Nitro Pro 10 Gebruikershandleiding
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
In deze Gebruikershandleiding Welkom bij Nitro Pro 10 Het gebruik van deze handleiding Snel de juiste informatie opzoeken Zoeken op trefwoorden: Online deelnemen Aan de slag met Nitro Pro 10 De gebruikersinterface van Nitro Pro 10 verkennen Een rondleiding door Nitro Pro 10 1 Menu Bestand 2 Werkbalk Snelle toegang 3 Linttabbladen 4 Informatiebalk 5 Zoekbalk 6 Documentdeelvenster 7 Zoomelementen en paginaweergave 8 Bedieningselementen voor pagina's 9 onderste Navigatiedeelvensters 10 Zijbalkvensters voor navigatie Sneltoetsen van het lint Sneltoetsen weergeven en gebruiken Software activeren Verklarende woordenlijst Een licentie voor Nitro Pro 10 kopen: Nitro Pro 10 activeren: Automatische of online activering: Handmatige of offline activering: Compatibiliteit met andere applicaties Taken en gereedschappen De gebruikersinterface aanpassen De werkbalk Snelle toegang Knop toevoegen aan de werkbalk Snelle toegang Knop verwijderen uit de werkbalk Snelle toegang Werkbalk Snelle toegang verplaatsen Geavanceerde configuratie van de werkbalk Snelle toegang Het lint minimaliseren Het lint minimaliseren Het lint weer zichtbaar maken Het lint bekijken als dit is geminimaliseerd PDF-bestand bekijken en door het bestand navigeren PDF-bestand openen PDF-bestand openen Het menu Bestand Slepen-en-neerzetten Dubbelklikken of rechtsklikken De paginaweergave wijzigen De opties voor paginaweergave wijzigen:
i
1 1 1 1 1 2 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 5 5 6 6 7 7 7 7 7 7 9 10 11 12 12 12 12 12 14 14 14 14 15 16 16 16 16 16 17 17
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Ga als volgt te werk om de paginaweergave te vergroten of verkleinen: Om De paginaweergave draaien: Om Ga als volgt te werk om een pagina automatisch recht te trekken: Zoomniveau aanpassen Het zoomgereedschap gebruiken: Zoomniveau instellen met de Paginabesturingselementen Bladeren door het document Door de pagina's bladeren Pagina's door- of terugschuiven: Deelvensters voor navigatie Deelvenster Pagina's Deelvenster Bladwijzers Deelvenster Handtekeningen Deelvenster Lagen Het deelvenster Lagen Het deelvenster Lagen weergeven Een OCG-laag weergeven of verbergen De standaardstatus van een laag herstellen Structuur van lagen uitvouwen of samenvouwen Het deelvenster Commentaar Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen Het deelvenster Bijlagen Het deelvenster Bijlagen tonen of verbergen Werken met bijlagen in het deelvenster Bijlagen Deelvenster Uitvoer Deelvenster Uitvoer weergeven Berichten in het deelvenster Uitvoer wissen Teksten zoeken Ga als volgt te werk om tekst in een document te zoeken: Ga als volgt te werk om geavanceerd te zoeken: Meerdere documenten parallel weergeven Twee of meer documenten parallel weergeven Een PDF-document tussen tabgroepen verplaatsen Een PDF-document met rechtsklikken naar een andere tabgroep verplaatsen Een PDF-document naar een andere tabgroep slepen Terugkeren naar de normale weergave Voorbeeldweergave van uw PDF-bestanden PDF-bijlage in Microsoft Outlook bekijken PDF-bijlage in Outlook bekijken: PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken: Nitro webbrowser-invoegtoepassing De Nitro webbrowser-invoegtoepassing gebruiken Invoegtoepassingen voor de Nitro webbrowser Ondersteunde webbrowsers Nitro PDF webbrowser-invoegtoepassing configureren Google Chrome configureren Microsoft Internet Explorer configureren
ii
17 18 18 19 19 19 21 21 21 22 22 23 24 24 25 25 25 25 25 26 26 27 27 27 28 28 28 29 29 29 30 30 30 30 30 31 32 32 33 33 33 34 34 34 35 35 35 35
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Mozilla Firefox configureren Bestanden openen en opslaan in een WebDAV-locatie Een WebDAV-verbinding maken in Windows Vista,7 of 8 Bestanden openen uit en opslaan naar een documentbeheersysteem (DMS) PDF-bestand maken Afdrukken naar Nitro PDF Creator 10 Een document afdrukken naar Nitro PDF Creator 10 Documenteigenschappen instellen Een PDF-document maken op basis van een willekeurig bestand Ga als volgt te werk om een PDF-document te genereren: Aangepaste instellingen voor het maken van PDF-bestanden Een PDF/A-bestand maken Over PDF/A PDF/A-1a, PDF/A-1b, PDF/A-2b en PDF/A-2u Ga als volgt te werk om PDF/A-1-conforme bestanden te maken via 'PDF van bestand': Ga als volgt te werk om PDF/A-1b-conforme bestanden te maken in Microsoft Office 2007/2010/2013: Ga als volgt te werk om PDF/A-1b-conforme bestanden te maken in Microsoft Office 2003: Ga als volgt te werk om een PDF/A-1b-bestand te maken van een scanner: Een open PDF-bestand omzetten in PDF/A-1b, PDF/A-2b of PDF/A-2u Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen Een PDF maken van een afbeelding op het klembord Een PDF-portfolio maken Ga als volgt te werk om een PDF-portfolio te maken: Geïntegreerde functie voor het maken van PDF's PDF maken met slepen en neerzetten Het bestand naar de snelkoppeling op het bureaublad slepen Het bestand naar Nitro Pro 10 slepen PDF-document opslaan PDF-document opslaan Nieuwe versie van uw PDF-document maken met Opslaan als Wijzigingen afvlakken en opslaan als een PDF-bestand Nitro PDF Creator 10Voorkeuren De voorkeuren openen voorNitro PDF Creator 10: Het dialoogvenster Nitro PDF Creator 10 Voorkeursinstellingen voor afdrukken Nitro PDF Creator 10 Pagina's Eigenschappen van PDF PDF-beveiliging Microsoft Office-bestanden vanuit Microsoft Office-applicaties naar PDF converteren Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen De instellingen van Office-invoegtoepassingen wijzigen: Voor Microsoft Office 2007/2010/2013: Voor Microsoft Office 2003-programma's: Overzicht van de instellingen van Office-invoegtoepassingen Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren Microsoft Word 2007/2010/2013
iii
35 36 36 37 38 39 39 39 40 40 41 43 43 43 43 44 44 44 44 45 45 46 46 47 47 47 47 48 48 48 49 50 50 50 50 51 52 52 53 54 54 54 54 54 56 56
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een PDF maken Een beveiligde PDF maken Een PDF/A-1b compatibele PDF maken De instellingen voor PDF-conversie wijzigen Microsoft Word 2003 Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren Microsoft Excel 2007/2010/2013 Een PDF maken Een beveiligde PDF maken Een PDF/A-1b compatibele PDF maken De instellingen voor PDF-conversie wijzigen Microsoft Excel 2003 Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren Microsoft PowerPoint 2007/2010/2013 Een PDF maken Een beveiligde PDF maken Een PDF/A-1b compatibele PDF maken De instellingen voor PDF-conversie wijzigen Microsoft PowerPoint 2003 Voorbeeldweergave van uw PDF-bestanden Microsoft Outlook 2007/2010/2013 Een enkele e-mail naar PDF converteren: Een enkele e-mail naar PDF converteren: Meerdere e-mails naar PDF converteren: Een hele map naar PDF converteren: De instellingen voor PDF-conversie wijzigen: Scannen en OCR PDF maken van scan Ga als volgt te werk om papieren om te zetten in PDF-bestanden: Instellingen voor beeldcompressie Optische tekenherkenning (OCR) Extra opties Instellingen voor beeldcompressie Beeldcompressie Kleur/grijswaarde Zwart/wit Kwaliteit OCR OCR-voorkeuren OCR-voorkeuren configureren Algemene OCR-voorkeuren Een papieren document scannen met OCR Een papieren document scannen met OCR: Een bestaande PDF scannen met OCR Een document scannen met OCR: Bepaalde pagina's in een document scannen voor OCR: Problemen oplossen met OCR Controleren en commentaar invoeren
iv
56 56 56 56 56 57 57 57 57 57 57 57 58 58 58 58 58 58 58 59 59 59 59 59 59 59 62 63 63 63 64 64 65 65 65 65 65 66 67 67 67 69 69 70 70 70 71 72
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Notities toevoegen of bewerken Een notitie toevoegen: De eigenschappen van notities wijzigen: Standaardeigenschappen van notities Commentaar beantwoorden: Een notitie verwijderen: Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties Tekst markeren Markering verwijderen Eigenschappen van markering wijzigen Een aantekening beantwoorden Markering verwijderen Commentaar beheren en bekijken Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen Commentaar uitvouwen of samenvouwen Commentaar verwijderen Een notitie beantwoorden Commentaar beantwoorden Commentaar sorteren Commentaar sorteren Alle commentaar tonen of verbergen Commentaar uit meerdere bestanden samenvoegen Commentaar exporteren uit een feedbackbestand Commentaar van meerdere personen in één PDF importeren Commentaar samenvatten Commentaar samenvatten in PDF Commentaar samenvatten om af te drukken Voorkeuren voor afdrukken en samenvatten wijzigen Markeren met vormen en tekenfuncties Een lijn, pijl, rechthoek of ovaal toevoegen: Vrije vormen tekenen: Een toelichting aan een tekening toevoegen: De stijl of eigenschappen van een tekening wijzigen: Standaardopmaak voor de toelichtingen bij een tekening instellen: Een rechte lijn veranderen in een pijl: Een tekening verwijderen: Tekstvakken en toelichtingen Een tekstvak met commentaar toevoegen Tekst in een bestaand tekstvak bewerken De vormgeving van een tekstvak met commentaar wijzigen De plaats of het formaat van een tekstvak wijzigen De standaardvormgeving van tekstvakken instellen Een tekstvak verwijderen Afstand, gebied en omtrek meten Meten kalibreren Afstand meten Gebied meten Omtrek meten
v
73 73 73 73 73 74 75 75 75 75 76 76 77 77 77 77 78 78 79 79 80 81 81 81 82 82 82 82 84 84 84 84 84 85 85 85 86 86 86 86 86 87 87 88 88 88 88 89
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Voorkeuren van het gereedschap Meten Wissen Een object wissen Bestanden als aantekeningen bijvoegen Een bestand als aantekening bijvoegen De weergave of eigenschappen van een bestandsbijlage wijzigen Een bestandsbijlage openen Een bestandsbijlage opslaan PDF-bestanden vergelijken Contextuele wijzigingen weergeven Inhoud vergelijken: De resultaten begrijpen: Alleen verschillen weergeven Visueel vergelijken: De resultaten begrijpen: PDF-bestanden converteren PDF naar Microsoft Word converteren PDF naar Microsoft Word converteren PDF naar Microsoft Excel converteren PDF naar Microsoft Excel converteren PDF naar afbeelding converteren PDF naar afbeelding converteren PDF naar Rich Text converteren PDF naar Rich Text converteren PDF naar onbewerkte tekst converteren PDF-bestand naar onbewerkte tekst converteren: Export-instellingen PDF naar Word en RTF Paginaopmaak Afbeeldingen Tabellen Kop- en voettekst Geavanceerd tekstherstel Tekst en afbeeldingen selecteren en kopiëren Een hele pagina tekst in een PDF-document kopiëren Tekst in een PDF-document selecteren Afbeeldingen in een document selecteren en kopiëren Een snapshot maken Alle afbeeldingen ophalen Afbeeldingen ophalen uit PDF-bestanden Werken met formulieren Formulieren invullen en opslaan Digitaal formulier met interactieve velden invullen Formulier opslaan Een formulier terugzetten Handtekening stempelen met QuickSign Een QuickSign-handtekeningstempel maken Uw webcam gebruiken: Het toetsenbord gebruiken:
vi
89 90 90 91 91 91 91 91 92 92 92 92 92 92 93 94 95 95 96 96 97 97 98 98 99 99 100 100 100 101 101 101 102 102 102 102 103 104 104 105 106 106 106 107 108 108 108 108
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een foto of gescande afbeelding gebruiken: Een handtekeningpad van Topaz gebruiken: Uw handtekeningen beheren Formulieren Formuliervoorkeuren Formuliervoorkeuren bewerken Formulieren opstellen Een formulierveld toevoegen Een formulierveld bewerken Gereedschappen voor formuliervelden Formulierveldkenmerken Algemeen Vormgeving Actie Een tekstveld maken Een tekstveld toevoegen Een tekstveld bewerken Een veld voor een selectievakje maken Een veld voor een selectievakje toevoegen Een formulierveld voor een selectievakje bewerken Een veld voor een keuzerondje toevoegen Een keuzerondje toevoegen: Een veld met een keuzerondje bewerken: Een veld voor een keuzelijst met invoervak maken Een veld voor een keuzelijst met invoervak toevoegen Een formulierveld voor een keuzelijst met invoervak bewerken Een keuzelijstveld maken Een keuzelijstveld toevoegen Een keuzelijstveld voor een formulier bewerken Een knopveld maken Een knopveld toevoegen Een formulierveld voor een knop bewerken Een veld voor een digitale handtekening maken Een nieuw formulierveld voor een digitale handtekening maken Een formulierveld voor een digitale handtekening bewerken Meerdere velden maken Een batch gelijke velden maken Tabvolgorde instellen De tabvolgorde instellen Meerdere velden bewerken, uitlijnen en indelen De vormgeving van meerdere velden bewerken De uitlijning en ruimte tussen formuliervelden instellen Formuliervelden op een raster uitlijnen Het raster tonen of verbergen Uitlijnen op raster in- of uitschakelen Rasterweergave aanpassen Eenheden en rastervoorkeuren Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden opnieuw gebruiken
vii
108 109 109 111 111 111 112 112 112 113 114 114 114 115 116 116 117 118 118 118 119 119 119 120 120 120 121 121 121 122 122 122 123 123 123 124 124 125 125 126 126 126 127 127 127 127 127 129
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een vormgeving maken voor een formulierveld Een vormgeving toepassen op een formulierveld Formuliergegevens importeren en exporteren Gegevens uit een PDF-document exporteren Gegevens in een PDF-document importeren Formuliergegevens opnieuw instellen Formuliergegevens opnieuw instellen Uw eigen resetknop maken Formuliergegevens verzenden Een verzendknop maken Velden tonen of verbergen Velden tonen/verbergen Veldgegevens berekenen Een berekening opstellen JavaScript JavaScripts zoeken Veldscripts JavaScript-console Documentacties JavaScripts op documentniveau JavaScripts op mapniveau JavaScripts kopiëren en plakken JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken JavaScript op documentniveau Een JavaScript op documentniveau schrijven Aangepast JavaScript voor berekening toevoegen of bewerken Een berekeningsscript schrijven Vereenvoudigde veldnotaties toevoegen Een vereenvoudigde veldnotatie toevoegen De JavaScript-console gebruiken De JavaScript-console gebruiken Uitvoer- en JavaScript-fouten weergeven Het deelvenster Uitvoer openen Ondersteunde JavaScript-objecten App-object Color-object Console-object Event-object Field-object Global-object Identity-object Link-object This-object Util-object OCG-object Eigenschappen en methoden Voorbeeld:
viii
129 129 130 130 130 131 131 131 132 132 133 133 134 134 135 136 136 136 136 136 137 138 139 139 140 140 141 141 142 142 143 143 144 144 145 146 147 148 149 150 153 154 155 156 158 159 159 159
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bewerken Tekst Afbeeldingen Bestanden Verwante informatie Tekst toevoegen of bewerken Om Tekst toevoegen: Slimme uitlijning Om Tekst bewerken: Tekst verplaatsen Ga als volgt te werk om een alinea of afbeelding te verwijderen: Tekst afvlakken Kop- en voettekst Alle beheerde kop- en voetteksten weergeven Profielen beheren en het menu Toepassen op document configureren Nieuwe koptekst of voettekst aan een profiel toevoegen Een kop- of voettekstprofiel importeren of exporteren Kop- of voettekst in uw PDF-document invoegen Alle kop- en voettekst uit een document verwijderen Watermerken en achtergronden Alle beheerde watermerken weergeven Profielen beheren en het menu Toepassen op document configureren Een nieuw watermerk of nieuwe achtergrond aan een profiel toevoegen Een watermerkprofiel importeren of exporteren Een watermerk of achtergrond in een PDF-document invoegen Alle watermerken en achtergronden uit een document verwijderen Bates-nummers Bates-nummers aan een PDF toevoegen Bates-nummers aan een reeks PDF-bestanden toevoegen Bates-nummers uit een PDF-bestand verwijderen: Bestanden bijvoegen Een bestand op documentniveau bijvoegen Afbeeldingen Een afbeelding invoegen Afbeeldingen invoegen Een afbeelding ophalen Een afbeelding ophalen Afbeeldingen verwijderen Een afbeelding verwijderen Meerdere afbeeldingen selecteren Afbeeldingen bewerken Afbeeldingen rangschikken Afbeeldingen bewerken Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden De grootte van afbeeldingen wijzigen Een afbeelding bijsnijden De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen De kleurruimte van een afbeelding wijzigen
ix
160 160 160 160 160 161 161 162 162 162 163 163 164 164 164 164 165 165 165 166 166 166 166 167 167 167 169 169 169 169 170 170 171 172 172 173 173 174 174 174 175 175 175 176 176 176 177 177
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Afbeeldingen vervangen Een afbeelding vervangen Een PDF-bestand optimaliseren Ga als volgt te werk om een PDF-bestand te optimaliseren: Instellingen voor beeldoptimalisatie Comprimeren Verkleinen Beschikbare instellingen voor beeldoptimalisatie Web Kantoorkwaliteit Professionele kwaliteit Zoveel mogelijk als origineel Afbeeldingen ongewijzigd laten Aangepast Documenteigenschappen Documenteigenschappen weergeven Documentinformatie en metagegevens Documentinformatie of metagegevens toevoegen of bewerken Eigen metagegevensvelden toevoegen of bewerken Documentbeveiliging De beveiliging van een bestand weergeven Lettertypen Bekijken welke lettertypen in een document zijn gebruikt Eigenschappen Eerste weergave Eigenschappen voor eerste weergave instellen Redactie Markeren voor redactie Tekst markeren voor redactie Een afbeelding markeren voor redactie Pagina's markeren voor redactie Markeringen op pagina's herhalen Een redactiemarkering verwijderen Redacties toepassen Redactie-eigenschappen instellen Redactiecodes Zoeken en redigeren Metagegevens verwijderen Redenen voor het verwijderen van metagegevens Metagegevens verwijderen Koppelingen Een koppeling toevoegen Een koppeling aan een PDF-document toevoegen Koppelingen bewerken De vormgeving van koppelingen in PDF-documenten bewerken Een standaardstijl voor koppelingen instellen Koppelingen uitlijnen, vergroten/verkleinen en verplaatsen De plaats en eigenschappen van koppelingen vergrendelen en ontgrendelen Koppelingen verwijderen
x
178 178 179 179 180 180 180 180 180 180 181 181 181 181 182 182 183 183 183 184 184 185 185 186 186 187 187 187 188 188 188 189 189 189 189 191 192 192 192 193 194 194 195 195 195 195 195 196
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Automatische paginakoppelingen Paginakoppelingen maken Webkoppelingen van URL's maken Actieve webkoppelingen maken Automatisch trefwoordkoppelingen maken Trefwoordkoppelingen maken Bladwijzers Bladwijzers in een PDF-document bekijken Een PDF-document zodanig configureren dat het met het deelvenster Bladwijzers wordt geopend Bladwijzers bekijken en gebruiken Het deelvenster Bladwijzers openen Het lettertype in het deelvenster Bladwijzers vergroten of verkleinen Een bladwijzer maken Een bladwijzer aan een PDF-document toevoegen Een kop of tekst als bladwijzer instellen Automatisch bladwijzers maken Automatisch bladwijzers maken Bladwijzerkenmerken selecteren Tekstmaskers . ^ $ [] [^] \ * + ? () | Bladwijzers bewerken De actie van een bladwijzer instellen Een bladwijzer verwijderen Alle bladwijzers verwijderen De naam van een bladwijzerlabel wijzigen De weergave van bladwijzers wijzigen De volgorde van bladwijzers wijzigen Bladwijzers groeperen Beveiliging Wachtwoordbeveiliging Certificaatbeveiliging De beveiliging van een bestand weergeven Instellingen voor bevoegdheden Wachtwoordbeveiliging PDF-bestanden beveiligen met een wachtwoord Wachtwoordbeveiliging beheren
xi
197 197 198 198 199 199 200 200 200 201 201 201 202 202 202 203 203 203 204 204 204 205 205 205 205 206 206 206 206 206 207 207 207 207 207 207 208 208 209 209 209 209 210 211 211 211
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Wachtwoordbeveiliging toepassen met een specifiek profiel Certificaatbeveiliging PDF-bestanden beveiligen met een certificaat Certificaatbeveiliging beheren Certificaatbeveiliging toepassen met een specifiek profiel Beveiligingsprofielen Uw beveiligingsprofielen weergeven Een nieuw beveiligingsprofiel toevoegen Een beveiligingsprofiel bewerken Een beveiligingsprofiel verwijderen JavaScript-beveiliging JavaScript uitschakelen Integratie van Microsoft RMS Een RMS-account aanmaken Een PDF-bestand beveiligen met RMS Digitale id's Digitale id's beheren Een digitale id maken Een digitale id importeren Een digitale id exporteren Een digitale id via e-mail exporteren Vertrouwde contacten beheren Een vertrouwd contact toevoegen Een contact-id exporteren Openbare sleutelcertificaten uitwisselen Digitale handtekeningen Documenten digitaal ondertekenen Een document digitaal ondertekenen De vormgeving van handtekeningen aanpassen Een nieuwe digitale handtekening maken De vormgeving van een digitale handtekening bewerken Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren Deelvenster Handtekeningen Statuspictogrammen voor PDF-documenten Handtekeningen en certificaten op de pagina van een PDF-document bekijken PDF-bestanden certificeren Redenen voor het certificeren van een document Een PDF-document certificeren Handtekening met digitale tijdstempel Instellingen van digitale tijdstempel beheren Invoegtoepassingen van derden Invoegtoepassingen van derden beheren Evernote Evernote instellen Naar Evernote verzenden PDF-bestand naar Evernote verzenden Geselecteerde tekst naar Evernote verzenden Afbeelding naar Evernote verzenden
xii
211 213 213 213 214 215 215 215 215 215 216 216 217 217 217 218 219 219 219 219 219 221 221 221 221 222 223 223 224 224 224 225 225 225 225 227 227 227 229 229 230 230 231 231 231 231 231 231
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen 232 Bestanden samenvoegen in PDF 233 Bestanden samenvoegen in PDF vanuit een map of vanaf het bureaublad 233 Bestanden in Nitro Pro samenvoegen in PDF 233 Pagina's opstellen 234 U kunt op een van de volgende manieren toegang krijgen tot de functies voor het rangschikken van pagina's: 234 Pagina's bijsnijden, vergroten of verkleinen 235 Ga als volgt te werk om pagina's bij te snijden met het hulpmiddel Bijsnijden: 235 Ga als volgt te werk om pagina's bij te snijden met het Het dialoogvenster Bijsnijden: 235 Pagina's draaien 236 Ga als volgt te werk om een PDF-document tijdelijk te draaien terwijl u het bekijkt: 236 Ga als volgt te werk om pagina's in een PDF-document permanent te draaien: 236 Om Ga als volgt te werk om een pagina automatisch recht te trekken: 236 Pagina's ophalen 237 Pagina's ophalen 237 Pagina's verwijderen 238 Pagina's verwijderen met de functie Pagina's verwijderen 238 Pagina's verwijderen via het deelvenster Pagina's 238 Pagina's in een andere volgorde zetten 239 De volgorde van pagina's wijzigen in het deelvenster Pagina's 239 Pagina's invoegen 240 Ga als volgt te werk om pagina's in een PDF-bestand in te voegen: 240 Ga als volgt te werk om pagina's uit een ander PDF-document te kopiëren: 240 Pagina's splitsen 241 Navigatieproblemen voorkomen 241 Splitsen in groepen pagina's 242 Een PDF in groepen pagina's splitsen 242 Splitsen op bladwijzers 243 Splitsen op bladwijzers 243 Splitsen op paginabereik 244 Splitsen op paginabereik 244 Batchverwerking 246 Een batchproces uitvoeren 246 Een batchvolgorde uitvoeren 246 Een nieuwe batchvolgorde maken 246 Een batchvolgorde bewerken 247 Toegankelijkheid 248 Tekst naar spraak 248 Tekst naar spraak starten en stoppen: 248 Tekst naar spraak pauzeren en hervatten: 248 De vorige of volgende alinea laten voorlezen: 248 De huidige alinea herhalen: 248 Tekst naar spraak in Windows configureren: 248 PDF-documenten afdrukken 250 Om Een PDF-document afdrukken: 250 Om Batches afdrukken: 250
xiii
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-documenten per e-mail verzenden PDF als e-mailbijlage verzenden Acties ongedaan maken en opnieuw uitvoeren Handeling ongedaan maken Meerdere handelingen tegelijk ongedaan maken Ongedaan gemaakte handeling opnieuw uitvoeren Meerdere handelingen tegelijk opnieuw uitvoeren Voorkeuren De voorkeuren openen Uitleg van de voorkeursinstellingen Vormgeving van interface Commentaar: Pop-upnotities Commentaar: Afdrukken en samenvatten PDF vergelijken Visueel vergelijken PDF vergelijken inhoud vergelijken Conversie Geavanceerd tekstherstel Conversie Excel Conversie: Afbeeldingen ophalen Conversie: Onbewerkte tekst Conversie: Word en Rich Text Kop- en voettekst Conversie: Word en Rich Text Afbeeldingen Conversie: Word en Rich Text Pagina-indeling Conversie: Word en Rich Text Tabellen PDF maken van HTML PDF maken van Microsoft Excel PDF maken van Microsoft PowerPoint PDF maken van Microsoft Publisher PDF maken van Microsoft Word Digitale handtekening: Vormgeving Digitale handtekening Tijdstempelservers Formulieren Algemeen Identiteit Internettoegang JavaScript Meten Meldingen OCR Paginaweergave Invoegtoepassingsbeheer QuickSign Spellingcontrole Eenheden en raster Help-opties De groepen in het tabblad Help Help Online support Product
xiv
252 252 253 253 253 253 253 254 254 254 254 254 254 255 255 255 256 256 256 256 256 257 257 257 257 258 258 258 258 258 258 259 259 259 259 260 260 260 261 261 261 261 261 263 263 263 263 263
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Demo verlopen (verschijnt alleen als Nitro Pro 10 niet is geactiveerd) Licentieverlening (verschijnt alleen als Nitro Pro 10 is geactiveerd) Onverwachte afsluiting Storingsrapport AutoHerstel bij storing Product Tour Product Tour openen Het venster Product Tour niet weergeven bij opstarten Online-Help Support-functies Technische gegevens verzamelen De printer Nitro PDF Creator opnieuw installeren Microsoft Office-invoegtoepassingen bijwerken Bijlage Aantekeningenlaag en inhoudslaag Voorbeelden Tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatsen Afdrukopties Ingesloten lettertypen Lettertypen insluiten
xv
263 263 263 263 264 265 265 265 266 267 267 267 267 268 269 269 270 270 271 271
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Welkom bij Nitro Pro 10 Het gebruik van deze handleiding Deze gebruikershandleiding bevat een reeks taakgerichte onderwerpen, waarin de verschillende manieren worden beschreven waarmee u met gebruik van Nitro Pro 10 met PDF-bestanden kunt werken. De handleiding is verdeeld in drie hoofdstukken, of stappen, om u te helpen zo snel mogelijk aan de gang te kunnen met Nitro Pro 10. 1. Aan de slag metNitro Pro 10: activeer uw licentie en leer de verschillende aspecten van de gebruikersinterface kennen. 2. Taken en gereedschappen: gedetailleerde informatie over het gebruik van alle functies van Nitro Pro 10 en hoe specifieke taken in uw PDF-bestanden worden uitgevoerd. 3. Help-opties: informatie over de verschillende manieren waarop u met uw PDF-bestanden kunt werken en hoe hoe hulp kunt krijgen als er problemen optreden. Nitro Pro 10
Snel de juiste informatie opzoeken Voor gedetailleerde informatie over een bepaalde functie in Nitro Pro 10 kunt u deze handleiding doorzoeken met gebruik van trefwoorden. Bijvoorbeeld: als u meer wilt weten over het beveiligen van uw PDF-bestanden, zoekt u naar de trefwoorden 'beveiliging' of 'wachtwoord' om snel de juiste informatie te vinden.
Zoeken op trefwoorden: l
l
PDF van de gebruikershandleiding: druk op Ctrl+F op uw toetsenbord en typ een trefwoord of zin in het zoekvenster. Gebruikershandleiding in de software: klik op het tabblad Zoeken en typ een trefwoord of zin.
Online deelnemen Nitro moedigt actieve deelname van gebruikers aan en luistert naar uw feedback. Bezoek het online forum via het tabblad Help en leer van de ervaringen van andere gebruikers van Nitro Pro 10, of wissel tips uit met gebruikers die gelijksoortig werk uitvoeren in hun PDF-bestanden. Ga naar http://forums.nitropdf.com/ als u aan het forum wilt deelnemen.
1
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Aan de slag met Nitro Pro 10 Selecteer een van de volgende onderwerpen om aan de slag te gaan met Nitro Pro 10: l De gebruikersinterface verkennen l Sneltoetsen van het lint l Compatibiliteit met andere applicaties
2
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
De gebruikersinterface van Nitro Pro 10 verkennen Nitro Pro 10 is zo ontworpen dat er meer ruimte is voor krachtige hulpmiddelen, terwijl de software bovendien gebruiksvriendelijker is dan vorige versies. Alle functies zijn gegroepeerd in thematische tabbladen. Daardoor kunt u razendsnel aan de slag met uw PDF-bestand en hoeft u minder lang te zoeken naar het hulpmiddel dat u nodig hebt.
Een rondleiding door Nitro Pro 10 De gebruikersinterface van Nitro Pro 10 is opgedeeld in 10 hoofdgebieden. Hieronder volgt een uitgebreide omschrijving van de functies in elk gebied. De gebieden worden met de klok mee beschreven, beginnend bij het menu Bestand:
de 10 hoofdgebieden - hieronder nader omschreven
1 Menu Bestand Het menu Bestand bevat de algemene bedieningsopties voor het openen, opslaan, afdrukken, optimaliseren en verzenden van PDF-bestanden.
3
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
2 Werkbalk Snelle toegang De werkbalk Snelle toegang kan naar uw wensen worden aangepast en biedt toegang tot de bedieningselementen die u het meest gebruikt. Deze bedieningselementen zijn altijd zichtbaar, ook wanneer u naar een ander tabblad op het lint gaat. Raadpleeg De werkbalk Snelle toegang voor meer informatie.
3 Linttabbladen Het lint in Nitro Pro 10 is zo ontworpen dat het intuïtief werkt voor iedereen die Microsoft Office 2013 kent. U vindt in het lint series met hulpmiddelen die zijn gegroepeerd in tabbladen op basis van hun taken. Wanneer u bijvoorbeeld opmerkingen en notities aan een PDF-bestand wilt toevoegen, dient u in het tabblad Home, in het venster Extra de knop Opmerking toevoegen of Tekst opmaken te selecteren.
4 Informatiebalk De informatiebalk wordt automatisch getoond en bevat informatie wanneer speciale functies in een PDFbestand uw aandacht vereisen. Als een document bijvoorbeeld is versleuteld of interactieve formuliervelden bevat, maakt de informatiebalk u daar alert op zodra u het bestand opent.
5 Zoekbalk Via de zoekbalk kunt u snel zoeken naar woorden of zinnen in uw PDF-bestand. U kunt bovendien de zoekresultaten beperken tot hoofdlettergevoelige woorden of hele woorden. Zie Tekst zoeken en vinden voor meer informatie.
6 Documentdeelvenster Het bekijken en bewerken van een PDF-bestand gebeurt via het Documentdeelvenster. Dit venster werkt met tabbladen, zoals de meeste webbrowsers: wanneer u een document opent, wordt dit in een nieuw tabblad getoond. U kunt de tabbladen horizontaal of verticaal ordenen. Meer informatie? Zie Meerdere documenten in parallelweergave.
7 Zoomelementen en paginaweergave U kunt snel het zoomniveau van het PDF-bestand wijzigen om de weergavegrootte van een pagina te vergroten of verkleinen. U kunt het zoomniveau bedienen via de schuifbalk. Bovendien kunt u handmatig een waarde tot 6400% invoeren. Met de paginaweergave-elementen kunt u instellen hoeveel pagina's op het scherm worden getoond. Zie Het zoomniveau aanpassen en De paginaweergave aanpassen voor meer informatie.
8 Bedieningselementen voor pagina's Met deze knoppen kunt u door pagina's in uw PDF-bestand bladeren, naar het begin of einde van een document springen of vooruit of achteruit bladeren door uw leesgeschiedenis. Raadpleeg Een PDF-bestand bekijken en navigeren voor meer informatie. Zie Notities toevoegen of bewerken, Aantekeningen maken met tekstmarkeringsfuncties en Het lint minimaliseren voor meer informatie.
4
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
9 onderste Navigatiedeelvensters Een serie deelvensters die horizontaal worden geopend onderin het hoofdvenster van Nitro Pro 10. De onderste navigatiedeelvensters passen zich aan de context aan en zijn alleen zichtbaar wanneer ze informatie kunnen weergeven: l Commentaar: Dit navigatiedeelvenster biedt een overzichtelijke manier om aantekeningen in een PDF-bestand te bekijken, sorteren, beantwoorden en verwijderen l Bijlagen: Biedt een overzichtelijke manier om bijlagen in een PDF-bestand te bekijken, openen, op te slaan, toe te voegen en te verwijderen. l Uitvoer: Wordt getoond wanneer er JavaScript of een systeembericht uw aandacht vereist Raadpleeg Het deelvenster Commentaar, Het deelvenster Bijlagen en Het deelvenster uitvoer voor meer informatie.
10 Zijbalkvensters voor navigatie Een serie deelvensters die verticaal worden geopend, links in het venster van Nitro Pro 10. De zijbalkvensters voor navigatie passen zich aan de context aan en zijn alleen zichtbaar wanneer ze informatie kunnen weergeven: l Zoeken en redigeren: Helpt u om zoekwoorden of zinnen in een PDF-bestand te vinden en te redigeren l Pagina's: Biedt een miniatuurweergave van alle pagina's in een PDF-bestand en bevat hulpmiddelen in een rechtermuisklikmenu, zodat u pagina's kunt samenstellen en bewerken l Geavanceerd zoeken: Markeert alle gevonden zoektermen en stelt u in staat om naar de locatie van die zoektermen in het document te gaan l Bladwijzers: Toont de bladwijzerstructuur in een PDF-bestand en stelt u in staat om bladwijzers te maken, hernoemen en verwijderen l Handtekeningen: Toont de digitale handtekeningen in een PDF-bestand, inclusief informatie en de geldigheid van elke handtekening l Lagen: Hiermee kunt u interactieve lagen voor optische inhoudsgroepen (Optical Content Groups; OCG's) wel of niet weergeven wanneer deze aanwezig zijn in een PDF-bestand Raadpleeg Navigatiedeelvensters, Het deelvenster Lagen en Redigeren voor meer informatie.
5
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Sneltoetsen van het lint Net als in de meeste programma's hebben alle opdrachten en gereedschappen op de linttabbladen corresponderende sneltoetsen voor snelle activering. U kunt de beschikbare sneltoetsen (inclusief de toetsen voor opdrachten op het actieve tabblad) gemakkelijk weergeven, zodat u ze snel uit uw hoofd kunt leren.
Sneltoetsen weergeven en gebruiken 1. Druk op de toets Alt. Op elke opdracht in de huidige weergave ziet u de letter voor de bijbehorende sneltoets. 2. Druk op de letter voor de gewenste opdracht. 3. Afhankelijk van de toets waarop u drukt, worden mogelijk meer sneltoetsen weergegeven. Als u bijvoorbeeld op R drukt, wordt het tabblad Controleren weergegeven, met de sneltoetsen voor de functies in dat tabblad.
6
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Software activeren Als u Nitro Pro 10 wilt blijven gebruiken nadat de demoperiode is verlopen, moet u een licentie kopen. Deze licentie moet op uw computer worden geactiveerd. De activering koppelt softwarelicentie aan de computer waarop deze is geïnstalleerd, zodat u zeker weet dat u een officieel Nitro-product heeft aangeschaft.
Verklarende woordenlijst In dit onderwerp worden de volgende termen gebruikt: l l
l
l
l
Serienummer: een uniek nummer dat is toegewezen aan uw licentie voor Nitro Pro 10. Activering: een softwareproces waarbij de authenticiteit van uw geïnstalleerde versie van Nitro Pro 10 wordt gevalideerd, om te voorkomen dat de software door andere personen op andere computers kan worden gebruikt (het aantal keer dat het serienummer kan worden geactiveerd, is afhankelijk van het type licentie dat u heeft gekocht). Computer-id: een uniek nummer ter identificatie van hardware, dat is afgeleid uit de fysieke componenten van uw computer. Installatie-id: een uniek identificatienummer dat is afgeleid uit een combinatie van uw serienummer en computer-id. Deactivering: het proces waarbij het serienummer als het ware wordt losgekoppeld van uw computer, zodat u Nitro Pro 10 op een andere computer kunt installeren.
Een licentie voor Nitro Pro 10 kopen: 1. Klik op Nu online kopen in het tabblad Help. 2. Volg de instructies op het scherm om een licentie te kopen en een serienummer te verkrijgen.
Nitro Pro 10 activeren: Automatische of online activering: 1. 2. 3. 4. 5.
Ga in het tabblad Help naar de groep Product. Klik op Info over Nitro Pro. Klik op Activeren. Voer uw serienummer in het tekstvak in en klik op Activeren. In het dialoogvenster voor activering wordt een melding weergegeven dat de licentie is geactiveerd.
OPMERKING: Als u de licentie wilt deactiveren, volgt u de bovenstaande stappen en klikt u op Deactiveren wanneer u hierom wordt gevraagd.
Handmatige of offline activering: 1. 2. 3. 4.
7
Ga in het tabblad Help naar de groep Product. Klik op Info over Nitro Pro. Klik op Activeren. Klik op Geavanceerd en vervolgens op Handmatig.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
5. Ga op een computer met internetverbinding naar http://www.nitropdf.com/activation. 6. Klik op Website voor handmatige activering bezoeken en let op het adres van de website (URL) die wordt geopend. 7. Voer uw serienummer in op de hiervoor bestemde plaats op de webpagina, en voer de installatieid in die wordt getoond in het dialoogvenster Activeren van Nitro Pro 10. 8. Klik op de knop om uw activeringscertificaat te genereren. 9. Kopieer de tekens van het activeringscertificaat en sla deze gegevens op in een tekstbestand. Kopieer dit tekstbestand naar een USB-stick of ander opslagapparaat. 10. Ga terug naar het dialoogvenster Activeren in Nitro Pro 10. 11. Klik op Volgende en voer uw serienummer van Nitro Pro 10 in. 12. Open het tekstbestand met het activeringscertificaat, kopieer de tekens en plak ze in het dialoogvenster Activeren. 13. Klik op Activeren. 14. In het dialoogvenster voor activering wordt een melding weergegeven dat de licentie is geactiveerd. OPMERKING: in het onderwerp Licentie en activering in deze handleiding kunt u lezen waar u uw serienummer kunt vinden.
8
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Compatibiliteit met andere applicaties PDF (afkorting voor Portable Document Format) is de meest gebruikte norm voor de online verspreiding en uitwisseling van digitale documenten tussen talloze persoonlijke en professionele gebruiksomgevingen. Enkele van de vele voordelen van het gebruik van PDF-documenten zijn: l PDF is nu een norm met ISO-certificering en wordt niet langer meer uitsluitend door Adobe beheerd, hetgeen betekent dat alle softwareleveranciers nu de vrijheid hebben om PDFfunctionaliteit in hun applicaties op te nemen. l PDF is compatibel met alle computerplatformen, zoals Windows, Mac en Linux. l Als u in Nitro Pro 10 een PDF maakt of wijzigt, zal het document in andere PDF-viewers op precies dezelfde wijze worden weergegeven, zolang aan de PDF-specificatie wordt voldaan. l PDF-documenten die in een andere PDF-applicatie zijn samengesteld (bijv. Adobe Acrobat), worden in Nitro Pro 10 op precies dezelfde wijze weergegeven als ze worden geopend.
9
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Taken en gereedschappen In dit hoofdstuk vindt u gedetailleerde instructies voor het uitvoeren van verschillende taken met gebruik van de afzonderlijke gereedschappen en wordt informatie over hun instellingen gegeven. Tevens vindt u hier informatie over het wijzigen van het standaardgedrag van Nitro Pro 10 en het maken en bewerken van PDF-documenten. Verdere informatie hierover kunt u vinden in: l PDF-bestand openen l PDF-bestand bekijken en door het bestand navigeren l PDF-bestand maken l Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen l Scannen en OCR l Controleren en commentaar invoeren l PDF exporteren l Formulieren l Bewerken l Redactie l Koppelingen l Bladwijzers l Beveiliging l Invoegtoepassingen van derden l Gebruikersinterface aanpassen
10
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
De gebruikersinterface aanpassen De interface van Nitro Pro 10 kan optimaal op uw werkprocessen worden afgestemd. In de volgende onderwerpen vindt u verdere informatie over het maken van koppelingen naar uw favoriete gereedschappen en het rangschikken van de indeling van uw werkbalk: l De werkbalk Snelle toegang l Het lint minimaliseren
11
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
De werkbalk Snelle toegang Zoals de naam al aangeeft, kunt u met de werkbalk Snelle toegang een makkelijk toegankelijke groep snelkoppelingen opstellen die rechtstreeks toegang geven tot de meest gebruikte gereedschappen. De werkbalk Snelle toegang geeft standaard toegang tot de volgende functies: l De Nitro-knop: hiermee kunt u maximaliseren, minimaliseren, vergroten/verkleinen of sluiten. Nitro Pro 10 l Openen: hiermee kunt u een PDF op uw vaste schijf opzoeken en openen. l Opslaan: sla het huidige bestand op en vervang de oude versie van het bestand door de versie met uw laatste veranderingen. Raadpleeg PDF-document opslaan voor meer informatie. l Afdrukken: stuur het huidige PDF-document naar een printer of naar Nitro PDF Creator 10 l Ongedaan maken: hiermee kunt u de veranderingen die u in uw PDF hebt aangebracht, ongedaan maken. Via de vervolgkeuzepijl van de knop Ongedaan maken kunt u rechtstreeks naar de verschillende stadia van de wijzigingen van het document gaan. l Opnieuw: als u te ver terug bent gegaan met Ongedaan maken, kunt u met deze knop de ongedaan gemaakte wijzigingen weer herstellen. Met de vervolgkeuzepijl van de knop kunt u rechtstreeks naar de gewenste wijziging gaan die u wilt herstellen. l Aanpassen: via deze vervolgkeuzepijl krijgt u toegang tot het aanpassingsmenu van de werkbalk Snelle toegang.
Knop toevoegen aan de werkbalk Snelle toegang 1. Klik met uw rechtermuisknop op een willekeurig gereedschap in het lint. 2. Selecteer Toevoegen aan werkbalk Snelle toegang in het menu. Er wordt nu een pictogram voor een nieuwe snelkoppeling aan de werkbalk Snelle toegang toegevoegd. TIP: via de zwarte pijl aan het einde van de werkbalk Snelle toegang krijgt u toegang tot verdere instellingen.
Knop verwijderen uit de werkbalk Snelle toegang 1. Klik met uw rechtermuisknop op de knop die u wilt verwijderen. 2. Selecteer Verwijderen uit werkbalk Snelle toegang in het menu.
Werkbalk Snelle toegang verplaatsen 1. Klik op de zwarte pijl aan de rechterkant van de werkbalk Snelle toegang. 2. Selecteer Onder het lint weergeven in het menu. De werkbalk wordt nu onder het lint geplaatst. TIP: als u de werkbalk weer boven het lint wilt zetten, klikt u op de menupijl van de werkbalk Snelle toegang en selecteert u Boven het lint weergeven.
Geavanceerde configuratie van de werkbalk Snelle toegang 1. Klik op de zwarte pijl aan de rechterkant van de werkbalk Snelle toegang. 2. Selecteer Meer opdrachten in het menu. Het dialoogvenster Aanpassen wordt weergegeven.
12
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
3. Gebruik het menu Opdrachten selecteren uit om de locatie van de gereedschappen te selecteren. Hiermee worden de gereedschappen gefilterd die beschikbaar zijn in de lijst Opdrachten. 4. Selecteer de gewenste gereedschappen in de lijst Opdrachten en klik op Toevoegen om ze aan de werkbalk Snelle toegang vast te maken. 5. Rangschik de gereedschappen in de kolom aan de rechterkant. Selecteer een gereedschap en gebruik de pijltoets Op of Neer om deze te verplaatsen. 6. Klik op Beginwaarden als u de werkbalk Snelle toegang weer terug wilt zetten op de standaardinstellingen. 7. Druk op de knop OK om uw wijzigingen op te slaan.
13
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Het lint minimaliseren Het lint in Nitro Pro 10 kan worden geminimaliseerd om uw werkruimte te vergroten. Dit is bijvoorbeeld ideaal voor Netbooks en oudere beeldschermen met een lagere resolutie.
Het lint minimaliseren Voer een van de volgende handelingen uit: l Klik met uw rechtermuisknop op een willekeurige plaats in het lint, of op een van de knoppen in het lint, en selecteer Het lint minimaliseren in het menu. l Klik op de knop Lint minimaliseren naast het veld Zoeken, rechtsboven in het lint. Het lint schuift nu in de omranding van de applicatie.
Het lint weer zichtbaar maken Voer een van de volgende handelingen uit: l Klik met uw rechtermuisknop op een willekeurige plaats in het lint, of op een van de knoppen in het lint, en schakel Het lint minimaliseren uit. l Klik op de knop Lint minimaliseren naast het veld Zoeken, rechtsboven in het lint. Hiermee wordt het lint weer ingeschakeld en wordt weer op volledige grootte weergegeven.
Het lint bekijken als dit is geminimaliseerd Klik op een willekeurig tabblad. Het tabblad en de bijbehorende groep knoppen zijn tijdelijk zichtbaar. Zodra u een knop gebruikt of in het PDF-document klikt, wordt het lint weer verborgen.
14
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-bestand bekijken en door het bestand navigeren In Nitro Pro 10 is het openen, bekijken en navigeren van PDF-documenten uiterst eenvoudig. Met gebruik van de document- en paginabesturingselementen kunt u uw werkruimte met alle gemak beheren, vooral als u met meerdere documenten tegelijk werkt. Raadpleeg de volgende onderwerpen om meer te lezen over het bekijken van en navigeren door een PDFbestand: l PDF-bestand openen l Deelvensters voor navigatie l Tekst zoeken l Paginaweergave wijzigen l Zoomniveau aanpassen l Bladeren door het document l Meerdere documenten in parallelle weergave bekijken
15
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-bestand openen De eerste keer dat Nitro Pro 10 wordt gestart, controleert het programma of er een andere PDF-viewer op uw systeem is geïnstalleerd. U wordt dan gevraagd of u Nitro Pro 10 de standaard PDF-viewer wilt maken, zodat het automatisch wordt geopend wanneer u in uw bestandsbrowser dubbelklikt op een PDFbestand om dit te openen. TIP: u kunt een PDF-bestand in uw webbrowser bekijken. Raadpleeg Nitro PDF browser-invoegtoepassing voor verdere informatie.
PDF-bestand openen Gebruik een van de volgende methoden om een PDF-bestand te openen in Nitro Pro 10:
Het menu Bestand 1. Klik op Openen in het menu Bestand of druk op Ctrl+O, of selecteer Openen in de werkbalk Snelle toegang. 2. Klik op Computer en daarna op Bladeren om naar het bestand te gaan dat u wilt openen en dit te selecteren. 3. Klik op Openen.
Slepen-en-neerzetten 1. Open een Windows Verkenner-venster (Win-toets+E) en ga naar het PDF-bestand dat u wilt openen. 2. Maak het Verkenner-venster zo nodig kleiner, zodat het bureaublad zichtbaar is. 3. Sleep het PDF-bestand uit het Verkenner-venster en zet dit op de snelkoppeling van Nitro Pro 10.
Dubbelklikken of rechtsklikken 1. Open een Windows Verkenner-venster en ga naar het PDF-bestand dat u wilt openen. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: o Dubbelklik op het PDF-bestand. o Klik met uw rechtermuisknop op het bestand, selecteer Openen met en selecteer vervolgens Nitro Pro 10. TIP: u kunt Nitro Pro 10 instellen als uw standaard PDF-viewer. Raadpleeg Voorkeuren.
16
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
De paginaweergave wijzigen Nitro Pro 10 heeft paginaweergavemodi, zodat u zelf op basis van uw voorkeuren of schermresolutie kunt kiezen hoe PDF-bestanden moeten worden weergegeven.
De opties voor paginaweergave wijzigen:
Selecteer een van de volgende opties in de balk met de paginabesturingselementen, rechtsonder in uw scherm: 1. Enkele pagina: Geeft één pagina tegelijk weer, zonder een deel van de volgende pagina weer te gegeven. 2. Doorlopend: Hiermee worden pagina's in één doorlopende kolom weergeven, die naadloos dooren teruggeschoven kan worden. 3. Dubbele pagina's: Deze optie toont twee pagina's tegelijk naast elkaar, als een spread 4. Dubbel doorlopend: Deze optie toont doorlopende pagina's in verticale kolommen van twee bij twee pagina's, waarbij u naadloos kunt scrollen 5. Volledig scherm: Hiermee wordt het hele scherm gebruikt voor de documentweergave. Druk op Escape om deze modus te sluiten. 6. Volledig scherm, twee pagina's: Hiermee wordt het hele scherm gebruikt voor weergave van twee pagina's naast elkaar. Druk op Escape om deze modus te sluiten. OPMERKING: de wijzigingen in de paginaweergave worden alleen toegepast op het document dat u op dat moment bekijkt. U dient de paginaweergave per document aan te passen. De auteur van een PDF-document kan in de documenteigenschappen een initiële weergave instellen, zodat het bestand wordt geopend met een bepaald zoomniveau of met een bepaalde paginaweergave. Raadpleeg Oorspronkelijke weergave-eigenschappen voor meer informatie.
Ga als volgt te werk om de paginaweergave te vergroten of verkleinen: Kies op het tabblad Home onder de groep Weergave één van de volgende opties: l Passend in breedte: Hierbij wordt de breedte van de pagina als norm gesteld om het documentdeelvenster te vullen l Pagina passend maken: Hierbij worden de breedte en hoogte van de pagina als norm gesteld om het documentdeelvenster te vullen l Werkelijke grootte 100%: Klik op het pijltje Zoom en selecteer Werkelijke grootte 100% om het document in de werkelijke grootte weer te geven. U kunt met andere numerieke zoomopties de vergroting aanpassen l Schuifregelaar voor in-/uitzoomen: Gebruik de bedieningselementen voor zoomen in de rechteronderhoek van het venster. Raadpleeg Het zoomniveau aanpassen voor meer informatie OPMERKING: u kunt in- en uitzoomen met behulp van Ctrl+Plus en Ctrl+Min op het toetsenbord. U kunt ook op de Ctrl-toets drukken en aan het muiswieltje draaien om het zoomniveau te wijzigen. Met de pijltjes naar links en naar rechts kunt u naar de vorige of volgende pagina bladeren. Met de
17
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
pijltjes omhoog en omlaag kunt u soepel bladeren.
Om De paginaweergave draaien: Klik op het tabblad Home, onder Weergave, op Beeld draaien om de weergave van de pagina's in het document naar rechts te draaien in stappen van 90 graden. Klik twee keer op Beeld draaien om het document ondersteboven te bekijken. Klik drie keer op Beeld draaien om het document 90 graden naar links te draaien. OPMERKING: de pagina's worden alleen gedraaid om het lezen te vereenvoudigen. De wijzigingen in de paginaweergave worden niet opgeslagen in het PDF-bestand. Raadpleeg Pagina's draaien voor meer informatie over het draaien van één of meer pagina's in het document.
Om Ga als volgt te werk om een pagina automatisch recht te trekken: Bepaalde gescande documenten worden scheef opgeslagen in PDF-bestanden. De optie 'Automatisch rechttrekken' constateert de tekstrichting en lijnt deze uit met de paginaranden, waardoor u de tekst gemakkelijker kunt lezen en omzetten in bewerkbare tekst. 1. Een PDF-bestand met scheve pagina's openen in Nitro Pro 2. Klik in het lint Beoordelen onder Geavanceerd op Automatisch rechttrekken
18
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Zoomniveau aanpassen Wanneer u een PDF-document op het scherm bekijkt of bewerkt, kunt u het zoomniveau met de volgende gereedschappen naar wens instellen: l Zoomgereedschappen: o Inzoomen o Uitzoomen o Klik met het zoomgereedschap en sleep een lichtkrant om het deel van de pagina dat u wilt vergroten. l Paginabesturingselementen: o Schuifregelaar voor in-/uitzoomen o Knoppen + en o Een waarde in het zoomveld invoeren l Sneltoetsen: o Ctrl+rolwieltje van de muis o Ctrl+Plus en Ctrl+Min
Het zoomgereedschap gebruiken: 1. Klik in het tabblad Home in het vak Beeld op de pijl onder de knop Zoomen. 2. Selecteer het gereedschap Inzoomen of Uitzoomen. De muisaanwijzer verandert in een vergrootglas met een + of een -. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: o Klik op de plaats op de pagina waarop u wilt in- of uitzoomen. o Klik en sleep een lichtkrant om het gebied op de pagina waarop u wilt inzoomen. 4. Omschakelen van Inzoomen naar Uitzoomen en omgekeerd, of een van de vooringestelde zoomniveaus selecteren: o Klik met uw rechtermuisknop op een willekeurige plaats op de pagina en selecteer het gewenste zoompercentage in het menu. o Klik op de pijl onder de knop Zoomen in het tabblad Home en selecteer een specifiek zoompercentage. o Houd de Ctrl-toets ingedrukt als u tijdelijk wilt omschakelen tussen het gereedschap Uitzoomen en Inzoomen, of omgekeerd. TIP: om over te schakelen van het Handje naar het gereedschap Inzoomen of Uitzoomen, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Inzoomen of Uitzoomen.
Zoomniveau instellen met de Paginabesturingselementen Voer een van de volgende handelingen uit in de paginabesturingsbalk, rechtsonder in uw scherm: l Klik en verplaats de schuifregelaar voor in-/uitzoomen naar links om te verkleinen of naar rechts om te vergroten. l Klik op de knop + of - aan de zijkant van de schuifregelaar. l Geef een percentage van 1% tot 6400% op in het percentageveld.
19
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
20
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bladeren door het document Door de pagina's bladeren
Met gebruik van de opties voor Navigatie, in de balk aan de onderkant van het venster, kunt u door een PDF-bestand bladeren: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Eerste pagina: brengt u rechtstreeks naar de eerste pagina van het PDF-bestand. Vorige pagina: gaat naar de vorige pagina. Volgende pagina: gaat naar de volgende pagina. Laatste pagina: brengt u rechtstreeks naar de laatste pagina van het PDF-bestand. Vorige weergave: volgt het gevolgde weergavepad terugwaarts. Volgende weergave: volgt het gevolgde weergavepad voorwaarts.
