lag s r e v r a A J
2010
Met de ramen en deuren open
Foto: voordeur van Kbs St.Joseph
Jaarverslag 2010 Inos stelt zich voor De naam INOS is afgeleid van de begrippen INnovatie en sophOS dat wijsheid betekent.
inhoudsopgave 1. INLEIDING
04
7.3
Regionale samenwerking tussen schoolbesturen
57
1.1
04
7.4
Horizontale en Verticale verantwoording
57
07
7.5
Landelijke partners
59
INOS in 2010
KINDERJAARVERSLAG
INTERVIEWS WORKSHOPGEVERS
INOS ONDERWIJSDAG 2010
DEEL C: DE ORGANISATIE
62
20, 30, 40, 46, 54, 58, 70, 80, 86, 94
8.
DE ORGANISATIESTRUCTUUR VAN INOS
62
1.2
Toenemende risico’s
16
8.1
Raad van Toezicht
62
1.3
Voortgang INOS-ontwikkeling in 2010
17
8.2
College van Bestuur
63
1.4
De kernboodschap
17
8.3
Directeuren en Directeuren in Opleiding
63
8.4
Strategische Projectgroepen
64
8.5 Medezeggenschap
65
18
9.
DE ORGANISATORISCHE EENHEDEN
66
19
9.1
Ontwikkelingen en veranderingen
66
9.2
Senior coach
67
9.3 Veiligheidsbeleid
67
DEEL A: INHOUD IN VERBINDING
18
2.
ONDERWIJSKUNDIGE ONTWIKKELING
18
2.1
Innovaties binnen INOS
2.2
De INOS-academie
3. KWALITEITSZORG
24
3.1
Kwaliteitszorg binnen INOS
24
3.2
Leren van Data
25
10.
DE ZELFVERANTWOORDELIJKE TEAMS
68
3.3
CITO Eindtoets Basisonderwijs 2010
25
10.1
Zelfverantwoordelijke Teams
68
3.4
Leerlingenadministratie- en leerlingvolgsysteem
28
10.2 Teamcoördinator
68
3.5 Leerlingenaantallen
28
3.6
INOS Tevredenheidsonderzoek
33
11.
INTEGRAAL PERSONEELSBELEID
72
3.7
Oordelen Inspectie van het Onderwijs
36
11.1
Ontwikkelingen Personeelsbeleid
72
3.8
Excellente INOS-scholen
37
11.2
Matchpoint, vervangingsorganisatie INOS
73
11.3
Personeel in cijfers
74
4.
PASSEND ONDERWIJS
4.1
Landelijke ontwikkelingen rond Passend Onderwijs 38
12.
COMMUNICATIE EN PR
78
Wie wij zijn
4.2
Regionale ontwikkelingen rond Passend Onderwijs 38
12.1
Ontwikkeling communicatiestructuur
78
INOS is een vernieuwende, ambitieuze stichting voor Katholiek Onderwijs in de gemeente Breda (Breda, Effen, Prinsenbeek, Teteringen en Ulvenhout). INOS kent 26 basisscholen, 2 scholen voor Speciaal Basisonderwijs en 3 scholen voor Speciaal Onderwijs (REC 3). Ruim 1300 medewerkers verzorgen onderwijs aan 10.500 leerlingen. De organisatie wordt aangestuurd door een College van Bestuur en ondersteund door een eigen bestuursbureau. De Raad van Toezicht is werkgever, klankbord, adviseur van het College van Bestuur en heeft een toetsende functie. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) toetst het bovenschools beleid. De GMR heeft instemming- of adviesrecht en fungeert als volwaardige gesprekspartner en klankbord voor het College van Bestuur.
4.3
INOS en Passend Onderwijs
39
12.2
De INOS-portal als communicatieplatform
78
4.4
Weer Samen Naar School (WSNS-INOS)
42
12.3 Onderwijsdag
79
4.5
Speciaal BasisOnderwijs Breda
44
12.4
79
4.6
Speciaal Onderwijs
44
4.7
FLEXINOS Kenniscentrum voor Ambulante
Hier staan wij voor INOS vindt het van belang de leerlingen een uitdagende leeromgeving te bieden, voor zover mogelijk op scholen die verankerd zijn in de eigen wijk. ‘Leren tot leven brengen’ en ‘partnerschap met de omgeving’ zijn de uitgangspunten voor de ontwikkeling van INOS en haar scholen. INOS heeft haar visie en missie samengevat in vier kernwaarden: verbindend, ambitieus, resultaatgericht en omgevingsbewust. Zij vormen de terugkerende boodschap in de interne en externe communicatie en brengen alles wat INOS medewerkers doen in verband met de basis, zoals deze in visie en missie is vervat.
38
Uitwisseling professionele kennis en ervaring
13. KLACHTENBELEID
82
45
13.1 Klachtenbeleid
82
Hoogbegaafdheid
48
14. ICT
84
4.9 Onderwijskansenbeleid
48
14.1
Voortgang ICT-beleidsplan
84
5. IDENTITEIT
50
15. ONDERWIJSHUISVESTING
88
5.1
50
15.1
Strategische planvorming onderwijshuisvesting
88
15.2
Onderwijshuisvesting op locatie
88
Begeleiding 4.8
Eureka! INOS Kenniscentrum Meer- en
Visie op identiteit
DEEL B: SAMENWERKEN MET ANDEREN
6.
MAATSCHAPPELIJKE VERANKERING:
BREDE SCHOOL
6.1
52 16. FINANCIEN
90
16.1 Financieel beleid
90
Gezamenlijke visie op de Brede Scholen van INOS 52
16.2 Centraal aanbesteden
92
6.2
Dagarrangementen en buitenschoolse opvang
52
16.3 Pilot digitaal factureren
93
6.3
Concrete ontwikkelingen op locatie
53
16.4 Aansluiting op BRON
93
16.5 Begroting en realisatie 2010
93
7.
MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDING
56
7.1
Lokaal Educatieve Agenda (LEA)
56
BIJLAGE
98
7.2
Bestuurlijk Overleg Breda (BOB)
56
98
52
Begrippen uit het INOS-spraakgebruik
1 Inleiding 1.1 INOS in 2010
Met trots presenteert INOS al weer haar vierde inhoudelijk jaarverslag. Duidelijk is te zien dat INOS als groot schoolbestuur gestaag vordert met het realiseren van haar plannen en ambities. Zelfverantwoordelijkheid in verbinding met anderen is een kernthema in het INOS-beleid. Zelfverantwoordelijkheid door zelfverantwoordelijke leraren in zelfverantwoordelijke teams, maar ook een zelfverantwoordelijk team van betrokken INOSdirecteuren samen met het team dat het College van Bestuur vormt. Maar ook, en daar doen we het uiteindelijk voor, zelfverantwoordelijke kinderen die, samen met anderen verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun eigen leren kunnen nemen. Dit alles is terug te zien in dit jaarverslag. Niet zonder reden wordt begonnen met een eigen kinderjaarverslag, door kinderen van INOS-scholen zelf vormgegeven. Maar ook de vele ontwikkelingen in de zelfverantwoordelijke teams komen ruim aan bod. 2010 was het jaar waar een uitgebreide, externe evaluatie door IVA heeft plaatsgevonden. Dat heeft begin 2011 geresulteerd in de publicatie ‘Zelfverantwoordelijkheid binnen de INOS-scholen’.
2010 was tevens het jaar waar de maatschappelijke crisis, waarin ook Nederland terecht is gekomen, zich voor het eerst flink laat voelen. Onverwacht zijn de financiële en personele risico’s voor INOS fors toegenomen. Dat is reden dat dit jaarverslag begonnen wordt met een overzicht van deze risico’s. Het jaarverslag dat voor u ligt staat niet op zichzelf. Het is de weergave van een tussenstap in de ontwikkeling die INOS doormaakt. “Het verhaal van de organisatie.” Vanuit die gedachte is er op diverse momenten voor gekozen de tekst te beginnen in 2009 (of eerder) en te laten eindigen met een vooruitblik naar de toekomst. Daarnaast vervult dit jaarverslag een interne en externe rol. De externe rol is die van horizontale dialoog en publieke verantwoording. Vandaar dat gekozen is voor een brede doelgroep. Sommigen daarvan kennen INOS goed en zullen soms bekende informatie aantreffen. Voor anderen is dit document een eerste kennismaking. Vandaar dat soms gekozen is voor een uitgebreidere toelichting en informatieverstrekking. Wij nodigen u uit de details over alles wat hierboven genoemd is, te lezen in dit jaarverslag. Wederom geldt dat dit Jaarverslag breed wordt verspreid onder scholen, Medezeggenschapsraden, ouders en vele partners. Daarbij nodigen wij uit tot gesprek en feedback. Daarmee sterkt u ons in de realisatie van onze missie op alle niveaus: ‘INOS brengt leren tot leven’.
Wim Kaizer
Frank van Esch
Voorzitter College van Bestuur Lid College van Bestuur
2010 was ook het jaar van INOS-brede, uitgebreide tevredenheidsonderzoeken onder INOS- medewerkers, ouders en kinderen. INOS komt steeds meer op eigen benen te staan, blijkt uit dit jaarverslag. Een belangrijke ontwikkeling daarbij is dat INOS steeds minder leunt op externe adviseurs en toenemend zelf ontwikkelt en uitvoert. Waar externe deskundigen nog ingezet worden, is dat bijna altijd in het kader van ‘train de trainer’. Het mooiste is die ontwikkeling te zien in de jaarlijkse Onderwijsdag die in 2010 INOS professionaliseert toenemend op bijna in zijn geheel als intensieve studiedag door eigen kracht. eigen personeel werd verzorgd. De vele thema’s van deze Onderwijsdag met de titel ‘(Work) shoppen bij elkaar’, zijn daarom ook leidend voor de thema’s in dit jaarverslag. Over een aantal workshops zijn in dit jaarverslag interviews met leerlingen en INOS-medewerkers opgenomen. Ook op andere terreinen maakt INOS werk van het opsporen en benutten van talent. Een voorbeeld daarvan zijn de foto’s in dit jaarverslag van de hand van een INOS-medewerker.
4 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 5
kinderg a l s r e JAarv
2010
KIDS
ONL Y
Achter de deur van een kluis Mark (11) is goed bekend met INOS. “Mijn moeder is juf op een school van INOS en ik hoor haar daar best vaak over praten.” Anja (12) zit bij Mark in de klas in groep acht van INOS-basisschool De Werft. Door Mark weet Anja nu ook wie of wat INOS is. “INOS is de ‘baas’ van heel veel scholen in Breda.” Mark en Anja zijn goede vrienden en erg enthousiast over hun school. “We doen echt super ons best en dat zien we ook op ons rapport terug. Gelukkig heb ik niet veel hulp nodig en ben ik ook niet bang om fouten te maken. Daar kun je alleen maar van leren”, vertelt Mark. Anja is een beetje onzeker. “Soms heb ik hulp nodig en die krijg ik volop in de klas. Op onze school vinden ze het belangrijk dat je het naar je zin hebt en dat we ons veilig voelen. Ik denk dat kinderen die gepest worden niet echt een veilig gevoel hebben op school of in de klas.” Anja is zelf ook weleens gepest. “Ik zit nu op een zelfverdedigingsport en daar leer je echt veel.” Ze leert graag en ontdekt van alles achter de deur van de Ontdekkluis op haar school. “Dat is een ruimte met een grote kast met daarin heel veel materialen. Er is ook een keuken en er staan computers. Twee keer per week ontdekken we daar van alles over koken, techniek, taal, rekenen en we doen denkspelletjes. Het is echt heel leuk.” Nog leuker vindt Anja het Digibord. “Voor het Digibord gebruiken we een pen. Dat is een stuk beter dan een krijtje, dat is iedere keer zo snel op”, grapt ze. Mark zou meer van het bord gebruik willen maken. “Je kunt er echt veel meer uithalen en zeker ook met het zoeken van informatie op het internet.” Mark en Anja halen op school alles eruit wat erin zit. Ze hebben allebei de ambitie om te gaan voor een goede baan. Nog even en dan vertrekken ze naar het voortgezet onderwijs. “We zijn daar al wel een beetje op voorbereid. Want wat krijgen wij een hoop huiswerk mee!” Toch zullen zij de school gaan missen. “Het is er echt gezellig. Vooral de inrichting vinden wij leuk. Veel kleur en in de hal staan overal tafels en stoeltjes en het is vooral lekker ruim. Dag Werft!”
8 Kinderjaarverslag 2010
kinderjaarverslag 2010 9
Goed gevoel door kunst
Taalatelier maakt talent
Ivana (18) en Wouter (17) hebben gekozen voor het vak Kunst, omdat ze de ambitie hebben om te schilderen. Beiden zitten op De Liduinaschool, een INOS-school voor Speciaal Onderwijs. “Maar we doen veel meer. We maken hele grappige kaarten, we tekenen allerlei mooie dingen, werken met papier-maché en ook met klei”, glimlacht Ivana.
Hana (8) en Manal (8) uit groep vijf van INOS-basisschool De Liniedoorn gaan iedere woensdagmiddag, in hun vrije tijd, naar het Taalatelier op hun school. Samen met kinderen van groep vier leren ze daar alles over spelling en grammatica. “Meestal zijn het moeilijke woorden die we opschrijven of we leren wat het woord betekent.”
Ivana en Wouter vinden het ook leuk om te koken, het doen van allerlei klusjes zoals papier versnipperen en elkaar helpen bij allerlei opdrachten. Ivana werkt soms liever alleen en zelfstandig, maar als de juf helpt, vindt ze het toch ook wel leuk. Wouter is gek op gezelligheid. Hij werkt super graag samen met zijn klasgenoten. Allebei voelen ze zich veilig en hebben het prima naar hun zin. Hun klaslokaal was een paar jaar geleden nog een zwembad. “Eerst lagen we in het water, en nu maken we in dezelfde ruimte kunst.” Van die verbouwing hebben de leerlingen niet zoveel meegekregen. “Wel van het opknappen van ons restaurant. De muren werden geschilderd en oeps!, die verf rook niet echt lekker. Het restaurant is wel mooi geworden”, vindt Wouter. Het liefst zien ze de muren buiten ook beschilderd. “Vanuit onze klas ziet het er super saai uit. Graffiti fleurt wel op, maar of dat mag? De twee ‘kunstenaars’ hebben nog een goed idee. “We hebben geen wastafel. We moeten steeds onze handen en kwasten schoonmaken in een emmer met water en dat is echt niet handig!” In hun klas is ook geen Digibord. “Zou voor mij wel makkelijk zijn, want ik kan niet zo goed zien”, zegt Wouter. Volgens Ivana is een Digibord wel hip. Zij werkt ook graag op de computer en weet daar best veel van. “Soms wil ik foto’s gaan kijken op de site van de school, maar ik vergeet steeds het wachtwoord.” Gelukkig vergeten ze niet de kunstwerken die ze maken. “Alles wordt gefotografeerd en de foto’s worden in een map verzameld. Helaas mogen we ons werk niet mee naar huis nemen.” Als Ivana en Wouter naar huis gaan zijn ze best moe. “Dat komt omdat we erg geconcentreerd werken, maar… van het maken van kunst, krijg je wel een goed gevoel!”
Hana vindt de Nederlandse taal super moeilijk. “En toch doe ik het best goed, misschien heb ik gewoon talent”, grinnikt ze. De twee meiden hebben het goed naar hun zin op school. Vooral nu de school een nieuw uiterlijk heeft. “De school is echt cool geworden er is echt een hoop veranderd. De muren en deuren zijn geschilderd en… we hebben nieuwe gordijnen! Alles is nu groen en oranje en dat maakt ons vrolijk.” Manal wordt minder vrolijk van het schoolplein. “Het is zo leeg en ook best saai. Misschien moeten we er een doolhof bouwen, of moeten we iets met muziek doen?” Op het schoolplein en in de klas voelen Hana en Manal zich op hun gemak. “Al onze klasgenootjes zijn aardig en iedereen helpt elkaar. Ja, soms plagen we elkaar ook wel hoor.” Het leukste in de klas is volgens de meiden het Digibord. “Mochten we maar hele dagen aan het bord, het is echt zo gaaf. Misschien moeten we een lijstje maken, wie om de beurt aan het bord mag?” Goed idee! De juf van Hana en Manal vindt het Digibord ook leuk, terwijl ze ook gek is op knutselen. “Maar ze kan niet zo goed zingen”, lachen de twee. “Onze juf helpt ons altijd en als we iets niet snappen, legt ze het heel goed uit. Als ze dan zegt dat we het goed doen, zijn we echt heel trots op ons zelf. Het is leuk om te leren.” Hana en Manal vinden het ook leuk om op de computer van alles te leren. “Ik kijk vaak op de site van De Liniedoorn. Meestal bekijk ik alle foto’s en die zijn echt leuk. Vooral als je er zelf op staat of mijn zusje”, vertelt Manal. Hana kijkt nooit op de website van haar school. “Ik wil wel kijken, maar ik vergeet altijd de naam van de site.” Tot slot willen de meiden nog wat toevoegen: “Ik word kunstenares”, lacht Hana. “En ik word dokter of juffrouw”, zegt Manal vastbesloten.
Foto: v.l.n.r. Wouter en Ivana met hun klasgenoten Cecile en Madelon
10 Kinderjaarverslag 2010
kinderjaarverslag 2010 11
Samen op de Brede School
Cool @ school
Shania (12) en Emil (12) zijn een beetje bekend met INOS. “We zien de naam weleens staan op de briefjes die we van school mee naar huis krijgen.” Shania en Emil zitten in groep acht van INOS- basisschool Hagehorst. Hagehorst is een Brede School en is gehuisvest in het nieuwe gebouw Olympia. In dat gebouw werken organisaties samen op het gebied van onderwijs in een ‘Brede School’.
Maëlle (10) en Rik (11) uit groep acht van INOS-basisschool Sinte Maerte zijn super blij met hun school. De school is pas vernieuwd en er is een stuk aangebouwd. “Wij hebben twee jaar in een noodlokaal doorgebracht waar het in de zomermaanden echt bloedheet was. De lokalen zijn nu een stuk hipper en ruimer en we hebben zonneschermen en airco. Dat is wel cool.”
Aan de andere kant van Olympia is openbare basisschool De Vlier gevestigd. “We werken samen en doen ook heel veel activiteiten met kinderen van die school”, legt Emil uit. “Eén ervan is voet-ballen. Er zijn nog heel veel meer leuke activiteiten, ook na schooltijd, maar voetbal is toch echt de leukste!” Rik is gek op buiten sporten en Shania sport graag in de gymzaal. “Die is super nieuw en echt heel groot.” Volgens beide leerlingen hebben ze niet zoveel last gehad van alle veranderingen en verbouwingen rondom hun school. “De verbouwing was in onze schoolvakantie, dus dat viel wel mee.” De beste verandering volgens Shania en Emil is het Digibord. “Als we een spreekbeurt houden, gebruiken we het bord voor een PowerPoint presentatie. Er is één nadeel: als de zon binnen schijnt, zien we niet veel meer op het bord.” De twee klasgenoten zijn best tevreden over hun klas, maar ook over hun school. Dat hebben ze ook aangegeven in het tevredenheidonderzoek, waaraan ze vorig jaar deelnamen. “In onze groep hangt een goede sfeer en we voelen ons veilig. Dat komt ook door de hulp die we krijgen. Zo krijgen we les in weerbaarheid en kunnen we met een vertrouwens- persoon praten. We maken daar niet zoveel gebruik van, maar soms is het toch handig als je iets kwijt wilt”, lacht Shania. Zij maakt meer gebruik van de website van haar school. “Ik doe graag spelletjes en de oefeningen met taal zijn echt heel cool.” Emil kijkt zo nu en dan op de kalender van de schoolsite. “Even checken of we misschien wel extra vrij zijn.”
12 KINDERjaarverslag 2010
Het is maar goed, dat de lokalen wat groter zijn, want er zitten 29 kinderen in groep acht. “Het is best druk, maar soms ook handig, want dan worden we niet zo goed in de gaten gehouden”, lacht Rik. Maëlle vindt het wel gezellig. “We werken vaak samen aan opdrachten en als we aan een toneelstukje werken, doen we dat in groepjes. Van veel klasgenoten kun je ook leren en snappen we iets niet over taal of rekenen, dan legt onze leraar het echt heel goed uit.” Maëlle en Rik halen goede punten en daar zijn ze blij om. Het huiswerk dat ze meekrijgen valt reuze mee. De twee klasgenoten zijn erg op hun gemak in de klas en vooral ook op het schoolplein. “Er hangt een goede sfeer en omdat ik bijna iedere dag op school ben, voel ik me vertrouwd”, vertelt Maëlle. Vertrouwd zijn de kids ook met het Digibord. “Een digitaal schoolbord is echt zo gaaf. Je kunt filmpjes bekijken, je komt snel iets te weten over geschiedenis of aardrijkskunde en je kunt op het internet.” Op de vraag of ze wel eens op internet kijken naar de site van hun school wordt het even stil. “Die website is meer voor ouders”, vindt Rik. “Er staat maar één kidspagina op en dat is best jammer. Het zou leuker zijn als er spelletjes op zouden staan. Misschien is het wel een idee dat wij mogen meedenken over de site.” Maëlle kijkt op de site naar de foto’s en die vindt ze super leuk! Rik en Maëlle gaan dit jaar naar het voortgezet onderwijs. Daarom hebben zij een wens voor de kids die nog een paar jaar naar de basisschool gaan en iedere middag overblijven. “Het zou wel gaaf zijn als er meer te doen is tussen de middag. Op het schoolplein spelen is leuk, maar nog leuker wordt het als je mag kiezen of je binnen of buiten mag spelen. Binnen kun je lekker knutselen, tekenen of kleuren.”
kinderjaarverslag 2010 13
Jaarverslag
1.2 Toenemende risico’s
1.3 Voortgang INOS-ontwikkeling in 2010
In 2010 is INOS, net als alle schoolbesturen in het Primair Onderwijs, met grote, deels ook onverwacht optredende risico’s geconfronteerd. Heeft onderwijs maatschappelijk de naam van stabiele sector met zekerheid van een stabiele financiering door de overheid, de praktijk laat zien dat onze sector toenemend en ook onverwachte risico’s loopt.
INOS is als groot schoolbestuur voor het Primair Onderwijs (Basisonderwijs, Speciaal Basisonderwijs en Speciaal Onderwijs c.q. REC-scholen) in 2007 een ambitieus ontwikkelingstraject ingegaan. Dit traject is gericht op de implementatie van de Strategische Beleidsnota’s ‘Leren en organiseren’ en ‘Missie en Visie’.
Door het College van Bestuur is een risico-analyse vervaardigd die duidelijk als trend laat zien dat diezelfde overheid het grootste risico voor INOS vormt.
In 2010 heeft een volgende stap in dit meerjaren ontwikkelingstraject plaatsgevonden door het verrichten van een externe evaluatie in de vorm van een ontwikkelingsgericht onderzoek door IVA (Instituut voor ArbeidsVraagstukken) van de Universiteit Tilburg. Dit onderzoek is erop gericht om uitspraken te doen over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de zelfverantwoordelijke teams. Dit was immers een kerndoel in het strategisch beleid zoals geformuleerd in ‘Leren en organiseren’.
De risico’s hebben betrekking op: • Fiks achterblijvende bekostiging om de stijgende kosten te kunnen dekken. • Onverwacht worden geconfronteerd met forse bezuinigingen. • Regelgeving en onderwijsrechtspositie die teruggang in personele formatie zeer ingewikkeld en kostbaar maakt. In 2006 is ook in het Primair Onderwijs de zogenaamde lumpsum ingevoerd. Schoolbesturen dienden zich te ontwikkelen tot efficiënte, professionele organisaties die binnen een totaal bedrag aan lumpsum financiering eigen beleidsvrijheid kregen om de eigen én landelijk vereiste onderwijsdoelen te realiseren. Hier staat tegenover dat schoolbesturen toenemend door de Rijksoverheid worden aangesproken op de kwaliteit en het functioneren van scholen én ook in financiële zin de ondernemersrisico’s dragen. Zeker vanaf het verslagjaar 2010 zien we echter een forse trendbreuk. De nieuwe verantwoordelijkheden blijven en nemen zelfs toe, het principe van lumpsum financiering wordt keer op keer verlaten. Er is regelmatig sprake van bezuinigingen op deelterreinen alsof er geen lumpsum zou bestaan. Voorbeelden daarvan zijn forse bezuinigingen op bestuur en management en op allerlei fictieve, inhoudelijke onderdelen van de Rijksfinanciering. In zijn algemeenheid blijft het Rijk ook ver achter om stijgende werkgeverslasten, vaak het gevolg van Rijksbeleid, adequaat te bekostigen. Door INOS verplicht uitgevoerde operaties in het kader van de landelijke ‘Actieplan Leerkracht’ en de functiemix zijn daarvan enkele voorbeelden. Ook compensatie voor stijgende prijzen en stijgende pensioenpremies blijven uit. Hiernaast worden allerlei subsidies versneld afgebouwd. Tot en met 2010 bedroeg deze teruggang al 5% van het lumpsumbedrag. Ook INOS heeft de afgelopen jaren veel in Passend Onderwijs geïnvesteerd, de per 1 augustus 2012 aanstaande stelselwijziging. Totaal onverwacht werd INOS in 2010 geconfronteerd met tal van bezuinigingen juist op dit dossier, waar in feite extra investering nodig is, gezien de gevraagde grote inhoudelijke verandering. Begin 2011 werd bovendien een zeer forse bezuiniging voor INOS van meer dan 3 miljoen euro aangekondigd. Met de eerdere bezuinigingen vertegenwoordigt dit op het terrein van Passend Onderwijs voor INOS in totaal al bijna 4 miljoen euro.
De eerste stap van dit onderzoek, een interview onder drie schoolteams, heeft de ankerpunten opgeleverd waarop de vragenlijsten van het onderzoek onder alle medewerkers kunnen worden gebaseerd. Daarnaast zijn stimulerende en belemmerende factoren voor zelfverantwoordelijkheid benoemd. Het vervolgonderzoek onder alle schoolteams heeft eind 2010 plaatsgevonden. De resultaten zijn begin 2011 in boekvorm gepubliceerd.
1.4 De kernboodschap
De kernboodschap van INOS wordt nu twee jaar standaard in alle communicatie-uitingen gebruikt. Het consistente uitdragen van de boodschap, inclusief de kernwaarden werpt zijn vruchten af, hetgeen blijkt uit het resultaat van het tevredenheidsonderzoek dat in het voorjaar 2010 onder alle medewerkers van INOS gehouden is. Leerkrachten binnen INOS weten zeer goed wat INOS is en doet. De kernwaarden ‘resultaatgerichtheid’ en ‘ambitieus’ worden goed herkend in de scholen. Ook de kernwaarden ‘omgevingsbewust’ en ‘verbindend’ worden herkend, maar in mindere mate. Het feit dat alle scholen op de eigen website en/of in de schoolgids de kernboodschap, inclusief de kernwaarden, publiceren draagt hier zeker toe bij. Dat INOS het schoolbestuur van de eigen school is, is in ruime mate onder de ouders bekend volgens het tevredenheidsonderzoek.
Bij de onvermijdelijke teruggang in personeel heeft INOS ook te kampen met eigen financiering van mogelijk ontslag. In het bedrijfsleven worden werkloosheidsuitkeringen rechtstreeks door het Rijk betaald, in het onderwijs loopt dit echter via een Vereveningsfonds (Participatiefonds). Door een forse krimp in leerlingaantallen in een aantal regio’s van Nederland en het ontstane gat tussen stijgende werkgeverslasten en achterblijvende bekostiging is het aantal ontslagen leer- krachten landelijk fors toegenomen. Dit legt een stevige druk op de mogelijkheden tot verevening door het Participatiefonds, die deze druk weer teruglegt bij de schoolbesturen. Zo zijn dit jaar nog verdere beperkingen opgelegd: mogelijkheden om een tijdelijke aanstelling niet te verlengen zijn bijvoorbeeld ingeperkt.
