Technisch Bulletin
Te c h n i s c h e i n f o r m a t i e v o o r d e i n s t a l l a t i e m a r k t
Nefit houdt Nederland war m
Nummer 27 - juni 2008
Nefit introduceert de Nefit Auris E combi-warmtepomp voor nieuwbouwprojecten! Nefit heeft zijn leveringsprogramma uitgebreid met een nieuw en duurzaam product: de Nefit Auris E! De Nefit Auris E is een elektrische combi-warmtepomp die speciaal voor de Nederlandse markt is ontwikkeld met onze Zweedse zusterfirma, welke al jarenlang een van de marktleiders in warmtepompen is. Een warmtepomp gebruikt de aardwarmte die in de bodem aanwezig is om cv- en/of tapwater te verwarmen. Het gebruik van deze gratis energiebron maakt de warmtepomp zeer energiezuinig en duurzaam.
in d it nu m m er : Nefit Auris E Combi-Warmtepomp Nefit Auris E C4-C5-C7 OS voor open bronsysteem Betrouwbaar, zuinig en stil. Pagina 3
Oplossingen voor gesloten bronsysteem Pagina 5
Nefit Auris E De Nefit Auris E is een elektrische combi-warmtepomp met geïntegreerd voorraadvat en elektrische bijverwarming. Deze warmtepomp zorgt dus voor zowel centrale verwarming als tapwaterverwarming. Voor de centrale verwarming wordt water met een maximale aanvoertemperatuur van 60 °C geleverd. Voor het tapwater wordt het water in het voorraadvat tot 55 °C opgewarmd. Met de ingebouwde elektrische bijverwarming kan een nog hogere tapwatertemperatuur worden bereikt. Met het 3 kW en 6 kW element kunnen 3, 6 of 9 kW bijgeschakeld worden. Softwarematig kan hiermee ook een wekelijkse thermische desinfectie tot 65 °C worden uitgevoerd. Door het voorraadvat ’s nachts te verwarmen, wordt gebruik gemaakt van het gunstige nachttarief. Voor een elektrische warmtepomp is geen gasaansluiting nodig. In nieuwbouwwoningen waar elektrisch wordt gekookt is een gashuisaansluiting niet meer noodzakelijk, wat vastrechtkosten bespaart! De Nefit Auris E heeft de mogelijkheid tot passieve koeling, waarmee in de zomer koeler water door het verwarmingssysteem kan worden gepompt.
Branderthermostaat op Nefit SmartLine (Basic) HR(C) Het hoe en waarom over deze branderthermostaat. Pagina 5
Installeren van de Nefit SolarLine De handigheidjes naast de handleiding. Pagina 6
Nefit Technisch Bulletin juni 2008
Ontwerp van een warmtepompsysteem
Het juist dimensioneren van een warmtepompsysteem is een specialisme. In de ontwerpfase moeten alle afzonderlijke systeem-componenten goed op elkaar worden afgestemd, omdat dit het warmtepomprendement in hoge mate bepaalt. We bedoelen daarmee de volgende systeemcomponenten: 1. Bron. Het dimensioneren van het bronsysteem en het interpreteren van bodemgegevens. 2. Pomp. De keuze van het type warmtepomp. 3. Afgifte. Het dimensioneren van het afgiftesysteem. Nefit assisteert graag bij het maken van deze keuzes. We nemen met u alle relevante gegevens door, en maken voor uw situatie een aanbieding op maat. Neem hiervoor contact op met de Nefit DealerLine 0570-678566, toets 3. 1. Bron Er zijn in principe twee bronsystemen: • De (collectieve) open bron. • De gesloten bron. De keuze van het type bron wordt bepaald door economische factoren en regelgeving; een open bron heeft onderhoud nodig. Bij een collectieve bron worden de onderhoudskosten gedeeld. Een open bronsysteem is in waterwingebieden niet toegestaan en is voor individuele woningen een te dure oplossing. Een open systeem wordt daarom vaak toegepast in grotere projecten als woonwijken. Een gesloten bron is onderhoudsvrij, en wordt nu vaak toegepast in individuele woningen. Ook gesloten bronnen worden steeds vaker projectmatig toegepast. 2. Pomp Nefit heeft voor alle toepassingen een geschikte elektrische warmtepomp. Het juiste vermogen van de warmtepomp is erg belangrijk. Als door een onjuist vermogen een warmtepomp veel aanen uitschakelt, vraagt dit veel energie en beïnvloedt dit het rendement nadelig. Voor een optimaal rendement dient de warmtepomp continue te draaien. De pomp moet dus goed gedimensioneerd worden met een nauwkeurige transmissieberekening. Lees verderop in dit Technisch Bulletin over de verschillende beschikbare typen.