TIP: u kunt ook de toetsen Page up en Page down op uw toetsenbord gebruiken of de pijltoetsen links/rechts om naar de volgende of vorige pagina te gaan.
Pagina's door- of terugschuiven: Klik op de verticale schuifbalk rechts van het document en schuif de balk naar onder of boven om pagina's door of terug te schuiven. TIP: u kunt tevens de pijltoetsen op/neer gebruiken, of u kunt het rolwieltje op uw muis gebruiken om de pagina's van uw PDF-document geleidelijk door of terug te schuiven.
21
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Deelvensters voor navigatie De deelvensters voor navigatie zijn vooral handig als u door grotere PDF-documenten bladert; hiermee krijgt u een globaal overzicht van de pagina's en bladwijzers in het document.
Deelvenster Pagina's
Gebruik het deelvenster Pagina's om snel door een groot document te bladeren, vooral als u bepaalde visuele elementen zoekt, zoals foto's, grafieken, of tabellen. Klik op de miniatuur van een pagina als u rechtstreeks naar die pagina in het PDF-document wilt gaan. TIP: als u het deelvenster Pagina's groter of kleiner wilt maken, klikt en sleept u de rechterrand van het deelvenster naar de gewenste plaats. Als u de grootte van een miniatuur wilt veranderen, klikt u met de rechtermuisknop op de miniatuur.
22
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Deelvenster Bladwijzers
Vooral grote documenten bevatten vaak een structuur van bladwijzers, die snel en gemakkelijk in het deelvenster Bladwijzers kan worden bekeken en geselecteerd. Klik op een bladwijzer om rechtstreeks naar de bijbehorende pagina of het hoofdstuk te gaan. Het deelvenster Bladwijzers is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand een bladwijzerstructuur bevat. Verdere informatie over de voorkeursinstellingen van bladwijzers kunt u vinden in Voorkeuren.
23
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Deelvenster Handtekeningen
Als het geopende PDF-document een of meerdere digitale handtekeningen of certificaten bevat, kunt u in dit deelvenster de informatie over de handtekeningen bekijken en rechtstreeks naar de plaats van een specifieke handtekening in het document gaan. Het deelvenster Handtekeningen is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand digitale handtekeningen of ingesloten certificaten bevat.
Deelvenster Lagen Met het deelvenster Lagen kunt u de OCG-lagen (Optional Content Group) in het PDF-bestand tonen of verbergen. U kunt de eigenschappen van de lagen bekijken zoals ze door de auteur van het document werden ingesteld. Het deelvenster Lagen is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand OCG-lagen bevat. Raadpleeg Het deelvenster Lagen voor verdere informatie.
24
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Het deelvenster Lagen Het deelvenster Lagen verschijnt in de navigatiebalk wanneer een PDF-document wordt geopend dat een OCG, ofwel een optionele inhoudslaag, bevat. Met het deelvenster Lagen kunt u omschakelen naar iedere OCG-laag in het PDF-bestand. U kunt tevens de eigenschappen van de lagen bekijken zoals ze door de auteur van het document werden ingesteld. De status van de zichtbaarheid van lagen wordt in het PDF-bestand opgeslagen. Als u het PDF-bestand op een later tijdstip weer bekijkt, of als u dit met iemand anders deelt, wordt de door u opgeslagen weergave van de lagen weer getoond. Bij het afdrukken van een PDF-bestand worden alleen de lagen die u op dat moment zichtbaar hebt gemaakt afgedrukt. Zo kan een PDF met CAD-ontwerpen bijvoorbeeld verschillende lagen hebben voor de verschillende aanzichten, of kunt u verschillende lagen gebruiken voor verschillende talen, zoals een laag voor Engels, een laag voor Duits, enz.
Het deelvenster Lagen weergeven 1. Open een PDF-bestand met OCG-lagen. 2. Klik op het tabblad Lagen in de zijbalk. Het deelvenster Lagen wordt weergegeven.
Een OCG-laag weergeven of verbergen Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Lagen: l Schakel het selectievakje naast de laag in of uit l Klik met de rechtermuisknop op een laag en selecteer Laag tonen of Laag verbergen OPMERKING: als u een PDF wilt afdrukken met de wijzigingen die u aan de lagen hebt gemaakt, klikt u in het menu Bestand op Opslaan nadat u de weergavestatus van de lagen hebt gewijzigd.
De standaardstatus van een laag herstellen Klik met de rechtermuisknop op een laag en selecteer Beginstatus zichtbaarheid herstellen.
Structuur van lagen uitvouwen of samenvouwen Klik met de rechtermuisknop op een willekeurige plaats in het deelvenster Lagen en selecteer Alles uitvouwen of Alles samenvouwen. OPMERKING: de lagenstructuur is specifiek voor PDF-bestanden ontwikkeld met geneste OCG-lagen. Raadpleeg OCG-object voor meer informatie over het definiëren van OCG-objecteigenschappen..
25
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Het deelvenster Commentaar Het deelvenster Commentaar biedt een centrale plaats waar u al uw aantekeningen kunt bekijken en organiseren. U vindt hier een lijst van alle aantekeningen, het type, de naam van de reviewer, de datum waarop het is toegevoegd en de tekst die in de pop-upnotities en tekstvakken is ingevoerd. Dit deelvenster is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en het tabblad wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand commentaar bevat, of als u notities, tekst of markeringen toevoegt.
Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen l
Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar weer te geven of te verbergen.
Raadpleeg Commentaar beheren en bekijken voor verdere informatie.
26
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Het deelvenster Bijlagen Het deelvenster Bijlagen biedt een centrale plaats van waaruit u alle bestandsbijlagen van een PDFdocument kunt bekijken en organiseren. In dit deelvenster kunt u ieder bestand dat als een bijlage aan uw PDF-bestand is gekoppeld bekijken, invoegen, verwijderen en exporteren. Het deelvenster is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en het tabblad wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand een of meer bijlagen bevat.
Het deelvenster Bijlagen tonen of verbergen Klik op het tabblad Bijlagen in de zijbalk om het deelvenster Bijlagen weer te geven of te verbergen.
Werken met bijlagen in het deelvenster Bijlagen Selecteer de bijlage door erop te klikken in het deelvenster Bijlagen en voer een van de volgende handelingen uit: l Klik op Openen om de bijlage in de standaard-viewer voor dat type bestand te bekijken. l Klik op Opslaan om de bijlage op uw vaste schijf op te slaan. OPMERKING: als u meerdere bijlagen wilt selecteren, houdt u de Ctrl-toets op uw toetsenbord ingedrukt terwijl u de gewenste bijlagen selecteert. Raadpleeg Bestand bijvoegen en Bestanden als aantekeningen bijvoegen voor verdere informatie.
27
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Deelvenster Uitvoer In het deelvenster Uitvoer kunt u eventuele fouten bekijken die zijn opgetreden in JavaScript- of documentprocessen. Dit deelvenster is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en het tabblad wordt alleen in de zijbalk weergegeven als er JavaScript- of andere fouten optreden bij het openen van het PDF-bestand. Het wordt automatisch geopend om u op belangrijke berichten over de uitvoer te wijzen.
Deelvenster Uitvoer weergeven Klik op het tabblad Uitvoer in de zijbalk.
Berichten in het deelvenster Uitvoer wissen 1. Klik op het tabblad Uitvoer in de zijbalk om het deelvenster Uitvoer te openen. 2. Klik op de knop Wissen om het deelvenster Uitvoer leeg te maken.
28
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Teksten zoeken U kunt een woord of zin in een PDF-bestand vinden via het veld Zoeken in de linkeronderhoek van het Nitro Pro 10-venster.
Ga als volgt te werk om tekst in een document te zoeken: 1. Klik op het veld Zoeken (1) of druk op Ctrl+F en voer het zoekwoord of de woordencombinatie in waarnaar u wilt zoeken 2. Druk op Enter om de tekst te zoeken. Alle gevonden woorden worden geel gemarkeerd op de pagina's in het document 3. Klik op het pictogram met het tandwieltje om gebruik te maken van zoekfilters (4) en (5) l Alleen hele woorden: negeer alle zoekresultaten die niet uit hele woorden bestaan l Hoofdlettergevoelig: negeer alle zoekresultaten die niet exact dezelfde hoofdletters hebben als de zoekopdracht 4. Klik op de pijltjes Volgende zoeken (2) of Vorige zoeken (3) om naar het volgende of vorige zoekresultaat te gaan 5. Druk op een willekeurig moment op Escape om uw zoekactie te stoppen 6. Druk op x om de inhoud van het veld Zoeken te wissen
Ga als volgt te werk om geavanceerd te zoeken: 1. Klik in de zijbalk op de knop Geavanceerd zoeken om het bijbehorende deelvenster te activeren 2. Voer in het veld Zoeken naar: het zoekwoord of de woordencombinatie in waarnaar u wilt zoeken 3. Schakel desgewenst de volgende zoekfilters in: l Alleen hele woorden: negeer alle zoekresultaten die niet uit hele woorden bestaan l Hoofdlettergevoelig: negeer alle zoekresultaten die niet exact dezelfde hoofdletters hebben als de zoekopdracht 4. Druk op Enter of klik op Zoeken om het document te doorzoeken 5. Voer een nieuwe zoekterm in om de lijst met resultaten te wissen en een nieuwe zoekopdracht te starten OPMERKING: De zoekfunctie zoekt alleen naar teksten in de inhoudslaag. Woorden in de Aantekeningenlaag worden genegeerd.
29
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Meerdere documenten parallel weergeven Met kunt u twee of meer documenten naast elkaar weergeven zonder twee aparte schermen te hoeven gebruiken, of een andere kopie in een ander programma te hoeven openen. PDF-documenten die parallel worden weergegeven, kunnen onafhankelijk van elkaar worden bekeken, bewerkt, doorgebladerd, gedraaid en in- of uitgezoomd. TIP: klik en sleep de scheidingslijn tussen de twee vensters als u het 'gesplitste scherm' anders wilt verdelen.
Twee of meer documenten parallel weergeven 1. Open twee documenten die u wilt weergeven in Nitro Pro 10. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: o Sleep een documenttabblad van de tabbladbalk af. o Klik met de rechtermuisknop op een documenttabblad. 3. Selecteer een van de volgende opties in het menu: o Nieuwe horizontale tabgroep: geeft de documenten in een horizontaal parallel venster weer. o Nieuwe verticale tabgroep: geeft de documenten in een verticaal parallel venster weer. 4. Als u meer parallelle weergaven wilt maken, opent u nog een PDF-bestand en herhaalt u stap 2 en 3. TIP: als u parallelle weergaven hebt geopend in Nitro Pro 10 en u opent een nieuw PDF-document, wordt dit bestand in de tabgroep van het laatste actieve tabblad geplaatst.
Een PDF-document tussen tabgroepen verplaatsen Een PDF-document met rechtsklikken naar een andere tabgroep verplaatsen 1. Klik met uw rechtermuisknop op het tabblad van het PDF-document dat u wilt verplaatsen. 2. Selecteer een van de volgende opties in het menu: o Naar vorige tabgroep: hiermee wordt het PDF-document in de tabgroep geplaatst die werd geopend voordat de huidige groep werd geopend. o Naar volgende tabgroep: hiermee wordt het PDF-document in de tabgroep geplaatst die werd geopend nadat de huidige groep werd geopend.
Een PDF-document naar een andere tabgroep slepen 1. Klik op het tabblad van het PDF-document dat u wilt verplaatsen. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: o Sleep het tabblad naar de tabbladbalk van een andere tabgroep. o Sleep het tabblad van de tabbladbalk af en selecteer Naar vorige tabgroep of Naar volgende tabgroep in het menu.
30
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Terugkeren naar de normale weergave Voer een van de volgende handelingen uit: l Zet alle geopende PDF-documenten in dezelfde tabgroep. l Sluit alle documenten, maar laat één PDF-bestand geopend. l Sluit en start Nitro Pro 10 weer op; de standaardweergave is nu weer hersteld.
31
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Voorbeeldweergave van uw PDF-bestanden Twee van de belangrijkste eigenschappen voor PDF-werkprocessen zijn de mogelijkheid PDFdocumenten met collega's te kunnen uitwisselen, en de administratieve flexibiliteit van digitale bestanden in vergelijking met papieren documenten. In beide gevallen kan men op basis van alleen de bestandsnaam echter niet altijd meteen duidelijk zien welke bestanden worden verwerkt. Om het visuele beheer van PDF-bestanden te vereenvoudigen, integreert Nitro Pro 10 zijn engine voor PDF-weergave in Microsoft Outlook en Windows Verkenner, zodat u uw PDF-bestanden en -bijlagen eerst kunt bekijken voordat u ze in Nitro Pro 10 opent. OPMERKING: om de volgende functie voor voorbeeldweergave en het pictogram te kunnen gebruiken, moet Nitro Pro 10 zijn ingesteld als uw standaard PDF-viewer.
PDF-bijlage in Microsoft Outlook bekijken Als Nitro Pro 10 geïnstalleerd wordt op een computer met Microsoft Windows Vista of Windows 7, wordt het programma tevens automatisch in Microsoft Outlook (versie 2007 en later) geïntegreerd en kunnen PDF-bestanden die als bijlage aan een e-mail zijn gekoppeld in Outlook worden bekeken.
32
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-bijlage in Outlook bekijken: 1. Open een e-mail met een PDF-bijlage in Outlook. 2. Klik één keer op de PDF-bijlage om deze te selecteren; de knop Voorbeeld van bestand weergeven verschijnt nu in de berichttekst. 3. Klik op Voorbeeld van bestand weergeven om een voorbeeld van de PDF-bijlage weer te geven. Pas de weergave naar wens aan met de opties voor paginaweergave: o Draai de documentweergave linksom (A) of rechtsom (B). o Selecteer Passend in breedte of Pagina passend maken (C). o Blader achteruit (E) en vooruit (F) door de pagina's in het PDF-bestand. o Ga rechtstreeks naar het begin (D) of eind (G) van het document.
PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken Net als dat PDF-bijlagen in Outlook kunnen worden bekeken, kunt u ook de inhoud van een PDFdocument in Windows Verkenner weergeven als Nitro Pro 10 is geïnstalleerd op een computer met Windows Vista of een latere versie. Pictogrammen van PDF-bestanden die in het hoofdvenster van Windows Verkenner worden weergegeven, tonen een voorbeeld van de eerste pagina van het PDF-bestand. Deze pictogramweergave wordt ook gebruikt voor de pictogrammen in het overzichtvenster van Windows Verkenner. TIP: de grootte van de bestandspictogrammen kan worden ingesteld in het menu Beeld. Windows past geen voorbeeldweergaven toe op kleine pictogrammen als u Kleine pictogrammen, Lijst of Details selecteert.
PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken: 1. Open Windows Verkenner en ga naar een map die PDF-bestanden bevat. 2. Klik in het dialoogvenster van Windows Verkenner op Het voorbeeldvenster weergeven (H). Rechts van het venster wordt nu een voorbeeldvenster geopend. 3. Klik op een PDF-bestand om de inhoud van het document in het voorbeeldvenster weer te geven. Pas de weergave naar wens aan met de opties voor paginaweergave: o Draai de documentweergave linksom (A) of rechtsom (B). o Selecteer Passend in breedte of Pagina passend maken (C). o Blader achteruit (E) en vooruit (F) door de pagina's in het PDF-bestand. o Ga rechtstreeks naar het begin (D) of eind (G) van het document.
33
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Nitro webbrowser-invoegtoepassing De Nitro webbrowser-invoegtoepassing gebruiken Als u in uw webbrowser op een PDF-bestand klikt, leest de Nitro PDF webbrowser-invoegtoepassing het bestand en geeft dit in de webbrowser weer. Als u uw muis langs de onderkant van het venster beweegt, worden de functies van de Nitro webbrowser-invoegtoepassing weergegeven.
Invoegtoepassingen voor de Nitro webbrowser 1. Opslaan: het PDF-bestand naar uw computer downloaden. 2. Afdrukken: het PDF-bestand naar een fysieke printer sturen. 3. E-mail: het PDF-bestand als bijlage bij een nieuw bericht voegen in uw standaard emailprogramma. 4. Converteren naar Word: het PDF-bestand naar een Microsoft Word-document converteren. 5. Dit PDF bewerken: het PDF-bestand openen in Nitro Pro 10. 6. Weergavefuncties: door de PDF-pagina's bladeren of springen en het zoomniveau aanpassen.
34
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Ondersteunde webbrowsers l l l
Google Chrome: versie 9 en hoger Microsoft Internet Explorer: versie 7 en hoger Mozilla Firefox: versie 3.6 en hoger
Nitro PDF webbrowser-invoegtoepassing configureren Voor sommige webbrowsers is enige extra configuratie nodig om de Nitro webbrowserinvoegtoepassing in te schakelen.
Google Chrome configureren 1. Voer in de adresbalk in Chrome het volgende in: Chrome://plugins/ 2. Klik op de pagina met invoegtoepassingen op Uitschakelen onder Chrome PDF Viewer en schakel tevens de Adobe PDF-invoegtoepassing uit indien deze is geïnstalleerd. 3. Controleer dat de Nitro PDF-invoegtoepassing aanwezig en ingeschakeld is.
Microsoft Internet Explorer configureren 1. Open een PDF-bestand in Internet Explorer. Het volgende bericht wordt weergegeven: Deze website wil deze invoegtoepassing uitvoeren: ‘Nitro Pro’ van ‘Nitro Inc’. Klik hier als u de website en de invoegtoepassing vertrouwt, en deze wilt uitvoeren.... 2. Klik in de Infobalk om de Nitro PDF-browserinvoegtoepassing in te schakelen. 3. In het dialoogvenster dat verschijnt, bevestigt u dat u de Nitro PDF-invoegtoepassing wilt uitvoeren.
Mozilla Firefox configureren 1. Open het menu Extra in Firefox en selecteer Add-ons. De Add-onbeheerder wordt weergegeven. 2. Schakel in de groep Plug-ins alle PDF-plugins uit behalve Nitro PDF. 3. Klik opnieuw op het menu Extra en vervolgens op Opties. Klik op het tabblad Toepassingen op Portable Document Format (PDF) in de kolom Inhoudstype. 4. Klik in de kolom Actie op het keuzemenu en selecteer Nitro PDF-plugin gebruiken voor Firefox en Chrome 5. Start Firefox opnieuw op om de wijzigingen te activeren.
35
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bestanden openen en opslaan in een WebDAV-locatie WebDAV, of Web-based Distributed Authoring and Versioning, is een set uitbreidingen op het HTTPprotocol waarmee gebruikers gezamenlijk documenten op een externe server kunnen beheren. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt om bestanden via HTTP op te slaan op een gedeelde server of in een DMS (documentmanagementsysteem) zoals Documentum of Hummingbird, zodat de bestanden vanaf iedere locatie beschikbaar en toegankelijk zijn. Dankzij de integrale ondersteuning voor WebDAV in Nitro Pro 10 kunt u PDF-bestanden op HTTP-locaties openen, bewerken en opslaan. U kunt bestanden in- en uitchecken om andere gebruikers alleenlezentoegang te geven tot de meest recente versie van de bestanden die u bewerkt. OPMERKING: als u een PDF-bestand met WebDAV op een weblocatie wilt opslaan, is een Windowsnetwerkverbinding vereist. U hoeft geen speciale handelingen uit te voeren om Nitro Pro te configureren voor het gebruik van bestaande WebDAV-verbindingen. Als u een nieuwe WebDAV-verbinding wilt maken, gaat u echter als volgt te werk:
Een WebDAV-verbinding maken in Windows Vista,7 of 8 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
36
Klik op de Windows-knop (voorheen bekend als het menu Start) en klik op Computer. Selecteer Netwerkverbinding maken op de werkbalk. Klik op Verbinding met een website maken waar u documenten en afbeeldingen kunt opslaan. Klik in het venster Wizard Netwerklocatie toevoegen (in Vista Wizard Netwerkverbinding toevoegen genoemd) op Volgende. Selecteer Een aangepaste netwerklocatie kiezen en klik op Volgende. Geef de URL op van de locatie waarmee u verbinding wilt maken en klik op Volgende. Voer zo nodig een gebruikersnaam en wachtwoord in voor aanmelding bij uw gedeelde webmap en klik op OK. Typ een naam voor uw netwerkverbinding en klik op Volgende om de wizard te voltooien. Klik op Voltooien om het netwerkpad te koppelen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bestanden openen uit en opslaan naar een documentbeheersysteem (DMS) Nitro Pro 10 biedt ondersteuning voor een reeks documentbeheersystemen (DMS). Zo kunt u opslagplaatsen zoals Microsoft Sharepoint gebruiken om documenten te uploaden, te delen en gezamenlijk te reviseren via een externe webserver of webshare. De geïntegreerde DMS-ondersteuning maakt het mogelijk om naadloos met uw DMS te communiceren, zonder WebDAV, en het volgende uit te voeren: l PDF-bestanden openen die zijn opgeslagen op http-locaties l PDF-bestanden bewerken met Nitro Pro 10 en de wijzigingen opslaan op uw webshare l Bestanden in- en uitchecken bij uw webshare Met de DMS-invoegtoepassing geïnstalleerd kan Nitro Pro 10 bestanden openen uit en opslaan in de volgende systemen: l Hummingbird DM v5.0 l Hummingbird DM v6.0 l Hummingbird DOCS Open 3.9 l iManage 7.1 l iManage WorkSite v8.0 l Sharepoint 2003 l SharePoint 2007 l Worldox GX
37
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-bestand maken Nitro Pro 10 is voorzien van alle benodigde functies om van vrijwel ieder type bestand uw eigen PDFbestand te maken en u kunt hiermee veel meer doen dan alleen PDF-bestanden openen en lezen. Het maken van PDF-bestanden biedt talloze voordelen, waaronder: l l
l
PDF-documenten kunnen worden beveiligd tegen ongemachtigd gebruik. De grootte van een PDF-document kan worden verkleind, om het makkelijker per e-mail te verzenden of naar een website te uploaden. U kunt er van op aan dat alle ontvangers van uw PDF het document kunnen bekijken zonder eerst extra software te moeten aanschaffen.
Verdere informatie hierover kunt u vinden in: l Afdrukken naar Nitro PDF Creator 10 l PDF maken van een willekeurig bestand l PDF/A-bestanden maken l PDF maken met de scanner l Microsoft Office-bestanden vanuit Microsoft Office-applicaties naar PDF converteren l Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen l Geïntegreerde functie voor het maken van PDF's l PDF-document opslaan l Nitro PDF Creator 10 Voorkeuren
38
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Afdrukken naar Nitro PDF Creator 10 Wanneer u een programma gebruikt dat over een afdrukoptie beschikt, kunt u vanuit dit programma rechtstreeks PDF-documenten maken. Nitro Pro 10 wordt geleverd met Nitro PDF Creator 10, een virtuele printer waarmee u PDF-bestanden kunt maken vanuit iedere applicatie die over een afdrukoptie beschikt. Nitro PDF Creator 10 is klaar voor gebruik, hoeft niet te worden geconfigureerd en wordt automatisch in uw Windows printerbeheer geïnstalleerd.
Een document afdrukken naar Nitro PDF Creator 10 1. Open het document dat u wilt converteren in het programma waarin het is gemaakt. Open een Word-document bijvoorbeeld in Microsoft Word, of online-inhoud in uw webbrowser. 2. In de meeste applicaties is de optie Afdrukken opgenomen in het menu Bestand. Selecteer de optie of druk op Ctrl+P. 3. Selecteer Nitro PDF Creator 10 in de printerlijst. Het dialoogvenster PDF maken wordt weergegeven. 4. Voer de volgende handelingen uit: o Geef een naam en locatie op voor het PDF-bestand. o Klik op Vragen om documenteigenschappen als u de documentgegevens wilt opslaan en geavanceerde instellingen (zie hieronder) wilt aanpassen wanneer het PDF-document wordt gemaakt. o Geef aan of u het PDF-document automatisch wilt laten openen nadat het is gemaakt. 5. Klik op Maken. TIP: als u uw document aan een bestaand PDF-bestand wilt toevoegen, slaat u het nieuwe PDF-bestand op in dezelfde map en met dezelfde bestandsnaam als het bestaande PDF-bestand. Nitro PDF Creator 10 vraagt u dan of u het bestand aan het begin of aan het einde van het nieuwe bestand wilt toevoegen, of u het bestaande bestand wilt overschrijven, of dat u wilt annuleren.
Documenteigenschappen instellen Als u met Nitro PDF Creator 10 een PDF-document maakt, kunt u de eigenschappen voor dit document opgeven. Documenteigenschappen instellen: 1. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen. Het dialoogvenster Nitro PDF Creator 10Eigenschappen wordt weergegeven. 2. Geef de gewenste eigenschappen op en klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Afdrukken. TIP: als u de documenteigenschappen in Nitro Pro 10 wilt bekijken, klikt u in het menu Bestand op Documenteigenschappen. Raadpleeg Het dialoogvenster Nitro PDF Creator 10Voorkeursinstellingen voor afdrukken in Voorkeuren voor Nitro PDF Creator voor verdere informatie over de eigenschappen van PDF-documenten.
39
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een PDF-document maken op basis van een willekeurig bestand Met Nitro Pro 10 kunt u PDF-documenten maken van meer dan 300 verschillende bestandstypen. U kunt PDF-bestanden eenvoudig vanuit Nitro Pro 10 en andere toepassingen genereren zonder de oorspronkelijke toepassing voor het bestand (die wel op uw systeem moet zijn geïnstalleerd) te openen. Als Nitro Pro 10 is geïnstalleerd, wordt automatisch Nitro PDF Creator 10 geconfigureerd. Dit is een virtuele printer waarmee u PDF-bestanden kunt maken in elke toepassing met afdrukmogelijkheden. Raadpleeg Afdrukken naar Nitro PDF Creator 10 voor meer informatie.
Ga als volgt te werk om een PDF-document te genereren: Raadpleeg Een PDF-portfolio maken in deze handleiding voor meer informatie over het samenstellen van een portfolio. 1. Klik op het tabblad Home, in het deelvenster Maken PDF > Van bestand. Het dialoogvenster PDF-bestanden maken wordt geopend. 2. Klik op Bestanden toevoegen, zoek het bestand/de bestanden die u wilt omzetten en klik op Openen 3. Sleep de bestanden vervolgens naar het scherm om visueel vast te stellen in welke volgorde ze moeten worden omgezet l U kunt de weergavemodus wijzigen van Lijst naar Miniaturen. Klik daarvoor op de knop onder de bestandsviewer. De zoomknoppen werken alleen wanneer u de miniatuurweergave hebt geopend. 4. Klik op Instellingen en selecteer één van de volgende opties in het menu PDF-bestanden maken: l Voor het web: Optimaliseert de omvang van het PDF-bestand zo dat deze in de browser kan worden bekeken en snel kan worden gedownload l Voor kantoor: Optimaliseert het PDF-bestand voor een goede afdrukkwaliteit l Voor afdrukken: Optimaliseert het PDF-bestand voor maximale kwaliteit op professionele printers l Aangepast: Configureer de uitvoerinstellingen voor uw PDF-bestanden handmatig (zie de uitleg van de instellingen onder Aangepaste instellingen voor het maken van PDFbestanden hieronder). 5. Klik op de knop Instellingen en selecteer in het menu Map één van de volgende opties: l Specifieke map: Selecteer voor u een PDF-bestand aanmaakt waar u het bestand wilt opslaan l Map van originele bestand: Het nieuwe PDF-bestand wordt op dezelfde locatie opgeslagen als het bronbestand l Navragen tijdens het proces: Geef een locatie voor het PDF-bestand op nadat het bestand is gemaakt 6. Vink PDF/A-1b-conformiteit aan om een PDF-bestand te maken dat voldoet aan de normen voor archivering 7. Vink het vakje PDF-bestanden openen na het aanmaken aan wanneer u het nieuwe PDF-bestand automatisch wilt openen nadat het is aangemaakt 8. Klik op Maken
40
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Aangepaste instellingen voor het maken van PDF-bestanden Klik wanneer u een PDF-document maakt via het dialoogvenster PDF-bestanden maken op Instellingen en vervolgens op het menu PDF-bestanden maken. Klik op Aangepast en klik daarna op de knop Opties om de kwaliteit en compressie in te stellen. Het dialoogvenster Aangepaste instellingen wordt geopend: l Tabblad Afbeeldingen: Voer, afhankelijk van het type afbeeldingen in uw document, aangepaste instellingen in om de afbeeldingen te optimaliseren: o Kleurenbeelden omzetten in grijswaarden: Hiermee wijzigt u kleurenbeelden in grijze beelden o Grijswaardeafbeeldingen omzetten in zwart-wit: Hiermee zet u kleurenafbeeldingen om in zwart-witafbeeldingen o Zwart-witafbeeldingen: Hier vindt u opties voor downsampling en compressie van zwartwitafbeeldingen 1. Downsample: Geef op hoeveel dots per inch moeten worden gebruikt bij het renderen van de afbeeldingen. Een lage waarde vermindert de bestandsomvang én de kwaliteit van afgedrukte afbeeldingen. 2. Compressie: Geef de compressiemethode op. Wanneer u Automatisch selecteert, Nitro Pro 10wordt het beste compressietype voor de meeste afbeeldingen in het document gekozen. U kunt experimenteren met de verschillende instellingen om de optimale balans tussen de bestandsomvang en beeldkwaliteit te vinden. JPEG en JPEG2000 zijn 'lossy' compressiemethoden. Dat betekent dat de decompressie van gecomprimeerde afbeeldingen leidt tot kwaliteitsverlies. Het ZIPcompressiealgoritme leidt daarentegen niet tot verliezen. 3. Beeldkwaliteit: Als u voor JPEG-compressie kiest, kunt u een beeldkwaliteit kiezen op basis van uw toepassing voor het document. Hoe hoger de kwaliteit van de afbeeldingen, hoe groter de bestandsomvang. l Het tabblad Lettertypen: Hier kunt u aangepaste instellingen voor het insluiten van lettertypes opgeven: o Insluiten (subset): Hiermee wordt voor elk lettertype dat deel tekens opgenomen dat nodig is om het document goed te kunnen weergeven. Wanneer tekst in het PDF-bestand in de toekomst moet worden bewerkt, zijn bepaalde tekens wellicht niet beschikbaar, maar het bestand is dan wel minder groot dan wanneer u het volledige lettertype zou insluiten. o Insluiten (volledige set): Hiermee neemt u alle tekens voor een lettertype in het document op. De lettertypen zijn dan beschikbaar wanneer het PDF-bestand in de toekomst nog eens moet worden bewerkt. Wanneer u lettertypen volledig insluit, neemt de bestandsomvang toe. o Lettertypen niet insluiten: In dit geval wordt er geen lettertype in het PDF-bestand ingesloten. Het bestand is dan zo klein mogelijk, maar wellicht wordt het document niet goed weergegeven op computers waarop de bewuste lettertypen niet zijn geïnstalleerd. o Als insluiten mislukt: Geef op of u verder wilt of dat het genereren van het PDF-bestand moet worden afgebroken wanneer de lettertypen niet kunnen worden ingesloten. l Het tabblad Pagina's: Op dit tabblad kunt u aangepaste pagina-afmetingen en afdrukrichtingen opgeven: o Paginagrootte: Kies uit een lijst met standaardafmetingen of voer de gewenste afmetingen in en geef een Aangepaste grootte op o Afdrukrichting: Kies of de pagina's in het PDF-document staand of liggend moeten worden weergegeven
41
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
TIP: Klik op Herstellen om de oorspronkelijke instellingen van het PDF-bestand te gebruiken.
42
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een PDF/A-bestand maken Nitro Pro 10 biedt u de mogelijkheid om PDF/A-conforme bestanden te maken. U kunt dus PDF/Aconforme bestanden maken door ze gewoon af te drukken naar Nitro PDF Creator of door de Officeinvoegtoepassingen of Scannen naar PDF-functie te gebruiken.
Over PDF/A PDF/A is bedoeld ter ondersteuning van de langdurige archivering van elektronische documenten. De norm werd goedgekeurd door ISO. Wanneer u aan de norm voldoet, garandeert u dat PDF/Adocumenten in de komende jaren exact hetzelfde kunnen worden bekeken en gereproduceerd, ondanks eventuele wijzigingen die in de toekomst in de PDF-indeling worden doorgevoerd. Daarom moeten alle PDF/A-documenten 100% zelfondersteunend zijn. Dat betekent dat alle informatie die nodig is om het document te kunnen weergeven in het bestand moet zijn ingesloten, waaronder alle inhoud (tekst en afbeeldingen) en lettertypen en informatie over kleuren. PDF/A sluit bepaalde PDF-functies die het langdurig archiveren van het PDF-bestand in de weg staan uit, zoals hyperlinks naar externe bronnen, embedded audio en video en opname van JavaScripts en uitvoerbare bestanden. Ook kunnen PDF/A-conforme documenten niet worden versleuteld. Het gebruik van op normen gebaseerde metagegevens en apparaat-onafhankelijke kleurruimten is daarentegen verplicht.
PDF/A-1a, PDF/A-1b, PDF/A-2b en PDF/A-2u De PDF/A-norm kent vier conformiteitsniveaus: PDF/A-1a, PDF/A-1b, PDF/A-2b en PDF/A-2u. Naleving van PDF/A-1b garandeert dat het uiterlijk van het document ook na jaren nog visueel kan worden gereproduceerd. PDF/A-1 kent een extra eis ten aanzien van de documentstructuur die moet worden opgenomen, zodat de aanpassing van het doel, zoals voor de weergave van PDF-bestanden op mobiele apparaten zoals smartphones of PDA's, kan worden gegarandeerd en zodat het document ook toegankelijk is voor gebruikers met een handicap. Nitro Pro 10 kan PDF/A-conforme PDF-bestanden maken. De tweede PDF/A-compatibele indeling onder ISO 19005-2 is PDF/A-2b. Deze indeling is gebaseerd op PDF 1.7. PDF/A-2u werd geïntroduceerd met een extra eis om Unicode-indeling op alle teksten in het bestand toe te passen.
Ga als volgt te werk om PDF/A-1-conforme bestanden te maken via 'PDF van bestand': 1. Klik in de groep Maken op het tabblad Home op PDF en vervolgens op Van bestand 2. Klik in het dialoogvenster PDF-bestanden maken op Bestanden toevoegen en selecteer de bestanden die u wilt converteren. 3. Klik op Instellingen en vink vervolgens het vakje PDF/A1-b-conformiteit aan 4. Selecteer in het menu Map één van de volgende opties: l Klik op Specifieke map wanneer u één map wilt opgeven waarin alle aangemaakte PDF-bestanden moeten worden opgeslagen. Klik op Bladeren om een map te selecteren l Klik op Map van oorspronkelijke bestand wanneer u alle aangemaakte PDF-bestanden wilt opslaan in dezelfde map als het oorspronkelijke bestand l Klik op Vragen tijdens het proces wanneer u voor elk bestand een locatie wilt selecteren tijdens het conversieproces 5. Klik op Maken.
43
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Ga als volgt te werk om PDF/A-1b-conforme bestanden te maken in Microsoft Office 2007/2010/2013: 1. Vink in het tabblad Nitro Pro 10 onder de groep Maken het selectievakje PDF/A-1b-conformiteit aan 2. Klik op PDF maken of op PDF maken en per e-mail versturen
Ga als volgt te werk om PDF/A-1b-conforme bestanden te maken in Microsoft Office 2003: 1. Klik op PDF maken of op PDF maken en per e-mail versturen 2. Het venster Opslaan als wordt geopend. Kies in de vervolgkeuzelijst Opslaan als PDF/A-bestanden (*.pdf) en klik vervolgens op OK
Ga als volgt te werk om een PDF/A-1b-bestand te maken van een scanner: 1. Klik op het tabblad Home in Nitro Pro 10 op de knop PDF en vervolgens op Van scanner 2. Selecteer in het dialoogvenster Scaninstellingen uw scanner, de vellen die u wilt scannen, de beeldcompressie en de doellocatie 3. Vink het vakje PDF/A1-b-conformiteit aan. 4. Klik op Scannen om uw standaard scansoftware te openen 5. Selecteer de scanmodus: kleur, grijswaarden of monochroom/zwart-wit 6. Druk op het menucommando om terug te keren naar Nitro Pro 10Nitro Pro 10 7. Selecteer Voltooien om uw scantaak te beëindigen of klik op Voorzijde van blad twee scannen om verder te gaan met de scantaak
Een open PDF-bestand omzetten in PDF/A-1b, PDF/A-2b of PDF/A-2u 1. 2. 3. 4. 5.
44
Open een gewoon PDF-bestand of PDF/A-bestand in Nitro Pro Klik op het tabblad Home, in de groep Omzetten op Naar PDF/A Kies vervolgens PDF/A-1b, PDF/A-2b of PDF/A-2u Voer een naam in voor het nieuwe bestand en kies een doellocatie Klik op Opslaan
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen U kunt snel en gemakkelijk een PDF-bestand maken van een afbeelding op het klembord. Zo kunt u afbeeldingen (bijvoorbeeld schermopnamen) in een handomdraai met andere gebruikers delen. Het PDFbestand dat wordt gemaakt, heeft precies dezelfde afmetingen als de afbeelding op het klembord.
Een PDF maken van een afbeelding op het klembord 1. Selecteer een afbeelding en kopieer deze naar het klembord. 2. Klik in het tabblad Home op de knop PDF en vervolgens op Van klembord
TIP: Klik op het tabblad Home in het groepsvak Gereedschappen op het knopmenu Selecteren. Klik op de functie Snapshot om snel een screenshot van een document te maken. Vervolgens kunt u een PDF maken door de opname vanuit het klembord te plakken.
45
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een PDF-portfolio maken Een PDF-portfolio is een verzameling bestanden die zijn verzameld en opgeslagen in een PDF-container. PDF-portfolio's kunnen bestaan uit diverse bestanden, variërend van PDF-documenten tot Excelspreadsheets, afbeeldingen en zelfs multimediabestanden. Portfolio's werken net als ziparchieven: ze stellen u in staat om verzamelingen met verschillende documenten te delen als één PDF-bestand.
Ga als volgt te werk om een PDF-portfolio te maken: 1. Klik in het tabblad Home, in de groep Maken, op Portfolio 2. Selecteer in het menu Bestanden toevoegen... onder Op te nemen bestanden één van de volgende opties: l Bestanden toevoegen: zoek afzonderlijke bestanden op uw pc l Map toevoegen: kies een map om automatisch de inhoud uit die map op te nemen l Geopende bestanden toevoegen: voeg alle PDF-bestanden die zijn geopend in Nitro Pro toe 3. Klik op Maken om uw selectie te importeren in een PDF-portfolio 4. Klik met de rechtermuisknop op een bestand in het portfolio en kies één van de volgende opties: l Bestand openen in oorspronkelijke toepassing: open het bestand in de standaardtoepassing l Extraheren uit portfolio: sla een kopie van het bestand buiten het portfolio op l Alles selecteren: selecteer alle bestanden, zodat u ze gezamenlijk kunt wijzigen l Detailweergave: wijzig de tegelweergave in een lijstweergave met details l Informatie weergeven: bekijk de eigenschappen van het bestand 5. Klik in het menu Bestand op Opslaan om de bestanden toe te voegen aan een PDF-portfolio
46
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Geïntegreerde functie voor het maken van PDF's Met gebruik van de dynamische PDF-functie kunnen bestanden vanuit iedere map of ieder venster via slepen en neerzetten naar PDF worden geconverteerd. Nitro Pro 10 hoeft niet te zijn gestart om een PDFbestand te gaan maken.
PDF maken met slepen en neerzetten Het bestand naar de snelkoppeling op het bureaublad slepen 1. Controleer dat er een snelkoppeling van Nitro Pro 10 op uw bureaublad staat. Zo niet, dient u een snelkoppeling op uw bureaublad aan te maken. o In het menu Start van Windows klikt u met uw rechtermuisknop op Nitro Pro 10 en selecteert u Kopiëren naar --> Bureaublad (Snelkoppeling maken). 2. Sleep vanuit een Windows Verkenner-venster, of vanaf het bureaublad, een bestand naar de snelkoppeling. 3. Nitro Pro 10 start automatisch en het PDF-bestand wordt gemaakt. 4. Als de PDF is gemaakt, wordt het document automatisch in uw standaard PDF-viewer geopend.
Het bestand naar Nitro Pro 10 slepen 1. 2. 3. 4.
47
Start Nitro Pro 10 op. Open een Windows Verkenner-venster en ga naar het bestand dat u naar PDF wilt converteren. Sleep het bestand uit het venster van Windows Verkenner naar Nitro Pro 10 om de PDF te maken. As de PDF voltooid is, verschijnt het document in Nitro Pro 10.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-document opslaan Met alle mogelijke wijzigingen die aan een PDF-document kunnen worden gemaakt, is het belangrijk dat u zowel kopieën van het originele document als van het bewerkte document opslaat. Door een document regelmatig op te slaan, voorkomt u dat wijzigingen verloren gaan en kunt u verschillende documentversies vergelijken met de opties voor parallelle weergave. Al uw toevoegingen (zoals markeringen, aantekeningen, formulierveldgegevens en getypte tekst) worden in het PDF-bestand opgeslagen als bewerkbare elementen, die allemaal afzonderlijk op een later tijdstip nog kunnen worden gewijzigd. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag en Meerdere documenten in parallelle weergave bekijken.
PDF-document opslaan U wordt aanbevolen tijdens het werken aan een PDF-document uw vorderingen regelmatig op te slaan. Hiermee worden de wijzigingen in het originele bestand opgeslagen, zonder dat er een nieuwe kopie van het document wordt gemaakt. PDF-document opslaan: 1. Open uw PDF-document. 2. Breng de nodige veranderingen aan. 3. Klik op Opslaan in het menu Bestand. TIP: u kunt uw PDF-bestand ook opslaan met de knop Opslaan in de werkbalk Snelle toegang. Raadpleeg De werkbalk Snelle toegang en De interface van Nitro Pro 10 verkennen.
Nieuwe versie van uw PDF-document maken met Opslaan als Als u een leeg formulier hebt ontvangen dat u moet invullen, kunt u een aparte kopie van het formulier met de ingevulde informatie maken. Zo hebt u een kopie van het originele lege formulier en een kopie van het formulier met alle gegevens die u hebt ingevuld. Een nieuwe versie van een PDF-document maken met Opslaan als: 1. Open uw PDF-document. 2. Breng de benodigde veranderingen aan. 3. Klik op Opslaan als in het menu Bestand. Kies daarna: l Computer: Kies een van de beschikbare opties om het bestand op te slaan in een Recente map of klik op Bladeren om een andere bestemming te kiezen. 4. Geef een andere naam op voor het bestand zodat het origineel niet wordt overschreven, en selecteer de locatie waar u het bestand wilt opslaan. 5. Klik op Opslaan. OPMERKING: de optie Opslaan maakt Nitro Pro 10 incrementele veranderingen aan het bestaande bestand. Vooral voor grote PDF-bestanden werkt dit sneller, maar het maakt het bestand wel groter. Met Opslaan als maakt Nitro Pro 10 een nieuw PDF-bestand met een nieuwe bestandsnaam, en
48
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
worden alle oude incrementele veranderingen weggegooid. Dit kan meer tijd in beslag nemen, maar er ontstaat hiermee wel een kleiner bestand.
Wijzigingen afvlakken en opslaan als een PDF-bestand Toegevoegde elementen zoals markeringen en getypte tekst, kunnen als onderdeel van de PDF-inhoud worden opgeslagen, zodat deze elementen hun interactieve eigenschappen verliezen. Als een formulier is ingevuld en het document is afgevlakt, is het bijvoorbeeld niet meer mogelijk om de inhoud van een veld te veranderen en is het formulier niet langer interactief. Afvlakken en opslaan als een nieuw PDF-bestand: 1. Open uw PDF-document. 2. Breng de nodige veranderingen aan. 3. Klik op Opslaan als in het menu Bestand. 4. Klik op de knop uiterst rechts om te schakelen tussen Standaard PDF en Afgevlakte PDF. 5. Geef een andere naam op voor het bestand zodat het origineel niet wordt overschreven, en selecteer de locatie waar u het bestand wilt opslaan. 6. Klik op Opslaan.
49
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Nitro PDF Creator 10Voorkeuren Nitro PDF Creator 10 is een virtuele printer waarmee u PDF's kunt maken vanuit iedere applicatie die een afdrukfunctie heeft. De standaardinstellingen zijn afgestemd op uw normale dagelijkse werkzaamheden, maar u kunt de parameters voor het maken van PDF volledig naar wens wijzigen.
De voorkeuren openen voorNitro PDF Creator 10: l
l
Windows Vista of Windows 7: 1. Selecteer in het menu Start in Windows de optie Apparaten en printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op Nitro PDF Creator 10 en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Het dialoogvenster Nitro PDF Creator 10 Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven. Windows 8: 1. Typ in het Windows 8 Startscherm de tekst "Printer". 2. Klik in de lijst met resultaten op Instellingen en klik daarna op Apparaten en printers 3. Klik met de rechtermuisknop op Nitro PDF Creator 10 en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
Het dialoogvenster Nitro PDF Creator 10 Voorkeursinstellingen voor afdrukken Nitro PDF Creator 10 l
l
l
l
l
l
50
Doelmap: stel de standaardlocatie in waar nieuwe PDF-documenten moeten worden opgeslagen, of klik op de bladerknop (...) om naar een map te bladeren. Als het bestand bestaat: geef aan wat er moet gebeuren als een nieuwe PDF wordt opgeslagen op een locatie waar reeds een PDF met dezelfde naam staat. Versie: stel de versie in van de officiële specificatie die Nitro PDF Creator zal gebruiken bij het maken van PDF-bestanden Compatibiliteit: geef op of standaard PDF-bestanden of PDF volgens de norm PDF/A-1b voor archivering moeten worden gemaakt Toegankelijkheid en opnieuw plaatsen inschakelen bij gecodeerde PDF-bestanden: hiermee stelt u schermleesprogramma's in staat om tekst juist te interpreteren zelfs nadat dit opnieuw is ingedeeld. Conversiekwaliteit: selecteer een standaard voor beeldresolutie, compressie en kwaliteit en voor het insluiten van lettertypen. Met een hogere kwaliteit ontstaan grotere bestanden. Gebruik de optie Aangepast als u uw eigen parameters voor afbeeldingen en lettertypen wilt opgeven. o Voor web: als de grootte van het PDF-bestand moet worden geoptimaliseerd voor weergave in browsers en voor snelle downloads. o Voor kantoor: als het PDF-bestand een goede afdrukkwaliteit voor zakelijk gebruik moet leveren. o Voor afdrukken: als het PDF-bestand de hoogst mogelijke kwaliteit moet leveren voor verwerking op professionele printers. o Aangepast: hiermee kunt u de volgende instellingen voor uitvoer van de PDF configureren: n In het tabblad Afbeeldingen kunt u de instellingen voor optimalisatie van afbeeldingen naar wens aanpassen. Afhankelijk van de soorten afbeeldingen in uw document, kunt u uit de volgende opties kiezen:
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Kleurenbeelden omzetten: hiermee wordt ingesteld of kleurenafbeeldingen naar grijsschaal, of grijsschaalafbeeldingen naar zwart/wit, worden geconverteerd. o Verkleinen: hiermee stelt u het aantal dots per inch (dpi) in dat voor iedere afbeelding moet worden gebruikt. Met een lagere dpi worden kleinere bestanden geproduceerd, maar dit levert ook een mindere kwaliteit van afgedrukte afbeeldingen. o Compressie: hiermee wordt het type compressie voor afbeeldingen ingesteld. Als Automatisch wordt geselecteerd, kiest Nitro PDF Creator 10 het type compressie dat het meest geschikt is voor het merendeel van de afbeeldingen in het document. U kunt de verschillende instellingen uitproberen om de beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te bepalen. o Beeldkwaliteit: selecteer JPEG-compressie om de gewenste beeldkwaliteit op te geven, op basis van hoe uw document gebruikt gaat worden. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te groter het bestand zal zijn. n In het tabblad Lettertypen kunt u de instellingen voor insluiting van lettertypen opgeven. Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor meer informatie over het insluiten van lettertypen. o Insluiten (subset): hiermee worden uitsluitend de tekens van ieder lettertype ingesloten die nodig zijn om het document juist te kunnen weergeven. Dit betekent dat wanneer de tekst in dit PDF-document op een later tijdstip moet worden gewijzigd, sommige tekens niet beschikbaar zullen zijn. De bestandsgrootte is echter kleiner dan wanneer het gehele lettertype wordt ingesloten. o Insluiten (volledige set): hiermee wordt de volledige tekenset van ieder lettertype in het document ingesloten. Als de PDF op een later tijdstip moet worden gewijzigd, zullen alle tekens beschikbaar zijn. Door de volledige tekenset in te sluiten, wordt het bestand echter wel groter. o Lettertypen niet insluiten: hiermee worden er geen lettertypen in het PDFbestand ingesloten. Dit resulteert in de kleinste bestanden. Indien deze PDF's echter worden weergegeven op computers waarop niet dezelfde lettertypen zijn geïnstalleerd, zien de bestanden er anders uit. o Als insluiten mislukt: geef hier op of de PDF's nog gemaakt moeten worden als de lettertypen niet kunnen worden ingesloten. 5. Voortgangsvenster na beëindiging sluiten: schakel dit selectievakje in als u wilt dat het voortgangsvenster automatisch wordt gesloten als de PDF is gemaakt. 6. Na conversie openen in standaardapplicatie: opent het zojuist geconverteerde PDF-bestand in de standaard PDF-viewer. o
Pagina's l l
l
51
Afdrukstand: maak PDF-documenten in staande of liggende afdrukrichting. Paginaformaat: selecteer het paginaformaat van uw PDF-documenten in de lijst standaardformaten. Aangepaste formulieren: geef een aangepast paginaformaat op en sla de afmetingen op voor toekomstig gebruik.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Eigenschappen van PDF Met de instellingen in Eerste weergave kunt u de documentweergave instellen die wordt gebruikt wanneer een PDF-document in een PDF-viewer wordt geopend. U kunt het PDF-document bijvoorbeeld openen op een specifieke pagina, met een ingesteld zoomniveau, of met een opgegeven paginaformaat. l
l
l
l
l
Paginaweergave: deze instelling bepaalt het aantal pagina's dat tegelijk in de PDF-viewer wordt weergegeven, en of de pagina's als één lange doorgaande pagina worden getoond of als afzonderlijke pagina's. In-/uitzoomen. geef op welk zoomniveau moet worden toegepast voor het bekijken van PDFdocumenten. Openen op pagina: geef de pagina op die u wilt weergeven wanneer het PDF-document wordt geopend. Metagegevens: stel de gewenste standaardinformatie in die moet worden toegepast op alle PDFbestanden die gemaakt worden met Nitro PDF Creator 10 Documentinformatievelden: voer in deze velden de standaardinformatie in die van toepassing is op alle PDF-documenten die met de printerdriver op deze computer worden gemaakt.
PDF-beveiliging l
l
l
l
l
l
l
Het openen van documenten beveiligen met een wachtwoord: beveilig uw PDF-document met een wachtwoord om te voorkomen dat dit door ongemachtigde gebruikers wordt gelezen. Het wijzigen van beveiligingsinstellingen en toegang tot bepaalde functies beveiligen met een wachtwoord: u kunt uw PDF-document beveiligen met een wachtwoord om bepaalde functies, zoals afdrukken of bewerken van het document, te blokkeren. Afdrukken toegestaan: hiermee kunt u voorkomen dat het document kan worden afgedrukt, of afdrukken in alleen lage of hoge resolutie toestaan wanneer het juiste wachtwoord is opgegeven. Wijzigingen toegestaan: hiermee kunt u verhinderen dat er wijzigingen aan uw document worden gemaakt, of exacte veranderingen toestaan wanneer het juiste wachtwoord is opgegeven. Tekst, afbeeldingen en andere inhoud kopiëren: gebruikers kunnen tekst en afbeeldingen uit het PDF-document kopiëren als het juiste wachtwoord is ingevoerd. Teksttoegang voor schermleesapparaten van visueel gehandicapten: met deze instelling krijgt software voor schermleesapparatuur toegang tot de inhoud van uw PDF, om het bestand voor een visueel gehandicapte gebruiker te lezen. Encryptie: o Geen: het document heeft geen beveiligingscodering. o 40-bit ARC4: gebruik deze optie als documenten compatibel moeten zijn met oudere versies van Adobe Reader. o 128-bit ARC4: sterkere beveiliging dan 40-bits ARC4 codering. o 128-bit AES: meer geavanceerde codering dan ARC4. o 256-bit AES: aanbevolen; dit wordt tevens gebruikt in de nieuwe versies van Adobe Reader.
OPMERKING: om de beveiligingsopties Gebruiker en Eigenaar te kunnen toepassen, moet er een coderingsniveau zijn ingesteld. Als het niveau wordt ingesteld op Geen worden alle andere beveiligingsopties, inclusief wachtwoordbeveiliging, uitgeschakeld.
52
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Microsoft Office-bestanden vanuit Microsoft Officeapplicaties naar PDF converteren Met Nitro Pro 10 kunt u intelligente PDF-bestanden maken vanuit Microsoft Office-programma's, waarbij automatisch bladwijzers, koppelingen, documentinformatie, beveiliging en nog veel meer kunnen worden toegevoegd. l l l l
53
Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen Met de Microsoft Office-invoegtoepassingen krijgt u meer besturingsfuncties voor de PDF-bestanden die u produceert, waaronder opties voor beveiliging, bladwijzers en hyperlinks, aangepaste paginaformaten, beeldcompressie, en nog veel meer. De instellingen variëren op basis van het Office-programma dat u gebruikt. Voor ieder programma kunnen verschillende instellingen worden geselecteerd, gebaseerd op de typen bestanden die u wilt produceren.
De instellingen van Office-invoegtoepassingen wijzigen: Voor Microsoft Office 2007/2010/2013: 1. Klik en selecteer de gewenste instellingen in het Office-programma op het tabblad Nitro PDF, in de groepen Programmainstellingen en Algemene instellingen. 2. U kunt ook in de groep Algemene instellingen op Geavanceerde instellingen klikken om extra instellingen te selecteren.
Voor Microsoft Office 2003-programma's: 1. Klik in het Office-programma op de werkbalkknop Nitro PDF: Nitro PDF-instellingen. 2. Wijzig de instellingen en klik op OK.
Overzicht van de instellingen van Office-invoegtoepassingen Algemene instellingen Gemaakt PDF-bestand openen
Opent de PDF nadat de conversie is uitgevoerd.
Documentoverzicht converteren
Importeert documenteigenschappen zoals auteur, titel, onderwerp enz. in de PDF.
Om bestandsnaam vragen
Er verschijnt een dialoogvenster waarin de naam van de PDF kan worden gewijzigd voordat het bestand wordt opgeslagen.
Koppelingen converteren
Converteert alle actieve koppelingen in Word-bestanden, of webkoppelingen in PowerPoint- en Excel-bestanden, naar actieve hyperlinks in het PDF-bestand.
Werkmap, Bladen of Selectie opnemen
Hiermee kunt u opgeven of u een hele Excel-werkmap, een groep werkbladen, of slechts een selectie naar PDF wilt converteren.
