NHL Hogeschool Financial Services Management
Uitgebreide opleidingsbeoordeling
© Netherlands Quality Agency (NQA) Nederland 2013
2/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Inleiding
Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande hbo-bachelor-opleiding Financial Services Management van NHL Hogeschool. De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel dat door NQA in opdracht van NHL Hogeschool is samengesteld. Het panel is in overleg met de opleiding samengesteld en is voorafgaand aan de visitatie goedgekeurd door de NVAO. Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is opgesteld conform het Beoordelingskader voor de uitgebreide opleidingsbeoordeling van de NVAO (22 november 2011) en het NQA Protocol 2013 voor de uitgebreide opleidingsbeoordeling. De visitatie heeft plaatsgevonden op 11 en 12 september 2013. Het visitatiepanel bestond uit: de heer drs. N.J.M. Kwantes (voorzitter, domeindeskundige) mevrouw M.J. Pape (voorzitter, domeindeskundige) de heer drs. D.W. Righters (domeindeskundige) de heer T. Eijsermans (studentlid) Mevrouw C.M.F. Bomhof MOC, auditor van NQA, trad op als secretaris van het panel. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en aan de eisen van het NQA Protocol 2013. Het panel heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het visitatiepanel in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden.
Utrecht, 18 november 2013
Panelvoorzitter
Panelsecretaris
De heer drs. N.J.M. Kwantes
Mevrouw C.M.F. Bomhof MOC
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
3/69
4/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Samenvatting Het visitatiepanel beoordeelt de hbo-bachelor opleiding Financial Services Management aan NHL Hogeschool als voldoende. De opleiding kent alleen een duale afstudeervariant. Beoogde eindkwalificaties De opleiding Financial Services Management (verder FSM) maakt deel uit van het instituut ECMA en de afdeling Economics aan NHL Hogeschool. FSM leidt studenten op tot hbobachelors, die (internationaal) goed kunnen functioneren op het gebied van financieel zakelijke dienstverlening. De opleiding heeft het beroepsprofiel en de daarbij behorende eindkwalificaties afgestemd op de afspraken, die daarover in het landelijke overleg van FSMopleidingen (LOO-FSM) zijn gemaakt. Daarbij behoort ook de afspraak om de BBAstandaarden in de eindkwalificaties te integreren. Het beroepsprofiel bestaat uit zeven competentiegebieden uitgewerkt in 26 afzonderlijke competenties. Deze competentiegebieden zijn beschreven in drie verschillende niveaus, oplopend in moeilijkheidsgraad. Studenten die de competenties op niveau 3 beheersen zijn in staat om op basis van analyse en beoordeling een beroepsproduct uit te werken en daarover advies uit te brengen. De opleiding heeft het beroepsprofiel besproken met de werkveldadviescommissie en past het profiel aan op de ontwikkelingen in het beroep van FSM’er. Het werkveld geeft aan tevreden te zijn over de kwaliteit en de kennis van de afgestudeerde FSM-student. In de ogen van het panel heeft FSM de relatie tussen de eindkwalificaties, de BBAstandaarden en de Dublin descriptoren voldoende kunnen aantonen. Het panel stelt dan ook vast dat de FSM-eindkwalificaties overeen komen met het hbo-bachelorniveau. Het panel beoordeelt op basis van bovenstaande overwegingen standaard 1 als voldoende. Programma De opleiding hanteert het landelijk vastgestelde competentieprofiel van LOO-FSM als basis van het onderwijsprogramma. De BoKS is daarop afgestemd. Het panel constateert dat de opleiding FSM studenten van een stevige basis in kennis en kunde voorziet, mede door de aansluiting op de WFT-modules (Wet Financieel Toezicht). Het panel vindt ook de beroepsgerichte oriëntatie van de opleiding op ruim voldoende niveau. Het werkplekleren vanwege het duale stelsel en de praktijkgerichte opdrachten in bijvoorbeeld de propedeuse dragen daar aan bij. Het panel stelt wel vast dat het aantal werkplekken onder invloed van de economische omstandigheden onder druk komt. De opleiding zal daarop moeten anticiperen om haar duale karakter te kunnen waarborgen. Het onderwerp onderzoeksvaardigheden komt in de ogen van het panel te weinig dan wel te versnipperd aan bod in het huidige onderwijsprogramma. De opleiding is zich hiervan bewust en heeft recent een aantal maatregelen getroffen. Het panel vindt dat de opleiding stevig zal moeten blijven inzetten op het vergroten van onderzoeksvaardigheden. Tot slot de internationale oriëntatie van de opleiding. Het panel concludeert dat deze nog weinig zichtbaar is in het onderwijsprogramma.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
5/69
Gezien het belang van internationale ontwikkelingen voor het werkveld van afgestudeerde FSM’ers zal de opleiding een eigen visie op internationalisering moeten ontwikkelen en implementeren. Het panel beoordeelt standaard 2, betreffende de oriëntatie van het onderwijsprogramma FSM, als voldoende. Het onderwijsprogramma van FSM is gedegen ingericht met het oog op de te behalen eindkwalificaties. Dat geldt zowel voor het verwerven van kennis als het zich eigen maken van beroepsvaardigheden. In het eerste jaar volgen de studenten een algemene propedeuse, waarin zij al snel kennis maken met de praktijk door het uitvoeren van een aantal projecten, onder meer in samenwerking met de Rabobank. In de jaren daarna wisselen studenten werkplekleren en binnenschools leren met elkaar af. Het onderwijsprogramma is logisch vormgegeven en biedt studenten een goede basis om hetgeen zij in theorie leren, in de praktijk toe te passen en zich verder te bekwamen. De samenhang tussen beide leervormen is zowel voor studenten als werkveld herkenbaar ingevuld. De inplanning van de WFT-modules in het binnenschools programma past goed bij de mogelijke inzet van studenten op de werkplekken. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed voor standaard 3, de inhoud van het programma. De opleiding FSM werkt volgens het didactisch concept van competentiegericht onderwijs, op basis van het leerlijnenmodel van NHL Hogeschool. Het leerlijnenmodel bestaat uit vier leerlijnen: de integrale leerlijn met professionaliseringstaken, de conceptuele leerlijn met de nadruk op kennisverwerving, de vaardighedenleerlijn en de studieloopbaanleerlijn. De vormgeving van het onderwijsprogramma met de afwisseling van binnenschoolse activiteiten en werkplekleren zet studenten aan om zich de kennis en kunde van het FSMvak eigen te maken, zo blijkt uit de documenten en de gesprekken die het panel gevoerd heeft. De complexiteit van de opdrachten groeit, docentsturing neemt af, passend bij het verwerven van het bachelor competentieniveau. Vakken zijn op elkaar afgestemd, de praktijkgerichtheid en de afwisseling in werkvormen maakt deze opleiding voor studenten aantrekkelijk. Daarmee voldoet de vormgeving van de opleiding aan wat van een bacheloropleiding verwacht mag worden. Het panel beoordeelt op basis van bovenstaande overwegingen standaard 4, de vormgeving van het programma als voldoende. De instroom van de opleiding adequaat is georganiseerd. Studenten met een vwo- Havo of mbo-4 diploma kunnen starten in de propedeuse. Studenten met een vwo-opleiding en een mob-4 Bedrijfsadministratie opleiding kunnen vrijstellingen verkrijgen. Er zijn voldoende mogelijkheden om deficiënties te ondervangen. De opleiding biedt mogelijkheden voor studenten om kennis te maken met het toekomstige vak en de toekomstige studie. Studenten kunnen verder in en na hun propedeuse zonder noemenswaardig tijdverlies overstappen naar een andere studierichting binnen de afdeling Economics.
6/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Het panel beoordeelt op basis van bovenstaande overwegingen standaard 5, de instroom, als goed. De opleiding FSM vergt een stevige inzet van studenten. De combinatie werken en leren brengt een forse studielast mee. Daarnaast moeten de studenten een grote hoeveelheid kennis tot zich nemen in onder meer de WFT-modules. De opleiding spant zich zichtbaar in om via begeleiding de studeerbaarheid van het onderwijsprogramma te bevorderen en de uitval te verminderen. Een voorbeeld daarvan is de invoering van begeleide werkuren in de propedeuse. Het aantal contacturen en de begeleiding van de opleiding zijn toereikend om studenten binnen vier jaar tot de eindkwalificaties op te leiden. Het panel beoordeelt standaard 6, de studeerbaarheid van de FSM-opleiding als voldoende. De opleiding FSM bestaat uit 240 EC, 60 EC per studiejaar. Daarmee voldoet FSM aan de norm die aan een hbo-bacheloropleiding wat betreft de duur van de opleiding wordt gesteld. Het panel beoordeelt standaard 7, de duur van de opleiding, als voldaan. Personeel Het personeelsbeleid van FSM is verankerd in personeelsbeleidsdocumenten voor het instituut ECMA en voor de afdeling Economics. Er vinden jaarlijks functionerings- en beoordelingsgesprekken plaats tussen docenten en opleidingsmanagement, waarin ruimte is voor de deskundigheidsbevordering van docenten. De opleiding biedt docenten voldoende ruimte voor scholing en professionalisering. Wel vindt het panel dat de opleiding meer sturing mag geven aan de scholing om de professionaliteit van het team als geheel te borgen Het aanstellingsbeleid is gericht op docenten vanuit de praktijk en docenten met een masteropleiding. De opleiding wil graag over een flexibele schil van gastdocenten en tijdelijk aangestelde docenten beschikken om in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Het panel vindt het aanstellingsbeleid passend bij deze opleiding. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende voor standaard 8, het personeelsbeleid. FSM beschikt over een team waarin voldoende kwaliteiten aanwezig zijn om studenten op te leiden tot de eindkwalificaties. De opleiding heeft een eigen docententeam maar kan ook docenten van andere opleiding binnen de opleiding Economics inzetten. Ruim 70 procent van de Economics-docenten beschikken over een masterdiploma. Het merendeel van de docenten is afkomstig uit de praktijk en/of beschikt over een passende vooropleiding. Docenten scholen zich regelmatig bij op vakinhoud, door het bijwonen van congressen, het volgen van scholingsdagen en cursussen. Studenten zijn tevreden over de vakinhoudelijke kennis van docenten maar hebben meer twijfels bij de didactische vaardigheden van een aantal van hen. Het panel vindt dat de opleiding steviger mag inzetten op de didactische vaardigheden van docenten en gastdocenten. Binnen NHL Hogeschool zijn daarvoor voldoende mogelijkheden voor bijscholing aanwezig.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
7/69
Ook acht het panel het van belang dat de opleiding meer tempo maakt in het bijscholen van haar docententeam op het gebied van onderzoeksvaardigheden, gezien het belang ervan voor het behalen van de eindkwalificaties. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende voor standaard 9, de kwaliteit van het personeel. De opleiding FSM heeft 5,0 fte aan docenten beschikbaar voor de opleiding van 155 docenten (docent/student ratio 1:32, iets boven de norm van 1:30). Het aantal studenten is fors gegroeid de laatste jaren en de groei van het docententeam is daarmee niet congruent verlopen. De werkdruk is hoog, zo vinden de docenten. De beperkte kwantitatieve capaciteit maakt FSM kwetsbaar in de ontwikkeling van nieuw beleid en nieuwe instrumenten. Ook kan het team met moeite een situatie opvangen als een sleutelfiguur wegvalt zoals de werkplekcoördinator, zo stelt het panel vast. Daartegenover constateert het panel dat de opleiding deze kwetsbaarheid voor een deel weet op te vangen met docenten uit andere opleidingen binnen Economics en met een flexibele schil. Het panel constateert dat de omvang van het docententeam net aan toereikend is voor de opleiding. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende voor standaard 10, de kwantiteit van het personeel. Voorzieningen De opleiding FSM is gevestigd op de Kenniscampus van NHL Hogeschool in een vernieuwd gebouw. Het panel heeft met plezier kennisgemaakt met de faciliteiten en de ruimte die het NHL gebouw biedt aan studenten en docenten. Studenten beschikken over voldoende werkplekken; de studieruimtes zijn voorzien van mogelijkheden om Wi-Fi en digitale hulpmiddelen in te zetten, passend bij het huidige niveau van onderwijs. Wel acht het panel de docentwerkplekken aan de krappe kant. Desondanks beoordeelt het panel de materiële voorzieningen als goed. De opleiding FSM heeft een kleinschalig karakter met veel directe contacten tussen studenten en docenten. Daarmee is een stevige basis aanwezig voor passende studieloopbaanbegeleiding. Daarnaast heeft de opleiding een studieloopbaanstructuur, waarbij studieloopbaangebeleiders, studieadviseurs, decanen, werkplekdocenten en afstudeerbegeleiders ieder een eigen rol vervullen. Op basis van onder meer de gesprekken met studenten stelt het panel vast dat de studieloopbaanbegeleiding over het algemeen goed functioneert. Het panel vindt wel dat de opleiding ervoor dient te zorgen dat de werkplekbegeleiding vanuit school goed geborgd is. Het panel constateert dat de borging daarvan nog niet adequaat is ingericht. Daarnaast constateert het panel dat de afstudeerhandleiding in het studiejaar 2012-2013 te laat ter beschikking van studenten is gekomen. Het panel gaat ervan uit dat het hier een eenmalige omissie betreft. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende voor standaard 12, studiebegeleiding.
8/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Kwaliteitszorg De opleiding FSM heeft het afgelopen jaar het kwaliteitsbeleid sterk geïntensiveerd. FSM past meetinstrumenten zoals de NSE-enquête, de hbo-monitor, de hbo-spiegel en panelgesprekken met studenten toe, om de kwaliteit van de opleiding in de verschillende facetten te meten. De resultaten ervan koppelt de opleiding over het algemeen terug aan studenten en docenten. Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding in aanzet haar kwaliteitsbeleid zichtbaar heeft verbeterd, maar dat de verdere implementatie verbetering behoeft. Het monitoren en verankeren van de resultaten ervan is nog broos, de evaluatie van toetsen bijvoorbeeld (zie ook standaard 16) is nog geen gemeengoed. Het panel beoordeelt standaard 13, evaluatie resultaten als voldoende. Op dit moment is de opleiding FSM druk bezig om allerlei verbeteringen door te voeren. Voor een belangrijk deel vloeien deze verbeteringen voort uit de midterm-audit van 2011. Het toetsbeleid is aangepast, onderzoeksvaardigheden hebben een andere plek gekregen in het onderwijsprogramma, de kwaliteitszorg is verbeterd en het afstudeertraject is ingrijpend gewijzigd, om een aantal voorbeelden te noemen. De hoeveelheid activiteiten in combinatie met de beperkte omvang van het docententeam baart het panel zorgen. Veranderingen komen nu in aanzet tot stand, maar vereisen nog een stevige implementatie en vooral borging in de werkwijze van docenten en andere medewerkers. Het panel mist een projectmatige samenhangende aanpak om de verbeteringen te laten beklijven. Het panel is ervan overtuigd dat de opleiding zich bewust is van de noodzaak om processen te borgen en het monitoren te verbeteren. Daarom beoordeelt het panel standaard 14, verbetermaatregelen, voldoende. FSM betrekt verschillende stakeholders bij haar kwaliteitsbeleid. Studenten, docenten en het werkveld onderhouden een nauw contact met het opleidingsmanagement en hebben invloed op het beleid van de opleiding. Alumni worden minder als stakeholdergroep gezien, maar zijn soms via het werkveld of als gastdocent betrokken bij de opleiding. Het panel beoordeelt op basis van bovenstaande overwegingen standaard 15 als voldoende. Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De opleiding FSM heeft in het studiejaar 2012-2013 haar systeem van toetsing en beoordeling sterk verbeterd. Het panel heeft geconstateerd dat het beleid solide is vormgegeven. De implementatie ervan is nog niet volledig uitgekristalliseerd. De beoordeling van de toetsen door de toetscommissie beperken zich nu nog tot de kennistoetsen. Ook het aantal toetsen dat vooraf aan de commissie ter beoordeling worden voorgelegd vindt het panel nog te beperkt. Het panel constateert dat de toetscommissie te groeien in haar rol en functie.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
9/69
Het afstudeertraject is met ingang van het studiejaar 2012-2013 gewijzigd om daarmee meer ruimte te bieden voor onderzoek. Deze nieuwe focus in het afstuderen is daarmee in lijn met de Dublin Descriptoren (onder meer oordeelsvorming) en de BBA-standaard onderzoekend vermogen. Het panel heeft in totaal vijftien eindwerkstukken bestudeerd, waarvan elf die nog in het oude afstudeertraject tot stand zijn gekomen en vier die onder het nieuwe afstudeerregime zijn opgsteld. Het panel acht de ‘oude’ eindwerkstukken van voor 2012-2013 op niveau in verhouding tot wat op dat moment van studenten werd verwacht. De beroepsproducten die toen centraal stonden in het afstudeertraject zijn voldoende complex en voldoende uitgevoerd om aan het hbo-bachelorniveau te voldoen. De afstudeerwerken en onderzoeken van het nieuwe traject heeft het panel allen als voldoende beoordeeld en in lijn met het hbo-bachelorniveau. Wel vindt het panel dat er ruimte is voor verbetering. De methodische en theoretische onderbouwing van het afstudeeronderzoek kunnen sterker en explicieter in de afstudeerwerken worden opgenomen. Het panel beoordeelt op basis van bovenstaande overwegingen standaard 16 als voldoende.
