Imprimer le(s) document(s)
Page 1 of 5
Home > Résultats de la recherche > Circulaires > Circulaire nr. Ci.RH.231/532.259 (AAFisc Nr. 3/2013) dd. 25.01.2013
Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten
Personenbelasting
Circulaire nr. Ci.RH.231/532.259 (AAFisc Nr. 3/2013) dd. 25.01.2013
Inkomstenbelasting Vennootschapsbelasting Personenbelasting Roerend inkomen Roerende voorheffing Vastrentend effect Belastingstelsel van de vastrentende effecten Inkomen van roerende goederen en kapitalen Aangifte in de PB Kwalificatie van inkomsten
Fiscaal regime dat van toepassing is op inkomsten van effecten van leningen, zogenaamde "gestructureerde" effecten die worden gekenmerkt door een onzekerheid inzake het te verwachten rendement.
Aan alle ambtenaren van de niveaus A tot C
1.
Deze circulaire bespreekt het fiscaal regime dat van toepassing is op inkomsten uit effecten die behoren tot de categorie van de zogenaamde "uitgifte van gestructureerde effecten" die gekenmerkt wordt door een onzekerheid inzake het te verwachten rendement als gevolg van de schommeling van de coupons of van de terugbetalingsmodaliteiten op de vervaldag.
http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/document.do?method=printSelectedDocuments...
05/02/2013
Imprimer le(s) document(s)
I.
Page 2 of 5
BEDOELDE EFFECTEN
2.
Hier worden in het algemeen de effecten bedoeld die gekoppeld zijn aan de evolutie van een onderliggende waarde (een korf van aandelen, beursindexen, een index, …) en die als doel hebben de investeerders toe te laten economisch te genieten van het rendement van de waarde die door een index of door een korf van aandelen wordt vertegenwoordigd, aangezien het voor hen moeilijk en zelf onmogelijk is, om rechtstreeks te investeren in het geheel dat door die onderliggende waarde wordt vertegenwoordigd of gevormd.
3.
Die effecten voorzien meestal dat het rendement rechtstreeks of onrechtstreeks wordt berekend aan de hand van de evolutie of de prestatie van één of meerdere onderliggende waarden gedurende de looptijd van het effect. De prestatie wordt dus berekend op de eindvervaldag of op een vastgelegde vervaldag voor de uitbetaling van een coupon (of voor de vaststelling van een inkomen voor een tussentijdse periode).
4.
De uitgiftemodaliteiten van het effect worden, naargelang van het geval en volgens verschillende mechanismen, o.a. gekenmerkt door een verwijzing naar één of meerdere van de volgende elementen:
-
een aan voorwaarden verbonden minimum rendement;
-
de bescherming van het geïnvesteerde kapitaal;
-
de betaling van een periodieke coupon;
-
5.
de vaststelling van het inkomen voor een tussentijdse periode via een systeem van "kliks".
Ten name van de emittent komt het resultaat van de uitgifte voor onder de boekhoudkundige schulden en de interestlasten die hierop betrekking hebben, zijn in principe aftrekbaar.
II.
FISCAAL REGIME
http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/document.do?method=printSelectedDocuments...
05/02/2013
Imprimer le(s) document(s)
1.
6.
Page 3 of 5
Kwalificatie van de inkomsten
Krachtens art. 17, § 1, WIB 92, zijn de inkomsten uit roerende goederen en kapitalen alle opbrengsten van roerend vermogen aangewend uit welke hoofde ook. Deze inkomsten omvatten de interest zoals vermeld in het art. 19, § 1, 1°, WIB 92, namelijk "interest, premies en alle andere opbrengsten van leningen, daaronder begrepen zakelijkezekerheidsovereenkomsten met betrekking tot financiële instrumenten, van gelddeposito's en van elke andere schuldvordering".
Bovendien bepaalt art. 2, § 1, 8°, eerste lid, WIB 92, dat onder "vastrentende effecten" worden verstaan de obligaties, kasbons en andere soortgelijke effecten, met inbegrip van effecten waarvan de inkomsten worden gekapitaliseerd of van effecten die geen aanleiding geven tot een periodieke uitbetaling van inkomsten en die zijn uitgegeven met een disconto dat overeenstemt met de tot op de vervaldag van het effect gekapitaliseerde interest".
7.
