot september. Wanneer hij elk voorjaar wordt gesnoeid geeft deze struik grotere bloemen en wordt hij rijker bloeiend. Het is een plant voor beschutte plaatsen of die anders bij vorst aan de voet moet worden afgedekt. CEANOTHUS PALLIDUS ‘MARIE SIMON’ Amerikaanse sering 1,5 Zoals ‘Gloire de Versailles’ maar met roze bloemen.

p Chaenomeles superba ‘Nicoline’

p Cephalanthus occidentalis

p Caryopteris clandonensis ‘Heavenly Bleu’

p Hydrangea macr. ‘Mme. Moulliere’

CEPHALANTHUS OCCIDENTALIS Kogelbloem 1,5 - 2 Een opgaande struik met groene, elliptische bladeren die overstaand of in kransen ingeplant staan. In juli-augustus komen er roomwitte bloemen (fel door vlinders bezocht) te voorschijn die zich in kogelronde, dichte hoofdjes bevinden. Deze hoofdjes blijven lange tijd opvallend aanwezig op de plant.

CHAENOMELES SPECIOSA ‘RUBRA’ Japanse kwee Een matig groeiende heester met donkerrode bloemen.

CERATOSTIGMA WILLMOTTIANUM 0,8 Op een warme plaats in de tuin is dit wel een juweeltje. Het struikje wordt maar 80 cm hoog. De groene blaadjes kleuren half de zomer al rood bruin. Vooral mooi zijn de hemelsblauwe bloempjes in augustus-september. CHAENOMELES. Volgende soorten en variëteiten kunnen ons zeer veel plezier verschaffen in de tuin. Ze geven een overvloed aan bloemen in het voorjaar (maart-april). Afhankelijk van het weer zullen zich gans de winter bloeiperiodes voordoen. De bloemen worden gevolgd door vele, welbekende op appeltjes gelijkende, heerlijk geurende vruchten (gebruikt in bloemschikken), die aanvankelijk groen van kleur zijn maar tijdens het rijpen schitterend geel kleuren. De Japanse kwee kan goed worden gebruikt als bodembedekker, vakbeplanting, solitair,.... De bloei vindt plaats op overjaarse takken. Snoei dus niet elk jaar kort maar verwijder oud, ziek hout of snoei terug tot op krachtige zijscheuten. De kleine, elliptische bladeren zijn mooi glanzendgroen van kleur.

CHAENOMELES JAPONICA Japanse kwee Een heester met oranjerode bloemen.

1,2

CHAENOMELES SPECIOSA ‘NIVALIS’ Japanse kwee 2 Deze hoge, opgaande variëteit bloeit wit tijdens de ontwikkeling van het blad.

CHAENOMELES SPECIOSA ‘TEXAS SCARLET’ Japanse kwee 0,6 - 1 Een cultivar met grote, rode bloemen en spreidende vertakkingen. De takken zijn vrijwel doornloos. CHAENOMELES SUPERBA ‘CRIMSON & GOLD‘ Japanse kwee 1 - 1,5 Een matig groeiende heester met donkerrode bloemen. CHAENOMELES SUPERBA ‘NICOLINE’ Japanse kwee 0,7 - 1 Deze traag groeiende, laag blijvende struik is zeer rijk en lang bloeiend tijdens de winter en het voorjaar met grote donkerrode bloemen. CHAENOMELES SUP. ‘JET TRAIL’ Japanse kwee 0,6 - 1 Een laag en breed groeiende struik met prachtige, zuiver witte, grote bloemen. CHAENOMELES SUP. ‘PINK LADY’ Japanse kwee 1 - 1,5 Een forse struik met bijna vlakke vertakking en mooie, roze bloemen. CHIMONANTHUS PRAECOX Meloenboompje 2-3 Een waardevolle heester met langwerpig, lichtgroene bladeren die mooi geel kleuren in de herfst. In februari-maart verschijnen de leuke, geelwitte, lekker ruikende bloempjes. Hoe warmer in de zomer, hoe meer bloempjes in de late winterperiode. Spijtig genoeg is deze struik te weinig bekend.


CHIONANTHUS VIRGINICUS Sneeuwvlokkenboom 3-4 Een opgaande struik met grote, glanzende, donkergroene, elliptische bladeren die naar de herfst toe goudgeel verkleuren. De welruikende bloemen verschijnen in juni-juli in grote, hangende, witte pluimen. Ook weer veel te weinig gebruikt in de tuin hoewel het een schitterende bladplant is. CLERODENDRUM TRICHOTOMUM 3-4 Een hoge struik tot kleine boom met grote, eironde, toegespitste bladeren. De bloemen verschijnen in augustus-september en zijn uitermate opvallend. Ze zijn wit van kleur met een karmijnrode kelk. Ze worden door blauwgrijze vruchten gevolgd. Een zeer fraaie solitair voornamelijk door de bloei. CLETHRA ALNIFOLIA Schijnels 2 Een matig groeiende struik met een overvloed aan witte, rechtop staande welriekende bloemtrossen van juli tot september. De bladeren zijn groen en worden in de herfst heldergeel. Deze soort gedijt goed op een vochtige grond. COLUTEA ARBORESCENS Blazenstruik 2 - 2,5 Een groot groeiende heester, met frisgroen loof, die met gele bloemen van mei tot september bloeit. Nog tijdens de bloei geeft hij opgeblazen, grote peulvruchten. Deze plant groeit sterk maar mag tijdens de bloei sterk worden gesnoeid. CORNUS ALBA. Cornus alba en de variëteiten ervan danken hun sierwaarde voornamelijk aan de prachtig gekleurde twijgen die vooral in de winterperiode een grote bijdrage leveren aan het kleurenspel in de tuin. Snoei de struiken in het voorjaar kort zodat ze voldoende kunnen verjongen. Het zijn namelijk de jonge scheuten die het mooist van kleur zijn. Zowel de bloemen als de bessen zijn weinig opvallend. Wij vermelden er daarom verder niets meer van.

CORNUS ALBA Kornoelje 2-3 Een matig tot snel groeiende struik met groene, elliptische bladeren die aan de onderzijde een blauwgrijze kleur hebben. Deze struik bezit opvallende, purperrode twijgen. CORNUS ALBA ‘ELEGANTISSIMA’ Kornoelje 2-3 Deze matig tot snel groeiende heester bezit een mooi, groen blad met witte rand. In de herfst verkleuren de bladeren. Deze variëteit heeft gedurende het ganse jaar mooie rode twijgen. CORNUS ALBA ‘GOUCHAULTII’ Kornoelje 2-3 Deze matig tot snel groeiende heester bezit een mooi, groen blad met gele rand. In de herfst verkleuren de bladeren. Deze variëteit heeft gedurende het ganse jaar mooie rode twijgen. CORNUS ALBA ‘HESSEI’ 0,8 - 1 Een traag en compact groeiende Cornus met dicht op elkaar staande, donkergroen-purperen bladeren. CORNUS ALBA ‘KESSELRINGII’ Kornoelje 2-3 Een matig groeiende variëteit waarvan de bladeren purperbruin uitlopen en nadien groenachtig verkleuren. De twijgen zijn donkerrood tot bijna zwart. CORNUS ALBA ‘SIBIRICA’ Kornoelje 2-3 Deze matig tot snel groeiende heester bezit een groen blad. In de herfst verkleuren de bladeren. Deze variëteit heeft gedurende het ganse jaar mooie, rode twijgen. CORNUS ALBA ‘SIBIRICA VARIEGATA’ Kornoelje 2-3 Deze matig tot snel groeiende, bladverliezende heester bezit een mooi, groot, breed, zilverwit gerand blad. Fraaie herfstkleur en intens koraalrode twijgen. Kort snoeien in het voorjaar om alzo de groei van jonge twijgen te stimuleren. Zij zijn immers het mooist gekleurd.


CORNUS ALTERNIFOLIA 6-8 Een matig groeiende, hoge, brede struik of kleine boom met prachtige bruinrode takken die ietwat etages vormen. De bladeren zijn groen van kleur. De witte bloemen verschijnen in eindstandige tuilen. CORNUS CANADENSIS 0,3 Een laag blijvende en zeer traag groeiende struik. In juni verschijnen er groene, onopvallende bloemen omgeven door grote, opvallende, witte schutbladeren. De bloemen worden gevolgd door donkerrode, eetbare bessen. Het is een bodembedekker voor een zure grond. Daarom in de plantput ‘Rhodohum’ toevoegen (of andere humusrijke, zure grond). Zeer mooi als hij goed groeit . CORNUS FLORIDA 2-3 Deze goed groeiende struik bezit donkergroene bladeren die in de herfst verkleuren tot oranjerood. In mei-juni verschijnen er geelgroene, onopvallende bloempjes die echter omgeven zijn door vier witte, grote, zeer opvallende schutbladeren. CORNUS FLORIDA ‘RUBRA’ 2-3 Een matig groeiende en hoge struik met donkergroene, iets purperkleurige bladeren die in de herfst een intens rode kleur verkrijgen. In mei-juni verschijnen er onopvallende, geelgroene bloemen met vier grote, zeer opvallende, lichtroze schutbladeren. Cornus kousa, Cornus florida, Cornus nuttalii en Cornus controversa zijn alle zeer waardevolle soorten. Wij bieden van deze soorten tal van cultivars aan. Ze zijn moeilijk te kweken wat hen dus exclusiever maakt. Stuk voor stuk zijn het juweeltjes. De C. florida cv’s bloeien mei-juni, iets vroeger dan de C. kousa cv’s die in juni bloeien.

CORNUS FLORIDA ‘CHEROKEE CHIEF’ Eén van de betere cultivars met rode bracteeën. De meeste roodbloemige C. florida’s zijn volgens ons kleiner en minder opvallend van bloem dan wel deze ‘Cherokee chief’. Niet alleen de rode bloemen maar ook de mooie rode herfstkleur maakt deze tot een aanrader. CORNUS FLORIDA ‘PURPLE GLORY’ Deze is vooral spectaculair in zijn herfstkleur. Diep purperrode kleuren vrolijken je tuin op in het najaar. De bracteëen zijn donkerrood van kleur maar niet zo groot. CORNUS FLORIDA ‘RAINBOW’ Eentje met geel gevlekte bladeren en kleine witte schutbladeren. Hij wordt vooral gekweekt omwille van zijn spectaculaire herfstverkleuring in geel, oranje en rood! CORNUS FLORIDA ‘ROYAL RED’ Een cultivar met rode bracteeën. CORNUS KOUSA Kornoelje 3-4 Een matig groeiende, hoge struik met groene bladeren die in de herfst oranjerood verkleuren. In juni verschijnen er groengele bloemen met witte schutbladeren die soms worden gevolgd door rode besvruchten. CORNUS KOUSA ‘CHINA GIRL’ Een opgaande, fors groeiende, zeer rijk bloeiende struik met opvallende witte schutbladeren. Lichtgroen blad. CORNUS KOUSA ‘MILKY WAY’ Een zeer mooie cultivar met roomwitte bracteeën gevolgd door vele, rode vruchten. CORNUS KOUSA ‘SATOMI’ Een eerder zwak groeiende soort maar met buitengewoon mooie, lichtroze tot rozerode bracteeën. Fraaie herfstkleur. CORNUS KOUSA ‘SCHMETTERLING’ Een Duitse selectie met ivoorkleurige bracteeën. Eerder bolvormig groeiend. Het blad is donkerder en ronder dan de andere C. kousa cultivars. Een zeer goede soort voor de kleine tuin. Schmetterling is het Duitse woord voor vlinder.

p Cornus controversa

p Clerodendrum trichotomum

q Corylus avellana ‘Contorta’

p Cornus sanguinea ‘Winter Beauty’

q Hydrangea macr. ‘Alpenglühen’


CORNUS KOUSA ‘WEISSE FONTÄNE’ Een Duitse selectie met overhangende twijgen en zeer rijk bloeiend. Witte bracteeën. CORNUS SANGUINEA ‘WINTER BEAUTY’ Rode Kornoelje 2-3 Als voorgaande doch met schitterende, zeer opvallende, lichtend geeloranje twijgen. Eén van de mooiste kornoelje wat betreft kleur van de twijgen. CORNUS SANGUINEA Rode kornoelje 3-4 Een matig tot snel groeiende, hoge struik met groene bladeren die in de herfst verkleuren. De onopvallende bloemen staan in tuilen en zijn wit. Ze worden gevolgd door purperrode tot zwarte vruchten. Kort snoeien in het voorjaar kan. Hierdoor zijn de daaropvolgende jonge twijgen intenser van kleur. CORNUS SANGUINEA ‘MIDWINTER FIRE’ 2-3 Een bladverliezende struik met groene bladeren. De onopvallende bloemen staan in tuilen en zijn wit. Ze worden gevolgd door purperrode tot zwarte vruchten. De sierwaarde zit ook weer in de jonge twijgen die in de winter prachtig geel met aan de zonzijde oranjerood gekleurd zijn.

p Cotinus coggygria ‘Royal Purple’

CORNUS STOLONIFERA ‘FLAVIRAMEA’ 2-3 Een brede, matig tot snel groeiende struik met frisgroene bladeren en opvallende, groengele twijgen. Kort snoeien in het voorjaar kan. Hierdoor zijn de daaropvolgende jonge twijgen intenser van kleur. CORNUS STOLONIFERA ‘KELSEYI’ 0,8 - 1 Een dwergvorm van de kornoelje met purperbruine twijgen en groenroodpurperachtige, elliptische bladeren. Spijtig dat deze plant zo weinig wordt gebruikt. In vakbeplanting (bodembedekking) is hij één van de betere soorten. CORYLOPSIS PAUCIFLORA Schijnhazelaar 1 Een traag groeiende heester met dunne, overhangende twijgen. De bladeren zijn klein en de lichtgele bloemen verschijnen in maart-april, dus voor de bladontwikkeling (tussen de winter en lentebloeiers in). De bloemen zijn sterk geurend. Een zeer waardevolle, mooie heester. De bloemen kunnen soms wel eens verloren gaan door onze beruchte lentevorst (bescherm ze dan).

p Cytisus

CORYLUS AVELLANA Gewone hazelnoot 3-4 Een hoge, matig groeiende struik met groene, ovale, getande bladeren. De mannelijke bloemen komen voor in hangende katjes vanaf febr.-maart. Ze worden gevolgd door eetbare hazelnoten. Deze planten kunnen goed schaduw verdragen. Daarom zijn ze zeer geschikt als onderbeplanting en treffen we ze aan langs bosranden en in houtwallen.

p Daphne burkwoodii ‘Somerset’

q Euonymus sachalinensis

CORYLUS AVELLANA ‘CONTORTA’ Krulhazelaar 2-3 Een traag groeiende struik met sierlijk gedraaide takken en gekruld, groen blad. In het voorjaar verschijnen er sierlijke katjes. De takken worden in vele versieringen (bloemstukken) gehanteerd. CORYLUS MAXIMA ‘PURPUREA’ Hazelnoot 3-4 Als voorgaande doch met schitterende, rode bladeren. Eén van de weinige roodbladige sierheesters. Hazelnoten kunnen zonder problemen gesnoeid worden. COTINUS COGGYGRIA Pruikenboom 2-3 Deze matig groeiende struik bezit een groen, eivormig blad dat in het najaar geel tot rood verkleurt. In juni-juli onstaan er bloempluimen die gevolgd worden door vruchten. COTINUS COGGYGRIA ‘ANCOT’ (GOLDEN SPIRIT ®) Pruikenboom 2-3 De eerste geelbladige pruikenboom in het sortiment! Het gele, ronde, opvallende blad verbrandt niet in de zon. Schitterende solitair voor het oplichten van ietwat donkere plaatsen in de tuin of als aandachtspunt. Ook de grote, pluimen (pruiken) verschijnen vanaf juni. Deze kweekrechterlijke beschermde plant groeit goed tot 3 meter hoogte.


COTINUS COGGYGRIA ‘ROYAL PURPLE’ Pruikenboom 2-3 Een prachtige bladplant. De opvallende, donkerrode, eivormige tot ronde bladeren kleuren de tuin waar gewenst. In juni-juli verschijnen de opvallende pruikvormige bloemen die tot lang in najaar zichtbaar blijven. Snoei regelmatig om de vertakking te stimuleren en de bladkleur te bevorderen. COTINUS COGGYGRIA ‘YOUNG LADY’ Pruikenboom 2-3 Als de soort maar deze cultivar bloeit al zeer snel. Zelfs jonge planten tonen de mooie pruikachtig, purperbruine pluimen tegen het opvallende, frisgroene loof. Mooi! COTINUS ‘GRACE’ Pruikenboom 2-3 Deze cultivar kan je goed vergelijken met ‘Royal purple’ maar is in alle opzichten grover. Schitterend, vrij groot , rood, eivormig blad en de typische ‘pruiken’ vanaf juli. Goede solitair met veel sierwaarde COTONEASTER ATROPURPUREUS ‘VARIEGATUS’ (=COTONEASTER HOR. ‘VARIEGATA’ ) Een traag en vlak groeiende cotoneaster met een klein groen blaadje dat geel omrand is. Een mooie, decoratieve variëteit omwille van de bladkleur en de rode bessen in de herfst. COTONEASTER FRANCHETTI 1,5 - 2 Een matig groeiende, halfgroen blijvende heester met sierlijk overhangende twijgen. Deze variëteit heeft witroze bloempjes in juni en deze worden gevolgd door oranjerode bessen. De bladeren zijn grijsgroen en aan de onderzijde grijs van kleur. Deze soort wordt wel eens als haagplant aangewend. COTONEASTER HJELMQVISTII (= COTONEASTER HOR. ‘ROBUSTUS’) 1 - 1,25 Een prachtige, opgaande struik met opvallende horizontale vertakkingen (mooi gestructureerd) en mooie, donkergroene, glimmende blaadjes. COTONEASTER HORIZONTALIS 0,6 - 0,8 Deze Cotoneaster heeft kleine, groene blaadjes. In het voorjaar zijn er witte bloempjes aanwezig, nadien ontstaat er een overvloed aan rode bessen. Deze variëteit is zeer geschikt als grondbedekker. Ook kan deze cultivar gebruikt worden als kleine klimplant. Hij groeit vlak tegen schuttingen en muren zonder zich vast te hechten. COTONEASTER SIMONSII 2-3 Een matig groeiende, hoge struik met groene bladeren en rode vruchten. In de winter blijven er rode vruchten op de struik hangen die niet door de vogels gewild worden. CYTISUS. Brem. Een matig groeiende, opgaande struik met groene, slappe twijgen. Afhankelijk van de variëteit verschijnen de bloemen in verschillende kleuren vanaf eind mei. Na de bloei moeten de oudste takken worden weggeknipt en de andere ingekort. Brem bloeit op overjaars hout.

CYTISUS ‘ANDREANUS’ Brem Geel met rode bloemen.

1,5 - 2

CYTISUS ‘BOSKOOP RUBY’ Brem Donkerrode bloempjes.

1,5 - 2

CYTISUS ‘GOLDEN SUNLIGHT’ Brem Gele bloemen.

1,5 - 2

CYTISUS ‘HOLLANDIA’ Brem Purperrode bloemen.

1,5 - 2

CYTISUS DECUMBENS 0,2 Een traag groeiend, over de grond kruipend struikje met groene twijgen en bladeren. De bloemen zijn geel en verschijnen vanaf mei-juni.

CYTISUS KEWENENSIS 0,3 Een laag blijvende brem met zwavelgele bloemen in mei. De bladeren zijn groen van kleur en meestal drietallig. CYTISUS PRAECOX Brem Gele bloemen.

1,5 - 2

CYTISUS PRAECOX ‘ALBUS’ Witte brem Witte bloempjes.

1,5 - 2

CYTISUS PRAECOX ‘ALLGOLD’ Brem Gele bloemen.

1,5 - 2

DAPHNE BURKWOODII ‘SOMERSET’ 1,5 Een matig groeiende, half wintergroene struik met lange, smalle, elliptische, groene bladeren en roze, heerlijk ruikende bloempjes in hoofdjes vanaf meijuni. DAPHNE MEZEREUM Peperboompje 1 - 1,5 Een matig groeiende struik met purpervioletachtige, heerlijk ruikende bloemen van februari tot april. De bloemen verschijnen voor de grijsgroene bladeren. DECAISNEA FARGESII Augurkenstruik 2-4 Een opgaande, hoge, snelgroeiende struik met dikke blauwberijpte twijgen. De bladeren zijn donkergroen, geveerd en aan de onderkant blauwachtig. De groengele bloempluimen worden gevolgd door een overvloed aan 10 cm lange, op augurken lijkende vruchten. Een minder bekende, maar zeer mooie struik. Verjong de struik door soms oude twijgen in te snoeien. DEUTZIA. Snoei na de bloei de bloeitakken terug tot op krachtige scheuten die lager aan de hoofdtakken tot ontwikkeling zijn gekomen. Bruidsbloem bloeit op overjaars hout.

DEUTZIA HYBRIDA ‘MONT ROSE’ 1,5 - 2 Een matig groeiende, opgaande struik met langwerpige, groene bladeren en mauveroze bloemen met opvallende, gele meeldraden in grote pluimvormige trossen vanaf juni. DEUTZIA ‘PRIDE OF ROCHESTER’ Bruidsbloem 2 - 2,5 Een hoog en matig groeiende heester met witroze gevulde bloempluimen die in juni-juli verschijnen. De bladeren zijn langwerpig en groen. DEUTZIA GRACILIS Bruidsbloem 0,6 - 0,8 Een laag blijvend, traag groeiend struikje met elliptische, groene blaadjes en zuiver witte bloempluimen in mei. DEUTZIA GRACILIS ‘NIKKO’ Bruidsbloem 0,5 - 0,6 Een laag blijvend, bladverliezende, traag groeiend struikje met elliptische, groene blaadjes en vrij kleine, witte bloempjes in mei-juni. Een rijkbloeiende selectie!! DEUTZIA MAGNIFICA Bruidsbloem 2 - 2,5 Een hoog en matig groeiende heester met groene, langwerpige bladeren en zuiver wit gevulde bloempluimen in mei. DIERVILLA SESSILIFOLIA 1,5 - 2 Een matig groeiende heester met smalle, ovale koperkleurige bladeren en zwavelgele bloempluimen in juni-augustus. ELAEAGNUS ANGUSTIFOLIA Smalbladige olijfwilg Een snelgroeiende struik met gedoornde takken en smalle, lichtgroene bladeren die aan de onderkant opvallend zilverwit van kleur zijn. De bloemen verschijnen in mei-juni en hebben een gele kleur. De vruchten zijn geel. Een struik die op vele gronden gedijt.


p Heptacodium miconioides

p Decaisnea fargesii

p Hydrangea arborescens ‘Annabel’

ELSHOLTZIA STAUNTONII 1,5 Een matig groeiende halfheester met langwerpige, scherp getande, donkergroene bladeren. De trossen van lichtpaarse bloemen verschijnen vanaf de late zomer. Plant hem op een ietwat beschutte plaats of dek hem af in de winter!

EUONYMUS FORTUNEI ‘HARLEQUIN’ 0,2-0,4 Een heel lage variëteit met witbont gespikkelde bladeren. Kan goed gesnoeid worden en kan zodoende wat kleur brengen op de voorgrond van bv een border.

ENKIANTHUS CAMPANULATUS 2,5 Een traag tot matig groeiende struik met opvallend rode, jonge twijgen en kleine, groene, elliptische bladeren die in de herfst fel verkleuren. De in trossen hangende, urnvormige bloemen verschijnen vanaf mei en hebben een roze kleur. Er moet in de plantput Rhodohum worden ingewerkt om het humusgehalte naar omhoog te brengen.

EUONYMUS PHELLOMANUS 3-4 Een matig groeiende, hoge struik met twijgen die bezet zijn met stevige, bruine kurklijsten en groene bladeren. In het voorjaar verschijnen er kleine, groene bloempjes van weinig betekenis die worden gevolgd door vijfhoekige, gevleugelde en roze-kleurige vruchten met rode zaden (zoals een kardinaalsmuts).

EUONYMUS ALATUS Kardinaalshoed 2 Een traag groeiende struik met takken die opvallende, bruine kurklijsten bezitten. De elliptische bladeren hebben een groene kleur. Een mooi gestructureerde struik met een onovertroffen herfstkleur. Naar onze mening een niet te missen struik in de tuin. EUONYMUS ALATUS ‘COMPACTUS’ Zoals Euonymus alatus maar in alle delen kleiner.

0,8-1

EUONYMUS EUROPAEUS Wilde kardinaalsmuts 3-4 Een matig groeiende struik die kort kan worden gesnoeid en die groene, smal ovale bladeren heeft. De bladeren verkleuren rood naar de herfst toe. In het voorjaar verschijnen er kleine, groene bloempjes van weinig betekenis die worden gevolgd door vijfhoekige, gevleugelde en roze-kleurige vruchten met oranje zaden (zoals een kardinaalsmuts). Plant meerdere planten bij elkaar voor een goede vruchtzettting. EUONYMUS EUROPAEUS ‘ALBUS’ Kardinaalsmuts Zoals vorige maar met witte vruchten!

3-4

EUONYMUS EUROPAEUS ‘RED CASCADE’ Kardinaalsmut Zoals vorige maar met lichtroodkleurige vruchten!

3-4


EUONYMUS SACHALINENSIS Kardinaalsmuts 2-3 Een opgaande struik met breed-elliptische, groene bladeren. De vruchten zijn vijfhoekig, zeer smal gevleugeld en donkerrood van kleur. De zaden zijn oranje. Deze bloemen verschijnen vanaf augustus en blijven vrij lang op de plant. Een prachtig zicht! De struik bezit lange, purperrode eindknoppen. Een zeer waardevolle heester. EXOCHORDA MACRANTHA ‘THE BRIDE’ Parelstruik 2 Een compacte, sierlijke struik met opvallende, witte bloemen van mei-juni. De bladeren zijn groen, elliptisch en 3-6 cm groot. FORSYTHIA INTERMEDIA Chinees klokje 2 Een snelgroeiende, zeer bekende heester die in het voorjaar rijkelijk bloeit met heldergele, klokvormige bloempjes. De bladeren zijn groen en elliptisch. FORSYTHIA INTERM. ‘LYNWOOD’ Chinees klokje Als voorgaande.

2

FORSYTHIA ‘MINI GOLD’ 0,8 - 1 Een traag groeiende, klein blijvende heester die in het voorjaar rijkelijk bloeit met goudgele, klokvormige bloempjes. De bladeren zijn groen en elliptisch.

FOTHERGILLA MAJOR 1,5 - 2 Een traag tot matig groeiende struik met mooie grijsgroene bladeren. De bladeren kunnen in de herfst mooi geel, oranje of scharlakenrood verkleuren. De witte bloemen verschijnen in langwerpige aren vanaf april. GENISTA LYDIA 0,6 - 0,8 Een traag groeiend en laag blijvend, spreidend heestertje met dunne, kale, groene twijgen en overvloedig veel goudgele bloempjes in mei-juni. GENISTA PILOSA ‘GOLDILOCKS’ Zachte brem 0,4 Een opstijgend struikje met talrijke mooie, goudgele bloemen in mei-juni. GENISTA PILOSA ‘LEMON SPREADER ‘ Kruipbrem 0,3 - 0,5 Een traag en laag groeiend, spreidend struikje met helder goudgele bloemen vanaf mei-juni. Dit plantje heeft op brem gelijkend groen loof. GENISTA TINCTORIA ‘ROYAL GOLD’ Verfbrem 1 Een matig groeiend, opgaand struikje met trosjes van gele bloemen van juni tot augustus. HAMAMELIS. Een matig groeiende struik met groene, breed-elliptische bladeren. De heerlijk ruikende bloemen in verschillende kleuren (afhankelijk van de variëteit) verschijnen voor het blad (januari-februari). Een zeer waardevolle plant die eveneens zeer mooi verkleurt in de herfst. De smalle bloemblaadjes krullen op bij heel koude temperaturen om de stamper te beschermen.

HAMAMELIS INTERMEDIA ‘ARNOLD PROMISE’ Toverhazelaar Lichtgele bloemen.

2-3

HAMAMELIS INTERMEDIA ‘DIANE’ Toverhazelaar Dieprode bloemen.

2-3

HAMAMELIS INTERMEDIA ‘JELENA’ Koperkleurig oranje bloemen HAMAMELIS INT. ‘WESTERSTEDE’ Toverhazelaar Heldergele bloemen.

2-3

HAMAMELIS MOLLIS Toverhazelaar Goudgele bloemen

2-3

HAMAMELIS MOLLIS ‘PALLIDA’ Toverhazelaar Zuiver heldergele, grote bloemen, zeer lekker geurend.

2-3

HIBISCUS. Een matig groeiende heester die rijk bloeit vanaf augustus tot oktober. De bloemen in verschillende kleuren (afhankelijk van de variëteit) verschijnen aan de éénjarige twijgen. De plant mag voor het uitlopen nog kort worden gesnoeid. De oudere planten zijn goed tegen de vorst bestand, de jongere kunnen invriezen. De septemberroos plant men best op een zonnige plaats.

HIBISCUS SINOSYRIACUS ‘MELMAUVE’ Septemberroos Enkelvoudige, lichtlila, opvallend grote bloemen.

2-3

HIBISCUS SYRIACUS Septemberroos Enkelvoudige blauwviolette bloemen.

2-3

HIBISCUS SYRIACUS ‘ADMIRAL DEWEY’ Septemberroos Prachtige, gevulde, zuiver witte bloemen.

2-3

HIBISCUS SYRIACUS ‘ARDENS’ Septemberroos 2-3 Blauwpaarse, gevulde bloemen met een opvallend rood hart. HIBISCUS SYRIACUS ‘LADY STANLEY’ Septemberroos 2-3 Gevulde, witte bloemen met roze schakeringen en rode vlekken in het midden. HIBISCUS SYRIACUS ‘MELROSE’ Septemberroos 2-3 Enkelvoudige, grote, roze bloemen. HIBISCUS SYRIACUS ‘MELWHITE’ Septemberroos Enkelvoudige, grote, zuiver witte bloemen. HIBISCUS SYRIACUS ‘OISEAU BLEU’ Septemberroos Enkelvoudige, blauwe bloemen met een donker hart.

2-3

2-3

HIBISCUS SYRIACUS ‘PINK GIANT’ Septemberroos Enkelvoudige, helder dieproze bloemen.

2-3

HIBISCUS SYRIACUS ‘RED HEART’ Septemberroos Enkelvoudige, witte bloemen met rood hart.

2-3

HIBISCUS SYRIACUS ‘RUSSIAN VIOLET’ Septemberroos Enkelvoudige, grote, diep violetroze bloemen.

2-3

HIBISCUS SYRIACUS ‘TOTUS ALBUS’ Septemberroos Een cultivar met zuiver witte, enkelvoudige bloemen

2-3

HIBISCUS SYRIACUS ‘WOODBRIDGE’ Septemberroos Enkelvoudige, grote, diep rozerode bloemen.

2-3

HIBISCUS SYRIACUS ‘HAMABO’ Septemberroos Enkelvoudige, roze bloemen met een donkere vlek.

2-3

HIPPOPHAE RHAMNOIDES Duindoorn 3-4 Een snelgroeiende struik met sterk gedoornde takken en kleine, zilvergrijze, lancetvormige blaadjes. De bloempjes verschijnen voor het blad en worden vanaf september gevolgd door geeloranje bessen. Voor een goede vruchtdracht kan men best meerdere struiken aanplanten. Duindoorn kan goed droogte verdragen. HOLODISCUS DISCOLOR VAR. ARIIFOLIUS Pluimspiraea 1 - 1,5 Een struik met overhangende twijgen en eironde, 4-9 cm grote, groene bladeren. In juli-augustus zijn er grote, overhangende, roomwitte pluimen zichtbaar. HYDRANGEA ARBORESCENS ‘ANNABEL’ Hortensia 1 - 1,25 Een matig groeiende struik met een grote, bolvormige, witte bloeiwijze in juliseptember. Na de bloei blijven de verdroogde bloemen nog lang op de plant. De bladeren zijn breed-elliptisch en groen. Deze planten groeien best op een voedselrijke tuingrond en op een zonnige plaats. De soort mag elk voorjaar goed worden ingesnoeid daar zij op éénjarig hout bloeit.

TIP Op zoek naar soorten of variëteiten die niet in de lijst opgenomen zijn? Vraag het even of bezoek de kwekerij!


WEETJE Hydrangea macrophylla ssp. : De echte tuinhortensia’s met de bolronde tuilen ! Het zijn afhankelijk van de soort matige groeiers met groene, breed elliptische bladeren. Vanaf juni verschijnen de grote, bolvormige bloemen die lang op de plant blijven. Het is een assortiment dat fel in beweging is. Doch zijn nieuwe cultivars zeker niet altijd verbeteringen. We volgen het op de voet en trachten hierna een goed sortiment voor te stellen.

SNOEI Snoei van de Hydrangea macrophylla groep, Hydrangea serrata groep, Hydrangea quercifolia groep: Deze hortensia’s bloeien op overjaars hout. Je mag dus nooit alles wegsnoeien! Het onderhoud beperkt zich de eerste 2-3 jaar tot het wegnemen van de zieke en misplaatste scheuten. De bloemen worden de eerste jaren (na de ijsheiligen!) weggenomen tot op stevige onderliggende knoppen. Oudere twijgen (grijs van kleur) of daar waar zware bloemen aanstonden kunnen tot beneden weggenomen worden. Het is dus een goede verjongingssnoei waarbij de struik over een jaar of vier helemaal vernieuwd is.

WEETJE HYDRANGEA MACROPHYLLA TELLERHYBRIDEN In tegenstelling tot de bolronde schermen van de H. macrophylla hebben de Tellerhybriden platte, schijfvormige tuilen met een duidelijk onderscheid tussen de kleine vruchtbare bloemen (fertiele) en de grote steriele randbloemen aan de buitenkant van de bloeiwijze. Voorbeelden van Tellerhybriden zijn Blaumeise met blauwe bloemen en Shower met witte bloemen. Snoei is hetzelfde als bij de gewone H. macrophylla’s.

HYDRANGEA ASPERA SUBSP. SARGENTIANA 1,5 - 1,75 Een opgaande struik met grote, groene behaarde bladeren. De enorme bloemtuilen (20 cm) verschijnen vanaf juni. De fertiele bloemen zijn lila en de steriele wit van kleur. Een mooie solitair vanwege zijn decoratieve groei en bloei. Ook is deze cultivar te gebruiken in bloembakken en potten. HYDRANGEA MACROPHYLLA ‘ALPENGLÛHEN’ Hortensia 1,5 Deze compact groeiende hortensia bloeit met een van de grootste karmijnrode, bolvormige bloemtuilen uit het sortiment. Het is een stevige plant met weinig problemen. HYDRANGEA MACROPHYLLA ‘BLAUMEISE’ Hortensia 1 Teller-hybride. Een sterke, goed winterharde variëteit met compacte groei en een mooie, rode herfstkleur. Vanaf juli verschijnen grote platte tuilen van diepblauwe randbloemen en blauwe fertiele bloemen. De bloemen drogen mooi. HYDRANGEA MACROPHYLLA ‘BODENSEE’ Hortensia 1 Een veel gebruikte, sterke, rijkbloeiende, compacte hortensia met bolronde, stevige tuilen van roze bloemen in een neutrale grond. In zure grond een duidelijke blauwe zweem. HYDRANGEA MACROPHYLLA ‘BOUQUET ROSE’ Hortensia 1,5 Een variëteit die reeds zeer lang in cultuur is en daarmee zijn diensten bewezen heeft. Het is een goed winterharde soort met roze bloemen of afhankelijk van de bodem blauwe bloemen in bolvormige schermen. HYDRANGEA MACROPHYLLA ‘MADAME EMILE MOULLIÈRE’ Hortensia 1,25 - 1,5 Weer een oude goed winterharde cultivar die veel lijkt op de bekende ‘Soeur Thérèse’. Vanaf juni verschijnen de grote, bolvormige, wit-geelachtige bloemen. Naarmate de bloei vordert verschijnen er roze en rode spatjes op de bloemblaadjes. Naargelang de grondsoort ook zweem van blauw te bemerken. De zuivere kleur is echt alleen maar bij aanvang van de bloem wit. HYDRANGEA MACROPHYLLA ‘MARIESII PERFECTA’ Hortensia 1,2 - 1,5 (=Blue Wave).Tellerhybride. Een prachtige cultivar met vlakke bloeiwijze op stevige takken. De opvallend grote randbloemen zijn op de juiste grond, blauw (lilaroze) van kleur. HYDRANGEA MACROPHYLLA ‘NIKKO BLUE’ Hortensia 1,5 Een sterke, rijkbloeiende tuinhortensia met stevige takken de typische bolronde, bloeiwijze van zuiver blauwe bloemen. In kalkrijke bodems vaak ook roze. HYDRANGEA MACROPHYLLA ‘SIBILLA’ (=Hydrangea mac. ‘Masja’) Hortensia 1 Een schitterende, zeer goede, compact groeiende hortensia met rozerode, heel stevige bloemen met typische gepunte bloemblaadjes. De bloemen krijgen tegen de herftst bij het indrogen een grijsroze patina. Een aanrader.


HYDRANGEA PANICULATA, houthortensia’s. Deze groep van planten bloeit op éénjarig hout. De snoei is dus relatief eenvoudig. Snoei in het voorjaar terug tot op een hoogte van 30 cm. De scheuten die dan onstaan bloeien in het voorjaar. Niet te kort want dan verschijnen er lange takken die de grote bloemen niet kunnen torsen. Met houthortensia’s kan je ook enkele stevige gesteltakken laten staan die dan de ‘ruggengraat’ vormen. Je snoeit in het voorjaar terug tot op deze gesteltakken. Zo win je hoogte.

HYDRANGEA PANICULATA ‘GRANDIFLORA’ Houthortensia 2-3 De overbekende en misschien wel meest gebruikt variëteit met grote pluimen van bijna uitsluitend steriele bloemen waardoor de pluim dicht gevuld lijkt. In de herfst kleuren de bloemen vaak purperrood. HYDRANGEA PANICULATA ‘KYUSHU’ Houthortensia 2-3 In tegenstelling tot ‘Tardiva’ is dit een van de vroegst bloeiende houthortensia’s. Heel wat fertiele bloemen zodat de pluim niet zo gevuld lijkt. Goede, veel gebruikte soort. HYDRANGEA PANICULATA ‘PINKY-WINKY’ Houthortensia 1,2 - 1,7 Deze zeer winterharde cultivar is onder licentie van Bestselect (zie blz. 2). Het is een schitterende, opgaande , niet zo sterk vertakkende struik met stevige opstaande takken. De opstaande, volle pluimen (juli-oktober) bestaan uit vele steriele, witte lokbloemen die later sterk donkerroos tot rood verkleuren. De bloemen drogen mooi in. HYDRANGEA PANICULATA ‘PRAECOX’ Houthortensia 2-3 ‘Praecox’ lijkt in alle opzichten op ‘Grandiflora’. Het is echter een vroege bloeier (juni-juli). HYDRANGEA PANICULATA ‘TARDIVA’ Houthortensia 1,75 - 2 De laatst bloeiende houthortensia met de grote, witte, typische pluimen van steriele en fertiele bloemen die in het najaar purperrood verkleuren. Heel goede amerikaanse soort. HYDRANGEA QUERCIFOLIA Eikbladige hortesia 2 Een matig groeiende heester met een groot, groen blad dat zilverwit is aan de onderkant. In de herfst kleuren de bladeren purperrood. In juli verschijnen de mooie, witgeelachtige bloempluimen die later paarsroze verkleuren. HYDRANGEA QUERCIFOLIA ‘FEMIGIA’ (‘SNOW QUEEN’) Eikbladige hortesia 2 Een matig groeiende, bladverliezende heester tot 2 m hoog met een groot, groen, diepgelobd blad (zilverwit aan de achterkant). In de herfst kleuren de bladeren puperrood. In juni-juli verschijnen de mooie, zuiver witte bloempluimen die later paarsroze verkleuren. Deze soort munt uit in zijn herfstkleur en heeft stevige takken.

HYDRANGEA MACROPHYLLA ’SŒUR THERESE’ Hortensia 1,5 - 2 Een witte hortensia die vooral in de schaduw rijkelijk bloeit. Een heel goede, krachtig groeiende cultivar.

HYDRANGEA QUERCIFOLIA ‘TENNESEE CLONE’ Eikbladige hortesia 2,5 Een matig groeiende, bladverliezende heester met een groot groen, diepgelobd blad (aan de achterkant zilvergrijs van kleur). In de herfst kleuren de bladeren mooi purperrood. In juni-juli verschijnen de zuiver witte bloemen in ietwat, lossere, gegolfde tuil.

HYDRANGEA MACROPHYLLA ‘TAUBE’ Hortensia 1 Teller-hybride. Mooie vlakke schermen van roze randbloemen en roze fertiele knoppen.

HYDRANGEA SERRATA ‘BENIGAKU’ Hortensia 1,25 De bladeren van deze cultivar kleuren mooi purperrood in de herfst. Het is een verbetering van de oude bekende

p Hydrangea paniculata ‘Kyushu’

‘Intermedia’. De plant bloeit met vlakke bloemschermen met helderroze randbloemen. HYDRANGEA SERRATA ‘BLUE BIRD’ Hortensia 1 - 1,2 Een zeer winterharde, compact groeiende variëteit met prachtige, platte schermen met opvallende blauwe randbloemen. HYDRANGEA SERRATA ‘BLUE DECKLE’ Hortensia 1 Een goed winterharde compacte, dichte cultivar met mooie platte schermen met opvallende blauwe randbloemen op zure bodem in augustus-september. HYDRANGEA SERRATA ‘PREZIOSA’ Hortensia 1 - 4 Een brede, opgaande groeiwijze en zeer mooie, zalmrode bloemen in een platbolvormige groeiwijze. Prachtige soort. HYDRANGEA SERRATA ‘SPREADING BEAUTY’ Hortensia 0,75 Een zeer compact groeiende, goede hortensia met spreidende groeiwijze en vlakke bloeiwijze. De randbloemen zijn rozerood van kleur net als de fertiele bloemen. Een selectie uit Arboretum Kalmthout. HYPERICUM ANDROSEANUM 0,8 - 1 Zoals Hypericum inodorum doch wat lager. HYPERICUM HIDCOTE 0,5 - 0,8 Een matig groeiende, half wintergroene plant met overhangende twijgen en goudgele schotelvormige bloemen vanaf juli. De bladeren zijn donkergroen. Deze soort is winterhard en kan goed worden gesnoeid. HYPERICUM INODORUM 1 Een traag groeiende struik met donkergroene bladeren. De goudgele bloemen verschijnen vanaf juni en worden gevolgd door een overvloed aan schitterende, bruinrode bessen die later zwart worden. Ze worden veelvuldig door de bloemschikkers gebruikt. Een goede winterharde soort die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. ILEX VERTICILLATA Hulst 2-4 Een opgaande, dicht vertakte struik met breed-elliptische, groene bladeren en glimmend rode bessen. Deze bessen komen enkel voor op de vrouwelijke planten. Er moet ter bevruchting van de bloemen een zeer specifieke mannelijke bestuiver worden aangeplant. INDIGOFERA HETERANTHA ‘GERARDIANA’ 1 Een frêle struik tot 1 meter hoog met prachtig, fijn geveerd loof en trossen van opvallende violetroze bloemen (juli tot september) in een periode dat er weinig heesters bloeien. De bloemen worden gevolgd door hangende, dunne, lange peulen die langzaam bruin worden.

p Itea virginica

ITEA VIRGINICA Bloemwilg 1 Een kleine, opgaande struik. De bladeren zijn elliptisch en lichtgroen. In meijuni verschijnen er trossen van witte welriekende bloemen. Een prachtige, meestal rode, opvallende herfstkleur. ITEA VIRGINICA ‘HENRY’S GARNET’ 1 Een kleine, opgaande struik. De bladeren zijn elliptisch en lichtgroen. In meijuni verschijnen er trossen van witte welriekende bloemen. Een prachtige, meestal rode, opvallende herfstkleur. Een zeer bloeirijke variëteit met bladeren die in herfstkleur zeer lang op de plant blijven hangen. KALOPANAX SEPTEMLOBUS VAR. MAXIMOWICZII Een forse struik of kleine boom met takken die met dikke stekels bedekt zijn. De bladeren zijn 15-30 cm groot, zeer diep gelobd met smalle slippen. Het is een min of meer exotische boom die een speciaal tintje aan je tuin kan geven. Deze boom kan wel eens last hebben van late lentevorst waardoor pas uitgelopen knoppen bevriezen. KERRIA JAPONICA ‘PICTA’ 1 - 1,25 Een klein struikje met grijziggroene, witgerande blaadjes. Vanaf mei-juni verschijnen er gele bloempjes. KERRIA JAPONICA ‘PLENIFLORA’ Ranonkelstruik 1,5 - 2 Een matig groeiende struik met groene, overhangende twijgen en gele, gevulde bloemen van mei-juni. KOLKWITZIA AMABILIS ‘PINK CLOUD’ 2-3 Een matig groeiende heester met overhangende twijgen en mooie witroze bloemen van mei-juni. Deze heester groeit op alle gronden zowel in de schaduw als in de zon. LAVATERA. Belangrijk is dat je de voet van deze plant goed afdekt in de winter zodat deze niet bevriest. Snoei deze struik kort terug in het voorjaar. Hij zal u belonen met een rijkelijke bloei gans de zomer!

LAVATERA ARBOREA ‘BARNSLEY’ 1,5 Een matig groeiende struik met gelobde, saliegroene bladeren. Gans de zomer door verschijnen er vele trossen van stokroosachtige, donkerroze bloemen. LAVATERA CACHEMIRIANA ‘ICE COOL’ 1,5 Als voorgaande doch met witte bloemen. LAVATERA ‘ROSEA’ Als voorgaande doch met roze bloemen.

1,5

LESPEDEZA THUNBERGII 1,5 - 2 Een matig groeiende struik met in bogen overhangende twijgen en met purperroze bloemen in een pluimvormige bloeiwijze van juli tot september. Deze soort groeit best op een droge, zonnige standplaats. De struik kan kort gesnoeid worden.