3. Afgifte Om het hoge rendement van een warmtepompsysteem optimaal te benutten, wordt gebruik gemaakt van een Lage Temperatuur Verwarmingssysteem (LTV-systeem). Combineer de warmtepomp met bijvoorbeeld wand- en/of vloerverwarming of LTV-convectoren/ radiatoren. Let er hierbij op dat alleen met wand- en/of vloerverwarming de woning ook gekoeld kan worden. Door de continue en gelijkmatige verwarming levert een LTV-systeem ook een bijdrage aan een verhoogd wooncomfort. Let er bij een wand- of vloerverwarmingssysteem wel op, dat het opwarmen langer duurt dan bij een hoog temperatuursysteem. De betonmassa dient namelijk weer opgewarmd te worden. Het is daarom van belang dat u de klant uitlegt om de gewenste kamertemperatuur zo min mogelijk te veranderen.
Werking van een warmtepompsysteem
proces begint weer van voorafaan. De driewegklep (8) bepaalt of de boiler of de cv-installatie wordt verwarmd. Bij cv-bedrijf wordt de warmte die wordt opgenomen in de condensor (4) door de cv-pomp (9) door de cv-installatie getransporteerd. Bij onvoldoende warmteaanvoer zal de elektrische bijverwarming (6) worden ingeschakeld. Geïntegreerde koeling Het koelcircuit van een warmtepomp met geïntegreerde koeling werkt als volgt (zie figuur 3): De driewegklep (10) zorgt ervoor dat het cv-water wordt gekoeld door het broncircuit. Het cv-water wordt nu rechtstreeks door de koeler (11) geleid. Het cv-water geeft hier warmte af aan het broncircuit. Het gekoelde cv-water wordt door de cv-pomp (9) door de cv-installatie geleid en neemt daar warmte op uit de ruimte. De opgenomen warmte wordt in de koeler weer afgestaan aan het broncircuit en kan in de winter weer worden gebruikt. Deze vorm van koelen wordt passieve of vrije koeling genoemd. Om condensvorming op de vloer te voorkomen wordt de temperatuur van het aanvoerwater van de vloerverwarming begrensd op 18 °C.
De bronpomp (1) pompt bronvloeistof op en leidt deze de warmtepomp in. De bronvloeistof heeft een temperatuur van ongeveer 10 °C en wordt na gebruik weer teruggepompt in de grond met een temperatuur van ongeveer 6 °C (ΔT = 4 K). Bron Warmtepomp De energie in de bronvloeistof wordt in de verdamper (2) 3 6 overgedragen aan het 1 2 4 koudemiddel wat circuleert 5 9 in de warmtepomp. De temperatuur van het Figuur 1 – cv-bedrijf koudemiddel stijgt en zal verdampen. Deze damp Warmtepomp wordt door de compressor Bron (3) gecomprimeerd, waardoor de druk en 3 6 temperatuur sterk stijgen. 1 2 4 De hete damp komt nu 5 9 in de condensor (4). In de condensor wordt de Figuur 2 – warmwaterbedrijf warmte afgegeven aan het cv-circuit. Warmtepomp De damp koelt hierdoor af Bron en wordt weer vloeibaar. De druk blijft hoog. 11 In de expansieklep (5) wordt de druk verlaagd 1 en zal de temperatuur van het koudemiddel verder 10 6 3 2 4 7 dalen tot ongeveer -10 5 9 °C. Het koudemiddel komt vloeibaar weer terug Figuur 3 – koelbedrijf (indien beschikbaar) bij de verdamper en het
2
Afgifte 8 7
Afgifte 8 7
Afgifte
8
Nefit Technisch Bulletin juni 2008
N efit A uris E C4-C5-C7 OS voor open bronsysteem Op de VSK 2008 introduceerde Nefit de Nefit Auris E C4-C5-C7 OS combi-warmtepompen, welke speciaal ontwikkeld zijn voor collectief open bronsystemen (OS betekent Open Source = Open Bron). Deze pompen zijn dus speciaal ontwikkeld voor nieuwbouwprojecten. Het principe van een open bronsysteem is dat de warmte onttrokken wordt uit het grondwater. Er wordt bij een open systeem gewerkt met meerdere watervoerende pakketten of lagen in de grond. Temperatuur en doorstroming van het water zijn hierbij sterk afhankelijk van de grondsoort. Nadat het grondwater is opgepompt, wordt het geleid naar de warmtepomp waar de warmte wordt gebruikt om het cv-water te verwarmen of te koelen. Na gebruik wordt het grondwater op een andere plek in de bodem teruggepompt.