16 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 17
2
DEEL A: INHOUD IN VERBINDING
Onderwijskundige ontwikkelingen 2.1 Innovaties binnen INOS
INOS ziet zichzelf als lerende organisatie en stimuleert innovatie als middel om beweging en vernieuwing te creëren die bijdragen aan onze doelstellingen. Sinds 2007 is daartoe een eigen innovatiebudget gereserveerd voor onze scholen. Ook in 2010 zijn deze gelden besteed aan zowel schoolse als bovenschoolse innovatieprojecten. Daarnaast zijn externe financieringsbronnen ingezet om tot vernieuwing en verbetering te komen. Innovaties op scholen In 2010 is er voor innovatieprojecten vanuit INOS € 100.000 beschikbaar gesteld. Er zijn innovatieprojecten gefinancierd op de volgende thema’s: het opzetten van een leergemeenschap gedrag en klassenmanagement, de implementatie van doorlopende leerlijnen, innovatief ICT en de ontwikkeling van een leeslaboratorium dyslexie in het Speciaal Basisonderwijs. Een aantal van de projecten loopt in 2011 door. Er is bovendien gebruik gemaakt van externe financieringsbronnen. Zo loopt er een monitor Rekenverbetertraject op Kbs De Griffioen en SO/VSO Liduinaschool voor Zeer Moeilijk Lerende kinderen, die gesubsidieerd en ondersteund wordt vanuit de PO-Raad. Een tweede voorbeeld van innovatie met externe financiering is de Taalpilot van de gezamenlijke Onyx-scholen (de voormalige Onderwijsachterstandsscholen). Vanuit INOS zijn dit Kbs De Wisselaar, Kbs De Watervlinder, Kbs Hagehorst, Kbs De Weerijs, Kbs De Keysersmolen, Kbs De Boomgaard en Kbs De Liniedoorn. De pilot richt zich op de verbetering van het taalniveau van leerlingen op een aantal scholen die tevens onderwijskansenschool zijn. Dit gebeurt door uitwisseling tussen de scholen, het opstellen van een taalbeleidsplan per school en monitoring van de resultaten. Dit project is in het najaar van 2010 beeïndigd. Op een drietal scholen, Kbs De Liniedoorn, Kbs Hagehorst en Kbs Sinte Maerte, is een traject gestart volgens het innovatieconcept ‘Slim Fit’. Hierbinnen werken teams volgens een ander organisatie- principe dan het leerstofjaarklassensysteem. Daardoor wordt een meer gedifferentieerd onderwijsaanbod gerealiseerd en kan er optimaal gebruik gemaakt worden van de aanwezige specialismen en talenten. Innovaties op stichtingsniveau Ook op stichtingsniveau heeft INOS diverse projecten geïnitieerd en gefinancierd. Ook is er hierbij gebruik gemaakt van externe financieringsbronnen. Zo zijn er verschillende subsidies vanuit de PO-Raad toegekend. In 2010 liep het project ‘Leren van Data’ (opbrengstgericht werken, ook in SO en SBO), Opbrengstgericht werken voor bestuur en management en Opleiden in de school op de INOS scholen. Andere bovenschools door INOS gefinancierde innovatieprojecten zijn: • Implementatie werken in Zelfverantwoordelijke Teams • Leergemeenschap Gedrag en Klassenmanagement • Netwerk Teamcoördinatoren
18 jaarverslag 2010
• Ontwikkeling TOPClass: Pabo-specialisatie ten bate van de REC/SO-scholen • Talentenpool INOS-kader • Bovenschoolse stagecoördinatie • Opleidingstraject directeuren, teamcoördinatoren en Zelfverantwoordelijke Teams • Matchpoint vervangingsorganisatie • Passend Onderwijs en regionale bestuurlijke samenwerking binnen het Primair en Voortgezet Onderwijs (netwerk Passend Onderwijs OOK) • Hoogbegaafdheidsproject Eureka! • Onderwijshuisvesting en Buitenschoolse Opvang (BSO) • Strategisch Huisvestingsplan • Integrale kwaliteitszorg / managementinformatiesysteem en ontwikkeling format Meerjaren Strategisch Beleidsplan
2.2 De INOS-academie
In 2009 heeft de opzet van de INOS-academie vorm gekregen. De doelstellingen, doelgroepen, werkwijze en verschijningsvorm van de INOS-academie zijn eind 2009 in een beleidsdocument vastgelegd. In de loop van 2010 zijn de doelgroepen en werkwijze opnieuw gedefinieerd. Kenmerkend is dat de INOS-academie fungeert als een soort paraplu voor allerlei activiteiten die gericht zijn op kennis vergaren, vergroten en verspreiden. De activiteiten worden gecoördineerd door verschillende personen. De activiteiten waarnaar in 2010 de meeste aandacht is uitgegaan zijn Matchpoint, de leergemeenschappen, de stagecoördinatie, diverse netwerken, het Keurmerk Opleiden in de School en deelname aan het lectoraat bij Pabo Avans. Matchpoint is de vervangingsorganisatie binnen INOS. Naast de belangrijke taak om alle vervangingsaanvragen in te vullen, is Matchpoint ook van wezenlijk belang in de monitoring en begeleiding van de tijdelijke medewerkers. Matchpoint vormt als het ware het voorportaal voor een vaste aanstelling bij INOS. De Leergemeenschappen Gedrag en Klassenmanagement en Hoogbegaafdheid worden gevormd door enthousiaste medewerkers met kennis op de betreffende gebieden. De eerste resultaten zijn gepresenteerd. Er wordt nu nagegaan hoe die het best toegankelijk gemaakt kunnen worden voor alle werknemers van INOS. Vanzelfsprekend loopt de begeleiding van stagiaires op alle niveaus binnen de INOS-scholen door. De voorbereidingen voor het herzien van het beleidsplan zijn opgestart. De contacten met opleidingsinstituten zijn geïntensiveerd, beter op elkaar afgestemd en met anderen stopgezet. Naast het netwerk van stagecoaches bestaan er ook netwerken voor IB’ers, teamcoördinatoren, ICT-medewerkers, interne vertrouwenspersonen en administratieve medewerkers. Vooral de begeleiding van het netwerk van teamcoördinatoren krijgt extra aandacht, omdat zij een cruciale rol binnen de organisatorische doelstellingen van INOS spelen. De Keurmerkpartners KPO Roosendaal, Lowys Porquin Stichting, INOS SKBO en Pabo Avans Breda werken nauw samen om de opleiding en begeleiding van studenten te verbeteren. Zij hebben gezamenlijk het landelijk Keurmerk Opleidingsscholen verworven. Daarvoor zijn afspraken gemaakt over mentortrainingen, studentenvoorlichting en begeleiding op de werkvloer. Daarnaast is er een keuze gemaakt voor een kwaliteitsinstrument. In 2011 zullen stagecoaches worden opgeleid om hiermee te gaan werken.
jaarverslag 2010 19
Ied n Weehuize & Elfrie korthals INOS Onderwijsdag 2010, workshop 1
LEZEN IS WEER LEUK! Ied Weehuizen, 52 jaar, leerkracht groep 3 Elfrie Korthals, 50 jaar, leerkracht groep 3 Kbs Kievitsloop Leesmotivatie en leeskilometers maken. Dit zijn de belangrijkste pijlers van het LIST-project. LIST staat voor Lezen IS Top. Begeleid door het Seminarium van Orthopedagogiek werkt het team van Kbs Kievitsloop als pilotschool met een verfrissende aanpak aan een verbeteringstraject. De resultaten mogen er zijn: leerlingen die met plezier lezen en een stijging van het leesniveau. “Het leesonderwijs leverde voorheen geen goede resultaten op”, valt Ied met de deur in huis. Door bewust in lezen te investeren schiet het niveau sinds de start van het project omhoog. Er wordt naar gestreefd dat elke leerling medio groep 8 AVI-plus bereikt heeft. Door middel van stillezen, minilessen en het afsluiten van de stilleesles wordt het leesniveau in groep 8 geconsolideerd. Elke ochtend starten alle groepen 4 t/m 8 met een half uur lezen. Niet alleen leesboeken, maar ook strips, informatieve boeken, kranten en tijdschriften vormen ‘leesvoer’. Voor de zwakkere lezers zijn serieboeken vanwege het vaste stramien uitermate geschikt. Ook in de groepen 4 t/m 7 worden minilessen gegeven en wordt de leesles afgesloten met een gesprek. “Voorop staat dat onze leerlingen plezier in lezen krijgen, het niet als een saaie bezigheid zien”, vult Elfrie aan. Kinderen die niet gemotiveerd zijn, worden gestimuleerd door de leerkracht. Die draagt titels aan en voert individuele leesgesprekjes met de kinderen. Ook de leerkracht is zelf aan het lezen. “De voorbeeldfunctie is erg belangrijk”, beamen beiden volmondig. De reacties van de deelnemers aan de workshop op de Onderwijsdag leverden louter positieve reacties op. Sterker nog: er zijn collega’s van andere INOS-scholen op bezoek geweest om de dagelijkse praktijk op Kievitsloop te bekijken. Over kennisdeling gesproken! Medewerkers van LIST komen regelmatig langs om observaties in de klassen te doen. “We leren daar zelf ook nog steeds erg veel van”, geeft Ied aan. Van alle leesfasen zijn trouwens filmpjes gemaakt, die samen met fotoreportages ter ondersteuning worden gebruikt om nieuwe collega’s, invalkrachten en bezoekende scholen op de hoogte te stellen. In groep 3 wordt uiteraard erg veel tijd besteed aan de taal- en leesontwikkeling. “Maar ook de kleuters worden spelenderwijs met allerlei taalactiviteiten geprikkeld”, vertelt Elfrie enthousiast. “Er zijn ‘gevorderde’ leerlingen in onze groepen 3 die ‘s morgens in groep 4 lezen. Dat kan natuurlijk alleen maar door de centrale leestijd op schoolniveau. Er wordt dus groepsoverstijgend gelezen.” Zowel Elfrie als Ied bezinnen zich op de volgende uitdaging: hoe gaan we het stillezen in groep 3 opzetten? Welke mogelijkheden kunnen we benutten? Aan het einde van het schooljaar 2010-2011 loopt het driejarige scholingstraject af. Het is aan het team om dan op eigen benen te staan en ervoor te zorgen dat het leesonderwijs geborgd wordt en op het huidige niveau gehandhaafd blijft. Ied en Elfrie zien die uitdaging met vertrouwen tegemoet. Samen met het hele team is het hele LIST-project beeldend geborgd d.m.v. foto’s, video’s en PowerPoint presentaties. Hiermee is een compleet en prachtig beeld ontstaan van het leesonderwijs op Kbs Kievitsloop.
20 workshop jaarverslag gegeven 2010 op de inos onderwijsdag 2010
workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010 21
Alle partners kennen tevens deelnemers in de kenniskring Leren en Innoveren, verbonden aan het lectoraat van Pabo Avans. Ook de TOPClass wordt voortgezet. Hierin worden Pabo-studenten, parallel aan de reguliere Pabo-opleiding, opgeleid in het omgaan met gedragsproblemen in SBO- en REC-scholen (cluster 3 en 4). Diverse leerkrachten zijn, meestal in deeltijd, gedetacheerd bij Pabo Avans om op die manier een goede transfer tot stand te brengen tussen opleiding en praktijk. INOS zoekt naar een vorm om kennis voor een brede groep beschikbaar te stellen. Er zijn gesprekken gevoerd om te bekijken of e-learning goede mogelijkheden biedt. Bij het inventariseren van de talenten binnen INOS bestaat het probleem hoe gegevens actueel gehouden kunnen worden en hoe ze inzetbaar zijn. In 2010 zijn er op landelijk niveau contacten ontstaan om ervaringen op dit terrein te delen en eventueel gezamenlijk activiteiten te ontplooien. Deze contacten werden als waardevol ervaren en worden daarom voortgezet.
INOS-academie ‘Organisatiestructuur’
Overzicht selectie en (gezamenlijke) inkoop trainingen, scholing en professionalisering
Keurmerk Opleidingsschool/ stageprojecten
Machtpoint
Talentenpool
Leergemeenschap
Netwerken
Directeuren
Directeur in opleiding / sectordirecteuren/ management potentials
Innovatie/kennispool
College van Bestuur
Directeurenberaad
Uitwisseling good practices
Orthopedagogen / psychologen in INOS dienst
22 jaarverslag 2010
Binnen de INOS-academie komen opleiden, professionalisering en innovatie samen.
Jaarverslag
3 Kwaliteitszorg 3.1 Kwaliteitszorgsystematiek
In zijn beleidsplan heeft INOS ambitieus strategisch beleid geformuleerd, ook op het gebied van kwaliteitsbewaking en kwaliteitszorg. In 2009 is er INOS-breed volop gewerkt aan de implementatie ervan. Zo is het aantal scholen met een verscherpt toezichtarrangement teruggebracht van vijf naar één. Daarnaast is er nog een aantal andere ontwikkelingen van belang. Managementinformatiesysteem Al in 2008 is een start gemaakt met de inrichting van een zgn. managementinformatiesysteem. Hierin kunnen op basis van een aantal indicatoren ontwikkeltrends in de kwaliteit van het onderwijs zichtbaar worden gemaakt. Technisch bleek het echter moeilijk om al deze informatie in één systeem te vatten, ondanks de door ICT-leveranciers gewekte verwachtingen. Desalniettemin blijft INOS streven naar een goed informatiesysteem, waar niet alleen het College van Bestuur maar ook de scholen zelf profijt van hebben. Als focus is gekozen voor de introductie van één leerlingenadministratie en leerlingvolgsysteem. Parallel hieraan zijn in 2009 formats ontwikkeld voor strategische documenten zoals het meerjarenplan, jaarplan en schoolplan. Hiermee kunnen de scholen beleidsdoelen en de terugkoppeling daarvan systematisch bewaken. Hieraan gekoppeld zijn tevens de managementcontracten die de directeuren met het College van Bestuur afsluiten. Twee andere belangrijke graadmeters voor de kwaliteit van ons onderwijs zijn de inspectieonderzoeken en de resultaten van de CITO Eindtoets Basisonderwijs. Senior coach Ook is er voor enkele jaren een senior coach aangesteld die de directeuren ondersteunt in de bewaking van de onderwijskwaliteit. Doel daarvan is het planmatig en effectief bevorderen van de INOS-doelstellingen op onderwijskundig gebied. Tevredenheidmetingen In 2009 zijn plannen uitgewerkt tot het centraal uitvoeren van tevredenheidmetingen. Deze worden afgenomen bij ouders, personeel, management en leerlingen. Het doel is de kwaliteit van het onderwijs en het welbevinden van de medewerkers te vergroten. De resultaten van de metingen vormen een belangrijke basis voor de ontwikkeling van alle INOS-scholen in de komende jaren. De uitvoering vindt plaats in het voorjaar van 2010. Extra inzet Waar onderwijskundige problemen werden gesignaleerd, heeft het College van Bestuur, bovenop de reguliere kwaliteitsbewaking en -verbeteringsactiviteiten, extra geïnvesteerd op Kbs John F. Kennedy, De Liduinaschool en op Kbs Effen om de kwaliteit een impuls te geven. Door de inzet van externe deskundigen (onder wie oud-onderwijsinspecteurs) heeft INOS zichzelf de maat genomen. De mogelijke risico’s voor de toekomst zijn in beeld gekomen en worden nu preventief begeleid. Deze extra begeleiding heeft er onder meer toe geleid dat het project ‘Leren van Data 1’ en later ook ‘Leren van Data 2’ INOSbreed van start is gegaan. Het opbrengstgericht werken heeft daarmee een flinke stimulans gekregen.
24 jaarverslag 2010
3.2 Leren van Data
In het schooljaar 2008-2009 is het project ‘Leren van Data’ gestart. INOS-scholen maken hierbij een zelfevaluatie op basis van de opbrengsten van het onderwijs. Met de directeuren en Interne Begeleiders (IB’ers) is nagedacht over de leerlingopbrengsten en de mogelijkheid om deze te verbeteren. Na een positief verlopen traject waaraan elf basisscholen hebben deelgenomen, is in het schooljaar 2009-2010 ‘Leren van Data 2’ voor de vijftien overige basisscholen gestart. Na afronding hiervan in juni 2010 volgde voor alle 26 INOS-basisscholen een verdiepingstraject, waarin gekeken wordt hoe je op leerkrachtgedrag kunt sturen. De werkwijze wordt verder vertaald naar de teams. Het project beoogt het opbrengstgericht werken te stimuleren. Directeuren, IB’ers en TC’ers leren om met behulp van de resultaten te zien wat goed gaat en wat beter kan op leerling-, groeps- en schoolniveau. Uiteindelijk doel is de resultaten van taal en rekenen op de INOS-scholen te verbeteren. Tevens beoogt het IB’ers op te leiden als aanjager in dit proces van analyse en verbetering. Alle INOS-scholen kennen een uniforme systematiek om elkaar op de behaalde resultaten te kunnen aanspreken, wat uiteindelijk tot kwaliteitsverbetering leidt. De INOS-basisscholen kunnen hun resultaten zelf analyseren en trendanalyses maken. In het 2010 is het traject ‘Leren van Data 3’ gestart, waarin ruimte is voor verdere verbreding en verdieping. Verbreding door deelname van de SBO- en SO-scholen en verdieping door de team- coördinatoren bij dit traject te betrekken. Er is een eerste opzet gemaakt voor de ontwikkeling van een eigen zelfevaluatie-instrument voor de SBO-scholen én drie verschillende instrumenten voor onze SO-scholen. Aan deze uitdaging wordt door alle betrokkenen nog hard gewerkt. In 2010 heeft INOS geparticipeerd in het onderzoek om te komen tot de zogenoemde ‘Informatie - en interventiecanon Opbrengstgericht werken in het primair onderwijs’. Dit onderzoek heeft geresulteerd in twee publicaties ‘Weten en verbeteren’ van Van Beekveld & Terpstra Organisatie Adviesbureau. Deze publicaties geven inzicht in de ontwikkelingen van opbrengstgericht werken als beleidsthema, maar ook hoe binnen verschillende geledingen van de organisatie gewerkt kan worden aan het verbeteren van de onderwijsopbrengsten.
3.3 CITO Eindtoets Basisonderwijs 2010
Landelijk namen 5.764 scholen met in totaal 147.100 leerlingen deel aan de CITO Eindtoets Basisonderwijs 2010. Van onze 26 reguliere basisscholen hebben alle leerlingen van de groepen 8 deze Eindtoets gemaakt. Gemiddeld halen de INOS-basisscholen een bovengemiddeld resultaat op de CITO Eindtoets. Was er enkele jaren geleden nog sprake van een dalende trend, deze werd in de afgelopen jaren omgezet in een stijgende lijn.
jaarverslag 2010 25
In 2009 haalden onze basisscholen de volgende resultaten: 542 540 538 536 534 532 530 528 526 524
Resultaat Cito EB 2009 bovengrens Kbs Zandberg, De
Kbs Werft, De
Kbs Wisselaar, De
Kbs Weilust
Kbs Weerijs, De
Kbs Watervlinder, De
Kbs Sint Maerte
Kbs Spoorzoeker, De
Kbs Rosmolen, De
Kbs Liniedoorn, De
Kbs Keysermolen, De
Kbs Kennedy, J.F.
Kbs Jacinta
Kbs Joseph, St.
Kbs Hagehorst
Kbs Effen*
Kbs Helder Camera
536,5
Kbs Griffioen, De
In grafiek:
Kbs Eerste Rith, De
ondergrens Kbs Driezwing, De
Landelijk met correctie leerlinggewicht 534,8 534,9 535,2 535,2
Kbs Boomgaard, De
INOS met correctie leerlinggewicht 536,1 535,6 536,0 536,2
Kbs Burchtgaarde, De
Jaar 2007 2008 2009 2010
536 In 2008 waren de resultaten als volgt:
GLG landelijk gemiddelde 535,5
542 540 538 536 534 532 530 528 526
De CITO-scores op de individuele basisscholen. Zoals eerder aangegeven beoordeelt de inspectie van het onderwijs scholen op basis van de gecorrigeerde CITO-score (correctie naar leerlinggewicht). Daarbij hanteert de onderwijsinspectie een bandbreedte waarbinnen het oordeel ‘voldoende’ wordt gegeven. Onder ‘voldoende’ is het oordeel ‘onvoldoende’, daarboven ‘goed’. In de onderstaande grafiek is de ontwikkeling van alle basisscholen van INOS weergegeven ten opzichte van deze bandbreedte door de jaren heen.
Kbs Zandberg, De
Kbs Werft, De
Kbs Wisselaar, De
Kbs Weilust
Kbs Weerijs, De
Kbs Watervlinder, De
Kbs Sint Maerte
Kbs Spoorzoeker, De
Kbs Rosmolen, De
Kbs Liniedoorn, De
Kbs Keysermolen, De
Kbs Kennedy, J.F.
Kbs Jacinta
Kbs Joseph, St.
Deze scores houden rekening met de samenstelling van de leerlingpopulatie op de scholen. Deze samenstelling wordt in het leerlinggewicht uitgedrukt. Deze methode wordt ook door de inspectie van het onderwijs toegepast.
Kbs Hagehorst
2010
Kbs Helder Camera
2009
Kbs Griffioen, De
2008
ondergrens Kbs Effen*
2007
bovengrens Kbs Eerste Rith, De
534
Resultaat Cito EB 2008
Kbs Driezwing, De
534,5
Kbs Boomgaard, De
535
Kbs Burchtgaarde, De
INOS gemiddelde
Enkele scholen hebben in voorgaande jaren op onderdelen onvoldoende resultaten behaald. Naar aanleiding hiervan heeft INOS ook in 2010 verschillende maatregelen getroffen om de resultaten nog verder te verbeteren: * Het ontwikkelen van een managementinformatiesysteem, waarin ook een signaleringssysteem is opgenomen dat in een vroegtijdig stadium leerachterstanden opspoort.
In 2010 behaalden de basisscholen van INOS de volgende resultaten: 544.0 542.0 540.0 538.0 536.0 534.0 532.0 530.0 528.0
* Het project ‘Leren van Data’, waarbij scholen zich verder bekwamen in het analyseren van de resultaten van het onder wijs en het opstellen van verbeter-activiteiten. Resultaat Cito EB 2010 bovengrens
* Extra ondersteuning leveren aan enkele scholen, zodat deze met behulp van een gericht plan van aanpak erin slagen de resultaten aanzienlijk te verbeteren.
Kbs Zandberg, De
Kbs Werft, De
Kbs Wisselaar, De
Kbs Weilust
Kbs Weerijs, De
Kbs Watervlinder*, De
Kbs Sint Maerte
Kbs Spoorzoeker, De
Kbs Rosmolen, De
Kbs Liniedoorn, De
Kbs Keysermolen, De
Kbs Kennedy, J.F.
Kbs Jacinta
Kbs Joseph, St.
Kbs Hagehorst
Kbs Helder Camera
Kbs Effen*
Kbs Griffioen, De
Kbs Eerste Rith, De
Kbs Driezwing, De
Kbs Boomgaard, De
Kbs Burchtgaarde, De
ondergrens
*) Omdat minder dan 10 leerlingen de CITO Eindtoets hebben gedaan op Kbs Effen en Kbs De Watervlinder, wordt op die scholen met een andere normering gerekend. Omwille van de leesbaarheid van de grafiek hebben we die hier niet mee genomen. Beide scholen scoorden wel voldoende. Geen van de INOS-basisscholen scoorden onvoldoende op de CITO Eindtoets Basisonderwijs.
26 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 27
3.4 Leerlingenadministratie- en leerlingvolgsysteem
Het totaal aantal leerlingen per onderwijsvorm binnen INOS is als volgt verdeeld:
Een bovenschoolse werkgroep is in 2009 aan de slag gegaan met de projectopdracht om voor geheel INOS een webbased, centraal leerlingenadministratie- (LAS) en leerlingvolgsysteem (LVS) in te voeren. Uiteindelijk is in 2009 de keuze voor ParnasSys gemaakt; de implementatie is begin 2010 gestart.
Soort onderwijs Speciaal Onderwijs (V)SO Speciaal Basisonderwijs SBO Basisonderwijs Totaal INOS
Aangestuurd door een intern projectleider vanuit INOS zijn alle basisscholen eerst met het LAS-gedeelte en vervolgens vanaf maart met het LVS-gedeelte naar het nieuwe systeem overgegaan. Aansluitend aan de migratie is er bovenschoolse training georganiseerd voor administratieve krachten, IB’ers en directies. Voor de teams op de afzonderlijke scholen heeft vervolgens specifieke begeleiding plaatsgevonden.
De reguliere basisscholen Onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling van het leerlingenaantal per school gedurende de laatste drie jaren weer. De volgorde wordt bepaald door de omvang van het leerlingenaantal in 2010.
De meeste scholen zijn enthousiast over het gebruik van dit nieuwe systeem. Het belangrijkste criterium bij de keuze, de gebruiksvriendelijkheid voor de leerkrachten, blijkt een schot in de roos te zijn. Ook bovenschools wordt steeds meer gebruik gemaakt van het systeem. Allerlei kengetallen komen middels een druk op de knop naar boven bij het bestuursbureau. Nu bijvoorbeeld de groeitelling op bovenschools niveau wordt uitgevoerd, blijkt dat een erg handige mogelijkheid te zijn.
10/11 % 819 7,88% 487 4,96% 9.133 87,16% 10.439
verschil -49 -66 +113 -2
% -0,47% -0,63% +1,08%
1000 900 800 700 Aantal leerlingen
Inmiddels zijn ook de twee SBO-scholen gemigreerd naar het nieuwe systeem. Twee van de drie scholen voor Speciaal Onderwijs hebben het LAS gedeelte van ParnasSys in gebruik. Deze scholen nemen momenteel deel aan een landelijk experiment om ook het LVS gedeelte van ParnasSys zó in te richten dat dit ook in het Speciaal Onderwijs gebruikt kan worden.
09/10 % 868 8,30% 533 5,30% 9.020 86,40% 10.441
600 500 400 300 200
1-10-2008
1-10-2009
De Griffioen
De Zandberg
De Boomgaard
Sinte Maerte
Weilust
J.F. Kennedy
St. Joseph
Petrus en Paulus
Helder Camera
De Eerste Rith
Jacinta
De Horizon
Kievitsloop
De Driezwing
De Wegwijzer
De Werft
De Spoorzoeker
De Wisselaar
De Rosmolen
Hagehorst
De Burchtgaarde
De Keijsersmolen
De Liniedoorn
De Weerijs
0
De Watervlinders
3.5 Leerlingenaantallen
100 Effen
Op schoolniveau zijn trajecten opgestart om ook de ouderportaal binnen ParnasSys te gaan gebruiken. Ouders kunnen daarbij inloggen in het systeem en de door de school beschikbaar gestelde informatie bekijken, zoals toetsresultaten en uit te voeren handelingsplannen. Bovendien werkt een aantal scholen inmiddels met digitale rapportage via het centrale systeem.
1-10-2010
In 2010 bezochten in totaal 10.439 leerlingen een INOS-school. Ten opzichte van voorgaande jaren betekent dit een zeer lichte daling. Een sterkere daling doet zich voor in het Speciaal Basisonderwijs en in het Speciaal Onderwijs; in het regulier Basisonderwijs stijgen de leerlingaantallen. De ontwikkeling in cijfers:
In totaal tonen vijftien van de zesentwintig reguliere basisscholen een stijgende lijn in leerlingenaantal ten opzichte van 2008. Acht scholen laten een daling zien en de overige drie scholen bleven gelijk. De grootste relatieve stijging (>5%) is te vinden bij Kbs Sinte Maerte, Kbs De Spoorzoeker, Kbs De Wegwijzer, Kbs De Boomgaard, Kbs De Wisselaar en Kbs Effen.
1 okt 2006 1 okt 2007 1 okt 2008 1 okt 2009 1 okt 2010
Bij de stijgers valt de toename van het leerlingenaantal op Kbs Sinte Maerte (van 552 in 2008 naar 632 in 2010) en op Kbs De Spoorzoeker (van 202 in 2008 naar 226 in 2010) het meeste op.
Basisscholen 8.843 8.800 8.998 9.020 9.133
SBO en (V)SO 1.452 1.438 1.430 1.421 1.306
INOS totaal 10.295 10.238 10.428 10.441 10.439
De grootste relatieve daling (>5%) in de afgelopen periode is te zien op Kbs Kievitsloop (van 396 in 2008 naar 299 in 2010) en op Kbs De Rosmolen (van 205 in 2008 naar 183 in 2010). De scholen met dalende leerlingenaantallen hebben extra aandacht vanuit het College van Bestuur, zowel wat betreft het onderwijskundige profiel als de wijze waarop ze hun public relations verzorgen. In situaties waarin sommige scholen groeien en andere krimpen, kan dankzij de bestuursaanstelling van de INOS-medewerkers de werkgelegenheid tot op heden worden gegarandeerd. De schaalgrootte van INOS blijkt in de praktijk derhalve positief uit te pakken.
28 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 29
ne
Bart Heij INOS Onderwijsdag 2010, workshop 54
PARNASSYS Bart Heijne, 39 jaar team- en schoolcoördinator Kbs De Horizon Afgelopen jaar is ParnasSys op INOS-school De Horizon als schooladministratiesysteem ingevoerd. Aan de invoering zaten wat haken en ogen: er zijn een hoop knoppen en menu’s, functionaliteiten en ook onmogelijkheden waaraan men moest wennen. “Als zgn. voorhoedeschool lag het voor de hand dat onze school een workshop op de laatste Onderwijsdag verzorgde over het nieuwe leerlingvolg- en administratiesysteem”, aldus Bart. “Ik nam het algemene deel voor mijn rekening en mijn collega Simone de Meij vertelde over de leerlingenzorg. We hebben duidelijk gemaakt wat de mogelijkheden zijn van het nieuwe systeem en hoe en wat wij het op dit moment binnen De Horizon gebruiken.” Alle collega’s op De Horizon zijn inmiddels ingewerkt, er wordt dagelijks met het systeem gewerkt. Voorbeelden hiervan zijn het invoeren van de absenties en de cijfers van de wereldoriënterende vakken. Het is belangrijk dat je jezelf steeds afvraagt waar en welke informatie wordt ingevoerd. Lastig is wel dat je bij het werken met een computersysteem nooit een totaalbeeld voor ogen hebt. Je kunt niet alles in één oogopslag zien vanwege de beperkte overzichtelijkheid. “Daar hebben we een oplossing voor bedacht: een index in Word, in de dossiermappen op de server. De bekende map met handgeschreven notities zal altijd blijven bestaan”, stelt Bart. Bij het werken met een nieuw systeem loop je vanzelf tegen nieuwe problemen aan. Een praktisch voorbeeld daarvan is het schoolrapport. “Moet het rapport aangepast worden aan het systeem of andersom? Een lastige kwestie waarover we goed moeten nadenken.” Dat INOS verbindend wil zijn ziet Bart terug in het delen van de kennis tijdens de workshop. “Misschien droegen wij zelfs wel teveel informatie aan”, realiseert Bart zich. “De feedback was wisselend, omdat niet alle scholen even ver zijn in de invoeringsfase. Overigens, over belangstelling viel niets te klagen, twee keer volle bak.” Bart, sinds anderhalf jaar werkzaam op deze Prinsenbeekse INOS-school, heeft de ambitie zijn huidige functie nog lang te kunnen uitoefenen. “Ik vind het heerlijk om in een team te werken, zeker hier op De Horizon. Fijne collega’s, een prettige werksfeer, wat kan ik me meer wensen”, concludeert Bart tevreden. Foto: Simone de Meij verzorgde samen met Bart Heijne deze workshop.
30 workshop jaarverslag gegeven 2010 op de inos onderwijsdag 2010
workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010 31
Scholen voor Speciaal Basisonderwijs en Speciaal Onderwijs Onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling van de leerlingenaantallen van de INOS-scholen voor Speciaal (Basis) Onderwijs gedurende de laatste drie jaren weer. 600
INOS, een organisatie die zich elke dag bezig houdt om het ‘leren’ van haar leerlingen zo goed mogelijk te realiseren, heeft zichzelf in 2010 de maat genomen.
500 400 Aantal leerlingen
3.6 INOS Tevredenheidsonderzoek
Al het INOS-personeel is bevraagd op vele items die het werken op school aangaan. De onderwerpen varieerden van pedagogisch klimaat tot huisvesting, van Arbobeleid tot overblijven en van interactie met leerlingen tot DIGINOS.
300
Het is de eerste keer dat binnen INOS een dergelijk onderzoek op alle scholen tegelijk plaatsvond. Niet alleen personeel en directie zijn bevraagd, ook ouders en leerlingen uit de bovenbouw. Daardoor is de tevredenheid van de verschillende doelgroepen op diverse thema’s met elkaar te vergelijken. De uitkomsten van de INOS-vragenlijsten zijn ook met landelijke resultaten vergeleken.