10/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Inhoudsopgave 1 Basisgegevens van de opleiding 2 Beoordeling Beoogde eindkwalificaties Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties
Programma Standaard 2 Standaard 3 Standaard 4 Standaard 5 Standaard 6 Standaard 7
15
17 Oriëntatie van het programma Inhoud van het programma Vormgeving van het programma Instroom Studeerbaarheid Duur
Personeel Standaard 8 Personeelsbeleid Standaard 9 Kwaliteit van het personeel Standaard 10 Kwantiteit van het personeel
Voorzieningen Standaard 11 Materiële voorzieningen Standaard 12 Studiebegeleiding
Kwaliteitszorg Standaard 13 Evaluatie resultaten Standaard 14 Verbetermaatregelen Standaard 15 Betrokkenheid bij kwaliteitszorg
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties 3 4 5
13 15 15
17 20 22 24 25 26
27 27 28 30
31 31 33
35 35 36 37
38
Standaard 16 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
38
Eindoordeel over de opleiding Aanbevelingen Bijlagen
43 45 47
Bijlage 1: Eindkwalificaties van de opleiding Bijlage 2: Overzicht opleidingsprogramma Bijlage 3: Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris Bijlage 4: Bezoekprogramma Bijlage 5: Bestudeerde documenten Bijlage 6: Overzicht bestudeerde afstudeerwerken Bijlage 7: Verklaring van volledigheid en correctheid
49 51 55 59 63 67 69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
11/69
12/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
1
Basisgegevens van de opleiding
Administratieve gegevens van de opleiding 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Naam opleiding in CROHO Registratienummer opleiding in CROHO Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Afstudeerrichting(en) Variant(en) Locatie(s) AD-programma* Registratienummer AD in CROHO Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO 11. Code of conduct *)
Financial Services Management 34414 hbo; bachelor 240 Nvt Duaal Leeuwarden
Vorige visitatie:25 en 26 oktober 2007 Besluit NVAO: 11 mei 2009 Ja
Associate Degree, indien van toepassing
Administratieve gegevens van de instelling 12. Naam instelling 13. Status instelling
NHL Hogeschool Bekostigd, aangewezen of anders
Kwantitatieve gegevens over de opleiding Tabel 1: Uitval uit het eerste jaar Cohort
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Uitval
33,3%
37,1%
47,4%
51,7%
41,20%
51,3%
Tabel 2: Uitval uit de bachelor Cohort
2005
2006
2007
Uitval
36,4%
20,0%
27,3%
Tabel 3: Rendement Cohort
2005
2006
2007
Rendement
54,5%
50%
59,1%
Tabel 4: Docentkwaliteit Graad
MA
PhD
Percentage
61%
9%
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
13/69
De cijfers hebben betrekking op de afdeling Economics. Tabel 5: Student-docentratio Ratio
32:1
Tabel 6: Contacturen Studiejaar Contacturen
1
2
3
4
16,7
8,0
6,0
4,0
Toelichting Dat het aantal contacturen na het eerste jaar terugloopt heeft als oorzaken: -
Het duale karakter van de opleiding. In zowel jaar 2 als 3 zijn de studenten een semester op werkplek en in jaar 4 zijn de studenten 3 dagen per week op werkplek en 2 dagen op school.
-
M.n. in jaar 3 en 4 werken de studenten onder individuele begeleiding aan het financiële plan vermogende particulier, het financiële plan voor een ondernemer, een marketingplan, kredietvoorstel, verzekeringsvoorstel en afstudeeronderzoek.
14/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
2
Beoordeling
Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in hoofdstuk 3. De opleiding FSM aan NHL Hogeschool maakt onderdeel uit van het instituut ECMA en de afdeling Economics. De opleiding heeft alleen een duale variant. In oktober 2012 studeerden 155 studenten aan deze opleiding. In de Kritische Reflectie staat geschreven dat de opleidingen binnen Ecoomics zo met elkaar verweven zijn dat een gemeenschappelijke major mogelijk is. Binnen de afdelingen zijn gemeenschappelijke programmaonderdelen, een gemeenschappelijk didactisch concept en werkvormen, één toetsbeleid, één personeelsplan en één kwaliteitszorgsysteem aanwezig. In deze rapportage zal daarom regelmatig naar het Economics beleid worden verwezen.
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1
Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen In de Kritische Reflectie schrijft de opleiding Financial Services Management (FSM) studenten in nauwe samenwerking met het werkveld op te leiden tot hbo-bachelors, die (internationaal) goed kunnen functioneren op het gebied van financieel zakelijke dienstverlening. Afgestudeerden verwerven de titel Bachelor of Economics. Vanaf het studiejaar 2012-2013 hanteert de opleiding de door het landelijk overleg van FSM opleidingen (LOO-FSM) vastgestelde BBA-standaarden. De BBA-standaarden formuleren eisen op het gebied van gedegen theoretische kennis, onderzoekend vermogen, professioneel vakmanschap en verantwoord handelen (beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie). De opleiding participeert in dit landelijk overleg en sluit zich zoveel mogelijk aan bij andere opleidingen voor onder meer de toetsing van de Wet Financieel Toezicht (WFT toetsing) en het afstudeertraject. Ook vindt binnen LOO-FSM-verband overleg plaats met landelijke organisaties als het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening en het Verbond van Verzekeraars, waardoor de relatie met de actualiteit en het werkveld is verankerd.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
15/69
De eindkwalificaties van de opleiding zijn beschreven in het Beroeps- en opleidingsprofiel Financial Services Management 2011 en afgestemd op de eindkwalificaties zoals die zijn vastgesteld door het LOO-FSM. Het competentieprofiel is verder voorgelegd aan de werkveldadviescommissie van FSM-NHL. Het panel heeft vertegenwoordigers van het werkveld gesproken en heeft daaruit afgeleid dat de invulling van de eindkwalificaties op adequate wijze met het werkveld zijn afgestemd. Daarnaast heeft het panel geconstateerd dat het beroepsprofiel van de opleiding FSM-NHL dankzij de afstemming met het LOO-FSM over een duidelijke en herkenbare inhoudelijke basis beschikt. Het panel ziet ruimte voor een eigen inkleuring van het competentieprofiel van de opleiding bijvoorbeeld door aansluiting te vinden bij zich regionaal voordoende vraagstukken zoals de opvolging van familiebedrijven. In het beroepsprofiel zijn zeven competentiegebieden beschreven, verder gespecificeerd in 26 competenties. De zeven competentiegebieden behelzen: 1. Dienstverlening; 2. Nazorg en afwikkeling dienstverlening; 3. Werken aan de business; 4. (Samen)werken met medewerkers; 5. Werken vanuit de organisatie; 6. Werken aan de eigen professionaliteit; 7. Leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling aan de beroepsgroep. Deze competentiegebieden zijn beschreven in drie verschillende niveaus, oplopend in moeilijkheidsgraad. Studenten die de competenties op niveau 3 beheersen, zijn in staat om op basis van analyse en beoordeling een beroepsproduct uit te werken en daarover advies uit te brengen. Dit niveau komt overeen met de eindkwalificaties, die moeten worden aangetoond in de afstudeerfase. De opleiding heeft de eindkwalificaties afgestemd op de Dublin descriptoren, de hbostandaarden en de BBA-standaarden. Het panel constateert dat de eindkwalificaties in lijn zijn met de descriptoren, de hbo–standaarden en de BBA-standaarden en daarmee voldoen aan het hbo-bachelor niveau. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de opleiding de omschrijving van het beroepsprofiel en de eindkwalificaties heeft geborgd door deze af te stemmen op de eindkwalificaties van het LOO-FSM. Daarnaast heeft de opleiding het beroepsprofiel besproken met het werkveld. Het panel stelt dan ook vast dat het beroepsprofiel voldoet aan de eisen die het werkveld stelt aan een beginnend FSM-professional. De opleiding heeft in de ogen van het panel de relatie tussen de eindkwalificaties, de BBAstandaarden en de Dublin descriptoren voldoende aangetoond. Daarmee komen de eindkwalificaties over een met het hbo-bachelorniveau. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
16/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Programma
Standaard 2
Oriëntatie van het programma
De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Bevindingen Actualiteit en diepgang kennis De opleiding FSM streeft een onderwijsprogramma na dat aansluit bij de actuele beroepspraktijk en waarin de competenties en de body of knowledge and skills (BoKS) op een transparante wijze worden verwerkt, zo schrijft de opleiding in de Kritische Reflectie. Daarbij is het landelijk vastgestelde competentieprofiel de basis van het onderwijsprogramma. De actualiteit van de opleiding wordt geborgd door de vele contacten met het werkveld en de werkveldadviescommissie. Daarnaast participeert de opleiding in het landelijk overleg van FSM-opleidingen, waarin vertegenwoordigers van de financiële wereld actuele ontwikkelingen bespreken. Waar nodig leidt dat tot aanpassing van het programma. Lesmateriaal en tentamens voor de WFT betrekt de opleiding van de NIBE-SVV, waarmee het niveau en de diepgang van de kennis voor deze onderdelen gewaarborgd. Op 1 januari 2014 wordt er een nieuwe vakbekwaamheidsstructuur voor de WFT ingevoerd. Het panel constateert dat de opleiding door deze werkwijze goed blijft aansluiten bij de actuele ontwikkelingen rond de WFT. De opleiding biedt studenten een brede basis in actuele en basisvakliteratuur. Daarbij baseert de opleiding zich op de door het landelijk overleg vastgestelde BBA-standaard. Het panel heeft kennisgenomen van de literatuurlijst en constateert dat alle standaardboeken in de lijst vertegenwoordigd zijn. Het panel vindt de literatuurlijst dan ook passend bij de opleiding, maar constateert tevens dat de opleiding meer aandacht zou kunnen besteden aan internationale vakliteratuur. Beroepsgerichtheid De opleiding is sterk praktijkgericht vanwege haar duale karakter, waar het werkplekleren een centrale plaats inneemt. De laatste jaren ondervinden studenten meer moeilijkheden bij het vinden van een werkplek, onder invloed van de huidige economische crisis. Het panel constateert dat de opleiding samen met studenten zoekt naar mogelijkheden om werkplekken te verwerven. Ook past de opleiding hier en daar het onderwijsprogramma op deze veranderende omstandigheden aan door minoren anders in te vullen of door werkplekleren en onderwijsblokken in een andere volgorde te programmeren. Het panel vraagt zich af of deze aanpassingen voldoende zijn om op de lange termijn het duale karakter van de opleiding te kunnen waarborgen en zou het verstandig vinden als de opleiding daarop een visie ontwikkelt.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
17/69
Daarnaast krijgt de beroepsgerichtheid van de opleiding vorm door verschillende projecten zoals het werken aan actuele cases in leerjaar 3 en 4 (bijvoorbeeld in het derde jaar een financieel plan maken voor een vermogende particulier). Andere voorbeelden zijn het samen met Aegon Leven ontwikkelen van een module Dienstenmarketingmodule en het inschakelen van studenten in samenwerking met de belastingdienst om particulieren te ondersteunen bij hun belastingaangifte. Tot slot is de Rabobank betrokken bij de beoordeling van jaarverslagen en presentaties van het eerstejaars project Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. In de werkveldcommissie en in contact met andere vertegenwoordigers van het werkveld komt de beroepsgerichtheid van het onderwijsprogramma regelmatig aan de orde. Het leidt ook tot aanpassingen in het curriculum. Zo besteedt de opleiding op basis van signalen uit het werkveld nu meer aandacht aan het bijbrengen van adviesvaardigheden. Het panel vindt dat de opleiding haar beroepsgerichte karakter actief weet te borgen door samenwerking met partijen als Aegon en de Rabobank. Het duale karakter van de opleiding waarin werkplekleren centraal staat, zorgt daarnaast voor een permanente praktijkgerichte oriëntatie. Het panel ziet dat de opleiding zich op een passende manier laat beïnvloeden door het werkveld door waar nodig aanpassingen in het onderwijsprogramma aan te brengen. Onderzoeksvaardigheden De opleiding FSM sluit aan op het onderzoeksbeleid van NHL Hogeschool. Vanaf het studiejaar 2012-2013 heeft de opleiding conform de landelijke afspraken een afstudeeronderzoek in het curriculum opgenomen. Ook is vanaf dat schooljaar een onderzoeksleerlijn gestart en is er binnen andere onderwijsprojecten ruimte voor onderzoek ingeruimd. Het panel constateert dat de onderzoeksvaardigheden binnen het onderwijsprogramma nog verder uitgediept kunnen worden. Nu is er aandacht voor onderzoek in het eerste jaar en via het vak ‘Kwaliteit en processen’ in het derde jaar. Dit laatste vak behelst onder meer het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Studenten kunnen na het volgen van een opstartcollege individueel door middel van een afspraak met een docent of via een inloopspreekuur begeleiding en kennis kunnen verwerven bij de opleiding. Verder komen onderzoeksvaardigheden binnen andere vakken aan bod. Voorafgaand aan het afstudeertraject volgen studenten workshops in onderzoeksaanpak. De opleiding geeft zelf aan de onderzoeksleerlijn binnen het onderwijsprogramma nog verder te willen versterken en uitbouwen. Het panel vindt dat de onderzoeksvaardigheden op dit moment te weinig expliciet aan bod komen binnen het curriculum. Ook constateert het panel dat docenten van de opleiding nog verder geschoold dienen te worden in onderzoeksmethodiek. Het panel hecht daar sterk aan. Het panel ziet in het verstevigen van de relatie met het lectoraat een andere mogelijkheid om de onderzoeksoriëntatie van de opleiding te vergroten. Uit de gesprekken met docenten en opleidingsmanagement leidt het panel af dat de verbinding met het lectoraat verstevigd kan worden. De opleiding zal in het studiejaar 2013-2014 de verbinding met het huidige lectoraat uitbreiden en versterken en heeft inmiddels een verbinding met het lectoraat Persoonlijk Leiderschap en Innovatiekracht tot stand gebracht.
