Jaarverslag 2011
vzw HCA Oost-Vlaanderen, Dok Noord 4 hal 25, 9000 Gent Tel: 0491/27 30 50 Fax: 09/219 06 17 www.hca-ovl.be
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave .......................................................................................... 1 Voorwoord................................................................................................. 4 Hoofdstuk 1 Situering van de vzw HCA Oost-Vlaanderen ................................. 5 1.1. Historiek .......................................................................................... 5 1.2. Doelgroep ........................................................................................ 5 1.3. Principes en visie .............................................................................. 6 1.4. Doelstellingen .................................................................................. 6 Hoofdstuk 2 Organisatie van de vzw HCA Oost-Vlaanderen .............................. 8 2.1. Naar een gezond klimaat binnen HCA .................................................. 8 2.2. Ontwikkeling huisstijl ........................................................................ 9 2.3. Interne en externe overlegstructuren op organisatie-niveau ................. 11 2.3.1. Intern overleg .......................................................................... 11 2.3.2. Intersectorale overlegmomenten ................................................ 15 2.3.3. Extern overleg .......................................................................... 16 2.4. Samenstelling Algemene Vergadering, Raad van Bestuur en Personeel .. 18 2.4.1. Leden van de Algemene Vergadering ........................................... 18 2.4.2. Leden van de Raad van Bestuur .................................................. 18 2.4.3. Samenstelling personeel ............................................................ 19 Hoofdstuk 3 Gemeenschapsdienst .............................................................. 21 3.1. Definitie......................................................................................... 21 3.2. Jaarwerking ................................................................................... 21 3.2.1. Wijzigingen in de procedure ....................................................... 21 3.2.2. Samenwerking werkplaatsen ...................................................... 23 3.2.3. Evaluatie preventielijn ............................................................... 24 3.2.4. Stagebegeleiding en uitwerking project........................................ 25 3.3. Cijfers 2011 ................................................................................... 25 3.4. Interne en externe overlegmomenten ............................................... 32 3.4.1. Interne overlegmomenten .......................................................... 32 3.4.2. Externe overlegmomenten ......................................................... 38 3.5. Toekomstperspectief ....................................................................... 38 vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
1
Hoofdstuk 4 Leerproject ............................................................................ 40 4.1. Definitie......................................................................................... 40 4.2. Jaarwerking ................................................................................... 40 4.2.1. Gesprekslokalen ....................................................................... 40 4.2.2. Stage ...................................................................................... 40 4.2.3. Het groeiend belang van netwerken in de zorgsector: het For Kproject .............................................................................................. 41 4.2.4. Vorming aan de sociale diensten van de jeugdrechtbanken Gent en Oudenaarde....................................................................................... 42 4.2.5. Procedure ................................................................................ 43 4.2.6. Differentiatie van het aanbod ..................................................... 44 4.3. Cijfers 2011 ................................................................................... 45 4.4. Interne en externe overlegmomenten ............................................... 47 4.4.1. Interne overlegmomenten .......................................................... 47 4.4.2. Externe overlegmomenten ......................................................... 51 4.5. Vorming ........................................................................................ 52 4.5.1. Driedaagse vorming “Beeldend werken met kinderen, jongeren en gezinnen …. op stap met Klein Duimpje” ............................................... 52 4.5.2. Vierjarige opleiding “contextueel werken” .................................... 53 4.6. Toekomstperspectief ....................................................................... 54 Hoofdstuk 5 Herstelbemiddeling ................................................................. 56 5.1. Definitie......................................................................................... 56 5.2. Jaarwerking ................................................................................... 56 5.2.1. Praktische bijsturingen .............................................................. 56 5.2.2. Sensibilisering .......................................................................... 59 5.3. Cijfers 2011 ................................................................................... 62 5.4. Interne en externe overlegmomenten ............................................... 63 5.4.1. Interne overlegmomenten .......................................................... 63 5.4.2. Externe overlegmomenten ......................................................... 65 5.5. Toekomstperspectief ....................................................................... 68 Hoofdstuk 6 Herstelgericht groepsoverleg (HERGO) ...................................... 70 6.1. Definitie......................................................................................... 70 6.2. Jaarwerking ................................................................................... 70
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
2
6.2.1. Veranderingen binnen het team .................................................. 70 6.2.2. Inhoudelijke veranderingen ........................................................ 71 6.2.3. Opleiding HERGO-moderator ...................................................... 75 6.2.4. Ervaringen van een moderator.................................................... 75 6.3. Cijfers 2011 ................................................................................... 77 6.4. Interne en externe overlegmomenten ............................................... 81 6.4.1. Interne overlegmomenten .......................................................... 81 6.4.2. Externe overlegmomenten ......................................................... 82 6.5. Toekomstperspectief ....................................................................... 83 Hoofdstuk 7 VTO en sensibilisering ............................................................. 85 7.1. Deelname aan debatten, symposia, vorming,… ................................... 85 7.2. Voorstelling van onze werking en sensibilisering ................................. 87 7.2.1. Overleg met de gesloten gemeenschapsinstellingen ...................... 88 7.2.2. Medewerking aan onderzoeksvragen/opdrachten van studenten ..... 88 Lijst van gebruikte afkortingen ................................................................... 89 Ter afsluiting ........................................................................................... 90 Bijlage 1 ................................................................................................. 91
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
3
Voorwoord
Beste lezer,
Met veel trots stel ik u ons jaarverslag voor. Graag neem ik u mee op pad doorheen een jaar intensief werken en laat ik u kennismaken met hoe we vooruitkijken naar 2012……... We kunnen dit alleen maar realiseren dankzij een gedreven, enthousiaste ploeg van medewerkers die zich dag in dag uit inzetten om vol overgave aan de slag te gaan met ons jongeren, hun context en de slachtoffers. Een oprechte merci! Graag richt ik ook een woord van dank aan de bestuursleden en onze samenwerkende partners (jeugdrechters, jeugdparketten, consulenten, parketcriminologen, de talrijke werkplaatsen, …) voor hun geloof in de mogelijkheden van de herstelgerichte en constructieve afhandelingsvormen. Dit jaarverslag, geschreven in de mannelijke vorm om de leesbaarheid te bevorderen, is eveneens terug te vinden op www.hca-ovl.be Ik wens u veel leesplezier!
Heidi Vanheste directeur
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
4
Hoofdstuk 1 Situering van de vzw HCA OostVlaanderen 1.1. Historiek Tot vóór 2009 werden de vier verschillende afhandelingsvormen aangeboden door drie autonome vzw’s binnen de provincie Oost-Vlaanderen. De vzw Martens-Sotteau uit Gent nam in 2001 het initiatief om het project herstelbemiddeling voor minderjarige daders van een MOF op te starten. De implementatie van herstelbemiddeling in Oost-Vlaanderen bleef niet beperkt tot dit ene gerechtelijke arrondissement. Ook de gerechtelijke arrondissementen Oudenaarde en Dendermonde, konden vanaf 2002 en 2003 beroep doen op dit aanbod. Vanaf 2006 werd ook HERGO (herstelgericht groepsoverleg) aangeboden. De vzw DAS&V (Dienst Alternatieve Sanctie & Voogdijraad) was tot en met 2008 de werkgever van het team gemeenschapsdienst. In 1987 kreeg de vzw zijn eerste dossiers binnen van de jeugdrechtbank te Dendermonde. Geleidelijk aan werden er ook dossiers doorverwezen vanuit de jeugdrechtbanken van Gent en Oudenaarde. En ten slotte hadden we de vzw CAB (Centrum Ambulante Begeleiding) die in samenwerking met het CAW Artevelde vanaf 1999 het leerproject voor minderjarige daders van een als misdrijf omschreven feit aanbood in de drie gerechtelijke arrondissementen van Oost-Vlaanderen. Vanuit de Vlaamse Gemeenschap werd vooropgesteld om ten laatste op 1 januari 2009 per gerechtelijk arrondissement één HCA-dienst op te richten. Gezien de specifieke situatie in Oost-Vlaanderen (3 verschillende vzw’s) was heel wat overleg nodig om te komen tot de oprichting en de invulling van een nieuwe vzw, met respect voor ieders historiek en werkwijze. De oprichtingsvergadering van deze nieuwe vzw had plaats op 3 november 2008.
1.2. Doelgroep We werken met jongeren van 12 tot 18 jaar, die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en die worden doorverwezen door het jeugdparket of de jeugdrechtbank van de gerechtelijke arrondissementen Gent, Dendermonde of Oudenaarde. Ouders, de sociale context en slachtoffers kunnen eveneens betrokken worden bij de dienstverlening.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
5
1.3. Principes en visie De vzw HCA Oost-Vlaanderen vertrekt vanuit een positief mensbeeld. We gaan er van uit dat iedereen, ook minderjarigen, de capaciteiten heeft en in staat is verantwoordelijkheid op te nemen voor zijn daden. Wij bieden de cliënten ondersteuning en begeleiding op maat, zij het op een responsabiliserende manier. Mensen worden gestimuleerd om het proces in eigen handen te nemen en hebben het recht hierbij zelf beslissingen te nemen en over zichzelf te beschikken (zelfbeslissings - en zelfbeschikkingsrecht), voor zover dit de rechten van anderen niet schaadt. We werken met een emancipatorisch en participatief model. Eveneens houden we in de begeleiding rekening met de context van de cliënt en werken we volgens een meersporenbeleid als reactie op jeugddelinquentie. De maatschappelijke reactie op een MOF kan verschillende finaliteiten bevatten, gaande van herstellend, pedagogisch, responsabiliserend en sanctionerend, die allemaal vervat zitten in de werking van vzw HCA Oost-Vlaanderen. Verder dragen wij een pluralistische en verdraagzame maatschappij hoog in het vaandel. Verscheidenheid aan ideologieën, overtuigingen, denkkaders en zienswijzen worden als een verrijking gezien. Belangrijk is, om bij dit alles, rekening te houden met de rechtspositie en rechtswaarborgen van alle betrokkenen, steunend op de universele rechten van de mens en de rechten van het kind.
1.4. Doelstellingen Om de eigenheid van de diverse werkvormen binnen de organisatie te respecteren, kan de invulling van de doelstellingen enigszins verschillend zijn. Toch stelt elke afhandelingsvorm volgende doelen voorop: •
de doelgroep responsabiliseren
•
De doelgroep motiveren om zelf verantwoordelijkheid op te nemen voor het als misdrijf omschreven feit en de gevolgen ervan.
•
herstel bij de betrokkenen bereiken
•
Het is de bedoeling dat herstel bereikt wordt bij de betrokken partijen van het als misdrijf omschreven feit. ‘Herstel’ wordt hierbij in de meest ruime betekenis opgevat en kan zowel feitelijk als symbolisch zijn, zowel naar zichzelf toe en/of de omgeving, als naar het slachtoffer dat materiële, morele en/of fysieke schade heeft geleden en/of ten aanzien van de maatschappij.
•
inzicht vergroten in het eigen gedrag
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
6
•
Er wordt gestreefd om het inzicht in de oorzaken, gevolgen en context van het als misdrijf omschreven feit te vergroten, waardoor de betrokken minderjarige zich desgevallend kan herpositioneren. Dit kan evenwel niet zonder een bewustwordingsproces door te maken.
•
de competentiegraad verhogen
•
In de verschillende afhandelingsvormen wordt gepoogd om de betrokkenen een positieve ervaring te laten opdoen. De minderjarigen worden aangesproken op hun capaciteiten en hun eigen oplossingsvermogen.
Via de bovenstaande doelstellingen betrachten we dat de minderjarige leert uit zijn fouten en gelijkaardige of andere feiten niet meer pleegt en proberen we recidive te vermijden. De vzw HCA Oost-Vlaanderen signaleert aan het beleid de elementen die belangrijk zijn voor de goede organisatie van de hulp - en dienstverlening en het bijsturen ervan. Eveneens heeft de organisatie oog voor algemene sensibilisering. De vzw HCA Oost-Vlaanderen voert binnen de beschikbare middelen eveneens een financieel beleid met het oog op een continue en efficiënte hulp - en dienstverlening.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
7
Hoofdstuk 2 Organisatie van de vzw HCA OostVlaanderen 2.1. Naar een gezond klimaat binnen HCA Beter presteren op het werk? Geef je collega een knuffel! Dit is althans wat de Amerikaanse psycholoog Michael Kraus beweert. Hij bestudeerde het verband tussen de productiviteit en het lichamelijk contact van basketbalspelers en kwam tot het besluit dat er wel degelijk een positieve relatie bestaat. Van het basketbalveld naar de HCA – werkvloer is het slechts een kleine stap. Toen de vier afhandelingsvormen (leerproject, gemeenschapsdienst, HERGO, herstelbemiddeling) in 2009 onder één VZW terechtkwamen, werd de idee geopperd om een Feestcomité op te richten. Het was de bedoeling om de afstand tussen de verschillende werkvormen te verkleinen en het samen ‘werken’ te bevorderen. Ook letterlijk. Sinds HCA Oost-Vlaanderen met haar vier werkvormen onder hetzelfde dak resideert, kreeg het Feestcomité gestaag verder vorm, met een afvaardiging uit elk team als gevolg. Het Feestcomité wil dan ook vooral bijdragen tot een positief werkklimaat, teamoverschrijdend, zodat solidariteit en collegialiteit geen holle begrippen zouden zijn. Dit resulteerde in 2011 tot diverse sfeer bevorderende activiteiten. Een overzicht:
het paasontbijt
Een mooi gedekte tafel, de geur van warme chocomelk, een zacht gekookt eitje, een gelukskoekje, …
de kerstdrink
Samen rond de vuurkorf, met Jezus, Jozef en Maria in de hoofdrol.
de maandelijkse HCA-drink
Elke donderdagavond na het HCA-team. Vrijblijvend maar efficiënt.
afscheidsrecepties voor collega’s
Een andere manier om ‘bedankt en tot ziens’ te zeggen…
de zomerinzet
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
8
Om iedereen een goed verlof te wensen…
Sinterklaasattentie
Kijk eens wat er in mijn schoentje zit?
HCA viert feest op 20 mei
Het feest van 20 mei neemt een speciale plaats in en verdient een extra toelichting. Naast een belangrijke rol voor het Feestcomité werd dit uiteraard ook gedragen door alle HCA-medewerkers. Een proces dat heeft bijgedragen tot verbondenheid en samenwerking onder collega’s. Het werd een mooi pr- en netwerkmoment voor en met verwijzers, collega’s binnen de Bijzondere Jeugdzorg, sympathisanten, … Ook in 2012 blijft het Feestcomité zich verder inzetten met initiatieven (zie supra) ter bevordering van een gezond klimaat binnen HCA en wordt daarbij tijdelijk ook ondersteund door een “speciale” afvaardiging die zich zal buigen over het organiseren van een teambuildingsdag. Dat belooft!
2.2. Ontwikkeling huisstijl
Website HCA, het ontstaan van “www.hca-ovl.be”
Eind 2010 werd een eerste aanzet gegeven tot de realisatie van een eigen website. Een werkgroepje, bestaande uit vier mensen, één van elke afhandeling, werkte een eerste concept uit. Dit ontwerp werd echter na extern advies opzij geschoven. Via de tussenkomst en goede raad van Douglas Deleu van Fiction Industries, konden we de ontwikkeling van de website met behulp van Drupal naar een hoger niveau tillen. De eerste ambitie was om de website toegankelijk te maken voor het brede publiek en tegelijkertijd ook makkelijk aan te passen in geval van nieuwe ontwikkelingen, afspraken,… door de verschillende mensen binnen HCA. Met vereende inspanningen konden we de look van ons eerste ontwerp behouden en alras onze huisstijl combineren met deze 2 vereisten. In de periode februari-maart werd naarstig gewerkt om de website tijdig af te krijgen. Zo konden we op 1 april met enige fierheid onze website voor het eerst aan het publiek voorstellen. Voor wie is de website bestemd? In eerste instantie voor ons rechtstreeks cliënteel. Jongeren moeten in staat zijn op onze webstek, op een eenvoudige wijze, die info te vinden, die ze nodig hebben om een beeld te krijgen van HCA en diens afhandelingen. Daarnaast zijn er natuurlijk ook hun ouders die vaak met veel vragen zitten en misschien zelfs sneller op zoek gaan naar een woordje vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
9
uitleg over het hoe en wat. Tot slot zijn er de doorverwijzers, organisaties waarmee HCA dagelijks samenwerkt, studenten, andere derden. Zij vinden op onze website dan weer meer info omtrent onder andere de personeelssamenstelling, jaarverslagen, historiek van de vzw, samenwerkingsverbanden. Daarnaast kan men er ook een wegbeschrijving vinden, openstaande vacatures en nog veel meer.
Folders
In samenspraak met het ontwerpbureau Toecourt werden er kleurrijke cliëntfolders ontworpen voor de verschillende afhandelingen, waarop het nieuwe logo opvallend aanwezig is. De verschillende teams kregen de opdracht om hun werking kort, bondig en duidelijk te formuleren. Aan de hand van de folders willen we ons cliënteel en samenwerkende partners wegwijs maken in onze hulp- en dienstverlening. De folders zijn eveneens te vinden op onze website.
BinC
In opdracht van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen werd het uniform registratiesysteem “begeleiding in cijfers”, kortweg BinC, opgestart binnen de Bijzondere Jeugdzorg. Zowel op beleidsniveau, als op het veld wil men zicht krijgen op objectieve en betrouwbare cijfers van onze sector. Het project heeft twee belangrijke doelstellingen: •
In kaart brengen van ons doelpubliek. Door het registreren van een aantal parameters zullen we beschikken over betrouwbare en uniform geregistreerde cijfers over de jongeren die geholpen worden in de private voorzieningen van de bijzondere jeugdzorg. Deze cijfers zijn belangrijk om als sector sterker te kunnen doorklinken in het debat rond zorg en welzijn. Daarnaast helpen deze cijfers ons bepaalde uitspraken en meningen hard te maken en te onderbouwen met betrouwbare gegevens. Deze gegevens vormen ook de onderbouw voor verder wetenschappelijk onderzoek.
•
De reflectie over het hulpverleningshandelen stimuleren met het oog op het verhogen van de kwaliteit. De geregistreerde gegevens zijn een vertrekpunt voor reflectie en dialoog. Het doel van de reflectie is om stil te staan bij het eigen hulpverleningshandelen.
Met de implementatie van BinC binnen onze voorziening zijn we pas kunnen starten na de zomervakantie. Voorafgaand hebben de coördinatoren en directies van de HCA diensten in Vlaanderen héél wat overleg gepleegd om de neuzen in dezelfde richting te zetten. Daarna was het de opdracht om het registreren te laten doorvloeien binnen de verschillende teams. HCA Oost-Vlaanderen heeft vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
10
ervoor gekozen om per afhandeling een registratieverantwoordelijke aan te duiden. Het was aan hen om zich de kennis omtrent het nieuwe registratiesysteem eigen te maken, hun mensen te motiveren, bij te staan waar nodig en de problemen, onduidelijkheden, knelpunten te melden aan het Steunpunt Jeugdhulp. De registratieverantwoordelijken werden in hun opdracht ondersteund door de helpdesk van het Steunpunt Jeugdhulp. Na een moeizame start heeft het BinC’en eind 2011 toch een vaste plaats gekregen binnen het takenpakket van de administratieve kracht, de begeleiders, bemiddelaars en moderatoren.
Onthaalbrochure
Als organisatie vinden we het belangrijk om tijd en energie te steken in het onthaal van nieuwe medewerkers. We realiseren ons dat een nieuwe kracht overladen wordt met allerlei info en dat veel van deze info bij een mondelinge overdracht verloren gaat. Om aan dit euvel een stuk tegemoet te komen werd er in het voorbije werkingsjaar een onthaalbrochure uitgeschreven per afhandeling. Een eerste luik bevat algemene info (opdrachtsverklaring, missie en visie, organigram, duiding omtrent kwaliteitshandboek, interne werkafspraken en zoveel meer). In een tweede luik word telkens de interne werking van de betreffende afhandelingsvorm uitgeschreven. Dit lijvig document betekent voor nieuwe medewerkers een ‘houvast’ in het zich eigen maken van de werking van HCA Oost-Vlaanderen.
2.3. Interne en externe overlegstructuren op organisatie-niveau 2.3.1. Intern overleg 2.3.1.1. Algemene Vergadering Dit bestuursorgaan is de ‘aandeelhoudersvergadering’ van onze voorziening dat enerzijds waakt over het doel, de opdrachtsverklaring waarvoor we worden erkend en gesubsidieërd en anderzijds de controle van de rekeningen op zich neemt. Op 26 april kwamen de bestuursleden in aanwezigheid van Dhr. De Wilde (accountant) en de directie bijeen ter goedkeuring van de jaarrekening en de begroting. 2.3.1.2. Raad van Bestuur De Raad van Bestuur neemt beslissingen en waakt over de visie en de realisatie van de doelstellingen, de pedagogische beleidslijnen, het HR beleid, het
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
11
financieel beheer en het management. Tijdens het open gedeelte is er telkens een personeelslid aanwezig in naam van de personeelsgroep. Tijdens het voorbije werkjaar kwamen de bestuursleden 3 maal samen. Belangrijke punten op de agenda waren: •
Aanwerving, evaluatie, stand van zaken personeel
•
Kandidatuur Geert Decock/Shirley Van den Driessche als bestuurslid
•
Ontslag Dirk Meulyzer/Philippe Vansteenkiste als bestuurder
•
Personeelsinzet 2011
•
Begroting 2011
•
Subsidies 2012
•
Voorstelling kwaliteitshandboek
•
Verzekeringspolissen binnen de organisatie
•
Voorstelling van de vier afhandelingsvormen
•
Herstelgericht werken binnen voorzieningen
•
Deelname aan Open Monumentendag
•
Opening Dok Noord
2.3.1.3. Dagelijks Bestuur Het dagelijks bestuur wordt vertegenwoordigd door Filip Maertens en Raf De Mulder. Zij vormen de schakel tussen de Raad van Bestuur en de organisatie en staan de directie bij in haar taak. Via dit overleg wordt de voorzitter op de hoogte gebracht van de organisatorische en inhoudelijke werking en wordt tevens de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur voorbereid. Het dagelijks bestuur komt samen volgens de noden. 2.3.1.4. HCA team Dit is dé personeelsvergadering waarbij maandelijks één voormiddag samen rond de tafel wordt gezeten. Dit gemeenschappelijk moment wordt voorbereid en geleid door de directeur. De afwezigen worden nadien gebrieft door de teambegeleiders zodat iedereen op de hoogte is van het verloop en de gemaakte afspraken. Afhankelijk van de te bespreken agendapunten krijgt het team een verschillende finaliteit. Zo kan de focus liggen op brainstormen, ervaringsuitwisseling, info overdracht. De volgende punten kwamen o.a. aan bod: •
Stellingenspel HERGO
•
Stellingenspel GD
•
Transfer gevolgde vormingen vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
12
•
Terugkoppeling coördinatorenoverleg
•
Terugkoppeling kwaliteitsstuurgroep
•
Terugkoppeling RvB/AV
•
Kennismaking nieuwe collega’s
•
Elektronische prestatiestaat
•
Het leven op Dok Noord
•
Herstelgericht werken binnen voorzieningen
•
Dienstverplaatsingen in opdracht van de werkgever
•
Preventieve werkverwijdering
•
Voorstelling vzw Jong
2.3.1.5. Teambegeleidersoverleg (TBO) Tijdens dit tweewekelijks overleg zitten de teambegeleiders en de directie samen. De aandacht gaat voornamelijk naar het uitwerken van een uniform beleid met respect voor de specificiteit van de verschillende teamwerkingen. De volgende punten kwamen o.a. aan bod: •
Bijsturing VTO beleid
•
Uitwerking stagenota
•
Terugkoppeling evoluties binnen de sector
•
Arbeidsreglement
•
Veranderingen in procedures binnen de vier afhandelingen
•
Vakantieplanning
•
Het voeren van functionerings- en exitgesprekken
•
Opvolging cijfers 2011
•
Soigneren van de werkplaatsen
•
Ontwikkelen van een HCA power point
•
Voorbereiding HCA team
2.3.1.6. Werkgroep Kwaliteit De focus binnen de kwaliteitsstuurgroep van vzw HCA Oost-Vlaanderen kwam op een andere terrein te liggen in 2011. De grote structuur van het kwaliteitshandboek stond in het begin van het werkjaar op poten. Het was vervolgens tijd om enerzijds de hiaten op te vullen en anderzijds ook concrete acties te gaan ondernemen om de kwaliteit van onze werking te bevragen en eventueel aan te passen waar nodig.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
13
De kwaliteitsstuurgroep kwam 10 keer samen en bestond ook dit jaar uit 1 kwaliteitscoördinator, een vertegenwoordiger van elke afhandelingsvorm en de directie. De kwaliteitscoördinator was net zoals vorig jaar 1/5e vrijgesteld voor kwaliteitswerk. Hij bereidde en zat de vergaderingen voor, deed de verslaggeving en volgde de jaarplanning op. Er werd overeengekomen dat de leden van de kwaliteitsstuurgroep zich engageren voor minstens één werkjaar en dat we er naar streven om de verdeling teambegeleiders en begeleiders fiftyfifty te houden. Enkel teambegeleiders zou kunnen zorgen dat er weinig voeling van de begeleiders met de kwaliteitsstuurgroep overblijft, met enkel begeleiders in de stuurgroep is er dan weer weinig input van de teambegeleiders en is er een intensieve terugkoppeling nodig door de directie op het teambegeleidersoverleg. Om de terugkoppeling binnen de verschillende afhandelingen levendig te houden werd het item kwaliteit opgenomen als vast agendapunt tijdens de teamvergaderingen. Kwaliteitshandboek Begin 2011 werd het kwaliteitshandboek door de kwaliteitscoördinator voorgesteld aan de teams. Elk team ontving een exemplaar. Doorheen het jaar circuleerde het document onder de begeleiders en kon handmatig worden aangestipt wat ondertussen niet meer geldig was. De beschreven procedures verouderen immers of er moeten nieuwe afspraken worden opgenomen. Een revisie van het handboek is voorzien voor 2012. Ter voorbereiding daarvan werden door de leden van de werkgroep en teambegeleiders alle teamverslagen van het laatste jaar doorgenomen en werden alle recente afspraken weerhouden die in het kwaliteitshandboek moeten worden opgenomen. Ook werd er een procedure uitgeschreven voor het organiseren van een intervisie en voor het toepassen van de zogenaamde preventielijn in het team Gemeenschapsdienst. Tevredenheidsmeting personeel Vanaf maart maakte de stuurgroep werk van het opstellen van een tevredenheidsmeting voor het personeel. Alvorens van de cliënten te weten te komen hoe ons aanbod wordt ervaren en kan worden verbeterd wilden we vernemen van de directe medewerkers hoe het is om te werken voor HCA OostVlaanderen en wat de bedenkingen, opmerkingen, knelpunten,… zijn. We plannen een dergelijke bevraging om de twee jaar te organiseren. Er was dubio over hoe uitgebreid en diepgaand de bevraging moest zijn. Uiteindelijk werd er voor geopteerd, mede op vraag van de teambegeleiders, om zo ruim mogelijk te bevragen. Er werd besloten te peilen naar algemene bevindingen, jobinhoud, werkbelasting, infrastructuur, informatiedoorstroom, teamwerking & vergaderen, direct leidinggevende, directie, sociale veiligheid, cultuur, arbeidsomstandigheden, prioriteiten ter verbetering en de onbevraagde aspecten.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
14
We informeerden bij andere HCA-diensten en raadpleegden literatuur over tevredenheidsmetingen bij personeel. Er werd uiteindelijk gekozen voor het personaliseren van een gestandaardiseerde vragenlijst die voldeed aan onze verwachtingen. We vonden de lijst op de site van het Nederlandse Actiz, organisatie van zorgondernemers...). Na de nodige aanpassingen aan de situatie van HCA werd de bevraging in zijn nieuwe vorm voorgelegd aan Brigitte Laceur, kwaliteitscoördinator CAW Artevelde en Luc Schouppe, kwaliteitscoördinator UZ Gent. We wilden daarmee onze eigen bevindingen toetsen aan de blik en ervaring van andere professionelen. Na de laatste veranderingen werd alles in een digitale enquête gegoten die eind oktober via mail aan alle medewerkers werd overgemaakt. Van de 25 functies die werden bevraagd zijn er ook 25 die de vragenlijst binnen de twee weken hebben ingevuld. Met het oog op terugkoppeling van de resultaten begin 2012 werd eind november begonnen met de verwerking van de resultaten. Klachtenprocedure Naast het verwerken van de resultaten van de tevredenheidsmeting begon de stuurgroep ook aan het ontwerp van een klachtenprocedure voor HCA. De grote krijtlijnen daarvan werden uitgezet, maar het uitschrijven in een procedure en voorstelling daarvan zal voor volgend werkjaar zijn. Vorming De kwaliteitscoördinator volgde een tweedaagse opleiding ‘Werken aan Kwaliteit’ en in de nasleep van die vorming besloot HCA Oost-Vlaanderen zich aan te sluiten bij PROSE. Dit expertisenetwerk voor kwaliteitszorg zou ons in de toekomst tijd en middelen moeten besparen als het neerkomt op bevragingen en metingen binnen onze organisatie.
