Gebruiks- en bedieningshandleiding Mobiele Stenenscheider
Modelaanduiding:
Stenenscheider
Type:
Stonefex 3000 E
Machinenummer:
93009
Projectnummer:
AU12017
Bouwjaar:
2012
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Bij onbekendheid met de machine, het correct gebruik en de mogelijke en de mogelijke gevaren. Levensgevaar voor personen. Gevaar voor persoonlijk letsel. Gevaar voor schade aan de machine en het milieu. ¾ Lees de gehele gebruikshandleiding grondig door, voordat u werkzaamheden uitvoert met of aan de machine! ¾ Gebruik de machine uitsluitend voor het bedoeld gebruik! ¾ Alle veiligheidsaanwijzingen beschreven zijn opvolgen.
die
in
deze
handleiding
¾ Informeer uw leidinggevende, als de gebruikshandleiding of delen van de gebruikshandleiding niet hebt begrepen. ¾ Bedien de machine altijd bewust van de gevaren.
Deze gebruikshandleiding bestaat in totaal uit 4 handboeken: • Veiligheidsvoorschriften (hoofdstuk 1) • Technische gegevens (hoofdstuk 2 tot en met 4) • Bedieningshandleiding (hoofdstuk 5 tot en met 8) • Onderhoudshandleiding (hoofdstuk 9 tot en met 11) Deze gebruikshandleiding wordt alleen als compleet beschouwd, als alle 4 handboeken compleet, leesbaar en in de meest actuele uitvoering aanwezig zijn. De gebruikshandleiding is een bestanddeel van de machine en moet altijd beschikbaar zijn voor naslag door het personeel.
Pagina 2 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding Indeling van de totale gebruikshandleiding •
Veiligheidsvoorschriften (separaat handboek) 1.
•
•
•
Vertaling
Veiligheid
Technische gegevens (separaat handboek) 2.
Voorwoord
3.
Overzicht en bedoeld gebruik
4.
Werking
Gebruiks- en bedieningshandleiding (dit handboek) 5.
EG-Conformiteitsverklaring
6.
Transport, opstellen en inbedrijfstelling
7.
Bediening
8.
Noodsituaties
Onderhoudshandleiding (separaat handboek) 9.
Onderhoud / reiniging
10.
Storing, oorzaak, oplossing
11.
Demontage/ recycling
Pagina 3 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding Inhoudsopgave •
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Pagina 4 van 70
5.
EG-Conformiteitsverklaring ...................................... 6
5.1.
Lijst met belangrijkste wetten en voorschriften ............ 7 5.1.1. Geldende EG-richtlijnen ................................. 7 5.1.2. Geharmoniseerde normen ............................. 7 5.1.3. Wetgeving .................................................... 11 5.1.4. Voorschriften ................................................ 11 5.1.5. BGV-keuringen (jaarlijks) ............................. 12
6.
Transport, opstellen en inbedrijfstelling................ 13
6.1.
Controle van de levering ............................................ 13 6.1.1. Claimen bij de fabrikant................................ 14 6.1.2. Claimen bij de vervoerder ............................ 14
6.2.
Opslag en verpakking ................................................ 14 6.2.1. Tussenopslag en overwinteren .................... 15
6.3.
Transport.................................................................... 16 6.3.1. Veiligheidsvoorschriften voor het transport ....................................................... 16 6.3.2. Transportvoorschriften ................................. 19 6.3.3. Machine voorbereiden voor het transport ....................................................... 19 Machine leegdraaien....................................20 Machine beveiligen ......................................21 Machine koppelen aan het trekkende voertuig. .......................................................26
6.4.
Opstellen en inbedrijfstelling ...................................... 29 6.4.1. Machine opstellen ........................................ 29 Machine afkoppelen van het trekkende voertuig. .......................................................30 Machine voorbereiden voor het gebruik .......31 Zorg voor een bedrijfsgerede toestand ........33 6.4.2. Voorbereiding voor gebruik .......................... 34 Vrije ruimte onder de machine controleren ...................................................35 6.4.3. Voorbereiding voor het in gebruik nemen .......................................................... 36 Veiligheidsvoorschriften ter voorbereiding op het in gebruik nemen........36 Controle van de stabiliteit van de machine........................................................38 Mechanische controle (bij uitgeschakelde en tegen herinschakelen beveiligde machine) .....................................39 Controleer de machine op ongecontroleerd lekkende bedrijfsstoffen ....39 Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding
6.4.4.
Controle van de zuigventilator......................40 Controle van de stortband............................41 Controles in de motorruimte met dieselgenerator (optie) .................................42 Controle van de koelopeningen in de schakelkast ..................................................46 Controle van leidingen en elektrische kabels...........................................................46 Controle van de tankinhoud .........................46 Controle van de veiligheidsinrichtingen........46 Eerste inbedrijfstelling .................................. 46
7.
Bediening.................................................................. 46
7.1.
Bedieningselementen................................................. 46 7.1.1. Bedieningselementen voor standaardgebruik ......................................... 46 7.1.2. Bedieningselementen voor gebruik met dieselgenerator (optie) .......................... 46 Startmodule voor de dieselgenerator ...........46
7.2.
Bedrijfsmodi ............................................................... 46 7.2.1. Automatisch bedrijf....................................... 46 7.2.2. Handbediening ............................................. 46
7.3.
Gebruik van de machine ............................................ 46 7.3.1. In gebruik nemen - standaard ...................... 46 7.3.2. In gebruik nemen dieselgenerator (optie) ........................................................... 46 7.3.3. Scheiden in de bedrijfsmodus "Automatisch"............................................... 46 7.3.4. Scheiden in de bedrijfsmodus "Handbediening" .......................................... 46 7.3.5. Machine uitschakelen................................... 46 7.3.6. Machine beveiligen ...................................... 46
7.4.
Mechanisch verstelbare componenten ...................... 46 7.4.1. Hellingshoek van het verdeelstuk ................ 46
7.5.
