Mechelen, ‘Place-to-be’ met wat werk aan Leefbaarheidsmeting in twee buurten in de Mechelse binnenstad
Katrien Tratsaert
December 2010
2
iii
INHOUD Hoofdstuk 1 / Onderzoekskader
1
1. Situering van de opdracht 1.1 Strategische stadsproject ‘de benedenstad herleeft/d’ 1.2 Het meten van de leefbaarheid in het kader van de Woonmonitor
1 1 2
2. Doelstellingen
2
Hoofdstuk 2 / Methodologie
5
1. Leefbaarheid meten
5
2. Bevragingsmodus 2.1 Voor- en nadelen van de verschillende bevragingsmodi 2.2 Keuze voor een multimodale aanpak
6 6 7
3. De onderzoekspopulatie en de steekproeftrekking 3.1 Afbakening van het studiegebied 3.2 De onderzoekspopulatie in het afgebakende doelgebied 3.3 Steekproeftrekking
8 8 11 12
4. Inhoud van de bevraging 4.1 Inhoud en opbouw van de vragenlijst
14 14
5. Verloop van de bevraging 5.1 Verloop 5.2 Responsverhogende maatregelen
19 19 20
Hoofdstuk 3 / Resultaten
23
1. Antwoordrespons 1.1 Online versus papieren vragenlijsten 1.2 Antwoordrespons naar buurt 1.3 Representativiteit van de respondenten voor de buurt
23 23 24 25
2. Profiel van de respondenten 2.1 Leeftijd en geslacht 2.2 Gezinssamenstelling van de respondenten 2.3 Nationaliteit en herkomst 2.4 Tijdsbesteding, beroeps- en opleidingsniveau 2.5 Besteedbaar inkomen van de respondenten
26 26 27 28 28 29
iv
Inhoud
3. Woonsituatie van de respondenten 3.1 Aard van de woning, woonduur en bewoningstitel 3.2 Woonkost
30 30 32
4. Tevredenheid over de buurt of globaal leefbaarheidsoordeel 4.1 Verschillen naar buurt 4.2 Verschillen naar bewonerskenmerken
34 34 35
5. Functionaliteiten en fysieke kwaliteiten van de buurt 5.1 Voldoende haltes voor het openbaar vervoer 5.2 Waardering sociale contacten en ontmoetingsplaatsen in de buurt 5.3 Toereikend aanbod voor ouderen en gepensioneerden 5.4 De aanblik van de gebouwen en netheid van openbaar domein 5.5 Speelvoorzieningen voor kinderen en ruimte voor opgroeiende jeugd 5.6 Aanwezigheid van groen in de buurt
36 38 38 38 39 40 41
6. Onveiligheidsgevoelens 6.1 Onveiligheidsgevoelens bij de bewoners en verschillen naar buurt 6.2 Onveiligheidsgevoelens naar bewonerskenmerken
42 43 47
7. Veiligheid en overlast in de buurt 7.1 Globaal veiligheidsgevoel ten aanzien van de eigen buurt 7.2 Perceptie van de problemen in de buurt 7.3 Slachtofferschap in eigen buurt
49 49 50 59
8. Sociale cohesie en sociaal kapitaal 8.1 Informele sociale netwerken 8.2 Informele sociale controle en sociaal vertrouwen 8.3 Formele netwerken of participatie aan organisaties 8.4 Actieve betrokkenheid bij de buurt
61 61 63 67 69
9. De evolutie van de buurt 9.1 Waarom de buurt er de voorbije jaren op vooruit ging 9.2 Waarom de buurt er de voorbije jaren op achteruit ging
71 72 73
10. De toekomst van de buurt 10.1 Waarom de buurt er in de toekomst op vooruit zal gaan 10.2 Waarom de buurt er in de toekomst op achteruit zal gaan
74 74 75
11. Troeven of sterke kanten van de buurt 11.1 Verschillen naar buurt
75 76
12. Minpunten of afknappers van de buurt 12.1 Verschillen naar buurt
77 78
13. Tevredenheid met de woning
79
Inhoud
v
14. Verhuisintenties en -motieven
80
Hoofdstuk 4 / Synthese
83
1. Onveiligheidsgevoelens
84
2. Overlast en onveiligheid van de buurt
84
3. De buurt als sociale realiteit
85
4. Functionaliteiten en uitrusting van de buurt
86
5. Vooruitgang van de buurt
87
6. Leefbaarheid buurt per buurt 6.1 Sint-Katelijnestraat-West 6.2 Hoogstraat-Oost 6.3 Hoogstraat-West 6.4 Sint-Katelijnestraat-Oost
88 88 89 90 91
Bijlagen
93
Bijlage 1 /
Tabellen steekproef en respondenten naar kenmerken
95
Bijlage 2 /
Overzichtstabellen onveiligheidsgevoelens naar sociodemografische kenmerken
97
Overzichtstabel ervaren overlast in de buurt, verschillen naar deelbuurt
99
Bijlage 3 / Bijlage 4 / Bijlage 5 / Bijlage 6 / Bijlage 7 / Bijlage 8 / Referenties
Andere vormen van overlast die een probleem vormen in jouw buurt
100
Waarom men vindt dat de buurt er de voorbije jaren op is vooruitgegaan
110
Waarom men vindt dat de buurt de voorbije jaren er niet op is vooruitgegaan
121
Waar men vindt dat de buurt er in de toekomst niet op zal vooruitgaan
124
Troeven en afknappers, verschillen naar buurt
126 129
1
HOOFDSTUK 1 ONDERZOEKSKADER
1. Situering van de opdracht De voorliggende leefbaarheidsmeting in twee buurten in de Mechelse binnenstad de omgeving rond de Sint-Katelijnestraat en de omgeving van de Hoogstraat kadert in twee projecten van de stad Mechelen: het strategische stadsproject ‘de benedenstad herleeft/d’ en de Mechelse woonmonitor, een beleidsinstrument ontwikkeld om de situatie op het vlak van wonen in de stad op te volgen en te kunnen bijsturen. 1.1 Strategische stadsproject ‘de benedenstad herleeft/d’ Het uitvoeren van een leefbaarheidsmeting is ingeschreven als een deeltaak binnen het strategische stadsproject ‘de benedenstad herleeft/d’. Met ontwikkelingen op het vlak van infrastructuur, de herinrichting van de Sint-Katelijnestraat met kinderspeelweefsel en kunst in de publieke ruimte, de oprichting van kinderopvang, het ontwikkelen van een lichtplan en de uitvoering van een citymarketingplan, wil het project de kwaliteit en de leefbaarheid in dit stadsdeel verhogen en koppelt hieraan een evaluatie onder de vorm van een leefbaarheidsmeting. Daarnaast dient het project ook andere doelstellingen, zoals het wegwerken van een aantal knelpunten op het vlak van mobiliteit, het herwaarderen en uitbreiden van het kernwinkelgebied en het verhogen van de toegankelijkheid en de aantrekkingskracht van het culturele erfgoed. Een bedrijvencentrum voor jongeren in deze buurt moet de achteruitgang van de buurt tegengaan, het aantal jongere starters doen toenemen en anderzijds de creatieve economie naar de Mechelse binnenstad brengen. De acties, maar ook de leefbaarheidsmeting zelf, dienen als piloot voor toekomstige grootschalige projecten tot herwaardering van andere delen van de binnenstad.
2
Hoofdstuk 1
1.2 Het meten van de leefbaarheid in het kader van de Woonmonitor Het monitoren van de leefbaarheid in Mechelen is ook onderdeel van de Woonmonitor. In het kader van de ontwikkeling van een Woonmonitor onderschreef het Mechelse stadsbestuur 19 na te streven doelstellingen met betrekking tot wonen. Ze geven weer wat de stad Mechelen nastreeft met het gemeentelijk woonbeleid. De doelstellingen hebben betrekking op de beschikbaarheid van woningen, de betaalbaarheid van het wonen, woonzekerheid, de woningkwaliteit, de woonomgevingskwaliteit en ook op het vlak van leefbaarheid van de Mechelse woonbuurten werden er twee doelstellingen geformuleerd (cf. 2. doelstellingen). De woonmonitor werd ontwikkeld als een beleidsinstrument om op te volgen hoe de situatie in Mechelen evolueert m.b.t. de door het stadsbestuur vooropgestelde doelstellingen van het woonbeleid. Hiertoe werden meetindicatoren geformuleerd; ze vormen de cijfermatige opvolging van de 19 na te streven strategische doelstellingen. Omdat het meten van de leefbaarheid van de Mechelse buurten en dorpen een bewonersbevraging vereist, werden deze indicatoren nog niet ingevuld. Naar aanleiding van de vraag vanuit de dienst Citymarketing om een instrument te ontwikkelen voor het meten van de leefbaarheid van wijken binnen het project ‘de benedenstad herleeft/d’, stelde de dienst Wonen voor een gezamenlijk meetinstrument te ontwikkelen. Het instrument wordt nu voor het eerst ingezet in het projectgebied van het strategische stadsproject, namelijk in de omgeving van de Sint-Katelijnestraat, met uitbreiding naar de buurt rond de Hoogstraat, waar eveneens een stadsvernieuwingsproject werd opgestart. De meting laat toe om de leefbaarheidsindicatoren in de woonmonitor in te vullen voor dit deel van de binnenstad. Op termijn kan hetzelfde instrument ingezet worden in de rest van de binnenstad en in de deelgemeenten, zodat de leefbaarheidsindicatoren stapsgewijs invulling krijgen voor de hele stad.
2. Doelstellingen Doel van deze leefbaarheidsmeting is een inzicht te krijgen in hoe de bewoners de leefbaarheid van hun buurt percipiëren. In navolging van de doelstellingen die in de woonmonitor werden geformuleerd willen we met de leefbaarheidsmeting ten eerste nagaan in welke mate de bewoners hun buurt ervaren als een leefbare woonomgeving zowel op het vlak van de woningkwaliteit, de kwaliteit van de woonomgeving met inbegrip van het aanbod aan diensten en faciliteiten, als wat betreft de relaties tussen de bewoners in de buurt. Ten tweede willen we weten in welke mate er sprake is van sociale cohesie in de buurt. Sociale cohesie geeft weer in welke mate de buurtbewoners principes en gedragscodes delen en het gevoel hebben dat zij tot eenzelfde gemeenschap behoren. Immers, bewoners voelen zich meer betrokken bij hun buurt als deze sociale samenhang er sterk is.
Onderzoekskader
3
Het project ‘benedenstad herleefd/t’ wil met de leefbaarheidsmeting de perceptie van de woonomgevingskwaliteit in de buurt meten, het woon- en leefklimaat. Twee belangrijke projectdoelstellingen kunnen via de meting aan bod komen: het vergroten van de leefbaarheid en het verbeteren van het imago van de stad Mechelen en dit bij de bewoners van het projectgebied. Het project ‘de benedenstad herleeft/d’ ging van start op 1 september 2008 en liep af in oktober 2010. De monitoring in de buurt rond de Katelijnestraat sluit hierop aan. Vermits het om een eenmalige meting gaat ná de werken, geeft de meting een beeld van het woon- en leefklimaat ná de ingrepen, waardoor het beleidsmatig vooral input geeft voor het verder optimaliseren en bijsturen van het woon- en leefklimaat in deze buurt. In het gebied rond de Hoogstraat, waar een herwaarderingsproject nog in de startblokken stond bij het afnemen van de leefbaarheidsmeting, geldt de bevraging als een nulmeting van het leef- en woonklimaat in de buurt. Een herhaling van de leefbaarheidsmeting, een tijd na afloop van de werken, kan de impact van het herwaarderingsproject op de leefbaarheid van de buurt, aangeven. Zowel voor de woonmonitor als voor het project ‘benedenstad herleefd/t’ was het een voorwaarde dat het instrument toepasbaar zou zijn in alle Mechelse buurten - zowel dorpen als kernstad - en in uiteenlopende meetcontexten. Hiermee bedoelen we in het kader van stads- en dorpsvernieuwingsprojecten, maar ook bijvoorbeeld bij consultatie van de sociale huurders voor de opmaak van een leefbaarheidsplan. Voor de woonmonitor is dat belangrijk om een stapsgewijze invulling - buurt na buurt - van deze indicator mogelijk te maken voor het ganse grondgebied Mechelen, te starten met de benedenstad/de buurt rond de SintKatelijnestraat en de buurt rond de Hoogstraat. Ook in het kader van het stadsproject ‘benedenstad herleefd/t’ geldt de leefbaarheidsmeting als een pilootmeting voor toekomstige herwaarderingsprojecten.
5
HOOFDSTUK 2 METHODOLOGIE
In dit hoofdstuk beschrijven we de gehanteerde onderzoeksmethodologie. We gaan van start met een korte conceptuele duiding van het begrip ‘leefbaarheid’ en de implicaties voor het meten van leefbaarheid. Een tweede paragraaf wordt gewijd aan het bevragingsinstrument: zowel de bevragingsmethode als de inhoud van de vragenlijst komen hier aan bod. Vervolgens komen de omschrijving van de onderzoekspopulatie en van de steekproeftrekking voor de leefbaarheidsmeting aan bod. Tot slot geven we in een derde paragraaf het verloop weer van de bevraging.
1. Leefbaarheid meten In het kader van de opmaak van de woonmonitor werd het concept ‘leefbaarheid’ geduid. Het is een complex begrip, dat gehanteerd wordt in uiteenlopende contexten (verkeersleefbaarheid, economische leefbaarheid, …). De kern van het begrip is dat leefbaarheid steeds betrekking heeft op de omgeving vanuit het perspectief van de mens met zijn of haar persoonlijkheid, gedrag, achtergronden, voorkeuren, … ‘Leefbaarheid’ is een perceptie van de leefomgeving, meer bepaald van de mate waarin deze aansluit bij de eigen wensen en behoeften. Met andere woorden: leefbaarheid is in wezen subjectief (Tratsaert & Heylen, 2008). Meestal worden vier dimensies van leefbaarheid onderscheiden: de kwaliteit van de woning, de kwaliteit van de woonomgeving (met inbegrip van het aanbod aan dienstverlening en faciliteiten in de ruimere woonomgeving), de kwaliteit van de sociale omgeving of van de relaties tussen de bewoners en als een aparte dimensie - hoewel het eigenlijk voortkomt uit de drie vorige - de veiligheid. De persoonlijke kenmerken van bewoners (leeftijd, vroegere ervaringen, karakter, de tijd die men thuis doorbrengt, …) en huishoudkenmerken (gezinssamenstelling, leeftijd van de kinderen, …) bepalen mee hoe tolerant men is, wat men belangrijk vindt, wat men al dan niet en storend vindt, en zo meer en. Zij beïnvloeden alzo de manier waarop mensen de objectieve omgevingskenmerken waarnemen en beoordelen.
6
Hoofdstuk 2
Daarnaast maken de bewoners zelf ook deel uit van de sociale woonomgeving. Wie ze zijn en wat ze doen, drukt hier vanzelfsprekend een stempel op. Bewonersen huishoudkenmerken in studies naar leefbaarheid beperken zich meestal tot persoonsgegevens zoals leeftijd, geslacht, herkomst, kenmerken van het huishouden (samenstelling) en sociaal –economische positie (inkomen, opleidingsniveau en dergelijke), al is het niet onwaarschijnlijk dat karakter en voorgeschiedenis sterker bepalen hoe men zijn omgeving percipieert en er zich voortbeweegt (Tratsaert & Heylen, 2008). Vermits ‘leefbaarheid’ maar bestaat in hoofde van de mens die de eigen leefomgeving beleeft en er een waardeoordeel aan toekent, moet een leefbaarheidsmeting altijd het oordeel van de bewoners bevatten. Dit impliceert dus een bevraging van de bewoners. Het meten van leefbaarheid heeft steeds betrekking op een geografisch duidelijk afgebakend gebied. We spreken van de leefbaarheid van een buurt, wijk, stad, regio, … (Tratsaert & Heylen, 2008). De gebiedsafbakening in het kader van deze studie wordt toegelicht in §3.1. Idealiter wordt het oordeel van de bewoners over de woning, woonomgeving, sociale context en de veiligheid, gekoppeld aan de objectieve meting van problemen in de leefomgeving zodat duidelijk wordt welke aspecten het sterkst doorwegen in het welbevinden van de bewoners. Dit kan door de geaggregeerde resultaten op het niveau van de statistische sector of een andere geografische indeling naast de indicatoren voor de kwaliteit van de woning en de woonomgevingskwaliteit (m.i.v. veiligheid en sociale omgeving) te leggen. De koppeling van het oordeel van de mensen aan de objectieve vaststelling van de situatie op het terrein, biedt het beleid stevige handvatten om de beleving van de leefomgeving door de mensen te sturen.
2. Bevragingsmodus Voor het bevragen van inwoners kan gekozen worden uit diverse bevragingsmodi. Elke werkwijze heeft specifieke voor- en nadelen; in een eerste paragraaf zetten we de voornaamste kort op een rij. In de tweede paragraaf lichten we de keuze toe die gemaakt werd in het kader van deze studie. 2.1 Voor- en nadelen van de verschillende bevragingsmodi Het individueel bevragen van de bewoners kan door het mondeling afnemen van een vragenlijst (face-to-face) door een interviewer aan huis of aan de telefoon. Men kan opteren voor een schriftelijke bevraging op papier of elektronisch aangeboden via de mail of op het internet. Een combinatie van meerdere bevragingswijzen (multimodaal) is ook mogelijk.
Methodologie
7
Elke methode heeft voor- en nadelen. Doorslaggevend bij de keuze zijn inhoud, moeilijkheidsgraad en lengte van de vragenlijst, het doelpubliek van de bevraging en het budget. Telefonische enquêtes zijn niet langer aangewezen om inwoners te bevragen omdat steeds minder mensen een vaste telefoon hebben en er geen exhaustieve lijsten zijn met mobiele nummers. Ze zijn nog wel geschikt in situaties waar men voor de studie kan beschikken over de telefoonnummers van de volledige doelpopulatie van de bevraging, maar dat is hier niet het geval. Face-to-face enquêtes zijn responsverhogend door het persoonlijk contact en de hulp bij het invullen. De kwaliteit van de antwoorden is doorgaans beter bij faceto-face-afname. Dit is des te meer het geval bij mensen die weinig vertrouwd zijn met vragenlijsten of weinig scholing genoten. Nadeel is dat er van de interviewer een zeker beïnvloeding uitgaat, wat de standaardisatie van de antwoorden niet ten goede komt. Het zeer hoge prijskaartje van face-to-face-enquêtes maakt dat deze bevragingsvorm niet in aanmerking komt. Bij postenquêtes en ook de elektronische enquêtes is de hoge non-respons en het grote aandeel van gebrekkig of niet ingevulde vragen een zwaar minpunt. Bevragingen via mail en internet zijn wel aangewezen bij een doelpubliek dat vertrouwd is met en vlot toegang heeft tot computer en internet zoals hooggeschoolden en jongeren. Zowel schriftelijke als elektronische enquêtes hebben dan weer als grote voordeel dat ze relatief goedkoop zijn en dat de kans op sociaal wenselijke antwoorden kleiner is: het gevoel van anonimiteit is groter alsook de vrijheid om in alle eerlijkheid te antwoorden. Bijkomend voordeel bij elektronische enquêtes is dat de bevraging antwoordgestuurd is (de vragen worden gepresenteerd in functie van de antwoorden op de vorige vragen) wat het beantwoorden eenvoudiger en sneller maakt. Eens ingevuld hoeft de respondent ook geen handelingen meer te stellen om de vragenlijst terug te sturen, dus alles samen kost het de respondent minder tijd. De antwoorden hoeven ook achteraf niet meer ingevoerd te worden, wat tijd- en kostenbesparend is. 2.2 Keuze voor een multimodale aanpak We opteren voor deze leefbaarheidsmeting voor een multimodale aanpak die de voordelen van twee bevragingsmethodes combineert. De basis is een schriftelijke enquête die thuis wordt bezorgd met een introductiebrief en de vragenlijst. In de introductiebrief krijgt de respondent de keuze tussen het invullen van de vragenlijst op papier of het online invullen via internet. Op deze manier bieden we aan inwoners die de computer gewoon zijn en thuis een internetaansluiting hebben de kans om de vragenlijst op de meest efficiënte manier te doorlopen. Wie minder vertrouwd is met de computer kan op de klassieke manier aan de slag met pen en papier maar moet de vragenlijst nog wel in bijgevoegde enveloppe te steken en op de bus doen (al hoeft deze niet meer gefrankeerd te worden).