Installatie Voor het elektrisch aansluiten van de warmtepomp moet er een driefasen krachtstroomaansluiting in de woning aanwezig zijn. De aansluitingen voor de bron, cv en warm water zitten bovenop de warmtepomp, wat veel opstelmogelijkheden mogelijk maakt. Houd bij het aansluiten van het broncircuit rekening met de volgende zaken: • Selecteer de appendages rekening houdend met de maximale werkdruk en de samenstelling van de vloeistof in het broncircuit. • Plaats de meegeleverde bronafsluiters (R1”) altijd zo dicht mogelijk bij de warmtepomp in de bronaanvoerleiding. Zie figuur 4. • Pas altijd een externe scheidingswisselaar toe om het grondbronwater te scheiden van het water welke de warmtepomp in gaat. • Plaats een handontluchter om het broncircuit te kunnen ontluchten. Een automatische ontluchter wordt afgeraden om kristalvorming en
1 2
7 3
4
5
8
9 6
1 2 3 4 5
Warmtepomp Cv-retoursensor (extern) Buitentemperatuursensor Documentatieset Afsluiter met filter (R ¾ inwendige schroefdraad) voor Cv-circuit
6 Stelvoeten 7 Kamerthermostaat (GT5) 8 Afsluiter met filter (R 1 inwendige schroefdraad) voor broncircuit 9 Tang voor het demonteren/ monteren van filters
Figuur 4 – leveringsomvang daardoor lekkage te vermijden. • Isoleer de leidingen en aansluitingen om condensvorming tegen te gaan. • Gebruik geen messing onderdelen. Voor de regeling van de temperatuur in de woning wordt een kamerthermostaat in de woonkamer geplaatst. Deze regeling bepaalt of er verwarmd of gekoeld moet worden.
EPC-reductie Conform het Bouwbesluit geldt de eis dat de EPC van een nieuwbouw woning maximaal 0,8 mag zijn. De Nefit Auris E warmtepompen beschikken over een gelijkwaardigheidsverklaring (tapwater/cv-bedrijf), zie www.nefit. nl/professioneel. Zo kan t.o.v. de forfaitaire waarde een voordeel op de EPC-reductie worden bereikt. Omdat de exacte EPC-reductie afhankelijk is van de specifieke situatie, kan Nefit u helpen bij het berekenen van de
3
juiste EPC-reductie. Neem hiervoor contact op met de Nefit DealerLine 0570-678566, toets 3.
De Nefit Auris E is de stilste warmtepomp van Nederland! Vergeleken met de concurrentie maakt de Nefit Auris E het minste geluid. Desondanks kan het in speciale gevallen - afhankelijk van opstellingsruimte – noodzakelijk zijn om extra geluidsisolatiemaatregelen te nemen. Let bij het vergelijken van geluidsniveaus wel op de gebruikte meetmethode. Hier bestaat nog wel eens verwarring over. Er zijn namelijk twee verschillende meetmethoden, welke niet met elkaar zijn te vergelijken, namelijk: • Geluidsvermogenniveau – het geluidsniveau volgens ISO-norm 9614-2 met een oppervlakmeting,
Nefit Technisch Bulletin juni 2008 die de hoogste waarde levert. • Geluidsdrukniveau – het piekgeluid op 1 m afstand met een puntmeting die een lagere waarde levert. Dit geluidsniveau wordt uitgedrukt in dB(A) oftewel in decibel (dB), gecorrigeerd voor de gevoeligheid van het menselijk oor (A). De decibel is een logaritmische maat, waarbij elke 3 dB meer een verdubbeling van het geluidsniveau betekent.