Bladwijzers aan PDF toevoegen
Maakt automatisch bladwijzers aan voor de koppen in Word, voor ieder werkblad in een Excel-spreadsheet, of iedere dia in een PowerPoint-
54
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Algemene instellingen presentatie. Dia's inlijsten
Plaatst iedere dia in een lijst.
Indeling dia's
Hiermee kunt u uw PDF indelen met meerdere dia's per pagina's en kunt u uw PowerPoint-aantekeningen onder iedere dia in de PDF weergeven.
Geavanceerde instellingen
Optimaliseren
De instellingen voor optimalisatie bieden een aantal vooraf ingestelde opties, die u kunt selecteren op basis van hoe het bestand gebruikt gaat worden (bijvoorbeeld voor webweergave of zakelijke afdrukken). Deze instellingen kunnen naar wens worden aangepast, waarbij u de compressie van afbeeldingen kunt instellen en opties voor het insluiten van lettertypen kunt selecteren. Het comprimeren van afbeeldingen en insluiten van lettertypen heeft een merkbare invloed op de bestandsgrootte; probeer de verschillende instellingen uit om de juiste balans tussen visuele kwaliteit en bestandsgrootte te bepalen.
Beeld
Met de opties in Beeld kunt u opgeven hoe het gemaakte PDF-bestand in de PDF-viewer wordt geopend. U kunt een selectie maken uit de opties voor documentweergave, pagina-indeling en in- en uitzoomen en kunt de pagina opgeven waarop het bestand moet worden geopend. Daarnaast kunt u bepalen of het bestand op volledige schermgrootte wordt geopend (indien ondersteund in uw PDF-viewer), of dat het venster wel dan niet gecentreerd is op het scherm.
Beveiliging Beveiliging toepassen
Gebruik wachtwoorden om de toegang tot en het gebruik van PDF-bestanden te beheren. Verdere informatie over de beschikbare instellingen kunt u vinden in het gedeelte PDF-beveiliging in deze gebruikershandleiding.
Compatibiliteit PDF/A-1b-compatibiliteit
55
Hiermee kunt u PDF/A-1b-compatibele bestanden maken van uw Office-documenten. Raadpleeg PDF/A-bestanden maken voor verdere informatie.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren Microsoft Word 2007/2010/2013 In Microsoft Word 2007/2010/2013 wordt Nitro PDF weergegeven als een tabblad in het Word-lint. Zo kunt u snel PDF-bestanden maken en uw conversie-instellingen met slechts enkele muisklikken wijzigen.
Een PDF maken 1. Selecteer de gewenste PDF-instellingen in het tabblad Nitro Pro 10. 2. Klik op de knop PDF maken of PDF maken en e-mailen.
Een beveiligde PDF maken 1. Ga naar het tabblad Nitro Pro 10 en schakel in het groepsvak Makenhet selectievakje Beveiliging toepassen in. 2. Klik op PDF maken of PDF maken en e-mailen. 3. Kies de gewenste beveiligingsopties in het venster Beveiligde PDF maken en klik vervolgens op Maken.
Een PDF/A-1b compatibele PDF maken 1. Ga naar het tabblad Nitro PDF en schakel in het groepsvak Maken het selectievakje PDF/A-1bcompatibiliteit in. 2. Klik op PDF maken of PDF maken en e-mailen.
OPMERKING: als gevolg van de PDF/A-compatibiliteitseisen kunt u geen beveiligde PDF/Abestanden maken.
De instellingen voor PDF-conversie wijzigen 1. Klik op Geavanceerd 2. Selecteer de gewenste opties in de tabbladen Instellingen, Optimalisatie en Beeld. 3. Klik op OK.
Microsoft Word 2003 De Nitro PDF-invoegtoepassing voor Microsoft Word 2003 biedt dezelfde functies als die voor Word 2007/2010/2013. Het enige verschil is dat Nitro PDF wordt weergegeven als een groep werkbalk- en menuopties, omdat Word 2003 geen lint heeft.
56
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren Microsoft Excel 2007/2010/2013 In Microsoft Excel 2007/2010/2013 wordt Nitro PDF weergegeven als een tabblad in het Excel-lint. Zo kunt u snel PDF-bestanden maken en uw conversie-instellingen met slechts enkele muisklikken wijzigen.
Een PDF maken 1. Selecteer de gewenste PDF-instellingen in het tabblad Nitro Pro 10. 2. Klik op de knop PDF maken of PDF maken en e-mailen.
Een beveiligde PDF maken 1. Ga naar het tabblad Nitro Pro 10 en schakel in het groepsvak Makenhet selectievakje Beveiliging toepassen in. 2. Klik op PDF maken of PDF maken en e-mailen. 3. Kies de gewenste beveiligingsopties in het venster Beveiligde PDF maken en klik vervolgens op Maken.
Een PDF/A-1b compatibele PDF maken 1. Ga naar het tabblad Nitro Pro 10 en schakel in het groepsvak Maken het selectievakje PDF/A-1bcompatibiliteit in. 2. Klik op PDF maken of PDF maken en e-mailen. OPMERKING: als gevolg van de PDF/A-compatibiliteitseisen kunt u geen beveiligde PDF/Abestanden maken.
De instellingen voor PDF-conversie wijzigen 1. Klik op Geavanceerd 2. Selecteer de gewenste opties in de tabbladen Instellingen, Optimalisatie en Beeld. 3. Klik op OK.
Microsoft Excel 2003 De Nitro PDF-invoegtoepassing voor Microsoft Excel 2003 biedt dezelfde functies als die voor Excel 2007/2010/2013. Het enige verschil is dat Nitro PDF wordt weergegeven als een groep werkbalk- en menuopties, omdat Excel 2003 geen lint heeft.
57
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren Microsoft PowerPoint 2007/2010/2013 In Microsoft PowerPoint 2007/2010/2013 wordt Nitro PDF weergegeven als een tabblad in het PowerPoint-lint. Zo kunt u snel PDF-bestanden maken en uw conversie-instellingen met slechts enkele muisklikken wijzigen.
Een PDF maken 1. Selecteer de gewenste PDF-instellingen in het tabblad Nitro Pro 10. 2. Klik op de knop PDF maken of PDF maken en e-mailen.
Een beveiligde PDF maken 1. Ga naar het tabblad Nitro Pro 10 en schakel in het groepsvak Makenhet selectievakje Beveiliging toepassen in. 2. Klik op PDF maken of PDF maken en e-mailen. 3. Kies de gewenste beveiligingsopties in het venster Beveiligde PDF maken en klik vervolgens op Maken.
Een PDF/A-1b compatibele PDF maken 1. Ga naar het tabblad Nitro Pro 10 en schakel in het groepsvak Maken het selectievakje PDF/A-1bcompatibiliteit in. 2. Klik op PDF maken of PDF maken en e-mailen. OPMERKING: als gevolg van de PDF/A-compatibiliteitseisen kunt u geen beveiligde PDF/Abestanden maken.
De instellingen voor PDF-conversie wijzigen 1. Klik op Geavanceerd 2. Selecteer de gewenste opties in de tabbladen Instellingen, Optimalisatie en Beeld. 3. Klik op OK.
Microsoft PowerPoint 2003 De Nitro PDF-invoegtoepassing voor Microsoft PowerPoint 2003 biedt dezelfde functies als die voor PowerPoint 2007/2010/2013. Het enige verschil is dat Nitro PDF wordt weergegeven als een groep werkbalk- en menuopties, omdat PowerPoint 2003 geen lint heeft.
58
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Voorbeeldweergave van uw PDF-bestanden Microsoft Outlook 2007/2010/2013 In Microsoft Outlook 2007/2010/2013 wordt Nitro PDF weergegeven als een tabblad in het Outlook-lint. Zo kunt u snel PDF-bestanden maken en uw conversie-instellingen met slechts enkele muisklikken wijzigen.
Een enkele e-mail naar PDF converteren: 1. Dubbelklik in Outlook op de e-mail die u naar PDF wilt converteren. 2. Klik op het tabblad Nitro Pro 10 en vervolgens op PDF maken. 3. Kies een locatie op de vaste schijf waar u het nieuwe PDF-bestand wilt opslaan en klik daarna op Opslaan. OPMERKING: Als u een PDF-bestand wilt maken dat aan de archiveringsnorm voldoet, schakelt u het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in het vak Maken in.
Een enkele e-mail naar PDF converteren: 1. 2. 3. 4. 5.
Dubbelklik in Outlook op de e-mail die u naar PDF wilt converteren. Klik op het tabblad Nitro Pro 10 en schakel daarna het selectievakje Beveiliging toepassen in. Klik op PDF maken. Het dialoogvenster Beveiligde PDF maken verschijnt. Kies de gewenste beveiligingsopties en klik vervolgens op Maken. Kies een locatie op de vaste schijf waar u het nieuwe PDF-bestand wilt opslaan en klik daarna op Opslaan.
Meerdere e-mails naar PDF converteren: 1. Houd in postvak IN van Outlook de Ctrl-toets ingedrukt en selecteer de e-mails die u naar PDF wilt converteren. 2. Klik op het tabblad Nitro Pro 10 en daarna op Op basis van geselecteerde e-mail(s). 3. Kies een locatie op uw vaste schijf waar u de nieuwe PDF-bestanden wilt opslaan en klik daarna op OK.
Een hele map naar PDF converteren: 1. Selecteer de map in het postvak IN van Outlook die de e-mails bevat die u naar PDF wilt converteren. 2. Klik op het tabblad Nitro Pro 10 en daarna op Op basis van geselecteerde map. 3. Kies een locatie op de vaste schijf waar u de nieuwe PDF-bestanden wilt opslaan en klik daarna op OK.
De instellingen voor PDF-conversie wijzigen: 1. Klik op het tabblad Nitro Pro 10 en vervolgens op Instellingen. 2. Klik op het tabblad Instellingen en selecteer een van de volgende opties: l Om bestandsnaam vragen: een naam voor het PDF-bestand opgeven voordat het wordt gemaakt.
59
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Gemaakt PDF-bestand openen: het gemaakte PDF-bestand automatisch in de standaard PDF-viewer openen. l Documentoverzicht converteren: metadata uit e-mail naar PDF-documenteigenschappen kopiëren. l PDF/A-compatibel maken: PDF-bestanden maken die voldoen aan de PDF/A-1b-norm voor archivering. l PDF met tags: PDF-bestand van tags voorzien voor schermleesapparaten zodat zinnen en zinsdelen zelfs na conversie worden herkend. l Meerdere e-mails aan: meerdere e-mails converteren naar afzonderlijke PDF-bestanden of een PDF-pakket. l Koppelingen converteren: hyperlinks in het PDF-bestand behouden. Indien deze optie niet wordt geselecteerd, worden hyperlinks geconverteerd naar onbewerkte tekst. 3. Klik op het tabblad Optimalisatie en selecteer een van de volgende opties: l Voor web: als de grootte van het PDF-bestand moet worden geoptimaliseerd voor weergave in browsers en voor snelle downloads. l Voor kantoor: als het PDF-bestand een goede afdrukkwaliteit voor zakelijk gebruik moet leveren. l Voor afdrukken: als het PDF-bestand de hoogst mogelijke kwaliteit moet leveren voor verwerking op professionele printers. l Aangepast: hiermee kunt u de volgende instellingen voor uitvoer van de PDF configureren: l Afbeeldingen: l Kleurenbeelden omzetten: hiermee wordt ingesteld of kleurenafbeeldingen naar grijsschaal, of grijsschaalafbeeldingen naar zwart/wit, worden geconverteerd. l Verkleinen: hiermee stelt u het aantal dots per inch (dpi) in dat voor iedere afbeelding moet worden gebruikt. Met een lagere dpi worden kleinere bestanden geproduceerd, maar dit levert ook een mindere kwaliteit van afgedrukte afbeeldingen. l Compressie: hiermee wordt het type compressie voor afbeeldingen ingesteld. Als Automatisch wordt geselecteerd, wordt het type compressie gebruikt dat het meest geschikt is voor het merendeel van de afbeeldingen in het document. U kunt de verschillende instellingen uitproberen om de beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te bepalen. l Beeldkwaliteit: selecteer JPEG-compressie om de gewenste beeldkwaliteit op te geven, op basis van hoe uw document gebruikt gaat worden. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te groter het bestand zal zijn. l Lettertypen: l Insluiten (subset): hiermee worden uitsluitend de tekens van ieder lettertype ingesloten die nodig zijn om het document juist te kunnen weergeven. Dit betekent dat wanneer de tekst in dit PDF-document op een later tijdstip moet worden gewijzigd, sommige tekens niet beschikbaar zullen zijn. De bestandsgrootte is echter kleiner dan wanneer het gehele lettertype wordt ingesloten. l Insluiten (volledige set): hiermee wordt de volledige tekenset van ieder lettertype in het document ingesloten. Als de PDF op een later tijdstip moet worden gewijzigd, zullen alle tekens beschikbaar zijn. Door de volledige tekenset in te sluiten, wordt het bestand echter wel groter. l
60
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Lettertypen niet insluiten: hiermee worden er geen lettertypen in het PDFbestand ingesloten. Dit resulteert in de kleinste bestanden. Indien deze PDF's echter worden weergegeven op computers waarop niet dezelfde lettertypen zijn geïnstalleerd, zien de bestanden er anders uit. l Als insluiten mislukt: geef hier op of de PDF's nog gemaakt moeten worden als de lettertypen niet kunnen worden ingesloten. 4. Klik op het tabblad Beeld en selecteer een van de volgende opties: l Weergave: alleen de PDF-pagina weergeven of de PDF-pagina samen met het paginadeelvenster l Paginaweergave: kies de juiste groepen pagina's voor dit document l Zoomen: selecteer de juiste vergrotingsinstellingen voor dit document l Openen op pagina: het document automatisch openen op een bepaalde pagina l Venster: het PDF-venster gecentreerd in het scherm van de PDF-viewer weergeven 5. Klik op OK. l
61
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Scannen en OCR Met Nitro Pro 10 kunt u papieren documenten rechtstreeks in PDF-indeling scannen, waarbij u tevens de optie voor OCR* (optische tekenherkenning) kunt gebruiken om documenten te kunnen doorzoeken en markeren.
62
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF maken van scan Nitro Pro 10 biedt u een gemakkelijke manier om papieren om te zetten in digitale bestanden, zodat u ze gemakkelijker kunt opslaan en openen. Afhankelijk van het type scanner kunt u afzonderlijke pagina's of volledige documenten in één keer omzetten. U kunt bovendien desgewenst meerdere documenten combineren in één PDF-document dat is samengesteld uit verschillende papieren.
Ga als volgt te werk om papieren om te zetten in PDF-bestanden: 1. Klik in de groep Maken op het tabblad Home op de knop PDF en ga daarna met uw muis over Van scanner om het submenu te openen. 2. Klik op Eén scan en selecteer daarna in het dialoogvenster Instellingen voor één scan uw scanner, het aantal vellen dat u wilt scannen, de beeldcompressie en de doellocatie. 3. Klik op Scannen om uw gewone scansoftware te openen 4. Selecteer de scanmodus: kleur, grijswaarden of monochroom/zwart-wit 5. Druk op het menucommando om terug te keren naar Nitro Pro 10 Nitro Pro 10 6. Selecteer de optie Voltooien om de scantaak te beëindigen of selecteer Voorzijde van blad twee om verder te gaan met het scannen OPMERKING: raadpleeg De paginaweergave wijzigen wanneer uw document scheef raakte tijdens het scannen. Raadpleeg Pagina's draaien voor meer informatie over het draaien van één of meer pagina's in het document.
Instellingen voor beeldcompressie Wanneer u met Nitro Pro 10 gescande bestanden omzet in PDF-documenten, wordt het type compressie - kleur, grijswaarden of zwart-wit - vastgesteld aan de hand van de uitvoerinstellingen die u selecteert in uw gewone scansoftware. Als u een kleurenscan wilt maken, hoeft u dus niet de zwart-witinstellingen aan te passen: die zijn niet van invloed op uw scan. 1. Kleur/grijswaarde l JPEG: De belangrijkste standaard van de Joint Photographic Experts Group realiseert een compressieverhouding van 10:1, met nauwelijks zichtbaar kwaliteitsverlies l JPEG2000: Deze compressiemethode behaalt een hogere compressieverhouding dan JPEG en gebruikt tegelijkertijd 'lossy' als verliesloze compressiealgoritmen l ZIP: Gebruik het ZIP-compressiealgoritme om de beeldgrootte te verminderen zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit 2. Zwart-wit l CCITT Groep 4: Deze norm is bedoeld voor de verzending van documenten per fax en gebruikt geavanceerde compressiemethoden voor verliesloze reproductie l CCITT Groep 3: De Group 3-standaard comprimeert minder en is minder geavanceerd dan de CCITT Groep 4-methode l Run-length: Deze optie is vooral effectief voor bestanden met grote hoeveelheden met dezelfde bits, waarden of tekens. Deze methode wordt vooral gebruikt voor binaire bestanden l ZIP: Gebruik het ZIP-compressiealgoritme om de beeldgrootte te verminderen zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit 3. Kwaliteit
63
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
l
l l
l
150 DPI: Deze kwaliteit is geschikt voor het web vanwege de kleinere bestandsgrootte. De afbeeldingen zijn echter niet zo geschikt voor kwalitatieve afdrukken 200 DPI: Deze optie is geschikt voor kwalitatieve weergaven op beeldschermen 300 DPI: Deze kwaliteit wordt vooral gebruikt voor kwalitatieve kantoorafdrukken. De bestanden zijn iets groter 600 DPI: Deze optie leidt tot grote bestanden maar wordt aanbevolen wanneer u beelden in hoge kwaliteit wilt afdrukken
Optische tekenherkenning (OCR) l
Doc. doorzoekbaar maken: Gebruik OCR om een onzichtbare laag met bruikbare tekst te genereren boven het oorspronkelijke beeld. De tekst in de laag kan worden doorzocht en geannoteerd
Extra opties l
l
64
PDF/A-1b-conformiteit: Maak een PDF-bestand met archiefkwaliteit dat voldoet aan de PDF/A1b-norm PDF-bestand openen na verwerking: Open het nieuwe PDF-bestand Nitro Pro 10nadat u het hebt gegenereerd
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Instellingen voor beeldcompressie Bij het scannen naar PDF met Nitro Pro 10 wordt het type van de gebruikte comprimering — kleur, grijsschaal, of zwart/wit — bepaald door de uitvoerinstelling die u in uw scansoftware selecteert. Als u een kleurenscan wilt maken, hoeft u daarom de instelling voor zwart/wit niet te wijzigen, aangezien deze instelling geen effect heeft op de scan.
Beeldcompressie Kleur/grijswaarde l
l
l
JPEG: de Joint Photographic Experts Group-norm ondersteunt compressieratio's van 10:1 met minimaal kwaliteitsverlies. JPEG2000: levert hogere compressieratio's dan JPEG en gebruikt compressie met en zonder verlies in dezelfde bestandsstream. ZIP: maakt gebruik van het ZIP-compressiealgoritme om de grootte van de afbeelding te verkleinen zonder de kwaliteit aan te tasten.
Zwart/wit l
l
l
l
CCITT Groep 4: een norm voor faxverzending die gebruikmaakt van geavanceerde compressiemethoden voor reproductie zonder verlies. CCITT Groep 3: de Groep 3-norm voorziet in een lager compressieniveau en is minder geavanceerd dan de CCITT Groep 4-methode. Run-length: vooral effectief voor bestanden die veel lange runs van dezelfde bits, waarden of tekens bevatten. Deze methode wordt voornamelijk gebruikt voor binaire bestanden. ZIP: maakt gebruik van het ZIP-compressiealgoritme om de grootte van de afbeelding te verkleinen zonder de kwaliteit aan te tasten.
Kwaliteit l
l l
l
65
150 dpi: deze optie levert kleinere bestanden en is dus mogelijk geschikt voor gebruik op internet. De resulterende beeldkwaliteit is echter relatief laag. 200 dpi: geschikt voor hogere beeldkwaliteit op computerschermen. 300 dpi: deze optie wordt meestal voor afdrukken van kantoorkwaliteit gebruikt en resulteert in iets grotere bestanden. 600 dpi: deze optie levert hoge beeldkwaliteit maar resulteert in grote bestanden.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
OCR OCR is een afkorting van Optical Character Recognition, ofwel Optische tekenherkenning, een softwareproces waarmee gedrukte tekst wordt omgezet in tekst die leesbaar is voor de computer. OCR wordt hoofdzakelijk gebruikt om papieren documenten d.m.v. scannen om te zetten in elektronische documenten, maar wordt tevens gebruikt om bepaalde elektronische documenten, zoals PDF, om te zetten in leesbare (en bewerkbare) tekst. In de volgende onderwerpen kunt u meer lezen over OCR: l l l l
66
OCR-voorkeuren Een papieren document scannen met OCR Een bestaande PDF scannen met OCR Problemen oplossen met OCR
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
OCR-voorkeuren De OCR-invoegtoepassing van I.R.I.S. kan volledig met Nitro Pro 10 worden geïntegreerd, zodat tekstherkenning niet alleen op gescande pagina's maar ook op afbeeldingen in geopende PDFdocumenten kan worden toegepast. Het OCR-hulpprogramma is volledig instelbaar en bevat functies waarmee alle opties kunnen worden geconfigureerd, van het corrigeren van schuine beelden tot de instellingen voor beeldcompressie. U kunt tekstherkenning voor scanners ook inschakelen in het dialoogvenster PDF maken van scan, zodat gescande pagina's automatisch in PDF worden omgezet, met tekst die doorzoekbaar en bewerkbaar is.
OCR-voorkeuren configureren 1. Klik op de menuknop Bestand in de linkerbovenhoek van het applicatievenster. 2. Klik op de knop Voorkeuren onder aan het hoofdmenu. 3. Klik in het dialoogvenster Voorkeuren op OCR in de kolom met categorieën.
Algemene OCR-voorkeuren De algemene voorkeuren die voor de OCR-functies kunnen worden ingesteld, zijn in 3 groepen verdeeld, met de volgende opties: l Schuine beelden corrigeren: hiermee wordt alle tekst, die op het gescande document schuin of scheef staat, rechtgezet. l Vaste drempelwaarde: om tekst van een achtergrond te kunnen onderscheiden, wordt het histogram van een beeld geanalyseerd. Met een vaste drempelwaarde wordt dezelfde eindwaarde op het gehele beeld toegepast, in plaats dat de tekst dynamisch wordt gezocht. De percentages geven het punt aan waarop het contrast tussen zwart en wit ideaal is om tekst te herkennen, waarbij 0% volledig zwart is en 100% volledig wit. Deze instelling wordt aanbevolen voor beelden met variërende achtergronden, of met achtergronden waarvan de tint of kleurschakering verandert. Voor algemenere OCR-handeling wordt u aanbevolen de vaste drempelwaarde uit te schakelen. l Tekstrichting detecteren: hiermee worden pagina's automatisch gedraaid als deze gescand zijn onder een hoek van 90, 180 of 270 graden. l Kleurenbeeld afvlakken: gebruik deze optie om de kleuren van het beeld af te vlakken, om artefacts van de JPEG-comprimering te verwijderen en de herkenning te verbeteren. l Taal: selecteer de taal waarin de gescande tekst die u wilt detecteren, is geschreven. l Kwaliteit: l Laag (snel): dit is de ideale optie als de tekst op het gescande document helder en duidelijk te herkennen is. Met deze instelling worden scans snel uitgevoerd. l Middelmatig (medium): met deze optie wordt de herkenning nauwkeuriger uitgevoerd dan met Laag en duurt het scannen enigszins langer. l Hoog (langzaam): deze instelling is geschikt voor het scannen van tekst die moeilijk te herkennen is. Met deze instelling worden complexere methoden voor tekstherkenning toegepast en duurt het scannen merkbaar langer. l Beelden verkleinen: nadat de scan is voltooid, kunt u de resolutie van uw gescande beelden verminderen om de grootte van het resulterende PDF-document te beperken. l Beeldcompressiefactor: hoe hoger de compressiefactor van een beeld, des te kleiner het
67
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
resulterende PDF-bestand is. Als uw PDF-bestand echter moet worden afgedrukt, wordt een lage comprimering aanbevolen, zodat de kwaliteit bewaard blijft.
68
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een papieren document scannen met OCR Een papieren document scannen met OCR: 1. 2. 3. 4.
5. 6. 7. 8. 9.
69
Klik in het tabblad Home in de groep Maken op de knop PDF en vervolgens op Van scanner Selecteer uw scanner in het dialoogvenster Scaninstellingen. Selecteer de vellen die moeten worden gescand en geef een bestemming op voor het bestand. Stel in het gedeelte Beeldcompressie uw voorkeuren in voor de afbeeldingen in het document: l Kleur/grijswaarde l JPEG: de algemene standaard van Joint Photographic Experts Group levert een compressieverhouding van 10:1 met weinig waarneembaar kwaliteitsverlies. l JPEG2000: levert een hogere compressieverhouding dan JPEG en gebruikt comprimering met en zonder kwaliteitsverlies in dezelfde bestandsstroom. l ZIP: maakt gebruik van ZIP-compressie om de grootte van de afbeelding te verkleinen zonder van invloed te zijn op de kwaliteit van de afbeelding. l Zwart/wit l CCITT Groep 4: een norm voor de transmissie van faxdocumenten die geavanceerde methoden voor comprimering gebruikt, voor kopieën zonder kwaliteitsverlies. l CCITT Groep 3: de Groep 3 norm levert een lagere compressie en is minder geavanceerd dan de CCITT Groep 4 methode. l Run-length: vooral effectief voor bestanden die veel lange runs van dezelfde bits, waarden of tekens bevatten. Deze methode wordt hoofdzakelijk voor binaire bestanden gebruiken. l ZIP: maakt gebruik van ZIP-compressie om de grootte van de afbeelding te verkleinen zonder van invloed te zijn op de kwaliteit van de afbeelding. l Kwaliteit l 150 dpi: produceert kleinere bestanden en is geschikt voor gebruik op het internet; de afdrukkwaliteit is echter niet erg hoog. l 200 dpi: geschikt voor weergave van hogere kwaliteit op beeldschermen van computers. l 300 dpi: de algemeen gebruikte kwaliteit voor zakelijke afdrukken; hiermee worden iets grotere bestanden geproduceerd. l 600 dpi: dit produceert de grootste bestanden en wordt aanbevolen als een optimale beeldkwaliteit moet worden bereikt. Schakel het selectievakje Doc. doorzoekbaar maken in om de invoegtoepassing OCR in te schakelen en klik op de knop Geavanceerd om uw voorkeuren in te stellen. Klik op Scannen om uw standaard scansoftware te openen. Selecteer Scannen om de scan te starten (in sommige scanprogramma's moet u het dialoogvenster sluiten als de scan eenmaal voltooid is). Selecteer de optie Voltooien om uw scanopdracht te beëindigen, of selecteer Voorkant scannen: pag. twee om verdere pagina's te scannen. Als u meerdere pagina's hebt gescand, klikt u op Voltooien om het gescande document in Nitro Pro 10 te openen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een bestaande PDF scannen met OCR Een document scannen met OCR: 1. Open Nitro Pro 10 en het PDF-bestand dat u voor OCR wilt scannen. 2. Klik in het tabblad Bewerken op de knop OCR in de groep Tekst/afbeeldingen. 3. Kies in het dialoogvenster Optische tekenherkenning (OCR) of de uitgevoerde tekst bewerkbaar of alleen doorzoekbaar moet zijn. 4. Klik op de knop Opties en selecteer een paginabereik, en klik vervolgens op Geavanceerd om de OCR-voorkeuren in te stellen. 5. Klik op OK om de tekst in het document te herkennen (lezen).
Bepaalde pagina's in een document scannen voor OCR: 1. Klik in de tabbladen van het navigatievenster (links in het venster van Nitro Pro 10) op het tabblad Pagina's. 2. Klik met uw rechtermuisknop op de gewenste pagina's in het deelvenster Pagina's en selecteer OCR pagina's... (houd de Ctrl-toets ingedrukt als u meerdere pagina's wilt selecteren). 3. Kies in het dialoogvenster Optische tekenherkenning (OCR) of de uitgevoerde tekst bewerkbaar of alleen doorzoekbaar moet zijn. 4. Klik op de knop Opties en selecteer een paginabereik, en klik vervolgens op Geavanceerd om de OCR-voorkeuren in te stellen. 5. Klik op OK om de tekst in het document te herkennen (lezen).
70
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Problemen oplossen met OCR De resultaten van OCR (optische tekenherkenning) zijn mede afhankelijk van de kwaliteit van het elektronische document. Aan de hand van de volgende tips kunt u de OCR-resultaten verbeteren: l Stel de kleurinstellingen van de scanner in op Grijsschaal, of op zwart/wit als zwarte tekst op een witte achtergrond wordt gescand. l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de helderheid en het contrast zodanig in te stellen dat donkere zwarte tinten en heldere witte tinten worden geproduceerd. l Stel de scankwaliteit (resolutie) in op 300dpi of hoger. l Begin met een origineel van goede kwaliteit. De nauwkeurigheid van de OCR wordt verslechterd door kreukels en vouwen. l Zorg dat de glasplaat van de scanner schoon en vlekvrij is. l Plaats uw pagina's zo recht mogelijk voor het scannen. Voor scheve of schuine pagina's moet de OCR-engine meerdere verwerkingen uitvoeren. l Afhankelijk van de kwaliteit van uw scanner moet hetzelfde document soms meerdere malen worden gescand om het beste resultaat te verkrijgen. l Als uw tekst op een gekleurde achtergrond of een achtergrond met een patroon is gedrukt, probeer dan een versie te krijgen die op een witte achtergrond is gedrukt. Voor het OCR-scannen van tekst op een gekleurde achtergrond moeten veelal verschillende instellingen worden uitgeprobeerd om de juiste configuratie voor OCR te vinden. l Vlekken of ongewenste artefacten kunnen wellicht met de hand worden verwijderd met gebruik van witte correctievloeistof. l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de optie voor ontspikkelen in te schakelen om ruis van uw beeld te verwijderen. l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de afvlakking van tekst te verhogen, om grove of slecht gedrukte tekst te verbeteren.
71
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Controleren en commentaar invoeren De functies voor tekstmarkering in Nitro Pro 10 maken het mogelijk om met een PDF-bestand te werken alsof het een papieren document is. Bovendien kunt u wijzigingen zo nodig ongedaan maken of opnieuw aanbrengen. Een aantekening is een 'non-destructief' element, dat in een extra laag over de pagina van uw PDF wordt toegevoegd en te allen tijd weer kan worden verwijderd. Als u aantekeningen of commentaar in een geprinte versie van het document wilt laten verschijnen, moet u dit specifiek in uw afdrukinstellingen inschakelen. Tevens kunt u toelichtingen toevoegen in de vorm van tekeningen, kunt u stempels zetten en bestanden bijvoegen. Bij de meeste typen van commentaar kan een pop-upnotitie worden geopend, zodat u feedback kunt geven. Als u bijvoorbeeld een deel van de tekst hebt gemarkeerd met het markeringsgereedschap, kunt u de bijbehorende pop-upnotitie openen en uitleggen waarom de tekst is gemarkeerd. Het deelvenster Commentaar kan bovendien worden gebruikt om commentaar van andere gebruikers te bekijken, beheren en organiseren. Alle functies voor het invoeren van commentaar en tekengereedschappen zijn ondergebracht in het tabblad Controleren. Voor meer informatie over commentaar en aantekeningen in PDF-bestanden raadpleegt u: l Notities toevoegen of bewerken l Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties l Aantekeningenlaag en inhoudslaag l Bestanden als aantekeningen bijvoegen
72
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Notities toevoegen of bewerken In PDF-bestanden kunnen notities worden aangebracht en aantekeningen worden gemaakt, net zoals u dit op een papieren document doet. Notities wijzen de lezer op een bepaald deel van de pagina waar aandacht aan moet worden besteed, of geven de revisoren van het document specifieke instructies.
Een notitie toevoegen: 1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Commentaar op Notitie toevoegen. 2. Klik op de pagina waar u de notitie wilt zetten. Er verschijnt een gele spraakballon. 3. Met de nieuwe notitie wordt automatisch een pop-upnotitie geopend. Klik in de pop-upnotitie om uw tekst in te voeren. 4. Als de tekst eenmaal is ingevoerd, klikt u op een willekeurige plaats buiten de aantekening. 5. Dubbelklik op de gele spraakballon om de pop-upnotitie te tonen of te verbergen. OPMERKING: u kunt op de gele ballon klikken en deze dan naar iedere willekeurige plaats op de pagina slepen.
De eigenschappen van notities wijzigen: 1. 2. 3. 4. 5.
Klik met uw rechtermuisknop op de notitie of het bijbehorende pictogram. Selecteer Eigenschappen in het menu. In het tabblad Algemeen kunt u de Auteur en de gegevens over het Onderwerp wijzigen. In het tabblad Vormgeving kunt u de visuele kenmerken van de notitie instellen. Klik op Sluiten om de wijzigingen op te slaan.
Standaardeigenschappen van notities Ga als volgt te werk als u alle volgende notities dezelfde eigenschappen wilt geven als de geselecteerde notitie: 1. Klik met uw rechtermuisknop op de notitie of het bijbehorende pictogram. 2. Selecteer Huidige eigenschappen als standaard instellen. TIP: notities zijn opgeslagen in de aantekeningenlaag. Ze verschijnen daarom niet in zoekresultaten en worden niet met het document afgedrukt, tenzij u aangeeft dat u het document met markups wilt afdrukken. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.
Commentaar beantwoorden: 1. Als de tekst van de notitie verborgen is, dubbelklikt u op de spraakballon om de pop-upnotitie weer te geven. 2. Klik in de pop-upnotitie op het menu Opties en selecteer Antwoorden. 3. In de oorspronkelijke notitie verschijnt een pop-upnotitie in een andere kleur. Voer uw antwoord in deze nieuwe pop-upnotitie in. 4. Als de tekst eenmaal is ingevoerd, klikt u op een willekeurige plaats buiten de aantekening. TIP: u kunt meerdere antwoorden invoeren, zodat u een thread kunt opbouwen in een aantekening.
73
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een notitie verwijderen: 1. Klik met uw rechtermuisknop op de spraakballon om het contextmenu te openen. 2. Selecteer Verwijderen in het menu.
74
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties Nitro Pro 10 is voorzien van markeringsfuncties, waarmee de aandacht kan worden gevestigd op tekst die moet worden gecorrigeerd. Met gebruik van deze functies kan iedere tekstmarkering van feedback of commentaar worden voorzien. Bij het afdrukken van een PDF-bestand kunnen alle tekstmarkeringen zichtbaar worden gemaakt of worden verborgen. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.
Tekst markeren 1. Klik op het tabblad Controleren in de groep Commentaar op de pijl onder Tekstmarkering en selecteer een van de volgende opties: l Tekst markeren l Tekst doorstrepen l Tekst onderstrepen l Vervangen 2. Selecteer een of meer woorden of een tekstblok waarop u de tekstmarkering wilt toepassen. Selectie met gebruik van de lichtkrant is handig voor tekst die in verticale kolommen is uitgevuld. 3. Dubbelklik op de nieuwe markering als u commentaar wilt bijvoegen. 4. Druk op de knop x bovenaan de pop-upnotitie om de notitie te sluiten.
Markering verwijderen l
Voer een van de volgende handelingen uit: o Selecteer het handje of het selectiegereedschap en klik hiermee met de rechtermuisknop op de aantekening. Kies Verwijderen in het menu. o Klik met het handje of het selectiegereedschap op de markering die u wilt verwijderen. Er verschijnt een begrenzingsvak om aan te geven dat de markering is geselecteerd. Druk op de toets Delete.
TIP: u kunt meerdere markeringen toepassen op een woord of tekstblok. Tekst kan bijvoorbeeld gemarkeerd en onderstreept worden.
Eigenschappen van markering wijzigen 1. Klik met de rechtermuisknop op de tekstmarkering. 2. Selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Eigenschappen verschijnt en bevat de volgende tabbladen: o Algemeen: hierin kunt u de gegevens over de auteur en het onderwerp van de aantekening wijzigen. o Vormgeving: hierin kunnen de visuele kenmerken van de markering worden gewijzigd. 3. Klik op Sluiten om de wijzigingen op te slaan. TIP: als u alle volgende markeringen dezelfde eigenschappen wilt geven als de geselecteerde mark-
75
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Huidige eigenschappen als standaard instellen.
Een aantekening beantwoorden 1. Als de aantekening verborgen is, dubbelklikt u op de gemarkeerde tekst om de aantekening weer zichtbaar te maken. 2. Klik op het menu Opties in het tekstveld en selecteer Antwoorden. 3. Voer uw antwoord in het berichtvak in dat in de originele markering verschijnt. TIP: u kunt meerdere antwoorden invoeren, zodat u een thread kunt opbouwen in een aantekening.
Markering verwijderen l
76
Klik met uw rechtermuisknop op de markering en selecteer Verwijderen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Commentaar beheren en bekijken Nitro Pro 10 biedt een enkele locatie waar alle commentaar uit het PDF-bestand wordt getoond. In het deelvenster Commentaar worden alle opmerking weergegeven die in uw document zijn ingevoerd, met daarbij de informatie met betrekking tot de opmerking in kwestie.
Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen l
l
Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar weer te geven of te verbergen. Het deelvenster kan worden gesloten door op het tabblad Commentaar of op de knop x rechtsboven in het deelvenster Commentaar te klikken.
TIP: klik op het gewenste commentaar in het deelvenster Commentaar als u rechtstreeks naar de bijbehorende locatie in het PDF-bestand wilt gaan. Gebruik de pijltoetsen Op en Neer om door de lijst in het deelvenster Commentaar te lopen.
Commentaar uitvouwen of samenvouwen Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Commentaar: l Afzonderlijke aantekeningen uitvouwen of samenvouwen: klik op de knop + of - naast de aantekening, of druk op de pijltoets Links of Rechts. l Commentaar in een groep, zoals Redactie of Tekst, uitvouwen of samenvouwen: klik op de knop + of - naast de aantekening, of druk op de pijltoets Links of Rechts. l Alle commentaar uitvouwen of samenvouwen: klik op Alles uitvouwen of Alles samenvouwen. OPMERKING: met de optie Alles uitvouwen wordt alle beschikbare informatie over iedere opmerking in het hele document weergegeven, inclusief het paginanummer, de naam van de reviewer, het type opmerking en alle eventuele feedback. Met Alles samenvouwen wordt het commentaar gegroepeerd op basis van de huidig geselecteerde optie bij Sorteren op. Bijvoorbeeld type, pagina, of auteur.
Commentaar verwijderen Selecteer het commentaar in het deelvenster Commentaar en klik op Verwijderen. Meer informatie over de andere functies in het deelvenster Commentaar kunt u vinden in: l Het deelvensters Commentaar l Commentaar sorteren l Commentaar beantwoorden l Commentaar uit meerdere bestanden samenvoegen l Alle commentaar tonen of verbergen l Commentaar samenvatten
77
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een notitie beantwoorden Met Nitro Pro 10 kunt u op uiterst eenvoudige wijze reageren op commentaar van andere reviewers. Ieder antwoord is gekoppeld aan het oorspronkelijke commentaar, en alle reacties kunnen in het deelvenster Commentaar worden bekeken. De elektronische cyclus voor controle van documenten kan worden gestroomlijnd door meerdere reacties op commentaar zo te rangschikken dat ze een thread vormen. U hoeft ze ook niet langer meer stuk voor stuk te sorteren.
Commentaar beantwoorden 1. Voer een van de volgende handelingen uit: o Markeer de gewenste aantekening in het deelvenster Commentaar en klik op Antwoorden. o Klik met uw rechtermuisknop op de aantekening op de pagina in het PDF-document en selecteer Antwoorden. 2. Voer de gewenste tekst in op de pop-upnotitie. Raadpleeg Het deelvenster Commentaar voor verdere informatie.
78
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Commentaar sorteren In het deelvenster Commentaar kunt u alle aantekeningen en feedback bijhouden die aan een PDFdocument zijn toegevoegd. In het deelvenster wordt een lijst getoond van iedere aantekening, met daarbij het type, de naam van de reviewer, een tijdstempel, alle eventuele feedback-tekst en de reacties.
Commentaar sorteren 1. Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar te openen. 2. Klik in het deelvenster Commentaar op Sorteren op en kies de gewenste sorteermethode, zoals sorteren op Type, of sorteren op Auteur.
79
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Alle commentaar tonen of verbergen Als u een PDF-document zonder enig commentaar wilt bekijken, kunt u alle aantekeningen tegelijk verbergen in plaats van ze stuk voor stuk te sluiten of te verwijderen. U gebruikt dezelfde functie om het commentaar weer te tonen. De zichtbaarheid van het commentaar in- of uitschakelen: l Klik in het tabblad Controleren in de groep Controleren op Commentaar verbergen.
80
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Commentaar uit meerdere bestanden samenvoegen Wanneer u van meerdere personen feedback ontvangt in afzonderlijke exemplaren van het originele PDFbestand, is het waarschijnlijk handig om dit commentaar tot één PDF-bestand samen te voegen, zodat u het gemakkelijker kunt controleren. U moet twee stappen uitvoeren om commentaar samen te voegen: 1. Exporteer commentaar uit elk feedbackbestand. 2. Importeer alle commentaar om het in één PDF-bestand te plaatsen.
Commentaar exporteren uit een feedbackbestand 1. Zorg dat er een PDF-bestand met commentaar geopend is. Klik in het tabblad Controleren in het groepsmenu Controleren op de pijl naast Migreren en selecteer Commentaar exporteren. Het dialoogvenster Commentaar exporteren wordt weergegeven. 2. Geef een unieke bestandsnaam en een locatie voor het geëxporteerde commentaar op en klik op Opslaan. 3. Herhaal stap 1 en 2 voor elk bestand met commentaar.
Commentaar van meerdere personen in één PDF importeren 1. Zorg dat de originele PDF geopend is. Klik in het tabblad Controleren in het groepsmenu Controleren op de pijl naast Migreren en selecteer Commentaar importeren. . Het dialoogvenster Commentaar importeren wordt weergegeven. 2. Selecteer een commentaarbestand en klik op Openen. 3. Herhaal stap 1 en 2 voor elk bestand met commentaar.
81
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Commentaar samenvatten Met Nitro Pro 10 kunt u op eenvoudige wijze alle commentaar dat aan uw PDF-document is toegevoegd, samenvatten. Het samengevatte commentaar wordt naast de betreffende inhoud in het document weergegeven. Wanneer commentaar wordt samengevat, verschijnt elk commentaar als een toelichting naast de oorspronkelijke PDF-pagina, zodat u een duidelijk overzicht krijgt van de inhoud van elk commentaar naast de originele tekst. Elke toelichting is voorzien van een id. In een bijgevoegde samenvattingstabel worden alle id's vermeld, samen met de inhoud en eventuele verdere gegevens van het commentaar. Zo kan alle commentaar in één oogopslag worden bekeken, maar kan tegelijkertijd door de pagina's van het document worden gebladerd om elk commentaar afzonderlijk te zien. U kunt kiezen of u commentaar wilt samenvatten voor weergave op het scherm (als PDF) of op papier. In het dialoogvenster Nitro Pro Voorkeuren kunt u opgeven hoe het samengevatte commentaar moet worden weergegeven en afgedrukt.
Commentaar samenvatten in PDF 1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Controleren op Commentaar samenvatten. Het dialoogvenster Commentaar samenvatten wordt weergegeven. 2. Geef het gewenste paginabereik op. 3. Klik op OK. TIP: als u instellingen voor afdrukken en samenvatten wilt configureren, klikt u in het dialoogvenster Commentaar samenvatten op Instellingen.
Commentaar samenvatten om af te drukken 1. Voer een van de volgende handelingen uit: o Ga in het menu Bestand naar het submenu Afdrukken en selecteer Samenvatting afdrukken met commentaar. o Klik in het tabblad Controleren in het groepsmenu Controleren op de pijl onder Commentaar samenvatten en selecteer Commentaar samenvatten en afdrukken. 2. Geef een paginabereik op in het dialoogvenster Samenvatting van document met commentaar afdrukken. 3. Klik op OK. TIP: als u instellingen voor afdrukken en samenvatten wilt configureren, klikt u in het dialoogvenster Samenvatting van document met commentaar afdrukken op Instellingen.
Voorkeuren voor afdrukken en samenvatten wijzigen 1. Klik op Voorkeuren in het menu Bestand. Het dialoogvenster Nitro Pro Voorkeuren wordt weergegeven. 2. Vouw de optie Commentaar invoeren uit en selecteer Afdrukken en samenvatten. 3. Configureer een of meer van de volgende instellingen voor afdrukken en samenvatten: o Volgorde commentaar. Geef op hoe het commentaar in de samenvattingstabel moet worden gesorteerd. U hebt de keuze uit volgorde op pagina, auteur, tijd gemaakt, tijd
82
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
gewijzigd en type commentaar. o Lettertype. Geef het lettertype voor de commentaarsamenvatting op. Dit lettertype wordt gebruikt in de commentaartoelichtingen en de samenvattingstabel. o Koptekstgrootte. Hiermee wordt de grootte van de koptekst ingesteld. De koptekst wordt langs de bovenkant van iedere toelichting weergegeven en tevens langs de bovenkant van de samenvattingstabel. o Hoofdtekstgrootte. Hiermee wordt de grootte van de hoofdtekst ingesteld. De hoofdtekst is de tekst van elke commentaartoelichting, en de commentaartekst in elke rij van de samenvattingstabel. o Lijnstijl. Hier selecteert u de stijl van de lijn tussen de samenvattingstoelichtingen en de commentaarlocatie in het PDF-document. o Paginamarges. Hiermee wordt de grootte van de marges op de samenvattingspagina ingesteld. Met grote marges is er meer ruimte voor de toelichtingen, terwijl u met kleine marges een grotere versie van de originele PDF-pagina kunt zien. o Gegevens commentaar afdrukken (auteur, datum en tijd van de opmerking). Schakel dit selectievakje in om gegevens over de auteur en de datum en tijd waarop het commentaar is gemaakt, aan de samenvatting toe te voegen. o Pagina's zonder commentaar weglaten. Als u dit selectievakje inschakelt, worden alleen pagina's met commentaar in de samenvatting opgenomen. Bij het samenvatten van grote documenten bespaart u hierdoor tijd en geld, aangezien pagina's zonder commentaar worden weggelaten uit het uitvoerbestand of de afdruk. o Kader aan de originele pagina toevoegen. Schakel dit selectievakje in om een kader rond de originele pagina weer te geven en de samenvattingsgegevens buiten het kader te plaatsen. o Afmeting commentaar. Geef de breedte en hoogte van de commentaartoelichtingen op. 4. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
83
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Markeren met vormen en tekenfuncties Met de tekengereedschappen van Nitro Pro 10 kunnen niet alleen vooraf ingestelde vormen aan documenten worden toegevoegd (zoals lijnen, rechthoeken of ovalen), maar kunnen ook vormen met de hand worden getekend. Beide soorten tekenfuncties voorzien u van een bijbehorend pop-upvenster, waarin u een verdere toelichting bij de tekening kunt invoeren. Daarnaast kunt u het uiterlijk van uw tekeningen wijzigen met de opties voor kleur, transparantheid, stijlen voor aanwijzers en meer, afhankelijk van het type tekening dat u gebruikt. U beschikt over tekenfuncties voor het volgende: l Pijl l Rechthoek l Ovaal l Lijn l Wolk l Veelhoek l Veelhoekslijn l Potlood (voor tekenen met de hand) l Gum
Een lijn, pijl, rechthoek of ovaal toevoegen: 1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Commentaar op de pijl onder Vormen en selecteer de vorm die u wilt invoegen. 2. Klik op de plaats op de pagina in het PDF-bestand waar u de vorm wilt plaatsen.
Vrije vormen tekenen: 1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Commentaar op de pijl onder Tekening en selecteer Potlood. 2. Klik en sleep de aanwijzer over de pagina en teken het gewenste beeld. TIP: in het menu Tekening kunt u de functie Gum selecteren om delen van uw potloodtekening te wissen.
Een toelichting aan een tekening toevoegen: 1. Dubbelklik op de tekening. Er verschijnt nu een pop-upnotitie. 2. Voer de gewenste tekst in.
De stijl of eigenschappen van een tekening wijzigen: 1. Gebruik het handje, het selectiegereedschap of ieder gereedschap in de groep Commentaar en klik met de rechtermuisknop in de tekening. 2. Selecteer Eigenschappen in het menu. 3. Wijzig de eigenschappen in de tabbladen Algemeen of Vormgeving. 4. Klik op Sluiten.
84
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Standaardopmaak voor de toelichtingen bij een tekening instellen: 1. Gebruik het handje, het selectiegereedschap of ieder gereedschap in de groep Commentaar en klik met de rechtermuisknop op een tekening met de gewenste opmaak. 2. Selecteer Huidige eigenschappen als standaard instellen in het menu.
Een rechte lijn veranderen in een pijl: 1. Gebruik het handje, het selectiegereedschap of ieder gereedschap in de groep Commentaar en klik met de rechtermuisknop op een tekening van een rechte lijn. 2. Selecteer Eigenschappen in het menu. 3. Selecteer in het tabblad Vormgeving, in de menu's Begin en Eind, de stijl voor de uiteinden van de pijl. 4. Klik op Sluiten.
Een tekening verwijderen: Gebruik het handje, het selectiegereedschap of ieder gereedschap in de groep Commentaar en voer een van de volgende handelingen uit: l Klik met de rechtermuisknop op de tekening en selecteer Verwijderen in het menu. l Klik op de tekening en druk op de toets Delete.
85
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Tekstvakken en toelichtingen Met behulp van tekstvakken kunt u zorgen dat belangrijke tekst duidelijk en op de juiste plaats op de pagina wordt weergegeven. Tekstvakken zijn altijd zichtbaar en kunnen in tegenstelling tot plaknotities niet worden geopend of gesloten. Toelichtingen zijn tekstvakken met een pijl, die u naar een specifieke locatie op dezelfde pagina van het PDF-document kunt laten wijzen. Dit kan handig zijn als u commentaar aan een bepaalde tekstpassage of afbeelding wilt koppelen. OPMERKING: tenzij anders aangegeven zijn de instructies voor tekstvakken ook van toepassing op toelichtingen.
Een tekstvak met commentaar toevoegen 1. Klik in het tabblad Controleren, in de groep Commentaar, op de pijl onder Tekst en selecteer Tekstvak of Toelichting. 2. Klik op de PDF-pagina waar u het tekstvak wilt plaatsen en typ de gewenste tekst.
Tekst in een bestaand tekstvak bewerken 1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en dubbelklik in een tekstvak waarin u tekst wilt bewerken. 2. Bewerk de tekst. TIP: wanneer u tekst in een tekstvak bewerkt, kunt u het tabblad Indeling gebruiken om instellingen voor het lettertype, de uitlijning of afstand van tekst te wijzigen.
De vormgeving van een tekstvak met commentaar wijzigen 1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en klik met de rechtermuisknop op het tekstvak. 2. Selecteer Eigenschappen in het menu. 3. Wijzig de instellingen op het tabblad Algemeen, Vormgeving en/of Lettertype naar wens. 4. Klik op Sluiten.
De plaats of het formaat van een tekstvak wijzigen l
l
Als u een tekstvak wilt verplaatsen, sleept u het naar de gewenste positie. U kunt de pijl van een toelichting apart verplaatsen door de rode grepen van de pijl te verslepen. U kunt het formaat van een tekstvak wijzigen door de rode grepen op de randen te verslepen.
TIP: Als de cursor in het tekstvak knippert, betekent dit dat de tekstbewerkingsmodus actief is. U kunt de eigenschappen van het tekstvak bewerken door buiten het tekstvak te klikken om de tekstbewerkingsmodus uit te schakelen, met de rechtermuisknop op het tekstvak te klikken en Eigenschappen in het menu te selecteren.
86
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
De standaardvormgeving van tekstvakken instellen 1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en klik met de rechtermuisknop op een tekstvak met de gewenste vormgeving. 2. Selecteer Huidige eigenschappen als standaard instellen in het menu. OPMERKING: standaardeigenschappen voor tekstvakken zijn onafhankelijk van standaardinstellingen voor toelichtingen.
Een tekstvak verwijderen Gebruik het handje, het selectiegereedschap of ieder gereedschap in de groep Commentaar en voer een van de volgende handelingen uit: l Klik met de rechtermuisknop op het tekstvak en selecteer Verwijderen in het menu. l Klik op het tekstvak en druk op de toets Delete.
87
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Afstand, gebied en omtrek meten Met het gereedschap Meten kunt u eenvoudig de afstand, het gebied en de omtrek meten van een set punten op basis van een door u gedefinieerde schaal. OPMERKING: Sommige PDF-bestanden bevatten een ingesloten schaalverhouding die betrekking heeft op de inhoud van het document. Een ontwerper kan bijvoorbeeld de eenheden van een technische tekening bepalen door dit met een ingesloten schaal naar PDF te exporteren.
Meten kalibreren Als een PDF-bestand geen ingesloten schaal bevat, zet het gereedschap Meten de standaardeenheden van het bestand om naar inches. Met kalibratie kunt u een aangepaste schaal voor uw document bepalen om nauwkeurige resultaten te verkrijgen. Het is ook mogelijk om andere meetschalen in te stellen voor iedere pagina in een PDF-bestand. 1. Klik in het tabblad Controleren in het vak Aantekeningen op de pijl onder de knop Meten. 2. Klik in het menu Meten op Kalibreren. 3. Klik ergens in de pagina om het beginpunt voor de meting in te stellen (klik op Esc om opnieuw te beginnen). 4. Klik ergens in de pagina om het eindpunt voor de meting in te stellen (klik op Esc om opnieuw te beginnen). 5. Bepaal de meetwaarde in het dialoogvenster Kalibreren en kies de juiste eenheid uit het menu. 6. Schakel het selectievakje Op alle pagina's toepassen in om dezelfde meetschaal voor alle pagina's van het PDF-bestand te gebruiken.
Afstand meten 1. Klik in het tabblad Controleren in het vak Aantekeningen op de pijl onder de knop Meten. 2. Klik in het menu Meten op Afstand. 3. Klik ergens in de pagina om het beginpunt voor de meting in te stellen (klik op Esc om opnieuw te beginnen). 4. Sleep de muis naar het eindpunt van de te meten afstand en klik om het eindpunt in te stellen (klik op Esc om opnieuw te beginnen). 5. Schuif de muis omhoog of omlaag om de grenzen van de meting juist weer te geven en klik opnieuw om dit te voltooien. 6. U kunt dubbelklikken op de meetstempel om een aantekening te openen waarin uw meting als een notitie wordt weergegeven. U kunt dit naar wens bewerken.
Gebied meten 1. Klik in het tabblad Controleren in het vak Aantekeningen op de pijl onder de knop Meten. 2. Klik in het menu Meten op Gebied. 3. Klik ergens in de pagina om het beginpunt voor de meting in te stellen (klik op Esc om opnieuw te beginnen). 4. Sleep de muis naar het volgende segment van het gebied en klik om een middelpunt in te stellen. U kunt zoveel middelpunten instellen als u nodig hebt (klik op Esc om opnieuw te beginnen).
88
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
5. Wanneer alle paden van het gebied zijn aangegeven, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Voltooien om de meting uit te voeren. 6. U kunt dubbelklikken op de meetstempel om een aantekening te openen waarin uw meting als een notitie wordt weergegeven. U kunt dit naar wens bewerken.