8
Hoofdstuk 2
Omdat deze combinatie van bevragingsmethoden totnogtoe weinig gebruikt werd bij een gemengd doelpubliek, is het op voorhand niet duidelijk welke respons te verwachten is vanuit elk van beide bevragingsmodi. Omdat de drempel om mee te werken aan een schriftelijke/elektronische vragenlijst hoog is, zijn responsverhogende maatregelen van groot belang (Schelfhout, 2009). In deze bevraging ging hier dan ook heel wat aandacht naar (zie verder, in §5). De inwoners werden vanuit de lokale pers en buurtgerichte organisaties opgeroepen om mee te werken aan de studie, er werden incentives (geschenkjes) voorzien om de mensen aan te zetten om de vragenlijst in te vullen en er werd hulp aangeboden bij het invullen, zowel om de taalproblemen te overbruggen als om te helpen met de vraagstelling (details zie §5).
3. De onderzoekspopulatie en de steekproeftrekking In de volgende paragraaf omschrijven we hoe het doelgebied van de leefbaarheidsmeting rond de Sint-Katelijnestraat en de Hoogstraat die de kern vormen van de stadsvernieuwingsprojecten geografisch werd afgegrensd (§3.1). Binnen dit doelgebied wordt de onderzoekspopulatie bepaald; dit zijn alle inwoners die in aanmerking komen om een vragenlijst te ontvangen in het kader van deze leefbaarheidsmeting (§3.2). Van deze groep van inwoners willen we weten wat ze denken over hun buurt. Omdat een bevraging van de volledige onderzoekspopulatie niet haalbaar is, wordt hieruit een steekproef getrokken van mensen die uiteindelijk een vragenlijst in hun bus zullen krijgen. Op welke manier dit gebeurt, wordt beschreven in de derde paragaaf (§3.3). 3.1 Afbakening van het studiegebied De leefbaarheidsmeting gaat door in de omgeving van het stadsvernieuwingsproject rond de Sint-Katelijnestraat. Op aangeven van de stuurgroep van het strategische stadsproject rond de Sint-Katelijnestraat werd beslist om de buurt rond de Hoogstraat mee te betrekken in de studie. Het uitbreiden van het doelgebied van de leefbaarheidsmeting was een opportuniteit, vermits het gebied aansluit bij de buurt van de Sint-Katelijnestraat en hier een vergelijkbaar stadsvernieuwingsproject in de startblokken stond. In de Sint-Katelijnestraat meet de leefbaarheidsstudie het gepercipieerd leefklimaat bij het einde van de infrastructuurwerken; in de Hoogstraat valt de meting samen met de start van de werken en kan de leefbaarheidsmeting doorgaan als een nulmeting vóór het stadsvernieuwingsproject. Het uitvoeren van beide metingen samen biedt schaalvoordelen zowel naar uitvoering als naar analyse toe.
Methodologie
9
Bij de afgrenzing van de buurten waar de leefbaarheidsmeting zal doorgaan, wordt ervoor gekozen om volledige statistische sectoren in acht te nemen, ook al wijken deze af van wat de bewoners als ‘hun buurt’ ervaren. Werken met een bestaande gebiedsindeling biedt de garantie dat de leefbaarheidsmeting stapsgewijs gebiedsdekkend wordt voor heel het Mechelse grondgebied zodat de leefbaarheidsindicator in de Woonmonitor volledig invulling krijgt. Het werken met de statistische sectoren heeft verder als voordeel dat er gebruik gemaakt kan worden van aanvullende cijfergegevens uit officiële administratieve bronnen zoals ADSEI (FOD economie). Het onderzoeksgebied wordt afgelijnd in twee stappen. Vooreerst wordt bepaald welke straten en straatdelen deel uitmaken van de buurt waar de leefbaarheid wordt onderzocht. Er wordt bepaald tot waar de grenzen reiken van de buurt in en rond het gebied dat geherwaardeerd wordt. Het bepalen van die buurtgrenzen gebeurt in overleg met de wijkmanager en eventuele andere actoren die een sterke voeling hebben met de buurt. In tweede instantie wordt gekeken naar de statistische sectoren waarin deze ‘buurt’ valt. Het is mogelijk dat enkele straten of straatdelen van wat als ‘buurt’ werd omschreven net buiten een statistische sector vallen; in dat geval moet beslist worden of deze sector al dan niet wordt meegenomen in de studie. Het resultaat is een gebied dat bijna de volledige westelijke helft van de stad bestrijkt (zie kaart op de volgende bladzijde). Het doelgebied voor de buurt rond het stadsvernieuwingsproject van de Sint-Katelijnestraat wordt begrensd door de stadsring en in de binnenstad door de Goswin De Stassartstraat, de Oude Beggaardenstraat, het Jef Denynplein en de Persoonshoek tot aan de Dijle. De Dijle vormt de natuurlijke grens met de buurt rond de Hoogstraat, dat bijna het volledige westelijke deel tussen Dijle en stadsring inneemt, met uitzondering van het onderste deeltje, afgegrensd door de Louizastraat. De resultaten zullen voor beide buurten afzonderlijk besproken worden. Omdat elk van de twee buurten doormidden gesneden wordt door de kernstraat waar de stadsvernieuwing plaats vindt, kunnen we beide buurten nog eens in twee delen. We hebben een buurt ten Oosten en ten Westen van de Hoogstraat/Guldenstraat en een buurt ten Oosten en ten Westen van de Sint-Katelijnestraat. Het gaat telkens om buurten met een ander karakter. Daarom bespreken we zo veel mogelijk de resultaten afzonderlijk voor Sint-Katelijnestraat Oost en West en Hoogstraat/ Guldenstraat Oost en West.
10
Hoofdstuk 2
Methodologie
11
3.2 De onderzoekspopulatie in het afgebakende doelgebied Voor de onderzoekspopulatie wordt vertrokken van de volledige bevolking in het onderzoeksgebied. De dienst bevolking van de stad Mechelen levert hiertoe alle adressen van wie op 1 september 2010 ingeschreven was op een adres in het doelgebied (§3.1). De niet-permanente bewoners (2de verblijven, studenten) en personen zonder officiële verblijfplaats in het gebied komen niet in aanmerking om bevraagd te worden. Personen in het wachtregister zijn wél opgenomen in de onderzoekspopulatie. In het totaal tellen we 3 126 unieke adressen in het doelgebied waar iemand een hoofdverblijfplaats heeft. Over het algemeen wordt het aantal adressen gelijkgesteld met het aantal huishoudens (ook al wonen er vaak meerdere gezinnen op één en hetzelfde adressen). De bevolking ingeschreven in het doelgebied bestaat uit 6 807 personen. Uit deze 3 126 ‘huishoudens’, worden die huishoudens geweerd die uitsluitend uit 80-plussers bestaan alsook de collectieve huishoudens, die eveneens bijna uitsluitend uit ouderen bestaat. Deze huishoudens worden niet opgenomen in de onderzoekspopulatie omdat de uitval bij deze groep in andere leefbaarheidsmetingen erg laag blijkt te zijn (Vandekerckhove & Leroy, 2006). De collectieve adressen die uit de onderzoekspopulatie gehouden worden zijn zeven adressen waar 136 personen in collectief verband wonen. Het gaat bijna uitsluitend om hoogbejaarde mensen in rust- en verzorgingstehuizen (Milsenhof en Astrid vzw voor zorgbehoevende ouderen). Samen gaat het om 375 personen op 222 adressen (zie tabel). Tabel 2.1
Bron:
Unieke adressen met uitsluitend inwoners 80 jaar en ouder en collectieve huishoudens (aantal huishoudens en aantal personen)
Dienst bevolking Mechelen, 1 september 2010, eigen bewerking
Op de resterende adressen wonen 2 934 gezinshoofden en gezinshoofdenalleenstaanden. In eerste instantie worden er 1 500 adressen uit geselecteerd uit deze groep. Vervolgens wordt er per geselecteerd adres een meerderjarige geselecteerd aan wie de vragenlijst gericht zal worden.
12
Hoofdstuk 2
3.3 Steekproeftrekking 3.3.1 Selectie van huishoudens Uit de bijna 3 000 alleenstaanden en gezinnen uit de onderzoekspopulatie worden er 1 500 geselecteerd. Of, vrij vertaald, één op twee huishoudens in de twee buurten krijgt een leefbaarheidsvragenlijst in de bus. Bij de selectie van adressen voor de steekproef respecteren we de verhouding van het aantal inwoners per buurt. We verdelen de 1 500 respondenten over de twee buurten volgens hun voorkomen in de onderzoekspopulatie van 60% in de buurt van de Hoogstraat en 40% in de omgeving van de Sint-Katelijnestraat. We ronden af op 900 te bevragen huishoudens in de Hoogstraat en 600 in de Sint-Katelijnestraat. Opdat de resultaten van de leefbaarheidsmeting de mening van de buurt in al haar diversiteit zou weerspiegelen, wordt gewaakt over de representativiteit van de steekproef voor de buurt. De 900 te bevragen huishoudens in de buurt rond de Hoogstraat/Guldenstraat en de 600 huishoudens in de omgeving van de SintKatelijnestraat moeten de belangrijke kenmerken van de huishoudens in elke buurt weerspiegelen. Dit doen we door binnen elke buurt rekening te houden met de verhouding tussen alleenwonenden en meerpersoonshuishoudens, tussen meerpersoonshuishoudens met en zonder minderjarige kinderen en tussen alleenstaanden van jonger dan 35 jaar, 35-59 jaar en 60 jaar en ouder. De alleenstaanden worden binnen elke leeftijdsgroep nog eens verdeeld in mannen en vrouwen. In het schema op het volgende blad ziet u telkens de verhouding in de buurtpopulatie, gevolgd door die verhouding toegepast op het vooropgesteld steekproefaantal per buurt. We reduceren elke subgroep tot het vooropgesteld aantal huishoudens, wat overeenstemt met ongeveer één op twee huishoudens. Elke subgroep wordt gehalveerd door ze te rangschikken op adres en om het andere adres een huishouden te selecteren. Dit garandeert de spreiding van de te bevragen bewoners over de buurt. 3.3.2 Selectie van te bevragen personen Bij de 1 500 geselecteerde huishoudens worden alle meerderjarige inwoners weerhouden en alfabetisch gerangschikt op familienaam en voornaam. De eerste persoon in de rij wordt weerhouden voor bevraging en zal gevraagd worden om aan de studie deel te nemen.
Populatie en steekproefverdeling naar buurt en kenmerken
Methodologie
Tabel 2.2
Huishoudens naar buurt POPULATIE Hoogstraat Sint-Katelijnestraat Aantal
STEEKPROEF 60,5% 39,5% 2934
Hoogstraat Sint-Katelijnestraat Totaal
908 592 1500
900
Huishoudens naar één- en meer personen STEEKPROEF
POPULATIE Sintalleenstaanden meerpersoonshuishoudens Totaal
STEEKPROEF AFGEROND SintHoogstraat Katelijnestraat
Hoogstraat Katelijnestraat 42,2% 43,9% 57,8% 56,1% 1158 1776
Hoogstraat alleenstaanden meerpersoonshuishoudens Totaal
380 520 900
600 1500
Sint-
STEEKPROEF AFGEROND Sint-
Katelijnestraat 263 337 600
Hoogstraat Katelijnestraat 380 260 520 340 900 600 1500
Sint-
STEEKPROEF AFGEROND Sint-
Meerpersoonshuishoudens met en zonder minderjarige kinderen POPULATIE
STEEKPROEF Sint-
geen minderjarige kinderen minderjarige kinderen Totaal
Hoogstraat Katelijnestraat 58,7% 52,8% 41,3% 47,2% 650 1027
meerpersoonshuishoudens Hoogstraat Katelijnestraat geen minderjarige kinderen 305 178 minderjarige kinderen 215 159 Totaal 520 337
Hoogstraat Katelijnestraat 300 170 220 170 520 340
860
Alleenstaanden naar leeftijdscategorie POPULATIE
STEEKPROEF Sint-
0-34 36-59 60 en ouder
Bron:
Hoogstraat Katelijnestraat 28,8% 28,1% 43,5% 44,3% 27,6% 27,6% 508 749
éénpersoonshuishoudens 0-34 36-59 60 en ouder Totaal
Hoogstraat 110 165 105 380
Sint-
STEEKPROEF AFGEROND Sint-
Katelijnestraat 74 116 72 263
Hoogstraat Katelijnestraat 110 75 160 110 110 75 380 260
640
Dienst bevolking van de stad Mechelen, september 2010
13
14
Hoofdstuk 2
4. Inhoud van de bevraging Voor het opstellen van de vragenlijst werd relevante onderzoeksliteratuur doorgenomen en een aantal vragenlijsten die de concepten beogen te meten die in deze leefbaarheidsstudie aan de orde zijn. In een eerste paragraaf geven we een beknopte conceptuele situering van het begrip ‘leefbaarheid’. In het tweede deel overlopen we de verschillende delen in de vragenlijst en verwijzen we naar de achterliggende concepten en vragenschalen die gebruikt werden om deze te operationaliseren in de Mechelse vragenlijst. 4.1 Inhoud en opbouw van de vragenlijst Voor het opmaken van de vragenlijst putten we ten dele uit bestaande vragenlijsten en schalen. Enerzijds omdat voor concepten zoals subjectief veiligheidsgevoel, sociale cohesie of buurtbetrokkenheid reeds vragenbatterijen en schalen bestaan die meermaals werden uitgetest en hun waarde hebben bewezen. Anderzijds worden bepaalde vragen overgenomen uit de survey van de stadsmonitor, een tweejaarlijks uitgevoerde bevraging in alle 13 centrumsteden, en de federale veiligheidsmonitor om de vergelijking mogelijk te maken met de situatie voor gans Mechelen. 1. Globaal leefbaarheidsoordeel 2. Fysieke woonomgeving - Functionaliteiten van de woonomgeving (als speelomgeving, als ontmoetingsplaats, …), op het vlak van diensten; - Fysieke kwaliteiten: wanorde versus esthetische kwaliteiten; - Uitrustingsniveau. 3. Veiligheid - Subjectief (on)veiligheidsgevoel; - Verkeersleefbaarheid, overlast en verloedering en geweld en bedreigingen (zoals gepercipieerd). 4. Sociale woonomgeving - Sociale cohesie (buurtbetrokkenheid en gemeenschapsgevoel); - Sociaal kapitaal (participatie en inzet). 5. Troeven en buurten en knelpunten van de buurt 6. Verhuisintentie, - motieven en wensen 7. Eigen woning 4.1.1 Globaal leefbaarheidsoordeel De algemene tevredenheid van de bewoners met hun buurt wordt gebruikt als een globale maat voor leefbaarheid. De exacte formulering is overgenomen uit de survey van de stadsmonitor en de vraag wordt ook hier als eerste gesteld, om beïnvloeding van de andere vragen te voorkomen.
Methodologie
15
Dit laat toe de antwoorden voor de buurt te vergelijken met het globaal leefbaarheidsoordeel voor gans Mechelen, zoals gemeten in 2008 (of 2010 voor de volgende survey van de stadsmonitor). 4.1.2 Kwaliteit van de fysieke woonomgeving met inbegrip van voorzieningen Fysieke kwaliteit is in de vragenlijst, verspreid over meerdere types van vragen, gepolst naar de beleving/de beoordeling van: – de fysieke kwaliteit van de gebouwen en woningen (verkrotting en leegstand); – de esthetische kwaliteit; – het uitrustingsniveau en kwaliteit van de publieke ruimte naar functie: spelen, ontmoeten, zitten, zich verplaatsen; – het onderhoud, netheid en goede/slechte staat publieke ruimte/openbaar domein, grotendeels behandeld bij veiligheid van de buurt (overlast en verloedering). Bij de diensten en voorzieningen ligt het accent op het aanbod waarvan de meerwaarde om het in de onmiddellijke omgeving, in de buurt te hebben groot is, zoals ontmoetingsruimte, groen, aangepaste ruimte voor kinderen, tieners, ouderen. Daarnaast proberen we in de vragen rubriek ‘minpunten’ en ‘troeven’ van de buurt enkele sfeerbeelden naar voor te brengen in stellingen die het wonen in de buurt in het bijzonder aantrekkelijk maken. Dit behelst ook nabijheid, ontsluiting, historisch kader, gezelligheid van de binnenstad, de evenementen enerzijds en het lawaaierige, vuile, de drukte die stadsbuurten soms kenmerkt. 4.1.3 Veiligheid 4.1.3.1 (On)veiligheidsgevoel In studies naar de kwaliteit van de leefomgeving wordt subjectieve veiligheid vaak opgenomen als een essentiële dimensie van de kwaliteitsbeleving van de leefomgeving, van de leefbaarheid van de buurt. Onveiligheidsgevoelens kunnen een reactie zijn op misdaad, een gevolg zijn van reëel slachtofferschap, maar drukken ook vaak een gevoel van kwetsbaarheid, bedreiging en hulpeloosheid uit, geprojecteerd op criminaliteit (Elchardus & Smits, 2003). Er blijken heel wat mogelijke negatieve gevolgen van onveiligheidsgevoelens zowel voor het individu als voor de buurt. Elchardus et al. (2003) noemt de belangrijkste in een literatuurstudie naar onveiligheidsgevoelens. De band met de buurt verzwakt en de gemeenschapszin in de buurt neemt af. De individuele buurtbewoners trekken zich eigenlijk fysiek en psychisch uit de buurt terug.
16
Hoofdstuk 2
Angst die een ‘fortmentaliteit’ genereert, houdt het risico in dat informele sociale controle en bewaking vermindert, wat, paradoxaal genoeg, kan leiden tot meer criminaliteit. Daarnaast blijkt uit een studie in tien politiezones (Van Craen & Ackaert, 2006, p. 105) dat onveiligheidsgevoelens bij de bevolking het vertrouwen in de politie en in het gemeentebestuur ondermijnen. Er is geen eensgezindheid over hoe onveiligheidsgevoelens dienen te worden gemeten. In de APS-survey wordt sinds 1996 een schaal gebruik die de emotionele en preventieve aspecten meet van dat onveiligheidsgevoel aan de hand van acht items (Elchardus & Smits, 2003). Deze schaal wordt integraal overgenomen; we lassen tevens een vraag in die specifiek betrekking heeft op het zich onveilig voelen in de eigen buurt. 4.1.3.2 Slachtofferschap Misdrijven worden vaak niet gerapporteerd bij de politie, zeker bij beperkte materiële schade, wanneer men weinig vertrouwen heeft in het gevolg dat aan de klacht wordt gegeven en wanneer men angst heeft voor weerwraakacties vanwege de dader(s). Daarom worden hier ook een aantal misdrijven opgelijst met de vraag of men hier in de eigen buurt slachtoffer van was het voorbije jaar. De antwoorden laten ook toe het verband te leggen met het onveiligheidsgevoel. 4.1.3.3 Perceptie van verloedering, overlast en misdrijven De Hart (2002, p. 273) noemt in het kader van de Nederlandse politiemonitor vier groepen van problemen: vermogensdelicten, verkeersproblemen, verloedering en dreiging. Het onderscheid is niet altijd scherp. Daarom behandelen we ze samen in één reeks van uitspraken die we laten beoordelen door de respondent. We vragen aan de buurtbewoners in welke mate men ze als een probleem beschouwt in de buurt. De meeste items (de eerste 17 items) en ook de vraagstelling zijn overgenomen uit de federale veiligheidsmonitor; ze werden aangevuld met een aantal andere items die uit de literatuur naar voor komen als relevant in het kader van de leefbaarheidsproblematiek van een buurt. Verloedering heeft betrekking op zwerfvuil, hondenpoep, kapotte straatverlichting, leegstand en zo meer. Misdrijven verwijzen naar de verschillende vormen van criminaliteit (vermogensdelicten, inbraak, diefstal, geweld en zo meer veiligheid. Overlast gaat dan over geluidsoverlast, drughandel, prostitutie, amokmakende hangjongeren, en dergelijke. Overlast wordt ook vaak veroorzaakt door verkeer.