200 100
1-10-2008
1-10-2009
SO/VSO Mytylschool De Schalm
SO/VSO Liduinaschool voor ZML
SO Openluchtschool voor LZK
SBO Westerhagen
SBO De Leye
0
Relatieve cijfers Het totaal aantal leerlingen op reguliere basisscholen in de gemeente Breda is gestegen van 15.383 leerlingen op 1 oktober 2009 naar 15.466 leerlingen op 1 oktober 2010. Het aantal leerlingen binnen het basisonderwijs van INOS is in absoluut opzicht gestegen met 113 leerlingen. In relatief opzicht -ten opzichte van de andere lokale schoolbesturen- is het marktaandeel van INOS ook gestegen. In onderstaande tabel is dit in cijfers uitgedrukt.
32 jaarverslag 2010
Management Aantal ingevulde vragenlijsten 48 Respons 97%
Onderwijzend Personeel 774 81%
Ondersteunend Personeel 268 72%
Ouders
Leerlingen
2.012 2.798 28% 83%
1-10-2010
Over het algemeen is er sprake van een dalende trend. De daling in de leerlingenaantallen is het meest duidelijk zichtbaar in de SBO-scholen, SO Openluchtschool voor LZK en SO/VSO Liduinaschool voor LZK. Hij is het minst zichtbaar op SO/VSO Mytylschool De Schalm. De daling is voor een groot deel te verklaren door de verdere professionele ontwikkeling van basisscholen, waardoor minder leerlingen naar het SBO zijn verwezen en door de aanscherping van de indicatiecriteria voor de REC-scholen.
Schoolbestuur INOS (Regulier onderwijs) Markant Openbaar onderwijs Stichting Nutsscholen Breda SKO Ginneken PCPO Midden-Brabant SKO Het Groene Lint Stichting Vrije School Breda SIPO (Islamitische basisschool) Eindtotaal
In totaal werden 5900 vragenlijsten ingevuld, hetgeen een schat aan informatie heeft opgeleverd. Elke school trekt hier eigen conclusies uit en formuleert verbeterplannen. Op INOS-niveau hebben we de volgende cijfers beschikbaar. Het aantal ingevulde vragenlijsten is als volgt over de doelgroepen verdeeld:
2008 marktaandeel 2009 marktaandeel 2010 marktaandeel verschil % 8.998 58,90% 9.020 58,60% 9133 59,05% 113 0,73% 2.081 13,60% 2.135 13,90% 2157 13,95% 22 0,14% 1.737 11,40% 1.726 11,20% 1724 11,15% -2 -0,01% 787 5,20% 829 5,40% 830 5,37% 1 0,01% 707 4,60% 713 4,60% 676 4,37% -37 -0,24% 490 3,20% 510 3,30% 534 3,45% 24 0,16% 328 2,10% 298 1,90% 274 1,77% -24 -0,16% 142 0,90% 152 1,00% 138 0,89% -14 -0,09% 15.270 100,00% 15.383 100,00% 15.466 100,00% 83
De gemiddelde respons varieert sterk. Het lage percentage ouders dat de vragenlijst heeft ingevuld is (landelijk gezien) normaal. Het gemiddelde rapportcijfer van heel INOS is een 7.7. Landelijk is dat ook 7.7. Binnen INOS scoort het onderwijzend personeel het minst hoog en leerlingen het hoogst. Leerlingen zijn blijkbaar over het geheel genomen meer tevreden dan hun leerkrachten. Uitgesplitst naar de verschillende doelgroepen zijn dit de gemiddelde cijfers: Management Onderwijzend personeel Ondersteunend personeel Ouders Leerlingen
Gemiddeld rapportcijfer INOS 7.7 7.5 7.7 7.6 7.9
Gemiddeld landelijk rapportcijfer 7.7 7.6 7.6 7.6 8.0
jaarverslag 2010 33
De gemiddelde rapportcijfers per school: Kbs De Boomgaard Kbs De Burchtgaarde Kbs De Driezwing Kbs De Eerste Rith Kbs Effen Kbs De Griffioen Kbs Hagehorst Kbs Helder Camara Kbs De Horizon Kbs Jacinta Kbs St. Joseph Kbs John F. Kennedy Kbs De Keysersmolen Kbs Kievitsloop Kbs De Liniedoorn Kbs Petrus & Paulus Kbs De Rosmolen Kbs Sinte Maerte Kbs De Spoorzoeker Kbs De Watervlinder Kbs De Weerijs Kbs De Wegwijzer Kbs Weilust Kbs De Werft Kbs De Wisselaar Kbs De Zandberg SBO De Leye SBO Westerhage SO Openluchtschool voor LZK SO/VSO Liduinaschool voor ZML SO/VSO Mytylschool De Schalm
7,3 7,9 7,6 7,8 7,9 7,5 8,1 7,8 7,7 7,7 7,8 7,0 8,4 7,7 7,3 7,4 7,2 7,7 7,3 7,3 8,0 8,1 7,4 8,0 7,7 7,9 7,7 7,5 8,1 7,7 7,5
Opvallende resultaten De hieronder beschreven resultaten zijn een gemiddelde van alle 31 INOS-scholen. De conclusies zijn dan ook algemeen. • Ouders zijn zeer tevreden over hun keuze voor één van de INOS-scholen. De school maakt hun verwachtingen goed waar en biedt leerlingen het onderwijs dat zij belooft. Ouders zouden opnieuw voor de huidige school kiezen en raden dat tevens andere ouders aan. Het geschetste beeld tijdens het kennismakingsgesprek, in de schoolgids en op de website komt volgens ouders zeer goed overeen met de werkelijkheid. • Over de begeleiding van leerlingen in de klas is men tevreden: leerkrachten leggen lesstof op begrijpelijke wijze uit, leerlingen krijgen adequaat antwoord op hun vragen en leerkrachten controleren of leerlingen de stof begrijpen. Leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt op school. Ook over de leer- en hulpmiddelen zijn alle ondervraag den overwegend positief, hoewel men op sommige scholen een andere mening is toegedaan. • Leerlingen worden door het enthousiasme van leerkrachten gemotiveerd. Het contact tussen leerlingen en leer krachten verloopt goed, zo komt uit de scores naar voren. Leerkrachten tonen belangstelling voor wat leerlingen bezig houdt, aldus het management. Leerkrachten hebben goed oog voor het welbevinden van leerlingen en leer krachten benaderen leerlingen positief.
34 jaarverslag 2010
• Over ICT binnen de INOS-scholen lopen de meningen uiteen. Met name de mate waarin het ICT-aanbod samen hangt met het lesaanbod leidt bij het management tot een wat lagere beoordeling. Leerlingen zelf zijn echter gemiddeld genomen tevreden over ICT op school. • Het pedagogisch klimaat wordt overwegend positief beoordeeld door alle ondervraagden. Leerlingen gaan graag naar school en in de groepen hangt een prettige sfeer, aldus de verschillende doelgroepen. De sfeer tussen de leerlingen onderling én de sfeer op school tussen leerlingen en leerkrachten is prettig, zo blijkt uit het onderzoek. De school besteedt voldoende aandacht aan orde en discipline vinden medewerkers van de school en de ouders. • De sociale omgang binnen de INOS-scholen leidt tot waardering onder de verschillende doelgroepen. De opvoed kundige aanpak van de verschillende scholen wordt gewaardeerd door management en ouders. De scholen besteden gemiddeld aandacht aan normen en waarden en de school heeft aandacht voor een goede omgang tussen leerlingen, zo blijkt uit de scores. Ook houden de INOS-scholen goed rekening met (culturele) verschillen tussen leerlingen. De leerkrachten gaan respectvol met leerlingen. Leerkrachten geven binnen INOS het goede voorbeeld, zo geven alle ondervraagden eenduidig aan. • Leerlingen voelen zich veilig op school en kunnen met problemen bij de leerkrachten terecht, stellen de betrokke nen. De school reageert op een goede manier op negatief gedrag van leerlingen, aldus management en personeel. De school let goed op diefstal en vernielingen en ook het toezicht tijdens het overblijven wordt positief gewaardeerd door de verschillende betrokkenen. De school houdt toezicht op het schoolplein voor en na schooltijd. Met name de leerlingen zijn bovengemiddeld positief over dit toezicht. • De interactie met leerlingen leidt over het algemeen tot gemiddelde scores. Echter, de mate waarin leerkrachten openstaan voor kritiek van leerlingen wordt weer lager dan gemiddeld beoordeeld. • De ouderbetrokkenheid bij de INOS-scholen wordt positief gewaardeerd, alhoewel opgemerkt dient te worden dat het management en onderwijzend personeel (OP) alle vragen iets lager scoren dan het landelijk gemiddelde te zien geeft. • Onderwijzend personeel op veel INOS-scholen geeft aan dat de directies minder goed op de hoogte zijn van de gang van zaken op de school. Ook de mate waarin de directie bij problemen voldoende aanspreekbaar/beschikbaar is voor medewerkers, ontvangt een lagere beoordeling. Deze beoordeling heeft betrekking op de bovenschoolse direc teuren die voor meerdere scholen werkzaam zijn. • De huisvesting wordt wisselend gewaardeerd. Tussen de scholen van INOS zijn grote verschillen af te lezen in de tevredenheid ten aanzien van de verschillende betrokkenen. De mate waarin het gebouw aantrekkelijk is voor leerlingen, de school een opgeruimde indruk maakt en het schoolgebouw goed ingericht is, leidt gemiddeld genomen tot een score die bij de verschillende doelgroepen rond het landelijk gemiddelde ligt. Bij een diepere analyse komt echter naar voren dat er grote verschillen bestaan tussen de INOS-scholen onderling. Ook de mate waarin de school over aantrekkelijk en goed meubilair beschikt, de school voldoende werkplekken voor medewerkers biedt en de school goed wordt schoongemaakt leidt tot uiteenlopende waarderingen. • De scholen van INOS bieden duidelijke informatie over doubleren en overgaan, zo geven managementleden en ouders aan. Ook verzorgt de school goede schoolkeuze- voorlichting, vinden management en ouders. De informatie over het systeem van leerlingenbegeleiding wordt lager dan gemiddeld beoordeeld door management en onderwijzend personeel. • Over het algemeen worden de websites en nieuwsbrieven van INOS-scholen gemiddeld beoordeeld. Ouders zijn goed op de hoogte van besluiten die voor de school genomen zijn. • Managementleden geven aan dat leerlingen niet altijd op de hoogte zijn van het feit dat de school een school vertrouwenspersoon heeft. Ook weten leerlingen niet precies wat de schoolvertrouwenspersoon doet. Ouders zijn minder goed op de hoogte van de vertrouwensregeling binnen INOS, maar deze score is landelijk herkenbaar en gemiddeld. • Vergaderingen binnen de INOS-scholen worden door personeelsleden als iets minder effectief beschouwd. Althans, zij scoren lager dan landelijk gemiddeld. De MR en GMR worden over het algemeen positief gewaardeerd door de verschillende betrokkenen.
jaarverslag 2010 35
•
De organisatie van het tussenschools overblijven door Kober groep is ook geëvalueerd door de verschillende betrokkenen. Opvallend is dat de leerlingen het minst positief zijn over de mate waarin zij het naar hun zin hebben tijdens het overblijven. Al met al is men redelijk tevreden over de organisatie van het overblijven, hoewel leerlingen daar soms anders over denken. Qua ruimte is er echter zeker een en ander te verbeteren. Ook de pedagogische aanpak van de overblijfmedewerkers en het pedagogisch klimaat zijn aandachtspunten die zeker verbetering behoeven. Daarnaast wordt door ouders de hoge prijs voor het overblijven -in verhouding tot de geleverde kwaliteit- als punt van zorg genoemd. Deze resultaten zijn door INOS aangegrepen om met Kober groep over de tariefstructuur en de kwaliteitsverhoging van de overblijfmedewerkers in overleg te gaan.
Het is de bedoeling dat dit onderzoek over een aantal jaren herhaald wordt. Dan kan gemeten worden welke effecten de verbeteractiviteiten hebben gesorteerd.
3.8 Excellente INOS-scholen
In het jaar 2010 heeft Joop Smits, oud-onderwijsinspecteur, in samenwerking met de Universiteit Tilburg, in Noord-Brabant 95 kleurrijke scholen (veel leerlingen met een zogenaamd leerlinggewicht) onder de loep genomen. Hieruit zijn eind 2010 de INOS-scholen Kbs De Keysersmolen en Kbs De Liniedoorn naar voren gekomen als excellente, kleurrijke scholen. Vanzelfsprekend zijn INOS en deze scholen trots op dit bereikte resultaat. Het onderzoek richtte zich op de leerwinst die leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 hebben bereikt. Slechts 8 van de 95 onderzochte scholen kregen de status ‘excellent’. Deze Excellente Scholen zijn verder onderzocht om te achterhalen wat het ‘geheim’ is van de positieve onderwijsresultaten. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in de onderzoekspublicatie: ‘Werkelijke excellentie is schaars. Kenmerken van kleurrijke scholen, doorsnee en excellent’. Deze publicatie heeft in het onderwijsveld brede landelijke aandacht gekregen.
3.7 Oordelen Inspectie van het Onderwijs
Elk jaar overlegt de Inspectie van het Onderwijs met het College van Bestuur om het toezicht- arrangement voor de INOSscholen vast te stellen. Daarbij werkt de Inspectie volgens de uitgangspunten van risicogericht toezicht. Dit houdt in dat ze scholen intensiever volgt naarmate er meer risico’s zijn gesignaleerd.
INOS onderwijskansenscholen zijn excellente scholen.
In het jaar 2010 is de verwachting dat alle INOS-scholen het basisarrangement zouden ontvangen helaas niet waar gemaakt. Kbs John F. Kennedy heeft weliswaar het verscherpt toezicht succesvol omgezet in een basisarrangement, maar daar tegenover staat het feit dat SBO Westerhage in 2010 het kwaliteitsoordeel ‘Zwak’ toegewezen heeft gekregen. Wel vallen alle INOS-basisscholen nu onder het basisarrangement. Daarnaast was het in 2010 bijzonder dat de onderwijsinspectie zes INOS-scholen heeft bezocht in het kader van de zogenaamde ‘Bestandsopname’ als uitvloeisel van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE). DE INOSscholen scoren daar opvallend positief. In 2010 heeft de Inspectie de volgende bezoeken uitgevoerd: • Periodiek KwaliteitsOnderzoek op SBO Westerhage: Oordeel ‘Zwak’. • Voortgangsonderzoek en Onderzoek naar KwaliteitsVerbetering op John. F. Kennedy: Oordeel ‘Zwak’ is omgezet in ‘Basisarrangement’. • Periodiek Kwaliteitsonderzoek in combinatie met themaonderzoek naar Automatiseren bij Rekenen-Wiskunde op Kbs De Zandberg: Oordeel verlenging van ‘Basisarrangement’. • Bestandsopname VVE-locaties op Kbs De Watervlinder, Hagehorst, De Liniedoorn, Kbs De Wisselaar, Kbs De Weerijs en Kbs De Keysersmolen. INOS is er van overtuigd dat in 2011 alle scholen het basisarrangement zullen behalen.
36 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 37
4 passend onderwijs 4.1 Landelijke ontwikkelingen rond Passend Onderwijs
Eind 2009 heeft er een heroverweging Passend Onderwijs plaatsgevonden. Staatssecretaris Dijksma kondigde een koerswijziging aan naar aanleiding van de evaluatie van de ECPO (Evaluatiecommissie Passend Onderwijs). ECPO had gemeld dat Passend Onderwijs zou ontaarden in ‘bestuurlijke drukte’. Het ging teveel over de structuur van het nieuwe systeem en te weinig over de inhoud. Er waren ook weinig initiatieven uit het veld gekomen, omdat in het veld veel onzekerheid bestond over de dreigende budgetfinanciering (in plaats van de open-eind-financiering van het Speciaal Onderwijs). De vorming van regionale netwerken was niet langer verplicht en ook de noodzaak om tot één loket te komen verviel. De verdere uitwerking van een nieuwe koers werd in handen gelegd van de sectorraden. Tegelijkertijd bleef men zich ernstige zorgen maken over de financiële en personele consequenties die de beleidswijzigingen met zich mee zouden brengen. Vanwege de val van het kabinet Balkenende IV werd de voortgang Passend Onderwijs vertraagd. In de zomer verscheen het door de sectorraden opgesteld Landelijk Referentiekader, een werkdocument dat als doel had én heeft de omslag naar Passend Onderwijs inhoudelijk te ondersteunen. In de zomer werd een eerste bezuinigingsronde op de Ambulante Begeleiding aangekondigd die per 1 augustus 2010 is ingegaan. Het betrof de vermindering van de LGF (Leerling Gebonden Financiering, ook wel rugzakje genoemd) in het SBO, plus een bezuiniging van ongeveer 13,6% op de bekostiging van de Ambulante Begeleiding. In oktober trad het nieuwe kabinet Rutte aan. Dit kabinet heeft zich o.a. ten doel gesteld 18 miljard te bezuinigen. In de verdere uitwerking van Passend Onderwijs worden nog meer bezuinigingen verwacht.
4.2 Regionale ontwikkelingen rond Passend Onderwijs
Op initiatief van INOS wordt sinds 2008 in de regio op het gebied van Passend Onderwijs samengewerkt. Medio 2009 is deze samenwerking bekrachtigd door de ondertekening van een intentieverklaring. Daarmee werd het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Optimale Onderwijs Kans (OOK) een feit. Van het netwerk maken 44 schoolbesturen voor Primair en Voortgezet Onderwijs deel uit. Zij vertegenwoordigen tesamen 192 scholen met ± 38.000 leerlingen in het PO en ± 22.000 leerlingen in het VO. De regio beslaat twaalf gemeenten en valt geografisch samen met het Samenwerkingverband VO. INOS is voorzitter van dit verband. Eén van de opdrachten die het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs OOK zich heeft gesteld, betreft de inrichting van een dekkend onderwijs- en zorgcontinuüm. Dit houdt in dat er voor elk kind een passende onderwijsvoorziening is. De zorgplicht komt bij de schoolbesturen te liggen. Ondanks de heroverweging van de staatssecretaris eind 2009, is binnen OOK besloten de samenwerking in het netwerk te continueren. Er zijn veel onderwerpen die het beste op regionaal niveau kunnen worden aangestuurd. Leerlingenstromen
38 jaarverslag 2010
houden zich niet aan gemeentegrenzen. Voor ouders en leerlingen is het belangrijk dat onderwijs- en jeugdbeleid regionaal is afgestemd. De gemeenten in de regio zijn de eerst aangewezen partners als het gaat om afstemming met partijen met regieverantwoordelijkheid. Afstemming in onderwijs- en jeugdbeleid betreft met name de ZAT’s, de CJG’s, het schoolmaatschappelijk werk en de jeugdgezondheidszorg. In 2010 heeft OOK twee conferenties georganiseerd met de wethouders Jeugd en Onderwijs van de betrokken gemeenten. Verder zijn er in 2010 verschillende bijeenkomsten georganiseerd om leerkrachten en ouders te informeren over de ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs. Via de nieuwsbrief OOK worden betrokkenen op de hoogte gehouden van deze ontwikkelingen.
4.3 INOS en Passend Onderwijs
Binnen INOS bestaat een strategische projectgroep Passend Onderwijs. In deze projectgroep hebben directeuren van scholen voor (Speciaal) Basisonderwijs, Speciaal Onderwijs en van de dienst Ambulante Begeleiding zitting, evenals de coördinator van het Samenwerkingsverband en een beleidsmedewerker vanuit het bestuursbureau. In 2010 is de projectgroep nog enkele maanden ondersteund door een extern adviseur. De projectgroep heeft in het verslagjaar veel initiatieven ondersteund, activiteiten aangejaagd, ontwikkelingen gevolgd, de samenhang bewaakt en geadviseerd over de richting waarop INOS in de toekomst verder vorm kan geven aan het brede beleidsterrein ‘Passend Onderwijs’. Er liepen ook in 2010 verschillende projecten en activiteiten, die tot ver in de toekomst zullen reiken: • De ontwikkeling en positionering van het SBO. • De verdere ontwikkeling van Flexinos, het Kenniscentrum voor Ambulante Begeleiding. • De samenwerking met de begeleiders van het SBO. • Het initiëren van een Ouderplatform. • Het verder ontwikkelen van de ontwikkeling van het Crisis Advies Team naar een ZAT. • Pilots Passend Onderwijs (‘Echt samen naar school’). • Het werken aan de verdere ontwikkeling van de PCL. • De verbinding tussen PO en VO. • Het uitwerken van ervaringen die bij studiereizen in Toronto en Graz zijn opgedaan. • De competentieontwikkeling. • Het beleid Passend Onderwijs voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. • De opzet van de professionele leergemeenschappen Gedrag- en Klassenmanagement en Hoogbegaafdheid. INOS ligt op koers voor Passend Onderwijs. De zorg komt naar de leerling waar dat kan en zo niet, dan zijn er hoogwaardige voorzieningen waar ouders hun kind aan kunnen toevertrouwen. Ondanks de onzekerheid over de voortgang van Passend Onderwijs vanuit het ministerie, worden de ontwikkelingen binnen INOS voortgezet. Sinds 2009 is INOS gestart met een Crisis Advies Team (CAT). Doel van dit team is het doorbreken van handelingsverlegenheid op het moment van crisis (een casus met een urgent karakter) bij een leerling of groep. Het CAT komt in beeld op het moment dat de zorgstructuur op de school niet (meer) volstaat. Het CAT denkt mee met de directeur en IB’er en gaat na of alle mogelijkheden binnen het onderwijszorgcontinuüm zijn benut. Het CAT is een tijdelijke voorziening, vooruitlopend op het Zorg Advies Team (ZAT). Contactpersoon en projectleider is de coördinator WSNS. Leden zijn de directeur SBO en één van de directeuren BaO. Vanaf de start van het CAT zien we een geleidelijk verschuiving van aanmelding van een crisis naar een preventieve, meestal telefonische consultatie.
jaarverslag 2010 39
Femke Streppel INOS Onderwijsdag 2010, workshop 46
CANADA: EEN LEVENDIG VOORBEELD VAN PASSEND ONDERWIJS Femke Streppel, 36 jaar leerkracht Eureka! en trajectbegeleider Openluchtschool, een INOSschool voor Speciaal Onderwijs Collega’s van INOS-scholen voor speciaal Onderwijs Mytylschool De Schalm en De Openluchtschool en van Flexinos, Kenniscentrum voor Ambulante Begeleiding hebben in november 2009 een studiereis naar Toronto gemaakt. Zij hebben daar kennis gemaakt met het bestaande onderwijs(systeem). Terugblikkend op de reis vat Femke het kernachtig samen: “Denk in mogelijkheden!” In Canada denkt iedereen in mogelijkheden i.p.v. in beperkingen. Alle betrokkenen bij het kind vragen zich steeds af hoe zij kunnen helpen. Maar tevens wordt de vraag aan de leerling gesteld wat die zelf al kan. De betrokkenheid van de leerlingen is groot, samen met de ouders denken zij na over de leerdoelen die gehaald moeten worden. De scholen die bezocht werden zijn echte buurtscholen, waar alle kinderen terecht kunnen. Ook kinderen met een beperking vinden er onderdak. Op bepaalde momenten volgen zij aangepaste lessen om vervolgens weer terug te keren in de eigen groep. De kwetsbare kinderen worden dus niet uit hun eigen vertrouwde woonomgeving gehaald zoals in Nederland. De INOS-kernwaarde ‘omgevingsbewust’ is hier realiteit. De leerkrachten zijn trots op hun beroep, dragen dat ook duidelijk uit. Opvallend is het onderhouden van de bekwaamheden. Er wordt in de avonduren en in vakanties gestudeerd, terwijl de kosten uit de eigen portemonnee worden betaald. “Je bent verplicht aan je eigen bekwaamheden te blijven werken”, zegt Femke. “Sterker nog: een school heeft de mogelijkheid om bekwamere leerkrachten binnen te halen, die de kwaliteit van het onderwijs verhogen. Geheimzinnig wordt daar niet over gedaan. Integendeel, de organisatie is erg transparant, van de werkvloer tot aan het bestuur.” Bijzonder vond Femke -en met haar de meegereisde collega’s- de betrokkenheid van het Canadese bedrijfsleven. Het is de normaalste zaak van de wereld dat leerlingen, ook die met een beperking, stage lopen in een bedrijf. Bedrijven zien het als een maatschappelijke taak om leerlingen werkervaring te laten opdoen. Dat alles geredeneerd vanuit de overtuiging dat je voor elkaar zorgt. De leerlingen en leerkrachten voelen zich er welkom, terwijl bedrijven trots zijn op hun stagiaires. Het verzorgen van de workshop op de INOS Onderwijsdag van vorig jaar was spannend, geeft Femke toe. “Ik kijk er wel met een tevreden gevoel op terug. We ontvingen positieve feedback en hopen met onze presentatie collega’s geïnspireerd én aan het denken gezet te hebben.” Wat haar persoonlijke ambities betreft wenst Femke zichzelf toe alles over Eureka! te weten te komen. “Ik werk er immers pas sinds 1 februari jl.”
40 workshop jaarverslag gegeven 2010 op de inos onderwijsdag 2010
workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010 41
4.4 Weer Samen Naar School (WSNS-INOS)
Kwantitatieve analyse De volgende tabel geeft het aantal aanmeldingen en de verwijzingspercentages over de laatste vier jaar weer:
Het Samenwerkingsverband WSNS-INOS bestaat uit 26 basisscholen en twee scholen voor Speciaal Basisonderwijs met als doel het vormen, in stand houden, verbreden en professionaliseren van een kwalitatief hoogwaardig samenwerkingsverband. Het Samenwerkingsverband tracht dit te bereiken door: • het organiseren van een effectieve besluitvorming over de zorgmiddelen die het Samenwerkingsverband ontvangt. • het opstellen van een zorgplan en een jaarverslag op het niveau van het Samenwerkingsverband en een zorgplan per school. • het inrichten en in stand houden van een Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). • het vormgeven en in stand houden van een netwerk van Interne Begeleiders (IB-netwerk). Bij dit netwerk sluiten ook de drie INOS-scholen voor Speciaal Onderwijs en de Ambulante Dienst aan. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) In de procedure voor verwijzingen naar het Speciaal Basisonderwijs neemt de PCL een belangrijke positie in. De functies van de PCL zijn: • Beoordelen: de wettelijk verplichte taak m.b.t. het bepalen van de toelaatbaarheid van leerlingen tot het SBO. • Adviseren: het geven van adviezen aan scholen en ouders voor zover deze rechtstreeks voortvloeien uit de behandeling van de aangemelde leerlingen. • Monitoren: het monitoren van belangrijke aspecten die te maken hebben met de aangemelde leerlingen in relatie tot de opdracht van het bestuur van het Samenwerkingsverband. Denk aan het registreren van het aantal aangemelde leerlingen, het aantal afgegeven beschikkingen en verwijzingen naar de Regionale Expertisecentra. Maar ook aan aspecten die te maken hebben met kindkenmerken van de aangemelde leerlingen, de handelingsverlegenheid van de basisschool en de procedurele zorgvuldigheid. De monitor kan leiden tot conclusies en aanbevelingen. Het bestuur van het Samenwerkingsverband is vrij, om in overleg met de scholen, een aantal aanbevelingen om te zetten in acties voor het daaropvolgende jaar. De PCL heeft hiervoor in 2010 de volgende activiteiten ondernomen: • Tien overlegmomenten waarin beslissingen over aanmeldingen worden genomen. • Indien nodig voor een goede beoordeling van een dossier, vindt er een hoorzitting plaats. In 2010 is dit negen keer g gebeurd. • Deelnemen aan het regionale netwerk PCL. • ‘Kinderen met een positieve PCL-beschikking in het basisonderwijs’, ook wel SBO-rugzak genoemd. • Het uitbrengen van een jaarverslag en een PCL-monitor en die in het Directeurenberaad bespreken.
Naam school De Boomgaard De Burchtgaarde De Driezwing De Eerste Rith De Griffioen De Horizon De Keysersmolen De Liniedoorn De Rosmolen De Spoorzoeker De Watervlinder De Weerijs De Wegwijzer De Werft De Wisselaar De Zandberg Effen Hagehorst Helder Camara Jacinta John F. Kennedy Kievitsloop Petrus & Paulus Sinte Maerte St. Joseph Weilust Totaal
01-10-2007 aantal % 11 1.65 2 0.98 1 0.36 2 0.56 4 0.48 1 0.28 0 0 3 2.13 1 0.44 3 1.69 1 0.79 3 2.40 1 0.43 3 1.10 6 3.14 2 0.29 0 0 2 0.95 1 0.26 1 0.27 9 1.75 4 0.82 3 0.75 1 0.22 1 0.24 3 0.60 69 0.87
01-10-2008 aantal % 7 1.03 0 0 3 0.75 2 0.55 1 0.12 0 0 2 1.33 1 0.72 0 0 6 2.22 2 1.64 2 1.63 0 0 1 0.40 1 0.58 5 0.54 1 1.30 3 1.58 1 0.26 3 0.55 9 1.82 4 0.92 7 1.69 5 1.01 2 0.44 2 0.20 70 0.73
01-10-2009 aantal % 4 0.6 3 1.9 2 0.8 3 0.8 0 0 0 0 2 1.3 2 1.6 5 2.4 2 1 2 1.6 4 3.4 0 0 2 0.8 2 1.20 2 0.3 0 0 3 1.7 5 1.3 3 0.8 9 1.7 3 0.8 1 0.2 2 0.4 6 1.3 5 1 72 0.8
01-10-2010 aantal % 2 0.27 2 1.27 0 0 7 1.76 3 0.34 5 1.39 1 0.66 2 1.61 1 0.51 1 0.46 0 0 0 0 3 1.27 1 0.45 1 0.56 3 0.38 0 0 2 1.08 2 0.50 2 0.54 1 0.19 0 0 3 0.66 2 0.34 4 0.89 2 0.38 50 0.59
Het totale verwijzingspercentage van alle scholen van het SWV WSNS-INOS op de peildatum 1 oktober 2010 bedraagt 0,59. Ten opzichte van de peildatum 1 oktober 2009 is er sprake van een serieuze daling. Als gevolg hiervan is ook het totale deelnemerspercentage structureel dalende van 3,5% in 2008 naar 2,7% in 2010. De stellige verwachting is dat deze dalende trend zich in 2011 zal voortzetten. INOS-netwerk Interne Begeleiding Het IB-netwerk is het netwerk van de aan de INOS-scholen werkzame Intern Begeleiders. Zij vormen de spil van de leerlingenzorg binnen de basisschool. Er is een grote diversiteit aan taken zoals het coördineren van de leerling- en groepsbesprekingen, het onderhouden van het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS), het begeleiden van leerkrachten en ouders. Dit vraagt ontwikkeling in deskundigheid. Het delen van ervaringen in een netwerk kan een goede bijdrage leveren aan de professionele ontwikkeling van de Intern Begeleider. Ook dit jaar hebben er weer vijf netwerkbijeenkomsten plaatsgevonden én een studiedag met directeuren en Intern Begeleiders. Verder heeft er een scholing 1-zorgroute plaatsgevonden en is het project ‘Leren van data’ verbreed en verdiept. Ook is er een bijeenkomst geweest om wegwijs te raken in het leerlingvolgsysteem van ParnasSys.