Kort samengevat De Nefit Auris E een kwalitatief hoogstaand Zweeds product, geschikt voor grote nieuwbouwprojecten. In combinatie met de vertrouwde Nefit serviceorganisatie biedt dat een gegarandeerde kwaliteit. De Nefit Auris E is te bestellen met artikelnummer: • Nefit Auris E C4 OS - 23047050 • Nefit Auris E C5 OS - 23057050 • Nefit Auris E C7 OS - 23077050. Zie ook de technische specificaties hieronder.
Voordelen De toepassen van de Nefit Auris E C4-C5-C7 OS heeft een aantal voordelen: • Is de stilste warmtepomp van Nederland. • Wordt geproduceerd door zeer ervaren Zweedse zusterfirma van Nefit, welke al 200.000 warmtepompen heeft verkocht. • Wordt ondersteund door de betrouwbare Nefit Service organisatie bij de inbedrijfname van de warmtepomp. • Bodembron - een brontype met een hoog rendement en heeft geen seizoensafhankelijkheid. • Voorzien van geruisloze passieve en condensvrije geïntegreerde koeling. • Heeft een gunstige invloed op de EPC-reductie. • Er zijn veel opstelmogelijkheden mogelijk, door handige topaansluitingen.
Eenh.
C4
C5
C7 3)
kW
5,76 (14,8)
6,71 (15,7)
7,60 (16,6)
C4
C5
C7 3)
u:min
1:44
1:31
1:15
l
185 (170)
185 (170)
185 (170)
Stilstandverlies
W
39,4
39,4
39,4
°C
55
55
55
2,41
2,45
2,45
1,35
1,4
1,5
Tapwater
Bedrijf water/water Nominaal vermogen (10/35) 1)
Eenh. Opwarmtijd (warmtepomp) Boiler inhoud (nuttige inhoud)
Nominaal vermogen (10/50) 1)
kW
5,46 (14,4)
6,56 (15,6)
7,65 (16,7)
Nom.elektr. vermogen (10/35)
kW
1,1
1,3
1,41
Nom.elektr. vermogen (10/50)
kW
1,43
1,81
2,01
Max. tapwatertemperatuur zonder elektr. bijverwarming
COP (10/35) volgens EN 255
5,27
5,02
5,39
COP op tapwater
COP (10/50) volgens EN 255
3,76
3,6
3,8
Compressor (Scroll)
Bronvloeistof
Massa koudemiddel (R134A)
kg
Min. doorstroming (beveiliging)
m3/h
0,65
0,76
0,86
Geluid
Nom. doorstroming (ΔT=4 K)
m3/h
0,97
1,12
1,33
Geluidvermogenniv. ISO-9614-2
dB(A)
44
46
46
Doorstroming (ΔT=5 K)
3
m /h
0,79
0,9
1,08
Geluiddrukniveau (1m afstand)
dB(A)
28
30
30
Drukverlies bij nominale doorstroming (ΔT=4 K)
kPa
28
34
35
Drukverlies bij doorstr. (ΔT=5 K)
kPa
23
26
27
Max. werkdruk
bar
6
6
6
Aanvoer brontemperatuur
°C
+8.. +20
+8.. +20
+8.. +20
Min. uittrede temp. (beveiliging)
°C
4
4
4
Elektrische aansluitwaarden en algemeen Elektrische spanning
V
Zekering, traag; bij (elektrische) bijverwarming 3 of 6 kW/9 kW
A
16/20
16/20
16/20
Beveiligingsklasse
IP
IP21
IP21
IP21
°C
0 ... 45
0 ... 45
0 ... 45
Toegestane omg.temperatuur Afmetingen (b x d x h)
Cv Nom. volumestroom (ΔT = 7 K)
m3/h
0,68
0,83
0,94
Gewicht (zonder verpakking)
Min. volumestroom (ΔT = 10 K)
m3/h
0,47
0,58
0,65
Aansluitingen (Cu)
Toegestaan ext. drukverlies bij nom. doorstroming (ΔT = 7 K)
kPa
34
30
30
Toegestaan ext. drukverlies bij doorstroming (ΔT = 10 K)
kPa
Max. toegestane bedrijfsdruk
bar
3
3
3
Max. aanvoertemperatuur
°C
60
60
60
l
125
160
180
Anti-condensregeling 2)
°C
18
18
18
Koelvermogen
kW
2,82
3,1
3,1
Min. vrije systeeminhoud
40
34
33
mm
400 V, N (3x 230) 50 Hz
600 x 600 x 1,770
kg
220
225
230
Aansluiting cv
mm
22
22
22
Aansluiting tapwater
mm
22
22
22
Aansluiting bron (altijd isoleren!)