Methodologie
17
Het verkeer kan een zware hypotheek leggen op de leefbaarheid van een buurt. Uit de veiligheidsscan, een survey onderzoek naar slachtofferschap, leefbaarheid en (on)veiligheidsgevoelens afgenomen in tien Vlaamse politiezones (Van Craen & Ackaert, 2006) blijkt dat verkeersveiligheid in het algemeen en overdreven snelheid in het bijzonder zeer zwaar doorwegen op het veiligheidsgevoel van de buurtbewoners. Nochtans bleef dit totnogtoe vaak buiten beeld bij de studie naar de oorzaken van het onveiligheidsgevoel bij de mensen. We nemen dit op. 4.1.4 Sociale woonomgeving en sociale cohesie van de buurt Een toenemend aantal onderzoeken wijzen uit dat sociale cohesie in buurten van zeer groot belang is voor het welzijn van mensen en juist in wijken met een slechte leefbaarheid is het bevorderen van de sociale cohesie van groot belang. Sociale cohesie is geen eenduidig en unidimensionaal begrip (De Hart, 2002). Ondanks de vele definities zijn er toch enkele elementen steeds terugkeren. Ze verwijzen doorgaans naar de coherentie van (een sociaal of politiek) systeem, de binding die mensen daarmee hebben en hun onderlinge betrokkenheid of solidariteit. Op buurtniveau verwijst sociale cohesie naar de mate waarin de bewoners gemeenschappelijke waarden delen, er sprake is van sociale controle, van de aanwezigheid en interdependentie van sociale netwerken (informeel in de vorm van vriendschapsbanden, formeel in de zin van participatie in organisaties, verenigingen en buurtactiviteiten), van vertrouwen in andere bewoners, en de bereidheid om samen met hen te zoeken naar oplossingen voor collectieve problemen. Uit de literatuur komt telkens weer naar voor dat een sterke sociale cohesie leidt tot minder geweld, wanorde en minder onveiligheidsgevoelens. Sampson (1997) gebruikt het sociaal vertrouwen en de informele controle als maatstaf voor de doelmatigheid van een buurt, ‘the collective efficacity’. Hiermee wordt aangegeven tot in hoeverre buurtbewoners zelf in staat zijn om gemeenschappelijke doelen na te streven, zoals het bewaken van de veiligheid en het schoonhouden van de straten. Flap en Völker (2005) baseerden zich op Sampson voor een onderzoek naar de mate van gemeenschap, informele controle en collectieve kwaden in de buurt. Hieruit bleek dat het gebrek aan gemeenschap in de buurt indirect leidt tot meer criminaliteit, doordat er minder informele controle is om afwijkend gedrag te sanctioneren. In deze leefbaarheidsmeting wordt de ‘collective efficacity’ schaal uit de ‘community survey’ van Sampson overgenomen. De schaal bestaat uit twee deelschalen: één die de informele sociale controle en één die het sociaal vertrouwen in de buurt meet.
18
Hoofdstuk 2
Daarnaast meten we de mate van informele sociale netweken (contacten met familie, vrienden, buren, …) bij de bewoners en hun formele participatie in verenigingen. Ten aanzien van veiligheid zijn indicatoren voor sociale cohesie (zoals buurtcontacten) intermediair. Naast de persoonlijke netwerken ontstaat het stedelijk sociaal weefsel ook door participatie in netwerken om de participatie zelf (bijvoorbeeld bij leden van een sportclub) of omwille van het doel dat het eigenbelang kan raken maar er niet aan gelijk staat (activisten in een bewonersorganisatie). Buurten, scholen, bewonersorganisaties, maar ook bepaalde winkels of horeca slagen er soms in om diverse groepen van burgers met uiteenlopende netwerken en hulpbronnen (dit zijn bijvoorbeeld banen, huizen kinderoppas, juridisch advies, …) bij elkaar te brengen en aldus te leiden tot meer betrokkenheid (bijvoorbeeld om de school beter te laten functioneren, de buurt leefbaarder te maken en zo meer) (Blokland-Potters, 2006). 4.1.5 Verhuisintenties, -motieven en -wensen De stad Mechelen wou ook graag weten in welke mate de bewonerspopulatie in deze buurten stabiel is. Verhuisintenties, -motieven en de gewenste bestemming geeft weer in welk mate deze bewoners effectief gewonnen zijn en blijven voor de buurt en de binnenstad. Daarnaast werden een aantal vragen ingelast om te weten tegen welke gemeenten de binnenstad de duimen moet leggen. Er wordt ook gepolst naar de mate waarin woningprijzen en de beschikbaarheid van bouwgronden een rol spelen in die beslissing. Omdat de vragenlijst reeds lang was, is dit voornamelijk bevraagd in een halfopen vraagstelling. 4.1.6 Woningkenmerken In de leefbaarheid van je woonplek is de beleving van de kwaliteit, comfort en geschiktheid van de woning zelf een belangrijk aspect. 4.1.7 Woningbezit, woonduur en verhuisintentie De eigendomstitel: is men eigenaar of huurder van het huis waarin men woont? Eigenaars zijn honkvaster dan huurders; de intentie is vaak om nog voor lange tijd te blijven wonen waar men woont. De woonduur wordt beschouwd als een goede voorspeller van de bereidheid deel te nemen aan het verenigingsleven en de sociale contacten in de woonomgeving. De veronderstelling is dat wanneer men nog maar recentelijk is komen te wonen in de buurt of de buurt gekenmerkt wordt door een hoge verhuismobiliteit, dit factoren zijn die de sociale integratie belemmeren (De Hart, 2002). Bij wie verwacht op korte termijn te verhuizen loopt de animo om bij te dragen aan het sociaal kapitaal in de buurt terug.
Methodologie
19
4.1.8 Individuele kenmerken van bewoners Uit studies komt naar voor dat verschillen in leefbaarheid voor een groot deel kunnen teruggevoerd worden op de kenmerken van de individuele bewoners. Heel vaak worden herkomst/etniciteit en sociaal-economische positie van de buurtbewonerspopulatie genoemd. Wat betreft sociale cohesie geldt dat hoe groter de heterogeniteit in de bewonersgroep, hoe moeilijker de samenhang/cohesie. We nemen de voornaamste individuele kenmerken op in de vragenlijst. Voor de draagkracht van de buurt en de mate waarin bewoners in actie komen bij problemen in de buurt en initiatieven nemen ter verbetering van de buurt zijn gezinsgrootte en samenstelling en het aantal thuiswonende kinderen (permanent – deeltijds) van tel. Van de respondent zijn het opleidingsniveau, de leeftijd, de herkomst, beroepsactiviteit en inkomen erg relevant.
5. Verloop van de bevraging 5.1 Verloop Elke 1 500 personen uit de steekproef ontvangen een brief vanwege de stad Mechelen, een vragenlijst en een enveloppe met port betaald door de bestemmeling. De vragenlijsten krijgen een registratienummer; de koppeling van vragenlijst aan adressen uit de steekproef gebeurt bij de stad Mechelen omwille van de privacy. De dienst Wonen zorgde eveneens voor het in enveloppen steken van de vragenlijsten en de brieven. Zowel enveloppen als brief hebben het logo van de stad, wat duidelijk maakt van wie de enquête uitgaat en ook het logo van EFRO staat op de brief. De vragenlijsten worden teruggestuurd naar het HIVA, zodat duidelijk is voor de respondenten dat de verwerking door een onafhankelijk onderzoeksbureau gebeurt. De omslagen met vragenlijst en introductiebrief werden gebust, deels door jobstudenten, deels door de stadswachten van de stad Mechelen. Een routeplan en fietsen met fietszakken werden voorzien en de enveloppen met de vragenlijsten lagen op volgorde. De respondenten kregen de keuze tussen het schriftelijk invullen van de vragenlijst en terug te sturen met de post dan wel de survey online in te vullen. De online vragenlijst was identiek aan de schriftelijke en wed eveneens vooraf gegaan door enkele invulinstructies. Inloggen op de online versie gebeurde vanuit de website van de stad Mechelen http://www.mechelen.be/leefbaarheidsmeting. Hiertoe was een unieke inlogcode voorzien voor elke respondent. De respondenten konden zowel bij de stad Mechelen als bij de onderzoekers van het HIVA terecht met vragen. Zowel de stad als het HIVA ontvingen slechts enkele vragen.
20
Hoofdstuk 2
Anderstaligen werden uitgenodigd contact op te nemen met de woondienst, waar een tolk kon worden voorzien om samen de vragenlijst in te vullen met respondenten. Dit werd door de woondienst opgenomen, samen met de dienst diversiteit. Van deze mogelijkheid werd amper gebruik gemaakt, de dienst wonen ontving slechts enkele vragen. Na één à twee weken volgde een herinneringsbriefje aan de respondenten van wie we nog geen vragenlijst terugkregen waarin nogmaals wordt gewezen op het belang van het onderzoek en de waarde van de mening van alle buurtbewoners. De rappelbrieven werden met de post verstuurd. Wie dat wenste kon een nieuwe vragenlijst aanvragen en er werd opnieuw duidelijk gemaakt dat hulp bij het invullen mogelijk was. De code om in te loggen voor de online bevraging werd nogmaals meegestuurd. Tijdsverloop van de enquête
Tabel 2.3
! # $ # $ & '
!
(
)"
*
" % % % % % % % %
) Bron:
!
# $
" % % % % % % % %
HIVA, dienst survey
5.2 Responsverhogende maatregelen Er werden een aantal responsverhogende maatregelen voorzien ter ondersteuning van de bevraging. Zo voorzag de stad Mechelen een ‘incentive’ om de buurtbewoners te motiveren tot deelname door een geschenkje te voorzien voor de 150 eerste ingevulde vragenlijsten. Het betref een geschenkje met promotiemateriaal van de stad Mechelen (paraplu, USB-stick en schrijfsetje van de stad Mechelen). Na het afsluiten van de enquête werden ook vier bongobonnen ter waarde van 25 euro verloot onder alle ingevulde vragenlijsten. Deze werden na afloop van de bevraging door de schepen bevoegd voor wonen aan de winnaars overhandigd tijdens zijn spreekuur, het geschenkje kon men afhalen aan het huis van de Mechelaar. Vanuit de stad Mechelen, de woondienst en de wijkwerking werden inspanningen geleverd om de leefbaarheidsmeting te ondersteunen via verschillende communicatiekanalen. In het stadsmagazine de Nieuwe Maan kwam een kadertje over de leefbaarheidsmeting in aanvulling van een ruimer artikel over de aankomende stadsvernieuwingswerken aan de Hoogstraat.
Methodologie
21
In de wijkkrant verscheen even voor de bevraging een artikel op de voorpagina in de wijkkrant. In het streeknieuws van Het Laatste Nieuws werd in een interview met schepen De Bie gewezen op het belang van de enquête. De betrokken buurtcomités werden aangeschreven (en besproken met de wijkmanager), als ook de voorzitter van de moskee en de woonwijzer was eveneens op de hoogte. Er werd zorg besteed aan de opmaak en het uitzicht van de vragenlijst. De vragen werden gebundeld in een boekje met overzichtelijke bladspiegel en niet teveel vragen op één blad. De vragen werden voorafgegaan door een instructieblad. De vragenlijst werd beperkt gehouden in lengte (16 bladzijden) en invultijd om de respons niet te hypothekeren.
23
HOOFDSTUK 3 RESULTATEN
1. Antwoordrespons Van de 1 500 vragenlijsten werden er 494 bruikbare vragenlijsten terugbezorgd, wat een antwoordrespons oplevert van 33%. 1.1 Online versus papieren vragenlijsten Aan de respondenten werd de keuze gelaten de vragenlijsten online dan wel met pen en papier in te vullen. Drie kwart koos voor een papieren vragenlijst die ze met de post terugstuurden; één op vier koos voor het online beantwoorden. Zoals te verwachten stijgt het gebruik van de mogelijkheid om online in te vullen bijna lineair met de afnemende leeftijd (tabel 3.1) en met het toenemend opleidingsniveau van de respondenten (tabel 3.2); de verschillen zijn erg significant. Mannen vullen iets meer online in dan vrouwen, maar het verschil is niet significant. Tabel 3.1
Online antwoordrespons naar leeftijd % online ingevuld
18-29 jaar 30-49 jaar 50-64 jaar 65 plus
41,4 31,3 17,6 10,1
Chi², P=.0001
De voorkeur voor online bevraging blijft 40% als we de groep van 18 tot en met 40 jaar beschouwen, daarna daalt de verhouding online invullen-postenquête.
24
Tabel 3.2
Hoofdstuk 3
Online antwoordrespons naar opleidingsniveau % online ingevuld
Lager onderwijs Lager middelbaar onderwijs Hoger middelbaar onderwijs Niet-universitair hoger onderwijs Universitair onderwijs
8,6 4,8 22,6 33,8 34,6
Chi², P<.0001
1.2 Antwoordrespons naar buurt De antwoordrespons stemt overeen met de verdeling van de bevolking en steekproef in beide buurten: 60% van steekproef en 58,6% van de respons komt uit de buurt van de Hoogstraat; 42% van de steekproef en 41,4% van de respons komt uit de omgeving van de Sint-Katelijnestraat. De respons komt voor 22% uit de statistische sector A06 en voor 29% uit de sector A921. Dit zijn echter ook de sectoren met de grootste bevolking. De spreiding van de respons over de verschillende delen van de buurten (de statistische sectoren) is nagenoeg gelijk aan de spreiding van de steekproef (zie tabel). Tabel 3.3
Antwoordrespons per statistische sector (aantal en %) Aantal
AOO_ Centrum-grote markt A031_Melaan A041_Aartsbisdom A06_Onze-Lieve-Vrouwkerk A921_Adegemstraat A932_Begijnhof A942_Heembeemd A952_Kon. Astridlaan-binnenstad
4 35 10 108 143 71 85 37
Totaal
493
Respons
% 0,8 7,2 2,0 21,9 29,1 14,4 17,2 7,5
Steekproef Aantal % 10 110 31 349 450 175 275 100
0,7 7,3 2,1 23,3 30,0 11,7 18,3 6,7
1 500
Voor de beoordeling van de buurt, hergroeperen we de statistische sectoren tot vier buurten die elk aan een zijde van de Sint-Katelijnestraat en van de Hoogstraat/Guldenstraat liggen: 1. A932_Begijnhof + A031_Melaan (aantal=106), ten Westen van de SintKatelijnestraat.
Resultaten
25
2. A942_Heembeemd + A041_Aartsbisdom + AOO_ centrum- grote markt1 (aantal=99), de buurt ten Oosten van de Sint-Katelijnestraat. 3. A921_Adegemstraat + A952 Kon. Astridlaan-binnenstad (aantal=180); het deel ten Westen van de Hoogstraat en de Guldenstraat. 4. A06+, ' & . (aantal=108): de buurt ten Oosten van de Hoogstraat en de Guldenstraat. 1.3 Representativiteit van de respondenten voor de buurt In welke mate vertegenwoordigt de groep van respondenten de buurt? Mogen we de uitspraken van de respondenten beschouwen als representatief voor de mening van de buurt? We kunnen dit slechts tot op zeker hoogte nagaan. We beschikken over de leeftijd, het geslacht, de gezinssituatie van alle personen die geselecteerd werden voor deelname aan de studie (d.i. de steekproef) en voor de respondenten die de vragenlijst hebben ingevuld. Om een idee te hebben of allochtonen en autochtonen in gelijke mate participeren kunnen we kijken naar de verhouding tussen Belgen, genaturaliseerde Belgen en personen met een andere dan de Belgische nationaliteit. Overzichtstabellen vindt u in bijlage 1. Mannen namen in beide buurten meer dan de geselecteerde vrouwen deel aan de bevraging. Zowel in de buurt van de Hoogstraat als in de buurt van de Sint-Katelijnestraat weegt de mening van de mannen sterker door. Qua gezinstype zijn de jonge alleenstaanden wat ondervertegenwoordigd in de bevraging. In de Hoogstraat zijn ook de gezinnen met minderjarige kinderen wat minder aanwezig; in de omgeving van de Sint-Katelijnestraat weerspiegelt de steekproef het aandeel gezinnen met jonge kinderen uit de buurt. Zijn er geen minderjarige kinderen (meer) in huis dan wordt in beide buurten meer deelgenomen aan de enquête dan verwacht op basis van hun aanwezigheid in de steekproef. Voor de volledige leefbaarheidsmeting bekomen we een goede spreiding over alle leeftijdsklassen. Mensen in de drukke leeftijd 30-49 jaar waar gezin en werk vaak veel vergen, zijn vooral in de omgeving van de Hoogstraat wat ondervertegenwoordigd. De 65-plussers daarentegen maken in deze buurt meer gebruik van de kans die ze krijgen om hun mening te verkondigen over de buurt. In de Sint-Katelijnestraat is het vooral de jongste groep die minder deelneemt en de medioren (50-64 jaar) die vaker aan de studie meewerken. Ondanks de mogelijkheid om hulp van een tolk te krijgen bij het invullen van de vragenlijst, zijn de niet-Belgische en genaturaliseerde bewoners ondervertegenwoordigd in de onderzoeksgroep. 1
De statistische sector ‘centrum’ blijft in bevraging beperkt tot enkele adressen in de Goswin de Stassartstraat.
26
Hoofdstuk 3
Dit is in beide studiegebieden zo, maar nog meer uitgesproken rond de Hoogstraat/Guldenstraat, waar ze 27% uitmaken van de geselecteerde personen en slechts 11% van de respondenten. Rond de Sint-Katelijnestraat is dat respectievelijk 24% en 16%.
2. Profiel van de respondenten Voor we beschrijven hoe beide stadsdelen van elkaar verschillen in hun leefbaarheidsoordeel is het belangrijk na te gaan in welke mate ze van elkaar verschillen qua sociodemografische kenmerken. Immers, hoe men de omgeving percipieert, houdt vaak meer verband met leeftijd, geslacht, opleidingniveau en dergelijke dan met reële verschillen tussen de buurten zelf. 2.1 Leeftijd en geslacht We schreven reeds dat de respons in beide stadsdelen vergelijkbaar was met hun aandeel in de bevolking. In beide buurten zijn de mannen met 58% rond de Hoogstraat en 60% in de buurt van de Sint-Katelijnestraat in dezelfde mate oververtegenwoordigd onder de respondenten. Beide buurten verschillen wel significant van elkaar wat betreft de leeftijdsamenstelling van de respondenten (Chi², P=0,0218).
Figuur 3.1
Verdeling van de respondenten naar leeftijd
De middengroepen tussen 30-49 jaar en 50-64 jaar zijn veel meer aanwezig in de Sint-Katelijnestraat. Ze vormen er samen 70% van de respondenten.
Resultaten
27
Deze groep is in de Hoogstraat goed voor 57% van de respondenten. In de Hoogstraat zijn de jongste en vooral de oudste groep meer tegenwoordig. 2.2 Gezinssamenstelling van de respondenten Qua gezinssamenstelling zijn er geen statistisch significante verschillen tussen de buurten. Tabel 3.4
Verdeling van de respondenten naar gezinssituatie Hoogstraat Aantal %
Ik woon alleen zonder inwonende kinderen Ik woon met partner zonder inwonende kinderen Ik woon met partner met inwonende kinderen Ik woon alleen met inwonende kinderen Andere Totaal
Sint-Katelijnestraat Aantal %
99 95 56 17 16
35,0 33,6 19,8 6,0 5,6
67 52 59 17 8
33,0 25,6 29,1 8,4 4,0
283
100,0
203
100,0
Ontbrekende waarden=5
De respondenten uit het stadsdeel rond de Hoogstraat zijn wat vaker oudere alleenstaanden of meerpersoonshuishoudens waar geen minderjarige kinderen (meer) wonen. Als gezinssituatie zegt één op drie onder één dak te wonen met partner en met kinderen. Evenveel Hoogstraat-respondenten zegt alleen te wonen, eenzelfde aandeel als in de Sint-Katelijnestraat. In de omgeving van de SintKatelijnestraat zijn respondenten uit gezinnen met inwonende kinderen meer tegenwoordig: 29% behoort tot een klassiek gezin; 8% is een éénoudergezin. Dit komt tot uiting in de gezinsgrootte in beide buurten (figuur 3.2).