2.3.2. Intersectorale overlegmomenten 2.3.2.1. Oost-Vlaams overlegplatform (OVOP) BJZ Aan dit overleg neemt de directie deel. Dit is een structureel en systematisch overleg tussen directies van alle BJZ-voorzieningen van de provincie OostVlaanderen omtrent gemeenschappelijke en sectorspecifieke onderwerpen die op andere vergaderingen niet of minder aan bod komen. De organisatiestructuur van OVOP bestaat uit een Algemene Vergadering, waartoe directies van alle Oost-Vlaamse BJZ-voorzieningen behoren en een Stuurgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van alle werkvormen, de koepels en de Oost-Vlaamse regio’s. 2.3.2.2. STENT STENT is de naam voor de samenwerking tussen twee sectoren in de jeugdhulpverlening, namelijk de Geestelijke Gezondheidszorg en de Bijzondere vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
15
Jeugdzorg. In elke Vlaamse provincie zijn overlegorganen tussen de twee sectoren actief. In 2008 was er een eerste vergadering en werd er een werkgroep opgericht die o.a. is begonnen aan een draaiboek om de samenwerking te versterken. Tijdens het voorbije jaar sloot de directie van HCA Oost-Vlaanderen aan bij de werkgroep. In 2011 werd het draaiboek afgewerkt, gekoppeld aan de bekendmaking van de website www.oostvlaamsegids-stent.be. De site omvat de voorstelling van de voorzieningen uit beide sectoren in OostVlaanderen, een voorstelling van samenwerkingsprotocollen, illustraties van goede praktijken en aanzetten om de kwaliteit van de samenwerking en overleg te verbeteren.
2.3.3. Extern overleg 2.3.3.1. Coördinatorenoverleg De organisatie van dit overleg behoort niet langer tot het takenpakket van het Steunpunt Jeugdhulp. Vanaf eind 2009 dienden de Vlaamse HCA-diensten, indien wenselijk, dergelijk overleg zelf te organiseren. Gezien de meerwaarde van onderlinge communicatie tussen de verschillende HCA’s, werd er een “nieuwe” structuur op touw gezet. Het voorzitterschap en de verslaggeving gebeurt in beurtrol. In 2011 kwamen de coördinatoren en sommige directieleden van de Vlaamse HCA-diensten, in aanwezigheid van Peter Casteur als vertegenwoordiging van IVA Jongerenwelzijn en Lieve Balcaen in opdracht van het Steunpunt Jeugdhulp, 6 keer samen. Het overleg, dat telkens doorgaat in Brussel, wordt gevolgd door de directeur en, indien opportuun, één van de teambegeleiders. Op de agenda stonden o.a. de volgende punten: •
Cijfernota 2010
•
Aanmeldingen 2011
•
BinC
•
Voorbereiding koepeloverleg
•
Opstarten intervisie binnen de verschillende afhandelingen
•
Organisatie teamdag personeelsleden
•
Bemiddelink
•
Sensibilisering HERGO
•
Leerprojecten aan derden
•
Leerprojecten SGG
•
Onderzoek Beke vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
16
2.3.3.2. Samenwerkingsverband herstelgerichte en constructieve afhandelingen minderjarigen In 2011 werden er, overeenstemmend met de vorige jaren, per gerechtelijk arrondissement 2 bijeenkomsten van het ‘Samenwerkingsverband HCA’ georganiseerd. Concreet was dit voor Gent op 24/03 en 24/11, voor Dendermonde op 24/03 en 13/10, en voor Oudenaarde op 07/04 en 20/10. Naast de standaardagendapunten als nieuws van de verschillende partners en variapunten, werden inhoudelijk volgende zaken uitgediept. Tijdens het SWV van Gent: •
Verhoor van een minderjarige door politie: wettelijk kader en praktijk
•
Uiteenzetting over werking jeugdparket Gent
•
Voorstelling nieuwe jeugdinspecteurs, maatschappelijke cel politie Gent
•
Voorstelling ‘Actieplan spijbelen’ door de parketcriminoloog
•
Bemiddelen met jongeren onder 12 jaar
In Dendermonde: •
Voorstelling ‘Hergo op school’ vanuit on@break²
•
Cijfers HCA 2010 en cijfers HCA tot en met september 2011
•
Verdieping visie gemeenschapsdienst
•
Bemiddelen met jongeren onder 12 jaar
Het SWV van Oudenaarde: •
Voorstelling CGGZ Zuid-Oost-Vlaanderen
•
Cijfers HCA
•
Verdieping visie gemeenschapsdienst
2.3.3.3. Overleg met de verwijzers Een geregeld contact met onze verwijzers (parket, jeugdrechtbank) vinden we zeer belangrijk en noodzakelijk. Naast de informele ontmoetingen vindt er per jaar, per arrondissement minstens 1 formeel overleg plaats tussen de teambegeleiders van HCA Oost-Vlaanderen, parketmagistraten, jeugdrechters, parketcriminologen en de leidend consulent van de Sociale Dienst bij de jeugdrechtbank. Dergelijk overleg vormt het ideale moment om de werkafspraken en de samenwerking te evalueren én ontstaat er een beter inzicht in de respectievelijke noden. Daarenboven kunnen eventuele knelpunten ten gronde worden aangekaart en is er ruimte om samen te zoeken naar gepaste antwoorden. Het is bovendien een gelegenheid om de implementering van beleidslijnen af te vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
17
toetsen. De ervaring heeft ons geleerd dat transparantie en standvastigheid inzake aanpak en handhaving het wederzijds vertrouwen in de hand werkt. In Oudenaarde is dit overleg doorgegaan op 18/02/2011, in Gent op 04/04/2011. In Dendermonde is er door praktische omstandigheden dit jaar geen overleg kunnen doorgaan.
2.4. Samenstelling Algemene Vergadering, Raad van Bestuur en Personeel 2.4.1. Leden van de Algemene Vergadering •
Filip Maertens, voorzitter
•
Christian Maes
•
Katia Perquy
•
Mieke Van Durme
•
Soetkin Vervaet
•
Christine Mussche
•
Inge T’Hooft
•
Dirk Meulyzer (nam ontslag in 2011)
•
André De Paepe
•
Raf De Mulder
•
Hilde Van Gasse
•
Luk Schollaert
•
Shirley Van den Driessche
•
Geert Decock (als waarnemend lid)
2.4.2. Leden van de Raad van Bestuur •
Filip Maertens, voorzitter
•
Christine Mussche
•
Inge T’Hooft
•
Dirk Meulyzer (nam ontslag)
•
André De Paepe
•
Raf De Mulder
•
Hilde Van Gasse
•
Luk Schollaert vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
18
•
Shirley Van den Driessche
•
Geert Decock (als waarnemend lid)
2.4.3. Samenstelling personeel Alle personeelsleden in dienst van de vzw worden gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, afdeling IVA Jongerenwelzijn.
De directie
Bestaat uit 1 voltijdse medewerker, Heidi Vanheste.
Team Gemeenschapsdienst
De “werkstraffen” worden begeleid door 3 voltijdse medewerkers: Sonja Van Deynse (ook teambegeleidster), Mieke Lagrange en Ward Ascoop. Sonja was in zwangerschapsverlof tot half juni. Zij werd vervangen door Geert De Roo, als teambegeleider, en door Griet Noels als begeleidster. Na haar terugkeer uit zwangerschapsverlof nam Sonja halftijds ouderschapsverlof. Griet Noels bleef de vervanging opnemen tot zij in augustus ook in zwangerschapsverlof ging. Ine Braux werd aangeworven op 5 september om Griet te vervangen.
Team Leerproject
Geert De Roo werkte voltijds als teambegeleider tot eind november. Vanaf 1 december neemt hij halftijds tijdskrediet (landingsbaan). Daarnaast wordt het individueel leerproject uitgevoerd door een aantal psychosociale begeleid(st)ers. Er zijn 2 voltijdse medewerksters, Melissa Chalmet en Elke Fontaine. Elke ging in zwangerschapsverlof en werd vervangen door Kevin Remmery, die in dienst kwam op 9 juni. Sabine Temmerman werkt 80%. In het voorjaar werd het team leerproject kortstondig versterkt door Elke Haerick (75%), die na enkele weken een andere job vond. Lien Sonneville volgde haar op en werd aangeworven op 4 april en verliet ons eind december. Ilse Ysebaert ten slotte kwam in dienst op 4 september 2011.
Team Herstelbemiddeling
Ann Moens is teambegeleidster van de bemiddelaars. Michaël Bouchez (100%), werkt, naast bemiddelaar, ook als kwaliteitscoördinator in onze voorziening. Elle Rosier verliet ons eind augustus voor een carrièreswitch. Els De Kuyper (100%) maakte in de loop van het jaar de overstap vanuit het team HERGO. Meggy Stassyns kwam op 16 februari het team voltijds versterken. Begin oktober ten slotte startte Sigrid Ponjaert (75%). Tina Landuyt, werkt halftijds als administratieve kracht.
Team HERGO
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
19
Elsie Van den Haezevelde, teambegeleidster vormt samen met Joost Broucke die 80% werkt en momenteel halftijds tijdskrediet opneemt, Kris Maes (100%) en Felicitas Hardy (100%) die in dienst kwam op 24 januari het team HERGO. Elsie was in zwangerschapverlof tot eind juni. In die periode nam Ann Moens het teambegeleiderschap op. Alle HERGO moderatoren maken tevens deel uit van het team herstelbemiddeling.
Ondersteunend personeel
Nancy Van Damme werkt 4 uur per week als poetsvrouw. Isabelle De Dapper is administratief medewerkster. Kris Maes, die als herstelbemiddelaar en HERGOmoderator tewerkgesteld is, neemt ook voor een deel de ICT-ondersteuning op zich.
Stagiaires
In 2011 kwamen er twee nieuwe stagiaires onze dienst vervoegen. Laure Van Laere die reeds in 2010 haar stage startte binnen het team herstelbemiddeling, finaliseerde haar opdracht in januari. Lies Lockefeer, studente aan de Universiteit Gent, opleiding orthopedagogiek, startte in september in het team herstelbemiddeling. Lies werd begeleid door Michaël Bouchez. Delphine Callewaert begon ook aan haar stageopdracht in september. Ook zij studeert orthopedagogiek aan de Universiteit Gent. Een aantal maanden draaide ze mee in het team leerproject en een aantal maanden in het team gemeenschapsdienst. Delphine werd gecoacht door Sabine Temmerman en Ward Ascoop. Met dank aan Ward, Sabine en Michael die, dankzij een intensieve opvolging, een belangrijke meerwaarde betekenden voor de stages van Delphine en Lies. Ook dank aan de teams voor hun openheid en gedrevenheid deze beide dames mee op pad te nemen.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
20
Hoofdstuk 3 Gemeenschapsdienst 3.1. Definitie De jeugdrechter beschikt sinds de Wet op de Jeugdbescherming van 1965 over de mogelijkheid om ten aanzien van jongeren die een MOF pleegden, te beslissen om een ‘prestatie van opvoedkundige of filantropische aard’ uit te spreken. Sedert de wijziging van de jeugdwetgeving in 2006 spreken we in artikel 37 van ‘een prestatie van opvoedkundige aard en van algemeen nut, in verhouding tot leeftijd en vaardigheden’. Deze prestatie kan maximum 150 uren bedragen. Op grond van artikel 52 van diezelfde wet kan de jeugdrechter ook in de voorlopige fase van de rechtspleging beslissen om ‘een prestatie van algemeen nut in verhouding tot leeftijd en vaardigheden’ uit te spreken als onderzoeksmaatregel. In dat geval kan de prestatie maximum 30 uur bedragen. De uitvoering van de maatregel dient humaan te zijn, refererend naar het Verdrag van de Rechten van de Mens in het algemeen en de Rechten van het Kind in het bijzonder.
3.2. Jaarwerking 3.2.1. Wijzigingen in de procedure In vergelijking met vorig werkjaar werden enkele wijzigingen in de bestaande procedure doorgevoerd. 3.2.1.1. Voorbereidingsfase Hierin onderscheiden we drie stappen: •
1/De aanmelding
De teambegeleider maakt het dossier op en legt de eerste contacten met de consulent. Indien de jongere tevens een leerproject opgelegd kreeg, onderhoudt de teambegeleider van het leerproject deze eerste contacten. •
2/Het huisbezoek
We opteren er steeds voor om een eerste kennismaking met de jongere en zijn ouders te laten doorgaan in zijn thuiscontext. We plannen aldus een huisbezoek of een gesprek in de voorziening waar de jongere verblijft. Deze gekende omgeving biedt hen veiligheid, bespaart hen tijd en moeite en biedt ons de kans om zicht te krijgen op de leefomstandigheden van de betrokkenen.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
21
Een uitnodiging tot aanwezigheid op de voorleiding bij de jeugdrechter of een gezamenlijk gesprek met de consulent op zijn dienst vormen hierop een uitzondering. Wanneer de jongere tijdens een eerste kennismaking niet aanwezig blijkt te zijn, wordt van hem wel de inspanning gevraagd om zich te verplaatsen. Hij wordt uitgenodigd -samen met zijn ouders- om op de HCA-dienst op gesprek te komen. Hij zal wegens het niet naleven van deze eerste afspraak, een stap schuiven op de preventielijn. (zie 3.2.3. op p.24) •
3/De kennismaking op de tewerkstellingsplaats en ondertekening van de akkoorden
De ouders worden mee uitgenodigd voor het kennismakingsgesprek op de werkplaats, zodat we dit moment kunnen aangrijpen voor de ondertekening van de akkoorden door alle betrokken partijen. Wanneer dit niet mogelijk is, kan ofwel een extra huisbezoek plaatsvinden of worden de akkoorden toevertrouwd aan de jongere die dan verantwoordelijk wordt gesteld voor de ondertekening en het terug bezorgen ervan. 3.2.1.2. Uitvoeringsfase We blijven overtuigd van de voordelen van een intensieve opvolging van de minderjarigen tijdens de uitvoering van hun gemeenschapsdienst. Op deze manier hebben we een goed zicht op het verloop van de prestatie en kunnen we vlot onze preventielijn toepassen indien nodig. De werkbezoeken hebben tevens als doel de begeleiders van de prestatieplaatsen te ondersteunen en te begeleiden in hun contacten met de minderjarigen. 3.2.1.3. Afsluitingsfase In 2011 werd er aan de slag gegaan met het vernieuwde registratiesysteem BinC. Bij aanvang merkten we nog enkele kinderziekten, maar intussen is deze registratie geïntegreerd in onze werking. Wanneer het aantal opgelegde uren correct werd gepresteerd, vindt een evaluatiegesprek op de werkvloer plaats. Zowel aan de werkbegeleider als aan de jongere wordt een input gevraagd. Na afloop maakt de dossierverantwoordelijke een eindverslag op. De jongere dient een persoonlijk ervaringsverslag te schrijven en krijgt daarvoor een vragenblad mee ter ondersteuning. Op die manier pogen we de minderjarige te helpen bij het schrijven van hun verslag. Ook tijdens het voorbije jaar konden we uit dit persoonlijk ervaringsverslag afleiden dat de gemeenschapsdienst een meerwaarde kan betekenen voor onze minderjarigen. Veelal is het een eerste werkervaring en wordt deze als leerrijk vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
22
ervaren. De jongere maakt kennis met een andere (werk)context, krijgt zicht op zijn capaciteiten, wordt bevestigd in zijn prestaties, ondervindt hoe het is met anderen samen te werken, … Een voorbeeld: “Ik heb dit ervaren als een kans om een stap uit het verleden goed te maken en een stap in de toekomst te zetten. Het was voor mij een totaal nieuwe ervaring: nieuwe mensen, nieuwe afspraken, een andere leefwereld. Ik heb in het zorgcentrum de logistieke taken gedaan. Ik had een goed contact met de medewerkers van mijn afdeling. Ik heb meegeholpen met het opmaken van bedden, het ronddelen van het middagmaal en de koffie, tafels dekken en afruimen. Tijdens de animaties heb ik de mensen vervoerd, geholpen en er was veel sociaal contact met de mensen. Ik had een goed contact met de bewoners van mijn verdiep. Er waren velen die graag eens iets vertelden, en ik was graag even de persoon die kon luisteren. Zij blikken terug naar momenten die ze vroeger beleefd hebben, en dan zie je hoe belangrijk familie kan zijn. Als hun kinderen of kleinkinderen op bezoek kwamen, bloeiden ze één voor één open. Terwijl ik hun bed opmaakte of plateau afruimde, waren ze voor zo klein iets zo dankbaar, daar heb ik echt mijn ogen van opengetrokken. Geluk zit soms in iets kleins. Ik heb me naar de bewoners kunnen openstellen en ik keek er na de eerste dag al naar uit om de volgende dag terug te keren. In de dagen heb ik meegewerkt in een team dat op elkaar afgestemd is en toch openstaat om een nieuwe medewerker er bij te nemen, waar ik veel respect voor heb. Ik vond dit een fijne uitdaging, een ervaring die ik zeker naar de toekomst kan meenemen en ik voel voor mezelf dat ik op deze manier iets goed voor onze maatschappij heb kunnen doen. Dit doet mij inzien dat ik in de periode van de gepleegde feiten veel geslotener naar de buitenwereld was, en nu kan ik mij gemakkelijker openstellen naar anderen. Ik had niet gedacht dat ik dit zo goed zou ervaren maar ik was gemotiveerd en ik ben blij dat het goed gelopen is.”
Het door de dossierverantwoordelijke geschreven evaluatieverslag wordt samen met de ervaringsbrief van de jongere, naar de jeugdrechter en consulent opgestuurd. Jongere en ouder(s) krijgen een kopie van dit verslag. In 2011 werd er nagedacht over inspraak van de jongere en ouder(s) in onze verslaggeving en werd er beslist om hen de kans te geven om te reageren op het verslag. De oorspronkelijke versie wordt niet aangepast, maar de eventuele opmerkingen worden mee opgestuurd.
3.2.2. Samenwerking werkplaatsen Essentieel voor de uitwerking van een gemeenschapsdienst is de samenwerking met werkplaatsen.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
23
Bij aanvang van het jaar werd een mailing verstuurd naar al onze werkplaatsen, met de melding dat ook onze collega’s van het team Herstelbemiddeling beroep wensen te doen op hun diensten in het kader van een tewerkstelling voor het Provinciaal Vereffeningsfonds. Het voorbije jaar werd er ook tijd gemaakt voor een update van ons tewerkstellingsbestand. Diensten en organisaties waarmee sedert langere tijd geen samenwerking plaatsvond, werden gecontacteerd betreft hun verdere interesse om jongeren tewerk te stellen in kader van een gemeenschapsdienst én hun recentste coördinaten. De lijst en fiches van de werkplaatsen werd volledig gedigitaliseerd en is via ons intranet beschikbaar voor alle collega’s die er beroep op wensen te doen. Werkplaatsen waar we heel regelmatig beroep op doen, werden vereerd met een bezoekje. Een kleine attentie onderstreepte onze appreciatie voor hun bereidwilligheid en met het overhandigen van het jaarverslag wilden we hen betrekken bij onze werking en enkele resultaten meegeven. Dit bezoek was tevens een gelegenheid om de samenwerking te evalueren. Hoe ervaren de begeleiders op de werkvloeren de jongeren tijdens de uitvoering van hun gemeenschapsdienst? Hebben zij vragen, opmerkingen naar onze ondersteuning toe? De samenwerking werd als verrijkend geëvalueerd door de werkplaatsen. De intensieve werkbezoeken en consequente/pedagogische aanpak werd alvast als positief ervaren.
3.2.3. Evaluatie preventielijn In de loop van 2010 startten we met de uitwerking en uitbouw van een preventielijn. Deze werd uitvoerig beschreven in het jaarverslag van 2010. Na 2 jaar uittesten van deze methodiek kunnen we deze positief evalueren. Doorheen de uitwerking van een gemeenschapsdienst wordt aan de hand van een stappenplan overleg gepleegd in team en strategische lijnen uitgezet wat betreft de verdere aanpak van het dossier. Deze preventielijn wordt voornamelijk toegepast bij dossiers die een moeilijk verloop kennen en dreigen te mislopen. Doorheen de toepassing van de preventielijn blijft het mogelijk om op maat van elke jongere te werken. Dit wordt als verrijkend ervaren. We blijven het immers belangrijk vinden om rekening te houden met de persoonlijke situatie van de minderjarige. Ondanks deze individuele nuances, merken we wel dat er eenduidigheid en rechtlijnigheid voortvloeit uit de toepassing van de preventielijn. De volgende doelstellingen met betrekking tot de preventielijn hebben we bereikt: •
Er is een stijgende uniformiteit betreffende het bijsturen van de jongeren. Het bijsturen wordt meer gedragen door het volledige team en is aldus vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
24
minder afhankelijk van de persoonlijke aanpak van elke begeleider. Hierdoor blijft de persoonlijke relatie met de jongere gevrijwaard van negatieve interpellaties en kan de dossierverantwoordelijke op een meer neutrale manier de begeleiding verder uitwerken. •
De slaagkans van de gemeenschapsdienst komt niet in het gedrang. In 2011 merkten we dat door een toepassing van de preventielijn het slaagpercentage gelijklopend was met 2010. Onze vrees dat we door het toepassen van de preventielijn ‘strenger’ zouden optreden, blijkt ongegrond.