LEYCESTERIA FORMOSA 1,5 - 2 Een traag groeiende struik met groene twijgen en eironde, lange, groene bladeren. Van juni tot september bloeit deze plant met hangende, paarsrode schijnaren die worden gevolgd door puperblauwe vruchten. Deze soort groeit best op een droge grond. Op een beschutte plaats planten daar zij wel eens kan bevriezen. LIGUSTER VULGARE Gewone liguster 3 Een matig groeiende, winterharde, half wintergroene liguster met groene, elliptische blaadjes en witte, fel ruikende bloemen in 8 cm lange pluimen van augustus tot september. De bloemen worden gevolgd door zwarte bessen. Deze soort kan in alle vormen gesnoeid worden dit echter ten koste van de bloei daar zij op tweejarig hout bloeit. LIGUSTRUM QUIHOUI 2 Een brede, prachtige half wintergroene struik met ijle vertakking. De bladeren zijn smal elliptisch van vorm en hebben een frisgroene kleur. De mooie roomwitte, fel ruikende bloemen verschijnen in 10-20 cm lange pluimen van augustus tot september. Ze worden gevolgd door talrijke purperzwarte vruchten. Kan goed gesnoeid worden. LIGUSTRUM VICARYI 2 - 2,5 Een matig groeiende, brede, opgaande, struik met gele, elliptische, kleine bladeren die later groengeel verkleuren. In augustus-september verschijnen er talrijke, witte, welruikende bloempluimen. LIGUSTRUM VULGARIS ‘LODENSE’ 1,2 - 1,5 Een bladverliezende Ligustrum die niet hoog groeit (tot 150 cm) en zodoende goed gebruikt kan worden voor het maken van halfhoge hagen (4 per/m). Daar deze soort mooi uitstruikt is hij vooral bijzonder geschikt voor het knippen in volumes (bollen, blokken, wolken...). LIGUSTRUM VULGARIS ‘ATROVIRENS’ Zoals Ligustrum vulgare doch met bladeren die lang in de herfst en een stukje van de winter bruin op de struik blijven. LINDERA OBTUSILOBA 3-4 Een matig en hoog groeiende heester met vele, prachtige, stervormige, donkergele bloemen aan de kale takken in het vroege voorjaar. De geurende bladeren zijn donkergroen van kleur en drielobbig van vorm. Een mooie winterbloeier die weinig eisen stelt aan grond en standplaats.

MAGNOLIA ‘DAPHNE’ 2-3 De meest gedrongen groeiende, compacte geelbloeiende magnolia met de typische, donkergroene, glimmende, dikke bladeren. De geurende bloemen verschijnen net voor en gelijk met het blad. Schitterende soort ook voor de kleine tuin. MAGNOLIA ‘HEAVEN SCENT’ Beverboom 4-5 Een flinke, opgaande struik met intens donkergroene bladeren. De bloembladen zijn éénkleurig roze, 9 cm lang, 6 cm breed en puntig. Bij geopende bloemen staan ze rechtop in een krans. Deze soort bloeit volop in mei. MAGNOLIA LILIFLORA ‘NIGRA’ Beverboom 3-4 Een traag tot matig groeiende, opgaande struik met 6-8 bloembladen (12 cm lang en 5 cm breed). De zeer donkerpurpere bloemen openen zich zelden volledig maar houden hun mooie buisvorm tot ze bijna uitgebloeid zijn. Ze bloeien van midden mei tot eind juni. Weinig vorstgevoelig. MAGNOLIA LOEBNERI ‘LEONARD MESSEL’ 5-6 Een schitterend kleine boom of grote meerstammige struik met een overvloed aan witroze bloempjes bestaande uit 12 smal lintvormige bloemblaadjes. De bloeitijd is van half april tot half mei. De bloemen zijn heel goed bestand tegen de vorst. MAGNOLIA SIEBOLDII 4-5 Een opgaande, matig groeiende, hoge struik met de typische, donkergroene, dikke bladeren. In juni-juli verschijnen de 10 cm grote, klokvormige bloemen met opvallende rode meeldraden in het hart van de bloem. MAGNOLIA LOEBNERI ‘MERRILL’ Beverboom 5-8 Een matig groeiende struik of kleine boom met vrij grote, groene, langwerpige bladeren en roomwitte, geurende, trechtervormige bloemen bestaande uit 12 bloemblaadjes (7 cm lang, 3 cm breed) in april. Een variëteit die minder dan de andere van de late vorstschade last heeft. MAGNOLIA SOULANGIANA Beverboom 4-5 Een snel en groot groeiende struik tot kleine boom met groene, omgekeerd eironde bladeren. Voor of tijdens de bladontwikkeling verschijnen de grote, opvallende, wit met roze, tulpvormige bloemen. Deze soort groeit best op een humusrijke grond.

LONICERA FRAGRANTISSIMA Winterkamperfoelie 2-3 Een gezonde, matig groeiende struik met elliptische, groene bladeren. Deze winterkamperfoelie is weinig gekend hoewel hij van november tot maart bloeit met vele roomwitte, heerlijk ruikende bloempjes. Deze soort gedijt zowel in de zon als in de schaduw en stelt weinig eisen aan de grond. Een schitterende winterbloeier.

MAGNOLIA STELLATA Stermagnolia 1,5 Een traag groeiende, dicht vertakte struik met groene, elliptische bladeren. De zuiver witte, stervormige bloemen verschijnen in april voor de bladontwikkeling. De bloemen kunnen bij zware nachtvorst op dat ogenblik worden beschadigd. De plant groeit best op een humusrijke, niet te natte, losse grond.

0,8-1

1,5

LONICERA NIT. ‘SILVER BEAUTY’ Als voorgaande maar met fris zilverkleurig gerand blaadje.

LONICERA TATARICA ‘ROSEA’ Tartaarse kamperfoelie 2,5 Een hoge opgaande heester met eironde, 4-6 cm grote, groene bladeren. In meijuni verschijnen er mooie zachtroze bloemen. De bloeitijd is kort. Dit wordt echter opgevangen door de mooie, frisse, gezonde bladstand van de soort. MAGNOLIA ‘BETTY’ Beverboom 2-3 Een matig groeiende struik met de typische, donkergroene, glimmende, dikke bladeren. Geheel geopend zijn de bloemen 18 cm groot bestaande uit 13, dikwijls gedraaide bloembladen. De kleur is purper in knop, bij het openen paarsroze. Deze soort bloeit erg lang (van eind april tot eind mei).

MAGNOLIA STELLATA ‘ROSEA’ Stermagnolia Als M. stellata maar met witroze bloemen.

MAGNOLIA ‘SUSAN’ Beverboom 2 Eveneens een matig groeiende, bloeirijke struik. Volledig geopend hebben de bloemen een doorsnede van 10-15 cm. De bloemen bestaan uit 6 bloemblaadjes en zijn mooi purper van kleur. MAGNOLIA ‘YELLOW RIVER’ Stermagnolia 4-5 Een magnolia met overheerlijk ruikende, crèmegele bloemen! We kennen de soort nog niet lang genoeg maar waarschijnlijk een groter groeiende variëteit. Bladeren en structuur zoals M. soulangiana .

MAGNOLIA BROOKLYNENSIS ‘ELISABETH’ 5-8 Deze magnolia is een kruising tussen M. acuminata en M. denudata. Het is een groot groeiende variëteit met lekker geurende, heel licht crèmegele bloemen die verschijnen net voor het opkomen van het blad. Een eerste klas tuinplant.

MALUS Sierappel 3-5 De sierappelen die beschreven werden bij de sierbomen worden door ons eveneens op laagstam (=struik) geënt. Zie daar voor verdere beschrijving van de verschillende variëteiten.

MAGNOLIA BROOKLYNENSIS ‘YELLOW BIRD’ 3-5 Lijkt op ‘Elisabeth’ maar met iets kleinere bloemen. Een gezond groeiend, opgaand boompje.

MESPILUS GERMANICA Mispel Een matig groeiende, grote struik met gedoornde takken en twijgen en met


langwerpige, groene bladeren. De witte, alleenstaande bloemen verschijnen in mei en worden door de eetbare mispels gevolgd. De mispels zijn het smakelijkst wanneer ze overrijp worden gegeten of voornamelijk worden verwerkt. MYRICA GALE Gagel 1 Een tweehuizig struikje. De bladeren zijn aromatisch geurend, spatelvormig van vorm en dofgroen van kleur. Maart-april verschijnen er mannelijke bloemkatjes. NOTHOFAGUS ANTARCTICA 5-7 Een grote, matig groeiende, hoge struik of kleine boom met glanzend donkergroene, eironde, gezaagde blaadjes die in de herfst geel verkleuren. Een zeer mooie, grillig groeiende solitair. Hij is zeer decoratief door zijn speciale blaadjes en de witte stippen op de takken. NEILLIA AFFINIS 2 Een bladverliezende struik tot 2 meter hoog met eivomige, iets gelobde bladeren. In de het late voorjaar (mei-juni) verschijnen er trosjes van paarsroze bloempjes.

p Lavatera ‘Rosea’

PAEONIA SUFFRUCTICOSA Boompioen 1,5 Een opgaande, decoratieve heester met prachtige bloemen in verschillende kleuren in het voorjaar. Deze soort heeft vele variëteiten voortgebracht met gevulde en halfdubbele bloemen. PARROTIA PERSICA 5-7 Een traag tot matig groeiende hoge struik met mooie, breed-elliptische, donkergroene bladeren met purperkleurige rand. In de herfst kleurt deze plant prachtig geel. Een soort die jong zijnde best wat beschut wordt geplant. Op latere leeftijd is zij echter volkomen winterhard en gedijt zij blijkbaar op alle grondtypes. In de winter (jan-feb) bloeit zij met onopvallende, rode bloempjes. PEROVSKIA ATRIPLICIFOLIA ‘BLUE SPIRE’ 1 Een matig groeiende struik met witgrijze stengels en grijsgroene bladeren. De lavendelblauwe, opvallende, fel ruikende bloemen verschijnen in lange pluimen van augustus tot oktober. Deze struik mag elk voorjaar kort worden gesnoeid. Bij strenge vorst moet de voet van de plant goed worden afgedekt.

p Magnolia ‘Suzan’

PHILADELPHUS. Snoei na de bloei de uitgebloeide takken kort in tot op een nieuwe sterke scheut. Zwak hout dan eveneens verwijderen.

PHILADELPHUS ‘BELLE ETOILE’ Boerenjasmijn 1 - 1,5 Ook weer een heerlijk geurende, goede boerenjasmijn tot 150 cm hoog met enkelvoudige witte bloempjes met roodachtig hart. PHILADELPHUS CORONARIUS ‘AUREUS’ 1 - 1,5 Een traag groeiende, lage, gedrongen struik met witte, sterk ruikende, enkelvoudige bloemen in mei-juni. De bladeren van deze variëteit zijn goudgeel en later groengeel. PHILADELPHUS ‘LEMOINEI’S’ Boerenjasmijn 2 Deze jasmijn bloeit overvloedig met welruikende, enkelvoudige bloemen. Ze zijn wit van kleur en 2-3 cm groot en verschijnen vanaf juni.

p Magnolia

q Magnolia stellata + Hedera helix ‘Woerner’

PHILADELPHUS ‘MANTEAU D’HERMINE’ Boerenjasmijn 0,5 - 0,7 De allerlaagste boerenjasmijn uit het sortiment. Begin juni verschijnen de lekker geurende trossen van witte bloempjes. PHILADELPHUS ‘VIRGINAL’ Boerenjasmijn 2-3 De heerlijk geurende bloemen van deze wat hoger groeiende jasmijn zijn halfgevuld tot gevuld en wit van kleur. Hij bloeit eind juni. PHOTINIA KOREANA Glansmispel Een matig groeiende, weinig voorkomende struik met breed-elliptische, groene bladeren die naar de herfst toe mooi geel verkleuren. In mei verschijnen er witte bloemen die dan gevolgd worden door oranjerode vruchten.


p Philadelphus

p Poncirus trifoliata

p Potentilla

p Pyracantha

PHYSOCARPUS OPULIFOLIUS ‘DIABOLO’ 1 - 1,5 Een matig groeiende heester met schitterend purperrood blad gedurende gans de zomer. Een echte blikvanger in de tuin. Om de struik jong te houden, elk voorjaar terugsnoeien en de zwaarste takken wegsnijden. Een aanrader!

POTENTILLA FRUT. ‘GOLDSTAR’ Ganzerik 0,5 Een traag groeiende struik met groene bladeren en, voor een ganzerikvariëteit, grote, gele bloemen vanaf mei.

PHYSOCARPUS OPULIFOLIUS ‘LUTEUS’ Blaasspirea 1,5 - 2 Een snelgroeiende heester met schilferachtige schors en gele bladeren die later groengeel tot bruin verkleuren. Deze struik bloeit onopvallend.

POTENTILLA FRUT. ‘KLONDIKE’ Ganzerik 0,8 - 1 Een matig groeiende struik met goudgele, grote bloemen vanaf mei. De bladeren van deze variëteit zijn groen.

PONCIRUS TRIFOLIATA 3 Een prachtige, speciale, stevige struik met aan de opvallende, stekelige, groene takken donkergroene bladeren die elk uit 3 blaadjes bestaan. In het late voorjaar en vaak ook in de herfst verschijnen er geurende, witte bloempjes met 4-5 grote kroonbladeren. Ze worden gevolgd door ronde, 2-3 cm brede vruchten. Een aparte, opvallende struik die men liefst op een ietwat beschutte plaats plant. Echt iets voor de liefhebber.

POTENTILLA FRUT. ‘PRINCESS’ Ganzerik 0,5 Een matig groeiende struik met lichtroze bloempjes vanaf juni. De bladeren zijn klein en groen. POTENTILLA FRUT. ‘RED ACE’ Ganzerik 0,3 Een lage, traag groeiende, brede struik met kleine groene blaadjes en met mooie rode bloempjes vanaf juni.

Wil je Potentilla jong en bloeirijk houden dan snoei je best kort in het voorjaar.

POTENTILLA FRUTICOSA ‘ABBOTSWOOD’ Ganzerik 0,3 - 0,5 Een matig groeiende struik met groene bladeren en zuiver witte bloemen vanaf mei. De beste witbloeiende ganzerik. POTENTILLA FRUT. ‘ELIZABETH’ Ganzerik 0,5 Een traag groeiende, min of meer kruipende struik met, voor een ganzerikvariëteit, grote, gele bloemen vanaf mei. De bladeren zijn klein en groen. POTENTILLA FRUT. ‘GOLDFINGER’ Ganzerik 0,8 Een matig groeiende struik met gele, grote bloemen vanaf mei. De bladeren van deze variëteit zijn groen.


PRUNUS INCISA ‘FEBRUARY PINK ‘ 2 Een traag groeiende heester met een donkergroen blad dat in de herfst oranjerood verkleurt. In de winter of vroeg in het voorjaar verschijnen er lichtroze bloemen gevolgd door ronde, roodachtige vruchten. PRUNUS SERRULATA ‘AMANOGAWA’ Sierkers 4-6 Een snelgroeiende, hoge Japanse kerselaar met groene bladeren en overvloedige witroze bloemen in het voorjaar. Deze variëteit is zeer slank groeiend en stelt weinig eisen aan de grond. Hij kan goed worden gesnoeid. De bloeitijd van deze sierkers is kort doch zeer rijk en mooi. PRUNUS SEROTINA Amerikaanse vogelkers 10 - 15 Een hoge snelgroeiende struik met langwerpige, lancetvormige, groene bladeren. De witte bloemen verschijnen in mei-juni en komen voor in lange, witte trossen. De vruchten zijn zwart van kleur. Een weinig waardevolle struik.

SALIX AURITA Geoorde wilg Een laag blijvende struik met donkergroene, omgekeerd-eironde bladeren die in het bezit zijn van vrij grote steunbladeren (oortjes). In maart-april verschijnen er katjes. SALIX CAPREA Waterwilg Een fors groeiende, bossige heester met ovale bladeren die aan de bovenkant donkergroen zijn en aan de onderkant grijs.

p Rhus typhina (Herfstkleur)

PRUNUS SPINOSA Sleedoorn Een matig en struikachtig groeiende plant met scherpe doornen en witte bloempjes in het voorjaar die gevolgd worden door de blauwberijpte vruchten. Deze struik kan zeer goed worden gebruikt voor het maken van ondoordringbare hagen. De bessen worden veel door de wijnproducenten gebruikt. De bloei is zeer opvallend en zuiver wit maar van korte duur. PTEROSTYRAX HISPIDA 6-8 Een hoge, snelgroeiende struik of kleine boom met omgekeerd-eironde, groene bladeren welke 6-15 cm groot kunnen zijn. De witte bloemen verschijnen in mei-juni in hangende pluimen. Ze worden door groene vruchten gevolgd. De kleur van de twijgen is mooi, opvallend lichtbruin. Hij kan goed gesnoeid worden. RHAMNUS FRANGULA Gewone vuilboom 3-4 Een matig groeiende struik tot kleine boom met groene bladeren die eirond tot elliptisch van vorm zijn. Gedurende geruime tijd in het voorjaar zijn er witte bloempjes aanwezig die enorm door de bijen bezocht worden. De bessen zijn eerst rood van kleur en later zwart. De soort kan goed schaduw verdragen (onderbeplanting). RHODOTYPOS SCANDENS 2 Een mooie struik tot 2 meter hoog met frisse, lichtgroene, breed-elliptische bladeren. In mei-juni verschijnen er witte, alleenstaande bloemen die gevolgd worden door zwarte vruchten. Deze vruchten zijn opvallend per vier gegroepeerd. Een frisse aanwinst in uw tuin. RHUS TYPHINA Fluweelboom 3-5 Een hoge struik met bruinbehaarde twijgen. De bladeren zijn groen van kleur, drietallig. De blaadjes zijn grof getand. In de herfst kleuren ze mooi scharlakenrood. De rode pluimen van de vrouwelijke exemplaren blijven lange tijd op de plant aanwezig. Deze plant kan goed gesnoeid worden. RHUS TYPHINA ‘DISSECTA’ 3-5 Een hoge struik met een groene, later rode tot bruine beharing op de twijgen. De bladeren zijn groen van kleur en opvallend diep ingesneden. In de herfst kleuren ze mooi scharlakenrood. De rode pluimen van de vrouwelijke exemplaren blijven lange tijd op de plant aanwezig. Deze plant kan goed gesnoeid worden. RIBES AUREUM 2 Een struik met groene, drielobbige, grof getande bladeren. In april-mei verschijnen de gele, welruikende bloemen in trossen gevolgd door de kleine zwarte bessen. RIBES SANGUINEUM ‘KING EDWARD IV’ Bloedrode bes 1,5 - 2 Een matig groeiende struik met groene, gelobde bladeren. De dieprode bloemen zijn talrijk in hangende trossen aanwezig vanaf april-mei. Na de bloei kunnen de bloeitakken worden ingesnoeid. RUBUS ODORATUS 1,5 - 2 Een mooie, brede struik met afschilferende, bruine twijgen en gelobde, groene, 30 cm grote bladeren. In juli verschijnen er rozerode bloemen in pluimen.

SALIX CINEREA Grauwe wilg Een snelgroeiende, hoge struik met grijsviltige twijgen. De bladeren hebben een grootte van 5-10 cm, zijn elliptisch van vorm en dofgroen van kleur. De katjes verschijnen maart-april. SALIX ELEAGNOS ‘ANGUSTIFOLIA’ (= SALIX ROSMARINIFOLIA) 2 Een matig groeiende wilg met grijsgroene, zeer smalle blaadjes en bruinrode twijgen. SALIX INTEGRA ‘HAKURO NISHIKI’ 1,5 - 2 Een struikje met oranjerode tot bruine twijgen. De bladeren zijn grijsgroen, wit en vaak ook met roze gestippeld en gevlekt. Deze soort kan gemakkelijk gesnoeid worden. Dit gebeurt in de winter en nogmaals rond half juni. SALIX PURPUREA ‘NANA’ Bittere wilg Een lage, dichte struik met zeer smalle, zilvergrijze bladeren.

1,5

SALIX REPENS Kruipwilg 1,5 Een struikje met dunne, uitstaande twijgen. In april verschijnen er 1-2 cm grote katjes. De bladeren zijn smal, ovaal van vorm en grijsgroen van kleur. SALIX UDENSIS ‘SEKKA’ 2-3 Een breed groeiende struik met groene bladeren en opvallende, vervormde, platte, bandvormige twijgen. In het voorjaar verschijnen er grijze, kleine katjes. Deze soort kan kort gesnoeid worden. SAMBUCUS NIGRA Gewone vlier 4-6 Een brede, opgaande, snelgroeiende struik met een groen, oneven geveerd blad. De witte bloemen verschijnen mei-juni in schermen en worden door zwarte bessen gevolgd. De bessen zijn erg door de vogels geliefd. Deze soort groeit ook goed in de schaduw en kan flink ingesnoeid worden. SAMBUCUS NIGRA ‘AUREA’ Gele vlier Zoals Sambucus nigra alleen met geelgroen gekleurde bladeren.

4-6

SAMBUCUS NIGRA ‘BLACK BEAUTY’ Vlier 3-4 Een prachtige variëteit met schitterende, diep donkerrode tot paarse bladeren vanaf het ontspruiten tot het afvallen van het blad. De schermen van roze bloemen in het voorjaar worden gevolgd door zware trossen van bijna zwarte bessen. Prachtige, grote heester in borders of als solitair. SAMBUCUS NIGRA ‘LACINIATA’ 4-6 Als Sambucus nigra doch met prachtig, regelmatig, fijn en diep ingesneden bladeren. SAMBUCUS NIGRA ‘MADONNA’ Vlier 3-4 Deze variëteit heeft mooie goudgeel gerande bladeren. Verder bloeit en groeit hij een beetje zoals de gewone soort (S. nigra). Heel mooi voor het geven van een kleuraccent in de tuin. SAMBUCUS NIGRA ‘THUNDERCLOUD’ Vlier 3 Een schitterende vlierbes tot 3 meter hoog met de typische opvallende, diep purperrode, geveerde bladeren! Een prachtige solitair. Lichtroze bloemschermen kleuren de plant in mei-juni


SAMBUCUS RACEMOSA ‘SUTHERLAND’ Bergvlier 2-3 Een matig groeiende vlier met een zeer opvallend, geel, ingesneden blad. De bloemen zijn verenigd in geelgroene, bolvormige pluimen die in april-mei verschijnen. Deze soort kan flink ingesnoeid worden.

SPIRAEA NIPPONICA ‘SNOWMOUND’ Spierstruik 1,5 Een matig groeiende struik met sterk overhangende twijgen waarlangs de zuiver witte bloemen in kleine schermen staan (juni). De bladeren zijn donkergroen en langwerpig.

SINOCALYCANTHUS CHINENSIS 2-3 Een aparte heester met schitterende, opvallende grote, lichtgroen, eironde bladeren. In mei-juni verschijnen er komvormige, witte bloemen met opvallend gele meeldraden. Er komt redelijk wat nabloei. Weer eens iets apart, gemakkelijk en mooi in de tuin.

SPIRAEA THUNBERGII Spierstruik 1 - 1,5 Een traag groeiend heestertje met frisgroene, smalle blaadjes en witte, in schermen staande bloempjes vanaf april-mei.

SORBARIA SORBIFOLIA 2 Een matig groeiende struik met bruinrode twijgen en een oneven geveerd, groen blad. Er verschijnen van juni tot augustus 25 cm lange bloempluimen die verdrogen en zeer lang aan de plant blijven. Vroeg in het voorjaar verschijnt er al blad vanuit de worteluitlopers. SPARTIUM JUNCEUM Spaanse brem 2 Een opgaande, hoge struik met dikke, groene twijgen. Van mei tot september verschijnen er goudgele bloemen in grote trossen. De voet van de struik afdekken in de winter daar hij gevoelig is voor vorst. SPIRAEA ARGUTA Spierstruik 1 - 2 Een traag groeiende struik met smalle, lange, groene bladeren. Een prachtige voorjaarsbloeier die bloeit met een overvloed aan witte bloempjes aan de overhangende twijgen vanaf begin mei. Na de bloei kunnen de uitgebloeide bloemtakken en het zwakke hout worden verwijderd tot op een krachtige zijscheut. SPIRAEA DOUGLASII Spierstruik 2-3 Een matig groeiende hoge sierheester met langwerpige, grijsgroene bladeren. Vanaf juli verschijnen er dichte langwerpige, roze bloempluimen. SPIRAEA JAPONICA ‘ALBIFLORA’ Spierstruik 0,5 Een traag groeiende, kleine heester met smalle, lichtgroene bladeren en witte bloemen die in juli-augustus verschijnen. Een mooie variëteit voor het aanleggen van een kleine haag of boord. SPIRAEA JAPONICA ‘ANTHONY WATERER’ Spierstruik 0,5 - 0,8 Een traag groeiende struik met groene, smalle bladeren. De rozerode bloemen staan in brede tuilen en verschijnen vanaf juni-augustus. SPIRAEA JAPONICA ‘FROEBELII’ Spierstruik 1 - 1,5 Een matig groeiende struik met dieproze bloemen van juni tot oktober. De bladeren zijn breed ovaal en groen van kleur. In de herfst verkleuren ze geelachtig. SPIRAEA JAPONICA ‘GOLDFLAME’ Spierstruik 0,5 - 0,8 Een traag groeiende struik met elliptische bladeren die bronskleurig uitlopen en dan naar goudgeel verkleuren. De bloemen staan in schermen en zijn paars tot roze gekleurd (juni-augustus). SPIRAEA JAPONICA ‘GOLDEN PRINCESS’ Spierstruik 0,5 Een traag groeiend, laag heestertje met kleine, goudgele bladeren en brede, roze tuilen vanaf juni-juli. SPIRAEA JAPONICA ‘LITTLE PRINCESS’ Spierstruik 0,5 Een traag groeiend, laag heestertje met kleine, groene bladeren en brede, roze tuilen vanaf juni-juli. SPIRAEA NIPPONICA ‘JUNE BRIDE’ Spierstruik 1 Een traag tot matig groeiende heester met iets overhangende takken en groene bladeren. Vanaf juni verschijnen de mooi zuiver witte bloemen.


SPIRAEA VANHOUTTEI Spierstruik 2-3 Een matig groeiende struik met witte bloemen aan de overhangende takken in rijkbloeiende schermen vanaf mei-juni. STAPHYLEA PINNATA Pimpernoot 4-5 Een minder gekende, matig groeiende struik met oneven geveerde, middelgroene blaadjes die roodachtig verkleuren in de herfst. In mei-juni verschijnen de witte, klokvormige bloempjes in hangende trosjes. Ze worden later gevolgd door opgezwollen, blaasachtige vruchten waarin de harde bruine pit zit (pimpernoot). Een prachtig gestructureerde struik. STAPHYLEA COLCHICA Als Staphylea pinnata doch minder hoog. STEPHANANDRA INCISA ‘CRISPA’ 0,5 Een traag groeiende bodembedekker met gekroesde, groenachtige bladeren en witte, vrij onopvallende bloempjes die in juni verschijnen. Deze soort kan te allen tijde gesnoeid of geschoren worden. STEPHANANDRA TANAKAE 2 Een struik met overhangende, bruinrode takken. De bladeren zijn groen van kleur, gelobd en kleuren naar de herfst oranjegeel. Bloemen zijn van weinig betekenis. Snoeien is geen enkel probleem. STYRAX JAPONICA Storaxboom 3 Een zeer mooie, kleine boom of grote struik die door hun meestal witte, klokvormige bloemen (mei-juni) als hun bolronde, hangende zaadjes een niet te onderschatten sierwaarde bezitten. De bladeren zijn elliptisch en toegespitst van vorm en glanzend donkergroen van kleur. SYMPHORICARPOS DOORENBOSII ‘MOTHER OF PEARL’ Sneeuwbes 1 - 1,5 Een fors groeiende struik met groen, ovale bladeren. De opvallend grote bessen zijn roze van kleur. SYMPHORICARPOS DOORENBOSII ‘MAGIC BERRY’ Sneeuwbes 0,8 Een matig groeiende struik met groene, breed-elliptische bladeren en lilarode bessen gedurende de zomer en de herfst. SYMPHORICARPOS ALBUS ‘WHITE HEDGE’ Sneeuwbes 1,5 Een matig groeiende, brede, opgaande struik met rond elliptische, groene bladeren en zuiver witte bessen gedurende de zomer tot november. Een variëteit die geschikt is voor het vormen van heggen. SYMPHORICARPOS ALBUS VAR. LAEVIGATUS Sneeuwbes 2 Een matig groeiende, brede, opgaande struik met rond elliptische, groene bladeren en zuiver witte bessen gedurende de zomer tot november. SYMPHORICARPOS CHENAULTII Sneeuwbes 1,5 - 2 Een dichte, matig groeiende struik met fris groene blaadjes en dieppurperroze bessen gedurende de late zomer en de herfst. SYMPHORICARPOS CH. ‘HANCOCK’ Sneeuwbes 0,5 Een dichte, matig groeiende, goed bodembedekkende struik met frisgroene bladeren en lilaroze vruchten gedurende de late zomer en de herfst.

p Spiraea arguta

SPIRAEA * De variëteiten van Spiraea nipponica, Spiraea thunbergii, Spiraea vanhouttei snoeien na de bloei. Verwijder de uitgebloeide bloemtakken tot op een krachtige zijscheut, ook het zwakke hout verwijderen. * De variëteiten van Spiraea bumalda, Spireae japonica, Spiraea douglasii bloeien op éénjarige twijgen, bijgevolg kan er best elk voorjaar teruggesnoeid worden.

p Viburnum bodnantense ‘Dawn’

SYRINGA HYACINTIFLORA ‘ESTER STANLEY’ Sering, Kruidnagel 3-5 Een variëteit met enkel roze bloemen in opstaande pluimen vanaf mei-juni. SYRINGA JOSIKAEA Hongaarse sering 3,5 - 4 Een fors groeiende sering met donkergroene bladeren en lilaroze, tot 30 cm lange bloempluimen in mei-juni. SYRINGA MEYERI ‘PALIBIN’ 0,8 - 1 Een traag groeiende heester met kleine, ovale, donkergroene bladeren. In het late voorjaar en in de vroege zomer verschijnen er dichte pluimen van geurende, buisvormige, enkele, lilaroze bloemen. SYRINGA PEKINENSIS 3-4 Een grote, opgaande, fijn gestructureerde struik met middelgroene, toegespitste bladeren. De bloemen verschijnen in juni. Ze zijn geelwit van kleur en geuren sterk. Ze verschijnen in dichte, lange pluimen.

SYMPHORICARPOS * Gans het jaar mag je een verjongingssnoei toepassen. Vanaf de wortels zullen dan nieuwe, jonge scheuten ontstaan. In grotere vakbeplantingen kan je gewoon kort scheren.

SYRINGA PERSICA ‘LACINIATA’ 2 Een bossige, dichte heester met smalle, muntige, donkergroene bladeren. In het voorjaar verschijnen er trossen van geurende, paarse bloemen. SYRINGA PRESTONIAE ‘MISS CANADA’ 2-4 Een kruising tussen S. reflexa en S. villosa. Het zijn waardevolle, rijk bloeiende seringen tot 2 à 4 m hoog met opstaande, losse, roze pluimen over de gehele plant in april-mei. Ook deze met de typische, groene, langwerpige bladeren met spitse top. SYRINGA PRESTONIAE ‘REDWINE’ 2-4 Een kruising tussen S. reflexa en S. villosa. Het zijn waardevolle, rijk bloeiende seringen tot 2 à 4m hoog met opstaande, losse, karmijnrode pluimen over de gehele plant in april-mei. Ook deze met de typische, groene, langwerpige bladeren met spitse top. SYRINGA REFLEXA 3 Een matig groeiende struik met groene, grote bladeren. De roze bloempluimen verschijnen in juni. SYRINGA TOMENTELLA 4-5 Een matig groeiende struik met grote, groene, langwerpig-eironde bladeren en witte, lichtlila, grote, losse pluimen in juni.

SYRINGA VULGARIS Gewone sering 3-5 Een matig groeiende, hoog opgaande struik met breed eironde, groene bladeren en lichtblauwe bloemen in opstaande pluimen vanaf mei. De allerbekendste, heerlijk ruikende sering die veel als snijbloem wordt gebruikt. SYRINGA VULGARIS ‘...LUDWIG SPATH’ Enkelrode sering Een variëteit met enkel dieppurpere bloemen.

3-5

SYRINGA VULGARIS ‘CASSIER PERRIER’ Dubbelwitte sering 3-5 Een variëteit met dubbel witte bloemen in opstaande pluimen vanaf mei-juni. SYRINGA VULGARIS ‘MADAME LEMOINE’ Dubbelwitte sering 3-5 Een variëteit met dubbel witte bloemen in opstaande pluimen vanaf mei-juni. SYRINGA VULGARIS ‘MICHEL BUCHNER’ Dubbellila sering 3-5 Een variëteit met dubbel lila bloemen in opstaande pluimen vanaf mei-juni. SYRINGA VULGARIS ‘CHARLES JOLY’ Dubbelrode sering 3-5 Een zeer rijk bloeiende variëteit met dubbel purperrode bloemen. SYRINGA VULGARIS ‘MMD. STEPMAN’ Witte sering 3-5 Een variëteit met witte bloemen in opstaande pluimen vanaf mei-juni. SYRINGA VULGARIS ‘KATHERINE HAVEMEYER’ Sering, Kruidnagel 3-5 Een variëteit met dubbel purperen bloemen in opstaande pluimen vanaf mei-juni. SYRINGAVULGARIS ‘PRINCES CLEMENTINE’ Sering, Kruidnagel 3-5 Een variëteit met roze bloemen in opstaande pluimen vanaf mei-juni. Een rijkbloeiende variëteit. TAMARIX TETRANDRA 3-4 Een matig groeiende struik met op aspergeloof gelijkende twijgen en roze, fijne bloempjes langs de takken in mei. Na de bloei kan er een verjongingssnoei worden toegepast.


ULEX EUROPAEUS Gaspeldoorn 1,5 Een dichte, matig groeiende struik met groene twijgen en zeer stekelige doornen. In april-mei verschijnen de gele bloempjes. Dikwijls herbloeit deze soort nog gedurende het jaar. ULMUS MINOR ‘JACQUELINE HILLIER’ 2 Een traag groeiende, bossige struik met 2-3 cm grote, ruwe, donkergroene, dubbel gezaagde blaadjes. Deze soort gedijt op arme, droge grond en kan te allen tijde gesnoeid worden. Een soort die ook op halfstam geënt wordt. VACCINIUM CORYMBOSUM Amerikaanse blauwbes 1 - 1,5 Een veredelde bosbes met breed-ellliptische, groene bladeren en in trossen hangende, blauwe bessen. Deze plant geeft grote zoete vruchten die rijp zijn in juli-augustus. De Amerikaanse soorten gedijen zeer goed in ons klimaat en zijn zeer vruchtbaar. Bij het planten kan best ‘Rhodohum’ mee in de plantput vermengd worden of een andere humusrijke, zure grond. Niet alleen de vruchten van deze soort zijn opvallend, ook de rode herfstkleur wordt door weinige andere sierheesters geëvenaard. VIBURNUM BODNANTENSE ‘DAWN’ 2-3 Een matig groeiende struik met groene bladeren die in de herfst prachtig rood verkleuren. Van november tot januari draagt deze plant mooie, fijn geurende, roze bloempjes. Een schitterende, waardevolle, mooie, winterbloeiende Viburnum. VIBURNUM BODNANTENSE ‘CHARLES LAMONT’ 2-3 Als volgende; alleen is de bloem iets donkerder roze en de bloei iets rijker. Bloeit voornamelijk van januari tot april. VIBURNUM CARLCEPHALUM 2 Een matig groeiende struik met witte, welruikende bloemschermen in aprilmei. De bladeren zijn breed-elliptisch en dofgroen. Een struik die lijkt op Viburnum carlesii doch die forser groeit. VIBURNUM CARLESII 1,5 Een matig groeiende struik met witroze, sterk geurende bloemen die in een bolvormig scherm zijn geplaatst. De bladeren zijn elliptisch van vorm en donkergroen van kleur. VIBURNUM CARLESII ‘AURORA‘ 1,5 Zoals Viburnum carlesii doch beter groeiend. VIBURNUM CARLESII ‘JUDDII’ Zoals V. carlesii doch met iets kleinere bladeren en grotere bloemen. VIBURNUM ‘ESKIMO’ 1,5 Een half wintergroene, dichte, matig groeiende struik met donkergroene, 810 cm lange, toegespitste bladeren. Zeer grote, zuiver witte bloemen die door rode (later zwarte) vruchten gevolgd worden. VIBURNUM FARRERI 2-3 Een matig groeiende struik met omgekeerd-eironde, middelgroene bladeren. De witroze, hangende bloemen verschijnen voor het blad en ruiken heerlijk. Gelijkt op Viburnum bod. ‘Dawn’, doch bloeit beter. VIBURNUM FARRERI ‘CANDIDISSIMUM’ Als V. farreri maar met witte bloemen.

4

VIBURNUM JUDDII 1,5 Zoals Viburnum carlesii doch met iets kleinere bladeren en grotere bloemen. VIBURNUM LANTANA Wollige sneeuwbal 3-4 Een matig groeiende, breed opgaande struik met breed-elliptische, groene bladeren en met prachtige, sterk geurende bloemen die in een scherm zijn verenigd. De bloemen verschijnen mei-juni en worden door rode bessen gevolgd die in de herfst zwart verkleuren. VIBURNUM LANTANA ‘AUREA’ Wollige sneeuwbal 3-4 Een matig groeiende, opgaande struik met breed-elliptische, behaarde bladeren die opvallend heldergroen tot geel van kleur zijn. De prachtige, sterk geurende bloemen zijn in een scherm verenigd. De bloemen verschijnen mei-juni en worden door rode bessen gevolgd die in de herfst zwart verkleuren.


VIBURNUM NUDUM ‘PINK BEAUTY’ 1,5 - 2 Een opgaand struik met mooie, langwerpige, glanzend donkergroene bladeren die in de herfst prachtig verkleuren. In juni verschijnen de lichtroze bloemen in schermen die gevolgd worden door blauwzwarte vruchten. VIBURNUM OPULUS Gelderse roos 3-4 Een matig groeiende, brede, opgaande struik met vlakke bloemtuilen en mooie witte steriele randbloemen in mei-juni. De bessen zijn helder rood en blijven lang aan de struik hangen. De bladeren zijn groen van kleur en drie- tot vijflobbig van vorm. Een struik die hier veelvuldig langs bosranden te vinden is. VIBURNUM OPULUS ‘COMPACTUM’ 1 Een traag groeiende, lage heester met frisgroene, drie- tot vijflobbige bladeren. De witte bloempjes zijn verenigd in een vlak scherm en verschijnen meijuni. Ze worden gevolgd door vele, opvallend rode bessen. VIBURNUM OPULUS ‘ROSEUM’ Gewone sneeuwbal 2-3 Een breed opgaande, matig groeiende struik met frisgroene, drie- tot vijflobbige bladeren. De witte bloempjes staan verenigd in een bolvormig scherm. De bolvormige bloemen zijn geweldig geurend. Deze soort is echter onderhevig aan bladluis. VIBURNUM PLICATUM ‘CASCADE’ Japanse sneeuwbal 1 - 1,5 Een prachtige viburnum die nog veel meer dan ‘Mariesii’ breed uitstruikt. Als de plant 120 cm hoog is kan hij 2,5 tot 3 meter breed zijn!. De vlakke, grote, witte bloemschermen liggen mooi verdeeld over de bijna horizontale vertakking. De vrij grote, groene bladeren kleuren mooi rood in de herfst. Een klasseplant. VIBURNUM PLICATUM ‘DARTS RED ROBIN’ 1,2 Heester met kleine, ovale, groene bladeren en rode herfstkleur. Vlakke bloeiwijze met fertiele en steriele bloemen in mei-juni gevolgd door rode vruchten in de herfst. VIBURNUM PLICATUM ‘GRANDIFLORUM’ 1,5 - 2,5 Een heester met schuin afstaande takken en breed ovale, groene bladeren met sterk rode tint. Herfstkleur opvallend rood. De bloemen zijn groot en verschijnen begin mei. De witte bloempjes verenigd in bolvormige schermen zijn allemaal steriel. Geen vruchten. VIBURNUM PLICATUM ‘LANARTH’ Japanse sneeuwbal 2-3 Een krachtig groeiende, opgaande heester met een donkergroen, eirond, spits blad dat in de herfst mooi roodachtig verkleurt. De opvallende, witte bloemen zijn verenigd in een vlak scherm en verschijnen in mei-juni. VIBURNUM PLICATUM ‘MARIESII’ Japanse sneeuwbal 1,5 Een matig groeiende heester met een donkergroen, eirond, spits blad dat in de herfst mooi roodachtig paars verkleurt. De witte bloemen zijn verenigd in een vlak scherm en verschijnen in mei-juni op de opvallend horizontaal ingeplante takken. VIBURNUM PLIC. ‘TOMENTOSUM’ Japanse sneeuwbal 2 Een breedopgaande, matig groeiende heester met witte bloemen die verenigd zijn in vlakke schermen. De bloemen verschijnen in mei met grote witte randbloemen. Ze staan allemaal opvallend horizontaal t.o.v. het grondoppervlak. De bladeren zijn eirond van vorm en groen van kleur. In de herfst kleuren ze prachtig rood. VIBURNUM PLIC. ‘WATENABE’ Japanse sneeuwbal 1 - 1,5 Een traag groeiende struik. In mei-juni verschijnen er witte, vlakke bloemschermen. De bladeren zijn groen van kleur en elliptisch van vorm. VIBURNUM SIEBOLDII ‘SENECA’ 7 Apart en schitterend! Een fors groeiende cultivar die kan uitgroeien tot een grote struik of kleine boom! Elliptische, 10-14 cm lange, glimmend groene bladeren. Mei-juni verschijnen de crèmewitte bloemen in opstaande pluimen. Ze worden gevolgd door vele oranjerode vruchten die tot diep in de winter aan de struik blijven.

WEIGELIA. Een verjongingssnoei na de bloei kan perfect evenals het verwijderen van dood en beschadigd hout in het voorjaar. Ze bloeien op sterke takken van vorig seizoen. Snoei dus nooit de struik volledig terug.

WEIGELA ‘BOSKOOP GLORY’ 2 Een matig groeiende heester met roze, trompetvormige bloemen. Het is een zeer rijkbloeiende variëteit die bloeit van mei tot juli. De bladeren zijn ovaal van vorm en groen van kleur. WEIGELA ‘BRISTOL RUBY’ 2 Een matig groeiende heester met dieprode, trompetvormige bloemen. Het is een zeer rijkbloeiende variëteit die bloeit van mei tot juli. De bladeren zijn ovaal en groen. WEIGELIA ‘BRISTOL SNOWFLAKE’ 2 Een matig groeiende heester met zuiver witte, trompetvormige bloemen. Het is een zeer rijkbloeiende variëteit die bloeit van mei tot juli. De bladeren zijn ovaal en groen. WEIGELIA ‘CANDIDA’ 1,5 - 2 Een matig groeiende, bladverliezende, middelgrote heester met ovale, groene bladeren en witte, trompetvormige bloemen. De bloemen verschijnen vanaf mei. Ze bloeien op sterke takken van vorig seizoen. Een verjongingssnoei na de bloei kan perfect. Verwijderen ook dood en beschadigd hout in het voorjaar.

p Hydrangea aspera subsp. sargentiana

WEIGELA FLORIDA ‘NANA PURPUREA’ 1 - 1,5 Een gedrongen en matig groeiende heester met purperkleurige, ovale bladeren en roze bloemen. De bloemen verschijnen vanaf mei. WEIGELIA FLORIDA ‘RUMBA’ 1 Een matig groeiende, opgaande struik tot 1 meter hoog met geliggroene, breedelliptische bladeren met purperkleurige tint langs de rand. De talrijke bloemen zijn rood van kleur en verschijnen in mei-juni. Ze zijn trompetvormig. WEIGELIA FLORIDA ‘VARIEGATA’ 2 Een matig groeiende, opgaande struik met groene, breed-elliptische bladeren die bleekgeel gerand zijn. De bloemen zijn roze van kleur en verschijnen in mei-juni. Ze zijn trompetvormig. XANTHOCERAS SORBIFOLIUM 4 Een meerstammige, bladverliezende struik tot 3 meter hoog met geveerde, tot 25 cm lange, groene bladeren. In mei-juni verschijnen er hangende, 15-20 cm lange trosjes van witte bloempjes (geel tot rood verkleurend hart). Een goede heester. ZANTHOXYLUM SIMULANS 3-4 Een matig groeiende, weinig voorkomende, hoge struik of kleine boom met stekelige takken en samengestelde, zeer fel ruikende bladeren. In juni verschijnen er weinig opvallende groeniggele bloempjes in trossen die gevolgd worden door kleine, roodachtige bessen. Een specialiteitje in de tuin.

p Hydrangea ser. ‘Blue bird’


p Abelia grandiflora

p Aucuba japonica

p Camelia japonica

p Ceanothus thyr. var. repens


Bladhoudende sierheesters ABELIA FLORIBUNDA 2 Een traag groeiende struik met ovale, glanzende, donkergroene bladeren en vanaf de zomer hangende, buisvormige, helderrode bloemen. Bescherm deze plant in de winter daar hij kan bevriezen bij echt lage temperaturen. ANDROMEDA POLIFOLIA ZUUR Rotsheide 0,3 - 0,4 Een zeer traag groeiend struikje met smalle blaadjes. Vanaf april verschijnen er roze knikkende urnvormige bloempjes. ARCTOSTAPHYLOS UVA-URSI ZUUR Berendruif 0,2 Een goed groeiend, wintergroen, kruipend struikje met glanzende groene blaadjes. De witroze bloempjes verschijnen in mei. De vruchten zijn helderrood. Een schitterende bodembedekker op de voor hem gunstige plaatsen. Deze plant gedijt ook in de halfschaduw. Best planten in een humusrijke, kalkarme grond. Meng wat turf of zure grond mee in de plantput. ARCTOSTAPHYLOS UVA-URSI ‘VANCOUVER JADE’ ZUUR Berendruif 0,2 Als de soort maar zeer goed groeiende selectie met iets fijnere bladstructuur en vele bessen. AUCUBA JAPONICA 1,5 - 2 Een matig groeiende struik die zich goed laat snoeien. De bladeren zijn groot, lederachtig, donkergroen of gevlekt. Deze planten groeien best in de halfschaduw en op beschutte plaatsen. De vruchten zijn zuiver rood en weinig opvallend. Voor vruchten moeten meerdere struiken bij elkaar worden geplant. Oppassen voor strenge vorst! AUCUBA JAPONICA ‘CROTONIFOLIA’ Als voorgaande doch met opvallende, groengeel gevlekte bladeren.