Omtrek meten 1. Klik in het tabblad Controleren in het vak Aantekeningen op de pijl onder de knop Meten. 2. Klik in het menu Meten op Omtrek. 3. Klik ergens in de pagina om het beginpunt voor de meting in te stellen (klik op Esc om opnieuw te beginnen). 4. Sleep de muis naar het volgende segment van de omtrek en klik om een middelpunt in te stellen. U kunt zoveel middelpunten instellen als u nodig hebt (klik op Esc om opnieuw te beginnen). 5. Wanneer alle paden van de omtrek zijn aangegeven, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Voltooien om de meting uit te voeren. 6. U kunt dubbelklikken op de meetstempel om een aantekening te openen waarin uw meting als een notitie wordt weergegeven. U kunt dit naar wens bewerken. OPMERKING: Bij het meten van een omtrek hoeven de begin- en eindpunten van de meting elkaar niet te snijden of te raken.
Voorkeuren van het gereedschap Meten 1. Klik op Voorkeuren in het menu Bestand. 2. Klik op de categorie Meten. 3. Schakel in het gedeelte Kalibreren het selectievakje uit om het bericht uit te schakelen dat voor het kalibreren wordt weergegeven. 4. Bepaal in het gedeelte Uitlijnen de punten en paden waarop de muisaanwijzer wordt uitgelijnd 5. Klik op Toepassen en daarna op OK om de wijzigingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten.
89
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Wissen Met het gereedschap Wissen kunt u op veilige wijze delen van tekst, afbeeldingen, aantekeningen en zelfs formuliervelden van een PDF-pagina verwijderen. Dit is het perfecte gereedschap om op het laatste moment gevonden fouten in een document te verwijderen of wanneer inhoud niet aan een bepaalde ontvanger openbaar mag worden gemaakt.
Een object wissen De volgende bewerking kan op alle PDF-inhoud worden toegepast: 1. Klik in het tabblad Controleren in het vak Geavanceerd op Wissen. 2. Sleep met de muis een selectievak rond het paginagedeelte dat u wilt wissen. 3. Klik op Ja om te bevestigen of Nee om te annuleren. OPMERKING: Wissen is een permanente bewerking die niet ongedaan kan worden gemaakt nadat het PDF-bestand is opgeslagen.
90
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bestanden als aantekeningen bijvoegen Met de functie voor het bijvoegen van aantekeningbijlagen kunt u elektronische bestanden aan uw PDFbestanden koppelen, net zoals u een papieren document met een paperclip aan een ander document kunt bevestigen. Dergelijke bijlagen worden als paperclippictogram op de PDF-pagina weergegeven en kunnen worden geopend door op het pictogram te dubbelklikken. U kunt aantekeningbijlagen bekijken in de deelvensters Commentaar en Bijlagen. Het deelvenster Bijlagen is de centrale plaats voor het bekijken, invoegen, verwijderen en exporteren van alle bijlagen in een document, zelfs bijlagen die niet als aantekeningen zijn bijgevoegd.
Een bestand als aantekening bijvoegen 1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Commentaar op Bestanden bijvoegen. De muisaanwijzer verandert in een paperclip. 2. Klik op de paginapositie waar u een bestand wilt bijvoegen. Het dialoogvenster Openen wordt weergegeven. 3. Zoek en selecteer het bestand dat u wilt bijvoegen en klik op Openen. Het bestand wordt als bijlage aan uw PDF-document toegevoegd en wordt in het bestand ingesloten wanneer u het opslaat. TIP: u kunt het paperclippictogram naar de gewenste plaats op dezelfde pagina slepen en het met de sneltoetsen voor knippen en plakken op andere pagina's plaatsen.
De weergave of eigenschappen van een bestandsbijlage wijzigen 1. Klik met de rechtermuisknop op het bijlagepictogram en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Bestandsbijlage Eigenschappen wordt weergegeven. 2. Werk de eigenschappen op de tabbladen Algemeen en Vormgeving naar wens bij. 3. Klik op Sluiten.
Een bestandsbijlage openen Dubbelklik op het bijlagepictogram (de paperclip).
Een bestandsbijlage opslaan 1. Klik met de rechtermuisknop op het bijlagepictogram en selecteer Ingesloten bestand op schijf opslaan. Het dialoogvenster Opslaan als wordt weergegeven. 2. Selecteer Ingesloten bestand op schijf opslaan in het menu. 3. Ga naar de locatie waar u de bestandsbijlage wilt opslaan en klik op Opslaan. Raadpleeg Het deelvenster Bijlagen en Bestanden bijvoegen voor verdere informatie.
91
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-bestanden vergelijken Het is moeilijk om alle wijzigingen die in een document zijn gemaakt te rapporteren als de wijzigingen tijdens het bewerken niet zijn bijgehouden. Het eenvoudigst is om het nieuwe document met de originele versie te vergelijken om iedere gemaakte wijziging terug te vinden. Als u twee versies van hetzelfde document wilt vergelijken, converteert u ze naar PDF in Nitro Pro 10 en gebruikt u de functie Vergelijken om verschillen in tekst, afbeeldingen en zelfs aantekeningen te vinden.
Contextuele wijzigingen weergeven In een contextvergelijking worden de objecten op iedere pagina doorzocht en gecontroleerd of ze in het tweede document voorkomen. Als een object bestaat, wordt het vervolgens met het equivalente object vergeleken op verschillen. Tijdens dit proces worden tekst, afbeeldingen en aantekeningen vergeleken.
Inhoud vergelijken: 1. Open de twee documenten die moeten worden vergeleken 2. Klik in het tabblad Controleren in het vak Geavanceerd op Vergelijken. Het dialoogvenster Documenten vergelijken wordt weergegeven. 3. Selecteer de optie Wijzigingen in context met aantekeningen weergeven en klik daarna op Volgende 4. Gebruik de menu's Origineel document en Gewijzigd document om beide documenten te laden 5. Klik op Voorkeuren om de instellingen van de functie Vergelijken te wijzigen. De standaardinstellingen zijn in de meest gangbare scenario's te gebruiken. 6. Selecteer onder de voorbeeldweergaven van de documenten welke pagina's moeten worden vergeleken: l Alle: het hele document vergelijken l Huidige pagina: alleen de pagina in de voorbeeldweergave vergelijken l Pagina's: de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door een streepje) opgeven. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5. 7. Klik op Vergelijken om het vergelijkingsproces te beginnen
De resultaten begrijpen: Nadat de twee documenten zijn vergeleken, wordt een nieuw tabblad geopend in het deelvenster Document van Nitro Pro 10 waarin de gevonden visuele verschillen tussen de bestanden worden getoond. Nadat de inhoud is vergeleken wordt in het uteindelijke bestand ieder verschil uitgelicht op basis van de kleurcodering die in de Voorkeuren van Nitro Pro 10 is geconfigureerd.
Alleen verschillen weergeven Bij een visuele vergelijking wordt een beeld van ieder document gemaakt en gekeken naar de verschillen op pixelniveau. Het resultaat wordt vervolgens weergegeven als een beeld dat alleen de verschillen tussen de twee documenten bevat.
Visueel vergelijken: 1. Open de twee documenten die moeten worden vergeleken 2. Klik in het tabblad Controleren in het vak Geavanceerd op Vergelijken. Het dialoogvenster
92
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
3. 4. 5. 6.
7.
Documenten vergelijken wordt weergegeven. Selecteer de optie Alleen verschillen tussen documenten weergeven en klik daarna op Volgende Gebruik de menu's Origineel document en Gewijzigd document om beide documenten te laden Klik op Voorkeuren om de instellingen van de functie Vergelijken te wijzigen. De standaardinstellingen zijn in de meest gangbare scenario's te gebruiken. Selecteer onder de voorbeeldweergaven van de documenten welke pagina's moeten worden vergeleken: l Alle: het hele document vergelijken l Huidige pagina: alleen de pagina in de voorbeeldweergave vergelijken l Pagina's: de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door een streepje) opgeven. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5. Klik op Vergelijken om het vergelijkingsproces te beginnen
De resultaten begrijpen: Nadat de twee documenten zijn vergeleken, wordt een nieuw tabblad geopend in het deelvenster Document van Nitro Pro 10 waarin de gevonden verschillen tussen de bestanden worden getoond. Na een visuele vergelijking, wordt als resultaat een beeldbestand gemaakt dat bestaat uit de deltapixels die slechts in één van de bestanden voorkomen.
93
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-bestanden converteren Met Nitro Pro 10 kunt u de tekst en afbeeldingen uit uw PDF-documenten ophalen om deze inhoud opnieuw elders te gebruiken, of kunt u een 'snapshot' van het PDF-document maken. Nitro Pro 10 bevat tevens een functie om PDF-bestanden te exporteren, zodat u de inhoud opnieuw kunt gebruiken in toepassingen zoals Microsoft Word, WordPerfect, Open Office en meer. Bestanden kunnen worden opgeslagen als DOC, RTF, TXT en afbeeldingen als BMP, JPG, PNG, of TIF. De volgende functies zijn beschikbaar: l
l l l l
l
Selectiegereedschap: hiermee kopieert u tekst en afbeeldingen op pagina's om deze in andere toepassingen te gebruiken. PDF naar Word: converteer bestanden naar doc-indeling voor gebruik in Microsoft Word. PDF naar Excel: converteer bestanden naar xml-indeling voor gebruik in Microsoft Excel. PDF naar Beeld: converteer hele documenten of losse pagina's naar beeldbestanden. PDF naar Rich Text: converteer bestanden naar rtf-indeling om de inhoud opnieuw te gebruiken in WordPerfect, OpenOffice, Google Docs en andere tekstverwerkingsprogramma's. Alle tekst en afbeeldingen ophalen: haal iedere afbeelding op als een apart bestand, of haal alle tekst op en sla dit op in een onbewerkt tekstbestand.
TIP: als u de standaardinstellingen voor exporteren en kopiëren wilt instellen, selecteert u Voorkeuren in het menu Bestand en kijkt u in de delen Algemeen en Conversie. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Voorkeuren.
94
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF naar Microsoft Word converteren Met de exportfunctie van Nitro Pro 10 kunt u PDF-bestanden naar Microsoft Word-documenten (DOCXbestanden) converteren. De inhoud wordt zo in een handomdraai bruikbaar in Microsoft Word. U kunt een reeks pagina's, hele bestanden of een verzameling bestanden in één keer converteren. OPMERKING: voor op afbeeldingen gebaseerde PDF-bestanden en gescande PDF's wordt automatisch OCR (optische tekenherkenning) gebruikt om de tekst in het document te herkennen en converteren.
PDF naar Microsoft Word converteren 1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Naar Word. 2. Voer een van de volgende handelingen uit in het venster PDF naar Word converteren: l Klik onder Bestanden voor conversie op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer andere PDF-bestanden voor conversie. l Markeer een PDF-bestand in de lijst en gebruik de opties Op of Neer om de documenten naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de lijst wilt verwijderen. l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om de geopende PDF's snel naar Word te converteren. l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5. l Selecteer onder Uitvoer een optie in de vervolgkeuzelijst Map om op te geven waar het geconverteerde bestand moet worden opgeslagen. l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in als u wilt dat de documenten na conversie automatisch in het standaardprogramma worden geopend. l Klik op Converteren om de conversie uit te voeren. TIP: u kunt de selectie makkelijker maken door de navigatiepijlen onder in het venster te gebruiken om de afzonderlijke pagina's te bekijken.
95
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF naar Microsoft Excel converteren Met Nitro Pro 10 kunt u PDF-bestanden converteren naar een Microsoft Excel 2003 XML-werkblad (.xml) of een Excel 2007-werkmap (.xlsx). U kunt een reeks pagina's, hele bestanden of een verzameling bestanden in één keer exporteren. Om een PDF-bestand met Nitro Pro naar Excel te converteren, moet uw PDF tabelgegevens bevatten; zonder tabelgegevens zal de conversie mislukken. OPMERKING: voor op afbeeldingen gebaseerde PDF-bestanden en gescande PDF's wordt automatisch OCR (optische tekenherkenning) gebruikt om de tekst in het document te herkennen en converteren.
PDF naar Microsoft Excel converteren 1. Klik op Naar Excel in de groep Converteren van het tabblad Home. 2. Voer een van de volgende handelingen uit in het venster PDF naar Excel converteren: l Klik op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer andere PDF-bestanden voor conversie. l Selecteer een PDF-bestand in de lijst en gebruik de opties Op of Neer om de documenten naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de lijst wilt verwijderen. l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om alle geopende PDF's snel naar Excel-bestanden te converteren. l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5. l Geef in het gedeelte Conversie-instellingen op of de tabellen allemaal in één werkblad of in aparte werkbladen moeten komen te staan. l Specificeer het volgende in het gedeelte Uitvoer: l Waar het geconverteerde Excel-bestand moet worden opgeslagen l Of het Excel-bestand automatisch na conversie moet worden geopend. l Klik op Opties en geef het bestandstype van het geconverteerde bestand op. 3. Klik op Converteren om de conversie uit te voeren. TIP: u kunt de selectie makkelijker maken door de navigatiepijlen onder in het venster te gebruiken om de afzonderlijke pagina's te bekijken.
96
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF naar afbeelding converteren Met de exportfunctie van Nitro Pro 10 kunt u volledige PDF-bestanden of afzonderlijke pagina's ervan naar een afbeeldingsbestand converteren. Hierbij kunt u de gewenste bestandsindeling selecteren en de beeldkwaliteit zo nodig verlagen.
PDF naar afbeelding converteren 1. Klik in het tabblad Home in het groepsvak Converteren op Naar afbeelding. 2. Voer in het dialoogvenster PDF naar afbeeldingen converteren een van de volgende handelingen uit: l Klik onder Bestanden voor conversie op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer andere PDF-bestanden voor conversie. l Markeer een PDF-bestand in de lijst en gebruik vervolgens de opties Op of Neer om de documenten naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de lijst wilt verwijderen. l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om de geopende PDF-bestanden snel naar afbeeldingen te converteren. l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5. l Selecteer onder Conversie-instellingen een Beeldindeling. De beschikbare opties zijn PNG, JPEG, TIFF en TIFF op meerdere pagina's. l Selecteer onder Conversie-instellingen of u de afbeelding wilt Verkleinen tot een specifieke dpi-waarde, of selecteer Originele dpi behouden als u de resolutie niet wilt wijzigen. l Selecteer onder Uitvoer een optie in de vervolgkeuzelijst Map om op te geven waar het geëxporteerde bestand moet worden opgeslagen. l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in om de geëxporteerde documenten automatisch in het standaardprogramma te openen 3. Klik op Converteren om de conversie uit te voeren.
97
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF naar Rich Text converteren Met de exportfunctie van Nitro Pro 10 kunt u PDF-bestanden naar RTF-bestanden (Rich Text Format) converteren. De inhoud wordt zo in een handomdraai bruikbaar in WordPerfect, Open Office, of andere tekstverwerkingsprogramma's. U kunt een reeks pagina's, hele bestanden of een verzameling bestanden in één keer exporteren.
PDF naar Rich Text converteren 1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Ander type en vervolgens op Naar Rich Text. 2. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster PDF naar Rich Text converteren: l Klik onder Bestanden voor conversie op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer andere PDF-bestanden voor conversie. l Markeer een PDF-bestand in de lijst en gebruik de opties Op of Neer om de documenten naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de lijst wilt verwijderen. l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om de geopende PDF's snel naar RTF te converteren. l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5. l Selecteer onder Conversie-instellingen een indelingsmodus in de lijst Indeling, of klik op Opties om extra opties in te stellen. Raadpleeg 'Instellingen voor het exporteren van PDF naar Word en RTF' voor verdere informatie over indelingsmodi en andere beschikbare opties. l Selecteer onder Uitvoer een optie in de vervolgkeuzelijst Map om op te geven waar het geëxporteerde bestand moet worden opgeslagen. l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in als u wilt dat de documenten na conversie automatisch in het standaardprogramma worden geopend. 3. Klik op Converteren om de conversie uit te voeren.
98
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF naar onbewerkte tekst converteren Met Nitro Pro 10 kunt u alle tekst uit een PDF-document exporteren en opslaan in een bestand in een willekeurige map zonder het originele PDF-document te wijzigen. OPMERKING: voor op afbeeldingen gebaseerde PDF-bestanden en gescande PDF's wordt automatisch OCR (optische tekenherkenning) gebruikt om de tekst in het document te herkennen en converteren.
PDF-bestand naar onbewerkte tekst converteren: 1. Klik in het tabblad Home in de groep Converteren op Ander type en vervolgens op Naar onbewerkte tekst. Het dialoogvenster PDF naar Onbewerkte tekst converteren wordt weergegeven. 2. Als er reeds een PDF is geopend, gebruikt Nitro Pro 10 dit bestand automatisch voor de conversie. Anders klikt u op de knop Bestanden toevoegen, selecteert u een bestand en klikt u vervolgens op Openen. 3. Klik in het gedeelte Uitvoer op Opties en wijzig zo nodig de volgende instellingen: o Alinea-opmaak tijden conversie behouden: hiermee blijft de alinea-opmaak behouden, zodat de tekst makkelijker opnieuw kan worden gebruikt. o Regels afbreken na: specificeer een gelijke lijnbreedte, op basis van een aantal tekens. o Kop- en voettekst: selecteer of u de kop- en voettekst van het document wel dan niet wilt behouden. 4. Om de bestemming van de uitgevoerde tekst op te geven, selecteert u een van de volgende opties in het menu Bestanden opslaan in van het gedeelte Uitvoer: o Specifieke map: hiermee selecteert u een locatie voor het tekstbestand voordat het bestand is gemaakt. o Map van originele bestand: het nieuwe tekstbestand wordt opgeslagen op de locatie van de bron-PDF die u in stap 2 heeft geselecteerd. o Navragen tijdens het proces: als het tekstbestand is gemaakt, wordt u gevraagd een locatie op te geven waar het bestand moet worden opgeslagen. 5. Schakel het selectievakje van Geconverteerde bestand openen in als u het nieuwe tekstbestand wilt openen zodra het is gemaakt. 6. Klik op Converteren om het PDF-bestand te converteren. Het originele PDF-bestand blijft ongewijzigd.
99
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Export-instellingen PDF naar Word en RTF Er zijn verschillende instellingen waarmee kan worden bepaald hoe Nitro Pro 10 PDF-inhoud exporteert naar documenten in doc- (Microsoft Word) en rtf-indeling (Rich Text Format). U krijgt toegang tot deze instellingen door op de knop Opties... te klikken in het exportvenster, of in het venster Voorkeuren van Nitro Pro. Opmerking: Een PDF kan nooit met behoud van de exacte opmaak en indeling naar Word worden geconverteerd. Nitro Pro 10 tracht echter een Word-bestand te produceren dat het originele PDF-document in alle opzichten het dichtst benadert.
Paginaopmaak In Pagina-indeling vindt u de opties waarmee u de juiste balans tussen de bewerkbaarheid van het uitvoerbestand en de visuele nauwkeurigheid in vergelijking met de originele PDF kunt instellen. l Hoge bewerkbaarheid (met indeling): met deze optie wordt een bestand gemaakt dat redelijk bewerkbaar is, maar waarin tegelijkertijd het uiterlijk van de originele PDF behouden is gebleven. De indeling van de tekst, grafische afbeeldingen en alinea's worden allemaal nagebootst en het uitvoerbestand is in kolommen ingedeeld voor visuele overeenkomst met het origineel. l Hoge bewerkbaarheid (enkele kolom): met deze optie wordt een bestand geproduceerd dat in hoge mate kan worden bewerkt, inclusief de structuur en indeling van het document. De indeling van de tekst, grafische afbeeldingen en alinea's worden allemaal nagebootst, maar er worden geen kolommen gebruikt om de inhoud in te delen. l Nauwkeurig ingedeeld: met deze optie maakt u een bestand dat er precies hetzelfde uitziet als de PDF. Hierbij worden tekstkaders gebruikt om de inhoud zo nauwkeurig mogelijk in te delen. Deze optie is ideaal wanneer de visuele kwaliteit van het bestand het belangrijkste is en er weinig of geen wijzigingen aangebracht hoeven te worden. l Originele indeling behouden met gebruik van aangepaste tekenafstand: als dit is ingeschakeld, stelt Nitro Pro de tekenafstand af om de tekst uit het PDF-bestand zo nauwkeurig mogelijk na te bootsen. l Pagina's automatisch draaien op basis van tekstrichting: hiermee worden de pagina's in het geëxporteerde document gedraaid overeenkomstig het merendeel van de originele tekst in de PDF.
Afbeeldingen Met de afbeeldingsopties kunt u bepalen hoe afbeeldingen tijdens de conversie worden verwerkt. l Automatisch verankeren: hiermee wordt automatisch de beste methode voor het verankeren van afbeeldingen bepaald, op basis van het type inhoud dat in de PDF wordt aangetroffen. l Aan alinea verankeren: afbeeldingen worden aan de dichtstbijzijnde alinea verankerd. Hierdoor wordt het makkelijker om de inhoud te bewerken, aangezien de afbeeldingen met de alinea mee worden verplaatst. Deze optie werkt goed met de optie 'Hoge bewerkbaarheid (met indeling). l Aan pagina verankeren: afbeeldingen worden op een vaste plaats in de geëxporteerde pagina verankerd, op precies dezelfde plaats als in de PDF-pagina. Deze optie werkt goed met de optie 'Nauwkeurig ingedeeld'.
100
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
l
Alleen inline-afbeeldingen: hiermee worden alleen afbeeldingen die tussen woorden en op dezelfde letterlijn als de tekst zijn geplaatst, geconverteerd. Andere afbeeldingen worden niet geconverteerd.
Tabellen Met Nitro Pro 10 kunt u bepalen of gegevens in tabellen wel of niet weer naar tabellen worden geconverteerd. l Tabellen detecteren: met deze optie zal Nitro Pro 10 automatisch inhoud detecteren die in de PDF in tabellen is ingedeeld, en zal dan proberen deze in het geëxporteerde bestand naar tabellen te converteren.
Kop- en voettekst Met gebruik van deze opties kunt u opgeven hoe inhoud wordt verwerkt die in kop- en voetregels verschijnt. l Kop- en voetregels detecteren en herstellen: hiermee worden kop- en voetteksten automatisch gedetecteerd en geconverteerd naar kop- en voetteksten in het geëxporteerde bestand. l Verwijderen: inhoud die in kop- en voetteksten is opgenomen, wordt niet in het geëxporteerde bestand opgenomen. l Kop- en voetregels niet detecteren: kop- en voettekst wordt als normale inhoud geconverteerd en in de hoofdtekst van het geëxporteerde bestand opgenomen, aan de boven- en onderkant van de pagina.
Geavanceerd tekstherstel De opties voor geavanceerd tekstherstel bieden hulp bij de conversie van PDF-bestanden die lettertypen bevatten met een niet-standaard codering, die soms in de uitgevoerde Word- of RTF-documenten onjuist worden geconverteerd. l Alle tekst: met deze optie past Nitro Pro 10 een geavanceerde optische hersteltechniek toe op alle tekst in het document. Alle tekst in het uitvoerbestand zal dezelfde lettertypestijl gebruiken. l Alleen probleemtekst: hiermee wordt geavanceerd optisch tekstherstel alleen toegepast op probleemtekst in het document en worden waar mogelijk de originele lettertypen en stijl gebruikt. l Geen: hiermee wordt probleemtekst niet hersteld. l Taal van tekst voor herstel: hier kunt u een taal opgeven die door de functie voor tekstherstel wordt gebruikt bij het interpreteren van de woorden in het PDF-bestand. l Vóór conversie automatisch OCR toepassen op beeldbestanden: gescande documenten worden vóór de conversie met OCR verwerkt, zodat de tekst in beeldbestanden wordt herkend. Opmerking: voor Geavanceerd tekstherstel moet MODI (Microsoft Office Document Imaging) zijn geïnstalleerd. MODI is geïntegreerd in Microsoft Office 2003 en 2007. Office 2010 wordt niet geleverd met MODI, maar Microsoft biedt hier een methode om toegang te krijgen tot dit hulpprogramma.
101
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Tekst en afbeeldingen selecteren en kopiëren Met Nitro Pro 10 kunt u tekst en afbeeldingen in uw PDF-document selecteren en kopiëren om deze in andere applicaties te gebruiken.
Een hele pagina tekst in een PDF-document kopiëren 1. Klik op Selecteren in de groep Gereedschappen van het tabblad Home, Bewerken, Controleren, Formulieren of Beveiliging en voer een van de volgende handelingen uit: o Druk op Ctrl+A. o Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Alles selecteren. 2. Als de tekst geselecteerd is, voert u een van de volgende handelingen uit: o Druk op Ctrl+C. o Kik met de rechtermuisknop en selecteer Kopiëren. 3. De tekst wordt naar het klembord gekopieerd en is gereed om te worden geplakt.
Tekst in een PDF-document selecteren 1. Klik op Selecteren in de groep Gereedschappen van het tabblad Home, Bewerken, Controleren, Formulieren of Beveiliging. De muisaanwijzer verandert in een verticale streep. 2. Voer een van de volgende handelingen uit met het selectiegereedschap: o Klik op tekst en sleep erover om letters, woorden of alinea's te selecteren. o Klik buiten de tekst en sleep een selectiekader om de te selecteren tekst. U kunt tevens verticale kolommen tekst selecteren met het selectiekader. o Klik met de rechtermuisknop op een willekeurige plaats op de pagina en selecteer Alles selecteren om alle tekst in het document te selecteren. 3. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde tekst en selecteer Tekst kopiëren of druk op Ctrl + C op het toetsenbord. 4. U kunt de tekst nu in Nitro Pro 10 of een andere applicatie plakken. OPMERKING: Wanneer u tekst in een ondersteunde applicatie (bijvoorbeeld Microsoft Word) plakt, blijft de opmaak van de tekst behouden. Als u deze standaardeigenschap wilt wijzigen, selecteert u in het menu Bestand de optie Voorkeuren, klikt u op Algemeen en schakelt u in het gedeelte Basisgereedschappen de optie Tekst kopiëren zonder opmaak in. Klik op OK om deze instelling op te slaan.
Afbeeldingen in een document selecteren en kopiëren 1. Klik op de pijl Selecteren en kies Tekst/afbeelding selecteren in de groep Gereedschappen van het tabblad Home, Bewerken, Controleren, Formulieren of Beveiliging. 2. Plaats de muis op een afbeelding; de aanwijzer verandert in een dradenkruis. Klik op de afbeelding om deze te selecteren. 3. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde afbeelding en selecteer Afbeelding kopiëren of druk op Ctrl + C op het toetsenbord. 4. Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen dat de afbeelding naar het klembord is gekopieerd. U kunt de afbeelding nu in Nitro Pro 10 of een andere applicatie plakken. Raadpleeg Een afbeelding ophalen en Alle afbeeldingen ophalen voor verdere informatie.
102
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een snapshot maken Met Nitro Pro 10 kunt u een deel van een PDF-pagina (tekst en afbeeldingen) kopiëren en deze selectie als afbeelding in een andere applicatie (bijvoorbeeld Microsoft Word, PowerPoint, Paint, of Adobe Photoshop) plakken. Tevens kunt u een deel van een pagina kopiëren en als een nieuwe PDF opslaan. Ga als volgt te werk om een snapshot van pagina-inhoud te maken: 1. Klik op de pijl Selecteren en kies Snapshot in de groep Gereedschappen van het tabblad Home, Bewerken, Controleren, Formulieren of Beveiliging. De muisaanwijzer verandert in een dradenkruis. 2. Sleep een rechthoek om het gebied op de pagina dat u wilt kopiëren. Er verschijnt een bericht om te bevestigen dat het geselecteerde gebied naar het klembord is gekopieerd. 3. Klik op OK. 4. U kunt de afbeelding nu in Nitro Pro 10 of een andere applicatie plakken of een nieuwe PDF van uw snapshot maken met de functie PDF Van klembord. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen.
103
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Alle afbeeldingen ophalen Met Nitro Pro 10 kunt u alle afbeeldingen in uw PDF-document ophalen en in aparte beeldbestanden opslaan, die dan weer in andere programma's kunnen worden gebruikt. Met gebruik van deze procedure kunt u afbeeldingen uit een reeks pagina's, hele PDF-bestanden of een verzameling bestanden ophalen.
Afbeeldingen ophalen uit PDF-bestanden 1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Ander type en vervolgens op Afbeeldingen ophalen. Het dialoogvenster Afbeeldingen ophalen wordt weergegeven. 2. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Afbeeldingen ophalen: o Klik in het gedeelte Bestanden voor op te halen afbeeldingen op Bestanden toevoegen en selecteer verdere PDF-bestanden die u wilt gebruiken. o Selecteer een PDF-bestand in de lijst en klik op Op of Neer als u de volgorde van de documenten in de lijst wilt veranderen. Klik op Verwijderen als u het geselecteerde bestand uit de lijst wilt verwijderen. o Alle geopende PDF-documenten opnemen: hiermee worden de PDF-bestanden die op dat moment in Nitro Pro 10 geopend zijn, aan de lijst toegevoegd en worden alle pagina's opgegeven. o Als u alleen de afbeeldingen op specifieke pagina's uit een document wilt ophalen, selecteert u het document en klikt u op Pagina's kiezen. Geef in het veld Pagina's de gewenste pagina's op. Losse pagina's worden gescheiden door een komma en een reeks pagina's door een koppelstreepje. Als u bijvoorbeeld afbeeldingen uit pagina's 1, 3, 4 en 5 van een document met 8 pagina's wilt ophalen, voert u hier 1, 3-5 in. U kunt het selectieproces vergemakkelijken door de navigatiepijlen onder in het dialoogvenster te gebruiken om de pagina's te bekijken. o Klik op Opties als u de voorkeuren voor standaardbestandsindelingen wilt wijzigen. Geef de bestandsindeling voor kleuren- en zwart/wit-afbeeldingen op. Als u Optimaal selecteert, kiest Nitro Pro 10 automatisch het beste type afbeeldingsbestand op basis van de PDFinformatie. o Selecteer in het gedeelte Uitvoer een Mapoptie om aan te geven waar de opgehaalde bestanden moeten worden opgeslagen. o Gemaakte map openen: hiermee wordt de doelmap automatisch geopend als de afbeeldingen zijn opgehaald. 3. Klik op Ophalen om de afbeeldingen op te halen.
104
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Werken met formulieren Met Nitro Pro 10 kunnen interactieve PDF-formulieren worden ingevuld en verzonden, en kunt u een kopie van het formulier met alle ingevulde informatie opslaan. Interactieve formulieren zijn ontworpen om de informatie die u in de velden typt te verzamelen. Ze kunnen tevens andere handelingen uitvoeren, zoals veldwaarden berekenen, of informatie via het internet verzenden. Formulieren kunnen ook statisch zijn. Dit zijn scans van papieren formulieren, of formulieren die in Word of andere applicaties zijn opgesteld en geen interactieve formuliervelden hebben. TIP: klik met het handje in de velden van een interactief formulier om de formuliervelden in te vullen. Gebruik de functie Tekst typen om statische formulieren in te vullen. Verdere informatie hierover kunt u vinden in: l Tekst toevoegen of bewerken l Formulieren invullen en opslaan l Handtekening stempelen met QuickSign
105
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Formulieren invullen en opslaan Met Nitro Pro 10 kunnen interactieve PDF-formulieren worden ingevuld, die velden bevatten waarin u gegevens kunt invoeren. Als u de velden in het interactieve formulier wilt invullen, klikt u met het handje in de gewenste velden. Statische formulieren bevatten geen interactieve velden. Deze formulieren zijn scans van een papieren formulier of zijn in Word of een andere applicatie gemaakt en zijn daarom niet interactief. Gebruik de functie Tekst typen om statische formulieren in te vullen.
Digitaal formulier met interactieve velden invullen 1. Open het PDF-formulier in Nitro Pro 10. 2. Selecteer een willekeurig gereedschap en klik één keer in een formulierveld om tekst te typen en om de verschillende soorten elementen in het formulier, zoals selectievakjes, keuzerondjes, vervolgkeuzelijsten, enzovoort, te selecteren. 3. Klik en selecteer het volgende veld met uw muis, of gebruik de Tab-toets op uw toetsenbord om de cursor naar het volgende veld te verplaatsen. OPMERKING: voor het invullen van de velden van een interactief formulier klikt u met het handje in de formuliervelden. Gebruik de functie Tekst typen om statische formulieren in te vullen.
TIP: als er formuliervelden in een PDF-document worden aangetroffen, markeert Nitro Pro 10 deze velden en wordt er in de informatiebalk boven de documenttabbladen een bericht getoond.
TIP: als u uw handtekening op een formulier moet invoeren, kunt u de functie QuickSign gebruiken om een afbeelding van uw handtekening op het formulier te stempelen. Zie Handtekening stempelen met QuickSign voor verdere informatie.
Formulier opslaan Als het formulier eenmaal is ingevuld, voert u een van de volgende handelingen uit: l Beweeg uw muis over Opslaan als in het menu Bestand en selecteer Afgevlakte PDF. l Klik op Opslaan als in het menu Bestand als u het formulier onder een andere naam of op een andere locatie wilt opslaan. U kunt de PDF dan een andere naam geven en op een andere locatie opslaan.
106
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een formulier terugzetten Als u de inhoud van alle formuliervelden wilt verwijderen, bijvoorbeeld om opnieuw te beginnen, klikt u in het tabblad in de groep Formuliergegevens op Terugzetten. Alle elementen in het formulier, zoals velden, knoppen, enz. worden teruggezet op hun standaardinstelling.
107
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Handtekening stempelen met QuickSign Het voordeel van het gebruik van PDF-formulieren is dat u ze kunt ontvangen, invullen en verzenden zonder met eindeloze vellen papier te hoeven werken of het document per post te hoeven versturen. Met QuickSign kunt u een formulier bovendien valideren door een digitale kopie van uw eigen handtekening toe te voegen. HINT: de functie QuickSign maakt de witte achtergrond van uw gescande handtekening automatisch transparant, zodat alle tekst of lijnen onder de handtekening zichtbaar zijn en de handtekening er zeer waarheidsgetrouw zal uitzien.
Een QuickSign-handtekeningstempel maken Uw webcam gebruiken: 1. Klik in het tabblad Home in het vak Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign. Selecteer Nieuwe handtekening maken. Het dialoogvenster Nieuwe handtekening maken wordt weergegeven. 2. Klik op de optie Webcam die alleen wordt weergegeven als er een webcam op uw computer is geïnstalleerd. 3. Om niet gemachtigd gebruik van uw handtekening te voorkomen, klikt u op Wachtwoordbeveiliging. Voer een wachtwoord in naar keuze en klik op OK om te bevestigen. 4. Houd het papier met uw handtekening voor de webcam. Met een goede verlichting krijgt u een handtekeningstempel met een betere kwaliteit. 5. Klik op Vastleggen om het beeld vast te leggen en klik daarna op OK om uw QuickSignhandtekeningstempel te maken. 6. Klik op de plaats waar u uw handtekening op de pagina wilt plaatsen. Klik en sleep de rode selectiegrepen om de grootte van de stempel aan te passen en dubbelklik om de handtekening te voltooien.
Het toetsenbord gebruiken: 1. Klik in het tabblad Home in het vak Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign. Selecteer Nieuwe handtekening maken. Het dialoogvenster Eigenschappen handtekening verschijnt. 2. Klik op Handgeschreven en typ uw naam in het veld Naam. 3. Om niet gemachtigd gebruik van uw handtekening te voorkomen, klikt u op Wachtwoordbeveiliging. Voer een wachtwoord in naar keuze en klik op OK om te bevestigen. 4. Klik op OK om uw QuickSign-handtekeningstempel te maken. 5. Klik op de plaats waar u uw handtekening op de pagina wilt plaatsen. Klik en sleep de rode selectiegrepen om de grootte van de stempel aan te passen en dubbelklik om de handtekening te voltooien.
Een foto of gescande afbeelding gebruiken: 1. Zet uw handtekening met een zwarte of donkerblauwe pen op een leeg vel wit papier zonder lijnen of ruitjes. 2. Herhaal het proces totdat u een handtekening hebt die gelijkmatig zwart is, zonder lichtere delen of vlekken.
108
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
3. Gebruik een flatbed scanner, multifunctionele printer of een digitale camera om een afbeelding van uw handtekening op uw computer te zetten. 4. Gebruik een beeldbewerkingsprogramma om de afbeelding rondom uw handtekening bij te snijden. 5. Sla het bestand op in JPEG-, PNG-, PDF-, BMP-, TIFF-, of GIF-indeling. 6. Klik in het tabblad Home in het vak Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign. Selecteer Nieuwe handtekening maken. Het dialoogvenster Eigenschappen handtekening verschijnt. 7. Klik op Van bestand, selecteer het afbeeldingsbestand dat uw handtekening bevat en klik op Openen. 8. Om niet gemachtigd gebruik van uw handtekening te voorkomen, klikt u op Wachtwoordbeveiliging. Voer een wachtwoord in naar keuze en klik op OK om te bevestigen. 9. Klik op OK om uw QuickSign-handtekeningstempel te maken. 10. Klik op de plaats waar u uw handtekening op de pagina wilt plaatsen. Klik en sleep de rode selectiegrepen om de grootte van de stempel aan te passen en dubbelklik om de handtekening te voltooien. OPMERKING: QuickSign is compatibel met digitale handtekeningpads van Topaz. Als u een Topazapparaat hebt aangesloten op uw computer, kunt u met de stylus uw handtekening rechtstreeks in QuickSign zetten.
Een handtekeningpad van Topaz gebruiken: 1. Klik in het tabblad Home in het vak Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign. Selecteer Nieuwe handtekening maken. Het dialoogvenster Nieuwe handtekening maken wordt weergegeven. 2. Klik op de optie Topaz die alleen wordt weergegeven als er een Topaz-apparaat op uw computer is aangesloten. 3. Gebruik de Topaz-stylus om uw handtekening in QuickSign te zetten. Klik op Opnieuw starten om de handtekening opnieuw te zetten. 4. Om niet gemachtigd gebruik van uw handtekening te voorkomen, klikt u op Wachtwoordbeveiliging. Voer een wachtwoord in naar keuze en klik op OK om te bevestigen. 5. Klik op OK om uw QuickSign-handtekeningstempel te maken. 6. Klik op de plaats waar u uw handtekening op de pagina wilt plaatsen. Klik en sleep de rode selectiegrepen om de grootte van de stempel aan te passen en dubbelklik om de handtekening te voltooien.
Uw handtekeningen beheren 1. Klik in het tabblad Home in het vak Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign. Selecteer Handtekeningen beheren. Het dialoogvenster Handtekeningen beheren verschijnt. 2. In het vak Handtekening aan de linkerkant worden uw handtekeningen weergegeven. Selecteer een handtekening om een voorbeeld ervan weer te geven. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: l Klik op Maken als u een nieuwe handtekening wilt maken. l Klik op Bewerken om de naam, het wachtwoord of de afbeelding van de geselecteerde handtekening te wijzigen.
109
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Klik op Verwijderen om de geselecteerde stempel van uw handtekening uit de handtekeninglijsten te verwijderen. 4. Klik op Sluiten als uw handtekeningen zijn bijgewerkt. l
OPMERKING: wijzigingen aan bestaande handtekeningstempels in worden niet toegepast op handtekeningen die reeds op een PDF-pagina zijn gestempeld.
110
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Formulieren Voor formulieren wordt veelvuldig gebruikgemaakt van PDF-documenten. Met de tools voor formulieren en JavaScript kunt u dynamische, interactieve documenten opstellen. Tevens biedt dit een alternatief voor het schrijven van complexe HTML-code voor formulieren op websites. Nitro Pro biedt verschillende tools voor het maken van formulieren. Elke tool biedt verschillende instellingen waarmee de werking en vormgeving van formulieren kunnen worden bepaald. Als u een formulier in Nitro Pro opent, verschijnt boven het documentvenster een informatiebalk met de mededeling dat het bestand formuliervelden bevat.
Formuliervoorkeuren Aan de hand van de formuliervoorkeuren kunt u nauwkeurig instellen hoe u met PDF-formulieren werkt. Voorkeuren omvatten de volgende opties: l
l
l
Veldwaarden automatisch berekenen. De werking van een PDF-viewer is afhankelijk van het aantal complexe en onderling afhankelijke berekeningen die in een PDF-formulier worden uitgevoerd. Schakel deze voorkeur uit als u dit soort formulieren veel gebruikt, of als u weet dat u een dergelijk formulier gaat invullen. Formuliervelden markeren. Soms is het moeilijk een PDF-formulier in te vullen, omdat het niet altijd meteen duidelijk is welke delen van het bestand moeten worden ingevuld. Als deze voorkeur is ingeschakeld en het formulier in Nitro Pro wordt geopend, worden alle formuliervelden weergegeven met de hier opgegeven achtergrondkleur. Daarnaast kunt u een andere kleur instellen voor het markeren van velden die verplicht moeten worden ingevuld. Dubbelklikken op veld opent. bij het opstellen van formulieren zijn er twee manieren op de instellingen voor de hoofdeigenschappen en vormgeving te openen: via het contextlint Eigenschappen (aan de bovenkant van het scherm), of via het dialoogvenster Eigenschappen (dat als een apart venster wordt geopend). Met deze voorkeur kunt u kiezen welke methode wordt gebruikt wanneer u dubbelklikt op een formulierveld om dit te bewerken.
Formuliervoorkeuren bewerken 1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren. 2. Klik op Formulieren en werk de voorkeuren naar wens bij. 3. Klik op OK.
111
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Formulieren opstellen De tools voor het maken van formulieren zijn te vinden in het linttabblad Formulieren van Nitro Pro. Er zijn verschillende veldtypen beschikbaar. Voor elk veldtype kunt u uiteenlopende opties instellen via het dialoogvenster met formulierveldeigenschappen of via het linttabblad. Nitro Pro heeft tevens een unieke functie waarmee u de vormgevingsinstellingen van het veld kunt opslaan, zodat u deze snel opnieuw kunt gebruiken. Als u bijvoorbeeld regelmatig bepaalde knopstijlen gebruikt (kleuren, kaders enzovoort) kunt u deze toevoegen aan de lijst Vormgeving, zodat u ze op latere formulieren opnieuw kunt gebruiken. (Zie het onderwerp 'Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden opnieuw gebruiken' voor verdere informatie.) TIP: bij het bewerken van formuliervelden kunt u de functie 'Alle velden bewerken' gebruiken om ieder soort veld te selecteren en bewerken.
Een formulierveld toevoegen 1. Open het PDF-bestand in Nitro Pro. 2. Klik op het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op het type veld dat u wilt toevoegen. 3. Sleep een rechthoek op de pagina om de grootte van het veld te definiëren en laat de muisknop los om het veld te maken. 4. Dubbelklik op het veld om de veldeigenschappen naar wens te bewerken.
Een formulierveld bewerken 1. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu Velden: l Klik op het veldtype dat correspondeert met het veld dat u wilt bewerken. Als u bijvoorbeeld een tekstveld wilt bewerken, klikt u op de tool Tekstveld. l Klik op Alle velden bewerken. 2. Dubbelklik op het veld om het te bewerken.
112
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Gereedschappen voor formuliervelden Er zijn verschillende gereedschappen voor formuliervelden. Met ieder van deze gereedschappen wordt het bijbehorende veldtype gemaakt. Als u een veld wilt maken, selecteert u eerst het gereedschap voor het gewenste soort veld. Vervolgens bepaalt de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer. U kunt een gemaakt veld verplaatsen door het bijbehorende gereedschap te selecteren en het veld hiermee naar de gewenste plaats te slepen. U kunt de grootte van een veld wijzigen door een van de hoekpunten van het veld te verslepen. Als u veldkenmerken wilt wijzigen, dubbelklikt u op het formulierveld om de eigenschappen weer te geven. In Nitro Pro 10 kunnen de volgende soorten formuliervelden worden gemaakt: l
l
l
l
l
l
l
113
Tekstveld. Met tekstvelden kunnen gebruikers tekst rechtstreeks in het veld typen. Standaard kan ingevoerde tekst zowel letters als cijfers bevatten, hoewel u de veldeigenschappen zodanig kunt wijzigen dat alleen bepaalde typen invoer (bijvoorbeeld numerieke gegevens) zijn toegestaan. Selectievakje. Selectievakjes dienen om gebruikers de keuze uit een aantal opties te bieden (bijvoorbeeld een boodschappenlijstje waarin gebruikers alle gewenste artikelen aankruisen). Keuzerondje. Keuzerondjes lijken op selectievakjes, maar worden meestal gebruikt in gevallen waarin slechts één selectie kan worden geaccepteerd. U kunt bijvoorbeeld een groep keuzerondjes presenteren voor de typen creditcards op een bestelformulier. Gebruikers mogen dan slechts één creditcardtype kiezen voor hun transactie. Zodra een keuzerondje wordt geselecteerd, worden de resterende keuzerondjes in die groep uitgeschakeld. Dit is in tegenstelling tot de werking van selectievakjes, die allemaal beschikbaar blijven als er een in de groep wordt ingeschakeld. In alle andere opzichten zijn keuzerondjes en selectievakjes identiek. Keuzelijst met invoervak. Keuzelijsten met en zonder invoervak worden gebruikt om de gebruikers een menu aan te bieden waaruit een keuze kan worden gemaakt. De keuzelijst wordt uitgevouwen met de pijl omlaag naast het invoervak. Gebruikers kunnen slechts één optie in de lijst selecteren. Keuzelijst. Keuzelijsten zijn lijsten met een schuifbalk waarmee gebruikers de opties in de lijst kunnen doorlopen. In bepaalde keuzelijsten kunnen gebruikers meerdere opties selecteren door Ctrl tijdens het selecteren ingedrukt te houden. Knop: Knoppen worden gebruikt voor hyperlinks en om acties uit te voeren. U kunt bijvoorbeeld een knop maken om gegevens in een formulier te wissen, of formuliergegevens naar een webadres of e-mailaccount te verzenden. Digitale handtekening. Handtekeningvelden zijn velden waarmee gebruikers hun individuele digitale handtekening kunnen toepassen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Formulierveldkenmerken De verschillende formuliervelden hebben enkele eigenschappen gemeen, zoals hieronder getoond, maar aangezien formuliervelden grote verschillen vertonen wat betreft ontwerp en doel beschikt u daarnaast over unieke kenmerken die aan ieder veldtype kunnen worden toegewezen. Zo kunnen tekstvelden bijvoorbeeld worden voorzien van opties voor gegevensopmaak, validering en berekening. Velden voor knoppen hebben meer opties beschikbaar voor hun stijl, waarbij pictogrammen kunnen worden gebruikt op het drukvlak van de knoppen. Aan keuzelijsten met of zonder invoervak kunnen menunamen worden toegevoegd.
Algemeen l
l
l
l l
l
l
Naam: wanneer u een veld aanmaakt, zal Nitro Pro 10 hier automatisch een naam aan toewijzen op basis van het veldtype en de rangschikking. Als u bijvoorbeeld twee tekstvelden op een pagina heeft en een derde maakt, wordt dit laatste tekstveld standaard Tekst3 (Tekst voor het veldtype en 3 voor het derde veld van dit type) genoemd. Het eerste knopveld dat wordt gemaakt, krijgt de naam Knop1. Knopinfo: als u tekst in het tekstvak Knopinfo invoert, verschijnt deze tekst onder de cursor wanneer een gebruiker zijn/haar muisaanwijzer over het veld beweegt. Formulierveld: formuliervelden zijn in de meeste gevallen zichtbaar. Daarnaast heeft u nog drie verdere opties: Verborgen, Zichtbaar maar wordt niet afgedrukt en Verborgen maar afdrukbaar. Rotatie: u kunt een draaiing instellen in stappen van 90 graden. Alleen lezen: een 'alleen-lezen' veld kan niet worden bewerkt. Als het selectievakje Alleen lezen wordt ingeschakeld, kan de gebruiker het veld niet wijzigen. Verplicht: schakel dit vakje in als dit veld moet worden ingevuld voordat de gegevens worden verzonden. Geblokkeerd: met dit selectievakje wordt een veld op een plaats op de pagina verankerd. De eigenschappen van het veld kunnen dan bovendien niet worden gewijzigd. Als u de eigenschappen wilt wijzigen, moet dit selectievakje eerst worden uitgeschakeld.
Vormgeving l
l
l
l
l
114
Lettertypenaam: het lettertype dat aan het veld wordt toegewezen, verschijnt uitsluitend als er tekst in een tekstveld wordt ingevoerd door een gebruiker. Wijzigingen in het lettertype zijn niet van invloed op knopinfo of op tekst in het dialoogvenster Formuliereigenschappen. Lettertypegrootte: alle velden behalve handtekeningvelden accepteren wijziging van lettertypegrootte. De standaardgrootte is Automatisch. Als u een veldvak maakt, wordt in Nitro Pro de tekstgrootte automatisch aan de lengte van het vak aangepast. U kunt echter ook een vaste puntgrootte selecteren in een vervolgkeuzelijst, of een waarde opgeven in het tekstvak Lettertypegrootte. Lettertypekleur: voor de kleur van het lettertype heeft u dezelfde opties beschikbaar als voor de stijl van het veld. Kaderkleur: u kunt ofwel geen kleur of een kleur uit het kleurenpalet toewijzen aan het kader van een rechthoek of cirkel. Kik op de optie Meer als u een van de in Windows ondersteunde kleuren wilt toewijzen. Lijndikte: selecteer Dun, Middelmatig of Dik in het pop-upmenu om de dikte van de lijn van de rechthoek of cirkel in te stellen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
l
l
Lijnstijl: selecteer Effen, Onderbroken, Afgeschuind, Ingelegd of Onderstreept in het popupmenu. Opvulkleur: de inhoud van de rechthoek (of cirkel) kan worden opgevuld met een kleur van hetzelfde kleurenpalet dat u heeft gebruikt voor de kaderkleur.
Actie Voor velden zijn dezelfde acties beschikbaar als voor bladwijzers en koppelingen. De kenmerken van acties bestaan uit twee hoofdopties: de trigger en het actietype. l
l
Trigger selecteren: de 'trigger' is de muisactie. Een actie wordt uitgevoerd bij een van de volgende bewegingen van de muis: l Muis loslaten: dit is de standaardinstelling. De toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de muisknop wordt losgelaten. l Muis indrukken: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de muisknop wordt ingedrukt. l Muis invoeren: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor in een bepaald veld wordt geplaatst. l Muis verlaten: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor uit een bepaald veld wordt verwijderd. l Bij tab in: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor met de tabtoets in het veld wordt geplaatst. l Bij tab uit: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor met de tabtoets uit het veld wordt verwijderd. Actie selecteren: voor formuliervelden zijn dezelfde actietypen beschikbaar als voor bladwijzers en koppelingen. Klik op de optie Actie selecteren en kies het type actie dat u wilt toewijzen.
Het vak Huidige acties wordt vergroot naarmate acties worden geselecteerd en aan de beschrijving van de toegewezen actie(s) worden toegevoegd. In dit vak krijgt u een overzicht van de acties die aan formuliervelden zijn toegewezen. De inhoud van dit vak kan niet worden bewerkt, maar u kunt op een item dubbelklikken om de actie te wijzigen. Als u bijvoorbeeld de actie Webkoppeling openen gebruikt, kunt u dubbelklikken op de weergegeven webkoppeling in het vak Huidige acties om het dialoogvenster te openen waarin de URL voor de koppeling is ingevoerd. U kunt deze URL dan wijzigen. De gewijzigde URL wordt in het vak getoond. Onder het vak Acties vindt u opties waarmee de acties naar boven of beneden in het vak kunnen worden verplaatst. Met de knop Bewerken wordt er een dialoogvenster geopend voor een toegewezen actie. De knop Verwijderen wordt gebruikt om een geselecteerde actie uit het vak te verwijderen.
115
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een tekstveld maken Tekstvelden zijn de meest voorkomende veldtypen in PDF-formulieren. In deze velden kunnen gebruikers tekst en/of numerieke waarden invoeren. U kunt tekstvelden op verschillende manieren instellen om te zorgen dat ze correct worden ingevuld. U kunt scripts toevoegen, gegevens valideren, acties toewijzen en berekeningen laten uitvoeren met tekstvelden.
Een tekstveld toevoegen 1. 2. 3. 4.
5.
6. 7.
8.
9. 10. 11.
12. 13.
14.
116
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in de groep Velden op Tekstveld. Sleep de aanwijzer naar het punt op de pagina waar u het veld wilt zetten. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur): l Voer in het contexttabblad Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. l Voer in het dialoogvenster Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. Voer een van de volgende handelingen uit: l Als u het contexttabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in de groep Meer op Eigenschappen en vervolgens op Opties. l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties. Selecteer Opties. Klik op Uitlijning en selecteer in de vervolgkeuzelijst of u de tekst links of rechts wilt uitlijnen of wilt centreren. Voeg tekst toe in het vak Standaardwaarde als u standaard een tekst in het tekstveld wilt weergeven. U kunt hier bijvoorbeeld de postcode of het land van de meeste van de respondenten opgeven. Selecteer een van de volgende opties voor Veld gebruiken voor: l Standaardinvoer: voor een veld waar gebruikers normale tekst kunnen invoeren l Wachtwoord: voor een veld waar gebruikers een wachtwoord moeten invoeren l Bestandsselectie: voor een veld waar gebruikers een bestand van hun computer kunnen uploaden Schakel Meerdere regels in als de tekst op meerdere regels moet verschijnen en schakel Lange tekst schuiven in als u wilt dat gebruikers de tekst kunnen scrollen. Klik op Limiet van tekens en voer het aantal tekens in dat het antwoord mag bevatten. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt voor een postcode. Schakel Maximaal tekens in om een maximaalveld te maken. (Opmerking: voor gebruik van deze functie moeten alle andere selectievakjes zijn uitgeschakeld.) Maximaalvelden worden gebruikt als tekens in afzonderlijke vakjes moeten worden ingevoerd. Het aantal vakjes dat u wilt gebruiken, wordt opgegeven in het tekstvak dat verschijnt nadat u het selectievakje Maximaal tekens heeft ingeschakeld. Indeling. Als u een andere indeling dan tekst wilt, bijvoorbeeld een datum of aangepaste indeling, kiest u een optie uit het vervolgkeuzemenu Formaatcategorie selecteren. Valideren. Als u wilt dat bepaalde veldgegevens worden gevalideerd, moet u bekend zijn met JavaScript. Schakel Aangepast script voor validering gebruiken in en voer de JavaScript-code in om de veldgegevens te valideren. Berekenen. Als het veld moet worden berekend, schakelt u een optie in voor het berekenen van gegevens.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een tekstveld bewerken 1. Open het PDF-bestand in Nitro Pro. 2. Voer een van de volgende handelingen uit in het tabblad Formulieren, in de groep Velden: l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken. l Klik op Alle velden bewerken. 3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te wijzigen.
117
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een veld voor een selectievakje maken Bij het maken van formuliervelden moet u praktisch altijd unieke veldnamen gebruiken. Als u voor een bepaald veld (bijvoorbeeld een tekstveld) een bestaande veldnaam gebruikt, worden de in dit veld ingevoerde gegevens herhaald in alle velden met die naam. Selectievakjes en keuzerondjes vormen de enige uitzondering op deze regel. Als u wilt dat een selectievakje of keuzerondje wordt uitgeschakeld zodra een ander selectievakje of keuzerondje wordt ingeschakeld, moet u dezelfde veldnaam gebruiken. Deze twee veldtypen hebben een optie voor het toevoegen van een exportwaarde. Wanneer u velden met dezelfde naam maakt, gebruikt u verschillende exportwaarden om onderscheid te maken tussen de verschillende keuzes.
Een veld voor een selectievakje toevoegen 1. 2. 3. 4.