Stroomstroring............................................................ 46
8.
Noodsituaties ........................................................... 46 8.1.1. Locaties van de veiligheidsinrichtingen .................................. 46 8.1.2. Persoonlijk letsel .......................................... 46 8.1.3. Machineschade ............................................ 46
Overzicht van trefwoorden.................................................... 46
Vertaling
Pagina 5 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 5.
EG-Conformiteitsverklaring
Pagina 6 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding Daarna:
Afb. 1: Bedieningspaneel - machine leegdraaien • Druk op de toets "Stop" (1). • Standaard - de sleutelschakelaar (2) in de stand "0" zetten en de sleutel eruit trekken. • Optie "Dieselgenerator" - de sleutelschakelaar (4) in de stand "0" zetten en de sleutel eruit trekken. • De elektrische hoofdschakelaar (3) in de stand "0"/"OFF" zetten.
Zorg dat er geen materiaal meer aanwezig is op de banden.
Machine beveiligen
Niet goed vastgezette machineonderdelen kunnen tijdens de rit ongecontroleerd uitklappen of loskomen van de machine. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Zorg vóór elk transport, dat alle transportbeveiligingen zijn uitgevoerd.
Vertaling
Pagina 21 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Afb. 2: Transportbeveiligingenlosmaken • Verwijder de veiligheidssplitpennen aan beide kanten (1). • Klap de transportsteunen (2) tegen de afvoerbanden.
Standaard – handslinger:
Afb. 3: Handslinger afvoerband • Gebruik de slinger om de afvoerband omhoog tegen de aanslag op de installatie te brengen.
Pagina 22 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding Optie – hydraulische handbediening:
Afb. 4: Hydraulische handbediening afvoerband
Afb. 5: Instelling van hydraulische handbediening POS
Aanduiding
1
Instelhendel
2
Hendelstand "Band opklappen"
3
Hendelstand "Band neerklappen"
• Pomp de afvoerband omhoog tegen de aanslag op de installatie.
Vertaling
Pagina 23 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding Optie – elektro-hydraulisch:
Afb. 6: Bediening afvoerband stenen- en inerte fractie
Afb. 7: Bediening afvoerband biomassa-brandstoffractie • Draai de knevelschakelaar (1 resp 2) naar links en klap de afvoerbanden omhoog tegen de aanslag van de installatie.
Afb. 8: Veiligheidssplitpennen in transportsteunen bevestigen • Hang aan beide kanten de boringen in de transportsteunen over de pennen. Pagina 24 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding • Beide kanten borgen met veiligheidssplitpennen (1)
Afb. 9: Afvoerluchtslang verwijderen • Verwijder de afvoerluchtslang (1) van de aansluiting van de zuigventilator.
Afb. 10: Contactdozen in de motorruimte • Indien nodig de externe voeding (1) naar de machine loskoppelen. • Indien nodig de elektrische aansluitingen (2+3) van de machine loskoppelen.
Afb.: Extra contactdoos aan de achterkant
Vertaling
Pagina 25 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding • Indien nodig de elektrische aansluitingen aan de achterkant van de machine loskoppelen. • Sluit de onderhoudsdeuren. • Sluit de schakelkastdeuren. • Reinig de installatie grondig voor het transport op de openbare weg.
Machine koppelen aan het trekkende voertuig. • Bevestig eventueel aan beide kanten van de machine de botsbeveiliging. • Koppel de machine aan een geschikt en goedgekeurd trekvoertuig.
Afb. 11: Persluchtaansluiting & steunpoot • Sluit de persluchtslangen (1) aan op het trekkende voertuig. • Gebruik de slinger om de steunpoot (2) in te trekken.
Pagina 26 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Afb. 12: Elektrische aansluitingen • Sluit de kabel voor het achterlicht (1) aan. • Sluit de kabel voor het ABS-systeem (2) aan. • Sluit de kabel voor het verlichting (3) aan.
Afb. 13: Afsluiter persluchtrem • Bedien de afsluiter (1) als de machine zonder een luchtdrukgeremd trekkend voertuig moet worden verplaatst.
Afb. 14: Blokken • Verwijder de blokken en bevestig deze aan beide kanten,in de op de machine aangebrachte houders (1).
Vertaling
Pagina 27 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Afb. 15: Parkeerrem • Los de parkeerrem door deze linksom te draaien (1).
Zorg bij het transport over de openbare voor een verkeersdeugdelijke en veilige toestand van de totale combinatie. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Controleer de •
bandenspanning
•
de wielbevestiging
•
de werking van de verlichtingsinstallatie
•
de werking van het remsysteem
¾ Zorg dat geen onderdelen uitsteken buiten de toegestane afmetingen van het voertuig. ¾ Zorg dat alle transportbeveiligingen correct zijn aangebracht.
Pagina 28 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding 6.4.
Opstellen en inbedrijfstelling 6.4.1.
Machine opstellen
De machine kan op een ongeschikte ondergrond (onvoldoende draagkracht of te grote hellingshoek) inzakken of kantelen. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Controleer voor elke locatiewijzing van de machine of op de nieuwe gebruikslocatie een geschikte ondergrond aanwezig is.
Tijdens de inbedrijfstelling kunnen werkzaamheden aan de elektrische installatie noodzakelijk zijn, waarbij het gevaar voor een stroomstoot bestaat. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitsluitende door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd.
Voor de inbedrijfstelling van de machine is het noodzakelijk delen van de installatie open te klappen, waardoor mechanische gevaren ontstaan. Persoonlijk letsel en machineschade zijn mogelijk. ¾ Zorg voor het uitklappen van de afvoerbanden, dat niemand aanwezig is binnen de gevarenzone van de machine. ¾ Draag persoonlijke beschermingsuitrusting.