18/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Het panel stelt dan ook vast dat de aandacht voor onderzoeksvaardigheden binnen de opleiding FSM groeit, maar dat de opleiding stevig zal moeten blijven inzetten op het vergroten van deze oriëntatie, om aan de eisen van onder meer de BBA-standaarden te kunnen blijven voldoen. Internationalisering Het instituut ECMA kent een Kenniskring Internationalisering, waarin kennis en ervaring wordt gedeeld. De opleiding FSM geeft aan in de Kritische Reflectie samen te werken met partnerinstelingen in het buitenland op het gebied van curriculumontwikkeling (en leerprojecten), de uitwisseling van expertise (docenten). In het Beleidsplan Economics 2012 -2015 zegt de afdeling Economics een leeromgeving voor studenten na te streven met sterke internationale elementen om hen in staat te stellen zich voor te bereiden op de internationale aspecten in hun toekomstige beroepsbeoefening. Het panel heeft in het gesprek met docenten en opleidingsmanagement het onderwerp internationalisering aan de orde gesteld. Het panel constateert daarbij dat de internationalisering thans een beperkte invulling heeft. Dit heeft deels te maken met het duale karakter van de opleiding. Studenten maken weinig gebruik van de mogelijkheid om in het buitenland stage te lopen. Wel krijgen zij onderricht in Engels en eventueel andere talen. Docenten geven aan meer aandacht aan de internationale profilering van de opleiding te willen besteden. Het team streeft bijvoorbeeld naar het uitvoeren van gezamenlijke opdrachten met de hogeschool uit Vilnius op bijvoorbeeld de energiemarkt. Daarnaast willen docenten het vak Algemene Economie een internationale invulling geven. Het panel onderschrijft de noodzaak om een internationale oriëntatie in het curriculum op te nemen, gezien de ontwikkelingen in de bank- en verzekeringswereld. Het panel vindt het belangrijk dat opleiding FSM een scherpe en voor de buitenwereld zichtbare keuze maakt voor de wijze waarop zij de internationale oriëntatie van de opleiding wil invullen. Het panel zou daarbij de richting die de opleiding nu lijkt te kiezen, duidelijker profileren, door expliciet te opteren voor het opleiden van regionaal werkende beroepsbeoefenaars die zich thuis voelen in een financiële wereld, die per definitie grensoverschrijdend is. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de opleiding FSM studenten van een stevige basis in kennis en kunde voorziet. Qua vakkennis biedt de opleiding studenten een gedegen basis aan vakliteratuur. Daarbij zou meer aandacht voor internationale vakliteratuur mogelijk zijn. Het panel vindt ook de beroepsgerichte oriëntatie van de opleiding op ruim voldoende niveau, mede vanwege het werkplekleren en de praktijkgerichte opdrachten in bijvoorbeeld de propedeuse. Wel constateert het panel dat het huidige economische klimaat het verwerven van werkplekken bemoeilijkt. De opleiding zal hierin op tijd moeten anticiperen. Het panel is kritisch over de kwaliteit van de onderzoeksvaardigheden binnen het onderwijsprogramma. Het onderwerp komt in de ogen van het panel te weinig expliciet aan de orde. Ook constateert het panel dat de deskundigheid van het docententeam nog niet op in de volle breedte aanwezig is om studenten op adequate wijze op methodisch onderzoek voor te bereiden. De opleiding is zich ervan bewust en is recent begonnen met het verbeteren van de onderzoeksleerlijn binnen haar programma.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
19/69
Het panel vindt dat de opleiding de komende jaren zich met kracht zal moeten blijven inzetten op het vergroten van de onderzoeksvaardigheden. Daarnaast heeft het panel een kritische opmerking over de internationale oriëntatie van de opleiding. Het panel is van mening dat deze meer geëxpliciteerd moet worden. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 3
Inhoud van het programma
De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen Relatie tussen beoogde eindkwalificaties en de inhoud van het programma De eindkwalificaties van de opleiding zijn omschreven in competenties op drie niveaus, die in de loop der studiejaren steeds verder worden ontwikkeld. De opleiding maakt daarbij onderscheid in de competenties Foundation, Advanced en Bachelor. De opbouw van het programma is beschreven in het Studentenstatuut en de OER. In grote lijnen ziet de opleiding er als volgt uit: • Een propedeuse (60 EC) • De postpropedeuse bestaat uit 180 EC; opgebouwd in: o Een hoofdfase van 135 EC o Een afstudeerfase van 45 EC (zie ook standaard 16). In het Studentenstatuut 2012-2013 staat de opbouw van het onderwijsprogramma beschreven (zie ook bijlage 2). In de propedeuse brengen de studenten de gehele onderwijsperiode op school door en krijgen vooral scholing in basiskennis over recht, bedrijfseconomie, algemene economie, bedrijfsadministratie en de eerste onderzoeksmodules. Daarin volgen studenten FSM in grote lijnen hetzelfde programma als de studenten bedrijfseconomie en accountancy, waardoor een eventuele overstap naar deze studierichtingen mogelijk is. In de propedeuse vindt ook een aantal praktijkgerichte opdrachten plaats, zoals het project Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in samenwerking met de Rabobank. Ook volgen de studenten in het eerste jaar een WFTmodule, zodat ze in de eerste helft van het tweede jaar al aan de slag kunnen bij een financiële instelling. Vanaf het tweede studiejaar studeren en werken de studenten afwisselend een semester. In deze jaren vindt verdere specialisatie plaats en ronden de studenten de WFT-modules af. In het derde jaar volgen de studenten het vak Diensten marketing management in samenwerking met Aegon. Gedurende het vierde jaar studeert de student twee dagen in de week en werkt hij drie dagen in de week. In het vierde jaar vindt het afstudeeronderzoek plaats.
20/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Studenten geven in de gesprekken met het panel aan dat de propedeuse de basis legt voor de kennis, waarmee zij in het tweede jaar met werkplekleren aan de slag kunnen. Studenten geven aan de samenhang van het programma pas later te kunnen doorgronden. In het derde jaar krijgen studenten goed in het vizier wat het vak van FSM’er nu echt inhoudt. Wel zijn de studenten van mening dat het onderwijsprogramma hen goed voorbereidt op hun werk op de werkplekken en hun toekomstige vak. Met name het duale karakter van de opleiding is voor de meeste studenten, die het panel gesproken heeft, een beslissende factor geweest om voor deze opleiding te kiezen. Het panel concludeert op basis van de documenten en de gesprekken dat de opleiding haar onderwijsprogramma adequaat heeft ingericht. Uitzondering daarop zijn de onderzoeksvaardigheden, die naar mening van het panel explicieter aan bod mogen komen in het onderwijsprogramma (zie ook standaard 2). Essentieel in deze duale leerroute is de beschikbaarheid en de kwaliteit van de werkplek. De opleiding stelt een aantal eisen aan de werkplek, om het studenten mogelijk te maken de benodigde competenties te verwerven. De eisen en wensen voor de werkplek staan in het Handboek Werkentraject 2012-2013 vermeld. Studenten hebben een werkplek bij een financiële dienstverlener. Verder moeten de werkzaamheden de student in staat stellen om zijn leerdoelen te behalen en te toetsen. Ook de leerdoelen staan uitgewerkt naar competentiegebied en niveaus in het handboek vermeld. Daarnaast zijn de werkzaamheden die studenten afhankelijk van hun studiejaar moeten vervullen in voorbeelden uitgewerkt. De student moet tijdens zijn werk schriftelijk een portfolio bijhouden waarin een startdocument, een werkplan, een voortgangsverslag en een eindrapport zijn opgenomen. Studenten vertellen de werkplekken te ervaren als een verrijking en verdieping van de basiskennis die zij in de propedeuse en periodes op school verwerven. De kennis die zij verwerven is goed toepasbaar. Het panel heeft de handleiding en de portfolio’s bestudeerd en geconcludeerd dat de eisen die de opleiding aan de werkplekken stelt, studenten de mogelijkheid bieden om hun competenties tot op bachelorniveau te ontwikkelen. Horizontale en verticale samenhang De horizontale samenhang krijgt vorm door P-taken, cursussen en trainingen per semester in onderlinge samenhang te programmeren. Kennisvakken en trainingen in vaardighedenleerlijn zijn ondersteunend aan de projecten zoals bijvoorbeeld het eerste jaarsproject Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Hetzelfde geldt voor de WFT modules die in het onderwijsprogramma worden aangeboden en daarmee de inzetbaarheid van studenten op de werkplekken verruimen. De verticale samenhang krijgt vorm door de toename van het beheersingsniveau van de eindkwalificaties. Op het eerste niveau (foundation) moeten studenten in staat zijn om een afgebakend onderwerp vanuit een aspect en/of één invalshoek te behandelen. Op het laatste niveau (bachelor) moeten studenten in staat zijn om meerdere onderwerpen vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. Inhoudelijk gezien kent de opleiding doorlopende leerlijnen op het gebied van financiële planning, marketing, adviesvaardigheden en onderzoek, waarbij de complexiteit toeneemt. Zoals al eerder vermeld, geven studenten in de gesprekken met het panel aan tevreden te zijn over de opbouw van het programma.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
21/69
Dat blijkt ook uit de NSE enquête, waarbij de samenhang tussen de verschillende onderdelen met een 3,6 worden beoordeeld (boven de norm van 3,5). Ook het werkveld vindt dat de opleiding studenten aflevert, zowel op eindniveau als tijdens de werkplekfases, die voldoen aan hun eisen en verwachtingen. Het panel herkent in de opbouw van het programma de horizontale en verticale samenhang van de verschillende vakken die de opleiding biedt en vindt deze op adequate wijze vormgegeven. Overwegingen en conclusie Het panel heeft kennis genomen van de inhoud van onderwijsprogramma FSM. Daaruit concludeert het panel dat het onderwijsprogramma gedegen is ingericht met het oog op de te behalen eindkwalificaties. Dat geldt zowel voor het verwerven van kennis als het zich eigen maken van beroepsvaardigheden. De opbouw met afwisseling tussen binnenschools leren en werkplekleren is logisch vormgegeven en biedt studenten een goede basis om hetgeen zij in theorie leren, in de praktijk toe te passen en zich verder te bekwamen. De samenhang tussen beide leervormen is zowel voor studenten als werkveld herkenbaar ingevuld. De inplanning van de WFT modules in het binnenschoolsprogramma past goed bij de mogelijke inzet van studenten op de werkplekken. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.
Standaard 4
Vormgeving van het programma
De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen In de Kritische Reflectie schrijft de opleiding FSM te werken volgens het didactische concept van competentiegericht onderwijs, op basis van het leerlijnen model van NHL Hogeschool. De opleiding heeft het studieprogramma opgebouwd uit leerlijnen met een eigen inhoudelijke gerichtheid. Er zijn vier leerlijnen te onderscheiden: • De integrale leerlijn; • De conceptuele leerlijn; • De vaardigheden leerlijn; • De studieloopbaanlijn. Binnen die leerlijnen werkt de opleiding competentiegericht. In de Competentiematrices Integrale leerlijn, Conceptuele leerlijn en Vaardigheden leerlijn staat omschreven welke competentie op welk niveau in welke studieperiode aan bod komt. In de afstudeerfase komen nagenoeg alle competenties op bachelorniveau aan bod (zie bijlage 2) In de integrale leerlijn verwerven studenten competenties door integratie van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten in kritische beroepssituaties.
22/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Studenten werken aan zogenaamde P-taken (professionaliseringstaken); werkvormen zijn bijvoorbeeld het al eerder genoemde project Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in het eerste jaar en het maken van een Financieel Plan Ondernemer in het vierde jaar. Bij het werkplekleren en in de afstudeerfase is de integrale leerlijn terug te vinden. In de conceptuele leerlijn vergroten studenten hun kennis aan de hand van cursussen. De vaardigheden leerlijn bestaat uit trainingen. De studieloopbaanlijn krijgt vorm via de studiebegeleiding (zie standaard 12). Het didactisch concept en de werkvormen zijn afgestemd met de andere opleidingen binnen het instituut Economics. Het onderwijsprogramma ontwikkelt docentgestuurd werken tijdens de propedeuse naar meer gedeelde sturing in de hoofdfase en meer studentsturing in de afstudeerfase. De competenties nemen toe in complexiteit tot het niveau van de eindkwalificaties, georganiseerd volgens de vier leerlijnen (zie ook standaard 3). Iedere leerlijn kent zijn eigen werkvormen. Zo bestaat de integrale leerlijn voor een belangrijk deel uit werkplekleren en projecten. Projecten bestaan uit een of meer opdrachten die zijn gericht op problemen, vraagstukken en dilemma’s uit de beroepspraktijk en die leiden tot een beroepsproduct. De opleiding probeert zoveel mogelijk samenhang te brengen tussen binnenschools leren via de projecten in deze leerlijn. Daarbij worden werkvormen als brainstormen, tutorbijeenkomsten, discussievormen enzovoorts ingezet. Die samenhang komt niet altijd tot stand, vanwege de eigen dynamiek van de werkplek. Studenten werken met een werkdossier, waarin de student werkervaringen opneemt als bewijs van verworven competenties. De conceptuele leerlijn biedt kennis (BoKS) in de vorm van feitenkennis, procedures, concepten en modellen aan om problemen te analyseren en te definiëren. Toepassing van deze kennis vindt plaats in de integrale leerlijn. In de vaardighedenleerlijn vinden trainingen plaats in groepen van maximaal 15 studenten. Het panel is van mening dat FSM op een gedegen wijze haar onderwijsprogramma heeft vormgegeven. De afwisseling tussen werkplekleren en binnenschools leren spreekt veel studenten aan en biedt hen de mogelijkheid om zich het vak van FSM’er eigen te maken. De werkvormen zijn ook in de binnenschoolse periodes afwisselend. Daarbij denkt het panel bijvoorbeeld aan de projecten die de opleiding in samenwerking met de Rabobank en de Aegon heeft georganiseerd (zie ook standaard 3). Studenten geven in de gesprekken en de NSE tevreden te zijn over de gehanteerde werkvormen. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de vormgeving van het onderwijsprogramma met de afwisseling van binnenschoolse activiteiten en werkplekleren studenten aanzet om zich de kennis en kunde van het FSM-vak eigen te maken. De complexiteit van de opdrachten groeit, docentsturing neemt af, passend bij het verwerven van het bachelor competentieniveau. De samenwerking met de bedrijven, de praktijkgerichtheid en de afwisseling in werkvormen maken deze opleiding voor veel studenten aantrekkelijk, zo blijkt onder meer uit de gesprekken en uit de evaluatieresultaten.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
23/69
Het leerlijnenmodel van NHL Hogeschool is adequaat toegepast. Daarmee voldoet de vormgeving van de opleiding aan wat van een bacheloropleiding verwacht mag worden. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 5
Instroom
Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Bevindingen In het Studentenstatuut 2012-2013 staan de toelatingseisen voor instromende studenten vermeld. Zonder meer toegelaten worden aspirant studenten met een vwo, havo of mbo-4 diploma, mits zij over het juiste eindexamenprofiel beschikken. Toelaatbaar zijn havo en vwo-gediplomeerden met een EM profiel. Afgestudeerden met een NT of NG profiel moeten eindexamen hebben afgelegd in economie of management & organisatie. Gediplomeerden met een CM profiel moeten eveneens de vakken Economie of Management & organisatie in hun pakket hebben gekozen. Havo gediplomeerden met een CM profiel moeten daarnaast ook nog examen hebben gedaan in wiskunde A of B. Studenten van 21 jaar en ouder die niet beschikken over een van deze diploma’s kunnen toegelaten worden op basis van de 21+ regeling, mits zij een toelatingsonderzoek doen in Nederlands, Engels en Economie. Ook studenten met een getuigschrift van en propedeutisch examen of een afsluitend examen aan een hbo-instelling of een daaraan gelijkwaardig (buitenlands) diploma kunnen instromen. Buitenlandse studenten moeten wel aantonen de Nederlandse taal te beheersen. De examencommissie kan op basis van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) eventuele studenten een vrijstelling verlenen voor een toets of toetseenheid. Studenten met een vwovooropleiding (afhankelijk van het profiel) of een mbo Administrateur niveau 4 opleiding krijgen een aantal standaardvrijstellingen. De vrijstellingen hangen samen met de profielen waarmee een student toelaatbaar is. Een voorbeeld daarvan is een vrijstelling voor de eerste jaarsmodule statistiek voor vwo-instromers en vrijstellingen voor bedrijfsadminstratievakken voor de hierboven genoemde mbo-instromer. Studenten met een deficiëntie in Engels of Nederlands kunnen terecht bij het Learning Centre van NHL Hogeschool. Studenten zijn aan het begin van het studiejaar 2012-2013 getoetst op hun kennis van Nederlands en Engels. Studenten die niet over het vereiste instapniveau beschikken, zijn verplicht om een remediërend traject bij het Learning Centre te volgen. De opleiding organiseert diverse voorlichtingsactiviteiten voor aspirantstudenten in het middelbaar onderwijs. Er is ook een mogelijkheid om op proef te studeren. Daarnaast onderhoudt de opleiding contacten met de mbo-opleiding commercieel medewerkers banken verzekeringswezen van de Friese Poort. Studenten van deze opleiding participeren in het eerstejaarsproject Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
24/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
De eerstejaars propedeuse opleiding kent een zodanige vorm en inhoud dat het studenten de mogelijkheid biedt om tijdens en na het eerste jaar te wisselen van opleiding binnen de afdeling Economics. Zo kunnen studenten zonder noemenswaardig tijdverlies hun studie voortzetten als student Bedrijfseconomie of Accountancy. Andersom kunnen ook studenten van deze twee opleidingen in het tweede jaar als FSM’er de opleiding vervolgen. De opleiding constateert in de Kritische Reflectie dat de instroom van mbo-studenten naar en het hbo een lastige stap is. De studiebegeleiding is het afgelopen jaar sterk geïntensiveerd met name om de uitval in de propedeuse ook onder deze categorie instromers te beperken. Overwegingen en conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de instroom van de opleiding adequaat is georganiseerd. De opleiding biedt voldoende mogelijkheden voor studenten om kennis te maken met het toekomstige vak en de toekomstige studie. Studenten met een vwo-opleiding en een mbo-4 bedrijfsadminstratie opleiding kunnen vrijstellingen verkrijgen. Er zijn voldoende mogelijkheden om deficiënties te ondervangen. Studenten kunnen verder in en na hun propedeuse zonder noemenswaardig tijdverlies overstappen naar een andere studierichting binnen de afdeling Economics. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.