42 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 43
4.5 Speciaal BasisOnderwijs Breda
In 2010 is de missie en visie van SBO Breda opnieuw geformuleerd. Met name de visie op leren, onderwijsaanbod en begeleiding heeft een stevige impact op de ontwikkeling van het onderwijs op school. Voor de leerlingen wordt het ontwikkelingsperspectief (OPP) vastgesteld en op basis daarvan de leerrendementsverwachtingen voor een bepaalde periode. De te realiseren tussendoelen kennen hoge verwachtingen. Op basis van die verwachtingen wordt er naar gestreefd dat de leerlingen uitstromen op het didactisch niveau dat hoort bij de mogelijkheden van de individuele leerling. Er zijn inmiddels diverse trajecten gestart om deze visie te implementeren: 1-zorgroute, handelingsgericht werken, het directe instructiemodel, het werken met nieuwe groepsplannen en Leren van Data. Binnen het traject Passend Onderwijs slaagt het SBO er in zich goed te positioneren. Eén van de nieuwe ontwikkelingen in 2010 is de samenwerking met REC-4. Zo is er een gezamenlijke pilot ‘Op de rails/Herstart’ begonnen, bedoeld voor leerlingen die met name door gedragsproblematiek het risico lopen ‘thuiszitter’ te worden. Door een (tijdelijk) intensief ondersteunings- en onderwijs- aanbod binnen het SBO, wordt geprobeerd de leerling weer zo snel mogelijk op de rails te krijgen. Mede op basis van de opbrengsten van deze pilot worden verdergaande mogelijkheden voor samen- werking onderzocht. Er zijn ook stevige slagen gemaakt in het fusietraject Westerhage/De Leye naar één SBO-organisatie. Zo is er één gezamenlijke zorgstructuur tot stand gekomen en is het nieuwe Meerjaren Strategisch Beleidsplan op het hele SBO van toepassing. Er is een bestuurlijke werkgroep ‘Toekomst SBO’ ingericht, waarin de Samenwerkingsverbanden WSNS Regio Land van Nassau en WSNS INOS gezamenlijk tot een aantal strategische beleidskeuzes voor het SBO zullen komen.
Mytylschool De Schalm Organisatorisch heeft dit jaar vooral in het teken gestaan van de aanstaande verhuizing van de SO-afdeling begin 2011 naar een andere locatie in Breda. Communicatie was dit jaar het sleutelwoord op De Schalm. Er wordt veel gecommuniceerd op De Schalm: tussen personeel, ouders, leerlingen, therapeuten en vele anderen. In 2010 was er veel aandacht voor een belangrijk communicatiemiddel: het Tevredenheidsonderzoek. Dit onderzoek leidde tot de bouwstenen van een nieuw Meerjaren Beleidsplan, waarmee in het najaar gestart is. Communiceren kun je leren en dat hebben veel personeelsleden gedaan tijdens de cursus ‘Feedback geven’. Openluchtschool Breda De energie is gericht op onderwijsverandering en communicatie door: • het project Leerlijnen van de WEC-Raad en het Rekenverbetertraject van de PO-Raad. • communicatietrainingen voor de leden van het managementteam en een selectie van leerkrachten. Na het afronden van de verbouwing is het ontwerp van de schooltuin voor de leerlingen tot stand gekomen en is samen met de leerlingen een begin met de aanleg ervan gemaakt. In 2011 zullen de leerlingen voor het eerst gaan zaaien en oogsten. De Liduinaschool De Liduinashool neemt deel aan het Rekenverbetertraject van de PO-Raad. Er is daarnaast veel energie gestoken in een nieuwe organisatie van het onderwijs. Door het aflopen van de Europese subsidie (ESF) was een aanpassing van de personele inzet noodzakelijk. Er is fors ingezet op de ontwikkeling van de Zelfverantwoordelijke Teams en Teamcoördinatoren.
4.7 FLEXINOS Kenniscentrum voor Ambulante Begeleiding
Ook in 2010 nam het aantal leerlingen verder af. Daarom is in augustus 2010 de locatie Hooilaan afgestoten. Dit betekent dat alle leerlingen van Westerhage vanaf dat moment op de locatie Ruusbroecstraat zijn ondergebracht. Op 9 januari 2009 is het kenniscentrum FLEXINOS officieel geopend. Deze naam is een combinatie van FLexibel Expertisecentrum van INOS.
4.6 Speciaal Onderwijs
“Regulier als het kan, speciaal als het moet, maar altijd passend.” INOS heeft drie regionale scholen voor Speciaal Onderwijs. Mytylschool De Schalm voor kinderen met een lichamelijk beperking, Openluchtschool Breda voor chronisch zieke kinderen en De Liduinaschool voor zeer moeilijk lerende kinderen. De scholen zijn onderdeel van het Regionaal Expertise Centrum West-Brabant, cluster 3. Voor de speciale scholen van INOS betekent Passend Onderwijs een beroep op het versterken van de eigen kwaliteit en het zoeken van verbinding met het regulier onderwijs. Dit alles om te komen tot passende arrangementen voor leerlingen met bijzondere behoeften, liefst in de eigen school. In 2010 lag het accent op het resultaatgericht werken, het werken aan het ontwikkelings- perspectief, het opbouwen van een nieuw leerlingvolgsysteem en het uitzetten van uitstroom- profielen. Deze thema’s zullen ook in 2011 en 2012 veel energie vergen. In 2010 is een start gemaakt met het project ‘De leraar als regisseur’. Het is een onderzoek naar de nieuwe rol van de gespecialiseerde leraar in de speciale scholen en Passend Onderwijs. In 2011 moet het project gaan lopen en de financiering rondkomen. Voor een deel van de kosten moet nog subsidie gevonden worden.
44 jaarverslag 2010
De Ambulant Begeleiders (AB’ers) van FLEXINOS zijn gespecialiseerde leerkrachten die afkomstig zijn uit de drie scholen voor Speciaal Onderwijs van INOS. Zij voeren als slogan ‘Onderweg voor onderwijs’, voor leerlingen in het PO, VO en MBO. De missie van FLEXINOS is om leerlingen met beperkingen door ondersteuning meer kansen te bieden in het reguliere onderwijs, met als doel hun participatie in de samenleving te vergroten. FLEXINOS begeleidt leerlingen met een cluster 3-indicatie en hun leerkrachten. De Ambulant Begeleiders houden zich bezig met voorlichten, adviseren, informeren, onderzoeken, coachen en coördineren van 450 ‘rugzakleerlingen’ in de regio. Het jaar 2010 stond in het teken van de spanning rondom de aankomende bezuinigingen voor Passend Onderwijs. Toen de nieuwe koers Passend Onderwijs rond maart 2010 vorm kreeg en duidelijk werd dat Ambulante Begeleiding in zwaar weer zou gaan geraken, is er terughoudend opgetreden omtrent het aannemen van nieuw personeel. Wel is er een interne reorganisatie in gang gezet om alle leerlingen op de diverse scholen efficiënter en effectiever in te delen bij zo min mogelijk Ambulant Begeleiders. In augustus 2010 is er een bezuiniging doorgevoerd vanuit het ministerie van 13,6 % op de financiering voor leerlingen in het PO en in het VO. Een flinke aderlating. Geprobeerd is de basis- scholen hier zo min mogelijk van te laten merken door meer tijd op de scholen aanwezig te zijn en effectiever om te gaan met de verslaglegging. De toekomst van FLEXINOS voor 2011 is sterk afhankelijk van de mate van bezuiniging met betrekking tot Ambulante Begeleiding. Begin 2011 werd aangekondigd dat de financiering van dit belangrijke werk voor het grootste deel zal gaan verdwijnen.
jaarverslag 2010 45
INOS Onderwijsdag 2010, workshop 28
KUNSTZINNIGE VORMING IN HET ZML
Nicole heijsters
Nicole Heijsters, 43 jaar Groepsleerkracht en vakleerkracht Beeldende Vorming Liduinaschool voor Speciaal Onderwijs, een INOS-SCHOOL voor Zeer Moeilijk Lerende kinderen
Kunstzinnige vorming blijkt voor veel leerlingen in een belangrijke behoefte te voorzien. Leerlingen met een verstandelijke beperking hebben een achterstand in hun ontwikkeling. Ondanks die beperking hebben ook zij kwaliteiten op het vlak van kunstzinnige vorming. Middels het medium kunst geven zij uiting aan hun gevoelens en gedachten. De binnenkomst op de locatie Landheining is wel bijzonder. “Onder deze vloer in mijn vaklokaal lag vroeger het zwembad, en dat stuk brakke grond was het buitenzwembad. Dit wordt nou een moestuin.” Aan het woord is Nicole Heijsters, aanvankelijk klassenassistent, culturele antropologie gestudeerd en de opleiding aan Kunstacademie St.Joost gevolgd. De Pabo-opleiding doorliep Nicole omdat ze geen pedagogische achtergrond had. Om het plaatje compleet te maken: bij Vluchtelingenwerk actief geweest en moeder geworden. Nicole werd door collega Hans van Dijk benaderd om een workshop over kunstzinnige vorming te verzorgen. “Ik vond het wel spannend om te doen, maar het is me achteraf reuze meegevallen. Ter voorbereiding had ik met onze Intern Begeleider overlegd en ter ondersteuning van mijn verhaal had ik een power point presentatie tot mijn beschikking. Beide workshops waren volledig bezet met collega’s uit zowel het basisonderwijs als speciaal onderwijs.” De workshop beperkte zich niet alleen tot praten. “Ik heb de collega’s echt aan het werk gezet. Ze zijn met allerlei technieken aan de slag gegaan: papier scheppen, droog etsen, met wasco en ecoline, rubbing en crèpepapier schilderen. In feite heb ik een les met leerlingen nagebootst. Dat alles via een roulatiesysteem. Vanwege de ruimte vond de workshop aan de Rijnauwenstraat plaats.” De leerlingen kunnen zich via de lessen beeldende vorming specialiseren. De mogelijkheid bestaat dat de 17-18 jarige leerlingen op deze manier aan werk in een dagatelier geraken, bijvoorbeeld bij KOA in Oosterhout of bij Artilabo in Breda, onderdeel van Amarant. De rol die Nicole in de begeleiding van haar leerlingen speelt, is haar op het lijf geschreven. “De coaching van deze leerlingen trekt me erg aan, naast uiteraard het stimuleren van hun creatieve talenten. Ik ben twee dagen in de week met beeldende vorming bezig; per les heb ik dan een halve klas onder mijn hoede. Op donderdag ben ik vooral bezig met de leerlingen die zich verder in beeldende vorming willen ontplooien.” Elk jaar wordt er gedurende vijf weken een expositie van zo’n 100 kunstwerken van leerlingen bij de Nieuwe Veste ingericht. Vanuit deze kunstinstelling wordt de nodige feedback gegeven op de werken van de leerlingen. Daarnaast wordt in kleiner verband ook wel eens wat tentoongesteld, in een sportschool of in het stadskantoor. Nicole is een warm pleitbezorger van haar werk: “Het werkt rustgevend en therapeutisch voor de leerlingen en ze hebben er duidelijk veel plezier in. Aan het einde van de week kun je trouwens wel merken dat de energie ver op is. Daar hou ik natuurlijk rekening mee.” Op haar verlanglijstje voor de nabije toekomst staat o.m. dat drama en dans meer aandacht in het dagelijkse programma verdienen dan nu het geval is. Creatieve uitingen die geweldig veel met deze kinderen ‘doen’.” Kunstzinnige vorming blijkt in een belangrijke behoefte te voorzien”, aldus Nicole. “Ik zou ook graag meer groepsdoorbrekend willen werken”, vult zij aan. Op het persoonlijke vlak hoopt Nicole binnen enkele maanden de vlag te kunnen uitsteken. “Ik ben druk bezig om de tweejarige masteropleiding Special Educational Needs (SEN) af te ronden.”
46 workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010
workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010 47
4.8 Eureka! INOS Kenniscentrum Meer- en hoogbegaafdheid
Het onderwijs binnen INOS, gericht op meer- en hoogbegaafde leerlingen, heeft de afgelopen jaren een grote ontwikkeling doorgemaakt. Daar waar in 2008 gestart werd met veertien leerlingen, groeide dit aantal uit naar 160 leerlingen eind 2009 en naar 208 leerlingen eind 2010. De begeleiding in de verrijkingsklas vindt plaats in zestien groepen van ongeveer vijftien leerlingen. Eureka! is gesitueerd op INOS-basisschool De Werft in de Haagse Beemden. In september 2010 is een pilot gestart op INOSbasisschool De Griffioen, waar leerlingen van Eureka! van Kbs De Horizon, Kbs De Rosmolen en Kbs De Griffioen samen komen en worden begeleid door leerkrachten van Eureka! De uitgroei van Eureka! is met name zichtbaar bij de kleuterbegeleiding en Eureka! Mobiel. Leerlingen uit de groepen een en twee, waarbij een ontwikkelingsvoorsprong wordt waargenomen, krijgen begeleiding op hun eigen school. Advies en ondersteuning van de leerkrachten, observatie en materiaalontwikkeling maken onderdeel uit van de kleuterbegeleiding. Eureka! Mobiel geeft ondersteuning bij het ontwikkelen van beleid m.b.t. Meer- en hoogbegaafd- heid, toegespitst op de wensen en mogelijkheden van elke school afzonderlijk. Binnen INOS hebben acht scholen een beleidsplan Meer- en hoogbegaafdheid, terwijl vijf scholen hieraan werken. Daarnaast vervaardigt de handelingsgerichte begeleider, in samenspraak met leerkrachten en Intern Begeleiders, handelingsplannen voor Eureka!-leerlingen. Dertien INOS-scholen maken gebruik van deze mogelijkheid tot ondersteuning en vier scholen die onder een ander schoolbestuur vallen. Er wordt voorlichting gegeven en tips en adviezen met betrekking tot klassenmanagement. In 2010 is binnen INOS de Leergemeenschap Hoogbegaafdheid opgericht. Leerkrachten van veertien scholen zijn hierin vertegenwoordigd. Het doel is met elkaar een structuur en een cultuur van samen werken en samen leren met het oog op de voortdurende verbetering van het onderwijs te ontwikkelen en te onderhouden.
Het resultaat hiervan is dat voor de oorspronkelijke scholen met veel doelgroepleerlingen de financieringsstromen minder zichtbaar zijn geworden. Bovendien zijn de gelden verspreid over meer scholen, doordat er niet meer projectgericht maar leerlinggericht wordt gefinancierd. Ten slotte is door wijzigend overheidsbeleid en door opeenvolgende correctiemaatregelen de continuïteit van deze financieringsstroom zeer onzeker. INOS voelt zich verantwoordelijk voor onderwijs voor alle kinderen, ook voor hen die van huis uit geen ideale uitgangspositie hebben meegekregen. In eerste instantie worden middelen ingezet voor de verkleining van het leerlingenaantal per klas. Hierdoor heeft de leerkracht meer tijd beschikbaar voor de begeleiding van deze specifieke doelgroep leerlingen. Daarnaast worden op enkele scholen in samenwerking met kinderdagverblijven en peuterspeelzalen INOS koestert haar onderwijskansenVVE-programma’s (Voor- en Vroegschoolse Eduscholen. catie) verzorgd. Hierdoor krijgen kinderen die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, al vanaf tweeëneenhalf jaar een traject aangeboden dat naadloos aansluit op de start in de basisschool. Vervolgens verzorgen enkele scholen een zogenaamde schakelklas. Leerlingen die in hun ontwikkeling geremd worden door hun taalachterstand, ontvangen een jaar lang een intensief taalaanbod. Leerlingen zijn daarna in staat om in een reguliere schoolklas beter op hun eigen capaciteitenniveau te presteren. De scholen die specifieke deskundigheden ontwikkeld hebben op het gebied van leerlingen met een taalachterstand, zijn in Breda bestuursoverstijgend verenigd in Onyx. Dit netwerk geeft de scholen de gelegenheid ervaringen met elkaar te delen, aan gezamenlijke scholing te doen en samen deel te nemen aan projecten op dit terrein.
Eureka! heeft in 2010 presentaties gegeven op de landelijke conferentie ‘Aan de slag met talent’. Ook in 2011 staat het geven van deze presentaties op de kalender, aangevuld met ‘speedlezingen’ op de Inspiratiedag ‘Talent’ en het verzorgen van voorlichting op verschillende scholen in het land. Er is een eerste aanzet tot samenwerking met het Voorgezet Onderwijs gegeven, waarbij het de intentie is die in 2011 verder vorm te geven. Eureka! wil in 2011 met behulp van subsidiegelden onderzoek laten verrichten naar de effecten van Eureka! Bovendien is het de intentie de door Eureka! ontwikkelde leerlijnen in een databank vast te leggen. In de toekomst hoopt Eureka! deel uit te kunnen maken van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs.
4.9 Onderwijskansenbeleid
Het onderwijskansenbeleid (OKB), gericht op leerlingen met een taalachterstand, heeft in de afgelopen jaren grote veranderingen ondergaan. Van een sterk overheidsgestuurd beleid op basis van geoormerkte en gesubsidieerde projecten is dit beleid veranderd naar een verantwoordelijkheid van de scholen. Daartoe is een financiële bijdrage in lumpsum versleuteld op basis van leerling- en ouderkenmerken. Bovendien is deze financieringsbasis sterk veranderd: niet meer op basis van etniciteit, maar op basis van het opleidingsniveau van de ouders.
48 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 49
5 IDENTITEIT 5.1 Visie op identiteit
In de Visie en Missie van INOS staat onze identiteit expliciet omschreven:
“Het vertrekpunt ligt in de katholieke inspiraties en vieringen. De school geeft daarmee actief vorm aan haar identiteit. Op een eigentijdse wijze geeft zij invulling aan veelvormige wijzen van levensbeschouwing. Vervolgens verbindt zij de verschillende levensbeschouwingen met elkaar. Leraren ondersteunen daarbij de kinderen bij het zoeken naar hun persoonlijke identiteit.” De opdracht die INOS zich eind 2008 stelde, was om de katholieke identiteit van de stichting te (her)ontdekken, deze op harmonieuze wijze te laten aansluiten bij de missie en visie en op eigentijdse wijze te vertalen naar het aangeboden onderwijs.
INOS-identiteit: ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’.
Hiertoe is een qua leeftijd en ervaring evenwichtig opgebouwde projectgroep in het leven geroepen, bestaande uit medewerkers vanuit INOS-scholen, het bestuursbureau, DKSR (ondersteunt scholen bij de vormgeving van hun katholieke identiteit) en Edux. De doelen die deze projectgroep zich stelde bij de uitvoering van de opdracht waren: • de fundamentele katholieke waarden (her)ontdekken, • deze vertalen naar INOS en onderwijs van deze tijd, • een heldere structuur bieden, waardoor INOS-scholen herkenbaar zijn en op authentieke wijze invulling kunnen geven aan de katholieke waarden. De gedragscode van INOS vormt een onderdeel van het identiteitsbeleid. De inspiratiebronnen voor het leven zijn daarbij vertaald in een aantal belangrijke waarden die de basis zijn voor het stellen van normen en concreet gedrag in onze organisatie. Het gaat om naastenliefde, weerbaarheid, gemeenschapszin, tolerantie, respect, verwondering, authenticiteit en eigentijdse spiritualiteit. De beleidsnotitie, getiteld ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’, is in april 2010 gepresenteerd. Van de notitie is een handzaam boekje gemaakt en binnen en buiten INOS verspreid. Zowel door directbetrokkenen als door externe relaties, regionaal en landelijk, is zeer positief gereageerd op de publicatie. Bisschop Van den Hende heeft na een werkbezoek op één van de scholen het beleidsplan waarderend met een brede groep betrokkenen besproken. Het document functioneert als inspiratiebron voor de scholen bij het gezamenlijk vormgeven van de katholieke identiteit. De opbrengst wordt hoofdzakelijk bepaald door de gesprekken die de teams zullen voeren over de identiteit van de school en de wijze waarop men deze toont in concreet gedrag en afspraken. Relaties met de parochie, de katholieke kerk en het bisdom worden actief onderhouden met het doel: • de identiteitsvraag vanuit de confessionele achtergrond te verdiepen en mede vorm te geven, • de relatie met de katholieke traditie waaruit INOS is voortgekomen te blijven onderhouden, • open in de samenleving te staan door actief samenwerking te zoeken met belangrijke organisaties en instituten, • een bijdrage te leveren aan de vernieuwing en het eigentijds vertalen van de katholieke onderwijs- en leefwereld.
50 jaarverslag 2010
Jaarverslag
6
DEEL B: SAMENWERKEN MET ANDEREN
MAATSCHAPPELIJKE VERANKERING: BREDE SCHOOL 6.1 Gezamenlijke visie op de Brede Scholen van INOS
In 2009 is het visiedocument ‘Leren in verbinding’ vastgesteld als denkkader voor de diversiteit binnen het begrip ‘Brede School’. In 2010 is de daarin beschreven werkwijze verder uitgewerkt door de ontwikkeling van de INOS-catalogus ‘Scholen in verbinding’, die partners verzamelt die een mogelijke rol kunnen spelen bij de school-in-verbinding. Door de publicatie van deze catalogus zijn de netwerkcontacten van alle INOS-scholen nu beschikbaar voor elke INOS-school. Daarmee is de drempel voor verdere ontwikkeling op de ‘schaal van verbinding’ een stuk kleiner geworden. Omdat het binnen INOS ontwikkelde model breder bruikbaar is voor andere scholen in de regio en in het land, heeft INOS twee externe initiatieven genomen: • Het schrijven van een bijdrage aan het boek ‘Van brede school tot integraal kindcentrum?, voorbeelden en inspiratie uit de praktijk’ van het Nederlands Jeugd Instituut. • Het introduceren van dit model en het Bestuurlijk Overleg Breda, waar het geaccepteerd is als gezamenlijk denk kader voor de ontwikkeling van alle Brede Scholen in de gemeente Breda.
6.2 Dagarrangementen en buitenschoolse opvang
Door aanvaarding van de motie Aartsen/Bos in de Tweede Kamer is de basisschool verplicht onder bepaalde randvoorwaarden opvang aan te bieden tussen half acht ’s morgens en half zeven ‘s avonds. INOS heeft hier vorm aan gegeven door een samenwerkingsovereenkomst met Kober groep af te sluiten. Daar waar onderwijs en opvang voorheen sterke beelden over elkaar hadden, was echte samenwerking nog maar beperkt aanwezig. Intussen zijn op veel scholen voorzieningen voor buitenschoolse opvang (BSO) aanwezig of is er een nauwe samenwerking met een BSO-voorziening in de buurt. Tussenschoolse opvang (TSO) wordt inmiddels door de Kober groep op alle INOS-basisscholen verzorgd. Inmiddels is duidelijk dat de samenwerking tussen schoolbesturen en kinderopvangorganisaties de komende jaren flink zal gaan veranderen. In Breda markeerde de ondertekening van het veelbesproken Stockholm-akkoord door vier grote schoolbesturen en Kober groep deze ontwikkeling. De snelheid waarmee deze ontwikkeling plaats vindt, is per school verschillend. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door verschillen die nu al bestaan in de mate van samenwerking, maar ook door verschillen in deelnamepercentage van kinderen aan diverse vormen van opvang.
52 jaarverslag 2010
De directeur bepaalt zelf met zijn/haar schoolteam de wijze van de implementatie van het INOS-beleid, zoals dat in het eigen Strategisch Meerjaren Beleidsplan geformuleerd is. Een aantal scholen heeft in 2010 als pilot gedraaid, elk met een geheel eigen dynamiek. Doel daarvan was te komen tot een verdere uitwerking van verdergaande samenwerking tussen onderwijs en opvang. Voor één van de projecten hebben zowel INOS als Kober groep extra middelen ingezet om een projectleider te faciliteren. De ervaringen die worden opgedaan in de pilotprojecten zullen worden meegenomen in de verdere visieontwikkeling rond dagarrangementen en in het realiseren van de doelstellingen van het Stockholm-akkoord. Medio 2011 zullen de visie rond dagarrangementen en het Stockholm-akkoord onderdeel zijn van het strategisch Meerjaren Beleidsplan (= schoolplan) van elke school.
6.3 Brede school ontwikkelingen op locaties
In 2010 zijn de Brede Scholen in Breda (Kindcentrum Olympia, Huis van de Heuvel en Brede School Geeren-Noord) en de twee MFA’s (MultiFunctionele Accommodaties) in Teteringen (De Mandt en De Stee) weer verder gegaan in hun ontwikkeling. De vertaling van deze ontwikkeling in een gebouw dat past bij de nieuwe ambities, is op enkele plaatsen een stuk dichter bij de realisatie gekomen. De eerste steen voor Brede School Geeren-Noord werd op 22 februari 2010 gelegd. Kbs De Watervlinder wordt hierin gehuisvest, samen met andere partners. Op 18 oktober van datzelfde jaar werd de nieuwe naam van deze Brede School onthuld: Het Noorderlicht. De verwachte oplevering zal eind schooljaar 2010-2011 zijn. De start van de bouw van MFA De Stee vond plaats op 6 september 2010, de eerste schooldag van het jaar 2010-2011. Daarnaast is in 2010 Kbs Sinte Maerte de eerste INOS-school geweest die op basis van eigen (school)initiatief verbouwd is om een plek voor Kindcentrum in plaats van alleen een BSO en kinderopvang te realiseren. In 2011 zijn gezamenlijk gebouw. Kbs De Eerste Rith en Kbs Weilust de volgende twee scholen waar dit gebouwelijk gerealiseerd gaat worden. De kern van een Brede School is echter niet dat veel organisaties samen onder hetzelfde dak werken. Het voorkomen dat het alleen een bedrijfsverzamelgebouw wordt, is moeizaam en landelijk is dat beeld herkenbaar. In de gemeente Breda wordt nagedacht over hoe men de Brede School inhoudelijk vorm kan geven. Dat heeft betrekking op de ontwikkeling die men kinderen wil bieden, de ondersteuning waar ouders op mogen rekenen en de rol die de school in de wijk wil spelen. Daarvoor kan het nodig zijn dat ieder een stuk van de eigen ambitie of het eigen resultaat inlevert ten bate van het grotere geheel. Een aantal van de partners, waaronder ook INOS, zou deze ontwikkeling ook graag terug zien door éénhoofdige aansturing van de Brede School/MFA, maar op dit moment is dat nog geen haalbare kaart. Als één na beste oplossing is gekozen voor de vorming van managementteams per school/MFA. Hierin participeren alle inhoudelijke en structurele partners per locatie en maakt men afspraken over de implementatie van de inhoudelijke doelen en over beheer en exploitatie. Het managementteam fungeert ook als centraal aanspreekpunt. De praktijk heeft geleerd dat men voorheen vanuit allerlei organisaties een beroep deed op mensen door alle lagen van de organisatie heen. Het bijeffect hiervan was dat overleg een zeer groot tijdsbeslag op de organisatie legde en dat vele goedbedoelde initiatieven niet van de grond kwamen door te weinig draagvlak en coördinatie. In 2010 zijn de eerste positieve ervaringen opgedaan met de uitrol van de vorming van deze managementteams per locatie. Dit geeft de motivatie om deze richting voort te zetten en uit te bouwen, zonder het eigenlijke ideaalplaatje zoals hierboven geschetst uit het oog te verliezen.
jaarverslag 2010 53
Wim s Goijaart INOS Onderwijsdag 2010, workshop 5
BASISONDERWIJS BINNEN EEN KINDCENTRUM Wim Goijaarts, 61 jaar directeur Kbs Hagehorst en Kbs De Werft In Kindcentrum Oympia werken verschillende partners samen om de ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten door ze een breed aanbod aan activiteiten en diensten aan te bieden om die ontwikkelingskansen te vergroten. Ook voor ouders, vrijwilligers en buurtbewoners worden kansen gecreëerd. “De kernwaarden van INOS sluiten naadloos aan bij Olympia”, steekt Wim Goijaarts van wal. “Zonder ambities en doorzettingsvermogen was dit kindcentrum nooit tot stand gekomen. Ouders, kinderen, buurt, hobbyclubs en sportverenigingen weten zich erbij betrokken. Het is een komen en gaan van bewoners uit de wijk zelf.” Een mooi voorbeeld van het bestaan van Olympia in Kesteren is dat de kinderen op loopafstand kunnen deelnemen aan activiteiten van De Nieuwe Veste. Voor kinderen en ouders is het rijden naar de binnenstad te ver, te tijdrovend. Nu kunnen de kinderen in blokken van tien weken op meerdere dagen in de week na schooltijd daar terecht. Maar liefst tien jaar is er aan het concept van de Brede School gewerkt. Wim is de nuchterheid zelve wanneer hij vaststelt dat niet alles vlot geregeld is en wordt. Door de vele partners (De Vlier en Hagehorst, CJG, Kober, Careyn, Mees en Surplus Welzijn) is er regelmatig sprake van trage besluitvorming. “Een onafhankelijk ‘voorzitter’ zou erg welkom zijn”, geeft Wim te kennen. Wim prijst zich gelukkig met de financiële middelen die er beschikbaar waren voor onder meer de inrichting van het Olympiaplein. Moesten de twee scholen en de peuterspeelzaal zich voorheen behelpen met verouderde kasten, dankzij een flinke bijdrage van het Centrum Jeugd en Gezin is Olympia nu de trotse eigenaar van een modern ingerichte speel-o-theek. Een punt van aandacht is het wisselende verantwoordelijkheidsgevoel waar het de gezamenlijke ruimten betreft. “Die zijn van niemand en van iedereen, soms geeft dat ergernis wanneer een lokaal onverzorgd is achtergelaten door een van de gebruikers.” Niet alleen overdag is het aan de Vlierenbroek een drukte van belang. Ook in de avonduren wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van de faciliteiten in Olympia. Wim kijkt tevreden terug op de workshop die hij samen met collega Nan van Kaam tijdens de INOS Onderwijsdag gaf. “Een duidelijk, realistisch verhaal van onze kant, aangevuld met praktische vragen van de collega’s . De rondleiding door het gebouw zorgde er zelfs voor dat we in tijdnood dreigden te geraken”, vat Wim met een tevreden glimlach samen. “Wanneer het mij in de laatste jaren van mijn loopbaan nog zou lukken om de twee basisscholen in samenwerking met de schoolbesturen tot één school voor de hele wijk Kesteren te ‘smeden’, dan blijken dromen toch uit te (kunnen) komen….”, wenst Wim zichzelf ten slotte toe. Over ambities gesproken!