Vertaling
Pagina 29 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Voor een inbedrijfstelling zonder gevaren, is het noodzakelijk dat alle bedieningselementen vrij toegankelijk zijn. Persoonlijk letsel en machineschade zijn mogelijk. ¾ De noodzakelijke veiligheidsafstanden aanhouden. ¾ Verwijder alle onbevoegde personen uit de gevarenzone. ¾ Zorg dat vlucht- en hulpverleningsroutes niet worden geblokkeerd.
In het handboek "Technische gegevens“ in hoofdstuk "Uitrusting van de machine" zijn de uitrustingskenmerken van de installatie, evenals de mogelijke opties en de specificaties hiervan, beschreven. Hier worden de stappen beschreven, die moeten worden uitgevoerd, om de machineveilig op te stellen voor het gebruik.
Machine afkoppelen van het trekkende voertuig. (Omgekeerde volgorde, zoals in hoofdstuk "Machine voorbereiden voor het transport", pagina 19 beschreven) • De parkeerrem aantrekken (slinger naar rechts draaien). • Leg aan beide kanten blokken achter de wielen. • Elektrische verbindingen loskoppelen. • Persluchtverbindingen loskoppelen.
naar
naar
het
het
trekkende
trekkende
voertuig
voertuig
• De steunpoot uitdraaien. • Machine afkoppelen van het trekkende voertuig.
Pagina 30 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding • Verwijder aan beide kanten de botsbeveiliging.
De machine kan tijdens het transport zo zijn beschadigd, dat een veilig gebruik niet meet gewaarborgd is. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Controleer de machine na het opstellen op zichtbare mechanische, elektrische of hydraulische schade. ¾ Informeer de exploitant van de machine onmiddellijk, als schade wordt geconstateerd. ¾ Werk niet verder met of aan de machine. ¾ Beveilig de machine tegen onbedoeld inschakelen.
Machine voorbereiden voor het gebruik (Omgekeerde volgorde, zoals in hoofdstuk "Machine voorbereiden voor het transport", pagina 19 beschreven) • Bij de afvoerbanden aan transportbeveiliging losmaken.
beide
kanten
de
• De afvoerbanden van de installatie neerklappen. Gebruik hiervoor de handslinger, de hydraulische handbediening (optie), resp. elektro-hydraulische handbediening.
Afb. 16: Borging van de afvoerbanden
Vertaling
Pagina 31 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding • Hang aan beide kanten de boringen in de transportsteunen over de pennen. • Beide kanten borgen met veiligheidssplitpennen (1)
Aansluiting afvoerluchtslang
Afb. 17: Aansluiting afvoerluchtslang • Sluit de flexibele afvoerluchtslang (1) met de spansluitingen vast op de aansluiting van de zuigventilator. • Leid de flexibele afvoerluchtslang (l = 3.300mm) in een door de exploitant beschikbaar te stellen container (3). De container moet minimaal een inhoud van 30 m³ hebben. • Span het containerafdeknet (2) over de container. De afmetingen van het net zijn: 3.500 mm x 7.000 mm.
Pagina 32 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding Zorg voor een bedrijfsgerede toestand Elektrisch bedrijf:
Bij het wisselen van fasen voor het aanpassen aan de machine, kan een elektrische schok ontstaan. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitsluitende door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. • Sluit de machine aan op de externe voedingsspanning, contactdozen 63A/400V, als gebruik met een dieselgenerator niet voorzien is.
Dieselgeneratorbedrijf (optie): • Accuscheidingsschakelaar (optie) inschakelen. • Draai de elektrische hoofdschakelaar naar de stand "I"/"ON". • Steek de sleutel in het slot voor elektrisch bedrijf. • Steek de sleutel in dieselgeneratorbedrijf).
het
contactslot
(optie
-
De machine is nu zover voorbereid, dat hij kan worden gestart.
Vertaling
Pagina 33 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 6.4.2.
Voorbereiding voor gebruik Voor het in gebruik nemen moeten de machine en het personeel voorbereid worden voor een veilig gebruik. Hierbij horen de volgende activiteiten:
Productdocumentatie overdragen Bij de overdracht van de machine ontvangt u, volgens het overdrachtsprotocol, ook de gebruikshandleiding. Controleer de volledigheid en bevestig de ontvangst.
Scholing van het personeel Bij de overdracht vindt een scholing plaats bij de machine. De scholing moet de volgende punten omvatten: • Veiligheidsinstructies. • Bedieningselementen, functies van de machine. • Basisinstellingen uitvoeren, controleren en wijzigen. • Uitleg over het gebruik van de gebruikshandleiding. • Eisen dat de gebruikshandleiding wordt gebruikt. • Regelmatig uitvoeren van veiligheidscontroles.
Pagina 34 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding Vrije ruimte onder de machine controleren
Vuil of zeefgoed onder de machine kan de machine worden ingetrokken of door de afgegeven warmte van de motor in brand raken. Machineschade of storingen in het verwerkingsproces zijn mogelijk. ¾ Reinig indien nodig of regelmatig het werkbereik onder de machine.
Afb. 18: Vrije ruimte onder de machine • Houd de grijs gemarkeerde zones (1) onder de machine vrij van zeefgoed en vuil. Controleer dit dagelijks. • Houd de oranje gemarkeerde zones (2) onder de machine vrij van vuil. Zorg hier vooral tijdens gebruik van de machine voor. Dit is het verse lucht aanzuiggedeelte voor de drukventilator. • Houd de rood gemarkeerde zones (3) onder de afvoerbanden altijd vrij van zeefgoed en vuil. Zorg hier vooral tijdens gebruik van de machine voor.
Vertaling
Pagina 35 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 6.4.3.
Voorbereiding voor het in gebruik nemen In de volgende hoofdstukken zijn de controle- en onderhoudswerkzaamheden beschreven, die doorgaans dagelijks vóór het in gebruik nemen noodzakelijk zijn. In de smeer- en onderhoudshandleiding vindt u als aanvulling een tabel, waarin de termijnen (intervallen) voor de controles zijn beschreven.