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Selectievakje. Sleep de aanwijzer naar het punt op de pagina waar u het veld wilt zetten. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur): l Voer in het contexttabblad Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. l Voer in het dialoogvenster Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. 5. Voer een van de volgende handelingen uit: l Als u het contexttabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in de groep Meer op Eigenschappen en vervolgens op Opties. l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties. 6. Selecteer Opties. Kies een weergavestijl voor het selectievakje in de lijst Stijl selectievakjes. Klik in het veld Exportwaarde en voer een waarde in. Als u bijvoorbeeld twee velden hebt die u wilt gebruiken voor Ja- en Nee-antwoorden, gebruikt u dezelfde naam voor de twee velden en voert u voor het ene veld de exportwaarde Ja in en voor het andere Nee.
Een formulierveld voor een selectievakje bewerken 1. Open de PDF in Nitro Pro 10. 2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu Velden: 1. Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken. 2. Klik op Alle velden bewerken. 3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te wijzigen.
118
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een veld voor een keuzerondje toevoegen Keuzerondjes kunnen dezelfde kenmerken toegewezen krijgen als selectievakjes. Keuzerondjes worden gebruikt als een gebruiker verplicht een keus moet maken. Selectievakjes kunnen worden in- en uitgeschakeld door er op te klikken. Keuzerondjes kunnen daarentegen alleen worden uitgeschakeld door een formulier te wissen, of door een ander keuzerondje in te schakelen waardoor dit keuzerondje wordt uitgeschakeld.
Een keuzerondje toevoegen: 1. 2. 3. 4.
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in de groep Velden op Keuzerondje. Sleep de aanwijzer naar het punt op de pagina waar u het veld wilt zetten. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur): l Voer in het contexttabblad Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. l Voer in het dialoogvenster Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. 5. Voer een van de volgende handelingen uit: l Als u het contexttabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in de groep Meer op Eigenschappen en vervolgens op Opties. l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties. 6. Selecteer Opties. Kies een weergavestijl voor het keuzerondje in de vervolgkeuzelijst Stijl keuzerondje. Klik in het veld Exportwaarde en voer een waarde in. Als u wilt dat alle keuzerondjes worden ingeschakeld als één keuzerondje wordt geselecteerd, schakelt u het vakje Keuzerondjes met dezelfde naam en waarde worden samen geselecteerd in. OPMERKING: als u een groep keuzerondjes wilt maken waarvan elk keuzerondje afhankelijk is van de status van de andere keuzerondjes, moeten ze allemaal dezelfde naam toegewezen krijgen.
Een veld met een keuzerondje bewerken: 1. Open de PDF in Nitro Pro 10. 2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in de groep Velden: l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken. l Klik op Alle velden bewerken. 3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te wijzigen.
119
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een veld voor een keuzelijst met invoervak maken Een keuzelijst met invoervak biedt de gebruiker een vervolgkeuzelijst. Er kan slechts één optie in de lijst worden geselecteerd. Via de categorie Opties in de formuliereigenschappen kunt u menuopties aan keuzelijsten met invoervak toevoegen.
Een veld voor een keuzelijst met invoervak toevoegen 1. 2. 3. 4.
5.
6.
7.
8. 9. 10.
11.
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Keuzelijst met invoervak. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur): l Voer in het contexttabblad Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. l Voer in het dialoogvenster Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. Voer een van de volgende handelingen uit: l Als u het contexttabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in de groep Meer op Eigenschappen en vervolgens op Opties. l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties. Selecteer Opties. Klik in het tekstvak Item en typ een naam. Klik op de knop Toevoegen om de tekst aan de lijst met items toe te voegen. Typ een exportwaarde in het tekstvak Exportwaarde. Voeg verdere items toe door deze stappen te herhalen. Klik op het selectievakje Items sorteren als u de lijst in alfabetische volgorde wilt sorteren. Selecteer items in de lijst en klik op de knop Op of Neer om de volgorde aan te passen. Selecteer een item en klik op Verwijderen als u het item uit de lijst wilt verwijderen. Als u wilt dat gebruikers een item typen in plaats van een keuze uit de lijst te maken, schakelt u het selectievakje Invoer aangepaste tekst toestaan in. Indeling. Als u een andere indeling dan tekst wilt, bijvoorbeeld een datum of aangepaste indeling, kiest u een optie in de vervolgkeuzelijst Formaatcategorie selecteren. Valideren. Als u wilt dat bepaalde veldgegevens worden gevalideerd, moet u bekend zijn met JavaScript. Schakel 'Aangepast script voor validering gebruiken' in en typ de JavaScript-code voor het valideren van de veldgegevens. Berekenen. Als het veld moet worden berekend, schakelt u een optie in voor het berekenen van gegevens.
Een formulierveld voor een keuzelijst met invoervak bewerken 1. Open de PDF in Nitro Pro 10. 2. Voer een van de volgende handelingen uit in het tabblad Formulieren, in de groep Velden: l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken. l Klik op Alle velden bewerken. 3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te wijzigen.
120
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een keuzelijstveld maken Keuzelijsten bieden gebruikers een menu met scrolfunctie. U kunt de kenmerken van keuzelijsten zodanig instellen dat slechts één of meerdere keuzes mogelijk zijn. Items worden op dezelfde manier aan het menu toegevoegd als voor een keuzelijst met invoervak. Tip: U kunt algemene en vormgevingseigenschappen instellen via het tabblad Eigenschappen op het lint of via het dialoogvenster voor eigenschappen, afhankelijk van uw voorkeur. (Lees meer over formuliervoorkeuren.)
Een keuzelijstveld toevoegen 1. 2. 3. 4.
5.
6.
7.
8.
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Keuzelijst. Sleep de aanwijzer naar het punt op de pagina waar u het veld wilt zetten. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur): l Voer in het contexttabblad Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. l Voer in het dialoogvenster Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. Voer een van de volgende handelingen uit: l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op Eigenschappen en vervolgens op Opties. l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties. Selecteer Opties. Klik in het tekstvak Item en typ een naam. Klik op de knop Toevoegen om de tekst aan de lijst met items toe te voegen. Typ een exportwaarde in het tekstvak Exportwaarde. Voeg verdere items toe door deze stappen te herhalen. Klik op het selectievakje Items sorteren als u de lijst in alfabetische volgorde wilt sorteren. Selecteer items in de lijst en klik op de knop Op/Neer om de volgorde aan te passen. Selecteer een item en klik op Verwijderen als u het item uit de lijst wilt verwijderen. Als u wilt dat een gebruiker meerdere items selecteert, schakelt u het selectievakje Meervoudige selectie toestaan in.
Een keuzelijstveld voor een formulier bewerken 1. Open de PDF in Nitro Pro 10. 2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu Velden: l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken. l Klik op Alle velden bewerken. 3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te wijzigen.
121
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een knopveld maken Knopvelden zijn de meest veelzijdige van alle veldtypen. U kunt knoppen aan PDF-formulieren toevoegen waarmee uiteenlopende handelingen kunnen worden uitgevoerd voor het invullen van een formulier, maar u kunt knoppen ook gebruiken op PDF-documenten die niet bestemd zijn voor gebruik als formulieren. U kunt knoppen in een PDF gebruiken voor navigatie in een PDF-ontwerp, als hyperlinks voor talloze verschillende acties en voor praktisch elke andere functie die u zich maar kunt bedenken.
Een knopveld toevoegen 1. 2. 3. 4.
5.
6. 7. 8.
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Knop. Sleep de aanwijzer naar het punt op de pagina waar u het veld wilt zetten. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur): l Voer in het contexttabblad Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. l Voer in het dialoogvenster Eigenschappen de naam van het veld in en stel de eigenschappen voor de stijl in. Voer een van de volgende handelingen uit: l Als u het contexttabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in de groep Meer op Eigenschappen en vervolgens op Opties. l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties. Stel de opties in. Als u de knop als pictogram wilt weergeven, of met tekst erin, geeft u de gewenste instellingen op in het tabblad Opties. Selecteer de trigger. Standaard is 'muis loslaten' toegewezen. In de meeste gevallen kan de standaardinstelling ongewijzigd blijven. Wijs de gewenste actie toe. Open het vervolgkeuzemenu Actie selecteren en kies de actie die u aan de knop wilt toewijzen.
Een formulierveld voor een knop bewerken 1. Open de PDF in Nitro Pro 10. 2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu Velden: l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken. l Klik op Alle velden bewerken. 3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te wijzigen.
122
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een veld voor een digitale handtekening maken Met het handtekeningveld kunt u een leeg formulierveld voor een digitale handtekening aan een document toevoegen. Als een ondertekenaar op het veld klikt, wordt een dialoogvenster geopend waarin hij/zij wordt gevraagd het bestand te certificeren of met een digitale id te ondertekenen.
Een nieuw formulierveld voor een digitale handtekening maken 1. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Digitale handtekening. 2. Sleep op een pagina van het PDF-document een rechthoek om de grootte en positie van de handtekening te definiëren. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: o Typ in het tabblad Eigenschappen een Naam voor het veld en geef andere instellingen op, bijvoorbeeld voor vormgeving en acties. o Klik met de rechtermuisknop op het handtekeningveld en selecteer Eigenschappen. Typ in het dialoogvenster Handtekening Eigenschappen een Naam voor het veld en geef andere instellingen op, bijvoorbeeld voor vormgeving en acties.
Een formulierveld voor een digitale handtekening bewerken 1. Open het PDF-bestand in Nitro Pro 10. 2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu Velden: o Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken. o Klik op Alle velden bewerken. 3. Klik op het handtekeningveld en voer een van de volgende handelingen uit: o Bewerk de eigenschappen van het handtekeningveld in het tabblad Eigenschappen. o Klik met de rechtermuisknop op het handtekeningveld en selecteer Eigenschappen. Bewerk de eigenschappen van het handtekeningveld in het dialoogvenster Handtekening Eigenschappen.
123
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Meerdere velden maken Als u veel velden van hetzelfde type wilt maken, kunt u dit het beste doen met de functie Kopieën maken. Stel eerst een formulierveld in met alle eigenschappen die u voor de velden wilt gebruiken, en geef vervolgens op hoeveel rijen en kolommen u nodig hebt.
Een batch gelijke velden maken 1. 2. 3. 4. 5.
124
Open de PDF in Nitro Pro 10. Maak een formulierveld dat precies is ingesteld zoals de velden die u nodig hebt. Selecteer het formulierveld. Klik op het tabblad Eigenschappen in het groepsmenu Taken op Kopieën maken. Selecteer hoeveel rijen en kolommen velden u wilt maken.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Tabvolgorde instellen Tijdens het werken met formuliervelden kunnen gebruikers van veld naar veld gaan met de tabtoets op het toetsenbord. Standaard is de tabvolgorde voor velden ingesteld op de volgorde waarin de velden zijn gemaakt. Afhankelijk van de volgorde waarin u de velden hebt toegevoegd, kan het gebeuren dat u de tabvolgorde moet wijzigen om te zorgen dat gebruikers gemakkelijker kunnen navigeren.
De tabvolgorde instellen 1. 2. 3. 4.
125
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op Tabvolgorde. Klik op de formuliervelden in de volgorde waarin de tabtoets de velden moet doorlopen. Klik op een ander gereedschap om uw handeling te voltooien.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Meerdere velden bewerken, uitlijnen en indelen In Nitro Pro 10 kunt u meerdere formuliervelden tegelijk selecteren, zodat u algemene vormgevingseigenschappen in één keer kunt bewerken en problemen met de uitlijning snel kunt oplossen. U kunt de uitlijning bewerken via het linttabblad Uitlijning of via het contextmenu dat wordt geopend wanneer u met de rechtermuisknop klikt. Als u de vormgeving van meerdere formuliervelden wilt bewerken, gebruikt u het linttabblad Eigenschappen of het dialoogvenster Eigenschappen. Tip: U kunt meerdere veldtypen selecteren met de functie Alle velden bewerken. Bij gebruik van deze functie selecteert u de gewenste velden door er een selectiekader omheen te slepen of door de Ctrl-toets ingedrukt te houden en de velden een voor een aan te klikken.
De vormgeving van meerdere velden bewerken 1. 2. 3. 4. 5.
Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Alle velden bewerken. Selecteer de velden op een van de volgende manieren: Klik en sleep een rechthoek om alle velden. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op ieder veld. Voer een van de volgende handelingen uit: l Klik in het linttabblad Eigenschappen op de gewenste opties in de groep Vormgeving. l Klik met de rechtermuisknop, selecteer Eigenschappen en wijzig de opties op het tabblad Vormgeving naar wens. 6. Klik op OK.
De uitlijning en ruimte tussen formuliervelden instellen 1. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Alle velden bewerken. 2. Selecteer de velden op een van de volgende manieren: l Klik en sleep een rechthoek om alle velden. l Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op ieder veld. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: l Klik in het linttabblad Uitlijning op de gewenste optie voor uitlijning of tussenruimte. l Klik met de rechtermuisknop en klik op de gewenste optie voor uitlijning of tussenruimte. TIP: door het linttabblad Uitlijning te gebruiken kunt u uw wijzigingen makkelijker ongedaan maken, aangezien de knop Ongedaan maken boven de uitlijningsfuncties verschijnt.
126
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Formuliervelden op een raster uitlijnen Met behulp van rasters kunt u in Nitro Pro 10 koppelingen, formuliervelden en andere objecten nauwkeurig op een pagina plaatsen. Als de functie is ingeschakeld, is het raster op uw PDF-pagina's zichtbaar. Wanneer u het document afdrukt, verschijnt het raster echter niet op de afdruk. De rasterweergave kan naar wens worden aangepast; zo kunt u bijvoorbeeld de standaardeenheden, lijnkleur, lijnafstand en andere opties instellen. Met de optie Uitlijnen op raster worden objecten op de dichtstbijzijnde kruising van lijnen in het raster uitgelijnd. Als een object wordt getekend, verplaatst, of als de grootte ervan wordt gewijzigd, 'springt' het object weer naar de dichtstbijzijnde kruising van lijnen, ook als het raster niet zichtbaar is. Tip: als u uw vorm of object niet naar de gewenste plaats kunt verplaatsen, dient u de optie Uitlijnen op raster uit te schakelen.
Het raster tonen of verbergen 1. Schakel op het tabblad Formulieren in de groep Linialen het selectievakje Raster tonen in of uit. Als er een vinkje in het selectievakje wordt weergegeven, is het raster zichtbaar.
Uitlijnen op raster in- of uitschakelen 1. Schakel op het tabblad Formulieren in het groepsvak Linialen het selectievakje Uitlijnen op raster in of uit. Als er een vinkje in het selectievakje wordt weergegeven, is de optie ingeschakeld.
Rasterweergave aanpassen 1. Klik op Voorkeuren in het menu Bestand. 2. Selecteer Eenheden en raster in het deelvenster links. 3. Selecteer de gewenste opties en klik op OK.
Eenheden en rastervoorkeuren De volgende opties zijn beschikbaar voor het instellen van eenheden en rastervoorkeuren: l l
l l
l
l
l
127
Standaardeenheden. Hiermee worden de maateenheden voor het raster ingesteld. Schakel naar: l Raster tonen: Hiermee wordt de rasteroverlay op de pagina ingeschakeld l Uitlijnen op raster: Hiermee wordt automatisch op de dichtstbijzijnde rasterlijn uitgelijnd wanneer objecten op de pagina worden geplaatst of verplaatst Rasterlijnkleur. Hiermee wordt de kleur van de rasterlijnen ingesteld. Hoogte tussen lijnen. Hiermee wordt de verticale tussenruimte tussen de rasterlijnen bepaald. U kunt een waarde van 0 t/m 1000 opgeven, inclusief decimalen. Breedte tussen lijnen. Hiermee wordt de horizontale tussenruimte tussen de rasterlijnen bepaald. U kunt een waarde van 0 t/m 1000 opgeven, inclusief decimalen. Rasterafstand linkerrand. Standaard begint het raster in de linkerbovenhoek van de pagina. Met deze instelling kunt u het horizontale beginpunt van het raster op de pagina instellen. Rasterafstand bovenrand. Standaard begint het raster in de linkerbovenhoek van de pagina. Met
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
l
128
deze instelling kunt u het verticale beginpunt van het raster op de pagina instellen. Onderverdelingen. Hiermee stelt u het aantal rasterlijnen voor iedere rastersectie van het raster in.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden opnieuw gebruiken Nitro Pro 10 bevat een unieke functie waarmee u de vormgevingseigenschappen van een formulierveld (zoals kleur, kader en lijnstijl) kunt opslaan en later op andere velden kunt toepassen. Alle 'vormgevingen' die u maakt, verschijnen in het tabblad Eigenschappen.
Een vormgeving maken voor een formulierveld 1. 2. 3. 4. 5.
Maak een formulierveld met de vormgevingsopstellingen die u wilt opslaan. Selecteer het veld. Klik in het tabblad Eigenschappen in het groepsmenu Vormgeving op de pijl omlaag. Klik op Selectie opslaan als nieuwe vormgeving. Geef een naam op voor de vormgeving. Klik op OK.
Een vormgeving toepassen op een formulierveld 1. Selecteer een of meer formuliervelden waarop u de vormgeving wilt toepassen. 2. Klik in het tabblad Eigenschappen in het groepsmenu Vormgeving op de gewenste vormgeving.
129
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Formuliergegevens importeren en exporteren Met Nitro Pro 10 kunt u formuliergegevens als een afzonderlijk FDF-bestand (Form Data Format) exporteren. Een geëxporteerd FDF-bestand is veel kleiner dan het originele PDF-formulierbestand, zodat het gemakkelijker onder anderen kan worden verspreid. U kunt een FDF-bestand via e-mail verzenden aan een andere gebruiker die de gegevens vervolgens in een PDF-bestand kan importeren, of u kunt FDFbestanden gebruiken om formuliergegevens lokaal op te slaan en om gegevens in uw formulieren te importeren. Wanneer u gegevens in een PDF-formulier importeert, moet het formulier velden bevatten met precies dezelfde namen als de velden waaruit de gegevens zijn geëxporteerd. Veldnamen zijn hoofdlettergevoelig. Nitro Pro 10 negeert alle geïmporteerde veldgegevens waarvoor de veldnamen niet overeenkomen met de namen uit het geëxporteerde bestand.
Gegevens uit een PDF-document exporteren 1. 2. 3. 4.
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Formuliergegevens op Exporteren. Typ een naam voor het bestand. Klik op Opslaan.
Gegevens in een PDF-document importeren 1. 2. 3. 4.
130
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Formuliergegevens op Importeren. Selecteer het bestand dat u wilt importeren. Klik op Openen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Formuliergegevens opnieuw instellen Een van de nuttigste knoppen die u op een PDF-formulier kunt maken, is de knop waarmee gebruikers ingevulde velden kunnen wissen, ook wel reset- of terugzetknop genoemd. Als u werkt met een formulier zonder resetknop, kunt u met de functie Terugzetten van Nitro Pro 10 snel gegevens uit alle velden in het formulier wissen.
Formuliergegevens opnieuw instellen 1. Open het formulier in Nitro Pro 10. 2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Formuliergegevens op Terugzetten.
Uw eigen resetknop maken 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
8.
131
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren op Knop. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer. Open de Eigenschappen, geef als naam 'Reset' op en selecteer de gewenste opties op de tabbladen Algemeen en Vormgeving. Open het tabblad Opties en selecteer Alleen label in de vervolgkeuzelijst Indeling. Klik in het vak Label en typ Formulier opnieuw instellen. Open het tabblad Acties en klik op Formulier opnieuw instellen in de vervolgkeuzelijst Actie selecteren. Klik op Actie toevoegen en voer een van de volgende handelingen uit: l Klik op Alles deselecteren. Druk op Ctrl en klik op elk te wissen veld, als u minder velden wilt wissen dan er in totaal in de lijst staan. l Klik op Alles selecteren. Druk op Ctrl en klik op ieder veld dat u niet wilt wissen, als er meer velden zijn die u wilt wissen dan velden die u niet wilt wissen. Klik op OK.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Formuliergegevens verzenden U kunt een verzendknop in een PDF-formulier maken om gebruikers de mogelijkheid te geven de ingevoerde gegevens automatisch naar een specifieke URL of een specifiek e-mailadres te sturen. Het is uiterst eenvoudig om een verzendknop in uw formulieren te maken voor gebruikers. Als u gegevens naar een URL wilt sturen, is enige programmering aan de serverzijde vereist om de formuliergegevens te verzamelen en routeren. Als u de gegevens naar een e-mailadres wilt sturen, worden de formuliergegevens aan de berichttekst van de e-mail toegevoegd. U hebt verschillende opties om op te geven welke gegevens u wilt opnemen respectievelijk uitsluiten.
Een verzendknop maken 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9.
132
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren op Knop. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer. Open de Eigenschappen, typ als naam 'Verzenden' en selecteer de gewenste opties op de tabbladen Algemeen en Vormgeving. Open het tabblad Opties en selecteer Alleen label in de vervolgkeuzelijst Indeling. Klik in het vak Label en typ Formulier verzenden. Klik op het tabblad Acties op Actie selecteren en selecteer Een formulier verzenden in de vervolgkeuzelijst. Klik op Actie toevoegen en geef het adres op in het vak Formulier verzenden naar. Selecteer de velden. Klik op Alle velden verzenden, of klik op Alleen deze velden verzenden en vervolgens op Selecteren om de gewenste velden te selecteren. Schakel desgewenst het selectievakje Inclusief lege waarden en/of Deze waarden converteren naar standaardindeling in. Klik op OK.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Velden tonen of verbergen Er kunnen zich situaties voordoen waarin u bepaalde velden in uw PDF-formulier wilt tonen of verbergen. Als de gebruiker bijvoorbeeld op een knop klikt, wordt een nieuwe groep velden weergegeven. Voor het tonen of verbergen van velden beschikt u over verschillende opties: u kunt afzonderlijke velden tonen of verbergen door de algemene eigenschappen van de velden naar wens in te stellen, of u kunt uw eigen aangepaste JavaScript schrijven om velden te tonen en verbergen op basis van gebruikershandelingen (bijvoorbeeld als een gebruiker een knop aanwijst). U kunt ook een knop maken die specifieke velden toont of verbergt wanneer erop wordt geklikt.
Velden tonen/verbergen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
8.
133
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren op Knop. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer. Open de Eigenschappen, geef een naam op en selecteer de gewenste opties op de tabbladen Algemeen en Vormgeving. Selecteer op het tabblad Opties de optie Indeling en selecteer Alleen label. Klik in het vak Label en typ Velden tonen/verbergen. Klik op het tabblad Acties op Actie selecteren en selecteer Velden tonen/verbergen in de vervolgkeuzelijst. Voer een van de volgende handelingen uit: l Klik op Tonen. l Klik op Verbergen. Klik op OK.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Veldgegevens berekenen In Nitro Pro 10 kunnen veldberekeningen op verschillende manieren worden uitgevoerd. De integrale berekeningsformules bieden een eenvoudige methode voor het opstellen van simpele en vastomlijnde veldberekeningen. U kunt ook vereenvoudigde veldnotatie en JavaScripts gebruiken, hoewel deze methoden geavanceerder zijn en programmeerkennis vereisen. Als uw berekeningen beperkt zijn tot optellen of het bepalen van gemiddelden, kunt u de integrale formules gebruiken en hoeft u zich geen zorgen te maken over programmering. Voor berekeningen worden altijd tekstvelden gebruikt. Berekeningen kunnen in alle soorten velden worden uitgevoerd. Als het resultaat van een berekening echter in een formulier moet worden gerapporteerd, moet u een tekstveld hebben dat deze waarden berekent en het resultaat in het berekeningsveld op het formulier plaatst, of een ander type veld dat de waarden berekent en vervolgens naar een tekstveld verstuurt.
Een berekening opstellen 1. 2. 3. 4.
10.
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren op Tekstveld. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer. Open de Eigenschappen, geef een naam op en selecteer de gewenste opties op de tabbladen Algemeen en Vormgeving. Selecteer Opties en klik op Uitlijning. Selecteer Rechts in de vervolgkeuzelijst om de waarden rechts uit te lijnen. Open het tabblad Indeling, klik op Formaatcategorie selecteren en selecteer Nummer in de vervolgkeuzelijst. Klik op Decimalen en geef het aantal decimalen op dat u in het berekende veld wilt weergeven. Open het tabblad Berekenen, selecteer het type waarde en voer een van de volgende handelingen uit: l Klik op SOM (+) om de som van een reeks waarden te berekenen. l Kik op PRD (product (x)) om de waarden te vermenigvuldigen. l Klik op GEM om het gemiddelde van een reeks waarden te berekenen. l Klik op MIN om de minimumwaarde van een groep velden te geven. l Klik op MAX om de maximumwaarde van een groep velden te geven. Klik op de optie Selecteren om het dialoogvenster Veldselectie te openen. Houd de Ctrl- of de Shift-toets ingedrukt en klik op ieder veld dat moet worden berekend. Klik op OK.
134
©Nitro
5. 6. 7. 8.
9.
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
JavaScript Het valt buiten het bestek van deze handleiding om een gedetailleerde beschrijving van het gebruik van JavaScript met Nitro Pro 10 te geven. Als u wilt leren programmeren met JavaScript, verdient het aanbeveling op internet naar bronnen te zoeken. Tevens kunt u nagaan of uw plaatselijke bibliotheek of boekhandel boeken over JavaScript heeft. Er zijn ook veel voorbeelden van PDF-documenten met JavaScript op internet te vinden. JavaScript wordt veelal voor PDF-formulieren gebruikt. U kunt deze soorten documenten op internet opsporen, het JavaScript openen in de JavaScript-console, en de routines vervolgens kopiëren en in uw eigen bestanden plakken. Door op onderzoek te gaan en programmacode uit te proberen komt u al snel aan de weet welke code u nodig hebt voor de taken die u wilt uitvoeren.
135
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
JavaScripts zoeken Of u nu scripts in uw eigen documenten schrijft, of door bestanden bladert om andere scripts te bekijken, u moet eerst weten waar u JavaScripts kunt vinden. In Nitro Pro 10 zijn JavaScripts op de volgende locaties te vinden:
Veldscripts JavaScripts kunnen met alle veldtypen worden gebruikt. In alle velden kunnen scripts worden toegevoegd via de eigenschappen in Actie instellen. In handtekeningvelden kunnen JavaScripts zowel via de eigenschap Actie instellen als de eigenschap Ondertekend worden toegevoegd. Tekstvelden bieden verreweg de meeste mogelijkheden voor het toevoegen van scripts aan veldeigenschappen. In tekstvelden kunnen scripts worden toegevoegd aan: l
l
l
l
Indeling. Open het tabblad Indeling in het eigenschappenvenster en selecteer Aangepast in het vervolgkeuzemenu Formaatcategorie selecteren. Voeg JavaScripts toe als u een Script aangepast formaat en een Script aangepaste toetsaanslagen wilt maken. Valideren. Open het tabblad Valideren in het eigenschappenvenster en selecteer Aangepast script voor validering gebruiken als u een JavaScript wilt toevoegen om veldgegevens te valideren. Berekenen. JavaScripts worden waarschijnlijk het meest gebruikt in combinatie met de Berekeneneigenschappen. U kunt scripts in twee gebieden schrijven. Als u op het keuzerondje Vereenvoudigde veldnotatie klikt, kunt u scripts schrijven die qua syntaxis op spreadsheetformules lijken. Klik op Aangepast berekeningsscript om JavaScripts te schrijven waarmee veldgegevens worden berekend. Actie instellen. Tekstvelden ondersteunen het actietype JavaScript uitvoeren, net als andere velden.
JavaScript-console U kunt de JavaScript-console openen en een script schrijven dat niet voor een bepaald veld of element is bedoeld. Scripts die in de JavaScript-console zijn geschreven, kunnen worden gebruikt voor testroutines en debug-code.
Documentacties Documentacties zijn acties zoals het openen, opslaan en afdrukken van PDF's. U kunt JavaScripts schrijven die worden uitgevoerd als deze acties plaatsvinden. Als u een documentactie wilt toevoegen, gaat u naar het linttabblad Formulieren, klikt u in het groepsmenu Instellen op de pijl onder JavaScript en selecteert u Documentacties.
JavaScripts op documentniveau Een JavaScript op documentniveau kan een functie zijn die wordt geactiveerd door andere scripts in subroutines. Deze scripts zijn op documentniveau opgenomen en kunnen worden uitgevoerd door een ander script of tijdens het openen van een bestand.
136
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
JavaScripts op mapniveau Een JavaScript op mapniveau bevindt zich buiten het PDF-bestand (in een JS-bestand) en kan door meerdere PDF's worden gebruikt. De scripts worden uitgevoerd wanneer Nitro Pro 10 wordt geopend.
137
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
JavaScripts kopiëren en plakken JavaScripts kunnen uit een veld of andere locatie in een PDF-document worden gekopieerd en op een andere locatie of in een ander document worden geplakt. Als u meer over programmeren met JavaScript wilt leren, kunt u PDF-bestanden met scripts bekijken, een script kopiëren uit een document dat u via internet hebt gedownload, en de code in de JavaScript-editor in uw document plakken. Met enkele kleine wijzigingen aan de code kunt u zo snel scripts aan uw eigen bestanden toevoegen. Als u code tussen PDF-bestanden wilt kopiëren, opent u beide bestanden eenvoudig in Nitro Pro 10.
138
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken JavaScripts op mapniveau zijn JavaScript-bestanden (.JS) die bij het starten van een applicatie worden uitgevoerd. Hiermee kunnen bijvoorbeeld JavaScript-functies in de applicatie worden geladen die opnieuw gebruikt kunnen worden, of kunnen methoden/eigenschappen worden geopend waarvan de beveiliging zo is ingesteld dat ze alleen in de app/init-event uitgevoerd kunnen worden. Eenvoudige voorbeelden hiervan zijn het laden van de Windows-aanmelding van de gebruiker in een globale JavaScript-variabele bij het opstarten, of het laden van een lijst werknemersnamen van uw bedrijf in een JS-array bij het opstarten, dat gebruikt kan worden door formulieren die in Nitro Pro 10 worden geopend.
JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken 1. Open Nitro Pro 10. 2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op JavaScript en selecteer Mapniveau. 3. Voeg JS-bestanden aan de map toe of bewerk bestaande bestanden.
139
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
JavaScript op documentniveau Met behulp van JavaScript kunt u een praktisch oneindig aantal interactieve functies toevoegen, complexe formules maken, en meer dynamische functies aan uw PDF's toevoegen. Met scripts op documentniveau worden functies toegevoegd, vanwaar andere scripts de routines in het hele PDF-bestand steeds opnieuw kunnen gebruiken. JavaScripts op documentniveau kunnen ook worden gebruikt om bepaalde acties te starten wanneer een bestand wordt geopend.
Een JavaScript op documentniveau schrijven 1. Open de PDF in Nitro Pro 10. 2. Klik op het tabblad Formulieren in het groepsvak Instellen op de pijl onder de knop JavaScript en klik vervolgens op Documentniveau. 3. Klik op Nieuw en typ een naam voor het JavaScript. 4. Typ uw code in het dialoogvenster JavaScript-editor. In het onderstaande voorbeeld is een eenvoudige routine opgesteld, waarmee er altijd een berichtvenster verschijnt wanneer het bestand wordt geopend. De gebruikte code is: var msg = “Created in Nitro Pro”; app.alert(msg); 5. Klik op OK. Als uw script juist is geschreven, wordt een berichtvenster weergegeven wanneer het bestand wordt geopend.
140
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Aangepast JavaScript voor berekening toevoegen of bewerken Wanneer u een formulier maakt waarin berekeningen moeten worden uitgevoerd, zijn voor dit formulier waarschijnlijk aangepaste berekeningsscripts nodig. De opties die beschikbaar zijn met de vooraf ingestelde berekeningsformules, zijn beperkt tot eenvoudige vermenigvuldigingen en optellen. Voor andere soorten berekeningen moeten scripts worden geschreven.
Een berekeningsscript schrijven 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in de groep Velden op Tekstveld. Selecteer het tekstveld dat u wilt bewerken. Kik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen. Klik op de tab Berekenen. Klik op de optie Aangepast berekeningsscript en klik vervolgens op de knop Bewerken. Typ de code voor uw script. In het onderstaande voorbeeld wordt een eenvoudige berekening opgesteld om BTW van 7,25 % te berekenen. De code is als volgt: var f = this.getField(“subtotal”); event.value = Math.round(f.value 7.25)/100;
8. Klik op OK.
141
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Vereenvoudigde veldnotaties toevoegen Vereenvoudigde veldnotaties worden ongeveer geschreven zoals formules in een spreadsheetprogramma, zoals Microsoft Excel. Voor het uitvoeren van berekeningen zijn notaties makkelijker op te stellen dan scripts.
Een vereenvoudigde veldnotatie toevoegen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Open de PDF in Nitro Pro 10. Klik in het tabblad Formulieren in de groep Velden op Tekstveld. Selecteer het tekstveld dat u wilt bewerken. Kik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen. Klik op de tab Berekenen. Klik op de optie Vereenvoudigde veldnotatie en klik vervolgens op de knop Bewerken. Typ de code voor uw script. In dit voorbeeld wordt de berekening voor BTW ingevoerd. In de JavaScript-editor wordt de code als volgt opgesteld: subtotal .0725;
8. Klik op OK.
142
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
De JavaScript-console gebruiken U kunt de JavaScript-console openen en een script schrijven dat niet voor een bepaald veld of element is bedoeld. Scripts die in de JavaScript-console zijn geschreven, kunnen worden gebruikt voor testroutines en debug-code.
De JavaScript-console gebruiken l
143
Klik op het tabblad Formulieren in de groep Instellen op de pijl onder de knop JavaScript en klik vervolgens op Console.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Uitvoer- en JavaScript-fouten weergeven In het deelvenster Uitvoer kunt u fouten met betrekking tot JavaScript of documentprocessen bekijken. Dit deelvenster wordt automatisch geopend om u te attenderen op belangrijke uitvoerberichten.
Het deelvenster Uitvoer openen l
144
Klik op de tab Uitvoer in de zijbalk.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Ondersteunde JavaScript-objecten l l l l l l l l l l l
145
App-object Color-object Console-object Event-object Field-object Global-object Identity-object Link-object This-object Util-object OCG-object
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
App-object Een statisch object dat de PDF-viewerapplicatie vertegenwoordigt. Bevat methoden en eigenschappen voor het communiceren met de applicatie en voor het werken met actieve documenten. Voorbeeld: hiermee wordt het aantal geopende documenten weergegeven in een waarschuwingsbericht. var nDocs = app.activeDocs.length; app.alert("Er zijn " + nDocs + " documenten geopend."); Eigenschappen activeDocs formsVersion platform viewerType viewerVersion
Methoden alert browseForDoc goBack goForward launchURL mailMsg newDoc openDoc response
146
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Color-object Een object waarmee een kleur kan worden ingesteld in andere JavaScript-methoden en eigenschappen. Voorbeeld: hiermee wordt de tekstkleur in het formulierveld “Voornaam” op rood ingesteld. this.getField("Voornaam").textColor = color.red; Eigenschappen en methoden Het color-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.
147
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Console-object Alle JavaScript-scripts worden geactiveerd door een bepaalde gebeurtenis. Voor elk van deze gebeurtenissen maakt JavaScript een event-object waarmee informatie over de huidige gebeurtenisstatus kan worden opgehaald en bijgewerkt. Voorbeeld: als dit JavaScript wordt uitgevoerd op de gebeurtenis keystroke (toetsaanslag), wordt alle tekst die de gebruiker heeft ingevoerd, omgezet in hoofdletters. event.change = event.change.toUpperCase(); Eigenschappen en methoden Het console-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.
148
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Event-object Vertegenwoordigt een veld in een PDF-formulier. Dit object bevat de methoden en eigenschappen waarmee formuliervelden kunnen worden gewijzigd via JavaScript-code (zoals u dit visueel met de tools voor formuliervelden doet). Voorbeeld: hiermee wordt een verborgen veld zichtbaar gemaakt. var oField = this.getField("hiddenFieldName"); oField.display = display.visible; Eigenschappen change changeEx commitKey fieldFull keyDown modifier name rc selEnd selStart shift source target targetName type value willCommit
149
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Field-object Vertegenwoordigt een veld in een PDF-formulier. Dit object bevat de methoden en eigenschappen waarmee formuliervelden kunnen worden gewijzigd via JavaScript-code (zoals u dit visueel met de tools voor formuliervelden doet). Voorbeeld: hiermee wordt een verborgen veld zichtbaar gemaakt. var oField = this.getField("hiddenFieldName"); oField.display = display.visible; Eigenschappen alignment borderStyle buttonAlignX buttonAlignY buttonFitBounds buttonPosition buttonScaleHow buttonScaleWhen calcOrderIndex charLimit comb commitOnSelChange currentValueIndices defaultStyle defaultValue doNotScroll doNotSpellCheck display doc editable
150
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Eigenschappen exportValues hidden fileSelect fillColor lineWidth highlight multiline multipleSelection name numItems page password print radiosInUnison readonly rect required richText richValue rotation strokeColor style submitName textColor textFont textSize type
151
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Eigenschappen userName value valueAsString
Methoden browseForFileToSubmit buttonGetCaption buttonGetIcon buttonImportIcon buttonSetCaption buttonSetIcon checkThisBox clearItems defaultIsChecked getArray getItemAt getLock insertItemAt isBoxChecked isDefaultChecked setAction setFocus setItems setLock
152
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Global-object Hiermee kunt u gegevens delen in een instantie van de PDF-viewer (zodat gegevens vanuit elk geopend document kunnen worden opgeroepen). Voorbeeld: wanneer een gebruiker zijn/haar e-mailadres eenmaal heeft ingevoerd, wordt dit opgeslagen in een global-variabele en automatisch in de e-mailvelden van andere geopende documenten ingevoerd. global.userEmail = this.getField("email").value;
Opmerking: de methoden setPersistent en subscribe worden momenteel niet ondersteund in Nitro Pro 10.
153
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Identity-object Dit object bevat informatie over de huidige gebruiker, die is aangemeld op het apparaat met Nitro Pro 10. Deze informatie kan tevens in Voorkeuren worden bekeken. Voorbeeld: Dit JavaScript haalt de aanmeldnaam van de gebruiker op en slaat deze op in een globale variabele (met de naam login) die door ieder ander JavaScript kan worden gebruikt. Het identity-object is uitsluitend toegestaan tijdens console-, menu- en batch-gebeurtenissen en tijdens initialisatie van de applicatie, en is daarom ideaal geschikt voor een JavaScript-bestand (.js) op mapniveau dat wordt uitgevoerd wanneer de applicatie wordt gestart. global.login = identity.loginName; Eigenschappen corporation email loginName name
154
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Link-object Met dit object kunt u de eigenschappen van een PDF-koppeling ophalen en instellen en kunt u de instellingen opgeven voor een JavaScript uitvoeren-actie. Eigenschappen en methoden Het link-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.
155
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
This-object Gebruikt voor interactie met actieve documenten via JavaScript-code. Voorbeeld: hiermee wordt het volledige pad van het PDF-bestand opgehaald en opgeslagen in de variabele sPath. var sPath = this.path; Eigenschappen dirty disclosed documentFileName filesize info layout numFields numPages path pageNum URL zoom zoomType
Methoden addIcon addField addLink closeDoc deletePages extractPages
156
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Methoden exportAsFDF flattenPages getField getIcon getNthFieldName getPageBox getPageNthWord getPageNumWords importAnFdf importIcon insertPages mailDoc mailForm print removeIcon removeField resetForm saveAs selectPageNthWord submitForm
157
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Util-object Bevat een aantal hulpmethoden waarmee tekenreeksen en datums gemakkelijk kunnen worden ingedeeld en geparseerd. Methoden printf printd printx scand
158
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
OCG-object Dit object biedt ondersteuning voor Optional Content Groups (optionele inhoudsgroepen). OCG's bevatten een verzameling grafische objecten en worden 'lagen' genoemd. U kunt de eigenschappen van lagen dynamisch omschakelen om ze zichtbaar of onzichtbaar te maken, voor navigatie in een PDFdocument. Raadpleeg Het deelvenster Lagen voor verdere informatie.
Eigenschappen en methoden Het OCG-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.
Voorbeeld: Hiermee wordt een OCG met de naam 'Overlay' ingeschakeld (om de laag uit te schakelen verandert u true in false in de JavaScript-code).
function turnOverlayOCG(doc) { var ocgArray = doc.getOCGs(); for(var i=0; i
Methoden getIntent getAction setIntent
159
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bewerken Met de juiste functies voor het bewerken van PDF's bent u veel minder tijd kwijt aan het omschakelen tussen de verschillende programma's en bestandstypen. Nitro Pro 10 voorziet in een uitgebreide set functies om de tekst, afbeeldingen en pagina's in uw bestaande PDF's te bewerken en uw documenten perfect af te werken voor distributie.
Tekst l l l l
Tekst toevoegen of bewerken Ingesloten lettertypen Kop- en voettekst Bates-nummers
Afbeeldingen l l l l l l l l l
Afbeeldingen invoegen Afbeeldingen verwijderen Afbeeldingen rangschikken Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen Afbeeldingen vervangen Een afbeelding ophalen Alle afbeeldingen ophalen Watermerken en achtergronden
Bestanden l l l l l l
Documentinformatie en metagegevens Documentbeveiliging Lettertypen Eigenschappen Eerste weergave PDF-bestanden optimaliseren Bestanden bijvoegen
Verwante informatie l l
160
Aantekeningenlaag en inhoudslaag Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Tekst toevoegen of bewerken Nitro Pro 10 bevat hulpmiddelen waarmee u nieuwe tekst aan een PDF-document kunt toevoegen of waarmee u last-minutecorrecties en -updates kunt doorvoeren zonder dat u de bronbestanden hoeft te openen in het oorspronkelijke programma. Met Tekst typen kunt u overal in een PDF-document tekst toevoegen, zelfs wanneer het document geen interactieve velden bevat. Het hulpmiddel biedt u volledige controle over de tekstkleur, het lettertype en de tekstgrootte. Als u bijvoorbeeld een PDF-formulier krijgt dat een kopie of scan van een papieren formulier bevat, hoeft u het formulier dus niet af te drukken en handmatig in te vullen. In plaats daarvan kunt u met Tekst typen tekst als aantekeningen aan het formulier toevoegen. Met Bewerken kunt u bestaande tekstblokken als alinea's in een vak bewerken en verplaatsen. U hoeft de alinea's dus niet te beheren als serie afzonderlijke regels. De tekst vloeit op natuurlijke wijze mee wanneer u de tekst bewerkt of het tekstvak groter of kleiner maakt. TIP: het aanpassen van de tekst aan de omgeving wordt ondersteund in alinea's, waarbij ze worden gezien als afzonderlijke objecten. Gebruik dit hulpmiddel om een alinea te verplaatsen. Nitro Pro 10 bevat hulpmiddelen waarmee u tekst aan pagina's in uw PDF-document kunt toevoegen in de vorm van kop- en voetteksten. Ook worden Bates-nummers voor unieke paginanummers ondersteund. Meer informatie? Zie l Kop- en voetteksten l Bates-nummers OPMERKING: wanneer u veel kleine of verschillende grote correcties in een document wilt doorvoeren, raden we u aan om deze door te voeren in het bronbestand. U krijgt daardoor nauwkeuriger controle over de exacte indeling en uitstraling. Bovendien kunt u de correcties wellicht automatiseren, waardoor u tijd bespaart. Eventueel kunt u het PDF-bestand omzetten in een Microsoft Word-bestand of in opgemaakte tekst. U krijgt dan een .doc- of .rtf-bestand dat u kunt bewerken.
Om Tekst toevoegen: 1. Klik in de groep Extra op het tabblad Home op Tekst typen 2. Klik ergens op de pagina om tekst in te voegen 3. Gebruik de tekstopties op het tabblad Opmaak om de uitstraling, zoals het lettertype en de lettergrootte, in te stellen 4. Voer uw tekst in en druk op Escape of klik op Voltooien als u klaar bent 5. Toont de spellingscontrole een fout? Klik dan met de rechtermuisknop op de tekst om suggesties te bekijken of om de taal van de spellingscontrole te wijzigen. TIP: wanneer u tekst typt, wordt deze standaard op de aantekeningenlaag ingevoegd. Houd de Ctrl-
161
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
toets ingedrukt en klik ergens op de pagina om de tekst toe voegen aan de inhoudslaag. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor meer informatie.
Slimme uitlijning Als Slimme uitlijning is ingeschakeld, ziet u visuele markeerpunten waarmee u nieuwe tekst gemakkelijk kunt uitlijnen met andere zinnen, aantekeningen of afbeeldingen op de pagina voor u begint met typen. Wanneer u Tekst typen hebt geselecteerd, zal de cursor zich, afhankelijk van waar u uw muis plaatst, aan de horizontale of verticale lijnen hechten. Slimme uitlijning in- en uitschakelen: 1. Klik in het tabblad Home op Tekst typen. 2. Klik op de pagina in het document om te typen; u ziet nu het tabblad Opmaak 3. Vink onder Uitlijning de optie Slimme uitlijning aan om de uitlijning in te schakelen 4. Vink het vakje voor Slimme uitlijning uit om de uitlijning uit te schakelen
Om Tekst bewerken: 1. Klik in de groep Tekst/afbeeldingen op het tabblad Bewerken op Bewerken l U kunt ook op de knop Bewerken in het menu klikken en de optie Tekst bewerken selecteren om alinea's met één klik te bewerken 2. Dubbelklik op de tekst en plaats de cursor op de gewenste locatie. U kunt nu ook tekst bewerken. Het kader past zich onder het typen aan de getypte tekst aan l Als u op de tekst dubbelklikt, wordt het tabblad Opmaak in het lint getoond. U kunt in het deelvenster Bewerken wisselen tussen het bewerken van hele alinea's of slechts regels. 3. Wanneer u tekst met uw muis markeert, ziet u een zwevende werkbalk waarmee u het lettertype, de notatie, de kleur en de tekstgrootte kunt wijzigen. Wanneer u de bewerking hebt afgerond, kunt u op Escape duwen, ergens anders op de pagina klikken of op Voltooien klikken. 4. Toont de spellingscontrole een fout? Klik dan met de rechtermuisknop op de tekst om suggesties te bekijken of om de taal van de spellingscontrole te wijzigen. OPMERKING: als u een teken invoert van een lettertype dat niet is geïnstalleerd, probeert Nitro Pro 10 automatisch een lettertype te kiezen dat er op lijkt. U kunt de naam van het lettertype wijzigen terwijl u tekst bewerkt. Nitro Pro 10 gebruikt een generiek lettertype wanneer het programma geen verwant lettertype kan vinden. We raden u aan om te controleren of de gebruikte lettertypen op elkaar lijken. Kies anders voor een ander lettertype. Zie Ingesloten lettertypen voor meer informatie.
Tekst verplaatsen Klik met het hulpmiddel Bewerken op een alinea of titel om deze te selecteren. Ga vervolgens als volgt te werk om de selectie te verplaatsen: l Sleep het kader naar een andere locatie l Gebruik de pijltjes op uw toetsenbord om het kader in kleine stapjes te verplaatsen
162
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Ga als volgt te werk om een alinea of afbeelding te verwijderen: 1. Klik één keer op de alinea of afbeelding. U ziet nu een vak met een lichtblauw kader. 2. Druk op Delete of klik met de rechtermuisknop op de tekst en selecteer in het menu de optie Verwijderen.
Tekst afvlakken Het verplaatsen van tekst van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag wordt 'afvlakken' genoemd. Ga als volgt te werk om een tekst af te vlakken: l Klik met de rechtermuisknop op een tekstaantekening en selecteer in het menu de optie Selectie afvlakken om de geselecteerde aantekening naar de inhoudslaag te verplaatsen l Klik met de rechtermuisknop op een tekstaantekening en selecteer in het menu de optie Alles afvlakken om alle tekst naar de inhoudslaag te verplaatsen l Selecteer in het menu Bestand de optie Opslaan als en vervolgens Afgevlakte PDF om alle aantekeningen op de aantekeningenlaag af te vlakken op de inhoudslaag en om direct daarna het PDF-bestand op te slaan. Op deze manier vlakt u alle aantekeningen, inclusief formuliervelden, plaknotities, koppelingen en andere opmaak, in één keer. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor meer informatie.
163
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Kop- en voettekst Met de functie Kop- en voettekst kunt u tekst, afbeeldingen en PDF-bestanden in een of meer pagina's van een PDF-document invoegen. U kunt de positie, grootte, transparantie en andere kenmerken van uw kop- en voettekst naar wens instellen en deze instellingen opslaan om ze later opnieuw te gebruiken. Bovendien kunt u kop- en voettekstprofielen importeren en exporteren om ze met anderen te delen. Kop- en voettekstprofielen kunnen een of meer kop- en voetteksten bevatten. Kop- en voetteksten worden vaak voor het volgende gebruikt: l Dynamische tekst: automatisch dynamische informatie aan uw document toevoegen, zoals paginanummers, auteur, titel van het document, datum en tijd. l Koptekst: de titel van het document of hoofdstukken en datuminformatie invoegen. l Voettekst: paginanummering, datum- en tijdinformatie invoegen.
Alle beheerde kop- en voetteksten weergeven 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Kop- en voettekst. Het dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven. 2. Kijk in het gedeelte Profiel selecteren voor een lijst van kop- en voettekstprofielen. Profielen kunnen meer dan één koptekst en voettekst bevatten. 3. Klik op de knop + naast een profiel om alle kop- en voetteksten in dit profiel weer te geven.
Profielen beheren en het menu Toepassen op document configureren 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Kop- en voettekst. Het dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven. 2. Kijk in het gedeelte Profiel selecteren voor een lijst van kop- en voettekstprofielen. Voer een van de volgende handelingen uit: o Om de naam van een profiel te veranderen, dubbelklikt u op het profiel en voert u de nieuwe naam in. o Klik op Nieuw profiel als u een nieuw profiel wilt maken. Het nieuwe profiel verschijnt onder aan de lijst Profiel selecteren. Voer een naam in voor het profiel. o De volgorde van deze lijst bepaalt de volgorde van de profielen in het menu Toepassen op document. Als u een nieuw kop- en voettekstprofiel toevoegt, verschijnt dit onder aan de lijst Profiel selecteren, en boven aan het menu Toepassen op document. o Als u een profiel wilt verwijderen, selecteert u dit en klikt u op Verwijderen. 3. Klik op Toepassen om een kop- en voettekstprofiel op uw PDF-document toe te passen en het dialoogvenster Kop- en voettekst beheren te sluiten.
Nieuwe koptekst of voettekst aan een profiel toevoegen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Kop- en voettekst. Het dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven. 2. Selecteer een profiel in de lijst Profiel selecteren en klik op Toevoegen. Selecteer een type kop- of voettekst: o Tekst: geef de tekst voor uw kop- of voettekst op. o Afbeelding: gebruik een afbeelding als kop- of voettekst op de pagina's van uw document. o PDF: importeer een PDF-bestand om als kop- of voettekst te gebruiken.
164
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
3. Configureer eigenschappen voor uw kop- of voettekst: o Typ in het veld Naam kop- en voettekst de naam die in Nitro Pro 10 moet worden gebruikt om de kop- of voettekst in de lijsten en menu's aan te duiden. Deze naam kan afwijken van de tekst die in de kop- of voettekst van uw PDF-document verschijnt. o Geef aan of het watermerk Overliggend of Onderliggend (op de achtergrond, onder de inhoud van de pagina) moet zijn. o Geef de overige opties op, zoals de kleur, achtergrond en de plaatsing op de pagina. 4. Klik op Opslaan om de nieuwe kop- of voettekst in het geselecteerde profiel op te slaan. TIP: u kunt meerdere watermerk- of achtergrondobjecten aan een profiel toevoegen.
Een kop- of voettekstprofiel importeren of exporteren 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op Kop- en voettekst. Het dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: o Selecteer een profiel in de lijst Profiel selecteren en klik op Exporteren om een kop- of voettekstprofiel te exporteren. Sla het profiel op als een nxp-bestand. o Klik op Importeren om een kop- of voettekstprofiel te importeren. Als u een nxp-bestand importeert, wordt het nieuwe profiel onder aan de lijst met profielen toegevoegd. TIP: Voor afbeeldingen die aan een watermerkprofiel zijn gekoppeld, verschijnt uitsluitend een verwijzing. Deze afbeeldingen worden niet geëxporteerd.
Kop- of voettekst in uw PDF-document invoegen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Kop- en voettekst en selecteer Toepassen op document. 2. Alle kop- en voettekstprofielen worden weergegeven in een lijst. Selecteer het profiel dat u op uw PDF-document wilt toepassen. OPMERKING: Als u een kop- of voettekst invoegt waarin gebruik wordt gemaakt van lettertypen die niet op het systeem van de ontvanger zijn geïnstalleerd, wordt deze tekst waarschijnlijk onjuist weergegeven. Als u niet zeker weet welke lettertypen uw ontvangers gebruiken, kunt u het beste standaardlettertypen zoals Times Roman, Courier, Arial of Symbol gebruiken. Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor verdere informatie.
Alle kop- en voettekst uit een document verwijderen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Kop- en voettekst en selecteer Kop- en voettekst verwijderen. 2. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u moet bevestigen dat u alle kop- en voettekst wilt verwijderen. Klik op OK. TIP: als u alleen een bepaalde kop- of voettekst wilt verwijderen, selecteert u deze met het gereedschap Bewerken, klikt u erop met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het menu.
165
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Watermerken en achtergronden Met de functie Watermerk kunt u tekst, afbeeldingen en andere PDF-bestanden in een of meer pagina's van een PDF-document invoegen. U kunt de positie, grootte, transparantie en andere eigenschappen van uw watermerken naar wens instellen en deze eigenschappen opslaan, zodat u ze later opnieuw kunt gebruiken. Tevens kunt u watermerkprofielen importeren en exporteren om ze met anderen te delen. Watermerkprofielen bevatten een of meer watermerken of achtergronden. Watermerken worden veel gebruikt voor: l Watermerken en achtergronden: u kunt bedrijfslogo's en andere merktekens invoegen om uw huisstijl te handhaven op alle pagina's en documenten. l Weergave van de documentstatus: u kunt een afbeelding toepassen als watermerk, bijvoorbeeld Gecontroleerd, Goedgekeurd en Concept, zodat alle ontvangers de status van het document kunnen zien.
Alle beheerde watermerken weergeven 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven. 2. Bekijk de lijst met watermerkprofielen in het vak Profiel selecteren. Profielen kunnen meerdere watermerken bevatten. 3. Klik op de knop + naast een profiel om alle watermerken in dit profiel weer te geven.
Profielen beheren en het menu Toepassen op document configureren 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven. 2. Bekijk de lijst met watermerkprofielen in het vak Profiel selecteren. Voer een van de volgende handelingen uit: o Om de naam van een profiel te veranderen, dubbelklikt u op het profiel en voert u de nieuwe naam in. o Klik op Nieuw profiel als u een nieuw profiel wilt maken. Het nieuwe profiel verschijnt onder aan de lijst Profiel selecteren. Voer een naam in voor het profiel. o De volgorde van deze lijst bepaalt de volgorde van de profielen in het menu Toepassen op document. Als u een nieuw watermerkprofiel toevoegt, verschijnt dit onder aan de lijst Profiel selecteren en boven aan het menu Toepassen op document. o Als u een watermerkprofiel wilt verwijderen, selecteert u dit en klikt u op de knop Verwijderen. 3. Klik op Toepassen om een watermerkprofiel op uw PDF-document toe te passen en het dialoogvenster Watermerken en achtergronden beheren te sluiten.