•
De toepassing van de preventielijn wordt door de verschillende teamleden als ondersteunend ervaren. Gezien het individuele werken met de jongeren blijft een goede teamwerking fundamenteel.
3.2.4. Stagebegeleiding en uitwerking project Delphine Callewaert deed stage in het team Gemeenschapsdienst van begin november 2011 tot midden januari 2012, dit aansluitend op haar stage bij de collega’s van het team Leerproject. Hierdoor was de algemene inwerking in HCA Oost-Vlaanderen voor Delphine reeds achter de rug en konden we ons integraal richten op onze specifieke afhandelingsvorm. In het kader van haar stageproject (zie ook 4.2.2. op p.40) contacteerde ze de context van een aantal minderjarigen die hun gemeenschapsdienst reeds afrondden. Ze bevroeg hen o.a. rond hun betrokkenheid bij de maatregel. De specifieke gevolgen voor onze werking n.a.v. de resultaten van haar project zullen we in de loop van 2012 bespreken. We onthouden alleszins dat de ouders voldoende ingelicht zijn over de werking van een gemeenschapsdienst, dus dat we op dit vlak op het goede spoor zitten.
3.3. Cijfers 2011 Hieronder geven we de voornaamste cijfers van 2011 weer en trekken we een aantal voorzichtige conclusies.
Tabel 1a: aantal dossiers per arrondissement Arrondissement
Aangemeld en afgerond in 2011
Aangemeld in 2011 en lopend in 2012
Totaal
Dendermonde
30
6
36
Gent
54
15
69
Oudenaarde
13
3
16
Totaal
97
24
121
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
25
Het aantal minderjarigen dat in 2011 een gemeenschapsdienst opgelegd kende een lichte daling. Het arrondissement Gent blijft stijgen inzake doorverwijzingen. Met meer dan de helft (57%) van de doorverwijzingen bestendigen ze hun naam als grootste doorverwijzer van de laatste 2 jaar. De jeugdrechtbank van Dendermonde staat in voor 30% van de doorverwijzingen. Een voortzetting van de aanwezige daling van de voorbije 3 jaar. Het aantal dossiers binnen het arrondissement Oudenaarde (13%) kent een lichte daling in vergelijking met vorige jaren. 73% van de doorverwijzingen waren via beschikking. Er werden in 2011 ook 32 dossiers afgerond die in 2010 aangemeld waren.
Tabel 1b: Overzicht aanmeldingen 2009-2010-2011 Dendermonde
Gent
Oudenaarde
Totaal
2009
85
52
25
162
2010
48
75
26
149
2011
36
69
16
121
Tabel 2: leeftijd van de daders Leeftijd
Dendermonde
13 jaar
Gent
Oudenaarde
Totaal
2
2 8
14 jaar
5
3
15 jaar
3
16
3
22
16 jaar
12
21
4
37
17 jaar
15
25
6
46
1
2
3
6
18 jaar (+)
Opmerking: Wij registreren de leeftijd op het moment dat het dossier naar ons wordt doorverwezen. Het gaat dus niet om de leeftijd op het moment van de feiten.
Bovenstaande tabel toont aan dat het afgelopen jaar vooral jongeren in de categorie 16-17 jaar werden doorverwezen. De gemiddelde leeftijd van de jongeren die in 2011 een prestatie uitvoerden, is 16 jaar, net als in 2010.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
26
Tabel 3: geslacht van de daders Geslacht
Dendermonde
Gent
Oudenaarde
Totaal
Jongen
35
60
15
110
Meisje
1
9
1
11
Het aantal meisjes, dat een gemeenschapsdienst diende uit te voeren, stijgt lichtjes (van 7% naar 10%) in verhouding met vorige jaren, maar blijft beduidend lager dan het aantal jongens.
Tabel 4: etnische afkomst Afkomst
Aantal
België
73
Mahreb
18
Turkije
13
Europa
13
Andere
4
60% van jongeren die een gemeenschapsdienst opgelegd kregen hebben de Belgische nationaliteit.
Tabel 5: aard van het delict Type delict
Dendermonde
Gent
Oudenaard e
Totaal
Diefstal met verzwarende omstandigheden
13
27
2
42
Diefstal
10
22
2
34
en
9
11
4
24
Bezit en/of verkoop van verdovende middelen
7
8
5
20
Wapendracht
2
4
Opzettelijke slagen verwondingen
6
Vandalisme
1
4
Brandstichting
4
4
5
Weerspannigheid
2
1
3
Afpersing
1
2
3
Seksueel geweld Verkeersinbreuk
1 1
Hacken
vzw HCA Oost-Vlaanderen
2 1
1
Jaarverslag 2011
1
1
27
Opmerking: Het totale cijfer van bovenstaande tabel is hoger dan het aantal dossiers omdat in meerdere dossiers een combinatie van feiten voorkomt.
Gelijklopend met 2010 zijn de meest voorkomende feiten waarvoor een gemeenschapsdienst werd opgelegd, diefstal en diefstal met verzwarende omstandigheden. De verzwarende omstandigheden zijn meestal met braak, met geweld of gebruikmakend van wapens. Ook het aantal gewelddelicten en delicten gekoppeld aan verdovende middelen zijn zoals in 2010, na diefstal, de meest voorkomende delicten die leiden tot het opleggen van een prestatie. Opmerkelijk is de allereerste doorverwijzing voor hacken.
Tabel 6: resultaat Resultaat
Dendermonde
Gent
Oudenaarde
Totaal
21
50
12
82
Lopend
6
14
3
24
Niet geslaagd Niet opgestart
9
5
1
15
Geslaagd
/
Op basis van de afgeronde dossiers in 2011 kunnen we concluderen dat het slaagpercentage 85% bedraagt. Dit mooi percentage blijft een constante doorheen de jaren. De meeste stopgezette dossiers zijn het gevolg van het niet naleven van de gemaakte afspraken door de jongere en/of door gebrek aan verdere motivatie om de uren uit te voeren. Uitzonderlijk plegen de jongeren nieuwe feiten tijdens het verloop van de prestatie. Redenen tot het niet opstarten van een dossier zijn: •
plaatsing van de minderjarige in een gemeenschapsinstelling
•
plegen van nieuwe feiten, waarna andere maatregelen worden opgelegd
•
niet kunnen opsporen van de jongere
Tabel 7: aantal opgelegde uren gemeenschapsdienst Aantal uren
Dendermonde
Gent
20
6
25
2
Oudenaarde
30
30
43
12
40
1
4
1
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
28
45
2
50
2
5
60
1
4
70
2
75
1
80
1
2
120
1
1
In totaal werden er 4325 uren gemeenschapsdienst opgelegd in 2011. Dit aantal ligt iets lager dan in 2010. Het gemiddelde aantal uitgesproken uren gemeenschapsdienst bedraagt 35 uren. Dit is te danken aan het grote aantal uitgesproken beschikkingen waar het maximum aantal uren 30 bedraagt.
Tabel 8: benutte gemeenschapsdiensten
werkplaatsen
voor
de
uitvoering
van
Ons team kent een principiële samenwerking met meer dan 200 werkplaatsen. Het afgelopen jaar ondervonden we dat de beschikbaarheid of voorwaarden voor samenwerking met een aantal werkplaatsen wijzigde. Redenen hiervoor zijn: personeelswissels, veranderende visies vanuit een dienst, overbevraging van diensten door andere alternatieve werkvormen, beperktere begeleiding tijdens het weekend, economische crisis en minder werkaanbod. Gevolg hiervan is dat een aantal samenwerkingen werden stopgezet of beperkt. Hierdoor wordt onder andere het aantal werkvloeren die beschikbaar zijn tijdens het weekend kleiner. Ook de mogelijkheid om zeer kort op de bal te spelen wordt in sommige regio’s moeilijker. Ook in een aantal knelgebieden, zoals Lokeren, Beveren, Temse, Zele, Eeklo, Maldegem, Zelzate, Wachtebeke, Waarschoot blijft het moeilijk om onze samenwerkingen uit te breiden.
Tabel 8.1: nieuwe werkplaatsen In 2011 werden in volgende diensten prospecties georganiseerd:
Oxfam Eeklo
Nog wachten op antwoord
OCMW Beveren
Nog wachten op antwoord
Natuurpunt Gent
Nog wachten op antwoord
Lochristi Technische dienst
Goedgekeurd
Brandweer Aalter
Goedgekeurd
St-Alma Eeklo
Goedgekeurd
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
29
We pogen tegemoet te komen aan de beperkte mobiliteit en de interesses van de jongeren en willen dan ook zoveel als mogelijk in elke regio één tot meerdere werkplaatsen voorzien. De knelgebieden krijgen prioriteit wat betreft geplande prospecties ter uitbreiding van ons tewerkstellingsbestand. In de hieronder beschreven tabellen geven we een overzicht van de verschillende diensten waarmee we in 2011 een constructieve samenwerking hadden. We maken hierbij het onderscheid tussen stedelijke diensten, ocmw-diensten, vzw’s en provinciale diensten. We hebben in totaal met 58 werkplaatsen samengewerkt voor de uitwerking van de gemeenschapsdienst. Een daling in vergelijking met 2010. Aansluitend bij de hierboven beschreven trend hebben we dus op heel veel verschillende werkvloeren beroep gedaan. Op die manier pogen we tevens onze tewerkstellingsplaatsen te behouden en overbevraging tegen te gaan. In 2011 werden volgende werkplaatsen benut:
Tabel 8.2: stedelijke diensten (8) Aalter
Brandweer
Technische dienst
1
Baasrode
Dienstencentrum ‘t Pleintje
Technische taken
1
Dendermonde
Brandweer
Technische taken
1
Evergem
Technische containerpark
Technische taken
1
Gent
Dienst Toerisme
Administratieve taken
1
Herzele
Technische Dienst
Technische taken
1
Merelbeke
Brandweer
Onderhoud en klusjes
1
Ninove
AGB
Technische taken
1
dienst
Tabel 8.3: ocmw-diensten (9) Aalst
WZC St-Job
Keukenwerk
1
De Pinte
OCMW
Technische taken
1
Heusden
OCMW kouterhof
Keukenwerk
2
Oudenaarde
RVT De Meerspoort
Technische taken
2
Sint-Niklaas
Kringwinkel den Azalee
Logistieke ondersteuning
3
Sint-Niklaas
Sociaal Restaurant
Keukenwerk
1
de Variant Temse
OCMW Rusthuis
Technisch werk
1
Wichelen
OCMW Rusthuis
Keukenwerk
1
Zottegem
Rusthuis
Keukenwerk
1
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
30
Tabel 8.4: vzw’s (37) Aalst
De Tuinploeg (vzw De Loods)
Groenwerk
1
Aalst
Kringwinkel Teleshop
Logistieke ondersteuning
3
Aalst
Vzw Mensen helpen mensen
Sociale taken en voeding en kledij
bedeling
1
Brakel
Kinderboerderij Diggie
Klusjes, tuinwerk en verzorging dieren
1
Eeklo
WZC Sint Elizabeth
Keukenwerk
4
Evergem
Den Dries
Keukenwerk dienst
Evergem
WZC Ter Caele
Keukenwerk
1
Evergem
Dierenasiel
Verzorging en onderhoud
1
Evergem
Rusthuis Ten Oudenvoorde
Keukenwerk
1
Gent
VZW Jong
Logistieke ondersteuning
1
Gent
Kringloopwinkel Brugse Poort
Logistieke ondersteuning
8
Gent
Ryhove BW
Allerlei taken en bandwerk
1
Gent
Rusthuis Brembloem
Keukenwerk en ondersteuning
1
Gent
Rusthuis Sint Coleta
Keukenwerk
3
Gent
UZ groendienst
Groenonderhoud
3
Gent
WZC Sint Jozef
Keukenwerk
5
Gentbrugge
JOC
Schilderwerken en opkuis
1
Gent Destelbergen
Oxfam Wereldwinkel
Technische taken
3
en
technische
logistieke
1
Gent Oostakker
-
De Mozaïek
Technische groenonderhoud keukenwerk
Gent Oostakker
-
De Kromme Boom
Technische taken
3
Hamme
Spoor 2 Kringwinkel
Logistieke ondersteuning
2
Kieldrecht
WZC Heilige Familie
Keukenwerk
1
Knesselare
Huis Bethanië
Logistieke ondersteuning
1
Lede
Kringwinkel Teleshop
Logistieke ondersteuning
1
Lokeren
MO Clean Fietspunt
Technische taken, toezicht, onderhoud en sociaal werk
3
Lokeren
WZC Ter Engelen
Logistieke ondersteuning
2
Lokeren
Sporting Lokeren
Logistieke ondersteuning
1
Maldegem
Stoomcentrum museum
Technische taken
1
Maldegem
Pro Natura
Groenwerk
1
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
dienst, en
2
31
Melle
Kannunik Triest
Keukenwerk
1
Merelbeke
Vogelopvangcentrum
Verzorging van de onderhoud en klusjes
Oudenaarde
Kringwinkel Ardennen
Ronse
De Fiertel
Ronse
Kringwinkel Ardennen
Sint-Niklaas
dieren,
2
Technische taken en klusjes
1
Technische, groenonderhoud en keuken
5
Technische taken en klusjes
2
WZC De Ark
Keukenwerk dienst
2
Sint-Niklaas
Dierenasiel
Verzorging en onderhoud
2
Zaffelare
WZC Sint Vincentius
Administratie en keuken
4
Vlaamse
De
Vlaamse
en
technische
Tabel 8.5: provinciediensten (4) Gent
Keuken van de provincie
Keuken
5
Gent
Klusjesdienst
Klusjes
1
Gent
Onthaal dienst
Administratieve taken
2
Wachtebeke
Domein Puyenbroeck
Onderhoud en klusjes
1
/
administratieve
3.4. Interne en externe overlegmomenten 3.4.1. Interne overlegmomenten 3.4.1.1. Dossierbespreking Tijdens de dossierbespreking (Dosbes) worden wekelijks alle lopende dossiers van het team gemeenschapsdienst besproken. Tevens worden de nieuwe aanmeldingen aan een dossierverantwoordelijke toegewezen. Na evaluatie van de huidige manier van vergaderen tijdens de Dosbes, werden volgende conclusies gemaakt: •
Het blijft belangrijk om elk dossier wekelijks te bespreken, zodat we op de hoogte zijn van ieders dossiers en de veranderingen hierin. Ook in het kader van een verdere strategiebepaling bij kneldossiers is een wekelijks overlegmoment fundamenteel.
•
Het ruimere verhaal van een dossier kunnen brengen heeft een ventilatiefunctie en voorkomt bovendien het verzakelijken van de dossiers.
•
In de verslaggeving wordt het weergegeven verhaal niet uitvoerig beschreven. Aan de hand van een duidelijke structuur wordt het verslag vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
32
als volgt opgebouwd: data/planning – afspraken/communicatie/houding – strategiebepaling – preventielijn. Op die manier pogen we op metaniveau de bespreking weer te geven. Deze nieuwe vorm van verslaggeving wordt in 2011 geïmplementeerd en geëvalueerd. 3.4.1.2. Teamvergadering Tweewekelijks worden op de teamvergadering overkoepelende evoluties binnen HCA en de werking GD besproken en doorgegeven. Ook interne en externe overlegmomenten worden voorbereid. Het inhoudelijk verdiepen van nieuwe procedures gebeurt niet op de teamvergadering, maar tijdens een teamdag. Tijdens deze dag worden alle elementen rond nieuwe procedures gecentraliseerd. Op deze manier pogen we efficiënt te werk te gaan. 3.4.1.3. Persoonlijk overleg (PO) Dit maandelijks overlegmoment tussen de teambegeleider en de individuele begeleider blijft een belangrijke ondersteuningsmoment voor het individueel werken van de begeleider. We trachten dit overleg vorm te geven aan de hand van een aantal vaste items. Komt aan bod : •
persoonlijke aandachtspunten in functie van het verdiepen van de begeleiding
•
inhoudelijke gesprekken
•
opvolging administratie
•
takenpakket
•
persoonlijke bijdrage aan en ervaring met de teamwerking
•
gevolgde vormingen en vertaling ervan naar het concrete werk binnen team Gemeenschapsdienst
uitwerking
dossiers,
o.a.
voorbereiding
van
moeilijke
Ook in 2012 willen we deze PO’s verder uitwerken en gestalte geven op maat van de individuele dossierverantwoordelijke, aansluitend bij diens behoeften en noden op werkvlak. Dit wordt telkens aangevuld met de bevindingen van de teambegeleider.
3.4.1.4. Stellingenspel GD Tijdens het HCA-team van 15 december werd via een quiz, een casusbespreking en een stellingenspel aandacht gegeven aan de afhandelingsvorm
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
33
Gemeenschapsdienst. In detail de inhoud van deze besprekingen weergeven, zou ons te ver leiden en wensen we dan ook niet te doen in dit verslag. De quiz liet iedereen kennis maken met de geschiedenis, de team- samenstelling en de werking van een gemeenschapsdienst. Een leuk opwarmertje! Het brengen van een casus had twee doelen voor ogen. Enerzijds bood het de collega’s van de overige HCA-afhandelingen de kans om concreet zicht te krijgen op de werking van het team Gemeenschapsdienst. Anderzijds was het onze bedoeling om onze begeleidingen onder de loep te nemen en onze kijk erop te verruimen. De beginsituatie van een kneldossier werd geschetst en daarbij werden enkele vragen gesteld naar verdere opvolging toe. Casus: De minderjarige Jordi krijgt vanuit de Jeugdrechtbank 30u gemeenschapsdienst opgelegd. De dossierverantwoordelijke plant telefonisch met de mama het huisbezoek, met de nadrukkelijke afspraak dat Jordi tijdens dit gesprek aanwezig dient te zijn. Bij aankomst op het huisbezoek zijn beide ouders aanwezig. De jongeman die voordien thuis was, bleek niet meer aanwezig. Tijdens telefonisch contact van de papa met de jongere bleek dat hij bij de kapper was. Jordi meldde aan papa dat de uitleg over GD mag gegeven worden aan de ouders, zonder zijn aanwezigheid. Indien de dossierverantwoordelijke Jordi telefoneert, neemt hij op en als hij de naam HCA hoort, gooit hij de telefoon dicht. De ouders wensen dat de dossierverantwoordelijke wacht op de terugkomst van hun zoon. Vragen: Wat doe je tijdens het huisbezoek? Welke boodschap geef je aan de betrokken partijen? Wat is de strategiebepaling, rekening houdend met preventielijn? Communicatie naar verwijzer toe? Verwachtingen t.a.v. verwijzer? Selectie toekomstige werkplaats?
Eerst kon men in kleinere groepjes reflecteren en discussiëren over deze casus en de bijgestelde vragen. Nadien werden de bevindingen samen gebracht in grote groep. vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
34
We zagen onze vooropgestelde doelen bereikt en waren een paar nieuwe ideeën en inzichten rijker. Tenslotte werden enkele stellingen geponeerd en met het ganse team van HCA besproken. •
Tijdens de uitvoering van een gemeenschapsdienst dient de link met de feiten gemaakt te worden.
•
De ouders hebben evenveel verantwoordelijkheid voor het welslagen van de GD als de minderjarige zelf.
•
Indien een minderjarig strafstudie dient uit te zitten op een moment dat zijn gemeenschapsdienst gepland was, schuift hij sowieso een trap op de preventielijn wegens het niet naleven van afspraken.
•
Een gemeenschapsdienst kan gepland worden tijdens de POT-uren van de jongere.
•
We kunnen aansluitend bij onze preventielijn na alle kansen benut te hebben, een aanvraag van de jeugdrechter weigeren.
Gezien er geen pasklaar antwoord bestaat op deze stellingen, gaf deze oefening vooral inspiratie voor de verdere uitwerking en herwerking van onze visie en werkwijze. 3.4.1.5. Teamdag GD Op dinsdag 8 november organiseerden we een teamdag waarin 4 inhoudelijke thema’s besproken werden. 1/Uitwerking visie GD: onderscheid beschikking – vonnis Er werd vertrokken vanuit de vraagstelling of er in de uitwerking en begeleiding van een gemeenschapsdienst een onderscheid dient te worden gemaakt tussen een maatregel opgelegd bij beschikking of bij vonnis. De wettelijke bepaling i.v.m. een beschikking stelt dat de schuld nog niet bewezen is. Concreet betekent dit dat de prestatie als onderzoeksmaatregel wordt beschouwd en eigenlijk niet sanctionerend mag/kan zijn. Er werd door het team geconcludeerd dat er geen andere uitwerking aan de orde is. De maatregel die bij beschikking wordt opgelegd is een manier om kort op de bal te kunnen reageren. Er wordt verwacht (idem in een dossier bij vonnis) dat de minderjarige zijn verantwoordelijkheid opneemt, correct omgaat met afspraken, zich inzet voor een goede taakuitvoering en inzicht vertoont. Een uitspraak bij vonnis is een definitieve maatregel. Wederom wordt de jongere gewezen op zijn kans om zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Aangezien er vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
35
bij vonnis wel degelijk zekerheid is over het aandeel van de betrokkene, kan hier meer de klemtoon gelegd worden op de vraag naar schuldbesef. We zijn er steeds naar op zoek om, naast de puur sanctionerende finaliteit die een gemeenschapsdienst sowieso voor jongeren heeft, ook een meerwaarde te kunnen koppelen aan deze tewerkstelling. De prestatie beperkt de vrijheid van de minderjarige, maar kan ook ervaren worden als een mogelijkheid om nieuwe interesses te ontwikkelen en om zijn capaciteiten en valkuilen te ontdekken. Om de jongere de kans te geven voor zichzelf meer inzicht te verwerven over zijn mogelijkheden, zouden we op het einde van de prestatie, zowel bij vonnis als bij beschikking, een matrix over attitudes en capaciteiten willen invullen. Op deze manier kunnen we hen meegeven over welke arbeidscompetenties zij reeds beschikken en waar zij nog kunnen aan werken. In 2012 staat de verdere uitwerking van bovenstaand idee op de agenda: •
Uitschrijven matrix
•
Urenstaat met evaluatievragen herwerken
•
Procedure evaluatiemoment herschrijven en invullen van de matrix eraan toevoegen
•
Benaming matrix
•
Folder aanpassen
2/Akkoord De akkoorden werden overlopen en geëvalueerd op vlak van correctheid, leesbaarheid, duidelijkheid en volledigheid. Er werd beslist dat de akkoorden in 2012 zullen aangepast worden op verschillende vlakken. To do: •
Nieuwe versie opmaken aan de hand van alle vooropgestelde veranderingen rond de vier inhoudelijke thema’s van de teamdag
•
Nagaan van wettelijke bepalingen rond:
•
o
Correctheid van verbreken akkoord bij het vernemen van nieuwe feiten
o
Meldingsplicht nieuwe feiten
o
De aansprakelijkheid van de dossierverantwoordelijke bij niet naleven van afspraken in het akkoord
Na het uitwerken van de klachtenprocedure door de kwaliteitsstuurgroep, beslissen of dit in het akkoord of de folder vermeld wordt
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
36
•
De juridische correctheid van de definitieve nieuwe versie nagaan
3/Verslaggeving Rekening houdend met de rechtspositie van de minderjarige willen we bekijken hoe we de inspraak van de minderjarigen kunnen verhogen, wat betreft onze verslaggeving. Afspraken rond inspraak verslaggeving: •
Toepassen op eindevaluatieverslag en op nota ten gevolge van stopzetting
•
Niet toepassen op tussentijds verslag gezien dit enkel een formaliteit is voor de inspectie
•
Na vervolledigen van het verslag wordt dit opgestuurd naar minderjarige en zijn ouders, met in bijlage de mogelijkheid tot reactie.