Figuur 3.2
Verdeling van de respondenten naar huishoudgrootte
28
Hoofdstuk 3
Beide buurten verschillen significant (Chi², P=0,0148) op het vlak van huishoudgrootte. In de Sint-Katelijnestraat zijn de drie- en vierpersoonshuishoudens, goed voor bijna één derde van de onderzoeksgroep, daar waar in de Hoogstraat vooral tweepersoonshuishoudens met 40% een belangrijk deel van de respondenten vertegenwoordigt. 2.3 Nationaliteit en herkomst We vermeldden reeds de ondervertegenwoordiging van allochtone buurtbewoners in de onderzoeksgroep, waarbij we ons baseerden op informatie van de dienst Bevolking. Vragen we het de respondenten zelf, dan zegt 93% (Hoogstraat) en 91% (Sint-Katelijnestraat) Belg te zijn. De herkomst van de 36 nietBelgen is divers. Vragen we naar de nationaliteit van de moeder, dan heeft 89% (Hoogstraat) en 85% (Sint-Katelijnestraat) althans ten dele andere roots. Dit stemt overeen met de informatie uit het bevolkings-, vreemdelingen en wachtregister, namelijk dat de onderzoeksgroep bestaat uit 10% tot 15% niet-Belgen of personen die voorheen een andere dan de Belgische nationaliteit hadden. 2.4 Tijdsbesteding, beroeps- en opleidingsniveau De resultaten weerspiegelen grotendeels de mening van hogeropgeleide inwoners. We weten niet hoe sterk dit afwijkt van de reële verdeling van de bevolking naar opleidingsniveau in deze buurten.
Figuur 3.3
Verdeling van de respondenten naar opleidingsniveau
In de Sint-Katelijnestraat heeft maar liefst 62% van de respondenten een diploma hoger (niet-)universitair onderwijs; in de buurt rond de Hoogstraat is dat 51%.
Resultaten
29
Personen met als hoogste diploma hoger middelbaar of minder, zijn in de Hoogstraat en omgeving meer aanwezig dan in de Sint–Katelijnestraat. Het feit dat de respondenten er vaker op pensioengerechtigde leeftijd zijn en de ouderen vaker niet zo lang school liepen, kan een (deel van de) verklaring zijn. In de buurt van de Sint-Katelijnestraat (68%) is men vaker aan het werk dan in de Hoogstraat (59%) wat strookt met het profiel van respondenten die meer op beroepsactieve leeftijd zijn en deel uitmaken van een gezin met inwonende kinderen. Alle groepen van werkenden en het bijzonder de bedienden en de zelfstandigen, zijn meer aanwezig onder de respondenten uit de buurt van de Sint-Katelijnestraat. In de buurt van de Hoogstraat zijn de (brug)gepensioneerde respondenten (29%) sterker aanwezig, al vormen zij ook in de ander buurt een belangrijk deel van de onderzoeksgroep. Tabel 3.5
Verdeling van de respondenten naar activiteit Hoogstraat Aantal %
Sint-Katelijnestraat Aantal %
Bediende Arbeider Ambtenaar Zelfstandige Kader Vrij beroep (dokter, advocaat, …) (Brug)gepensioneerd Huisman, -vrouw; student; andere Arbeidsongeschikt (ziek, invalide) Werkzoekend Totaal werkend Totaal niet werkend
91 22 21 13 13 8 81 18 9 7 168 115
32,2 7,8 7,4 4,6 4,6 2,8 28,6 6,4 3,2 2,5 59,4 40,6
51 21 22 19 16 6 37 15 10 7 135 69
25,0 10,3 10,8 9,3 7,8 2,9 18,1 7,4 4,9 3,4 66,2 33,8
Totaal
283
100,0
204
100,0
2.5 Besteedbaar inkomen van de respondenten De inkomensverdeling in de onderzoeksgroep is moeilijk interpreteren, vermits we niet exact weten over welk inkomen men beschikt in functie van het aantal personen in het gezin en omwille van de hoge non-respons op deze vraag.
30
Figuur 3.4
Hoofdstuk 3
Verdeling van de respondenten naar inkomenscategorie
Globaal genomen komen de hoogste inkomens (>4 000 EUR per maand) meer voor in de respondentengroep van de Sint-Katelijnestraat, maar de huishoudens zijn er ook groter; hier zijn meer werkenden én meer hooggeschoolden onder de respondenten. Ook de laagste inkomens vinden we meer in deze buurt: 32% kan er niet meer dan 1 500 EUR per maand besteden. Besteedbare inkomens tussen de 1 500 en de 2 500 EUR zien we vooral in de Hoogstraat en omgeving. Hier wonen meer (brug)gepensioneerden en andere niet-werkenden.
3. Woonsituatie van de respondenten 3.1 Aard van de woning, woonduur en bewoningstitel In beide stadsdelen wonen de respondenten in andere woningen (Chi², P=0,0001).
Resultaten
Figuur 3.5
31
Verdeling van de respondenten naar woningtype en buurt
Bij de respondenten uit de buurt van de Sint-Katelijnestraat domineert de rijwoning (57%). Als we deze aanvullen met de (half)open gebouwde woning (14%), dan betrekt 71% een ééngezinswoning. In de Hoogstraat bewonen de respondenten in hoofdzaak appartementen (52%) en in iets mindere mate ook rijhuizen (41%). Al verschillen beide delen van de stad danig qua woningtype, toch is men er in dezelfde mate eigenaar van de woning, namelijk 65% tot 67%. De rest huurt op de private huurmarkt, op 25 sociale huurders na. Eigenaars-bewoners in de SintKatelijnestraat en omgeving bewonen in de regel ééngezinswoningen (81%). Ten Westen van de Dijle wonen ze ook vaak in een appartement (43%). Ook al is men in dezelfde mate eigenaar van zijn woning, toch wonen de respondenten uit de buurt van de Sint-Katelijnestraat globaal genomen reeds langer op deze plaats dan hun stadsgenoten uit de Hoogstraat en omgeving: meer dan 60% woont er langer dan vijf jaar. In de buurt van de Hoogstraat is dat ongeveer de helft.
32
Figuur 3.6
Hoofdstuk 3
Respondenten naar woonduur en buurt
In de omgeving van de Hoogstraat zijn er zoals gezegd meer appartementen en alleenstaanden, die doorgaans minder honkvast zijn. Anderzijds telt de Hoogstraat en omgeving meer ouderen die minder snel verhuizen. 3.2 Woonkost Eigenaars-bewoners uit de Hoogstraat hebben minder vaak nog een hypothecaire lening af te lossen (55%) dan wie in de omgeving van de Sint-Katelijnestraat (38%) straat woont, waar de respondenten jonger zijn. Éen op drie eigenaars-bewoners lost maandelijks tussen 500 en 750 EUR af; 40% onder hen betaalt méér. Uit de woonsurvey 2005 (Heylen et al., 2007) bleek het mediaan aflossingsbedrag in 2005 500 EUR per maand voor gans Vlaanderen. In het westelijk deel van de Mechelse binnenstad zit slechts één op vier eigenaars onder dit bedrag, ondanks het grotere aandeel van appartementen (29%).
Resultaten
Figuur 3.7
33
Eigenaars-bewoners naar maandelijkse aflossing en aard van de woning
Wie een woning huurt in het westelijk deel van de Mechelse binnenstad, huurt in 71% van de gevallen een appartement. Van de 135 huurders waarover we informatie hebben, betaalt 36% 250 tot 500 EUR per maand; 46% betaalt tussen 500 en 750 EUR per maand en 16% betaalt meer.
Figuur 3.8
Huurders naar maandelijkse huur en aard van de woning
34
4.
Hoofdstuk 3
Tevredenheid over de buurt of globaal leefbaarheidsoordeel
De tevredenheid van de bewoners over hun buurt zegt veel over hoe zij de kwaliteit van hun directe woonomgeving percipiëren en wordt meestal als indicator gebruikt voor de leefbaarheid van de buurt. “In welk mate ben je tevreden met je buurt?" is de eerste vraag die in de leefbaarheidsmeting werd voorgelegd. De buurt wordt hierbij omschreven als ‘een gebied iets groter dan je eigen straat, de directe woonomgeving dus’. Het merendeel van de bevraagde bewoners – namelijk 69% – zegt tevreden te zijn met de buurt, waaronder 17% zeer tevreden en 52% eerder tevreden is.
Figuur 3.9
Tevredenheid met de buurt of globaal leefbaarheidsoordeel, alle respondenten
Vergelijken we dit resultaat met de situatie in 2008 toen in gans Mechelen de survey van de stadsmonitor werd afgenomen en dezelfde vraag eveneens als eerste vraag aan bod kwam in een schriftelijke vragenlijst (Bral et al., 2009) dan blijkt men in het studiegebied iets minder positief dan twee jaar geleden in gans Mechelen. In 2008 antwoordde 73% van de bevraagde Mechelaars positief, waarmee Mechelen de voorlaatste positie innam onder de 13 centrumsteden. Omdat toen ook respondenten uit de deelgemeenten bevraagd werden, is dit resultaat niet volledig vergelijkbaar met het voorliggende resultaat.
4.1 Verschillen naar buurt De manier waarop onze respondenten de leefbaarheid in hun buurt beoordelen, is vergelijkbaar in de twee buurten die voorwerp uitmaken van deze studie.
Resultaten
35
Figuur 3.10 % respondenten dat zeer tevreden, eerder tevreden, noch tevreden noch ontevreden, eerder ontevreden of zeer ontevreden is met de eigen buurt; naar buurt
Ook tussen het Oostelijk en Westelijk deel van beide buurten vinden we geen verschil in globaal leefbaarheidsoordeel. 4.2 Verschillen naar bewonerskenmerken De globale tevredenheid met de buurt verschilt niet tussen mannen en vrouwen en ook niet naar globaal gezinstype (alleenstaand, huishouden met minderjarige kinderen en meerpersoonshuishouden zonder minderjarige kinderen). Het oordeel over de buurt verschilt wél significant in functie van de leeftijd, het behaalde onderwijsniveau en het eigendomstatuut van de respondent (zie figuur).
Figuur 3.11 Aandeel respondenten dat zeer/eerder tevreden, noch tevreden noch ontevreden, eerder/zeer ontevreden is met de buurt; naar persoonskenmerken
Hoe ouder de respondent, hoe minder positief dus over de eigen woonomgeving. Zo’n 80% van de bevraagde bewoners onder de 30 jaar laat zich globaal positief uit over de buurt, 74% van de 30-49-jarigen, 66% van de 50-64-jarigen en het aandeel
36
Hoofdstuk 3
tevredenen zakt verder tot 56% bij de 65-plussers. Het stedelijk woonmilieu wordt in beide bevraagde buurten door de ouderen als minder leefbaar ervaren dan door de jongere medebewoners. Een tweede verschil manifesteert zich bij een opsplitsing naar scholingsniveau. Wie hoger onderwijs genoot, al dan niet aan de universiteit, is opvallend vaker tevreden met de leefomgeving (79%) dan de lager geschoolden (59 tot 61%). Vermoedelijk is er een verband met de grotere keuzevrijheid die hoger opgeleiden hebben om te wonen waar ze willen. Verder kan ook de relatie tussen leeftijd en opleidingsniveau een deel van de verklaring zijn, evenals het feit dat lager opgeleiden vaker een huurwoning betrekken. Immers, wie een eigen woning bewoont, is vaker tevreden (73%) dan wie huurt (62%) in de onderzoeksgroep. Huurders spreken vaak geen echt oordeel uit. Ontevredenheid met de buurt kan uiteenlopende oorzaken hebben. Het kan te maken hebben met het aanzien van de buurt, het onderhoud, de overlast, de veiligheid, de voorzieningen, het sociaal contact enzovoort. Zowel economische, sociale, fysiek-ecologische als institutionele factoren zijn hierop van invloed (Bral et al., 2009). In de rest van de vragenlijst wordt nagegaan op welke vlakken de buurt het goed of minder goed doet.
5. Functionaliteiten en fysieke kwaliteiten van de buurt De respondenten beoordelen een aantal uitspraken over de buurt die met het uitrustingsniveau en het globale uitzicht te maken hebben (figuur 3.12 en figuur 3.13). Grosso mode komen dezelfde items in beide buurten naar voor als (on)voldoende aanwezig. Positief scoort vooral de ontsluiting met het openbaar vervoer, gevolgd door de buurtcontacten, het aanbod voor ouderen en de aanblik van de gebouwen. Vooral het aanbod voor kinderen en jeugd en het groen in de buurt worden als ontoereikend gezien. Een overzicht van de uitspraken en het aandeel mensen in de buurt dat het ermee eens of oneens is, zien we in twee figuren op het volgende blad. We bespreken ze achtereenvolgens en wijzen ook op de verschillen tussen de deelbuurten die ten Oosten en ten Westen liggen van de twee assen – SintKatelijnestraat en Hoogstraat/Guldenstraat – van de twee stadsvernieuwingsgebieden. De verschillende subgroepen in de onderzoeksgroep wijken soms af in hun oordeel over de voorgelegde uitspraken. We bespreken ook deze verschillen, wanneer ze statistisch significant zijn.
Methodologie
Figuur 3.12 Aandeel respondenten dat het eens is over de aanwezigheid van … in buurt
Figuur 3.13 Aandeel respondenten dat het oneens is over de aanwezigheid van … in buurt
37
38
Hoofdstuk 3
5.1 Voldoende haltes voor het openbaar vervoer Voor zo goed als alle bewoners is de ontsluiting van de buurten met het openbaar vervoer voldoende gegarandeerd. Bijna allen oordelen dat het aantal haltes voor openbaar vervoer volstaat. Er is geen verschil tussen buurten onderling op dit vlak, noch in functie van bewonerskarakteristieken. 5.2 Waardering sociale contacten en ontmoetingsplaatsen in de buurt De sociale contacten in de buurt worden door 63% (Hoogstraat) tot 70% (SintKatelijnestraat) van de bewoners gewaardeerd. Binnen de twee stadsvernieuwingsgebieden zien we significante verschillen (Chi², P=0,0081). Vooral rond de Melaan en in de buurt van het Begijnhof (83%) – Sint-Katelijnestraat-West – en in de buurt rond de Onze-Lieve-Vrouwekerk (67%) – Hoogstraat-Oost – vindt men het fijn om de met de andere buurtbewoners een babbeltje te slaan. Dat is vooral heel wat minder ten Oosten van de Sint-Katelijnestraat. Eigenaars (70%) vinden meer dan huurders (56%) dat het aangenaam praten is met de mensen in de buurt. Eigenaars investeren meer in sociale contacten in de buurt omdat hun woonplaats vaker een definitief karakter heeft. Bij bewoners van een ééngezinswoning (71%) en appartementsbewoners (58%) verschijnt een gelijkaardig verschil. Een op vier bewoners van een ééngezinswoning en één op vier eigenaars vindt het zelfs ‘zeer aangenaam’ om met de mensen in de buurt te praten! Bijna significant is het hoge aandeel hooggeschoolden (71%) dat de sociale contacten met de mensen in de buurt aangenaam vindt, in vergelijking met wie maximaal hoger middelbaar onderwijs genoot (60 à 61%). Over de mogelijkheden die de publiek ruimte in de buurt biedt om elkaar te ontmoeten zijn de meningen verdeeld. Van iets meer dan de helft van de bewoners krijgt de buurt een onvoldoende; een kleine helft vindt dat het volstaat. Wie tussen de 30 en de 65 jaar is, vindt meer dan de jongere en oudere bewoners dat de buurt voldoende ontmoetingsmogelijkheden biedt. Ruim de helft onder hen vindt dat er voldoende plaatsen zijn om elkaar te ontmoeten (56%); bij de bewoners van 65jaar en ouder (41%) en buurtbewoners onder de 30 jaar (46%) is dat significant minder. Misschien is de publieke ruimte meer aangepast aan de middenleeftijdsgroep en minder uitnodigend of geschikt voor de andere leeftijdsgroepen. 5.3 Toereikend aanbod voor ouderen en gepensioneerden Heel wat respondenten vinden dat er voldoende activiteiten zijn voor gepensioneerden, al blijft 30 tot 40% het antwoord schuldig. Jongvolwassenen bijvoorbeeld hebben vaak geen idee van het aanbod voor ouderen in de buurt.
Resultaten
39
Ook, hoe hoger men is opgeleid, hoe vaker men zegt dat men niet weet of het aanbod in de buurt toereikend is voor de ouderen. De bewoners van de buurt ten Oosten van de Sint-Katelijnestraat vinden het aanbod voor ouderen het vaakst toereikend (62%). Ze worden gevolgd door de bewoners in de buurt ten Westen van de Hoogstraat/Guldenstraat (46%). De 65-plussers zelf, maar ook de groep die net iets jonger is (50-64 jaar), zijn méér van mening dat het aanbod voor hun leeftijd in de buurt volstaat (48%) dan wie jonger is dan 50 jaar (33% tot 39%), maar meestal weten ze het gewoon niet (41% à 42%). Ook gezinnen met minderjarige kinderen wijken af van de alleenstaanden en de meerpersoonshuishoudens zonder kleine kinderen doordat ze vaker te kennen geven dat ze dit aanbod niet kunnen inschatten. 5.4 De aanblik van de gebouwen en netheid van openbaar domein De mensen ten Oosten en ten Westen van de kernstraten uit het stadsvernieuwingsgebied verschillen sterk in hun oordeel over het uitzicht van hun buurt (Chi², P=0,0001).
Figuur 3.14 Aandeel respondenten dat het volledig eens of eerder eens, is met de uitspraak ‘de gebouwen in mijn buurt zijn over het algemeen mooi’, naar buurt
Bewoners ten Westen van de Sint-Katelijnestraat (76%), meer bepaald in de omgeving van de Melaan en het Begijnhof, zijn het meest opgetogen over de aanblik van de gebouwen in hun omgeving. Het is een stadsdeel waar heel wat (kunst)historisch erfgoed te vinden is. In het stadsdeel van de Hoogstraat, waar tijdens de bevraging een stadsvernieuwingsproject in de startblokken stond, is dat veel minder het geval (46%). Vooral in de straten ten Westen van Hoogstraat en Guldenstraat (40%) en vooral dan in de statistische sector die aan de stadring grenst (26%) vindt men de gebouwen meestal niet mooi. Ten Oosten van de Hoog-
40
Hoofdstuk 3
straat/Guldenstraat ligt de buurt rond de Onze-Lieve-Vrouwekerk, waar ook een groot deel van de bewoners de aanblik van de gebouwen waardeert. De buurten die door de bewoners het mooist gevonden worden, zijn ook de buurten die men het netst vindt (straten en voetpaden), al zijn de verschillen tussen de vier stadsbuurten hier minder uitgesproken. 5.5 Speelvoorzieningen voor kinderen en ruimte voor opgroeiende jeugd Frequent negatief beoordeelde aspecten houden verband met de kindvriendelijkheid van de buurt, meer bepaald de speelvoorzieningen voor kinderen en geschikte publieke ruimte voor jongeren. Ook meer groen staat veeleer hoog genoteerd. In beide stadsvernieuwingszones vindt 65% dat het aanbod in de buurt voor jongere kinderen (-12 jaar) niet volstaat. Zoemen we in op het Oostelijk en het Westelijk deel van deze buurten (zie figuur 3.15), dan blijken deze percentages grote verschillen te verbergen (Chi², P=0,0001). Het is in de buurt van het Begijnhof en de Melaan enerzijds en in de buurt rond de Onze-Lieve-Vrouwekerk anderzijds dat drie kwart van de buurtbewoners een tekort aan speelruimte signaleert voor jonge kinderen. In de andere twee stadsdelen is dat wat minder aan de orde, maar zegt toch een meerderheid (56% à 59%) dat het huidige aanbod voor de jongste Mechelaars niet volstaat. Het aanbod in de publiek ruimte voor de oudere kinderen (12 jaar en ouder) wordt minder streng beoordeeld: 54% rond de Katelijnestraat en 60% in de omgeving van de Hoogstraat signaleert een tekort voor deze doelgroep. Meer dan in de andere buurten (51% tot 57%) vinden de buurtbewoners uit de omgeving van de Onze–Lieve–Vrouwekerk dat er voor de opgroeiende jeugd te weinig mogelijkheden zijn om samen buiten te verblijven (65%). Op statistisch sectorniveau springt de sector ‘Koningin Astridlaan’ in het oog voor wat betreft het gebrek aan recreatiemogelijkheden voor tieners in de publieke ruimte, genoemd door 79% van de respondenten.