Standaard 6
Studeerbaarheid
Het programma is studeerbaar. Bevindingen De opleiding FSM geeft in de Kritische Reflectie aan dat zij de studeerbaarheid van studenten bevordert door studenten in de propedeutische fase een standaardprogramma met een evenwichtige en overzichtelijke verdeling over de leerlijnen en onderwijsperioden te bieden. Ieder semester is opgebouwd uit twee onderwijsperiodes van ieder tien weken, hetgeen de overzichtelijkheid van het studiejaar moet bevorderen. Desalniettemin is de uitval in de propedeuse hoog. Studenten geven in het gesprek met het panel aan een behoorlijke studielast te ondervinden, zowel in de propedeuse als daarna. Discipline, de lessen blijven volgen en bij blijven met de vakliteratuur is hard nodig, zo geven zij aan. Het aantal studenten dat de basisvakken niet haalt, is hoog volgens de studenten. In 2012-2013 heeft de opleiding gewerkt aan het terugdringen van de studie-uitval in de propedeuse. De opleiding heeft de studiebegeleiding opnieuw opgezet en geïntensiveerd in afstemming met het instituut ECMA; er zijn begeleide werkuren ingevoerd voor kernvakken die als struikelvakken werden gezien. Het aantal contacturen per week bedraagt 16,7 in het eerste jaar, acht in het tweede jaar, zes in het derde jaar en vier in het laatste jaar.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
25/69
Deze contacturen zijn gemiddelden; in het tweede, derde en vier jaar volgen studenten een half jaar binnenschools onderwijs afgewisseld met het werken op de werkplek. De combinatie werken en leren is pittig, zeggen studenten. De WFT modules zijn pittig en omvangrijk van stof, boeken van 300-400 pagina’s zijn geen uitzondering. Desondanks geven de studenten aan het ‘wel te doen’ te vinden. In de postpropedeutische fase hebben studenten de mogelijkheid om hun studiepakket uit te breiden met meer programmaonderdelen per semester. In principe moeten studenten de opleiding in vier jaar kunnen afronden. Andere maatregelen om de studielast niet te veel te laten oplopen zijn onder meer het niet meer dan een toets per dag geven, met uitzondering van inhaaltoetsen. Studenten met een functiebeperking krijgen een aangepast programma. Het panel constateert op basis van de gesprekken met studenten en docenten dat de studielast van FSM fors is, maar niet zodanig dat daarmee de studeerbaarheid in het gedrang komt. Overwegingen en conclusie Het panel stelt vast dat de opleiding FSM een stevige inzet van studenten vergt, mede vanwege het duale karakter van de opleiding en de grote hoeveelheid kennis die studenten tot zich moeten nemen onder meer in de WFT modules. Het panel constateert tevens dat de opleiding zich inspant om via begeleiding de studeerbaarheid van het onderwijsprogramma te bevorderen, onder meer door de invoering van begeleide werkuren. Het panel vindt deze ondersteuning adequaat. Het aantal contacturen en de begeleiding zijn naar mening van het panel passend om studenten binnen vier jaar tot de eindkwalificaties op te leiden. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 7
Duur
De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het programma. Bevindingen In de OER en in de Kritische reflectie is de verdeling van studiepunten beschreven. Deze laat zien dat de opleiding een curriculum een omvang heeft van 240 EC, waarvan elk studiejaar een omvang van 60 EC heeft. Jaarlijks evalueert de opleiding het leerplanschema en stelt deze zo nodig bij. De onderwijseenheden zijn ingedeeld naar leerlijnen en de verhouding tussen de leerlijnen wordt bewaakt. Overwegingen en conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldaan.
26/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Personeel
Standaard 8
Personeelsbeleid
De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid. Bevindingen Het personeelsbeleid van de opleiding FSM sluit aan op het ECMA-beleid, zoals beschreven in het Meerjarenpersoneelsbeleidplan 2012-2016. De afdeling Economics heeft voor alle bij haar aangesloten opleidingen één personeelsplan ontwikkeld (Personeelsplan Economics 2013) . Dit plan geldt voor alle 23 medewerkers van de afdeling Economics in vaste dienst en de zeven medewerkers in tijdelijke dienst. Alle medewerkers zijn binnen de afdeling Economics verbonden aan een van de opleidingen. In de Kritische Reflectie geeft de opleiding aan op weg te zijn naar een flexibelere personeelsorganisatie met een vaste kern van docenten omgeven door een flexibele schil van docenten op basis van freelance en detachering. Daarvoor schakelt de opleiding ook alumni als gastdocenten in. De afdeling wil zo beter kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen. De vaste kern borgt de continuïteit in het onderwijsprogramma van de aangesloten opleidingen. Het opleidingsteam van FSM is bescheiden van omvang en telt 5 fte. De opleiding heeft het team versterkt met een aantal externe docenten uit de praktijk. Om optimaal van de bestaande capaciteit docenten gebruik te maken, heeft de opleiding de WFT-toetsing uitbesteed aan NIBE-SVV. Jaarlijks voert het management gesprekken met docenten in het kader van CoachenBeoordelen-Belonen (CBB). Daarin wordt ook de behoefte aan scholing besproken. Het panel constateert na bestudering van het ECMA Meerjarenpersoneelsbeleidsplan en het Economics Personeelsplan 2013 dat de opleiding over een adequaat personeelsbeleid beschikt. Aan de hand van de gesprekken met docenten heeft het panel vastgesteld dat de functionerings- en beoordelingsgesprekken jaarlijks plaatsvinden en leiden tot afspraken over scholing en taaktoebedeling. Het panel concludeert hieruit de basis voor het personeelsbeleid op orde is. Professionaliseringsbeleid NHL Hogeschool heeft een professionaliseringsacademie, waar docenten (bij) geschoold kunnen worden in didactische vaardigheden. Docenten kunnen 10 procent van hun uren besteden aan deskundigheidsbevordering. Daarnaast faciliteert NHL Hogeschool het volgen van master- en promotietrajecten in de vorm van urencompensatie. Er is een scholingsplan. Tijdens de planningsgesprekken maken docenten daarover afspraken met het opleidingsmanagement en leggen die vast in Docent Werk Plannen (dwp’s). Het panel heeft een aantal kanttekeningen bij het professionaliseringsbeleid. Allereerst constateert het panel dat de opleiding voldoende faciliteiten biedt voor docenten om hun vakgebied zowel inhoudelijk als didactisch bij te houden.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
27/69
Het panel vindt daarentegen het scholingsplan te weinig concreet en te weinig sturend. De professionalisering is nu voor een belangrijk deel afhankelijk van de initiatieven van docenten-zelf en de invulling van de persoonlijke dwp’s. De samenhang in professionalisering van het docenten dreigt daarmee te versnipperen (zie verder standaard 9). Aanstellingsbeleid De opleiding constateert in de Kritische Reflectie dat de gemiddelde leeftijd van docenten hoog is. Er gaat dan ook binnen het personeelsbeleid extra aandacht uit naar het vitaal en gemotiveerd houden van docenten. Binnen het aanstellingsbeleid streeft de afdeling Economics naar het realiseren van een evenwichtige leeftijdsopbouw in het docententeam. Ook neemt de afdeling in principe alleen docenten met een mastergraad aan (zie ook standaard 9). Naast de beperkte vaste staf, neemt de opleiding FSM ook gastdocenten aan, hetzij op basis van een tijdelijke aanstelling hetzij op basis van losse uren. Daarmee wil de opleiding de band met de praktijk en de actuele ontwikkelingen in het werkveld binnen het docententeam verankeren. Het panel vindt dat een verstandige werkwijze en acht het aanstellingsbeleid passend voor de opleiding. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de basis van het personeelsbeleid voor de opleiding FSM adequaat is ingericht. De werkwijze is verankerd in personeelsbeleidsdocumenten voor het instituut ECMA en voor de afdeling Economics. Er vinden jaarlijks functionerings- en beoordelingsgesprekken plaats, waarin ruimte is voor de deskundigheidsbevordering van docenten. De opleiding biedt in de ogen van het panel voldoende ruimte voor scholing en professionalisering van haar docenten. Wel vindt het panel dat de opleiding meer sturing mag geven aan de scholing om de professionaliteit van het team als geheel te borgen. Daarnaast acht het panel het aanstellingsbeleid adequaat vormgegeven. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 9
Kwaliteit van het personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen In de Kritische Reflectie schrijft de opleiding te streven naar gemotiveerde medewerkers die vakinhoudelijk en didactisch bekwaam zijn en diverse rollen vervullen, zoals die van docent, studieloopbaanbegeleider, stage- en afstudeerbegeleider. Alle docenten hebben een relevante vooropleiding, op het terrein van de WFT-modules en op het gebied van marketing, statistiek en sociaal-communicatieve vaardigheden.
28/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Nieuw aangestelde docenten met een tijdelijke aanstelling zonder onderwijsbevoegdheid zijn verplicht binnen twee jaar een aantekening van Pedagogische Didactische Bekwaamheid te behalen. Studenten hebben aangegeven de vakkennis van docenten niet te betwijfelen maar niet altijd even tevreden te zijn over de didactische vaardigheden van docenten. Dat blijkt uit de NSE enquête en uit de gesprekken met studenten, die het panel gevoerd heeft. Ook uit de metingen van de hbo-spiegel (zie standaard 13) kwamen een aantal kritische waarderingen over de didactische kwaliteiten van docenten naar voren. Het panel constateert op basis van de gesprekken met docenten en management dat het vergroten van didactische vaardigheden een punt van aandacht en zorg is, met name voor wat betreft de gastdocenten. De opleiding besteedt daar onder meer aandacht aan met scholing en in de functionerings- en beoordelingsgesprekken. Ondanks de inspanningen die de opleiding nu doet, vindt het panel dat het management didactische (bij) scholing steviger mag verankeren in het professionaliseringsbeleid, dan thans het geval is. De professionaliseringsacademie van NHL Hogeschool verzorgt continue scholing aan de leden van de examen- en toetscommissies en de overige docenten. De leden van de examencommissie hebben de scholing gevolgd, de overige docenten nog niet, zo blijkt uit de gesprekken die het panel gevoerd heeft. Het panel vindt dat jammer. Extra scholing in toetsing en beoordeling is belangrijk met name waar het gaat om de toetsing van vakken die niet tot de conceptuele leerlijn behoren. Docenten houden hun kennis op peil door het volgen van studiedagen, congressen, intercollegiale intervisie en het bijhouden van vakliteratuur. Daarnaast trekt de opleiding gastdocenten aan met relevante expertise in het werkveld. 70 Procent van het docententeam van de afdeling Economics heeft een masteropleiding of hoger. Op dit moment volgen drie medewerkers een masteropleiding. De overige docenten die nog geen masteropleiding hebben, zijn verplicht en gefaciliteerd om alsnog een masteropleiding te volgen. Het panel acht het aantal mastergeschoolde docenten in lijn met hetgeen van een hbo-docententeam wordt verwacht en vindt het van belang dat het management hierop blijft sturen. In teamverband verzorgt de opleiding in 2013 scholing in onderzoeksvaardigheden. Via een ‘train de trainer’ concept worden vier docenten opgeleid tot trainer van onderzoeksvaardigheden. Deze trainers moeten hun collega’s verder scholen op dit gebied. Daarnaast zal een aantal docenten via de professionaliseringsacademie op dit onderwerp worden bijgeschoold. Het panel dringt aan op een verhoging van het tempo van het ‘train de trainersconcept’. Gezien de noodzaak om de onderzoeksvaardigheden van studenten te vergroten, acht het panel het belangrijk dat docenten zich op korte termijn deze vaardigheden eigen maken. Daarbij zou de opleiding mogelijk gebruik kunnen maken van de expertise van het lectoraat.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
29/69
Gekeken naar de vakinhoudelijk kwaliteit van docenten acht het panel deze passend bij de opleiding FSM. De mogelijkheid om docenten vanuit de andere opleidingen binnen Economics in te zetten naast de inhuur van gastdocenten zorgt ervoor dat de basiskennis van het FSM-vakgebied voldoende geborgd is. Overwegingen en conclusie Het panel heeft kennis genomen van de kwaliteit van het docententeam en de borging ervan die de opleiding door scholing en functionerings- en beoordelingsgesprekken biedt. Het panel constateert dat de opleiding voldoende instrumenten in huis heeft om de kwaliteit van het docententeam op voldoende niveau te houden. Wel vindt het panel dat de opleiding steviger mag inzetten op de didactische vaardigheden van docenten en gastdocenten, mede gezien de feedback die studenten op dit punt geven. Ook acht het panel het van belang dat de opleiding meer tempo maakt in het bijscholen van haar docententeam op het gebied van onderzoeksvaardigheden. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 10
Kwantiteit van het personeel
De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma. Bevindingen De opleiding FSM heeft per 1 januari 2013 5,0 fte beschikbaar voor het onderwijs aan 155 studenten, exclusief management en ondersteuning. De opleiding heeft daarbij de beschikking over twintig docenten van de afdeling Economics en zeven gastdocenten. De opleiding streeft een minimale omvang van 16 procent na aan flexibele contracten om daarmee flexibel op ontwikkelingen in het werkveld in te kunnen spelen (zie ook standaard 8). De opleiding FSM voldoet aan deze norm. De docent/student ratio bedraagt 1:32 en dat is boven de norm van 1:30. De oorzaak hiervan ligt in de sterke groei van het aantal studenten in de afgelopen jaren en de financiering die daarmee niet congruent is (Kritische Reflectie). Medewerkers ervaren een hoge werkdruk; de veelheid van toetsen versnippering van taken op docentniveau en scheefheid in de werkdrukverdeling over de onderwijsperiodes spelen hierbij een rol. Het management streeft naar een betere balans tussen gevarieerde taken en taakversnippering en zal dat opnemen in het nieuwe Meerjaren Personeels plan van de afdeling Economics. Ook werkt het management aan een betere verdeling van taken over de onderwijsperiodes heen. Het panel constateert dat de omvang van het docententeam van de opleiding FSM klein en kwetsbaar is. Die kwetsbaarheid wordt deels opgevangen door inzet van docenten van de andere vakopleidingen binnen Economics en gastdocenten. Toch constateert het panel ook dat door ziekte van bijvoorbeeld een werkplekcoördinator een aantal activiteiten niet of in beperkte mate kunnen worden uitgevoerd.