•
Tegelijkertijd wordt een mail verstuurd naar consulent van de sociale dienst met de boodschap dat het verslag opgestuurd is naar het gezin om hen de mogelijkheid te bieden opmerkingen/aanvullingen toe te voegen, jongere en/of ouders krijgen één week de tijd om te reageren
•
Na 1 week versturen we het ongewijzigde verslag, met in bijlage eventuele ontvangen bemerkingen, naar onze verwijzers
de
We ontwierpen reeds een nieuw standaarddocument dat bij het eindverslag zal worden gevoegd wanneer dit naar jongere en ouders wordt opgestuurd. Op dit document staat het volgende vermeld: ‘In bijlage krijg je de mogelijkheid op bovenvermeld verslag te reageren. Dit binnen de 5 werkdagen na ontvangst. Daarna zullen we dit verslag EN uw opmerkingen doorsturen naar jeugdrechter en consulent.’ Het huidige eindverslag wordt beperkt aangepast in die zin dat de versie die naar de verwijzer wordt gestuurd, zal worden aangevuld met ‘Opmerkingen/aanvullingen bij verslag van de minderjarige: … en Opmerkingen/ aanvullingen bij verslag van de ouders : …’ Vanaf de nieuwe aanmeldingen in 2012 zal deze wijziging worden toegepast. Deze verandering in de procedure zal ook in de folder worden opgenomen en tijdens de eerstvolgende overlegmomenten met de verwijzers van de verschillende arrondissementen zal deze aanpassing aan hen gecommuniceerd worden. 4/Werkplaatsen We onthouden volgende zaken: •
In 2011 werkten we het meest samen met vzw’s, waarbij bijna steeds een snelle opstart mogelijk wordt gemaakt
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
37
•
Betrokkenheid tonen in de situatie van de jongere is een belangrijke eigenschap als werkbegeleider
•
Grenzen stellen en een correcte arbeidsattitude bewerkstelligen vanuit de werkplaats sluit aan bij de pedagogische aanpak van onze dienst
•
De samenwerking betekent een meerwaarde voor beide partijen wanneer een evenwichtige wisselwerking tot stand kan komen: de tewerkgestelde is in dit geval een extra hulp voor de werkaanbiedende dienst en vanuit de werkplaats biedt men aan de minderjarige de mogelijkheid om iets nieuws te leren
•
Diensten en organisaties die een divers takenpakket kunnen aanbieden maken het voor de minderjarigen beter haalbaar om hun prestatie vol te houden en zijn daarom heel waardevol
•
Het is aan de dossierverantwoordelijke om niet steeds naar dezelfde vertrouwde werkplaats terug te keren
3.4.2. Externe overlegmomenten 3.4.2.1. Overleg met het Justitiehuis en PAS Op 28 februari 2011 was er een overleg tussen de medewerkers van het Justitiehuis, Project Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen meerderjarigen (PAS), team Gemeenschapsdienst en team Herstelbemiddeling. Tijdens dit moment werd de samenwerking met werkplaatsen en veranderingen hieromtrent besproken.
3.5. Toekomstperspectief De hoofdnoot van het werken binnen het Team Gemeenschapsdienst blijft het waarborgen van een kwalitatieve dienstverlening aan minderjarigen en hun context die een gemeenschapsdienst opgelegd kregen. Ook in 2012 blijven we ons in de eerste plaats op deze basistaak toespitsen en wensen we een aantal inhoudelijke elementen verder gestalte te geven. Eind 2011 maakten we hieromtrent reeds een aanzet. (zie 3.4.1.4. stellingenspel GD op p.33 en 3.4.1.5. teamdag op p.35). De inspraak van minderjarigen en zijn context in de verslaggeving passen we vanaf begin 2012 toe. We zullen pogen een compromis te vinden tussen de stijgende inspraak van de cliënten én transparante verslaggeving die tijdig aan de verwijzer kan doorgestuurd worden. Het blijft immers in ieders belang om een dossier binnen afzienbare tijd na het beëindigen van de werkprestatie te kunnen afsluiten. Gezien het aantal doorverwijzingen via beschikkingen (zie punt 3.3. Cijfers 2011 op p.25) in verhouding met die via vonnissen stijgt, wensen we de uitwerking vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
38
van een dossier bij beschikking te verdiepen. Deze onderzoeksmaatregel willen we in de begeleiding van de gemeenschapsdienst verder concretiseren. Hierbij richten we ons op de arbeidscompetenties die van jongeren verwacht wordt in het kader van het verrichten van een gemeenschapsdienst. Aan de hand van een matrix kan de minderjarige samen met de dossierverantwoordelijke zijn arbeidscompetenties evalueren en de evolutie hierin schetsen. We baseren ons hiervoor op een bestaand meetinstrument dat vanuit POT-diensten gebruikt wordt, waarvoor dank. In het verlengde van onze zoektocht naar de meerwaarde van een gemeenschapsdienst, zullen we ook in geval van een vonnis deze matrix als methodiek gebruiken. Dit wordt dan nadien een persoonlijk document voor de minderjarige. Bij een beschikking daarentegen zal de inhoud van deze matrix aan de verwijzers worden doorgegeven, gezien “het onderzoek” dat bij een beschikking verwacht wordt. Aansluitend bij de vorige 2 elementen zullen we onze samenwerkingsakkoorden en onze folder aanpassen aan de vernieuwingen van de hierboven beschreven procedures. We wensen tevens in 2012 de resultaten uit de interne personeelstevredenheidsmeting te vertalen naar inhoudelijke verbeteringen van onze werkvorm. Dit wordt verder uitgewerkt eenmaal we een diepgaander zicht hebben op deze gegevens. De begeleider Ward Ascoop van het team Gemeenschapsdienst volgt in 2012 een langdurige vorming betreffende therapeutische beeldvorming. De gevolgen en toepassingen hiervan voor de uitwerking van een gemeenschapsdienst wordt in het najaar van 2012 bekeken. Ook met de dossierverantwoordelijke Mieke Lagrange zal het vormingsaanbod bekeken worden op relevantie en wenselijkheid. Op die manier pogen we nieuwe methodieken in ons team binnen te brengen. Tot slot wensen we in 2012 ons team verder uit te bouwen. Hierbij willen we gebruik maken van de sterktes van ons team en nagaan hoe we elkaar kunnen beïnvloeden en versterken qua motiverende gesprekstechnieken en communicatieve vaardigheden in de begeleiding van cliënten. We hebben immers heel wat kennis en kunde in huis zodat we elkaar nog diepgaander kunnen verrijken.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
39
Hoofdstuk 4 Leerproject 4.1. Definitie Het leerproject richt zich tot minderjarige plegers van geweld-, vermogens-, drugs- en/of seksuele delicten en kan een plaatsing vermijdende of plaatsing verkortende functie hebben, wanneer de jeugdrechter van mening is dat een gelijkaardig effect kan bekomen worden, maar met een minder ingrijpende maatregel (subsidiariteitsbeginsel). Voor minderjarigen waar school, vrije tijd en thuissituatie goed lopen, is dit extra zinvol. Voor anderen kan het na de shock van plaatsing een extra motivatie zijn om naar belangrijke levensdomeinen te kijken. Het wettelijk kader is terug te vinden onder artikel 37, § 2 bis, 5° van de wet op de jeugdbescherming van 8 april 1965: ‘deelnemen aan één of meer opleidingsmodules of modules ter bewustwording van de gevolgen van de gestelde handelingen, alsook van de invloed daarvan op de eventuele slachtoffers’.
4.2. Jaarwerking 4.2.1. Gesprekslokalen Het leerproject kende een woelig jaar qua personeelsbezetting. Omwille van diverse redenen (ziekte, zwangerschap) vonden er meerdere personeelswissels plaats en moest er ook geschoven worden met dag– en avondpermanenties op de verschillende locaties waar we de jongeren zien. Deze locaties zijn nog steeds Gent, Oudenaarde, Dendermonde, Sint-Niklaas en Aalst. De standplaatsen Aalst, Sint-Niklaas en Dendermonde draaien voornamelijk op doorverwijzingen vanuit het gerechtelijk arrondissement Dendermonde. Op de vraag van de sociale dienst Gent om een gesprekslocatie te organiseren in Eeklo (Meetjesland) kunnen we niet ingaan.
4.2.2. Stage In het najaar 2011 liep Delphine Callewaert, studente UG - 2de master orthopedagogiek, stage binnen vzw HCA Oost-Vlaanderen, meer bepaald binnen het team leerproject en het team gemeenschapsdienst (zie ook 3.2.4. op p.25). Binnen LP maakte ze zich de door het team gehanteerde methodieken eigen, nam ze deel aan de teamvergaderingen en andere interne overlegmomenten. Ze woonde ook gesprekken bij en kreeg een eigen dossier toegewezen. Hierin deed ze de administratie, bereidde ze de gesprekken voor die ze heeft uitgevoerd, zij het telkens onder supervisie. Daarnaast zette ze de krijtlijnen uit van haar vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
40
“Project rond ouderbetrokkenheid binnen vzw HCA Oost-Vlaanderen Gemeenschapsdienst en Leerproject”. Sabine Temmerman nam de taak op zich haar te coachen als stagebegeleider.
4.2.3. Het groeiend belang van netwerken in de zorgsector: het For K-project For K staat voor ‘forensische kind - en jeugdpsychiatrie’. Het heeft betrekking op jongeren die een MOF op hun kerfstok hebben én een psychiatrische stoornis of vermoeden ervan. Deze jongeren worden door de jeugdrechter voor behandeling doorverwezen naar de geestelijke gezondheidszorg. Sedert 2007, in de nasleep van enkele jongerendelicten die de media haalden, maakt de federale overheid middelen vrij voor een meer aangepaste behandeling van deze jongeren. Het For K-project in Oost - en West-Vlaanderen wordt aangestuurd door een beleidscomité dat bestaat uit afgevaardigden van acht psychiatrische ziekenhuizen en een vertegenwoordiger per provincie van de Centra Geestelijke Gezondheidszorg, welke een samenwerkingsakkoord sloten. Binnen dit project treedt Lies Vandemaele op als verantwoordelijke voor de brugfunctie. Zij faciliteert het overleg tussen ziekenhuizen en de CGG enerzijds en de justitiële partners anderzijds en organiseert ook vormingsmomenten (cfr. onze vorming rond seksueel grensoverschrijdend gedrag bij jongeren aan SD Gent en SD Oudenaarde). Wij leerden haar kennen via het forum dat SGGJ biedt. Ook wij worden binnen onze begeleidingen meer en meer geconfronteerd met jongeren die moeilijk via één enkele hulpvorm te helpen zijn. Ze hebben justitiële problemen en een (vermoeden van een) psychiatrische stoornis, maar daarbovenop vaak nog andere problemen zoals een acuut drugsprobleem, een verstandelijke beperking, …Tevens krijgen wij af en toe vragen rond screening en risicotaxatie vanuit de doorverwijzers. Hierdoor groeide binnen onze afhandeling de nood aan overleg met hulpverleners die op deze gebieden over een expertise beschikken en namen wij contact op met Lies. Vanuit haar functie organiseert zij kennismakingsmomenten die ook openstonden voor andere organisaties, maar waarbij een bijkomend overlegmoment enkel voor het team Leerproject op het programma stond. We gingen maar al te graag in op dit aanbod. In het voorjaar 2011 bezochten we PC Caritas Melle, meer bepaald de afdeling ‘De Branding’, de afdeling ‘Fioretti’ van PC Dr. Guislain alsook ‘Yidam’, een afdeling van PC Sleidinge. We kregen hierbij niet alleen een zicht op hun werking, maar we maakten tevens van de gelegenheid gebruik om ook onze werking aan hen voor te stellen en te kijken naar raakpunten en mogelijkse samenwerking. vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
41
‘De Branding’ situeert zich binnen het federale zorgtraject voor minderjarige gerechtscliënten met een psychiatrische problematiek. Binnen hun aanbod hebben zij drie zorgopdrachten zijnde langdurige residentiële behandeling, crisiswerking en outreach. Bij ‘De Branding’ kunnen wij als leerproject terecht voor ondersteuning tijdens een lopend leerproject. Ook voor een screening of een risicotaxatie kunnen we bij hen aankloppen. Overleg met betrokken jeugdconsulenten hieromtrent blijft uiteraard aangewezen. Zij zagen ook mogelijkheden in het leerproject bij het overwegen van trajectadvisering aan jeugdconsulent of als mogelijke nazorg. De insteek van een leerproject en hun werking sluit immers heel goed bij elkaar aan. Contactpersonen zijn Dr. F. Bellens en T. Debaenst, behandelcoördinator. Voor ‘Fioretti’ engageerde Jan Loontiens, orthopedagogisch coördinator, zich om het team Leerproject meer te betrekken bij hun tweemaandelijkse evaluatie met het ganse team en alle andere betrokkenen. Zij werken met jongeren van 8 tot 16 jaar met een lichte of licht-matige mentale beperking waarbij bovendien een duidelijke psychiatrische problematiek aanwezig is (van ADHD tot hechtingsstoornissen tot …). ‘Yidam’ werkt zowel residentieel als ambulant met meisjes uit een POS-situatie binnen een gerechtelijke maatregel. Gezien dit gegeven lijkt een mogelijke samenwerking eerder miniem tenzij er naast het POS-dossier ook een MOFdossier loopt. Wij kunnen hun werking indien nodig opnemen in onze aanbevelingen naar jeugdrechter en consulent toe. Contactpersoon hier is Joke Andries. Door over elkaars muurtje te kijken kunnen enkele van die muurtjes ook gesloopt worden. Zicht hebben op elkaars werking kan de samenwerking alleen maar bevorderen. Binnen enkele, meestal ‘zware’ dossiers heeft dit al zijn vruchten afgeworpen. Toch moeten wij er attent voor blijven de gelegde contacten warm te houden en eventueel over te gaan tot samenwerkingsakkoorden.
4.2.4. Vorming aan de sociale diensten van de jeugdrechtbanken Gent en Oudenaarde Vanuit de coördinatie therapeutische projecten (FOD Gezondheid), op hetzelfde moment opgericht als de IBE’s (Individuele Behandel Eenheden), kregen de sociale diensten van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken een vormingsaanbod. Men kon kiezen om vorming te genieten rond gedragsstoornissen, gedwongen opname, context van de jongere bij psychiatrische ziektebeelden, seksueel grensoverschrijdend gedrag door jongeren, … De sociale diensten van Gent en Oudenaarde kozen onder andere om meer zicht te krijgen op de werking van het leerproject met betrekking tot seksuele vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
42
delinquentie. Wij gingen graag in op hun vraag. Ter voorbereiding van de vorming hadden we aan beide diensten gevraagd om ons de nodige vragen (zie onder) door te spelen zodat we een vorming op maat konden aanbieden. Zowel in Gent als in Oudenaarde hadden we hiervoor één voormiddag ter beschikking. •
wanneer spreek je over grensoverschrijdend gedrag?
•
seksueel grensoverschrijdend gedrag: hoe speelt een begeleiding hierop in en hoe wordt deze opgebouwd?
•
hoe ga je om als hulpverlener met minderjarige daders?
•
wat als er seksueel grensoverschrijdend gedrag voorvalt tussen 2 kinderen uit hetzelfde gezin? Wanneer stel je dit bespreekbaar, met wie, hoe, beveiliging? Hoe benader je dit als de minderjarige dader een mentale beperking heeft?
•
hunnen we signaalgedrag herkennen en voornamelijk ook bij kleine kinderen?
•
wat met de uitspraak: 'slachtoffer wordt dader'?
•
‘bezig zijn met iets wat niet past voor die leeftijd’.
•
kan men spreken van gradatie mbt seksueel grensoverschrijdend gedrag?
•
is er een verband tussen daders en eigen misbruik?
•
wat met recidive?
Als antwoord op deze vragen werd er een aangepaste powerpoint gemaakt en werd de nodige theoretische achtergrond aangereikt, dit in combinatie met toelichting over enkele methodieken die wij toepassen binnen onze begeleidingen. Kwamen onder meer aan bod: •
veranderingscirkel
•
vationeel-emotieve therapie (geschiedenis, gevoelens, gedrag en gevolgen)
•
vachtsdriehoek
•
vlaggenspel
•
veiligheidsplan
•
samenwerkingsprotocol tussen leerproject en instellingen
gebeurtenis,
gedachten,
4.2.5. Procedure Onze procedure blijven we jaar na jaar verfijnen. Rekening houdend met onze dagelijkse werking én het overleg met de verwijzers pasten we ook dit jaar enkele zaken aan:
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
43
40u leerproject
Er werd een begeleidingsakkoord opgesteld voor de projecten van 40 uur.
Veiligheidsplannen en familie-overeenkomsten
Vanuit de sociale diensten en bepaalde instellingen kregen we de vraag om geïndividualiseerde veiligheidsplannen en familie-overeenkomsten op te stellen voor jongeren die zowel in een instelling als thuis verblijven. De bedoeling van een veiligheidsplan is de veiligheid te verhogen van familieleden, groepsleden of gezinsleden en de cliënt zelf. Tussen de jongere, de ouders, slachtoffers en de begeleiding vanuit de instelling worden engagementen en afspraken uitgeschreven. Er worden afspraken en huisregels opgesteld voor/door het gezin en de leefgroep. Tempo en verwerking van de feiten door het slachtoffer staan centraal. Deze huisregels dienen zowel door ‘dader’ als door ‘slachtoffer(s)’ nageleefd te worden. De begeleiding van de instelling en andere relevante betrokkenen delen de verantwoordelijkheid met betrekking tot het toezicht. De focus ligt hierin niet enkel op de dader. Er kunnen afspraken gemaakt worden aangaande: •
lichamelijk contact
•
gebruik van badkamer en toilet
•
privacy op de kamers
•
gebruik van computer en televisie
De familieovereenkomst wordt besproken en aangepast waar nodig, aan de hand van evaluatievergaderingen. Op deze evaluatievergaderingen worden alle betrokken partijen uitgenodigd.
Samenwerking met jeugdpsychiatrie
Doordat wij, in vergelijking met vroeger, meer jongeren in begeleiding hebben met een psychiatrisch verleden, groeide de nood tot meer samenwerking met diensten uit de jeugdpsychiatrie (zie 4.2.3. op p.41).
4.2.6. Differentiatie van het aanbod 4.2.6.1. Groepswerk Binnen het team zijn enkele mensen bezig met het ontwikkelen van een groepsaanbod. We zijn ervan overtuigd dat het werken in groep voor een aantal minderjarigen een meerwaarde kan betekenen. Enerzijds omdat er een bepaalde groepsdynamiek kan ontstaan waaruit heel wat ervaringen en inzichten kunnen afgeleid worden en waardoor ook makkelijker in het hier en nu kan gewerkt vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
44
worden. Anderzijds is het voor jongeren met een minder sterke verbale vaardigheid niet altijd even evident om in een face to face setting diepgaande gesprekken te voeren. Door de vele personeelswissels in 2011 heeft deze werkgroep minder vooruitgang geboekt dan gehoopt. Het verder uitschrijven van dit aanbod wordt dan ook een prioriteit in 2012. 4.2.6.2. 40 uur project Het leerproject werd in het verleden enkel aangeboden in een tijdsmodule van 20 uur. Leerprojecten pogen verandering teweeg te brengen in de kennis, het inzicht, de houding en het gedrag van de pleger. Dit impliceert een aangereikte zorg op maat waarbij de jongere nauw betrokken wordt bij de inhoudelijke uitwerking van de maatregel. Voor de meeste jongeren zijn 20 individuele gesprekken voldoende om de problematiek(en) waar zij mee geconfronteerd worden aan te pakken. In enkele gevallen volstaan 20 uur niet om met de jongere het ganse programma af te werken. In die gevallen geven we hen de kans om de begeleiding verder te zetten of spreekt de jeugdrechter een maatregel uit van maximum 40 uur. In 2011 hebben we zo vier jongeren in begeleiding gehad.
4.3. Cijfers 2011 Tabel 1: aantal dossiers per arrondissement 2008
2009
2010
2011
Gent
18
24
22
23*
Dendermonde
28
43
34
36*
Oudenaarde
3
9
5
7
Andere
0
0
3
0
49
76
64
66
Totaal
*Waaronder 1 dossier in Gent van 40 uur en 3 dossiers van 40 uur uit Dendermonde.
Het aantal jongeren aangemeld in 2011, zowel in het arrondissement verschilt nauwelijks in vergelijking met 2010.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
totaal
als
per
45
Tabel 2: leeftijd van de daders 2008
2009
2010
2011
12 - 15
14
33
18
17
16 - 18
35
43
46
49
Totaal
49
76
64
66
Opmerking: wij registreren de leeftijd op het moment dat de jongere bij ons wordt aangemeld. Het gaat dus niet om de leeftijd op het moment van de feiten.
Ook in deze statistiek is er nauwelijks een verschil op te meten in vergelijking met vorig jaar.
Tabel 3: etnische afkomst van de daders 2008
2009
2010
2011
Belg
34
48
33
36
Andere etniciteit
15
24
31
30
Totaal
49
76
64
66
Ook hier hetzelfde verhaal, weinig tot geen verschil in vergelijking met de cijfers van vorig jaar.
Tabel 4: geslacht van de daders 2008
2009
2010
2011
49
74
62
63
Vrouw
0
2
2
3
Totaal
49
76
64
66
Man
Tabel 5: aard van het delict 200 8
2008
200 9
2009
201 0
2010
201 1
2011
Seksueel
10
20%
25
33%
22
34%
10
16%
Geweld
17
35%
25
33%
30
46%
19
29%
19
29%
Geweld/vermog en 19
39%
21
27%
9
15%
11
16%
Drugs
3
6%
5
7%
3
5%
7
10%
Totaal
49
100 %
76
100 %
64
100 %
66
100 %
Vermogen
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
46
Opmerking: Drugs gerelateerde dossiers handelen over drugsbezit – en verkoop.
30 25 Seksueel
20
Geweld 15
Geweld/vermogen
10
Vermogen Drugs
5 0 2008
2009
2010
2011
Opmerkelijk is dat het aantal seksueel gerelateerde dossiers aanzienlijk gedaald is.
Tabel 6: aard van de doorverwijzing 2008
2008
2009
2009
2010
2010
2011
2011
Beschikking
35
71%
69
91%
57
89%
60
91%
Vonnis
14
29%
7
9%
7
11%
6
9%
Totaal
49
100%
76
100%
64
100%
66
100%
In vergelijking met de voorbije twee jaar zijn de cijfers vrijwel identiek.
4.4. Interne en externe overlegmomenten 4.4.1. Interne overlegmomenten 4.4.1.1. Teamvergadering en teamdagen In de eerste helft van het jaar organiseerden we twee teamvergaderingen per maand. Omwille van vormingsmomenten én inwerking van nieuwe collega’s waarbij de nodige tijd voor dossierbespreking belangrijk is – evolueerden we naar één teamvergadering per maand. De teamagenda heeft een vaste structuur, waarin onderstaande elementen steeds aan bod komen: •
bespreking van de lopende dossiers en verdeling nieuwe dossiers
•
contacten met verwijzers
•
terugkoppeling interne en externe overlegmomenten en gevolgde vorming
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
47
4.4.1.2. Methodiek team Het ‘methodiekenteam leerproject’ vond in 2011 ongeveer één keer om de zes weken plaats. De voornaamste doelen van dit overlegmoment zijn: •
het leren kennen van nieuwe (of bestaande ) methodieken
•
het leren van elkaar
•
uitwisselen van ideeën om methodieken hanteerbaar te maken binnen de begeleidingsgesprekken
Een greep uit de methodieken die in 2011 op het programma stonden: •
vlaggenspel Sensoa: de dialoog over seksueel grensoverschrijdend gedrag op gang brengen.