1,5 - 2

AZALEA ZIE RHODODENDRONS EN AZALEA’S BLZ. 75 BERBERIS. Zuurbes kan altijd worden gesnoeid. Pas wel op voor het stekelig snoeihout!

BERBERIS FRIKARTII ‘TELSTAR’ Zuurbes 1 - 1,2 Deze cultivar is een traag groeiende heester met vele, zeer scherpe doornen en heldergroene, smalle blaadjes. In het voorjaar verschijnen er oranjegele bloemen en in de herfst bessen. Het is een goede winterharde cultivar. BERBERIS BUXIFOLIA ‘NANA’ Zuurbes 0,5 Een klein blijvende, zeer traag groeiende berberis welke zeer compact en dicht groeit. Het plantje heeft kleine, donkere blauwgroene blaadjes. In mei verschijnen er de oranje bloempjes. BERBERIS JULIANAE Zuurbes 1,5 - 2 Een matig groeiende plant met scherpe, drievoudige, lange doornen. De bladeren zijn lederachtig en hebben een groene kleur. De soort groeit 2 meter hoog en is dus uitstekend te gebruiken als ondoordringbare haag. De bloemen van deze soort zijn geel en verschijnen in mei-juni. De blauwzwarte bessen volgen dan in de herfst. BERBERIS KOREANA Zuurbes 1,5 Een zuurbes met groene, elliptische bladeren en gele bloemen in mei die gevolgd worden door rode vruchten in de herfst. Deze berberis dankt zijn sierwaarde vooral aan zijn prachtige herfstkleur. Er verschijnen dan prachtige oranjerode tinten.

BERBERIS LOLOGENSIS ‘APRICOT QUEEN’ Zuurbes 2-3 Een matig groeiende heester met kleine, glanzende, donkergroene blaadjes. Het is een rijke bloeier met abrikooskleurige bloemen gevolgd door paarsrode bessen. Deze variëteit is zeer mooi bloeiend doch nogal vorstgevoelig. BERBERIS STENOPHYLLA Zuurbes 2 Een berberis met kleine, groene blaadjes aan de overhangende takken. De goudgele bloemen verschijnen in mei. Ze worden gevolgd door ronde zwarte vruchten. Deze soort kan goed worden gebruikt voor het maken van dichte hagen. BERBERIS VERRUCULOSA Zuurbes 1 Een traag groeiende, fel doornige Berberis met gele bloempjes in mei-juli. In de herfst verschijnen er purpervioletkleurige berijpte bessen. Het is een goede winterharde soort. BUXUS. Palm is een uitermate veelgebruikte plant. Het feit dat hij wintergroen is, gemakkelijk groeit, in alle mogelijke vormen kan worden geschoren en goed in potten of kuipen gedijt, ligt waarschijnlijk aan de basis van zijn succes.

BUXUS MICROPHYLLA ‘FAULKNER’ Deze palm heeft een iets ronder en groener blad dan de gekende soort. Hij is dicht vertakt en groeit vrij snel. Een mooie soort voor het maken van diverse vormen (bollen, blokken,…) BUXUS MICROPHYLLA ‘ROCOCO’ Naast de veelgebruikte Buxus sempervirens is dit de cultivar die als bodembedekker gebruikt kan worden. Hij groeit breder dan wel hoger (na 15 jaar: 40cm hoog en 80 cm breed) met een klein, frisgroen bladje. Voor het maken van wolkende hagen en lage, kussenvormende partijen is dit de uitgelezen soort. BUXUS SEMPERVIRENS Palm Een struik met groene, leerachtige blaadjes. In het voorjaar verschijnen er onopvallende witte bloempjes die de geur van honing bezitten. BUXUS SEMPERVIRENS ‘ELEGANTISSIMA’ Zoals Buxus sempervirens maar met witbonte bladeren. Het is een trage groeier die perfect gebruikt kan worden voor het maken van kleine hagen. Het is een aanrader omdat hij een schitterende zilverachtig, grijze toets geeft aan een beplanting. BUXUS SEMPERVIRENS ‘FASTIGIATA’ Palm Als Buxus sempervirens doch zeer slank en strak opgroeiende palm en echte ‘Fastigiata’-vorm. BUXUS SEMPERVIRENS ‘GRAHAM BLANDY’ De beste fastigiate vorm ! Het typische blad verraadt dat het om een palm gaat. De mooie slanke vorm geeft er een totaal ander karakter aan. Het is een niet uit elkaar vallende, traag groeiende slanke variëteit. BUXUS SEMPERVIRENS ‘LATIFOLIA MACULATA’ Zoals Buxus sempervirens maar met geel gerande bladeren en jong schot dat eveneens opvallend geelgroen lijkt. BUXUS SEMPERVIRENS ‘ROTUNDIFOLIA’ Palm Als Buxus sempervirens doch grover van blad en structuur, sneller groeiend.


p Elaeagnus pungens ‘Goldrim’

HEIDE het sortiment van zomerheide en winterheide is sterk wisselend. We geven hier in de cataloog enkele goede soorten. Elk jaar zal je bij ons in het plantencentrum heel wat andere cultivars tegen komen. Spring regelmatig eens binnen voor een wandeling om het sortiment steeds opnieuw te ontdekken.

WEETJE De meeste bladhoudende sierheesters worden geleverd in container. Ze kunnen dus gans het jaar door worden geplant.

Op zoek naar soorten of variëteiten die niet in de lijst opgenomen zijn? Vraag het even of bezoek de kwekerij!


BUXUS SEMPERVIRENS ‘SUFFRUTICOSA’ Palm Als Buxus sempervirens doch zeer traag groeiende struik met zeer fijne, groene blaadjes.

CALLUNA VULGARIS ‘GOLD FLAME’ ZUUR Zomerheide 0,3 Een heidevariëteit tot 30 cm hoog met paarsrode bloemen in augustus-september en opvallend bronsgeel loof.

ZOMERHEIDE. Groeit 20 tot 40 cm hoog. Heide kan gedijen op arme gronden. Om ph en humusgehalte op peil te brengen kan er best Rhodohum worden doorgemengd. De hergroei wordt er opvallend door verbeterd. Rond de heide best dennennaalden aanbrengen. Dit om uitdroging van de oppervlakkige wortels tegen te gaan. Zomerheide snoeien na de bloei!

CALLUNA VULGARIS ‘J.H. HAMILTON’ ZUUR Zomerheide 0,3 Een variëteit met zuiver zalmroze bloemen in de periode augustus-september. Heeft een lage spreidende groeiwijze (25 cm).

CALLUNA VULGARIS ‘ALBA ERECTA’ ZUUR Zomerheide 0,5 Een heidevariëteit met zuiver witte bloemen van augustus tot september en een stijve groei. CALLUNA VULGARIS ‘CARMEN’ ZUUR Zomerheide 0,4 Een breed opgaande cultivar tot 40 cm hoog met lange aren van paarsrode bloempjes vanaf augustus. CALLUNA VULGARIS ‘CON BRIO’ ZUUR Zomerheide 0,4 Een heidevariëteit (tot 40 cm) met opvallend geel loof en paarsrode bloemen van juni tot september. CALLUNA VULGARIS ‘DARK BEAUTY’ ZUUR Zomerheide Een heidesoort met prachtige donkerrode (bordeaux), opvallende bloemen van augustus tot november. CALLUNA VULGARIS ‘DARK SPARKES’ ZUUR Zomerheide Een zomerheide met dubbel roze bloemen van augustus tot oktober. CALLUNA VULGARIS ‘ELSIE PURNELL’ ZUUR Zomerheide Deze heidevariëteit met een sierlijke, opgaande groei bezit zilverachtige, lichtroze bloemen van september tot oktober.

CALLUNA VULGARIS ‘LONG WHITE’ ZUUR Zomerheide 0,7 Deze heidevariëteit met een sierlijke, opgaande groei (tot 70 cm) bezit zuiver witte bloemen van september tot oktober. CALLUNA VULGARIS ‘RED BUD’ ZUUR Zomerheide Een heidevariëteit met mauve bloemen van juni tot september. CAMELIA JAPONICA ZUUR Camelia 1,5 - 2 In de kleuren wit, roze, rood Een traag groeiende struik met frisgroene, leerachtige bladeren. In april-mei verschijnen de schitterende, op rozen gelijkende bloemen in verschillende kleuren. Het is een zeer mooie plant die enkel op beschutte plaatsen kan gedijen. In de winter moet de voet van de plant goed worden afgedekt. CAMELLIA JAPONICA ‘DEBBIE’ ZUUR Camelia 2 Een traag groeiende, wintergroene struik met prachtige frisgroene, leerachtige bladeren. In april-mei verschijnen er op rozen gelijkende, dubbele bloemen die roze van kleur zijn. Het is een zeer mooie plant die best ietwat beschut geplant wordt. Het is een echte zuurminner (zoals onze rododendron) die elk jaar opnieuw een overvloed aan bloemen geeft. Niet te missen! CAMELLIA JAPONICA ‘LE LYS’ ZUUR Camelia 2 Zie voorgaande maar met met dubbele witte bloemen.

p Choisya ternata ‘Aztek Pearl’

p Elaeagnus ebbingei

CAMELLIA JAPONICA ‘PRINCESSE BACCIOCHI’ ZUUR Camelia 2 Zie voorgaande maar met met donkerrode bloemen. CASSIOPE ‘EDINBURGH’ ZUUR 0,2 Een zeer kleine dwergheester met kleine, donkergroene blaadjes die dicht langs recht opgaande stengels groeien. In het voorjaar verschijnen er klokvormige, witte bloempjes in de bladoksels.

COTONEASTER CONSPICUUS 1 Een Cotoneaster met donkergroene, kleine, ovale bladeren. De witte bloemen worden gevolgd door vele, rode vruchten.

CEANOTHUS ‘CONCHA’ 1,2 - 1,5 Deze cultivar wordt als één der meest winterharde benoemd. Het is een wintergroene, opgaande struik met een overvloed aan donkerblauwe bloemen in late voorjaar of vroege zomer. Plant toch ook deze liefst op een beschutte plaats. CEANOTHUS THYRSIFLORUS 2 Een opgaande heester met brede, glanzend donkergroene bladeren. In het late voorjaar en de vroege zomer verschijnen er trossen van lichtblauwe bloemen. Het is een heester enkel voor beschutte plaatsen. CEANOTHUS THYRSIFLORUS VAR. REPENS Kruipende herfstsering 0,5 Een kruipende heester met brede, glanzende, donkergroene bladeren. In het late voorjaar en de vroege zomer verschijnen er trossen van blauwe bloemen. Het is een heestertje enkel voor beschutte plaatsen. Het is heel vorstgevoelig.

COTONEASTER DAMMERI ‘MAJOR’ 0,15 Een kruipende, traag groeiende Cotoneaster met donkergroen blad. In het voorjaar verschijnen er witte bloempjes die gevolgd worden door donkerrode bessen. Het is een uitstekende, lage bodembedekker. COTONEASTER PROCUMBENS ‘STREIB’S FINDLING’ Een traag groeiende bodembedekker met donkergroene blaadjes en witte bloempjes in het voorjaar die worden gevolgd door de typisch rode bessen. Een bodembedekker die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. COTONEASTER SALICIFOLIUS ‘REPENS’ 0,3 Een matig groeiende en laag-bij-de-grond blijvende bodembedekker met in het voorjaar witte bloempjes gevolgd door de typisch rode bessen. De bladeren zijn klein en donkergroen. Deze variëteit kan zeer goed worden gebruikt voor het aanleggen van taluds of voor grondbedekking. COTONEASTER SUECICUS ‘CORAL BEAUTY’ 0,5 Een matig groeiende en zeer veel gebruikte bodembedekker met kleine groene blaadjes. In het voorjaar verschijnen er witte bloempjes die gevolgd worden door rode besjes. Deze variëteit gedijt op alle grondsoorten. Hij kan gebruikt worden als bodembedekker of als klimplant.

CHOISYA ‘AZTEC PEARL’ 1,5 - 2 Een dichte struik met heel mooie, zeer diep ingesneden bladeren bestaande uit elk drie kleinere, langwerpige blaadjes. De struik bloeit prachtig in de herfst en de lente met mooie, stervormige, witte bloempjes in trossen. Een zeer mooie struik die echter best op een beschutte plaats wordt aangeplant. Snoeien vormt geen probleem. CHOISYA TERNATA 1 - 2 Een dichte struik met geurige, glanzende, groene bladeren bestaande uit elk drie kleinere, langwerpige blaadjes. De struik bloeit prachtig in de herfst en de lente met mooie, stervormige, witte bloempjes in trossen. Een zeer mooie struik die echter best op een beschutte plaats wordt aangeplant. Snoeien vormt geen probleem.

DABOECIA CANTABRICA ‘ALBA GLOBOSA’ ZUUR Ierse heide 0,4 Deze heide groeit tot 40 cm en bloeit met witte, urnvormige bloempjes van juni tot oktober. Ierse heide is een leuk geslacht met puntige, donkergroene blaadjes. Het lijkt op heide maar heeft toch een heel ander karakter.

1 - 2

DABOECIA CANTABRICA ‘RODEO’ ZUUR Ierse heide 0,4 Een breedopgaande cultivar met witte bloem met iets roze tint van juni tot oktober.

CHOISYA TERNATA ‘MOONSLEEPER’ Als voorgaande doch met groengele bladeren.

COTONEASTER COCHLEATUS 0,5 Een traag groeiende bodembedekker met glanzende, groene blaadjes en witte bloempjes. In mei-juni verschijnen dan de rode bessen. Tegen de muur geplant groeit deze variëteit rechtop.

DABOECIA CANTABRICA ‘BARNEVELD’S GLORIE’ ZUUR Ierse heide 0,4 Een breed opgaande cultivar met purperviolette bloemen van juni tot oktober. DABOECIA CANTABRICA ‘GLOBOSA PINK’ ZUUR Ierse heide 0,4 Een breedspreidende cultivar met paarsroze bloemen van juni tot oktober.


DABOECIA CANTABRICA ‘RED IMP’ ZUUR Ierse heide 0,25 Een breed opgaande cultivar met violetrode bloem van juni tot oktober. ELAEAGNUS. Dit geslacht is uitermate goed te snoeien, groeit gezond en stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Ook hiervan worden verschillende cultivars op halfstam geënt.

ELAEAGNUS EBBINGEI Olijfwilg 2-3 Een matig groeiende plant die hoog opgroeit en die mooie, blinkendgroene, breed-elliptische bladeren bezit met een zilver witte onderkant. Het is een zeer gezond en sterk groeiende soort die ook in de schaduw gedijt en uitstekend geschikt is om afscherming te bieden. ELAEAGNUS EBBINGEI ‘LIMELIGHT’ Olijfwilg 2 Een matig groeiende plant die hoog opgroeit en die mooie, blinkende breedelliptische bladeren met een zilver witte onderkant bezit. Het blad is groen van kleur en heeft gele tot groengele vlekken in het centrum. ELAEAGNUS PUNGENS ‘GOLDRIM’ Olijfwilg 2 Een matig groeiende, opgaande struik met opvallende, groene, elliptische bladeren met een smalle tot bredere heldergele rand. Het is een opvallende en gezond groeiende plant die in de schaduw goed gedijt en die goed kan worden gesnoeid.

ERICA DARLEYENSIS ‘DARLEY DALE’ ZUUR Winterheide 0,4 Een vrij compact groeiende heide met mooie paarsroze bloemen van december tot mei. ERICA DARLEYENSIS ‘GHOST HILLS’ ZUUR Winterheide 0,4 Een heidevariëteit met paarsroze bloemen die voorkomen van december tot april. ERICA DARLEYENSIS ‘GOLDEN STARLET’ ZUUR Winterheide 0,4 Een heidevariëteit met prachtig geel loof en roze bloempjes in de winter. Heide kan op slechte grond gedijen. ERICA DARLEYENSIS ‘SILBERSCHMELZE’ ZUUR Winterheide 0,4 Een vrij compact groeiende heide met prachtige zuiver witte bloemen van november tot mei. ERICA DARLEYENSIS ‘WHITE PERFECTION’ ZUUR Winterheide 0,4 Een heidevariëteit met zuiver roomwitte bloempjes van december tot april. ERICA TETRALIX ‘ALBA MOLLIS’ ZUUR Gewone dopheide 0,3 De urnvormige bloempjes staan met 4 tot 10 bij elkaar. Deze cultivar bloeit van juni tot september met witte bloempjes. Het loof is grijsgroen van kleur.

ELAEAGNUS PUNGENS ‘MACULATA’ Stekelige olijfwilg 2 Een matig groeiende struik met geel omrande, elliptische bladeren. Deze variëteit kan goed worden gesnoeid en is eveneens geschikt voor de schaduw.

ERICA TETRALIX ‘CON UNDERWOOD’ ZUUR Dopheide 0,25 Een heidevariëteit met helderrode bloempjes van juli tot september en blauwgrijs loof.

EMPETRUM NIGRUM ZUUR Kraaiheide 0,3 - 0,5 Een klein struikje met naaldvormige, kleine, donkergroene bladeren. De vruchten zijn besvormig en zwart.

ERICA TETRALIX ‘HOOKSTONE PINK’ Gewone dopheide Zachtroze bloempjes van juni-september.

WINTERHEIDE. Heide kan gedijen op arme, zure gronden. Om ph en humusgehalte op peil te brengen kan er best Rhodohum of turf worden doorgemengd. De hergroei wordt er opvallend door verbeterd. Rond de heide best dennennaalden aanbrengen. Dit om uitdroging van de oppervlakkige wortels tegen te gaan. Snoei de winterheide direct na de bloei. Zorg er wel steeds voor dat er nog wat loof op de planten blijft staan bij rigoureus insnoeien.

ERICA ARBOREA ‘ESTRELLA GOLD’ ZUUR Boomheide 1 Een hoog opgroeiende heidesoort met fris groenachtig geel loof. De bloemen zijn wit van kleur en verschijnen in april-mei. ERICA ARBOREA ‘ALPINA’ ZUUR Boomheide 1 - 2 Een hoog opgroeiende heidesoort met fris groen loof. De bloemen zijn wit van kleur en verschijnen van maart tot mei. ERICA CARNEA ‘ANN SPARKES’ ZUUR Winterheide 0,2 Een heide met mooie, diep paarsrode bloemen in februari-maart. Het loof is bronsgeel gekleurd. ERICA CARNEA ‘CHALLENGER’ ZUUR Winterheide 0,2 Een heide met mooie paarsrode bloemen in februari-april. ERICA DARLEYENSIS ZUUR Winterheide 0,4 Een vrij compact groeiende heide met mooie paarsroze bloemen van december tot mei. ERICA DARLEYENSIS ‘CRAMER’S ROTE’ Winterheide Een mooie heidevariëteit met donkerrode bloemen in de winter.


ZUUR 0,4

ZUUR 0,2

ERICA VAGANS ‘MRS D. F. MAXWELL’ ZUUR Zwerfheide Een gedrongen groeiende, rijk bloeiende heidevariëteit met rozerode bloempjes van juli tot oktober. ESCALLONIA. De planten van dit geslacht kunnen bij strenge winters een stukje invriezen. Zorg daarom voor een ietwat beschutte standplaats. Regelmatige snoei is niet echt nodig. Wel kan je soms eens verjongen door diep terug te snijden.

ESCALLONIA ‘C.F. BALL’ 2 Een brede struik met donkerrode bloemen vanaf juni. Deze cultivar bloeit over een lange periode. De blaadjes zijn mooi donkergroen en glanzend. ESCALLONIA ‘DART’S ROSYRED’ 2 Een brede struik met overhangende takken en kleine, donkergroene, glanzende blaadjes. De karmijnkleurige rozerode bloemen verschijnen vanaf juni. ESCALLONIA ‘DONARD SEEDLING’ Als voorgaande doch met rozerode bloemen.

2

EUCALYPTUS GUNNII 3-5 Een matig groeiende struik of kleine boom met mooie, grijsgroene, ovale blaadjes. Deze plant gedijt in onze streken alleen wanneer hij op fel beschutte plaatsen wordt geplant. Eucalyptus laat zich goed snoeien. De takken ervan worden door heel wat ‘bloemschikkers’ gebruikt. EUONYMUS. Euonymus is een veelzijdig geslacht. Sommige soorten kunnen worden gebruikt als bodembedekker, klimmer, heester,.... Ook op halfstam worden ze gekweekt. Snoeien kan te allen tijde. Euonymus stelt weinig eisen aan grond en standplaats.

EUONYMUS FORTUNEI ‘CANADALE GOLD’ 0,5 - 0,8 Een struik met mooie groene, geel gerande bladeren die soms iets gevlekt zijn.

EUONYMUS FORTUNEI ‘DART’S BLANKET’ 0,6-0,8 Een groenblijvende, zeer goede, snelle bodembedekkende plant met middelgroene, ovale blaadjes. Een variëteit die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. Ook in de schaduw gedijt deze soort goed. Snoeien, scheren is geen enkel probleem. In de herfst kleuren de bladeren diep bronskleurig met purperrode onderzijde. EUONYMUS FORTUNEI ‘EMERALD ‘N GOLD’ 0,5 Een traag groeiende heester of bodembedekker met geelbonte, elliptisch, vrij grote bladeren. Als klimplant gebruikt is hij zelfhechtend.

HEDERA. Klimop is algemeen bekend en wordt gebruikt als bodembedekker, zelfhechtende klimplant, in vakbeplanting,... Het zijn goede groeiers die weinig eisen stellen aan grond en standplaats. Snoeien, scheren vormt geen enkel probleem en kan te allen tijde gebeuren. Plant de bontbladige variëteiten niet in te diepe schaduw. De bonte kleuren zullen dan minimaal aanwezig zijn.

HEDERA ALGERIENSIS ‘GLOIRE DE MARENGO’ Een matig groeiende klimop met zilverkleurig, bonte bladeren.

EUONYMUS FORTUNEI ‘EMERALD GAIETY’ Zoals ‘Emerald ‘n Gold’ maar met wit gerande, grijsgroene bladeren.

0,5

HEDERA COLCHICA ‘DENTATA VARIEGATA’ Een matig groeiende klimop met geelgroene, grote bladeren.

EUONYMUS FORTUNEI ‘GREEN CARPET’ Een bodembedekkende plant met middelgroene, ovale blaadjes.

0,4

HEDERA COLCHICA ‘SULPHUR HEART’ Een matig groeiende klimop met donkergroene, grote bladeren met onregelmatige, lichtgele tot groengele vlekken in het midden.

EUONYMUS FORTUNEI ‘KEWENSIS’ 0,2 - 0,3 Een prachtige, fijnbladige, bodembedekkende soort met kleine, groene blaadjes met een opvallende lichte nervatuur. Een plezierige nieuwe bodembedekker. EUONYMUS FORTUNEI ‘SUNSPOT’ 0,5 Zoals ‘Emerald ‘n Gold’ maar met groene bladeren die in het midden een gele vlek bezitten. EUONYMUS FORTUNEI ‘TUSTIN’ 0,5 Een goede, bodembedekkende soort met langwerpige, grijziggroene, opvallend generfde bladeren. EUONYMUS FORTUNEI ’VEGETUS’ 0,5 - 0,8 Een bodembedekker of klimplant met breed-elliptische, 2-4 cm grote, donkergroene bladeren. EUONYMUS JAPONICUS ‘ROBUSTUS’ 2 Een schitterende variëteit met opgaande takken en breed-elliptische tot ronde bladeren. De bladeren zijn mooi, leerachtig, middelgroen van kleur. GAULTHERIA SHALLON 0,7 Een opgaand struikje dat vooral gekend is omwille van het snijgroen. De stugge, leerachtige bladeren zijn groen van kleur, bijna rond van vorm. Deze groenblijver gedijt eveneens goed in de schaduw en kan makkelijk gesnoeid worden. GAULTHERIA PROCUMBENS ZUUR Bergthee 0,2 - 0,3 Een zeer traag groeiende heester of bodembedekker met urnvormige bloempjes in juli-augustus die worden gevolgd door rode bessen. De bessen zijn niet geliefd door de vogels. Een half schaduwrijke standplaats en humusrijke, zure grond zijn ideaal. HEBE. Binnen dit geslacht zijn er de laatste jaren tal van nieuwe variëteiten, hybriden onstaan. Ze zijn alle echter te vorstgevoelig! Planten op een beschutte plaats is de boodschap. Snoeien of scheren is geen probleem maar wel noodzakelijk om ze jong en optimaal van kleur te houden.

HEBE ‘AUTUMN GLORY’ Een variëteit die prachtig bloeit de hele zomer lang met blauwe aartjes. HEBE ‘GREEN GLOBE’ 0,3 Een bolvormiggroeiende struik tot 30 cm hoog met heel kleine, frisgroene bladeren. HEBE OCHRACEA ‘JAMES STIRLING’ 0,3 - 0,5 Een traag groeiend, klein blijvend struikje met geelbruine, schubvormige bladeren. Deze struik is door zijn aparte kleur en groei een decoratieve bodembedekker voor kleine groepen in de border. Wel minder vorstgevoelig dan de andere. HEBE ODORA 0,5 Een traag groeiend, laag struikje met kleine, donkergroene blaadjes en witte, in aren staande bloemen vanaf juni. Een plantje dat op beschutte plaatsen moet geplaatst worden. HEBE PINGUIFOLIA 0,3 Een traag groeiend struikje met dofgroene, grijsblauwe, kleine blaadjes. De bloemen verschijnen in korte aren vanaf juli. Een plantje voor beschutte plaatsen.

HEDERA COLCHICA ‘ARBORESCENS’ Struikklimop 0,4 - 0,6 Een traag groeiende, niet klimmende struik met blinkend groene, langwerpige bladeren en geelgroene bloemschermen in september. De bloemen worden door zwarte bessen gevolgd. HEDERA HELIX ‘ARBORESCENS’ Struikklimop 0,8 - 1 Een traag groeiende, niet klimmende struik met blinkende, grote, groene bladeren (niet zo donkergroen en langwerpig als de vorige). De bloemen zijn groengeel en verschijnen vanaf juli. Ze worden gevolgd door zwarte bessen (bloemschikken). HEDERA HELIX ‘ARBORI COMPACTA’ Struikklimop 0,3 - 0,5 Als voorgaande doch een veel compactere groei en een stuk kleiner blijvend. HEDERA HELIX ‘ERECTA’ Slanke klimop 0,8 Een slanke, matig groeiende klimop met recht opstaande takken en kleine grijsgroene bladeren met gegolfde rand. Deze klimop kan te allen tijde gesnoeid worden. HEDERA HELIX ‘F. POETARUM’ 0,80 - 1 Een schitterende struikklimop met talrijke, opvallende, gele bessen in het najaar! HEDERA HELIX ‘GOLDHEART’ Klimop Zoals de naam het zegt, heeft deze klimop groene bladeren met een opvallende gele vlek in het midden. HEDERA HELIX ‘PIN OAK’ Klimop Een traag groeiende klimop met fraaie, ingesneden groene bladeren. HEDERA HELIX ‘ZORGVLIET’ 0,50 - 0,80 Deze mooie struikklimop lijkt op de veel gebruikte Hedera h. ‘Arborescens’ maar is veel fijner van blad en groeit ook minder hoog. Een mooie verschijning in groep geplant. HEDERA HIBERNICA Ierse klimop De algemeen gebruikte, gewone, snelgroeiende klimop met grote, groene bladeren. HYPERICUM CALYCINUM Hertshooi st. janskruid 0,3 Een traag groeiende bodembedekker met blauwgroene blaadjes en grote, goudgele bloemen vanaf juni. Het is een uitstekende bodembedekker. De laatste jaren is deze plant op vele plaatsen onderhevig aan roestziekten.

WEETJE Op zoek naar soorten of variëteiten die niet in de lijst opgenomen zijn? Vraag het even of bezoek de kwekerij!


ILEX. Velen denken nog steeds dat hulst prikt en geen sierwaarde heeft. Bij ons is echter een zeer uitgebreid assortiment van dit geslacht te verkrijgen. Heel wat gecultiveerde soorten prikken hoegenaamd niet en hebben een onmiskenbare sierwaarde. Ze kunnen prachtige, gemakkelijk te snoeien en te onderhouden hagen vormen. Ze leveren mooi snijgroen aan de bloemschikkers, en geven een overvloed aan bessen in het najaar. Hulsten stellen weinig eisen aan grond en standplaats (zelfs in de schaduw en op droge zandgrond gedijen ze goed).

ILEX ALTACLARENSIS ‘CAMELLIIFOLIA’ Hulst 3-5 Een matig groeiende struik met purpergetinte, jonge scheuten en grote, langwerpige, glanzende, donkergroene bladeren meestal met een gave rand. In de herfst zijn er soms rode bessen aanwezig. Om bessen te bekomen moet er een ‘mannelijke’ Ilex-variëteit worden bijgeplant (bv. Ilex m. ‘Blue Prince’). ILEX ALTACLARENSIS ‘GOLDEN KING’ Hulst 3-5 Een matig groeiende struik met grote, langwerpige, soms stekelige, donkergroene bladeren die in het midden grijsgroen zijn bespikkeld en die een mooie, heldergele rand bezitten. Na de bloei verschijnen er de overbekende rode bessen. Om bessen te bekomen moet er een ‘mannelijke’ Ilex-variëteit worden bijgeplant (bv. Ilex m. ‘Blue Prince’) ILEX AQUIFOLIUM Hulst 3-6 Een matig groeiende struik met blinkende, groene bladeren. De bladrand is erg stekelig. Er verschijnen rode bessen vanaf september en die blijven gans de winter aan de struik. Voor de bestuiving en dus het verkrijgen van die bessen is het nodig meerdere planten bij elkaar te zetten. ILEX AQUIFOLIUM ‘ALASKA’ Hulst 3-5 Als voorgaande doch met zeer erg stekelige bladeren. ILEX AQUIFOLIUM ‘ARGENTEA MARGINATA’ Hulst 3-5 Een matig groeiende struik met mooie, groene, wit gerande, stekelige bladeren en veel rode bessen vanaf september. Om bessen te bekomen moet er een ‘mannelijke’ Ilex-variëteit worden bijgeplant (bv. Ilex m. ‘Blue Prince’ of Ilex aq. ‘Ferox Argentea’ of ...). ILEX AQUIFOLIUM ‘ARGENTEA MARGINATA PENDULA’ Hulst 3-5 Een matig groeiende struik met mooie, groene, wit gerande, stekelige bladeren en veel rode bessen vanaf september. Het is een treurvorm. De takken hangen mooi langs de plant naar omlaag. ILEX AQUIFOLIUM ‘AUREA MARGINATA’ Hulst 3-5 Een matig groeiende struik met mooie, groene bladeren die prachtig goudgeel zijn gerand. Om bessen te bekomen moet er een ‘mannelijke’ Ilex-variëteit worden bijgeplant (bv. Ilex m. ‘Blue Prince’ of Ilex aq. ‘Ferox Argentea’ of ...). De bessen zijn rood van kleur. ILEX AQUIFOLIUM ‘BACCIFLAVA’ Hulst 3-5 Een matig groeiende heester met glanzend groene bladeren en weinig stekels. Vanaf september verschijnen er gele bessen. Om bessen te bekomen moet er een ‘mannelijke’ Ilex-variëteit worden bijgeplant (bv. Ilex m. ‘Blue Prince’ of Ilex aq. ‘Ferox Argentea’ of ...). ILEX AQUIFOLIUM ‘FEROX ARGENTEA’ Hulst 2-3 Een matig groeiende hulst met fel gekroesde, stekelige bladeren. De bladeren bezitten eveneens een zilverkleurige rand. Deze soort stelt weinig eisen aan de grond. Een mannelijke plant die zodus geen bessen draagt.

WEETJE * Op onze kwekerij zijn hulsten verkrijgbaar tot 3-4 meter hoog. Prachtige exemplaren die in draadkluit worden geleverd. Deze kluit zorgt voor een perfecte hergroei. We kunnen dit schitterend plantenmateriaal aanbieden aan zeer democratische prijzen.


ILEX AQUIFOLIUM ‘GOLDEN VAN TOL’ Hulst 4-6 Een matig groeiende struik met paarsgroene, jonge scheuten. De bladeren zijn ovaal, stekelig, geplooid, donkergroen en hebben onregelmatige gele randen. Deze soort is zelfbestuivend. Er verschijnen dus bessen zonder dat een andere mannelijke soort moet worden aangeplant. Door kruisbestuiving gaan er echter wel meer bessen verschijnen. ILEX AQUIFOLIUM ‘J.C. VAN TOL’ Hulst 4-6 Een matig groeiende heester met glanzend groene bladeren en weinig stekels. Vanaf september verschijnen de grote, oranjerode bessen. Deze soort is zelfbestuivend. Er verschijnen dus bessen zonder dat een andere mannelijke soort moet worden aangeplant. Door kruisbestuiving gaan er echter wel meer en mooiere bessen verschijnen. ILEX AQUIFOLIUM ‘MYRTIFOLIA’ Hulst Een prachtige, matig groeiende hulst met spitse, groene, fijn gestructureerde bladeren in verschillende tinten van groen. ILEX AQUIFOLIUM ‘PENDULA’ Hulst 3-5 Een matig groeiende struik met blinkende, groene bladeren en prachtige, strak naar beneden hangende twijgen. De bladrand is erg stekelig. Het is een mannelijke variëteit en brengt dus geen bessen voort. ILEX AQUIFOLIUM ‘PENDULA AUREOMARGINATA’ Hulst 3-5 Een matig groeiende struik met blinkende, groene bladeren met gele randen, prachtige strak naar beneden hangende twijgen. ILEX AQUIFOLIUM ‘PYRAMIDALIS’ Hulst 4-6 Een matig groeiende struik met groene bladeren die niet erg stekelig zijn. In de herfst is er een overvloed aan rode bessen aanwezig. Deze soort is zelfbestuivend. Er verschijnen dus bessen zonder dat een andere mannelijke soort moet worden aangeplant. Door kruisbestuiving gaan er echter wel meer en mooiere bessen verschijnen. CHINESE HULST (ILEX CRENATA). Soms worden deze hulsten wel eens met palm (Buxus) verward daar de bladeren er sterk op gelijken. Ze kunnen goed gesnoeid worden in alle mogelijke vormen. Deze soort kan worden gebruikt voor het maken van hagen en schermen of als vakbeplanting. Ze stellen weinig eisen aan grond en standplaats.

ILEX CRENATA ‘CONVEXA’ Chinese hulst 1 - 2 Een matig groeiende struik met kleine, glanzend lichtgroene blaadjes en onopvallende, kleine bloempjes in het voorjaar die worden gevolgd door zwarte bessen. ILEX CRENATA ‘FASTIGIATA’ 1 - 2 Een prachtige, zeer strak opgaande, traag groeiende Chinese hulst met kleine, donkergroene bladeren. ILEX CRENATA ‘GOLDEN GEM’ Geelbladige Chinese hulst 0,8 - 1 Een traag groeiende struik met goudgele, kleine blaadjes. Voor het vormen van een kleinere haag worden er best 3-5 planten per meter geplaatst. ILEX CRENATA ‘GREEN HEDGE’ 2 Deze soort gelijkt op Ilex crenata doch de bladeren zijn een stuk frisser groen van kleur. ‘Green Hedge’ is uitermate geschikt voor het vormen van een haag door de goede scheerbaarheid en de wat snellere groei. ILEX CRENATA ‘VARIEGATA’ Chinese hulst 1 - 2 Een matig groeiende, kleine struik met kleine, elliptische, donkergroene, geel gevlekte blaadjes en onopvallende bloempjes in het voorjaar. De bloempjes worden gevolgd door zwarte bessen.

p Ilex aq. ‘Aurea Marginata’

p Ilex aquifolium ‘Golden van Tol’

p Ilex altaclarensis ‘Camellifolia’

q Ilex aquifolium ‘Ferox Argentea’

p Ilex meserveae ‘Blue Princess’

q Ilex aquifolium ‘J.C. van Tol’


p Nandina domestica ‘Firepower’

p Kalmia latifolia


p Kalmia angustifolia ‘Rubra’

q Ligustrum sinense ‘Houtmeyers’

p Kalmia latifolia ‘Ostbo Red’

q Ligustrum japonicum ‘Rotundifolium’

ILEX ‘JOHN T. MORRIS’ 3-4 Een prachtige, matig groeiende hulst met schitterend gevormde bladeren (allemaal vierkantig met daarop een driehoekje). Deze soort is mannelijk en draagt geen bessen. Hij is de bestuiver van zijn vrouwelijke tegenhanger ‘Lydia Morris’. ILEX ‘LYDIA MORRIS’ 3-4 Als voorgaande doch met prachtige donkerrode bessen in het najaar. ILEX MESERVEAE ‘BLUE ANGEL’ Amerikaanse hulst 3 Een dichte, traag groeiende struik met zeer donkere blauwgroene, glanzende bladeren. De jonge twijgen zijn opvallend mooi blauwachtig gekleurd. In de herfst en de winter verschijnen er soms mooie, grote rode, vruchten. Er moet dan wel een mannelijke variëteit in de buurt aangeplant worden (bv. Ilex m. ‘Blue Prince’ of andere).

LAVENDULA ANGUSTIFOLIA ‘ROSEA’ Lavendel 0,5 Een traag groeiend, klein blijvend struikje met grijs loof en roze, in gedrongen aren staande aromatisch ruikende bloempjes. LEUCOTHOE ‘ZEBLID’ 0,6 Een lage, dichte met langwerpige bladeren. De jonge bladeren zijn aanvankelijk bronskleurig, later groen en in de herfst opvallend lichtrood tot bronsrood verkleurend. De jonge twijgen zijn fel rood. Een schitterende sierstruik voor bodembedekking, planten in bloembakken en als snijgroen voor bloemschikkers. LEUCOTHOE WALTERI ‘RAINBOW’ 1 Een traag groeiende struik met lancetvormige, gevlekte bladeren met tinten van roze, geel, oranje en groen. In mei-juni verschijnen er lange, witte bloemen. Deze soort groeit op elke tuingrond, zelfs in de schaduw.

ILEX MESERVEAE ’BLUE PRINCE’ Amerikaanse hulst 3-4 Een matig groeiende struik met donker blauwgroene bladeren en paarsblauwe jonge twijgen. Er verschijnen op deze plant geen bessen daar hij enkel mannelijke bloemen voortbrengt. Een zeer winterharde, mooie soort die zich gemakkelijk laat snoeien en daardoor bijzonder geschikt is als haag of zichtbreker. 2-3 planten per strekkende meter.

LIGUSTRUM. Liguster is een zeer gekende haagplant. Er zijn echter enkele variëteiten die buiten het gebruik als haagplant perfect kunnen aangewend worden als solitair. Enerzijds omwille van hun prachtige bladeren, anderzijds omwille van de rijkelijke bloei en de daaropvolgende vruchtzetting. Liguster stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Snoeien vormt geen probleem en kan altijd gebeuren.

ILEX MESERVEAE ‘BLUE PRINCESS’ Amerikaanse hulst 3 Een matig groeiende struik met donker blauwgroene bladeren en paarsblauwe jonge twijgen. De mooie, rode vruchten verschijnen talrijk vanaf september en blijven gedurende de winter aan de struik. Hij kan goed worden gesnoeid. Deze plant is niet zelfbestuivend. Om bessen te verkrijgen: best samen met ‘Blue Prince’ planten.

LIGUSTRUM JAPONICUM ‘ROTUNDIFOLIUM’ Liguster 0,7 - 1 Een prachtige, traag en zeer compact groeiende, bladhoudende liguster met glanzend, donkergroen, iets gekruld loof. Stelt weinig eisen aan grond en standplaats en kan altijd gesnoeid worden.

KALMIA. Deze soort gedijt best op licht beschaduwde plaatsen en op een humusrijke lichtzure grond.

KALMIA ANGUSTIFOLIA ‘RUBRA’ ZUUR Lepelboom 1 Een matig groeiende struik met donker grijsgroene, smal-elliptische bladeren en mooie, helder rozerode bloemtuilen in juni-juli. KALMIA LATIFOLIA ZUUR Lepelstruik 1,5 Een matig groeiende struik met donkergroene, elliptische bladeren en mooie, roze bloemtuilen in mei-juni. KALMIA LATIFOLIA ‘MINUET’ ZUUR 1,2 Een schitterende, matig groeiende, compacte struik met donkergroene, elliptische bladeren (iets kleiner dan de soort) en mooie, lichtroze bloemtuilen in mei-juni. KALMIA LATIFOLIA ‘OSTBO RED’ ZUUR Lepelstruik 1,5 Als voorgaande doch met vuurrode bloemknoppen die binnenin witroze van kleur zijn en buiten rood. KALMIA POLIFOLIA ZUUR 0,5 Een traag groeiend struikje met groene, smalle bladeren en mooie purperroze bloemen in eindstandige tuilen in mei-juni. LAVENDEL. Snoeien zou jaarlijks in april moeten gebeuren. Dit gebeurt door enkele cm van de groei van vorig jaar weg te snoeien (zorg dat er nog blad overblijft). Lavendel stelt weinig eisen aan grond en standplaats.

LAVANDULA ANGUSTIFOLIA Lavendel 0,5 Een traag groeiend, klein blijvend struikje met grijs loof en blauwe, in gedrongen aren staande aromatisch ruikende bloempjes. LAVENDULA ANGUSTIFOLIA ‘DWARF BLUE’ Lavendel 0,5 Een klein blijvend struikje met grijs loof en violetpaarse, in gedrongen aren staande aromatisch ruikende bloempjes.

LIGUSTRUM JAPONICUM ‘ TEXANUM’ Een schitterende, opgaande struik met glimmende, groene, leerachtige, ietwat gegolfde bladeren. In augustus verschijnen er witte, lekker ruikende bloempluimen gevolgd door zwarte vruchtjes. Prachtig snijgroen voor de bloemschikkers. LIGUSTRUM LUCIDUM Glimmende liguster 2 Een schitterende, opgaande struik met glimmende, groene, leerachtige bladeren. In augustus verschijnen er witte, lekker ruikende bloempluimen gevolgd door zwarte vruchtjes. Prachtig snijgroen voor de bloemschikkers. LIGUSTRUM LUCIDUM ‘EXCELSUM SUPERBUM’ Glimmende liguster 2 Een groen blijvende, matig groeiende heester met een groot, glanzend, fel groen blad met lichtgroene vlekken en gele randen. Er verschijnen kleine, witte, buisvormige bloempjes in de late zomer en vroege herfst. LIGUSTRUM OVALIFOLIUM Liguster 3-4 Een matig groeiende liguster met kleine, elliptische, groene blaadjes. Deze soort kan goed worden gesnoeid en groeit goed op elke tuingrond. In juni-juli verschijnen er witte, welruikende bloempluimen. LIGUSTRUM OVALIFOLIUM ‘ARGENTEUM’ Liguster 2-3 Als voorgaande doch met wit omrande grijze blaadjes. LIGUSTRUM OVALIFOLIUM ‘AUREUM’ Liguster Als L. ovalifolium doch met geel omrande en gevlekte bladeren.

2-3

LIGUSTRUM OVALIFOLIUM ‘MELBLACK’ Liguster 2 Een sterk verbeterde soort van L. ovalifolium. ‘Melblack’ blinkt uit door zijn uitzonderlijk goede bloei maar vooral ook door de overvloed aan bessen die de bloemen volgen. Voor de bloemschikkers is dit de uitgelezen soort om snijgroen (bessen) van te verzamelen. LIGUSTRUM SINENSE Een mooie, bossige struik met prachtig, fijn gestructureerd, frisgroen loof. In juli verschijnen er welruikende bloempluimen. Deze soort kan perfect worden aangewend om een haag te vormen maar eveneens als solitair staat zij zeer mooi. LIGUSTRUM SINENSE ‘HOUTMEYERS’ Als Ligustrum sinense maar prachtige bladstand in de winter. Deze cultivar groeit breder dan wel hoog. Rijk bloeiend gevolgd door veel bes.


LONICERA NITIDA, LONICERA PILEATA. Deze soorten worden veelvuldig toegepast als bodembedekker. Ze stellen weinig eisen aan grond en standplaats, groeien uitermate gezond en laten zich moeiteloos scheren en snoeien. Hierin ligt dan ook het grote succes van deze planten.

LONICERA NITIDA ‘ELEGANT’ 0,8 - 1 Een matig groeiende struik met kleine, frisgroene blaadjes en onopvallende bloempjes en bessen. LONICERA NITIDA ‘LEMON BEAUTY’ 0,8-1 Een gezonde groeier met een fris geel gerand blaadje die zowel in de schaduw als in de zon goed gedijt. Ze laten zich moeiteloos scheren en snoeien. Hierin ligt dan ook het grote succes van deze planten. Snoei de terugloop (takken waarvan de bladeren groen worden) weg

p Hedera helix ‘Arbori Argetea’

LONICERA NITIDA ‘MAIGRUN’ 0,5 - 0,8 Een compact groeiende struik met mooie, opvallend frisgroene, smal eironde blaadjes. LONICERA PILEATA 0,5 - 0,8 Een traag en vlak groeiend struikje met kleine, groene blaadjes en weinig opvallende bloempjes en bessen. MAHONIA. De bloemen van deze struiken geuren voortreffelijk. Ze stellen weinig eisen aan grond en standplaats en gedijen het best in ietwat beschaduwde plaatsen. Al lijkt het niet zo, toch kunnen de mahonia’s zeer goed ingesnoeid worden. Er ontstaan dan nieuwe scheuten uit de onderliggende slapende ogen of vanop de worteluitlopers. Snoeien doe je best omdat anders de planten onderaan wel eens kaal worden.