30/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
De beperkte bezetting gekoppeld aan de hoge werkdruk zorgt er tevens voor dat de borging van een aantal instrumenten en documenten minder goed plaatsvindt, dan zou moeten. Een voorbeeld daarvan is de nieuwe afstudeerhandleiding voor vierdejaarststudenten die afgelopen jaar pas laat voor studenten beschikbaar kwam. Docenten geven aan een stevige werkdruk te ervaren, met name aan het einde van de semesters als toetsen en beoordelingen plaatsvinden. Van een (te) hoge werkdruk is geen sprake, zo vertelden zij het panel. Studenten vinden dat docenten goed bereikbaar zijn en open staan voor vragen om begeleiding en ondersteuning. Docenten maken daar voldoende tijd voor vrij, zo geven zij aan. Het panel ziet dat het docententeam qua omvang de bestaande werkzaamheden kan uitvoeren. Wel heeft het panel zorgen over de grootte van het team als het gaat om de borging en ontwikkeling van (nieuw) beleid en het opvangen van onverwachte ontwikkelingen. Het panel vindt de opleiding daarin kwetsbaar. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de omvang van het docententeam net aan toereikend is voor de opleiding. De opleiding is kwetsbaar gezien haar beperkte kwantitatieve capaciteit in de ontwikkeling van nieuw beleid en nieuwe instrumenten. Ook kan het team met moeite een situatie opvangen als een sleutelfiguur wegvalt zoals de werkplekcoördinator, zo stelt het panel vast. Daartegenover constateert het panel dat de opleiding deze kwetsbaarheid voor een deel weet op te vangen met docenten uit andere opleidingen binnen Economics en met een flexibele schil. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Voorzieningen
Standaard 11
Materiële voorzieningen
De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma. Bevindingen Huisvesting en voorzieningen De opleiding is gevestigd op de Kenniscampus van NHL Hogeschool in een vernieuwd gebouw, ontwikkeld rond de oude vestiging van NHL Hogeschool. Het gebouw is in gebruik sinds januari 2010. In de vestiging zijn werk- en projectruimten te vinden, voorzien van diverse audiovisuele, ICT- en multimedia-apparatuur.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
31/69
De werkruimtes voor docenten en de praktijkruimtes voor de studenten van de afdeling Economics, waar de opleiding deel van uit maakt, zijn bij elkaar in één deel van het gebouw geconcentreerd. Voor de docenten zijn 26 werkplekken beschikbaar. Studenten kunnen gebruik maken van studiewerkplekken in de studielandschappen en break-out rooms. In totaal zijn er veertien studielandschappen in het NHL gebouw te vinden. Iedere studielandschap beschikt over servicecorners, waar studenten kunnen kopiëren, printen en scannen. De break-outrooms zijn bedoeld voor meer besloten werk en overleg en bieden ruimte voor ongeveer zes personen. Het gebouw kent 75 van deze rooms, waar studenten gebruik van kunnen maken. Het panel is onder de indruk van de voorzieningen en de uitrusting van het gebouw. Op de Kenniscampus bevinden zich verder een mediatheek, copyshop, internetcafé, boekhandel, uitzendbureau, huisartsenpraktijk en restaurant. De mediatheek biedt studenten en docenten ondersteuning bij het vinden van informatie en bevat een ruime collectie publicaties. Daarnaast biedt de mediatheek toegang tot online informatie. Alle studenten en docenten hebben toegang tot de mediatheek. In de mediatheek zijn er ruim 100 werkplekken met draadloze internetverbinding. Het panel ziet dat de voorzieningen vanuit de mediatheek goed aansluiten bij de vraag van studenten en docenten. In NHL Hogeschool zijn in 420 laptopwerkplekken voor personeel, 227 personeel-pc plekken, 832 studenten-pc plekken, 846 algemene laptopaanlandplekken en1100 studentenwerkplekken. Gemiddeld bezoekt per dag 40 procent van de studentenpopulatie de NHL, waarvan de helft over een eigen laptop beschikt. Het panel heeft een rondleiding gehad in het gebouw en met genoegen kennisgemaakt met de voorzieningen en de ruimte die het NHL-gebouw biedt. Op basis van gesprekken met studenten constateert het panel dat de voorzieningen goed op orde zijn. Er is sprake van een piekdrukte tussen 10.00 en 15.00 uur, wat betreft het gebruik van werkplekken. Het panel heeft geconstateerd dat ook tijdens deze uren nog voldoende plekken aanwezig zijn. De docentenkamers acht het panel wel wat krap bemeten. Docenten geven zelf aan over te weinig ruimte te beschikken voor archivering bijvoorbeeld. Daarnaast is er weinig ‘rust’ op de werkplek. Gelet op de ervaren werkdruk, adviseert het panel de opleiding om nog eens kritisch naar de docentenwerkkamers te kijken en een herindeling van werkplekken te overwegen. Overwegingen en conclusie Het panel heeft met plezier kennisgemaakt met de faciliteiten en de ruimte die het NHL gebouw biedt aan studenten en docenten. Studenten beschikken over voldoende werkplekken; de studieruimtes zijn voorzien van mogelijkheden om wifi en digitale hulpmiddelen in te zetten, passend bij het huidige niveau van onderwijs. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.
32/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Standaard 12
Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen Studieloopbaanbegeleiding De opleiding FSM met 155 studenten is beperkt van omvang, waardoor de lijnen tussen studenten en docenten kort zijn en de contacten tussen studenten en docenten relatief intensief. Het panel heeft dat nagevraagd bij de studenten. Studenten geven aan blij te zijn met het persoonlijke karakter van de opleiding. Docenten kennen de studenten bij naam. De studiebegeleiding is gericht op talentontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling. De mate van begeleiding neemt af met het vorderen van de opleiding, waarmee de zelfstandigheid van de studenten groeit stelt de opleiding in de Kritische Reflectie. Iedere student heeft een studieloopbaanbegeleider, waarbij ieder jaar de student een nieuwe studiebegeleider krijgt aangeboden. De studieloopbaan begeleiding kent de volgende fases, waarin de volgende accenten centraal staan: • Propedeuse (oriënterend, informerend, beeldvormend, selecterend, werkplekkeuze); instituutsbreed over ECMA toegepast; • Jaar 2: afronding propedeuse, werkplekkeuze, buitenland; • Jaar 3: werkplekkeuze; • Jaar 4: afstuderen, oriënteren op beroep of vervolgstudie. Er zijn meerdere personen en instanties betrokken bij de studiebegeleiding: • Een studieadviseur beheert de studentdossiers, geeft informatie aan potentiële studenten en doet onder meer voorstellen voor individuele studieroutes; • Bij bijvoorbeeld financiële of privéproblemen kan een student beroep doen op het decanaat; • De werkplekdocent begeleidt het leerproces van de student, onder meer door studenten te motiveren tot het stellen van leerdoelen. Op de werkplek zelf begeleidt een praktijkbegeleider de student bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden en geeft feedback over de behaalde resultaten; • Een docent-afstudeerbegeleider begeleidt de student bij het opzetten van het onderzoeksplan, de uitvoering van het onderzoek en het schrijven van het afstudeerrapport. Het panel heeft met studenten gesproken over de studiebegeleiding. In het algemeen zijn studenten tevreden over de begeleiding die zij ontvangen. Studenten geven in de gesprekken aan dat met de begeleiding in de propedeuse en in het vierde jaar goed te waarderen. Daarbij spelen zowel de studieloopbaanbegeleiders als de directe contacten met docenten een belangrijke rol.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
33/69
Een aantal studenten gaf aan meer begeleiding te wensen met name bij de begeleiding naar de werkplekken. Ook uit een aantal evaluatieformulieren die het panel heeft bestudeerd, bleek dat een deel van de studenten en bedrijfsbegeleiders niet tevreden waren over de organisatie van het werkplekleren zowel studenten als bedrijfsbegeleiders de contacten met begeleidende docenten van NHL Hogeschool onder de maat vonden. Het panel constateert dat de borging van de begeleiding op de werkplekken nadere aandacht van de opleiding vraagt, mede vanwege het grote belang van het werkplekleren binnen het onderwijsprogramma. Informatievoorziening Studenten kunnen zich via intranet, BlackBoard en Educator informeren over de opleiding, het leerplan, het rooster, de inhoud van de lessen (BlackBoard), de onderwijs- en toetseenheden, de keuze van de minoren, het studieplan, de toetsresultaten en de studievoortgang (Educator). Het panel heeft met studenten gesproken over de informatievoorziening. De instrumenten zoals BlackBoard en Educator zijn passend voor de opleiding, constateert het panel. Studenten geven aan veel gebruik te maken van Blackboard. Minder tevreden zijn studenten die te maken hebben gekregen met een nieuw afstudeertraject. De definitieve informatie daarover in de vorm van een afstudeerhandleiding kwam laat ter beschikking, namelijk op het moment dat studenten al bezig waren met hun afstudeeronderzoek. Het panel vindt dit weinig zorgvuldig en gaat er vanuit dat het hierbij om een eenmalig incident gaat. Overwegingen en conclusie Het panel heeft de documentatie over het studieloopbaanbeleid van de opleiding FSM bestudeerd en daarover gesproken met studenten. Het panel stelt vast dat studieloopbaanbegeleiding over het algemeen goed functioneert, mede ook door de directe contacten tussen studenten en docenten. Het panel vindt wel dat de opleiding ervoor dient te zorgen dat de werkplekbegeleiding vanuit school goed geborgd is. Het panel constateert dat de borging daarvan nog versterkt moet worden. Daarnaast constateert het panel dat de afstudeerhandleiding in het studiejaar 2012-2013 te laat ter beschikking van studenten is gekomen. Het panel gaat ervan uit dat het hier een eenmalige omissie betreft. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
34/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Kwaliteitszorg
Standaard 13
Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen Het kwaliteitsbeleid van de opleiding FSM is vastgelegd in het Kwaliteitshandboek Economics en het Kwaliteitshandboek instituut ECMA. Uitgangspunt is de PDCA-cyclus (plan-do-check-act). Als beleidscyclus is deze vormgegeven in de doelstellingen die omschreven zijn In het Jaarplan Economics (plan) en de verantwoording daarvan in het jaarverslag (check) en de verbeteringen die in het daarop volgende jaarplan worden geformuleerd (act). Ook in het onderwijsprogramma is de PDCAcyclus op hoofdlijnen herkenbaar. Het onderwijsprogramma wordt in nauwe samenspraak met de docenten vormgegeven (plan), bij uitvoering (do) periodiek geëvalueerd (check) en bijgesteld (act). In de Kritische Reflectie geeft de opleiding in het kort weer hoe het evaluatiesysteem is te kenschetsen. De belangrijkste evaluatie-instrumenten zijn: • Vier keer per jaar studenten tevredenheidsenquêtes met de hbo-spiegel, waarbij alle modules worden geëvalueerd; • Twee keer per jaar panelgesprekken met alle klassen, waarbij de kwaliteit van het onderwijs in het afgelopen jaar wordt besproken. Aanwezig zijn de coördinator kwaliteitszorg en de manager van de afdeling Economics; • Terugkoppeling naar studenten van de evaluatieresultaten en de verbeteracties bij de panelgesprekken; • Terugkoppelen van de evaluatie naar docenten. Daarnaast maakt de opleiding gebruik van de NSE enquête, de hbo-monitor en eens in de drie jaar de midterm audit dan wel visitatie. Een keer per twee jaar vindt er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaats. Daarnaast wordt het werkveld regelmatig geraadpleegd over de kwaliteit van de opleiding (zie ook standaard 15). De opleiding hanteert als toetsbaar streefdoel een minimale score van 3,0 op een 5 puntschaal of een score van 5,5 op een 10 puntschaal bij de onderwijsevaluaties. Bij een score onder de 5,5, volgt een verbeteractie beschreven aan de hand van een standaardformulier en aangestuurd door de opleidingsmanager. Het panel heeft de hoofdlijnen van de PDCA-cyclus op de opleiding FSM herkend in de documentatie en de gesprekken met docenten, studenten en opleidingsmanagement. Er is met name meer aandacht gekomen voor het systematisch terugkoppelen van de evaluaties. Het panel constateert dat de opleiding haar kwaliteitsbeleid weliswaar in aanzet heeft verbeterd maar dat meer regie en sturing op de implementatie wenselijk is.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
35/69
Het panel constateert dat de opleiding op tal van fronten veranderingen aanbrengt zoals het invoeren van adviesvaardigheden in het curriculum, het implementeren van de onderzoekslijn, het wijzigen van het afstudeertraject en het versterken van het toets- en beoordelingssysteem (zie ook standaard 16). Deze veelheid van activiteiten in combinatie met de werkdruk brengt het gevaar met zich mee dat het monitoren van de kwaliteit het onderspit delft, zeker als het consequent evalueren en verbeteren nog geen gemeengoed is, zoals het panel heeft moeten constateren. Het borgen van resultaten en verbeteringen en het bewaken van het kwaliteitsbeleid heeft het panel nog te weinig zichtbaar in de werkwijze van de opleiding aangetroffen, zo blijkt uit de documentatie en de gesprekken die het panel met docenten en overige betrokkenen heeft gevoerd. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat het kwaliteitsbeleid van de opleiding FSM het afgelopen jaar sterk is geïntensiveerd. Meetinstrumenten worden toegepast en de uitkomsten ervan teruggekoppeld aan studenten en docenten. De implementatie dient verder versterkt te worden, zo stelt het panel vast op basis van de gesprekken en de bestudeerde documentatie. Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
Standaard 14
Verbetermaatregelen
De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan realisatie van de streefdoelen. Bevindingen De procedures en de verantwoordelijkheden van de diverse betrokkenen bij het kwaliteitszorg zijn vastgelegd in het Kwaliteitshandboek Economics en het Kwaliteitshandboek ECMA. Een belangrijke rol bij het terugkoppelen van de evaluaties ligt bij de coördinator kwaliteitszorg en het hoofd van de afdeling Economics. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van de verbeteracties door betrokkenen en het uitvoeren van de verbeteracties ligt bij het hoofd van de afdeling Economics. Naar aanleiding van de midterm audit zijn projectgroepen gestart in 2011 en zijn de verbetervoorstellen afgerond in 2012. De implementatie ervan vindt stapsgewijs plaats. Concreet gaat het om: • Aanpassing van het toetsbeleid en de uitvoering daarvan; • Het systematisch opnemen van onderzoeksvaardigheden in het curriculum; • Het Handboek Kwaliteitszorg is diverse malen aangepast; het kwaliteitszorgsysteem is sterk verbeterd door intensieve evaluaties en systematische terugkoppeling (zie ook standaard 13); • Het aannamebeleid van het personeel is aangepast;
36/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Het beleid met betrekking tot praktijkgericht onderzoek in het afstudeertraject is aangepast (zie standaard 16); • Het studieloopbaanbeleid is aangepast (zie standaard 12). Het panel constateert dat de opleiding veel activiteiten onderneemt ter verbetering van het onderwijsprogramma en de onderwijsleeromgeving. De hoeveelheid activiteiten in combinatie met de beperkte omvang van het docententeam baart het panel zorgen. Het panel ziet dat de veranderingen weliswaar in aanzet tot stand komen, maar ziet ook dat de implementatie ervan nog verdere versterking en vooral borging behoeft. Nu ziet het panel dat formulieren bijvoorbeeld in de begeleiding van het werkplekleren hier en daar niet volledig zijn ingevuld. Internationalisering moet nog vorm krijgen, adviesvaardigheden krijgen een stevige plek in het curriculum, maar zijn ook nog in ontwikkeling. De focus op de activiteiten, de prioritering ervan en de regie er op heeft het panel niet herkenbaar in de documentatie en de gesprekken terug kunnen vinden. Het panel vindt dat de opleiding daarbij ondersteund door de afdeling Economics zich moet richten op het verankeren van het kwaliteitssysteem van monitoring en bijsturing en op een planmatige wijze de ingezette verbeteringen verder moet vormgeven. •
Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de opleiding FSM zich inzet voor verbeteringen in haar onderwijsprogramma en de voorwaarden die daartoe moeten bijdragen. Voor een belangrijk deel vloeien de ingezette verbeteringen voort uit de midterm audit. De implementatie ervan is nog broos, zo constateert het panel. Verbeteringen zijn net aangebracht of soms deels ingevoerd. De verankering van de nieuwe werkwijze is nog niet overal tot stand gekomen Het panel mist een projectmatige samenhangende aanpak om de verbeteringen ook daadwerkelijk te laten landen in de opleiding en de voortgang ervan te monitoren. Ondanks deze kanttekeningen ziet het panel ook dat de opleiding doordrongen is van de noodzaak om de borging van haar processen en het monitoren ervan te verbeteren. De opleiding is in staat gebleken om veranderingen door te voeren. Het panel is dan ook overtuigd dat de opleiding tevens in staat is om de uitdagingen op die er nog liggen op een adequate wijze op te pakken en op te lossen. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 15
Betrokkenheid bij kwaliteitszorg
Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen De opleiding FSM betrekt medewerkers, studenten, afgestudeerde en het werkveld bij haar kwaliteitsbeleid (Kritische Reflectie).