Resultaten
41
Figuur 3.15 Aandeel respondenten dat het volledig of eerder oneens is met de uitspraak ‘er zijn voldoende speelvoorzieningen voor kinderen (0-12 jaar) in mijn buurt’ en ‘er zijn voldoende geschikte plekken in mijn buurt waar de opgroeiende jeugd (vanaf 12 jaar) buiten kan samenkomen’, naar buurt
Eigenaars en huurder schatten het aanbod voor de jonge kinderen verschillend in. Huurders (74%) vinden significant meer dan eigenaars (61%) dat het openbaar domein niet voldoende plaats biedt om te spelen. Dit resultaat ligt in dezelfde lijn van de beoordeling van het openbaar groen in de buurt. 5.6 Aanwezigheid van groen in de buurt In de beoordeling van het aanwezige groen in de buurt verschillen de twee stadsvernieuwingsgebieden van elkaar (Chi², P=0,04). Een gebrek aan groen in de buurt is vooral in de omgeving van de Sint-Katelijnestraat een bezorgdheid (60%), al wil ook 49% van de bewoners rond de Hoogstraat/Guldenstraat graag meer buurtgroen. Het verschil tussen het Oosten en het Westen van de twee studiegebieden is beperkt. We zien wel dat men bovenal in de statistische sector van het Begijnhof te weinig groen (67%) ervaart in de directe omgeving. De leeftijd en het opleidingsniveau van de buurtbewoner, en ook het eigendomsstatuut hangt samen met het oordeel over groen in de buurt (zie figuur).
42
Hoofdstuk 3
Figuur 3.16 Aandeel respondenten dat het eerder/volledig oneens is met de uitspraak ‘er is voldoende groen in mijn buurt’, naar eigendomstitel, leeftijd en opleidingsniveau
Eigenaars en huurders percipiëren het groen in dezelfde buurt anders. Huurders (62%) vinden vaker dan eigenaars (49%) dat er niet genoeg van is in de buurt. Een mogelijke verklaring kan zijn dat eigenaars vaker een tuin of groot terras hebben, waardoor het groen buiten de woning er voor hen iets minder toe doet? Wie hoger is opgeleid geeft meer te kennen dat er te weinig groen is in de buurt (zie figuur) en dat geldt vooral voor wie universitair geschoold is (59%). Bij mensen met een diploma lager onderwijs of lager middelbaar onderwijs wordt dat wat minder vaak als een tekort geduid (46%). Vooral de oudste respondenten laten positief uit over het groen in directe omgeving: 45% vindt dat het volstaat. De groep van 50 tot 65 jaar, de zogenaamde ‘medioren’, zijn hierover het minst positief (63%). Van de jongere bewoners (18-49 jaar) vindt ruim de helft de buurt niet groen genoeg.
6. Onveiligheidsgevoelens Subjectieve onveiligheid is een essentiële dimensie van de kwaliteitsbeleving van de buurt. Soms zijn onveiligheidsgevoelens een gevolg van slachtofferschap, maar vaak ook drukken ze een gevoel van kwetsbaarheid en hulpeloosheid uit, geprojecteerd op criminaliteit. In §4.1.3.1 schetsen we de gevolgen ervan voor individu en buurt.
Resultaten
43
Het onveiligheidsgevoel wordt gemeten met een vragenbatterij (cf. 4.1.3) van 8 items die verschillende soorten van bedreigingen en kwetsbaarheid weergeven, namelijk hulpeloosheid, preventief gedrag en angst en de mate waarin men naar crimineel gedrag verwijst als een oorzaak van die onveiligheidsgevoelens. We meten een veralgemeend onveiligheidsgevoelen, los van reële concrete feiten en plaatsen, al is er een band met de veiligheid van de buurt met vragen naar het beveiligen van de woning, durven opendoen als er ‘s nachts gebeld wordt en zo meer. 6.1 Onveiligheidsgevoelens bij de bewoners en verschillen naar buurt We gaan na in welke mate het globaal (on)veiligheidsgevoel van de bewoner in de Mechelse binnenstad afwijkt van het (on)veiligheidsgevoel bij de gemiddelde Vlaming. Hiertoe doen we een beroep op de resultaten van de SCV-survey2008,2 waarin respondenten uit 123 Vlaamse steden en gemeenten werden bevraagd met een vergelijkbare schaal (Verlet et al., 2009). In figuur 3.17 vindt u de resultaten voor de totale onderzoeksgroep; in de tabel hieronder ziet u op welke items er significant verschillend wordt gereageerd in de verschillende buurten in het studiegebied. Tabel 3.6
Significante verschillen in (on)veiligheidsgevoel, naar buurt Hoogstraat Oneens Eens
Straten zijn veiliger geworden de laatste 10 jaar Ik voel me ’s avonds op straat veilig ’s Avonds/’s nachts doe ik de deur open als er wordt gebeld
Sint-Katelijnestraat Oneens Eens
Chi², P=
30,9
36,2
20,4
45,3
0,0469
44,4 58,7
37,0 24,4
33,5 52,0
50,2 30,2
0,0031 0,0003
6.1.1 Kinderen veilig alleen op straat Net zoals in Vlaanderen vindt twee derden van de onderzoeksgroep dat je je kinderen vandaag de dag niet veilig op straat kunt laten (66%); 14% vindt van wel. Bewoners in en rond de Sint-Katelijnestraat zijn gematigder (60%) dan in de buurt rond de Hoogstraat/Guldenstraat (70%).
2
Survey sociaal culturele verschuiving van de Studiedienst van de Vlaamse regering.
44
Hoofdstuk 3
6.1.2 Veilig gevoel ’s avonds en ’s nachts Meer dan de helft van de bevraagde binnenstadbewoners (56%) doet ’s avonds en ‘s nacht de deur niet meer open als er wordt gebeld. Hier wijkt de houding van de Mechelse binnenstadbewoner af van wat de doorsnee Vlaming zegt te doen (42%). ’s Avonds op straat (42%) voelen evenveel buurtbewoners zich veilig als onveilig (40%). De resultaten op beide items middelt de significant minder voorzichtige houding bij bewoners in de buurt van de Sint-Katelijnestraat (42%) en de attitude van de bewoners in de omgeving van de Hoogstraat (52%) wanneer er bij donker wordt aangebeld. Mensen uit de buurt van de Sint-Katelijnestraat voelen zich ook heel wat meer op hun gemak ’s avonds op straat (50%) dan wie rond de Hoogstraat woont (37%). 6.1.3 Preventie woninginbraak en carjacking Preventief gedrag kan bestaan in het niet onbewaakt laten van je woning als je een tijdje van huis bent of het laten plaatsen van een alarmsysteem om inbrekers te snel af te zijn. De angst voor diefstal of beschadiging aan het huis wanneer men op vakantie is, is in het studiegebied (41%) niet groter dan elders in Vlaanderen (41%). In Vlaanderen vindt 54% een alarmsysteem geen overbodige luxe, maar in de Mechelse binnenstad loopt het zo’n vaart niet: 31% vindt het geen noodzaak. Opmerkelijk is dat 45% van de Mechelaars in het studiegebied zegt de auto onmiddellijk te sluiten na het instappen, wat bij de Vlaamse medeburger heel wat minder gebeurt (34%). 6.1.4 Geloof in de politie in de strijd tegen criminelen en de vooruitgang op het vlak van veiligheid Twee items die een gevoel van hulpeloosheid uitdrukken, vragen naar het vertrouwen in de politie om de burger tegen criminelen te beschermen en naar de evolutie van de straten op het vlak van veiligheid de laatste tien jaar. Niet zo’n groot deel van de bewoners (28%) ziet de politie ertoe in staat de burger nog te beschermen, net zoals elders in Vlaanderen (28%). Opmerkelijk is dat veel stedelingen in onze studie toch vinden dat de straten de voorbije tien jaar veiliger werden (40%), slechts 27% vindt dat niet. De doorsnee Vlaming ziet dat helemaal anders: slechts 17% zag een verbetering de voorbije tien jaar op het vlak van veiligheid in de straten. Wellicht maakte de Mechelse binnenstad het voorbije decennium een andere evolutie door dan de buitengebieden. In een paragraaf 9 (zie verder) wordt de evolutie van de buurt besproken de voorbije jaren en komt een positief beeld naar voor over de vooruitgang van de buurt, dat hierbij aansluit. De bewoners rond de Sint-Katelijnestraat hebben een gunstigere kijk op de vooruitgang qua veiligheid: volgens 45% ging deze erop vooruit versus 36% in de
Resultaten
45
Hoogstraat. Vooral wie ten Westen van de Sint-Katelijnestraat woont deelt die positieve kijk (48%).
Methodologie
Figuur 3.17 Subjectief onveiligheidsgevoel
46
Resultaten
47
6.2 Onveiligheidsgevoelens naar bewonerskenmerken Uit de literatuur bleek de sterke samenhang tussen onveiligheidgevoelens en sociodemografische kenmerken van de bewoners. Globaal in Vlaanderen stelt men vast dat vooral vrouwen, ouderen en lager opgeleiden meer onveiligheidsgevoelens ervaren en rapporteren (Verlet et al., 2009). Dit beeld tekent zich scherp af in de bestudeerde buurten in de Mechelse binnenstad. Vrouwelijke bewoners voelen zich ’s avonds minder veilig op straat dan mannen en houden eens het avond is de deur vaker toe. Vrouwen zien meer dan mannen heil in een alarmsysteem en hebben er minder dan mannen vertrouwen in dat de politie hen kan beschermen. De onveiligheidgevoelens nemen bij de binnenstadbewoners scherp en gradueel toe met de leeftijd. U ziet de items waarvoor een significante verschillend oordeel naar leeftijd werd vastgesteld, samengevat in figuur 3.18.
Figuur 3.18
Aandeel bewoners dat zich onveilig voelt, naar leeftijdscategorie
Niet eens 10% van de 65-plussers doet ’s avonds en ’s nachts nog de deur open, slechts 17% voelt zich ’s avonds veilig op straat. Niet meer dan 16% van de oudste stadsbewoners gelooft dat de politie hen kan beschermen, wat op een gevoel van
48
Hoofdstuk 3
hulpeloosheid wijst bij deze bevolkingsgroep. Een grote groep (44%) vindt dat de straten er de laatste 10 jaar niet veiliger op zijn geworden, daar waar dat aandeel bij de jongste bevraagden slechts 11% is. Al bijna even systematisch zijn de verschillen naar opleidingsniveau: hoe hoger geschoold, hoe veiliger men zich voelt. Dit maakt dat de hoger opgeleiden zich vrijer bewegen en met minder angst door het leven gaan. De significante verschillen zijn samengevat in volgende figuur.
Figuur 3.19 Aandeel bewoners dat zich onveilig voelt, naar opleidingsniveau
Tussen alleenstaanden, gezinnen zonder minderjarige kinderen en gezinnen mét minderjarige kinderen blijken eveneens grote verschillen. Gezinnen met minderjarige kinderen ervaren duidelijk minder onveiligheidsgevoelens dan gezinnen zonder of wie alleen woont. Er is één uitzondering, namelijk zij vinden meer dan de anderen dat de kinderen niet veilig alleen de straat op kunnen. Voor het overige voelen ze zich veiliger op straat en ze nemen minder voorzorgsmaatregelen tegen mogelijk crimineel gedrag: sluiten minder vaak de auto sluiten bij het instappen, doen vaker open als er bij donker wordt. Meerpersoonshuishoudens waar geen minderjarige kinderen (meer) inwonen, voelen zich ’s avonds op straat minder vaak veilig en vrezen ook meer dat de politie niet in staat is hen te beschermen.
Resultaten
49
7. Veiligheid en overlast in de buurt 7.1 Globaal veiligheidsgevoel ten aanzien van de eigen buurt Bijna zes op tien binnenstadbewoners in het onderzochte gebied voelt zich er niet altijd veilig. Bij ongeveer één op vijf stedelingen is dat vaak of zelfs altijd. Anderzijds voelt 42% zich (bijna) altijd veilig in de eigen buurt.
Figuur 3.20 Gebeurt het wel eens dat je je onveilig voelt in je eigen buurt?
De helft van de bewoners (52%) vindt dat ze in hun buurt op alle plaatsen kunnen komen; 28% vindt van niet. We stellen geen verschillen vast tussen de twee studiegebieden en ook niet tussen de west– en de oostkant. Het oordeel over de veiligheid in de eigen buurt varieert, net zoals het globaal onveiligheidsgevoel, zeer sterk met geslacht, leeftijd en opleidingsniveau van de bewoner. Mannen, hooggeschoolden, bewoners in de leeftijdscategorie van 30 tot 50 jaar en mensen die deel uitmaken van een gezin met minderjarige kinderen, voelen zich het veiligst in de eigen buurt. De verschillen zijn statistisch erg significant en zijn samengevat in de volgende figuur.
50
Hoofdstuk 3
Figuur 3.21 Gebeurt het wel eens dat je je onveilig voelt in je eigen buurt? Naar kenmerken
Het zich veilig voelen in de eigen buurt en het gevoel dat men er overal kan komen, is sterker verbonden aan de kenmerken van de respondent dan aan de buurt waar men woont en aldus de reële veiligheid of onveiligheid van de buurt. Dat neemt natuurlijk niet weg dat er zich reële problemen voordoen op het vlak van veiligheid en overlast. De manier waarop de bewoner hiermee omgaat en de mate waarin dit zich vertaalt in gevoelens van angst en onveiligheid verschilt echter van persoon tot persoon en hangt samen met kenmerken zoals leeftijd geslacht, gezinssituatie en de opleiding die men genoot. 7.2 Perceptie van de problemen in de buurt We legden de bewoners een aantal situaties voor en vroegen hen aan te geven in welke mate men dit als een probleem ervaart in de buurt. De situaties hebben betrekking op de verkeersleefbaarheid, de problematiek van overlast (rommel, vandalisme, lawaai e.d.), vormen van geweld en agressie en tot slot diefstal en inbraak. We bespreken de verschillen tussen de buurt rond de Sint-Katelijnestraat en de Hoogstraat en tussen het Oostelijk en het Westelijk deel van de buurt, voor zover ze er zijn. Een overzicht van de significante verschillen tussen de vier stadsdelen vindt u in bijlage 3. We gaan van start met een vergelijking van de
Resultaten
51
binnenstedelijke buurtproblemen in vergelijking met hun voorkomen in gans Mechelen. 7.2.1 Buurtproblematiek in het studiegebied in vergelijking met gans Mechelen De vragenbatterij over de perceptie van de veiligheid in de buurt werd integraal overgenomen uit de federale veiligheidsmonitor 2008, op het einde aangevuld met enkele extra items. In 2008 werden dezelfde problematieken aan 350 Mechelaars uit de stad en de deelgemeenten voorgelegd met de vraag of zij dit als een probleem ervaren in hun buurt. We stellen vast dat veel meer binnenstadbewoners uit het studiegebied de genoemde problemen ervaren in de buurt op enkele uitzonderingen na, namelijk de inbraakproblematiek en ‘aanrijdingen’. U vindt een overzicht in de figuur op het volgende blad. Zowel in het studiegebied als in ‘Groot-Mechelen’ ervaart het grootste aantal bewoners de onaangepaste snelheid in het verkeer als een probleem in de buurt. Verkeersagressie en rommel op straat, die op de tweede en derde plaats staan in het studiegebied. In Groot-Mechelen worden deze nog voorafgegaan door inbraken in gebouwen of woningen, wat hier in de binnenstad als een minder groot probleem wordt ervaren. In het gebied rond de Sint-Katelijnestraat en de Hoogstraat hebben de buurtbewoners veel meer dan elders in Mechelen, te lijden onder agressief verkeersgedrag in de buurt, fietsendiefstallen, overlast van groepen jongeren, geluidsoverlast van het verkeer, rommel op straat en vernielingen of vandalisme (straatmeubilair, bus- of tramhokjes, ... en dergelijke).
52
Leefbaarheidsmeting Mechelen 2010 en Federale veiligheidsmonitor 2008
Figuur 3.22 Gepercipieerde problemen in de buurt, aandeel bewoners dat … ervaart als een probleem in de buurt
Hoofdstuk 3
Bron:
Resultaten
53
7.2.2 Ervaren buurtproblemen, verschillen naar buurt 7.2.2.1 Verkeersleefbaarheid Uit onderzoek blijkt dat verkeersveiligheid in het algemeen en overdreven snelheid in het bijzonder zeer zwaar doorwegen op het veiligheidsgevoel (§4.1.3.3). Zowel in de buurt van de Sint-Katelijnestraat als in de omgeving van de Hoogstraat, is onaangepast gedrag in het verkeer storend voor een grote bewonersgroep, al stelt het probleem zich rond de Hoogstraat/Guldenstraat sterker.
Figuur 3.23 De mate waarin je … helemaal wel/eerder wel als een probleem ervaart in je buurt (verkeersleefbaarheid)
Drie aspecten van verkeersleefbaarheid worden door een grote meerderheid van de respondenten als een probleem ervaren in hun buurt. In de eerste plaats klaagt men de onaangepaste snelheid aan van het verkeer in de buurt (76%). Agressief verkeersgedrag volgt op de tweede plaats (66%) en ten slotte foutief parkeren of wildparkeren (62%). Geluidsoverlast door het verkeer is eveneens voor een grote groep van bewoners een probleem (45%).
54
Tabel 3.7
Hoofdstuk 3
Problemen verkeersleefbaarheid, significante verschillen naar buurt
Wildparkeren, foutief geparkeerde wagens Helemaal/eerder wel Helemaal/eerder niet Agressief verkeersgedrag Helemaal/eerder wel Helemaal/eerder niet
Hoogstraat
Sint-Katelijnestraat
Chi², P=
68,3 29,2
52,2 45,3
0,0054
70,5 23,8
60,6 36,9
0,0088
Agressief verkeersgedrag en overlast door wildparkeren komen duidelijk sterker naar voor als een probleem voor de omgeving van de Hoogstraat/Guldenstraat (zie tabel 3.7). Geluidsoverlast door verkeer komt dan weer significant méér voor op de klachtenlijst in het Oostelijk deel van de Sint-Katelijnestraat en ten Oosten van de Hoogstraat/Guldenstraat, d.i. de buurt rond de Onze-Lieve-Vrouwekerk (beide 52%). In de omgeving van de Melaan en het Begijnhof is dit het minst aan de orde (33%). 7.2.2.2 Vermogensdelicten Fietsendiefstal is een reëel probleem in de Mechelse binnenstad: 57% van de bewoners ervaart dat effectief als problematisch in de buurt. Diefstal uit auto’s is voor bijna de helft van de bewoners een probleem van de buurt. Eén op drie bewoners vindt inbraak in woningen of andere gebouwen een probleem. Autodiefstal wordt door 22% van de buurtbewoners als probleem gecatalogeerd.
Figuur 3.24 De mate waarin je … helemaal wel/eerder wel als een probleem ervaart in je buurt (vermogensdelicten)
Is de verkeersleefbaarheid een groter probleem aan de Hoogstraat, dan zijn vermogensdelicten meer een problematiek die rond de Sint-Katelijnestraat wordt
Resultaten
55
gerapporteerd. Twee problemen worden er significant vaker genoemd: woninginbraak en autodiefstal. In de omgeving van de Hoogstraat zeggen de bewoners veel vaker niet op de hoogte te zijn, het niet te weten. Tabel 3.8
Vermogensdelicten, significante verschillen naar buurt
Autodiefstal Helemaal/eerder wel Helemaal/eerder niet Inbraak in woningen of andere gebouwen Helemaal/eerder wel Helemaal/eerder niet
Hoogstraat
Sint-Katelijnestraat
Chi², P=
19,3 49,5
26,4 53,0
0,0352
33,0 44,2
37,1 39,5
0,0337
Aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk lijkt de buurt wat minder geplaagd door inbraken in woningen/gebouwen (31%) dan in de drie overige buurten (35 à 37%). 7.2.2.3 Overlast en verloedering Overlast zoals lawaai, rommel, druggebruik, vandalisme en zo meer wordt zowel veroorzaakt door bezoekers en gebruikers van de buurt als door medebewoners. Het vormt een veelvoorkomend probleem voor de stadsbewoners, dat het dagelijks leven in de buurt bemoeilijkt (cf. figuur).