MAHONIA AQUIFOLIUM 1 Een matig groeiende struik met donkergroene, vijf- tot zeventallige, getande bladeren die in de herfst wat bruinrood verkleuren. De bloemen zijn geel en verschijnen in een trosvormige bloeiwijze vanaf maart-mei. De bloemen worden door zwarte bessen gevolgd.

p Mahonia aquifolium

MAHONIA AQUIFOLIUM ‘APOLLO’ 0,6 Een traag groeiende struik met roodgroene bladeren en mooie, gele bloemen in trossen. De gele trossen verschijnen talrijk vanaf mei. MAHONIA BEALEI 1,5 Een matig groeiende, volle struik met blauwachtig groene, elliptische blaadjes en lichtgele bloemen in trosvormige, opstaande bloeiwijze. De bloemen verschijnen vanaf december-januari. Een zeer mooie solitair. MAHONIA MEDIA ‘CHARITY’S’ 2 Een krachtig opgaande struik met lange, groengele bladeren. De gele bloemen verschijnen in slanke hangende trossen vanaf december tot februari. MAHONIA MEDIA ‘WINTERSUN’ 2 Als voorgaande doch met recht opgerichte trossen van gele bloemen. MAHONIA WAGNERI ‘PINNACLE’ 1,5 Een matig groeiende, opgaande struik met grote, roodgroene, scherp stekelige bladeren en gele bloemen vanaf maart-april. NANDINA DOMESTICA ‘FIREPOWER’ 1,5 Een groen blijvende of half groen blijvende struik. Het blad bestaat uit donkergroene blaadjes die prachtig, paarsachtigrood in de herfst en winter verkleuren. In de zomer verschijnen er kleine witte bloempjes. Planten op een beschutte plaats! NANDINA DOMESTICA ‘RICHMOND’ 2-3 Een groenblijvende of half groenblijvende struik. Het blad bestaat uit donkergroene blaadjes die prachtig, paarsachtig rood in de herfst en in de winter verkleuren. In de zomer verschijnen er opstaande trossen van kleine, witte bloempjes. OLEARIA * HAASTII Een dichte heester met donkergroene, glanzende, kleine, ovale blaadjes. Vanaf half de zomer verschijnen er hoofdjes van geurende, margrietachtige, witte bloemen.


p Nandina domestica ‘Richmond’

q Buxus sempervirens ‘Variegata’

OSMANTHUS BURKWOODII 2 Een schitterende, dichte struik met 2-4 cm groene, leerachtige, breed-elliptische bladeren. De witte bloemen met subtiele geur verschijnen in bundels vanaf mei. Snoeien kan te allen tijde. OSMANTHUS DECORUS 2 Een matig groeiende, brede struik met mooie, 10 cm lange, langwerpig-elliptische, gaafrandige bladeren. De witte bloempjes verschijnen in bundels in de bladoksels vanaf mei. Een prachtige solitair. OSMANTHUS HETEROPHYLLUS 2 Een matig groeiende struik met groene lederachtige, op hulst gelijkende, stekende bladeren. De okselstandige, kleine witte bloempjes verschijnen in septemberoktober. Deze soort groeit op elke tuingrond en laat zich in alle vormen snoeien. OSMANTHUS HETEROPHYLLUS ‘AUREOMARGINATUS’ 1,5 - 2 Als voorgaande maar met geel gepanacheerde bladeren. Ook regelmatig op halfstam geënt.

p Osmanthus decorus

OSMANTHUS HETEROPHYLLUS ‘VARIEGATUS’ 1 - 1,5 Als O. Heterophyllus maar met schitterende wit gepanacheerde bladeren. Eveneens een waardevolle groenblijver. Ook op halfstam beschikbaar. PACHYSANDRA TERMINALIS Schaduwkruid 0,2 Een traag groeiende bodembedekker met witte bloempjes die in maart-april verschijnen. Deze kruiper wordt ongeveer 20 cm hoog en kan uitstekend op beschaduwde plaatsen worden gebruikt. Als bodembedekker worden er 6 tot 10 per m² aangeplant. PACHYSANDRA TERMINALIS ‘GREEN CARPET’ 0,05 - 0,1 De blaadjes liggen beter over mekaar dan bij de Pachysandra terminalis. Blijft iets lager. Een traag groeiende, bladhoudende en zeer goede bodembedekker met witte bloempjes die in maart-april verschijnen. Deze kruiper gebruik je op beschaduwde plaatsen. Hier behoudt hij zijn intense groene kleur. In de zon wordt hij geelgroen. Als bodembedekker worden er 6 tot 10 per m² aangeplant.

p Pieris ‘Flaming Silver’

PACHYSANDRA TERMINALIS ‘GREEN SHEEN’ 0,05 - 0,1 Als P. ‘Green Carpet’ maar een cultivar die meer zon kan verdragen zonder zijn groene kleur te verliezen. PACHYSANDRA TERMINALIS ‘VARIEGATA’ Schaduwkruid 0,2 Als voorgaande doch met wit omrande, groene bladeren en een trage groei. PERNETTYA MANNELIJK ZUUR 0,8 Een traag groeiend struikje met kleine, stekende en glanzend groene bladeren. PERNETTYA MUCRONATA ‘ALBA’ ZUUR 0,8 Een vrouwelijk, traag groeiend struikje met dikke witte vlezige bessen die zeer lang op de plant blijven. De bladeren zijn klein, stekend en glanzend groen. De vrouwelijke en mannelijke struik bij elkaar planten om vruchten te bekomen. PERNETTYA MUCRONATA ‘ROYAL RED’ Als voorgaande doch met rode bessen.

ZUUR 0,8

p Pieris jap. ‘Debutante’

q Prunus lusitanica

PHOTINIA FRASERI ‘CAMILVY’ 3-5 Een bladhoudende, matig groeiende struik met lederachtige, blinkende, bladeren die perfect in vorm geknipt kan worden. De jonge bladeren zijn opvallend dieprood gekleurd (roder dan de bekende ‘Red Robin’). Een prachtige struik die bij strenge vorst wel eens wat kan invriezen. Snoeien kan te allen tijde. PHOTINIA FRASERI ‘RED ROBIN’ 1,5 - 2 Een matig groeiende struik hoog met lederachtige, blinkende bladeren. De jonge bladeren zijn opvallend rood gekleurd. Een schitterende struik die bij strenge vorst wel eens kan invriezen. Photinia fraseri ‘Little Red Robin’ Deze nieuwe heester lijkt in alle delen op de bekende P. ‘Red Robin’, maar is in alle delen kleiner. Het is dus een compacte wintergroene heester met relatief klein donkergroen blad. De jonge scheuten zijn donker paarsrood en vormen de belangrijkste sierwaarde van ‘Little Red Robin’. Deze heester wordt in de toekomst op stam geënt.


PIERIS. De combinatie van bladhoudend, gemakkelijk in onderhoud, weinig eisen aan standplaats (groeit zelfs goed in de schaduw), mooie, rijkelijke bloei, maken dit geslacht tot een der vele met succes gebruikte heesters. In potten en bloembakken op het terras doen deze variëteiten het schitterend.

PIERIS ‘FOREST FLAME’ ZUUR 1,5 Een traag groeiende struik met witte bloempluimen in het voorjaar. Bij het uitlopen van de scheuten kleuren deze prachtig, opvallend rood. Een zeer mooie Pieris. PIERIS JAPONICA ZUUR 1,5 Een matig groeiende plant met blinkende, groene bladeren en witte overhangende bloempluimen in het voorjaar (maart-april). PIERIS JAPONICA ‘DEBUTANTE’ ZUUR 0,8 Een traag groeiende plant met een compacte groeiwijze. De bladeren zijn blinkend groen en in maart-april verschijnen er overvloedig veel witte, urnvormige bloempjes aan pluimen die al voor de winter zichtbaar zijn. PIERIS JAPONICA ‘VARIEGATA’ ZUUR 1 Een traag groeiende plant met in het voorjaar witte bloempluimen. Het blad is geelachtig groen en met wit omrand. Het is een zeer winterharde variëteit die heel wat kleur in de tuin kan brengen. PIERIS TAIWANENSIS ZUUR 1,5 Een matig groeiende, dichte heester met donkergroene bladeren die in beginstadium bronskleurig rood zijn. In het voorjaar verschijnen er witte overhangende bloemtrossen. Deze soort is ook uitermate winterhard. PROSTANTHERA CUNEATA 0,6 Een traag groeiend struikje tot 60 cm hoog met kleine, donkergroene blaadjes met sterke muntgeur. In mei-juni verschijnen de witte, leeuwenbekachtige bloempjes die eveneens sterk naar munt geuren. Een beetje beschut planten hoewel deze plant de laatste strenge winters goed heeft overleefd.

p Skimmia japonica

LAURIER. Vele soorten laurier zijn voornamelijk bekend als haagplant. Ze stellen weinig eisen aan grond en standplaats. Arme gronden en schaduw deren hen niet. Snoei voor juli. De plant loopt dan nog mooi uit zodat hij er niet de ganse winter ‘afgesnoeid’ bijstaat.

p Viburnum davidii

q Viburnum tinus

PRUNUS LAUROCERASUS ‘OTTO LUYKEN’ 1 Een brede, traag groeiende laurier met donkergroene, langwerpige, lancetvormige bladeren. De plant is winterhard en is vrij compact groeiend. In mei en september verschijnen er vele, opstaande, lange trossen van witte bloempjes. Dikwijls ook gebruikt als iets hogere bodembedekker of als onderbegroeiing. Wordt ook op hoog- en halfstam gekweekt. PRUNUS LAUROCERASUS ‘REYNVAANII’ 2 Een matig groeiende, dichte struik met smalle elliptische, dofgroene bladeren en witte bloemen. Deze planten zijn geschikt voor het maken van hagen, zichtbrekers en zijn goed winterhard. PRUNUS LAUROCERASUS ‘ROTUNDIFOLIA’ Kerslaurier 3-4 Een snelgroeiende, overbekende struik met breed-elliptische, omgekeerd-eironde, lichtgroene bladeren. Deze soort kan worden gebruikt voor het vormen van een haag of windscherm, daar snoeien geen enkel probleem is. In strenge winters kan deze plant een stuk invriezen! PRUNUS LAUROCERASUS ‘SCHIPKAENSIS’ 1,2 - 1,5 Een matig groeiende, zeer breed opgaande struik met langwerpige, breed-elliptische, groene bladeren. PRUNUS LAUROCERASUS ‘VAN NES’ 1,25 Een laurier met breed opgaande groeiwijze en donkergroene, elliptische bladeren. Deze variëteit bereikt een hoogte van +/- 125 cm en kan zodoende gebruikt worden voor het maken van een kleine haag, vakbeplanting,.... ‘Van Nes’ bloeit met witte, opstaande trossen.


PRUNUS LAUROCERASUS ‘ZABELIANA’ 1 Een vlak en matig groeiende laurier met langwerpige, frisgroene bladeren. De witte bloemen verschijnen in de lente en de herfst. Deze variëteit kan worden gebruikt als grondbedekker of als solitair. Hij gedijt zowel in volle zon als in de schaduw. PRUNUS LUSITANICA Portugese laurier 3 Een dichte, brede, opgaande, matig groeiende struik met smalle, breed-elliptische, heldergroene bladeren en witte bloemen in lange, opstaande trossen vanaf juni. Deze soort stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Bij strenge vorst kan de struik wel wat invriezen. Een schitterende groen blijvende struik. PRUNUS LUSITANICA ‘ANGUSTIFOLIA’ Als de soort maar is meer winterhard. Deze cultivar is fijner van structuur. Een goede aanrader als solitair, voor hagen… PYRACANTHA ‘GOLDEN CHARMER’ Vuurdoorn 2 - 2,5 Een matig groeiende struik met groene blaadjes en scherpe doornen. In het voorjaar verschijnen de witte bloemschermen die vervangen worden door de oranjerode bessen (in de zomer en herfst). De vuurdoorn kan goed worden gesnoeid en kan worden gebruikt als heester, klimplant en haagplant. PYRACANTHA ‘ORANGE GLOW’ Vuurdoorn Als voorgaande doch met oranjerode bessen

2 - 2,5

PYRACANTHA ‘SOLEIL D’OR’ Vuurdoorn Als voorgaande doch met gele bessen.

2 - 2,5

RHODODENDRONS ZIE RHODODENDRONS EN AZALEA’S BLZ.75. SANTOLINA CHAMAECYPARISSUS Cypressenkruid 0,5 Een klein struikje met grijsviltige bladeren en twijgen die sterk geuren. In juliaugustus verschijnen de gele, alleenstaande hoofdjes. SARCOCOCCA HUMILIS 0,5 Een traag groeiend, laag-bij-de-grond blijvend plantje met in het voorjaar onopvallende, enorm ruikende, witroze bloempjes. De bladeren zijn donkergroen en elliptisch. SENECIO ‘SUNSHINE’ Kruiskruid Een struikje met breed-elliptische, grijsgroene bladeren met een witviltige onderkant. In juli-augustus verschijnen er zuiver gele bloemen. Deze struik moet afgedekt worden in de winter daar hij vrij vorstgevoelig is. SKIMMIA JAPONICA ZUUR 1 Een traag groeiend struikje met leerachtige donkergroene bladeren en witte bloempluimen in de winter. De vruchten zijn rood en blijven lang aan de plant. Skimmia japonica is zeker geen gemakkelijke plant. SKIMMIA JAPONICA ‘FOREMANII’ ZUUR 0,5 - 1 Een traag groeiende struik met rode bloeitoppen in de winter en herfst. Deze bloeitoppen openen zich in de lente waardoor er felruikende, witte bloempjes ontspruiten. SKIMMIA JAP. ‘RUBELLA’ ZUUR 0,5 - 1 Een traag groeiende heester met rode bloemen, die witroze openbloeien in april, en met donkergroene bladeren. Deze soort kan worden gebruikt in de zon en in de schaduw. SKIMMIA REEVESIANA 0,4 - 0,7 Een groenblijvende, laag en brede struik met mooie, elliptische, donkergroene bladeren en trossen van witte bloempjes in april-mei. De bloemen worden in de herfst gevolgd door donkerrode bessen die lang op de plant blijven.

SKIMMIA OBLATA ZUUR 1 Een bolvormige, dichte, matig groeiende struik tot 1 meter met leerachtige, groene, eironde bladeren. In de herfst verschijnen er witte trossen van gesloten bloemen die in het voorjaar mooi openbloeien. TEUCRIUM LUCIDRYS ZUUR Gamander 0,4 Een klein struikje met donkergroene, glanzende, kleine bladeren. Van juni tot september verschijnen er lange schijntrossen van purperroze bloempjes. VACCINIUM VITIS-IDAEA ZUUR Rode bosbes 0,2 - 0,3 Een traag groeiende, lage bodembedekker met groene, leerachtige bladeren die een donkergroene kleur hebben. De rode vruchten zijn besvormig en hangen in trossen bij elkaar. Een mooie bodembedekker. VACCINIUM VITIS-IDAEA ‘KORALLE’ ZUUR 0,2 - 0,3 Zoals de soort maar met zeer grote rode vruchten die bij het rijpen intens donkerrood kleuren. VACCINIUM VITIS-IDAEA ‘RED PEARL’ ZUUR 0,2 - 0,3 Zoals de soort maar met zeer grote rode, talrijke vruchten die bij het rijpen intens donkerrood kleuren. VIBURNUM BURKWOODDII 2,5 Een half wintergroene, tamelijk losse struik met donkergroene bladeren en bloempjes verenigd in bolvormige tuilen (5-9 cm groot). Deze zeer sterk geurende bloemen verschijnen maart-april en zijn ietwat roze in knop en wit open bloeiend. VIBURNUM BURKWOODDII ‘ANNE RUSSELL’ 2-3 Als voorgaande doch ietwat compacter groeiend, grotere bloemen en nagenoeg volledig bladverliezend! Bijzonder lekker geurend. VIBURNUM BURKWOODDII ‘COMPACT BEAUTY’ 1,5 - 2 Als Viburnum burkwooddii maar kleiner blijvend. Deze cultivar is nagenoeg volledig wintergroen. VIBURNUM BURKWOODDII ‘MOHAWK’ 2-3 Mooie variëteit met opvallend getand, groen blad dat in de herfst vaak oranjebruin verkleurt. Bijna volledig bladverliezend! Vrij grote witte bloemen. De bloemknoppen zijn donkerroze en contrasteren goed tegen de reeds geopende witte. VIBURNUM DAVIDII 0,5 - 0,8 Een klein, traag groeiend struikje met in juni mooie, witte bloemschermen gevolgd door blauwe bessen. Deze soort kan ook in de schaduw worden geplant. Het struikje is gevoelig bij zeer strenge vorst. VIBURNUM GLOBOSUM ‘JEREMYNS GLOBE’ Een klein struikje met dofgroene, elliptische bladeren dat bolvormig groeit. Er verschijnen witte schermvormige bloemen die gevolgd worden door paarse bessen. Deze struik kan goed worden gesnoeid. Afdekken van de voet in de winter is aan te raden daar hij wel vorstgevoelig kan zijn. VIBURNUM ‘PRAGENSE’ 2 - 2,5 Een matig groeiende, opgaande struik met elliptische, groene bladeren en witte, in schermen staande bloemen in mei. Deze variëteit is zeer winterhard, kan voor meerdere doeleinden gebruikt worden en stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Viburnum ‘Pragense’ laat zich goed snoeien. VIBURNUM RHYTIDOPHYLLUM 2-3 Een matig groeiende struik met langwerpige, elliptische, donkergroene bladeren en in mei-juni witte bloemschermen. De bloemen worden gevolgd door rode bessen die zwart verkleuren. In de winter bij koude hangen de bladeren sierlijk, recht omlaag. VIBURNUM TINUS 1,5 Een bossige, dichte heester met ovale, donkergroene bladeren. In de herfst en winter verschijnen er platte hoofdjes met kleine, witte bloemen uit de roze knoppen. Een prachtige, waardevolle heester. Bij zeer strenge winters kan hij een beetje invriezen. Na de geweldige bloei staat de plant er dikwijls uitgeput bij in de tuin. Snoei hem dan in!


p Pieris ‘Forest Flame’ en Pieris ‘Flaming Silver’

VIBURNUM TINUS ‘EVE’S PRICE’ 1,2-1,5 Zie deze als een compacte vorm van de overbekende Viburnum tinus. Misschien is deze zelfs iets minder winterhard.

VINCA MINOR ‘ALBA’ Kleinbladige maagdenpalm Als voorgaande maar met witte bloempjes.

VIBURNUM TINUS ‘GWENLLIAN’ 1,2-1,5 Zie deze als een compacte vorm van de overbekende Viburnum tinus. Misschien is deze zelfs iets minder winterhard. Goed besdragend.

VINCA MINOR ‘ARGENTEOVARIEGATA’ Maagdenpalm 0,1 - 0,2 Een matig groeiende, lage bodembedekker met witbonte, kleine, eironde blaadjes en blauwe bloempjes van februari tot mei.

VIBURNUM TINUS ‘PURPUREUM’ 1,5 Zoals Viburnum Tinus doch met een prachtige roodachtige gloed in de groeitoppen. VINCA. Maagdenpalm is een bodembedekker die weinig eisen stelt aan de grond. Als bodembedekker worden er 5-10 per m² aangeplant. Maagdenpalm kan ook gebruikt worden in bloembakken en potten als ondergroei (mooi afhangend). Eén van de bodembedekkers die het goed doet in de schaduw.

VINCA MAJOR Grootbladige maagdenpalm 0,2 - 0,3 Een matig groeiende bodembedekker met groene, eironde, blaadjes en blauwe bloempjes van februari tot juni. Deze bodembedekker stelt weinig eisen aan de grond. De blaadjes zijn groter dan deze van de Vinca minor. VINCA MAJOR ‘VARIEGATA’ Grootbladige maagdenpalm 0,1 - 0,2 Als voorgaande doch met groene, wit omrande blaadjes. VINCA MINOR Kleinbladige maagdenpalm 0,1 - 0,2 Een matig groeiende bodembedekker met kleine, eironde groene blaadjes en blauwe bloempjes van februari tot juni.


0,1 - 0,2

VINCA MINOR ‘ATROPURPUREA’ Kleinbladige maagdenpalm 0,1 - 0,2 Een matig groeiende bodembedekker met kleine, eironde, groene blaadjes en rode bloempjes van februari tot juni. VINCA MINOR ‘AUREOVARIEGATA’ Maagdenpalm 0,1 - 0,2 Een matig groeiende, lage bodembedekker met geelbonte kleine, eironde blaadjes en blauwe bloempjes van februari tot mei. VINCA MINOR ‘GERTRUDE JEKYLL’ Maagdenpalm 0,1 Een matig groeiende bodembedekker met zeer kleine, eironde, groene blaadjes en witte bloempjes van februari tot juni. YUKKA FILAMENTOSA Palmlelie 1 Een volledig winterharde plant met grijsgroene bladeren die in een rozet bij elkaar staan. In de late zomer verschijnen er hoge pluimen met hangende, tulpvormige, roomwitte bloemen. Deze soort stelt zeer weinig eisen aan grond en standplaats. Hij gedijt zelfs op een zeer droge, arme zandgrond. Je plant hem best in de volle zon.

Azaleas en rhododendrons Rhododendron betekent ‘rozenboom’. Hiermee is ook direct de toon gezet voor de volgende bladzijden. Het betreft hier een grote groep van prachtig bloeiende, vaak groenblijvende planten: Azalea’s en Rhododendrons. Ze zijn alle zuurminnend. Dit wil zeggen dat we onze grond ernaar moeten aanpassen. Bij het planten raden wij aan ‘Rhodohum’ of turf in de plantput te vermengen. Deze grond brengt het zuur- en humusgehalte op peil. Daar azalea en rhododendron zeer oppervlakkig wortelen is het aan te raden dennennaalden of bladeren te leggen rond de planten (zeker in de zomerperiode). Zo wordt uitdroging tegengegaan. Eigenlijk proberen we de omstandigheden van het bos na te bootsen want dat is de plek bij uitstek voor de Rhodo’s. Hier kan vb. de gewone bosrhododendron zich op natuurlijke wijze voortplanten. Plant ze ook niet in volle zon. De beste standplaats is halfschaduw en schaduw.

AZALEA JAPONICA. Japanse azalea’s. Traag tot matig groeiende, bladhoudende struiken met elliptische, groene bladeren en trompetachtige bloemen in verschillende kleuren.

AZALEA JAPONICA ‘AMOENA’ Paarse bloemen, half mei. AZALEA JAPONICA ‘BLAUWE DONAU’ Mauve bloemen, eind april-begin mei. AZALEA JAPONICA ‘FAGO NO FUGI’ Witte bloemen, half mei. AZALEA JAPONICA ‘GORBELLA’ Roze bloemen, half mei. AZALEA JAPONICA ‘HINO CRIMSON’ Rode bloemen, eind april-begin mei. AZALEA JAPONICA ‘MOEDERKENSDAG’ Rode bloemen, eind mei-begin juni. AZALEA JAPONICA ‘PALESTRINA’ Ivoorwitte bloemen, eind mei-begin juni. AZALEA JAPONICA ‘RED BIRD’ Rode bloemen, eind april-begin mei. AZALEA JAPONICA ‘SANTA MARIA’ Oranje bloemen, eind april-begin mei. AZALEA HYBRIDE Blauwmauve, oranje, purper, rood, roze , wit, .. AZALEA. Niet alle Azalea’ s zijn groenblijvend. De Azalea mollis hybriden bijvoorbeeld verliezen hun loof in de winterperiode. Het zijn traag tot matig groeiende struiken met elliptische, groene bladeren en trompetachtige bloemen in verschillende kleuren. Zij worden hier beschreven.

AZALEA ‘HARVEST MOON’ Gele bloemen, hoog groeiend, vroege bloei. Knaphill-Exbury Azalea. AZALEA ‘HOTSPUR RED’ Rode bloemen, hoog groeiend, vroege bloei. Knaphill-Exbury Azalea. AZALEA ‘KOSTER BRILJANT RED’ Roodoranje bloemen, hoog groeiend, vroege bloei. Knaphill-Exbury Azalea AZALEA ‘SATURNUS’ Roodoranje bloemen, hoog groeiend, vroege bloei. AZALEA PONTICA De trompetachtige bloemen hebben een gele kleur, geuren heerlijk en verschijnen mei-juni. AZALEA VISCOSUM De trompetachtige bloemen hebben een witte kleur en geuren lekker.

RHODODENDRON

Voor de gemakkelijkheid delen we de rhododendrons in slechts 3 verschillende groepen in: • Rhododendron repens en hybriden (dwergrhodo’s) • Rhododendron yakushimanum en hybriden • Rhododendron hybriden (Hooggroeiende rhodo’s) RHODODENRON REPENS EN HYBRIDEN: Dwergrhododendrons. Het zijn traag groeiende struiken met groene, elliptische bladeren en trompetachtige bloemen (anders indien aangegeven!). RHODODENDRON ‘ABENDROT’ Een compact groeiende rhododendron tot 1 à 1,5 meter hoog met de typische rode, trompetachtige bloemen vanaf april/mei. Ook weer een nieuwe Duitse soort met mooi donkergroen blad en bruine knoppen. Ook weer beter dan de de bekende ‘Scarlet Wonder’

AZALEA ‘GIBRALTAR’ Dieporanje kleur; bloemen vanaf eind mei begin juni.

RHODODENDRON ‘ARCTIC TURN’ Witte bloempjes, vanaf mei; kleine elliptische, spitse, groene blaadjes.

AZALEA ‘PERSIL’ Zuiver witte kleur met gele vlek; bloemen vanaf eind mei-begin juni.

RHODODENDRON ‘BADEN BADEN’ Rode bloemen, begin mei.

AZALEA MOLLIS UIT ZAAD IN KLEUREN: BLAUWMAUVE, GEEL, ORANJE, WIT, PAARS, ROOD, ROZE, ZALM. Bloemen verschijnen in mei-juni.

RHODODENDRON ‘BLUE TIT’ Deze cultivar bereikt een hoogte van 1 meter en bloeit met blauwe bloemen vanaf april. Het is een bijzonder winterharde dwergrhododendron

AZALEA ‘GLOWING GEMBER’ Oranje bloemen, compact groeiend, tussentijdse bloei. Knaphill-Exbury Azalea.

RHODODENDRON CAMPYLOGYNUM ‘MYRTHILLOIDES’ Paarse bloemen, begin mei; mooie, zeer fijne, kleine, elliptische, groene blaadjes. Struikjes lijken een beetje op de wilde bosbessen (Myrtillen).


p Rhododendron ‘Albert Schweitzer’

p Rhododendron ‘Lee’s Dark Purple’


p Rhododendron ‘Catawbiensis Grandiflora’

q Rhododendron ‘Lord Roberts’

p Rhododendron ‘Praecox’

q Rhododendron yakushimanum

RHODODENDRON ‘DORA AMATEIS’ Witte bloemen, begin mei.

RHODODENDRON ‘CATAWBIENSIS GRANDIFLORUM’ Lila bloemen, eind mei-begin juni.

4

RHODODENDRON ‘GLETSCHERNACHT’ Donkerblauwe bloempjes, begin mei; elliptische, spitse, groene blaadjes.

RHODODENDRON ‘CHEER’ Roze bloemen, april-mei.

2

RHODODENDRON IMPEDITUM ‘SELECT’ Blauwe bloempjes, begin mei, kleine, elliptische, grijze blaadjes.

RHODODENDRON ‘CLEMENTINE MITFORD’ 2 Een cultivar tot 2 meter hoogte. In mei verschijnen de bloemen met een subtiele witroze kleur met oranjeachtige vlek in het midden. Het jonge schot is zilverachtig van kleur.

RHODODENDRON ‘LAVENDULA’ Deze cultivar bereikt een hoogte van 1 meter en bloeit met lilaroze bloemen vanaf april. De elliptische, groene bladeren met een opvallende, rosbruine onderkant geuren lekker. RHODODENDRON ‘PRAECOX’ De vroegstbloeiende rhododendron met violette bloemen. Bloeit voor het verschijnen van het blad. Een schitterende rhododendron.

RHODODENDRON ‘COSMOPOLITAN’ 2 Een variëteit tot 2 m hoog. De trompetachtige intens roze bloemen verschijnen in mei. RHODODENDRON ‘CUNNINGHAM’S WHITE’ Witte bloemen, begin mei.

2-3

RHODODENDRON ‘SCARLET WONDER’ Rode bloemen, begin mei.

RHODODENDRON ‘DELTA’ Lila bloemen, eind mei-begin juni.

3-4

RHODODENDRON ‘SHAMROCK’ Gele bloemen, half mei; klein, groen, afgerond blad.

RHODODENDRON ‘GARTENDIREKTOR RIEGER’ Crèmekleurige bloemen, begin mei.

RHODODENDRON REPENS HYBRIDEN IN DE KLEUREN WIT, PURPER, ROOD, ROZE,... Een traag groeiende, laagblijvende struik met breed-elliptische, groene bladeren. De trompetachtige bloemen in verschillende kleuren verschijnen meibegin juni.

RHODODENDRON ‘GOLDGLANZ’ 2 Een matig groeiende, opgaande, Duitse hybride tot 2 meter hoog. Deze cultivar bloeit met mooie gele trompetachtige bloemen in mei-juni.

RHODODENDRON YAKUSHIMANUM EN HYBRIDEN: Dit zijn eveneens klein blijvende rhodo’s. Het zijn traag groeiende struiken met elliptische, groene, lange bladeren en trompetachtige bloemen (anders indien aangegeven!)

RHODODENDRON ‘GOMER WATERER’ Witte bloemen met roze tint, halfhoog, late bloei

2

3

RHODODENDRON ‘GOLDFLIMMER’ Een struik met breed-elliptische, groene bladeren met gele vlekken. De trompetachtige bloemen zijn mauve en verschijnen vanaf half mei.

RHODODENDRON ‘DOC’ Roze bloemen, half mei; breed elliptische, groene bladeren.

RHODODENDRON ‘HALFDAN LEM’ 4 Een gezond groeiende variëteit tot 4 meter hoog met rode bloemen in mei.

RHODODENDRON ‘DREAMLAND’ Roze bloemen, compact groeiend, vroege bloei

RHODODENDRON ‘ LEE’S DARK PURPLE’ Donkerpaarse bloemen, half mei-juni.

4

RHODODENDRON ‘GRUMPY’ Roze bloemen, compact groeiend, tussentijdse bloei

RHODODENDRON ‘LORD ROBERTS’ Donkerrode bloemen vanaf begin juni (=laat).

3

RHODODENDRON ‘PINK CHERUBE’ Roze bloemen, half mei; afgeronde, groene bladeren.

RHODODENDRON ‘MADAME MASSON’ 3 Een cultivar tot 3 m hoog. De trompetachtige witte bloemen verschijnen in mei-juni (laat).

RHODODENDRON ‘SWEET SUE’ Roze bloemen, half mei; tot 1,2 meter hoog; lange, groene bladeren.

2-3

RHODODENDRON ‘MARIE FORTE’ Donkerrode bloemen, eind mei.

RHODODENDRON ’WINSOME’ Roze bloemen, half mei; breed elliptische, groene bladeren. RHODODENDRON YAKUSHIMANUM ‘PRINCE’ Roze bloemen, eind mei; opvallende, lange, smalle, groenwitviltige bladeren. RHODODENDRON HYBRIDEN: Hoog groeiende rhododendrons met groene, elliptische, lange bladeren en trompetachtige bloemen (anders indien aangegeven). Hierin bevinden zich matig- en snelgroeiende soorten. Ze kunnen dan ook uitgroeien tot hoge sierheesters.

RHODODENDRON ‘MRS A. T. DE LA MARE’ Witte bloemen, mei-juni.

4

RHODODENDRON ‘MRS. CHAR. PEARSON’ 3 De trompetachtige bloemen hebben een witte kleur met lichtroze schijn en verschijnen eind mei. 4

RHODODENDRON ‘NOVA ZEMBLA’ Rode bloemen, tweede helft van mei.

RHODODENDRON ‘ALBERT SCHWEITZER’ Roze bloemen, half mei.

4

RHODODENDRON ‘ANAH KRUSCHKE’ Blauwe bloemen, half mei.

4

RHODODENDRON ‘POINT DEFIANCE’ 2,5 - 3 Een opgaande, nieuwe Amerikaanse hybride tot 2,5 meter hoog. Deze cultivar bloeit met mooie subtiel roze trompetachtige, uitzonderlijk grote bloemen in mei.

RHODODENDRON ‘ANNA ROSE WHITNEY’ Roze bloemen, mei-juni.

4

RHODODENDRON PONTICUM ‘ROSEUM’ Roze bloemen, vanaf juni (=laat).

RHODODENDRON ‘BERNSTEIN’ 3 Tot 3 meter hoog. De trompetachtige zachtgele bloemen verschijnen in mei. RHODODENDRON ‘CATAWBIENSIS BOURSAULT’ Lilaroze bloemen, begin juni.

4

3

TIP Rhododendrons kunnen goed gesnoeid worden. Echt drastische snoei gebeurt in de winterperiode. Je kan de rhododendron dan terugsnijden tot op het naakte hout. Gewone onderhoudssnoei gebeurt best direct na de bloei.


RHODODENDRON ‘PURPUREA ELEGANS’ Lilapurperen bloemen, hoog groeiend, tussentijdse tot late bloei.

4

RHODODENDRON ‘TORTOISESHELL ORANGE’ Tot 1,5 à 2 m hoog. Oranje bloemen verschijnen in mei.

1,5 - 2

RHODODENDRON PONTICUM ‘VARIEGATUM’ 3 Een struik met breed-elliptische, groene bladeren die geel omrand zijn. De trompetachtige bloemen hebben een mauve kleur en verschijnen vanaf mei.

RHODODENDRON ‘VIRGINIANA RICHARD’ 2 Een mooie compacte hybride tot 2 meter hoog. Deze cultivar bloeit met prachtige zalmroze trompetachtige bloemen in mei.

RHODODENDRON ‘ROCKET’ 2-3 Een matig en compact groeiende hybride van 2 tot 3 meter hoog. Met roze trompetachtige bloemen vanaf mei.

RHODODENDRON ‘WILGENS RUBY’ Rode bloemen, compact groeiend, tussentijdse tot late bloei

RHODODENDRON ‘SAPPHO’ 4 Een prachtige rhododendron tot 4 meter hoog met grote witte bloemen met een opvallende donker vlek vanaf half mei.


2-3

RHODODENDRON HYBRIDEN in de kleuren lila, donkerrood, wit, vuurrood, witroze, rood, roze Een matig groeiende struik met breed-elliptische, groene bladeren. De trompetachtige bloemen in verschillende kleuren verschijnen in mei-juni.

Coniferen, dennen en sparren Sommige mensen vinden coniferen ouderwets. Toch zijn er binnen het geslacht Pinus, Picea,... prachtige, waardevolle soorten die door velen niet gekend zijn. ‘Onbekend is onbemind’. Het zijn uiteindelijk de coniferen en dennen die winter en zomer structuur en kleur geven aan de tuin terwijl vele sierheesters weinig te bieden hebben gedurende de winterperiode. Binnen het geslacht Pinus, Picea, Abies,... worden door ons heel wat inspanningen geleverd om kleurrijke, waardevolle soorten te zoeken en te enten (specialistenwerk) en zo een brede waaier te kunnen aanbieden. Een groot deel van de nieuwe en komende variëteiten zijn traag groeiend en kunnen perfect in kleine tuinen worden gebruikt. Onderschat de kleurenpracht van de verschillende geslachten niet! Zo zijn er enkele Pinus-variëteiten die tegen de herfst van groen naar opvallend zachtgeel kleuren en zo een echte blikvanger zijn in de tuin gedurende de winterperiode. Volgende jaren wordt er hard gewerkt aan het herwaarderen van coniferen, sparren en dennen. Ze werden vroeger misschien onoordeelkundig gebruikt. Een groot voordeel van coniferen, dennen en sparren is dat ze op slechte, zanderige gronden kunnen gedijen. Ze stellen echt weinig eisen aan grond en standplaats. Opmerking: De soorten zonder uitleg komen voor ‘t eerst voor in het assortiment. Vraag ernaar op de kwekerij.

ABIES ALBA Gewone zilverspar Een matig groeiende, slanke, kegelvormige boom met frisgroene naalden die aan de onderzijde twee witte strepen bezitten. Deze zilverspar is in staat zijn takken vele jaren tot op de grond te bewaren.

ABIES KOREANA ‘SILBERLOCKE’ Een schitterende, traag groeiende, kleine, opvallende struik of klein boompje waarvan de naalden rond de lengteas gedraaid zijn zodanig dat de zilverwitte achterzijde duidelijk zichtbaar wordt. Een waardevolle, weinig voorkomende abies.

ABIES ALBA ‘PYRAMIDALIS’ ABIES AMABILIS Pacifische zilverspar Een kegelvormige, opgaande boom met prachtige, glanzende groene naalden die aan de onderkant wit gestreept zijn. Op wat oudere leeftijd draagt de plant langwerpige, paarsblauwe kegels. Ook deze soort is in staat haar takken vele jaren tot op de grond te bewaren. ABIES BALSAMEA Een matig groeiende, zeer mooie, kegelvormige, hoge den met donkergroene naalden en zeer dicht getakte habitus. Deze soort behoudt goed haar takken tot op de grond en kan gebruikt worden als solitair of als afscherming. Op latere leeftijd verschijnen er paarsblauwe kegels. ABIES BALSAMEA ‘NANA’ Dit is een zeer traag en bolvormig groeiende, kleine, waardevolle conifeer. Het loof bestaat uit korte, donkergroene naaldjes. ABIES CONCOLOR Colorado zilverspar Een matig groeiende, verticaal opgaande, hoge den met schitterende, opvallende, veraf staande, grote, blauw- of grijsgroene naalden. ABIES GRANDIS Reuzen zilverspar Een snelgroeiende, piramidale, grote boom die zijn takken goed tot aan de grond behoudt. Naalden van deze Abies zijn groen en staan in één vlak.

p Abies koreana ‘Silberlocke’

q Abies koreana

ABIES HOMOLEPIS Nikko zilverspar Een matig groeiende kegelvormige, prachtige spar met mooie rozig-grijze schors en lichtgroene, aan de onderkant zilverkleurige naalden. Op latere leeftijd verschijnen er paarsblauwe, 10 cm lange kegels. ABIES KOREANA Zilverspar Een slanke, matig groeiende, waardevolle conifeer die zelfs als kuipplant kan worden gebruikt. Deze veelzijdige, waardevolle conifeer heeft loof dat aan de bovenkant groen is en aan de onderkant zilverkleurig. De kegels van deze variëteit verschijnen reeds op jonge leeftijd, zijn purperkleurig en rechtopstaand.


p Abies concolor achter een intens donkerrode roos

p Calocedrus decurrens ‘Pillar’

ABIES KOREANA ‘BLAU’ Een nog zeer nieuwe variëteit met blauwe naalden. Over de groeiwijze is nog weinig geweten.

ABIES NORDMANNIANA ‘PENDULA’

ABIES KOREANA ‘CIS’

ABIES PINSAPO ‘GLAUCA’ Een piramidale, traag groeiende boom met blauwwit berijpte, radiaal uitstaande naalden.

ABIES KOREANA ‘FELDERBACH’ ABIES KOREANA ‘GOLDEN GLOW’ De frisse, groene naalden van deze Abies kleuren in de wintermaanden stralend oranjegeel. Het is waarschijnlijk de enige cultivar in het ‘gele’ assortiment die geen bruine vlekjes op de naalden krijgt. ABIES KOREANA ‘OBERON’ Abies KOREANA ‘TUNDRA’ ABIES LASIOCARPA ‘COMPACTA’ Een zeer dichte, regelmatig breed-kegelvormige plant met uitzonderlijk zilverblauw loof. (na 10 jaar 80*40 cm). Aanrader! ABIES LASIOCARPA ‘TONISMEYER’ ABIES NORDMANNIANA Dit is een rechtop gaande, matig groeiende, hoge, breed-cilindrische boom met donkergroene, platte naalden. ABIES NORDMANNIANA ‘BARABITS COMPACT’ Een traag groeiende, waardevolle, weinig voorkomende, klein blijvende abies met prachtig frisgroen loof. Bol- tot nestvormig groeiend. Een schitterende plant. ABIES NORDMANNIANA ‘GOLDEN SPREADER’ Een kleine, speciale, traag groeiende abies met opvallende, zachtgele naalden. Deze soort groeit nestvormig en brengt kleur in de tuin. Plant ze niet op een plaats waar zij gans de dag in de volle zon staat. ABIES NORDMANNIANA ‘MUNSTERLAND’


ABIES NORDMANNIANA ‘ROBUSTA’

ABIES PROCERA ‘BIZARO’ ABIES VEITCHII ‘HEDDERGOTT’ ARAUCARIA ARAUCANA Apenboom Een open, breeduit groeiende conifeer met grijze schors die gerimpeld is als een olifantenhuid. Platte, glanzende, scherpe, donkergroene naalden en 15 cm lange kegels. Deze apenboom kan als solitair worden gebruikt. Hij moet in de winter worden afgedekt daar hij op jonge leeftijd nogal vorstgevoelig is. CALOCEDRUS DECURRENS Zuilcipres Een opgerichte, matig groeiende conifeer met korte, horizontale takken en prachtige, opvallende, platte twijgen met donkergroene naalden. De afschilferende schors is mooi bruin van kleur. CALOCEDRUS DECURRENS ‘AUREOVARIEGATA’ Als voorgaande doch met donkergroene, en gele schubben. CALOCEDRUS DECURRENS. ‘BERRIMA GOLD’ Van deze Calocedrus is het loof (opvallend platte twijgjes) geelgroen in de zomer en opmerkelijk oranjegeel in de herfst en in de winter. Een kegel- tot zuilvormige groeiwijze. In 10 jaar 120 cm hoog. Voor de kleur een zonnige standplaats graag. Een voedzame grond is aan te raden. CALOCEDRUS DECURRENS ‘PILLAR’ Zoals de naam doet vermoeden een zuilvormige habitus. In 10 jaar 3-4 meter hoog en 60-80 cm breed. Het donkergroene loof staat, net als alle Calocedrussen, in platte mooi gerangschikte twijgjes. Een prachtige solitair daar waar niet veel plaats is.

OPMERKING De soorten zonder uitleg komen voor ‘t eerst voor in het assortiment. Vraag ernaar op de kwekerij.

CEDRUS DEODARA Himalaya ceder Een snelgroeiende, prachtige den met piramidale kroon, grijsgroene naalden en sierlijk overhangende twijgen. CEDRUS DEODARA ‘FEELIN’ BLUE’ Een schitterende, plat spreidende dwergvorm die goed gevuld is in het hart. De twijgtoppen zijn iets naar beneden gebogen. In het oog springende blauwgrijze naalden. CEDRUS DEODARA ‘KARL FUCHS’ Als voorgaande maar met opvallende, grijsblauwe naalden. Piramidaal opgaande groeiwijze met overhangende twijgtoppen. Mooi! 3 à 4 meter hoog na 10 jaar. CEDRUS DEODARA ‘GOLDEN HORIZON’ Een traag tot matig groeiende, prachtige den met platte habitus en met schitterende, opvallende, groengele naalden en sierlijk overhangende twijgen. De groeiwijze is tamelijk vlak. CEDRUS LIBANI SUBSP. ATLANTICA (Cedrus atlantica ‘Glauca’). Een mooie, zeer groot groeiende, brede Cedrus met stugge, staalblauwe naalden. Mooi opstaande, tonvormige kegels die verkleuren van groen naar bruin. CEDRUS LIBANI ‘ATLANTICA PENDULA’ Deze treurvorm groeit grillig met grote gebogen takken waaraan in lange ‘slierten’ de twijgen met staalblauwe naalden hangen. Een mooie vorm die niet snel groeit. CEDRUS LIBANI ‘ATLANTICA AUREA’ Als cedrus libani subsp. atlantica maar met geelgroene naalden.

ABIES De hoog groeiende abiessoorten (vb. Abies balsamea, A homolepis, A. nordmanniana,...) zijn waardevol om hoge, lange windsingels aan te leggen. Abies houdt in tegenstellling tot bv. Picea beter zijn takken tot op de grond.

CEDRUS LIBANI ‘FASTIGIATA’ Een prachtige, snelgroeiende, fastigiate vorm van de cedrus. Een elegante verschijning met opvallende blauwe naalden. CEPHALOTAXUS HARRINGTONIA ‘FASTIGIATA’ Een traag groeiende, brede, zuilvormige conifeer met lange, dof donkergroene naalden. CEPHALOTAXUS HARRINGTONIA ’DRUPACEA’ Deze conifeer wordt gekenmerkt door zijn vrij grote donkergroene schubben met een grote witte vlek. Het is een traag tot matig groeiende plant.

Chamaecyparis Heel wat Chamaecyparissoorten worden gebruikt als haagplant. Hiernaast wordt het telkens bij de benaming aangegeven met HAAG. Wil je hieromtrent meer informatie, lees dan verder bij de ‘haagplanten’ blz.97.