•
door het lint: een spel dat agressie bespreekbaar en beheersbaar maakt
•
het kwaliteitenspel: valkuilen
•
de zes G’s: geschiedenis, gebeurtenis, gedachten, gevoelens, gedrag, gevolgen…en hun onderlinge relatie
•
werken met duplopopjes: een introductie
•
de veranderingscirkel: stimuleren
het leren kennen van de eigen kwaliteiten en
hoe kunnen we
het proces van verandering
Het methodiekenteam is een zeer werkbaar instrument binnen het team leerproject. In de planning van 2012 staan dan ook reeds een aantal data genoteerd. 4.4.1.3. Intervisie en dossierbespreking Tot en met oktober 2010 waren we gehuisvest in de gebouwen van het CAW Artevelde. Daar maakten we deel uit van het ‘daderteam’. Onze collega’s werkten er met meerderjarige plegers. Beide teams verhuisden intussen naar een andere locatie. Eind juni 2011 vond de evaluatie plaats van de cliëntintervisie die tot dan plaats vond in de gebouwen van CAW Artevelde. Er werd geconcludeerd de intervisie af te schaffen. Deze beslissing werd gedragen door alle participanten. Het was immers niet meer zo evident om de intervisie op de afgesproken tijdstippen te laten doorgaan. Bovendien vonden er binnen beide teams een aantal personeelswissels plaats waardoor het niet altijd meer even veilig aanvoelde als voorheen. In afwachting van het moment dat we zelf intervisie zouden organiseren, planden we drie momenten per maand waarin we de nodige tijd namen om de lopende dossiers te bespreken.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
48
Binnen het team leerproject ging Lien op zoek naar een werkbaar intervisiemodel. Zij bestudeerde hiertoe verschillende methodes welke zij terugvond in de literatuur: •
de incidentmethode
•
de balinthmethode
•
de socratische methode
•
het ‘reflecting team’ intervisiemodel
De incidentmethode hanteert een stappenplan met een vrij strikte tijdshantering. De inbrenger, de gespreksleider en de deelnemers worden vooraf bepaald. De balinthmethode verschilt van de incidentmethode in het feit dat de gespreksleider niet vooraf bepaald wordt, maar wel tijdens de intervisie. Het gespreksonderwerp wordt gezamenlijk en democratisch gekozen tijdens de intervisie en wordt niet bepaald door een vooraf gekozen inbrenger. Men hanteert ook hier een strak stappenplan dat echter niet tijdsgebonden is. De socratische methode vertrekt van heel strakke regels die duidelijk worden binnen een even strak stappenplan. De deelnemers zijn er niet om vragen te beantwoorden, maar om die vragen te stellen waardoor de casusinbrenger het antwoord vindt op zijn eigen vragen. Het ‘reflecting team’ intervisiemodel is een oplossingsgerichte intervisie met een duidelijke focus op resultaat. Dit model beoogt verschillende alternatieve beschrijvingen van een (probleem)situatie, die kunnen leiden tot geschikte oplossingen voor de cliënt. Hierbij denkt men niet vanuit de door de inbrenger benoemde moeilijkheden, maar wel vanuit de mogelijkheden die hij aangeeft. De andere rollen binnen dit model zijn een leervraaginbrenger, een interviewer en een reflecterend team. Een goed gestructureerd intervisiemodel met toch enige flexibiliteit wat het groepsproces betreft, voorkomt oeverloze discussies, machtsstrijden en het om de hete brei draaien, om toch maar niemand voor het hoofd te stoten. Daarnaast erkennen we onderstaande basisvoorwaarden: •
vertrouwen in veiligheid van de groep als geheel, maar ook van elk individu afzonderlijk
•
geloof in de draagkracht van de groep
•
een sluitende afspraak rond het beroepsgeheim
•
totale gelijkwaardigheid van de intervisieleden
•
een gedeelde kennis van het werkterrein, zowel naar theorie als naar praktijk toe
•
aanvaarding van de collega in zijn anders-zijn vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
49
•
zorg voor elkaar als collega’s
Hiermee rekening houdend werd beslist dat de teambegeleider geen deel uitmaakt van de intervisie en dat er zou gewerkt worden met een aangepaste incidentmethode. De aanpassingen situeren zich vooral in het niet aanwenden van een tijdshantering en het denken vanuit de mogelijkheden en oplossingen in plaats vanuit de moeilijkheden. Rollen: Inbrenger + gespreksleider + deelnemers (vooraf bepaald). Stappenplan: 1. Start en reflectie vorige intervisie. 2. Nieuwe inbreng van situatie/probleem/veranderingsvraag. 3. Vragenronde (feitelijke vragen). De vragen worden, voor ze voorgelegd worden aan de groep, apart genoteerd door elke deelnemer. 4. Analyse en inzichten vanuit de deelnemers. De deelnemers bespreken hoe zij de situatie zien en welke oorzaken zij hebben ontdekt. Ze benoemen de aanleidingen die er waren, alsook de rol van de inbrenger en alle betrokkenen. Men heeft ook oog voor de omgevingsfactoren. Belangrijk hierbij is te focussen op wat goed ging en wat de aanbrenger reeds heeft gedaan om zijn vraag op te lossen. Hierbij is het aangewezen de reflecties vanuit een vragend perspectief te stellen: “zou het kunnen dat…”, dit schept openheid en de leervraaginbrenger is vrij om reflecties te verwerpen. 5. Adviesronde: “ik kan het mis hebben, maar is het mogelijk dat dit zou helpen…” 6. De gespreksleider vertelt wat hij van het gedrag uit de probleemsituatie herkent in het gedrag. Men dient hierbij wel alert te zijn dat dit niet leidt tot een sfeer van aanval en verdediging! 7. Sharing: groepsleden vertellen over hun eigen gedrag in soortgelijke situaties. 8. Evaluatie en vervolgafspraken: hoe hebben de deelnemers de bijeenkomst ervaren? Welke persoonlijke leeropbrengst is er? Wat is nog niet uitgesproken? Afspraken vastleggen ter voorbereiding van de volgende intervisie bijeenkomst. Reflectieverslag: Gebeurd door de inbrenger. 4.4.1.4. Persoonlijk overleg - werkbespreking Dit tweemaandelijks overlegmoment tussen de teambegeleider en de individuele begeleider is nieuw voor het team Leerproject. Het samen zitten tussen vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
50
teambegeleider en medewerker waaide over vanuit de afhandeling gemeenschapsdienst. Het is een reflectiemoment waarbij volgende zaken besproken kunnen worden: •
persoonlijke aandachtspunten in functie van het verdiepen van de begeleiding
•
overlopen takenpakket: administratie, binc-registratie, engagementen binnen hca
•
vorming: waar is nood aan en hoe wordt de gevolgde vorming vertaalt in het dagelijkse begeleidingswerk
•
rol en plaats binnen de team- en hcawerking
4.4.2. Externe overlegmomenten 4.4.2.1. Werkgroep SGGJ Het leerproject maakt deel uit van de werkgroep ‘Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag bij Jongeren (SGGJ). Dit jaar kwam de werkgroep 5 maal samen. Alle projectuitvoerders die met minderjarige seksuele delinquenten werken, worden binnen deze werkgroep uitgenodigd met de bedoeling inhoudelijke thema’s uit te wisselen en uit te diepen. Het SSGJ is een intersectoraal overleg waaraan medewerkers uit de Bijzondere Jeugdzorg (HCA, OOOC, OBC), het Algemeen Welzijnswerk, de Centra Geestelijke Gezondheidszorg, Vertrouwenscentra, Sensoa en de Kinder- en Jeugdpsychiatrie deelnemen. In de voormiddag wordt allerhande informatie (teksten, nieuwe methodieken, studiedagen, testen, vorming, …) met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag uitgewisseld. Tevens worden knelpunten, noden én eventuele oplossingen rond deze problematiek besproken. Mits langdurig engagement zijn alle actoren die beroepsmatig met het thema betrokken zijn, welkom om aan deze uitwisseling deel te nemen. Op de agenda staat ook het organiseren van vormingsmomenten met externe sprekers. Verder is er aandacht voor netwerking op Vlaams, nationaal en internationaal niveau. Tijdens de namiddag wordt een casus ten gronde besproken. Gezien de input van de verschillende deelnemers, afkomstig uit diverse organisaties, elk met hun specifieke werkvormen, biedt deze intervisie een belangrijke meerwaarde. In 2011 kwamen volgende thema’s aan bod: •
stand van zaken aangaande SGGJ-aanmeldingen bij de verschillende diensten en waarneembare tendensen hierin;
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
51
•
uitwisseling en opvolging van methodieken o.a. vlaggenmethodiek en uitbreiding methodiek naar personen met een handicap;
•
aankondigen en terugmelden van interessante vormingen, trainingen en opleidingen in Vlaanderen;
•
het organiseren van interne vorming: o
multi-systeem therapie grensoverschrijdend gedrag
voor
jongeren
o
systemisch werken
o
autisme-spectrumstoornis en seksualiteit
met
seksueel
4.5. Vorming 4.5.1. Driedaagse vorming “Beeldend werken met kinderen, jongeren en gezinnen …. op stap met Klein Duimpje” Soms is stilte het beste antwoord. Het is immers niet altijd evident om iets met woorden gezegd te krijgen. Voor veel jongeren in het leerproject is het niet makkelijk om via taal uitdrukking te geven aan wat ze voelen, denken, ervaren,… We denken daarbij aan jongeren met een licht mentale beperking of zwakke verbale mogelijkheden. Het valt hen te zwaar om over dingen te praten of ze hebben gewoon nooit echt geleerd om te communiceren via taal. In het werken met beelden ligt mogelijks een oplossing. De driedaagse opleiding “Beeldend werken met kinderen, jongeren en gezinnen … op stap met klein duimpje”, georganiseerd door VZW Jongerenbegeleiding Informant en geleid door Greet Splingaer (vzw Rapunzel) bracht hierop een introductie. In de opleiding stonden we stil bij verschillende mogelijkheden om jongeren actiever te betrekken bij het hulpverleningsproces. Het gebruik van beeldende taal is vaak een weg om de ’dialoog met kinderen of jongeren in verbinding met hun gezin’ aan te gaan. De opleiding was zeer contextueel gericht. Het model van kindgerichte gezinstherapie is het basiskader. Een greep uit de voorgestelde methodieken: •
werken met poppen en duplo: een korte introductie.
•
werken met dierfiguren: welk dier kies je voor jezelf? En voor iemand anders? Hoe ziet het diertje eruit? Waar leeft het? Welke kleur of vorm heeft het dier?
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
52
•
opzetten van metaforen samen met de jongere: hoe ziet die spreekwoordelijke ‘berg’ eruit waar je over moet om op school te geraken?
•
gebruik van tekeningen en andere creatieve technieken: experimenteren en communiceren met tekeningen.
•
sprookjes en verhalen: zelf een verhaal creëren met de cliënt.
Doorheen al deze voorgestelde methodieken is het een uitdaging om als begeleider/hulpverlener binnen de grenzen van het beeld te blijven. Al te vaak gaan we als hulpverlener heel snel concretiseren. De belangrijkste valkuil in het werken met beelden is dan ook het te snel verlaten van het beeld. De kracht van het beeld zit vaak in de symboliek ervan. Op een dergelijke creatieve manier een proces begeleiden heeft een meerwaarde in het werken met alle leeftijdsgroepen, niet alleen met kinderen. Tijdens deze cursus werd actief aan de slag gegaan met praktijkervaringen van de deelnemers, vooral mensen uit het werkveld van de Bijzondere Jeugdzorg. Deze opleiding droeg onmiskenbaar bij tot de uitbouw van relevante expertise en knowhow in het werken met onze doelgroep. Een onbevooroordeelde basishouding van oprechte verwondering staat hierbij centraal. Werken met de kansen en signalen die je dagdagelijks krijgt van cliënten tilt de begeleiding op naar een andere dimensie. Moeilijke thema’s komen op deze manier via een omweg toch aan bod in de begeleiding. We denken hierbij spontaan aan de jongere die met de i-pod binnenkomt in het gesprek en die daarop niet meteen afgewezen wordt. Of hoe een vraag zoals ‘wat was het laatste liedje dat je beluisterde?’ een heel andere insteek voor hetzelfde gesprek kan zijn. Het mag duidelijk zijn. Het werken met beelden en metaforen is een uitdaging voor de begeleiders van het team Leerproject. Het zou naïef zijn te denken dat we op dit moment het werken met beelden onszelf volledig hebben eigen gemaakt. Op de eerste teamdag van 2012 volgt een terugkoppeling van deze driedaagse. Nadien zal er via het methodiekenteam (zie supra) de kans geboden worden hier verder in te groeien. Tot slot nog dit. Werken met beelden is vooral een andere manier van kijken naar de werkelijkheid. Een andere manier om ‘op weg te gaan’ met de cliënt én, hoe die ‘weg’ eruit ziet.
4.5.2. Vierjarige opleiding “contextueel werken” In september 2011 startte Sabine Temmerman de 4-jarige opleiding ‘Contextuele therapie’. Deze vorming wordt georganiseerd door vzw Balans te Gent.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
53
Tijdens deze opleiding wordt men aanvankelijk ondergedompeld in het contextuele kader met zijn specifieke begrippen en invalshoeken, waaronder volgende dimensies: •
de feitelijke gegevens
•
het terrein van de psychologie
•
de interacties en de relationele ethiek
•
ook loyaliteit, rechtvaardigheid als parentificatie,… worden nader toegelicht
drijfveer
binnen
relaties
en
Gezien het belang van de persoon van de therapeut binnen de gesprekken en de rol die deze speelt binnen de dynamiek, wordt er veel aandacht besteed aan het persoonlijke leerproces van de toekomstige therapeut. Aan de hand van het eigen genogram en expressieve technieken wordt er op zoek gegaan naar de persoonlijke contextuele thema’s en wordt er stil gestaan bij de invloed die ze hebben op wie we zijn en hoe we in relatie staan. Daarnaast leert men ook de eigen casuïstiek te situeren binnen de voornoemde vier dimensies. Een hele boterham die het één en ander in werking zet, maar die toch al vlug tot verandering leidt met betrekking tot wat gezien wordt, wat bevraagd wordt binnen de begeleiding.
4.6. Toekomstperspectief Het team Leerproject stak in 2011 veel tijd in de inwerking van nieuwe collega’s. Een gevolg was dat we vooral energie spendeerden aan dossierbesprekingen en iets minder aan het verder verfijnen van de werking. Nu de personeelsbezetting een zekere stabiliteit terugvindt zal in de eerste maanden van 2012 het tussentijds– en eindverslag aangepast worden en wordt het luik ‘doelstellingen’ binnen het begeleidingsakkoord onder de loep genomen. Het is de bedoeling om de inbreng van de jongere, in het bepalen van de doelstellingen, groter te maken. In het voorjaar en de zomer wordt tevens het groepswerk verder inhoudelijk uitgewerkt. Er zal vastgelegd worden op welke manier we het groepswerk praktisch zullen organiseren (waar, wanneer en hoe). Aan de verwijzers zal dit nieuwe aanbod bekend gemaakt worden. Met de resultaten van het stageproject ‘ouderparticipatie binnen het leerproject en gemeenschapsdienst’ wordt in 2012 aan de slag gegaan. Van sommige jeugdadvocaten weten we dat zij meer op de hoogte wensen gehouden te worden bij de uitwerking van een hca-maatregel. Er zal onderzocht worden hoe wij in de toekomst onze werking op deze vraag kunnen afstemmen. vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
54
Twee medewerkers zetten hun therapeutische opleiding verder in 2012. Wij zijn dan ook benieuwd hoe dit zich zal vertalen tijdens de teammomenten met betrekking tot cliëntwerk. Tot slot zal het intervisiemodel dat in 2011 ontwikkeld werd in 2012 haar nut moeten bewijzen.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
55
Hoofdstuk 5 Herstelbemiddeling 5.1. Definitie Het faciliteren van een bemiddelingsproces tussen minderjarige daders, hun ouders en de slachtoffers van een als misdrijf omschreven feit.
5.2. Jaarwerking 5.2.1. Praktische bijsturingen
Procedure
In 2011 zijn er geen drastische veranderingen doorgevoerd m.b.t. de procedure. Daarentegen werd er wel veel aandacht en tijd besteed aan het uitschrijven ervan. Het ‘oude’ draaiboek werd nog eens van onder het stof gehaald en volledig geupdate (zie infra). De veelheid aan afspraken, standaardbrieven, ongeschreven regels,… noopte tot een duidelijke handleiding. In eerste instantie voor de nieuwe collega’s, maar ook voor de anciens bleek dit een welkom werkinstrument te zijn. Voor het eerst sinds haar bestaan kreeg het team herstelbemiddeling te maken met een wachtlijst. Zwangerschappen, ziektes, nieuwe collega’s die de nodige inwerktijd vragen,… maakten dat het team niet op volle kracht kon draaien in 2011. Bovendien waren de vrijgemaakte uren voor de kwaliteitscoördinator (20%) en voor onze ICT’er (10%), beide functies ingevuld door mensen van het team herstelbemiddeling, vaak niet voldoende en namen hun specifieke opdrachten meer tijd in beslag. Waar we tot nu toe altijd binnen de 2 weken een afspraak konden plannen voor een 1e gesprek in dossiers die konden opstarten, verschoof dit in de loop van 2011 naar een maand à anderhalve maand op sommige momenten. De cliënten werden hiervan steeds schriftelijk op de hoogte gebracht. Een aantal thema’s werden (opnieuw) in vraag gesteld zoals bv. bemiddelen met -12 jarige daders, onze relatie met de advocatuur,… De weerslag van het reflecteren over deze items vertaalde zich in 2011 echter nog niet in procedure aanpassingen, wel in een 1e aanzet, een brainstorm,…
Teamwerking
Uit de individuele functioneringsgesprekken met de verschillende bemiddelaars kwamen een aantal ‘frustraties’ m.b.t onze teamvergaderingen en teamwerking
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
56
aan bod. Om deze verzuchtingen weg te werken of althans tot een minimum te herleiden werd prioriteit gegeven aan het uitwerken van een oplossing. In eerste instantie werd er een inventaris opgemaakt van de verschillende probleemgebieden. De teambegeleider werkte vervolgens een voorstel uit. Mits de nodige feedback van alle medewerkers resulteerde dit in een aantal concrete acties : •
Algemene afspraken i.v.m. de teamvergaderingen werden op papier gezet : verslag, doorgeven van agendapunten, voorbereiding en leiden van de vergadering, aandacht voor bewaken van timing…
•
Om tegemoet te komen aan de vraag naar meer inhoudelijke verdieping zal er naast het dossierteam en variateam ongeveer 5 keer per jaar een themateam georganiseerd worden.
•
Duidelijke opsplitsing inhoud van de verschillende teamvergaderingen. Tijdens de dossierteams komen enkel nog dossiergebonden items aan bod (knelpunten, verdeling nieuwe dossiers, …), tijdens de variateams worden alle andere zaken besproken (terugkoppeling externe vergaderingen, VTO, …).
•
De teambegeleider zal met een gemiddelde van één keer per week een (rechtstreeks) gesprek meevolgen van een individuele bemiddelaar. De focus ligt daarbij op uniformiteit onder de teamleden (info, uitleg HB, houding,…), met respect voor ieders eigen stijl. Feedback hieromtrent gebeurt zowel individueel als in teamverband.
•
Maandelijks zal de teambegeleider een dossier ‘controleren’ van elke bemiddelaar op een aantal (administratieve) formaliteiten : interventielijst, verslaggeving, nota’s. Dit zowel in functie van toekomstige inspectie als in functie van het zicht houden op gemaakte afspraken i.v.m. onze procedure. Eventuele opmerkingen worden nadien steeds doorgegeven (schriftelijk) aan de individuele bemiddelaar, die, indien mogelijk, de nodige bijsturingen doet. Op deze manier worden de bemiddelaars ook alert gehouden.
Daarnaast werden nog een aantal ideeën doorgeschoven qua planning naar 2012: intervisie/supervisie, denkdag, teambuildingsactiviteit. Onze core business “bemiddelen” is in principe een individuele opdracht. Er is echter geen kant en klaar pakket waarmee je aan de slag kan gaan. Training, vorming en rollenspelen zijn noodzakelijk ter ondersteuning van de dagdagelijkse praktijk, maar ook intern kunnen we leren van elkaar. In die zin willen we zo veel als mogelijk de ruimte creëren om onder de collega’s ervaringen uit te wisselen én door, indien mogelijk, de face to face gesprekken tussen dader(s) en slachtoffer(s) met 2 bemiddelaars te doen. Planning en terugkoppeling van deze “gesprekken in duo” staan vanaf het najaar 2011 dan ook als vast item geagendeerd op de teamvergadering (zie ook 5.4.1. op p.63). vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
57
Draaiboek
In 2007, naar aanleiding van de nieuwe jeugdwet en de daaruit voortvloeiende personeeluitbreiding, heeft het team de beslissing genomen om een draaiboek te schrijven. Immers, elke nieuwe collega die het team Herstelbemiddeling kwam versterken, bracht ook nieuwe vragen aan en confronteerde de teamwerking met enkele knelpunten. Werken we eigenlijk wel uniform? Worden de afspraken door iedereen gevolgd? En op dezelfde manier? De vraag naar duidelijkheid werd onvermijdelijk en dwingend. De oplossing bestond er volgens ons in een draaiboek te schrijven waarin de procedure van naaldje tot draadje werd neergepend volgens de verschillende fasen van een bemiddelingsproces, alsook de eventueel te ondernemen stappen. We zijn ons terdege bewust dat een dergelijk draaiboek geen wondermiddel is dat alle vragen of onzekerheden doet verdwijnen. Het is wel een praktisch instrument dat het mogelijk maakt om, op een onderbouwde manier, onze werking in kaart te brengen. Twee jaar geleden werd er op een teambegeleidersoverleg (TBO) beslist een onthaalbrochure te schrijven. Ook hier lag een behoefte naar eenvormigheid aan de basis. Met de fusie van de herstelrechtelijke en constructieve afhandelingen tot HCA Oost-Vlaanderen en de verwelkoming van nieuwe medewerkers in de verschillende teams was het noodzakelijk om dezelfde informatie aan elk van hen mee te geven. Deze onthaalbrochure biedt aan nieuwe collega’s informatie rond de afspraken die binnen de vzw en binnen elk team apart gelden. Ze maakt het tevens voor iedereen mogelijk om de taak, een nieuwe collega in te werken, op zich te nemen. Er wordt gedetailleerd beschreven hoe het reilen en zeilen binnen HCA Oost-Vlaanderen verloopt, welke middelen daarvoor nodig zijn en wie welke taken heeft. In 2011 werden het draaiboek en de onthaalbrochure samengevoegd tot één instrument. De informatie uit het draaiboek moet ten allen tijde kunnen geraadpleegd worden en kreeg een plaats op de server, zodat het voor iedereen toegankelijk is. Het is uiteraard noodzakelijk om het draaiboek regelmatig aan te passen conform nieuwe afspraken en te verbeteren indien nodig of wenselijk. De teambegeleider volgt dit nauwkeurig op. Volgende aspecten komen o.a. aan bod: missie, doel en de werkingsprincipes van de bemiddelaars, het inwerkingsprogramma, herstelbemiddeling op de server, de permanentie, de bemiddelingsprocedure, de familiale verzekering, vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
58
het Provinciaal Vereffeningsfonds, de dossieropbouw, de interne en externe overlegmomenten.
5.2.2. Sensibilisering
5.2.2.1.
Open monumentendag
Op 11 september 2011 ging de 23ste editie door van Open Monumentendag. Het thema van dit jaar ‘conflict’, vormde voor de bemiddelingsdienst een uitgelezen sensibiliseringsmoment om zich bij het grote publiek in de kijker te plaatsen. Op initiatief van Suggnomè, die dader-slachtofferbemiddeling aanbieden m.b.t. meerderjarige daders, sloot HCA Oost-Vlaanderen en meer bepaald de teams Herstelbemiddeling en Herstelgericht Groepsoverleg zich aan bij het gebeuren. Een bijzonder groot aantal bezoekers (2000 à 3000) van het Gravensteen in Gent, de Direkteurswoning van de gevangenis te Oudenaarde en het gerechtsgebouw aldaar, werden ondergedompeld in de bemiddelingswereld aan de hand van allerlei informatie. Suggnomè zorgde o.a. voor een historische schets “van conflict tot communicatie” op groot scherm. De evolutie van het straffen en het strafrechtstelsel, radicale hervormingen binnen het Belgische strafrecht eind jaren ’90 tot de intrede van de bemiddelingsgedachte kwamen aan bod in een uitgebreide powerpoint voorstelling. Beide locaties werden eveneens opgesmukt met een ‘playmobil versie’ van een HERGO en een filmpje dat werd opgenomen waarin de gewone man op de straat een mening uit omtrent de heersende publieke opinie rond delinquentie en de aanpak ervan. De bemiddelaars stonden paraat om nieuwsgierige bezoekers met woord en ‘bemiddelingsdaad’ bij te staan wanneer zij vragen hadden omtrent de werking van beide bemiddelingsdiensten. Sensibiliseren was nog nooit zo leuk geweest! 5.2.2.2. Sensibilisering van de jeugdadvocaten (stageproject)
Het opzet
Op vraag van de teams Herstelbemiddeling en HERGO ging onze stagiaire, Lies Lockefeer, voor haar stageproject aan de slag rond de rol van de jeugdadvocaten binnen deze twee afhandelingsvormen. We hadden immers de indruk dat de jeugdadvocaten niet altijd goed weten wat de 2 afhandelingsvormen precies inhouden, alsook wat hun rol in het “bemiddelingsgebeuren” is. Tevens blijkt er onder de jeugdadvocaten heel wat onduidelijkheid te bestaan over wat er van
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
59
hen verwacht wordt in het Herstelgericht Groepsoverleg.
kader
van
een
bemiddelingsprocedure
of
Vanuit deze probleemstelling is de idee ontstaan om een debatlunch te organiseren in samenwerking met de Unie van Jeugdadvocaten.