Een nieuw watermerk of nieuwe achtergrond aan een profiel toevoegen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven. 2. Selecteer een profiel in de lijst Profiel selecteren en klik op Toevoegen. Selecteer een type watermerk.
166
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Tekst: geef de tekst op voor uw watermerk. o Afbeelding: gebruik een afbeelding als watermerk of achtergrond op de pagina's van uw document. o PDF: importeer een PDF-bestand om als watermerk of achtergrond te gebruiken. 3. Configureer eigenschappen voor uw watermerk of achtergrond: o Typ in het veld Watermerknaam een naam voor gebruik in Nitro Pro 10-lijsten en -menu's. Deze naam hoeft niet overeen te komen met de tekst die in het watermerk in uw PDFdocument verschijnt. o Geef aan of het watermerk Overliggend of Onderliggend (op de achtergrond, onder de inhoud van de pagina) moet zijn. o Geef de overige opties op, zoals de kleur, de achtergrond en de plaatsing van het watermerk op de pagina. 4. Klik op Opslaan om het nieuwe watermerk in het geselecteerde profiel op te slaan. o
TIP: u kunt meerdere watermerk- en achtergrondobjecten aan een profiel toevoegen.
Een watermerkprofiel importeren of exporteren 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: o Selecteer een watermerkprofiel in de lijst Profiel selecteren en klik op Exporteren om het profiel te exporteren. Sla het profiel op als een nxp-bestand. o Klik op Importeren om een watermerkprofiel te importeren. Als u een nxp-bestand importeert, wordt het nieuwe profiel onder aan de lijst met profielen toegevoegd. TIP: Voor afbeeldingen die aan een watermerkprofiel zijn gekoppeld, verschijnt uitsluitend een verwijzing. Deze afbeeldingen worden niet geëxporteerd.
Een watermerk of achtergrond in een PDF-document invoegen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Watermerk en selecteer Toepassen op document. 2. U ziet een menu met alle watermerk- en achtergrondprofielen. Selecteer het profiel dat u op uw PDF-document wilt toepassen. OPMERKING: Als u een watermerk invoegt dat uit tekst bestaat, kan dit op het systeem van de ontvanger anders worden weergegeven als de gebruikte lettertypen niet op dit systeem zijn geïnstalleerd. Als u niet zeker weet welke lettertypen uw ontvangers gebruiken, kunt u het beste standaardlettertypen zoals Times Roman, Courier, Arial of Symbol gebruiken. Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor verdere informatie.
Alle watermerken en achtergronden uit een document verwijderen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Watermerk en selecteer Watermerken verwijderen.
167
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
2. In het dialoogvenster dat verschijnt, wordt u gevraagd te bevestigen dat u alle watermerken wilt verwijderen. Klik op OK. TIP: als u alleen een bepaald watermerk of specifieke achtergrond wilt verwijderen, selecteert u dit item met het gereedschap Bewerken, klikt u erop met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het menu.
168
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bates-nummers Bates-nummering wordt gebruikt voor wettelijke en soortgelijke verzamelingen van documenten waarin alle pagina's gelabeld, verantwoord en gemakkelijk terug te vinden moeten zijn. Met de functie voor Bates-nummering kunt u een uniek nummer aan iedere pagina toewijzen. De nummering kan op ieder willekeurig punt beginnen. Als er dan tegelijkertijd meerdere documenten worden verwerkt, wordt deze nummering door alle documenten vervolgd.
Bates-nummers aan een PDF toevoegen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Bates-nummer. 2. Geef de gewenste nummeringswaarden op in de vakken Prefix, Suffix en Begin op. 3. Klik op de opties die u wilt gebruiken voor de lettertype-eigenschappen en opmaak, en selecteer de pagina's die u wilt verwerken. 4. Klik op Toepassen.
Bates-nummers aan een reeks PDF-bestanden toevoegen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op de pijl onder Bates-nummer en klik op Meerdere bestanden. 2. Voeg de bestanden toe die u wilt verwerken en rangschik deze naar wens. Klik vervolgens op Volgende. 3. Geef de gewenste nummeringswaarden op in de vakken Prefix, Suffix en Begin op. 4. Klik op de opties die u wilt gebruiken voor de lettertype-eigenschappen en opmaak, en selecteer de pagina's die u wilt verwerken. 5. Klik op Toepassen.
Bates-nummers uit een PDF-bestand verwijderen: 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Kop- en voettekst op de pijl onder Bates-nummer en klik op Bates-nummering verwijderen. 2. Klik op OK als om bevestiging wordt gevraagd. Het document wordt gescand en alle instanties van Bates-nummering worden verwijderd.
169
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bestanden bijvoegen PDF-documenten kunnen behalve tekst en afbeeldingen tevens bestandsbijlagen bevatten. Dit is een makkelijke en betrouwbare methode om reeksen documenten uit te wisselen. Het deelvenster Bijlagen is de centrale plaats waar u bijlagen kunt bekijken, invoegen, verwijderen en exporteren. Met Nitro Pro 10 kunt u bestanden op twee manieren bijvoegen: l Bijlagen op documentniveau. Als u een document samenstelt dat door anderen moet worden gecontroleerd, kan het handig zijn het bronbestand en eventueel referentiemateriaal (zoals spreadsheets en tekeningen) op documentniveau aan het document toe te voegen. Zo beschikken de andere gebruikers van het document over een compleet informatiepakket, dat zij op ieder gewenst moment tijdens het bekijken van de PDF-versie kunnen openen. l Bijlagen in de vorm van aantekeningen. Als u een document controleert dat door iemand anders is samengesteld, en u een apart bestand met feedback (bijvoorbeeld een herziene technische tekening of prijslijst) wilt verschaffen, kunt u een bijlage in de vorm van aantekeningen bijvoegen. Deze aantekeningen kunnen namelijk precies op de gewenste plaats in de PDF worden ingevoegd. Dergelijke bijlagen worden als paperclippictogram op de PDF-pagina weergegeven en kunnen worden geopend door op het pictogram te dubbelklikken.
Een bestand op documentniveau bijvoegen 1. Selecteer Bestanden bijvoegen op het tabblad Bestand. Het dialoogvenster Openen wordt weergegeven. 2. Zoek en selecteer het bestand dat u wilt bijvoegen en klik op Openen. Het bestand wordt als bijlage aan uw PDF-document toegevoegd en wordt in het bestand ingesloten wanneer u het opslaat. Raadpleeg Het deelvenster Bijlagen en Bestanden als aantekeningen bijvoegen voor verdere informatie.
170
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Afbeeldingen Nitro Pro 10 is voorzien van een geavanceerde set functies waarmee afbeeldingen rechtstreeks kunnen worden bewerkt, zodat u niet telkens terug hoeft te gaan naar het brondocument als er iets moet worden veranderd. U kunt afbeeldingen bewerken met de functie Bewerken. Als u op een afbeelding dubbelklikt, verschijnt het nieuwe tabblad Indeling in het lint, met alle functies voor het bewerken van afbeeldingen.
171
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een afbeelding invoegen Met de functie Afbeelding invoegen kunt u afbeeldingen aan uw PDF toevoegen, zodat u hiervoor niet terug hoeft te gaan naar uw brondocument om dit te bewerken.
Afbeeldingen invoegen 1. 2. 3. 4.
172
Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op Afbeelding toevoegen. Selecteer de gewenste afbeelding en klik op Openen. Klik op de afbeelding, stel de grootte naar wens in en zet het op de juiste plaats op de pagina. Klik op de uitstekende hendel om de afbeelding indien nodig visueel te roteren
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een afbeelding ophalen Met de functie Beeld ophalen kunt u afbeeldingen uit een PDF-bestand kopiëren en opnieuw gebruiken in Nitro Pro 10 of andere applicaties.
Een afbeelding ophalen 1. Gebruik de functie Selecteren en klik op een afbeelding. De afbeelding wordt gemarkeerd met een blauw kader. 2. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde afbeelding en selecteer Beeld ophalen. Het dialoogvenster Opslaan als wordt weergegeven. 3. Blader naar een locatie en geef een bestandsnaam op voor de afbeelding. 4. Opslaan als: maak hier een keuze uit de bestandsindelingen JPG, TIF en PNG. 5. Klik op Opslaan.
173
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Afbeeldingen verwijderen Met de functie Bewerken kunt u afbeeldingen uit uw PDF-bestanden verwijderen.
Een afbeelding verwijderen 1. 2. 3. 4.
Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/afbeeldingen op de knop Bewerken. Klik op Tekst en afbeeldingen bewerken. Klik op de gewenste afbeelding. Voer een van de volgende handelingen uit: l Druk op de toets Delete. l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Verwijderen.
Meerdere afbeeldingen selecteren 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/afbeeldingen op de knop Bewerken. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: l Houd de Shift-toets ingedrukt en selecteer iedere afbeelding die u wilt verwijderen. l Klik en sleep de aanwijzer om een groep aaneengesloten afbeeldingen te selecteren. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: l Druk op de toets Delete. l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Verwijderen.
174
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Afbeeldingen bewerken Met de functies voor het rangschikken van afbeeldingen kunt u beelden vóór en achter andere objecten plaatsen, horizontaal en verticaal spiegelen, en draaien.
Afbeeldingen rangschikken 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken. 2. Dubbelklik op de gewenste afbeelding. 3. Klik op het tabblad Indeling in de groep Rangschikken op Naar voorgrond, Naar achtergrond, Spiegelen of Draaien.
Afbeeldingen bewerken 1. NEW LIST Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken. 2. Dubbelklik op de afbeelding waarvan u de grootte wilt wijzigen. 3. Op het tabblad Indeling in de groep Grootte en posities kunt u de volgende elementen wijzigen: l Bijsnijden: markeer het snijgebied door met uw muis te klikken en de hoeken van de afbeelding te slepen l Hoogte en breedte: voer de nieuwe afmetingen in (in px) en druk op Enter. Verwijder het vinkje bij Verhoudingen blokkeren om breedte en hoogte onafhankelijk te wijzigen l Schalen: wijzig het formaat van de afbeelding door het opgeven van een schaalpercentage en druk daarna op Enter l Positie: verplaats de afbeelding door de nieuwe x- en y-coÖrdinaten (in px) op de pagina op te geven l Rotatie: geef de rotatie van de afbeeldingen in graden op en druk daarna op Enter
175
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden Met behulp van de bewerkgereedschappen voor afbeeldingen kunt u de grootte van een afbeelding proportioneel wijzigen, of kunt u de hoogte of breedte aanpassen. Met het gereedschap Bijsnijden kunt u de randen van afbeeldingen permanent verwijderen.
De grootte van afbeeldingen wijzigen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken. 2. Klik op de gewenste afbeelding. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: l Als u de grootte verhoudingsgewijs wilt aanpassen, versleept u de hoek van de afbeelding tot het juiste formaat is bereikt. l Als u de hoogte of breedte wilt aanpassen, versleept u een van formaatgrepen in het midden van de respectieve afbeeldingsranden.
Een afbeelding bijsnijden 1. 2. 3. 4.
176
Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken. Dubbelklik op de gewenste afbeelding. Klik in het tabblad Indeling in het groepsmenu Grootte op Bijsnijden. Sleep de formaatgreep op de afbeeldingsrand naar het midden van de afbeelding om deze bij te snijden.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen Met Nitro Pro 10 kunt u de kleurruimte van iedere afbeelding afzonderlijk wijzigen.
De kleurruimte van een afbeelding wijzigen 1. 2. 3. 4.
177
Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken. Dubbelklik op de gewenste afbeelding. Klik op het tabblad Indeling in het groepsmenu Aanpassen op Kleur. Klik op de kleurruimte.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Afbeeldingen vervangen Met de functie Afbeelding vervangen kunt u één afbeelding verwijderen en er een andere voor in de plaats zetten. Wanneer de nieuwe afbeelding is ingevoegd, zijn alle bewerkgereedschappen beschikbaar om de afbeelding op de gewenste plaats te zetten en te bewerken.
Een afbeelding vervangen 1. 2. 3. 4. 5.
178
Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken. Dubbelklik op de afbeelding die u wilt vervangen. Klik op het tabblad Indeling in het lint. Klik in het tabblad Indeling in het groepsmenu Aanpassen op Vervangen. Selecteer de nieuwe afbeelding en klik op Openen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een PDF-bestand optimaliseren Nitro Pro 10 bevat een serie krachtige hulpmiddelen waarmee u ongewenste documentobjecten kunt verwijderen en afbeeldingen kunt comprimeren. Daardoor worden uw bestanden aanzienlijk kleiner.
Ga als volgt te werk om een PDF-bestand te optimaliseren: 1. Klik in het menu Bestand op PDF-bestand optimaliseren 2. Selecteer één van de volgende opties: l Klein bestand: optimaliseer het PDF-bestand, zodat het zo min mogelijk ruimte inneemt. Klik op Details weergeven om de wijzigingen te bekijken l Gereed voor afdrukken: optimaliseer het PDF-bestand, zodat het zo min mogelijk ruimte inneemt zonder dat dit ten koste gaat van de afdrukkwaliteit. Klik op Details weergeven om de wijzigingen te bekijken l Aangepast: . Klik op Details weergeven om de volgende optimalisatiemogelijkheden handmatig te configureren: l Pixelafmetingen van afbeeldingen wijzigen: selecteer deze optie en kies vervolgens in hoeverre u de afbeelding wilt comprimeren. Raadpleeg Optimalisatie-instellingen voor afbeeldingen voor meer informatie over de Aangepaste compressie-instellingen l Interactieve inhoud: verwijder interactieve inhoud die irrelevant is voor het publiek l Documentinhoud: selecteer extra inhoud die kan worden verwijderd, zodat het PDFbestand nog kleiner wordt l Bladwijzers verwijderen: bladwijzers zijn handig, maar niet onmisbaar wanneer het PDF-bestand wordt bekeken l Bestandsbijlagen verwijderen: bijlagen maken een bestand aanzienlijk groter. Wanneer u ze verwijdert, heeft dat geen effect op de inhoud op de pagina's l Ingesloten miniaturen verwijderen: miniatuurweergaven worden door het deelvenster 'Pagina's' gebruikt om de verschillende pagina's weer te geven. Door deze weergaven in het document op te slaan, kunt u sneller door het document bladeren. De weergaven kunnen niettemin ook in realtime worden gegenereerd wanneer u ze verwijdert l Benoemde bestemmingen verwijderen: benoemde bestemmingen zijn koppelingen naar locaties in een document. Dankzij deze koppelingen kunt u sneller door het document navigeren. Bepaalde documenten vereisen wellicht geen benoemde bestemmingen om goed te worden bekeken l Ongebruikte objecten verwijderen: u kunt ongebruikte Javascript- of aantekeningsobjecten uit het document verwijderen l Alleen ongeldige of ongebruikte koppelingen verwijderen...: selecteer extra inhoud die kan worden verwijderd, zodat het PDF-bestand nog kleiner wordt 3. Klik op Optimaliseren om door te gaan of op Annuleren om de optimalisatie te onderbreken
179
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Instellingen voor beeldoptimalisatie Door de afbeeldingen in uw PDF's te optimaliseren, kunt u de juiste balans creëren tussen de bestandsgrootte en de visuele kwaliteit, afhankelijk van de manier waarop uw bestanden zullen worden gebruikt. De twee belangrijkste technieken die worden gebruikt voor het optimaliseren van afbeeldingen, zijn comprimeren en verkleinen.
Comprimeren l
l
Verliesvrij. Hiermee wordt de grootte van een afbeeldingsbestand verkleind zonder gegevensverlies, door uitsluitend herhaalde informatie te verwijderen. De visuele kwaliteit van een afbeelding die verliesvrij is gecomprimeerd, is identiek aan het origineel. Deze methode is nuttig als de afbeelding moet worden opgehaald en op een later tijdstip moet worden bewerkt. Met verlies. Hiermee worden de 'overbodige' delen van de informatie uit de afbeelding verwijderd. Door het verwijderen van informatie ontstaat een kleiner bestand dan met compressie zonder verlies, maar dit is veelal niet geschikt voor kwalitatief hoogwaardige afdrukken, of wanneer de afbeelding later moet worden opgehaald om te worden bewerkt of elders te worden gebruikt.
Verkleinen Bij verkleining wordt de beeldresolutie verlaagd door het aantal punten per inch (dots per inch of dpi) van de afbeelding te verlagen. Aangezien er dan minder informatie hoeft te worden opgeslagen, zijn de resulterende PDF-bestanden aanzienlijk kleiner. Over het algemeen is het een goed idee om afbeeldingen te verkleinen op basis van de resolutie van het apparaat waarnaar het bestand wordt verzonden. Zo hebben computerschermen bijvoorbeeld gewoonlijk een resolutie tussen 72 dpi en 96 dpi; dit is de hoogste resolutie van het beeldscherm.
Beschikbare instellingen voor beeldoptimalisatie De volgende instellingen voor beeldoptimalisatie zijn beschikbaar wanneer de functie PDF optimaliseren in Nitro Pro 10 wordt gebruikt:
Web Hiermee ontstaan bestanden die zijn geoptimaliseerd voor weergave op het scherm. Afbeeldingen worden met verlies gecomprimeerd, en afbeeldingen met een hogere resolutie dan 150 dpi worden verkleind. Gebruik deze instelling als de bestanden zo klein mogelijk moeten zijn en wanneer de afdrukkwaliteit minder belangrijk is dan de grootte van het bestand, bijvoorbeeld voor PDF's die op internet moeten worden weergegeven.
Kantoorkwaliteit Produceert een PDF die geoptimaliseerd is om te worden afgedrukt op een gewone thuis- of kantoorprinter. Afbeeldingen worden met verlies gecomprimeerd, en afbeeldingen met een hogere resolutie dan 300 dpi worden verkleind. Gebruik deze instelling als uw bestand een redelijke afdrukkwaliteit moet hebben bij afdrukken op een standaardprinter, maar tegelijkertijd niet al te groot moet zijn, bijvoorbeeld voor PDF's die u per e-mail naar collega's wilt versturen.
180
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Professionele kwaliteit Produceert een PDF die geoptimaliseerd is om te worden afgedrukt op een professionele printer. Afbeeldingen worden verliesvrij gecomprimeerd (er wordt geen pixelinformatie verwijderd), en afbeeldingen met een hogere resolutie dan 600 dpi worden verkleind. Met deze instelling worden kwalitatief hoogwaardige bestanden gemaakt waarvan de bestandsgrootte toch nog zoveel mogelijk wordt verkleind. Dit is de ideale instelling voor bestanden die bijvoorbeeld bij een drukkerij worden afgedrukt.
Zoveel mogelijk als origineel Hiermee worden bestanden gemaakt waarvan de afbeeldingen dezelfde resolutie hebben als het origineel. Afbeeldingen worden met verliesvrije compressie gecomprimeerd en worden niet verkleind. De bestandsgrootte wordt iets verkleind, vooral bij documenten die veel grote afbeeldingen bevatten. Deze instelling is ideaal wanneer de beeldkwaliteit erg belangrijk is.
Afbeeldingen ongewijzigd laten Afbeeldingen niet comprimeren of verkleinen. Gebruik deze instellingen als uw afbeeldingen niet gecomprimeerd of verkleind mogen worden, maar wanneer u wel andere optimaliseringstaken wilt uitvoeren, zoals het verwijderen van objecten.
Aangepast Hiermee kunt u specifieke instellingen selecteren voor de verschillende typen afbeeldingen in uw document, zoals kleuren- en grijswaardeafbeeldingen. Afhankelijk van de typen afbeeldingen in uw document zijn de volgende opties beschikbaar: l Verkleinen (dpi). Hiermee kunt u opgeven dat de originele dpi moet worden gehandhaafd of kunt u de dpi voor het renderen van iedere afbeelding kiezen. Als hier een lagere dpi wordt ingesteld, wordt de kwaliteit minder en het bestand kleiner. l Compressie. Hiermee wordt het type compressie voor afbeeldingen ingesteld. Als Automatisch wordt geselecteerd, selecteert Nitro PDF het type compressie dat het meest geschikt is voor het merendeel van de afbeeldingen in het document. U kunt de verschillende instellingen uitproberen om de beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te bepalen. l Beeldkwaliteit. Als JPEG-compressie wordt geselecteerd, kunt u met deze instelling de gewenste beeldkwaliteit opgeven, afhankelijk van het beoogde gebruik van uw document. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te groter het bestand zal zijn.
181
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Documenteigenschappen De velden met documentinformatie in Nitro Pro 10 zijn handig voor gebruikers die meer over een document willen weten, en komen vooral van pas als documenten moeten worden geïndexeerd. Aan de hand van deze velden kunnen documenten in categorieën worden ondergebracht en kunnen de zoekresultaten van zoekengines en andere indexen worden beperkt.
Documenteigenschappen weergeven l
182
Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen, of druk op de sneltoets Ctrl+D.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Documentinformatie en metagegevens In Nitro Pro 10 kunt u de velden met de documenttitel, de auteur, het onderwerp en de trefwoorden en tevens uw eigen metagegevensvelden bewerken. Tip: Niet alle documentinformatie kan worden bewerkt. Veel velden zijn ingesteld toen het document werd gemaakt of voor het laatst werd bijgewerkt. Bijvoorbeeld: datum gemaakt, maker, optimalisatie, PDF-versie, enzovoort.
Documentinformatie of metagegevens toevoegen of bewerken 1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen. 2. Typ tekst in de vakken Titel, Auteur, Onderwerp en Trefwoorden, of werk de bestaande tekst in deze vakken bij. 3. Klik op OK.
Eigen metagegevensvelden toevoegen of bewerken 1. 2. 3. 4. 5.
183
Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen. Klik op Bewerken. Typ tekst in de vakken Naam en Waarde en klik op Toevoegen. Klik op OK. Klik in het dialoogvenster Documenteigenschappen op OK.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Documentbeveiliging Het dialoogvenster Documenteigenschappen bevat informatie over de beveiliging en beperkingen die zijn ingesteld voor een PDF. Raadpleeg Instellingen voor bevoegdheden voor meer informatie over verschillende instellingen voor PDF-bevoegdheden.
De beveiliging van een bestand weergeven 1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen. 2. Open het tabblad Beveiliging.
184
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Lettertypen In het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt informatie gegeven over de lettertypen die in een document zijn gebruikt. Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor meer informatie over PDF-lettertypen.
Bekijken welke lettertypen in een document zijn gebruikt l
185
Klik op de menuknop Bestand, klik op Documenteigenschappen en open het tabblad Lettertypen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Eigenschappen Eerste weergave PDF-documenten kunnen zo worden ingesteld dat ze op een specifieke manier worden weergegeven wanneer ze in een PDF-viewer worden geopend. Als uw bestand bijvoorbeeld bladwijzers bevat en u deze makkelijk toegankelijk wilt maken voor de ontvangers, kunt u het document zo instellen dat het deelvenster Bladwijzers wordt weergegeven zodra het document wordt geopend. Ook kunt u een bepaald zoomniveau selecteren voor uw PDF, instellen op welke pagina het document wordt geopend, enzovoort. In Nitro Pro 10 worden deze instellingen via het dialoogvenster Documenteigenschappen opgegeven. l
l
l
l
l
l
l l
l
l
l
Navigatie. Hiermee wordt ingesteld welk deelvenster standaard wordt weergegeven. De opties zijn Deelvenster Bladwijzers en pagina, Deelvenster Pagina's en pagina, en Alleen pagina (dus geen deelvenster). Paginaopmaak. Hiermee kunt u de weergavemodus voor pagina's instellen op Enkel, Doorlopend, Dubbel of Dubbel doorlopend. In-/uitzoomen. Hiermee stelt u het standaardniveau van vergroting in. Kies uit een lijst van vergrotingspercentages of selecteer de instelling Paginabreedte, Paginahoogte of Zichtbare inhoud. Document altijd openen op pagina. Hier kunt u opgeven op welke pagina de PDF moet worden geopend. Venster op grootte van document. Hiermee wordt de grootte van het venster aangepast aan de vergrotingswaarde die is ingesteld voor weergave van het document. Venster centreren op scherm. Hiermee wordt het applicatievenster gecentreerd op het scherm weergegeven. Volledig scherm. Hiermee wordt het document schermvullend geopend. Titelbalk van venster instellen op. Hier wordt ingesteld wat er in de titelbalk van de PDF-viewer wordt weergegeven. Dit kan de bestandsnaam zijn of de documenttitel. Menubalk verbergen. Hiermee worden de menu's verborgen als de PDF in Adobe Reader of Acrobat wordt geopend. Gereedschappen verbergen. Hiermee worden de werkbalken verborgen als de PDF in Adobe Reader of Acrobat wordt geopend. Vensterbesturingstoetsen verbergen. Hiermee worden het linkerdeelvenster en de statusbalk verborgen als de PDF in Adobe Reader of Acrobat wordt geopend.
Eigenschappen voor eerste weergave instellen 1. 2. 3. 4.
186
Klik op de menuknop Bestand, klik op Documenteigenschappen en open het tabblad Lettertypen. Klik op de opties die u wilt gebruiken. Klik op OK. Klik in het dialoogvenster Documenteigenschappen op OK.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Redactie Met de functie Redactie worden delen van tekst of afbeeldingen permanent uit een PDF verwijderd en vervangen door zwarte blokjes. Zo kunt u vertrouwelijke informatie uit een alinea, tabel, kop of bitmapafbeelding verwijderen. De rest van het document blijft intact en kan normaal worden bekeken en afgedrukt. Het proces voor redactie bestaat uit twee stappen: het markeren van de gebieden voor redactie en het toepassen van de redactie: 1. Selecteer afbeeldingen, woorden, alinea's of pagina's en pas redactiemarkeringen toe. Redactiemarkeringen voor tekst en afbeeldingen zijn niet-destructief. Deze markeringen geven alleen aan welke delen van het PDF-document geselecteerd zijn voor redactie. 2. Als u hebt gecontroleerd of alle redactiemarkeringen goed zijn geplaatst en u de gemarkeerde inhoud permanent wilt verwijderen, past u de redacties toe. OPMERKING: Zodra de redactie is toegepast, worden alle gemarkeerde afbeeldingen en (delen van) pagina's permanent verwijderd. Geredigeerde inhoud kan dan niet meer worden hersteld met Ongedaan maken (Ctrl + Z). Redacties worden pas in het PDF-document opgeslagen wanneer u het PDF-bestand opslaat. Als u ongewenste redacties hebt toegepast, sluit het bestand dan onmiddellijk zonder het op te slaan, en open het bestand vervolgens opnieuw. Als u een PDF-bestand met redacties opslaat, wordt u aanbevolen het bestand onder een andere naam op te slaan en aan te geven dat dit een geredigeerd bestand is. Nitro Pro 10 vraagt u om _ redacted aan de bestandsnaam toe te voegen. Redactie is uitsluitend van invloed op tekst en afbeeldingen in de inhoudslaag van het document. Als u een aantekening of vectorafbeeldingen wilt verwijderen, klikt u erop met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het menu. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie. Metagegevens worden niet uit uw PDF-document verwijderd met redactie. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Metagegevens verwijderen.
Markeren voor redactie Tekst markeren voor redactie 1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Markeren voor redactie. De muisaanwijzer verandert in een verticale streep wanneer u tekst aanwijst, in een pijl wanneer u afbeeldingen aanwijst, en in een dradenkruis wanneer u andere items aanwijst. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: o Sleep over tekst (terwijl de aanwijzer de vorm van een verticale streep heeft) om delen van een woord, woorden, regels of een alinea te markeren.
187
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
o o
Dubbelklik op een woord om het hele woord te markeren. Sleep (met de aanwijzer in de vorm van een dradenkruis) om een rechthoek te markeren.
Een afbeelding markeren voor redactie 1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Markeren voor redactie. De muisaanwijzer verandert in een verticale streep wanneer u tekst aanwijst, in een pijl wanneer u afbeeldingen aanwijst, en in een dradenkruis wanneer u andere items aanwijst. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: o Dubbelklik met de pijl op een beeld om de hele afbeelding voor redactie te markeren. o Sleep (met de aanwijzer in de vorm van een dradenkruis) om een rechthoek te markeren. OPMERKING: Redactiemarkeringen houden rekening met de volgorde waarin tekst en afbeeldingen gestapeld zijn. Alle afbeeldingen en tekst onder de redactiemarkering worden geredigeerd. Voorbeeld 1: als er tekst op een afbeelding staat en de tekst wordt gemarkeerd, wordt het gebied van de afbeelding onder de gemarkeerde tekst ook geredigeerd. Voorbeeld 2: Als er tekst vóór een achtergrondafbeelding op een pagina is geplaatst en de afbeelding wordt geredigeerd, blijft de tekst intact. Het kan zijn dat de redactiemarkering dezelfde kleur als de tekst heeft, maar de tekst blijft gewoon staan en kan worden geselecteerd en gekopieerd.
Pagina's markeren voor redactie 1. Klik op de tab Pagina's aan de linkerkant van het venster. Het deelvenster Pagina's wordt geopend. 2. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Pagina's: o Pagina's redigeren: selecteer meerdere pagina's door erop te klikken terwijl u Shift ingedrukt houdt, klik met de rechtermuisknop en selecteer Pagina's redigeren. o Paginabereik redigeren: geef een paginabereik op voor redactiemarkering en filter dan op alle pagina's of alleen op oneven of even pagina's. Standaard worden gebieden voor redactie rood gemarkeerd. Plaats de muisaanwijzer op een gemarkeerd gebied om te kijken hoe de redactiemarkering eruitziet wanneer de redactie is toegepast. Het geselecteerde gebied is bedekt door een zwarte rechthoek. TIP: met Redactie-eigenschappen kunt u de kleuren en andere kenmerken van redactiemarkeringen en redacties instellen.
Markeringen op pagina's herhalen 1. Klik met de rechtermuisknop op een redactiemarkering en selecteer Markering op pagina's herhalen. 2. Geef een paginabereik op om voor redactie te markeren en filter dan op alle pagina's of alleen op oneven of even pagina's. 3. Klik op OK om de redactiemarkering op dezelfde plaats op andere pagina's te herhalen. TIP: Markering op pagina's herhalen is handig als u met behulp van redactie kop- of voettekst uit iedere pagina wilt verwijderen.
188
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een redactiemarkering verwijderen Als u een redactiemarkering wilt verwijderen, gebruikt u de functie Markeren voor redactie of het gereedschap Handje of Selecteren en voert u een van de volgende handelingen uit: l Klik op een gebied dat gemarkeerd is voor redactie en druk op de toets Delete. l Klik met de rechtermuisknop op een gebied dat gemarkeerd is voor redactie en selecteer Verwijderen in het menu.
Redacties toepassen Ga als volgt te werk om een redactie op een afzonderlijke redactiemarkering toe te passen: 1. Klik met de rechtermuisknop op de markering. 2. Selecteer Redactie toepassen in het contextmenu. Voer een van de volgende handelingen uit om redacties op alle gemarkeerde gebieden toe te passen: l Klik in het tabblad Bewerken op Redactie en selecteer Redacties toepassen. OPMERKING: als u uw PDF-bestand opslaat (met Opslaan of Opslaan als) nadat een redactie is toegepast, vraagt Nitro Pro 10 u om _redacted aan de bestandsnaam van het originele PDF-bestand toe te voegen, zodat dit bestand niet wordt overschreven.
Redactie-eigenschappen instellen Ga als volgt te werk om standaardeigenschappen voor redactie in te stellen: 1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Eigenschappen redactiemarkeringen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven. 2. Geef in het tabblad Vormgeving overlay de standaardeigenschappen voor redactie op, zoals de kleur van de markering, en klik op OK. Ga als volgt te werk om de redactie-eigenschappen voor een specifieke redactiemarkering in te stellen: 1. Klik met de rechtermuisknop op de markering en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven. 2. Geef eigenschappen op (zoals kleur en redactiecodes) die afwijken van de standaardeigenschappen. Deze instellingen overschrijven de standaardinstellingen die in het tabblad Beveiligen zijn ingesteld, en worden alleen op de geselecteerde redactiemarkering toegepast. Als u de eigenschappen (inclusief de redactiecodes) van een bepaalde redactiemarkering wilt gebruiken als de standaardinstellingen voor alle volgende redacties, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Huidige eigenschappen als standaard instellen.
Redactiecodes Redactiecodes geven aan waarom bepaalde inhoud geredigeerd is. Nitro Pro 10 beschikt over een set veelgebruikte redactiecodes, ook wel Exemption Codes (vrijstellingscodes) genoemd, die van toepassing zijn op de Amerikaanse FOIA (wet op de vrijheid van informatie) en Privacy Act (privacywet), bijvoorbeeld (b)1A.
189
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
TIP: U kunt standaardredactiecodes opgeven wanneer u redactiemarkeringen instelt. Redactiecodes kunnen tevens worden aangepast en u kunt uw eigen set aangepaste redactiecodes definiëren. U kunt ook uw eigen tekst voor een redactiemarkering opgeven. Ga als volgt te werk om standaardredactiecodes aan redactiemarkeringen te koppelen: 1. Klik in het tabblad Bewerken op Redactie en selecteer Redactie Eigenschappen in het menu. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven. 2. Schakel het selectievakje Overlaytekst gebruiken in. 3. Geef een opvulkleur, lettertype en grootte voor de overlaytekst op. 4. Selecteer een redactiecode uit een codeset in het tabblad Vormgeving overlay: a. Selecteer Redactiecode. b. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Codesets de gewenste codeset, bijvoorbeeld US FOIA. c. In de vervolgkeuzelijst Codes kunt u een code uit de geselecteerde Codeset selecteren. Selecteer een of meer redactiecodes in de lijst Codes. In het veld naast Redactiecode wordt een voorbeeld weergegeven van de codes die u gebruikt. Geselecteerde codes worden standaard aan alle nieuwe redactiemarkeringen toegevoegd. Als u deze standaardselectie van codes wilt stoppen, klikt u om de selectie van de code in de lijst op te heffen. 5. Klik op OK om de standaardredactiecodes voor redactiemarkeringen op te slaan. TIP: als u uw eigen tekst voor een redactiecode wilt opgeven in plaats van een keuze uit een codeset te maken, selecteert u Eigen tekst in het tabblad Vormgeving overlay (zie stap 4 hierboven) en typt u de tekst voor de aantekening. Ga als volgt te werk om redactiecodes aan een bestaande redactiemarkering te koppelen: 1. Klik met uw rechtermuisknop op de markering en Selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven. 2. Volg de bovenstaande stappen 2 t/m 4. 3. Klik op Sluiten om de geselecteerde redactiecodes aan de redactiemarkering te koppelen. Ga als volgt te werk om codesets en redactiecodes aan te passen: 1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Eigenschappen redactiemarkeringen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven. 2. Schakel het selectievakje Overlaytekst gebruiken in het tabblad Vormgeving overlay in. 3. Selecteer een codeset in het menu Codesets. In de lijst Codes worden de beschikbare redactiecodes weergegeven. 4. Klik op Codesets bewerken om redactiecodes aan te passen. Het dialoogvenster Redactiecodeeditor wordt weergegeven. Gebruik dit venster om codesets en de codes in iedere set te bewerken. 5. Selecteer een of meer redactiecodes in de lijst, pas de codes aan en klik op OK. OPMERKING: redactiecodesets zijn opgeslagen in een XML-bestand op de volgende locatie: %appdata%\Nitro PDF\Professional\7.0\Redaction\ Geavanceerde gebruikers en IT-beheerders kunnen dit bestand desgewenst rechtstreeks bewerken.
190
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Zoeken en redigeren Met Zoeken en redigeren kunt u zoeken naar trefwoorden of woordgroepen en kunt u de resultaten markeren voor redactie. 1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Redactie op Zoeken en redigeren. 2. Voer een zoekterm in en klik op Zoeken. Er verschijnt een lijst met zoekresultaten. Klik op + om de lijst met zoekresultaten uit te vouwen. De resultaten van achtereenvolgende zoekbewerkingen worden aan de lijst zoekresultaten toegevoegd. 3. Schakel de selectievakjes naast de zoekresultaten in om termen in de lijst te selecteren. Door de selectievakjes in te schakelen, wordt de bijbehorende tekst gemarkeerd. Schakel de selectievakjes uit als u de markering wilt verwijderen. 4. Klik op Redactie. De redactie wordt nu toegepast op alle redactiemarkeringen in het PDFdocument. TIP: Door op een zoekresultaat te klikken, gaat u rechtstreeks naar de plaats van de gevonden tekst in het PDF-document. De redactiemarkering wordt weergegeven als geselecteerde tekst.
191
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Metagegevens verwijderen Metagegevens zijn ondersteunende gegevens over het PDF-document. Deze gegevens beschrijven eigenschappen zoals de auteurs, de datum waarop het document is gemaakt, referentienummers, informatie over ingesloten lettertypen, enzovoort. Metagegevens kunnen op twee plaatsen in een PDF-bestand voorkomen: l Woordenboek met documentinformatie. Als u deze velden in Nitro Pro 10 wilt zien, selecteert u Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het gaat hier om een set gedefinieerde metagegevensvelden (Titel, Auteur, Maker, Gemaakt, Gewijzigd) waarin specifieke informatietypen worden opgeslagen. l Metagegevensstream. Een metagegevensstream is een methode voor het opslaan van metagegevens in een PDF-bestand. Zolang de inhoud van de metagegevensstream in XMP (Extensible Metadata Platform) wordt weergegeven, kan alles in de metagegevensstream worden opgeslagen. Als het bijvoorbeeld via een applicatie voor fotobeheer mogelijk is om foto's naar een PDF-bestand te exporteren, kan aan iedere foto een metagegevensstream worden gekoppeld met de naam van de persoon die de foto heeft gemaakt. OPMERKING: metagegevens van documenten kunnen in Nitro Pro 10 niet worden weergegeven.
Redenen voor het verwijderen van metagegevens De functie Redactie biedt u de mogelijkheid vertrouwelijke informatie of afbeeldingen te verwijderen uit de inhoud die gebruikers op de pagina te zien krijgen. Metagegevens zijn echter in veel PDF-viewers en editors onzichtbaar. Sommige metagegevens kunnen van vertrouwelijke aard zijn en zijn daarom niet geschikt voor publicatie. Met de functie Metagegevens verwijderen in Nitro Pro 10 worden alle sporen van metagegevens verwijderd. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Redactie.
Metagegevens verwijderen Met de functie Metagegevens verwijderen worden alle exemplaren van beide typen metagegevens uit het PDF-document verwijderd. Ga als volgt te werk om metagegevens te verwijderen: 1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Redactie op Metagegevens verwijderen. 2. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u moet bevestigen dat u alle metagegevens wilt verwijderen. Klik op OK.
192
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Koppelingen l l l l l
193
Een koppeling toevoegen Koppelingen bewerken Automatische paginakoppelingen Webkoppelingen van URL's maken Automatisch trefwoordkoppelingen maken
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een koppeling toevoegen Klik op het gereedschap Koppeling en teken de omtrek van de koppeling op de pagina om handmatig een koppeling aan uw PDF-pagina toe te voegen. Als de koppeling eenmaal op de pagina is ingevoerd, kunt u de weergave ervan bewerken en instellen welke actie moet worden uitgevoerd wanneer de gebruiker op de koppeling klikt.
Een koppeling aan een PDF-document toevoegen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op Koppeling. 2. Klik en sleep de aanwijzer op de pagina om de koppeling toe te voegen. 3. Stel in het venster Koppeling maken de eigenschappen voor Vormgeving koppeling in en selecteer de koppelingsactie. 4. Klik op Volgende om de opties voor de geselecteerde koppelingsactie te configureren. 5. Sleep de koppeling naar de gewenste positie of versleep een van de hoekhandgrepen om het formaat te wijzigen.
194
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Koppelingen bewerken U kunt bepalen hoe koppelingen worden weergegeven, inclusief welke kleur ze hebben en hoe ze eruitzien wanneer gebruikers erop klikken. Desgewenst kunt u uw koppelingen ook verankeren, zodat iedere koppeling de oorspronkelijke plaats en eigenschappen behoudt. Als u een set koppelingen in een PDF hebt gemaakt en deze nauwkeurig op een pagina moeten worden geplaatst (bijvoorbeeld als u navigatiekoppelingen in de kop- of voettekst van een pagina hebt gemaakt) kunt u hiervoor de uitlijningsfuncties voor koppelingen in het groepsmenu Koppelingengereedschap gebruiken.
De vormgeving van koppelingen in PDF-documenten bewerken 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens op Koppelingen bewerken. 2. Klik met de rechtermuisknop op de koppeling die u wilt bewerken en klik op Eigenschappen. 3. Klik in het tabblad Vormgeving op de opties die u wilt veranderen.
Tip: als u de vormgeving van meerdere koppelingen wilt wijzigen, selecteert u deze door de Ctrl-toets ingedrukt te houden en op iedere koppeling te klikken.
Een standaardstijl voor koppelingen instellen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens op Koppelingen bewerken. 2. Klik met de rechtermuisknop op een koppeling die de gewenste stijl heeft en en selecteer Huidige vormgeving als nieuwe standaard gebruiken.
Koppelingen uitlijnen, vergroten/verkleinen en verplaatsen 1. Als u een set koppelingen in een PDF hebt gemaakt en deze nauwkeurig op een pagina moeten worden geplaatst (bijvoorbeeld als u navigatiekoppelingen in de kop- of voettekst van een pagina hebt gemaakt) kunt u hiervoor de uitlijningsfuncties voor koppelingen gebruiken. 2. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens op Koppelingen bewerken. 3. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op iedere koppeling die u wilt wijzigen. 4. Klik met de rechtermuisknop en maak een keuze uit de opties Uitlijnen, Centreren, Verdelen en Grootte.
Opmerking: u moet ten minste twee koppelingen selecteren om de opties Uitlijnen, Centreren, Verdelen en Grootte te kunnen gebruiken.
De plaats en eigenschappen van koppelingen vergrendelen en ontgrendelen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens op Koppelingen bewerken. 2. Kik met de rechtermuisknop op de koppeling en selecteer Eigenschappen.
195
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
3. Klik op de optie Geblokkeerd. 4. Klik op Sluiten.
Koppelingen verwijderen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens op Koppelingen bewerken. 2. Selecteer de koppeling door erop te klikken. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: l Druk op de toets Delete op het toetsenbord. l Kik met de rechtermuisknop op de koppeling, klik op Bewerken en vervolgens op Verwijderen.
196
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Automatische paginakoppelingen Met de functie voor automatische paginakoppelingen kunt u alle nummers in een gebied op de pagina omzetten in actieve hyperlinks, waardoor elk nummer aan de corresponderende pagina in het document wordt gekoppeld. Dit is de ideale manier om bepaalde delen van uw document, zoals een inhoudsopgave of index, intelligenter en gebruiksvriendelijker te maken. Selecteer eenvoudig het gewenste deel van de pagina of de gewenste reeks pagina's en start de functie om de nummers in actieve koppelingen om te zetten.
Paginakoppelingen maken 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling. 2. Klik op Automatische paginakoppelingen. 3. Specificeer het deel van de pagina of de reeks pagina's op een van de volgende manieren: l Als u slechts een gedeelte van de pagina wilt doorzoeken, selecteert u dit door te klikken en te slepen, en geeft u op welke pagina's moeten worden doorzocht. l Als u de hele pagina of een reeks volledige pagina's wilt doorzoeken, selecteert u de optie Pagina's en geeft u de gewenste pagina('s) op. 4. Klik op de opties om te bepalen hoe de koppelingen moeten worden weergegeven. 5. Klik op de knop Maken om de koppelingen te genereren.
197
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Webkoppelingen van URL's maken Met de functie Webkoppelingen maken worden URL's in uw PDF opgezocht en in actieve webkoppelingen omgezet.
Actieve webkoppelingen maken 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling. 2. Klik op Webkoppelingen maken. 3. Selecteer de optie voor de pagina's waarop koppelingen moeten worden gezocht.
198
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Automatisch trefwoordkoppelingen maken Met Nitro Pro 10 kunt u een bepaald woord of een bepaalde woordgroep overal in een bestand als actieve hyperlink instellen. Zo kunt u de naam van uw bedrijf overal in een document omzetten in een koppeling waarmee uw website wordt geopend. De functie Automatische trefwoordkoppeling biedt twee opties: u kunt alle exemplaren van het trefwoord een voor een als koppeling accepteren, of u kunt alle exemplaren automatisch in één keer omzetten. Er kunnen verschillende acties worden geselecteerd voor de koppelingen. Zo kan een koppeling bijvoorbeeld een URL activeren, een specifieke pagina of benoemde bestemming openen of zelfs het volgende exemplaar van het woord in het document weergeven.
Trefwoordkoppelingen maken 1. 2. 3. 4. 5.
Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling. Klik op Automatische trefwoordkoppelingen. Typ het woord of de woordgroep waarvan u een actieve koppeling wilt maken, in het vak Zoeken. Klik op de pijl naast de lijst Actietype en selecteer de actie die moet worden uitgevoerd. Klik in het vak Koppelingseigenschappen op de gewenste opties voor de weergave van de koppelingen. 6. Voer een van de volgende handelingen uit om de koppelingen te maken: l Als u alle trefwoorden in hyperlinks wilt omzetten, klikt u op de knop Alle maken. l Als u elk exemplaar van het trefwoord wilt controleren voordat het wordt omgezet, klikt u op Volgende zoeken. Vervolgens klikt u op Maken als u het gevonden trefwoord in een koppeling wilt omzetten. 7. Klik op Sluiten.
199
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bladwijzers Bladwijzers in Nitro Pro 10 werken ongeveer zoals een gewone boekenlegger. Ze voorzien in een koppeling naar bepaalde pagina's in een document, zodat u deze sneller terug kunt vinden, en bieden tevens enkele andere functies, waaronder: l Naar een pagina in het huidige PDF-document gaan l Naar een pagina in een ander PDF-document gaan l Naar een webpagina gaan l Een ander bestand openen l Een formulier opnieuw instellen l Een formulier verzenden l JavaScript uitvoeren Met elektronische bladwijzers kunt u deze koppelingen groeperen in hiërarchieën, exacte tekstlabels voor de bladwijzers opgeven en uw document zo instellen dat de bladwijzers worden weergegeven of verborgen wanneer het document voor het eerst wordt geopend. Een set goed ingedeelde bladwijzers geeft de gebruiker inzicht in de structuur van lange documenten. Bovendien kunt u gebruikers door het toevoegen van bladwijzers stimuleren om documenten online te lezen in plaats van papier te verspillen door ze af te drukken. Bladwijzers worden meestal gebruikt als koppelingen naar andere pagina's in uw PDF en bieden een van de eenvoudigste manieren om uw documenten gebruiksvriendelijker te maken.
Bladwijzers in een PDF-document bekijken Klik op de navigatietab Bladwijzer aan de linkerkant van het Nitro Pro-venster. Het deelvenster Bladwijzers wordt geopend.
Een PDF-document zodanig configureren dat het met het deelvenster Bladwijzers wordt geopend U kunt een document zodanig instellen dat het deelvenster Bladwijzers wordt weergegeven wanneer u het document opent. Dit doet u als volgt: 1. Klik op Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt weergegeven. 2. Selecteer in het tabblad Eerste weergave in het menu Navigatie de optie Deelvenster Bladwijzers en pagina. Verdere informatie hierover kunt u vinden in: l Bladwijzers bekijken en gebruiken l Een bladwijzer maken l Automatisch bladwijzers maken l Bladwijzers bewerken
200
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bladwijzers bekijken en gebruiken Bladwijzers worden weergegeven in het deelvenster Bladwijzers, links van het documentvenster.
Het deelvenster Bladwijzers openen 1. Klik op de tab Bladwijzer (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het Nitro Pro-venster).
Het lettertype in het deelvenster Bladwijzers vergroten of verkleinen 1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren. 2. Klik op Interface en klik in de lijst Tekstgrootte bladwijzers op de gewenste tekstgrootte. 3. Klik op OK.
201
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een bladwijzer maken U kunt bladwijzers maken door tekst op een pagina te selecteren en deze als bladwijzer in te stellen, of door een naamloze bladwijzer toe te voegen en deze in te stellen en een naam te geven in het deelvenster Bladwijzers. Wanneer u bladwijzers toevoegt die als koppeling naar een ander deel van hetzelfde document fungeren, bent u niet beperkt tot alleen paginakoppelingen, maar kunt u precies bepalen wat de gebruikers te zien krijgen. U kunt bijvoorbeeld zorgen dat de bladwijzer een andere pagina opent en meteen inzoomt op een klein deel van die pagina. Dit doet u door de actie-eigenschap van de bladwijzer in te stellen.
Een bladwijzer aan een PDF-document toevoegen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op Bladwijzer. 2. Typ het label voor uw bladwijzer in het deelvenster Bladwijzers. Opmerking: Bladwijzers die op deze manier worden ingesteld, zijn standaard gekoppeld aan de pagina die op dat moment wordt weergegeven. Raadpleeg het onderstaande gedeelte over het bewerken van bladwijzers als u een andere actie voor uw bladwijzer wilt instellen.
Een kop of tekst als bladwijzer instellen 1. 2. 3. 4.
202
Klik in een willekeurig tabblad in het groepsmenu Gereedschappen op de optie Selecteren. Markeer de gewenste tekst. Kik met de rechtermuisknop en selecteer Bladwijzer toevoegen. Sleep de bladwijzer in het deelvenster Bladwijzers naar de gewenste positie in de lijst.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Automatisch bladwijzers maken Met de functie 'Automatisch bladwijzers maken' worden bladwijzers geheel automatisch in uw PDF's gemaakt, waardoor de bruikbaarheid van de PDF's die u publiceert, aanzienlijk wordt verbeterd. Gebruik deze functie om bladwijzers automatisch te genereren op basis van lettertypestijlen (koppen, hoofdstukken, enz.) en de indeling die u in uw PDF's gebruikt. U kunt de functie tevens gebruiken om bladwijzers te maken op basis van de tekst- en numerieke inhoud van de PDF-bestanden. Dit doet u met gebruik van de functies voor tekstmaskers en wildcards.
Automatisch bladwijzers maken 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Bladwijzer. 2. Klik op Automatisch bladwijzers maken. 3. Klik in het dialoogvenster Bladwijzers maken op Niveau 1. Het dialoogvenster Bladwijzerkenmerken selecteren wordt geopend. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: l Selecteer een deel van de tekst (bijvoorbeeld de kop) op de pagina met de muisaanwijzer. l Schakel de selectievakjes in van de eigenschappen die u wilt gebruiken om de bladwijzers te maken. 5. Klik op OK. 6. Als u bladwijzers op meerdere niveaus wilt maken, klikt u op Niveau 2 (enzovoort) en voert u stap 4 en 5 nogmaals uit. 7. Klik in het dialoogvenster Bladwijzers maken op Maken. Tip: Met Nitro Pro 10 kunt u automatisch bladwijzers van Word-documenten maken op basis van de stijlen die hierin zijn gebruikt. Zie het gedeelte See "Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen" on page 54 in de gebruikershandleiding voor meer informatie.
Bladwijzerkenmerken selecteren U kunt vijf teksteigenschappen gebruiken wanneer u de eigenschappen selecteert op basis waarvan de bladwijzers worden gemaakt. Door de verschillende eigenschappen te combineren, worden alleen bladwijzers gemaakt wanneer wordt voldaan aan de criteria van die eigenschappencombinatie. Als de tekst in het document niet aan de criteria voldoet, worden er geen bladwijzers gemaakt. l Lettertypenaam. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van het geselecteerde lettertype. As u op de knop Vernieuwen naast Lettertypenaam klikt, wordt de lettertypelijst bijgewerkt met de namen van alle lettertypen die in het document zijn gebruikt. Ingesloten lettertypen worden hierin niet opgenomen. l Lettertypegrootte. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst met de opgegeven grootte. l Lettertypekleur. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst met de opgegeven kleur. l Links inspringen. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst die met de opgegeven afstand inspringt ten opzichte van de linkerrand van de pagina. Een voorbeeld hiervan zijn koppen met opsommingstekens. Door deze links ingesprongen koppen met opsommingstekens te selecteren en de eigenschap Lettertypenaam in te schakelen, worden bladwijzers gemaakt van de koppen met opsommingstekens: Lettertypenaam, Lettertypegrootte, Lettertypekleur, Links inspringen en
203
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
l
l
l
l l
l
Tekstmasker (als de eigenschap Lettertypenaam niet is ingeschakeld, wordt alle tekst met dezelfde inspringing als de opsommingstekens, omgezet in een bladwijzer). Tekstmasker. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst die overeenkomt met de tekens die in het tekstvak Tekstmasker zijn ingevoerd. Tekstmaskers zijn een handige methode als er geen specifieke bladwijzereigenschappen zijn, of als u bepaalde tekst, die anders als bladwijzer zou worden gebruikt, wilt uitsluiten. Raadpleeg het gedeelte over tekstmaskers voor verdere informatie over het gebruik van deze speciale tekens. Trefwoordenlijst. Met dit kenmerk kunt u bepaalde bladwijzers opnemen en uitsluiten op basis van tekstlabels. Het trefwoordenbestand is een gewoon tekstbestand met een lijst woorden. Als u Inclusief inschakelt, worden alleen bladwijzers gemaakt van tekst die een of meer van de trefwoorden in die lijst bevat. Als u Exclusief inschakelt, worden er geen bladwijzers gemaakt van tekst die een of meer van de trefwoorden in die lijst bevat. Herhaalde koppen negeren. Hiermee wordt alleen een bladwijzer gemaakt voor het eerste exemplaar van een herhaalde bladwijzernaam. Koppen met meerdere regels. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van meerdere regels tekst. Voorloopnummers. Met dit kenmerk kunt u voorloopnummers verwijderen uit of toevoegen aan bladwijzers. Dit is bijvoorbeeld handig voor koppen en hoofdstukken die genummerd zijn. Deze nummers worden dan weggelaten in de bladwijzerlabels die automatisch worden gegenereerd. Tekstmaskers. Hiermee wordt inhoud opgenomen of weggelaten uit bladwijzers op basis van door u opgegeven wildcards. In plaats van een PDF-bestand af te zoeken naar kenmerken (lettertypenaam, -grootte en -kleur) en indeling (inspringing) kunt u met de functie Tekstmasker de tekst van de bestanden doorzoeken om tekst op te nemen of weg te laten als bladwijzers. Tekstmaskers worden vooral gebruikt als de bestanden weinig specifieke bladwijzerkenmerken bezitten (als het PDF-bestand niet goed of inconsistent gestructureerd is) of als u bepaalde bladwijzers wilt weglaten op basis van hun tekstuele inhoud.
Tekstmaskers Tekstmaskers bieden geavanceerdere functies voor het opnemen of weglaten van bladwijzers op basis van de wildcards die u opgeeft. Tekstmaskers worden vooral gebruikt als de bestanden weinig specifieke bladwijzerkenmerken bezitten (als het PDF-bestand niet goed of inconsistent gestructureerd is) of als u bepaalde bladwijzers wilt weglaten op basis van hun tekstuele inhoud.
. Een punt (.) komt overeen met één instantie van een willekeurig teken.
Voorbeeld: als “P.F” in het veld Tekstmasker wordt ingevoerd, wordt er een bladwijzer gemaakt van iedere tekstregel die “PDF, PeF, PdF,” enz. bevat.
^ Met het accent circonflexe (^) wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de opgegeven tekst aan het begin van de regel staat.
Voorbeeld: Door de tekst “^abc” op te geven, wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de regel begint met “abc”. Begint de regel met “1.0 abc”, dan wordt er geen bladwijzer gemaakt.