56
Hoofdstuk 3
Figuur 3.25 De mate waarin je … helemaal wel/eerder wel als een probleem ervaart in je buurt (overlast)
Rommel in de buurt is een algemeen verschijnsel in de bestudeerde zones in de binnenstad (64%) en komt in deelbuurten gelijk voor. De helft van de bewoners geeft aan dat leegstand en verkrotting van huzien, winkels en andere gebouwen een probleem is in de buurt. Dit is significant meer zo ten Westen van de Hoogstraat (56%), maar vooral problematisch in de buurt ten Oosten van de SintKatelijnestraat (63%). Als derde overlastproblematiek verschijnt ‘overlast vanwege jongeren’, onderkend door de helft van de bewoners. De ervaren overlast (andere dan van het verkeer, cf. supra 7.2.2.1) neemt vaak de vorm aan van geluidsoverlast (38%) en van vandalisme (33%), wat in dezelfde mate vernielingen betreft als het bekladden van muren, graffiti. Jongeren die overlast veroorzaken, overlast verbonden aan bepaalde etablissementen, het verhandelen/gebruiken van drugs op straat zijn duidelijk buurtgebonden en vormen vooral een ernstig probleem ten Oosten van de Sint-Katelijnestraat. Hier klaagt 71% van de bewoners de problematiek van jongerenoverlast aan; desalniettemin wordt dit ook in de drie andere buurten als één van de voornaamste bronnen van overlast ervaren (46%). Ook leegstaande en verkrotte gebouwen, winkels en woningen zijn hier meer dan in de andere deelbuurten een smet op de buurt, wat niet los mag gezien worden van de overlastproblematiek.
Resultaten
57
Figuur 3.26 Problemen van overlast naar aard, significante verschillen naar buurt
Het bekladden van muren, graffiti is meer een ergernis in de buurt van de Melaan, het Begijnhof (37%) en in de buurt rond de Onze-Lieve-Vrouwestraat (37%) dan in beide andere buurten. 7.2.2.4 Geweld en bedreigingen Een laatste reeks items van buurtproblematieken in de vragenlijst betreft geweld ten aanzien van personen (ruzie, bedreigingen, agressie, …), wat minder frequent voorkomt, maar het welbevinden van de bewoners zwaar hypothekeert wanneer het zich meer dan bij uitzondering voordoet in de eigen leefomgeving. We stellen vast dat bedreigingen en geweld door ruim één vijfde van de inwoners als een probleem wordt beschouwd. Het lastig gevallen worden op straat en bewonersconflicten is zelfs voor één op vier inwoners een probleem in de buurt. Verschillen tussen de deelgebieden zijn er voor wat betreft het signaleren van ‘geweld’ als een probleem in de buurt. Net zoals de overlastproblematiek gerelateerd aan jongeren, drugs en bepaalde winkels/drankgelegenheden, vormt ook geweld een probleem dat zich het vaakst in oostelijk deel van de Sint-Katelijnestraat stelt (27%). Conflicten tussen de buurtbewoners zoals burenruzies, pesterijen, vechtpartijen, racistische uitlatingen, … zijn in deze buurt eveneens bij één
58
Hoofdstuk 3
op drie respondenten uit dit stadsdeel een doorn in het oog. De buurt rond het Begijnhof en de Melaan stelt op dit vlak veel minder problemen. Verschillen tussen buurten zijn samengevat in de volgende figuur.
Figuur 3.27 Problemen van geweld en bedreigingen e.d., significante verschillen naar buurt
7.2.2.5 Andere vormen van overlast genoemd door de bewoners In bijlage vindt u een overzicht van de antwoorden op de open vraag naar andere vormen van overlast in de buurt die niet werden genoemd. Heel wat problemen zitten de buurtbewoners erg hoog en het aantal reacties op deze vraag is dan ook groot (bijlage 4). De klachten werden gegroepeerd per deelbuurt. De meeste problemen hebben te maken met het respectloos, onaangepast of baldadig gedrag van bezoekers van de stad en medebewoners. Opvallend zijn de grote aantallen reacties die verband houden met rommel, vuil, sluikstort, hondenpoep, wildplassen, kleine vernielingen. Daarnaast zorgt het parkeergedrag (wildparkeren, blokkeren van doorgangen, garagepoorten, voet- en fietspaden) en het tekort aan parkeergelegenheden voor bewoners voor veel ergernis. Ook al werd de vraag naar overlast vanwege hangjongeren expliciet gesteld in de voorgaande gesloten items, toch gebruiken velen de open vraag om hun klachten hierover nog eens te ventileren. De scholen in de binnenstad – Urselinen, Scheppersinstituut, TSM, GO-shil zijn een niet te onderschatte bron van ongenoegen. Heel wat scholieren gedragen zich niet, ze laten vuil rondslingeren op straat en maken veel lawaai na schooltijd. De vele ouders die kinderen met de auto aan de school afzetten, zorgen voor problemen van verkeersdoorstroming, blokkeren de toegang van garages en zo meer. Lawaaioverlast is eveneens een terugkerend thema, waarbij zowel (zwaar) verkeer (lawaai van optrekkende auto’s en geclaxonneer) de oorzaak kan zijn, als bepaalde
Resultaten
59
buren, nachtbrakers (ruzies, dronkaards), maar ook de te frequente en te luidruchtige concerten en evenementen die doorgaan in het stadscentrum. 7.3 Slachtofferschap in eigen buurt Problemen die bewoners ervaren in de buurt zijn vaak verbonden met reëel slachtofferschap. Omdat er een onderrapportering is van voornamelijk kleinere misdrijven, die echter wel de leefkwaliteit in de buurt sterk kunnen ondermijnen en een gevoel van angst en onbehagen creëren, werd hierover een vragenreeks opgenomen. Aan de buurtbewoners werd gevraagd naar hun eigen ervaringen en die van de andere gezinsleden met misdrijven die plaats vonden in de buurt en dat tijdens het afgelopen jaar. In de twee stadsvernieuwingsbuurten die we onder de loep nemen was in 70% van de gezinnen iemand het slachtoffer van één of meerdere misdrijven of van agressie in de buurt zelf. Meest voorkomend zijn beschadigingen en vernielingen van eigendom zoals van de brievenbus, op fiets, graffiti, een ingeslagen ruit (37%) bedreigingen, beledigingen, lastig gevallen worden op straat (37%) en fietsendiefstal (36%).
Figuur 3.28 Zelf of iemand in het gezin was het afgelopen jaar slachtoffer van … in de buurt
7.3.1 Verschillen naar buurt De buurt van de Sint-Katelijnestraat komt naar voor als minder veilig dan de omgeving van de Hoogstraat/Guldenstraat. De bewoners zijn er vaker slachtoffer van diefstal, zowel uit de wagen als wat betreft het ontvreemden van zaken die men bij zich draagt (handtas, GSM, e.d.).
60
Hoofdstuk 3
Wie in de buurt ten Oosten van de Sint-Katelijnestraat woont, werd vaker dan elders slachtoffer van geweld (14%); aan de overzijde in het Begijnhof en rond de Melaan is dat eerder uitzonderlijk (5%). 7.3.2 Verschillen naar sociodemografische kenmerken Slachtoffer worden van een misdrijf of van agressie in de buurt varieert samen met bepaalde kenmerken van bewoners. Globaal genomen – voor alle vormen van slachtofferschap samen – stellen we vast dat de vrouwelijke respondenten en hun huishoudens (75%) significant vaker getroffen dan de mannen (62%) en eigenaars van de woning (76%) significant meer dan huurders (61%). Vrouwelijke respondenten signaleren vaker dan mannen dat zij zelf of iemand in het gezin slachtoffer werd van (een poging tot) inbraak (18% versus 10%), van diefstal buitenshuis (15% versus 8%) of bedreigingen of beledigingen moest ondergaan (39% versus 29%). Vandalen hebben het op woningeigenaars, bewoners van een ééngezinswoning, gezinnen met jongere kinderen en hogeropgeleiden gemunt. Dat laatste blijkt uit de grote verschillen in slachtofferschap voor het item ‘beschadigingen of vernielingen aan je eigendom’ (figuur 3.29).
Figuur 3.29 Aandeel buurtbewoners dat slachtoffer werd van vernielingen of beschadigingen van eigendom in de buurt het afgelopen jaar; significante verschillen naar bewonerskenmerken
Voor diefstallen buitenshuis geldt, anders dan voor vandalisme, dat bewoners met een lager opleidingniveau vaker op straat in de buurt bestolen werden. Ook oudere buurtbewoners werden vaker geviseerd: 21% viel ten prooi aan gauwdieven het voorbije jaar. Bij de buurtbewoners onder de 65 was dat veel
Resultaten
61
minder het geval, nl. 8% tot 12%. Voor beledigingen en bedreigingen geldt het omgekeerde: hoe jonger, hoe vaker men het voorbije jaar beledigingen naar het hoofd kreeg of bedreigd werd in de buurt. Bijna de helft van de jongste groep ondervond dit aan den lijve (46%), bij de oudste bewoners was dat ‘slechts’ 26%. Bewoners van een eigen woning kregen het afgelopen jaar niet alleen meer te maken met woninginbraak maar ook meer met diefstal uit de auto toen deze in de buurt geparkeerd stond. Inbrekers verkiezen ééngezinswoningen (19%) boven appartementen (9%). Bewoners van ééngezinswoningen zijn ook meer slachtoffer van fietsendieven (40% versus 28%).
8. Sociale cohesie en sociaal kapitaal Sociale cohesie op buurtniveau verwijst naar de mate waarin de bewoners gemeenschappelijke waarden delen, er sprake is van sociale controle, van de aanwezigheid en interdependentie van sociale netwerken (informeel in de vorm van vriendschapsbanden, formeel in de zin van participatie in organisaties, verenigingen en buurtactiviteiten), van vertrouwen in andere bewoners en de bereidheid om samen te zoeken naar oplossingen voor collectieve problemen (zie ook §4.1.4). Sociale cohesie is een belangrijk begrip in de strijd voor een leefbare buurt, omdat het een dam opwerpt tegen geweld, wanorde en onveiligheidsgevoelens. We gaan na hoe de vier buurten in de studie zich op dit vlak positioneren. We kijken eerst naar de sociale contacten die deze stedelingen hebben, de mate waarin ze deelnemen aan het verenigingsleven om vervolgens na te gaan hoe ze de medebuurtbewoners en hun gedrag ten aanzien van de buurt inschatten. 8.1 Informele sociale netwerken De meeste binnenstadbewoners – 80% – hebben geregeld contact met familie en vrienden, wel één of meerdere keren per week (figuur 3.30). Toch had 7% (aantal=36) onder hen de voorbije maand slechts één of enkele keren contact met familie en/of vrienden of kennissen. Dit zijn niet steeds alleenstaanden, maar vermoedelijk toch huishoudens die toch in een zeker isolement leven. Twee derde van de bewoners heeft ook met de directe buren wekelijks contact.
62
Hoofdstuk 3
Figuur 3.30 Frequentie van de contacten met … per maand (in %)
Qua contacten met familie en vrienden is er amper verschil tussen de buurten, ook niet voor wat betreft de contacten met de directe buren. Er is wel een verschil in contacten met andere mensen uit de buurt (los van de directe buren). Bewoners van de oostkant van de Hoogstraat/Guldenstraat hadden de voorbije maand vaker geen enkel contact met andere, minder nabije buren, namelijk 31% onder hen. In de Sint-Katelijnestraat, omgeving Begijnhof en Melaan zijn die contacten er bijna steeds (89%), al was het maar eens in de maand, wat wijst op een sterker buurtleven, ruimer dan de contacten met wie men sowieso tegen het lijf loopt omdat men vlakbij woont. Oudere buurtbewoners hebben minder frequente contacten met familie en vrienden, maar méér met hun directe buren. De 65-plussers en 30- en 49-jarigen hebben dan weer opvallend meer contact in de ‘bredere buurt’. Zij zijn ook het meest actief in wijkcomités en buurtwerkingen, zoals verder zal blijken. Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe meer huishoudens minstens wekelijks met familie en met vrienden/kennissen in contact zijn. Wie lager (middelbaar) onderwijs volgde, heeft wel het vaakst regelmatige contacten in de buurt, zowel met de directe buren (80%) als met de ruimere buurt (59%), gevolgd door hoger niet universitair opgeleiden met resp. 73% en 48% wekelijkse contacten. Buurtbewoners met een universitaire opleiding komen hier minst aan toe (57% en 35%). Daarnaast staan eigenaars-bewoners méér dan de huurders, in contact met de buurt, zowel met hun buren als met de andere mensen in buurt. Meerpersoonshuishoudens waar geen minderjarige kinderen inwonen, lijken wat minder omringd door familie en door vrienden en kennissen.
Resultaten
63
8.2 Informele sociale controle en sociaal vertrouwen Uit de onderzoeksliteratuur blijkt dat vooral informele controle ofwel de gedeelde verwachting dat buurtgenoten ingrijpen om de collectieve goederen te beschermen om afwijkend gedrag in de buurt te ontmoedigen, noodzakelijk is voor sociale en fysieke orde in de buurt. We meten dit aan de hand van de ‘collective efficacy’-schaal (Sampson, 1997), een schaal die vragen over informele sociale controle combineert met vragen over het vertrouwen in de buurtgenoten. 8.2.1 Informele controle Als de buren samen en voor elkaar de publieke en private eigendommen in het oog houden is de informele controle groot. Verwacht men dat buurtgenoten zullen ingrijpen wanneer zij getuige zijn van voorvallen in de buurt, zoals graffiti spuiten, spijbelende kinderen, inbraak, een vechtpartij? De verwachtingen verschillen van buurt tot buurt (figuur).
64
Hoofdstuk 3
Figuur 3.31 % dat denkt dat mensen uit de buurt zullen ingrijpen … , naar buurt
Vooral in de buurt ten Westen van de Sint-Katelijnestraat (Begijnhof, Melaan) verwacht men dat buren mee waken over de buurt. Drie kwart tot 80% verwacht dat ze ingrijpen bij het zien van duidelijke misdrijven zoals inbraak of diefstal van of in auto’s, bij het aanbrengen van graffiti. Dit is een goede voorspeller van hoe men zelf zou reageren in zo’n situatie. Bij een vechtpartij of als belangrijke voorzieningen in de buurt worden gesloten, denkt nog 63 à 64% dat dit een reactie zal ontlokken in de buurt. Onbeschofte en vooral spijbelende kinderen op straat lopen, zo denkt men, minder kans een reactie te ontlokken van de buren; ook in de drie andere buurten ziet men dat zo. De verwachtingen zijn minder hoog bij wie in de omgeving van de Onze-LieveVrouwekerk woont. In de buurten – Sint-Katelijnestraat-Oost en HoogstraatWest - geeft men een ingrijpen bij het zien van misdrijven in de buurt, het minste kans.
Resultaten
65
8.2.2 Vertrouwen in de buurtgenoten Het vertrouwen in de buurtgenoten werd bevraagd aan de hand van een vijftal items. We zetten de verschillen tussen de buurten op een rij (figuur).
Figuur 3.32 Aandeel personen dat de buurt positief inschat op het vlak van …, naar buurt
Vooral aan de westkant van de Sint-Katelijnestraat is het vertrouwen in de buurtgenoten groot. Meer dan de helft (58%) vindt de buurt een ‘hechte buurt’. Men vindt niet dat de bewoners slecht met elkaar overweg kunnen (85%), en men ontkent dat de mensen in de buurt niet dezelfde waarden zouden delen (64% oneens). In de andere buurten liggen deze percentages significant lager. Zo vindt maar één op drie respondenten uit de buurt rond de Onze-Lieve-Vrouwekerk dat zij in een ‘hechte buurt’ wonen, al vindt een grote meerderheid niet dat de mensen er niet met elkaar overweg kunnen (77%). In de twee buurten rond de Hoogstraat en aan de oostkant van de Sint-Katelijnestraat vindt slechts 45%-51% van de bewoners aansluiting bij de medebewoners wat betreft waarden. De stedelingen schatten de bereidheid om de buren te helpen overal relatief groot in (69%) en een ruime meerderheid (62%) vertrouwt de medebewoners. Woont men in de omgeving van het Begijnhof/de Melaan, dan is men ook op deze twee punten vaker positief.
66
Hoofdstuk 3
Zeer opvallend is het véél groter vertrouwen van eigenaars-bewoners in hun medebuurtbewoners in vergelijking met huurders en bij bewoners van een eengezinswoning in vergelijking met appartementsbewoners. De verschillen doen zich voor op alle de vijf items en zijn zeer significant (cf. onderstaande tabel). Tabel 3.9
Vertrouwen in de buurtgenoten, naar eigendomstitel en aard van de woning
Dit is een hechte buurt % zeer eens % eerder eens % weet niet Mensen uit deze buurt delen niet dezelfde waarden % zeer oneens % eerder oneens % weet niet Mensen uit deze buurt zijn te vertrouwen % zeer eens % eerder eens % weet niet De mensen hier zijn bereid om buren te helpen % zeer eens % eerder eens % weet niet Mensen in deze buurt kunnen over het algemeen slecht met elkaar overweg % zeer oneens % eerder oneens % weet niet
Eigenaar
Huurder
9,4 39,3 4,6
2,5 31,3 18,1
17,15 30,81 17,15
7,32 33,54 7,32
12,58 56,77 15,81
6,13 42,33 30,06
16,50 59,22 4,85
9,35 45,96 21,12
38,19 40,45 8,74
15,43 50,00 20,99
Chi², P=
0,0001
0,0008
0,0002
0,0001
0,0001
Apparte- Bewomentner éénbewoner gezinswoning 4,0 24,0 16,5
9,4 45,7 3,8
9,27 32,68 13,66
16,85 42,32 8,99
6,83 46,83 28,29
13,11 56,18 14,23
9,27 49,27 16,1
17,74 59,62 6,04
21,67 47,29 17,73
36,70 41,95 8,61
Chi², P=
0,0001
0,0037
0,0013
0,0001
0,0012
Mannen en vrouwen hebben in dezelfde mate vertrouwen in de mensen uit de buurt. Het grootste vertrouwen in de medebuurtbewoners is er in de leeftijdsgroep van 30 tot 50 jaar oud en de 65-plussers; de jongste inwoners (<30 jaar) zeggen opvallend vaker dat ze niet weten wat te antwoorden. We zien geen verschil in houding bij gezinnen en alleenstaanden, noch in functie van de aanwezigheid van kinderen in het gezin. Er zijn wel significante verschillen naar opleidingsniveau, maar deze gaan wat alle richtingen uit en zijn bijgevolg moeilijk te interpreteren.
Resultaten
67
8.3 Formele netwerken of participatie aan organisaties Naast persoonlijke netwerken (§8.1) ontstaat het stedelijk sociaal weefsel ook vanuit de deelname aan clubs en verenigingen. Deze verenigingen kunnen louter recreatief zijn (sport- en hobbyclubs), maar evenzeer het eigenbelang als een hoger belang of groepsbelang dienen, bijvoorbeeld een buurtvereniging, natuurpunt, de schoolraad en zo meer. Vaak ziet men hier een indicatie voor het ‘sociaal kapitaal‘ in de buurt: de aanwezigheid van mensen die zich inzetten, zich engageren. In de volgende figuur vindt u een overzicht.