CHAMAECYPARIS LAWSONIANA HAAG Deze planten zijn een verbeterde soort van de Chamaecyparis lawsoniana. Het betreft hier een donkergroene variëteit die strak en gezond groeit. CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘BERGEON’ CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘COLUMNARIS GLAUCA’ HAAG Deze matig groeiende, slanke conifeer met blauw loof wordt voornamelijk aangeplant als haag, zichtbreker en in dreven. Een minder gezonde soort omwille van rode spin aantastingen. CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘DIK’S WEEPING’ HAAG Ongelooflijk deze treurvorm! Het is een snelgroeier maar die uitermate slank blijft. Als hij 6 meter hoog is zal hij maar 1 meter breed zijn! Zeer apart om zulk een silhouet in de tuin boven de beplanting uit te zien toornen. CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘GOLDEN KING’ HAAG Een matig en gezond groeiende, vrij slanke conifeer met schitterend geel loof. CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘GREEN SPIRE’

CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘IMBRICATA PENDULA’ Een schitterende treurplant met loof dat in lang lint naar beneden hangt. In 10 jaar 250 cm hoog indien opgebonden. Een bijzonder mooie solitair die een speciale toets kan geven aan de tuin. CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘LANE’ HAAG Een zuilvormige, matig groeiende conifeer met prachtig, goudgeel loof zowel in de winter als in de zomer. Hij kan eveneens mooi als solitair gebruikt worden. CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘MINIMA GLAUCA’ Een traag groeiende, waardevolle dwergconifeer die weinig eisen aan de grond stelt. Deze variëteit groeit bolvormig en heeft blauwgroen loof. CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘ROBUSTA’ HAAG Een zeer mooie, dichte, matig groeiende, slanke conifeer met mooi groen loof. CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘WISSEL SAQUARO’ CHAMAECYPARIS NOOTKATENSIS ‘GLAUCA’ Als voorgaande doch met blauwgroen loof.

HAAG

CHAMAECYPARIS NOOTKATENSIS ‘PENDULA’ Een zeer mooie, hoge conifeer met groen loof en prachtige, sierlijk afhangende twijgen. Deze matig groeiende variëteit mag niet worden geplant op te zwaar bemeste grond. CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘AUREA’ CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘CONTORTA’ Een piramidaal groeiende conifeer met frisgroen, sterk gedraaid loof. Het is een traag groeiende, kleine conifeer die als waardevol wordt beschouwd. Een zeer decoratieve groeier die kan worden gebruikt in een pot of kuip. Waarschijnlijk is deze variëteit ontstaan uit ‘Nana gracilis’. Deze (‘Contorta’) heeft echter sterker gedraaid loof. CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘CRIPPSII’ Een aan te bevelen, mooie, kegelvormige, matig groeiende conifeer voor kleine tuinen met schitterende gele, geurende, platte, licht gedraaide twijgen. CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘GOLDEN CERAMIC’ CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘GRACIOSA’ Een piramidaal en matig groeiende conifeer met grof, frisgroen, gedraaid loof. Een zeer decoratieve groeier die kan worden gebruikt in een pot of kuip. Deze soort gelijkt op de ‘nana gracilis’ maar is toch grover van groei. CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘MARIAN’ Een traaggroeiende obtusasoort met in de zomer groengeel loof dat in de winter opvallend geel verkleurt! Eerst zuilvormig van groei, later kegelvormig. Een goede winterharde variëteit die graag veel zon heeft om de kleur goed te behouden. CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘NANA GRACILIS’ Een piramidaal groeiende conifeer met frisgroen, gedraaid loof. Het is een traag groeiende, kleine conifeer die als waardevol wordt beschouwd. Een zeer decoratieve groeier die ook kan worden gebruikt in een pot of kuip. CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘NANA LUTEA’ Zoals ‘Nana Gracilis’ maar het hele jaar door goudgeelkleurige naalden. Plant niet in de volle zon! CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘PYGMEA’ Deze cultivar heeft een spreidende tot bolvormige groeiwijze met opvallende roodbruine takjes. In de zomer is het loof glanzend groen, in de winter bruinachtig groen.


CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘TETRAGONA AUREA’ Een aan te bevelen, traag groeiende conifeer met prachtig, speciaal gedraaid goudgeel loof.

GINKGO BILOBA ‘HEKSENBEZEM LEIDEN’ Een grillig groeiende boom met opstaande, hangende, horizontale takken. Groeit een beetje alle richtingen uit.

CHAMAECYPARIS OBTUSA ‘WATCHII’

GINKGO BILOBA ‘MARIKEN’ Japanse notenboom Een uitermate waardevolle nieuwigheid in ons assortiment. De bladeren zijn vrij groot en half cirkelvormig. Een zeer dichte plat- tot bolvormige groeiwijze. Een aanrader!

CHAMAECYPARIS PISIFERA ‘FILEFERA AUREA’ Deze variëteit heeft een brede opgaande groeiwijze. Toch wordt hij niet groot. Het loof is geel en draadvormig. De twijgen zijn overhangend. Het is een traag groeiende plant die enkel groeit op niet te sterk bemeste grond. CHAMAECYPARIS PISIFERA ‘SQUARROSA INTERMEDIA’ Een traag tot matig groeiende struik tot 2,5 meter hoog met in de zomer schitterende helderblauwe naalden. Deze struik is nogal onregelmatig van vorm, stelt weinig eisen aan grond en standplaats en kan te allen tijde gesnoeid worden. CRYPTOMERIA JAPONICA ‘GLOBOSA NANA’ Een traag en bolvormig groeiende, waardevolle Cryptomeria met groen loof. Deze soort stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Het is een bekende dwergvorm voor de grotere rotstuin. CRYPTOMERIA JAPONICA ‘JINDAI-SUGI’ Japanse cipres Een traag en kegelvormig groeiend plantje. Het bezit groene naaldjes en groeit zeer gedrongen. Het is een mooi decoratief solitairtje. CRYPTOMERIA JAPONICA ‘KOSHYI’ Een echte dwerg die bijzonder geschikt is voor de rotstuin! In 10 jaar 30 cm hoog. Plat- bolvormige groei met groene, zeer korte naalden. CRYPTOMERIA JAPONICA ‘LITTLE CHAMPION’ CRYPTOMERIA JAPONICA ‘VILMORINIA’ Japanse cipres Een traag en bolvormig groeiende Cryptomeria met groen gebladerte. In de winter gaan de uiteinden van het loof bruinachtig verkleuren. CRYPTOMERIA JAPONICA ‘CRISTATA’ Japanse cipres Een tamelijk langzaam groeiende, hoge boom met hanenkamvormige vertakkingen en donkergroene naalden. CUPRESSOCYPARIS LEYLANDII HAAG Een overbekende, zeer snel groeiende conifeer met groen loof die gemakkelijk 50 cm tot 1 meter per jaar kan groeien. CUPRESSOCYPARIS LEYLANDII ‘CASTLEWELLAN GOLD’ HAAG Een slanke, snelgroeiende, goudgele conifeer die als haag of als zichtbreker kan worden gebruikt. CUPRESSOCYPARIS LEYLANDII ‘ROBIN ‘S GOLD’ HAAG Een slanke, snelgroeiende, goudgele conifeer die als haag of als zichtbreker kan worden gebruikt. GINKGO BILOBA Japanse notenboom In het begin van zijn levensjaren een vrij recht omhoog gaande en weinig vertakte, matig groeiende boom die op latere leeftijd een grillige vorm krijgt. Het is een gezond groeiende soort. De groene bladeren zijn waaiervormig met een ingesneden top. Ze verkleuren mooi geel in de herfst en vallen dan af. Eigenlijk zijn de bladeren ontstaan uit het samensmelten van naalden. Daarom dat deze loofboom nog altijd bij de coniferen wordt gerekend. Een waardevolle boom. GINKGO BILOBA ‘BARABITS NANA’ Een traag groeiende Ginkgo die nog wat grover is dan G. ‘Mariken’ en G. ‘Globus’. Een halve dwergvorm dus. GINKGO BILOBA ‘BERGEN OP ZOOM’ Een opgaande boom die half zuilvormig is! Slanker groeiend dan de gewone Ginkgo biloba. GINKGO BILOBA ‘GLOBUS’ Zie coniferen in bolvorm blz. 39


GINKGO BILOBA ‘PENDULA’ Een treurvorm die soms aan de voet wordt geënt, gestokt en zo als opgaande vorm wordt gekweekt met slank naast de stam neerhangende twijgen. Dikwijls ook op half- en hoogstam geënt waardoor vanaf een vooraf bepaalde hoogte alle takken naar beneden hangen. Schitterend! Uitermate waardevolle, weinig gebruikte boom met de prachtige, opvallende, waaiervormige, groene bladeren met ingesneden top. GINKGO BILOBA ‘PRINCETON SENTRY’ Een smal zuilvormige, mannelijke selectie die later wat breder wordt. Een typische waaiervormig, groen blad met ingesneden top. Goudgele herfstkleur. In tegenstelling tot G. ‘Tremonia’ staan de takken van G. ‘Princeton Sentry’ wat meer horizontaal ingeplant . GINKGO BILOBA ‘SARAGOTA’ Een grotere struik met schitterende diep ingesneden bladeren. GINKGO BILOBA ‘TIT’ Een dichte, bossige dwergsoort, vooral op iets latere leeftijd. Deze Japanse notenboom maakt bobbels op stam waarna ook hier weer bladeren uitkomen. In 10 jaar tijd groeit hij +/- 250 cm hoog en 100 cm breed. Mooie herfstkleur. GINKGO BILOBA ‘TREMONIA’ De allerbeste slanke vorm van de Ginkgo. Al vanaf jonge leeftijd is de mooie zuilvorm zichtbaar met strak opgerichte takken. Bladeren zoals de soort. GINKGO BILOBA ‘TUBIFOLIA’ Een struikvormige soort met iets open groeiwijze. Het blad is opvallend: deels klein Ginkgoblad deels bekervormige vergroeiingen van het blad. GINKGO BILOBA ‘UMBRELLA’ Een Japanse notenboom meestal geënt op stam. De kruin hangt niet zoals de cultivar G. ‘Pendula’ met de takken tot op de grond. Hij dijt uit en groeit meer in de breedte. Zoals de naam al suggereert: parapluvormig. GINKGO BILOBA ‘VARIEGATA’ Japanse notenboom Als voorgaande doch met geelwitte lijnen. Groot nadeel van deze soort is dat zij vrij snel naar groen verloopt. JUNIPERUS CHINENSIS ‘EXPANSA VARIEGATA’ Jeneverbes Bodem Een matig en vlak groeiende jeneverbes met blauwachtige naalden die hier en daar door witgele schubben worden onderbroken. JUNIPERUS CHINENSIS ‘KETELEERI’ Een hoge, matig groeiende, groene, kegelvormige jeneverbes met een overvloed aan groene, later zwarte bessen in het najaar. Deze soort kan door zijn slanke groei een goede haag vormen. JUNIPERUS CHINENSIS ‘STRICTA’ Jeneverbes Een traag tot matig en piramidaal groeiende conifeer met blauwachtige naaldjes. Deze cultivar is geschikt voor elke grond en standplaats. Op arme zandgrond behoudt hij wel beter zijn mooi gesloten vorm. JUNIPERUS COMMUNIS Gewone jeneverbes De wilde, matig groeiende jeneverbes met een slanke tot onregelmatige groeiwijze en met grijsgroene naalden. Er verschijnen eveneens zwarte jeneverbessen in het najaar (alleen aan de vrouwelijke planten!). JUNIPERUS COMMUNIS ‘HIBERNICA’ Jeneverbes Als Juniperus chin. ‘Stricta’ doch zeer slank van vorm.

JUNIPERUS Binnen het geslacht Juniperus zijn er heel wat soorten die veelvuldig als bodembedekker worden aangewend. Ze kunnen groeien zelfs op droge, zanderige gronden en zijn perfect te snoeien of te scheren. Bovendien zijn ze wintergroen! De goede bodembedekkers worden bij de benaming aangegeven met BODEM.

TIP Dikwijls wordt de sierwaarde van de jeneverbessen over het hoofd gezien. Takken met bessen worden nochtans veel gebruikt in bloemschikwerken.

JUNIPERUS COMMUNIS ‘REPANDA’ Jeneverbes Bodem Een vlak groeiende jeneverbes met groene naaldjes die perfect als grondbedekker kan worden gebruikt. Deze variëteit stelt weinig eisen aan de grond en kan, indien nodig, gesnoeid worden. De soort is traag tot matig groeiend. JUNIPERUS COMMUNIS ‘SENTINEL’ Jeneverbes Als Juniperus chin. ‘Stricta’ doch nog slanker van vorm. JUNIPERUS HORIZONTALIS Bodem Jeneverbes Een vlak groeiende jeneverbes met mooi grijsachtig loof. Hij stelt weinig eisen aan de grond en kan indien nodig worden gesnoeid. Het is een traag tot matig groeiende variëteit. JUNIPERUS HORIZONTALIS ‘WILTONII’ BODEM Een matig groeiende, zeer plat uitgroeiende, spreidende conifeer met schitterend zilvergrijs loof. Deze variëteit kan perfect als bodembedekker gebruikt worden. Stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Snoeien kan te allen tijde. JUNIPERUS MEDIA ‘BLAAUW’ Jeneverbes Een schitterende, traag groeiende, opgaande conifeer met blauwachtig gekleurd loof. Het is een plant met een decoratieve groei en veel karakter. JUNIPERUS MEDIA ‘HETZII’ Jeneverbes Een matig groeiende jeneverbes met grijsgroen loof. Deze variëteit groeit breed en hoog uit (3-4 meter). Er verschijnen talrijke groengrijze bessen in de herfst- en winterperiode die door bloemschikkers veel gebruikt worden. JUNIPERUS MEDIA ‘MINT JULEP’ Jeneverbes Een prachtige, opgaande, sierlijke jeneverbes met groen, fris loof. Deze cultivar kan op elke grond geplant worden. JUNIPERUS MEDIA ‘OLD GOLD’ Bodem Jeneverbes Het is een traag en vlak groeiende conifeer die weinig eisen stelt aan de grond. Het loof is geel van kleur. Deze jeneverbes kan zonder problemen gesnoeid worden. JUNIPERUS MEDIA ’PFITZERIANA AUREA’ Jeneverbes Als voorgaande doch met geelgroen loof. JUNIPERUS MEDIA ‘PLUMOSA AUREA’ Jeneverbes Een traag groeiende jeneverbes met mooi goudgeel loof dat in de winter bronskleurig verkleurt. Deze jeneverbes is opgaand en decoratief groeiend. JUNIPERUS SQUAMATA ‘BLUE CARPET’ BODEM Jeneverbes Een lage, traag groeiende, bodembedekkende jeneverbes. Deze variëteit heeft blauwgrijs loof en kan naar believen gesnoeid worden.

WEETJE De jonge scheuten van de lorkenvariëteiten zijn prachtig bruinoranje van kleur.

JUNIPERUS SQUAMATA ‘BLUE STAR’ Jeneverbes Een zeer traag groeiende, kleine blauwe conifeer. Deze variëteit heeft een bolvormige groeiwijze. Ook deze jeneverbes stelt weinig eisen aan de grond.

JUNIPERUS VIRGINIANA ‘SULPHUR SPRAY’ Jeneverbes Een vlak en matig groeiende, opvallende Juniperus met dicht, zwavelgeel loof. JUNIPERUS VIRGINIANA ‘GREY OWL’ Jeneverbes Een prachtige, hoge, bossig groeiende, grijze jeneverbes. JUNIPERUS VIRGINIANA ‘SKYROCKET’ Jeneverbes Een zeer strak en matig groeiende jeneverbes met grijs loof. LARIX DECIDUA ‘GLOBUS’ Een bladverliezende, klein blijvende en bolvormig groeiende lork met groene naalden. De grijsgroene naalden hebben een lengte van 3-5 cm en staan met 20-30 op kortloten ingeplant. LARIX KAEMPFERI Japanse lork Een groot en snel groeiende bladverliezende boom. De grijsgroene naalden hebben een lengte van 3-5 cm en staan met 30-40 op kortloten ingeplant. Deze boom heeft een kegelvormige groeiwijze. LARIX KAEMPFERI ‘JAKOBSEN’S PYRAMID’ Lork Als voorgaande doch een stuk slanker in groei. LARIX KAEMPFERI ‘DIANA’ Lork Een opgaande, bladverliezende, matig groeiende struik met sierlijk gekrulde takken. De grijsgroene naalden hebben een lengte van 3-5 cm en staan met 20-30 op kortloten ingeplant. LARIX KAEMPFERI ‘PENDULA’ Treurlork Een matig groeiende, bladverliezende boom met neerhangende takken. De grijsgroene naalden hebben een lengte van 3-5 cm en staan met 30-40 op kortloten ingeplant. Een waardevolle treurboom. LARIX KAEMPFERI ‘STIFF WEEPING’ Een matig groeiende, bladverliezende treurboom zonder doorgaande kop met takken die recht langsheen de stam neerhangen. De grijsgroene naalden hebben een lengte van 3-5 cm en staan met 30-40 op kortloten ingeplant. Een waardevolle treurboom die goed in een kleine tuin gebruikt kan worden. METASEQUOIA GLYPTOSTROBOIDES Watercipres Een snelgroeiende, hoge, kegelvormige boom met naaldvormige bladeren die in de winter afvallen. De naalden zijn lichtgroen van kleur. METASEQUOIA GLYPTOSTROBOIDES ‘GOLDRUSH’ Een matig groeiende, kegelvormige, bladverliezende boom met naaldvormige bladeren die in de winter afvallen. De naalden zijn schitterend zachtgeel van kleur. Een prachtige nieuwigheid in het Metasequoia sortiment. Een aanrader voor de liefhebber! METASEQUOIA GLYPTOSTROBOIDES ‘MAITHAIE’ Een prachtige, opvallende, bladverliezende conifeer met levendig groen loof en bolvormige groeiwijze. Na 10 jaar +/- 80 cm hoog en 80 cm breed. Plant hem in de zon als de plaats voldoende vochtig is of in de halfschaduw op elke grond. Bijknippen kan altijd. MICROBIOTA DECUSSATA BODEM Een breeduit groeiende conifeer met geelgroene zeer korte naaldjes die in de winter opvallend bruinachtig verkleuren.


PICEA ABIES Kerstden De bij ons veel voorkomende en overbekende kerstden. Deze spar behoudt zijn takken goed tot op de grond. De eerste 15 jaar is deze spar gezond groeiend, daarna is hij nogal onderhevig aan ziekten. Picea abies stelt weinig eisen aan de grond en is een snelle groeier. Hij heeft korte, groene naaldjes en is vrij slank opgroeiend. PICEA ABIES ‘BLUE WONDER’ Een traag groeiende, zeer spits, kegelvormig dennetje met opvallende, blauwe naalden. Dit is de blauwe vorm van Picea g. ‘Conica’ PICEA ABIES ‘INVERSA’ Een traag groeiende spar met donkergroene, korte naalden en strak naar beneden hangende twijgen. Een prachtige struik met veel karakter. PICEA ABIES ‘NIDIFORMIS’ Een traag groeiende, klein blijvende conifeer met frisgroene naaldjes. Deze variëteit groeit meer uit in de breedte dan in de hoogte. Hij heeft een kegel- tot bekervormige groeiwijze. PICEA ABIES ‘OHLENDORFFII’ Een zeer waardevolle, traag groeiende, mooie picea. Deze variëteit heeft een bijna bolvormige groeiwijze. In het voorjaar mooi fris groen loof. Een aanrader in de tuin. PICEA BREWERIANA Een schitterende, opgaande, sierlijke, matig groeiende spar met stevige, blauwgroene naalden. Deze boom heeft zowel rechte takken als mooie hangende twijgen. Een aanrader in de tuin. PICEA GLAUCA ‘ALBERTA GLOBE’ Een zeer trage en gedrongen groeiende Picea met grijsgroene naalden en een kogelvormige vorm. Zeer mooi in het voorjaar bij het uitlopen van de scheuten. PICEA GLAUCA ‘CONICA’ Een strak kegelvormige en zeer traag groeiende Picea met lichtgroen loof. De plant is zeer dicht vertakt. PICEA MARIANA ‘NANA’ Een zeer traag groeiende conifeer met korte, blauwgrijze naaldjes en een eerder bolvormige groeiwijze. Hij heeft de kleur van de veel gebruikte Picea pungens ‘Globosa’ maar is veel minder gevoelig voor ziekten. PICEA MARIORIKA ‘MACHALA’ Een traag groeiende conifeer met korte, blauwgrijze naaldjes en een eerder bolvormige groeiwijze. PICEA OMORICA ‘PENDULA’ Een erg fraaie treurvorm met slank naar beneden hangende takken die aan het eind iets opgaan waardoor de zilverblauwe naalden echt opvallen. Na 10 jaar 250 cm hoog en 40 tot 50 cm breed.

decoratieve waardevolle spar. PICEA ORIENTALIS ‘AUREA’ Kaukasische spar Als voorgaande maar met in het voorjaar mooie goudgele, jonge twijgen die later groen verkleuren. PICEA PUNGENS ‘GLAUCA’ Blauwe spar Een matig groeiende, kegelvormige boom met 2-3 cm lange, radiaal afstaande naalden die donker blauwgroen zijn van kleur. PICEA PUNGENS ‘GLAUCA GLOBOSA’ Blauwe spar Een traag en bolvormig groeiende spar met korte, blauwgrijze naaldjes. Het is een betrekkelijk klein blijvende spar. PICEA PUNGENS ‘KOSTER’ Blauwe spar Een traag en bolvormig groeiende spar met zilverachtige blauwe naalden. Het is een betrekkelijk klein blijvende spar. PINUS CEMBRA Alpenden Een matig groeiende, dichte, kegelvormige den met donkergroene of blauwachtig groene naalden die in bundels van 5 zijn verenigd. PINUS CEMBRA ‘GLAUCA COMPACTA’ Alpenden Een traag groeiende, dichte, kegelvormige, prachtige den met blauwachtig groene naalden die in bundels van 5 zijn verenigd. PINUS DENSIFLORA ‘ALICE VERKADE’ Deze traag groeiende variëteit is zeer winterhard en bezit frisgroene, vrij lange, zachte naalden. Deze plant is gedrongen en eerder bolvormig groeiend. PINUS DENSIFLORA ‘JAN KLUIS’ PINUS DENSIFLORA ‘OCULUS-DRACONIS’ Een opgaande, kleine den met een onregelmatige habitus. De naalden zijn schitterend gekleurd: afwisseld groen met gele banden. PINUS DENSIFLORA ‘TANJOHO COMPACTA’ PINUS DENSIFLORA ‘UMBRACULIFERA’ Een zeer winterharde, matig groeiende variëteit met frisgroene, vrij lange, zachte naalden. Deze plant heeft een ronde tot parasolachtige groeiwijze. PINUS KORAIENSIS ‘SILVERRAY’ PINUS LEUCODERMIS ‘COMPACT GEM’ Een brede en kegelvormig uitgroeiende dwergconifeer met zeer donkergroene naalden in paren. Het is een zeer trage groeier.

PICEA OMORICA ‘BRUNS’ Als Picea omorica ‘Pendula’ maar met een schitterende, dikwijls gedraaide harttak. Een zeer decoratieve solitair.

PINUS LEUCODERMIS ‘MALINKII’

PICEA OMORIKA Servische spar Een mooie, snelgroeiende spar met groengrijze naalden en iets afhangende takken die weinig eisen stelt aan de grond en die weinig aan ziekten en insecten onderhevig is. Deze spar laat zich gemakkelijk scheren. Picea omorika groeit vrij slank piramidaal op en kan goed als windscherm of als zichtbreker worden gebruikt.

PINUS MONOPOHYLLA Eénnaaldenden Een mooie, traag tot matig groeiende, opgaande den met grijze, 3 cm lange naalden op opvallende oranjebruine twijgen. De naalden staan niet gegroepeerd! Ze staan elk afzonderlijk ingeplant.

PICEA OMORIKA ‘NANA’ Een traag en bolvormig groeiende, klein blijvende, prachtige den met grijze, korte naaldjes.

PINUS MUGO ‘ALPENZWERG’

PICEA ORIENTALIS Kaukasische spar Een matig en zuilvormig groeiende spar met korte, donkergroene, dicht op elkaar staande naalden. Deze spar stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Omwille van zijn mooie naaldjes en zijn toch maar matige groei, is het een

PINUS MUGO ‘GNOM’ Een mooi gevormde, matig groeiende Pinus. De naalden van deze plant zijn donkergroen van kleur en staan in paren bij elkaar.


PINUS LEUCODERMIS ‘SCHMIDTII’

PINUS MUGO ‘ANNEMARIE’

PINUS MUGO ‘BUZO-DAR’

p Picea abies ‘Inversa’

p Picea abies ‘Ohlendorffii’

p Picea mariana ‘Nana’

p Picea pungens ‘Glauca Globosa’ op stam geënt.

p Picea omorika ‘Nana’

q Cedrus deodara

q Picea omorika ‘Nana’


p Pinus densiflora ‘Oculus-Draconis’

p Pinus mugo ‘Mops’

q Pinus parviflora

p Pinus monophylla


q Pinus strobus ‘Nana’

PINUS MUGO ‘GOLDEN GLOW’ Een schitterende, zeer aan te bevelen traag groeiende, ietwat bolvormige pinus met mooie, groene, 5 cm lange naalden die in de winter opvallend, zeer mooi diepgeel verkleuren. Een prachtige winterkleur. PINUS MUGO ‘HUMPY’ PINUS MUGO ‘KAMILA’ PINUS MUGO ‘MOPS’ Een trage, egaal, compact en bolvormig groeiende den met heldergroene naalden in paren. Het is een schitterende, zeer gezond groeiende pinus voor kleine tuinen die gedijt op elke grond. PINUS MUGO ‘MUGHUS’ Een traag groeiende den met groene, korte (3 cm) naalden die op elke grond gedijt. Deze variëteit groeit breed struikvormig uit. In deze soort zijn op de kwekerij planten te vinden tot 35 jaar oud. Vele bonsaï-liefhebbers zoeken hierin. Ook zijn ze te gebruiken in Japanse tuinen en voor grillige vormen aan waterpartijen. PINUS MUGO ‘PUMILIO’ Een zeer traag groeiende den met groene, korte naalden. Deze variëteit spreidt zich over de grond uit en blijft ten gevolge daarvan laag. PINUS MUGO ‘WINTERGOLD’ Als Pinus mugo ‘Golden Glow’ doch iets minder geel in de winter. PINUS NIGRA ‘LARICIO’ Corsicaanse den Een groot en breed groeiende den die de eerste 10 jaar zijn takken goed tot op de grond bewaart. De variëteit heeft donkergroene, vrij lange naalden. Het is een snelgroeiende variëteit met een zeer rechte, groeiende stam. Groeit sneller dan de Oostenrijkse den. PINUS NIGRA ‘NIGRA’ Zwarte den Een groot en breed groeiende den die de eerste 10 jaar zijn takken goed tot op de grond bewaart. Deze variëteit heeft donker groene, vrij lange naalden. Het is een snelgroeiende variëteit. PINUS NIGRA ‘PYRAMIDALIS’ Een matig groeiende cultivar met donkergroene, vrij lange naalden. Prachtige compacte, zuilvormige groei. Mooie, slanke vorm. PINUS PARVIFLORA ‘ADOCK’S DWARF’ PINUS PARVIFLORA ‘BERAN’ PINUS PAVRIFLORA ‘DAI-HO’ PINUS PAVRIFLORA ‘FRANKENHOF’ PINUS PARVIFLORA ‘GLAUCA’ Een matig groeiende den met blauwgrijze, gedraaide naalden die zich vooral aan het uiteinde van de loten bevinden. Deze mooie den stelt weinig eisen aan de grond en heeft een piramidale groei. PINUS PARVIFLORA ‘HAK-KO’ PINUS PARVIFLORA ‘KOKU-HO’ PINUS PAVRIFLORA ‘LEHMANN’ PINUS PAVRIFLORA ‘SHICAGOTEN’ PINUS PENTAPHYLLA ‘GLAUCA’ PINUS PEUCE ‘GLAUCA’ Balkanden Een matig en piramidaal groeiende, opgerichte den met dichte, grijsblauwe, vrij lange naalden. PINUS PUMILA ‘DRAYERS DWARF’

PINUS RESINOSA ‘WITCH BROOM’ PINUS STROBUS Een snelgroeiende den met mooie gladde stam. Deze den bezit een horizontale vertakking en mooie blauwgroene twijgen. Het loof is mooi grijs van kleur en zacht. De eerste 10 à 15 jaar behoudt deze den goed zijn takken tot op de grond. Nadien wordt de onderste helft van de boom kaal en doorzichtig. PINUS STROBUS ‘BERGMANS MINI’ PINUS STROBUS ‘CONTORTA’ PINUS STROBUS ‘FASTIGIATA’ Een matig groeiende, slanke den met mooie gladde stam. Deze den bezit een steile vertakking en mooie blauwgroene twijgen. Het loof is mooi grijs van kleur en zacht. PINUS STROBUS ‘HIMMELBLUE’ PINUS STROBUS ‘HORSFORD’ PINUS STROBUS ‘KRUGER’S LILLIPUT’ Een traag en bolvormig groeiende den met schitterende intensblauwe naalden. Het is de blauwste vorm van de bolvormige Pinus strobus soorten. Stelt weinig eisen aan grond en standplaats (niet te vochtig!). PINUS STROBUS ‘LUCAS’ PINUS STROBUS ‘MINIMA’ Een traag en gedrongen groeiende, bolvormige pinus met zachte, grijze naalden. Deze variëteit stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Dikwijls is deze soort op een stammetje geënt en wordt dan mooi om eventueel in een kuip of pot te planten. PINUS STROBUS ‘NANA’ Een traag en gedrongen groeiende, spreidende pinus met zachte, grijze naalden. Indien gewenst mag deze variëteit gesnoeid worden. PINUS STROBUS ‘PENDULA’ Een oude variëteit met een grillige groeivorm. Indien opgebonden 3 à 4 meter hoog in 10 jaar. De breedte is afhankelijk van de aanbindhoogte. De afhangende takken hangen sierlijk door tot op de grond. De naalden zijn zoals deze van de bekende Pinus strobus. PINUS STROBUS ‘SECREST’ PINUS STROBUS ‘TORULOSA’ Zoals Pinus strobus doch met opmerkelijke, zeer mooi gedraaide naalden. Groeit minder krachtig dan de soort. PINUS SYLVESTRIS Grove den Een snelgroeiende, opgaande den met groengrijze naalden en kleine denappeltjes. Het is de overbekende Kempische den met zijn opvallende, oranjebruine schors. PINUS SYLVESTRIS ‘AUREA’ In het begin een langzame groeier die later uitgroeit tot een middelgrote, kegelvormige den. (10 jaar +/- 150 cm hoog). De naalden zijn in de zomer groengrijsgrauw maar verkleuren in een koudeperiode naar schitterend goudgeel!. Plant op een zonnige standplaats. Komt uiteraard mooi uit tegen een donkere achtergrond. PINUS SYLVESTRIS ‘CHANTRY BLUE’ PINUS SYLVESTRIS ‘COMPACTA’ PINUS SYLVESTRIS ‘LONGMORE’ PINUS SYLVESTRIS ‘MOSERI’ Een prachtige, traag en compact groeiende den. De naalden zijn groen maar kleuren opvallend zachtgeel in de winter. Weerom een den die weinig eisen stelt aan grond en standplaats en met een herfstkleur.


TIP Dennen kunnen zeer compact gehouden worden. Dit doe je door 2/3 van de kaarsen (het jarige lot) die in het voorjaar verschijnen te verwijderen! Doe dit als je een den geplant hebt die te groot wordt. Beter is uiteraard jezelf goed te informeren en er een te planten die van nature klein blijft.

PINUS SYLVESTRIS ‘REPENS’ Een mooie, bodembedekkende Pinus met korte, groene naalden. Stelt weinig eisen aan de grond. Ook bonsaïliefhebbers kunnen deze soort goed gebruiken omwille van de dikwijls grillige vormen. PINUS SYLVESTRIS ‘SANDRINGHAM’ PINUS SYLVESTRIS ‘WATERERI’ Een traag groeiende, piramidale den met mooie, grijsgroene naalden en een prachtige, fel lichtbruine schors. PINUS SYLVESTRIS ‘WINTERGOLD’ PINUS THUNBERGII ‘KOTO-BUKI’ PINUS THUNBERGII ‘MAIJIMA’ PINUS THUNBERGII ‘SAYIBARA’ p Pinus strobus ‘Torulosa’

q Pinus strobus ‘Nana’

PINUS UNICATA ‘SCHOLZ’ PSEUDOLARIX AMABILIS Goudlork, schijnlork Een bladverliezende boom met open kroon en met trossen van lijnvormige, frisgroene, 2-6 cm lange naalden. Deze soort groeit in het begin langzaam daarna echter matig. Zij wordt aangeplant omwille van haar prachtige, fel oranje goudkleurige herfstkleur. PSEUDOTSUGA MENZIESII Douglas Snel en gezond groeiende douglasden. Deze hoog groeiende bomen kunnen goed worden gebruikt als bebossing daar ze een uitstekende houtkwaliteit bezitten en een goede houtopbrengst hebben. De naalden zijn frisgroen en ruiken naar citroen bij het wrijven. PSEUDOTSUGA MEN. ‘FLETCHERI’ Douglas (dwerg) Eén van de weinige dwergvormen van de douglasden. Deze traag groeiende variëteit heeft zilvergrijze tot groene naalden. Hij stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Het is een waardevolle den met een spreidende, afgeplatte habitus. PSEUDOTSUGA MEN. ‘PANNONIA’ Douglasden Eén van de weinige, waardevolle dwergvormen van de douglasden. Deze traag groeiende variëteit heeft zilvergrijze tot groene naalden en is in alle delen fijner dan de ‘Fletcheri’. SCIADOPITYS VERTICILLATA Een zeer mooie matig groeiende plant met frisgroene, zachte naalden die in kransen op de kortloten staan ingeplant. Deze plant groeit piramidaalvormig op. Een moeilijk te kweken variëteit die daardoor ook duurder en waardevoller wordt.


Een juweeltje, Sciadopitys verticillata u

SEQUOIADENDRON GIGANTEUM ‘BARABIT’S REQUIEM’ Een niet te missen Sequoiadendron! Een treurvorm met doorgaande kop en strak naar beneden hangende takken. Grijsgroen loof. In 10 jaar tot 4 meter hoog en 1 à 1,25 m breed. Absoluut onmisbaar in de tuin. Prachtig silhouet. SEQUOIADENDRON GIGANTEUM ‘GLAUCUM’ Een hoge, kegelvormig groeiende boom met opvallend blauwe naalden. Een zeer mooie solitair. Vergelijk hem qua vorm en uiterlijk met de soort maar iets trager in groei en blauwig van naald. TAXODIUM DISTICHUM ‘PEVÉ MINARET’ Een schitterende klein blijvende, bladverliezende Taxodium met het typische, zeer donkergroene blad. Na 10 jaar +/- 1,25 m hoog en 60-80 cm breed. Een aanrader. TAXODIUM DISTICHUM ‘CASCADE FALLS’ Een prachtige treurvorm. Het fijne, groen loof aan de typische roodbruine, neerhangende takken. Deze bladverliezende cultivar groeit vrij snel. Een echt hebbeding. TAXUS BACCATA ‘ GREEN DIAMOND’ Venijnboom Een matig groeiende conifeer die goed kan worden gebruikt om hagen te vormen. Scheren is geen enkel probleem. Taxus is een zeer sterke haagplant (2-5 per meter) die weinig onderhevig is aan ziekten en die zelfs in de schaduw goed gedijt. In de nazomer verschijnen er rode vruchtjes. Het loof is mooi groen. Op de kwekerij vind je eveneens geschoren bollen en piramiden. TAXUS BAC. ‘ERECTA’ Venijnboom Als voorgaande doch intenser donkergroen van kleur en uniformer van gewas. Deze taxus groeit wat slanker dan voorgaande. Als haagplant is hij waardevoller.

q Taxodium distichum naast de grijsblauwe slanke Juniperus chinensis ‘Stricta’

TAXUS BAC. ‘FASTIGIATA ‘ Een slank en matig groeiende variëteit met donkergroen loof. Deze venijnboom is een uitermate sterke plant en kan mooi als solitair worden gebruikt. TAXUS BAC. ‘FASTIGIATA AUREA’ Als voorgaande doch met opvallend geelgroen loof. TAXUS BAC. ‘REPANDENS’ Een laag blijvende, traag groeiende, brede, platte taxus met donkergroen loof die ook in de schaduw mag geplant worden zonder daar hinder van te ondervinden. TAXUS BAC. ‘SEMPERAUREA’ Venijnboom Een traag groeiende taxus met opgaande takken. De takken zijn bezet met mooie goudkleurige naalden. TAXUS BAC. ‘STANDISHII’ Een zeer traag en slank groeiende taxus met goudgele, stevige naalden. Een variëteit die wat kleur in de tuin kan brengen.


TAXUS BAC. ‘WASHINGTONII’ Een los en matig groeiende variëteit met heldergeel loof aan het uiteinde en groen loof in het midden van de struik. Dikwijls door goede snoei ook gebruikt als hoge bodembedekker. TAXUS GELE SELECTIETYPEN Een matig groeiende, sterke conifeer met zeer opvallende gele loten. Deze soort kan in alle vormen worden gesnoeid. TAXUS MEDIA ‘HICKSII’ Een matig groeiende, dichte conifeer met platte, donkergroene naalden die iets grover zijn dan die van de gewone Taxus baccata. De vruchten verschijnen in de nazomer en zijn rood gekleurd. THUJA OCCIDENTALIS ‘BRABANT’ HAAG Een matig groeiende, dichte, frisgroene, piramidale conifeer die goed en gezond groeit. THUJA OCC. ‘DANICA’ Een traag en bolvormig groeiende conifeer met groen loof. Deze conifeer heeft naar het uiteinde van zijn loof een bruine kleur. THUJA OCC. ‘ELEGANTISSIMA’ Een eivormig, traag groeiende conifeer. Het loof heeft een gele kleur die in de winter naar oranjebronsachtig verkleurt. THUJA OCC. ‘LITTLE GEM’ Een zeer traag en bolvormig groeiende conifeer met mooi frisgroen loof. THUJA OCC. ‘RHEINGOLD’ Een trage, kogelvormige groeier die zich gemakkelijk laat scheren. Hij is goudgeel van kleur in de zomer en koperkleurig in de winter. THUJA OCC. ‘SMARAGD’ HAAG Een traag groeiende conifeer met dichte, piramidaalvormig gedrongen groei. Je kan er zeer mooie, dichte hagen mee vormen. Het loof is frisgroen. THUJA OCC. ‘SUNKIST’ Een traag tot matig groeiende, opgaande Thuja met een dichte kegelvormige groei en goudgeel loof. De goudgele kleur blijft ook tijdens de winter behouden. THUJA OCC. ‘TINY TIM’ Een zeer compacte, bolvormig en traag groeiende conifeer met mooi frisgroen loof dat bronsachtig kleur in de winterperiode. Perfect te gebruiken in de rotstuin. THUJA OCC. ‘WOODWARDII’ Een traag en bolvormig groeiende conifeer met middelgroene naalden. THUJA ORIENTALIS ‘AUREA NANA’ Een langzaam groeiende, goudgele conifeer met een compacte groeiwijze. Hij groeit uit tot een dichte eivormige struik met verticale vertakking.

TAXUS Een ongelooflijk veelzijdige plant. Hij kan perfect dienen als vormboom, haagplant, solitair,.. Snoeien, scheren is geen enkel probleem. Schaduw wordt door dit geslacht goed verdragen. Wel oppassen voor echt natte standplaatsen! Op onze kwekerij kan je soorten vinden die al meer dan 25 jaar oud zijn!

THUJA Naast de onverwoestbare Taxus is Thuja ook een degelijke conifeer die als haagplant gebruikt kan worden. Ze houden goed hun sierwaarde en kunnen ook iets nattere gronden verdragen. Ze groeien gezond, snel en kunnen perfect geschoren worden. Plant om de 50 tot 60 cm.


THUJA PLICATA ‘ATROVIRENS’ HAAG Reuzenlevensboom Een gezond en slank groeiende Thuja die als zichtbreker of windscherm (om de 60 cm wordt er een geplant) kan worden gebruikt. Het loof is blinkend groen van kleur in de zomer en winter. Het snoeien van deze planten is geen enkel probleem. Het is een snelgroeiende variëteit die een frisse geur afgeeft. THUJA PLICATA ‘COMPACTA’ HAAG Een gezond en zeer fijn gestructureerde, compact groeiende Thuja die als zichtbreker of windscherm kan worden gebruikt. Het loof is blinkend groen van kleur in de zomer maar ook in de winter. Plant om de 50 cm voor het vormen van een haag. THUJA PLICATA ‘EXCELSA’ HAAG Een snelgroeiende conifeer met een gezonde en een iets lossere, grovere groei dan de ‘Plicata’. Het loof is eveneens iets grover dan dit van de ‘Plicata’ en iets minder blinkend groen. THUJA PLICATA ‘GELDERLAND’ HAAG Een gezond en fijn gestructureerde, compact groeiende Thuja die als zichtbreker of windscherm kan worden gebruikt. Het loof is blinkend groen van kleur in de zomer maar ook in de winter. Het snoeien van deze planten is geen enkel probleem. Plant om de 50 tot 60 cm voor het vormen van een haag. THUJA PLICATA ‘ZEBRINA’ HAAG Deze snelgroeiende variëteit heeft lichtgroen loof met geelgroene strepen. Het is een losse, goede en gezond groeiende groeier. THUJOPSIS DOLABRATA Een traag groeiende, winterharde, bossige struik. Kenmerkend voor deze conifeer zijn de grote, schubvormige, groene bladeren met een grote witte vlek op de onderzijde. TSUGA CANADENSIS Canadese hemlock Een brede, kegelvormige boom met donkergroene, spitse, kleine naaldjes en grijze twijgen. Deze struik verdraagt goed te worden gesnoeid en kan eveneens ook goed schaduw verdragen. TSUGA CAN.‘JEDDELOH’ Een traag groeiende conifeer met lichtgroene, kleine, spitse naaldjes en met een plat-bolronde groeiwijze. Het is een soort die ook goed gedijt in de schaduw. Er worden door de Tsuga weinig eisen aan de grond gesteld. TSUGA HETEROPHYLLA Westerse hemlock Een smalle, snelgroeiende boom met grijsgroene, kleine, stompe naaldjes. De boom bezit sierlijke, hangende twijgen en stelt weinig eisen aan de grond. Hij groeit goed in de schaduw.

Bodembedekkers Een goede bodembedekker zorgt voor een mooi dicht bladerentapijt en onderdrukt op een natuurlijke manier het onkruid. Hij moet eveneens zeer gemakkelijk te onderhouden zijn. Vele van de beschreven bladhoudende en bladverliezende sierheesters alsook vlakgroeiende coniferen worden gebruikt als bodembedekker. Ook enkele vaste planten zijn geschikt voor dit doeleinde. Onderstaande lijst geeft alleen bodembedekkers weer in de letterlijke betekenis van het woord. Het gedeelte sierheesters dat als vakbeplanting wordt gebruikt is hier niet opgenomen, hoewel de verschillen dikwijls minimaal zijn. De bedoeling van vakbeplanting namelijk, is te werken met laagblijvende sierheesters die een bepaalde oppervlakte afsluiten en onkruidgroei onderdrukken.

Bladhoudende bodembedekkers (Zie bladhoudende sierheesters voor de volledige beschrijving.) ARCTOSTAPHYLOS UVA-URSI 0,2 Berendruif ZUUR Een schitterende bodembedekker op de voor hem gunstige plaatsen. Deze plant gedijt ook in de halfschaduw. Best planten in een humusrijke, zure grond. Meng wat turf of zure grond mee in de plantput. Plant er 5-10 per m² afhankelijk van de aangekochte potmaat. ARCTOSTAPHYLOS UVA-URSI ‘VANCOUVER JADE’ 0,2 Berendruif ZUUR Als de soort maar zeer goed groeiende selectie met iets fijnere bladstruktuur en vele bessen. Zure grond is echt wel een luxe! De allermooiste, geraffineerde bodembedekkers behoren dikwijls tot de groep van de zuurminners. Laat de zak met kalk in de kast staan en pas je plantenkeuze aan. Vaccinium, Arctostaphylos, Cornus canadensis, Gaultheria, ... groeien weelderig en zijn wondermooi. CALLUNA Zomerheide Alle variëteiten van zomerheide die voorgesteld werden in de lijst van groen blijvende heesters worden regelmatig gebruikt als bodembedekkende plant op de voor hen geschikte plaatsen. Dit wil zeggen: een humusrijke, zure grond. Snoei direct na de bloei (tot het voorjaar). 5-10 planten/m².

COTONEASTER PROCUMBENS ‘QUEEN OF CARPETS’ Voor kleinere oppervlakten, zeer dicht tegen de grond. COTONEASTER PROCUMBENS ‘STREIB’S FINDLING’ Zeer mooi donkergroen en fijn gestructureerd. COTONEASTER RADICANS ‘EICHHOLZ’ Goede vruchtdracht. COTONEASTER SUECICUS ‘CORAL BEAUTY’ De van oudsher meest gebruikt Cotoneaster. ERICA Winterheide Alle variëteiten van winterheide die voorgesteld werden in de lijst van groen blijvende heesters worden regelmatig gebruikt als bodembedekkende plant op de voor hen geschikte plaatsen. Dit wil zeggen: een humusrijke, zure grond. Snoei direct na de bloei. Laat steeds nog wat loof op de planten staan bij rigoureuze snoei! De heide wordt geleverd in 13 cm potjes. Plant er 5-10 per m². EUONYMUS FORTUNEI ‘EMERALD ‘N GOLD’ Een traag groeiende heester of bodembedekker met geelbonte, elliptisch, vrij grote bladeren. Als klimplant gebruikt is hij zelfhechtend.

CEANOTHUS THYRSIFLORUS VAR. REPENS Kruipende herfstsering Een mooie bodembedekker die spijtig genoeg te vorstgevoelig is om hier in grote hoeveelheden gebruikt te worden. COTONEASTER DAMMERI ‘MAJOR’ Zeer plat tegen de grond groeiend.