204
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
$ Met het dollarteken ($) wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de opgegeven tekst aan het einde van de regel staat. Als u alleen bladwijzers wilt maken van regels die precies overeenkomen met de tekst die u opgeeft, dient u zowel ^ als $ te gebruiken.
Voorbeeld: Als u de tekst "abc$" invoert, wordt er alleen een bladwijzer gemaakt van tekst met regels die eindigen met "abc". Voor regels die eindigen met "...xyzabc" wordt dus een een bladwijzer gegenereerd, maar voor regels die eindigen met "abcxyz" niet.
[] Voor alle regels die tekens tussen de vierkante haken ([ ]) bevatten, wordt een bladwijzer gegenereerd. De tekens kunnen afzonderlijk of als een reeks tekens worden opgegeven. Voorbeeld: Met “[abc]” worden bladwijzers gegenereerd van alle regels die de tekens a, b of c bevatten. Dit in tegenstelling tot "abc", waarbij alleen bladwijzers worden gegenereerd van regels die de letterreeks abc bevatten. Met “[a-dA-D]” worden bladwijzers gemaakt van regels die kleine of hoofdletters tussen a en d (dus a, b, c, d, A, B, C en D) bevatten.
[^] Tekst met tekens tussen de vierkante haken ([ ]) en na het accent circonflexe (^) wordt niet omgezet in een bladwijzer.. Deze functie is vooral nuttig in combinatie met andere bladwijzerkenmerken om te voorkomen dat er ongewenste bladwijzers worden gegenereerd. Dit betekent wel dat alle andere tekst die niet tussen vierkante haken staat, potentieel materiaal is om als bladwijzer gegenereerd te worden. U kunt dit kenmerk daarom het beste in combinatie met een andere bladwijzerselectie gebruiken. Als u bijvoorbeeld waarden zoals 1.0 wilt uitsluiten, dient u dit te wijzigen in “[^0-9\.]”. De backslash (\) wordt hieronder toegelicht en is nodig omdat de punt (.) als een speciaal teken wordt beschouwd in tekstmaskers. Voorbeeld: Wanneer u “[^0-9]” opgeeft, worden er nog altijd bladwijzers met cijfers gegenereerd als de tekstregel ook een ander teken bevat. Zo wordt 1.0 in een bladwijzer omgezet omdat er een punt in voorkomt.
\ De backslash (\) wordt gebruikt als u wilt zoeken naar een speciaal teken zoals een punt (.) of dollarteken ($). Deze speciale tekens worden in het veld Tekstmasker gebruikt om speciale tekstovereenkomsten te zoeken. Voorbeeld: Voer “\$” in om tekst in het document te zoeken die het dollarteken bevat en deze tekst om te zetten in een bladwijzer. Zo wordt de opdracht die gewoonlijk met "$" in het tekstmasker wordt uitgevoerd, dus genegeerd.
205
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
* Gebruik het sterretje (*) als u bladwijzers wilt genereren van meer dan één set tekens. Voorbeeld: voer “a*b” in om bladwijzers te genereren van regels die a en/of b bevatten.
+ Gebruik het plusteken (+) als u bladwijzers wilt genereren van één set tekens in een bepaalde volgorde. Er kunnen bladwijzers worden gegenereerd van het eerste teken of de eerste paar tekens vóór het plusteken.. Er kunnen echter alleen bladwijzers worden gegenereerd van tekens na het plusteken als de tekens vóór het plusteken ook aanwezig zijn.
Voorbeeld: Voer “a+b” in om bladwijzers te maken van iedere tekstregel die ab, aab, aaab enzovoort bevat. Tekst zoals ba, of cb wordt genegeerd.
? Net als het plusteken dient het vraagteken (?) voor het maken van een bladwijzer van een set tekens in een bepaalde volgorde. In dit geval kunnen echter alleen bladwijzers worden gemaakt van de tekens vóór het vraagteken als de tekens erna ook aanwezig zijn. De tekens na het vraagteken kunnen voor bladwijzers worden gebruikt, ongeacht of de tekens ervóór aanwezig zijn. Voorbeeld: voer “a?b” in om bladwijzers te genereren van tekstregels met ab, abb of alleen b.
() Hiermee kunnen tekens worden gegroepeerd en met andere speciale tekens worden gecombineerd. Voorbeeld: voer “(a*b)$” in om bladwijzers te maken van tekstregels met a en/of b, maar alleen als deze regels eindigen met a of b.
| Hiermee worden bladwijzers gemaakt van een van de twee opgegeven tekenreeksen. Voorbeeld: voer “a | b” in het veld Tekstmasker in om bladwijzers te maken van tekstregels die a of b bevatten.
206
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bladwijzers bewerken Nitro Pro 10 biedt alle functies die u nodig hebt om de bladwijzers in uw PDF-documenten te bewerken, rangschikken, groeperen of verwijderen, of om de weergave ervan te wijzigen.
Tip: U kunt meerdere bladwijzers tegelijk bewerken. Als u een reeks gerangschikte bladwijzers wilt bewerken, klikt u op de eerste in de reeks, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u op de laatste. Als u meerdere niet-aaneengesloten bladwijzers wilt selecteren, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u ze selecteert.
De actie van een bladwijzer instellen 1. Klik in het deelvenster Bladwijzers met de rechtermuisknop op de gewenste bladwijzer en selecteer Eigenschappen. 2. Open het tabblad Actie. 3. Klik op de gewenste actie in de lijst Actie en klik vervolgens op Actie toevoegen. 4. Stel de actie in. 5. Klik op Sluiten.
Een bladwijzer verwijderen 1. Selecteer de bladwijzer in het deelvenster Bladwijzers en voer een van de volgende handelingen uit: l Druk op de toets Delete. l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Verwijderen.
Alle bladwijzers verwijderen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Bladwijzer. 2. Klik op Alle bladwijzers verwijderen.
De naam van een bladwijzerlabel wijzigen 1. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Bladwijzers: l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Naam wijzigen. l Dubbelklik op het bladwijzerlabel. 2. Typ de nieuwe naam voor de bladwijzer.
De weergave van bladwijzers wijzigen 1. Klik met de rechtermuisknop op de bladwijzer(s), selecteer Eigenschappen en voer een van de volgende handelingen uit: l Klik in de lijst Stijl op de tekststijl. l Kies een vooraf ingestelde of een aangepaste kleur in het palet Kleur. Bladwijzers kunnen worden gegroepeerd, zodat een hoofdbladwijzer een groep onderliggende bladwijzers heeft. Zo ontstaan er meerdere lagen of niveaus van bladwijzers, wat vooral handig is voor navigatie door lange, goed gestructureerde documenten.
207
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
De volgorde van bladwijzers wijzigen 1. Klik op de bladwijzer en sleep deze naar de gewenste plaats. 2. Plaats de aanwijzer op de bladwijzer die erboven moet verschijnen en zet de bladwijzer hier neer.
Bladwijzers groeperen 1. Klik op de bladwijzer en sleep deze naar de gewenste plaats. 2. Plaats de aanwijzer op het tekstlabel van de bladwijzer die erboven moet verschijnen en zet de bladwijzer hier neer.
208
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Beveiliging Met Nitro Pro 10 kunt u twee verschillende soorten beveiliging toepassen om te bepalen wie toegang heeft tot uw bestanden en welke bewerkingen ze kunnen uitvoeren wanneer ze de bestanden ontvangen: wachtwoordbeveiliging en certificaatbeveiliging.
Wachtwoordbeveiliging Met wachtwoorden kunt u de toegang tot en het gebruik van uw inhoud beperken tot personen die op de hoogte zijn van het wachtwoord waarmee het PDF-bestand is beveiligd. Afhankelijk van uw behoeften en de doelgroep kunt u kiezen uit de volgende typen codering: 40-bits RC4, 128-bits RC4, 128-bits AES en 256-bits AES. l
l
Wachtwoorden voor openen. Hiermee worden uw bestanden vergrendeld, zodat deze alleen toegankelijk zijn voor personen die het wachtwoord kennen. Wachtwoorden voor bevoegdheden. Met deze wachtwoorden worden bepaalde functies vergrendeld wanneer een gebruiker uw bestand opent. Zo kunt u bijvoorbeeld verhinderen dat ontvangers uw document wijzigen of afdrukken.
Certificaatbeveiliging Beveiliging middels certificaten heeft veel voordelen in vergelijking met wachtwoordbeveiliging: documenten kunnen worden geopend zonder een wachtwoord te hoeven onthouden, het delen of kopiëren van digitale id's is moeilijk, en één document kan voor individuele ontvangers verschillende beveiligingsinstellingen bevatten. Zo kan één persoon bijvoorbeeld bevoegdheid voor bewerken en afdrukken hebben, terwijl een andere persoon het document alleen kan weergeven.
De beveiliging van een bestand weergeven 1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen. 2. Open het tabblad Beveiliging.
209
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Instellingen voor bevoegdheden Met de instellingen voor gebruiksbevoegdheden kunt u precies bepalen wat een ontvanger met het door u beveiligde bestand kan doen. Zo kunt u bijvoorbeeld documenten distribueren die niet kunnen worden bewerkt of afgedrukt, maar wel geopend en weergegeven. Door deze instellingen te combineren met een beveiligingscertificaat met digitale id, kunt u voor iedere individuele ontvanger van het document verschillende bevoegdheden instellen. U kunt de volgende gebruiksbevoegdheden instellen: l l l l
l
l
l
l
210
Afdrukken: stel in of de gebruiker het document kan afdrukken en met welke resolutie. Document wijzigen: stel in of de gebruiker het document kan bewerken. Inhoud kopiëren/ophalen: stel in of de gebruiker de inhoud van het document kan kopiëren. Inhoud ophalen voor schermlezer: stel in of de gebruiker toegankelijkheidsfuncties kan gebruiken om toegang tot het PDF-document te krijgen. Commentaar invoeren: stel in of de gebruiker notities kan invoeren, tekst kan markeren en tekeningen kan toevoegen. Formuliervelden invullen of ondertekenen: stel in of de gebruiker formulieren kan invullen en documenten digitaal kan ondertekenen. Documentopbouw: stel in of de gebruiker pagina's kan invoegen en pagina's uit PDF-documenten kan ophalen. Toegang voor schermleesapparaten: stel in of de tekst toegankelijk is voor schermleessoftware. Dit soort software wordt gebruikt door visueel gehandicapten.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Wachtwoordbeveiliging U kunt uw PDF-bestand beveiligen met een van de volgende typen wachtwoorden om de toegang tot en het gebruik van uw inhoud te beperken: l Wachtwoorden voor openen. Hiermee worden uw bestanden vergrendeld, zodat deze alleen toegankelijk zijn voor personen die het wachtwoord kennen. l Wachtwoorden voor bevoegdheden. Met deze wachtwoorden worden bepaalde functies vergrendeld wanneer een gebruiker uw bestand opent. Zo kunt u bijvoorbeeld verhinderen dat ontvangers tekst uit uw PDF-document kopiëren of het document afdrukken.
PDF-bestanden beveiligen met een wachtwoord PDF-bestanden kunnen op twee manieren met een wachtwoord worden beveiligd. Deze procedures worden hieronder beschreven. l Dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging. Bekijk beveiligingsinstellingen en pas handmatig de gewenste instellingen toe in Documenteigenschappen. l Beveiligingsprofielen. Deze profielen kunnen meermaals worden gebruikt. U kunt hierin bepaalde beveiligingsinstellingen opslaan, die dan met één klik op een document kunnen worden toegepast.
Wachtwoordbeveiliging beheren 1. Voer een van de volgende handelingen uit: o Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Wachtwoordbeveiliging. o Selecteer Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt weergegeven. Open het tabblad Beveiliging en klik in de vervolgkeuzelijst Beveiligingsmethode op Wachtwoordbeveiliging. 2. Als het PDF-document al met een wachtwoord is beveiligd, wordt u door Nitro Pro 10 gevraagd het documentwachtwoord in te voeren voordat u de wachtwoordbeveiliging bijwerkt. 3. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging: o Als u wilt dat gebruikers een wachtwoord invoeren om uw document te openen, schakelt u het selectievakje Het openen van documenten beveiligen met een wachtwoord in en geeft u een wachtwoord op. o Als u de de bevoegdheden voor geopende bestanden wilt beperken, schakelt u het selectievakje Beveiliging instellen en de toegang tot functies met wachtwoorden beveiligen in en geeft u een wachtwoord op. Geef beperkingen op voor afdrukken, het aanbrengen van wijzigingen, het kopiëren van tekst en afbeeldingen, en teksttoegang voor schermleesapparaten van visueel gehandicapten. 4. Klik op Meer. Geef in het vak Beveiligingsniveau een Algoritme voor codering op. 256-bits AES wordt als het veiligste algoritme beschouwd. 5. Klik op OK of Voltooien. 6. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.
Wachtwoordbeveiliging toepassen met een specifiek profiel 1. Als u beveiligingsprofielen wilt beheren, klikt u in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Profielen beheren. Maak of bewerk zo nodig een beveiligingsprofiel
211
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
voordat u verder gaat. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Beveiligingsprofielen. 2. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op de pijl onder Wachtwoordbeveiliging. 3. Selecteer een beveiligingsprofiel in de lijst en bevestig dat u het document wilt beveiligen. 4. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.
212
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Certificaatbeveiliging Met een digitale id kunt u bestanden coderen, zodat deze alleen kunnen worden geopend en gebruikt door mensen met wie u certificaten hebt uitgewisseld. Beveiliging middels certificaten heeft veel voordelen in vergelijking met wachtwoordbeveiliging: documenten kunnen worden geopend zonder een wachtwoord te hoeven onthouden, het delen of kopiëren van digitale id's is moeilijk, en één document kan voor iedere ontvanger andere beveiligingsinstellingen bevatten. Zo kan één persoon bijvoorbeeld bevoegdheid voor bewerken en afdrukken hebben, terwijl een andere persoon het document alleen kan weergeven. Voordat u bestanden kunt ontvangen die voor uw digitale id zijn gecodeerd, moet u deze digitale id eerst aanmaken en het bijbehorende certificaat uitwisselen met de mensen met wie u deze beveiligde bestanden wilt delen. Voordat u gecodeerde bestanden aan bepaalde personen kunt sturen, moet u tevens hun certificaat hebben ontvangen en geïmporteerd. OPMERKING: Bij gebruik van certificaatbeveiliging moet u uw eigen certificaat toevoegen als een geplande ontvanger. Als u dit niet doet, hebt u geen toegang tot het PDF-bestand wanneer het is beveiligd.
PDF-bestanden beveiligen met een certificaat PDF-bestanden kunnen op twee manieren met een certificaat worden beveiligd. Deze procedures worden hieronder beschreven. l Het dialoogvenster Certificaatbeveiliging: bekijk beveiligingsinstellingen en pas handmatig de gewenste instellingen toe in Documenteigenschappen. l Beveiligingsprofielen: deze profielen kunnen meermaals worden gebruikt. U kunt hierin bepaalde beveiligingsinstellingen opslaan, die dan met één klik op een document kunnen worden toegepast. In een profiel kunt u opgeven welke ontvangers u toestaat. Hierdoor kunt u ervoor zorgen dat steeds dezelfde beveiliging wordt toegepast op documenten voor respectieve ontvangers.
Certificaatbeveiliging beheren 1. Voer een van de volgende handelingen uit: o Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Certificaatbeveiliging. o Selecteer Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt weergegeven. Open het tabblad Beveiliging en klik in de vervolgkeuzelijst Beveiligingsmethode op Certificaatbeveiliging. 2. Selecteer in het dialoogvenster Certificaatbeveiliging de contactpersonen die u toegang tot uw beveiligde bestanden wilt geven, en klik op Toevoegen. Als u het gebruik voor een ontvanger wilt beperken, selecteert u de optie Beperkte bevoegdheden en geeft u op in hoeverre die persoon wijzigingen mag aanbrengen en mag afdrukken. 3. Klik op Meer. Geef in het vak Beveiligingsniveau een Algoritme voor codering op. 256-bits AES wordt als het veiligste algoritme beschouwd.
213
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
4. Klik op OK of Voltooien. 5. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.
Certificaatbeveiliging toepassen met een specifiek profiel 1. Als u beveiligingsprofielen wilt beheren, klikt u in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Profielen beheren. Maak of bewerk zo nodig een beveiligingsprofiel voordat u verder gaat. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Beveiligingsprofielen. 2. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op de pijl onder Certificaatbeveiliging. 3. Selecteer een beveiligingsprofiel in de lijst en bevestig dat u het document wilt beveiligen. 4. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.
214
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Beveiligingsprofielen Beveiligingsprofielen dienen voor het opslaan van uw beveiligingsinstellingen, kunnen meermaals worden gebruikt, en helpen u sneller te werken. U hoeft dus niet steeds opnieuw wachtwoorden op te geven of namen van ontvangers toe te voegen wanneer u documentbeveiliging gebruikt; in plaats daarvan opent u het bestand in Nitro Pro 10 en selecteert u het gewenste beveiligingsprofiel in een lijst. Als u certificaatbeveiliging gebruikt en regelmatig bestanden naar dezelfde mensen stuurt, kunt u met beveiligingsprofielen een hoop tijd besparen.
Uw beveiligingsprofielen weergeven 1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Profielen beheren. Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven. 2. Klik op een profiel in het vak Beveiligingsprofielen om de profielgegevens te bekijken.
Een nieuw beveiligingsprofiel toevoegen 1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Profielen beheren. Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven. 2. Klik op Nieuw. Het dialoogvenster Nieuw beveiligingsprofiel wordt weergegeven. 3. Typ een Naam en Beschrijving voor uw profiel. 4. Selecteer een van de volgende opties in het vak Documenten beveiligen: o Wachtwoorden gebruiken: om gebruikersrechten voor het openen en sluiten van PDFdocumenten of het aanbrengen van wijzigingen te beperken o Certificaten gebruiken: om documenten te coderen, zodat deze alleen toegankelijk zijn voor de door u opgegeven gebruikers 5. Klik op Volgende en configureer instellingen voor wachtwoordbeveiliging of certificaatbeveiliging. Raadpleeg Wachtwoordbeveiliging en Certificaatbeveiliging voor meer informatie. 6. Klik op Voltooien.
Een beveiligingsprofiel bewerken 1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Profielen beheren. Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven. 2. Selecteer een profiel in het vak Beveiligingsprofielen en klik op Bewerken. 3. Wijzig de Naam en Beschrijving voor uw profiel. 4. Geef in het vak Documenten beveiligen op of u wachtwoorden of certificaten wilt gebruiken. 5. Klik op Volgende. 6. Werk de beveiligingsinstellingen bij. 7. Klik op Voltooien om de wijzigingen in uw beveiligingsprofiel op te slaan.
Een beveiligingsprofiel verwijderen 1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Profielen beheren. Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven. 2. Selecteer een profiel in het vak Beveiligingsprofielen, klik op Verwijderen en bevestig dat u het beveiligingsprofiel wilt verwijderen.
215
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
JavaScript-beveiliging Ingesloten JavaScript in PDF-documenten kan in bepaalde gevallen beveiligingsproblemen veroorzaken. Er zijn daarom gebruikers die JavaScript om beveiligingsredenen willen uitschakelen. Systeembeheerders moeten JavaScript soms uitschakelen om te voldoen aan het geldende IT-beleid.
JavaScript uitschakelen 1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren. 2. Klik in het dialoogvenster Voorkeuren op JavaScript. 3. Selecteer JavaScript uitschakelen.
216
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Integratie van Microsoft RMS Microsoft Rights Management Services (RMS) is een dienst die bestanden beschermt en deelt doordat u uw gevoelige documenten kunt versleutelen en de toegang kunt beperken tot goedgekeurde personen. Op het moment dat we deze tekst schrijven, is Microsoft RMS gratis voor consumenten. Hieronder staat beschreven hoe u een account kunt opzetten en hoe u Microsoft RMS kunt gebruiken in Microsoft RMS.
Een RMS-account aanmaken 1. Ga naar https://portal.aadrm.com/ en maak een account aan. Wacht tot u uw wachtwoord en accountgegevens ontvangt. Ga pas daarna verder met de volgende stap 2. Ga naar http://www.microsoft.com/en-us/download/details.aspx?id=38396 om de Active Directory Rights Management Service Client te downloaden en installeren 3. Ga naar http://www.microsoft.com/en-us/download/details.aspx?id=28177 om de Microsoft Online Services Sign-In Assistant for IT Professionals RTW te downloaden en installeren (deze service is wellicht al geïnstalleerd bij Microsoft Office 365-gebruikers).
Een PDF-bestand beveiligen met RMS 1. Open een PDF-bestand in Nitro Pro 2. Klik op het tabblad Beveiligen, onder de groep Document beveiligen, op Microsoft RMS-beveiliging l U kunt ook op de knop klikken om bestaande beveiligingssjablonen te selecteren 3. Wanneer u de RMS-integratie voor het eerst gebruikt, dient u uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren 4. Klik in het dialoogvenster RMS-beveiliging op Toevoegen om een gebruiker toegang te geven 5. Voer het e-mailadres van de gebruiker in en wijs het vereiste toegangsniveau toe 6. Klik op Meer om de beveiligingsopties op documentniveau, zoals de vervaldatum en validatie van inloggegevens, in te stellen 7. Klik op Voltooien om uw instellingen op te slaan 8. Klik in het menu Bestand op Opslaan en stuur het document vervolgens naar een gebruiker met een RMS-account
217
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Digitale id's Een digitale id lijkt in veel opzichten op een papieren identiteitsbewijs zoals een paspoort. U kunt zich hiermee legitimeren en u krijgt specifieke rechten om bepaalde dingen te doen. In Nitro Pro 10 gebruikt u uw digitale id om uw PDF-bestanden te beveiligen tegen onbevoegd gebruik en om toegang te krijgen tot bepaalde bestanden van gebruikers die uw digitale id hebben geaccepteerd. Als u op deze wijze een document beveiligt, kunt u de toegangs- en gebruiksrechten per gebruiker instellen. Digitale id's hebben een openbare en een persoonlijke sleutel. De openbare sleutel bevat een certificaat en identificatiegegevens, en dit zijn de gegevens die u met andere gebruikers uitwisselt. Als andere gebruikers uw openbare sleutel hebben, kunnen zij documenten beveiligen (coderen) en kunt u deze documenten openen en gebruiken. De persoonlijke sleutel is het deel van de digitale id dat nooit met anderen wordt gedeeld en dat wordt gebruikt voor het ontgrendelen (decoderen) van de bestanden waarvoor u toegangsrechten hebt. Nitro Pro 10 biedt ondersteuning voor de volgende typen digitale id's: l PKCS#12 digitaal id-bestand. Dit type digitale id geeft u meer flexibiliteit, omdat u op meerdere computers dezelfde id kunt gebruiken. Als u bijvoorbeeld op kantoor een werkstation hebt maar ook een notebook gebruikt waarop hetzelfde certificaat is geïnstalleerd, kunt u hetzelfde beveiligde PDF-bestand op beide computers openen. De digitale id blijft bij verplaatsing tussen twee computers beveiligd, aangezien u een wachtwoord moet opgeven wanneer u de id in Mijn digitale id's importeert. l Windows certificaatarchief. Dit type digitale certificaat koppelt de id onlosmakelijk aan een gebruiker op een bepaalde computer en kan niet worden gekopieerd en op een andere computer worden geïmporteerd.
218
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Digitale id's beheren Een digitale id is een soort beveiligd toegangspasje waarmee u een digitale identiteit creëert, of waarmee u een document kunt lezen dat is gecodeerd om ongemachtigd gebruik te voorkomen. Voor verschillende taken kunnen verschillende id's worden gemaakt. Zo kunt u bijvoorbeeld een digitale id hebben om accountadministratiedocumenten te openen, en een andere om technische rapporten te openen.
Een digitale id maken 1. Klik op het tabblad in de groep Digitale id's op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven. 2. Klik op Nieuw. Het dialoogvenster Nieuwe digitale id wordt weergegeven. 3. Voer uw identiteitsgegevens in. 4. Klik op het type beveiliging dat u wilt gebruiken in de lijst Gepland gebruik en klik op Volgende. 5. Klik op Bladeren, selecteer een locatie waar u de digitale id wilt opslaan en geef een naam op voor het id-bestand. 6. Voer een wachtwoord in en klik op OK om de handeling te voltooien. TIP: als u een digitale id wilt verwijderen, selecteert u deze in het dialoogvenster Mijn digitale id's en klikt u op Verwijderen.
Een digitale id importeren 1. Klik op het tabblad in de groep Digitale id's op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven. 2. Klik op Importeren. 3. Ga naar de digitale id op uw vaste schijf of netwerk en klik op Openen. 4. Klik op Sluiten om de handeling te voltooien.
Een digitale id exporteren 1. Klik op het tabblad in de groep Digitale id's op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven. 2. Selecteer een digitale id in de lijst en klik op Exporteren. Het dialoogvenster Certificaat exporteren wordt weergegeven. 3. Klik op Gegevens naar bestand opslaan en selecteer Volgende om een locatie voor het bestand te kiezen. 4. Klik op Opslaan om de handeling te voltooien.
Een digitale id via e-mail exporteren 1. Klik op het tabblad in de groep Digitale id's op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven. 2. Selecteer een digitale id in de lijst en klik op Exporteren. Het dialoogvenster Certificaat exporteren wordt weergegeven. 3. Klik op Gegevens per e-mail verzenden en klik op Volgende. 4. Geef het e-mailadres van de ontvanger van uw digitale id op, controleer het bericht en klik op
219
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Verzenden. 5. Er wordt een e-mailbericht opgesteld in uw standaard e-mailclient en uw digitale id wordt als een bijlage aan dit bericht gekoppeld. Klik op Verzenden.
220
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Vertrouwde contacten beheren Met Nitro Pro 10 kunt u mensen aan uw Vertrouwde contacten toevoegen door hun openbare sleutelcertificaat handmatig te importeren, of kunt u met gebruik van de functie Contacten aanvragen uw openbare sleutels uitwisselen. Om digitaal ondertekende PDF-bestanden van vertrouwde contacten te kunnen valideren, moet u in het bezit zijn van de openbare sleutel van dat vertrouwde contact.
Een vertrouwd contact toevoegen 1. Klik op het tabblad in de groep Digitale id's op Vertrouwde contacten. Het dialoogvenster Vertrouwde contacten beheren wordt weergegeven. 2. Klik op Toevoegen, selecteer het certificaat dat u van een vertrouwde collega hebt ontvangen en klik op Openen. TIP: als u de gegevens van een certificaat wilt bekijken, bijvoorbeeld om te zien door wie dit is afgegeven en hoe lang het geldig is, selecteert u dit in de lijst met vertrouwde contacten en klikt u op Bekijken.
Een contact-id exporteren 1. Klik op het tabblad in de groep Digitale id's op Vertrouwde contacten. Het dialoogvenster Vertrouwde contacten beheren wordt weergegeven. 2. Selecteer een vertrouwd contact en klik op Exporteren. 3. Voer een naam in voor het certificaat in het dialoogvenster Opslaan als en klik op Opslaan.
Openbare sleutelcertificaten uitwisselen 1. Klik op het tabblad in de groep Digitale id's op Vertrouwde contacten. Het dialoogvenster Vertrouwde contacten beheren wordt weergegeven. 2. Selecteer het contact dat u wilt exporteren en klik op Aanvragen. Het dialoogvenster Contacten aanvragen verschijnt. 3. Voer uw contactgegevens in. 4. Schakel het selectievakje Mijn certificaat in een e-mail verzenden in, selecteer het certificaat dat u wilt delen en klik op Volgende. 5. Geef het e-mailadres van de ontvanger van uw openbare sleutelcertificaat op, controleer het bericht en klik op Verzenden. 6. Er wordt een e-mailbericht opgesteld in uw standaard e-mailclient en uw openbare sleutelcertificaat wordt als een bijlage aan dit bericht gekoppeld. Verzend de e-mail.
221
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Digitale handtekeningen Digitale handtekeningen zijn veel krachtiger dan normale geschreven handtekeningen. Met een digitale handtekening kunt u aantonen dat een specifiek document op een bepaald tijdstip door een bepaalde persoon is ondertekend en kunt u waarborgen dat na ondertekening niet met de documentinhoud is geknoeid. Bovendien kunnen de ontvangers in het versie-overzicht van het document zien wanneer het document is ondertekend en wanneer er wijzigingen in zijn aangebracht. Het versie-overzicht is gecodeerd en opgeslagen in de PDF en kan worden bekeken via het deelvenster Handtekeningen. U kunt een PDF-document alleen digitaal ondertekenen als u een digitale id hebt. Om de handtekening van een ander te kunnen controleren, moet u eerst digitale id's met elkaar uitwisselen en elkaar aan de lijst Vertrouwde contacten toevoegen. Verdere informatie over digitale handtekeningen kunt u vinden in: l Documenten digitaal ondertekenen l Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren l PDF-bestanden certificeren l Handtekening met digitale tijdstempel Verwante informatie kunt u vinden in: l Handtekeningvelden maken l Digitale id's l Digitale id's beheren l Vertrouwde contacten beheren
222
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Documenten digitaal ondertekenen Digitale handtekeningen lijken op normale geschreven handtekeningen, maar bevatten tevens gecodeerde informatie aan de hand waarvan de authenticiteit kan worden gecontroleerd. Een document kan digitaal worden ondertekend om de identiteit van de auteur veilig te registreren en te verifiëren dat de inhoud niet is gewijzigd. Digitale handtekeningen in een PDF-document kunnen tekst of een afbeelding bevatten, bijvoorbeeld een foto of een beeld van de geschreven handtekening.
Een document digitaal ondertekenen 1. Klik in het tabblad Beveiligen, in de groep Handtekeningen, op de pijl onder Ondertekenen en selecteer een handtekening in de lijst. Om een document te kunnen ondertekenen moet u een digitale id hebben. Raadpleeg voor meer informatie Digitale id's en Digitale id's beheren. 2. Klik op de pagina op de plaats waar u de handtekening wilt zetten. 3. Nitro Pro 10 vraagt u het PDF-bestand met de digitale handtekening op te slaan. Klik op de digitale handtekening om deze te bekijken en de gegevens te controleren, en sla uw PDF-bestand dan op. Raadpleeg voor meer informatie Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren.
223
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
De vormgeving van handtekeningen aanpassen U kunt digitale handtekeningen zodanig aanpassen dat alleen de informatie die u wilt delen, zichtbaar is en dat uw fysieke handtekening, een bedrijfslogo of andere afbeeldingen bij uw handtekening worden weergeven. U kunt de vormgeving van uw handtekening op elk gewenst moment bewerken (bijvoorbeeld bij het ondertekenen van een document).
Een nieuwe digitale handtekening maken 1. Klik in het menu Bestand op Voorkeuren, vouw het item Digitale handtekening uit en selecteer Vormgevingen. 2. Klik in het vak Vormgeving handtekeningen op Nieuw. Het dialoogvenster Vormgeving handtekening configureren wordt geopend. 3. Selecteer een van de volgende opties in het vak Grafische afbeelding: o Geen afbeelding: als u geen extra informatie wilt opnemen. o Afbeelding uit bestand: klik op Afbeelding selecteren, geef het afbeeldingsbestand met uw handtekening op en klik op OK. o Naam: als u uw naam als tekst wilt afdrukken. 4. Geef in het vak Tekst op welke gedeelten van uw digitale handtekening in een PDF zichtbaar en afdrukbaar moeten zijn. 5. Bekijk het voorbeeld van de handtekening en klik op OK. TIP: zie Handtekening stempelen met QuickSign voor informatie over het maken van een digitale afbeelding van uw geschreven handtekening.
De vormgeving van een digitale handtekening bewerken 1. Klik in het menu Bestand op Voorkeuren, vouw het item Digitale handtekening uit en selecteer Vormgevingen. 2. Selecteer de gewenste handtekening in de lijst Vormgeving handtekeningen en klik op Bewerken. Het dialoogvenster Vormgeving handtekening configureren wordt geopend. 3. Selecteer een van de volgende opties in het vak Grafische afbeelding: o Geen afbeelding: als u geen extra informatie wilt opnemen. o Afbeelding uit bestand: klik op Afbeelding selecteren, geef het afbeeldingsbestand met uw handtekening op en klik op OK. o Naam: als u uw naam als tekst wilt afdrukken. 4. Geef in het vak Tekst op welke gedeelten van uw digitale handtekening in een PDF zichtbaar en afdrukbaar moeten zijn. 5. Bekijk het voorbeeld van de handtekening en klik op OK.
224
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren Handtekeningen worden gevalideerd wanneer het document wordt geopend en worden automatisch opnieuw gevalideerd wanneer er wijzigingen aan het document worden aangebracht. De status van uw certificaten en handtekeningen kan op een van de volgende manieren worden bekeken: l Bekijk certificaten en handtekeningen in het deelvenster Handtekeningen l Bekijk certificaten en handtekeningen op de pagina van het PDF-document
Deelvenster Handtekeningen In het deelvenster Handtekeningen worden alle handtekeningen uit het PDF-document weergegeven, met daarbij de status van hun geldigheid en een korte samenvatting van iedere handtekening. Als uw PDF-bestand handtekeningen bevat, verschijnt links van het venster het tabblad Handtekeningen. Klik op het tabblad Handtekeningen om het deelvenster Handtekeningen te openen. TIP: als u rechtstreeks naar de locatie van een handtekening in het document wilt gaan, klikt u op de betreffende handtekening in het deelvenster Handtekening. De geselecteerde handtekening wordt weergegeven in een gele rechthoek.
Statuspictogrammen voor PDF-documenten Status
Pictogram
Betekenis
Geldig
Dit document is gecertificeerd en is niet gewijzigd op een wijze die niet is toegestaan volgens het certificaat.
Geldig
De identiteit van de ondertekenaar is gecontroleerd en het document is niet gewijzigd sinds de handtekening werd toegevoegd.
Weergave wijzigen
De identiteit van de ondertekenaar is gecontroleerd maar de huidige weergave van het document is niet hetzelfde als toen het document werd ondertekend.
Onbekend
De identiteit van de ondertekenaar kon niet worden gecontroleerd en de huidige weergave van het document is niet hetzelfde als toen het document werd ondertekend.
Onbekend
De identiteit van de ondertekenaar kon niet worden gecontroleerd, maar het document is niet gewijzigd sinds de handtekening werd toegevoegd.
Ongeldig
Het certificaat is ongeldig of er zijn onbevoegde wijzigingen aan het document gemaakt.
Handtekeningen en certificaten op de pagina van een PDF-document bekijken Als u meer informatie wilt zien over een digitale handtekening of een certificaat van de pagina van een PDF-document, klikt u op de betreffende handtekening. Het dialoogvenster Eigenschappen handtekening wordt weergegeven. In dit venster kunt u het volgende:
225
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
l l
l
l
l
226
Handtekening valideren: controleer de geldigheid van een digitale handtekening Documentwijzigingen: lees of het document ongewijzigd is, of dat bepaalde wijzigingen aan het bestand zijn toegestaan, zoals het invullen van formuliervelden Geldige tijdsduur: geeft de tijdstempel van het PDF-document als een van de volgende: o op basis van de klok op de computer van de ondertekenaar o een tijdstempel die niet gecontroleerd kan worden o tijdstempel gecontroleerd via een tijdstempelserver Certificaat bekijken: toont informatie over de persoon die het document heeft ondertekend, de vervaldatum van het certificaat en wie het certificaat heeft afgegeven. Tevens worden de encryptienorm en de digitale 'vingerafdrukken' van encryptie weergegeven. Toevoegen aan vertrouwde contacten: hiermee voegt u de persoon die het PDF-bestand heeft ondertekend toe aan uw lijst vertrouwde contacten Raadpleeg Vertrouwde contacten beheren voor verdere informatie.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-bestanden certificeren Wanneer u een door u geschreven document certificeert, bevestigt u de inhoud ervan en bepaalt u welke bewerkingen erop mogen worden uitgevoerd zonder de gecertificeerde status te schenden. Indien er wijzigingen aan het document worden gemaakt die u niet hebt toegestaan, raakt het document ongeldig en wordt het certificaat ingetrokken. Als u de auteur van een PDF-bestand bent en u de integriteit van dit bestand wilt handhaven, past u een handtekening voor certificering toe met de functie Certificeren. Wanneer u een document certificeert (in plaats van er een digitale handtekening aan toe te voegen) kunt u het gebruik van het document beheren door de volgende handelingen wel dan niet toe te staan: l Geen wijzigingen toestaan. Hiermee worden alle functies uitgeschakeld waarmee een bestand kan worden gewijzigd, zoals bewerken, commentaar toevoegen, formulieren invullen en ondertekenen. Als er wijzigingen worden aangebracht nadat het bestand is gecertificeerd, wordt het certificaat ongeldig. l Alleen formulieren invullen toegestaan. Hiermee worden alle functies uitgeschakeld waarmee een bestand kan worden gewijzigd, behalve het invullen van formulieren en ondertekenen. Deze optie wordt bijvoorbeeld gebruikt als u gegevens wilt verzamelen met een officieel formulier dat personen moeten invullen zonder het formulierontwerp te mogen wijzigen. l Alleen commentaar invoeren en formulieren invullen toegestaan. Hiermee worden alle functies uitgeschakeld waarmee een bestand kan worden gewijzigd, behalve het invullen van formulieren, ondertekenen en invoeren van commentaar. Deze optie wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het controleren van een contract, waarbij commentaar kan worden ingevoerd en dat moet worden ondertekend.
Redenen voor het certificeren van een document l
l l l
l
Om te zorgen dat mensen een document kunnen ondertekenen, een formulier kunnen invullen, of aantekeningen in een PDF-bestand kunnen invoeren zonder dat het certificaat hierdoor ongeldig wordt Om te bevestigen dat u de auteur van het document bent Om de inhoud van het document te garanderen Om op te geven welke wijzigingen mogen worden aangebracht zonder het certificaat ongeldig te maken Om bepaalde functies automatisch uit te schakelen, zoals het invoegen van pagina's, wijzigen van tekst en bewerken van de eigenschappen van formuliervelden
TIP: PDF-bestanden kunnen slechts eenmaal worden gecertificeerd maar kunnen ettelijke malen digitaal worden ondertekend indien de bevoegdheden dit toestaan. Dit is het voordeel van het certificeren in plaats van digitaal ondertekenen van bestanden die u hebt geschreven.
Een PDF-document certificeren 1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Handtekeningen op Certificeren. 2. Kies in het dialoogvenster Document certificeren de handelingen die u wilt toestaan in de lijst Toegestane acties.
227
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
3. Klik op Volgende. 4. Selecteer de digitale id die u voor certificering wilt gebruiken, en kies of het certificaat zichtbaar moet zijn. 5. Klik op Volgende. 6. Als u het certificaat zichtbaar hebt gemaakt, klik dan op de pagina waar dit moet worden weergegeven. 7. Voer de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Document certificeren: l Selecteer een reden voor het ondertekenen van het bestand in de lijst Reden voor ondertekenen van document, of geef uw eigen reden op. l Sla de certificering op in het huidige document of als een nieuw document. l Geef op hoe het certificaat eruit moet komen te zien. 8. Klik op Voltooien. OPMERKING: Wanneer u gecertificeerde PDF-bestanden met anderen deelt, moet de functie voor certificering en handtekeningen worden ondersteund door de PDF-viewer van deze personen. Gecertificeerde en ondertekende PDF-bestanden kunnen worden gedeeld tussen Nitro Pro 10, Adobe Acrobat en Adobe Reader.
228
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Handtekening met digitale tijdstempel Digitale tijdstempels voegen de tijd en datum in een PDF-handtekening in, als bewijs van de integriteit van het document. Een tijdstempel toont aan dat de inhoud van het document op een bepaald tijdstip bestond en dat deze inhoud ongewijzigd is. Voor extra beveiliging kunnen digitale handtekeningen een tijdstempel van een onafhankelijke, vertrouwde instantie bevatten. Nitro Pro 10 kan een tijdstempelserver gebruiken om te garanderen dat de tijdstempel nauwkeurig en veilig is; de systeemklok van een computer kan niet altijd worden vertrouwd, aangezien deze klok door een gebruiker kan worden veranderd.
Instellingen van digitale tijdstempel beheren 1. Selecteer in het menu Bestand de knop Voorkeuren, vouw Digitale handtekening uit en selecteer Servers voor tijdstempels. 2. Ga als volgt te werk als de lijst Beschikbare servers leeg is of als u een andere tijdstempelserver aan de lijst wilt toevoegen: a. Klik op Nieuw om een nieuwe tijdstempelserver aan de lijst toe te voegen. Het dialoogvenster Server voor tijdstempels wordt weergegeven. b. Geef de naam en URL van een tijdstempelserver op, en eventueel de aanmeldingsgegevens. c. Klik op OK om uw instellingen op te slaan. 3. Voor beheer van de instellingen van een bestaande tijdstempelserver schakelt u het selectievakje Tijdstempel verkrijgen bij beschikbare server in, selecteert u een tijdstempelserver in de lijst Beschikbare servers en voert u een van de volgende handelingen uit: o Als u de eigenschappen voor de geselecteerde tijdstempelserver wilt wijzigen, klikt u op Bewerken en geeft u de nieuwe informatie op in het dialoogvenster Server voor tijdstempels. o Klik op Verwijderen als u de geselecteerde server wilt verwijderen. o Klik op Als standaard instellen als u standaard voor iedere tijdstempel een specifieke server wilt gebruiken. De standaardserver voor tijdstempels wordt aangegeven met een sterretje (*). 4. Klik op OK. TIP: Als uw standaard tijdstempelserver niet beschikbaar is, gebruikt Nitro Pro 10 de eerste beschikbare server op de lijst. U wordt daarom aanbevolen om de servers op volgorde van voorkeur te zetten. Als u de eigenschappen van een digitale handtekening bekijkt, wordt de geldigheid op een van de volgende manieren weergegeven: l Datum/tijd van de handtekening zijn afkomstig van de klok op de computer van de ondertekenaar. l De handtekening heeft een tijdstempel maar de stempel kon niet worden geverifieerd. l De handtekening heeft een tijdstempel. Raadpleeg Digitale handtekeningen voor verdere informatie.
229
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Invoegtoepassingen van derden Met de invoegtoepassingen van partnerbedrijven wordt het mogelijk om met Nitro Pro 10 bestanden te verwerken en uit te wisselen met programma's en diensten van derden. Deze invoegtoepassingen zijn gestroomlijnd in een gebruiksvriendelijke interface opgenomen en verbeteren de PDF-werkprocessen door de noodzaak voor tijdrovende handmatige handelingen voor het opslaan, kopiëren en uploaden van bestanden in uw favoriete hulpprogramma’s te verminderen.
Invoegtoepassingen van derden beheren 1. Selecteer Voorkeuren in het tabblad Bestand. Het dialoogvenster Nitro Pro 10 Voorkeuren wordt weergegeven. 2. Selecteer Invoegtoepassingsbeheer. 3. Schakel de selectievakjes in voor de invoegtoepassingen die u wilt inschakelen en zorg dat de overige selectievakjes zijn uitgeschakeld. 4. Klik op OK en start Nitro Pro 10 opnieuw op om de wijzigingen te activeren
230
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Evernote De invoegtoepassing Evernote is in Nitro Pro 10 geïntegreerd. Evernote biedt u de functies voor het online opslaan en binnenhalen van informatie in de vorm van notities. Notities kunnen kleine stukjes tekst, kladbriefjes, foto’s, webpagina’s en zelfs hele PDF-documenten bevatten. Verdere informatie hierover kunt u vinden op http://www.evernote.com.
Evernote instellen 1. Vraag een gratis account voor toegang tot Evernote aan op https://www.evernote.com/Registration.action 2. Als uw account is ingesteld, downloadt u de Evernote-desktopclient voor uw computer via http://www.evernote.com/about/download/ 3. Volg de instructies op het scherm om de client te installeren en koppel deze aan uw Evernoteaccount. 4. Wanneer de Evernote-client is ingesteld met uw account, kunt u de invoegtoepassing in Nitro Pro 10 gaan gebruiken. OPMERKING: de invoegtoepassing voor Evernote wordt pas in het menu Bestand weergegeven als de desktopclient is geïnstalleerd.
Naar Evernote verzenden Met de Evernote-invoegtoepassing kunnen gegevens rechtstreeks vanuit Nitro Pro 10 naar Evernote worden verzonden. Deze gegevens variëren van volledige PDF-bestanden tot stukjes en beetjes tekst en afbeeldingen.
PDF-bestand naar Evernote verzenden 1. Controleer dat de Evernote-desktopclient op uw computer is gestart. 2. Open een PDF-bestand in Nitro Pro 10. 3. Klik in het menu Bestand op Naar Evernote verzenden.
Geselecteerde tekst naar Evernote verzenden 1. 2. 3. 4.
Controleer dat de Evernote-desktopclient op uw computer is gestart. Open een PDF-bestand in Nitro Pro 10. Selecteer een regel of alinea met gebruik van de functie Selecteren. Kik met uw rechtermuisknop op de geselecteerde tekst en selecteer Naar Evernote verzenden.
Afbeelding naar Evernote verzenden 1. 2. 3. 4.
Controleer dat de Evernote-desktopclient op uw computer is gestart. Open een PDF-bestand in Nitro Pro 10. Selecteer een afbeelding met de functie Selecteren. Kik met uw rechtermuisknop op de geselecteerde afbeelding selecteer Naar Evernote verzenden.
231
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen Met PDF-bestanden kunt u een verzameling verschillende bestanden van diverse bronnen gemakkelijk samenvoegen en op nauwkeurige en betrouwbare wijze met anderen delen. Met Nitro Pro 10 kunt u rapporten, spreadsheets, presentaties en nog veel meer tot één taak samenvoegen. l
Bestanden samenvoegen in PDF
Daarnaast beschikt u met Nitro Pro 10 over een complete set gereedschappen voor het opstellen en rangschikken van pagina's in PDF-bestanden, waaronder: l l l l l l l
232
Pagina's bijsnijden of vergroten/verkleinen Pagina's draaien Pagina's ophalen Pagina's verwijderen Pagina's verplaatsen, rangschikken of in een andere volgorde zetten Pagina's invoegen Pagina's splitsen
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bestanden samenvoegen in PDF Met Nitro Pro 10 kunt u PDF-bestanden en andere bestandstypen samenvoegen, zolang er een programma op uw computer is geïnstalleerd waarmee u dat bestandstype kunt weergeven. Andere typen bestanden worden door Nitro Pro 10 op de achtergrond naar PDF-indeling geconverteerd, waarna alle PDF-bestanden in de opgegeven volgorde worden samengevoegd.
Bestanden samenvoegen in PDF vanuit een map of vanaf het bureaublad 1. 2. 3. 4. 5.
Open de map met de bestanden die u wilt samenvoegen. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op de gewenste bestanden. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Ondersteunde bestanden samenvoegen in Nitro Pro. Klik op Op en Neer om de bestanden in de gewenste volgorde te zetten. Selecteer een optie in de lijst PDF-bestanden maken. Hierbij gelden de volgende richtlijnen: l Als het document een goede afdrukkwaliteit moet hebben, selecteert u Voor afdrukken. l Als de afdrukkwaliteit minder belangrijk is dan de bestandsgrootte, selecteert u Voor kantoor. l Als de bestandsgrootte beperkt moet blijven, selecteert u Voor web. 6. Selecteer in de lijst PDF opslaan naar op welke locatie u het bestand wilt opslaan. 7. Klik op Maken.
Bestanden in Nitro Pro samenvoegen in PDF 1. Klik in het tabblad Home in de groep Maken op Samenvoegen. 2. Klik in het dialoogvenster Bestanden samenvoegen op de knop Bestanden toevoegen. Selecteer en rangschik de bestanden die u wilt converteren en klik daarna op Openen. 3. Selecteer en sleep de bestanden om ze in de volgorde te plaatsen waarin ze worden samengevoegd l U kunt de weergave wijzigen van een Lijst in Miniaturen door op de knop onder de bestandsverkenner te klikken. De zoomfuncties werken alleen wanneer de miniatuurweergave wordt gebruikt. 4. Klik op de knop Instellingen om een van de volgende opties te kiezen. U moet een afweging maken tussen bestandsgrootte en afdrukkwaliteit. l Als het document een goede afdrukkwaliteit moet hebben, selecteert u Voor afdrukken. l Als de afdrukkwaliteit minder belangrijk is dan de bestandsgrootte, selecteert u Voor kantoor. l Als de bestandsgrootte beperkt moet blijven, selecteert u Voor web. 5. In de mappenlijst selecteert u de locatie waar u het bestand wilt opslaan. 6. Klik op Maken.
233
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Pagina's opstellen Het deelvenster Pagina's kan het rangschikken van pagina's in uw PDF-documenten een stuk gemakkelijker maken. Wanneer u dit deelvenster opent, ziet u een miniatuur van elke pagina, zodat u snel de gewenste pagina's kunt vinden en selecteren. Het deelvenster wordt links van het applicatievenster weergegeven.
U kunt op een van de volgende manieren toegang krijgen tot de functies voor het rangschikken van pagina's: 1. Ga op het tabblad Bewerken naar het groepsmenu Pagina's. 2. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het applicatievenster) en klik vervolgens met de rechtermuisknop op een willekeurige pagina in het deelvenster Pagina's.
234
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Pagina's bijsnijden, vergroten of verkleinen Met het hulpmiddel Bijsnijden kunt u een deel van een pagina selecteren dat u wilt behouden. De delen buiten uw selectie worden dan verwijderd. Zo voorkomt u pagina's met onnodige informatie en zorgt u dat alle pagina's de juiste afmetingen hebben. U kunt pagina's visueel bijsnijden via het hulpmiddel Bijsnijden. Daarna kunt u het bijgesneden gebied verder aanpassen via het dialoogvenster Pagina's bijsnijden.
Ga als volgt te werk om pagina's bij te snijden met het hulpmiddel Bijsnijden: 1. Klik in de groep Pagina's op het tabblad Bewerken op Bijsnijden 2. Voer een van de volgende handelingen uit: l Klik op een pagina en sleep met de muis om het snijgebied te markeren. Laat de muisknop los om de pagina bij te snijden l Klik één keer op de pagina en sleep vervolgens één van de randen of hoek naar de gewenste locatie om het gewenste gebied uit te snijden 3. Dubbelklik in het snijgebied 4. Pas in het dialoogvenster Pagina's bijsnijden de snijmarges aan en voer zo nodig extra pagina's in die u wilt bijsnijden 5. Klik op Bijsnijden
Ga als volgt te werk om pagina's bij te snijden met het Het dialoogvenster Bijsnijden: 1. Klik in de groep Pagina's op het tabblad Bewerken op Bijsnijden 2. Klik één keer op een pagina om deze te selecteren en dubbelklik vervolgens ergens op de pagina 3. Pas in het dialoogvenster Pagina's bijsnijden de snijmarges aan en voer zo nodig extra pagina's in die u wilt bijsnijden 4. Klik op Bijsnijden OPMERKING: raadpleeg de rubriek Eenheden en raster onder Voorkeuren om de maateenheden die door het hulpmiddel Bijsnijden worden getoond aan te passen
235
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Pagina's draaien Vaak is de mogelijkheid om pagina's te draaien nodig wanneer een document zowel staande als liggende pagina's bevat en de tekst op het scherm verticaal en horizontaal wordt weergegeven. Een PDFdocument kan bijvoorbeeld meerdere pagina's met tekst bevatten, gevolgd door een tabel of grafiek die zo is geplaatst dat de tekst op z'n kant staat. Nitro Pro 10 biedt u de mogelijkheid om pagina's te draaien in stappen van 90°. U kunt pagina's op twee manieren draaien: l
l
Draaien terwijl u de pagina bekijkt: deze optie biedt u de mogelijkheid om alle pagina's in het PDF-document dat u op dit moment bekijkt tijdelijk te draaien Permanent draaien: deze optie biedt u de mogelijkheid om één of meer pagina's in een document te draaien en om uw wijzigingen daarna op te slaan
Ga als volgt te werk om een PDF-document tijdelijk te draaien terwijl u het bekijkt: 1. Klik op het tabblad Home onder Weergave op Weergave draaien Opmerking: deze wijziging in de paginarichting wordt niet opgeslagen wanneer u het document sluit
Ga als volgt te werk om pagina's in een PDF-document permanent te draaien: 1. Klik op het tabblad Bewerken onder Pagina's op Draaien 2. Klik net zolang op de miniatuurweergave met het voorbeeld tot de pagina goed is gedraaid 3. Geef op welke pagina's u wilt draaien en klik vervolgens op Draaien
Om Ga als volgt te werk om een pagina automatisch recht te trekken: Soms kun je een gescand document tegenkomen waarvan de pagina's scheef werden opgeslagen in het PDF-bestand. De functie 'Automatisch rechttrekken' detecteert de tekstrichting en lijnt deze uit met de paginaranden, waardoor u de tekst gemakkelijker kunt lezen en kunt omzetten in bewerkbare tekst. 1. Een PDF-bestand met scheve pagina's openen in Nitro Pro 2. Klik in het lint Beoordelen onder Geavanceerd op Automatisch rechttrekken
236
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Pagina's ophalen Met Nitro Pro 10 kunt u een of meer pagina's uit een PDF-document ophalen en snel een nieuw document met deze pagina's maken. Wanneer u de pagina's hebt opgehaald, kunt u ze desgewenst verwijderen uit het originele PDF-bestand.
Pagina's ophalen 1. 2. 3. 4.
237
Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Ophalen. Selecteer het gewenste paginabereik in het dialoogvenster Pagina's ophalen. Schakel desgewenst het selectievakje Opgehaalde pagina's verwijderen in. Klik op Ophalen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Pagina's verwijderen In Nitro Pro 10 kunt u snel een of meer pagina's uit uw PDF-document verwijderen. Hiervoor gebruikt u het deelvenster Pagina's of de functie Pagina's verwijderen.
Pagina's verwijderen met de functie Pagina's verwijderen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Verwijderen. 2. Selecteer het gewenste paginabereik in het dialoogvenster Pagina's verwijderen. 3. Klik op Verwijderen.
Pagina's verwijderen via het deelvenster Pagina's 1. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het applicatievenster) om het deelvenster Pagina's weer te geven. 2. Houd CTRL ingedrukt en klik in het deelvenster Pagina's op de gewenste pagina's. 3. Kik met de rechtermuisknop op de selectie en selecteer Pagina's verwijderen. 4. Selecteer het gewenste paginabereik in het dialoogvenster Pagina's verwijderen. 5. Klik op Verwijderen.
238
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Pagina's in een andere volgorde zetten U kunt pagina's in uw PDF-bestanden gemakkelijk opnieuw rangschikken met de functies in Nitro Pro 10. In het deelvenster Pagina's kunt u de pagina's eenvoudig in de gewenste volgorde slepen.
De volgorde van pagina's wijzigen in het deelvenster Pagina's 1. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het applicatievenster) om het deelvenster Pagina's weer te geven. 2. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Pagina's: l Als u één pagina wilt selecteren, klikt u op de pagina. l Als u meerdere niet-opeenvolgende pagina's wilt selecteren, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt en klikt u op de respectieve pagina's. l Als u opeenvolgende pagina's wilt selecteren, klikt u op de achtergrond van het deelvenster Pagina's en sleept u een rechthoek rond de gewenste pagina's. 3. Sleep de geselecteerde pagina('s) naar de gewenste positie in het document.
239
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Pagina's invoegen Met Nitro Pro 10 kunt u pagina's uit meerdere PDF-bestanden combineren in één bestand. Wanneer u pagina's invoegt, kunt u kiezen of u een volledig document of alleen een serie pagina's wilt invoegen.