Het proces
De idee was er, nu moest er nog bedacht worden wat de concrete invulling hiervan kon zijn. Allerlei vragen zoals bv. wie kan er komen spreken, waar en wanneer zou de debatlunch kunnen plaats vinden, kunnen hier financiële middelen voor voorzien worden, wat moet er tijdens zo’n infomoment aan bod komen, op welke manier kan het zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt worden voor de jeugdadvocaten, edm. Om een antwoord te krijgen op deze vragen, vonden er tal van overlegmomenten plaats met de twee teams, de directie en ook met andere spilfiguren zoals Meester De Cock, Meester Gillis en Meester Van den Bossche. Uit al deze overlegmomenten bleek dat het in functie van de haalbaarheid en aantrekkelijkheid aangewezen was om broodjes en een drankje te voorzien tijdens het infomoment, het op drie verschillende locaties te organiseren, het tijdens de middagpauze te laten doorgaan, hiervoor juridische punten te verlenen en naast iemand vanuit onze organisatie ook een jeugdadvocaat aan het woord te laten. Na het vergaren van deze informatie moest er gezocht worden naar locaties dewelke voor jeugdadvocaten herkenbaar en makkelijk te bereiken zijn. De contactpersonen uit de drie arrondissementen (Meester De Cock, Meester Gillis en Meester Van den Bossche) werden bereid gevonden zich te engageren tijdens de debatlunch én mee te zoeken naar een mogelijke locatie binnen hun respectievelijk arrondissement. Gaandeweg de inkleuring en de idee van de debatlunch duidelijker werd en over de tongen ging, bleek er ook vanuit andere bemiddelingsdiensten wel enige interesse voor dit project omdat zij blijkbaar met een gelijkaardig knelpunt te maken hebben. Wanneer het programma, de locaties en de data bekend waren, konden de uitnodigingen verstuurd worden naar de jeugdadvocaten. Hierop kregen we relatief snel reactie en diegenen die niet reageerden, kregen enkele weken later nogmaals een herinnering waardoor ze zich alsnog konden inschrijven. Dit had wel enig effect aangezien er na de herinneringsmail toch nog wat reacties binnen kwamen. Naar aanleiding van de debatlunch gingen we intern ook nadenken over onze houding t.a.v. jeugdadvocaten tijdens een bemiddeling en over de briefwisseling die we tot dan toe met hen onderhielden. Dit resulteerde in een visie waarbij we de aangestelde advocaat mbt elke belangrijke fase, zoals opstart en afsluiten,
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
60
een kennisgeving sturen. Een kopij van de overeenkomst of het eindverslag kan bekomen worden op uitdrukkelijke vraag.
Het programma
12u-12u30 Verwelkoming met koffie, thee en broodjes + inleiding 12u30-13u00 Herstelbemiddeling en HERGO: wettelijke kader (door Meester Decock, Meester Calloens en Meester Haelters) 13u00-13u45 Herstelbemiddeling en HERGO: de praktijk en de rol van de jeugdadvocaat binnen deze afhandelingsvormen (door een herstelbemiddelaar en HERGOmoderator) 13u45-14u30 Casuïstiek (gemodereerd door Meester Decock, Meester Gillis en Meester Van den Bossche)
Data en locaties
Gent: 2/2/2012 in het gerechtsgebouw van Gent Dendermonde: 7/2/2012 in de vergaderzaal van de balie van Dendermonde Oudenaarde: 6/3/2012 in het justitiehuis van Oudenaarde 5.2.2.3. Onderzoek Beke In de loop van 2010 werd er door alle HCA-diensten in Vlaanderen meegewerkt aan een onderzoek in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap naar de tevredenheid over, de ervaringen met én de effectiviteit van herstelbemiddeling. Om dit in goede banen te leiden werd een beroep gedaan op het Nederlandse onderzoeksbureau Beke. Door middel van een dossieranalyse via de OSBJregistratie, interviews met magistratuur & betrokken actoren, een effectonderzoek met vragenlijsten voor verdachten, slachtoffers en bemiddelaars, … zouden zij proberen antwoorden te bieden op o.a. de volgende onderzoeksvragen: •
Waarom worden sommige bemiddelingstrajecten volledig doorlopen en andere niet?
•
Welke factoren en kenmerken spelen hierbij een rol? vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
61
•
Wat zijn de effecten van herstelbemiddeling?
•
Zijn deelnemers tevreden?
•
Is er vermindering van recidive?
Voor de uitwerking van het effectenonderzoek werden er in totaal in 400 herstelbemiddelingstrajecten vragenlijsten uitgezet. Aan HCA Oost-Vlaanderen werd gevraagd in 45 nieuw aangemelde dossiers die werden opgestart (zowel verdachte als slachtoffer reageerden positief op het aanbod), de partijen te bevragen of ze aan het onderzoek wilden deelnemen. Dit betekende dat ze bij aanvang én bij afsluiten van het bemiddelingsproces een vragenlijst dienden in te vullen. Uiteraard was deelname vrijwillig en anoniem. Daarnaast vulde ook de bemiddelaar een vragenlijst in over het verloop van het bemiddelingstraject. Kort voor de zomer van 2011 volgde nog een rondetafelgesprek met enkele bemiddelaars, o.a. over de ervaringen met het invullen van de enquêtes. De analyse van alle verzamelde gegevens nam echter meer tijd in beslag dan gepland. Eind 2011 kregen we het bericht dat het onderzoeksrapport klaar is. We wachten nu nog op vrijgave ervan door de minister.
5.3. Cijfers 2011 Jammer genoeg kunnen we op dit moment nog geen overzicht geven van een aantal kwantitatieve gegevens voor herstelbemiddeling. De omschakeling naar BinC, het nieuwe registratiesysteem voor o.a. alle HCA-diensten, kent een aantal kinderziektes. Eén daarvan betreft het extraheren van tabellen i.v.m. herstelbemiddeling. Men heeft ons beloofd dit euvel zo snel mogelijk weg te werken. In afwachting alvast een overzicht van het aantal aanmeldingen in 2009, 2010 en 2011 (tabel 1) en meer specifiek, een stand van zaken betreffende het aantal lopende en afgesloten dossiers in 2011 (tabel 2).
Tabel 1: aantal daders en slachtoffers per arrondissement 2009
2010
2011
DA
SO
DA
SO
DA
SO
313
343
335
335
351
317
72
54
56
51
64
79
Dendermonde
231
181
170
160
204
246
Totaal
616
578
561
546
619
642
Gent Oudenaarde
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
62
Tabel 2: aantal lopende en afgesloten ‘dossiers’ in 2011 daders nog lopende 31.12.11
totaal
213
24
395
224
afgesloten in 2011
doorver wezen in 2010
slachtoffers afgesloten in 2011
nog lopende 31.12.11
totaal
237
222
45
267
619
366
276
642
(en nog lopende 31.12.11)
doorver wezen in 2011
5.4. Interne en externe overlegmomenten Deze overlegmomenten gelden zowel voor het team herstelbemiddeling, als voor het team HERGO, gezien alle moderatoren ook bemiddelaars zijn.
5.4.1. Interne overlegmomenten De teamvergadering wordt wekelijks georganiseerd, waarbij varia- en dossierteam zich beurtelings afwisselen. In 2011 werden de organisatie en inhoud van onze teamvergaderingen eens grondig onder de loep genomen. Naast pure informatieoverdracht, wilden we vooral dieper graven in methodische vragen & deontologische kwesties om zo de vergaderingen boeiend te houden en zelf geïnspireerd te blijven. Om uitgebreider te kunnen ingaan op bepaalde onderwerpen werden onze themateams in het leven geroepen. Ongeveer 5 keer per jaar laten we ons onderdompelen in een bepaald thema. 5.4.1.1. Dossierteam Tijdens het dossierteam wordt er ondersteuning intervisie in de uitvoering van de dossiers geboden. met hun eigen opvattingen, opleiding en ervaring, op het voorliggend probleem en aanleiding geven van het draaiboek.
op vlak van methodiek en De input van alle teamleden, kan een nieuwe blik werpen tot ‘finetuning’ en bijsturing
In september 2011 zijn we gestart met de toepassing van het OASE-model voor dossierbespreking. Bij deze methodiek krijgt iedereen na de probleemstelling om de beurt het woord om vragen te stellen, waarbij de casus wordt verhelderd en om daarna suggesties te doen. We merken dat dit ons de mogelijkheid geeft vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
63
dossiers meer diepgaand te bespreken en er gevoelige thema’s uit te lichten. Bovendien wordt er meer naar mekaar geluisterd en ontaardt een discussie niet in een kakafonie van standpunten. Daarnaast wordt iedereen actief betrokken, maar behoudt de vraagsteller toch de volledige autonomie omtrent de weg die hij beslist te volgen. Onze eerste ervaringen met OASE zijn alvast positief, in 2012 zullen we hiermee verder experimenteren. Ook een kleine verandering is de aandacht die we op onze teams besteden aan gezamenlijke gesprekken. Omdat we een zeer divers team zijn qua persoonlijkheden en bemiddelingsstijlen, kan het interessant zijn een collega bemiddelaar eens aan het werk te zien én om feedback te krijgen op je eigen aanpak. Daarnaast kan het ook voor het gesprek zelf zinvol zijn om dit met twee bemiddelaars te begeleiden. Concreet worden alle gezamenlijke gesprekken nu aangekondigd op de teamvergadering en wordt bekeken of het nuttig en praktisch haalbaar is deze met twee te doen. Achteraf worden de ervaringen in de groep gegooid. Waar elke bemiddelaar zijn eigen stijl en aanpak heeft, is het natuurlijk wel belangrijk dat onze cliënten op een gelijkaardige manier geïnformeerd en begeleid worden. Om zicht te krijgen op deze uniformiteit, zal de teambegeleider bij iedereen een aantal huisbezoeken/gesprekken meevolgen. Deze observaties zullen besproken worden op de teamvergadering en input geven aan de discussie rond welke informatie we noodzakelijk aan de partijen dienen mee te geven. Hiermee zullen we in de loop van 2012 van start gaan. 5.4.1.2. Variateam Dit teammoment staat vooral in het teken van uitwisselen van opgedane kennis en het elkaar op de hoogte houden van vormingen, externe overlegmomenten en vergaderingen. Daarnaast worden hier de praktische afspraken gemaakt om zodoende het functioneren van het team te optimaliseren. Er wordt meer individuele verantwoordelijkheid gegeven aan de teamleden om hiervan via verslagen op de hoogte te blijven. Vragen en opmerkingen kunnen dan gezamenlijk besproken worden. 5.4.1.3. Themateam In 2011 werden er al twee themateams uitgewerkt: de meldingsplicht binnen het kader van een herstelbemiddeling én bemiddelen met -12 jarige daders. Steeds namen twee bemiddelaars het op zich om dit op een creatieve, overzichtelijke manier voor te bereiden. Thema’s die in 2012 aan bod zullen komen zijn o.a. psychopathologie, creatief bemiddelen, sensibilisering van slachtoffers, duurzaamheid binnen HCA en de deontologische code voor herstelbemiddelaars.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
64
5.4.2. Externe overlegmomenten 5.4.2.1. Provinciaal Vereffeningsfonds Het Provinciaal Vereffeningsfonds is opgestart en ondersteund door de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. Het Vereffeningsfonds kan tussenkomen wanneer een minderjarige, die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd, n.a.v. een herstelbemiddelingsproces, met het slachtoffer tot een overeenkomst is gekomen voor de vergoeding van de schade, maar echter niet over de nodige financiële middelen beschikt. De finaliteit is dat de jongere een bepaald aantal uren werkt voor een organisatie met een sociaal of maatschappelijk doel. Het Vereffeningsfonds vergoedt het slachtoffer nadien naargelang het aantal gepresteerde uren (€6,31 per uur). Het fonds kan dan ook gezien worden als een belangrijk hulpmiddel bij het bemiddelen met minderjarige en bijgevolg meestal insolvabele daders. Om een aanvraag te doen, moet er aan een aantal basisvoorwaarden voldaan zijn. De jongere moet bijvoorbeeld de feiten erkennen en moet in het kader van een herstelbemiddeling tot een overeenkomst gekomen zijn met het slachtoffer rond een of andere vorm van schadevergoeding. Het Comité V behandelt deze aanvragen en beslist of het fonds ingeschakeld kan worden. Bij het goedkeuren van de aanvraag, speelt de motivatie van de jongere een doorslaggevende rol. De jongere, die beroep wenst te doen op het fonds, moet dan ook een motivatiebrief schrijven, waarin hij uitlegt waarom hij de schade zelf wil vergoeden en waarom hij dit via het fonds wenst te doen. Deze brief wordt door de bemiddelaar bij de aanvraag gevoegd. Nadat de aanvraag wordt goedgekeurd, gaan de jongere en de bemiddelaar samen op zoek naar een geschikte prestatieplaats in de non-profit sector. Er wordt een tewerkstellingsovereenkomst ondertekend door de jongere, zijn ouder(s), de prestatieplaats en de bemiddelaar, waarin alle afspraken worden vastgelegd. Na beëindiging van de werkprestatie maakt het Vereffeningsfonds van de provincie Oost Vlaanderen het geld rechtstreeks over aan de benadeelde partij. In het Comité V zetelen vertegenwoordigers uit diverse sectoren, de Bijzondere Jeugdzorg, Slachtofferhulp, het Justitiehuis, Sociale Dienst bij de Jeugdrechtbank, de Balie, de Provincie en wordt voorgezeten door een voormalig docent. Deze leden hebben stemrecht. De bemiddelaar brengt de dossiers anoniem aan én heeft geen stemrecht. In principe komt het Comité V maandelijks samen. Echter, als er geen nieuwe aanvragen zijn, wordt de vergadering een maand uitgesteld. In 2011 kwam het Comité V 7 keer samen: op 20/01, 17/02, 16/06, 14/07, 15/09, 20/10 en 15/12. In totaal werden 18 dossiers behandeld (15 dossiers in 2010). Op één na werden alle aanvragen ingediend voor jongens. De gemiddelde leeftijd van de jongeren vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
65
is 16 jaar. Elf dossiers gingen over diefstal, 4 over vandalisme, 2 over afpersing en 1 over opzettelijke slagen en verwondingen. In het totaal werd een bedrag van 5514,6 € aangevraagd. Dit komt neer op circa 891 te presteren uren. Het hoogste bedrag waarvoor werd gewerkt was 1750€, het laagste 67,40 €. Gemiddeld betrof het 306,36€. Van de 18 dossiers behandeld in 2011 werden een drietal voortijdig stopgezet. Los van nieuwe aanvragen en een stand van zaken van de lopende dossiers, worden ook specifieke vragen en problemen rond dossiers op de agenda gezet en besproken, teneinde daar een standpunt rond in te nemen naar de toekomst toe. Naast het Comité V omvat het Provinciaal Vereffeningsfonds ook een Begeleidingsgroep. De Begeleidingsgroep is een overlegorgaan met onder meer als taak het evalueren van het Vereffeningsfonds en het toezicht houden op het Comité V. De begeleidingsgroep komt één keer per jaar samen. In 2011 vond de bijeenkomst plaats op 16/06. 5.4.2.2. Stuurgroep herstelrecht Per gerechtelijk arrondissement wordt er op geregelde tijdstippen vanuit Suggnomè een Stuurgroep Herstelrecht samengebracht. De arrondissementele stuurgroepen ontstonden vanuit de behoefte aan ondersteuning op lokaal niveau van de dader-slachtofferbemiddelaars voor meerderjarigen. De aandacht is intussen ook verruimd naar herstelbemiddeling met minderjarige daders en bv. ook GAS-bemiddelingen komen aan bod. Vertegenwoordigd in de stuurgroep zijn de diensten herstelbemiddeling meerderjarigen en minderjarigen, parket, justitieel welzijnwerk, politie, CAW, slachtofferhulp, advocatuur, enz. Vanuit HCA Oost-Vlaanderen nemen de 2 teambegeleiders van het team Herstelbemiddeling en HERGO hieraan deel. De stuurgroep blijft de leden informeren over ontwikkelingen en innovaties binnen de concrete bemiddelingspraktijk en andere (regionale) herstelgerichte initiatieven. De zeer gevarieerde samenstelling van de stuurgroep garandeert een uiteenlopende waaier van invalshoeken en perspectieven. De deelname aan deze vergaderingen ervaren we dan ook als een reële verbreding van onze kijk op herstelrecht. Deze stuurgroepen zijn bij uitstek discussiefora om de beleidslijnen, acties en wetenschappelijk onderzoek inzake herstelrecht te bespreken en af te toetsen. Jaarlijks komen de arrondissementele stuurgroepen een 3 à 4 keer samen. Agendapunten in 2011 waren o.a. •
Bemiddeling na zware dodelijke verkeersongevallen
•
Doorverwijzingscriteria Hergo
•
Evaluatie Actieplan 2011 en Beleidsplan 2011 vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
66
•
Deelname aan Open Monumentendag 2011
•
Bespreking van het onderzoek naar Peace Making Circles en het onderzoek van Prof. J. Shapland
•
Omzendbrief Bemiddeling in Strafzaken en Herstelbemiddeling
•
Voorstelling beleidslijnen Suggnomé met betrekking tot selectiecriteria, toetsing en terugkoppeling naar de gerechtelijke instanties, overeenkomsten en het informeren van de advocaat
In 2011 zijn de volgende vergaderingen doorgegaan te Gent op 03/03/2011, 09/06/2011, 13/10/2011 en 13/12/2011, te Dendermonde op 25/01/2011, 17/05/2011 en 18/10/2011 en te Oudenaarde op 28/03/2011, 5/07/2011. 5.4.2.3. Begeleidingsteam dader-slachtofferbemiddeling meerderjarigen Het begeleidingsteam herstelrecht en bemiddeling wordt eveneens georganiseerd vanuit Suggnomè. Casusvragen, struikelblokken in dossiers en bemiddelingsthema’s worden voorgelegd aan en besproken met collega’s uit de hulpverlening, advocatuur en para-justitiële diensten. Een multidisciplinair team staat aldus de herstelbemiddelaar die een knelpunt ervaart in zijn dossier bij. Niet alleen ‘bemiddelen met kinderen’, ‘de verhouding Bemiddeling in Strafzaken/ Herstelbemiddeling’ en ‘de verandering van het gevangenisbezoek voor minderjarige kinderen’ n.a.v. de wet rechtspositie gedetineerden, werden als gespreksonderwerpen aangebracht, maar ook volgende concrete vraagstellingen stonden op de agenda: •
Wat te doen als je als herstelbemiddelaar geconfronteerd wordt met een verborgen agenda bij partijen?
•
Hoe dien je als bemiddelaar om te gaan met je meldingsplicht, spreekrecht, beroepsgeheim?
•
Wat met een aanklampende cliënt en hoe om te gaan met een stalkingsdossier?
Het begeleidingsteam te Gent vond plaats op 9/05/2011, 4/07/2011, 3/10/2011 en 19/12/2011, te Oudenaarde op 28/06/2011 en 27/09/2011 en te Dendermonde op 11/02/2011, 8/04/2011, 16/09/2011 en 9/12/2011. 5.4.2.4. Herstelgericht werken binnen voorzieningen : ‘Iedereen in beeld’ Voorzieningen die door het Agentschap Jongerenwelzijn zijn erkend of gesubsidieerd werden uitgenodigd door de Cera foundation om in te tekenen voor een project rond “deskundigheidsbevordering van begeleiders in de bijzondere jeugdzorg”. Laureaten ontvingen een financieel duwtje in de rug om hun project mee vorm te geven. De OSBJ, nu gekend onder de naam Steunpunt Jeugdhulp, diende een aanvraag in onder de titel “Iedereen in beeld: Ontwikkeling van een herstelgerichte aanpak”. vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
67
Doel van het project was de methodiek van herstelbemiddeling te vertalen naar een pedagogische context (onderwijs en beroepsopleiding, residentiële opvang, ambulante begeleiding), als antwoord op een steeds groter wordende vraag vanuit de jeugdhulpverlening, namelijk wat te doen als onze jongeren ‘schade’ berokkenen. Hoe daarop inspelen zonder hen blijvend in een slachtoffer- of daderrol te duwen? De projectaanvraag werd positief onthaald bij Cera foundation. Het Steunpunt stapte aldus samen met 3 partners, MPI Wagenschot, vzw Hadron en vzw Stappen uit Oost-Vlaanderen in het project, vertrekkende van de vaardigheden en kennis die de voorzieningen al zelf in huis hadden, aangevuld met de ervaringen die het Steunpunt Jeugdhulp opbouwde. Het project zou een jaar duren (tot 31/12/11) en had als einddoel te komen tot een handleiding met een aantal principes en kapstokken die kan dienen als aanzet, stimulans om een herstelgericht klimaat verder te integreren in het eigen pedagogisch handelen van voorzieningen binnen de BJB. Om het traject mee vorm te geven op langere termijn (na afloop van het project) werd de hand gereikt naar HCA Oost-Vlaanderen, team herstelbemiddeling door vzw Hadron en vzw Stappen. Een aantal mogelijke pistes zoals bv. coaching, intervisie, telefonische hulplijn, crisisinterventie,… werden naar voren geschoven. Ruimte- en tijdsgebrek, gekoppeld aan geen subsidiëring buiten ons MOF-kader, maakten echter tot onze grote spijt dat we op dit moment geen engagement kunnen aangaan.
5.5. Toekomstperspectief In het belang van onze cliënten, onze verwijzers, maar ook voor ons zelf, hopen we in 2012 opnieuw “wachtlijstvrij” te zijn. Dit zal grotendeels afhangen van de continuïteit van onze personeelsbezetting, maar ook fluctuaties qua doorverwijzingen oefenen hierop een invloed uit. Het is in ieder geval onze betrachting zo kort mogelijk op de bal te kunnen spelen en een bemiddelingsproces te starten zodra duidelijk is dat partijen hiertoe bereid zijn. In het verlengde van de nieuwe teamvergaderingsafspraken en de nood aan inhoudelijke verdieping zal volgend jaar de piste bekeken worden van aanvullende supervisie, intervisie of een combinatie van de beide. Afhankelijk van de verwachtingen van de verschillende teamleden en de richting die we met het team uit willen zal hieromtrent een beslissing genomen worden, evenals een eerste aanzet.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
68
Verder zal er aandacht besteed worden aan de knelpunten die aan de oppervlakte zijn gekomen n.a.v. de tevredenheidsmeting bij het personeel. Een terugkoppeling van de teamgebonden resultaten zal gebeuren door de kwaliteitscoördinator op 14 maart 2012. Naargelang de prioriteit die eraan wordt gegeven, zullen eventuele verbeteracties nadien uitgewerkt worden. Nu de procedure volledig werd uitgeschreven, is het van belang deze blijvend up to date te houden. Om de 3 à 4 maand zal er dan ook een revisie plaatsvinden van het draaiboek in de onthaalbrochure. Op deze manier blijft het een zeer accuraat werkinstrument voor het ganse team. In 2011 is de teambegeleider, ondanks de intentie dit te doen, er niet in geslaagd cliëntgesprekken op regelmatige basis mee te volgen bij de verschillende bemiddelaars. In het kader van zicht houden op uniformiteit, met respect voor ieders bemiddelingsstijl, zal de verdere haalbaarheid van deze afspraak volgend jaar onder de loep worden genomen. Tot slot wensen we in 2012 verder aandacht te schenken aan de teamwerking en teamspirit. Het herkennen van ieders kwaliteiten en sterktes kan alleen maar leiden tot positieve kruisbestuiving. Op welke manier en terreinen dit kan gebeuren, dient nog concreet uitgewerkt te worden.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
69
Hoofdstuk 6 Herstelgericht groepsoverleg (HERGO) 6.1. Definitie HERGO is een begeleid kringgesprek tussen de dader, het slachtoffer, hun context en een aantal professionele actoren (politie, advocaat en consulent). Op deze bijeenkomst staan twee aspecten van het conflict centraal: enerzijds het verhaal, de beleving en de gevolgen van de feiten, anderzijds de oefening voor de jongere om in samenspraak met zijn ‘achterban’ voorstellen tot herstel te formuleren. Deze intenties zijn niet alleen gericht naar het slachtoffer, maar ook naar de maatschappij en naar de toekomst toe. De jeugdrechter beslist of hij een HERGO voorstelt. Alle partijen zijn vrij al dan niet aan deze bijeenkomst deel te nemen. Partijen krijgen de kans om op een actieve manier met elkaar in communicatie te treden. De moderator begeleidt het gesprek waardoor het gesprek ‘veilig’ kan plaatsvinden. Hoewel HERGO doorgaans een éénmalige bijeenkomst inhoudt, kunnen we net zoals bij herstelbemiddeling spreken van een proces van uitwisseling en aftasting, niet enkel gericht op het bekomen van een intentieverklaring, maar ook op het bekomen van een volledig beeld van de schade in zijn ruimste betekenis. HERGO streeft ernaar steunfiguren (vrienden, familie, leerkrachten,…) langs dader- en slachtofferkant te betrekken en te activeren. Dit zowel voor en tijdens het gesprek als bij de uitvoering van de intentieverklaring.
6.2. Jaarwerking In navolging van het werkjaar 2010, gingen we ook in 2011 verder aan de slag met het profileren van onze doelgroep. U kan de uitgeschreven versie hiervan in bijlage vinden.