mm
28
28
28
Ruimteverwarming
ja
ja
ja
Ruimtekoeling
ja
ja
ja
Warmtapwater
ja
ja
ja
Kwaliteitskeur Warmtepompen
Koeling (RVS)
1) Tussen haakjes: Max. verwarmingsvermogen incl. 9 kW bijverwarming. 2) Min. cv-aanvoertemperatuur bij koeling (menu-instelling). 3) Voorlopige waarden. Definitieve waarden binnenkort beschikbaar.
4
Nefit Technisch Bulletin juni 2008
Oplossingen voor gesloten bronsysteem Nefit verkoopt, in samenwerking met haar moederorganisatie, een eerste serie elektrische combiwarmtepompen voor gesloten bronsystemen. Het betreft hier een C9 en C11 uitvoering. Er wordt geen grondwater onttrokken aan de aardbodem, maar door de leidingen wordt een vloeistof geleid die de warmte opneemt vanuit de aardbodem. Wanneer de vloeistof de
warmtepomp bereikt, heeft het een bepaalde temperatuur opgenomen, die de warmtepomp verder naar de gewenste temperatuur zal brengen. Bij een gesloten bronsysteem wordt de vloeistof rondgepompt.
Werking warmtepomp De werking van de warmtepomp is al eerder in dit Technisch Bulletin beschreven (pagina 2).
De C9 en C11 kunnen daarnaast gecombineerd worden met een koelunit voor passief koelen.
Informatie In een volgend Technisch Bulletin zullen deze combi-warmtepompen uitgebreider worden beschreven. Voor informatie over deze warmtepompen, kunt u contact opnemen met uw Nefit accountmanager.
Branderthermostaat voor alle Nefit SmartLine toestellen De Nefit SmartLine (Basic) toestellen zijn vanaf Maart 2007 standaard voorzien van een branderthermostaat. Afhankelijk van het type toestel is deze geplaatst op de branderkop (zie figuur 5) of aan de achterzijde van de warmtewisselaar (zie figuur 6). De functie van de branderthermostaat is vergelijkbaar met de functie van een rookgasthermostaat en schakelt wanneer de temperaturen in de branderkop te hoog worden. Dit houdt in dat bij eventuele verstopping in het gedeelte tussen de RGA uitmonding en de brander het toestel een storing geeft en stopt. De storing
is vergrendelend (storing 1C). Als de verstopping cq. vervuiling is verholpen, kan het toestel alleen door een reset uit te voeren weer in bedrijf komen. De storing die het toestel geeft is dezelfde als wanneer men een rookgassensor in het rookgassysteem opneemt.
Branderthermostaat Indien het toestel niet is voorzien van een branderthermostaat, is het aan te bevelen achteraf een branderthermostaat in te bouwen. Wanneer niet conform de voorschriften het toestel elke twee jaar onderhouden wordt, dan is er kans op vervuiling en kan het toestel in een 1C storing komen te staan.
Wanneer Een branderthermostaat kan worden ingebouwd bij alle typen van het toestel SmartLine HR / SmartLine Basic HR geproduceerd voor maart 2007. Het toestel gaat uit bedrijf met de melding 1C. Het toestel dient dan eerst onderhouden te worden: • Vervang de branderpakking, afdichting gloeiplug en ionisatiepen. • Reinig de warmtewisselaar, indien nodig.
Monteren De branderthermostaat wordt in serie met de rookgasthermostaat aangesloten. De begeleidende instructie van de branderthermostaat beschrijft exact de montagestappen. Bij elke set is ook een terugmeldformulier bijgevoegd. Vul na het monteren altijd een terugmeldformulier in, en volg de instructies op dit terugmeldformulier.
Waar te bestellen De branderthermostaat is verkrijgbaar met artikelnummer: • 7746700124 branderthermostaat set met aansluitdraden, installatieinstructie en terugmeldformulier Bestel de branderthermostaatset via de Nefit Dealerline 0570-678566, toets 1.