EUONYMUS FORTUNEI ‘EMERALD GAIETY’ Zoals ‘Emerald ‘n Gold’ maar met wit gerande, grijsgroene bladeren.

q Cotoneaster suecicus ‘Coral Beauty’

q Cotoneaster suecicus ‘Coral Beauty’

EUONYMUS FORTUNEI ‘DART’S BLANKET’ Een groenblijvende, zeer goede, snelle bodembedekkende plant met middelgroene, ovale blaadjes. Een variëteit die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. Ook in de schaduw gedijt deze soort goed. Snoeien, scheren is geen enkel probleem. In de herfst kleuren de bladeren diep bronskleurig met purperrode onderzijde.


p Cornus stolonifera ‘Kelseyi’

p Euonymus fort. ‘Green Carpet’

p Geranium cantabrigiense ‘Cambridge’

p Hedera helix ‘Arborescens’

p Hedera helix ‘Hibernica’


q Heide

p Pachysandra terminalis

q Phlomis russeliana

Cotoneaster SSP. Een gezond groeiende, kwalitatief zeer goede bodembedekker die weinig eisen stelt aan standplaats en grondsoort. Hij kan te allen tijde gesnoeid of geschoren worden. Ze worden meestal geleverd in 13 cm potjes of in grotere 4 liter potten. Plant naargelang de grootte van de plant: 5-10 planten/m².

Euonymus SSP. Een goede bodembedekker die zeer gemakkelijk gesnoeid kan worden en weinig eisen stelt aan grond en standplaats. Verschillende variëteiten brengen heel wat kleur in de tuin door hun bonte bladeren. Ze worden geleverd in 13 cm potjes of in grotere 4 liter potten. 5-10 planten/m².

TIP Wil je snel van het onkruid wieden af? Plant dan je bodembedekkers zo dat ze in één jaar dichtgroeien. Regelmatig zijn er mensen die antiworteldoek leggen en dan hier en daar gaten maken voor het planten van bodembedekkers. Eigenlijk een verschrikkelijk kunstmatig uitzicht. Van de kosten die daar mee gepaard gaan kan je beter meer planten zetten of een bodembedekker kiezen die een korte periode nodig heeft om de bodem af te sluiten.

Lonicera Lonicera nitida, Lonicera pileata,…. Zeer snelle bodembedekkers die uitermate gezond groeien en zowel in de zon als in de schaduw goed gedijen. Ze laten zich moeiteloos scheren en snoeien. Voor het vasthouden van de grond op taluds zijn ze ook goed geschikt omwille van hun explosieve groei en fijn, groot wortelgestel. Ze worden bij ons aangeboden in potten van 13 cm of in grotere 4 liter containers. Plant er 4 tot 8 per m²

Maagdenpalm (VINCA SSP.) Maagdenpalm. Een gezond groeiende, bloeiende, bodembedekker voor zon en schaduw. Plant er 8 tot 12 per m² voor een goed effect. Snoeien kan altijd en zonder probleem. Vinca wordt veel gebruikt maar er durft zich toch nog dikwijls onkruid nestelen (gras) tussen het vlakke gewas.

EUONYMUS FORTUNEI ‘GREEN CARPET’ Een bodembedekkende plant met middelgroene, ovale blaadjes. EUONYMUS FORTUNEI ‘KEWENSIS’ Een fijne bodembedekker. EUONYMUS FORTUNEI ‘SUNSPOT’ Zoals ‘Emerald ‘n Gold’ maar met groene bladeren die in het midden een gele vlek bezitten. EUONYMUS FORTUNEI ‘TUSTIN’ Een goede, bodembedekkende soort met langwerpige, grijziggroene, opvallend generfde bladeren. EUONYMUS FORTUNEI ’VEGETUS’ Een bodembedekker of klimplant met breed-elliptische, 2-4 cm grote, donkergroene bladeren. GAULTHERIA PROCUMBENS Bergthee Een zeer traag groeiende heester of bodembedekker met urnvormige bloempjes in juli-augustus die worden gevolgd door rode bessen. De bessen zijn niet geliefd door de vogels. Een half schaduwrijke standplaats en humusrijke, zure grond zijn ideaal. HEDERA ALGERIENSIS ‘GLOIRE DE MARENGO’ Een matig groeiende klimop met zilverkleurig, bonte bladeren. HEDERA COLCHICA ‘DENTATA VARIEGATA’ Een matig groeiende klimop met geelgroene, grote bladeren. HEDERA COLCHICA ‘SULPHUR HEART’ Een matig groeiende klimop met donkergroene, grote bladeren met onregelmatige, lichtgele tot groengele vlekken in het midden. HEDERA COLCHICA ‘ARBORESCENS’ Struikklimop Een traag groeiende, niet klimmende struik met blinkend groene, langwerpige bladeren en geelgroene bloemschermen in september. De bloemen worden door zwarte bessen gevolgd. HEDERA HELIX ‘ARBORESCENS’ Struikklimop Een traag groeiende, niet klimmende struik met blinkende, grote, groene bladeren (niet zo donkergroen en langwerpig als de vorige). De bloemen zijn groengeel en verschijnen vanaf juli. Ze worden gevolgd door zwarte bessen (bloemschikken). HEDERA HELIX ‘ARBORI COMPACTA’ Struikklimop Als voorgaande doch een veel compactere groei en een stuk kleiner blijvend. HEDERA HELIX ‘GOLDHEART’ Klimop Zoals de naam het zegt, heeft deze klimop groene bladeren met een opvallende gele vlek in het midden. HEDERA HELIX ‘PIN OAK’ Klimop Een traag groeiende klimop met fraaie, ingesneden groene bladeren. HEDERA HIBERNICA Klimop De algemeen gebruikte, gewone, snelgroeiende klimop met grote, groene bladeren.

HYPERICUM CALYCINUM Hertshooi / Sint-Janskruid Een traag groeiende bodembedekker met blauwgroene blaadjes en grote, goudgele bloemen vanaf juni. De laatste jaren is deze plant op vele plaatsen onderhevig aan roestziekten. Daar waar hij het naar zijn zin heeft is het een prachtige bodembedekker. LONICERA NITIDA ‘ELEGANT’ Een matig groeiende struik met kleine, frisgroene blaadjes en onopvallende bloempjes en bessen. LONICERA NITIDA ‘MAIGRUN’ Een compact groeiende struik met mooie, opvallend frisgroene, smal eironde blaadjes. LONICERA PILEATA Een traag en vlak groeiend struikje met kleine, groene blaadjes en weinig opvallende bloempjes en bessen. Pachysandra ssp. is een topper als het gaat om bodembedekking in de schaduw. In de zon kleuren de blaadjes geel maar in de schaduw bekomt hij zijn prachtige donkergroene kleur. Plantdichtheid: 8-12/m² PACHYSANDRA TERMINALIS Schaduwkruid Zoals de Nederlandse naam aangeeft is het een uitstekende bodembedekker voor schaduwrijke plaatsen. Plant er 5-10/m². In de volle zon hebben ze een eerder gele bladstand. In meer schaduwrijke plaatsen zijn ze mooi middelgroen van kleur. PACHYSANDRA TERMINALIS ‘GREEN CARPET’ De blaadjes liggen beter over mekaar dan bij de Pachysandra terminalis. Blijft iets lager. Een traag groeiende, bladhoudende en zeer goede bodembedekker met witte bloempjes die in maart-april verschijnen. Deze kruiper gebruik je op beschaduwde plaatsen. Hier behoudt hij zijn intense groene kleur. In de zon wordt hij geelgroen. Als bodembedekker worden er 6 tot 10 per m² aangeplant. PACHYSANDRA TERMINALIS ‘GREEN SHEEN’ Als Pachysandra Terminalis ‘Green Carpet’ maar een cultivar die meer zon kan verdragen zonder zijn groene kleur te verliezen. PACHYSANDRA TERMINALIS ‘VARIEGATA’ Schaduwkruid Als voorgaande doch met witomrande, groene bladeren en een trage groei. SARCOCOCCA HUMILIS Een traag groeiend, laag-bij-de-grond blijvend plantje met in het voorjaar onopvallende, enorm ruikende, witroze bloempjes. De bladeren zijn donkergroen en elliptisch. TEUCRIUM LUCIDRYS Gamander 0,4 Een klein struikje met donkergroene, glanzende, kleine bladeren. Van juni tot september verschijnen er lange schijntrossen van purperroze bloempjes. VACCINIUM VITIS-IDAEA ZUUR Rode bosbes Een traag groeiende, lage bodembedekker met groene, leerachtige bladeren die een donkergroene kleur hebben. De rode vruchten zijn besvormig en hangen in trossen bij elkaar. Een mooie, zuurminnende bodembedekker voor schaduwrijke plaatsen. Stelt dus bijzondere eisen aan de grond. VACCINIUM VITIS-IDAEA ‘KORALLE’ Rode bosbes Een traag groeiende, lage bodembedekker met groene,


leerachtige bladeren die een donkergroene kleur hebben en met zeer grote rode vruchten die bij het rijpen intens donkerrood kleuren. Een mooie bodembedekker. VACCINIUM VITIS-IDAEA ‘RED PEARL’ Rode bosbes Een traag groeiende, lage bodembedekker met groene, leerachtige bladeren die een donkergroene kleur hebben en met zeer grote rode, talrijke vruchten die bij het rijpen intens donkerrood kleuren. Een mooie bodembedekker. VINCA MAJOR Grootbladige maagdenpalm 0,2 - 0,3 Een matig groeiende bodembedekker met groene, eironde, blaadjes en blauwe bloempjes van februari tot juni. Deze bodembedekker stelt weinig eisen aan de grond. De blaadjes zijn groter dan deze van de Vinca minor. VINCA MAJOR ‘VARIEGATA’ Grootbladige maagdenpalm Een matig groeiende bodembedekker met groene, wit omrande blaadjes. en blauwe bloempjes van februari tot juni. Deze bodembedekker stelt weinig eisen aan de grond. De blaadjes zijn groter dan deze van de Vinca minor. VINCA MINOR Kleinbladige maagdenpalm Een matig groeiende bodembedekker met kleine, eironde groene blaadjes en blauwe bloempjes van februari tot juni.

VINCA MINOR ‘ALBA’ Kleinbladige maagdenpalm Een matig groeiende bodembedekker met maar met witte bloempjes van februari tot juni. VINCA MINOR ‘ARGENTEOVARIEGATA’ Kleinbladige maagdenpalm Een matig groeiende, lage bodembedekker met witbonte, kleine, eironde blaadjes en blauwe bloempjes van februari tot mei. VINCA MINOR ‘ATROPURPUREA’ Kleinbladige maagdenpalm Een matig groeiende bodembedekker met kleine, eironde, groene blaadjes en rode bloempjes van februari tot juni. VINCA MINOR ‘AUREOVARIEGATA’ Kleinbladige maagdenpalm Een matig groeiende, lage bodembedekker met geelbonte kleine, eironde blaadjes en blauwe bloempjes van februari tot mei. VINCA MINOR ‘GERTRUDE JEKYLL’ Kleinbladige maagdenpalm Een matig groeiende bodembedekker met zeer kleine, eironde, groene blaadjes en witte bloempjes van februari tot juni. De beste witte Vinca.

Bladverliezende bodembedekkers (Zie bladverliezende sierheesters voor de volledige beschrijving.) CHAENOMELES SUPERBA ‘NICOLINE’ Japanse kwee Een schitterend bloeiende bodembedekker die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. Plantdichtheid: 3 - 5 per m².

GENISTA PILOSA ‘GOLDILOCKS’ Zachte brem Een opstijgend, bladverliezend struikje tot 40 cm hoog met talrijke mooie, goudgele bloemen in mei-juni. Plantdichtheid: 5 - 6 per m².

CHAENOMELES SUPERBA ‘JET TRAIL’ Japanse kwee Een schitterend bloeiende bodembedekker die weinig eisen stelt aan grond en standplaats. Plantdichtheid: 3 - 5 per m².

GENISTA PILOSA ‘LEMON SPREADER ‘ Kruipbrem Een traag en laag groeiend, spreidend struikje met helder goudgele bloemen vanaf mei-juni. Dit plantje heeft op brem gelijkend, groen loof. Plantdichtheid: 5 - 6 per m²

CORNUS CANADENSIS Eén van de allermooiste bodembedekkers voor de zure grond! Plant er 8 tot 10 per m². CORNUS STOLONIFERA ‘KELSEYI’ Een dichte groep van deze soort is prachtig in de winterperiode. De twijgjes zijn dan opvallend rood oranje gekleurd! Een mooi effect. Plant er 5 tot 8 per vierkante meter. COTONEASTER ATROPURPUREUS ‘VARIEGATUS’ (=COTONEASTER HOR. ‘VARIEGATA’ ) Een traag en vlak groeiende cotoneaster met een klein groen blaadje dat geel omrand is. Een mooie, decoratieve variëteit omwille van de bladkleur en de rode bessen in de herfst. COTONEASTER HORIZONTALIS Deze cotoneaster heeft kleine, groene blaadjes. In het voorjaar zijn er witte bloempjes aanwezig, nadien ontstaat er een overvloed aan rode bessen. Deze variëteit is zeer geschikt als grondbedekker. CYTISUS DECUMBENS Een traag groeiend, 20 cm hoog, over de grond kruipend struikje met groene twijgen en bladeren. De bloemen zijn geel en verschijnen vanaf mei-juni. Plantdichtheid: 5 - 6 per m² CYTISUS KEWENENSIS Een laag blijvende brem (tot 30 cm hoog) met zwavelgele bloemen in mei. De bladeren zijn groen van kleur en meestal drietallig. Plantdichtheid: 5 - 6 per m². GENISTA LYDIA Een traag groeiend en laag blijvend, spreidend heestertje tot 60 cm hoog met dunne, kale, groene twijgen en overvloedig veel goudgele bloempjes in meijuni. Plantdichtheid: 5 - 6 per m².


HYDRANGEA PETIOLARIS Meestal gebruikt als klimplant. Als bodembedekker voor de schaduw of halfschaduw doet hij het echter ook magnifiek. Plant er 3 tot 5 per m². STEPHANANDRA INCISA ‘CRISPA’ Een traag groeiende bodembedekker tot 50 cm met gekroesde, groenachtige bladeren en witte, vrij onopvallende bloempjes die in juni verschijnen. Deze soort kan te allen tijde gesnoeid of geschoren worden. Plant er 3 tot 5 per m². SYMPHORICARPOS CH. ‘HANCOCK’ Sneeuwbes 0,5 Een dichte, matig groeiende, goed bodembedekkende struik met frisgroene bladeren en lilaroze vruchten gedurende de late zomer en de herfst. Plantdichtheid: 3 - 5 per m². q Sneeuwbes

Bodembedekkende coniferen Plant 3 - 5 stuks per m² van deze bodembedekkende coniferen om de bodem mooi af te sluiten. JUNIPERIS CHINENSIS ‘EXPANSA VARIEGATA’ Jeneverbes Een matig en vlak groeiende jeneverbes met blauwachtige naalden die hier en daar door witgele schubben worden onderbroken. JUNIPERUS COMMUNIS ‘REPANDA’ Jeneverbes Een vlak groeiende jeneverbes met groene naaldjes die perfect als grondbedekker kan worden gebruikt. Deze variëteit stelt weinig eisen aan de grond en kan, indien nodig, gesnoeid worden. De soort is traag tot matig groeiend. JUNIPERUS HORIZONTALIS Jeneverbes Een vlak groeiende jeneverbes met mooi grijsachtig loof. Hij stelt weinig eisen aan de grond en kan indien nodig worden gesnoeid. Het is een traag tot matig groeiende variëteit. JUNIPERUS HORIZONTALIS ‘ANDORRA COMPACTA’ Jeneverbes Een matig groeiende, spreidende, licht opgaande jeneverbes met groenbruin loof in de winter en iets lichtere tinten in de zomer. JUNIPERUS HORIZONTALIS ‘WILTONII’ Een matig groeiende, zeer plat uitgroeiende, spreidende conifeer met schitterend zilvergrijs loof. Deze variëteit kan perfect als bodembedekker gebruikt worden. Stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Snoeien kan te allen tijde.

JUNIPERUS MEDIA ‘OLD GOLD’ Jeneverbes Het is een traag en vlak groeiende conifeer die weinig eisen stelt aan de grond. Het loof is geel van kleur. Deze jeneverbes kan zonder problemen gesnoeid worden. JUNIPERUS SQUAMATA ‘BLUE CARPET’ Jeneverbes Een lage, traag groeiende, bodembedekkende jeneverbes. Deze variëteit heeft blauwgrijs loof en kan naar believen gesnoeid worden. MICROBIOTA DECUSSATA Een breeduit groeiende conifeer met geelgroene zeer korte naaldjes die in de winter opvallend bruinachtig verkleuren. PICEA ABIES ‘NIDIFORMIS’ Een traag groeiende, klein blijvende conifeer met frisgroene naaldjes. Deze variëteit groeit meer uit in de breedte dan in de hoogte. Hij heeft een kegel- tot bekervormige groeiwijze. PINUS MUGO ‘PUMILIO’ Een zeer traag groeiende den met groene, korte naalden. Deze variëteit spreidt zich over de grond uit en blijft ten gevolge daarvan laag. TAXUS BACCATA ‘REPANDENS’ Een laag blijvende, traag groeiende, brede, platte taxus met donkergroen loof die ook in de schaduw mag geplant worden zonder daar hinder van te ondervinden.

Bodembedekkende vaste planten Vaste planten horen eigenlijk niet thuis in deze cataloog. Het gigantische sortiment is beschreven in een aparte brochure. Toch zijn er enkele geslachten die het zeer goed doen als bodembedekker en die we u niet willen onthouden. We beperken ons hier enkel tot de soorten die hun diensten bewezen hebben. Voor een uitgebreide beschrijving en een volledig overzicht verwijzen we naar de onze ‘vaste planten cataloog’. Plantdichtheid van vaste plante is hoger: 8-12 per m² Enkele toppers: ALCHEMILLA MOLLIS Vrouwenmantel Een compact groeiende plant met waaiervormige, veellobbige, behaarde bladeren, die zeer decoratief zijn. Bloeiwijze aan tot 40 cm lange stengels, zeer kleine bloempjes, geelgroen van kleur en in een pluim verenigd. Hoofdbloei in mei-juni maar er is een redelijke nabloei tot september. Ook hier zet je de grasmaaier in als het gewas komt open komt te vallen en er te slordig uitziet. Enkele weken later geniet je terug van een dicht bladertapijt. EPIMEDIUM PER. ‘FROHNLEITEN’ Elfenbloem Een zodevormende, wintergroene vaste plant met typische, scheef hartvormige, groene bladeren met een roodachtig paarse gloed in het voorjaar. In april-mei verschijnen er ook bleekgele, orchideeachtige bloemen in kleine, hangende trossen. Eén van de gemakkelijkste Epimedium’s die overal goed gedijt. Konijnvrij GERANIUM MACRORRHYZUM in variëteiten Ooievaarsbek Bekende halfwintergroene cultivars zijn ‘Spessart’, ‘Ingwersen’s var.’ Het zijn forse, bodembedekkers omwille van de ondergrondse uitlopers en vooral ook omdat het blad niet zo fijn is als bij andere soorten. Het blad is bijna rond en breed gelobd. De zachtroze bloemen verschijnen vanaf mei. Als het gewas omwille van forse groei half de zomer open komt te vallen en er te slordig uitziet, rij er dan met de grasmaaier over op de hoogste stand. Enkele weken later geniet je terug van een dicht bladertapijt.

GERANIUM RENARDII in variëteiten Deze geranium vooral geplant omwille van zijn prachtig loof. De bladeren zijn grijsgroen van kleur, fluweelachtig. De bladeren zijn vrijwel rond van vorm en tot de helft ingesneden. De bloemen (juni) zijn opaalwit met purperen aderen. Apart, mooi en goed bodembedekkend. Phlomis russeliana Een bossige vaste plant die zeer goed de bodem afsluit. In juni-juli verschijnen er mooie, lichtgele lipbloemen die in kransen om de stengels staan. Ook na de bloei is deze plant aantrekkelijk omwille van zijn mooie vorm en de ingedroogde zaaddozen. Hij gedijt goed op warme en droge plaatsen. De plant met het vrij grote, viltige, grijsgroene blad is wintergroen. Het eerste jaar na planten of scheuren bloeien de planten slechts uitzonderlijk. SYMPHYTUM GRANDIFLORUM Smeerwortel Een sterk voortzettende, zeer goede bodembedekker voor de natuurlijke tuin met groene, ruwe bladeren en hangende trosjes van buisvormige, crèmekleurig bloemen. Gedijt zowel in de zon als in de schaduw. Een aan te raden bodembedekker voor natuurlijke tuinen! WALDSTEINIA TERNATA Deze soort bezit getande, driedelige, groene bladeren en mooie, gele, schotelvormige bloemen van april tot juni. Een zéér goede bodembedekker (bv onder rhododendrons) voor halfschaduw tot schaduw. Zelfs in de zon trekt hij zijn plan (indien te droog, sproeien!).

GERANIUM CANTABRIGIENSE in variëteiten Bekend en zeer goed zijn ‘Biokovo’ (wit); ‘Cambridge’ (roos). Zeer goede, wintergroene, bodembedekkende geranium tot 30 cm groot met vele, geurende, niet al te grote, decoratieve bladeren. Bloemen in de zomer (juni-juli). Leuk aan ‘Cambridge’ is dat het gewas niet uit elkaar valt en dus gans de zomer mooi is.


p Buxus sempervirens

p Buxus sempervirens

p Carpinus betulus ‘Fastigiata’

p Carpinus betulus ‘Fastigiata’

(stam van Betula utilis ‘Jacquemontii’ op de voorgrond)

p Fagus sylvatica ‘Atropunicea’


q Fagus sylvatica

p Fagus sylvatica

Haagplanten Enkele voorname haagplantsoorten (beuk en haagbeuk) worden door ons aangeboden als voorgeschoren, zware planten. Ze werden goed op afstand gekweekt, regelmatig geschoren en gestokt (rechte planten). Zo bekomen we een kwalitatief zeer hoogstaande haagplant die dicht vertakt is tot op de grond. Bij het aanplanten heb je al snel een mooi gevormde haag. Onderstaande lijst geeft een overzicht van planten die veelvuldig worden gebruikt voor het vormen van een haag. Uiteindelijk kan een groot gedeelte plantensoorten een haag of losse haag vormen. Het is maar de kwestie ze in een lijn aan te planten. Onderstaande soorten worden vaak specifiek voor dit doeleinde gekweekt en verdragen goed geschoren of gesnoeid te worden zonder hun sierwaarde te verliezen. Opmerking. Wij geven hieronder specifieke gegevens wat betreft het gebruik als haagplant. Beschrijvingen van het uitzicht van de verschillende soorten kan je in de desbetreffende groep terugvinden (sierbomen, sierheesters, coniferen,..)! ACER CAMPESTRE Veldesdoorn Plantdichtheid vertrekkende van vollegrondplanten: 5 stuks/m. Mooie haag die goed aansluit bij boerderijen, rustieke stijl van huis,… BERBERIS THUNBERGII ‘ATROPURPUREA NANA’ Zuurbes Dit plantje is geschikt voor het vormen van kleine haagjes. Het is meteen ook één van de enigste planten die een rode bladkleur heeft. Oppassen voor het stekelige snoeihout! Vanuit container: 4 planten per strekkende meter. BERBERIS THUNBERGII ‘ATROPURPUREA’ Zuurbes Als voorgaande doch voor het vormen van een haag tot 2 meter hoogte. - Vollegrondplanten: 4-5 planten per meter. - Containerplanten: 3-4 per meter. Palm groeit niet snel. Toch kunnen wij haagplanten aanbieden tot 2 meter hoogte aan betaalbare prijzen! De plantafstand van hogere kluitplanten hangt af van de breedte en kluitformaat. BUXUS SEMPERVIRENS Palm Deze overbekende soort wordt gigantisch veel gebruikt als haag. Terecht want het is een plant die een generaties lang mooi blijft. Palm kan goed verjongd worden, net als taxus kan je ze inknippen tot op het naakte hout. Ze zal dan terug ontspruiten als een jonge haag. Blote wortel planten voor het maken van boordhaagjes: 6-10 per strekkende meter. BUXUS SEMPERVIRENS ‘ROTUNDIFOLIA’ Voor het maken van hogere robuste hagen is dit een uitgelezen soort. Zij groeit wat sneller dan de gewone palm. Deze wordt dikwijls aangeduid als zijnde de ‘boerenpalm’. Haagbeuk of beukenhaag? De meest gestelde vraag. Haagbeuk (Carpinus betulus) komt 2 à 3 weken vroeger in blad dan wel beukenhaag (Fagus sylvatica). Het blad van haagbeuk valt af in de winter en verteerd zeer snel. Beuk daarentegen houdt zijn rosse blad in de winterperiode en verliest dit pas als er terug nieuwe verschijnen. Haagbeuk groeit wat gezonder en sneller. Beuk heeft wel eens last van de gekende beukenbladluis. Het blad van haagbeuk is ruwer en blinkt niet zo fel als dat van beuk. CARPINUS BETULUS Haagbeuk Er worden best 4-6 planten per strekkende meter aangewend wanneer een haag wordt aangelegd. Scheren gebeurt eenmaal rond Pasen en eenmaal eind juni. Binnen deze soort beschikken we over voorgeschoren, zware planten van een hoge kwaliteit. Wanneer je vertrekt van zulk materiaal is de haag op zeer korte tijd goed gevormd en dicht. Haagbeuk is gezond groeiend, weinig onderhevig aan ziekten en plagen en stelt weinig eisen aan grond en standplaats.

CARPINUS BETULUS ‘FASTIGIATA’ Slanke haagbeuk Een slanke haag met een prachtig wintersilhouet. Gebruik deze cultivar voor het maken van hogere hagen vanaf 2 meter. Hagen korter dan 150 cm worden snel kaal onderaan wanneer deze variëteit gebruikt wordt. CHAMAECYPARIS. Er zijn heel wat soorten en variëteiten binnen dit geslacht die gebruikt worden als haag. Ze worden 50-100 cm uit elkaar geplant, zijn goed te scheren of te snoeien. Het zijn hagen die 10-25 jaar mooi blijven maar dan veel van hun sierwaarde verliezen. CHAMAECYPARIS LAWSONIANA; CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘COLUMNARIS GLAUCA’; CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘GOLDEN KING’; CHAMAECYPARIS LAWSONIANA ‘LANE’; CHAMAECYPARISLAWSONIANA ‘ROBUSTA’; CHAMAEYCYPARIS NOOTKATENSIS. CORNUS MAS Gele kornoelje Deze planten kunnen worden gebruikt om een sterke, robuuste haag te vormen. Snoei ze pas in mei zo dat je van de prachtige winterbloei kunt genieten. - Vollegrondplanten (blote wortel): 4-5 per meter. - Vollegrondplanten (kluit; zware planten): 1,5-2 per meter. - Containerplanten: 2-3 per meter. CRATAEGUS MONOGYNA Eenstijlige meidoorn Dit is een haagplant die van oudsher zeer goed gekend is. Hij is de voorbije jaren in de fruitstreken massaal gerooid omdat hij drager is van het ‘perenvuur’. 5 planten per strekkende meter voor het vormen van een informele haag. CUPRESSOCYPARIS. Plant om de 60 cm. Een haag die omwille van zijn snelle groei 15-20 jaar meegaat maar dan veel van zijn sierwaarde verliest. Doch zeer goed te gebruiken als hoge, snelgroeiende, wintergroene haag. CUPRESSOCYPARIS LEYLANDII Een overbekende, zeer snel groeiende conifeer met groen loof die gemakkelijk 50 cm tot 1 meter per jaar kan groeien. CUPRESSOCYPARIS L. ‘CASTLEWELLAN GOLD’ Deze variëteit is vorstgevoelig en daardoor minder geschikt als haagplant. CUPRESSOCYPARIS L. ‘ROBIN ‘S GOLD’ Net als voorgaande is ook deze nogal vorstgevoelig. ELAEAGNUS EBBINGEI Olijfwilg Een matig groeiende, bladhoudende plant die hoog opgroeit en die mooie, blinkend groene, breed-elliptische bladeren bezit met een zilverwitte onderkant. Het is een zeer gezond en sterk groeiende soort die ook in de schaduw gedijt en uitstekend is geschikt om afscherming te bieden. 2-4 planten per meter voor het maken van een haag.


FAGUS SYLVATICA Groene beuk Een matig groeiende beuk met groene, breed-elliptische bladeren die in de winter verdord op de plant blijven. Deze beuk is ook geschikt voor de schaduw. Er worden 4 - 6 planten per strekkende meter geplaatst wanneer een haag wordt aangelegd. Scheren gebeurt eenmaal rond Pasen en eenmaal eind juni. Best planten in een humusrijke, niet te droge grond. Binnen deze variëteit beschikken we over voorgeschoren, zware planten van een hoge kwaliteit. Wanneer je vertrekt van zulk materiaal is de haag op zeer korte tijd goed gevormd en dicht.

We hebben hierin enkele verschillende types qua bladstructuur en groeisnelheid.

FAGUS SYLVATICA ‘ATROPUNICEA’ Rode beuk Als voorgaande doch met rode, elliptische, blinkende bladeren.

LONICERA NITIDA ‘ELEGANT’ Een mooie plantje voor het maken van een kleine haag. 3 planten/m.

ILEX. De verschillende hulstvariëteiten en -soorten (zie groen blijvende heesters) zijn prachtig te gebruiken voor het vormen van grotere robuuste hagen van hoge kwaliteit. In de herfst zijn de vrouwelijke planten getooid met kleurrijke bessen. Het zijn planten die prachtig wintergroen zijn en die makkelijk gesnoeid kunnen worden. Zeer waardevolle haagplanten. ILEX CRENATA ‘GREEN HEDGE’ Veel gebruikt vroeger was en is nog altijd Ilex crenata ‘Convexa’ deze groeit traag. Ilex cren. ‘Green Hedge’ daarentegen groeit wat sneller, heeft ook die fijne structuur en is veel levendiger van kleur. Een aanrader voor kleine en middelgrote hagen. Plantafstand: 30-100 cm tussenafstand afhankelijk van de soort en grootte. ILEX ALTACL. ‘CAMELLIIFOLIA’; ILEX ALTACL. ‘GOLDEN KING’; ILEX AQUIFOLIUM; ILEX AQUIFOLIUM ‘ARGENTEO MARGINATA’; ILEX AQUIFOLIUM ‘AUREO MARGINATA’; ILEX AQUIFOLIUM ‘BACCIFLAVA’; ILEX AQUIFOLIUM ‘FEROX ARGENTEA’; ILEX AQUIFOLIUM ‘GOLDEN VAN TOL’; ILEX AQUIFOLIUM ‘J.C. VAN TOL’; ILEX AQUIFOLIUM ‘MYRTIFOLIA’; ILEX AQUIFOLIUM‘PYRAMIDALIS’; ILEX CRENATA ‘CONVEXA’; ILEX CRENATA ‘GOLDEN GEM’; ILEX CRENATA ‘VARIEGATA’; ILEX ‘JOHN T. MORRIS’; ILEX ‘LYDIA MORRIS’; ILEX MESERVEAE ‘BLUE PRINCESS’; ILEX MESERVEAE ‘BLUE ANGEL’; ILEX MESERVEAE ‘BLUE PRINCE’ Ligustrum. Half wintergroene hagen die vroeger (en nog steeds) veelvuldig werden aangeplant. Snoei of scheer ze niet te intensief zo dat de bloempluimen en de daaropvolgende bessen kunnen verschijnen. Bij zeer strenge vorst kan deze ligustrum een stuk invriezen. 5 planten/m. LIGUSTRUM OVALIFOLIUM Groene liguster LIGUSTRUM OVALIFOLIUM ‘ARGENTEUM’ Bonte haagliguster LIGUSTRUM OVALIFOLIUM ‘AUREUM’ Bonte haagliguster LIGUSTRUM SINENSE Een ligustrum die blijkbaar erg in de smaak valt. Deze soort is veel fijner dan de gewone Ligustrum ovalifolium, bloeirijker en meer besdragend. Zijn fijne structuur, goed wintergroen en snel groeien maakt hem geliefd.


LIGUSTRUM VULGARE ‘ATROVIRENS’ LIGUSTRUM VUL. ‘LODENSE’ Bladverliezend en ideaal om een haag tot 150 cm hoog te vormen. Dit is dan ook zijn maximale groeihoogte. Dit betekend dus niet zoveel snoeiwerk! Daar deze soort mooi uitstruikt is hij vooral bijzonder geschikt voor het knippen in volumes (bollen, blokken, wolken...)

OSMANTHUS BURKWOODII Een schitterende, dichte struik met 2-4 cm groene, leerachtige, breed-elliptische bladeren. De witte bloemen met subtiele geur verschijnen in bundels vanaf mei. Snoeien kan te allen tijde. Ook een goede, niet zo snel groeiende haagplant (3-4/m). OSMANTHUS HETEROPHYLLUS Een matig groeiende, tot 2 meter hoge, bladhoudende struik met groene lederachtige, op hulst gelijkende, stekelige bladeren. De okselstandige, kleine witte bloempjes verschijnen in september-oktober. Deze soort groeit op elke tuingrond en laat zich in alle vormen snoeien. Voor het maken van een haag: 3-4 pl/m. PRUNUS LAUROCERASUS ‘OTTO LUYKEN’ Laurier Een zeer mooie prunus voor het vormen van een kleine haag (3 planten per strekkende meter). PRUNUS LAUROCERASUS ‘CAUCASICA’ Laurier 2 planten/m. PRUNUS LAUROCERASUS ‘REYNVAANII’ 2 planten/m. Zoals de gewone laurier (P. L. ‘Rotundifolia’) doch donkerder groen van kleur, slanker van groei en beter bestand tegen de vorst. PRUNUS LAUROCERASUS ‘ROTUNDIFOLIA’ Paplaurier 2 planten/m. De gewone, overbekende laurier. PRUNUS LUSITANICA Portugese laurier Een dichte, brede, opgaande, matig groeiende struik met smalle, breed-elliptische, heldergroene bladeren en witte bloemen in lange, opstaande trossen vanaf juni. De laatste jaren ook specifiek als haagplant gekweekt. Bij strenge vorst kan de struik wel wat invriezen. Als haagplant: 2-4/m. PRUNUS LUSITANICA ‘ANGUSTIFOLIA’ Portugese laurier Als voorgaande doch beter wintervast! Hij is kleiner in blad en bloem. Vanaf heden wordt deze ook specifiek als haagplant gekweekt. Mooie cultivar ! Als haagplant: 2-4/m. Taxus. Wil je een haag planten voor het leven dan is er eigelijk maar één: Taxus. De venijnboom kan prachtig geschoren worden, is fris wintergroen, groeit gezond en blijft dicht tot op de grond. Binnen het geslacht taxus zijn het vooral de T. baccata en de T. baccata ‘Erecta’ die als haag worden aangewend. TAXUS BACCATA Venijnboom - blotewortelplantjes: 5 per meter. - kluitplanten: 3 per meter.

TIPS * Het verschil tussen haagbeuk (Carpinus betulus) en een beukenhaag (Fagus sylvatica of Fagus s. ‘Atropunicea’): Haagbeuk - Komt één maand vroeger in blad. - Verliest gedeeltelijk zijn blad in de winter. - Groeit gezonder. Beukenhaag - Komt één maand later in blad. - Behoudt het dorre blad tot de nieuwe verschijnen. - Heeft wel eens last van beukenbladluis. - Bestaat in de bladkleuren groen en rood. * Om echte, kleine boordhaagjes te maken zijn volgende soorten goed te gebruiken: - Buxus sempervirens - Berberis thun. ‘Atropurpurea Nana’ - Taxus baccata - Taxus baccata ‘Erecta’ - Ilex crenata ‘Convexa’ - Lonicera soorten en variëteiten * Hulst, Taxus, Laurier, Liguster zijn goed voor de schaduw. * Men hoort regelmatig praten over een vier seizoenen haag. Dit is een haag die gedurende de vier seizoenen iets te bieden heeft omdat ze bestaat uit sierheesters die op verschillende tijdstippen bloeien. Nadeel is dat je ze niet kan scheren (zoals bv. palm), omdat je dikwijls een massa bloem voor het volgende jaar gaat wegnemen. Zie het meer als een border van sierheesters. * Coniferen scheren van mei tot begin augustus. * Beuk, haagbeuk éénmaal scheren in het voorjaar en éénmaal voor de langste dag.

TAXUS BACCATA ‘ERECTA’ Venijnboom Zoals voorgaande. Het enige verschil met voorgaande soort is dat deze planten uniformer van vorm zijn, intenser groen van kleur en ietwat slanker opgroeiend. Deze variëteit kan ook beter tegen vocht.

THUJA PLICATA ‘ATROVIRENS’ Reuzenlevensboom Een gezond en slank groeiende Thuja die als zichtbreker of windscherm (om de 60 cm wordt er een geplant) kan worden gebruikt. Het loof is blinkend groen van kleur in de zomer en winter. Het snoeien van deze planten is geen enkel probleem. Het is een snelgroeiende variëteit die een frisse geur afgeeft.

TAXUS BACCATA ‘FASTIGIATA’ Slanke venijnboom 3-4 planten/m.

THUJA PLICATA ‘EXCELSA’ Een snelgroeiende conifeer met een gezonde en een iets lossere, grovere groei dan de ‘Plicata’. Het loof is eveneens iets grover dan dit van de ‘Plicata’ en iets minder blinkend groen.

TAXUS BACCATA ‘FASTIGIATA AUREA’ Slanke gele venijnboom 3-4 planten/m. TAXUS MEDIA ‘HICKSII’ 3 planten per strekkende meter voor het vormen van een haag! THUJA. Naast de onverwoestbare Taxus is Thuja ook een degelijke conifeer die als haagplant gebruikt kan worden. Ze houden goed hun sierwaarde en kunnen ook iets nattere gronden verdragen. Ze groeien gezond, snel en kunnen perfect geschoren worden. Plant om de 50 tot 60 cm. THUJA OCC. ‘BRABANT’ Een matig groeiende, dichte, frisgroene, piramidale conifeer die goed en gezond groeit. THUJA OCC. ‘SMARAGD’ Een traag groeiende conifeer met dichte, piramidaalvormig gedrongen groei. Je kan er zeer mooie, dichte hagen mee vormen. Het loof is frisgroen.

p Prunus laur. ‘Otto Luyken’

q Thuja plicata ‘Atrovirens’

THUJA PLICATA ‘GELDERLAND’ Een gezond en fijn gestructureerde, compact groeiende Thuja die als zichtbreker of windscherm kan worden gebruikt. Het loof is blinkend groen van kleur in de zomer maar ook in de winter. Het snoeien van deze planten is geen enkel probleem. Plant om de 50 tot 60 cm voor het vormen van een haag. THUJA PLICATA ‘COMPACTA’ Een gezond en zeer fijn gestructureerde, compact groeiende Thuja die als zichtbreker of windscherm kan worden gebruikt. Het loof is blinkend groen van kleur in de zomer maar ook in de winter. Toch nog iets sneller in groei dan ‘Smaragd’. THUJA PLICATA ‘ZEBRINA’ Deze snelgroeiende variëteit heeft lichtgroen loof met geelgroene strepen. Het is een losse, goede en gezond groeiende groeier.

p Taxus

q Achtergrond, Thuja plicata ‘Atrovirens’


Bosbomen en bosplanten Bosplanten zijn planten die veelvuldig gebruikt worden bij het aanleggen van een bos. Sommige soorten vormen hoofdzakelijk de onderbegroeiing van het bos, andere zullen vooral aan de bosranden terug te vinden zijn. De echte ‘blijvers’ zullen het uiteindelijke bos vormen. Bosplanten worden altijd met blote wortel afgeleverd en zijn practisch altijd gezaaide soorten. Men grijpt naar bosplanten wanneer zeer grote percelen of lange windsingels moeten worden aangeplant en men de bomen of struiken tijd wil geven zich te ontwikkelen. Wanneer je een grotere oppervlakte beplant houdt dan ook rekening met de insecten en dieren. Er zijn een heleboel bomen en heesters die nuttige dingen leveren (kastanjes, bottels, bloemen voor insecten, ...). Want wat is een bos zonder leven? OPMERKING. Je zal merken dat bij vele van onderstaande bosplanten geen beschrijvingen staan. Je kan ze terugvinden in hun respectievelijke groep (sierheesters, sierbomen,) Enkel de informatie die specifiek is voor gebruik in het bos werd hier weergegeven. Onderstaande Abiessoorten zijn als bosgoed verkrijgbaar en worden dikwijls aangeplant wanneer een duurzamer bos of windsingel wordt beoogd. Ze houden hun takken in vele gevallen beter tot op de grond in tegenstelling tot de gewone Picea- en Pinussoorten. ABIES ALBA Gewone zilverspar ABIES CONCOLOR Colorado zilverspar ABIES GRANDIS Reuzen zilverspar Een zeer goede en snelgroeiende bosboom. ABIES HOMOLEPIS Nikko zilverspar ABIES KOREANA Zilverspar ABIES NORDMANNIANA ACER CAMPESTRE Veldesdoorn Deze cultivar groeit goed zelfs in de schaduw (onderbeplanting!) en wordt gebruikt als haag in velden, beemden en houtwallen. Onze enige inheemse esdoorn. ACER PLATANOIDES Noorse esdoorn ACER PSEUDOPLATANUS Gewone esdoorn Een snelgroeiende, hoge boom die weinig eisen stelt aan de standplaats en aan de grond. Zelfs in de schaduw kan deze plant zich goed ontwikkelen. De bladeren van deze esdoorn zijn dofgroen en kleuren in de herfst geel. Esdoorn produceert waardevol hout dat weinig werkt. Esdoorn is niet geschikt om in grote homogene oppervlakten aangeplant te worden. Wel is hij zeer dienstig om groepsgewijs te worden bijgemengd in een eiken- of beukenbos. AESCULUS HIPPOCASTANUM Witte paardenkastanje Een prachtige, majestueuze boom die zeker een plaats verdient in het bos.

TIP De echte bosbomen (beuk, lork, linde, eik, esdoorn,..) plant je aan een dichtheid van 1 boom à 3 m². Later kan je dan uitdunnen.


ALNUS CORDATA Italiaanse els ALNUS GLUTINOSA Zwarte els Ook in de nattere gebieden groeit deze struik tot kleine boom vrij goed. Hij is uitstekend te gebruiken als tussenbeplanting in een bos (werkt bodemverbeterend = stikstofbinder). Zwarte els levert goed brandhout. Het is een matig groeiende variëteit met rondachtige, groene bladeren. Gewoonlijk wordt els aangeplant als onderbegroeiing en dan voornamelijk als hakhout (om de 10 jaar kappen). Het hout van els is zeer duurzaam in water of in de grond. ALNUS INCANA Witte of grauwe els BETULA PENDULA Ruwe berk De ruwe berk stelt weinig eisen aan de bodem en is een uitstekende mengboomsoort (bladeren verteren snel). Door zijn overvloedige, natuurlijke verjonging is het een echte pioniersboomsoort die op zandige, woeste, arme gronden goed groeit. Hij wordt ook op deze plaatsen aangeplant om later plaats te maken voor meer veeleisende soorten. Het hout is weinig duurzaam maar brandt zeer goed. CARPINUS BETULUS Haagbeuk Een matig groeiende boom met elliptische, groene bladeren. De bladeren verteren snel zodat hij goed gebruikt kan worden als mengboomsoort daar hij de grond zo aanzienlijk kan verbeteren. Stelt weinig eisen aan de grond en de standplaats. CASTANEA SATIVA Tamme kastanje Deze boom groeit op alle gronden (zelfs zure zandgronden) behalve natte. Hij zou in geen enkel bos mogen ontbreken al is het maar voor kastanjes die talrijke dieren naar het bos lokken. Meng hem groepsgewijs bij in een naaldbos of loofbos. De boom verdraagt goed schaduw. Het hout van een kastanje lijkt uiterlijk vrij goed op dat van een eik. Kastanjehout is stevig, veerkrachtig en makkelijk te splijten. Kastanje heeft een hoog opslagvermogen en kan zodoende als hakhout worden opgeplant. CORNUS ALBA CORNUS MAS Gele kornoelje Eetbare kornoelje. Een feest voor de dieren! CORNUS SANGUINEA Rode kornoelje CORYLUS AVELLANA Gewone hazelnoot Deze planten kunnen goed schaduw verdragen. Daarom zijn ze zeer geschikt als onderbeplanting en treffen we ze aan langs bosranden en in houtwallen.

CRATAEGUS MONOGYNA Eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna is een inheemse soort die niet weg te denken is in het landschap (de kleine hagen). ELAEAGNUS ANGUSTIFOLIA Smalbladige olijfwilg EUONYMUS EUROPAEUS Wilde kardinaalsmuts Kan goed schaduw verdragen (onderbeplanting). FAGUS. Beuk heeft een zeer grote concurrentiekracht waardoor inmenging van andere bomen moeilijk wordt. Daarom beuk mengen met groepen (1050 are) van andere soorten zoals esdoorn, kers of eik. FAGUS SYLVATICA Beuk Deze beuk groeit het best op een kalk- en humusrijke grond die niet te nat is. Deze schaduwboomsoort (kan onder een scherm worden aangeplant) wortelt oppervlakkig (windgevoeligheid). Beuk is bleek, zwaar en hard hout. Het krimpt en werkt sterk. In natuurlijke weersomstandigheden is het weinig duurzaam. Het is wel uitstekend werkhout en zeer goed brandhout. FRAXINUS EXCELSIOR Gewone es Een snelgroeiende, waardevolle lichtboomsoort met oneven geveerde, groene bladeren en takken met aan het uiteinde dikke, zwarte knoppen. Deze soort brengt zeer waardevol hout voort dat veerkrachtig en zeer taai is (turntoestellen) en gedijt op een niet te natte noch te droge, goede grond. Bij een bosaanplanting beogen we een dichtheid van 1 boom per 1 à 3 m². Es levert eveneens goed brandhout en kan door zijn hoog opslagvermogen als hakhout worden aangeplant. Een goede soort in combinatie met een eiken- of beukenbos. HIPPOPHAE RHAMNOIDES Duindoorn Gedijt op zeer droge gronden. ILEX AQUIFOLIUM Hulst Deze soort kan goed droogte en schaduw verdragen. Vandaar dat we hem ook regelmatig in bossen en langs bosranden tegen komen. LARIX KAEMPFERI Lork Een groot en snel groeiende bladverliezende boom. De grijsgroene naalden hebben een lengte van 3-5 cm en staan met 30-40 op kortloten ingeplant. Deze boom heeft een kegelvormige groeiwijze. De soort brengt mooi, roodbruin gekleurd, harsrijk, duurzaam hout voort. Bij een bosaanplanting beogen we een dichtheid van 1 boom per 1 à 3 m². PICEA ABIES Kerstspar De bij ons veel voorkomende en overbekende kerstspar. Deze spar behoudt zijn takken goed tot op de grond. De eerste 15 jaren is deze spar gezond groeiend, daarna is hij nogal onderhevig aan ziekten. Picea abies stelt weinig eisen aan de grond en is een snelle groeier. In een bosaanplanting wordt best 1 plant per 1 à 3 m² aangeplant. PICEA OMORICA Servische spar Een mooie, snelgroeiende spar voor elke grond met groengrijze naalden en iets afhangende takken. Deze Picea is weinig aan ziekten en insecten onderhevig. Picea omorika groeit vrij slank piramidaal. Mooi te gebruiken als lange, hoge windsingel. PINUS NIGRA ‘NIGRA’ Oostenrijkse den Een groot, breed en snel groeiende den die de eerste 10 jaren zijn takken goed tot op de grond bewaart. Deze pinus groeit op alle bodems en stelt eveneens weinig eisen aan de standplaats. De variëteit heeft donkergroene, vrij lange naalden.