De inkomsten uit de in rubriek I bedoelde effecten zijn interesten van vastrentende effecten, die op grond van het voormelde art. 19, § 1, 1°, WIB 92, belastbaar zijn. Het risico waaraan eventueel de betaling van de periodieke interesten en/of de terugbetaling van de hoofdsom is onderworpen en dat afhankelijk is van de bij de uitgifte vastgelegde specifieke modaliteiten doet geen afbreuk aan die kwalificatie.
2.
8.
Tussentijdse verhandelingen
In geval van verkoop van effecten aan een derde, moet de berekening van de verlopen interesten die ten name van de overdrager belastbaar zijn, gebeuren rekening houdend met de parameters die bij de uitgifte van het effect vastgelegd zijn en met de waarde van die parameters op het ogenblik van de verrichting (valutadatum).
In de mate dat het resultaat bij de verkoop van die effecten (het verschil tussen de verkoopprijs en de aankoop- of uitgifteprijs) verschilt van het bedrag van het verlopen belastbaar roerend inkomen dat is vastgesteld zoals hiervoor vermeld, zal zoals m.b.t. de andere vastrentende effecten, naast dat roerend inkomen een meerwaarde of een minderwaarde uit de verkoop van het effect bestaan (zie nr. 19/17, Com.IB 92).
3.
9.
Inkoop van effecten door de emittent
Op principieel vlak mag niet worden toegestaan dat de emittent "market maker (1)" een "dubbele hoedanigheid" bezit waardoor hij nu eens handelt als "market maker" en dan eens als emittent.
http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/document.do?method=printSelectedDocuments...
05/02/2013
Imprimer le(s) document(s)
(1)
10.
Page 4 of 5
Deze heeft als functie om een zekere liquiditeit van de uitgegeven effecten te verzekeren. Deze taak kan ook worden uitgeoefend door een Belgische inrichting van een buitenlandse vennootschap.
Indien de emittent van de effecten eveneens de functie van "market maker" uitoefent, moet de aankoop van effecten door deze laatste worden beschouwd als een toekenning of betaalbaarstelling van inkomsten zoals bedoeld in art. 19, § 2, eerste lid, WIB 92, (zie nr. 13 hierna).
III.
ROERENDE VOORHEFFING (RV)
11.
Indien de bedoelde effecten, rekening houdend met de vergoedingsmodaliteiten, niet kunnen worden beschouwd als door effecten vertegenwoordigde leningen waarvan de interest wordt gekapitaliseerd, worden de inkomsten ervan niet in aanmerking genomen voor het verbod van verzaking van de inning van de RV zoals bedoeld in art. 266, tweede lid, WIB 92.
12.
Bij gebrek aan een specifieke bepaling, is geen RV verschuldigd op het tijdstip van de verkoop van effecten aan een derde, met uitsluiting van het geval zoals bedoeld in art. 262, 5°, WIB 92 (2).
(2)
13.
Daarentegen geeft de inkoop van een effect door de emittent (in zijn hoedanigheid als "market maker") aanleiding tot de verschuldigdheid van de RV door de schuldenaars zoals bedoeld in art. 261, WIB 92.
IV.
14.
Krachtens art. 262, 5°, WIB 92, is de RV verschuldigd door de verkrijger van de inkomsten voor inkomsten van vastrentende effecten van buitenlandse oorsprong verkregen door aan de RPB onderworpen belastingplichtigen, indien de rentegevende effecten vóór de vervaldag van de inkomsten worden vervreemd.
AANGIFTE VAN DE INKOMSTEN IN DE PB
Er wordt aan herinnerd dat er geen inhouding van RV aan de bron is op de verlopen interesten van buitenlandse vastrentende effecten die tussen twee vervaldagen worden verkocht en dat de desbetreffende interesten steeds door de overdrager verplicht
http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/document.do?method=printSelectedDocuments...
05/02/2013
Imprimer le(s) document(s)
Page 5 of 5
moeten worden aangegeven in de PB voor het belastbaar tijdperk waarin de verkoop van het effect heeft plaatsgevonden (zie art. 313, WIB 92).
NAMENS DE MINISTER: Voor de Administrateur-generaal van de fiscaliteit,
Roland ROSOUX Auditeur-generaal van financiën dd.
http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/document.do?method=printSelectedDocuments...
05/02/2013