Figuur 5 – Branderthermostaat op branderkop
Figuur 6 – Branderthermostaat achter de warmtewisselaar
5
Nefit Technisch Bulletin juni 2008
I nstalleren
van de
N efit S olar L ine
De Nefit SolarLine is op verschillende manieren te installeren: opdak, platdak en indak. In dit artikel wordt aan de hand van illustraties weergegeven hoe de Nefit SolarLine indak gemonteerd dient te worden. Deze informatie is aanvullend op de installatie-instructie die bij de Nefit SolarLine wordt bijgeleverd.
2
1
Y
X 2800
Y
Neem de tijd om goed uit te meten, en begin altijd rechtsonder te meten. Houd hierbij rekening met de benodigde hoogte van 2.800 mm voor de collector met plaatwerk. Plaats de collector niet in de bovenste 2 rijen pannen en niet te dicht aan de dakrand.
Voor 1 collector is X=1.320 mm en voor 2 collectoren is X=2.490 mm. Zaag een panlat met de lengte X, dit is de maat tussen de pannen. Schuif deze panlat over de pannen, zodat de pan aan de linker en rechterzijde van de collector alleen in een dal moet worden doorgeslepen. Alleen dan is de waterdichtheid te garanderen. Markeer de juiste plek van de panlat op de pannenrij onder de collector. Het rechter merkpunt noemen we merkpunt Y. Verwijder de pannen uit het gemarkeerde dakvlak. Let op: Snijd de pannen pas nadat de collector en het plaatwerk zijn gemonteerd.
4
3
5 6
160
Waterpas 800
370
24902520
800
160 Y
Neem een extra panlat en monteer hierop de afglijbeveilig. Houd hiervoor de juiste afstand aan. Voor 1 collector is 1 afglijbeveiliger noodzakelijk.
6
Sensor
7
4 2120
3
2 1
270
Plaats de extra panlat op exact 160 mm van de bovenkant van de onderste pannen, anders past later het lood niet. Plaats deze evenwijdig met de pannen. Zet het uiteinde van de eerste afglijbeveiliging op 270 mm van merkpunt Y.
22402270
5
Plaats de aangegeven extra panlatten om de collector en het plaatwerk te ondersteunen. Zie hiervoor ook afbeelding 17.
8
80
Y
80
Y
Plaats de eerste collector aan de rechterkant, 80 mm vanaf merkpunt Y. Let op: sensoraansluiting boven.
Monteer de collectorklemmen boven, midden en onder.
6
Plaats de klemmen boven, midden en onder en schroef deze pas vast als de 2e collector ook gemonteerd is.
Nefit Technisch Bulletin juni 2008
9
10
11
A
2
P
Afdichtingsband 1 2
Bij twee collectoren, plaats het koppelstuk tussen de collectoren, deze zit in de beschermhoeken van de collector.
Monteer de aanvoer- en retourleiding, sluit de 2 overgebleven aansluitingen af met afdichtdoppen en test op dichtheid. Plaats de sensor (A) in de collector met de aanvoerleiding.
Monteer afdichtingsband aan de onderzijde van de uitstaande rand van de collector (zie detail). Aan de linker, rechter en onderzijde.
12
13
14
1. 2.
2.
1.
Monteer de onderste afdekplaten. Begin met de rechterplaat. Haak de plaat eerst onder de collector (1.) en monteer dan op de plek (2.).
Schroef de afdekplaten op de gemarkeerde plekken vast. Reinig de pannen onder het lood, verwijder het beschermfolie van de loodslab en druk de loodslab in model op de pannen.
Plaats de rechter en linker afdekplaat. Plaats eerst de 2 steunen in de onderste collectorrand en klik daarna de bovenkant erin en schuif deze op de plaats (van boven naar beneden).
15
16
17
3. 2.
1.
1. 2.
Zet de zijplaten vast. Zorg ervoor dat de zijplaten tegen de collector aan liggen.
Plaats de middelste afdekstrip. De omgezette rand moet aan de onderkant van de collectoren. Werk van onder naar boven.
Plaats de bovenste afdekplaten en begin hierbij met de rechterplaat. Zorg ervoor dat ze goed in elkaar zitten. Zie ook afbeelding 18.
18
19
20
Let op dat de afdekplaat om de bovenrand van de collector heen valt. Schuif dus voldoende ver naar beneden! Het afdekrubber moet strak zitten. Is dit niet zo, dan zit de bovenplaat niet goed vast. Trek het rubber met een schroevendraaier naar voren (voor positie, zie detailaanzicht).