Veiligheidsvoorschriften ter voorbereiding op het in gebruik nemen
Controle- en instelwerkzaamheden zijn altijd verbonden met mechanische en elektrische gevaren. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Voer onderhouds-, reparatie- en instelwerkzaamheden alleen uit bij een uitgeschakelde en tegen herinschakelen beveiligde machine.
Beschadigde of versleten kabels en hydraulische leidingen leiden tot een aanzienlijk gevaar door hoge drukken en sterke elektrische stromen. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Neem de machine niet in gebruik, als u beschadigde of versleten kabels of hydraulische leidingen hebt geconstateerd. ¾ Beveilig de machine tegen onbevoegd inschakelen. ¾ Informeer de exploitant.
Pagina 36 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Reparaties aan de hydraulische of elektrische installatie brengen bijzondere gevaren met zich mee, door hoge drukken en hoge elektrische stromen. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Werkzaamheden aan de hydraulische installaties mogen uitsluitend door vakkrachten worden uitgevoerd.
en elektrische gekwalificeerde
Valgevaar bij het gebruik van ladders. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Plaats alleen ladders tegen de machine als deze niet in bedrijf is. ¾ Gebruik uitsluitend ladders die geen zichtbare schade vertonen. ¾ Zorg dat de ondergrond geschikt is voor het plaatsen van een ladder.
Bij dieselgeneratorbedrijf (optie):
Uitlaatgassen van de dieselgenerator bevatten producten, die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Laat de dieselgenerator alleen in een goed geventileerde omgeving draaien. ¾ Eventueel de uitlaatgassen met een afzuiginrichting afvoeren uit de werkomgeving.
Vertaling
geschikte
Pagina 37 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Koelvloeistof, radiateur en/of oliekoeler worden tijdens het gebruik zeer heet. Persoonlijk letsel door verbranding kan ontstaan. ¾ Controleer het koelvloeistofpeil, de radiateur evenals de oliekoeler alleen bij uitgeschakelde motor. ¾ Houd er rekening mee dat het na het uitschakelen van de machine enige tijd duurt, tot de vloeistof en de radiateur/oliekoeler zijn afgekoeld. ¾ Draag persoonlijke beschermingsuitrusting.
Bij openen van de onderhoudskleppen tijdens gebruik of tijdens de uitloopfase van de ventilatoren. Biomassa of stenen kunnen door de luchtstroom ongecontroleerd uit de machine worden geslingerd. ¾ Open de onderhoudskleppen alleen als de ventilatoren zijn uitgeschakeld en stil staan. ¾ Draag persoonlijke beschermingsuitrusting.
Controle van de stabiliteit van de machine • Controleer of de machine niet weggezakt is in de ondergrond. • Zorg dat de machine waterpas staat. • Zorg dat de parkeerrem is aangetrokken. • Zorg dat de blokken achter de wielen zijn geplaatst. • Zorg dat onder de machine geen vuil of zeefgoed aanwezig is.
Pagina 38 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding Mechanische controle (bij uitgeschakelde en tegen herinschakelen beveiligde machine) • Zorg dat geen vreemde objecten aanwezig zijn in de expansieruimte of op de transportbanden. • Zorg dat de schroefverbindingen stevig zijn aangehaald. • Zorg dat de machine geen zichtbare schade heeft.
Controleer de machine op ongecontroleerd lekkende bedrijfsstoffen • Zorg dat de machine geen lekkages in het hydraulisch systeem heeft. • Zorg dat de machine geen olieverlies heeft. • Zorg dat de machine geen brandstofverlies heeft (diesel). • Zorg dat de machine geen koelvloeistofverlies heeft.
Vertaling
Pagina 39 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding Controle van de zuigventilator
De zuigventilator heeft een zeer grote massatraagheid en scherpe machineonderdelen. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Zorg dat de zuigventilator is uitgeschakeld en niet meer draait. ¾ Wacht na het uitschakelen van de zuigventilator ca. 2 - 3 minuten, om te waarborgen dat alle onderdelen tot stilstand zijn gekomen. ¾ Zorg dat de zuigventilator niet kan worden ingeschakeld, zolang werkzaamheden aan het onderdeel worden uitgevoerd.
Afb. 19: Zuigventilator controleren • Zorg dat de koelopening van de motor (1) niet vervuild is. • Zorg dat geen vreemde objecten aanwezig zijn in de afvoerluchtopening (3) van de zuigventilator. • Bouten van de onderhoudsdeur (3) losdraaien en zorgen dat de binnenruimte (5) niet is vervuild. • De bouten van de onderhoudsklep van de zuigventilator (2) losdraaien en de klep openen.
Pagina 40 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Afb. 20: Zuigventilator, geopend • Controleer de binnenruimte op vervuiling en verwijder deze.
Controle van de stortband
Afb. 21: Onderhoudsklep stortband • De borgbout (1) losdraaien. • Open de onderhoudsklep (2).
Afb. 22: Stortband - reinigen • Controleer de tussenruimte (1) op vervuiling en verwijder deze. Vertaling
Pagina 41 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Controles in de motorruimte met dieselgenerator (optie)
De motor vormt één module. Voor deze module is extra fabrieksdocumentatie opgenomen in de bijlage "Gebruikshandleidingen van de fabrikanten". ¾ De specificaties uit de fabrieksdocumentatie aanhouden.
Afb. 23: Deur van radiateur ontgrendelen • Ontgrendel de sloten (1) van de deur van de radiateur met de machinesleutel en klap de deur helemaal open.
Afb. 24: Radiateurfilterrooster • Zorg dat het radiateurfilterrooster (1) niet vervuild is.
Pagina 42 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding • Eventueel het radiateurfilterrooster (1) reinigen. • Open de spansluitingen (2) en radiateurfilterrooster voor het reinigen.
verwijder
het
• Zorg dat de radiateur niet vervuild is. • Sluit de deur van de radiateur na het uitvoeren van de controle/het reinigen.