Figuur 3.33 Deelname aan het verenigingsleven en activiteiten in clubverband (in % deelname)
Twee derden van de respondenten neemt deel aan activiteiten in één of meerdere clubs of verenigingen. In de figuur ziet u de verenigingen en clubs die het meest gefrequenteerd worden door de stadsbewoners. Sporten, wandelen e.d. in clubverband komt het meeste voor. Vermoedelijk rekenen supporters van voetbalclubs zoals KV Mechelen, met grote schare supporters, zich ook tot de leden van een sportclub. Op de tweede plaats bieden de culturele verenigingen, met één op vier van de respondenten onder hun leden, een belangrijk aanbod voor deze stadsbewoners. Ook de buurtverenigingen hebben met 20% een omvangrijke aanhang in de stad. 8.3.1 Verschillen naar bewonerskenmerken De hoogste participatie van stadsbewoners aan het verenigingsleven, ongeacht de aard en het aantal activiteiten, is er in de leeftijdsgroep van 30 tot 50 jaar: 78% frequenteert één of meerdere clubs of verenigingen. Vooral 65-plussers zijn (op dit
68
Hoofdstuk 3
vlak) niet-actief: 39%van de ouderen oefent geen enkele activiteit uit in clubverband of is van geen enkele vereniging lid. Mannelijke respondenten blijken op dit vlak vaker actief dan vrouwen (35% versus 26%). Het grootste onderscheid in deelname aan het verenigingsleven, zien we als we kijken naar het opleidingsniveau. De universitair geschoolden zijn bijna allen actief in een club of vereniging (85%), en ook bij wie niet-universitair hoger onderwijs volgde is de participatiegraad groot (75%), al is het maar binnen één van de vele organisaties die de stad rijk is. Dit aandeel zakt weg tot 56 à 57% bij wie maximaal middelbaar onderwijs volgden. Leden van een organisatie of club, kiezen voor andere activiteiten al naar gelang hun leeftijd (figuur). Zo worden sportverenigingen meer opgezocht door de jongere inwoners (onder de 50 jaar). Milieu- en natuurverenigingen rekruteren in hoofdzaak bij de stadsbewoners van 30 tot 50 jaar (17%) en verenigingen met een aanbod voor de jeugd worden logischerwijs meer door de jongste respondenten bezocht (18-29 jaar; 18%). Deelname aan de socioculturele en levensbeschouwelijke verenigingen bij mensen in de stad stijgt lineair met de leeftijd. Enkel op deelname aan politieke, hobby- en culturele verenigingen lijkt geen leeftijd te staan.
Figuur 3.34 Deelname aan het verenigingsleven en activiteiten in clubverband, significante verschillen naar leeftijd
Resultaten
69
8.3.2 Verschillen naar buurt Is er qua globale deelname aan het verenigingsleven of het sociaal leven in clubverband weinig verschil tussen de buurten, dan is er toch één soort van activiteit waarvoor wel significant verschillen worden opgetekend, namelijk voor wat betreft deelname aan buurt- of wijkverenigingen. Wie in de buurt van de Sint-Katelijnestraat woont, aan de kant van het Begijnhof en de Melaan (27%) en wie aan de westkant van de Hoogstraat woont (24%) is significant actiever in buurtgeoriënteerde verenigingen en organisaties dan in de omgeving van de Onze-Lieve-Vrouwekerk (11%) en, in mindere mate, in de buurt ten Oosten van de Sint-Katelijnestraat (19%). Dit vertaalt zich in wat de buurtbewoners antwoorden op de vragen die peilen naar de actieve betrokkenheid van de burger bij de buurt (zie 8.3). 8.4 Actieve betrokkenheid bij de buurt Bewoners die actief zijn in hun buurt voelen zich er in zekere mate mee verbonden, zijn bekommerd om de goede gang van zaken in de buurt en willen meewerken aan oplossingen voor problemen de buurt. Uit de vraag naar deelname aan het verenigingsleven (cf. 8.2) bleek één op vijf inwoners in het studiegebied actief in een organisatie gericht op de buurt: een wijkcomité, een buurwerking of een feestcomité van de buurt. Daarna volgden enkele vragen die betrekking hebben op de activiteiten m.b.t. buurt tijdens het voorbije jaar: 1) de geleverde inspanningen om de buurt te verbeteren, zoals het onder de aandacht brengen van een probleem, een bijdrage aan een discussie over de buurt, een wijkactie,… 2) of men iets gedaan heeft in de buurt zoals meewerken aan een schoonmaakactie, helpen bij een buurtfeest, mensen aanspreken over het verfraaien van de buurt en zo meer en 3) de deelname aan de activiteiten in en voor de buurt zoals een buurtfeest, nieuwjaarsdrink, speelstraat en zo meer. Hieruit blijken méér mensen actief in de buurt, dan enkel via de deelname aan een wijkcomité of een werking gericht op de buurt. Ruim één op vier respondenten was in de laatste 12 maanden (wel eens) actief in de buurt en dit zowel op het niveau van het zoeken van oplossingen voor problemen (27%) als wat betreft het zich actief inzetten door iets te doen, mee te helpen in een activiteit door en voor de buurt (26%). Dit percentage ligt erg hoog in vergelijking met wat in de survey van de stadmonitor 2008 (Bral et al., 2009) wordt geantwoord door alle Mechelaars samen, namelijk 14% positieve antwoorden op de eerste vraag (‘onder de aandacht brengen’) en 16% op de tweede vraag (‘iets doen’). Voor zover de resultaten vergelijkbaar zijn zou dat betekenen dat respondenten in het studiegebied meer actief betrokken zijn bij hun buurt dan in ‘Groot-Mechelen’ het geval is.
70
Hoofdstuk 3
De activiteiten van de buurt bereiken een belangrijke groep van de stadsbevolking: 44% van de respondenten nam aan minstens één activiteit deel het voorbije jaar. Deze groep kan nog aangroeien, vermits bijna evenveel buurtbewoners zegt nu niet deel te nemen maar te overwegen om dat in de toekomst wel te gaan doen. Er is dus veel bereidheid om met de buurtbewoners samen iets te doen, en dus nog heel wat potentieel om de actieve buurtbetrokkenheid verder aan te zwengelen in de binnenstad! 8.4.1 Verschillen naar bewonerskenmerken In de stadsmonitor 2008 (Bral et al., 2009) stelde men een hogere actieve betrokkenheid vast bij 35- en 54-jarigen, bij hoger opgeleiden en bij leden van een vereniging. Ook in Mechelen zijn de mensen die aan de kar trekken om problemen in de buurt aan te pakken het vaakst tussen 30 en 50 jaar (35%); heel wat minder actief zijn de jongsten (11%). De 50- en 64-jarigen en de 65-plussers zitten hier tussenin (27% en 29%). In alle leeftijdsgroepen, ook bij de jongvolwassenen, zijn er nog veel mensen die dit in de toekomst wel overwegen te doen. De inzet voor de buurt door iets te doen (meehelpen aan een activiteit in de buurt) is enkel bij de jongvolwassenen laag (8%), in de drie andere leeftijdsgroepen is het vergelijkbaar (28 à 30%). Wat betreft deelname aan het buurtgebeuren zijn de jongeren wel van de partij, evenzeer als wie ouder is dan 50 jaar met 34% tot 38% deelname. Opnieuw is het de middengroep die het meest participeert, namelijk 57% bij de 30- en 49-jarigen. Dat hoger opgeleiden meer actief betrokken zouden zijn bij de buurt kunnen we grotendeels bevestigen. Wie na het middelbaar nog verder studeerde, neemt significant vaker deel aan de activiteiten in de buurt. Voor het organiseren en mobiliseren van de buurt, zien we dat de hoger opgeleiden het voorbije jaar meer ondernamen voor de buurt, maar het verschil is statistisch niet significant, dus zou op toeval kunnen berusten. Qua actieve buurtparticipatie komt het verschil naar eigendomstitel en woningtype opnieuw sterk naar voor met statistisch zeer significant verschillen voor elk van de drie vormen van buurtbetrokkenheid. Een op drie eigenaars-bewoners in de onderzoeksgroep zet zich in om de buurt te verbeteren en/of helpt mee bij het organiseren van een activiteit; de helft nam het laatste jaar (ook) deel aan een buurtactiviteit. Deze percentages liggen veel lager bij de huurders met respectievelijk 12%, 14% en 31% deelname. Hetzelfde verhaal zien we in de veel hogere actieve buurtbetrokkenheid bij wie in een gezinswoning woont in vergelijking met de appartementsbewoner.
Resultaten
71
8.4.2 Verschillen naar buurt De actieve buurtbetrokkenheid is niet in alle buurten even hoog. De buurt die boven alle andere buurten uitsteekt op dit vlak is de omgeving van het Begijnhof en de Melaan waar de inwoners zich veel vaker engageren om iets in de buurt te verbeteren of te doen en ook meer participeren aan de activiteiten zelf. De zwakste buurt op dit vlak is de buurt rond de Onze-Lieve Vrouwekerk.
Figuur 3.35 Actieve buurtbetrokkenheid de voorbije 12 maanden
9. De evolutie van de buurt Hoe beoordelen de buurtbewoners de evolutie van de buurt de voorbije jaren en hoe zien ze de buurt in de toekomst? Staat de buurt er goed voor in vergelijking met andere Mechelse buurten? De Mechelaar uit het studiegebied is positief over de evolutie van de buurt de voorbije jaren. In de vier stadsbuurten die we in deze studie onderscheiden, vindt 55% tot 58% van de buurtbewoners dat hun buurt er de voorbije jaren op vooruit gegaan is. Eén buurt springt eruit met een nog sterkere positieve kijk op de evolutie de voorbije jaren, namelijk Sint-Katelijnestraat-West (de buurt van de Melaan en het Begijnhof). Hier is twee derden van de bewoners (66%) gelukkig is met hoe het de buurt verging. Enkel in ten Oosten van de Sint-Katelijnestraat is er een noemenswaardige groep van inwoners die vindt dat de buurt er de laatste jaren niet op vooruitging, nl. 16%.
72
Hoofdstuk 3
We vroegen aan de bewoners hun oordeel toe te lichten d.m.v. een open vraag. De antwoorden vindt u in bijlage 5 en 6. 9.1 Waarom de buurt er de voorbije jaren op vooruit ging In de reacties van de inwoners die hun tevredenheid uitspreken over de recente evoluties van hun buurt zijn, doorheen de vier stadsbuurten een aantal algemene lijnen te onderkennen. De volledige lijst met reacties vindt u in bijlage 5. In elk van de vier buurten prijst men de stadsvernieuwingsprojecten, niet enkel omdat ze de buurt mooier maken en een uitstraling geven, maar ook omwille van de impuls die deze ingrepen geven aan de buurt. Volgens de bewoners zijn ze mede verantwoordelijk voor de instroom van nieuwe, jonge gezinnen wiens aanwezigheid gewaardeerd wordt omdat ze zuurstof geven aan de buurt, zowel op sociaal vlak (het buurtleven, herstellen van het sociaal evenwicht in de buurt, hun engagement) als wat betreft het opknappen van woningen, wegwerken van leegstand en van woningen in slechte staat. Veel bewoners schrijven expliciet de positieve evolutie van de buurt toe aan het verminderen van de leegstand en het herbevolken van straten die met de loop van de jaren in verval waren geraakt. Opmerkelijk is ook dat men vaak men wijst op het verbeterd sociaal klimaat ‘mensen praten weer met elkaar’, ‘er is meer leven‘, ‘betere contacten met de mensen in de buurt’ ... Uit de bewoordingen van de bewoners spreekt vaak een herwonnen trots en fierheid ‘mijn straat is de mooiste straat van Vlaanderen geworden’. Men voelt een elan in de binnenstad en een energie van mensen die in hun buurt willen investeren. Daarnaast worden de inspanningen om de stad op te fleuren met bloemen en ook de verlichting meer dan gewaardeerd. Het grootste aantal positieve reacties komt van de westkant van de HoogstraatGuldenstraat. Hier verwijst men vaak naar de buurtwerking, de contacten en de sfeer in de buurt. Er lijkt in deze buurt een ware herbevolking aan de gang als we de reacties van de respondenten mogen geloven. Een veertigtal reacties wijzen op het opknappen van verwaarloosde woningen door nieuwkomers, waarbij men vaak gewag maakt van een ‘beter publiek’, ‘een veranderde sfeer’ en van ‘jonge gezinnen’. De Lamot, maar zeker ook de Karmelietentuin waarmee de kinderen uit de buurt ook een plek kregen, het ‘kerkhotel’ en ook nieuwe handelszaken en evenementen hebben de buurt een nieuw cachet gegeven en mogen gezien worden. Iemand noemt deze plek een nieuwe ‘place tot be in Mechelen’; veel buurtbewoners zijn hier erg mee opgezet. In deze buurt waarderen meerdere inwoners expliciet de bloemen in dit stadsdeel en ook een tiental reacties wijzen erop dat de stad properder werd; de straten worden meer dan vroeger gereinigd. Voor wie aan de oostkant van de Hoogstraat-Guldenstraat woont, is de renovatie van de Onze-Lieve-Vrouwekerk een belangrijke factor geweest voor het verbeteren van deze buurt! Ook de aanleg van het Dijlepad; men verwacht een gun-
Resultaten
73
stige invloed van de opgestarte werken rond de Hoogstraat. Een tiental mensen uit deze buurt vindt dat er al wat aan de overlast is gedaan en dat de straten er netter op zijn geworden. Ten Oosten van de Sint-Katelijnestraat ligt de buurt die het meest te lijden heeft onder overlast en verloedering. Toch is ook hier de helft van de bewoners positief over de evolutie van de buurt. In een tiental reacties zeggen inwoners dat, ook al zijn de problemen nog niet volledig van de baan (cf. supra), de overlast in de buurt toch werd ingedijkt dankzij verhoogde aandacht voor de problematiek. Zo wordt er minder gedeald op straat in vergelijking met vroeger. Het is ook minder vuil, er is minder criminaliteit en vandalisme. De straten worden meer dan vroeger schoongemaakt en dat werpt vruchten af, al blijkt dat nog niet te volstaan om de hardnekkige problemen van sluikstort, hondenpoep en zwerfvuil volledig uit de buurt te bannen. Inwoners die hun buurt zagen vooruitgaan schrijven dit ook toe aan de heraanleg van de Sint-Katelijnestraat, het speelpleintje, mooie renovaties en het tegengaan van verkrotting. In de buurt waar de buurtbewoners het vaakst tevreden zijn, namelijk in de buurt die ten Westen ligt van de Sint-Katelijnestraat, waarderen de bewoners vooral het openleggen van de vliet/de Melaan, de heraanleg van de Sint-Katelijnestraat en de andere verbeteringen van het publieke domein. Men is gelukkig met de komst van nieuwe gezinnen, wat een betere mix oplevert van jongere en oudere inwoners in de buurt en het afnemen van de leegstand in de buurt. Die leegstand en verkrotting was een doorn in het oog en men is zeer tevreden dat de stad er werk van maakt. Op vlak van veiligheid is de buurt er ook op verbeterd. Heel wat mensen in deze buurt wijzen ook op de sterke samenhang van de buurt en de vele activiteiten die de mensen samenbrengen. 9.2 Waarom de buurt er de voorbije jaren op achteruit ging Zoals reeds gezegd laten de meeste inwoners zich positief uit over de evolutie van de buurt en vindt ook een aantal inwoners dat de buurt noch ten goede, noch ten kwade veranderde. Blijft er nog 11% inwoners die vinden dat de buurt erop achteruit ging. Als hen gevraagd wordt waarom, blijkt overlast opnieuw vooraan in de klachtenlijst (bijlage 6). Met stip bovenaan staan de problemen die met onveiligheid te maken hebben: criminaliteit, drugs, vernielingen. Ongeveer evenveel wordt de (toenemende) aanwezigheid van vreemdelingen of allochtonen genoemd als reden voor de achteruitgang van de buurt. Men vindt dat ze een te groot overwicht krijgen in de bevolking, dat het evenwicht zoek is. Het gedrag van allochtonen vindt men vaak onaangepast: lawaai, spuwen, agressie, naroepen, … Misdrijven worden ook vernoemd. Ook bepaalde winkels die door allochtonen worden uitgebaat en die overlast met zich meebrengen is men liever kwijt dan rijk. Een andere bewonersgroep die met overlast - lawaai, zwerfvuil, … -
74
Hoofdstuk 3
geassocieerd wordt, zijn ‘de jongeren’ in het algemeen. Bij de achteruitgang van de buurt wordt vaak verwezen naar vuil in de buurt, de leegstand en verkrotting, de verloedering. Tot slot is een vierde reeks van problemen verbonden met de verkeersproblematiek en het parkeren. De problematieken die naar voor komen zijn min of meer gelijk in de vier stadsbuurten. Om de verschillen tussen buurten te situeren kunnen we best verwijzen naar het onderdeel over veiligheid, waar alle respondenten, ook wie positief is over de buurt, een aantal problemen onder de aandacht brengt per buurt.
10. De toekomst van de buurt Vraagt men naar de verwachte vooruitgang de komende jaren dan ziet 53% de buurt vooruitgaan, 29% voorspelt een status-quo. Een aantal inwoners doet geen uitspraak (10%). Een klein groepje van mensen ziet de toekomst van de buurt eerder somber in (9%). 10.1
Waarom de buurt er in de toekomst op vooruit zal gaan
Vooral de verfraaiing van en heropwaardering van de stad wordt toegejuicht en de op til staande projecten scheppen nog meer verwachtingen. De positievelingen spreken hun waardering uit voor de aanpak van het stadsbestuur en geloven in de ingeslagen weg. Velen zien niet enkel de eigen buurt maar gans Mechelen veranderen en hopen op de komst van nog meer nieuwe jonge gezinnen die huizen opknappen en het stedelijk draagvlak verder versterken. Initiatieven om mensen in de buurt dichter bij elkaar te brengen lijken alvast in dit stuk van de binnenstad het buurtgevoel en de buurtwerking meer leven te hebben ingeblazen en ook dat creëert een positief gevoel naar toekomst toe. Aan de oostkant van de Hoogstraat/Guldenstraat is men het minst enthousiast over wat komen zal: 44% koestert (eerder) positieve verwachtingen voor de toekomst van de buurt. Dit is bijna volledig toe te schrijven aan de opgang en op til zijnde stadsvernieuwingsprojecten: Hoogstraat, Korenmarkt, Ganzendries, de heraanleg van het plein rond de O.L.Vrouwekerk wordt genoemd en ook de heraanleg van de Kruidtuin. Men verwacht dat dit afstraalt op de buurt, zodat ook de leegstand er verder afneemt. Als hierdoor meer jonge mensen aangetrokken worden heeft dit een gunstig effect op de buurt. Anderen hopen dat de verkeersituatie voor de buurt beter wordt. Meerdere mensen voegen eraan toe dat de binnenstad/de buurt best wat autoluwer mag worden. Immers, in de buurten rond de Hoogstraat is de problematiek van de verkeersleefbaarheid groot. Naar de toekomst toe koestert 61% van de bevolking ten Westen van de Hoogstraat (eerder) hoge toekomstverwachtingen. Zoals in de vorige paragraaf
Resultaten
75
reeds aan bod kwam, lijkt de buurt in transformatie. De bewoners hebben de indruk dat de buurt volop vernieuwt en verjongt, iets wat zij nog een tijdje zien doorgaan en dat schept mooie verwachtingen voor de buurt. Bewoners zien erg uit naar de effecten van de stadsvernieuwingsprojecten voor de Hoogstraat, de Heihoek en de Korenmarkt. Men kijkt ook uit naar de heraanleg van de Adegemstraat die er nu niet zo goed bijligt. Men verwacht ook dat de als problematisch ervaren parkeerdruk op de buurt door de nieuwe parking zal afnemen. Rond de Sint-Katelijnestraat, aan de westkant, waar al heel wat gerealiseerd werd en de buurt nu al vrij goed zit, ziet 58% van de respondenten de buurt nog verder vooruitgaan. Zij zien een sterk positief elan in de buurt en de stad en geloven dat dit zich zal verderzetten. Velen verwachten dat de verkrotting en leegstand beetje bij beetje volledig zal verdwijnen. De verdere instroom van nieuwe inwoners en de stevig verankerde buurtwerking kunnen de buurt nog verder vooruit helpen. Aan de andere kant van de Sint-Katelijnestraat (Oost) 55% kijkt men enorm uit naar de uitvoering van de plannen voor de Tinelsite, met het nieuwe museum, vernieuwing van het klooster, park, … en het opleggen van de vliet. Heel wat bewoners zijn hier behoorlijk liederlijk over, het creëert verwachtingen. Misschien brengt dit een proces op gang waardoor de overlast en verloedering uit het straatbeeld zal verdwijnen. 10.2
Waarom de buurt er in de toekomst op achteruit zal gaan
Wie de toekomst van de buurt somber inziet (9%) trekt het huidig ongenoegen door naar de toekomst. Dezelfde problemen blijven aan de orde: verkeer, allochtonen, overlast, hangjongeren, … (zie 9.2)
11. Troeven of sterke kanten van de buurt We vroegen aan de bewoners wat voor hen persoonlijk de troeven zijn van het wonen in hun buurt. Voor elk van de 17 voorgestelde uitspraken kon men aangeven of men dit als een troef beschouwt van de eigen buurt. In tweede instantie werd gevraagd om hieruit de drie belangrijkste te kiezen. Voor we de buurten met elkaar vergelijken op dit vlak kijken we naar het resultaat voor het hele studiegebied. Gemiddeld genomen kruist men 4,8 troeven aan uit de lijst. Een overzicht vindt u in de tabel.