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
37/69
Medewerkers zijn betrokken door hun inbreng in het afdelingsoverleg, het teamoverleg, de opleidingscommissie en de examencommissie. Daarnaast organiseert de afdeling Economics studiedagen over onderwijsvernieuwing. Studenten nemen deel aan evaluaties en panelgesprekken en zijn vertegenwoordigd in de opleidingscommissie. Afgestudeerden treden op als gastdocent en nemen deel aan de hbo-monitor. Het panel constateert dat er geen expliciet alumnibeleid is geformuleerd. Het werkveld tot slot is betrokken via de intensieve contacten die Economics onderhoudt met het regionale bedrijfsleven. Economics betrekt ook representatieve vertegenwoordigers bij de verbetering van het onderwijs en het onderhouden van samenwerkingsverbanden. Contacten met het werkveld verlopen ook via het landelijk overleg (LOO-FSM) en de werkveldcommissie. Het panel heeft in gesprekken met de verschillende betrokkenen uit deze stakeholdersgroeperingen kunnen afleiden dat zij een stevige inbreng hebben in het beleid van de opleiding. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de opleiding op een adequate wijze haar stakeholders bij het beleid en de kwaliteitszorg betrekt. Dat geldt met name voor studenten, docenten en het werkveld. Alumni worden minder als stakeholdergroep gezien, maar zijn soms via het werkveld of als gastdocent betrokken bij de opleiding. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Standaard 16
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Bevindingen Systeem van toetsing In het Toetsplan 2012-2015 heeft de opleiding haar systeem van toetsing beschreven. Daarin geeft de opleiding aan dat het programma van toetsen voldoet aan de kwaliteitseisen van NHL Hogeschool, zoals vastgelegd in het Toetsbeleid NHL 2012-2015.
38/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
De opleiding hanteert de volgende mix aan toetsvormen: • Competentietoetsen. Daaronder vallen onder meer productbeoordelingen, waarbij de beoordelingen zijn gebaseerd op de competentiematrix. Andere vormen zijn performance-assessments (beoordelingen op professioneel gedrag), portfolio assessments (bij het afstuderen). Het werkplekleren wordt beoordeeld in tussen- en eindevaluatiegesprekken. De werkbegeleider geeft een beoordelingsadvies op basis van de praktijkbeoordelaar en de aanwezigheidsregistratie. De contactdocent wijst de EC’s toe; • Kennistoetsen; variërend van meerkeuzevragen tot open vragen of een essay. Hierin volgt de opleiding de toetsvormen van ECMA; • Vaardigheidstoetsen: vaardigheden wordt getoetst door observatie aan de hand van vooraf opgestelde criteria; • Ontwikkelingsgerichte assessments als onderdeel van de studieloopbaanleerlijn, formatief van aard. Docenten maken de toetsen aan de hand van de Catalogus van Toetsvormen van de ECMA. Per toetsvorm staat beschreven aan welke criteria de toets moet voldoen. De assessments zijn aanwijsbaar gericht op één of meerdere competenties op één beheersingsniveau. Kennistoetsen zijn afgeleid van de leerstof van een cursus. Bij de ontwikkeling en beoordeling van iedere toets past de opleiding het vier-ogen-principe toe. Bij performance-assessment zijn twee assessoren aanwezig. Bij het totaal aan beoordelingen worden verschillende beoordelaars ingezet. De opleiding zet externe beoordelaars in bij het beoordelen van praktijksituaties. Zij hebben een adviserende rol. In de assessments worden de toetsopgaven, de toetsvorm, de beoordelingscriteria, de weging ervan en de normering van de cesuur beschreven. Bij kennistoetsen is de toetsvorm, de normering en de weging vastgelegd. Ook bij vaardigheidstoetsen informeert de opleiding studenten van te voren via BlackBoard over de opgaven, de normering en cesuur. De beoordelingscriteria zijn opgenomen in het werkmateriaal. De opleiding biedt studenten proeftoetsen, proefassessments en voorbeelden van portfolio’s ter inzage aan. Het panel constateert dat het toetsbeleid in het toetsplan helder is omschreven. De implementatie ervan is nog gaande, zo stelt het panel vast, na de bestudering van beoordelingen en de gesprekken met studenten en docenten. Met name de beoordelingen van het werkplekleren is nog aan verbetering onderhevig, zo stelt het panel vast. De beoordelingen worden niet allemaal even consequent afgetekend, de wijze van beoordelen is voor het panel niet altijd even inzichtelijk voor wat betreft de weging van de competenties. De cesuur is niet altijd duidelijk, de normering voor de beoordeling mag transparanter en meer navolgbaar. De examencommissie is verantwoordelijk voor de kwaliteitsborging van de toetsing. De commissie werkt binnen de kaders van het WHW en het toetsbeleid van NHL Hogeschool (Toetsbeleid NHL 2012, Toetsbeleid ECMA 2012). De examencommissie houdt zich bezig met onder meer advisering over het toetsbeleid, toetsplan, OER, studentenstatuut en verder met het toezicht op de naleving ervan. Daarnaast behoren de borging van het eindniveau en het behandelen van klachten van studenten tot het takenpakket van de examencommissie.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
39/69
Met ingang van het studiejaar 2012-2013 heeft de examencommissie een toetscommissie aangesteld om de toetsdeskundigheid te organiseren en het afdelingsmanagement te adviseren over het toetsbeleid. De toetscommissie heeft zich in dit studiejaar beziggehouden met het vooraf beoordelen van de toetsen. De response van het docententeam is nog laag. De toetscommissie geeft aan dat docenten nog moeten wennen aan de nieuwe werkwijze, waarin toetsen aan het begin van het curriculum moeten worden aangeleverd. In het studiejaar 2013-2014 evalueert de toetscommissie ook de toetsen achteraf. Tot nu toe heeft de toetscommissie zich gericht op de kennistoetsen. Het evalueren van assessments komt later aan bod. Het panel stelt vast dat de toetscommissie nog in haar functioneren moet groeien. Dat geldt voor het verkrijgen van draagvlak onder docenten om vooraf al hun toetsen aan de commissie ter beoordeling te leggen. Dat geldt ook voor de werkzaamheden die de toetscommissie verricht. Deze zal zich bijvoorbeeld verder moeten uitbreiden naar toetsen buiten de kennisleerlijn. Het panel zou graag zien dat de toets- en examencommissie daarvoor een traject uitzetten. Het panel heeft tevens het beoordelingsformulier voor toetsen bestudeerd, en vastgesteld dat deze adequaat is vormgegeven. Realisatie van de beoogde eindkwalificaties Het laatste jaar van de opleiding wordt de afstudeerfase genoemd. Met ingang van het studiejaar 2012-2013 is de afstudeerfase gewijzigd. Tot en met het studiejaar 2011-2012 werden beroepspecifieke competenties (competenties 1 t/m 3, zie bijlage 1) getoetst in de vorm van een set beroepsproducten zoals het maken van een verzekeringsvoorstel, een beleggingsvoorstel, een kredietvoorstel, een estate planning en als belangrijkste en omvangrijkste product een financieel plan voor een directeur groot aandeelhouder (DGA).De overige competenties werden getoetst op de werkplek in leerjaar 4. Vanaf het studiejaar 2012-2013 is een specifieke onderzoeksopdracht in het onderwijsprogramma aan de afstudeerfase toegevoegd in verband met de invoering de BBA standaard (zie ook standaard 1). Nu zijn 12 EC in het programma vrijgemaakt voor onderzoeksvaardigheden; in de komende jaren wil de opleiding het aantal EC voor onderzoek in de afstudeerfase verhogen (Kritische Reflectie). De afstudeerfase kent in de ‘nieuwe stijl’ de volgende onderdelen: • Een onderzoeksopdracht, waarin de onderzoekscompetenties in combinatie met andere competenties worden afgetoetst; • Een Financieel Plan Ondernemer waarin beroepspecifieke competenties op het gebied van financiële planning en advisering worden afgetoetst; • Een werkenperiode. Het afstudeertraject staat beschreven in de Afstudeerhandleiding 2012-2013 .Voordat een student aan het afstudeeronderzoek begint, stelt de studieloopbaanbegeleider vast of de student de benodigde EC heeft behaald (160). De student kiest een onderwerp en stelt startdocument op, waarin hij de opzet van het praktijkgericht onderzoek en de uitvoering/rapportage van het onderzoek beschrijft. De afstudeercommissie bestaande uit twee docenten, beoordeelt het startdocument, waarna de student een Plan van Aanpak opstelt. Het Plan van Aanpak wordt goedgekeurd door twee examinatoren. Zij geven aan of de student met het onderzoek aan de slag kan gaan.
40/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Het afstudeeronderzoek wordt afgesloten met de beoordeling van het rapport, de zelfreflectie en de presentatie/verdediging (Kritische Reflectie). Het panel heeft kennisgenomen van het nieuwe afstudeertraject zoals beschreven in de afstudeerhandleiding. De werkwijze die daarin staat omschreven acht het panel inzichtelijk en gestructureerd, waarbij voldoende borging is opgenomen om studenten tot een goed afstudeeronderzoek te laten komen. De invulling van het afstudeertraject is echter nog niet op het niveau zoals het is beoogd, constateert het panel, nadat het kennis heeft genomen van een aantal startdocumenten en plannen van aanpak. Het panel is van mening dat de feedback van docenten duidelijker en beter kan, gericht op de methodische onderbouwing van het onderzoek. Beoordeling eindwerkstukken Het panel heeft in totaal vijftien eindwerkstukken beoordeeld, waarvan elf van het studiejaar 2011-2012 en vier van het studiejaar 2012-2013, dat wil zeggen van na de invoering van het nieuwe afstudeertraject. Meer afstudeerwerken uit dit nieuwe traject waren ten tijde van de visitatie nog niet voor handen. In de eerste serie afstudeerwerken herkent het panel de praktijkgerichte aanpak van de opleiding. Het panel heeft deze werkstukken bestudeerd aan de hand van de afstudeerhandleiding 2011-2012 en geconstateerd dat alle werkstukken voldoende waren en voldeden aan de eisen die de afstudeerhandleiding daaraan stelde. Het panel acht het niveau van deze eindwerken passend voor een bachelor hbo-opleiding. Daarbij onderschrijft het panel de verandering die de opleiding in het huidige afstudeertraject aan bod heeft laten komen. Met name het onderzoekend vermogen als onderdeel van de Dublin Descriptor oordeelsvorming en de BBA-standaard wordt in het nieuwe traject explicieter afgetoetst. Het panel heeft de overige vier werkstukken eveneens als voldoende beoordeeld. Het panel heeft daarbij een aantal aandachtspunten geconstateerd. De kwaliteit van de werkstukken is niet consistent. De afbakening van het onderwerp is niet helder aangebracht. Soms betrof het onderwerpen waarvan de relatie met het FSM-vakgebied niet duidelijk was. De samenhang tussen hoofdvraag en deelvragen is in een aantal gevallen onduidelijk. De methodische onderbouwing van de onderzoeken beoordeelde het panel in een aantal gevallen als matig: de motivatie en de onderbouwing van de keuze voor een onderzoeksmethode is in een aantal gevallen niet sterk. Ook het bronnengebruik is mager verwoord, aldus het panel. Tevredenheid werkveld over afgestudeerden Het panel heeft de notulen van de werkveldcommissie bestudeerd en gesproken met een aantal vertegenwoordigers uit het werkveld. Hieruit kwam naar voren dat de opleiding FSM in staat is om goede beginnende professionals af te leveren, die zich snel het werk op een nieuwe werkplek eigen kunnen maken. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de opleiding FSM haar systeem van toetsing en beoordeling het laatste jaar sterk heeft verbeterd. Het panel onderschrijft het toetsbeleid, zoals dat is beschreven in het toetsplan, maar heeft kanttekeningen bij de daadwerkelijke implementatie ervan. De kanttekeningen betreffen de beoordeling van de toetsen door de toetscommissie, die zich nu beperken tot de kennistoetsen. Ook het aantal toetsen dat vooraf aan de commissie ter beoordeling wordt voorgelegd is nog te beperkt. Het panel constateert dat de toetscommissie nog dient te groeien in haar rol en functie.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
41/69
Het panel constateert dat de opleiding terecht haar afstudeertraject met ingang van het studiejaar 2012-2013 heeft gewijzigd om daarmee meer ruimte te bieden voor onderzoek. Dat is in lijn met de Dublin Descriptoren en de BBA-standaard onderzoekend vermogen. De uitwerking ervan in de eindwerkstukken kan echter nog scherper en explicieter wat betreft de methodische en theoretische onderbouwing van het afstudeeronderzoek. Het panel acht de eindwerkstukken van voor 2012-2013 op niveau in verhouding tot wat op dat moment van studenten werd verwacht. De beroepsproducten die toen centraal stonden in het afstudeertraject zijn voldoende complex en voldoende uitgevoerd om aan het hbo-bachelorniveau te voldoen. De afstudeerwerken en onderzoeken van het nieuwe traject heeft het panel alle als voldoende beoordeeld en in lijn met het hbo-bachelorniveau. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
42/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
3
Eindoordeel over de opleiding
Oordelen op de standaarden Het visitatiepanel komt tot de volgende oordelen op de standaarden: Standaard Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties Standaard 2 Oriëntatie van het programma Standaard 3 Inhoud van het programma Standaard 4 Vormgeving van het programma Standaard 5 Instroom Standaard 6 Studeerbaarheid Standaard 7 Duur Standaard 8 Personeelsbeleid Standaard 9 Kwaliteit van het personeel Standaard 10 Kwantiteit van het personeel Standaard 11 Materiële voorzieningen Standaard 12 Studiebegeleiding Standaard 13 Evaluatie resultaten Standaard 14 Verbetermaatregelen Standaard 15 Betrokkenheid bij kwaliteitszorg Standaard 16 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Oordeel Voldoende Voldoende Goed Voldoende Goed Voldoende Voldaan Voldoende Voldoende Voldoende Goed Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
Overwegingen en conclusie
o
o o
Weging van de oordelen op de zestien standaarden op basis van de motivering bij de standaarden en volgens de beslisregels van NVAO: Het eindoordeel over een opleiding is in elk geval ‘onvoldoende’ indien standaard 1 of 16 als onvoldoende beoordeeld wordt. Een ‘onvoldoende’ bij standaard 1 kan niet leiden tot het toekennen van een herstelperiode door de NVAO. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘goed’ zijn indien tenminste de standaarden 1, 3, 6, 9, 13, 14, 15 en 16 als goed worden beoordeeld. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘excellent’ zijn indien de standaarden 1, 3, 6, 9, 13, 14, 15 en 16 als excellent worden beoordeeld.
Het visitatiepanel beoordeelt de kwaliteit van de bestaande hbo bachelor opleiding Financial Services Management van de voldoende.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
43/69
44/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
4
Aanbevelingen
Standaard 2: • Ontwikkel een visie op de internationalisering van de opleiding. • Overweeg de toevoeging van internationale vakliteratuur aan de BoKS. • Anticipeer op tijd op de beperkte beschikbaarheid van werkplekken om daarmee het duale karakter van de opleiding in stand te houden. Standaard 2 en 3: • Verstevig de onderzoeksleerlijn en overweeg om deze als aparte modules vorm te geven in het programma. Standaard 8 en 9 • Breng meer sturing aan in het scholingsplan van docenten en zet daarbij in op het vergroten van didactische vaardigheden en kennis van toegepaste onderzoeksmethodologie. Standaard 11 • Zoek alternatieven voor de thans krap bemeten werkplekken voor docenten, gelet op de ervaren werkdruk. Standaard 12 • Borg de begeleiding van studenten op de werkplekken zodat studenten en werkorganisaties verzekerd zijn van een passende begeleiding en beoordeling. Standaard 13: • Besteed meer aandacht aan de borging van het kwaliteitsbeleid van de opleiding en veranker deze in werkwijze en processen. Standaard 14 • Breng meer focus en samenhang in de verbetermaatregelen en stel een projectmatig plan van aanpak op om deze verbetermaatregelen te verankeren in de werkwijze van docenten en medewerkers. Standaard 15 • Overweeg de ontwikkeling van een alumnibeleid.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
45/69
Standaard 16 • Evalueer de beoordelingsformulieren voor de werkplekken op transparantie, eenduidigheid en werkbaarheid. • Zorg dat de toetscommissie een plan van aanpak ontwikkelt om haar positie en werkwijze te verstevigen. • Zorg voor een stevige implementatie van de afstudeerhandleiding mede door een sterke begeleiding van afstuderende studenten op de methodische en theoretische onderbouwing van het afstudeeronderzoek.