PINUS STROBUS Weimouthden Een snelgroeiende den met mooie gladde stam. Deze den bezit een horizontale vertakking en mooie blauwgroene twijgen. Het loof is mooi grijs van kleur en zacht. De eerste 10 à 15 jaar behoudt deze den goed zijn takken tot op de grond. Nadien wordt de onderste helft van de boom kaal en doorzichtig. PINUS SYLVESTRIS Grove den Een snelgroeiende, opgaande den met groengrijze naalden en kleine denappeltjes. Het is de overbekende Kempische den met zijn opvallende, oranjebruine schors. Een pioniersboom die gedijt op zeer droge, arme gronden. POPULUS ALBA ‘NIVEA’ Witte abeel POPULUS soorten en variëteiten Populier Voor het aanplanten van een bos werden en worden nog steeds vele klonen en selecties van populieren op de markt gebracht. Er wordt geselecteerd naar houtkwaliteit, groeisnelheid en vooral ook naar ziekteresistentie (roestziekten). Dit resulteert in een groot aantal soorten zoals bijvoorbeeld de interamericana hybride, Boelare, Beaupré,...Bij het aanplanten van een bos worden de bomen 8-10 meter uit elkaar geplant. Best wordt er geplant tussen 15/11 en 1/4. PRUNUS AVIUM Boskers Een snelgroeiende kers met een zeer waardevolle houtsoort voor de meubelindustrie. Het hout is hard, vrij zwaar en meestal prachtig bruinrood gekleurd. Deze soort heeft een groot aanpassingsvermogen aan de grond. Zij gedijt goed in een gemengd bos. Bekend is ook de witte bloesem in het voorjaar die gevolgd wordt door de zoete vruchten die door de vogels zeer geliefd zijn. Van nature komt hij voor in een eikenbos maar kan ook in een beukenbos goed gedijen. PRUNUS PADUS Europese vogelkers PRUNUS SEROTINA Amerikaanse vogelkers Hij verdraagt goed schaduw en kan gebruikt worden als onderbeplanting. PRUNUS SPINOSA Sleedoorn Een matig en struikachtig groeiende plant met scherpe doornen en witte bloempjes in het voorjaar die gevolgd worden door de blauw berijpte vruchten. Deze struik kan zeer goed worden gebruikt voor het maken van ondoordringbare hagen. Hij kan goed schaduw en droogte verdragen. Daarom ook vaak gebruikt als onderbeplanting voor bossen. PSEUDOTSUGA MENZIESII Douglasden Een snelgroeiende, hoge den voor elke grond. Deze bomen kunnen goed worden gebruikt als bebossing daar ze een uitstekende houtkwaliteit (Oregonhout) en houtopbrengst bezitten. De naalden zijn frisgroen en ruiken naar citroen bij het wrijven. QUERCUS PALUSTRIS Moeraseik Een snelgroeiende boom met groene, diep ingesneden bladeren die fel verkleuren in de herfst. Een prachtige boom die eveneens als solitair kan worden gebruikt. In bosverband wordt hij met een dichtheid van 1 boom per 1 à 3 m² aangeplant. De moeraseik stelt weinig eisen aan de bodem en levert mooi rechte stammen voor echt kwaliteitshout. QUERCUS PETRAEA Wintereik De matig groeiende inlandse eik met groene, gelobde bladeren. Deze boom is een waardevolle soort die weinig eisen aan de grond stelt en zeer duurzaam hout voortbrengt. De bladeren verteren slecht. Eiken kunnen in grote homogene oppervlakten worden aangeplant. Eiken zijn lichtboomsoorten. Plant ze dus niet onder een scherm en meng ze met andere lichtboomsoorten (essen, boskers,...). Als onderbeplanting in een eikenbos doen lijsterbes en hazelaar het zeer goed.


QUERCUS ROBUR Inlandse eik, zomereik Zie vorige Quercus petraea. QUERCUS RUBRA Amerikaanse eik Groeit snel en gezond met het grote, bekende eikenblad. Zaait zich hier overvloedig uit. De houtkwaliteit is minder dan deze van onze zomereik. RHAMNUS FRANGULA Sporkehout ROBINIA PSEUDOACACIA Gewone acacia Plant er geen grote stukken mee aan! Doordat het hout licht breekbaar is, zullen er veel kruinen en takken uitwaaien. Wel zeer interessant om enkele bij te planten daar de bloemen enorm door de bijen worden gezocht. Zij maken er heerlijke honing van. ROSA CANINA Hondsroos De hondsroos. Een botanische roos met witte bloemen (met iets roze erin), die gevolgd worden door mooie langwerpige, rode bottels. ROSA RUGOSA Bottelroos De bottelroos. Er verschijnen grote, enkele bloemen met een witte of dieproze kleur de ganse zomer door (lokken een groot deel insecten). Het blad is mooi geribd en groen. De plant kan 200-225 cm hoog groeien. De bloemen worden door kleurrijke bottels gevolgd. Plant ze als lange hagen of langs bosranden! Ze produceren een massa aan voedsel (bottels) voor de vogels tegen de eerste vrieskou. SALIX ALBA ‘LIEMPDE’ Gewone wilg Een grote boom maar ook als knotwilg gebruikt. SALIX AURITA Geoorde wilg SALIX CAPREA Waterwilg SALIX CINEREA Grauwe wilg SALIX REPENS Kruipwilg SALIX ELAEAGNOS ‘ANGUSTIFOLIA’ (SALIX ROSMARINIFOLIA) SAMBUCUS NIGRA Gewone vlier De overbekende vlier met groen, oneven geveerd blad. De witte bloemen verschijnen mei-juni in schermen en worden door zwarte bessen gevolgd. De bessen zijn erg door de vogels geliefd. Deze soort groeit ook goed in de schaduw (onderbeplanting van bossen) en kan flink ingesnoeid worden. SORBUS AUCUPARIA Lijsterbes Een matig groeiende, kleine boom met geveerde, groene bladeren en witte bloemschermen vanaf mei die worden gevolgd door oranje vruchten in juliseptember (deze vruchten worden door lijsters gezocht). Doordat hij goed schaduw verdraagt doet hij het prima in de ondergroei van bossen. De soort kan zeer goed tegen zure bodems. Ze hebben een hoog opslagvermogen. SYMPHORICARPOS CHENAULTII ‘HANCOCK’ Lilaroze sneeuwbes Ook andere soorten en variëteiten worden aangeboden voor gebruik als bosplant. TAXUS BACCATA Venijnboom Taxus stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Kan gebruikt worden als onderbeplanting in een bos of als zichtscherm.


TILIA CORDATA Kleinbladige linde, winterlinde Een snelgroeiende, grote boomsoort met groene, hartvormige tot ronde bladeren. De witte bloempjes verschijnen begin juli en zijn welruikend (een weelde voor de bijen). Deze soort ontwikkelt een vrij ronde kroon. Zij stelt weinig eisen aan de grond en wordt meestal in combinatie met andere loofbomen aangeplant. Individuele menging in een eikenbos, groepsmenging in een beukenbos. Het hout van de linde is zacht en zeer goed te bewerken. TILIA PLATYPHYLLOS Grootbladige linde Een snelgroeiende, grote boomsoort met groene, hartvormige tot ronde bladeren. De witte bloempjes verschijnen begin juli en zijn welruikend (een weelde voor de bijen). Deze soort ontwikkelt een vrij ronde kroon. Zij stelt weinig eisen aan de grond en wordt meestal in combinatie met andere loofbomen aangeplant. Individuele menging in een eikenbos, groepsmenging in een beukenbos. Het hout van de linde is zacht en zeer goed te bewerken. TSUGA HETEROPHYLLA Westerse hemlockspar Een smalle, snelgroeiende boom met grijsgroene, kleine, stompe naaldjes. De boom bezit sierlijke, hangende twijgen en stelt weinig eisen aan de grond. Hij groeit goed in de schaduw. Bij een bosaanplant beogen we een dichtheid van 1 boom per 1 à 3 m². VIBURNUM LANTANA Wollige sneeuwbal Gelderse roos Je kan de struik dikwijls langs bosranden terugvinden daar hij goed schaduw verdraagt.

Rozen Een groot assortiment rozen wordt in de zomer op onze kwekerij geënt. Het aanbod is echter gigantisch. We proberen die rozen te weerhouden die goed en vooral gezond groeien en bloeien. In onderstaande lijst zijn de rozen opgenomen die regelmatig in het assortiment voorkomen. Het assortiment verandert voortdurend. Nieuwe soorten komen erbij en andere verdwijnen. Kan je in de lijst jouw rozenvariëteit niet terugvinden dan loont het de moeite om het even te vragen, of onze kwekerij te bezoeken. Op onze kwekerij worden de rozen nooit gesproeid tegen insecten en ziekten! De rozen moeten zelf een zo groot mogelijke afweer trachten aan te kweken. Uiteraard is dit erg soortafhankelijk. Vraag raad en zoek gezond groeiende soorten uit. Een groot gedeelte rozen werd geselecteerd door gespecialiseerde bedrijven zoals Meilland, Kordes, Tantau, Harkness, David Austin, Louis Lens,.... Dit impliceert ook dat wij deze rozen enkel mogen kweken mits overeenkomst met deze grote rozen’huizen’. Vele van onze klanten zoeken naar rozen uit deze gespecialiseerde collecties. Daarom werd in onderstaande lijst aangegeven waarvan de roos afkomstig is en of ze werd beschermd ®. Beschermde rozen zijn niet per se beter dan de vrije! Er hangt wel een prijskaartje aan vast. VRIJE ROZEN

GROOTBLOEMIGE STRUIKROZEN (theehybriden) De overbekende struikrozen die gans de zomer doorbloeien. De bloemen verschijnen op stevige stengels en kunnen afgesneden worden voor binnen in de vaas. Het snoeien van deze soorten gebeurt begin maart. Snoei dan terug tot +/- 7 cm boven de grond. Je verkrijgt dan elk jaar mooie, jonge struiken met veel bloem. Snoei in de zomer uitgebloeide twijgen diep terug. Hierdoor wordt nieuwe groei en daaropvolgende bloei gestimuleerd. De rozenstruik blijft zo aan de groei en heeft veel minder last van ziekten en plagen! De meeste van onderstaande soorten kunnen in een kleine tuin gebruikt worden (60-100 cm hoog). APRICOT NECTAR Een roos met grote, welriekende dubbele bloemen. Ze hebben een geel-pasteloranje kleur die overgaat naar oranjeroze. Deze cultivar kan een hoogte van 60 cm bereiken. BENOIT FRIART Een goede, sterk ruikende borderroos tot 70 cm hoog met dieproze naar lilaroze verkleurende bloemen. Ook een roos die in een vaas goed tot haar recht komt. Een vrije roos uit het DVP-assortiment. DAME DE CŒUR Een prachtig gevormde, welruikende roos die in de knop helderrood is gekleurd en bij volledige openstand een mooie donkerrode kleur bezit. Een zeer gezond en goed groeiende roos die zeer rijk bloeit. DORIS TYSTERMAN Een mooie roos die bij het openkomen een gele kleur heeft en later een meer abrikoosroze kleur vertoont. Het is een rijkbloeiende roos. DREAM Een variëteit met mooi gevormde, lichtroze, goed gevulde, welruikende rozen. ENA HARKNESS Een mooie, donkerrode grootbloemige roos met ietwat gekrulde bloemblaadjes. Het is een van oudsher zeer bekende en waardevolle roos.

LIPARFUM Wil je bedwelmd worden door de geur van een roos dan is deze een aanrader. De bloemen van deze cultivar zijn lila van kleur en heerlijk van geur! MADAME A. MEILLAND Een van onze meest gekende rozen. Deze variëteit heeft grote, goed gevulde, kanariegele bloemen met een roze rand. Het is een zeer gezond en goed groeiende roos. MARIE LOUIS VELGE Een grootbloemige roos tot 110 cm hoog. De bloemkleur evolueert van rozerood in het knopstadium naar lichtroze tot wit bij de uitbloei. Mooi opvallend geel hart. Een lichtgeurende bloem. Een vrije roos uit het DVP-assortiment. MISTER LINCOLN Een mooie en welruikende roos met zeer grote, donkerrode bloemen. PASCALI Een zeer mooie, witte roos met een lange mooi gevormde knop. Het is een gezond groeiende en zeer rijk bloeiende snijroos. QUEEN ELISABETH Onze overbekende, krachtig en gezond groeiende roos met mooi gevormde, grote, zuiver roze bloemen. Een zeer goede snijroos. RAFAËL BRAECKMAN Een scharlakenrode roos tot 80 cm hoog met mooi geel hart. Een vrije roos uit het DVP-assortiment. SIRITIME Een elegante, grootbloemige, rode roos die sterk geurt. Een zeer gezond groeiende soort. WHITE SYMPHONY Een grootbloemige roos tot 80 cm hoog met brede, goed gevulde, witte bloemen. Goed in perken maar ook als snijroos in de vaas. Een vrije roos uit het DVP-assortiment.

TROSROZEN De overbekende trosrozen worden gekenmerkt door meerdere bloemen per stengel, die gans de zomer doorbloeien. Het snoeien gebeurt zoals de grootbloemige (zie voorgaande). Trosrozen worden veelvuldig gebruikt in perken omwille van de overvloedige bloei.

JORO Een zeer sterke, bloeirijke, welruikende, grootbloemige roos met fel oranjerode bloemen. Het is een zeer gezond groeiende en vrij hoog opgaande variëteit.

FLORANJE En trosroos tot 110 cm hoog met weelderige trossen van oranjerode, vrij brede bloemen. Een goed vertakkende struik die tot ver in het najaar bloeit. Een goede roos, zowel voor de tuin als voor openbaar groen. Een vrije roos uit het DVP-assortiment.

KANEGEM Een oranjerode, mooi gevormde roos die zeer rijk bloeit en uitstekend kan worden gebruikt als snijroos. Deze variëteit groeit goed en gezond. Het is de allerbeste aanwinst van de laatste jaren.

GOLDCUP Een gele trosroos tot 80 cm hoog met vrij brede bloemen. Goed vertakkende tuinroos die goed bebladerd is en goed geel uitbloeit. Een vrije roos uit het DVP-assortiment.


p ‘Amber Queen’

p ‘Charles de Gaulle’

p ‘Felicia’

q ‘Dawn Red Climbing’

p ‘China Town’


q ‘Coral Dawn’

KATHARINA ZEIMET Een heerlijk geurend trosroosje tot 40 cm hoog met dikke trossen van kleine, witte bloempjes.

ROSA GLAUCA Een struik tot 250 cm hoog met blauwgroen blad. De bloemen hebben een mooie roze kleur en worden door bottels gevolgd.

KENT Een gezond groeiende trosrozelaar tot 50 cm hoog met witte, halfgevulde bloempjes

ROSA HUGONIS Een botanische struikroos die bloeit met botergele, 5 cm grote bloemen. De bloemen worden gevolgd door talrijke mahoniekleurige botteltjes. De struik kan 2 m hoog worden. ROSA MOYESII ‘GERANIUM’ Een botanische of wilde roos tot 250 cm hoog met 6-7 cm grote, helrode bloemen en lange, flesvormige bottels.

MARIE PAVIC Een schitterend gezond groeiend roosje tot 50 cm hoog met witte, dubbel openende bloemen die iets rozig zijn. Goed te gebruiken als boord of in vakken. MELROSE Eén van de allerbeste, gezond groeiende trosrozen uit het sortiment. Ze bloeit met dieproze, halfgevulde bloemen. Per tros kunnen er tot 28 bloemen voorkomen. Tot een stuk in de herfst verschijnen er bloemen die goed regenbestendig zijn. De struik vertakt goed en is een echte topper voor het maken van perken. Een vrije roos uit het DVP-assortiment. NINA WEIBULL Een zeer rijkbloeiende trosroos met bloedrode bloemen. Het is een gezond groeiende en zeer winterharde plant. RAPHAËL BRACKMAN Een lage, goed groeiende en rijk bloeiende trosroos met oranjerode mooi gevormde bloemen. RUMBA Een mooie, geelrode trosroos. TOPORANGE Een oranjerode trosroos tot 60 cm hoog. Een vrije roos uit het DVP-assortiment.

ROSA NITIDA Een botanische of wilde roos. Een lage struik die opvallende, rode botteltjes vormt na de roze bloempjes.Het struikje kan een hoogte van 50 cm bereiken en heeft een mooi, gestructureerd, fijn blad. ROSA OMEIENSIS PTERACANTHA Een roos met enorme grote doornen. De bloemen bestaan uit slechts 4 bloemblaadjes, verschijnen vroeg en zijn wit van kleur. Ze worden door mooie vruchten gevolgd. Deze plant kan een hoogte van 2,5 meter bereiken. ROSA PIMPINELLIFOLIA Een struik tot 100 cm hoog met erg stekelige takken en witroze bloempjes. De bloemen worden gevolgd door bijna zwarte bottels. ROSA RUBRIFOLIA Een roos met rozerode bloemen met wit hart. Ze worden gevolgd door talrijke rode, ovale bottels. Het blad heeft een opvallende bruinrode kleur.

VILLE DE ROEULX Een lage (50cm), gezond groeiende trosroos met trossen van dieproze, halfgevulde bloemen met een diameter van +/- 6 cm. Een goede perkroos die onafgebroken bloeit tot ver in het najaar. Een vrije roos uit het DVP-assortiment.

ROSA RUGOSA De bottelroos. Er verschijnen grote, enkele bloemen met een witte of paarsroze kleur de ganse zomer door. Het blad is mooi geribd en groen. De plant kan 100-125 cm hoog groeien. De bloemen worden door kleurrijke bottels gevolgd. Deze struik mag elk jaar kort gesnoeid worden. De vogels zijn verzot op de bottels. Bij de eerste strenge vorstperiode zullen zij een welgekomen voedselbron zijn.

WETTRA Een trosroos met grote trossen van mooi gevormde, kersrode bloemen. De plant is zeer rijk bloeiend en groeit gezond. De bloemen behouden hun kleur tot bij het afvallen van de bloembladeren.

ROSA RUGOSA ‘ALBA’ De bottelroos. Er verschijnen grote, enkele bloemen met een witte kleur de ganse zomer door. Het blad is mooi geribd en groen. De plant kan 100-125 cm hoog groeien. De bloemen worden door kleurrijke bottels gevolgd.

BOTANISCHE ROOS, BOTANISCHE KLIMROOS, ROOS MET BOTANISCH KARAKTER, RUGOSAROZEN

ROSA RUGOSA ‘RUBRA’ Als voorgaande doch met rode bloemen.

Leuk aan deze rozen is dat ze een ‘wild’ uiterlijk hebben en dat ze mooi passen in een ‘natuurlijke’ tuin. Ze bloeien niet de ganse zomer maar we worden beloond door de vele bottels in de herfst. Het snoeien beperkt zich tot het wegsnoeien van oude en dode takken liefst direct na de bloei.

ROSA SPINOSISSIMA Een botanische roos met witte bloemen die gevolgd worden door zwarte vruchten.

HANSA Een Rosa rugosa (bottelroos) type. Een breed uitgroeiende, doorbloeiende struik met donkerpaarsrode gevulde bloemen die sterk geuren. De bloemen worden gevolgd door rode reuzebottels. De plant kan een hoogte van 150 cm bereiken. ROSA CANINA De hondsroos. Een botanische roos met witte bloemen (met iets roze in), die gevolgd worden door mooie langwerpige, rode bottels. ROSA CHINENSIS ‘VIRIDIFLORA’ Een doorbloeiende chinese roos met groenachtige, kleine bloemen. Bij ons laat de winterhardheid echter te wensen over. ROSA DE RHESCHT Een heel lekker ruikende, gevulde, fuchiarode (paarsrood) roos tot 100 cm hoog die goed herbloeit. ROSA FILIPES ‘KIFTSGATE’ Een enorm groeikrachtige, botanische, zomerbloeiende ‘boom’-klimmer die gemakkelijk kan aangewend worden voor klimmen in bomen, .... De vele roomwitte bloempjes aan lange steeltjes zijn gegroepeerd in grote tuilen en worden gevolgd door oranjerode botteltjes.

SCHNEEZWERG Een prachtige, botanische roos met zuiver witte, 7 cm grote, halfgevulde bloemen met heldergele meeldraden. Het is een fijn getwijgde plant die een hoogte van 1,5 meter kan bereiken.

OUDE ROZEN

( albarozen, damacenerrozen, mosrozen, gallicarozen, Bourbonrozen,...) MADAME ISAAC PEREIRE Een stevige, herbloeiende bourbonroos tot 2,5 meter hoog met groot, dik, donkergroen blad. De sterk geurende, dieproze bloemen zijn groot (tot 10 cm). Bij het opengaan zijn ze komvormig met bloemblaadjes die aan de randen zijn opgekrold. ROSA CENTIFOLIA Een roos met oudroze, halfgevulde, knikkende, halfbolvormige, heerlijk geurende bloemen.

HEESTERROZEN (en moschata-hybriden); DOORBLOEIENDE HEESTERS Hieronder hebben wij soorten gecatalogeerd die als heesters opgroeien (100200 cm hoog) en als heester kunnen gebruikt worden in de tuin. Ze groeien dus wat hoger en zijn meestal doorbloeiend. Het gebruik van deze heester-


rozen is toe te juichen daar er prachtige effecten mee kunnen bereikt worden. Het snoeien beperkt zich ook hier tot het terugknippen van oude twijgen en het verwijderen van dood hout. Heel wat soorten zijn geschikt voor hagen en afscherming. Tegen de muur geplant worden ze ook gebruikt als klimmer tot 2 à 3 meter hoogte. Plant ze in potten voor op het terras! Ze geven je de ganse zomer een overvloed aan bloemen. BUFF BEAUTY Een brede struik met overhangende takken en grote, gevulde, abrikoosgele, heerlijk geurende bloemen in losse trossen. Kan als bodembedekker gebruikt worden maar ook als klimmer. CERA Een schitterende heesterroos tot 140 cm hoog met een donkergroen, blinkend blad. De eerste bloei is overweldigend met kardinaalrode bloemen in grote trossen (tot 67 bloemen per tros). De bloemen zijn halfgevuld en tot 7 cm hoog. Deze cultivar bloeit goed door en kan goed regen verdragen. De plant is bijzonder goed resistent. Een vrije roos uit het DVP-assortiment. CORNELIA Een fel geurende, licht abrikooskleurige roos die in losse trossen is verenigd. Deze struik kan een hoogte van 1,5 meter bereiken. FELICIA Een mooie, bloeiherhalende, geurige, donkerbladige rozelaar tot 1,5 meter hoog met zilverroze, bijna gevulde, 7-8 cm grote bloemen. De rozen zijn gegroepeerd in trossen. FRISSON FRAIS Een gezond groeiende, uitstruikende, prachtige roos tot 150 cm hoog met lange trossen van enkelvoudige, grote, witte bloemen met roze rand. GHISLAINE DE FELIGONDE Een kleinbloemige, schitterende heesterroos of klimroos met gele knoppen en geelachtig witte, gevulde bloempjes in geweldige trossen. Deze variëteit bereikt een hoogte van 2 à 3 meter. Een aanrader.

* Tweede jaar: zijscheuten op de takken die bloeien insnoeien. * Volgende jaren: verjongen van de plant . (Oude takken wegsnoeien). APOLLO Eén van de weinige, mooie, lichtgele klimmers. BANTRY BAY Een herbloeiende floribunda (tros) klimroos met roze, half dubbele bloemen. Zeer bloeirijk. CHINA TOWN Een doorbloeiende klimroos of heesterroos met zachtgele, geurende, gevulde bloemen in trossen aan opgaande twijgen. CLAUDIUS DE NOËL Een prachtige, fel ruikende, rode klimmer die een hoogte van 3-4 meter kan bereiken. Ook in de schaduw en op overschaduwde plaatsen kan deze roos aangewend worden. Een van oudsher gekende zeer waardevolle soort. CLIMBING DAWN RED Een gezonde, sterk groeiende, goed doorbloeiende klimroos met rode bloemen. CLIMBING ICEBERG Een witte, zeer rijk bloeiende klimmer die gezond groeit. Het is een zeer gekende en geliefde roos met zuiver wit blijvende bloemen. CLIMBING RUSTICANA® (Poppy Flash) Een nieuwe klimroos uit het ‘Meilland’ assortiment met oranjekleurige bloemen. COLONIAL WHITE Een schitterende, heerlijk ruikende klimroos met mooigevormde, witte bloemen die ook in de schaduw en op overschaduwde plaatsen goed groeit en bloeit. CORAL DAWN Een herbloeiende, grootbloemige, heerlijk geurende klimroos die een hoogte van 3 m kan bereiken. De bloemen zijn gevuld en zachtroze van kleur.

GOLDEN SHOWERS Een heesterroos met mooie, gele, zeer grote, dubbele bloemen die verenigd zijn in grote trossen. Deze plant kan 150 cm hoog worden.

CREPUSCULE Een zeer gezond groeiende, doorbloeiende, donkerrode, sterke klimroos. Een aanrader.

LICHTKÔNIGIN LUCIA Vooral een gezonde roos. Mooie bladstand en stevige groei. De dubbele bloemen zijn geel van kleur en verschijnen aan opvallende, grote trossen.

DAWN RED CLIMBING Een zeer gezond groeiende, prachtig en uitbundig groeiende klimroos tot 4 meter hoog met trossen van kleinbloemige, rode bloemen.

NEVADA Een heesterroos met enkele, helderroze naar wit verkleurende bloemen. Deze variëteit groeit en bloeit weelderig en kan een hoogte van 2 m bereiken.

EXCELSA Een éénmaal bloeiende (zomerbloeiende) klimroos met kleine, dubbele rode bloemen in zware trossen. Deze soort kan een hoogte van 3-4 m bereiken.

PENELOPE Een roos met mooie roze bloemen die zich openleggen zodat de talrijke meeldraden zichtbaar worden. Deze plant kan een hoogte van 1,5 meter bereiken.

FRANK FERNOR Een rijk- en doorbloeiende, klimmende, donkerroze roos die heerlijk geurt.

PLEIN DE GRACE Een zeer mooie struik met overhangende twijgen van 150-200 cm. Er verschijnen mooie, witte enkele bloemen met lange, gele stuifmeeldraden. De bloemen zijn fel geurend en verschijnen overvloedig. Elke bloem wordt een bottel ter grootte van een knikker. SALLY HOLMES Weerom een doorbloeiende heester tot 200 cm hoog, met trossen van crèmewitte bloemen met opvallende, uitstekende, gele meeldraden. TALL STORY Een gele roos die ietwat crèmekleurig verbloeit. Ze groeit gezond en kan als heester of klimroos gebruikt worden. Een goed zachtgeel ras.

KLIMROZEN Een gedeelte van de heesterrozen kan ook als kleine klimmer gebruikt worden. bv. Ballerina, Guirlande d’Amour, ... Er wordt dan natuurlijk wel op een andere manier gesnoeid. SNOEI VAN DE KLIMMERS: * Eerste jaar van het planten : snoei tot op 4-5 ogen om in te kunnen wortelen.


GHISLAINE DE FELIGONDE Een kleinbloemige klimroos met gele knoppen en geelachtig witte bloemen in trossen. Deze variëteit bereikt een hoogte van 2-3 meter. GLOIRE DE DIJON Een mooie herbloeiende, grootbloemige klimroos met gele tot zalmroze bloemen. Het is een zeer bloeirijke soort die geweldig geurt. LYKKEFUND Een kleinbloemige, niet herbloeiende klimroos met halfgevulde, roomwitte, 4 cm grote, heerlijk geurende bloempjes in tuilen. De bloemen worden vaak door bottels gevolgd. De plant kan een hoogte van 4 meter bereiken en kan eveneens als vrijstaande struik of als liaanroos worden gebruikt. Kan ook op schaduwrijke plaatsen goed gedijen. Zeer winterhard. MADAME ALFRED CARRIERE Een herbloeiende, doorbloeiende klimroos met dubbele, bolvormige, sterk geurende bloemen die een bleekroze, haast witte kleur hebben. NEW DAWN Een prachtige klimroos tot 4 meter hoog met mooie trossen van lichtroze, halfgevulde, zachtgeurende bloemen. Deze soort is waarschijnlijk één van de best doorbloeiende variëteiten. Een zeer aan te bevelen soort.

p ‘Ghislaine de Feligonde’

p ‘Guirlande d’Amour’

p ‘Li Parfum’

p ‘Paul’s Scarlet Climber’

p ‘Poesie’

q ‘Prof. Boesman’

p ‘Rhapsody in Blue’

q ‘Rivierenhof’


PAUL’S SCARLET CLIMBER Een zomerbloeiende, zeer mooie klimroos met rode bloemen in grote trossen. Soms verschijnt er nog een nabloei. VEILCHENBLAU Een schitterende, kleinbloemige en zomerbloeiende klimroos met aparte, paarse bloemen met een opvallend wit hart. WEDDING DAY Een zomerbloeiende klimroos of zelfs liaanroos met rijkgeurende bloemen in grote trossen. In de knop hebben de rozen een diepgele kleur die bij het openen naar crèmewit overgaat. Het is een sterke en gezond groeiende klimroos die een hoogte van 500 cm kan bereiken. ZEPHIRINE DROUHIN Een bekende, doornloze Bourbon klimroos, met dieproze, halfgevulde, bekervormige, vrij grote rozen. De bloemen hebben een fruitige geur. Het jonge hout is mahoniekleurig. Deze cultivar is zo goed als doorbloeiend en kan een hoogte van 4-5 m bereiken.

MINIATUURROZEN Snoei: zie grootbloemige rozen. BABY MASQUERADE ® (Math. Tantau 1955) Een miniatuurroosje met bloemen in tinten van geel over oranje tot roze en rood. JOSEPHINE WHEATCROFT Een miniatuurroosje dat een hoogte van 40 cm kan bereiken. De bloemen staan in trossen en zijn fel geel van kleur. MORSDAG Een miniatuurroos met prachtige donkerrode bloemjes. Tot 30 cm hoog. ORANGE MORSDAG Een kosterroosje dat een hoogte van 40 cm kan bereiken. De bloempjes hebben een oranje kleur. PERLE D ‘ ALCANADA Een prachtige, mauve miniatuurroos die een hoogte van 35 cm kan bereiken. PINK KOSTER Een mooi kosterroosje met purperachtige bloemjes. Deze variëteit kan een hoogte van 30 cm bereiken. POUR TOI Een miniatuurroosje met prachtig witte bloempjes dat een hoogte van 30 cm kan bereiken. RED THE FAIRY Een miniatuurroos met kleine, rode bloempjes die in grote trossen worden gedragen. De plant heeft een blinkend blad, is zeer gezond groeiend en bijzonder lang bloeiend. Deze soort bereikt een hoogte van ongeveer 40-50cm. STARINA Een miniatuurroos met roze bloemjes. Deze variëteit kan een hoogte van 30 cm bereiken. THE FAIRY Als Red The Fairy doch met prachtige, zachtroze bloempjes. WITTE KOSTER Een kosterroosje met witte bloempjes. Deze variëteit kan een hoogte van 30 cm bereiken.


STAMROZEN

TIPS

Een stamroos is uiteindelijk niets anders dan een trosroos, grootbloemige roos, miniatuur, heesterroos,.... op stam geënt. Snoei je stamrozen in de herfst voor de helft terug. Eind maart -begin april snoei je ze dan kort tot op 10 à 15 cm van de entplaats. Wij beschikken over heel wat soorten op stam. Het zou echter een herhaling van voorgaande beschrijvingen zijn om ze hier weer te vernoemen. Vb. : Queen Elisabeth, Landora, The Fairy, Wettra,...

- Plant een rozenstruik met de entplaats ± 3 cm onder de grond! De entplaats is daar waar de twijgen aan de wortelhals vertrekken.

TREURROZEN

- Uitgebloeide bloemen verwijderen samen met een deel van de tak. De rozenstruik blijft dan groeien en is daardoor toch minder gevoelig aan talrijke bladvlekkenziekten. Vooral wordt door deze handeling de tweede bloei gestimuleerd.

Een treurroos wordt gemaakt door een heesterroos of een klimroos op stam te enten. Bijgevolg zullen de takken doorhangen (treuren). Snoei de treurrozen direct na de bloei. Verjong door oude takken weg te nemen en andere wat in te korten.

- Dien een organische bemesting toe in de winterperiode en direct na de eerste bloei.

Vb.: New Dawn, Exelsa,...

- Wanneer je een rozenveld vervangt, plant dan nooit opnieuw rozen op dezelfde plaats. Wil je dit toch doen dan moet je er één jaar iets anders planten (best Tagetes). Dit omwille van bodemmoeheid (aaltjes). Je kan uiteraard ook deels de grond vernieuwen.

LICENTIEROZEN Een groot gedeelte rozen werd geselecteerd door gespecialiseerde bedrijven zoals Meilland, Kordes, Tantau, Harkness, David Austin, Louis Lens,.... Dit impliceert ook dat wij deze rozen enkel mogen kweken mits overeenkomst met deze grote rozen’huizen’. Vele van onze klanten zoeken naar rozen uit deze gespecialiseerde collecties. Daarom werd in onderstaande lijst aangegeven waarvan de roos afkomstig is en of ze werd beschermd ®. Beschermde rozen zijn niet per se beter dan de vrije! Er hangt wel een prijskaartje aan vast. In snel tempo brengen zij noviteiten op de markt. Daarom dat het hierna genoemde assortiment nogal eens verandert.

Best Select ® ANDRE BRICHET® Een schitterende, heerlijk ruikende heesterroos tot 130 cm met goed gevulde , brede witgele bloemen. In de knop en aan de bovenkant zijn de bloemblaadjes licht purper van kleur. Een sterk vertakkende struik met sterke opgerichte groei en dicht bebladerd. Deze roos ook zeer goed ziekteresistent. Deze kan je gebruiken als struikroos, in een border of als solitair. JACKY’S FAVORITE® Een schitterende, zeer bloeirijke trosroos met een bijzonder lange, onafgebroken bloeiperiode. De prachtige lichtroze tot rozerode bloemen met een diameter van 6 cm staan in grote trossen van soms wel 80 bloemen per tros. Ook bij regenweer blijven de bloemen goed houdbaar en verkleuren ze niet. Een uitermate gezonde soort die de bodem goed afsluit. In een border staat deze ook haar mannetje. PRINCES MATHILDE® Een struikroos tot 80 cm hoog met dicht bebladerde takken. De bloeiperiode van deze roos begint vanaf juni en ze bloeit door tot in het late najaar. Mooie gevulde, rode, zeer brede bloemen. Lichte geur. De ziekteresistentie is goed. RIVIERENHOF® Een zeer goed en gezond groeiende trosroos of heesterroos tot 150 cm hoog. Uitbundige groei en bloei tot in het late najaar met halfgevulde, platte, rozerode bloemen.

Harkness Floribunda ® AMBER QUEEN Een mooie, goed ruikende, geelamberkleurige, polyantha, gevulde roos tot 50 à 60 cm hoog.

- Bij het planten is aan te raden wat goede potgrond mee in te mengen.

- Plant uw rozen voor de winter of zo vroeg mogelijk in het voorjaar! U zult er wel bij varen.

EASY GOING® Een gezond groeiende floribundaroos (trosroos) met geelamberkleurige bloemen. Hoogte: 80 cm. MARGARET MERRIL® Een aan te bevelen, sterk geurende Engelse trosroos tot 60 cm hoog met schitterende, wit satijnen bloemen en frisgroen loof. PRINCESS OF WALES® Een gezond groeiende witte trosroos tot 50 à 60 cm hoog. REMEMBRANCE® Een lekker geurende, rode trosroos. Het is een kort groeiende soort (80 cm) met dikke bloemen.

Rosen Tantau LANDORA® Een bossige en compact groeiende, middelgrote, grootbloemige roos (80-100 cm hoog) met niet verblekende, zuiver gele bloemen. Het is een gezond groeiende soort. Eén van de beste gele rozen.

p ‘Rivierenhof’

MAINZER FASTNACHT® Een mooie, sterke, strak opgroeiende, fel geurende, grootbloemige roos (80100 cm hoog) met blauwachtige bloemen en gezond, frisgroen loof. PUSSTA® Een zeer mooie, lichtend rode trosroos tot 80 cm hoog met overvloedig veel bloemen. Het is een prachtige, gezond groeiende, goed winterharde soort met donkergroen blad. De kleur van de bloemen blijft behouden tot ze afvallen. W. Kordes’ Söhne RHAPSODY IN BLUE® Een geweldig lekker ruikend roosje met blauwviolette, halfgevulde bloempjes met wit hart en opvallende gele meeldraden. De plant kan tot 120 cm hoog worden. Een mooie verschijning. SCHNEEKÖNIGIN® Een bodembedekkende, lage, bossige roos met zuiver witte, halfgevulde bloemen met opvallende, gele meeldraden. Het is vooral een uitermate gezond groeiende soort . ADR-predikaat. SCHNEEWITTCHEN® Een schitterende, rijk bloeiende trosroos met zuiver witte, niet verblekende, grote halfdubbele bloemen. Veel gebruikte trosroos in perkjes. Een roos met ADR-predikaat.

p ‘Rosarium Uetersen’

q ‘Schwarze Mandonna’

ROSARIUM UETERSEN® Een lang en rijk doorbloeiende klimroos tot 200 cm hoog met gevulde, roze bloemen. Deze cultivar vormt gezonde, stevige scheuten. LICHTKÖNIGIN LUCIA® Een ADR roos tot 150 cm hoog met ietwat geurende citroengele bloemen. Een uitermate gezonde soort met glanzend, lichtgroen blad. SUMMER WINE ® Een klimmer tot 4 meter hoog met diep roze, grote, bijna enkelvoudige bloemen met wit hart en rode meeldraden. Een echt gezond groeiende soort. SCHWARZE MADONNA® Een mooie, intens zwartrode, gevulde, sterk geurende snijroos. Het loof is prachtig, glanzend, donkergroen.

Lens Roses BOUQUET PARFAIT® Een rechtop groeiende, doorbloeiende struik die een hoogte van 1,20 m kan bereiken (volgens de snoei van 1-2 meter). Middelmatige bloemen, melkwit met veranderende roze schijnen in de randen, geelachtig in het centrum. De bloemen zijn in bolvormige trossen verenigd. BUKAVU® Een trosroos uit het Lens assortiment. De grote trossen karmijnrode bloemen met wit hart verschijnen gans de zomer tot tegen de winter! Een sterke, weersbestendige doorbloeier tot 120-150 cm hoog. Een roos geselecteerd uit de gekende Rush.


DINKY® Een nog recente introductie uit hun assortiment. Deze rechtop groeiende doorbloeier met kleine, fuchsiaroze bloemen in trossen groeit tot 120 cm hoog en heeft een bijzonder gezond, blinkend, groen blad. Een mochata hybride. GUIRLANDE D’AMOUR® Een mooie herbloeiende heesterroos met kleine, dubbele, zuiver witte bloemen in tros. Het is een lekker geurende soort die goed doorbloeit. Een zeer gezond groeiende cultivar als heester of klimmer. Een echte aanrader. LOVE LETTER Een gezond groeiende trosrozelaar zeer lang doorbloeit. Roomwitte knoppen die bij het openen binnenin mooi citroengeel kleuren. Tot 60 cm hoog. MARIA MATHILDA® Een trosroos (80-100 cm hoog) met halfgevulde, witte bloemen met roze schijn en franje rondom. Het is een gezonde en krachtig groeiende roos. POÉSIE® Een doorbloeiende, zeer gezond groeiende heesterroos tot slechts 60 cm hoog met witte halfdubbele bloemen en roze hart. Een bloeirijke soort. RUSH® Gans de zomer tot laat in het najaar verschijnen er enkelvoudige, roze bloemen met wit hart in overweldigende trossen. Deze roos heeft een enorme bloeirijkheid en groeit gezond. Deze soort kan een hoogte van 150 cm bereiken. Zij kan daarom goed als heester gebruikt worden.

Meilland ® SWANY® Een zeer mooie, goed groeiende miniatuur die de grond goed bedekt. De bloemen zijn goed gevuld en zuiver wit. Een zeer rijke en doorbloeiende variëteit.

q ‘Wettra’


Meilland Classics ® BONICA® Een prachtige trosroos met sierlijke lichtroze bloemen die naar wit verkleuren. De hoogte is wat afhankelijk van de snoei en varieert tussen 80 en 150 cm. (Eigenlijk al een heesterroos in zijn hoogste vorm). CATHERINE DE NEUVE® Een prachtige, zalmkleurige, heerlijk ruikende, grootbloemige roos tot +/90 cm hoog. CHARLES DE GAULLE® Een sterk geurende, lila, grootbloemige roos tot ± 90 cm hoog GOLD BUNNY® Deze polyantha bloeit met niet verblekende gele bloemen. GOLDEN BORDER® Een heerlijk ruikende zachtgele polyantha roos. JARDIN DE BAGATELLE® Een mooie, grootbloemige struikroos met champagnewitte bloemen. JOHANN STRAUSS® Een elegante, porseleinroze, grootbloemige roos die een hoogte van 60 tot 80 cm kan bereiken. Deze variëteit ruikt voortreffelijk.

Meilland Romantica ® HONORE DE BALZAC® Een lekker geurende, crèmewitte met roze, zeer sterk gevulde roos. Ze is opgaand en compact groeiend (tot 100 cm hoog) . LEONARDO DA VINCI® Een gezond groeiende, compacte, opgaande, lekker geurende polyantha van 70 tot 110 cm hoog met prachtig gevulde, bengaalroze, fris geurende bloemen.

Klimplanten In elke tuin is er ergens wel een plaatsje voor een klimplant. Tegen of over een pergola, een smeedijzeren boog, een carport, in een levende of afgestorven boom, een hekwerk of afspanning,... Ze kunnen de strakke, verticale elementen in de tuin een natuurlijker karakter geven door er zich omheen te winden of aan vast te hechten.

TIP Bij het planten van klimmers kan je best wat goede potgrond in de plantput mee doormengen om ze een goede start te geven.

CLEMATIS HOE SNOEIEN? 1. De soorten en hybriden die vroeg bloeien d.w.z. vanaf maart - april, bloeien op sterke takken van het vorig jaar. Je haalt direct na de bloei zwak en dood hout weg. Vb: de variëteiten van C. alpina, C. armandii, C. macropetala,... 2. Soorten en hybriden die bloeien in mei-junibegin juli. Je haalt begin maart het zwakke en dode hout weg en kort de rest een klein stukje (20 cm) in tot aan een paar dikke okselknoppen. Eigenlijk verschilt deze snoei weinig van voorgaande. Vb: C. ‘The President’. 3. De soorten die laat bloeien d.w.z. eind juli-augustus-september-oktober. Zij bloeien op scheuten die datzelfde jaar nog gevormd werden. Snoei daarom begin maart terug tot binnen 75 cm boven de grond (of tot aan een actieve, sterke okselknop). De nieuwe scheuten die dan verschijnen kunnen omlaag worden geleid om het kale onderstuk van de plant te bedekken. Een groot deel van de echte hybriden. Vb: C. tangutica.

OPMERKING! Ben je niet zeker van de juiste snoei. Gebruik dan methode 1 en verjong regelmatig door eens een oudere gesteltak terug te snoeien tot op 50 cm boven de grond.

ACTINIDIA CHINENSIS Kiwi Kiwi is een hoge klimplant (zoals de druif) die in onze streken zeer goed groeit, met grote, gezonde, frisgroene bladeren. De soort is snelgroeiend en heeft een schitterende bladstand. Voor de bevruchting is het nodig een mannelijke en vrouwelijke boom samen te planten. De vruchten zijn behaard, groen-bruinachtig en hebben een friszoete smaak. ACTINIDIA KOLOMIKTA Een matig groeiende klimplant met witroze, bonte, vrij grote bladeren. AKEBIA QUINATA Een snelgroeiende klimplant met vijftallige, groene blaadjes en purperbruine, welruikende, onopvallende bloemen in april-mei. Ze worden gevolgd door 5 à 10 cm lange purperblauwe vruchten. De vruchten komen in ons klimaat echter weinig voor. Het is een goede groeier maar slechte bloeier! ARISTOLOCHIA MACROPHYLLA Duitse pijp Een snelgroeiende, bladverliezende slingerplant met grote, frisgroene, hartvormige bladeren. De pijpvormige, onopvallende, geelbruine bloemen verschijnen in mei-juni. Door zijn speciale bladvorm, bladkleur en mooie bloemvorm is het een zeer decoratieve klimplant. CAMPSIS RADICANS ‘FLAVA’ (=’YELLOW TRUMPET’) Trompetklimmer Een matig groeiende klimplant (8-10m) met groene, oneven geveerde bladeren en vanaf augustus gele, trompetvormige bloemen. Deze soort bloeit best op een zonnige standplaats. Zoals klimop heeft deze soort ook hechtworteltjes. Deze kunnen echter nooit het grote gewicht van deze klimmer steunen. Daarom is het aanbinden en leiden dikwijls noodzakelijk. CAMPSIS TAGLIABLUANA ‘MADAME GALEN’ Trompetklimmer Als voorgaande doch met zalmrode bloemen. CELASTRUS SCANDENS Boomwingerd Een zeer snel groeiende, hoge slingerplant met groene ovale bladeren. ‘s Zomers bloeien de piepkleine, groenige bloemen in kleine trosjes in de bladoksels. Ze worden gevolgd door trossen van bolronde vruchten die openspringen en zodoende de oranje binnenkant en de rode zaadjes laten zien.