54 workshop jaarverslag gegeven 2010 op de inos onderwijsdag 2010
workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010 55
7 MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDING 7.1 Lokaal Educatieve Agenda (LEA) Een wettelijke verplichting schrijft minimaal eens per jaar overleg voor tussen schoolbesturen en de gemeente over schakelklassen, VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) en het voorkomen van segregatie. In Breda is door de gezamenlijke schoolbesturen samen met de gemeente een bredere vorm van overleg tot stand gekomen. Een en ander heeft geresulteerd in een concrete Lokaal Educatieve Agenda (LEA), getiteld ‘Opvoeden met z’n allen’. In deze Bredase LEA wordt een veelheid aan thema’s besproken, waarbij besturen en gemeente elkaar tegenkomen. Er zijn afspraken gemaakt over wederzijdse uitwisseling van informatie, over de afstemming van ontwikkelingen en over het gezamenlijk uitwerken van enkele concrete hoofdlijnen. Deze hoofdlijnen zijn: • Brede ontwikkeling: a. Wijkgerichte kindvoorzieningen b. Actieve en gezonde leefstijl c. Cultuureducatie d. Natuur- en milieueducatie e. Verkeersveiligheid f. Maatschappelijke stages • Kansen versterken: a. Voor- en vroegschoolse educatie b. Schakelklassen c. Integratie en segregatie • Passende Zorg: a. Ontwikkeling Passend Onderwijs b. Zorgstructuur c. Bestrijding voortijdig schoolverlaten d. Schoolvervangende trajecten Dit LEA-document vormt de inhoudelijke basis voor het Bestuurlijk Overleg Breda (BOB), waarin alle schoolbesturen voor Primair en Voortgezet Onderwijs in Breda met elkaar samenwerken en waarin de afstemming met de gemeente plaatsvindt. Zie ook paragraaf 7.2 Bestuurlijk Overleg Breda.
7.2 Bestuurlijk Overleg Breda (BOB) Na een periode van voorbereiding is op 1 mei 2010 formeel het Bestuurlijk Overleg Breda (BOB) van start gegaan. Dit bestuurlijk overleg is in de plaats gekomen van de Schoolraad Breda. Het vormt de bezegeling van de groeiende samenwerking en het ontstane vertrouwen tussen de schoolbesturen voor PO en VO in Breda gedurende de afgelopen jaren. Het BOB is een vereniging, waarvan alle schoolbesturen voor PO en VO in Breda lid zijn. Het staat onder leiding van een onafhankelijk voorzitter en een dagelijks bestuur, bestaande uit de heer C. Clarijs namens het Voortgezet Onderwijs en de heer W. Kaizer namens het Primair Onderwijs. Geregeld wordt op hoofdlijnen overlegd met de verantwoordelijk wethouder en de directie van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Breda. Op basis van de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) wordt regie gevoerd op de vele initiatieven die op het gezamenlijke onderwijs afkomen. Dit vertaalt zich bijvoorbeeld in het stroomlijnen van de vele overlegvormen in Breda, waarin vertegenwoordigers uit het onderwijsveld deelnemen en in de verschillende werkgroepen die het BOB inmiddels kent.
56 jaarverslag 2010
Medio december 2010 heeft INOS een miniconferentie georganiseerd met als thema ‘Aansluiting tussen Primair en Voortgezet Onderwijs’. Colleges van Besturen, rectoren en directieleden uit PO en VO, vertegenwoordigers uit de samenwerkingsverbanden PO en VO en deelnemers aan het BOVO-overleg waren hiervoor uitgenodigd. Gesproken werd over de stand van zaken en de mogelijke kwaliteitsverbetering van de aansluiting van het Primair Onderwijs op het Voortgezet Onderwijs in Breda.
7.3 Regionale samenwerking tussen schoolbesturen INOS neemt actief deel aan verschillende gemeente-overstijgende samenwerkingsverbanden, zoals: • OOK: Het bestuurlijk netwerk Passend Onderwijs. Zie elders in dit jaarverslag voor een uitgebreidere beschrijving. • RPO (Regionaal Platform Onderwijs): Een uitwisselingsplatform voor schoolbesturen in de regio West-Brabant. • REC West-Brabant: Hierin werken de drie scholen voor Speciaal Onderwijs van INOS samen met andere REC-3 scholen in West-Brabant.
7.4 Horizontale en Verticale verantwoording Verbindend, ambitieus, resultaatgericht en omgevingsbewust. Dat zijn de vier strategische kernwaarden die INOS gekozen heeft en die onze kernboodschap vormen. Om dit waar te kunnen maken, werkt INOS samen met vele partners en betrokkenen. Aan al die betrokkenen wil INOS laten zien hoe het gaat met INOS. Daarnaast is INOS een instelling die wordt gefinancierd met publiek geld. Ook daarom is het openlijk verantwoording afleggen van groot belang. INOS doet dit op een aantal manieren: 1. In de Medezeggenschapsraden van scholen en in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) zijn ouders en mede- werkers vertegenwoordigd. Zij zijn betrokken bij de beleidsvorming en oefenen invloed uit door hun instemmings- en advies rechten die zijn vastgelegd in het Medezeggenschapsreglement. 2. Aan de Raad van Toezicht en het Directeurenberaad wordt door middel van de Jaarplanmonitor zes keer per jaar verantwoording afgelegd over de voortgang van ontwikkeling. Op basis van deze monitor wordt eens per jaar een meer diepgaande Jaarevaluatie opgesteld en besproken. 3. Belangrijke (tussen)stappen in de ontwikkeling worden vaak in boekvorm breed gepubliceerd en verspreid. Daarmee geeft INOS invulling aan een zo transparant mogelijke beleidsvoering. 4. De Inspectie van het Onderwijs bezoekt onze scholen met enige regelmaat en brengt hierover publiek verslag uit via haar website. 5. De Centrale Financiële Instelling (CFI, voortaan DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs) ontvangt de Jaarrekening met het Bestuurs verslag ter verantwoording van de besteding van de ontvangen financiering. 6. Jaarlijks geeft INOS een uitgebreid Jaarverslag uit dat wordt verspreid onder alle partners en geïnteresseerden binnen het eigen netwerk. Door publicatie van dit Jaarverslag op de website (www.inos.nl) is het voor een breed publiek beschikbaar. Bovendien wordt het Jaarverslag ter beschikking gesteld aan ouders. 7. Feedback vanuit het INOS-netwerk: publicaties gaan vergezeld van het verzoek tot feedback. Hiervan wordt in de praktijk ook gebruik gemaakt. Feedback wordt ontvangen vanuit het netwerk in Breda, de regio West-Brabant en landelijke contacten. Ontwikkelingen in 2010 • Begin 2010 heeft INOS voor haar Jaarverslag over 2008 twee eervolle nominaties ontvangen als Best Practice in het project Verantwoorden van Klasse(n). • In de reeks van publicaties is in 2010 het boekje ‘Tijdloze Waarden in Eigentijds Onderwijs’ verschenen als weergave van het identiteitsbeleid van INOS (zie hoofdstuk 5 ‘Identiteit’). • In juli 2010 is een Jaarverslag over het jaar 2009 verschenen en breed verspreid onder personeel, MR’en, ouders en relaties. Dit Jaarverslag heeft eind 2010 de derde prijs gekregen bij de jaarlijkse uitreiking van de bestuursbokaal van Dyade, een grote lande lijke organisatie voor onderwijsdienstverlening. • In 2010 is een start gemaakt met een periodieke INOS-brede nieuwsbrief voor ouders. Hierin worden relevante actuele INOS-brede ontwikkelingen beschreven. De verspreiding van deze nieuwsbrief verloopt via de INOS-scholen die de nieuwsbrief opnemen in hun eigen communicatie met ouders.
jaarverslag 2010 57
Jolanda van de korput INOS Onderwijsdag 2010, workshop 18
TWEEDE CULTUURPROEVERIJ Jolanda van der Korput, 47 jaar Teamcoördinator, tutor en cultuurcoördinator Kbs De Liniedoorn In Breda is de website ‘cultuurwinkelbreda’ voor primair en voortgezet onderwijs ingericht. Vragers en aanbieders van culturele producten kunnen elkaar daar vinden. Het is een alles-in-één loket voor elke kunstenaar, instelling en school. “Deze winkel vormt de basis waar iedereen terecht kan. Bekend onderdeel is de Ontdekking, maar daarnaast kent de Cultuurwinkel veel onbekende projecten die het verdienen meer voor het voetlicht te treden.” Aan het woord is Jolanda van der Korput, Rotterdamse die al twaalf jaar aan de school verbonden is. De in 2010 tijdens de INOS Onderwijsdag gepresenteerde workshop ‘Cultuurproeverij’ bestond uit korte inleidingen, waarna de deelnemers een keuze maakten om vervolgens zelf aan te slag te gaan. Gezien het overvolle programma had Jolanda geen gelegenheid om na te gaan hoe succesvol de workshop werd ervaren. “Ben benieuwd naar de evaluatie van de werkgroep”, voegt zij toe. In 2009 volgde zij de cursus ‘interne cultuurcoördinator’. Wat volgt is een vloed van activiteiten en ideeën die al of niet al tot bloei gekomen zijn op De Liniedoorn. Niet zo verwonderlijk overigens, “cultuur is altijd al mijn passie geweest”, erkent Jolanda. Drie jaar geleden schreef zij een eerste beleidsplan in samenwerking met het team. Er werd geïnventariseerd wat er al wel werd gedaan en wat er aangevuld moest worden. “Drama, dans en muziek ontbraken in het aanbod. Daarom werd er een creatieve ochtend met een docent Drama georganiseerd.” Prachtig voorbeeld van de cultuureducatie op De Liniedoorn is het Taalatelier. Dat is voortgekomen uit de zgn. Sterrenschool waarin veel aandacht is voor taal en talenten. Taalatelier bestaat sinds 2009 en in Breda alleen op De Liniedoorn. “In blokken van vier weken komen kinderen van de groepen 4 en 5 op woensdagmiddag bij elkaar. Op speelse wijze wordt de woordenschat vergroot door woorden in kunstlessen te verwerken. Elk blok wordt afgesloten met een presentatie aan de ouders. Samen met een gastdocent van De Nieuwe Veste verzorg ik deze lessen”, aldus Jolanda. “Naast het concreet boeken van resultaat zie je kinderen plezier hebben, vertrouwen kweken, talent opbloeien en niet in de laatste plaats ouders die trots op hun kinderen zijn!” Geen wonder dus, dat er altijd een wachtlijst is voor het volgende jaar. Gevraagd naar haar ambities, somt Jolanda vlot een verlanglijstje op. “Ik wil graag de kwaliteit van kunst en cultuureducatie verhogen. Het zou mooi zijn als kinderen naast het kennismaken met cultuur en het ontdekken van hun talenten, die op school ook kunnen ontwikkelen.” Om haar passie voor cultuur nog eens te benadrukken rondt Jolanda af met de mededeling dat zij binnen afzienbare tijd een vervolgcursus voor icc’ers gaat volgen. “Doel daarvan is het verhogen van de creativiteit bij de leerlingen. Collega’s krijgen inzicht in het creatieve proces bij kinderen en leren dit te stimuleren.”
58 workshop jaarverslag gegeven 2010 op de inos onderwijsdag 2010
workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010 59
7.5 Landelijke partners De Bond KBO
INOS is als katholiek schoolbestuur in het Primair Onderwijs aangesloten bij de Bond KBO. In voorkomende gevallen maakt INOS gebruik van de expertise van deze schoolbestuursorganisatie. Juridische ondersteuning, vraagstukken op het gebied van personeelsbeleid en medezeggenschap zijn hier voorbeelden van. Het College van Bestuur participeert in de beleidscommissie die landelijke ontwikkelingen volgt en daarover adviseert. De voorzitter is lid van een landelijke commissie die in opdracht van de bonden KBO en VBKO een advies voorbereid over de toekomst van artikel 23 van de grondwet.
De PO-Raad
De PO-Raad behartigt de belangen van alle besturen in het Basisonderwijs, Speciaal Basisonderwijs en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs. De PO-Raad kan met gezag de stem van het Primair Onderwijs laten klinken. INOS heeft zich direct na de oprichting bij deze organisatie aangesloten. De PO-Raad heeft in januari 2010 de branchecode voor goed bestuur vastgesteld. Hierin wordt een vertaling gegeven van de wet ‘Goed Onderwijs, Goed Bestuur’ naar de concrete inrichting en het handelen van schoolbesturen. Het College van Bestuur van INOS hanteert de code als leidraad voor goed bestuur en is als lid van de kerngroep één van de voortrekkers. INOS participeert eveneens in de denktank rond het bestuur, het netwerk Onderwijshuisvesting en Financiën en in het netwerk Passend Onderwijs.
LVC-3 en WEC-Raad
De INOS-scholen voor Speciaal Onderwijs zijn aangesloten bij de Landelijke Vereniging Cluster 3 (LVC-3) die op haar beurt onderdeel is van de WEC-raad, de clusteroverstijgende belangenbehartiger voor alle scholen voor Speciaal Onderwijs in Nederland. In oktober 2010 zijn de taken rondom inhoudelijke belangenbehartiging geïntegreerd in de PO-Raad. De WEC-Raad hield hiermee feitelijk op te bestaan en LVC-3 richt zich samen met LVC-4 op expertiseontwikkeling. De INOS-directeur van De Liduinaschool (voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen) is lid van het bestuur van LVC-3 als vice-voorzitter/secretaris. De drie INOS-directeuren van SO-scholen maken deel uit van landelijke taakgroepen.
Jaarverslag 60 jaarverslag 2010
8
DEEL C: DE ORGANISATIE
ORGANISATIESTRUCTUUR 8.1 Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft als belangrijkste taak toe te zien op de wijze van werken van het College van Bestuur. Daarnaast is hij werkgever en strategisch adviseur van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende leden: • Ans Wijtvliet, voorzitter functies: - Lid CvB Zadkine, ROC in werkgebied Rijnmond - Lid RvT Kempenhaeghe, Gezondheidszorg, epilepsie - Lid RvT de Waarden, Primair Onderwijs in streekgewest Breda • Karel Hoet, Vice-voorzitter functies: - Algemene leiding van bedrijven in verschillende sectoren, met name Industrieel Verandermanagement, beleid herdefiniëren en organisatiestructuren aanpassen • Mark Leermakers, lid functies: - Registeraccountant • Hans ter Linde, lid functies: - Voormalig rector Onze Lieve Vrouwe Lyceum Breda - Lid bestuur KVSC (Vereniging van schoolleiders/bestuurders bij het Christelijk geïnspireerd Onderwijs) - Coach beginnende schoolleiders namens VO-raad • Anita Rasenberg, lid - Oprichter/Directeur/Mede-eigenaar van Spijtenburg Werving en Advies BV. Een wervings- en adviesbureau in Onderwijs, Overheid en Zorg •
Gerrit van der Burg, Lid - Openbaar Ministerie, Hoofdofficier
De Raad van Toezicht vervult zijn functie door vanuit de eigen deskundigheid de voortgang van het College van Bestuur te volgen. Hij laat zich daartoe breed informeren door het College van Bestuur, door de auditcommissie van de Raad van Toezicht, door de accountant (jaarrekening en kwartaalafsluitingen), door werkbezoeken op scholen en door contacten met de GMR. Gedurende het jaar 2010 heeft de Raad van Toezicht gefunctioneerd met zes leden, waar vijf gebruikelijk is. Deze keuze is gemaakt, vooruitlopend op het vertrek van Hans ter Linde per 31 december 2010 vanwege het einde van zijn zittingstermijn.
62 jaarverslag 2010
In december 2010 heeft de Raad van Toezicht haar jaarlijkse evaluatie gehouden met het College van Bestuur als geheel en met de leden hiervan afzonderlijk. De Raad van Toezicht heeft het vertrouwen in het functioneren van het College van Bestuur bevestigd. Tenslotte is eind 2010 de werving van een nieuw lid van het College van Bestuur gestart vanwege het aanstaande prepensioen van de huidige voorzitter van het College.
8.2 College van Bestuur
Het College van Bestuur is het bevoegd gezag van INOS en geeft leiding aan de organisatie. De samenstelling van het College van Bestuur is in 2010 niet gewijzigd: • Wim Kaizer, voorzitter • Frank van Esch, lid Collegiaal besturen Binnen het tweehoofdige College van Bestuur van INOS is er, naast specifieke portefeuille- verantwoordelijkheid, sprake van een algehele en brede gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van heel INOS. De voorzitter is vooral belast met strategische taken, terwijl het lid vooral in de breedte van de beheersportefeuilles opereert. Vanzelfsprekend is de samenwerking tussen de twee leden van het College van Bestuur zeer intensief, waardoor sprake is van vrijwel continue afstemming. Daarbinnen wordt bewust een evenwicht gezocht tussen enerzijds operationele zaken die de actuele aandacht vragen en anderzijds strategische beleidsontwikkelingen die de samenhang in beleid op lange termijn garanderen. De binnen INOS ontwikkelde Jaarplanmonitor heeft ook in 2010 een belangrijke rol vervuld in de werkzaamheden van het College van Bestuur. Dit instrument volgt maandelijks de voortgang van de vele activiteiten in relatie tot het Jaarplan dat een directe relatie heeft met het Strategisch Beleidsplan van INOS. Het vervult tevens een rol in de verantwoording naar de Raad van Toezicht en de INOS-directeuren. Evaluatie Tijdens de jaarlijkse evaluatie met de Raad van Toezicht in december 2010, is aangegeven dat het tweehoofdige College van Bestuur naar wens functioneert en dat er sprake is van wederzijds vertrouwen tussen de Raad van Toezicht en het College van Bestuur.
8.3 Directeuren en Directeuren in Opleiding
In het strategische document ‘Besturen en Organiseren’ hebben de directeuren binnen INOS een nieuwe positie gekregen. Een nieuwe, leidinggevende rol die veel minder operationeel en beheersmatig is. maar veel meer strategisch, onderwijskundig leidend qua stimulans op hoofdlijnen, planmatig innovatief, actief de verbindingen zoekend met de wijk en met andere instellingen buiten de school en integraal sturend op hoofdlijnen. In het licht van deze keuze is het aantal directeuren teruggebracht en zijn vrijwel alle directeuren van plaats veranderd.
jaarverslag 2010 63
De roulatie onder directeuren heeft ook in 2010 voortgang gekregen. Enkele directeuren zijn weer van positie veranderd, samen met de verandering van samenstelling van enkele Organisatorische Eenheden. Één directeur is teruggetreden en één directeur is via externe werving benoemd.
8.5 Medezeggenschap
De in 2009 gestarte rol van Directeur in Opleiding heeft in 2010 zijn vruchten afgeworpen. Twee directeuren in opleiding hebben een definitieve positie gekregen als eindverantwoordelijk directeur. Eén directeur in opleiding doet extra ervaring op door onder de eindverantwoordelijkheid van een collega-directeur dagelijks leiding te geven aan een school. Eén directeur in opleiding heeft zich teruggetrokken.
De constructieve sfeer binnen de GMR leidt in het besluitvormingsproces steeds tot een verantwoorde, weldoordachte afweging van het belang van leerlingen, personeel en ouders van de INOS-scholen. Op verzoek van het College van Bestuur gaf de GMR in 2010 advies en/of instemming met betrekking tot:
Voor de professionele ontwikkeling van het team van directeuren heeft INOS in 2010 gekozen voor een aantal meerdaagse bijeenkomsten onder externe leiding. Dit in het kader van de verdere ontwikkeling van het persoonlijk leiderschap en de versterking van de professionele, collegiale samenwerking. In 2011 zal INOS verder investeren in de professionele ontwikkeling van het team van INOS-directeuren. Ook zal de aandacht uitgaan naar aanvulling en verdere professionele ontwikkeling en opleiding van de ‘pool’ van Directeuren in Opleiding.
Advisering • Regeling Time-out, Schorsing en Verwijdering • ICT-beleidsplan • Vakantierooster 2010-2011 • Procedure formatieronde • Identiteitsbeleid
Gekoppeld aan het Directeurenberaad hebben ook in 2010 Strategische Projectgroepen gefunctioneerd op basis van de ambities in de notitie ‘Besturen en Organiseren’. Concreet is de inzet van de Projectgroepen gericht op de versterking van de rol van de directeuren in het INOS-brede domein. Het beoogde effect bij deze versterking is tweeledig, namelijk: • de schoolwerkelijkheid dichter bij het bestuurlijk proces brengen, • versterking van de beleidscapaciteit van INOS, waarbij aan de directeuren een centrale rol in de beleidsvoorberei ding wordt toebedacht.
Instemming • Functiehuis • Toelage directeuren • Klachtenregeling • Wijziging twee Organisatorische Eenheden • Veiligheidsbeleid • Gesprekkencyclus • Gedragscode • Aanvullingen kadernotitie Functiemix • Procedure verplaatsen directeuren binnen INOS • Uitruil LC-functies • Aanpassingen van de normfuncties in het Functiehuis • Aanpassingen CvB-reglement
Bij de start van het schooljaar 2010-2011 is ervoor gekozen om de Projectgroep Kwaliteitszorg/Communicatie/Innovatie te splitsen in drie zelfstandige projectgroepen in de verwachting dat daarmee elk van deze thema’s de aandacht zal krijgen die het verdient.
De drie werkgroepen van de GMR, Onderwijs, Financiën, Personeel en Organisatie, functioneren goed. De deelname van MR-leden van INOS-scholen aan deze werkgroepen bleef achter bij de verwachting en is voor volgend jaar een gericht actiepunt.
De belangrijkste thema’s die in 2010 om inzet van de Projectgroepen hebben gevraagd zijn:
Het communiceren tussen GMR en haar achterban blijkt, ondanks de ruime stroom van informatie vanuit de GMR, nog niet voldoende om alle 31 MR’en goed te bereiken. Meer succesvol bleken de door de GMR georganiseerde contactavonden met de MR’en over actuele thema’s. Presentaties van de leden van het CvB op deze avonden waren erg informatief. Het actief benutten van de INOS-portal in de communicatie bleek meer tijd te vergen. De voorbereidingen worden in het schooljaar 2010-2011 afgerond, zodat komend jaar de GMR-portal echt zal kunnen gaan functioneren. Veel onderdelen van Integraal Personeelsbeleid blijven ook de komende periode de aandacht van de GMR vragen. Zowel bezuinigingen en de formatieve consequenties als de invoering van Passend Onderwijs zullen regelmatig op de agenda staan.
8.4 Strategische Projectgroepen
Projectgroep Financiën Huisvesting/ICT Personeel Passend Onderwijs/WSNS Brede School/Dagarrangementen Kwaliteitszorg Communicatie Innovatie
Thema’s in 2010 De financiële cyclus Trajecten voor Europese aanbesteding Realisatie van het ICT-beleidsplan, waaronder de inrichting van het I-team Implementatie van ParnasSys Inrichting van de gesprekkencyclus Ontwikkeling van een format voor berekening van normjaartaken Inrichting van OOK, het regionale netwerk Passend Onderwijs Beleidsvoorbereiding voor Passend Onderwijs binnen INOS Uitwerking van het Brede Schoolbeleid ‘Leren in Verbinding’ Ontwikkeling van het format voor Meerjaren Strategisch Beleid op schoolniveau Voortgang ontwikkeling bestuurlijk dashboard Uitvoering en begeleiding tevredenheidonderzoeken In 2010 in ontwikkeling In 2010 in ontwikkeling
Het overleg van de GMR met het College van Bestuur is, mede door de open houding van het bestuur, constructief op basis van wederzijds respect. Al in een vroegtijdig stadium betrekt het CvB de GMR bij ontwikkelingen. Ook de door de GMR gevraagde tussenevaluaties van vernieuwingsprocessen zijn aan de GMR beschikbaar gesteld, waardoor kritisch meedenken en volwaardige medezeggenschap mogelijk zijn.
De voortgang die in 2010 is gerealiseerd op de thema’s van de Strategische Projectgroepen wordt elders in dit jaarverslag besproken.
64 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 65
9 DE ORGANISATORISCHE EENHEDEN 9.1 Ontwikkelingen en veranderingen
9.2 Senior coach
In 2010 zijn veel zaken aan de orde geweest, waarbij de tijdelijke senior coach voor directeuren betrokken was. Inspectiebezoeken en de voorbereiding ervan, het opstellen van plannen van aanpak, coachingsgesprekken met directeuren en de veranderende opzet van managementteams op diverse scholen behoorden tot de primaire taken. Er vond regelmatig overleg met collega’s van het bestuursbureau plaats, onder meer met de afdeling P&O. Frequent zijn er gesprekken van diverse aard met het College van Bestuur gevoerd.
De samenstelling van Organisatorische Eenheden, waarbinnen één grote school of meerdere kleinere scholen door één directeur worden aangestuurd, is in 2007 gerealiseerd. Hiermee komt er meer ruimte voor de realisatie van Zelfverantwoordelijke Teams en ontstaat het gewenste niveau van strategisch opererende directeuren. Jaarlijks wordt bezien of de samenstelling van de Organisatorische Eenheden en de positie van de directeuren nog aansluit bij de ontwikkelingen op de scholen en de wijken waarin de scholen staan. Daarnaast wordt ook de persoonlijke en professionele ontwikkeling van directeuren meegewogen. Dit heeft in 2010 geleid tot één tijdelijke wijziging. Met ingang van 1 augustus 2010 heeft Kbs Effen de Eenheid met Kbs Petrus & Paulus verlaten en is toegevoegd aan de Eenheid met Kbs De Driezwing en Kbs Kievitsloop. Daarmee is de situatie eind 2010 als volgt: Samenstelling Organisatorische Eenheden Kbs De Boomgaard Kbs De Burchtgaarde Kbs Jacinta Kbs De Driezwing Kbs Effen Kbs Kievitsloop Kbs De Eerste Rith Kbs Sinte Maerte Kbs De Griffioen Kbs Hagehorst Kbs De Werft Kbs Helder Camara Kbs De Wegwijzer Kbs De Horizon Kbs De Rosmolen Kbs St. Joseph Kbs De Liniedoorn Kbs De Spoorzoeker Kbs John F. Kennedy Kbs De Keysersmolen Kbs De Weerijs Kbs Petrus & Paulus Kbs De Watervlinder Kbs De Wisselaar Kbs Weilust Kbs De Zandberg SBO De Leye SBO Westerhage SO Openluchtschool voor LZK SO/VSO Liduinaschool voor ZML SO/VSO Mytylschool De Schalm 66 jaarverslag 2010
Meer school- en toekomstgericht bestonden de werkzaamheden uit: • het zoeken naar andere vormen van leren, • het opstellen van projectplannen Slim-Fit, • het ondersteunen bij moeizaam verlopend overleg op sommige scholen, • de ontwikkeling van zelfverantwoordelijkheid, • de interpretatie van de diverse onderzoeksresultaten, • vanaf september met name het bespreken van de te lopen route voor het Meerjaren Strategisch Beleidsplan en de uitwerking daarvan. Uiteraard is volop aandacht besteed aan de vastgestelde beleidslijnen van INOS. Meer in het bijzonder aan de consequenties daarvan voor de diverse beleidsterreinen op schoolniveau.
9.3 Veiligheidsbeleid
In 2009 is voor de eerste maal een breed gezamenlijk veiligheidsbeleid op bestuursniveau ontwikkeld aan de hand van de veiligheidschecklist van het Landelijke Kwaliteitsteam Veiligheid. Voor het jaar 2010 waren de belangrijkste verbeterdoelstellingen: • Elke school maakt een eigen veiligheidsplan dat aansluit bij het INOS-veiligheidsbeleid. Daarbij wordt de school actief ondersteund door het Landelijke Kwaliteitsteam Veiligheid. • Er wordt een INOS-breed draaiboek ontwikkeld voor het handelen in ernstige (crisis)situaties rondom veiligheid. Hierbij is ook ondersteuning van het Landelijke Kwaliteitsteam Veiligheid gevraagd. Zoals afgesproken zijn alle INOS-scholen door het Landelijke Kwaliteitsteam Veiligheid voor een quickscan bezocht. Daarvan is een verslag gemaakt, op basis waarvan alle scholen verbeterstappen op het terrein van schoolveiligheid kunnen zetten.
INOS-scholen zijn veilige scholen.
De ontwikkeling van het draaiboek rondom crisissituaties heeft in 2010 nog niet die ontwikkeling bereikt die INOS voor ogen had. Deze vertraging is mede terug te voeren op een gezamenlijke ontwikkeling in het Bestuurlijk Overleg Breda. Hierdoor wordt in 2011 Breda-breed een dergelijk ‘crisis-interventieplan’, of ‘sociaal veiligheidsbeleid’ ontwikkeld. Deze ontwikkeling gaat een sterke verbetering van het gezamenlijke Bredase schoolveiligheidsbeleid inhouden. INOS heeft daarom besloten te investeren in deze gezamenlijke ontwikkeling in plaats van het uitwerken van een volledig eigen lijn.
jaarverslag 2010 67
10 DE ZELFVERANTWOORDELIJKE TEAMS 10.1 Zelfverantwoordelijke Teams
De ontwikkeling naar Zelfverantwoordelijke Teams is een belangrijke keuze in de strategische beleidsdocumenten ‘Missie en visie’ en ‘Besturen en organiseren’. Een verdere uitwerking vindt plaats in het Strategisch Beleidsplan 2008-2012 ‘INOS brengt leren tot leven’. In 2009 is een belangrijke tussenstap gezet door het uitvoeren van een Tussenevaluatie. Hierover is in het Jaarverslag over 2009 uitgebreid gerapporteerd. Eind 2010 is een start gemaakt met een externe evaluatie over de ontwikkeling van zelfverantwoordelijkheid binnen INOS. Hierover zal begin 2011 een rapportage volgen die wederom tot een publicatie in de ‘INOS-reeks’ zal leiden. Daarnaast is in het jaar 2010 voornamelijk geïnvesteerd in de ontwikkeling van het professionele netwerk van Teamcoördinatoren.