46/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
5
Bijlagen
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
47/69
48/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Bijlage 1: Eindkwalificaties van de opleiding Competentiegebied FSM
Indicatoren FSM
1. Diensten verlenen
1.1 Het adviseren 1.2 Het verkopen 1.3 Klantenbestand beheren 1.4 Marktbewerkingplan opstellen 2.1 Productenmanagement (make or buy) 2.2 Accepteren of afwijzen 2.3 Administratie verzorgen 3.1 Monitoring financieel resultaat 3.2 Beleidsdocument schrijven 3.3 Projectmatig werken (acyclisch) 3.4 Bedrijfsprocessen aansturen (cyclisch) 3.5 Kwaliteit verbeteren 3.6 Werken met Informatietechnologie 4.1 Rapporteren 4.2 Als teamplayer functioneren 4.3 Coachen 5.1 Inspelen op externe betrekkingen 5.2 Inspelen op politiek en economisch beleid 5.3 inspelen op markt en prijspeilontwikkeling 6.1 Persoonlijk ontwikkelplan aansturen 6.2 Reflecteren 6.3 Benutten van leervermogen 7.1 Artikel schrijven 7.2 Presentatie verzorgen 7.3 Informatie verwerken
2. Het zorgdragen voor nazorg & afwikkeling dienstverlening
3. Werken aan de Business
4. (samen)werken met medewerkers
5. Werken vanuit de organisatie
6. Werken aan je eigen professionaliteit
7. Werken aan professionalisering beroepsgroep
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Domein-competentie Economics (landelijk) DC 6 DC 6 DC 6 DC 6 DC 2 DC 6 DC 2 DC 3 DC 4, 5
DC 2 DC 2 DC 1 DC 5, 7 DC 7 DC 7 DC5 DC5 DC5 DC 8 DC 8 DC 8 DC 7 DC 7 DC 7
49/69
50/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Bijlage 2: Overzicht opleidingsprogramma Opleiding: Studiejaar:
FSM 2012/2013
Variant: Leerjaar:
Duaal 1
Major
Toetsvorm
Studieloopbaanlij n 1
practicum practicum Rapport/tentamen tentamen tentamen practicum/lc tentamen tentamen
2 1 2 2 1 1 2 2
tentamen lc tentamen practicum practicum tentamen practicum practicum tentamen portfoliogesprek
1 2 2 1 2 3 1 2 1 1
tentamen 6
Major
Vaardighedenlijn
Titel OnderwijsEenheid/Titel ToetsEenheid Jaar 1 Major 1.1 Beroepenorientatie Ecma Basismodule Leerlijn Onderzoek 1A Communicatieve vaardigheden: Rapporteren Bedrijfseconomie 1.1 Ecma Basismodule Recht Excel plus Ecma Basismodule Taalbeheersing Marketing 1.1 Project MVO Ondernemingsplan Project MVO Algemene Economie 1.1 Vrije Keuze 1.1 Major 1.2 Marketing 1.2 Ecma Basismodule leerlijn Onderzoek 1B Project MVO Presenteren & Vergaderen Bedrijfseconomie 1.2 kosten en kostprijs Project MVO Ondernemingsplan Project MVO Informatiekunde Algemene Economie 1.2 Ecma Basismodule SLB 1.1 Communicatieve Vaardigheden: Zakelijke correspondentie
Conceptuele leerlijn
Integrale leerlijn
EC's per leerlijn
1.3 Bedrijfsadministratie 1.1 WFT Basismodule Ecma Basismodule Engels Project MVO informatiekunde 2 Project Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Statistiek 1 1.4 Ecma Basismodule SLB 1.2 Project Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Bedrijfscalculatie 1.1 Vrije Keuze 1.2 WFT consumptief Krediet Recht Business English
9
3
30 tentamen tentamen tentamen practicum
2 2 2
tentamen assessment assessment tentamen practicum tentamen tentamen tentamen
1 5
7 EC jaar 1 13
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
12 3 4
2 1 2 3 3 16 5 28 14
2
30 5 60
51/69
Opleiding: Studiejaar:
Variant: Leerjaar:
FSM 2012/2013
Duaal 2
Toetsvorm
Vaardighedenlijn
Studieloopbaanlijn
Titel OnderwijsEenheid/ Titel ToetsEenheid
Conceptuele leerlijn
Integrale leerlijn
EC's per leerlijn
Jaar 2
Major
2.1+2.2 Training Managementvaardigheden Training Verkoopvaardigheden Werken 1 jaar 2 Persoonlijke Ontwikkeling 2.2
1 1 27 27
Major
Major
2.3
2.4
English Strategy Management Accounting 2.1. Strategy Sociaal Recht 2 Statistiek 2 Belastingrecht 2.1 inkomstenbelasting particulier WFT Schadeverzekering Particulier Financieel Management 2.1 Ondernemingsrecht Financieel Management 2.2 WFT Schadeverzekering Particulier WFT Schadeverzekering Zakelijk WFT Consumptief Krediet Excursie Vrije Keuze 2.1 Vrije Keuze 2.2 Persoonlijke Ontwikkeling 2.1
0
1 1 30
practicum tentamen rapport tentamen tentamen tentamen
2 3 2 2 2 2 2 1 4 3 2 1
3 23 EC jaar 2 30 23
52/69
2 1
1 3
practicum practicum practicum practicum
1 1 1 3 30 4 60
tentamen tentamen tentamen tentamen tentamen tentamen practicum practicum practicum practicum
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Opleiding: Studiejaar:
FSM 2012/2013
Variant: Leerjaar:
Duaal 3
Toetsvorm
Vaardighedenlijn
Studieloopbaanlijn
Titel OnderwijsEenheid/Titel ToetsEenheid
Conceptuele leerlijn
Integrale leerlijn
EC's per leerlijn
Jaar 3 Major 3.1
WFT Hypothecair Krediet Algemeen Diensten Marketing Management WFT Beleggen
3
tentamen
WFT Verzekeren Leven Algemeen Kwaliteit en Processen
1
opdracht
Excursie 2 (Londen)
1
practicum
Zakelijke adviesvaardigheden (en verkoop)
2
SLB Major 3.2
practicum 1
pop
Diensten Marketing Management
4
opdracht
WFT Hypothecair Krediet Algemeen
5
tentamen
WFT Verzekeren Leven Algemeen
5
tentamen
Artikel schrijven 1 Financiële Planning Particulier
Minor 3.3+3.4 Werken 2 jaar 3
opdracht 8 10 17
rapport 2
1 30
24
practicum
Artikel schrijven 1
1
opdracht
Hulp bij Aangifte
3
practicum
Persoonlijke Ontwikkeling 3 28 0 EC jaar 3 38 17
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
0 2
2 practicum 2 30 3 60
53/69
Opleiding: Studiejaar:
Variant: Leerjaar:
FSM 2012/2013
Duaal 4
Major
4.2
Cross Cultural Management Kredieten WFT Schadeverzekeringen Zakelijk Fiscaal adviesbedrijven Afstudeerproject DGA kredietvoorstel Ondernemingsrecht Afstudeerproject DGA Werken 3 jaar 4 3.1 Persoonlijke Ontwikkeling 4.1 Cross Cultural Management WFT Schadeverzekeringen Zakelijk Afstuderen DGA verzekeringsvoorstel Afstuderen DGA beleggingsvoorstel Afstuderen DGA estateplanning Afstudeerproject DGA Werken 3 jaar 4 3.1
Major 4.4
54/69
Cross Cultural Management Werken 3 jaar 4 3.2 Afstuderen onderzoeksopdracht Cross Cultural Management Werken 3 jaar 4 3.2 Kwaliteit en processen werken opdracht Afstuderen onderzoeksopdracht Persoonlijke Ontwikkeling 4.2
tentamen
2
tentamen rapport tentamen
2
1 3
practicum tentamen rapport rapport rapport rapport
2 1 1 4 9
0
1 20
4 21 2 12 1 36 EC jaar 4 46
Toetsvorm
Studieloopbaanlij n
Conceptuele leerlijn 2
2
10 Major 4.3
Vaardighedenlijn
Titel OnderwijsEenheid/Titel ToetsEenheid Jaar 4 Major 4.1
Integrale leerlijn
EC's per leerlijn
4 13
tentamen practicum rapport rapport practicum 0 0
0 40 1 60
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Bijlage 3: Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris De heer drs. N.J.M. Kwantes RB, voorzitter De heer Kwantes is ingezet als lid van het panel vanwege zijn grote expertise in het werkveld van het domein Personeel en Arbeid en HRM. In de afgelopen jaren is hij veelvuldig bij strategische HRMvraagstukken betrokken geweest, zoals bij de Rabobank-organisatie (als HR-manager en vaak voorafgaand en aansluitend op fusies en reorganisaties), als consultant bij een vastgoedbedrijf en in zijn rol als toezichthouder bij een algemeen ziekenhuis (voorzitter van de HRM-auditcommissie) en als lid van de Raad van Advies van een Hogeschool. In zijn loopbaan heeft de heer Kwantes daarnaast ervaring opgedaan op de gebieden: marketing, opleidingen, fusies en reorganisaties. Door zijn ruime werkervaring in het werkveld in verschillende sectoren van onderwijs tot de financiële dienstverlening heeft hij een brede expertise en grote kennis op dit gebied. Sinds 1990 is hij gecommitteerde van financieel-economische opleidingen bij Fontys Hogeschool. De heer Kwantes heeft veel ervaring met visitaties in het hoger onderwijs, vaak als voorzitter van een visitatiecommissie. De heer Kwantes is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1999 – 2000 1991 – 1992 1986 – 1988 1980 1978 – heden 1967 – 1973 1961 – 1967
MBA Register Bedrijfskundige Post-doctoraal Bedrijfskunde 1e graads opleiding Maatschappijleer Management-opleidingen, opleidingen op terrein van personeel, organisatie/ ontwikkeling, training & development, bestuur en governance Sociologie HBS A
Werkervaring: 2009 – heden Zelfstandig consultant op terrein van personeel & organisatie en bestuur en toezicht 1985 – 2008 Rabobank Nederland 2008 – 2009 Adjunct-directeur/Arbeidsvoorwaarden executive management Rabo Vastgoedgroep 2005 – 2008 Adjunct-directeur/ Management Recruitment Rabobank Nederland 2001 – 2005 Adjunct-directeur/HR-Manager Rabobank Nederland 2000 – 2001 Adjunct-directeur/Hoofd Arbeidsvoorwaarden Rabobank Groep 1999 – 2000 Hoofd Management Support Directoraat Personeel 1999 Hoofd Arbeidsmarktcommunicatie 1997 – 1998 Senior Consultant Corporate Management Development 1992 – 1996 Manager Ondersteuning Betaaldiensten 1988 – 1991 Hoofd Opleidingen binnen Marketing Services Bedrijven 1985 – 1987 Onderwijskundige Directoraat Opleidingen 1980 – 1985 Docent Maatschappijleer, Avond-MEAO 1978 – 1985 Onderwijskundige/Senior Consultant, Katholiek Pedagogisch Centrum 1974 – 1978 Wetenschappelijk medewerker, Katholieke Universiteit van Nijmegen 1973 – 1973 Reserve-officier/Sociaal wetenschappelijk onderzoeker, Ministerie van Defensie 1971 – 1972 Onderzoeker Educational Research, Philips 1970 – 1971 Secretaris Commissie Jeugd- en jongerenwerk, Gemeente Tilburg Bestuurlijke ervaring: Huidige functies • Lid Raad van Toezicht TweeSteden Ziekenhuis Tilburg • Voorzitter HRM-auditcommissie RvT TweeSteden Ziekenhuis Tilburg • Lid Raad van Advies Fontys Hogeschool MER
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
55/69
• • • • •
Gecommitteerde fin/econ.opleidingen Fontys Hogeschool Voorzitter Stichting “Noordstraat, 10 mei 1940” Voorzitter Vincentius Vereniging Tilburg Vice-voorzitter Fusie-parochie Johannes XXIII Lid Probus Tilburg
Mevrouw M.J. Pape Mevrouw Pape is ingezet vanwege haar deskundigheid op het gebied van financieel management en vanwege haar inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld. Mevrouw Pape is hoofd van de opleiding Financial Services Management en hoofddocent economische vakken en statistiek aan Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Tevens is zij lid van het landelijk overleg Financial Services Management. Vanuit HAN is zij betrokken bij een samenwerkingsverband met de bancaire opleiding van Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen. Mevrouw Pape is lid van de toetscommissie hoofdfase bedrijfseconomische opleiding en was tot en met 2011 certificeerder van assessoren binnen HAN. Onder haar leiding is de deeltijdvariant (e-learning) van de opleiding Financial Services Management ontwikkeld en in 2010 van start gegaan. Voor deze visitatie heeft mevrouw Pape onze handleiding voor panelleden ontvangen en is zij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2009 2006 2004-2012 2001 – 2012 1988 – 1992 1980 – 1990 1976 – 1980 1968 – 1975
Gecertificeerd EVC assessor en begeleider Opleiding vertrouwenspersoon - Bezemer en Kuiper Diverse cursussen (binnen en buiten de HAN) op het gebied van leiding geven Training voeren van R&O gesprekken - Schouten en Nelissen Diverse cursussen en seminars op het gebied van toetsing MO(B) staathuishoudkunde en statistiek Diverse specialisaties fysiotherapie Fysiotherapie HAVO en Atheneum B
Werkervaring: 1993 – heden Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN): 2009 – 2011 EVC assessor opleiding Bedrijfseconomie Certificeerder van assessoren binnen HAN 2008 – heden Lid landelijk overleg Financial Services Management 2008 – heden Hoofd opleiding Financial Services Management 2008 – 2010 Lid curriculumcommissie opleiding Bedrijfseconomie 2007 – heden Lid van de centrale medezeggenschapsraad 2005 – heden Lid toetscommissie hoofdfase bedrijfseconomische opleiding 2002 – 2008 Voorzitter vaksectie Algemene Economie 1998 – 2003 Projectleider gemeenschappelijke propedeuse 1997 – 2003 Lid toetscommissie propedeuse 1995 – 2001 Begeleiden stages en afstudeeropdrachten 1994 – heden Hoofddocent economische vakken en statistiek 1993 – 1994 Docent economische vakken (1e gr. Lerarenopleiding) 1993 – 1994 Docent VWO economische wetenschappen - Dominicus college 1980 – 1992 Fysiotherapeut Overig: - Bestuurslid van diverse sportverenigingen en de ouderraad van een middelbare school
56/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