Afb. 25: Motordeur • Ontgrendel de motordeur (1) met de machinesleutel en open de deur.
Afb. 26: Dieselgenerator • Verwijder grove verontreinigingen van de motor.
Vertaling
Pagina 43 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Afb. 27: Motor van de drukventilator • Zorg dat de koelopening van de elektromotor (1) niet vervuild is.
Afb. 28: Radiateurdop • Zorg dat voldoende koelvloeistof aanwezig is in de radiateur.
Afb. 29: Motoroliepeil controleren • Controleer het oliepeil met de peilstok (1). Het vulpeil moet boven de minimummarkering staan.
Pagina 44 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding
Afb. 30: Vulopening voor motorolie • Eventueel motorolie bijvullen.
Afb. 31: Watervoorafscheider • Controleer of de watervoorafscheider brandstofleiding moet worden geleegd.
(1)
in
de
• Eventueel de watervoorafscheider legen.
Afb. 32: Luchtfiltervervuilingsindicatie • Controleer of de luchtfiltervervuilingsindicatie (1) een rode streep zichtbaar is.
Vertaling
Pagina 45 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding • Reinig of vervang het luchtfilter (filterelement) als een rode streep zichtbaar is.
Vuil in de generator kan ontsteken of een kortsluiting veroorzaken. Persoonlijk letsel door verbranding is mogelijk. ¾ Controleer de beschermende afdekking van de generator regelmatig op vervuiling. ¾ Reinig de beschermende afdekking van de generator, als deze vervuild is.
Afb. 33: Beschermende afdekking van de generator • Controleer de beschermende afdekking van de generator (1) op vervuiling. • Reinig de afdekking van de generator, als deze vervuild is. • Sluit de motordeur na het uitvoeren van de controle/het reinigen.
Pagina 46 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding Controle van de koelopeningen in de schakelkast
Afb. 34: Schakelkast – koelopeningen • Controleer de koelopeningen (1) bij de schakelkast. • Reinigen de koelopeningen (1), als deze zijn vervuild of vervang de filterelementen.
Controle van leidingen en elektrische kabels
Reparaties aan de hydraulische of elektrische installatie brengen bijzondere gevaren met zich mee, door hoge drukken en hoge elektrische stromen. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Werkzaamheden aan de hydraulische installaties mogen uitsluitend door vakkrachten worden uitgevoerd.
en elektrische gekwalificeerde
• Zorg dat alle slangverbindingen vrij liggen. Ze mogen niet ingeklemd zijn gelegd. • Leg ingeklemde slangen vrij. • Controleer de vrijgelegde slangen op beschadigingen.
Vertaling
Pagina 47 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding Controle van de tankinhoud
Bij een niet geheel gevulde tank kan zich condenswater vormen in de tank. Condenswater kan leiden tot corrosie (roest) in de tank. Dit kan na verloop van tijd zorgen voor een lekkende tank, resp. motorschade. ¾ Vul de tank aan het eind van de werkdag altijd volledig. ¾ Bij langere stilstand van de installatie is het dringend noodzakelijk de tank volledig te vullen.
Afb. 35: Bedieningspaneel - controle van de tankinhoud • Controleer de tankinhoud (diesel). Ga hierbij als volgt te werk: • De elektrische hoofdschakelaar (1) in de stand "I"/"ON" zetten. • Steek de sleutel in het contactslot (3) en draai deze naar de stand "1". • Lees het actuele brandstofpeil af op de tankmeter (2). • Zet na het aflezen alle schakelaars (1) en de sleutel (3) in de stand "0", resp. "OFF". • Verwijder de contactsleutel en bewaar deze op veilige wijze. • De benodigde brandstofhoeveelheid (diesel) bijvullen.
Pagina 48 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding Controle van de veiligheidsinrichtingen
Afb. 36: Veiligheidsinrichtingen • Zorg dat alle veiligheidsinrichtingen • aanwezig, • onbeschadigd en • niet gemanipuleerd zijn. • Controleer de werking van alle veiligheidsinrichtingen bij ingeschakelde machine. • NOODSTOP-schakelaar indrukken (ontgrendelen door het rechtsom draaien). • Elektrische hoofdschakelaar naar links naar de stand "0"/"OFF" draaien. De machine moet na het bedienen van een veiligheidsinrichting onmiddellijk buiten werking zijn. De lamp "Storing" gaat branden na bediening van een veiligheidsinrichting op het bedieningspaneel.
Vertaling
Pagina 49 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 6.4.4.
Eerste inbedrijfstelling Vraag voor de eerste inbedrijfstelling beslist om een monteur van de dealer of fabrikant. Komptech Umwelttechnik Deutschland GmbH Beckumer Straße 51 D-59302 Oelde [t] [f]
(+49) 25229345 - 0 (+49) 25229345 - 45
http://www.komptech.de
[email protected]
Pagina 50 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding 7.
Bediening In dit hoofdstuk wordt beschreven, • welke bedieningselementen de machine heeft, • welke bedrijfsmodi beschikbar zijn en • hoe de machine kan worden opgestart en stilgezet.
7.1.
Bedieningselementen
Afb. 37: Positie van de bedieningselementen Alle bedieningselementen (1) linkerachterkant van de machine.
kunt
u
vinden
op
de
Afb. 38: Indeling - bedieningspaneel Het bedieningspaneel is ingedeeld in de volgende gedeelten:
Vertaling
POS
Aanduiding
1
Bedieningselementen voor gebruik met dieselgenerator (optie). Pagina 51 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding
7.1.1.
2
NOODSTOP-schakelaar
3
Bedieningselementen voor standaardgebruik
4
Elektrische hoofdschakelaar
Bedieningselementen voor standaardgebruik
Afb. 39: Bedienelementen – normaal bedrijf
(1) Knevelschakelaar voor de "Cleanfix"-functie (optie) Biedt de mogelijkheid voor het activeren van een tussenreiniging van de radiateur door de Cleanfix-ventilator (alleen bij uitvoering met dieselgenerator).