10.2 De Teamcoördinator
In de ontwikkeling van de Zelfverantwoordelijke Teams vervult de Teamcoördinator een cruciale rol. Daar is in de tussenevaluatie uit 2009 veel aandacht aan besteed. De belangrijkste conclusie was dat de rol van Teamcoördinator binnen INOS groeiende is. Daarbij bewandelt ieder team zijn eigen weg. Soms soepel en soms met vallen en opstaan. Om de Teamcoördinatoren verder te ondersteunen in hun rol en ontwikkeling, was de doelstelling voor 2010 voornamelijk gericht op de versterking van hun INOS-brede professionele netwerk. In april 2010 heeft daartoe een succesvolle bijeenkomst plaatsgevonden van het voltallige netwerk (ongeveer 75 personen!) van Teamcoördinatoren. Tijdens deze bijeenkomst was de motivatie en ambitie voelbaar en is veel ruimte gegeven aan de onderlinge uitwisseling van ervaringen. Tevens is op dat moment een kerngroep samengesteld om intensiever bij de ontwikkeling van het netwerk betrokken te zijn. Na deze bijeenkomst zijn samen met de kerngroep de volgende activiteiten opgepakt: • Er bleek een sterke behoefte te bestaan aan houvast door de ontwikkeling van een voorbeeld taakomschrijving van de rol van Teamcoördinator. Deze taakomschrijving is in 2010 ontwikkeld en begin 2011 breed in de organisatie verspreid en besproken. • Er is een wervingsprocedure gestart voor het aantrekken van professionele aansturing van het netwerk. Deze wervingsprocedure was succesvol, maar enkele maanden na de start heeft de betreffende persoon door privé omstandigheden de functie noodgedwongen neergelegd. Dit heeft voor vertraging gezorgd. Hierna heeft het netwerk zich professioneel getoond en is een opvolger uit eigen gelederen gevonden. • De kerngroep is betrokken geweest bij de voortgang van het externe onderzoek naar de ontwikkeling van zelfverantwoordelijkheid binnen INOS. In 2011 zullen de conclusies van de externe evaluatie naar zelfverantwoordelijkheid een grote invloed hebben op de doorontwikkeling van de rol van Teamcoördinator. De verwachting is dat het netwerk zich verder zal ontwikkelen.
68 jaarverslag 2010
Jaarverslag
n
e Jos Nuijt INOS Onderwijsdag 2010, workshop 17
CONCIËRGE PLUS: EXTRA OF NOODZAAK? Jos Nuijten, 55 jaar Conciërge (plus) op Kbs De Liniedoorn, en conciërge plus op de Kbs St. Joseph en Kbs De Spoorzoeker Na de LTS, de avondschool, eerst werkzaam als lasser en daarna onder dak bij de Marine heeft Jos Nuijten 30 jaar in een Bredaas brandbeveiligingsbedrijf gewerkt. Sinds 2009 is hij conciërge plus op drie scholen van INOS. Als conciërge plus op Kbs St. Joseph en Kbs De Spoorzoeker houdt hij zich ‘s middags vooral bezig met onderhoudstaken. De Liniedoorn is in de ochtenden zijn werkterrein als conciërge. Zijn takenpakket is indrukwekkend. Onderhoud, contact met de wijkagent, offertes opvragen, sleutelbeheer, ICT-werkzaamheden, ongevallenregistratie, teveel om op te noemen. Jos investeert ook tijd in zijn werk als hoofd Bedrijfshulpverlening (BHV). Zo organiseert hij elk jaar voorlichtingsbijeenkomsten voor alle collega’s van de drie scholen. Ontruimingsoefeningen en het regelen van herhalingscursussen voor alle BHV’ers staan ook in zijn agenda. Vol trots laat hij een PowerPoint presentatie zien met als thema: ‘Hoe kan ik het werk van de directeuren en leerkrachten verlichten?’ Jos vult aan: ”Van mijn werk maak ik zelf een topbaan. Ik zorg er zelf voor dat ik met plezier naar mijn werk ga.” Deze presentatie maakte Jos voor de workshop op de INOS Onderwijsdag van 2010. Een vijfentwintigtal collega’s en medewerkers van de tussenschoolse opvang woonden zijn presentatie bij. “Ik vond het super om te doen, een echte uitdaging”, zegt Jos. “Ik werd door de directeur van mijn drie scholengevraagd om een workshop voor mijn collega’s te verzorgen. Het programma van de Onderwijsdag 2009 was wel interessant, maar voor onze doelgroep was er niet echt iets geschikt bij”, verwoordt Jos diplomatiek. Die workshop heeft zijn vruchten wel afgeworpen. “Je leert elkaar kennen en je wisselt de nodige ervaringen uit. Ik vond het bijvoorbeeld belangrijk om uit leggen hoe je met weinig middelen toch heel veel kunt bereiken. Ik kon ook duidelijk maken wat ik met name op De Liniedoorn allemaal doe.” Bijzonder is wel dat Jos zijn collega’s attendeerde op het boekje ‘Tijdloze waarden’, het identiteitsdocument dat INOS in 2010 onder alle medewerkers heeft verspreid. Hij stond uitgebreid stil bij de gedragscode waaraan iedereen binnen INOS zich moet conformeren. Tot besluit vertelt Jos dat hij tijdens zijn werk als conciërge erg kan genieten van het contact met de kinderen.
70 workshop jaarverslag gegeven 2010 op de inos onderwijsdag 2010
workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010 71
11 INTEGRAAL PERSONEELSBELEID 11.1 Ontwikkelingen Personeelsbeleid
INOS onderkent het belang van Integraal Personeelsbeleid (IPB). Goed personeelsbeleid biedt scholen een handvat om de organisatorische doelstellingen af te stemmen op de personele mogelijkheden en deze te beïnvloeden. Het verbindt en biedt medewerkers meer loopbaanperspectief. Bovendien heeft het een positief effect op de kwaliteit van ons onderwijs. In 2009 is voor het eerst gewerkt met een jaarplan IPB, met een uitwerking van de geplande doelstellingen voor 2009die in 2010 doorliepen. Hieronder volgt een terugblik op hetgeen in 2010 is bereikt als onderdeel van dit IPB. Functiehuis en taakbeleid binnen INOS De ingangsdatum van het nieuwe Functiehuis was 1 januari 2010. Niet iedereen was het echter eens met de plaatsing. Dit heeft geleid tot een aantal bijeenkomsten van de Interne Bezwarencommissie FUWA en enkele bijstellingen van het Functiehuis. In oktober heeft de GMR definitief ingestemd met het Functiehuis inclusief de aanpassingen op basis van de Functiemix. De overige medewerkers zijn toen ook definitief in de nieuwe functie geplaatst. Over één functie is er nog steeds discussie tussen de organisatie en medewerkers. Een externe bezwarencommissie doet hier in 2011 een definitieve uitspraak over. INOS heeft ook in 2010 het taakbeleid meer vorm gegeven, mede door de invloed van de Functiemix. Een van de voorwaarden voor een medewerker om in een andere functie (op basis van de Functiemix) geplaatst te worden, is dat men ingezet dient te worden op een of meerdere taakclusters. Men zal in dit cluster een extra inzet voor de organisatie moeten leveren. Een ander resultaat wat in 2010 is bereikt, is het vaststellen van een gemeenschappelijk model ‘Normjaartaak INOS’, waarmee de afspraken m.b.t.de Normjaartaak uniform kunnen worden toegepast. Gesprekkencyclus binnen INOS In 2010 hebben de scholen een start gemaakt met de gesprekkencyclus. Inmiddels is deze cyclus een vast onderdeel van de jaarplanning op de diverse scholen en geeft het een goedinzicht op de kwaliteit van medewerkers. Daarnaast is het een vereiste om te voldoen aan de procedure- voorschriften van de beloningsdifferentiatie. Beloningsdifferentiatie In 2010 heeft de GMR ingestemd met het beleid ‘Beloningsdifferentiatie’. Dit heeft in 2010 al geleid tot voordrachten die door het CvB zijn beoordeeld. Voor een aantal excellente medewerkers heeft dit tot een gratificatie en/of toeslag geleid. Voor 2011 is er in elke schoolbegroting een structurele component voor beloningsdifferentiatie opgenomen. BHV, ziekteverzuim, preventie en arbeidsomstandigheden Vanaf januari 2010 houdt de bedrijfsarts van de Arbo Unie elke maandag zijn spreekuur op het bestuursbureau van INOS. Hierdoor zijn er steeds meer overlegmogelijkheden ontstaan om het verzuim terug te dringen en is er een betere binding met het onderwijs ontstaan. Vooral inhoudelijk is er een verbeterslag in 2010 te zien geweest. INOS heeft in 2010 een traject doorlopen om de risico’s en mogelijkheden in kaart te brengen met als doel een afgewogen keuze te kunnen maken om wel of niet eigen risicodrager WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) te worden. Dit was in 2010 nog ondergebracht bij het UWV. Uiteindelijk is besloten om hier uit te stappen en eigen risicodrager te worden, waarvan de herverzekering bij Interpolis is ondergebracht. De jaarlijkse besparing heeft bij gelijkblijvende rechten van werknemers ruim € 200.000,- opgeleverd.
72 jaarverslag 2010
Functiemix In 2010 is er een forse start gemaakt met de invoering van de Functiemix. Er zijn nieuwe functies LB (BAO) en LC (S(B)O) aan het Functiehuis toegevoegd met een eigen functiebeschrijving en aanvullende voorwaarden. Ook zijn er vanaf augustus medewerkers in deze nieuwe functies benoemd, nadat ze een uitgebreide sollicitatieprocedure hebben doorlopen en door twee directeuren geschikt bevonden zijn. Ook voor het schooljaar 2011-2012 worden er weer LB/LC functies in de diverse formaties opgenomen. In 2010 is er door diverse scholen geïnvesteerd in leerkrachten om ze bekwamer te maken en daardoor de kans te vergroten dat ze in aanmerking komen voor de LB/LC functie. Met instemming van de GMR is wel vast komen te staan dat INOS geen gebruik maakt van de mogelijkheid om ook LC functies in het basisonderwijs in te zetten. Deze zijn uitgeruild tegen meer LB functies. Voor directeuren is er in het najaar van 2010 een workshop georganiseerd, waar vooral is ingegaan op de problemen waar directeuren tegenaan liepen. Dit heeft geleid tot een herbezinning van de voorwaarden en heeft directeuren weer bewuster gemaakt van de te volgen processtappen in het kader van de Functiemix. Arbeidsvoorwaarden Ook in 2010 is medewerkers de gelegenheid geboden om gebruik te maken van diverse extra arbeidsvoorwaarden. Zo zijn er kortingen afgesproken met Loyalis, Centraal Beheer en Zilveren Kruis en biedt Rabobank een gunstige rente voor levensloopsparen.Ook konden medewerkers weer gebruik maken van de ‘cafetariaregeling’, waarbij men binnen het fiscale kalenderjaar kan profiteren van een onbelaste vergoeding van € 0,19 per kilometer door een bedrag van gelijke hoogte in mindering te laten brengen op de structurele Eindejaarsuitkering. Per saldo leverde deze uitruil voor het merendeel van de werknemers een fiscaal voordeel op van 42% (verschil tussen brutto en netto). Mobiliteitsbeleid gekoppeld aan formatiebeleid In 2009 is een procedure opgesteld om vorm te geven aan de vrijwillige en verplichte mobiliteit binnen INOS. Deze is in 2010 gevolgd. Concreet betekende dit dat eerst ruimte is gegeven aan medewerkers die zelf aangaven open te staan voor een functie op een andere school. Zij hebben eerst kunnen reageren op mogelijke functies op andere scholen. Daardoor is op een positieve manier beweging ontstaan binnen INOS. Immers, een medewerker die vertrekt naar een andere school, laat ook weer een vacature achter. Na deze eerste ronde van vrijwillige mobiliteit is invulling gegeven aan de verplichte mobiliteit. Daarbij ging het om medewerkers met een vaste aanstelling die boventallig werden op hun school. Voor deze medewerkers is een geschikte functie gezocht binnen de formatieruimte. Tijdens het hele proces is een zogenoemde mobiliteitscommissie actief geweest, bestaande uit het hoofd P&O en een aantal INOS-(sector)directeuren. Zij hebben steeds een kandidaat gekoppeld aan de beschikbare formatieruimte op basis van factoren als werktijdfactor, voorkeur van de kandidaat en specifieke behoeften van de school. Het was een ingewikkeld proces met als bevredigend resultaat dat alle medewerkers met een vaste aanstelling voor het schooljaar 2010-2011geplaatst konden worden. Ook hoefde er slechts een beperkt aantal tijdelijke benoemingen beëindigd te worden. Communicatie Ook in 2010 is er veel gecommuniceerd met medewerkers. Email vormde hierbij het belangrijkste communicatiemiddel. Ook is steeds een bijdrage aan DIGINOS geleverd, het personeelsblad van INOS. Tijdens de INOS Onderwijsdag heeft de afdeling P&O een workshop voor medewerkers over ‘Leeftijdsbewust Personeelsbeleid’ gegeven.
11.2 Matchpoint, vervangingsorganisatie INOS
In opdracht van INOS heeft een projectgroep in 2009 onderzoek gedaan naar mogelijkheden om de vervangingsorganisatie binnen haar scholen efficiënter te organiseren.
jaarverslag 2010 73
Het daadwerkelijk regelen van een geschikte vervanger, vooral bij een acute behoefte, bleek het grootste knelpunt te zijn. INOS heeft op aandringen van haar directeuren gekozen voor het opzetten van een vervangingsorganisatie in eigen beheer, Matchpoint genaamd. Er is een interne kandidaat benoemd, die belast is met de coördinatie en aansturing van de vervangingsorganisatie. Van buiten INOS zijn twee parttime planners aangetrokken, die vanuit huis werken. Om vraag en aanbod op een goede manier bij elkaar te brengen is er een keuze gemaakt voor een adequaat softwarepakket.
350 300 250 200
In 2010 moesten deze inspanningen naar verwachting leiden tot een goed lopende vervangingsorganisatie. Terugkijkend op het afgelopen jaar heeft Matchpoint die verwachtingen kunnen waarmaken. Matchpoint kreeg 3.680 aanvragen van de INOS-scholen. Gemiddeld zijn er 119 aanvragen per school per jaar, wat drie aanvragen per school per schoolweek betekent. De minst vragende scholen kennen gemiddeld minder dan één aanvraag per twee weken en de meest vragende school heeft ruim acht aanvragen per week. Van deze 3.680 aanvragen heeft Matchpoint, over het gehele jaar bezien, in 533 gevallen (14,5%) geen match met een invaller kunnen maken. Dat betekent dat in ruim 85% van de aanvragen Matchpoint voor vervanging heeft kunnen zorgen.
Man 150
Vrouw
100 50 0 > 24
24-34
34-44
44-54
54-59
59 >
Voor een eerste jaar mag dat een goed resultaat worden genoemd in de wetenschap dat de beginperiode met een krapper invallersaantal, de weken van de Mexicaanse griepgolf en de vervangingen binnen het Speciaal Onderwijs (waarvoor minder invallers beschikbaar zijn) hierin zijn verdisconteerd.
Op 31 december 2010 waren er in totaal 1.366 medewerkers in dienst. Aan formatie was er op 31 december 2010 1.017 Fte beschikbaar. Ter vergelijking: op 31 december 2008 was dat 1.004 Fte en op 31 december 2009 1.025 Fte. (Fte: Fulltimeequivalent om de omvang van functies of personeelsterkte uit te drukken)
Scholen zijn overwegend positief. Het blijft echter heel vervelend dat in voorkomende gevallen incidenteel geen vervanging beschikbaar is. Vanzelfsprekend zijn leerlingen er niet bij gebaat, wanneer groepen dientengevolge tijdelijk samengevoegd moeten worden. Het verhogen van het percentage geslaagde matches is voor Matchpoint in 2011 een uitdaging. Stonden er op 1 januari 2010 ruim 200 invallers ingeschreven, eind december 2010 waren dat er ruim 350. Bij studie- en intervisiebijeenkomsten werd aan de invalkrachten naar hun mening gevraagd over de gang van zaken. Hieruit mag worden geconcludeerd dat de betrokkenen over het algemeen tevreden zijn over de organisatie van de vervangingen binnen INOS en wat daarmee samenhangt. Dat geldt eveneens voor de opvang en begeleiding op de scholen.
Verdeling over de verschillende functiecategorieën: Binnen het personeelsbestand van INOS onderscheiden we drie categorieën functies: • Directiefuncties (directeuren, directeuren in opleiding, sectordirecteuren in opleiding en de overgebleven adjunct-directeuren) (Dir), • Onderwijsondersteunend personeel (OOP), • Onderwijzend personeel (OP).
Onderstaande tabel en grafiek geven de verdeling over deze functiecategorieën weer in de verschillende leeftijdscategorieën.
11.3 Personeel in cijfers Aantal medewerkers: De onderstaande tabel en grafiek laten zien hoe de verdeling van het totaal aantal medewerkers was op 31 december 2010 per leeftijdscategorie en per geslacht. Leeftijd opbouw per: 31-12-2010 Man Vrouw Totaal: > 24 2 57 59 24-34 30 316 346 34-44 44 241 285 44-54 76 301 377 54-59 60 137 197 59 > 44 58 102 Totaal 256 1110 1366
74 jaarverslag 2010
> 24 24-34 34-44 44-54 54-59 59 > Totaal:
Dir OOP OP Totaal: 0 16 43 59 0 80 266 346 6 66 213 285 15 104 258 377 17 45 135 197 8 18 76 102 46 329 991 1.366
jaarverslag 2010 75
De gegevens uit 2010 vertonen een behoorlijke groei van het verzuimpercentage. Tegelijkertijd is er een lichte terugloop in de meldingsfrequentie te zien.
300
250
In het meest recente overzichtsrapport ‘Verzuim en vervanging in het Primair Onderwijs 2009’ van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de jaren 2007, 2008 en 2009, is er ook landelijk een groei van het verzuimpercentage te constateren. De meldingsfrequentie ligt landelijk iets hoger dan binnen INOS het geval is.
200 Dir
150
OOP OP
100
50
Sinds januari 2010 houdt de bedrijfsarts zijn spreekuur voor INOS gedurende één dag per week op het bestuursbureau van INOS. Dit is een positieve ontwikkeling geweest voor wat betreft de communicatie en de snelheid van onderling afstemmen en overleggen. Toch heeft er ten opzichte van 2009 wel een stijging plaatsgevonden van de verzuimduur. Deze stijging is te verklaren door de toename van de langdurige verzuimgevallen.
0 > 24
24-34
34-44
44-54
54-59
Ziekteverzuim wordt bekostigd vanuit een verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds. Het aanscherpen van procedures en van de administratieve organisatie hebben er mogelijk toe geleid dat betere registratie hogere cijfers hebben opgeleverd. In 2011 wordt dit onderwerp speerpunt van beleid binnen INOS. In paragraaf 11.1 is al gememoreerd dat INOS zelf risicodrager voor de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) is geworden.
59 >
Gegevens omtrent het verzuim in 2010 2008 2009 2010 Verzuimpercentage incl. vangnet *) 5,78 6,46 7,78 Verzuimpercentage excl. vangnet 4,88 5,97 7,45 Meldingsfrequentie 1,24 1,20 1,16 Gemiddelde verzuimduur 9,15 dagen 8,50 dagen 17,01 dagen *) zwangerschap en ziekte als gevolg van zwangerschap
18 16 14 12 10 8 6 4 2
2008 Gemiddelde verzuimduur
Meldingsfrequentie
Verzuimpercentage excl. vangnet
Verzuimpercentage incl vangnet *)
0 2009 2010
*) zwangerschap en ziekte als gevolg van zwangerschap
76 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 77
12 COMMUNICATIE EN PR
In 2010 heeft het CvB in overleg met het Directeurenberaad besloten om gebruik te gaan maken van de 2010 versie van SharePoint en Exchange. Zo kunnen ook de meest recente toepassingen benut worden. Het is de bedoeling om in de komende jaren ook alle websites van de INOS-scholen op de INOS-portal onder te brengen. In 2010 is daarvoor een pilot met Kbs De Burchtgaarde gestart.
12.1 Ontwikkeling communicatiestructuur
12.3 Onderwijsdag
De onderlinge communicatie tussen College van Bestuur, directies, GMR en MR’en blijft een punt van aandacht. Op verzoek van het CvB gaat de projectgroep Communicatie in 2011 onderzoeken op welke wijze de (interne) informatiestromen verbeterd kunnen worden. Voortbouwend op de aanbevelingen uit het communicatieonderzoek van 2008-2009 belegt de GMR per jaar enkele bijeenkomsten speciaal voor de MR’en van alle scholen. Die bijeenkomsten blijken in een duidelijke behoefte te voorzien.
Maandag 1 november 2010 is de vierde INOS-Onderwijsdag gehouden met als thema ‘(Work)shoppen bij elkaar’. Vanwege de hoge waardering voor het bij elkaar op bezoek gaan tijdens de Onderwijsdag van 2009, werd daarom aan deze opzet een vervolg gegeven. Uit de evaluatie is inmiddels gebleken dat van een succesformule gesproken kan worden. Naast het ochtendprogramma met 55 workshops, bijna allemaal verzorgd door eigen medewerkers, werden ’s middags een aantal educatieve films en documentaires vertoond. Ook was dit jaar de organisatie voor het eerst volledig in handen van eigen medewerkers. Het digitaal inschrijven was een primeur die voor herhaling vatbaar is. Het thema voor de Onderwijsdag van 31 oktober 2011 is ‘Omgaan met gedragsproblemen’.
Positief is de frequentie waarop INOS en haar scholen in de (regionale) pers verschijnen. Aanleiding daartoe zijn onder meer onderscheidingen die INOS en verschillende scholen ten deel zijn gevallen, naast onderwijskundige gebeurtenissen en diverse feestelijkheden. Daar waar sprake is van crisissituaties of calamiteiten, is de voorzitter van het CvB de primaire woordvoerder. In 2010 is daar een aantal keren sprake van geweest. De raamovereenkomst die begin 2010 werd afgesloten met een communicatiebedrijf is naar volle tevredenheid van beide partijen bevestigd. Vormgeving en druk zijn nu in één hand, wat de efficiency ten goede is gekomen. Niet alleen INOS verstrekt opdrachten, dat geldt ook voor scholen en kenniscentra binnen de organisatie. Het netwerk van schoolcorrespondenten van het personeelsblad DIGINOS is op één uitzondering na compleet. De maximale omvang van de edities wordt bijna altijd gerealiseerd, terwijl de oplage stabiel blijft. Naast de regelmatig ontvangen positieve reacties is het opmerkelijk dat onder het onderwijzend personeel DIGINOS minder gewaardeerd wordt, afgaande op het resultaat uit het Tevredenheidsonderzoek van voorjaar 2010. De projectgroep Communicatie gaat onderzoeken wat er volgens de eigen medewerkers verbeterd moet worden. In 2011 wordt bovendien nagegaan of de vormgeving aan verandering toe is en wellicht in professionele handen gegeven moet worden. Het CvB wordt gevraagd de positie van het personeelsblad te herformuleren.
12.2 De INOS-portal als communicatieplatform
De nieuwspagina, onderdeel van de INOS-website bewijst zijn nut steeds meer. Naast actuele nieuwsfeiten vanuit de organisatie dragen ook individuele scholen met de regelmatig interessant nieuws aan. Naast het openbare deel is het besloten deel, het intranet, toegankelijk voor individuele medewerkers en groepen binnen INOS. Dit platform wordt steeds intensiever gebruikt voor het publiceren van verslagen, documenten en het bijhouden van agenda’s van de diverse samenwerkingsgroepen en gremia binnen INOS.
12.4 Uitwisseling professionele kennis en ervaring
Er is veel kennis en ervaring binnen INOS aanwezig. Om het leren van elkaar te stimuleren stond de Onderwijsdag 2010 wederom in het teken van leren van elkaar. INOS-medewerkers kregen de gelegenheid bij collega’s op bezoek te gaan om daar bijgepraat te worden over specifieke ontwikkelingen op die scholen. Voor de Onderwijsdag 2011 gaan de gedachten uit naar presentaties van de Leergemeenschappen en voorbeelden van good practice op het gebied van gedrag en klassenmanagement en hoogbegaafdheid. Passend Onderwijs zal nog meer nadruk leggen op de professionalisering van alle collega’s. Er worden plannen ontwikkeld om specifieke kennis te behouden en over te dragen vanuit het speciaal onderwijs naar het basisonderwijs. INOS kent de volgende netwerken en leergemeenschappen: • Netwerk stagecoaches • Netwerk IB’ers • Netwerk Teamcoördinatoren • Netwerk ICT-medewerkers • Netwerk interne vertrouwenspersonen • Netwerk administratieve medewerkers • Netwerk schoolcorrespondenten DIGINOS • Leergemeenschap Gedrag en Klassenmanagement • Leergemeenschap Meer- en Hoogbegaafdheid
De GMR zal in 2011 ook haar website en intranet gaan gebruiken en daarmee belangstellende ouders, MR’en en personeel van INOS informeren over haar activiteiten.
78 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 79
INOS Onderwijsdag 2010, workshop 37
NEURO-LINGUÏSTISCH PROGRAMMEREN, EEN COMMUNICATIETECHNOLOGIE
Nicole & van baal lola rgh Vandenbe
Nicole van Baal, 46 jaar, groepsleerkracht schoolverlaters en interim Ambulant Begeleider Lola Vandenbergh, 49 jaar, groepsleerkracht middenbouw, sociaal vaardigheidstrainer SBO Westerhage, INOS-school voor Speciaal Basisonderwijs NLP, Neuro-Linguïstisch Programmeren, geeft inzicht in hoe je nog beter met je leerlingen kunt communiceren. Onze innerlijke ervaring is het resultaat van de weergaven in het centrale zenuwstelsel. We gebruiken taal om die weergaven te ordenen. Tenslotte kunnen we die innerlijke weergaven organiseren om onze doelen te bereiken. Lola en Nicole hebben in maart een tweejarige master NLP afgerond. Er is veel tijd geïnvesteerd, maar afgaand op hun enthousiasme is dat erg zinvol geweest. Dankzij de Lerarenbeurs en bekostiging door school bestond er geen financiële drempel om de studie op te pakken. Trouwens, de volgende studie ‘Rots en Water’, een psychofysieke training, heeft zich al weer aangediend! Lola en Nicole hebben in hun dagelijks werk te maken met leerlingen die minder taalvaardig zijn, minder begripsvorming kennen. Zij reageren eerder op non-verbale wijze. “In onze workshop op de INOS Onderwijsdag 2010 hebben we benadrukt hoe belangrijk het is jezelf bewust te zijn van hoe je communiceert. De workshop was er op gericht om in korte tijd aan den lijve te ervaren wat non-verbale communicatie met je kan doen. Daarnaast geldt dat iedereen eenzelfde situatie op zijn eigen manier beleeft. Iedereen heeft zijn eigen model van de wereld en handelt vanuit waarden en normen.” Overigens, de aanmeldingen waren zo talrijk dat op het laatste nippertje nog een NLP-coach werd ‘ingevlogen’. Niemand van de pakweg 60 collega’s hoefde daarom teleurgesteld te worden. De reacties na afloop waren zonder uitzondering positief. Lola, Nicole en hun collega’s Mascha en Irma kregen diverse verzoeken om nadere informatie. Voor Nicole en Lola heeft het meest opgeleverd het besef van je eigen model van de wereld, de drijfveer van waaruit je handelt. Door te proberen een situatie niet in te vullen maar alleen waar te nemen wat je ziet, heb je meer mogelijkheden om er op te reageren. NLP wordt door beiden zo waardevol geacht dat zij de wens uiten dat NLP als ‘bewustwordingsproces’ in de Pabo-opleiding wordt opgenomen. Op de vraag wat hun ambitie is, geven Lola en Nicole haast in koor aan dat zij hun kennis en ervaring het liefst willen delen op Westerhage zelf, maar ook op scholen in het reguliere basisonderwijs. “We zouden het een uitdaging vinden een verkorte NLPtraining van zes avonden aan geïnteresseerde collega’s te geven.”
Foto: v.l.n.r. Nicole van Baal, Lola Vandenbergh, Mascha Roestenberg en Irma Nikkessen. Mascha en Irma waren ook betrokken bij de workshop.
80 workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010
workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010 81
13 KLACHTENBELEID 13.1 Klachtenbeleid
“Binnen INOS zijn 1350 medewerkers actief voor ruim 10.000 leerlingen. En elke leerling heeft weer minimaal één ouder/ verzorger naast zich staan die INOS graag als partner in onderwijs en opvoeding ziet. In dit mensenwerk gaat wel eens wat mis. INOS wil deze missers natuurlijk graag oplossen voor de direct betrokkenen. Daarnaast is het als onderwijsorganisatie van belang te leren van deze missers, zodat die een volgende maal voorkomen kunnen worden.”
• Een ouder gaf aan, de school diverse zorgsignalen te hebben gegeven over het vermeende gebrek aan pedagogisch optreden van leerkrachten, maar daarop geen reactie van de school te hebben gekregen. Bemiddeling van de voor- zitter van de interne klachtencommissie heeft bijgedragen aan het herstel van de communicatie tussen school en ouder. • Ouders maakten bezwaar tegen de schorsing van een leerling op basis van vermeend ernstig ongewenst gedrag. Na het versneld doorlopen van de interne klachtenprocedure zijn de ouders in het gelijk gesteld en werd de schorsing ongedaan gemaakt. De school heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de ware toedracht van het incident en de rol van deze betrokken leerling hierin.
Elke klacht is een kans op verbetering.