De heer drs. D.W. Righters MBA, De heer Righters heeft vanuit diverse functies en uiteenlopende werksituaties ruime kennis van en ervaring met bedrijfseconomische en managementvraagstukken opgedaan. Als zelfstandig consultant heeft hij ervaring op het gebied van bedrijfseconomische en managementvraagstukken, kwaliteitsmanagement in het bijzonder. Ook is hij door zijn docentschap goed bekend met het hoger beroeps onderwijs. Sinds 2004 is de heer Righters als docent Organizational Behavior & Marketing verbonden aan de Rotterdam Business School (onderdeel van Hogeschool Rotterdam). Rotterdam Business School (RBS) heeft een internationaal karakter vanwege het feit dat de studentenpopulatie uit 45 verschillende nationaliteiten bestaat en het curriculum Engelstalig is. Daarnaast heeft RBS internationaal aansluiting bij diverse partnerscholen (Demi) verspreid over Europa, Noord Amerika en Azië. Met deze Demi partners vindt uitwisseling plaats en kunnen wederzijdse studenten een gedeelte van hun studie bij de RBS volgen en/of afronden en vice versa. Naast het verzorgen van diverse colleges bij RBS is de heer Righters regelmatig tweede beoordelaar bij scripties van buitenlandse studenten die een double degree willen behalen. Daarnaast is de heer Righters regelmatig gastdocent in China, Canada, United Kingdom en Duitsland. De heer Righters heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs en heeft vanuit ervaring als panellid/voorzitter van meer dan 10 visitaties kennis van de accreditatiesystematiek. Hij heeft vanuit opleiding en werkervaring internationale kennis van het domein en is daarnaast gediplomeerd LeadAuditor ISO-9002. Opleiding: 2009 Didactische bevoegdheid behaald aan de VU (Vrije Universiteit) Amsterdam. 2004 – heden Erasmus Universiteit Rotterdam, faculteit Bedrijfskunde; promotietraject. Het promotieonderzoek richt zich op Kwaliteitsmanagement in relatie tot Strategie. 2004 MBA Gediplomeerd Lead-Auditor ISO 9002, Lead Auditor INK 1989 Doctoraal Bedrijfskunde, deels op Michigan Business School, Detroit, USA 1982 HEAO 1978 VWO Werkervaring: 2007 – heden Universiteit van Lubljana, gastdocent 2005 – heden Geely Beijing University, gastdocent (3 x per jaar) 2004 – heden Docent Organizational Behavior & Marketing en docent Research, Rotterdam Business School 2000 – heden Docent Bedrijfseconomie Hogeschool Rotterdam, docent Marketing, Finance & Accounting 2000 – heden Q-minds B.V., adviesbureau op het gebied van economische vraagstukken en kwaliteitsmanagement, freelance consultant 1997 – 2000 KLM, Coachen en begeleiden van trainees 1993 – 1997 KLM, Trainingen verzorgen ten behoeve van grond en vliegend personeel 1989 – 1993 KLM, Logistiek & Planning (vloot en menskrachtplanning)
De heer T. Eijsermans De heer Eijsermans is ingezet als studentlid. Hij volgt de duale hbo-bacheloropleiding Financial Services Management aan Fontys Hogescholen en werkt als schadebehandelaar bij Veldsink Adviesgroep. Hij heeft een onderzoek uitgevoerd naar het pensioenbewustzijn onder hbo-studenten, gepubliceerd in InFinance mei 2013. De heer Eijsermans is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is de heer Eijsermans aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
57/69
Opleiding: 2011 – heden 2008 – 2011 2004 – 2008 2000 – 2004
Financial Services Management (duaal) - Fontys te Eindhoven Vastgoed en Makelaardij (propedeuse behaald) - Fontys te Eindhoven Commercieel medewerker Bank- en Verzekeringswezen - ROC Eindhoven VMBO-t - Eckart college te Eindhoven
Werkervaring: 2013 – heden Schadebehandelaar - Veldsink Adviesgroep 2010 – heden Medewerker afdeling transport - Catharina ziekenhuis Eindhoven 2008 – 2008 Service medewerker bankhal - Rabobank Eindhoven-Veldhoven 2007 – 2008 Stagiair - Rabobank Eindhoven-Veldhoven 2006 – 2009 Postbode - TNT Post Eindhoven
Mevrouw C.M.F. Bomhof MOC Mevrouw Carry Bomhof is ingezet als NQA auditor. Mevrouw Bomhof beschikt over ruime ervaring met visitaties in de sector volkshuisvesting, waar zij als secretaris en visitator het visitatieproces bij woningcorporaties veelvuldig heeft meegemaakt. Mevrouw Bomhof heeft in 2013 deelgenomen aan de NVAO-training en zij is gecertificeerd secretaris. Opleiding: 2009 – 2011 2007 – 2008 2002 – 2003 1976 – 1984 1970 – 1976 Werkervaring: 2013 – heden 2010 – heden 2003 – heden 1995 – heden
1985 – 1995 1982 – 1985 1980 – 1984
58/69
Masteropleiding Organisatiecoaching, Haagse Hogeschool Post-HBO leergang coaching. Pro-Education Amsterdam, opgeleid tot erkend coach! Post-HBO opleiding VO management, Pro-Education Amsterdam Franse Taal en Letterkunde (Kandidaats behaald aan de VU), gevolgd door Algemene Taalwetenschap aan de UVA VWO Snellius Lyceum, Amstelveen
Netherlands Quality Agency, auditor Visitator Raeflex Secretaris Raeflex Zelfstandig adviseur gericht op de ondersteuning en begeleiding van veranderingsprocessen bij maatschappelijke ondernemingen in het algemeen en woningcorporaties in het bijzonder Stafmedewerker woningbouwvereniging Goede Stede te Almere, bewonersparticipatie, beleidsontwikkeling en communicatie Secretaris Bewonersvereniging Uilenstede Algemeen Bestuurslid SSH-VU
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Bijlage 4: Bezoekprogramma Dag 1 Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers (maximaal 6 à 8)
09.45 – 10.00 uur
Ontvangst
Panel + Opleidingsmanagement
10.00 – 15.30 uur
Voorbereiding en materiaalbestudering: - Studiemateriaal - Studentmateriaal - Alle door NQA en de opleiding geselecteerde afstudeerproducten
Panel
Spreekuur en rondleiding (½ uur, tijd in overleg) 12.30 uur lunch in B1016 15.30 – 16.15 uur
Blok Inhoud I: afstuderen
Dhr. drs. C.J. Blom Dhr. dr. T. Tuinstra Dhr. drs. F. Witvoet Dhr. drs. J. Geertsma Dhr. drs. J. de Vries
16.30 – 17.15 uur
Blok Inhoud II: afstudeerfase
Dhr. I. Versteeg, alumnus, vooropleiding havo, profiel economie & maatschappij, afstudeerdatum 25 juni 2013 Mw. L. van ’t Veer, alumnus, vooropleiding havo, profiel economie & maatschappij, afstudeerdatum 9 juli 2013 Dhr. J. de Kleijn, alumnus, vooropleiding comm. medewerker bank- en verzekeringswezen (mbo niveau 4), afstudeerdatum 18 juni 2012 Mw. E. Stiemsma, alumnus, vooropleiding onderwijsassistent (mbo niveau 4), afstudeerdatum 25 juni 2012
17.15 – 18.30 uur
Voorbereiding en materiaalbestudering
Panel
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
59/69
Dag 2 Tijdstip 08.15 –09.00 uur
Programmaonderdeel Materiaalbestudering en voorbereiden gesprekken
Deelnemers (maximaal 6 à 8) Panel
09.00 – 09.45 uur
Extra gesprek met werkveld
Mevrouw D. Geertsema (Rabobank Drachten) De heer A. De Jong (FZM Assurantiën) De heer W. van der Zee (Aegon) De heer F. Nieuwhof (NFP en lid werkveldcommissie)
09.45 – 10.45 uur
Gesprek studenten propedeuse en hoofdfase (inhoud en randvoorwaarden)
Jaar 2: Dhr. J. Haarsma, vooropleiding HAVO Mw. L. Endema, vooropleiding vwo, profiel economie & maatschappij Dhr. J. Steenbakkers, vooropleiding HAVO Jaar 3: Mw. M. Boorsma, vooropleiding MBO SPW-Havo Jaar 4: Dhr. T. de Witte, vooropleiding mdw m&c assistent communicatiemedewerker (mbo niveau 4)
11.00 – 12.00 uur
Gesprek met docenten (inhoud en randvoorwaarden)
Mw. L.M. Sinnema-Zijlstra (Coördinatie WFT modules en examinering, Coördinatie minor advisering particulieren, WFT Leven Algemeen in jaar 3, WFT Consumptief Krediet in jaar 1, Werplekbegeleiding in jaar 1, 2 en 3) Dhr. T. Andreae MFP (Financiële planning particulier in jaar 3, DGA plan in jaar 4, WFT Hypothecair Krediet Algemeen in jaar 3) Dhr. C.S. Koopmans (Algemene economie in jaar 1, Bedrijfscalulatie in jaar 1, Ecma Basismodule leerlijn onderzoek in jaar 1) Mw. mr. T.G. Holwerda (Ondernemingsrecht in jaar 3 en 4, DGA plan onderdeel estateplanning in jaar 4, Werplekbegeleiding in jaar 1, 2 en 3)
60/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Dhr. drs. H.J.W. van der Vaart (Bedrijfseconomie in jaar 1) Dhr. dr. T. Tuinstra (Ecma Basismodule leerlijn onderzoek in jaar 1) Dhr. drs. K. Poelman (Informatiekunde in jaar 1) Dhr. E.H. Huitema (Managementvaardigheden in jaar 2, Adviesvaardigheden in jaar 3, Artikelschrijven jaar 3) Dhr. drs. J. de Vries (Marketing in jaar 1, Dienstenmarketing in jaar 3, Kwaliteit en Processen in jaar 3, Cross Cultural Management en Ethiek in jaar 4, Project Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in jaar 1) 12.00 – 13.00 uur
Lunchpauze in B1016 + overleg / extra bestuderen materiaal
13.00 – 13.45 uur
1 gesprek met opleidingsmanagement
Dhr. ir. E.L. van der Veer (instituutsdirecteur) Dhr. J. Bakker MPM (afdelingshoofd Economics a.i.) Dhr. drs. J. de Vries (opleidingscoördinator)
14.00 – 14.45 uur
Blok Borging
Dhr. drs. J.J de Groot RA (vz. ex.cie.) Mw. L.M. Sinnema-Zijlstra (secr. ex.cie.) Mw. mr. T.G. Holwerda (ex.cie.) Dhr. drs. K. Poelman (kwaliteitszorg) Dhr. A. Oostland (toetscie.) Dhr. drs. P.B. Hogenhuis (toetscie.) Dhr. T. de Witte (vz. opleidingscie.)
15.00 – 15.30 uur
Eventuele extra gesprekken
Nader bepaald door panel
15.30 – 17.00 uur
Beoordelingsoverleg Panel
Panel
17.00 – 17.30 uur
2e gesprek opleidingsmanagement, inclusief afronding
Dhr. ir. E. van der Veer (instituutsdirecteur) Dhr. J. Bakker MPM (afdelingshoofd Economics a.i.) Dhr. drs. J. de Vries (opleidingscoördinator)
e
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Panel
61/69
62/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Bijlage 5: Bestudeerde documenten Gegevens/documentatie Digitale bijlagen bij de KR Ter inzage
BEOOGDE EINDKWALIFICATIES Digitale bijlagen bij de KR
Ter inzage tijdens het visitatie bezoek
PROGRAMMA Digitale bijlagen bij de KR
Ter inzage tijdens het visitatie bezoek
Naam document Opleiding - Basisgegevens volgens NVAO LANDELIJK - BBA standaard NHL - Strategisch plan 2008-2011 - Strategisch Plan 2012-2015 - Beleidsplan internationalisering 2012-2015 - Organogram 2012 ECMA - Meerjarenbeleidsplan (strategisch plan) 2012-2016 - Jaarplan 2010, 2011, 2012, 2013 - Jaarverslag 2010, Jaarverslag en analyse jaarrekening 2011 - Kenniskring internationalisering jaarplan 2012-2013 - Organogram AFDELING - Beleidsplan Economics 2012-2015 OPLEIDING - Lijst van werkveldcontacten 2012-2013 ECMA - Projectplan Kennisbasis BBA standaard OPLEIDING - Beroeps- en opleidingsprofiel FSM 2010 - Bijlage BBA FSM OPLEIDING - Beroeps- en opleidingsprofiel FSM 2010 - Bijlage BBA FSM OPLEIDING - Programma FSM met als documenten: - studentenstatuut 2012-2013 inclusief leerplanschema beschrijving onderwijseenheden 2012- 2013 - toetsoverzicht 2012-2013 (zie toetsplan bij onderwerp 6) literatuurlijst 2012-2013 LANDELIJK - HBO-raad Gedragscode Praktijkgericht Onderzoek in het hbo 2010 NHL - Kader kwaliteitszorg van het onderzoek versie def 160310 - Onderwijs en praktijkgericht onderzoek 2011 - Onderwijsconcept en Onderwijsstandaards Ruimte binnen kaders 2010 - Studentenstatuut instellingsspecifiek deel 2012-2013 - Onderwijs en Examenregeling (OER Bachelor) 2012-2013 ECMA - Onderwijsschets 2011 - Expeditie, onderwijsconcept 2011 - Projectplan Vervolg op onderzoek 2012 AFDELING - Onderwijsvisie OPLEIDING - Blackboard
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
63/69
- Educator - diverse studiemateriaal PERSONEEL Digitale bijlagen bij de KR
Ter inzage tijdens het visitatie bezoek
VOORZIENINGEN Ter inzage tijdens het visitatie bezoek
KWALITEITSZORG Digitale bijlagen bij de KR
Ter inzage tijdens het visitatie bezoek
64/69
AFDELING/OPLEIDING - CV’s docenten
NHL - HRM Beleidsplan 2012-2015 - Competentieprofiel Docent - Regeling Coachen beoordelen en belonen (2009) - Gespreksformulier coachen- beoordelen ECMA - Meerjaren Beleidsplan (Brondocument) waaronder: - meerjaren personeelsbeleid AFDELING - Jaarplan (Brondocument) waaronder: - scholingsplan LANDELIJK - Gemeente Leeuwarden Masterplan Kenniscampus NHL - Beleidsplan studeren met een functiebeperking 2011 - Informatie Beleidsplan 2012-2015 - Regeling Mediatheek (2012) - Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (2010) - Regeling ICT faciliteiten (2009) ECMA - Projectplan studieloopbaanbegeleiding 2012-2013 ECMA en Afdeling - Handboek Kwaliteitszorg, Kwaliteitszorgsystemen 2013 NHL - Visie organisatie processen instrumenten kwaliteitszorg definitief 02 juni 2010 - Regeling opleidingscommissies (2010) - Handreiking kwaliteitsplan 2013
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
ECMA - Notulen voorzitters examencommissie ECMA - Notulen WAC ECMA - Verbeterplan NSE, HBO monitor - Jaarplan/jaarverslag OIC - Internationalisering concept jaarplan 2011 en stand van zaken 2010 - Jaarverslag 2009 Internationalisering - Jaarplan Kenniskring Kwaliteitszorg 2012-2013 0 3 - Jaarverslag Kenniskring Kwaliteitszorg 2011-2012 - Rapportages basismodules ECMA - Evaluatie SLB, leerlijn Onderzoek, cursus Engels LC - Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) 2011 OPLEIDING - NSE Rapportage 2011en 2012 - Rapportage HBO monitor 2010 en 2011 - Evaluaties - Verbeterplannen - Notulen Teamoverleg - Notulen Opleidingscommissie - Notulen Werkveldadviescommissie (WAC) - Notulen Examencommissie - Jaarverslag Examencommissie TOETSING Digitale bijlagen bij de KR
ECMA - Toetsbeleid 2012 OPLEIDING - Handleiding Werkend Onderwijs FSM 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013 - Afstudeerhandleiding FSM 2012-2013 incl beoordelingsformulieren - Handleidingen afstudeeronderdelen 2011-2013 - Lijst afstudeerders FSM 2010-2013 (inclusief de 4 afstudeerders 2012-2013) - Afstudeerrapporten FSM, eigen selectie, 4 stuks - Toetsplan FSM (incl. toetsvormen)
Ter inzage tijdens het visitatie bezoek
LANDELIJK - Vreemde ogen dwingen HBO-Raad - Geslaagd, handreiking examen commissie HBO-Raad NHL - Toetsbeleid NHL 2012-2015 - Implementatieplan Toetsbeleid 2012-2013 - Regeling Examencommissie 2012 ECMA - Toetsbeleid 2012
OPLEIDING - Toetsplan FSM - Vrijstellingenbeleid FSM 2013
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
65/69
66/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Bijlage 6: Overzicht bestudeerde afstudeerwerken
Hieronder een overzicht van de studenten van wie het panel de afstudeerwerken heeft bestudeerd. Conform de regels van de NVAO zijn alleen de studentnummers opgenomen. Studentnummer 123420 115975 94402 120197 96233 166046 94588 102407 130532 114731 94893 142409 142123 137057 250147
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
67/69
68/69
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
Bijlage 7: Verklaring van volledigheid en correctheid
© NQA – NHL Hogeschool: Financial Services Management - UOB
69/69