(2) Draaischakelaar (handbediening) Dient voor het selecteren van de aandrijvingen die in de bedrijfsmodus "Handbediening" moeten worden gestart.
(3) Draairegelaar voor de drukventilator Dient voor het instellen van de kracht van de ventilator van de drukventilator.
(4) Stoptoets Dient voor het stoppen van de aandrijving in de bedrijfsmodi "Automatisch", resp. "Handbediening".
(5) Draairegelaar voor de stortband Dient voor het instellen van de snelheid (0,5 m/s tot 1,4 m/s) van de stortband.
Pagina 52 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding (6) Starttoets Dient voor het starten van de installatie in de bedrijfsmodi "Automatisch", resp. "Handbediening".
(7) Sleutelschakelaar Dient voor het selecteren van "Automatisch" of "Handbediening".
de
bedrijfsmodus
-
(8) Controlelamp "In bedrijf" (groen) Knipperend Permanent aan
-
machine in de start- resp. stopcylus. machine is opgestart en klaar voor gebruik.
(9) Controlelamp "Storing" (rood)
7.1.2.
•
Gaat branden bij storingen aan de aandrijfmotoren.
•
Gaat branden als de NOODSTOP-schakelaar is ingedrukt.
Bedieningselementen voor gebruik met dieselgenerator (optie)
Afb. 40: Bedieningselementen - dieselgenerator (optie)
(1) Startmodule voor de dieselgenerator
(2) Reservoiraanduiding Toont het vulpeil in de dieseltank. De maximale tankinhoud is ca. 300 liter.
Vertaling
Pagina 53 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding (3) Temperatuurmeter Toont de koelvloeistoftemperatuur. Bij een te hoge temperatuur wordt de dieselgenerator automatisch uitgeschakeld.
Startmodule voor de dieselgenerator
Afb. 41: Startmodule
(1) Bedrijfsurenteller (LCD-display) Toont de bedrijfsuren van de dieselgenerator.
(2) Contactslot Het contactslot heeft drie schakelstanden: 0 = uit 1 = contact 2 = motor starten
(3) Controlelamp (rood) Heeft geen functie.
(4) Controlelamp voor koelvloeistoftemperatuur (rood) De controlelamp voor de Koelvloeistoftemperatuur gaat branden, als de contactsleutel naar de stand "1" wordt gedraaid en gaat daarna uit. Is de koelvloeistoftemperatuur te hoog, gaat de controlelamp permanent branden. Bij een te hoge koelvloeistoftemperatuur wordt de dieselgenerator automatisch uitgeschakeld.
Pagina 54 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding (5) Controlelamp voor motoroliedruk (rood) De controlelamp voor de motoroliedruk gaat branden, als de contactsleutel naar de stand "1" wordt gedraaid en gaat daarna permanent branden. De controlelamp gaat uit als de dieselgenerator start. Is de motoroliedruk te laag, gaat de controlelamp permanent branden. Bij een te lage motoroliedruk wordt de dieselmotor automatisch uitgeschakeld.
(6) Controlelamp voor laadspanning (rood) Controlelamp voor laadspanning gat branden, als de contactsleutel in het contactslot in de stand "1"staat. De lamp gaat direct na het starten van de motor uit. Bij een defecte dynamo of gebroken v-riem, gaat de controlelamp branden en schakelt wordt de dieselgenerator uitgeschakeld.
(7) Controlelamp voor contact (groen) De controlelamp voor het contact gaat branden, als de contactsleutel naar de stand "1" wordt gedraaid. De dieselgenerator mag pas worden gestart, als de controlelamp permanent brandt. De controlelamp voor het contact gaat uit na het straten van de dieselgenerator.
7.2.
Bedrijfsmodi In dit hoofdstuk worden de verschillende bedrijfsmodi uitgelegd. Beschreven wordt, welke functies de verschillende bedrijfsmodi omvatten en welke afhankelijkheden er zijn m.b.t. gebruiksomstandigheden. Het selecteren van de bedrijfsmodus gebeurt met de in hoofdstuk "Bedieningselementen voor standaardgebruik", pagina 46, beschreven sleutelschakelaar.
Vertaling
Pagina 55 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 7.2.1.
Automatisch bedrijf Het "Automatisch bedrijf" is het standaardbedrijf van de machine. Hierbij wordt gewaarborgd dat de machine in de technisch juiste volgorde wordt gestart en gestopt (leeggedraaid). Bovendien waarborgt deze bedrijfsmodus, dat de machine bij storingen systematisch wordt uitgezet. Bovendien zijn de variabele machinecomponenten zo vooringesteld, dat bij het gemiddeld gebruik de best mogelijke scheidingsresultaten worden bereikt. Deze instellingen zijn gebaseerd op ervaringen tijdens het ontwikkelen van de machine.
7.2.2.
Handbediening Het gebruik van de machine "Handbediening", kan nodig zijn als
in
de
bedrijfsmodus
• de aard van het toegevoerde materiaal wijzigt, • de consistentie (bijv. vochtigheidsgraad van het materiaal) wijzigt of • het scheidingsresultaat gericht moet worden beïnvloed.
In de bedrijfsmodus "Handbediening" kunnen alle machinecomponenten onafhankelijk van elkaar worden gestart, gestopt en deels aangestuurd. Bij storingen (uitval van een machinecomponent) wordt in deze bedrijfsmodus de machine niet automatisch gestopt. Het selecteren van deze bedrijfsmodus kan nodig zijn, als de machinecomponenten voor onderhoudsof reparatiewerkzaamheden naar een bepaalde positie moeten worden verplaatst.
Pagina 56 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding 7.3.