CLEMATIS Het is een gekende klimplant, met hechtranken, die het best groeit op een goed doorlatende, vochtige en kalkrijke grond. Bij het planten kan je dan potgrond in de plantput mee vermengen. Dek de voet van de plant af wanneer hij in volle zon is geplant. CLEMATIS ALPINA Bosrank Een bosrank tot 3 meter hoog met prachtige, lantaarnachtige, enkele, 5-7 cm lange, blauwe bloemen vanaf april. De bloemen worden gevolgd door pluizige, zilverkleurige zaadhoofdjes. CLEMATIS ALPINA ‘FRANCIS RIVIS’ Bosrank Als voorgaande doch met ietwat gedraaide 7 cm lange, blauwe bloemen. CLEMATIS ‘ARABELLA’ Deze bosrank met blauwe bloemen bloeit uitermate lang (van juni tot oktober). Hij is ook beter dan de andere variëteiten bestand tegen de clematis-verwelkingsziekte. CLEMATIS ARMANDII ‘SNOWDRIFT’ Bosrank Een groen blijvende bosrank tot 3 meter hoog met vele, witte, kleine bloemen in maart-april. De bladeren zijn mooi glanzend groen van kleur en langwerpig van vorm. Een vorstgevoelige klimplant die een beschutte standplaats verkiest. CLEMATIS ‘DR. RUPPEL’ Bosrank Een matig groeiende bosrank met helder paarsrode, gestreepte bloemen in mei-juni. CLEMATIS ‘ERNEST MARKHAM’ Bosrank Een matig groeiende bosrank tot 3 meter hoog met grote, magentarode bloemen van juli-oktober. CLEMATIS ‘ETOILE VIOLETTE’ Bosrank Een bosrank tot 4 m hoog met violette, 5-10 cm grote bloemen met opvallende, crèmekleurige meeldraden van juni-sept. CLEMATIS ‘GOLDEN TIARA’ Bosrank Een schitterende bosrank tot 3 meter hoog met prachtige, helder gele, knikkende bloemen van juli-oktober. De bloemen worden gevolgd door een overvloed van opvallende zaadpluizen. CLEMATIS ‘HAGLEY HYBRID’ Bosrank Een matig groeiende bosrank tot 3 meter hoog met middelgrote, mauveroze bloemen vanaf eind juni.


p Clematis ‘Arabella’

p Clematis ‘Ernest Markham’

p Clematis ‘Guiding Star’

p Clematis ‘Henryi’

CLEMATIS ‘HENRYI’ Bosrank Een bosrank tot 3 m hoog met witte, opvallend grote (10 cm) bloemen met bruine meeldraden van juni-augustus.

CLEMATIS ‘LADY BETTY BALFOUR’ Deze bosrank met prachtige, grote purperen bloemen en opvallend gele meeldraden bloeit over een lange en late periode (van augustus tot oktober).

CLEMATIS HYBRIDA ‘SIEBOLDII’ Bosrank Een matig groeiende bosrank tot 3 meter hoog met mooie, blauwe bloemen van juni-september. CLEMATIS INTEGRIFOLIA Bosrank Deze kruidachtige clematis (tot 70 cm hoog) met zijn smal lancetvormige, groene bladeren produceert in de zomer klokvormige, diepblauwe bloemen met lange roomwitte helmknoppen gevolgd door mooie zaadhoofdjes. CLEMATIS ‘JACKMANII’ Bosrank Een bosrank tot 3 meter hoog met mooie, violetblauwe, bloemen in juni-augustus. CLEMATIS ‘JACKMANII ALBA’ Bosrank Een bosrank tot 3 m hoog met gebroken witte, opvallend grote gevulde of halfgevulde bloemen van juni-aug. CLEMATIS ‘JULIA CORREVON’ Bosrank Een mooie bosrank met kleine, knikkende, wijnrode bloemen van eind juli tot september. Eén van de beste rode cultivars. Een gezond groeiende soort.


CLEMATIS ‘MADAME LE COULTRE’ Bosrank Een matig groeiende, grootbloemige bosrank met zuiver witte bloemen . CLEMATIS ‘MISS BATEMAN’ Bosrank Een matig groeiende bosrank met middelgrote, crèmewitte bloemen in mei-juni. CLEMATIS MACROPETALA ‘MARKHAMS PINK’ Bosrank Een bosrank tot 3,5 m hoog met roze, kleine, knikkende bloemen in april-mei. De bloemen worden gevolgd door pluizige, zilverkleurige zaadhoofdjes. CLEMATIS MONTANA ‘ELISABETH’ Als voorgaande maar met geurende zachtroze bloemen. CLEMATIS MONTANA ‘GRANDIFLORA’ Bosrank Als voorgaande maar met witte bloemen. CLEMATIS MONTANA ‘MAJORIE’ Een bosrank met kleine, dubbel roodachtige bloemen die rijk bloeien vanaf mei. Deze variëteit is snelgroeiend (8 tot 10 m). CLEMATIS MONTANA ‘MAYLEEN’ Een bosrank met kleine, roze bloemen die rijk bloeien vanaf mei. Deze variëteit is snelgroeiend (8 tot 10 m).

p Clematis ‘Lasurstern’

p Clematis ‘Little Mel’

p Clematis ‘Nelly Moser’

p Clematis

CLEMATIS MONTANA ‘PINK PERFECTION’ Bosrank Een bosrank met kleine, felroze bloemen die rijk bloeien vanaf mei. Deze variëteit is snelgroeiend (8-10 m).

CLEMATIS ‘ROUGE CARDINAL’ Bosrank Een matig groeiende en rijk bloeiende bosrank tot 3 meter hoog met warm magenta, grote bloemen van juni-september.

CLEMATIS MONTANA VAR. RUBENS Bosrank Als voorgaande maar met bleek mauveroze bloemen.

CLEMATIS TANGUTICA (Clematis tibetana ssp. tangutica) Een matig en laag groeiende zeer winterharde soort met knikkende diepgele bloemen van juni tot september. De bloemen worden gevolgd door opvallende, zilverachtige zaadpluizen. Eén van de beter groeiende Clematissoorten tot 5 meter hoog.

CLEMATIS MONTANA ‘SUPERBA’ Bosrank Als voorgaande maar met roze bloemen. CLEMATIS MONTANA ‘TETRAROSE’ Tot 5 meter hoog met diep mauveroze bloemen en mooie bladstand. CLEMATIS ‘MRS. CHOLMONDELEY’ Bosrank Een matig groeiende en zeer rijk bloeiende bosrank tot 3 meter hoog met lichte blauwe bloemen in mei-september. CLEMATIS ‘NELLY MOSER’ Bosrank Een matig groeiende bosrank tot 3 meter hoog met opvallende, grote, mauve bloemen met lila streep en rode meeldraden. CLEMATIS ‘PRINCE PHILIP’ Bosrank Deze bosrank met mooie, paars gestreepte bloemen bloeit over een lange periode (van mei tot september). Is ook een minder ziektegevoelige soort.

CLEMATIS TANGUTICA ‘AUREOLIN’ Bosrank Een schitterende bosrank tot 5 meter hoog met prachtige, helder gele bloemen (5 cm) van juli-september. De bloemen worden gevolgd door opvallende zaadpluizen. CLEMATIS ‘THE PRESIDENT’ Bosrank Een matig groeiende en rijk bloeiende bosrank tot 3 meter hoog met dieppurpere, grote bloemen van mei-september. CLEMATIS ‘VILLE DE LYON’ Bosrank Een matig groeiende bosrank tot 3 meter hoog met karmijnrode, grote bloemen van juni-september. In de bloemen vallen de gele meeldraden fel op.


p Clematis ‘Ville de Lyon’

p Clematis durandii

p Clematis tangutica

p Clematis ‘Dr. Ruppel’

CLEMATIS VITALBA Bosrank Een snelgroeiende en zeer rijk bloeiende bosrank tot 8 meter hoog met roomwitte, welruikende, kleine stervormige bloemen in grote pluimen van juli tot september. Ze worden gevolgd door prachtige vruchtpruiken. Een bijzonder winterharde clematis die weinig eisen stelt.

COTONEASTER ‘CORAL BEAUTY’ Een bladhoudende klimplant tot 2-3 meter hoog met kleine, groene, ovale blaadjes en in het voorjaar mooie, witte bloempjes die gevolgd worden door een overvloed aan rode bessen. Een klimmer die zeer weinig eisen stelt aan grond en standplaats.

CLEMATIS VITALBA ‘PURPUREA PLENA ELEGANS’ Een mooie, kleinbloemige, rijk bloeiende bosrank tot 3 meter hoog met dubbele, purpermauve bloemen van juli-september. CLEMATIS VITICELLA Bosrank Een bosrank tot 3 meter hoog met knikkende, open klokvormige, enkele, paarsblauwe bloemen in de zomer. CLEMATIS VITICELLA ‘LITTLE NEL’ Deze zeer goede bosrank met paarse bloemen met wit hart bloeit in de maanden juli-augustus-september. Deze variëteit is veel minder gevoelig aan de clematis-verwelkingsziekte! CLEMATIS VITICELLA ‘POLISH SPIRIT’ Deze zeer goede bosrank met paarse bloemen bloeit in de maanden juli-augustus-september. Deze variëteit is veel minder gevoelig aan de clematis-verwelkingsziekte! CLEMATIS ‘VYVYAN PENNELL’ Bosrank Een matig groeiende bosrank tot 3 meter hoog met prachtige, gevulde, lavendelblauwe bloemen in mei-juni en augustus.


COTONEASTER HORIZONTALIS Een bladverliezende klimplant tot 2-3 meter hoog met kleine, groene, ovale blaadjes en in het voorjaar mooie, witte bloempjes die gevolgd worden door een overvloed aan rode bessen. Een klimplant die zeer weinig eisen stelt aan grond en standplaats. EUONYMUS FORTUNEI ‘EMERALD ‘N GOLD’ Een matig groeiende, bladhoudende, kleine, zelfhechtende klimplant met geelbonte bladeren. Deze variëteit stelt weinig eisen aan grond en standplaats. EUONYMUS FORTUNEI ‘EMERALD GAIETY’ Een matig groeiende, bladhoudende, kleine, zelfhechtende klimplant met witomrande, grijze bladeren. Deze variëteit stelt weinig eisen aan grond en standplaats. FALLOPIA AUBERTII (=POLYGONUM AUBERTII) Bruidssluier Een zeer snel groeiende klimplant met elliptische, groene bladeren en met in de zomer witte, heerlijk ruikende bloempluimen die roze uitbloeien. De bruidssluier stelt weinig eisen aan grond en standplaats.

HEDERA Klimop stelt weinig eisen aan grond en standplaats, is wintergroen en zelfhechtend! Het komt vaak voor dat klimop op oudere leeftijd geelgroene bloemen vormt die gevolgd worden door zwarte bessen die door de vogels zeer geliefd zijn. De bontbladige variëteiten zullen een minder ‘bonte’ kleur hebben wanneer ze in diepe schaduw geplant worden. HEDERA ALGERIENSIS ‘GLOIRE DE MARENGO’ Klimop Een matig groeiende klimop met witgroen gevlekt blad. HEDERA COLCHICA ‘SULPHUR HEART’ Klimop Een matig groeiende klimplant met grote, donkergroene, onregelmatig geelgevlekte bladeren. HEDERA COLCHICA ‘DENDATA VARIEGATA’ Klimop Een matig groeiende klimplant met grote, roomgeel gevlekte bladeren. HEDERA HELIX Klimop De gewone, donkergroene, kleinbladige klimop. HEDERA HELIX ‘GOLD HEART’ Klimop Zoals de naam het zegt is het een cultivar met donkergroene bladeren met een opvallende gele vlek in het midden.

binnenin rood zijn en langs de buitenkant geel. De bloemen verschijnen vanaf juni. Potgrond in de plantput mengen. LONICERA HENRYI Kamperfoelie Een half wintergroene tot wintergroene, matig groeiende klimplant met smalle, donkergroene bladeren en kleine, geelwitte, sterk purperkleurig getinte bloemen. Deze variëteit bloeit van juni tot september. De bloemen worden door zwarte bessen gevolgd. Potgrond in de plantput mengen. LONICERA JAPONICA ‘HALLIANA’ Japanse kamperfoelie Een matig groeiende, half wintergroene klimplant met eironde, groene, spitse bladeren en mooie, felruikende witte bloemen die later geel verkleuren. Deze variëteit bloeit van juni tot september. Potgrond in de plantput mengen. LONICERA JAPONICA ‘HALL’S PROLIFIC’ Japanse kamperfoelie Als voorgaande doch met betere bloei in de jonge jaren. LONICERA PERICLYMENUM ‘SEROTINA’ Wilde kamperfoelie Een matig groeiende kamperfoelie met ovale, langwerpige, groene bladeren. Halverwege de zomer verschijnen er sterk geurende, buisvormige, donkerpaarse, aan de binnenkant rozeachtige bloemen. Potgrond in de plantput mengen.

HEDERA HELIX ‘HIBERNICA’ Klimop De gewone, donkergroene, grootbladige klimop.

LONICERA PERICLYMENUM ‘BELGICA’ Kamperfoelie Een matig groeiende klimplant met groene, eironde bladeren en mooie buisvormige bloemen die aan de buitenzijde purper zijn gekleurd en aan de binnenzijde geelwit. Deze variëteit bloeit van juni tot juli en kan vaak in september nogmaals in bloei komen. Potgrond in de plantput mengen.

HUMULUS LUPULUS Hop Een kruidachtige, rankende klimplant met ruwbehaarde stengels en getande, groene bladeren die onderverdeeld zijn in drie of vijf lobben. In de herfst verschijnen er groenachtige, vrouwelijke bloeiaren in hangende trossen (de overbekende hopbellen).

LONICERA TELLMANNIA Kamperfoelie Een rankende klimplant met houtachtige stengels en ovale, groene bladeren. In het late voorjaar en de vroege zomer verschijnen er aan de toppen van de twijgen fel geelachtige oranje, buisvormige bloemen. Potgrond in de plantput mengen.

HYDRANGEA ANOMALA SUBSP. PETIOLARIS Een fors groeiende klimheester met bruinrode twijgen en breed-elliptische, frisgroene, grote bladeren. De witte bloemen staan in vlakke schermen vanaf juni-juli. Het is een zeer winterharde klimheester. Kan dus aan de noordkant van de gebouwen worden geplant waar hij beter bloeit dan in de zon. In de winter is hij decoratief door zijn mooie vorm. Zelfhechtend.

PARTHENOCISSUS QUINQUEFOLIA Wilde wingerd Een snelgroeiende klimplant die gedeeltelijk zelfhechtend is (met hechtranken). De bladeren zijn vijftallig, dofgroen en verkleuren in de herfst schitterend scharlakenrood. De jongere bladeren zijn meestal rood gekleurd in de zomer, de oudere zijn groen van kleur.

JASMINUM NUDIFLORUM Winterjasmijn Een leistruikje voor beschutte plaatsen met slappe, groene, op brem gelijkende twijgen. Het bloeit met opvallend gele, trompetvormige bloempjes van december tot maart. Deze klimmer leent zich goed om doorheen andere klimplanten te groeien.

PARTHENOCISSUS QUINQUEFOLIA ‘ENGELMANNII’ Wilde wingerd Als voorgaande doch fijner gestructureerd en rode jonge twijgen.

KLIMROZEN De klimrozen vertegenwoordigen een zeer belangrijke groep binnen de klimplanten. Hun bloei kan door geen enkele andere klimmer geëvenaard worden. Je vindt de verschillende soorten blz 106. Kamperfoelie Eigenlijk heeft de kamperfoelie een groot gedeelte van zijn sierwaarde te danken aan zijn onovertroffen geur. Lonicera gedijt het beste in de zon en halve schaduw. Hij heeft graag een humusrijke grond. Meng daarom wat potgrond in bij het planten. LONICERA BROWNII (*) ‘DROPMORE SCARLET’ Kamperfoelie Een matig groeiende klimplant met groene bladeren en oranje, in trossen staande, pijpvormige bloemen van juli tot oktober. Deze variëteit is zeer rijk bloeiend. LONICERA HECKROTTII Kamperfoelie Een matig groeiende klimplant met donkergroene bladeren en bloemen die

PARTHENOCISSUS TRICUSPIDATA ‘VEITCHII’ Een snelgroeiende klimplant. De bladeren zijn drietallig gelobd en langstelig. In de herfst verkleuren ze prachtig scharlakenrood. De jonge bladeren zijn enkelvoudig en meestal rood van kleur. Het is een zelfhechtende, wilde wingerd met zuignappen. PASSIFLORA ‘ALLARDII’ Passiebloem Een groenblijvende passiflora met drielobbige bladeren en in de zomer en herfst witte bloemen van 7-10 cm doorsnede met roze gloed en paarsgestreepte kronen. Deze klimmer aanplanten op een beschutte plaats en de voet goed afdekken in de winter! PASSIFLORA CAERULEA Passiebloem Een snelgroeiende klimplant met diep gelobde, felgroene bladeren. Gans de zomer door verschijnen er speciale, grote blauwachtige bloemen. Het planten moet gebeuren op warme plaatsen. In de winter moet de voet van de klimplant goed worden afgedekt zodanig dat deze niet kan bevriezen. Groeit zeer goed zelfs op arme gronden. POLYGONUM AUBERTII Zie FALLOPIA AUBERTII


SCHIZOPHRAGMA HYDRANGEOIDES Deze klimmer gelijkt sterk op de zeer gekend klimhortensia. De groene, rond tot eivormige bladeren kleuren mooi geel in de herfst. In juli verschijnen er grote schermen van witte bloemen. VITIS Druif Wij beschikken over verschillende druivenvariëteiten die buiten goed gedijen en trossen geven van heerlijke, zoete vruchten. De snelgroeiende druivelaar heeft een zeer decoratief, frisgroen blad en moet qua sierwaarde niet onderdoen voor andere klimmers. We worden daarenboven in het najaar nog beloond met heerlijke vruchten. VITIS COGNETIAE Een klimplant met hechtranken en houtachtige stengels. Het prachtige donkergroene blad met grijsbruine onderkant is drie- tot vijflobbig en getand. In de herfst kleuren de bladeren schitterend purperrood. Een aanrader. VITIS VINIFERA ‘PURPUREA’ Druif Een klimplant met hechtranken en houtachtige stengels. Het prachtige paarsachtige blad is drie- tot vijflobbig en getand. In de zomer verschijnen de kleine lichtgroene bloemen gevolgd door kleine trosjes van donkere besjes. WISTERIA FLORIBUNDA ‘ROSEA’ Blauwe regen Als volgende doch de takken zijn rechtswindend en de bloemen lilaroze (20-25 cm lange trossen).

p Hedera colchica ‘Dendata Variegata’

qHydrangea petiolaris

WISTERIA SINENSIS Blauwe regen Een goed groeiende, linkswindende plant met groene, oneven geveerde bladeren. De 20 tot 30 cm lange, lilablauwe, welriekende bloemtrossen verschijnen in mei voor het blad. Ze herbloeien gedurende enkele weken in de zomer. Blauwe regen stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Hij laat zich gemakkelijk snoeien. WISTERIA SINENSIS ‘ALBA’ Blauwe regen Een goed groeiende, linkswindende plant met groene, oneven geveerde bladeren. De 20 tot 30 cm lange, witte, welriekende bloemtrossen verschijnen in mei voor het blad. Ze herbloeien gedurende enkele weken in de zomer. Blauwe regen stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Hij laat zich gemakkelijk snoeien.

q Hedera helix ‘Woerner’


p Passiflora caerulea

q Parthenocissus tricuspidata ‘Veitchii’

q Wisteria sinensis


VASTE PLANTEN

Kruiden, waterplanten, bamboes, grassen en varens. Zie de afzonderlijke brochure.

De naam ‘vaste plant’ duidt op het gedeelte dat zich in de grond bevindt. De meeste vaste planten sterven in de herfst tot de grond af, en komen in het voorjaar terug te voorschijn. Het assortiment is de laatste jaren explosief toegenomen evenals het gebruik ervan. Voor elke plaats in de tuin is er wel een soort te vinden. Van klein rotsplantje tot planten met 2 meter hoge bloemstelen of bladeren zo groot dat je eronder kan schuilen tegen een onverwachte stortbui. Voor elk wat wils. Een vaste plant of vasteplantenborder heeft wel een goed onderhoud nodig. Zo zijn er heel wat vaste planten die na 3-4 jaar erg uitgegroeid zijn of er slordig bij staan, niet jong en fris meer voorkomen. Men moet ze scheuren, de oude kern opruimen en de kantstukken terug uitplanten. Sommige soorten moeten gescheurd worden, maar een deel verjongt zichzelf door uitzaaien. Vaste planten worden dikwijls aangeboden in kleine potjes (9 cm). De meeste waardevolle soorten bieden wij echter ook aan in grotere potten (2 liter, 4 liter). Hun wortelgestel is een stuk verder ontwikkeld en ze geven vanaf het eerste jaar in je tuin veel meer effect en vooral meer tuinplezier. Er verschijnen direct goed ontwikkelde planten van hoge kwaliteit. Ook is er in tegenstelling tot plantjes uit kleine potjes veel minder uitval.

p Primula veris


q Helleborus foetidus

Wij hebben een zeer uitgebreid assortiment vaste planten dat continu wordt aangepast en uitgebreid met de nieuwste soorten en variëteiten (indien het gaat om werkelijke verbeteringen!). Daarom zijn ze in een afzonderlijke, kleurrijke en uitgebreide brochure opgenomen. Vraag ernaar op het bedrijf! Bezoek onze kwekerij in het late voorjaar. Dit is het uitgelezen moment om vaste planten te ontdekken.

TIP Als men de verwelkte bloemen regelmatig verwijdert, zal de bloei langer duren, en sommige soorten geven zelfs een tweede bloei.

FRUITBOMEN

Zie de afzonderlijke brochure.

Wij kweken een zeer uitgebreid assortiment fruitbomen van oude tot nieuwe fruitsoorten die hier in de streek goed gedijen. Omwille van de omvang vonden we het nodig er een afzonderlijke brochure aan te wijden. Vraag ernaar op de kwekerij. De bundel omvat een korte beschrijving van een belangrijk aantal soorten. Zo kan de tuinliefhebber gemakkelijker een goede keuze doen uit het veelzijdig aanbod. U vindt hierin ook nuttige tips in verband met het aanplanten, het bemesten en het onderhoud van de fruittuin. De brochure is gegroeid uit de vele vragen van bezoekers aan onze kwekerij. De inhoud is geënt op vakkennis na jarenlange ervaring en is geschreven ”uit het hart” met de wens dat u er de vruchten van zoudt plukken. Door de grote verscheidenheid aan fruitbomen kan men ze gebruiken in grote of kleine tuinen. Ja, zelfs in bloembakken. Met weinig zorgen geven ze een overvloed aan bloesem in het voorjaar en kleurrijke vruchten in de zomer of de herfst. Al de fruitbomen die wij aanbieden zijn jonge, goed gevormde bomen met een goed wortelgestel, gekweekt van gezonde en virusvrije moederbomen. De bomen worden in onze kwekerijen gekweekt op een zandgrond wat de groei op andere gronden ten zeerste bevordert. Er is een keuze uit hoogstam, halfstam en struik. - Hoogstammen hebben een stamlengte van ongeveer 2 meter. - Halfstammen hebben een stamlengte van ongeveer 150 cm. - Struiken hebben een stamlengte van ongeveer 50 cm. - Spillen - Leibomen

Is er iets aangenamer, smakelijker en gezonder dan rijp fruit rechtstreeks van de fruitboom te kunnen eten? Vooral zomerfruit is heel lekker en aromatisch indien het op de boom gerijpt is. Fruitbomen worden geplant van half november tot half maart (hoe vroeger, hoe beter). Ook in volle wintertijd indien het vorstvrij en sneeuwvrij weer is. Bestuiving bij fruitbomen is uitermate belangrijk en niet eenvoudig. Vraag raad!

p Reinette sans Pareil

q Hazelnoot


Beperkte index Latijnse namen A ABELIA FLORIBUNDA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 ABIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79, 80, 100 ACER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5, 6, 7, 8, 37, 41, 100 ACER CAMPESTRE . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 33, 37, 97 ACER PLATANOIDES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 ACER PSEUDOPLATANUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 ACTINIDIA CHINENSIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 ACTINIDIA KOLOMIKTA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 AESCULUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8, 9, 37, 41, 100 AESCULUS FLAVA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 AILANTHUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 AKEBIA QUINATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 ALCHEMILLA MOLLIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 ALNUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 100 AMELANCHIER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10, 37, 41 AMORPHA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 ANDROMEDA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 ARALIA ELATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 ARAUCARIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 ARCTOSTAPHYLOS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61, 91 ARISTOLOCHIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 ARONIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 ASIMINA TRILOBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 AUCUBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 AZALEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 B BERBERIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42, 61, 97 BETULA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 BETULA NANA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 BETULA PENDULA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10, 29, 100 BROUSSONETIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 BUDDLEJA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 BUXUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61, 97 C CALLICARPA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 CALLUNA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62, 91 CALOCEDRUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 CALYCANTHUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 CAMELIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 CAMPSIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 CARAGANA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10, 29 CARPINUS BETULUS . . . . 10, 11, 29, 33, 37, 97, 100 CARPINUS BETULUS ‘PENDULA’ . . . . . . . . . . . . . . 35 CARPINUS JAPONICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 CARYOPTERIS CLANDONENSIS . . . . . . . . . . . . . . . 42 CASSIOPE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 CASTANEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 100 CATALPA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 37 CEANOTHUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42, 63, 91 CEDRUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 81 CELASTRUS SCANDENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 CELTIS AUSTRALIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 CEPHALANTHUS OCCIDENTALIS . . . . . . . . . . . . . . 43 CEPHALOTAXUS HARRINGTONIA . . . . . . . . . . . . . 81 CERATOSTIGMA WILLMOTTIANUM . . . . . . . . . . . 43 CERCIDIPHYLLUM JAPONICUM . . . . . . . . . . . 11, 29 CERCIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 CHAENOMELES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43, 94 CHAMAECYPARIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 81, 82, 97 CHIMONANTHUS PRAECOX . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 CHIONANTHUS VIRGINICUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 CHOISYA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 CLADRASTIS KENTUKEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 CLEMATIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111, 114 CLERODENDRUM TRICHOTOMUM . . . . . . . . . . . . 44 CLETHRA ALNIFOLIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 COLUTEA ARBORESCENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 CORNUS . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 12, 44, 46, 94, 97, 100 CORNUS ALBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44, 100 CORYLOPSIS PAUCIFLORA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46


CORYLUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 37, 46 CORYLUS AVELLANA . . . . . . . . . . . . . 12, 29, 46, 100 CORYLUS AVELLANA ‘PENDULA’ . . . . . . . . . . . . . . 35 COTINUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46, 47 COTONEASTER . . . . . . . . . . . . . . . 47, 63, 91, 94, 114 COTONEASTER RADICANS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 COTONEASTER SALICIFOLIUS . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 COTONEASTER SIMONSII . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 COTONEASTER SUECICUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 CRATAEGUS GRIGNONENSIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 CRATAEGUS LAEVIGATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 CRATAEGUS MONOGYNA . . . . . . . . . 12, 37, 97, 101 CRYPTOMERIA JAPONICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 CUPRESSOCYPARIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82, 97 CYTISUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47, 94 CYTISUS PRAECOX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 D DABOECIA CANTABRICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 DAPHNE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 DAVIDIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 DECAISNEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 DEUTZIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 DIERVILLA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 E ELAEAGNUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47, 64, 97, 101 ELSHOLTZIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 EMPETRUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 ENKIANTHUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 EPIMEDIUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 ERICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64, 91 ESCALLONIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 EUCALYPTUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 EUONYMUS . . . . . . . . . . . . . . 48, 64, 65, 91, 101, 114 EXOCHORDA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 F FAGUS SYLVATICA . . . . . . . . . . . . 12, 13, 33, 98, 101 FAGUS SYLVATICA ‘PENDULA’ . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 FALLOPIA AUBERTII . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 FORSYTHIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 FOTHERGILLA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 FRAXINUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13, 15, 37, 38, 101 FRAXINUS EXCELSIOR ‘PENDULA’ . . . . . . . . . . . . . 30 G GAULTHERIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65, 93 GENISTA LYDIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49, 94 GENISTA PILOSA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49, 94 GENISTA TINCTORIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 GERANIUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 GINKGO BILOBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 39, 82 GLEDITSIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 GYMNOCLADUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 H HALESIA MONTICOLA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 HAMAMELIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 HAMAMELIS INTERMEDIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 HAMAMELIS MOLLIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 HEBE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 HEDERA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65, 93, 115 HEDERA HELIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65, 93, 115 HIBISCUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 HIPPOPHAE RHAMNOIDES . . . . . . . . . . . . . . 49, 101 HOLODISCUS DISCOLOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 HYDRANGEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49, 50, 94, 115 HYPERICUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51, 65, 93 I ILEX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51, 66, 69, 98, 101 INDIGOFERA HETERANTHA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51

ITEA VIRGINICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 J JASMINUM NUDIFLORUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 JUGLANS NIGRA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 JUGLANS REGIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 16 JUNIPERIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 JUNIPERUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82, 83, 95 K KALMIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 KALOPANAX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 KERRIA JAPONICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 KOELREUTERIA PANICULATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 KOLKWITZIA AMABILIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 L LABURNUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 30 LARIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39, 83 LARIX KAEMPFERI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83, 101 LARIX KAEMPFERI ‘PENDULA’ . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 LAVANDULA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 LAVANDULA ANGUSTIFOLIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 LAVATERA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 LESPEDEZA THUNBERGII . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 LEUCOTHOE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 LEYCESTERIA FORMOSA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 LIGUSTER VULGARE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 LIGUSTRUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52, 69, 98 LINDERA OBTUSILOBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA . . . . . . 16, 17, 33, 38 LIRIODENDRON TULIPIFERA . . . . . . . . . . . . . . 17, 38 LONICERA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52, 70, 93, 115 M MAACKIA AMURENSIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 MAGNOLIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 52 MAHONIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 MALUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 19, 52 MESPILUS GERMANICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 METASEQUOIA GLYPTOSTROBOIDES . . . . . 39, 83 MICROBIOTA DECUSSATA . . . . . . . . . . . . . . . . . 83, 95 MORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 35 MORUS ALBA ‘PENDULA’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 MYRICA GALE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 N NANDINA DOMESTICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 NEILLIA AFFINIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 NOTHOFAGUS ANTARCTICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 NYSSA SYLVATICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 O OLEARIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 OSMANTHUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 OSTRYA CARPINIFOLIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 P PACHYSANDRA TERMINALIS . . . . . . . . . . . . . . 71, 93 PAEONIA SUFFRUCTICOSA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 PARROTIA PERSICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 53 PARTHENOCISSUS QUINQUEFOLIA . . . . . . . . . 115 PASSIFLORA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 PAULOWNIA TOMENTOSA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 PERNETTYA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 PEROVSKIA ATRIPLICIFOLIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 PHELLODENDRON AMURENSE . . . . . . . . . . . . . . . 19 PHILADELPHUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Phlomis russeliana . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 PHOTINIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 53, 71 PHYSOCARPUS OPULIFOLIUS . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 PICEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 84, 95, 101 PIERIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72

PINUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84, 87, 88, 95, 101 PLATANUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 PLATANUS ACERIFOLIA . . . . . . . . . 19, 20, 33, 35, 38 PLATANUS ORIENTALIS . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 33, 35 POLYGONUM AUBERTII . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 PONCIRUS TRIFOLIATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 POPULUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 101 POPULUS ALBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 101 POPULUS NIGRA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 POTENTILLA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 PROSTANTHERA CUNEATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 PRUNUS . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 21, 54, 55, 72, 73, 101 PRUNUS EMINENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 PRUNUS INCISA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 PRUNUS PERSICA ‘MELRED WEEPING’ . . . . . . . . . 30 PRUNUS SUBHIRTELLA ‘PENDULA’ . . . . . . . . . . . . 30 PSEUDOLARIX AMABILIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 PSEUDOTSUGA MENZIESII . . . . . . . . . . . . . . 88, 101 PTELEA TRIFOLIATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 PTEROCARYA FRAXINIFOLIA . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 PTEROSTYRAX HISPIDA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21, 55 PYRACANTHA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 PYRUS CALLERYANA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 33 PYRUS SALICIFOLIA ‘PENDULA’ . . . . . . . . . . . . . . . 30 Q QUERCUS . . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 24, 33, 38, 39, 101 R RHAMNUS FRANGULA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55, 102 RHODODENDRON . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75, 77, 78 RHODOTYPOS SCANDENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 RHUS TYPHINA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 RIBES AUREUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 RIBES SANGUINEUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 ROBINIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 39, 102 ROSA CANINA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102

ROSA RUGOSA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 RUBUS ODORATUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 S SALIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 55, 102 SALIX ALBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 102 SAMBUCUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55, 56, 102 SANTOLINA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 SARCOCOCCA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73, 93 SCHIZOPHRAGMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 SCIADOPITYS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 SENECIO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 SEQUOIADENDRON GIGANTEUM . . . . . . . . . 31, 89 SINOCALYCANTHUS CHINENSIS . . . . . . . . . . . . . . 56 SKIMMIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 SOPHORA JAPONICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 SOPHORA JAPONICA ‘PENDULA’ . . . . . . . . . . . . . . 30 SORBARIA SORBIFOLIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 SORBUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 27, 102 SPARTIUM JUNCEUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 SPIRAEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 STAPHYLEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 STEPHANANDRA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56, 94 STEWARTIA PSEUDOCAMELIA . . . . . . . . . . . . . . . . 27 STYRAX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 56 SYCOPARROTIA SEMIDECIDUA . . . . . . . . . . . . . . . . 27 SYMPHORICARPOS . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56, 94, 102 SYMPHYTUM GRANDIFLORUM . . . . . . . . . . . . . . . 95 SYRINGA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 T TAMARIX TETRANDRA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 TAXODIUM DISTICHUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89 TAXODIUM DISTICHUM ‘CASCADE FALLS’ . . . . . 31 TAXUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89, 90, 95, 99, 102 TETRADIUM DANIELLII . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 TEUCRIUM LUCIDRYS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73, 93

THUJA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90, 99 THUJOPSIS DOLABRATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 TILIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 33, 39, 102 TILIA CORDATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 33, 39, 102 TILIA TOMENTOSA ‘SILBER GLOBE’ . . . . . . . . . . . . 35 TSUGA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90, 102 U ULEX EUROPAEUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 ULMUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 30, 35, 39 ULMUS CARPINIFOLIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 ULMUS MINOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 V VACCINIUM CORYMBOSUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 VACCINIUM VITIS-IDAEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73, 93 VIBURNUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58, 73, 74, 102 VINCA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 VINCA MAJOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74, 94 VINCA MINOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74, 94 VITIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 W WALDSTEINIA TERNATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 WEIGELA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 WISTERIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 X XANTHOCERAS SORBIFOLIUM . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Y YUKKA FILAMENTOSA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Z ZANTHOXYLUM SIMULANS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 ZELKOVA SERRATA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27


Index Nederlandse namen A Acacia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 acacia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Alpenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Amberboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 33, 38 Amerikaanse blauwbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Amerikaanse eik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 102 Amerikaanse hulst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Amerikaanse judasboom . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Amerikaanse sering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42, 43 Amerikaanse vogelkers . . . . . . . . . . . . . . 54, 101 Amerikaans geelhout . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Anna Paulownaboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Apenboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Appelbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Azalea . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 B ‘Bol’-Esdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 ‘Bol’-paardenkastanje . . . . . . . . . . . . . . . . . 8, 37 ‘Bol’-trompetboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 ‘Bol’-veldesdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 ’Bol’-haagbeuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Balkanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Bastaard indigostruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Berendruif . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61, 91 Bergthee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65, 93 Bergvlier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Berk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Beuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13, 98, 101 Beverboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 52 Bittere wilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Blaasspirea . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Blauwe regen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 Blauwe spar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Blauwe spiraea . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Blazenboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Blazenstruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Bloedrode bes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Bloemes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Bloemwilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Boerenjasmijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Bolacacia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Boles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37, 38 Bolesdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Bolkers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Bollinde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Bolplataan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Bonte haagliguster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Boomhazelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Boomheide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Boompioen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Boomwingerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Boskers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Bosrank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111, 112, 113, 114 Bottelroos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Brem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Bruidsbloem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Bruidssluier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 C Camelia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62, 63 Canadese hemlock . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 Ceder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 Chinees klokje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Chinese hulst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Christusdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Cipres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 Colorado zilverspar . . . . . . . . . . . . . . . . . 79, 100 Corsicaanse den . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Cotoneaster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Cypressenkruid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73


D Den . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Doodsbeenderenboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Doornloze acacia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Dopheide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Douglas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Douglasden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Druif . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 Dubbellila sering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Dubbelrode sering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Dubbelwitte sering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Duindoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49, 101 Duitse pijp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Dwergberk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 E Echte papiermoerbei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Eénnaaldenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Eenstijlige meidoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . 97, 101 Eikbladige hortesia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Elfenbloem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Els . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Engelenboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Enkelrode sering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Erwtenboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Erwtenstruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Es . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 101 Esdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6, 7, 8, 37, 41, 100 Europese vogelkers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 F Fluweelboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 G Gagel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Gamander . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73, 93 Ganzerik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Gaspeldoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Geelbladige acacia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Geelbloemige paardenkastanje . . . . . . . . . . . 8 Gelderse roos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58, 102 Gele kornoelje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 97, 100 Gele olm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Gele trompetboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Gele vlier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Geoorde wilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55, 102 Gewone acacia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Gewone dopheide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Gewone es . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Gewone Esdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Gewone hazelnoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46, 100 Gewone liguster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Gewone sering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Gewone sneeuwbal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Gewone vleugelnoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Gewone vlier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Gewone vuilboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Gewone zilverspar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 Glansmispel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 53 Glimmende liguster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Gouden regen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Goudes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Goudlork . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Grauwe wilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55, 102 Groene beuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 33, 98 Groene liguster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Groene treurbeuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Grootbladige linde . . . . . . . . . . . . . . 27, 33, 102 Grootbladige maagdenpalm . . . . . . . . . 74, 94 Grove den . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87, 101

H Haagbeuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10, 33, 97, 100 Hazelnoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 46 Hemelboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Herfstpaardenkastanje . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Hertshooi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Hertshooi st. janskruid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Himalajaberk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Himalaya ceder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 Hondsroos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Hongaarse eik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Hongaarse sering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Honingboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 30 Hop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Hopbeuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Hortensia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49, 50, 51 Houthortensia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Hulst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51, 66, 101 I Iep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Ierse heide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63, 64 Ierse klimop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Inheemse, ruwe berk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Inlandse eik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 102 Italiaanse els . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 100 Italiaanse populier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 J Japanse cipres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 Japanse esdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Japanse kamperfoelie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Japanse keizereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Japanse kwee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43, 94 Japanse lork . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 Japanse notenboom . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 39, 82 Japanse sierkers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Japanse sneeuwbal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Japanse treurkers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Japanse treurlork . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Japanse zuurbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Jeneverbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82, 83, 95 Judasboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 K Kamperfoelie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Kardinaalshoed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Kardinaalsmuts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Katsuraboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Kaukasische spar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Kerslaurier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Kerstden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Kerstspar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Kiwi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Kleinbladige linde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 33 Kleinbladige linde, . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Kleinbladige maagdenpalm . . . . . . . . . . 74, 94 Klimop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65, 93, 115 Knotwilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Kogelbloem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Kornoelje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 44 Kraaiheide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Krentenboompje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 10, 41 Krimlinde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Kruidnagel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Kruipbrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49, 94 Kruipende herfstsering . . . . . . . . . . . . . . . 63, 91 Kruipwilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55, 102 Kruiskruid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Krulhazelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Krulwilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Kurkboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

L Laurier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Lavendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Lederboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Lepelboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Lepelstruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Liempdse wilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Liguster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69, 98 liguster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Lijsterbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 27, 102 Lilaroze sneeuwbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Lork . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 83, 101 M Maagdenpalm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Macedonische eik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Meidoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 101 Meloenboompje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Mexicaanse eik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Mispel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Moerascipres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Moeraseik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 33, 38, 101 Moerbei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 35 Moseik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 N Nikko zilverspar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Noorse esdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Noorse Esdoor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 O Okkernoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Olijfwilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64, 97, 101 Olm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Ooievaarsbek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Oostenrijkse den . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 P Paardenkastanje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8, 9, 37 Pacifische zilverspar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 Palm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61, 62, 97 Palmlelie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Papierberk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Paplaurier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Parelstruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Passiebloem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Peervormige lijsterbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Peperboompje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Perzisch ijzerhout . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Pimpernoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Plataan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 20, 33, 35 Pluimspiraea . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Populier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 101 Portugese laurier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73, 98 Prieelberk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Pruikenboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46, 47 R Ranonkelstruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Reuzenkornoelje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Reuzenlevensboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90, 99 Reuzen zilverspar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79, 100 Rhododendrons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75, 77, 78 Rode beuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13, 33, 98 Rode bosbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73, 93, 94 Rode esdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Rode hazelnoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Rode Kornoelje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46

Rode kornoelje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Rode paardenkastanje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Rode treurbeuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Roodbladige sierpruim . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Rotmispel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Rotsheide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Rozen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103 - 110 Ruwe berk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 S Schaduwkruid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71, 93 Scharlaken eik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Schijnels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Schijnhazelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Schijnlork . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Septemberroos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Sering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Servische spar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84, 101 Sierappel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 19, 52 Sierkers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 21, 54 Siermoerbei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Sierpeer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 33 Sierperzik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Sierpruim . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 21 Sint-Janskruid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Slangenhuid esdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6, 7 Slanke berk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Slanke beuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Slanke eik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Slanke gele venijnboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 Slanke haagbeuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 97 Slanke klimop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Slanke moeraseik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Slanke plataan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Slanke tulpenboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Slanke venijnboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 Sleedoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55, 101 Smalbladige olijfwilg . . . . . . . . . . . . . . . 47, 101 Smeerwortel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Sneeuwbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56, 94 Sneeuwklokjesboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Sneeuwvlokkenboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Spaanse brem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Spar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84, 101 Spierstruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Sporkehout . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Steeneik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Stekelige olijfwilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Stermagnolia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Storaxboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Struikklimop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65, 93 Suikeresdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 T Tamme kastanje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 100 Tartaarse kamperfoelie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Toverhazelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Treurappel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Treurberk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Treurbeuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Treures . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Treurhaagbeuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 35 Treurhazelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 35 Treurkers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Treurlork . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 Treurmoerbei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Treurolm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30, 35 Treurveldesdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

Treurwilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Trilpopulier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Trompetboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Trompetklimmer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Tulpenboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 38 Turkse eik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Tweestijlige meidoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 V Vaantjesboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Valse christusdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Varenbeuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Vederesdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Veldesdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 97, 100 Venijnboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89, 98, 99, 102 Veredelde haagbeuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Veredelde kastanje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Veredelde okkernoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Veredelde tamme kastanje . . . . . . . . . . . . . . . 11 Verfbrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Vlier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55, 102 Vlinderstruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Vogelkers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 101 Vrouwenmantel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Vuurdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 W Walnoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Watercipres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 Waterwilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30, 55, 102 Weimouthden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Westerse hemlock . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 Westerse hemlockspar . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Wilde kamperfoelie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Wilde kardinaalsmuts . . . . . . . . . . . . . . . 48, 101 Wilde wingerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Wilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 wilg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Wintereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Winterheide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64, 91 Winterjasmijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Winterkamperfoelie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Winterlinde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Witte abeel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 101 Witte brem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Witte moerbei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Witte of grauwe els . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 100 Witte Paardenkastanje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Witte paardenkastanje . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Witte sering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Wollige sneeuwbal . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58, 102 Z Zachte brem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49, 94 Zilveresdoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Zilverlinde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 35 Zilverspar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79, 100 Zoete kers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Zomereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Zomerheide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62, 91 Zuilcipres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Zuurbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42, 61, 97 Zwarte den . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Zwarte els . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 100 Zwarte moerbei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Zwarte noot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Zwerfheide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64


Openingsuren en Wegwijzer Openingsuren:

Ligging en Wegwijzer:

alle werkdagen van 8 u. tot 18.30 u. ‘s zaterdags van 8 u. tot 17 u.

Van 1 oktober tot 30 november: ook ‘s zondags open van 9 u. tot 14 u. Van 1 maart tot 31 mei : ook ‘s zondags open van 9 u. tot 14 u.

Onze kwekerijen zijn gelegen te Eindhout (Laakdal) Nieuwe Baan 5, langs de weg Geel-Diest, 300 meter van de afrit Geel-Oost (nr. 24) van de E313 AntwerpenHasselt, richting Diest.

Gesloten: Pasen, Sinksen, O.H.Hemelvaart, Halfoogst, Allerheiligen en Kerstmis.

RLEE -

KASTE OUT

TURNH

HERENTALS

ANTW

GEEL

ERPE

N AFRIT 24 GEEL OOST

AFRIT 23 GEEL WEST

HASS

EINDHOUT LAAKDAL

ELT

VEERLE WESTERLO HERSELT

TESSENDERLO

AARSCHOT DIEST 128 | Houtmeyers bvba - Algemene Catalogus

No title

Recommend Documents