6.2.1. Veranderingen binnen het team Door de stijging van het aantal doorverwijzingen heeft het team een merkbare evolutie doorgemaakt: meer teamvergaderingen, evaluaties van HERGO’s die doorgingen en inhoudelijke discussies, maar tegelijk ook meer expertise. De nood om nog efficiënter te werk te gaan en strikter om te gaan met onze timing op het vlak van afspraken, zowel team- als dossiergebonden, drong zich op. Daarnaast hebben we dit jaar ook te kampen gehad met een aantal personeelswissels. De teambegeleidster Elsie Van den Haezevelde is 6 maanden met zwangerschapsverlof geweest, van februari 2011 tot juli 2011. In deze vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
70
periode heeft Ann Moens de leiding van het HERGO team overgenomen, waarvoor onze dank. Els De Kuyper op haar beurt heeft ervoor gekozen om opnieuw voltijds haar functie als herstelbemiddelaar uit te oefenen en bijgevolg het HERGO team te verlaten. Felicitas Hardy nam haar plaats in. Omdat er op heel korte tijd een aantal HERGO’s werden doorgestuurd én een HERGO een grotere tijdsinvestering vraagt dan een herstelbemiddeling, heeft het team, in samenspraak met de directie, in oktober beslist om 2 moderatoren uitsluitend op HERGO in te zetten. Deze 2 teamleden nemen dus voorlopig geen bemiddelingsdossiers op. De afspraak werd gemaakt dat beiden het modereren van de HERGO’s voor hun rekening zouden nemen en dat de co-moderator zo veel als mogelijk zou ontlast worden van de administratieve taken m.b.t. de lopende HERGO’s. De co-moderator is er dan voornamelijk ter ondersteuning tijdens de voorbereidende gesprekken en de HERGO-bijeenkomsten zelf. Het betreft hier een tijdelijke regeling in het leven geroepen om een gepast antwoord te bieden aan de plots stijgende caseload.
6.2.2. Inhoudelijke veranderingen Alvorens in te gaan op een aantal nieuwigheden, stellen we nog eens kort de procedure voor. 6.2.2.1. Procedure Tijdens een zitting of een voorleiding stelt de jeugdrechter een HERGO voor aan de jongere en zijn ouders. De advocaat die werd aangesteld voor de jongere is hierbij eveneens aanwezig. Indien de jongere met het voorstel akkoord gaat, wordt een beschikking of een aanmeldingsbrief opgestuurd naar onze dienst. De moderatoren lezen het strafdossier in en plannen een verkennend gesprek bij de jongere en zijn ouders. Indien de jongere ook dan instemt met de HERGO, wordt het slachtoffer gecontacteerd. De consulent en advocaat worden op de hoogte gebracht van de opstartfase van de HERGO. Het plannen van huisbezoeken i.f.v. verkennende gesprekken duurt maximum twee maanden. Binnen deze periode zien we de partijen minstens twee keer. In samenspraak met de partijen kan de consulent, de raadsheer of een steunfiguur hierbij aanwezig zijn. We bespreken uiteraard ook met het slachtoffer of deze wenst deel te nemen aan een HERGO. Het slachtoffer kan zich laten vertegenwoordigen indien deze het niet haalbaar acht om zelf aanwezig te zijn. Indien het slachtoffer niet wenst deel te nemen, wordt het dossier afgesloten en wordt iedereen hiervan op de hoogte gebracht.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
71
Indien het herstelgericht groepsoverleg wel kan doorgaan, worden alle professionele actoren gecontacteerd. De moderatoren houden eraan tijd vrij te maken om bij de jeugdadvocaat en de consulent langs te gaan. Op dat moment wordt ook hun functie en rol tijdens de HERGO verduidelijkt. Daarna wordt er gezocht naar een geschikte plaats en datum voor de bijeenkomst. Elke partij wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht, inclusief de melding wie er allemaal aanwezig zal zijn op de bijeenkomst. Het groepsoverleg heeft een vaste structuur. Eerst wordt er uitgebreid stilgestaan bij de feiten en gevolgen van de gebeurtenissen, alle partijen krijgen hiertoe het woord. Vervolgens zal de jongere tijdens het privé-overleg met zijn steunfiguren een plan opstellen, met als doel de gevolgen van het gebeurde zo goed mogelijk te herstellen naar het slachtoffer en de maatschappij toe én om gelijkaardige feiten in de toekomst te voorkomen. Dit plan wordt in een derde fase van de bijeenkomst terug aan de groep voorgelegd. Na feedback van de aanwezigen wordt dit door de moderatoren in een intentieverklaring gegoten. Deze intentieverklaring wordt vervolgens voorgelegd ter homologatie aan de jeugdrechter. De jongere kan zijn intenties reeds beginnen uitvoeren behoudens de voorstellen waarvoor hij de goedkeuring van de jeugdrechter nodig heeft. Tijdens de HERGO wordt er afgesproken wie de intenties van de jongere opvolgt. Indien de afspraken correct worden nagekomen, geeft de jeugdrechter hieraan een passend gevolg. De jeugdrechter weegt de intentieverklaring af en legt indien nodig bijkomende maatregelen op. Een akkoord rond de schade tussen dader en slachtoffer kan hij echter niet teniet doen. Indien er tijdens de HERGO geen akkoord wordt bereikt of als het akkoord niet of slechts deels wordt uitgevoerd, kan de jeugdrechter een andere maatregel opleggen. 6.2.2.2. De belangrijkste vernieuwingen Het afgelopen werkjaar hebben we niet stil gezeten. Een aantal documenten werden onder de loep genomen, procedures werden verfijnd en ook over de methodiek werd verder nagedacht. De belangrijkste vernieuwingen even op een rijtje : •
De folder HERGO werd inhoudelijk en vormelijk aangepast
•
De tekst HERGO werd opgemaakt voor onze website
•
Update van de standaardbrieven HERGO (inhoud, lay-out)
•
Er is een nieuwe interventielijst als leidraad voor HERGO-dossiers
•
Er werd een tijdspad opgemaakt voor HERGO-dossiers
•
Er werd een lijst ‘Things to think about’ opgesteld voor daders vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
72
•
Aanpak van weerstand bij slachtoffers
Tijdspad en interventiefiche
We hebben de duur van de verschillende fases in de aangemelde HERGO’s geëvalueerd, met als conclusie dat we ons dienen te engageren om een strikter tijdspad te hanteren. We willen ons ertoe verbinden om binnen de 6 maanden na de aanmelding van een HERGO het volledig proces te doorlopen. De uitvoering van de intentieverklaring door de jongere niet inbegrepen, gezien afbetalingsplannen en het uitvoeren van engagementen soms op langere termijn gepland zijn. Deze termijn van 6 maanden kunnen we indelen in 3 periodes van 2 maanden : •
Na de ontvangst van de beschikking/brief van de jeugdrechter geven we onszelf maximaal 2 maanden de tijd om na te gaan of de HERGO al dan niet kan doorgaan. Concreet wil dat zeggen dat de voorbereidende gesprekken met dader en slachtoffer dan achter de rug zijn.
•
Binnen de 4 maanden na de aanmelding moet het lukken om een datum te prikken voor de HERGO bijeenkomst. Naast alle partijen worden ook de verwijzers en professionele actoren hiervan op de hoogte gebracht.
•
Ten laatste 6 maanden na de aanmelding willen we, de door alle aanwezige partijen ondertekende intentieverklaring, voorgelegd krijgen bij de jeugdrechter.
We willen bovendien de consulent meer op de hoogte houden van een stand van zaken wat betreft onze timing. Wanneer bovenstaand tijdspad niet gehaald wordt door omstandigheden (aaneensluitende verlofperiodes, ziekte, een partij die langere tijd in het buitenland verblijft,…) zullen we dit communiceren naar onze verwijzers. Om de timing en het traject van HERGO goed in de gaten te houden, heeft het team een aangepaste interventiefiche opgemaakt. Hierop staan alle actoren en de te doorlopen stappen waarmee de moderatoren dienen rekening te houden. Telkens een stap wordt ondernomen in een HERGO-dossier wordt dit aangevinkt en wordt de datum erbij genoteerd. Zo kan de moderator het proces nauwgezet in de gaten houden.
“Things to think about”
Het viel ons op dat jongeren zich over het algemeen niet degelijk voorbereiden op het groepsoverleg. Voor een jongere en zijn familie is de uitleg van HERGO een hele boterham. Het verwerken van al deze informatie en de idee om een confrontatie met het slachtoffer aan te gaan vraagt veel energie. Dit gaat naar vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
73
alle waarschijnlijkheid ten koste van een degelijke voorbereiding. Daarenboven is het voor de meeste jongeren niet evident om hun verhaal en antwoorden te brengen in een grote groep. Om de jongere hierbij te helpen, hebben we het document ‘iets om over na te denken’ opgesteld. Dit geven we af tijdens één van de voorbereidende gesprekken. Het bevat een aantal vragen die aan bod kunnen komen tijdens een HERGO. Op elke vraag hebben we een aantal mogelijke antwoorden geformuleerd (niet limitatief uiteraard) waardoor de jongere zich een beter beeld kan vormen van o.a. de bedoeling van de HERGO-bijeenkomst en zich daardoor beter kan voorbereiden op wat van hem verwacht wordt.
Omgaan met weerstand bij een slachtoffer
We hadden soms de indruk dat slachtoffers door het lezen van de folder al heel wat weerstand hadden en vaak een verkeerd beeld vormden over wat een HERGO precies inhoudt. Daarom hebben we besloten om vooraf geen folder meer op te sturen, maar die pas te overhandigen op het einde van het eerste verkennend gesprek. We willen slachtoffers graag persoonlijk en ten gronde informeren over de inhoud, structuur en de mogelijkheden van een HERGO. Het is belangrijk onmiddellijk te kunnen inspelen op de talrijke vragen en weerstanden die een HERGO mogelijks bij hen kan oproepen als ze de uitleg voor het eerst horen. De meeste slachtoffers weten dan ook nog helemaal niets over HERGO wanneer wij bij hen aankloppen. Om adequaat te kunnen reageren op dergelijke situaties hebben we binnen het team een brainstorm gehouden en geprobeerd positieve antwoorden te formuleren op vragen van slachtoffers m.b.t. het omgaan met angsten en weerstanden. Veel voorkomende bedenkingen zijn o.a. ik wil niet dat de jongere me persoonlijk leert kennen! Wat als hij nadien wraak wil nemen? Wat als hij de feiten minimaliseert? Wat als de jongere mij niet serieus neemt? Wat als de jongere dit gewoon doet om er beter vanaf te komen? Worden wij als slachtoffer niet gebruikt door justitie? Onze betrachting is voornamelijk de mogelijke voordelen van HERGO bij slachtoffers in kaart te brengen, te kunnen bespreken. Het is niet onze bedoeling om in strijd te gaan met slachtoffers of om hen, tegen hun wil in, bij een HERGO te betrekken. Het kan niet de bedoeling zijn elke weerstand te weerleggen met voorgekauwde rationele argumenten. We beseffen dat naast het bieden van antwoorden ook onze houding een rol speelt om het vetrouwen van slachtoffers te winnen. Tenslotte is het ook onze plicht om het slachtoffer een realistische weergave van HERGO mee te geven. Het is immers mogelijk dat de HERGO op een sisser afloopt, dat de jongere minimaliseert of na de HERGO recidiveert. Het kan zijn dat het slachtoffer na de HERGO wederom een ontgoocheling rijker is. Het
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
74
slachtoffer moet ook hiervan op de hoogte gebracht worden en uiteindelijk afwegen wat de meerwaarde kan zijn van een herstelgericht groepsoverleg voor zichzelf. Wij kunnen geen garantie geven, we kunnen het slachtoffer enkel informeren, ondersteunen en veiligheid bieden.
6.2.3. Opleiding HERGO-moderator Joost Broucke en Felicitas Hardy hebben de opleiding ‘HERGO-moderator op school’ gevolgd bij Ligand. Deze opleiding is de enige in Vlaanderen wat betreft modereren binnen een HERGO-context. Jammer genoeg is de 4-daagse enkel gericht op HERGO’s in een schoolcontext. Tijdens de vorming werd niet alleen duidelijk dat er methodische verschillen bestaan tussen de twee HERGOtoepassingen, HERGO op school en HERGO binnen een justitieel kader, maar ook inhoudelijke verschillen. Deze opleiding leidde er evenwel toe onszelf in vraag te stellen en attent te blijven betreffende hetgene waarmee we bezig zijn en hoe we ermee bezig zijn. De belangrijkste verschillen tussen het werken als moderator op school en het modereren in een justitiële context: •
HERGO op school werkt niet met een co-moderator.
•
Bij HERGO op school trekt de moderator minder tijd uit voor de verhaalvertelling en gaat hij vrij snel naar de kern van de zaak, nl. het aandeel van de partijen bij de feiten en de verantwoordelijkheid die ze willen opnemen.
•
De nadruk tijdens de tweede fase van de HERGO ligt iets meer op het ‘shaming-proces’ dan op een werkelijke dialoog tussen partijen. Dit proces van shaming moet niet gezien worden als het stigmatiseren van de minderjarige dader. Het accent ligt, net zoals bij ons, niet op de persoon, maar op zijn daden.
•
Tijdens een HERGO op school is er geen maatschappelijke vertegenwoordiging. De moderator geeft zelf een samenvatting van de feiten. Bij ons gebeurt dat door een politieagent of de parketcriminoloog op basis van de processen-verbaal.
6.2.4. Ervaringen van een moderator “Dit jaar heb ik een heel parcours afgelegd wat betreft HERGO. Ik ben in eerste instantie blij dat er meer HERGO’s zijn doorverwezen en zijn doorgegaan. Dit betekende voor mij een grote kans om ervaring op te doen als moderator. Het modereren van een groep mensen die met veel innerlijke spanning hun verhaal komen doen, vereist een bepaalde vaardigheid. Via rollenspelen, observatie en theorie kan een moderator zich goed voorbereiden, maar de echte ”feeling” komt volgens mij enkel door het in de praktijk te oefenen. Ik heb dit jaar de kans gekregen om bijna alle HERGO’s te modereren die werden aangemeld. Daarnaast heb ik niet alleen de mogelijkheid gekregen om de HERGO vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
75
opleiding van Ligand te volgen, maar ook om de verschillen in methodiek met andere bemiddelingsdiensten van dichtbij te bekijken. Hieronder zou ik enkele knelpunten en vaststellingen willen delen die ik heb ervaren tijdens het modereren. Wat mij opvalt bij het modereren is het belang van de toon waarmee de moderator de HERGO inzet. De moderator vertelt de groep bij aanvang de structuur, de communicatieregels en de bedoeling van de bijeenkomst. Op deze manier kan er een bepaalde veiligheid en rust meegegeven worden. Ik heb steeds geprobeerd deze inleiding kort en bondig te brengen, maar met de nodige zorg. Dat vergt toch wel wat oefenen en afwegen op voorhand. Het is, denk ik, als moderator niet evident om je bezig te houden met het gesprek én altijd aan te voelen, te zien hoe de slachtoffers de antwoorden, die ze te horen krijgen van de tegenpartij, opvatten. Het is echter noodzakelijk om de mimiek van de slachtoffers in de gaten te houden, want ze verwoorden niet altijd wat ze denken, voelen,….Vandaar dat de co-moderator plaatsneemt tegenover de moderator. De comoderator biedt ondersteuning bij die zaken die de moderator zijn ontgaan. Indien er weerstand is bij de jongere om tot erkenning te komen, probeer ik rustig bij de verhaalvertelling te blijven stilstaan. Door vragen in detail te stellen, komt de jongere vaak vanzelf tot erkenning omdat hij op deze manier genoodzaakt is stil te staan en na te denken over zijn gedrag. Confronteren is één van de belangrijkste aspecten die ik geleerd heb tijdens HERGO’s. Als je als moderator voelt dat de partijen nog met iets zitten of zich niet heel duidelijk gemaakt hebben, is het belangrijk door te vragen tot alles geformuleerd en helder is. Het zich inleven in andermans gevoelens gekoppeld aan erkenning geven is cruciaal. Niet alles volpraten als moderator is iets wat ik probeer toe te passen. Hoe minder je praat, hoe meer je de andere partijen laat praten. Het is mogelijk als moderator ook je eigen waarnemingen binnen te brengen in het gesprek. Deze te benoemen en te toetsen, hun gedrag te spiegelen en het in de groep te gooien. Een ander belangrijke punt is de neutraliteit van de moderator. Als mens werk je met wat je vanbinnen voelt en af en toe word je toch eens meegesleurd door je eigen emoties. De bedoeling om daar toch zoveel mogelijk van los te komen, is een echte uitdaging. Eén van de betrachtingen als moderator is het evenwicht bewaren tussen de jongere en het slachtoffer. Dat ze beide evenveel aan bod kunnen komen. Dit evenwicht moet je voortdurend in de gaten houden en vraagt een extra aandacht. Ik zou hier willen besluiten met iets gevleugeld: modereren zal altijd een beetje koorddansen blijven. Vleugels zouden dus handig zijn.”
Joost Broucke vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
76
6.3. Cijfers 2011 Tabel 1: aanmeldingen en betrokken partijen over de jaren heen Werkjaar
Aantal dossiers
Aantal minderjarigen
Aantal slachtoffers
2007
2
5
2
2008
8
8
8
2009
6
8
17
2010
5
6
8
2011
8
14
18
Totaal
29
41
53
Opmerking: Met een dossier bedoelen we een feitencluster waarbij één of meerdere daders en slachtoffers betrokken zijn.
Wanneer we de vergelijking maken met de vorige werkjaren dan zien we een sterke stijging van het aantal doorverwijzingen. Het aantal “mandaten” werd in 2011 meer dan verdubbeld i.v.m. 2010. We kunnen dit enkel toejuichen en hopen dat deze stijgende lijn zich zal continueren. Dit komt niet alleen onze cijfers ten goede, maar ook onze dorst naar meer ervaring in het modereren. Hoewel we opgetogen zijn met deze stijging, blijft in het algemeen het aantal verwijzingen nog steeds vrij laag. De mogelijke verklaringen voor deze beperkte instroom zijn heel divers: onbekendheid van het aanbod, weerstand tegenover de methodiek bij verschillende actoren, een systematisch aanbod naar herstelbemiddeling,.... U kon eerder in dit hoofdstuk terugvinden hoe we proberen tegemoet te komen aan deze knelpunten.
Tabel 2: aantal dossiers per arrondissement Arrondissement
Aantal minderjarigen die werden doorverwezen
Aantal dossiers (feitencluster)
Oudenaarde
2
1
Gent
8
4
Dendermonde
3
2
Samenwerking andere HCA-dienst
1
1
Totaal
14
8
Voor HERGO is de verwijzende instantie steeds de jeugdrechter. Er zijn uiteraard wel andere partijen die het voorstel kunnen aanbrengen namelijk de jongere zelf, de ouders, de benadeelde, de parketmagistraat, de advocaat of de consulent. vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
77
Het blijft evenwel de jeugdrechter die beslist of het aanbod wordt doorverwezen naar onze dienst. We stellen vast dat in 2011 het aanbod het meest werd gedaan vanuit de jeugdrechtbank van Gent. In het gerechtelijk arrondissement Gent zijn er 4 jeugdrechters, we ontvingen 7 van de 8 aanmeldingen van één jeugdrechter. Vooreerst mochten we ook twee aanmeldingen uit het gerechtelijk arrondissement Oudenaarde verwelkomen. Beide minderjarigen en de slachtoffers hebben deelgenomen aan de HERGO. We hebben eveneens 1 dossier in samenwerking met onze collega’s van Leuven opgenomen. De aanmelding kwam uit Leuven, maar de voorbereiding werd door ons gedaan, aangezien de minderjarige (tijdelijk) en de slachtoffers in ons arrondissement verbleven. Deze HERGO is uiteindelijk niet doorgegaan, de partijen hadden reeds bij aanvang van het traject zelf een gesprek gehad en een regeling getroffen. In samenspraak met de partijen, bleek dat een HERGO voor hen geen meerwaarde meer zou opleveren.
Tabel 3: leeftijd van de daders Leeftijdscategorie
Leeftijd op moment feiten
Leeftijd op moment van verwijzing naar HERGO Op moment verwijzing
Bij einde of uitvoering van de HERGO
12-14
1
1
1
14-16
3
3
3
16-18
10
10
5
+18
/
/
5
Totaal
14
14
14
De meeste jongeren kunnen we situeren in de leeftijdscategorie tussen 16 en18 jaar op het ogenblik van de feiten. Ruim 71 % van de doorverwezen minderjarigen is onder te brengen in deze categorie. Dit zou kunnen te maken hebben met een eventuele perceptie bij verwijzers dat de minderjarigen al een zeker maturiteit nodig hebben om te kunnen deelnemen aan een HERGO. Dit is echter een hypothese die verdere toetsing behoeft. Verder stellen we vast dat bij het afsluiten of bij de uitvoering van de intentieverklaring heel wat daders de grens van de meerderjarigheid hebben bereikt. 5 van de 14 jongeren of zo’n 35,7% is bij het afsluiten reeds meerderjarig. We bespreken steeds met hen en hun ouders de consequenties hiervan. Toch blijken in de praktijk de meeste van deze meerderjarigen hun engagementen, zoals voorzien in de intentieverklaring, verder na te komen. Dit vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
78
bevestigt onze ervaring dat, eens men instapt in het proces, men meestal het hele proces doorloopt.
Tabel 4: geslacht van de dader Geslacht
Aantal
Man
11
Vrouw
3
Totaal
14
We kregen dit werkjaar voor het eerst minderjarigen van het vrouwelijke geslacht doorverwezen. Het betreft één feitencluster waarbij 3 minderjarige meisjes betrokken waren. 2 van de 3 meisjes hebben deelgenomen aan de HERGO-bijeenkomst.
Tabel 5: aard van het delict per interactie van de doorverwezen dossiers Vermogensdelict
Delicten
Aantal betrokken minderjarigen
Diefstal met braak
1
2
Diefstal met geweld
1
1
Diefstal met verzwarende omstandigheden
1
2
Afpersing door 2 of meer personen
1
2
T=4
T=7
4
7
T=4
T=7
Persoonsdelicten Opzettelijke slagen en verwondingen
In deze tabel hebben we de kwalificaties die werden toegekend opgesplitst. De 14 minderjarigen die werden doorverwezen in 2011 kunnen samen gelinkt worden aan 8 kwalificaties. We zien dit jaar een mooie 50/50 verdeling tussen het aantal persoonsdelicten en het aantal vermogensdelicten, zowel naar feitenclusters als naar betrokken minderjarigen. We willen u er attent op maken dat de opdeling tussen vermogens - en persoonsdelicten relatief is. Zo wordt een dossier van diefstal met geweld gezien als een vermogensdelict maar eigenlijk heeft het evenzeer een sterke persoonscomponent. vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
79
Tabel 6: resultaat van het herstelgericht groepsoverleg Aangemeld en afgesloten in 2011
Aangemeld en nog niet volledig afgesloten in 2011
In voorbereiding
In fase van de uitvoering van de intentieverklaring
2 minderjarige daders
6 minderjarige daders
6 minderjarige daders
De verschillende redenen van afsluiten (1e kolom): •
1 x geen vragen of verwachtingen meer, er werd reeds voor onze tussenkomst samengezeten en een regeling getroffen tussen de minderjarige en zijn slachtoffer(s)
•
2 x werd de intentieverklaring volledig uitgevoerd
•
1 x een stopzetting door de jeugdrechter omwille van nieuwe feiten gepleegd door de minderjarige
•
1 x wenste het slachtoffer geen HERGO
•
1x wenste de dader geen HERGO
We stellen vast dat we in vergelijking met voorgaande werkjaren een hoger percentage hebben van opgestarte HERGO’s die effectief leiden tot een bijeenkomst en een intentieverklaring. Dit was in 2011 het geval voor 8 van de 14 minderjarigen. Dit komt overeen met 57% van de instroom. Hierbij kunnen we verschillende hypotheses formuleren, misschien benaderen we de partijen door onze opgedane ervaringen anders waardoor partijen vlugger geneigd zijn deel te nemen of misschien hebben we meer passende doorverwijzingen gekregen of mogelijks is het ook louter toeval dat onze opstart beduidend hoger ligt. Het blijft gissen naar de ware toedracht.
Tabel 7: etnische afkomst van de minderjarige daders Etnische afkomst
Aantal minderjarige daders
Belg
10
Vreemde origine
4
Totaal
14
Opmerking : Er wordt niet geregistreerd volgens nationaliteit, enkel volgens etnische afkomst van de jongere.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
80
Tabel 8: aantal interacties per feitencluster Dossier
Aantal daders
Aantal slachtoffers
1
1
3
2
2
2
3
3
2
4
1
1
5
2
4
6
2
2
7
2
2
8
1
2
Slechts één van de doorverwezen dossiers van 2011 betreft een delict waar 1 dader en 1 slachtoffer bij betrokken zijn. Net als de voorgaande werkjaren stellen we vast dat het aantal slachtoffers (18) hoger ligt dan het aantal daders (14).