Gebruik van de machine Hier wordt beschreven hoe • de machine systematisch in gebruik wordt genomen, • het scheidingsproces wordt gestart • de noodzakelijke uitgevoerd en
machine-instellingen
kunnen
worden
• de machine systematisch kan worden gestopt.
De volgende stappen mogen alleen worden uitgevoerd, als alle beschrijvingen in hoofdstuk "Opstellen en inbedrijfstelling", pagina 29 zijn uitgevoerd.
Gevaar voor personen, die zich onbevoegd ophouden in de gevarenzone van de machine. Persoonlijk letsel door bewegende machineonderdelen of uitgeworpen materialen. ¾ Zorg dat alleen bevoegde personen aanwezig zijn binnen de gevarenzone van de machine. ¾ Gebruik de machine alleen als er geen onbevoegde personen aanwezig zijn in de betreffende gevarenzone. ¾ Stop het gebruik van de machine als onbevoegde personen de betreffende gevarenzone betreden. ¾ Draag persoonlijke beschermingsuitrusting.
Vertaling
Pagina 57 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 7.3.1.
In gebruik nemen - standaard
Afb. 42: Bedieningspaneel - in gebruik nemen standaard • De elektrische hoofdschakelaar (1) in de stand "I"/"ON" zetten. • Draai de draaischakelaar (5) naar de stand "0". • Steek de sleutel in de sleutelschakelaar (4) en draai de sleutel naar rechts naar de stand "Automatisch". • Druk op de toets "Start" (2). De machine wordt nu systematisch opgestart. gedurende deze periode knippert de lamp "In bedrijf" (3). Blijft de lamp "In bedrijf" (3) permanent branden, is de installatie klaar voor gebruik.
Pagina 58 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding 7.3.2.
In gebruik nemen dieselgenerator (optie)
Afb. 43: Bedieningspaneel - in gebruik nemen dieselgenerator (optie) • De elektrische hoofdschakelaar (1) in de stand "I"/"ON" zetten. • Draai de draaischakelaar (6) naar de stand "0". • Steek de sleutel in de sleutelschakelaar (5) en draai de sleutel naar rechts naar de stand "Automatisch". • Steek de sleutel in de sleutel in de startmodule (2) en draai de sleutel naar rechts naar de stand "1". • De sleutel in de startmodule (2) draaien naar de stand "2" en de dieselgenerator starten. • Druk op de toets "Start" (3). De machine wordt nu systematisch opgestart. gedurende deze periode knippert de lamp "In bedrijf" (4). Blijft de lamp "In bedrijf" (4) permanent branden, is de installatie klaar voor gebruik.
7.3.3.
Scheiden in de bedrijfsmodus "Automatisch" Is de bedrijfsmodus "Automatisch" geselecteerd, dan is de machine na het in gebruik nemen volgens hoofdstuk "In gebruik nemen - standaard" (pagina 46) of hoofdstuk "In gebruik nemen dieselgenerator (optie)" (pagina 46) direct klaar voor gebruik.
Vertaling
Pagina 59 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 7.3.4.
Scheiden in de bedrijfsmodus "Handbediening" Is de bedrijfsmodus "Handbediening" geselecteerd, moeten de verschillende machinecomponenten individueel in gebruik worden genomen. • Start de dieselgenerator (indien optie aanwezig).
Afb. 44: Bedieningspaneel - in gebruik nemen handbediening 1
• Zorg dat de draairegelaars (8) en (9) op "Minimum" zijn ingesteld. • Steek de sleutel in de sleutelschakelaar (6) en draai de sleutel naar links naar de stand "Handbediening". Met de draaischakelaar (7) de machinecomponent selecteren, die in gebruik moet worden genomen. In het werkingsschema ziet u met welke schakelaarstand u welke component kunt selecteren. De standen "6"en "7" van de draaischakelaar (7) zijn standaard niet toegewezen. De stand "0"van de draaischakelaar (7) staat in de beginstand voor het in gebruik nemen voor "Handbediening". • Selecteer de machinecomponent, die in gebruik moet worden genomen, met de draaischakelaar (7). • Druk op de toets "Start" (4). Pagina 60 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding De machinecomponent wordt nu systematisch opgestart. gedurende deze periode knippert de lamp "In bedrijf" (5). Blijft de lamp "In bedrijf" (5) permanent branden, is de machinecomponent klaar voor gebruik.
Start volgens dit schema alle machinecomponenten, die u in gebruik wilt nemen.
Afb. 45: Bedieningspaneel - in gebruik nemen handbediening 2 Voor scheidingsbedrijf moeten de machinecomponenten "1"tot en met "5" in gebruik worden genomen.
• Met de draairegelaar (8 in Afb. 44) de capaciteit van de drukventilator (1) instellen. • Met de draairegelaar (9 in Afb. 44) de snelheid van de stortband (5) instellen.
Pas als alle machinecomponenten in gebruik zijn genomen, is de machine klaar voor gebruik.
Vertaling
Pagina 61 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 7.3.5.
Machine uitschakelen
Bij gebruik met een dieselgenerator (optie) wordt de voedingsspanning van de machine pas bij het uitschakelen van de dieselgenerator onderbroken. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. ¾ Beëindig het uitschakelen van de machine altijd met het uitschakelen van de dieselgenerator.
Afb. 46: Bedieningspaneel - machine uitschakelen
Bedrijfsmodus "Automatisch" • Beëindig de materiaaltoevoer op de stortband. • Druk op de toets "Stop" (1). De machine stopt nu alle componenten systematisch. De controlelamp "In bedrijf" (2) gaat uit, als alle componenten gestopt zijn.
Bedrijfsmodus "Handbediening" • Beëindig de materiaaltoevoer op de stortband. • Wacht tot de machine leeggedraaid is. • Druk op de toets "Stop" (1).
Pagina 62 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding Alle geactiveerde machinecomponenten worden gestopt. De controlelamp "In bedrijf" (2) gaat uit.
7.3.6.