Bovenstaande tekst vormt de inleiding op de klachtenregeling voor de scholen van INOS. Doordat INOS is aangesloten bij de landelijke Klachtencommissie voor het Katholieke Onderwijs in Den Haag, wordt aan de wettelijke verplichtingen voldaan. Maar de drempel naar deze landelijke Klachten- commissie is groot en INOS wil meer dan alleen het afdichten van de wettelijke verplichting. Vandaar een aanvullende, eigen klachtenregeling die andere (betere) momenten van verbinding tussen de betrokkenen zoekt. Een onderdeel hiervan is de inrichting van een interne klachten- commissie met een onafhankelijk voorzitter, die het College van Bestuur van advies kan dienen. Het goed functioneren van de Klachtenregeling bewijst zich ook in 2010 weer, doordat een licht stijgend aantal klachten het bestuursbureau bereikt en volgens de procedure wordt behandeld. INOS gaat ervan uit dat de stijging van het aantal klachten voornamelijk een bewijs is van de verbeterde communicatie over de klachtenregeling. Het bewandelen van de procedure biedt een goede kans op een voor alle partijen acceptabel resultaat en biedt INOS tevens een goede mogelijkheid om te leren van gemaakte fouten. Aantal ontvangen signalen op bestuursniveau: Hoe zijn deze signalen opgelost? • in onderling overleg: • interne klachtenprocedure: • landelijke klachtenprocedure:
19
(in 2009: 16)
11 8 0
Situaties die hebben geleid tot het voeren van een formele klachtenprocedure zijn de volgende: • Drie klachtenprocedures hadden betrekking op de indeling van groepen en de plaatsing van leerlingen in een klas. Twee keer is de klager in het gelijk gesteld, omdat de school onzorgvuldig is geweest in de communicatie naar ouders over de wijze waarop de groepsindeling tot stand komt. Deze conclusie is breed gecommuniceerd met de directeuren van INOS-scholen om lering te trekken uit hetgeen er is misgegaan. • Twee ouders hebben bezwaar aangetekend tegen het afwijzen van een verzoek tot verlof door een directeur. Daarbij zijn verschillende argumenten aangevoerd, waardoor een uitzondering gerechtvaardigd zou zijn. Het College van Bestuur heeft in overeenstemming met de leerplicht- wet het besluit van de directeur bekrachtigd en geen toe stemming gegeven voor het verlof. • Een ouder maakte bezwaar tegen de uitschrijving van een leerling. De school heeft hiertoe in overleg met de leer plichtambtenaar besloten, nadat het gezin langdurig, zonder berichtgeving naar het buitenland was vertrokken. Omdat de school binnen de wettelijke kaders en in overleg met de leerplichtambtenaar heeft gehandeld, zijn de ouders in het ongelijk gesteld.
82 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 83
14 ICT 14.1 Voortgang ICT-beleidsplan
Eind 2008 is het ICT-beleidsplan opgesteld met concrete doelen op diverse vlakken. Het gaat daarbij om het kennisniveau van kinderen als ze de school verlaten, hoe ICT op school aansluit bij hun leefwereld, welke competenties van leerkrachten en ondersteuners gevraagd worden en hoe ICT de processen in de organisatie ondersteunt. Ook geeft het beleidsplan richting over hoe we ICT-werkzaamheden binnen INOS centraal gaan organiseren. De kern wordt daarbij gevormd door een centraal team, dat als een Zelfverantwoordelijk Team de scholen ondersteunt bij de inrichting en het gebruik van ICT in het onderwijs. In 2010 is een flinke stap gezet in de verdere implementatie van het beleidsplan. De hieraan gerelateerde organisatorische veranderingen zijn groot. Het centrale team gaat I-team heten en zal vooralsnog worden bemand door een zestal personeelsleden die onder leiding van een coördinator diverse taken uitvoeren. Op 1 augustus 2011 zal het I-team volledig van start gaan. De Projectgroep ICT & Huisvesting geeft samen met het I-team vorm aan de implementatie van het ICT-beleidsplan. Daarin komt aan bod hoe de ondersteuning van scholen op infrastructureel gebied (aansluiting, vervanging van apparatuur, gebruik en programmatuur) vormt krijgt. Vooral hoe de ambities van een school vanuit het eigen Strategisch Meerjaren Beleidsplan ondersteund kunnen worden en welke ICT-activiteiten zelf door de school vorm gegeven kunnen worden. In 2010 is de Sharepoint intranetomgeving weer intensiever gebruikt dan het voorgaande jaar. Via diverse teamsites is het een uitwisselingsplan aan het worden voor alle geledingen en multi-disciplinaire werkgroepen binnen INOS. De invoering van digitale schoolborden is in 2010 verder gegaan. De aanwezigheid van digitale borden is gestegen van circa 27% naar 44%.
84 jaarverslag 2010
Jaarverslag
Monique & Beljaars Silvia sen Cornelis INOS Onderwijsdag 2010, workshop 43
AAN DE SLAG MET ROBOTTECHNIEK! Monique Beljaars, 57 jaar, vakleerkracht handvaardigheid en techniek Silvia Cornelissen, 51 jaar, leerkracht groep 6 Kbs Jacinta Leerlingen van groep 5 werken zelfstandig met robots. Met behulp van een lespakket leren zij de robot via de computer te programmeren. Daarbij wordt een beroep gedaan op vaardigheden als samenwerken, communiceren, logisch denken, goed lezen, schatten en meten. “Hoe robottechniek de school is binnengekomen?” , herhaalt Monique de vraag, inmiddels 35 jaar aan de school verbonden. “Door een briefje van een oud-leerling”, is het raadselachtige antwoord. Als directeur van de Stichting Techniekpromotie Eindhoven benaderde deze oud-leerling basisscholen om aan een techniekwedstrijd deel te nemen. Jacinta slaagde erin een gratis robot te bemachtigen door zich als een van de eerste vijf scholen aan te melden. Silvia Cornelissen, naast haar werk in de klas ook nog ICT’er, had tien jaar geleden Techniek al omarmd. “Ik heb een lesprogramma ‘Robottechniek’ geschreven dat voor groep 5 geschikt is. De leerlingen gingen er in tweetallen mee aan de slag. Ook leerkrachten hebben het programma uitgeprobeerd. En de werkgroep Techniek van school, bestaande uit leerkrachten van groep 1 t/m 8, die zich vooral met techniekpromotie bezighoudt.” In groep 5 ligt de nadruk op het leren programmeren. Dat moet een vervolg krijgen in groep 6, waar het leren bouwen en oplossen van problemen centraal komt te staan. “Jammer genoeg hebben we onze plannen wat moeten bijstellen”, stellen Monique en Silvia samen vast. “Motivatie en enthousiasme zijn volop aanwezig bij ons, maar het primaire werk neemt zoveel tijd in beslag, dat we even een pas op de plaats hebben gemaakt.” “Bovendien werk ik hier alleen op maandag en de andere dagen op een school buiten Breda waardoor overleggen lastig is”, voegt Monique toe. Ook in de bovenbouw zal techniek als doorgaande lijn worden doorgetrokken. In groep 7 gaan de kinderen zich met onderzoek bezighouden, terwijl in groep 8 toegewerkt wordt naar de jaarlijkse grote Lego League finale. “Daarvoor heb ik al weer een team ingeschreven”, zegt Monique. Het werken aan en met de robots heeft een duidelijke meerwaarde, legt Monique uit. “Samen overleggen, analyseren, leren van fouten, oplossingen bedenken.” “Maar ook taal –en rekenvaardigheden komen er aan de pas”, vult Silvia aan. De samenstelling van het team is echt een groepsaangelegenheid. Kinderen worden ingezet op basis van hun talenten. Bij de Lego League worden de teams beoordeeld op vier onderdelen: teamwork, presentatie, onderzoek en de wedstrijd zelf. “Het is fantastisch op zo’n dag te zien hoe leerlingen zich plotsklaps weten te manifesteren. Een stille, teruggetrokken leerling die zich in het openbaar zelfbewust presenteert, is hiervan een prachtig voorbeeld”, verduidelijkt Silvia. De leerlingen zijn erg enthousiast om met techniek bezig te zijn. In groep 5 is het geïntegreerd in het zelfstandig werken. Qua ambitie hopen Silvia en Monique de draad op termijn weer te kunnen oppakken en ook de andere collega’s in hun enthousiasme mee te krijgen. Dat het ‘beleven’ van techniek aanstekelijk werkt, blijkt wel uit de positieve reacties van de ouders die de jaarlijkse wedstrijddag bezoeken. “Zelfs privé schaffen kinderen robots aan en komen dan bij mij het lesprogramma opvragen”, sluit Silvia vol trots af.
86 workshop jaarverslag gegeven 2010 op de inos onderwijsdag 2010
workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010 87
15 ONDERWIJSHUISVESTING 15.1 Strategische planvorming onderwijshuisvesting
De lijn die in 2009 is ingezet om te komen tot een gezamenlijke visie op onderwijshuisvesting en gerelateerde voorzieningen in de gemeente Breda heeft in 2010 geleid tot een document ‘Strategische Visie Primair Onderwijs en gerelateerde voorzieningen Breda’ (Einddocument fase I). Deze strategische visie kwam tot stand in samenwerking met alle schoolbesturen voor Primair Onderwijs Breda en een doorsnede van de relevante (kind- en maatschappelijke) partners van het primair onderwijs. Centraal in de visie staat het realiseren van ‘Talentencentra voor kinderen tot 15 jaar’. Naast de onderwijsfunctie krijgen ook andere kindgerelateerde en buurtgerichte functies een plek. Deze visie is aangeboden aan de politiek vóór de gemeenteraadsverkiezingen van 2010. De coalitiepartijen onderschrijven de visie en hebben in het coalitieakkoord 2010 – 2014 het College van B&W de opdracht gegeven om: “Een strategisch onderwijshuisvestingsplan op te stellen, waarbij het budget voor huisvesting van het basisonderwijs met randvoorwaarden naar de schoolbesturen wordt doorgedecentraliseerd.” De schoolbesturen zullen, in samenspraak met de gemeente en de overige partners, deze visie tot op wijkniveau verder uitwerken. Fase II zal naar verwachting in 2011 en 2012 worden afgerond.
• Voor de locaties waarbij is vermeld dat er specifieke ruimte voor kinderopvang is/wordt gerealiseerd (Kbs Sinte Maerte, Kbs De Eerste Rith en Kbs Weilust) geldt dat de gemeente Breda deze ontwikkeling mede mogelijk heeft gemaakt door het beschikbaar stellen van rendabel krediet. Op deze manier komt INOS verder in het realiseren van haar visie rondom integrale Kindcentra zonder eigen investeringen en met beperkt risico. Op dit moment is dit de enige methode waardoor dit mogelijk is. In samenwerking tussen de gemeente Breda en de gezamenlijke school besturen wordt voortvarend gewerkt aan het realiseren van doordecentralisatie van onderwijshuisvesting. Hierdoor zullen dit soort complexe constructies tot het verleden gaan behoren. • De ontwikkelingen met betrekking tot de realisatie van de Brede Scholen en de multi- functionele accommodaties (MFA) kan in het kort als volgt worden samengevat. De oplevering van de Brede School Geeren-Noord zal zoals was verwacht in 2011 plaatsvinden. De naam van deze brede school is gewijzigd in ‘Noorderlicht’. De bouw van de Brede School Huis van de Heuvel is, na alle perikelen met de Monumentenvergunning, in 2010 van start gegaan. De oplevering vindt naar verwachting in 2012 plaats. De MFA’s in Teteringen, De Stee (voorheen Om de Haenen) en De Mandt, zijn beiden met de nodige vertraging, in 2010 in uitvoering gegaan. Vooralsnog gaat de gemeente, die bouwheer is, er van uit dat oplevering in 2012 haalbaar is. • SBO Westerhage heeft het gebouw aan de Hooilaan 3 verlaten. Dat gebouw wordt geschikt gemaakt voor de huis vesting van de afdeling SO van Mytylschool De Schalm. Na twee intensieve jaren, waarin in 2008 en 2009 elk ruim twee miljoen euro aan intern onderhoud aan de scholen is verricht, is het niveau in 2010 verlaagd naar € 650.000. Dat niveau kan beschouwd worden als het niveau dat de komende jaren vastgehouden gaat worden. De organisatie van de onderhoudsuitvoering heeft een forse efficiency en effectiviteitsslag gekregen door hiervoor een Achterstanden op het terrein van eigen medewerker aan te stellen.
onderwijshuisvesting worden langzaam ingehaald.
15.2 Onderwijshuisvesting op locatie
Naast het hierboven omschreven proces met betrekking tot strategische planvorming hebben in 2010 op diverse schoollocaties de volgende concrete ontwikkelingen in de huisvesting plaatsgevonden: • Kbs Sinte Maerte is uitgebreid met onderwijslokalen en ruimte voor de BSO. De uitbreiding is begin juli opgeleverd. In afwachting van het beschikbaar komen van de ruimte van OBS De Vlier (Brede School Huis van de Heuvel), maakt de school nog gebruik van noodlokalen aan de Kerkwei en de tijdelijke huisvesting aan de Rithsestraat. • Kbs De Eerste Rith wordt in het schooljaar 2010 – 2011 uitgebreid met onderwijsruimte en ruimte voor een kinder dagverblijf en BSO. De werkzaamheden zijn medio oktober begonnen. De oplevering wordt voor aanvang van het schooljaar 2011 – 2012 verwacht. • De tijdelijke huisvesting aan de Rithsestraat wordt tot de oplevering van Kbs De Eerste Rith door beide genoemde scholen gebruikt. • De uitbreiding van Kbs John F. Kennedy is ook begin juli opgeleverd en aan het begin van het schooljaar 2010 – 2011 in gebruik genomen. De twee noodlokalen zijn verwijderd. • Begin december heeft de oplevering van de uitbreiding van Kbs Weilust plaatsgevonden. (zowel onderwijsruimte en ruimte voor de BSO). Mede door de slechte weersomstandigheden is eerst het interieur opgeleverd. Het exterieur zal in 2011 worden opgeleverd. Aansluitend aan de uitbreiding zal het bestaande deel van het hoofd- gebouw worden gerenoveerd (kozijnen, plafonds, armaturen vloeren en wanden).
88 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 89
16 FINANCIËN
Belangrijk is dat daar voldoende voor wordt gereserveerd. Een derde onderdeel van het eigen vermogen wordt gevormd door de risicobuffer. Deze buffer zorgt ervoor dat tegenvallers tijdelijk opgevangen kunnen worden en dat er mogelijkheden zijn om organisatorische maatregelen te kunnen nemen als dat noodzakelijk blijkt.
16.1 Financieel beleid
Financieel beleid kan omschreven worden als het geheel aan activiteiten en de inrichting van de organisatie die ervoor zorgt dat financiële middelen zo worden ingezet dat zij in dienst staan van het onderwijsinhoudelijke beleid. Om te bewaken dat de juiste keuzes worden gemaakt bij de inzet van financiële middelen, dat de resultaten daarvan bewaakt worden en dat waar nodig de keuzes bijgesteld worden, heeft INOS een financiële Planning en Control cyclus ingericht. Figuur 1 laat zien dat gedurende het kalenderjaar er een volledige Plan, Do, Check en Act cyclus doorlopen wordt (PDCA cirkel). Dit proces herhaalt zich jaarlijks.
Deze denkwijze over het eigen vermogen is nieuw binnen het onderwijs. Pas sinds 2009 zijn er richtlijnen opgesteld, maar goed onderbouwde kengetallen en rekenmodellen zijn nog niet beschikbaar. INOS heeft daarom in 2010 geïnvesteerd in het zelf ontwikkelen van een model voor het bepalen van de benodigde risicobuffer. In dit model is eerst een inventarisatie gemaakt van alle risico’s die mogelijk binnen INOS kunnen optreden. Vervolgens is gekeken wat het mogelijke financiële gevolg van deze risico’s is en wat daarbij de kans is dat deze daadwerkelijk optreden. In het kader van de Meerjarenraming heeft INOS zich beperkt tot de risico’s die op stichtingsniveau relevant zijn. Vervolgens is bepaald welke risicobuffers voor INOS nodig zijn. In het eigen vermogen zitten als vierde bestanddeel nog de bestemmingsreserves. Dit zijn toezeggingen, die in het verleden gedaan zijn, maar die pas in de toekomst financieel effect hebben. Het grootste deel van de bestemmingsreserves wordt op dit moment gevormd door gespaarde BAPO-rechten. Mocht daar tot 2009 nog een aparte voorziening voor gecreëerd worden, sinds 2010 is dit niet meer toegestaan. INOS heeft ervoor gekozen deze rechten transparant als bestemmingsreserve op te nemen in het eigen vermogen. Zo wordt gegarandeerd dat de gespaarde rechten van medewerkers eenduidig terug te vinden zijn. INOS heeft op dit moment nog een beperkte vrije reserve. Deze vrije reserve is in de afgelopen jaren als gevolg van de implementatie van het Strategisch Meerjaren Beleidsplan afgebouwd (zie figuur 2). Dit is gedaan door extra investeringen in onderwijskwaliteit, innovatie, zorgstructuren, opzetten van een administratie organisatie en het wegwerken van achterstanden in onderhoud en onderwijshuisvesting. Ontwikkeling financieel resultaat INOS totaal 2000 Financieel resulaat in euro x 1.000
Figuur 1
Figuur 1 Een belangrijk onderdeel van de Planning & Control cyclus is de financiële Meerjarenraming. Hierin wordt op basis van een inventarisatie van interne en externe ontwikkelingen gekeken hoe de begrotingen zich de komende vijf jaar zullen ontwikkelen. De Meerjarenraming vormt belangrijke informatie voor de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de directeuren bij het bepalen of en hoe er moet worden bijgestuurd. Jaarlijks vindt een analyse van het eigen vermogen plaats, waarbij gekeken wordt of nieuwe ontwikkelingen effect hebben op het eigen vermogen dat INOS nodig heeft om de toekomst van de organisatie te garanderen. Op verzoek van het ministerie van OC&W heeft de Commissie Don daar in 2009 onderzoek naar verricht. In een uitgebreide rapportage zijn er nieuwe richtlijnen bepaald. INOS heeft die richtlijnen in 2010 verder uitgewerkt, zodat ze ook voor onze organisatie goed toepasbaar zijn. Om die analyse te kunnen maken wordt het eigen vermogen gesplitst in een viertal bestanddelen. Een eerste deel van het eigen vermogen is de zogenaamde transactieliquiditeit. Dit is de hoeveelheid eigen vermogen die garandeert dat betalingen en ontvangsten makkelijk kunnen plaatsvinden. Het gaat bijvoorbeeld om het ontvangen van geld vanuit het ministerie, het betalen van salarissen en leveranciers. Een tweede deel van het benodigde eigen vermogen wordt gevormd door de financieringsliquiditeit. Het is het deel van het eigen vermogen dat nodig is voor de financiering van investeringen. Dit betreft bijvoorbeeld de aanschaf van meubilair, onderwijsmethodes of digitale schoolborden. Aangezien INOS bezig is met het wegwerken van achterstanden, lag het investeringsniveau hoger dan het niveau dat INOS op langere termijn nodig heeft.
90 jaarverslag 2010
1500 1000 500 0 -500 -1000 -1500 -2000 -2500 2005 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
begroot financieel resultaat totaal incl. financiële baten/lasten gerealiseerd financieel resultaat incl. financiële baten/lasten
Figuur 2 Heeft de Planning & Control cyclus zijn nut al in 2009 bewezen, in 2010 is de noodzaak om het model te hanteren nog groter. Een reeks aanzienlijke bezuinigingen is - met beperkte bekendmaking vooraf- door het ministerie doorgevoerd. De bezuinigingen in 2010 die gerelateerd worden aan Passend Onderwijs hebben laten zien dat de risicobuffers zoals die berekend zijn, zeer realistisch zijn. De grote stroom van aangekondigde, vertraagde dan wel versnelde, gewijzigde en vervolgens weer herziene veranderingen vanuit het ministerie, vraagt om een continue bijstellen van prognoses en acties. Er is wat dat betreft minder verschil tussen de financiële wereld in de onderwijssector en het bedrijfsleven dan menigeen zou denken.
jaarverslag 2010 91
Ontwikkeling met niveau schooljaar 06/07 is 100
118 Ontwikkeling personele bekostiging per leerling (excl. groeibaten)
116 114 112 110
Ontwikkeling werkgeverslasten leerkrachten (gemiddeld over LA1/7/17)
108 106 104 102 100 98
Schooljaar 06/07
07/08
08/09
09/10
Daarnaast heeft de aanbesteding laten zien dat dit niveau haalbaar is, terwijl door de schoolgrootte besparingen van enkele honderdduizenden euro’s op jaarbasis gerealiseerd worden. De implementatie hiervan voor ruim veertig gebouwen is een forse opgave, die van alle betrokkenen veel inspanningen vergt.
16.3 Pilot digitaal factureren In het voorjaar van 2010 heeft INOS besloten om met het administratiekantoor deel te gaan nemen aan een pilot ‘Digitale Factuurverwerking’. Twee scholen hebben daar een aantal maanden aan deelgenomen. Dit thema is tijdens de INOS Onderwijsdag van 2010 ook uitgediept en toegelicht. Uiteindelijk is in december 2010 besloten om volledig met alle scholen over te gaan. Op deze manier wordt de administratieve lastendruk verlaagt, een snellere betaling van facturen gerealiseerd en is een actueler exploitatieoverzicht beschikbaar. Ook worden hiermee de autorisatieniveaus binnen de organisatie geborgd.
10/11
Figuur 3: verschil tussen stijging personele lasten en ontwikkeling personele bekostiging met schooljaar 06/07 als referentie Figuur 3 laat zien dat het verschil tussen de personele lasten en de personele bekostiging in de afgelopen twee schooljaren is opgelopen naar 5%. In de periode vanaf schooljaar 2006/2007 tot 2010/2011 zijn de werkgeverslasten gestegen met ca. 13%. Bij een licht stijgend leerlingaantal en een vrijwel gelijkblijvende gemiddelde leeftijd van het personeel is echter de personele bekostiging per leerling met slechts 8% gestegen. Daarbij is met name in 2010 sprake van een zeer drastisch oplopen van dit verschil. Deze trend is niet specifiek voor INOS maar landelijk bij alle schoolbesturen herkenbaar. Door deze bezuinigingsmaatregel vanuit de overheid bleek het voor de meeste schooldirecteuren zeer moeizaam om hun begrotingen rond te krijgen. Dit heeft erin geresulteerd dat bij een licht stijgend leerlingaantal de totale personele formatie bij INOS is gedaald van circa 1.025 fte eind 2009 naar circa 1.017 fte eind 2010.
16.2 Centraal aanbesteden
16.4 Aansluiting op BRON
Het Ministerie van Onderwijs heeft besloten om het proces van leerlingenadministratie en alles wat daar mee samenhangt te gaan digitaliseren. Doel was om de administratieve lastendruk te verlagen. Via één systeem kunnen gemeente, ministerie en onderwijsinstelling nu bij dezelfde gegevens. Voor de scholen betekende dit in 2010 dat de zogenaamde 1 oktobertelling (de basis voor de bepaling van de inkomsten vanuit het Ministerie van Onderwijs) voor het eerst volledig digitaal moest gaan plaatsvinden. Om dit te realiseren is BRON als systeem geïntroduceerd. Voor de zomervakantie bleek dat er landelijk gezien, en dus bij INOS ook, diverse technische en uitvoeringsproblemen waren. INOS heeft er daarom voor gekozen om meteen na de zomervakantie een specialist van BRON naar het bestuursbureau te laten komen om de problemen samen met de verantwoordelijken binnen de scholen aan te pakken. In de daarop volgende zes weken is er wekelijks een dagdeel op het bestuursbureau gewerkt om te zorgen dat er tijdig een juiste 1 oktobertelling gerealiseerd zou worden, inclusief alle rugzakgegevens. Dat is voor alle scholen uiteindelijk gerealiseerd. Nu wisselen scholen minimaal tweewekelijks gegevens uit met BRON zodat het ministerie actuele gegevens beschikbaar heeft. Dit is onder andere nodig om te bepalen of INOS op bestuursniveau nog recht op groeibaten heeft.
Overheidsinstellingen zijn verplicht zich te houden aan (Europese) regels voor het aangaan van verplichtingen. Voor INOS houdt dit in dat, als we voor alle scholen gezamenlijk een opdracht willen verstrekken, veel zaken onder deze regeling vallen. Eind 2009 is een start gemaakt met de aanbesteding van schoonmaakwerkzaamheden. De gunning heeft voor de zomervakantie van 2010 plaatsgevonden. Per 1 september hebben alle INOS-scholen hetzelfde schoonmaakbedrijf. De overgang is niet overal vlekkeloos gegaan. Ook de kwaliteit is nog niet overal op orde, maar met veel inzet van alle betrokkenen wordt daar hard aan gewerkt. De drijfveer hiervoor was tweeledig. Van de ene kant was het de wens een uniform schoonmaakniveau voor alle INOSscholen te realiseren dat aansluit bij het kwaliteitsniveau dat INOS en haar scholen voor alle activiteiten voor ogen hebben. Een kwaliteitsniveau dat ook door een extern bureau periodiek bewaakt wordt.
92 jaarverslag 2010
16.5 Begroting en realisatie 2010
In 2010 heeft INOS, net als in de twee voorgaande jaren, meer geld aan onderwijs en onderwijshuisvesting uitgegeven dan dat daar inkomsten tegenover staan. Dat is een bewuste keuze: de implementatie van het Strategisch Meerjaren Beleidsplan zorgt immers voor meer lasten dan het reguliere onderwijsproces. In de financiële meerjarenraming is uitgegaan van tekorten in 2008, 2009 en 2010, waarna in de daarop volgende jaren de baten en lasten weer met elkaar in evenwicht zijn. Het in de jaren vóór 2008 gespaarde eigen vermogen wordt op deze manier weer geïnvesteerd in de scholen, totdat het terug is op een niveau dat nodig is voor de continuïteit van de stichting. Het resultaat 2010 sluit afmet een tekort van € 1.425.105 ten opzichte van het begrote tekort van € 1.102.482.
jaarverslag 2010 93
rs
Ad Winte INOS Onderwijsdag 2010, workshop 52
SHOPPEN BIJ HET ADMINISTRATIEKANTOOR OSG Ad Winters, 35 jaar Hoofd Financiën en Administratieve Organisatie, INOS bestuursbureau Een belangrijke administratieve taak op scholen is het verwerken van facturen. In het verleden een omslachtige methode die voor verbetering vatbaar was. In 2010 werd daarom een pilot gestart waaraan INOS met drie scholen deelnam. “De workshop van de Onderwijsdag 2010, in samenwerking met het administratiekantoor gegeven, was een absoluut succes”, steekt Ad van wal. Zo’n 25 administratieve krachten kregen een kijkje in de OSG-keuken en werden bijgepraat over het complete traject van de digitale verwerking van facturen. Deze collega’s waardeerden bovendien dat zij de contactpersonen persoonlijk ontmoetten. Dat er volop belangstelling voor dit thema was, blijkt wel uit het feit dat het de eerste workshop was die het predikaat ‘volgeboekt’ kreeg! De pilot is landelijk uitgezet; binnen INOS namen Kbs De Driezwing, Kbs De Griffioen en het bestuursbureau er aan deel. Ad: “Bij mijn weten is INOS, zeker in de regio, de enige stichting in het primair onderwijs die op deze wijze de administratieve verwerking ter hand heeft genomen.” Sinds 2008 worden er twee, drie keer per jaar bijeenkomsten voor de administratieve medewerkers door INOS georganiseerd. “Een vorm van collegiale consultatie, waar uiteraard ook de laatste, actuele informatie wordt uitgewisseld.” De door INOS gepropageerde zelfverantwoordelijkheid wordt hier in de praktijk gerealiseerd. Immers, het is aan de administratieve kracht zelf om te bepalen welke winst hij uit die bijeenkomsten wil halen. Met genoegen stelt Ad Winters vast dat dergelijke bijeenkomsten een duidelijke meerwaarde krijgen. “De kennis van zaken bij deze collega’s neemt toe en behoeften en wensen worden beter op elkaar afgestemd. Mooi voorbeeld hiervan het is aanbieden van een Excel cursus. In feite pure deskundigheidsbevordering.” De geschetste ontwikkeling sluit naadloos aan bij de filosofie van INOS om zoveel mogelijk nietonderwijskundige taken bij de scholen weg te halen. Nota’s worden nu rechtstreeks doorgestuurd naar het administratiekantoor, waardoor de administrateur zich bezig kan houden met andere werkzaamheden. Een belangrijke taak is bijvoorbeeld de leerlingenadministratie. Ad legt uit: “In het verleden was het rond de teldatum van 1 oktober nogal eens hectisch, maar daarna was de administratie er voor een jaar weer van ‘verlost’. Nu moet de school elke twee weken aan BRON (Basisregister Onderwijs) de actuele leerlinggegevens verstrekken. Denk dan o.a. aan de in- en uitschrijvingen, de absenties en de registratie van de ambulante begeleiding in het Speciaal Onderwijs. Deze mutaties hebben direct gevolg voor de bekostiging van het onderwijs op elke school.” Ten slotte concludeert Ad tevreden: “De kosten voor de dienstverlening door het administratiekantoor zijn iets gestegen, maar daar staat tegenover dat er sprake is van tijdsbesparing in absolute zin.” Vooruitblikkend naar de toekomst heeft Ad positieve verwachtingen van de kersverse werkgroep ‘Administratie’. De werkgroep bestaat uit alle administratieve krachten, directieleden van scholen en een aantal stafmedewerkers van het bestuursbureau.
94 workshop jaarverslag gegeven 2010 op de inos onderwijsdag 2010
workshop gegeven op de inos onderwijsdag 2010 95
Staat van Baten en Lasten 2010 Realisatie Begroting Realisatie Baten (x € 1.000) 2010 2010 2009 Rijksbijdragen Ministerie van OC&W 62.681 62.466 61.527 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 1.007 520 1.180 Overige baten 3.293 2.190 2.963 Totaal baten 66.981 65.156 65.670 Lasten Personeelslasten 58.360 56.891 57.254 Afschrijvingen 1.359 1.806 1.392 Huisvestingslasten 3.613 3.293 3.937 Overige lasten 5.890 4.868 6.639 Totaal lasten 69.222 66.858 69.222 Saldo baten en lasten -2.241 -1.702 -3.552 Financiële baten en lasten 816 600 1.723 Resultaat -1.425 -1.102 -1.829
Met het oog op de leesbaarheid van dit jaarverslag is ervoor gekozen de financiële gegevens te beperken tot de essentie en de actualiteiten. Alle achtergronden en details staan in het Financiële Jaarverslag (de jaarrekening) dat in opdracht van CFI/ DUO is samengesteld. Deze gegevens zijn openbaar beschikbaar via de website ‘Onderwijs in cijfers’: http://oic.cfi.nl
Wat opvalt in de Staat van Baten en Lasten in 2010: Bijzonderheden in 2010 vergeleken met de begroting zijn: • • •
In 2010 zijn de obligaties op papier meer waard geworden. Het gaat om een bedrag van € 183.000. Er zijn extra inkomsten binnengekomen van externe partijen zoals de Lerarenbeurs, detachering van personeel en ESF-inkomsten. In totaal betreft het een bedrag van € 560.000. De uitgaven aan personeel zijn fors hoger uitgevallen dan begroot. Dat is grotendeels het gevolg van meer personeelsleden dan begroot, meer inhuur van externe personeelsleden en meer cursuskosten. In totaal betreft het een bedrag van € 1.469.000.