Zet de bovenste afdekplaten vast zodanig dat deze niet meer omhoog kunnen schuiven.
Maak de pannen op maat en plaats deze. Let op: Zie afbeelding 2 voor informatie over het doorslijpen van pannen.
7
? !
Installateursvraag Kan ik de Renovatie Geveldoorvoerset ook gebruiken met een TopLine toestel? Ja, zeker! De universele doorvoerset is geschikt voor zowel de Nefit SmartLine als de Nefit TopLine. Het vervangen van een Vaillant Sine met een muurdoorvoerbox geveluitmonding wordt dan wel erg eenvoudig! Deze doorvoerset is zo ontworpen en samengesteld, dat deze in de bestaande muurdoorvoerbox past. Er is dus geen bouwkundige aanpassing nodig. Daarnaast is de set van binnenuit te monteren, wat het gebruik praktisch, veilig en snel maakt.
Deze set werd al uitgebreid beschreven in Technisch Bulletin 14. In het kort zijn de volgende zaken voor de Nefit TopLine van belang: • De bestaande muurdoorvoerkoker blijft zitten. • De RGA-bocht komt midden in de geveldoorvoerplaat, dus de ketel midden onder de doorvoer. • De RGA-buis moet worden ingekort om op juiste afstand van de muur te komen. 186 mm voor de SmartLine en 152 mm voor de TopLine.
Nefit B.V. Zweedsestraat 1 7418 BC Deventer Postbus 3 7400 AA Deventer Fax 0570 - 67 85 86 Internet: www.nefit.nl/professioneel Email:
[email protected]
• De muurbeugel wordt 170 mm lager en midden onder de binnenmuurplaat geplaatst. Wat zit er in de set? • Buitenmuurplaat. • Concentrische geveldoorvoer 80/125. • Bevestigingsprofiel om de buitenmuurplaat vast te zetten. • Geïsoleerde binnenmuurplaat. • Speciale verloopbocht 80-60 mm van 90°. Hoe te bestellen?
• Kunststof LTV-verlengbuis met een diameter van 60 mm. • Verlengde aluminium RGA bocht met meetopening. • Bevestigingsmateriaal. • Adapter parallel 80/80 (alleen nodig bij de Nefit TopLine)
Nefit Renovatie Geveldoorvoerset via de groothandel M&G Artikelnummer 453842.
Servicemonteurtip
Nefit DealerLine 0570 - 67 85 66 Doorkiesnummers: 1 - Onderdelen 2 - Documentatie 3 - Advies & Voorlichting 4 - Service 5 - Verkoop binnendienst 6 - Onderdelengarantieplan
Telefonische
Gebruik de juiste pakking bij het vervangen van de gloeiplug of de ionisatie-elektrode!
bereikbaarheid:
Wanneer de gloeiplug of de ionisatie-elektrode in de ontstekingsunit van de Nefit TopLine wordt vervangen, vervang dan ook altijd de pakking. Bij het demonteren kan een beschadiging zijn ontstaan, wat later een lekkage zou kunnen veroorzaken. Let hierbij op de afmeting van de pakking. In de diverse onderdelensets zitten twee verschillende pakkingen, een dunne en een dikke. De dikte van deze pakking is afhankelijk van het vermogen van het cv-toestel: dun bij toestellen tot 45 kW en dik voor de toestellen van 70-100 kW. Vervang de verwijderde pakking altijd door een pakking van dezelfde dikte. Controleer na montage van de ontstekingsunit of het kijkglas goed gemonteerd is en controleer de afdichting altijd op zowel gas- als rookgaszijdige dichtheid. Het afdichtrubber wordt standaard meegeleverd bij de gloeiplug en bij de ionisatiepen. Deze onderdelen zijn te bestellen op www.nefitonderdelen.nl. Bestelnummers: • Gloeiplug 7746900082 7 mm 15 mm • Ionisatie-elektrode 7746900083
Maandag t/m vrijdag
• Dunne pakking • Dikke pakking
7746900511 7746900510.
08.00 - 22.00 uur
Voor storingen [deelbezetting] Maandag t/m zondag 08.00 - 22.00 uur
Alle Technisch Bulletins zijn te vinden op www.nefit.nl.