Ga als volgt te werk om pagina's in een PDF-bestand in te voegen: 1. 2. 3. 4.
Klik op het tabblad Bewerken, in de groep Pagina's, op Invoegen Selecteer in het dialoogvenster Openen welk document u wilt invoegen Klik op Openen Selecteer in het dialoogvenster Pagina's invoegen uit de beschikbare pagina's welke pagina's u wilt invoegen 5. Klik op Invoegen OPMERKING: u kunt vanuit Windows Verkenner rechtstreeks een PDF-bestand naar het deelvenster Pagina's slepen, zodat het bestand op de exacte positie tussen de andere pagina's in uw PDF-bestand wordt geplaatst
Ga als volgt te werk om pagina's uit een ander PDF-document te kopiëren: 1. Open de bron- en doelbestanden in Nitro Pro 2. Zorg dat u het bronbestand voor u hebt en open het deelvenster Pagina's om de miniatuurweergaven van de pagina te bekijken 3. Zoek de pagina die u wilt kopiëren en sleep deze dan als volgt naar het tweede PDF-bestand: 1. Klik op de miniatuurweergave van de pagina en houd deze vast 2. Sleep de miniatuurweergave naar het tabblad van het doeldocument 3. Blijf de miniatuurweergave naar het deelvenster Pagina's verplaatsen en laat de miniatuurweergave pas los als deze op de gewenste positie is 4. Klik in het menu Bestand op Opslaan om de nieuwe pagina in het document op te slaan
240
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Pagina's splitsen De functie voor het splitsen van pagina's voorziet in geavanceerde hulpmiddelen waarmee u pagina's in bestaande PDF-bestanden kunt kopiëren en tot nieuwe PDF-bestanden kunt samenvoegen. De functie omvat de volgende opties: l l l
Splitsen in groepen pagina's Splitsen op bladwijzers Splitsen op paginabereik
Navigatieproblemen voorkomen Een veelvoorkomend probleem bij het splitsen van PDF-bestanden is dat de verbinding tussen de koppelingen en hun eindpunt wordt verbroken, omdat de koppelingen niet meer in het oorspronkelijke PDF-bestand staan of omdat de pagina's anders gerangschikt zijn. Met de geavanceerde functie voor het bijwerken van de navigatie-elementen worden alle bladwijzers, koppelingen en bestemmingen bijgewerkt om te zorgen dat deze goed blijven werken.
241
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Splitsen in groepen pagina's U kunt PDF-bestanden opsplitsen in een set afzonderlijke PDF's, elk met een specifiek aantal pagina's. Als het originele bestand bijvoorbeeld 30 pagina's bevat en u het splitst in bestanden met elk 5 pagina's, worden 6 PDF's gemaakt.
Een PDF in groepen pagina's splitsen 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen. 2. Klik op de optie In bestanden van en geef op hoeveel pagina's elk nieuw bestand moet bevatten. 3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties: l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave inschakelen. l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken. l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden ondersteunen. l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel bijwerken met naam uitvoerbestand. l Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend. 4. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam: l Als u de oorspronkelijke bestandsnaam als basisbestandsnaam voor de gesplitste bestanden wilt gebruiken, selecteert u Bestandsnaam gebruiken. l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje Bestandsnaam gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam. 5. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren. 6. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap: l Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op Zelfde als bronmap. l Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren. 7. Klik op Splitsen.
242
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Splitsen op bladwijzers U kunt één PDF in meerdere bestanden splitsen op basis van de bladwijzerhiërarchie en bladwijzerniveaus. Dit is vooral handig als uw bladwijzers gebaseerd zijn op de hoofdstukken en paragrafen en de structuur van uw PDF's.
Opmerking: als er geen bestandsnaam is ingesteld wanneer u op bladwijzers splitst, worden de bestandsnamen van de resulterende PDF's afgeleid van de bladwijzertekst.
Splitsen op bladwijzers 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen. 2. Klik op de methode Op bladwijzers en voer het bladwijzerniveau (of de bladwijzerniveaus) in waarop het bestand moet worden gesplitst. 3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties: l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave inschakelen. l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken. l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden ondersteunen. l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel bijwerken met naam uitvoerbestand. l Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend. 4. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam: l Als u de bladwijzernaam als bestandsnaam voor elk gesplitst bestand wilt gebruiken, selecteert u Bestandsnaam gebruiken. l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje Bestandsnaam gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam. 5. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren. 6. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap: l Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op Zelfde als bronmap. l Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren. 7. Klik op Splitsen.
243
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Splitsen op paginabereik De methode voor splitsen op paginabereik biedt extra flexibiliteit bij het splitsen van pagina's. Zo beschikt u over de volgende mogelijkheden: l l l l l l l l
Afzonderlijke pagina's splitsen in een of meer nieuwe bestanden Een paginabereik splitsen in een of meer nieuwe bestanden Pagina's en paginabereiken samenvoegen Paginabereiken scheiden in afzonderlijke uitvoerbestanden Ongewenste pagina's verwijderen Overlappende paginabereiken gebruiken om meerdere bestanden te maken Splitsen in even en oneven pagina's Paginavolgorde omkeren
Door paginanummers te combineren met eenvoudige parameters (komma's, streepjes, puntkomma's, 'odd' en 'even'), kunt u opgeven welke pagina's moeten worden samengevoegd tot een nieuwe PDF en welke pagina's moeten worden gesplitst om een andere PDF te vormen. Parameter
Functie
Voorbeeld
,
paginascheidingsteken
Met 1-20, 30-40 wordt één PDF gemaakt, bestaande uit pagina 1-20 en 30-40.
-
van/tot
1-5 plaatst pagina 1 t/m 5 in een nieuwe PDF.
;
scheidingsteken bestanden
Met 1-20; 21-40 worden twee nieuwe PDF's gemaakt, een met pagina 1-20 en de andere met pagina 21-40.
even
even pagina's
Met 1-20 even wordt één PDF gemaakt met de even pagina's uit het paginabereik 1-20.
odd
oneven pagina's
Met 1-20 odd wordt één PDF gemaakt met de oneven pagina's uit het paginabereik 1-20.
Splitsen op paginabereik 1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen. 2. Klik op de optie Op paginabereik en voer het gewenste paginabereik in. 3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties: l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave inschakelen. l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken. l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden ondersteunen. l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel bijwerken met naam uitvoerbestand.
244
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam: l Als u de oorspronkelijke bestandsnaam als basisbestandsnaam voor de gesplitste bestanden wilt gebruiken, selecteert u Bestandsnaam gebruiken. l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje Bestandsnaam gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap: 1. Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op Zelfde als bronmap. 2. Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren. Klik op Splitsen. l
4.
5. 6.
7.
245
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Batchverwerking U kunt terugkerende taken voor één of meer documenten automatiseren via de optie Batchverwerking. U kunt verschillende bestanden omzetten in een andere bestandsindeling, documenten in batches afdrukken of tekstherkenning voor PDF-bestanden met beeld uitvoeren zodat deze bestanden helemaal doorzoekbaar worden. Ook kunt u aangepaste volgordes instellen om de taken die u regelmatig uitvoert te vereenvoudigen.
Een batchproces uitvoeren Een batchproces bestaat uit één taak die kan worden geautomatiseerd voor verschillende bestanden. Een voorbeeld daarvan is 'Afdrukken'. 1. Klik in het menu Bestand op Batchverwerking 2. Klik met de rechtermuisknop op de lijst Acties en klik vervolgens op Uitvoeren... 3. Selecteer met de knoppen onder Instellingen de map met de benodigde bestanden en de map waarin u de nieuwe bestanden wilt opslaan. 4. Klik op Uitvoeren om het batchproces te laten uitvoeren
Een batchvolgorde uitvoeren Een batchvolgorde bestaat uit een reeks batchprocessen, zoals 'PDF-bestand maken', 'Wachtwoord toepassen', 'Afdrukken'. 1. Klik in het menu Bestand op Batchverwerking 2. Klik met de rechtermuisknop op Actievolgordes en selecteer vervolgens Uitvoeren... 3. Selecteer met de knoppen onder Instellingen de map met de benodigde bestanden en de map waarin u de nieuwe bestanden wilt opslaan. 4. Vink Melding voor overschrijven aan om te worden gevraagd of u een bestand wel of niet wilt overschrijven 5. Klik op Uitvoeren om de batchvolgorde te laten uitvoeren
Een nieuwe batchvolgorde maken 1. Klik in het menu Bestand op Batchverwerking 2. Klik met de rechtermuisknop in de lijst Acties op de actie die u wilt uitvoeren en klik vervolgens op Toevoegen aan volgorde en Nieuw... 3. Dubbelklik in de lijst Actievolgordes op Nieuwe volgorde om de volgorde een naam te geven 4. Druk op Enter om de nieuwe naam te bevestigen 5. Klik daarna opnieuw met de rechtermuisknop in de lijst Acties op een andere actie. Klik daarna op Toevoegen aan volgorde, gevolgd door de naam van uw aangepaste volgorde. Herhaal deze stap voor alle acties die u wilt uitvoeren 6. Klik met de linkermuisknop op een actie in uw volgorde en klik vervolgens op Eigenschappen om de standaardinstellingen voor de actie te configureren 7. Klik met de linkermuisknop op de actievolgorde om deze te selecteren en klik vervolgens op Uitvoeren. U kunt ook op Sluiten klikken om het venster te sluiten
246
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Een batchvolgorde bewerken 1. Klik in het menu Bestand op Batchverwerking 2. Klik met de linkermuisknop op uw actievolgorde om deze te selecteren en klik vervolgens op één van de volgende knoppen: l Klonen: Kopieer de batchvolgorde om deze te gebruiken als sjabloon voor een andere volgorde l Verwijderen: Verwijder de batchvolgorde voorgoed l Hernoemen: Stel een nieuwe naam in voor de batchvolgorde 3. Klik op Omlaag of Omhoog om de volgorde van uw actievolgordes te wijzigen
247
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Toegankelijkheid Tekst naar spraak Visueel gehandicapten kunnen tekst in PDF-bestanden openen met gebruik van de Microsofttechnologie Tekst naar spraak, die in Windows Vista en Windows 7 is geïntegreerd. OPMERKING: Nitro biedt geen ondersteuning voor Tekst naar spraak in versies ouder dan Windows Vista.
Tekst naar spraak starten en stoppen: 1. Open uw PDF-document in Nitro Pro 10. 2. Druk op Ctrl+Enter op uw toetsenbord om Tekst naar spraak in te schakelen. OPMERKING: in het eerste gesproken bericht wordt het huidige paginanummer genoemd, waarna de tekst op die pagina wordt voorgelezen. 3. Druk nogmaals op Ctrl+Enter om Tekst naar spraak te stoppen.
Tekst naar spraak pauzeren en hervatten: 1. Wanneer een pagina wordt voorgelezen, drukt u op de spatiebalk om het voorlezen tijdelijk te stoppen. 2. Druk nogmaals op de spatiebalk om het voorlezen weer te hervatten vanaf het punt waar het werd gestopt.
De vorige of volgende alinea laten voorlezen: l
l
Druk op de rechter Shift-toets+spatie op uw toetsenbord om de huidige alinea over te slaan en naar de volgende alinea te gaan. Druk op de linker Shift-toets+spatie op uw toetsenbord om terug te gaan naar de vorige alinea.
De huidige alinea herhalen: l
Druk op de rechter Ctrl-toets+spatie als u de huidige alinea wilt herhalen.
Tekst naar spraak in Windows configureren: 1. Voer een van de volgende handelingen uit: l Typ "Instellingen voor tekst naar spraak wijzigen" in het zoekvenster van het menu Start in Windows en klik op het eerste resultaat, of: 1. Selecteer Configuratiescherm in het menu Start in Windows. 2. Selecteer Spraakherkenning in het Configuratiescherm. 3. Klik op Tekst naar spraak in de zijbalk. 2. Stel de instellingen voor o.a. stemtype en leessnelheid naar wens in. 3. Klik op Toepassen en vervolgens op OK om het dialoogvenster te sluiten.
248
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
TIP: voor een overzicht van de bedieningselementen voor Tekst naar spraak drukt u op uw toetsenbord op F2.
249
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-documenten afdrukken Met Nitro Pro 10 kunt u uw pdf-documenten afdrukken wanneer u exemplaren op papier nodig hebt voor verdere verwerking of distributie.
Om Een PDF-document afdrukken: 1. Open uw PDF-document in Nitro Pro 10 2. Klik in het menu Bestand op Afdrukken of druk op Ctrl+P. U kunt ook op Afdrukken klikken in de werkbalk Snelle toegang. Het dialoogvenster Afdrukken wordt nu geopend. 3. Geef de volgende afdrukopties op: l Printer: o Naam: Selecteer één van de printers die op uw systeem is geïnstalleerd o Eigenschappen: Configureer de afdrukvoorkeuren voor uw printer o Afdrukken: Kies ervoor om opmerkingen en stempels uit de afdruktaak wel of niet af te drukken. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor meer informatie over aantekeningen en markeringen. o Alleen pagina's met markeringen afdrukken: Pagina's zonder aantekeningen worden genegeerd l Paginabereik: Geef op welke pagina's u wilt afdrukken o Subset: Filter het opgegeven paginabereik: alle, oneven of even l Paginaverwerking: o Schaal aanpassen: U kunt de pagina-inhoud zo vergroten dat de hele afgedrukte pagina wordt gevuld. Ook kunt u te grote pagina's zo verkleinen dat ze op de afgedrukte pagina's passen. Standaard is de optie 'Vergroten' ingeschakeld. Wanneer bepaalde gegevens niet zijn afgedrukt, kunt u de instelling wijzigen in 'Verkleinen'. o Meerdere pagina's: Druk meerdere pagina's af op één vel. o Exemplaren: Druk meerdere exemplaren van een pagina af. o Automatisch draaien en centreren: past de paginarichting automatisch aan het geselecteerde papierformaat aan. o Paginagrootte uit PDF gebruiken: Het papierformaat wordt automatisch geselecteerd op basis van de paginagrootte in het PDF-document. 4. Klik op OK TIP: Blader in het venster Paginavoorbeeld door de pagina's om te zien hoe uw wijzigingen eruit zullen zien.
Om Batches afdrukken: 1. Klik in het menu Bestand op Batchverwerking 2. Klik in de lijst Acties met de rechtermuisknop op Afdrukken en vervolgens op Uitvoeren... 3. Klik in de lijst Actievolgorde één keer op Afdrukken om de functie te selecteren. Klik vervolgens op Eigenschappen 4. Geef de volgende afdrukopties op: l Printer: o Naam: Selecteer één van de printers die op uw systeem is geïnstalleerd o Eigenschappen: Configureer de afdrukvoorkeuren voor uw printer
250
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Afdrukken: Kies ervoor om opmerkingen en stempels uit de afdruktaak wel of niet af te drukken. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor meer informatie over aantekeningen en markeringen. o Alleen pagina's met markeringen afdrukken: Pagina's zonder aantekeningen worden genegeerd l Paginabereik: Geef op welke pagina's u wilt afdrukken o Subset: Filter het opgegeven paginabereik: alle, oneven of even l Paginaverwerking: o Schaal aanpassen: U kunt de pagina-inhoud zo vergroten dat de hele afgedrukte pagina wordt gevuld. Ook kunt u te grote pagina's zo verkleinen dat ze op de afgedrukte pagina's passen. Standaard is de optie 'Vergroten' ingeschakeld. Wanneer bepaalde gegevens niet zijn afgedrukt, kunt u de instelling wijzigen in 'Verkleinen'. o Meerdere pagina's: Druk meerdere pagina's af op één vel. o Exemplaren: Druk meerdere exemplaren van een pagina af. o Automatisch draaien en centreren: past de paginarichting automatisch aan het geselecteerde papierformaat aan. o Paginagrootte uit PDF gebruiken: Het papierformaat wordt automatisch geselecteerd op basis van de paginagrootte in het PDF-document. 5. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan 6. Gebruik de knoppen in het veld Instellingen om een map met de gewenste bestanden te selecteren. Selecteer vervolgens de map waarin de nieuwe bestanden moeten worden opgeslagen (wanneer u afdrukt naar een virtueel afdrukstuurprogramma) 7. Klik op Uitvoeren om de batch af te drukken o
251
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF-documenten per e-mail verzenden Nitro Pro 10 maakt het uiterst eenvoudig om een PDF-bestand per e-mail te verzenden door een nieuw bericht voor u op te stellen en het bestand automatisch als bijlage aan dit bericht te koppelen.
PDF als e-mailbijlage verzenden 1. Open uw PDF-document in Nitro Pro 10. 2. Klik op PDF e-mailen in het menu Bestand. 3. Er wordt nu een e-mail samengesteld in uw standaard e-mailprogramma en uw PDF-document wordt als bijlage bij het bericht gevoegd. 4. Typ het bericht in het berichtvenster van de e-mail en klik op Verzenden.
252
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Acties ongedaan maken en opnieuw uitvoeren Nitro Pro 10 biedt functies waarmee u uitgevoerde handelingen ongedaan kunt maken en de ongedaan gemaakte handelingen opnieuw kunt toepassen.
Handeling ongedaan maken Voer een van de volgende handelingen uit: l Klik op Ongedaan maken in de werkbalk Snelle toegang. l Druk op Ctrl+Z
Meerdere handelingen tegelijk ongedaan maken 1. Klik op de pijl naast Ongedaan maken. In het menu worden de handelingen weergegeven die u ongedaan kunt maken. De laatst uitgevoerde handelingen staan bovenaan. 2. Selecteer de acties die u ongedaan wilt maken. Onderaan het menu wordt het aantal geselecteerde handelingen weergegeven. 3. Klik op de muisknop om de geselecteerde handelingen ongedaan te maken.
Ongedaan gemaakte handeling opnieuw uitvoeren Voer een van de volgende handelingen uit: l Klik op Opnieuw in de werkbalk Snelle toegang. l Druk op Ctrl+Y
Meerdere handelingen tegelijk opnieuw uitvoeren 1. Klik op de pijl naast Opnieuw. In het menu worden de handelingen weergegeven die u opnieuw kunt uitvoeren. De laatst uitgevoerde handelingen staan bovenaan. 2. Selecteer de acties die u opnieuw wilt uitvoeren. Onderaan het menu wordt het aantal geselecteerde handelingen weergegeven. 3. Klik op de muisknop om de geselecteerde handelingen opnieuw uit te voeren.
253
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Voorkeuren Nitro Pro 10 kan naar wens worden geconfigureerd om de instellingen voor weergave, functies en conversie op uw werkproces af te stemmen.
De voorkeuren openen 1. Selecteer Voorkeuren in het menu Bestand. 2. Stel de opties in de twee delen van het dialoogvenster Voorkeuren naar wens in: o De optiecategorieën staan in de kolom aan de linkerkant. Druk op de knop + om de lijst uit te vouwen en de subcategorieën weer te geven. o De opties voor iedere categorie staan in het rechterdeel van het venster.
Uitleg van de voorkeursinstellingen Vormgeving van interface l
l
l
l
l
Kleurenschema: breng wijzigingen aan in het kleurenschema van Nitro tussen wit, grijs of donkergrijs. Tekstgrootte bladwijzers: wijzig de grootte van de labels die in het deelvenster Bladwijzers worden weergegeven. Laatste weergave-instellingen herstellen als documenten opnieuw worden geopend: als u een PDF-document opnieuw opent, gaat u automatisch meteen naar de laatst bekeken pagina en wordt tevens het gebruikte zoomniveau hersteld. Deze instelling is standaard uitgeschakeld en onderdrukt de instellingen van Paginaweergave in het PDF-bestand, waarmee de openingspagina wordt gespecificeerd. Maximumaantal documenten in geschiedenislijst: geef op voor hoeveel recent geopende bestanden het paginanummer en zoomniveau moet worden geregistreerd; het maximum is 25. Maximumaantal documenten in de lijst Laatst gebruikt: geef het aantal documenten op (max. 10) dat in het menu Bestand onder Laatst gebruikte documenten moet worden getoond.
l
Commentaar: Pop-upnotities l l
l
Lettertype: hiermee wordt het standaardlettertype voor pop-upnotities en antwoorden ingesteld. Lettertypegrootte: hiermee wordt de lettertypegrootte van de tekst op pop-upnotities vergroot of verkleind. Transparantie: hiermee stelt u de mate van transparantheid van pop-upnotities in.
Commentaar: Afdrukken en samenvatten De opties voor afdrukken en samenvatten hebben betrekking op de functies Opmerkingen samenvatten en Opmerkingen samenvatten en afdrukken, in het tabblad Controleren. l
l
254
Volgorde commentaar: hier kunt u opgeven hoe de opmerkingen in de samenvattingstabel worden gesorteerd, waaronder de plaats op de pagina, auteur, tijd gemaakt/gewijzigd en type opmerking. Lettertype: hiermee wordt het lettertype voor de informatie in de samenvatting ingesteld. Dit lettertype wordt zowel in de toelichtingen bij de opmerkingen als in de samenvattingstabel gebruikt.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Koptekstgrootte: hiermee wordt de grootte van de koptekst ingesteld. De koptekst wordt langs de bovenkant van iedere toelichting weergegeven en tevens langs de bovenkant van de samenvattingstabel. Hoofdtekstgrootte: hiermee wordt de grootte van het tekstgedeelte ingesteld. Dit is de tekst van de inhoud van de opmerkingen in iedere rij van de samenvattingstabel en de tekst van de opmerking in iedere toelichting. Lijnstijl: hiermee wordt de lijnstijl voor de aanwijzer ingesteld, die van de toelichtingen naar de oorspronkelijke locatie van de opmerking loopt. Paginamarges: hiermee worden de kantlijnen van de pagina's van de samenvatting ingesteld. Met grote kantlijnen is er meer ruimte voor de toelichtingen, terwijl er met kleine kantlijnen meer van de PDF zichtbaar zal zijn. Gegevens opmerkingen afdrukken: als deze optie is ingeschakeld, worden gegevens over de auteur en de tijd en datum dat de opmerking is gemaakt, in de samenvatting vermeld. Pagina's zonder opmerkingen weglaten: als deze optie is ingeschakeld, worden alleen de pagina's met opmerkingen in de samenvatting opgenomen. Dit is vooral nuttig bij grote documenten, aangezien pagina's zonder commentaar worden weggelaten in de weergave op het scherm of de afgedrukte samenvatting, zodat de samenvatting sneller wordt verwerkt. Kader aan de originele pagina toevoegen: als dit is ingeschakeld wordt er een kader om de randen van de originele pagina getekend en komt de samenvattingsinformatie buiten dit kader te staan. Breedte: hiermee wordt de breedte van de tekstvakken voor opmerkingen (rechts op de pagina) ingesteld. Hoogte: hiermee wordt de hoogte van de tekstvakken voor opmerkingen (rechts op de pagina) ingesteld.
PDF vergelijken Visueel vergelijken l
l
Inclusief aantekeningen: legt de visuele gegevens vast uit aantekeningen en neemt deze op in de vergelijking. Pagina's automatisch koppelen: vergelijkt equivalente pagina's ook al staan ze niet in dezelfde volgorde als in het andere document.
PDF vergelijken inhoud vergelijken l l l l
l
Inclusief tekst: zoekt verschillen in de tekst, zowel in de inhouds- en aantekeninglagen. Inclusief afbeeldingen: zoekt verschillen in afbeeldingen en hun ingesloten eigenschappen. Inclusief aantekeningen: zoekt verschillen in aantekeningsmarkeringen en aantekeningen. Markeringskleuren: stel de kleuren in die gebruikt zijn voor het markeren van verwijderde, ingevoegde en vervangen objecten. Pagina's automatisch koppelen: vergelijkt equivalente pagina's ook al staan ze niet in dezelfde volgorde als in het andere document.
Conversie Geavanceerd tekstherstel l l
l l
255
Alle tekst: voer een geavanceerde optische tekstherkenning uit op alle tekst in het document. Alleen probleemtekst: voer alleen een geavanceerde optische tekstherkenning uit op tekst in het document waarvoor dit nodig is. Geen: negeer gedetecteerde tekst waarin zich problemen voordoen. Taal van tekst voor herstel: verbeter de nauwkeurigheid van tekstherstel door de taal van het document op te geven.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
l
Beeldbestanden: gescande documenten worden vóór de conversie door OCR verwerkt, zodat de tekst in beeldbestanden wordt herkend.
Conversie Excel l
l
Tabellen uitvoeren naar: converteer gedecteerde tabellen naar een enkel of meerdere Excelwerkbladen. Bestandsindeling: converteer alle PDF-tabellen naar .xlsx- of .xml-bestanden.
Conversie: Afbeeldingen ophalen l
l
Kleurenafbeeldingen ophalen als: sla opgehaalde kleurenafbeeldingen in de opgegeven bestandsindeling op, of selecteer Optimaal om de afbeeldingen automatisch in de meest geschikte indeling op te slaan. Zwart/wit-afbeeldingen ophalen als: sla opgehaalde zwart/wit-afbeeldingen in de opgegeven bestandsindeling op, of selecteer Optimaal om de afbeeldingen automatisch in de meest geschikte indeling op te slaan.
Conversie: Onbewerkte tekst l
l
Onbewerkte tekst: houd tekst in dezelfde alineastructuur als in het oorspronkelijke document, of verwijder de structuur en exporteer tekst in regels van een aantal tekens, dat u hier kunt opgeven. Kop- en voettekst: hiermee kunt u bepalen of de kop- en voetregels in de originele PDF wel dan niet worden geconverteerd.
Conversie: Word en Rich Text Kop- en voettekst l
l
l
Kop- en voetregels detecteren en herstellen: hiermee worden kop- en voetteksten automatisch gedetecteerd en geconverteerd naar kop- en voetteksten in het geëxporteerde bestand. Verwijderen: inhoud die in kop- en voetteksten is opgenomen, wordt niet in het geëxporteerde bestand opgenomen. Kop- en voetregels niet detecteren: inhoud die als kop- en voettekst wordt gedetecteerd, wordt als normale inhoud geconverteerd en in de hoofdtekst van het geëxporteerde document geplaatst.
Conversie: Word en Rich Text Afbeeldingen l
l
l
l
256
Automatisch verankeren: hiermee wordt automatisch de beste methode voor het verankeren van afbeeldingen bepaald, op basis van het type inhoud dat in de PDF wordt aangetroffen. Aan alinea verankeren: afbeeldingen worden aan de dichtstbijzijnde alinea verankerd. Hierdoor wordt het makkelijker om de inhoud te bewerken, aangezien de afbeeldingen met de alinea mee worden verplaatst. Deze optie werkt goed met de optie 'Hoge bewerkbaarheid (met indeling). Aan pagina verankeren: afbeeldingen worden op een vaste plaats in de geëxporteerde pagina verankerd, op precies dezelfde plaats als in de PDF-pagina. Deze optie werkt goed met de optie 'Nauwkeurig ingedeeld'. Alleen inline-afbeeldingen: hiermee worden alleen afbeeldingen die tussen woorden en op dezelfde letterlijn als de tekst zijn geplaatst, geconverteerd. Andere afbeeldingen worden niet geconverteerd.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Conversie: Word en Rich Text Pagina-indeling l
l
l
l
l
Hoge bewerkbaarheid (met indeling): met deze optie wordt een bestand gemaakt dat redelijk bewerkbaar is, maar waarin tegelijkertijd het uiterlijk van de originele PDF behouden is gebleven. De opmaak van de tekst, grafische afbeeldingen en alinea's wordt allemaal nagebootst en het uitvoerbestand is in kolommen ingedeeld voor visuele overeenkomst met het origineel. Hoge bewerkbaarheid (enkele kolom): met deze optie wordt een bestand geproduceerd dat in hoge mate kan worden bewerkt, inclusief de structuur en indeling van het document. De opmaak van de tekst, grafische afbeeldingen en alinea's wordt allemaal nagebootst, maar er worden geen kolommen gebruikt om de inhoud in te delen. Nauwkeurig ingedeeld: met deze optie maakt u een bestand dat er precies hetzelfde uitziet als de PDF. Hierbij worden tekstkaders gebruikt om de inhoud zo nauwkeurig mogelijk in te delen. Deze optie is ideaal wanneer de visuele kwaliteit van het bestand het belangrijkste is en er weinig of geen wijzigingen aangebracht hoeven te worden. Originele indeling behouden met gebruik van aangepaste tekenafstand: Nitro Pro voegt indien nodig meer spaties in om te zorgen dat de positie van de tekst op de pagina zo nauwkeurig mogelijk is. Pagina's automatisch draaien op basis van tekstrichting: als er op een pagina tekst wordt aangetroffen met een niet-standaard tekstrichting, wordt de pagina gedraaid om de tekst weer horizontaal te zetten.
l
Conversie: Word en Rich Text Tabellen l
Tabellen detecteren: met deze optie wordt inhoud die in de PDF in tabellen is ingedeeld automatisch gedetecteerd en wordt deze in het geëxporteerde bestand naar tabellen geconverteerd.
PDF maken van HTML l
l
l
Kop- en voettekst weergeven: hiermee wordt de kop- en voettekst weergegeven zoals dit op de afgedrukte HTML zou verschijnen. Koptekst: onderdruk de standaard koptekst door uw eigen tekst. Hier kunnen afdrukcodes voor Internet Explorer worden gebruikt. Voettekst: onderdruk de standaard voettekst door uw eigen tekst. Hier kunnen afdrukcodes voor Internet Explorer worden gebruikt.
PDF maken van Microsoft Excel l
l
l
l
257
Koppelingen converteren: converteer alle actieve webkoppelingen naar actieve hyperlinks in het PDF-bestand. Bladwijzer voor ieder blad maken: hiermee wordt een bladwijzer met de naam van ieder veld aan het PDF-bestand toegevoegd. Pagina passend maken: het PDF-paginaformaat wordt aangepast, zodat alle inhoud op één pagina past. Alle bladen opnemen: hiermee worden alle vellen in de conversie naar PDF opgenomen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
PDF maken van Microsoft PowerPoint l
l
l l
Koppelingen converteren: converteer alle actieve webkoppelingen naar actieve hyperlinks in het PDF-bestand. Bladwijzer voor iedere dia maken: hiermee wordt een bladwijzer met de naam van iedere dia aan het PDF-bestand toegevoegd. Dia's inlijsten: hiermee wordt iedere dia in het PDF-bestand ingelijst in een kader. Indeling: kies hoe de dia's in het PDF-bestand gepresenteerd moeten worden.
PDF maken van Microsoft Publisher l
Koppelingen converteren: converteer alle actieve webkoppelingen naar actieve hyperlinks in het PDF-bestand.
PDF maken van Microsoft Word l
l
Koppelingen converteren: converteer alle actieve interne en webkoppelingen naar actieve links in het PDF-bestand. Koppen naar bladwijzers converteren: hiermee worden de koppen in Word gebruikt als bladwijzerstructuur in het PDF-bestand.
Digitale handtekening: Vormgeving Digitale handtekeningen kunnen op eenvoudige wijze worden aangepast, zodat alleen de informatie die u wilt weergeven zichtbaar is. Zo kunt u bijvoorbeeld alleen uw fysieke handtekening weergeven, of uw bedrijfslogo of andere afbeeldingen bij uw handtekening tonen.
Digitale handtekening Tijdstempelservers Voor extra beveiliging kunnen digitale handtekeningen een tijdstempel van een onafhankelijke, vertrouwde instantie bevatten. Nitro Pro 10 kan een tijdstempelserver gebruiken om te garanderen dat de tijdstempel nauwkeurig en veilig is; de systeemklok van een computer kan niet altijd worden vertrouwd, aangezien deze klok door een gebruiker kan worden veranderd.
Formulieren l
l
l l
l
258
Veldwaarden automatisch berekenen: de werking van een PDF-viewer is afhankelijk van het aantal complexe en onderling afhankelijke berekeningen die in een PDF-formulier worden uitgevoerd. Schakel deze voorkeur uit als u dit soort formulieren veel gebruikt, of als u weet dat u een soortgelijk formulier gaat invullen. Formuliervelden markeren: soms is het moeilijk een PDF-formulier in te vullen, omdat het niet altijd meteen duidelijk is welke delen van het bestand moeten worden ingevuld. Als deze voorkeur is ingeschakeld en het formulier wordt in Nitro Pro 10 geopend, worden alle formuliervelden weergegeven met de achtergrondkleur die hier is opgegeven. Markeringskleur: de kleur die wordt gebruikt als Formuliervelden markeren is ingeschakeld. Kleur Verplicht veld: de kleur die wordt gebruikt voor velden die verplicht ingevuld moeten worden als Formuliervelden markeren is ingeschakeld. Dubbelklikken op formulierveld: bij het opstellen van formulieren zijn er twee manieren op de instellingen voor de hoofdeigenschappen en vormgeving te openen: via het contextlint Eigenschappen (aan de bovenkant van het scherm), of via het dialoogvenster Eigenschappen (dat
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
als een apart venster wordt geopend). Met deze voorkeur kunt u kiezen welke methode wordt gebruikt wanneer u dubbelklikt op een formulierveld om dit te bewerken.
Algemeen l
l
l
l
l
l
l
Standaardprogramma's instellen: Windows gebruikt Nitro Pro 10 als het standaardprogramma voor het openen van PDF-bestanden. Toepassingsstatus opslaan om de: PDF-bestanden die geopend zijn als het programma onverwachts wordt afgesloten, worden hersteld in de staat zoals ze voor het laatst zijn opgeslagen. Handje kan tekst en afbeeldingen selecteren: hiermee kunt u het handje gebruiken om alle typen inhoud van het document te selecteren. Afbeeldingen vóór tekst selecteren...: als het document tekst en afbeeldingen bevat die elkaar overlappen, wordt de afbeelding het eerst geselecteerd. Tekst zonder opmaak kopiëren: hiermee wordt tekst zonder de aanwezige opmaak naar het klembord gekopieerd. Tekst met opmaak kopiëren: tekst wordt met de aanwezige opmaak naar het klembord gekopieerd. Altijd de laatste locaties gebruiken... In de dialoogvensters Openen en Opslaan als onthouden welke map als laatste is geopend (niet van toepassing op Worksite and Swiftwriter).
Identiteit l
Sla uw persoonlijke gegevens op, zodat ze gebruikt kunnen worden om automatisch bepaalde velden in te vullen, zoals de aantekeningsgegevens.
Internettoegang l
l l
l
l
l
l
l
Ik wil een lijst vertrouwde sites opgeven: geef een PDF-bestand wel of geen toestemming om verbinding te maken met het internet. Alle websites toestaan: alle PDF-bestanden krijgen onbeperkt toegang tot het internet. Alle websites blokkeren: toegang tot het internet wordt geblokkeerd wanneer een PDF-bestand verbinding probeert te maken. Toegang tot de volgende websites...: typ het adres van een website in het tekstveld en klik op Toestaan om hier onbeperkte toegang aan toe te wijzen. Bewerken: klik op het adres van een website in de uitzonderingenlijst en klik dan op Bewerken om dit adres te wijzigen. Verwijderen: klik op het adres van een website in de uitzonderingenlijst en klik dan op Verwijderen om dit adres uit Toegangsbeheer te verwijderen. Altijd vragen: voor PDF-bestanden die verbinding maken met websites die niet in Toegangsbeheer zijn opgegeven, is goedkeuring vereist. Toegang blokkeren: hiermee wordt de toegang van PDF-bestanden tot alle websites die niet in Toegangsbeheer staan, geblokkeerd.
JavaScript l
259
JavaScript uitschakelen: sommige PDF-documenten bevatten ingesloten JavaScript dat gevaren voor de beveiliging veroorzaakt. Schakel het selectievakje JavaScript uitschakelen in om JavaScript om beveiligingsredenen uit te schakelen of om aan het ICT-beleid van uw bedrijf te voldoen.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Meten l
l
Kalibratieopties: schakel het selectievakje in zodat er geen bericht wordt weergegeven voordat het kalibratieproces begint. Uitlijnen: bepaal de punten en paden waarop de muisaanwijzer wordt uitgelijnd.
Meldingen l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Uitgebreide knopinfo tonen: toont gedetailleerde informatie over een gereedschap wanneer u met de muis de betreffende knop aanwijst. Toelichting tonen boven dialoogvensters: hiermee wordt de samenvatting met de beschrijving van de functie van een dialoogvenster getoond of verborgen. WebDav-gerelateerde infobalkberichten tonen: toont een bericht in de infobalk als netwerkproblemen van invloed zijn op het openen en verwerken van het PDF-bestand. Informatiebalk tonen als document formuliervelden bevat: toont een bericht in de infobalk wanneer u een PDF-document met interactieve formuliervelden opent. Informatiebalk tonen als JavaScript wordt gedetecteerd, maar is uitgeschakeld in Voorkeuren: toont een bericht in de infobalk om u te helpen herinneren JavaScript in te schakelen om het scriptonderdeel van een PDF-bestand te openen. Informatiebalk tonen als document is gecertificeerd: toont een bericht in de infobalk wanneer u een gecertificeerd PDF-document opent. Informatiebalk tonen als document is beveiligd: toont een bericht in de infobalk wanneer u een PDF-document met beveiligingsbeperkingen opent. Infobalkberichten over ingesloten lettertypen tonen: geeft bij het bewerken van tekst informatie over ingesloten lettertypen en het gebruik ervan. Informatiebalk tonen als het een beeldbestand of gescand document is: toont een bericht als het PDF-bestand een gescand document is, of als dit tekst in beeldformaat bevat. Informatiebalk tonen als het een beeldbestand of gescand document is: toont een bericht als u een document opent dat bestaat uit gescande beelden of snapshots. Toelichting tonen... de toelichtingen weergeven in de kop van verschillende dialoogvensters.
l
OCR l
l
l
l
l
260
Schuine beelden corrigeren: hiermee wordt alle tekst die in het document schuin of scheef staat, rechtgezet. (Dit wordt veelal veroorzaakt doordat het document niet goed is uitgelijnd tijdens het scannen.) Vaste drempelwaarde: om tekst van een achtergrond te kunnen onderscheiden, wordt het histogram van een beeld geanalyseerd. Met een vaste drempelwaarde wordt dezelfde eindwaarde op het gehele beeld toegepast, in plaats dat de tekst dynamisch wordt gezocht. De percentages geven het punt aan waarop het contrast tussen zwart en wit ideaal is om tekst te herkennen, waarbij 0% volledig zwart is en 100% volledig wit. Deze instelling wordt aanbevolen voor beelden met variërende achtergronden, of met achtergronden waarvan de tint of kleurschakering verandert. Voor algemenere OCR-handeling wordt u aanbevolen de vaste drempelwaarde uit te schakelen. Tekstrichting detecteren: pagina's die 90, 180 of 270 gedraaid zijn, worden automatisch gecorrigeerd. Kleurenbeeld afvlakken: gebruik deze optie om de kleuren van het beeld af te vlakken, om artefacts van de JPEG-comprimering te verwijderen en de herkenning te verbeteren. Taal: selecteer de taal die gebruikt moet worden voor tekstherkenning.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
l
l
l
Kwaliteit: l Laag (snel): dit is de ideale optie als de tekst op het gescande document helder en duidelijk te herkennen is. Met deze instelling worden scans snel uitgevoerd. l Middelmatig (medium): met deze optie wordt de herkenning nauwkeuriger uitgevoerd dan met Laag en duurt het scannen enigszins langer. l Hoog (langzaam): deze instelling is geschikt voor het scannen van tekst die moeilijk te herkennen is. Met deze instelling worden complexere methoden voor tekstherkenning toegepast en duurt het scannen merkbaar langer. Beelden verkleinen: als onderdeel van de OCR-bewerking kunt u de resolutie van uw gescande beelden verlagen, zodat het uitgevoerde PDF-document kleiner is. Door uw bestand te verkleinen wordt uw document minder goed leesbaar. Beeldcompressiefactor: hoe hoger de comprimering van een beeld, des te kleiner het resulterende PDF-bestand is.
Paginaweergave l
l
l
l
l
Standaardpag.weergave: geef op hoe pagina's worden weergegeven voor PDF-bestanden die geen vooraf gedefinieerde paginaweergave hebben. Standaard zoom: geef het zoomniveau op voor PDF-bestanden waarvoor de vergroting/verkleining niet vooraf is gedefinieerd. Standaardinst. dubbele pag.: geef op of de eerste pagina van een PDF-bestand links of rechts moet verschijnen als de optie Dubbele pagina's wordt gebruikt. Paginadraaiing negeren voor kop- en voetteksten en watermerken: als de hoofdpagina is gedraaid, blijven kop- en voetteksten of watermerken in hun oorspronkelijke stand staan. Lijndikten negeren: alle lijnen in een PDF-bestand krijgen allemaal de minimale dikte, om de kwaliteit van de weergave te verbeteren.
Invoegtoepassingsbeheer l
Invoegtoepassingsbeheer: geeft een lijst van invoegtoepassingen weer die u kunt in- of uitschakelen voor Nitro Pro 10
QuickSign l
QuickSign-handtekening omzetten in zwart/wit: afbeeldingen die als QuickSignhandtekeningen zijn geïmporteerd, worden hiermee automatisch omgezet in zwart/wit.
Spellingcontrole l
l
Spellingcontrole inschakelen: spelfouten worden gemarkeerd en correcties worden gesuggereerd voor alle tekst, inclusief aantekeningen. Standaardtaal instellen: stel de standaardtaal in voor de woordenlijst die gebruikt wordt voor de spellingcontrole.
Eenheden en raster l
l l
l
261
Standaardeenheden: geef de standaardmaateenheden, zoals paginamarges, op die in de gereedschappen moet worden gebruikt. Raster tonen: hiermee toont of verbergt u het raster in het documentvenster. Uitlijnen op raster: als u de plaats van voorwerpen zoals plakbriefjes en tekst verandert, zullen ze met deze functie automatisch op de dichtstbijliggende rasterlijn worden uitgelijnd. Rasterlijnkleur: hiermee stelt u de kleur van de rasterlijnen in.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
l
Rasterafmetingen: geef de afmetingen voor het raster op (hoogte, breedte, rasterafstand, onderverdelingen).
TIP: u kunt de maateenheden voor de rasterwaarden wijzigen door de instelling Standaardeenheden te wijzigen, die ook in het gedeelte Eenheden en raster is te vinden.
262
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Help-opties In het tabblad Help van Nitro Pro 10 vindt u verschillende functies, waarmee u toegang krijgt tot de productdocumentatie en andere online hulpbronnen, zoals de Knowledge Base en het gebruikersforum.
De groepen in het tabblad Help Help l
l
Gebruikershandleiding: hiermee wordt de handleiding die u nu leest geopend. U kunt dit document ook openen door op F1 te drukken. Productrondleiding: in de Nitro Pro 10 Productrondleiding vindt u een korte samenvatting en leert u hoe u de meest voorkomende taken uitvoert.
Online support l
l
l
l
Knowledge Base: hiermee wordt uw standaard webbrowser gestart en wordt automatisch de online Knowledge Base geopend, waarin u oplossingen voor bekende problemen en gedetailleerde uitleg van andere concepten kunt vinden. Vraag stellen: hiermee krijgt u toegang tot de online gemeenschap van gebruikers van Nitro Pro 10. U kunt deelnemen aan gesprekken over PDF-technologieën en andere onderwerpen die in de PDF-wereld spelen. Ideeën delen: heeft u ideeën voor verbeteringen aan Nitro Pro 10? Wij stellen uw suggesties zeer op prijs en streven ernaar om alle ideeën voor verbetering van het product te integreren. Bugs doorgeven: met deze functie kunt u bugs of problemen die u ondervindt melden.
Product l
l
l
Support-functies: een reeks functies voor het oplossen van problemen met Nitro Pro 10 en he opnieuw installeren van de afzonderlijke onderdelen, zoals Nitro PDF Creator. Op updates controleren: controleer of er updates beschikbaar zijn, of dat u de nieuwste versie gebruikt van Nitro Pro 10 Info over Nitro Pro: hier kunt u informatie over de softwareversie, de webadressen van Nitro en de licentie bekijken.
Demo verlopen (verschijnt alleen als Nitro Pro 10 niet is geactiveerd) l
Nu online kopen: hiermee kunt u een licentie voor Nitro Pro 10 kopen bij de online winkel van Nitro (internetverbinding vereist).
Licentieverlening (verschijnt alleen als Nitro Pro 10 is geactiveerd) l
Volumelicenties: meer informatie over hoe u het beste licentiepakket voor Nitro Pro 10 krijgt, voor gebruik in het hele bedrijf.
Onverwachte afsluiting Storingsrapport Als er een probleem optreedt in Nitro Pro 10 en het programma wordt gesloten, wordt er een gedetailleerd storingsrapport verzonden. Aan de hand hiervan kunnen de technici van Nitro het
263
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
probleem verder onderzoeken. Na een storing kan de volgende informatie worden verzonden: l l
l l
Gedetailleerd rapport: wordt automatisch gegenereerd. Optionele samenvatting: een korte beschrijving van de manier waarop u Nitro Pro 10 gebruikte toen de storing zich voordeed. Uw e-mailadres: zodat ons ondersteuningsteam u op de hoogte kan houden van het probleem. De PDF delen.... upload het PDF-bestand dat in Nitro Pro 10 was geopend toen de storing zich voordeed.
AutoHerstel bij storing Nitro Pro 10 herstelt zich na een onverwachte afsluiting en zorgt dat u weer kunt doorgaan op het punt waarop de storing zich voordeed. Na een onverwachte afsluiting worden de volgende onderdelen automatisch hersteld: l
l
l
Geopende PDF-bestanden: alle PDF-bestanden die geopend waren op het moment van de storing, worden automatisch geopend wanneer het programma weer wordt gestart. Nitro Pro 10 Weergavestatus: herstelde PDF-bestanden worden op dezelfde pagina, op hetzelfde focuspunt en met hetzelfde zoomniveau weergegeven. Niet opgeslagen wijzigingen: zelfs als u uw werk niet had opgeslagen voordat de storing in Nitro Pro 10 optrad, blijven alle niet opgeslagen wijzigingen in uw PDF-bestand bewaard.
OPMERKING: verdere informatie over het in- en uitschakelen van AutoHerstel kunt u vinden in het hoofdstuk Voorkeuren in deze gebruikershandleiding.
264
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Product Tour In het Nitro Pro 10 Product Tour vindt u een korte samenvatting en leert u hoe u de meest voorkomende taken uitvoert. Dit is het ideale beginpunt voor nieuwe gebruikers om bekend te raken met het programma. Het venster Product Tour wordt automatisch geopend wanneer u Nitro Pro 10 voor het eerst start, en kan tevens handmatig worden geopend en permanent worden in- of uitgeschakeld.
Product Tour openen 1. Klik op het tabblad Help in de groep Help op Product Tour.
Het venster Product Tour niet weergeven bij opstarten 1. Open het Product Tour. 2. Klik op het selectievakje Niet weergeven bij opstarten in de rechterbovenhoek van het venster.
265
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Online-Help Met vragen of problemen kunnen gebruikers terecht bij de Nitro-hulpbronnen hieronder, die toegankelijk zijn via http://www.nitropdf.com/support/. l
l
266
Knowledge Base. Biedt een archief van veelgestelde vragen en oplossingen voor problemen. Stel een nieuwe vraag, meld een probleem of draag een idee voor verbetering aan. Premium Support. Voor hulp kunt u rechtstreeks contact opnemen met de medewerkers van ons supportteam. Bij alle aankopen krijgt u 30 dagen gratis toegang tot Premium Support, en bij aanschaf van softwareverzekering krijgt u 12 maanden onbeperkt toegang.
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Support-functies De Support-functies bieden u een snelle methode voor het verzamelen van technische gegevens die van pas kunnen komen wanneer u de hulp van het Nitro PDF-ondersteuningsteam inroept. U kunt de Support-functies ook gebruiken om de printer Nitro PDF Creator opnieuw te installeren of om de Microsoft Office-invoegtoepassingen bij te werken.
Technische gegevens verzamelen 1. Klik in het tabblad Help in het groepsmenu Product op Support-functies. 2. Klik op de knop Opslaan naar bestand in het dialoogvenster Gereedschappen voor ondersteuning. 3. Selecteer een locatie voor het bestand van de Support-functies en klik op Opslaan. 4. Verzend het zojuist opgeslagen ZIP-bestand samen met uw vraag of probleemmelding.
De printer Nitro PDF Creator opnieuw installeren 1. Klik in het tabblad Help in het groepsmenu Product op Support-functies. 2. Klik in het tabblad PDF maken op Nitro PDF Creator 2.
Microsoft Office-invoegtoepassingen bijwerken 1. Klik in het tabblad Help in het groepsmenu Product op Support-functies. 2. Selecteer op het tabblad PDF maken de gewenste Microsoft Office-invoegtoepassingen. 3. Klik op Invoegtoepassingen bijwerken.
267
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Bijlage In de volgende onderwerpen wordt achtergrondinformatie gegeven over Nitro Pro 10 en tevens enige technische informatie over PDF-bestanden: l Aantekeningenlaag en inhoudslaag l Ingesloten lettertypen
268
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Aantekeningenlaag en inhoudslaag In een PDF-bestand ligt de aantekeningenlaag boven de inhoudslaag, te vergelijken met een glasplaat op een gedrukt vel papier. De inhoudslaag bevat afbeeldingen, formuliervelden en het grootste deel van de tekst. Als u een Worddocument naar PDF converteert, bevat de inhoudslaag de inhoud die de oorspronkelijke auteur heeft geschreven. Veel PDF-bestanden bevatten uitsluitend een inhoudslaag. Commentaar en markeringen worden hier in een aparte laag, de aantekeningenlaag, overheen gelegd. Aantekeningen zijn gescheiden van de hoofdinhoud van de pagina in het PDF-bestand. Ze kunnen worden bewerkt, verplaatst of verwijderd zonder dat dit van invloed is op de inhoud van de inhoudslaag. Wanneer een PDF-bestand wordt opgeslagen, worden de aantekeningenlaag en de inhoudslaag in hetzelfde bestand opgeslagen, maar als afzonderlijke objecten. Zo kan iedereen de aantekeningen op eenvoudige wijze veranderen zonder hiermee de inhoud te veranderen. OPMERKING: aantekeningen omvatten de volgende objecten, die u via het tabblad Controleren kunt beheren: l Notities l Vormen: pijl, rechthoek, ovaal, lijn, wolk, veelhoek, veelhoekslijn l Tekeningen l Tekstvakken l Toelichtingen l Stempels l Tekst typen l Formuliervelden l Koppelingen
Voorbeelden l l
Wijzigingen aan een briefhoofd veranderen de inhoudslaag van het document. Functies zoals het invullen van informatie in formulieren en uw handtekening toevoegen worden in de aantekeningenlaag uitgevoerd. Het formulier zelf, bijvoorbeeld onderdelen zoals 'Naam' en 'Adres', wordt hiermee niet permanent gewijzigd.
TIP: u kunt in een oogopslag zien welke delen van een PDF-document in de aantekeningenlaag zitten: l Als u het Handje of het selectiegereedschap over een aantekening beweegt, verandert de vorm van de cursor in een zwarte pijl. l Als u op een aantekening klikt, worden de randen van de aantekening aangegeven met een begrenzingsvak met rode selectiegrepen. l Klik en sleep de aantekening als u deze wilt verplaatsen.
269
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatsen Tekst kan op de volgende manieren van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag worden verplaatst, m.a.w. worden 'afgevlakt': l Selectie afvlakken: de geselecteerde tekst wordt van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatst l Alles afvlakken: alle inhoud wordt van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatst l Opslaan als --> Afgevlakte PDF: hiermee worden alle aantekeningen in het document naar de inhoudslaag verplaatst en wordt de PDF in één enkele stap afgevlakt en opgeslagen in het opgegeven bestand
Afdrukopties Als u een PDF-bestand afdrukt, wordt standaard de inhoudslaag afgedrukt. Het afdrukken van de aantekeningenlaag is optioneel. U kunt selecteren of u alleen het document wilt afdrukken, het document met de tekstmarkeringen, of het document en de stempels. Verdere informatie over het beheren van tekst in de aantekeningenlaag en in de inhoudslaag kunt u vinden in Tekst toevoegen of bewerken.
270
©Nitro
Nitro Pro 10 - Gebruikershandleiding
Ingesloten lettertypen Lettertypen insluiten Afhankelijk van de instellingen die tijdens het maken van een PDF-bestand zijn gebruikt, kunnen de eigenschappen van lettertypen sterk variëren. Dit kan uw mogelijkheid om met tekst in het PDF-bestand te werken, sterk beïnvloeden. Vooral PDF's met subset-lettertypen kunnen problemen veroorzaken wanneer er nog enkele laatste correcties nodig zijn. Door lettertypen in te sluiten, kan het PDF-bestand nauwkeurig op het scherm worden weergegeven en worden afgedrukt. Als u bij het bewerken van een PDF-bestand een bepaald lettertype wilt gebruiken, moet dit op uw systeem zijn geïnstalleerd. In PDF-bestanden kunnen drie niveaus van insluiting worden gebruikt: l Geen insluiting. Zonder ingesloten lettertypen ontstaan de kleinste bestanden, aangezien er geen lettertypen in de PDF zijn opgeslagen. Het nadeel is echter dat de PDF er op andere schermen totaal anders uit kan zien, afhankelijk van de gebruikte lettertypen. Wanneer populaire lettertypen in een PDF zijn gebruikt (zoals Times New Roman, Arial, Times, Courier en Symbol), zal de PDF er ongeveer hetzelfde uitzien als het origineel, aangezien deze lettertypen op praktisch elke computer zijn geïnstalleerd. Gebruikt u echter een speciaal lettertype dat uw ontvangers niet op hun systeem hebben, dan zal uw document er heel anders uitzien dan het bestand dat u hebt samengesteld. l Subset insluiten. Hiermee wordt alleen het deel van ieder lettertype ingesloten dat in het brondocument is gebruikt, dus alleen die tekens die nodig zijn om het origineel te reproduceren. Aangezien slechts een deel van het hele lettertype in de PDF is ingesloten, kunnen tekens die niet in de originele PDF zijn ingesloten, niet worden getypt. Als u bijvoorbeeld probeert de letter X in te voeren terwijl deze letter niet in het originele document voorkomt, wordt deze letter niet ingevoegd. De reden waarom gebruik wordt gemaakt van ingesloten subsets, is dat gebruikers willen dat hun bestanden er precies zo uitzien als ze zijn ontworpen en tegelijkertijd zo klein mogelijk blijven; een volledig ingesloten lettertype maakt het bestand aanzienlijk groter. l Lettertype insluiten. Het hele lettertype wordt in de PDF ingesloten. Dit vergroot het PDFbestand, maar het is wel de beste optie als de tekst rechtstreeks in de PDF moet kunnen worden bewerkt, aangezien alle lettertype-informatie beschikbaar is. TIP: Als u een overzicht van alle lettertypen in een PDF en de methoden van insluiting wilt weergeven, drukt u op Ctrl+D of klikt u met de rechtermuisknop (met het Handje) op een willekeurige plaats in het document en selecteert u Documenteigenschappen. Selecteer het tabblad Lettertypen in het dialoogvenster Documenteigenschappen. Als u de lettertype-eigenschappen van geselecteerde tekst in een PDF wilt bekijken, klikt u met de rechtermuisknop op de tekst terwijl het gereedschap Bewerken actief is, en selecteert u Eigenschappen bewerken. Het dialoogvenster Teksteigenschappen wordt weergegeven. Onder aan het venster wordt informatie over ingesloten lettertypen weergegeven.
271
©Nitro