Machine beveiligen
Afb. 47: Bedieningspaneel - machine beveiligen
Standaard bedrijf • Draai de sleutelschakelaar (1) naar de stand "0". • Verwijder de sleutels en bewaar deze zorgvuldig. • De elektrische hoofdschakelaar (2) in de stand "0"/"OFF" zetten.
Optie dieselgenerator • Draai de sleutelschakelaar (1) naar de stand "0". • Verwijder de sleutel en bewaar deze zorgvuldig. • De elektrische hoofdschakelaar (2) in de stand "0"/"OFF" zetten. • Draai de contactsleutel op startmodule (3) naar de positie "0". • Verwijder de contactsleutel en bewaar deze zorgvuldig.
Vertaling
Pagina 63 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 7.4.
Mechanisch verstelbare componenten
Er is een bepaalde ervaring nodig voor het zodanig gebruiken van de instelmogelijkheden, dat het scheidingsresultaat positief wordt beïnvloed. Zonder de noodzakelijke ervaring kan het scheidingsresultaat verslechteren. ¾ Gebruik zoveel mogelijk de voorinstellingen uit de fabriek.
7.4.1.
Hellingshoek van het verdeelstuk Door het verstellen van de hellingshoek, wordt de luchtstroom in de expansiekamer gewijzigd. Daardoor kan de scheiding en het scheidingsresultaat worden beïnvloed.
Afb. 48: Hellingshoek van het verdeelstuk • De schroefverbinding van de instelhendel (1) losdraaien. • Draai de instelhendel (1) naar de gewenste, nieuwe positie. • Schroef de instelhendel (1) weer vast.
Pagina 64 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding 7.5.
Stroomstroring Bij een stroomstoring stopt de machine volledig. Bij het opnieuw in gebruik nemen moet de machine, zoals beschreven in "In gebruik nemen - standaard" (pagina 46) resp. "In gebruik nemen dieselgenerator (optie)" (pagina 46), weer opnieuw in gebruik worden genomen.
Vertaling
Pagina 65 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 8.
Noodsituaties
De machine kan weer worden ingeschakeld, ondanks dat het gevaar of de oorzaak van het gevaar nog niet is verholpen. Levensgevaar door ongecontroleerde herinschakeling van de machine. ¾ Beveilig de machine tegen onbevoegd herinschakelen. ¾ Breng de betreffende waarschuwingsborden aan op het bedieningspaneel. ¾ Informeer het lokale personeel over de reden voor de uitschakeling.
8.1.1.
Locaties van de veiligheidsinrichtingen
Afb. 49: Veiligheidsinrichtingen
Pagina 66 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding 8.1.2.
Persoonlijk letsel Bij noodsituatie de volgende handelingen verrichten, als levensgevaar en gevaar voor de gezondheid van personen bestaat: • NOODSTOP-schakelaar indrukken. • Tref maatregelen tegen een voortijdig weer in gebruik nemen van de machine. • Neem, voor zover noodzakelijk, EHBO-maatregelen resp. maatregelen tegen gevaren en schade. • Alarmmelding (hulpdiensten, brandweer, politie) geven of iemand opdracht geven dit te doen. • Informeer onmiddellijk het personeel/leidinggevende en de machine.
toezichthoudende exploitant van de
• NOODSTOP-schakelaar pas ontgrendelen, als het gevaar voorbij is en de storingsbron resp. storingsoorzaak is gevonden en verholpen.
Vertaling
Pagina 67 van 70
Gebruiks- en bedieningshandleiding 8.1.3.
Machineschade Bij noodsituatie de volgende handelingen verrichten, als het risico op machineschade bestaat of als deze al is ontstaan: • NOODSTOP-schakelaar indrukken. • Tref maatregelen tegen een voortijdig weer in gebruik nemen van de machine. • Informeer onmiddellijk het personeel/leidinggevende en de machine.
toezichthoudende exploitant van de
• Repareer alleen schade waarvoor u door de exploitant bent geautoriseerd en vaktechnisch gekwalificeerd bent. • NOODSTOP-schakelaar pas ontgrendelen, als het gevaar voorbij is en de storingsbron resp. storingsoorzaak is gevonden en verholpen.
Pagina 68 van 70
Vertaling
Gebruiks- en bedieningshandleiding Overzicht van trefwoorden Afvoerluchtslang Automatisch bedrijf Bedieningselementen Bedrijfsurenteller - dieselgenerator BGV-keuringen Botsbeveiliging Brandstofpomp Brandstoftank Controle van de levering Controles voor het in gebruik nemen EG-richtlijnen Gebruiks- en bedieningshandleiding Gebruikshandleiding Geharmoniseerde normen Generator Handbediening Handslinger Hydraulische handbediening Ingebruikname Koelvloeistoftoevoer
Vertaling
32 56 51 54 12 26 45 48 13 38 7 3 2 7 46 56 22 23 50 44
Leegdraaien Luchtfilter Machine beveiligen Machine uitschakelen Motoroliepeil Onderhoudshandleiding Opslag en verpakking Opstellen Radiateurfilterrooster Technische gegevens Transport Veiligheidsinrichtingen Veiligheidsvoorschriften Voorschriften Vrije ruimte onder de machine Watervoorafscheider Wetgeving Wetten en voorschriften Zuigventilator
20 45 21 62 44 3 14 29 42 3 16 49 3 11 35 45 11 7 40
Pagina 69 van 70
Komptech Umwelttechnik Deutschland GmbH Beckumer Str. 51 D-59302 Oelde [t] +49 2522 9345 - 0 [f] +49 2522 9345 - 45 [e]
[email protected]
Komptech GmbH Kühau 37 A-8130 Frohnleiten [t] +43 3126 505 - 0 [f] +43 3126 505 - 505 [e]
[email protected]
www.komptech.com Alle rechten voorbehouden – Rev.1 – druk: 05/2012 Vertaling: BA_Steinabscheider_3BA_01_nl