6.4. Interne en externe overlegmomenten 6.4.1. Interne overlegmomenten 6.4.1.1. Teamvergadering Maandelijks vindt er een teamvergadering plaats voor de moderatoren. Het gaat zowel om dossierbespreking als terugkoppeling van vormingen, intervisies, sensibiliseringsacties, overlegmomenten met de verwijzers en dergelijke meer. Wanneer er een HERGO is doorgegaan, wordt kort daarna een evaluatiemoment gepland met de moderator, co-moderator en eventuele observatoren. We wachten hiervoor niet tot de volgende teamvergadering. De opgedane ervaringen worden bijgehouden in een logboek. Dit is een handig werkinstrument, waarin je de belangrijkste knelpunten van elke HERGO kan terugvinden. 6.4.1.2. Denkdag Normaliter organiseren we jaarlijks een denkdag met de bedoeling de procedures en werkafspraken intern te evalueren en bij te sturen waar nodig. Dit jaar hebben we gezien de veranderingen in het team ervoor gekozen onze denkdag begin januari 2012 te plannen. Ter voorbereiding hiervan hebben we in december overleg gepleegd met de HCA-dienst van Kortijk (Cohesie) omtrent ‘het motiveren en betrekken van slachtoffers in de HERGO’. Deze uitwisseling heeft ons heel wat bruikbaar materiaal opgeleverd. We laten de info even bezinken en werken dit verder uit tijdens de denkdag.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
81
6.4.2. Externe overlegmomenten 6.4.2.1. Werkgroep Sensiblisering Op lokaal niveau wordt er aanhoudend gesensibiliseerd, echter zonder groot succes. De verschillende Vlaamse HCA-diensten geloven in de meerwaarde van deze methodiek en wensen hun krachten te bundelen om het lokale niveau te overstijgen en diverse beroepsgroepen op Vlaams niveau aan te spreken. De diensten zijn ervan overtuigd dat HERGO een zinvolle reactie is op een ‘MOF’. We geloven echt dat deze methodiek voor de partijen (dader, slachtoffer en hun achterban) een meerwaarde kan zijn. Door het gesprek op Vlaams niveau te organiseren, wensen we potentiële doorverwijzers de kans te geven om rond HERGO ervaringen uit te wisselen binnen de eigen beroepsgroep. Het uitwerken van mogelijke pistes werd in 2011 door Lieve Bradt (Universiteit Gent) opgenomen. Zij wordt bij deze taak ondersteund door een stuurgroep en een werkgroep. De stuurgroep is een multidisciplinair team dat de verschillende stappen aftoetst, het traject goedkeurt en opvolgt. Daarnaast is er ook een werkgroep, deze bestaat uit medewerkers van de diverse HCA-diensten. Zij voeren de acties mee uit, begeleiden ze en bereiden ze praktisch voor. De stuurgroep wil twee pistes bewandelen om het draagvlak voor HERGO te verbreden: •
Enerzijds is er nood om de procedure van HERGO te verduidelijken en te vereenvoudigen naar verwijzende instanties. Het moet voor hen duidelijk zijn wat er van hen wordt verwacht en wat zij van de diensten kunnen verwachten.
•
Anderzijds blijkt het noodzakelijk de doelgroep ook duidelijker te profileren en hierover in communicatie te treden met de verwijzende instanties.
Er werd doorheen 2011 heel wat energie gestoken in het opmaken en verfijnen van een nota betreffende de twee bovenvermelde pistes. Naast de nota inventariseerde mevr. Bradt tevens de cijfers (2007-2010) van alle Vlaamse diensten omtrent HERGO, ter voorbereiding van de rondetafelgesprekken die zullen plaatsvinden in het voorjaar van 2012. 6.4.2.2. Intervisie HERGO Hoewel de intervisiemomenten door de Vlaamse HCA-diensten als zinvol werden ervaren, was er toch vraag naar een nieuwe invulling. Het voorstel vanuit de West-Vlaamse diensten werd dan ook met veel enthousiasme onthaald. Voortaan zou er een ‘werkgroep intervisie’ worden opgestart, bestaande uit een beperkt
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
82
aantal moderatoren. Deze werkgroep inventariseerde begin 2011 de noden uit het werkveld. Op basis hiervan werd een jaarplanning uitgestippeld. De intervisiegroep komt ongeveer tweemaandelijks samen. Er werd aan de deelnemende HCA-diensten gevraagd om een roulement uit te werken om deze intervisie inhoudelijk voor te bereiden. Telkens staat er één thema centraal. Daarnaast wordt er blijvend aandacht besteed aan concrete casussen en wordt een stand van zaken m.b.t. de sensibilisering op Vlaams niveau teruggekoppeld. Op het coördinatorenoverleg werd beslist dat Bauke Pouseele (coördinator Divam) vaste voorzitter wordt van de Intervisie HERGO. Bauke stuurt de verslaggeving steevast door aan de coördinatoren en koppelt regelmatig terug op het coördinatorenoverleg. De voorbereiding, agendapunten, vragen omtrent intervisie HERGO (van zowel moderatoren als externen) worden aan Bauke bezorgd. De thema’s die dit jaar aan bod kwamen tijdens de intervisie waren o.a.: •
De voorbereidende gesprekken met slachtoffers: hoe kan je omgaan met weerstand en hoe kan je hen motiveren ?
•
Het belang van steunfiguren en het betrekken van steunfiguren.
•
Er werd ook een dag rollenspelen georganiseerd rond voorbereidende gesprekken en rond de bijeenkomst zelf.
•
Het privé-overleg kwam ook aan bod. Er werd dieper ingegaan op de mate van voorbereiding van dit moment, mogelijke hulpmiddelen of werkinstrumenten en de betrokken partijen hierin.
In 2012 willen we 5 momenten voorzien voor intervisie, er wordt nog een planning opgemaakt. Mogelijke thema’s zouden o.a. de deelname en de rol van de politie zijn en de HERGO-bijeenkomst zelf zou ook verder onder de loep worden genomen.
6.5. Toekomstperspectief We betreuren dat het herstelrechtelijk aanbod niet wordt toegepast zoals dit wordt voorzien in de wet van 2006. De vastgelegde hiërarchie in de wet wordt onvoldoende benut. Dit kan uiteraard meerdere redenen hebben. Misschien is HERGO nog te weinig gekend of misschien kunnen verwijzers zich niet scharen achter deze methodiek, is er uitputting van de mogelijke instroom door een systematisch aanbod voor herstelbemiddeling op parketniveau,… We hopen dat de rondetafelgesprekken hierover meer duidelijkheid kunnen verschaffen. Op basis van de nota, opgemaakt door Lieve Bradt, wordt het gesprek met de verschillende verwijzende instanties aangegaan. Deze vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
83
rondetafelgesprekken zouden plaatsvinden in het voorjaar van 2012. De sensibiliseringsacties worden gericht naar de parketmagistraten, consulenten van de sociale dienst jeugdrechtbank, jeugdrechters, advocaten en parketcriminologen. De nota zal op basis van de verkregen informatie worden bijgestuurd en aangevuld, en zal dienen als basis voor het opstellen van een concrete handleiding voor de verwijzers met aandacht voor een duidelijke profilering van de doelgroep. De handleiding zou bekend gemaakt en verspreid worden op een studiedag rond HERGO. We kijken uiteraard vol spanning uit naar de resultaten van deze noeste arbeid en hopen dat dit mag resulteren in een hogere input in 2012. We kijken tevens met belangstelling uit wat de rondetafelgesprekken van de Staten-Generaal opleveren rond het profileren van HERGO in het traject van de beveiligde opvang. Vanuit de vaststelling dat de procedure vrij zwaar is en derhalve soms lang aansleept, achten we het als dienst belangrijk om onze kwaliteit op dit vlak te verbeteren. We evalueerden de duur van de verschillende fases binnen HERGO en willen ons graag engageren om een strikt tijdspad te hanteren. Daarbij is het de bedoeling om binnen de 6 maanden na de aanmelding het volledig proces te hebben doorlopen behoudens de uitvoering van de intentieverklaring. Dit wordt zeker een aandachtspunt voor 2012. Zoals eerder werd aangekondigd (hoofdstuk 5 herstelbemiddeling) zullen we in het voorjaar een sensibiliseringsmoment organiseren voor de jeugdadvocaten van de 3 arrondissementen van Oost-Vlaanderen in de vorm van een debatlunch. We wensen ook in 2012 terug naar de consulenten te stappen in Gent, Oudenaarde en Dendermonde. Het blijft belangrijk het aanbod bekend te maken gezien er veel personeelswissels zijn bij de diverse sociale diensten. Daarnaast willen we ook de lopende samenwerking evalueren en bijsturen waar nodig. We plannen dit in het najaar van 2012.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
84
Hoofdstuk 7 VTO en sensibilisering 7.1. Deelname aan debatten, symposia, vorming,… Datum
Titel
Organisator
Team
11/02/2011
Leiden en coachen
Informant vzw
teambegeleiders LP en HB
04/03/2011
Leiden en coachen
Informant vzw
teambegeleiders LP en HB
16/03/2011
Cursus nieuwe directies
VWV
directie
18/03/2011
Denkdag Herstelgericht werken
Steunpunt jeugdhulp
HB - HERGO
29/03/2011
Vorming Jeugdwetgeving
BAAB
HB - HERGO
05/04/2011
BinC : opleiding registratieverantwoordelijke
Steunpunt jeugdhulp
LP - GD
28/04/2011
Praten met kinderen
Suggnomè
HB - HERGO
05/05/2011
Kennismaking met islamitische visies op relaties en opvoeding
HIG
HB - HERGO
06/05/2011
Leiden en coachen
Informant vzw
teambegeleiders LP en HB
06/05/2011
Vakantiegeld in de private sector
SSC
administratie
12/05/2011
Kennismaking met islamitische visies op relaties en opvoeding
HIG
HB - HERGO
19/05/2011
Kennismaking met islamitische visies op relaties en opvoeding
HIG
HB - HERGO
31/05/2011
Methodiektraining: Praten met kinderen (rollenspelen)
Bemiddelink
HB
10/06/2011
Lunchdebat: Evoluties binnen de thuisbegeleiding - Kort en krachting: Het gedroomde doel bereikt of gaan we aan de verhelderde vraag voorbij?
COJ vzw
HB
17/06/2011
Studiedag: Jeugdsanctierecht gewikt en gewogen
Informant vzw
HB - HERGO - LP directie
17/06/2011
Leiden en coachen
Informant vzw
teambegeleiders LP en HB
24/06/2011
Intervisiedag Psychopathologie
Bemiddelink
HB
06/07/2011
BinC: opleiding registratieverantwoordelijke
Steunpunt jeugdhulp
HB - HERGO
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
85
13/09/2011
Teamdag : Analyse van de Jeugdwet
Geert De Cock
alle teamleden
16/09/2011
Psychodrama - ervaringsgroep
Centrum voor psychodrama
LP
20/09/2011
Verzekeringen
Suggnomè
HB - HERGO
22/09/2011
De poppetjes aan het dansen
Leren over Leven
LP
23/09/2011
Werken met tolken
TVGent
HB
23/09/2011
Psychodrama - ervaringsgroep
Centrum voor psychodrama
LP
28/09/2011
HERGO Moderator
Informant vzw
HERGO
29/09/2011
HERGO Moderator
Informant vzw
HERGO
29/09/2011
Hoe treed ik op als bemiddelaar bij juridische conflicten
Escala
HB - HERGO
30/09/2011
HERGO Moderator
Informant vzw
HERGO
06/10/2011
De poppetjes aan het dansen
Leren over Leven
LP
7/10/2011
Bemiddelen met hevige emoties
Bemiddelink
HERGO
13/10/2011
Hoe treed ik op als bemiddelaar bij juridische conflicten
Escala
HB - HERGO
14/10/2011
Psychodrama - ervaringsgroep
Centrum voor psychodrama
LP
20/10/2011
De poppetjes aan het dansen
Leren over Leven
LP
21/10/2011
Psychodrama - ervaringsgroep
Centrum voor psychodrama
LP
11/10/11
BinC : uitklaren parameters
Steunpunt jeugdhulp
HB - HERGO
13/10/2011
Werken aan kwaliteit
Prose
kwaliteitscoördinator
18/10/2011
Werken aan kwaliteit
Prose
kwaliteitscoördinator
24/10/2011
Project Familienetwerkberaad
COJ vzw
stagiaire LP
25/10/2011
Communicatienamiddag Stent beken[d]t
Werkgroep Stent
Directie en teambegeleider GD
27/10/2011
Hoe treed ik op als bemiddelaar bij juridische conflicten
Escala
HB - HERGO
28/10/2011
Psychodrama - ervaringsgroep
Centrum voor psychodrama
LP
15/11/2011
Beeldend werken met kinderen en gezinnen
Informant vzw
LP
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
86
16/11/2011
Trefdag : Schuldhulpverlening en burgerlijke partij in het werken met gedetineerden
Suggnomè
stagiaire HB
22/11/2011
Beeldend werken met kinderen en gezinnen
Informant vzw
LP
23/11/2011
HERGO Moderator
Informant vzw
HERGO
24/11/2011
Het hoofd aan de zijlijn
Quest-it
teambegeleiders GD en HERGO
24//11/2011
Hoe treed ik op als bemiddelaar bij juridische conflicten
Escala
HB - HERGO
24/11/2011
Beslissingen nemen: rationeel of emotioneel
EROV
directie
24/11/2011
Creatief zijn in bemiddeling… Hoe doe je dat?
BemiddeLink
HB - HERGO
24/11/2011
HERGO Moderator
Informant vzw
HERGO
25/11/2011
HERGO Moderator
Informant vzw
HERGO
25/11/2011
Creatief zijn in bemiddeling… Hoe doe je dat?
BemiddeLink
HB - HERGO
06/12/2011
Beeldend werken met kinderen en gezinnen
Informant vzw
LP
8/12/2011
Restorative justice and sexual violence
Suggnomè
HB en stagiaire
15/12/2011
Het hoofd aan de zijlijn
Quest-it
teambegeleiders GD en HERGO
Binnen het team leerproject volgen twee psychosociale begeleidsters een vierjarige opleiding. Elke Fontaine volgt de opleiding tot psychotherapeut aan het Korzybski instituut Brugge en Sabine Temmerman volgt de therapeutenopleiding ‘contextuele therapie’ bij Balans in Gent.
7.2. Voorstelling van onze werking en sensibilisering Datum
Titel
Team
31/03/2011
De Branding, jeugdpsychiatrie Melle
LP
26/04/2011
Yidam, jeugdpsychiatrie Sleidinge
LP
26/04/2011
Interview studente
HB
17/05/2011
Fioretti, jeugdpsychiatrie Gent
LP
21/06/2011
Interview studente Criminlogische wetenschappen
HB
19/07/2011
Interview studente
HB
22/09/2011
Voorstelling van de werking van de POTdiensten van
LP en GD
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
87
Gent 13/10/2011
Vorming (werken met seksueel delinquenten) aan Sociale Dienst Gent
LP
19/10/2011
Vorming (werken met seksueel delinquenten) aan Sociale Dienst Oudenaarde
LP
07/11/2011
Voorstelling HCA aan vzw Jong
teambegeleide rsHB + LP
29/11/2011
Voorstelling LP aan studenten
LP
29/11/2011
Voorstelling GD aan studenten
GD
07/12/2011
Gemeenschapsinstelling Ruiselede
HCA
7.2.1. Overleg met de gesloten gemeenschapsinstellingen Waar men in de differentiatienota rond de gemeenschapsinstellingen voorspelde dat een stuk van het cliënteel van de gemeenschapsinstellingen zou kunnen doorstromen naar de HCA-diensten, blijkt dit in de praktijk niet zo te zijn. In het najaar van 2011 zijn we dan ook langsgeweest bij de Hutten, de Markt, de Zande en de gesloten instelling in Tongeren. De gesprekken hadden tot doel elkaars werking beter te leren kennen en te zoeken naar raakvlakken of vormen van mogelijke samenwerking. Begin 2012 staat ook nog de jeugdgevangenis van Everberg op het programma.
7.2.2. Medewerking aan onderzoeksvragen/opdrachten van studenten Regelmatig wordt onze dienst gecontacteerd door studenten die in het kader van hun masterproef of doctoraat onze medewerking vragen. Soms volstaat een interview, soms wordt er een groter engagement gevraagd, zoals bv. het contacteren van of verspreiden van brieven (in hun naam) aan onze cliënten. Elke vraag die we ontvangen wordt iedere keer opnieuw afgewogen. In 2011 waren de thema’s o.a.: •
motivatie van slachtoffers om al dan niet mee te werken aan bemiddeling of HERGO
•
de beleving van hulpverleners binnen interventieprojecten die tot doel hebben recidive van minderjarigen tegen te gaan
•
ervaring en beleving van minderjarige slachtoffers van vermogens-en geweldscriminaliteit
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
88
Lijst van gebruikte afkortingen BINC
Begeleiding in cijfers (registratie-programma)
BJZ
Bijzondere jeugdzorg
CAB
Centrum Ambulante Begeleiding
CGG
Centrum Geestelijke Gezondheidszorg
COJ
Contactcomité van organisaties voor jeugdzorg
Comité V
Comité Vereffeningsfonds
DAS&V
Dienst Alternatieve Sanctie en Voogdijraad
GAS-project
Gemeentelijke Alternatieve Sanctie
GD
Gemeenschapsdienst
HB
Herstelbemiddeling
HCA O-VL
Herstelgerichte en Constructieve Afhandelingsvormen Oost-Vlaanderen
HERGO
Herstelgericht groepsoverleg
IRIS
Integrale Respons op intra-familiaal seksueel misbruik - Oudenaarde
IVA
Intern verzelfstandigd agentschap (Jongerenwelzijn)
LP
Leerproject
MOF
Een als misdrijf omschreven feit
OBC
Observatie - en behandelingscentrum
OOOC
Onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum
OS
Ouderstage
OSBJ
Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg
OVOP
Oostvlaams Overlegplatform BJZ
PAS
Project Alternatieve Sancties
RVB
Raad van Bestuur
SGGJ
Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag bij Jongeren
TBO
Teambegeleidersoverleg
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
89
Ter afsluiting Zoals u kon lezen is onze belangrijkste opdracht het organiseren en coördineren van herstelgerichte en constructieve afhandelingen binnen de provincie OostVlaanderen. Dit doen we enerzijds door het uitbouwen van een professionele samenwerking met onze partners waarbij we dialoog hoog in het vaandel dragen. Daarnaast blijven we investeren in onze medewerkers door hen een uitdagende, lerende werkomgeving aan te reiken waarbij we ieders kwaliteiten respecteren. In 2012 bouwen we verder aan kwaliteit binnen onze werking. Zo leggen we de klemtoon op het verwerken van de resultaten van de personeelstevredenheidsmeting én focussen we ons op de verbetertrajecten. Daarnaast bouwen we o.a. aan het ontwikkelen van een klachtenprocedure. Aangezien we ons terdege bewust zijn van de belangrijke positie die onze verwijzers innemen binnen onze werking willen we de samenwerking evalueren.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
90
Bijlage 1 Selectiecriteria
In de periode oktober 2007 tot en maart 2009 werd er een onderzoek gevoerd door de KUL (door Franssens, Put en Deklerk) omtrent het beleid van de jeugdmagistraat in opdracht van de Vlaamse overheid. In dit onderzoek ging men op zoek naar de beïnvloedende factoren in de verschillende fasen van het gerechtelijk traject. Men wou op deze manier meer inzicht verschaffen in het beslissingsproces van de Vlaamse parketmagistraten en jeugdrechters om een aantal beleidsgerichte aanbevelingen te formuleren naar de Vlaamse overheid en andere relevante partners. Er werden adviezen en aanbevelingen geformuleerd aan verschillende actoren. Er werd tevens een aparte aanbeveling geformuleerd naar de HCA-diensten. Het betreft aanbeveling 15, waarin men aangeeft dat het de verantwoordelijkheid van de HCA-diensten is om zich kenbaar te maken en te profileren naar de sociale diensten, het jeugdparket en de jeugdrechters. Hoewel wij als dienst reeds heel wat inspanningen leverden om ons kenbaar te maken bij verwijzers in onze arrondissementen, leert de praktijk ons dat het belangrijk is hier blijvend aandacht aan te besteden. Anderzijds beseffen we dat er naar profilering van het aanbod nog werk te verrichten valt. We hebben ons steeds onthouden om ons specifiek te profileren gezien de wettelijke criteria minimaal zijn en het invoeren van ‘subjectieve’ criteria ook een verenging zou kunnen inhouden, wat mogelijks een gemiste kans zou kunnen betekenen. Toch blijkt dat verwijzers de vraag blijven stellen naar specifieke criteria voor hergo. We hebben dan ook een werktekst opgesteld die probeert hierop een antwoord te bieden. Uiteraard is dit een voorstel en kan deze niet worden gezien als richtlijn. We hopen enkel op deze manier de discussie wat meer op gang te brengen en te stofferen. We zien dit dus niet als eindpunt maar eerder als document in evolutie. We vullen dit voorstel graag aan met de bedenkingen van verwijzers, consulenten, politie, jeugdmagistraten en jeugdadvocaten. De vermelde criteria zijn voortgekomen uit gangbare praktijken en ervaringen van onze collega’s uit andere Vlaamse HCA-diensten werkzaam in de afhandelingsvorm hergo en uit intern overleg binnen HCA Oost-Vlaanderen. De doelgroep waartoe wij ons richten zijn minderjarige daders van een ‘MOF’, vanaf de leeftijd van 12 jaar, die de eigen betrokkenheid in de feiten erkennen. vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
91
Naast deze zeer algemene wettelijke voorwaarden zijn er bijkomende indicatoren waar wij menen dat hergo een zinvol aanbod kan zijn: •
Feiten met een bepaalde maatschappelijke impact
We denken bijvoorbeeld aan brandstichting in een school waardoor niet alleen de school an sich wordt getroffen maar waar ook heel wat gevolgen zijn voor sommige medeleerlingen en personeelsleden. Ook feiten met een belangrijke impact op het onveiligheidsgevoel lijken ons zinvol. Binnen de hergo krijgt de bespreking van de maatschappelijke schade namelijk een voorname plaats. •
Feiten met een grote morele/persoonlijke impact
Feiten die personen hebben getroffen (langs dader - en slachtofferzijde): we denken hier bijvoorbeeld aan allerlei vormen van diefstal met geweld of bedreiging, steaming, vormen van opzettelijke slagen en verwondingen, hacking, homejacking, diefstal van een handtas. In deze dossiers leven er vaak nog heel wat zaken (angst, vragen, verwachtingen …), waar binnen de gerechtelijke procedure weinig of geen aandacht aan besteed wordt, maar die wel een plaats kunnen krijgen binnen een hergo. •
Veel-plegers
Daarbij denken we aan jongeren die op korte termijn meerdere feiten plegen en waarbij de jeugdrechter een krachtig signaal (stop) wil geven. Het gaat hier eerder om de opeenstapeling van feiten die zwaarte geven aan het dossier dan wel over de ernst van de feiten afzonderlijk. •
Feiten waarbij de jeugdrechter verwacht dat de confrontatie een eye opener kan betekenen voor de minderjarige.
Wanneer de minderjarige de impact van zijn handelen niet overziet en de jeugdrechter meent dat door de confrontatie met het slachtoffer het inzicht kan worden bijgebracht. De jeugdrechter dient dan wel het oordeel toegedaan te zijn dat hij ook maatschappelijk en naar de toekomst toe nog voorstellen verwacht, zo niet lijkt een herstelbemiddeling meer aangewezen. Wij hopen tevens dat er bij directe voorleidingen ook meer en meer zal gedacht worden aan het voorstel van hergo. Dit kan op voorstel van de partijen, de jeugdadvocaat, het parket en de jeugdrechter.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
92
Uiteraard zijn er ook dossiers die minder geschikt zijn voor hergo. Een korte toelichting: •
Dossiers intra familiaal geweld
We menen dat de complexiteit en voortdurendheid van deze problematiek moeilijk af te bakenen valt binnen een hergo. Een hulpverlening op langere termijn lijkt ons hier meer aangewezen. De feiten waarover men dan spreekt zijn vaak geen alleenstaande feiten en bovendien continu in evolutie. •
Diverse voorlopige maatregelen opgelegd
Wat moeilijk ligt, zijn dossiers waarbij de jongere al een zwaar maatregelenpakket is opgelegd en waarbij er nog weinig opties overschieten om zelf aan te brengen in de intentieverklaring. Dit neemt een stuk van de kracht van de hergo weg. De minderjarige is ook meestal van oordeel dat hij zijn ‘straf’ al gekregen heeft en is nog weinig gemotiveerd om nog zelf iets voor te stellen met betrekking tot herstel naar de maatschappij en als engagement naar de toekomst toe. Plaatsingen zijn geen contra-indicatie op zich. Het kan perfect dat een jongere in een gemeenschapsinstelling is geplaatst en dat we de voorbereiding van de hergo in deze fase opnemen (cfr. cumul). In sommige arrondissementen kan de jongere bij een constructief intentieplan ook vervroegd de gemeenschapsinstelling verlaten. Het is echter niet onmiddellijk onze betrachting dit na te streven. Het zou wel als sluitstuk naadloos kunnen volgen op de plaatsing. Bijkomend voordeel is dat de jongere van meet af aan een duidelijker beeld krijgt. Ook huisarrest als voorlopige maatregel, plaatsing in een voorziening BJZ of een maatregel van toezicht kunnen perfect gecombineerd worden met een hergo. In december 2010 gingen we al even aan de slag met deze criteria onder andere in ons overlegmoment met de verwijzers te Dendermonde. Het is de bedoeling om ook in 2011 verder te werken met de criteria, ze te evalueren en aan te passen waar nodig.
vzw HCA Oost-Vlaanderen
Jaarverslag 2011
93