Bijzonderheden waarbij de realisatie 2010 vergeleken wordt met realisatie 2009 zijn: • Ondanks de eerste bezuinigingen bij het Ministerie van Onderwijs en de gemeente Breda zijn de inkomsten gestegen door de hogere Rugzak (LGF) inkomsten, veel toegekende subsidies vanuit het Vervangingsfonds, extra inzet vanuit het SBO in het kader van Collegiale Consultatie en belangrijker nog: het leerlingenaantal is tussen 1 oktober 2008 en 1 oktober 2009 met 13 gestegen. • De salarislasten zijn met 1,93% gestegen. Oorzaak daarvan onder meer is dat op 1 augustus weer periodieken zijn toegekend, steeds meer leraren in LB benoemd worden en dat per 1 januari 2010 het nieuwe Functiehuis is ingegaan waarbij een aantal functies in een hogere schaal beloond worden. • Er is een groot verschil (- € 907.000) in het saldo ‘Financiële Baten en Lasten’. De reden daarvan is tweeledig. De rente is gedaald waardoor de gelden die uitstaan op spaarrekeningen minder rente-inkomsten opleveren en de obligaties die aangeschaft zijn, hebben een lagere rentevergoeding dan obligaties die in de portefeuille aanwezig zijn of waren. In dit saldo worden de af- en toename van de actuele koerswaarde van de portefeuille verwerkt. De koerswaarde beweegt dus met de ontwikkelingen op de markten mee. In 2009 zijn de koersen fors gestegen, in 2010 wat minder. • Ten slotte nemen de overige lasten fors af (€ 749.000). Dat wordt vooral veroorzaakt door een forse afname van het inhuren van externe deskundigen, waarbij steeds meer gebruik gemaakt wordt van de in de organisatie aanwezig expertise.
96 jaarverslag 2010
Jaarverslag
Bijlage Begrippen uit het INOSspraakgebruik 1. BASISARRANGEMENT
Beoordeling van de Onderwijsinspectie die inhoudt dat een school het vertrouwen verdient en er geen verscherpt toezicht nodig is. Deze scholen worden slechts een keer in de vier jaar middels een Periodiek Kwaliteits Onderzoek door de inspectie bezocht. Voorheen was dit het oordeel ‘voldoende’ of ‘goed’.
2. BELONINGSDIFFERENTIATIE
Het door INOS geformuleerde en vastgestelde beleid dat, buiten functiebeloning, bijzondere prestaties kan belonen.
10. CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN (CJG) Gemeentelijke organisatie die de Jeugdzorg coördineert. De zorgstructuur op scholen en het Centrum voor Jeugd en Gezin vullen elkaar aan.
11. COLLEGE VAN BESTUUR (CVB) Professioneel bestuur van twee bestuurders binnen INOS dat het bevoegd gezag vormt. De Raad van Toezicht ziet toe op de wijze van werken van het College, controleert deze en is haar werkgever.
12. COLLEGIALE VISITATIE
Het binnen de eigen school of op een andere school van INOS op bezoek gaan, met het doel het reilen en zeilen van het onderwijs te observeren, kritisch te bezien en te beoordelen en daar open feedback over te geven met als doel gezamenlijk te leren.
13. COMMUNICATIE
Het op een efficiënte en actieve manier alle bij INOS betrokken personen en organisaties informeren over voor ieder belangrijke feiten en ontwikkelingen.
3. BESTURINGSFILOSOFIE
14. COMPETENTIES
Onderscheiden gedragskenmerken behorend bij functies en taken. INOS onderscheidt algemene INOS-competenties voor alle medewerkers en specifieke competenties voor functies.
De uitgangspunten voor het bestuurlijk functioneren van het College van Bestuur van INOS. Het CvB geeft richting, motiveert, bewaakt en monitort door middel van effectief toezicht. Het bestuursbureau wordt niet te groot en voor- komt bureaucratie. Het accent ligt in deze filosofie bij de Organisatorische Eenheden met de scholen, waarbij directeuren van INOS de onderwijskundige en professionele spil zijn.
4. BESTUURLIJK OVERLEG BREDA (BOB)
Vereniging van alle schoolbesturen voor Basisonderwijs, Speciaal Basisonderwijs, Speciaal Onderwijs en Voortgezet Onderwijs in de gemeente Breda. Overlegplatform voor alle besturen onderling en met de gemeente Breda. Is in de plaats gekomen van de Schoolraad.
15. CRISISADVIESTEAM (CAT)
Een team van specialisten binnen INOS dat bij een door een school niet meer te hanteren urgente crisis rond een kind een oplossing probeert te vinden.
16. DAGARRANGEMENT
De concrete organisatie van het beleid dat kinderen van INOS-scholen gedurende de hele dag worden begeleid middels onderwijs en middels voor-, tussen- of naschoolse opvang.
5. BOND KBO
Landelijke besturenorganisatie waar de meeste katholieke schoolbesturen bij zijn aangesloten.
6. BREDE MAATSCHAPPELIJKE VERANKERING
Zorgen dat de school of scholen een actieve relatie onderhouden met hun maatschappelijke omgeving in de buurt c.q. wijk. Actief samenwerking zoeken waarbij de kerntaak van het onderwijs niet verloren gaat.
7. BREDE ONTWIKKELING
Het streven van INOS om haar kinderen naast kennis, kunde en vaardigheden ook een brede maatschappelijke vorming en waardeoriëntatie mee te geven.
17. DASHBOARD
Het overzicht van cruciale indicatoren die bepalend zijn voor goed of minder goed onderwijs. Via constante monitoring wordt maandelijks overzicht gehouden op deze cruciale indicatoren. Er wordt een dashboard op bestuursniveau onder- scheiden en op het niveau van Organisatorische Eenheden en scholen.
18. DIRECTEUR IN OPLEIDING (DIO)
INOS-medewerkers die, na een uitgebreide screening en selectie, de mogelijkheid krijgen als trainee ervaring op te doen als leidinggevende van een school. Dit onder verantwoordelijkheid van een senior INOS-directeur. Directeuren in Opleiding worden in hun functioneren nauwlettend gevolgd en kunnen, indien daarvoor geschikt, doorstromen naar de functie van INOS-directeur.
8. BREDE SCHOOL / LEREN IN VERBINDING
De organisatorische vormgeving van het actief verbinding zoeken met de omgeving van de school.
19. EIGENTIJDSE IDENTITEIT
De katholieke identiteit van INOS-scholen op een eigentijdse en actuele manier vertalen en beleven.
9. CENTRAAL VERSUS DECENTRAAL / AUTONOMIE
INOS en haar scholen werken vanuit het principe dat het accent van het onderwijs bij de Organisatorische Eenheden met hun scholen ligt. Scholen kennen, binnen het kader van basisafspraken rond kwaliteit, grote mate van autonomie. Alleen waar meerwaarde aantoonbaar is, worden binnen INOS centraal voorzieningen georganiseerd en centraal procedures afgesproken.
98 jaarverslag 2010
20. EUREKA! Voorziening binnen INOS ten behoeve van de begeleiding van meer- en hoogbegaafde kinderen. Eureka kent een bovenschoolse verrijkingsklas en een Kenniscentrum. Richt zich daarnaast op het realiseren van plusklassen of Eureka!-klassen binnen de reguliere scholen en het verhogen van de expertise van INOS-scholen op dit terrein. Eureka! werkt op verzoek ook voor andere schoolbesturen.
jaarverslag 2010 99
21. FINANCIËLE PLANNING EN CONTROL-CYCLUS
Het systematisch plannen en bewaken van de financiën.
33. INNOVATIEBELEID
22. FLEXINOS
34. INOS-ACADEMIE
Voorziening binnen INOS die de Ambulante Begeleiding vanuit de drie INOS-scholen voor Speciaal Onderwijs voor de basisscholen in West-Brabant verzorgt.
23. FUNCTIEHUIS
INOS zorgt dat al haar scholen openstaan voor innovaties, die het onderwijs ten goede komen. Elke school verplicht zich tot innovatie en sluit zich ook aan bij landelijke innovatieprojecten.
De INOS-organisatie die alle activiteiten en initiatieven rond scholing, professionalisering, opleiding en ontwikkeling van de professionals binnen INOS coördineert, hier regie op houdt en actief ontwikkelingen stimuleert.
Het in de CAO Primair Onderwijs voorgeschreven overzicht van binnen INOS bestaande functies.
35. INOS-BASISKWALITEIT 24. FUNCTIEMIX
Het basisniveau van onderwijskwaliteit dat INOS voor al haar scholen garandeert.
Het volgens de CAO Primair Onderwijs voorgeschreven beleid rond toekenning van leraarfuncties A, B en C.
36. INOS-DIRECTEUR NIEUWE STIJL 25. GEDRAGSCODE Concrete afspraken qua gedrag voor alle bij INOS betrokkenen, voortkomend uit de geformuleerde waarden en normen.
26. GEEF DE LERAAR ZIJN VAK TERUG
Een slogan die aangeeft dat de kern van het inhoudelijk INOS-beleid is: de leraar als professional samen met de directe collega’s in een Zelfverantwoordelijk Team verantwoordelijkheid te geven voor zijn onderwijskundig en pedagogisch handelen. Maar niet zoals vroeger met de deur van de klas dicht, maar met de deuren open, in een team en in een open contact met de omgeving.
De INOS-directeur die vooral leider is van een grote school of van een paar scholen in plaats van manager. Leiderschap houdt in: integrale verantwoordelijkheid, persoonlijk leiderschap, onderwijskundig leiderschap, strategisch leiderschap en ondernemerschap. Een INOS-directeur vereenzelvigt zich met het INOS-beleid en heeft daar ook INOS-breed een taak in. Volgt dit beleid kritisch en draagt dit actief uit naar medewerkers en de omgeving.
37. INOS-GEVOEL
De attitude dat de INOS-professionals zich naast medewerker van een school, ook volledig medewerker van heel INOS voelen en daar ook trots op zijn.
27. GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (GMR)
38. INOS-PORTAL
Wettelijk voorgeschreven inspraakorgaan op basis van de Wet Medezeggenschap Onderwijs. Naast de Medezeggen schapsRaad (MR) die elke school kent, behartigt de GMR alle beleidskwesties die meerdere scholen binnen INOS betreffen.
Digitaal communicatieplatform van INOS, bestaande uit een openbaar gedeelte, de INOS website, en een besloten gedeelte, een intranet voor specifieke groepen binnen en rondom INOS.
39. INTEGRAAL PERSONEELSBELEID 28. GESPREKKENCYCLUS
Regelmatige professionele gesprekken over het functioneren van INOS-medewerkers als professional. De belangrijkste onderdelen zijn: de jaarlijkse voortgangsgesprekken en minimaal één keer per drie jaar een beoordelingsgesprek.
Personeelsbeleid dat met álle facetten van het functioneren van het personeel rekening houdt, zowel technisch, administratief, motivationeel en persoonlijk. Personeelsbeleid dat nauw aansluit bij de ontwikkeling van INOS.
40. INTEGRALE VERANTWOORDELIJKHEID 29. GOED WERKGEVERSCHAP
Het scheppen van een klimaat waar INOS als werkgever, en waar de directeuren als leidinggevenden, zorg hebben voor hun personeel en met respect met hen omgaan. Het zorgvuldig afwegen van organisatiebelangen versus individuele belangen. Proactief beleid dat problemen voorkomt en preventief werkt.
30. HORIZONTALE DIALOOG
In de Code Goed Bestuur voorgeschreven beleid dat voorziet in een dialoog met belanghebbenden en partners van INOS binnen en buiten de organisatie. Deze horizontale communicatie is een aanvulling op de verticale verantwoording vanuit INOS naar de Raad van Toezicht, het Ministerie van Onderwijs en de Onderwijsinspectie. Stond eerder bekend onder de naam ‘Meervoudige Publieke Verantwoording’.
31. ICT-BELEID
ICT-kaders die INOS-breed gelden. Centraal voor wat betreft het beheer, decentraal voor wat betreft het onderwijskundig ICT-beleid.
Integrale verantwoordelijkheid betekent dat een directeur van INOS op alle terreinen samenhangende verantwoor delijkheid draagt. Van financiën, personeel en organisatie tot onderwijs.
41. INTERNATIONALISERING
Het streven van INOS om in haar onderwijs ook aandacht te besteden aan internationale aspecten en ontwikkelingen, zoals samenwerking met een internationale school, studiereizen naar het buitenland, het geven van mogelijkheden tot meertalig onderwijs en het werken met een internationaal curriculum.
42. JAARPLAN De vertaling van het Strategisch Meerjaren Beleidsplan in concrete activiteiten en te behalen doelen en resultaten per schooljaar.
43. KERNWAARDE: AMBITIEUS
INOS en haar scholen realiseren goed eigentijds en toekomstgericht onderwijs. Ze willen daarbij voorop lopen in ontwikkelingen. Ze stellen zichzelf hoge doelen en nemen geen genoegen met middelmaat.
32. IMAGO VAN INOS / INOS ALS BEGRIP
Het beeld dat binnen Breda, maar ook regionaal en landelijk, over INOS bestaat. INOS streeft hierbij naar een betrouw- baar, positief en vernieuwend imago.
100 jaarverslag 2010
jaarverslag 2010 101
44. KERNWAARDE: OMGEVINGSBEWUST
55. MANAGEMENTCONTRACT
De prestatieafspraken die per kalenderjaar worden gemaakt tussen het College van Bestuur en de individuele INOS directeur.
INOS en haar scholen werken vanuit het uitgangspunt dat onderwijs niet geïsoleerd kan en mag plaatsvinden. INOS- scholen zoeken, in het belang van het kind, actief samenwerking met alle relevante organisaties, instellingen en personen die ook met de leerlingen van INOS te maken hebben.
56. MANAGEMENTRAPPORTAGE 45. KERNWAARDE: RESULTAATGERICHT
De systematische verantwoording gedurende het jaar ten aanzien van de afgesproken resultaten en doelstellingen.
57. MATCHPOINT
INOS en haar scholen staan voor kwalitatief hoog onderwijs. Onderwijs van hoge kwaliteit, dat erop is gericht om al het mogelijke uit elk kind te halen. Passend Onderwijs is daarbij één van de belangrijkste doelen om dit te realiseren.
46. KERNWAARDE: VERBINDEND INOS en haar scholen werken vanuit het uitgangspunt dat alle bij het onderwijs betrokkenen van elkaar afhankelijk zijn en elkaar nodig hebben. Dat ieder verantwoordelijk is om samen met de anderen verantwoordelijkheid op te pakken. Elk kind verbindt zich met zijn omgeving, de school verbindt zich met alles wat het kind meebrengt. De school verbindt zich met ouders en ziet deze als partners. De school is een open ontmoetingsplaats in de wijk. Leren gebeurt ook buiten school. Binnen de scholen zoeken alle professionals verbinding met elkaar.
De vervangingsorganisatie van INOS die zorgt voor voldoende en adequate vervanging, vervangers inhoudelijk kwalitatief begeleidt en vervangers -waar mogelijk- toeleidt naar een functie binnen INOS.
58. MOBILITEITSBELEID
Het beleid binnen INOS om te zorgen dat professionals binnen INOS-scholen rouleren. Enerzijds om zo vorm te geven aan de bestuursbenoemingen. Anderzijds om te zorgen voor flexibiliteit en binnen INOS uitwisselen van opgedane kennis en ervaring.
47. KINDCENTRUM
59. NIET-ONDERWIJSKUNDIGE BEHEERSTAKEN
Organisatievorm waarbij een school zich, naast onderwijs, ook bezig houdt met adequate voor-, tussen- en naschoolse opvang in het belang van de integrale ontwikkeling van elk kind.
Alle taken die binnen een school moeten worden gedaan en die geen rechtstreekse relatie hebben met het onderwijs c.q. het primaire proces.
48. KRACHTIGE, UITDAGENDE LEEROMGEVING
60. ONDERNEMERSCHAP
Het streven van INOS om de leeromgeving van kinderen uitdagend, eigentijds en motiverend te maken middels materialen, middelen, methoden en activiteiten in een uitdagend schoolgebouw.
Leiderschap dat mogelijkheden en innovaties ziet, graag nieuwe wegen inslaat en gebruik maakt van kansen. Grenzen durven opzoeken en lef tonen. Medewerkers hiertoe stimuleren.
49. KWALITEITSZORG
61. ONDERWIJSKANSENBELEID
50. LOKAAL EDUCATIEVE AGENDA (LEA)
Stimuleringsbeleid vanuit Rijk en Gemeente om kinderen in achterstandssituaties extra kansen binnen het onderwijs te geven. Financiering vindt plaats op basis van het opleidingsniveau van de ouders. Stond eerder bekend als ‘Onderwijs achterstandenbeleid’.
62. ONDERWIJSKUNDIG LEIDERSCHAP
Het beleid van INOS en van de Organisatorische Eenheden en scholen om de onderwijskundige kwaliteit te borgen.
Betreft de afspraken die gemaakt zijn door de Bredase schoolbesturen voor Primair Onderwijs en de gemeente Breda over te bereiken gezamenlijke doelstellingen en elkaar informeren over activiteiten.
51. LERENDE ORGANISATIE
INOS en haar scholen zijn lerend. Uit alles wat er binnen INOS gebeurt aan positieve zaken en ook aan optredende problemen wordt systematisch lering getrokken in de zin wat dit betekent voor toekomstig handelen. Actief wordt ook met en samen van elkaar geleerd. Er wordt actief binnen heel INOS kennis gedeeld.
52. LEREN TOT LEVEN BRENGEN Het leren van onderwijs binnen INOS vérder brengen dan het traditionele leren. Zelfverantwoordelijkheid bij kinderen, leraren, ouders en alle andere betrokkenen binnen het primaire onderwijsproces brengen. Leren levendig en plezierig maken, waarbij de omgeving betrokken wordt. Actief het onderwijs steeds weer vernieuwen.
53. LEREN VAN DATA
De werkwijze waarbij alle scholen van INOS actief gedifferentieerd onderwijs verzorgen op basis van adequate interpretatie van verzamelde data over de voortgang van het onderwijs.
Leiding geven aan de onderwijskundige ontwikkeling binnen een school of scholen. Daarover een duidelijke toekomst- visie formuleren. Mensen hiervoor motiveren en ontwikkelingen ook monitoren en zo nodig ingrijpen.
63. ONDERWIJSKUNDIGE BEHEERSTAKEN Alle taken die een rechtstreekse relatie hebben met het primaire proces, maar daar niet rechtstreeks onder vallen. Voorbeelden zijn het opzetten van een leerlingvolgsysteem, inspectierapportages, het maken van onderwijskundige beleidsplannen.
64. OOK
Regionaal netwerk ten behoeve van de invoering van Passend Onderwijs. Bestaat uit 44 schoolbesturen voor Primair en Voortgezet Onderwijs met 192 scholen en 38.000 kinderen in het Primair en 22.000 kinderen in het Voortgezet Onder- wijs in 12 gemeenten. Belangrijkste doel is om, vanuit de komende zorgplicht voor scholen, te komen tot een dekkend geheel van (speciale) onderwijsvoorzieningen.
65. OPBRENGSTGERICHT WERKEN 54. LUMPSUM
Het beleid van het Rijk vanaf 2006 om schoolbesturen één bedrag voor het onderwijs te verschaffen, in plaats van vele specifieke deelbudgetten. Het lumpsumbeleid geeft meer beleidsvrijheid om de eigen en landelijk vereiste onderwijs doelen te bereiken. Van schoolbesturen wordt hier tegenover verwacht dat zij zich ontwikkelen tot professionele efficiënte organisaties. Zij dragen financieel ondernemersrisico en worden rechtstreeks aangesproken op de kwaliteit en het functioneren van haar scholen.
102 jaarverslag 2010
Het streven van INOS om alle professionals zich bewust te laten zijn van het behalen van hoge kwaliteit rond concrete leerresultaten.
66. ORGANISATORISCHE EENHEDEN
Organisatorische Eenheden binnen INOS die uit één grote school of meerdere scholen bestaan.
jaarverslag 2010 103
67. PARNASSYS
79. SCHOOLPLAN
Digitaal onderwijsadministratie- en leerlingvolgsysteem dat op alle INOS scholen gebruikt zal gaan worden.
Het wettelijk voorgeschreven plan met voorgenomen onderwijskundige veranderingen per periode van vier schooljaren. Dit is onderdeel van het Strategisch Meerjarenplan.
68. PASSEND ONDERWIJS BINNEN DE VISIE VAN INOS
Het beleid van INOS om Passend Onderwijs voor al haar leerlingen te realiseren als een vertaling van haar principe om zich te verbinden aan alle mogelijkheden van elk kind.
69. PDCA Plan, Do, Check, Act. De systematische wijze van aanpak bij het concretiseren van de lerende organisatie. Het oriënte ren naar aanleiding van een plan. Het opzetten en invoeren. Het beoordelen en evalueren. Het aan de hand daarvan verbeteren/bijstellen.
80. SCHOOLPROFIEL
Elke INOS-school heeft zijn eigen onderscheidend en uitdagend schoolprofiel, waarmee ze zich van andere INOS- scholen onderscheidt. Bij voorbeeld op het terrein van sport, Passend Onderwijs, omgaan met gedragsproblemen, kunst en cultuur, meer- en hoogbegaafdheid.
81. STOCKHOLM AKKOORD
De intenties van de gezamenlijke schoolbesturen binnen INOS en buitenschoolse opvangorganisaties om gezamenlijk te streven naar Kindcentra. Tijdens een gezamenlijke studiereis naar Stockholm ontstaan.
70. PERIODIEK KWALITEITS ONDERZOEK (PKO) Het minimaal vierjaarlijkse onderzoek door de onderwijsinspectie op alle scholen.
82. STRATEGISCH LEIDERSCHAP
71. PERSOONLIJK LEIDERSCHAP
Persoonlijk leiderschap betekent op een persoonlijke wijze leiding geven, vooral aan personeel. Jezelf goed kennen wat betreft je kwaliteiten en minder sterke kanten. Durf hebben om je persoonlijk te laten zien en jezelf als voorbeeld te nemen. Op een persoonlijke wijze met medewerkers contact maken en op hen afstemmen. Persoonlijk leiderschap betekent authentiek leiding geven aan de organisatie, de medewerkers en aan jezelf.
Leiderschap dat een strategische visie en ontwikkeldoelen voor de toekomst uitzet en ook in de praktijk strategisch uitvoert c.q. implementeert.
83. STRATEGISCH MEERJARENPLAN
Strategische plannen voor scholen en Organisatorische Eenheden die de ontwikkelingsrichting, binnen de kaders van INOS, voor enkele jaren aangeven.
72. PO-RAAD
84. TALENTENPOOL
Brancheorganisatie van alle schoolbesturen voor Primair Onderwijs in Nederland.
Het actief opsporen, begeleiden en inzetten van bijzonder talent binnen INOS, ten behoeve van alle INOS-scholen. Is een onderdeel van de INOS-academie.
73. PRIMAIR ONDERWIJS
Aanduiding voor alle scholen voor Basisonderwijs, Speciaal Basisonderwijs en Speciaal Onderwijs.
85. TEAMCOÖRDINATOR
74. PUBLIEKE VERANTWOORDING / HORIZONTALE DIALOOG
86. TEVREDENHEIDSONDERZOEK
Het actief communiceren van het beleid, de doelstellingen, de activiteiten en evaluatiegegevens van INOS en haar scholen met relevante stakeholders. Relevante stakeholders advies en kritische feedback vragen over het beleid.
Een medewerker uit het Zelfverantwoordelijke Team van professionals, die als taak heeft namens het team coördine- rende en stimulerende activiteiten te verrichten en namens het team de relatie te onderhouden met de schoolleiding.
75. RAAD VAN TOEZICHT (RVT)
87. TOEZICHTSARRANGEMENT
Orgaan dat toezicht houdt op het functioneren van het College van Bestuur. Is ook de werkgever en strategisch adviseur van het College. In bedrijfsleven bekend als Raad van Commissarissen.
Het regelmatig INOS-breed onderzoeken van tevredenheid bij medewerkers (onderwijzend en onderwijsondersteunend), ouders, leerlingen en directeuren.
76. REGIONAAL PLATFORM ONDERWIJS (RPO)
88. VEILIGHEIDSBELEID
Een uitwisselingsplatform voor alle schoolbesturen in de regio West-Brabant. Oorspronkelijk opgezet om arbeidsmarkt problematiek binnen het Primair onderwijs in de regio gezamenlijk te kunnen aanpakken.
77. SCHOOLCULTUUR
De wijze waarop binnen een school met elkaar wordt omgegaan. Het geheel van geschreven en ongeschreven regels, gewoonten en cultuurkenmerken. Gedoeld wordt op de omgang tussen leraren en kinderen, tussen kinderen onderling, tussen leraren onderling, tussen de leiding en leraren, tussen de school en ouders en tussen de school en de omgeving.
Afspraken over de mate van toezicht door de Onderwijsinspectie op de scholen van INOS. Deze afspraken worden jaarlijks, na overleg met het College van Bestuur, door de Inspectie vastgesteld.
Basisafspraken rond de veiligheid, zowel materieel als persoonlijk voor alle bij INOS betrokkenen op het niveau van scholen en geheel INOS.
89. WAARDEN EN NORMEN
Uitgangspunten van het identiteitsbeleid en een goed pedagogisch klimaat op INOS-scholen.
78. SCHOOLONTWIKKELING
90. ZELFVERANTWOORDELIJKE LEERKRACHT
De voortdurende ontwikkeling op basis van een plan en visie in de school op het terrein van onderwijs, leren, identiteit en personeelsbeleid.
104 jaarverslag 2010
De INOS-leerkracht is zelfverantwoordelijk in de zin dat deze samen met collega’s in een Zelfverantwoordelijk Team verantwoordelijk is voor de vormgeving en uitvoering van goed onderwijs en van de eigen professionele ontwikkeling.
jaarverslag 2010 105
91. ZELFVERANTWOORDELIJKE LEERLING Is een leerling die binnen INOS wordt opgevoed om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leren en ont wikkelen.
92. ZELFVERANTWOORDELIJKE TEAMS
Groepen van medewerkers in het primair proces van ‘onder-, midden- of bovenbouw’ die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de onderwijskundige en pedagogische vormgeving van het onderwijs. Ze hebben, binnen de kaders van het INOS- en schoolbeleid, veel ruimte om het onderwijskundig beleid gezamenlijk zelfstandig vorm te geven. Zelfverantwoordelijke Teams zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor zowel het onderwijs aan alle groepen binnen een zelfverantwoordelijk team als het elkaar professioneel aanspreken en verder helpen.
93. ZORGCONTINUÜM De samenhang van de verschillende stappen van hulp, begeleiding en ondersteuning aan kinderen binnen of buiten de school.
94. ZORGSTRUCTUUR
Het systeem van elke school dat zorgt voor een adequate opvang en begeleiding van kinderen.
Jaarverslag 106 jaarverslag 2010
Colofon Juni 2011 Dit is een uitgave van: INOS, Stichting Katholiek Onderwijs Breda
Teksten INOS-medewerkers: Willy Adank, Martijn Arts, Frans van Baal, Desiree van den Bogaard, Johan Craane, Wim van Dun, Frank van Esch, Petra Haverman, Jules van der Horst, Nienke Hoogenstraaten, Wim Kaizer, Jeroen Koers, Gijs van Lammeren, Hans Maas, Astrid Mol, Esther van Moll,Theo Nelissen, René Rijpert, Kees van Sprundel, Jack Stander, Johan Traa, Ad Winters Kinderinterviews en bijbehorende fotografie Lidia van Hooijdonk Fotografie Rob Mol Interviews workshopgevers Hans Maas Redactie Martijn Arts, Desiree van den Bogaard, Hans Maas Ontwerp en drukwerk Godding & co
108 jaarverslag 2010
Jaarverslag
De VESTIGINGEN VAN INOS
INOS Stichting Katholiek Onderwijs Breda Postadres Postbus 3513 4800 DM Breda Bezoekadres ANNAstede Haagweg 1 4814 GA Breda T 076 561 16 88 F 076 564 04 42 W www.inos.nl M
[email protected]
110 jaarverslag 2010
NR 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
NAAM Kbs Kievitsloop Kbs De Driezwing Kbs De Werft Eureka! Kenniscentrum voor Meer- en Hoogbegaafdheid Kbs Hagehorst Kbs De Horizon Kbs De Griffioen Kbs De Wisselaar Kbs De Watervlinder Kbs De Wegwijzer Kbs Helder Camara Kbs John F. Kennedy Kbs De Spoorzoeker Kbs De Liniedoorn Kbs St. Joseph SO/VSO Mytylschool De Schalm SO/VSO Liduinaschool voor ZML SBO De Leye Kbs Weilust Kbs De Boomgaard Kbs De Weerijs Kbs Sinte Maerte Kbs De Eerste Rith Kbs De Keysersmolen SBO Westerhage Kbs Petrus en Paulus Kbs De Zandberg Kbs Jacinta Kbs De Burchtgaarde SO Openluchtschool voor LZK Kbs Effen Kbs De Rosmolen INOS bezoekadres FLEXINOS Kenniscentrum voor Ambulante Begeleiding
TELEFOON 076-5419404 076-5411769 076-5410515 06-38820282
INTERNET www.kievitsloop.nl www.driezwing.nl www.kbsdewerft.nl www.eureka.inos.nl
076-5418661 076-5413200 076-5412948 076-5871177 076-5871416 076-5713495 076-5713766 076-5874742 076-5710964 076-5872838 076-5210360 076-5223222 076-5608850 076-5810877 076-5876528 076-5216105 076-5217534 076-5218558 076-5149307 076-5146369 076-5220776 076-5300006 076-5214109 076-5650261 076-5650828 076-5600111 076-5145944 076-5649666 076-5611688 076-5717144
www.hagehorst.nl www.horizonprinsenbeek.nl www.bsdegriffioen.nl www.bsdewisselaar.nl www.bsdewatervlinder.nl www.bs-wegwijzer.nl www.heldercamara.nl www.johnfkennedy.nl www.spoorzoekerbreda.nl www.liniedoorn.nl www.stjosephbreda.nl www.mytylschooldeschalm.nl www.liduinaschoolbreda.nl www.deleye.nl www.weilust.nl www.kbsdeboomgaard.nl www.deweerijs.nl www.sintemaerte.nl www.eersterith.nl www.dekeysersmolen.nl www.westerhage.nl www.petrusenpaulusschool.nl www.kbszandberg.nl www.jacintaschool.nl www.burchtgaarde.nl www.olsbreda.nl www.bseffen.nl www.rosmolen.net www.inos.nl www.flexinos.nl
jaarverslag 2010 111
112 jaarverslag 2010