76
Hoofdstuk 3
Tabel 3.10
Aandeel buurtbewoners dat ... aanstipt als troef voor de buurt/bij de drie belangrijkste troeven van de buurt
Voor boodschappen hoef je niet ver te lopen De buurt is goed gelegen/goed bereikbaar Het is een rustige buurt Heel wat gebouwen hebben cultuur-historische waarde Goede contacten tussen de buren, goede sfeer in de buurt Een geschikte school of kribbe in de nabijheid Het is een gemengde buurt (multicultureel, allerlei pluimage) Het vrijetijdsaanbod in de nabijheid Het is een veilige buurt In de buurt heerst een gezellige drukte Het is een nette, goed onderhouden buurt Weinig verkeer in de buurt; verkeersluwe buurt De woningen in de buurt zijn van goede kwaliteit en goed onderhouden Het gevoel van ruimte in de buurt, het is een open buurt Het is een groene buurt In de buurt wonen mensen met dezelfde afkomst/levensstijl De speel- en ontmoetingsmogelijkheden
% genoemd als troef
%3 belangrijkste
89,1 74,3 44,3 45,6 32,6 42,3 36,6 30,6 23,9 17,6 26,1 18,0 23,1 19,4 6,3 9,7 5,7
66,6 46,2 25,9 18,2 18,0 15,0 14,0 13,0 9,5 7,5 6,9 5,1 4,7 3,9 2,2 1,8 0,4
Met stip bovenaan staat het feit dat men voor boodschappen in de omgeving terecht kan en dat de buurt goed gelegen en bereikbaar is. Beide zaken worden zeer algemeen als pluspunt onderkend en gewaardeerd in het studiegebied. Zo’n 42 à 46% van de bewoners waarderen het dat ze in een rustige buurt wonen, dat de gebouwen een cultuurhistorische waarde hebben en er een school en/of kribbe in de nabijheid is. Het feit dat de buurt rustig is, wordt echter door meer mensen als één van de belangrijkste pluspunten ervaren (25%) dan het mooie uitzicht van de gebouwen (18%) of het gemak van de school of kribbe in de buurt 15%. Idem voor wat betreft de goede contacten in de buurt: bij wie dit ervaart en ook waardeert in de buurt (32%), is dit vaak tevens een belangrijk pluspunt (18%). Merken we op dat het gemengde, de multiculturele kant van de buurt voor 37% de buurt een positieve kleur geeft en voor 14% ook als een sterke troef wordt beschouwd. 11.1
Verschillen naar buurt
Omdat de buurten in de studie toch wel wat van elkaar verschillen, zijn ook de sterke (en zwakke) kanten van de buurten niet gelijk. We zetten de verschillen die statistisch significant zijn bij elkaar in de volgende tabel. De scores op alle gepresenteerde items naar buurt staan in bijlage 8.
Resultaten
Tabel 3.11
77
De troeven genoemd als drie belangrijkste voor de buurt; naar buurt
Voor boodschappen hoef je niet ver te lopen Het is een rustige buurt Heel wat gebouwen hebben cultuurhistorische waarde Het is een gemengde buurt (multicultureel, allerlei pluimage) Het vrijetijdsaanbod in de nabijheid
Hoogstraat Oost
Hoogstraat West
SintKatelijnestr. Oost
SintKatelijnestr. West
Chi², P=
70,37
76,11
54,55
57,55
0,0004
17,59 9,26
25,00 7,78
26,30 29,29
35,85 34,61
0,0242 0,0001
6,48
18,89
17,17
10,38
0,0139
20,37
11,67
13,13
7,55
0,0408
In en rond de Hoogstraat vindt men het vaker één van de sterkste kanten van het wonen op deze plaats dat men voor boodschappen niet ver moet lopen (70 tot 76%). Deze buurten liggen rond het winkelgebied van Mechelen, met centraal een relatief grote supermarkt en ook de zaterdagmarkt gaat hier door. De nabijheid van het vrijetijdsaanbod wordt in de buurt rond de Onze-Lieve-Vrouwekerk meer dan elders als belangrijk pluspunt naar voor gebracht. Merken we op dat de bevolking in deze buurten wat ouder is en dat de nabijheid van winkels en ontspanning voor deze groep misschien een nog grotere meerwaarde heeft dan voor de totale onderzoeksgroep. Aan de westkant van de Sint-Katelijnestraat is het ‘rustig wonen’ één van drie sterkste troeven van de buurt (36%). Men schat de waarde van de cultuurhistorische waardevolle gebouwen hoog in voor de buurt (35%). Van dit laatste geniet ook 29% van de bewoners die ten Oosten wonen van de Sint-Katelijnestraat.
12. Minpunten of afknappers van de buurt Om te weten te komen wat de buurt minder aantrekkelijk maakt om wonen, werden op dezelfde manier de minpunten of afknappers van de buurt bevraagd. We legden min of meer vergelijkbare uitspraken voor aan de bewoners, maar dan negatief geformuleerd en vroegen of dit een minpunt was van de buurt waarin ze wonen. Gemiddelde noemt men 3 minpunten, minder dus dan het aantal goede punten die men toekent aan de buurt. In de volgende tabel zien we het aandeel mensen dat het genoemde aspect een minpunt vindt, gevolgd door het aandeel dat dit aspect tot de drie voornaamste zwakke punten van de buurt rekent.
78
Hoofdstuk 3
Tabel 3.12
Aandeel buurtbewoners dat ... aanstipt als minpunt voor de buurt/bij de drie belangrijkste troeven van de buurt
Er is onvoldoende groen in de buurt Er is overlast van het verkeer in de buurt Heel wat woningen in de buurt zijn van slechte kwaliteit en slecht onderhouden (leegstand en verkrotting) Er zijn geen of weinig speelmogelijkheden in de buurt Het is niet veilig in de buurt (overlast, illegale activiteiten) Het is een buurt met weinig uitstraling Het is een drukke, lawaaierige buurt Geen gevoel van ruimte; het gevoel ingesloten te zijn De buurt is een beetje saai, beetje een slaapbuurt; er valt weinig te beleven Het is een gemengde buurt, buurt met mensen van allerlei pluimage Weinig of slechte contacten tussen de buren; het gebrek aan of slechte sfeer in de buurt Het is een vuile slecht onderhouden buurt Het gebrek aan vrijetijdsaanbod in de nabijheid (bv. sport, cultuur, …) In de buurt wonen mensen van dezelfde afkomt, met dezelfde levensstijl Voor boodschappen (winkels, markt, …) kan je niet terecht in de nabije omgeving Geen geschikte school of kribbe in de nabijheid De buurt is niet goed gelegen/niet goed bereikbaar
% genoemd als minpunt
%3 belangrijkste
46,0 34,0 30,8
29,0 24,7 20,5
27,3 20,7 23,1 17,4 20,5 14,2
16,4 15,0 12,4 11,1 9,9 8,9
16,8
8,9
15,0
7,3
10,3 8,1
5,7 4,1
3,4
2,0
3,2
1,8
2,4 1,6
1,0 1,0
Het gebrek aan groen wordt als zwak punt beschouwd door 46% van de bewoners en voert ook de lijst aan bij de drie belangrijkste minpunten. Gebrek aan groen wordt gevolgd door verkeersoverlast, van toepassing voor één op drie bewoners van het onderzocht binnenstadsgebied én één van de sterkste minpunten van de buurt. Even vaak zeggen buurtbewoners dat de leegstand en verkrotting een doorn in het oog is en dat komt op de derde plaats, ook in belangrijkheid. Nog twee aspecten komen relatief sterk bovendrijven: het gebrek aan speelmogelijkheden in de buurt en de onveiligheid ten gevolge van overlast of illegale activiteiten. Op dit vlak kunnen de buurten nog vooruitgang boeken. 12.1
Verschillen naar buurt
Het gebrek aan uitstraling weegt bij één op vijf inwoners ten Westen van de Hoogstraat/Guldenstraat door als sterk minpunt van de buurt. Dit is in de andere buurten minder het geval en aan de westkant van de Sint-Katelijnestraat al helemaal niet, een buurt die ook niet zo sterk te lijden heeft onder vuil en gebrek aan onderhoud. Dat laatste is vooral aan de oostkant van de Sint-Katelijnestraat bij 12% van de bewoners één van de belangrijkste minpunten.
Resultaten
Tabel 3.13
79
De minpunten genoemd als drie belangrijkste voor de buurt; significante verschillen naar buurt
Het is een buurt met weinig uitstraling Het is een vuile slecht onderhouden buurt
Hoogstraat Oost
Hoogstraat West
SintKatelijnestr . Oost
SintKatelijnestr . West
Chi², P=
13,0
20,0
11,1
0,0
0,0001
4,6
5,6
12,1
0,9
0,006
13. Tevredenheid met de woning De kwaliteit van het wonen wordt ook bepaald door de woning die men bewoont. De bevraagde binnenstadbewoners zijn meestal tevreden met hun woning (85%); slechts een zeer kleine minderheid van 6% zegt dat niet te zijn. Bijna de helft (47%) van de bewoners in de twee buurten rond de Hoogstraat zegt ‘zeer tevreden’ te zijn met de woning; dit aandeel is lager in zowel Sint-KatelijneOost (32%) als Sint-Katelijne-West (37%). Tellen we hier de mensen bij die ‘eerder tevreden zijn’ dan is de tevredenheid het grootst in het westelijk deel van beide buurten en het laagst aan de oostkant (figuur).
Figuur 3.36 Aandeel bewoners dat (eerder) tevreden is met de woning, naar buurt
De woning vindt men doorgaans van goede kwaliteit (73%) is en biedt genoeg comfort (83%). Bekijken we een aantal kenmerken afzonderlijk (zie figuur) dan blijkt één op drie van de stedelingen ontevreden over het gebrek aan of de te
80
Hoofdstuk 3
kleine tuin, koer of terras, kortom ‘onvoldoende buitenruimte’. Een ontoereikende geluidsisolatie ten aanzien van de buren, geen overbodige luxe in de stad, komt op de tweede plaats.
Figuur 3.37 Aandeel dat (eerder) niet tevreden is over …
Een 40-tal bevraagden woont in een te grote woning (8%); dubbel zo veel inwoners zegt te klein te wonen (16%).
14. Verhuisintenties en -motieven Wie in het onderzocht gebied in de binnenstad woont, is niet altijd van plan om in die woning en in die buurt te blijven wonen. Ruim één op drie respondenten huurt een woning; er zijn ook heel wat jonge mensen bij nog geen vaste stek hebben gekozen. Eén op drie van huidige bewoners zegt de eerstkomende jaren (zeer) waarschijnlijk verhuizen. Onderstaande figuur geeft een overzicht van de verhuismotieven.
Resultaten
81
Figuur 3.38 Indien van plan om te verhuizen, om welke redenen zou dat dan zijn?
De reden om te verhuizen die boven alle andere wordt genoemd is dat de huidige woning niet langer voldoet, bijvoorbeeld qua kwaliteit, grootte of comfort, tuin, … Dit is voor 62% van wie wil verhuizen een motief. De helft noemt persoonlijke redenen zoals de wens alleen te gaan wonen, bij de partner in te trekken, om dichter bij de familie te wonen, om gezondheidsredenen. Verder zijn ook de wens een eigen woning te kopen (39%) en de buurt waar men nu woont (34%) redenen om te vertrekken. Anderzijds zegt de grote meerderheid van verhuisgeneigden (64%) niet te verhuizen om redenen die met de buurt te maken hebben. Bijna de helft (46%) overweegt dan ook om in dezelfde buurt te blijven wonen!
83
HOOFDSTUK 4 SYNTHESE
Twee buurten werden onderworpen aan een leefbaarheidsmeting. De ene buurt ligt aan de Sint-Katelijnestraat, een straat waar de vernieuwings- en verfraaiingswerken grotendeels afgerond waren bij de bevraging. De tweede ligt aan de Hoogstraat/Guldenstraat waar een stadsvernieuwingsproject in de startblokken stond. Samen bestrijken ze een gebied dat ongeveer de helft van de Mechelse binnenstad inneemt. Bij ongeveer één op twee of 1 500 huishoudens in dit gebied viel een vragenlijst in de bus. Eén op drie of net geen 500 huishoudens stuurde de vragenlijst terug met de post of maakte gebruik van de mogelijkheid deze online in te vullen. De deelnamebereidheid in beide stadsdelen was vergelijkbaar. De respondenten vormen een relatief goed staal van de bevolking op het vlak van leeftijd en gezinssamenstelling, al zijn jonge alleenstaanden wat ondervertegenwoordigd. In de buurt van de Hoogstraat/Guldenstraat zal de opinie van de ouderen iets te veel weerspiegeld worden; rond de Sint-Katelijnestraat weegt de opinie van de medioren iets te sterk door. Ook de mannen en de (niet genaturaliseerde) Belgen zijn in beide gebieden oververtegenwoordigd in verhouding tot hun aanwezigheid in de buurt. We vatten de voornaamste vaststellingen samen voor het volledige onderzoeksgebied, schetsen een globaal beeld van de leefbaarheid in de binnenstad, om daarna in te gaan op het leefbaarheidsprofiel per buurt. Hiervoor splitsen we de twee betrokken stadsvernieuwingsgebieden in twee en kijken we naar de situatie ten Oosten en ten Westen van de Sint-Katelijnestraat en ten Oosten en ten Westen van de Hoogstraat/Guldenstraat. Deze opdeling werd gemaakt omdat de deze vier deelgebieden een erg verschillend karakter blijken te hebben.
84
Hoofdstuk 4
1. Onveiligheidsgevoelens Veralgemeende onveiligheidsgevoelens, die losstaan van concrete feiten en plaatsen, lijken niet echt groter bij deze stadsbewoners dan globaal in Vlaanderen. Opmerkelijk positief hierbij is dat 40% van de bevraagde binnenstadsbewoners de straten de laatste tien jaar veiliger zag worden; dit terwijl slechts 17% van de gemiddelde Vlamingen dit zo ziet. Ervan uitgaand dat de respondenten hierbij de eigen omgeving voor ogen houden, wijst dit op een veel betere evolutie het voorbije decennium dan elders in Vlaanderen! Jammer genoeg is dat nog niet goed genoeg, want 58% van de respondenten voelt zich niet altijd veilig in de eigen buurt en 52% vindt dat je niet overal in de buurt kunt komen. Zoals elders in Vlaanderen voelen ook in Mechelen centrum vrouwen zich onveiliger dan mannen. Ook hier stijgen de onveiligheidsgevoelens met de leeftijd; die stijging is gradueel en zeer scherp. Zo voelt slechts 17% van de oudste bewoners zich ’s avonds nog veilig op straat ... Verder is de regel: hoe lager opgeleid, hoe minder onveilig men zich voelt. Respondenten die in een gezin met kinderen leven, 30-49-jarigen, hooggeschoolden en mannen worden significant minder gekweld door onveiligheidsgevoelens.
2. Overlast en onveiligheid van de buurt Zijn de onveiligheidsgevoelens niet echt groter dan elders in Vlaanderen dan geldt dat niet voor het effectief vóórkomen van problemen in de buurt. De stedelingen krijgen meer dan in de rest van Groot-Mechelen hun deel. Vooral problemen die te maken hebben met het verkeer, overlast van personen en verloedering en de kleinere vermogensdelicten komen in dit deel van de binnenstad veel meer voor dan in Groot-Mechelen. De zwaardere misdrijven zoals inbraak in woningen, autodiefstal, geweld en ook aanrijdingen, komen hier minder voor dan elders in Mechelen. Het gedrag van mensen in het verkeer in de binnenstad is, samen met de overlastproblematiek, de voornaamste bron van onleefbaarheid. Te snel rijden in de buurt (75%), gevolgd door verkeersagressie (66%) en wildparkeren (62%) treffen een meerderheid van inwoners en ook lawaai van verkeer (45%) en opgefokte bromfietsen (39%) zijn een wijdverspreid probleem in de stad. Het frequent wildparkeren, blokkeren van doorgangen, garagepoorten, voet- en fietspaden en zeker rond de vele scholen die de binnenstad rijk is, veroorzaken heel wat ergernis. Het tekort aan parkeergelegenheden voor buurtbewoners verlaagt het wooncomfort in de stad aanzienlijk. Overal, maar in het bijzonder in de buurten gelegen langs de Hoogstraat komen deze problematieken zeer sterk naar voor.
Synthese
85
De meeste overlastproblemen hebben te maken met respectloos, onaangepast of baldadig gedrag van medebewoners en gebruikers van de stad; vaak worden scholieren, jongeren, nachtbrakers en allochtone(n) (mannen) genoemd. Klachten over rommel en vuil in de buurt zijn legio (64%) en ook leegstaande en verkrotte woningen, winkelruimtes en gebouwen (52%) geven buurten een wat verloederde aanblik. Laat men bewoners vrijuit ongenoegens spuien, dan komt sluikstort rond vuilnisbakken, zwerfvuil, hondenpoep en wildplassen veelvuldig ter sprake. De overlast veroorzaakt door jongeren wordt aan de kaak gesteld door de helft van de bewoners. Verder is overlast voor één op drie inwoners ook lawaaioverlast van buren, scholieren na schooltijd, uitgaanders, lawaai van optrekkende auto’s, geclaxonneer, … maar ook de evenementen in de stad zijn voor een aantal bewoners te luid en te frequent. In 70% van de gezinnen werd er het voorbije jaar iemand slachtoffer van een misdrijf of agressie in de buurt. Moedwillige vernielingen aan eigendommen en vandalisme worden niet enkel door één op drie respondenten als een probleem in de buurt naar voor gebracht, in 37% van de huishoudens werd men er ook slachtoffer van het voorbije jaar. Daarnaast is fietsendiefstal een ware plaag: 57% vindt het problematisch in de buurt en enkel al het voorbije jaar werd in 37% van de huishoudens een fiets gestolen in de eigen buurt. Ook inbraak in auto’s is volgens 45% een probleem in de buurt. Geweld en conflicten tussen buren zoals ruzies, pesterijen, vechtpartijen, racistische uitlatingen, … wordt wat minder expliciet als een probleem bestempeld, ook al werd 37% het afgelopen jaar zélf lastgevallen op straat, beledigd of bedreigd. Sterkere bevolkingsgroepen - eigenaars, bewoners van gezinswoningen, gezinnen met kinderen en hoger opgeleiden - worden meer geviseerd door vandalen, inbrekers en auto- en fietsendieven. Vrouwen, ouderen en lager geschoolden worden vaker door gauwdieven belaagd. Jongere inwoners worden meer aan beledigingen en bedreigingen blootgesteld.
3. De buurt als sociale realiteit De buurt als gemeenschap waar bewoners elkaar kennen, waarden delen, samen waken over de buurt, dingen voor de buurt organiseren, … is een belangrijk gegeven voor het leefbaar maken en houden van een buurt. Een sterke sociale cohesie leidt tot minder geweld, minder wanorde en minder onveiligheid(sgevoelens). De buurten verschillen sterk qua contacten met de buren, wat betreft het vertrouwen in de buren en wat ze van de buren verwachten als ze getuige zijn van
86
Hoofdstuk 4
een misdrijf in de buurt. Eén op vijf respondenten in het studiegebied is actief in een organisatie gericht op de buurt: een wijkcomité, een buurwerking of een feestcomité van de buurt. Nog wat meer inwoners (27%) zetten zich het voorbije jaar effectief in voor een activiteit in de buurt en evenveel onder hen engageerden zich voor het verbeteren van de buurt door een problematiek aan te kaarten en dergelijke. Die deelname is zeer hoog in vergelijking met de resultaten voor GrootMechelen. Ook het bereik van activiteiten van en voor de buurt is zeer groot: 44% nam deel aan een van die buurtactiviteiten het laatste jaar. Hieruit spreekt een sterk elan in de stad waarvan het plafond nog niet is bereikt. Immers, evenveel mensen zouden zich wel willen inzetten maar doen dat nu nog niet. Uit de cijfers blijkt dat de motor van het buurtgebeuren in hoofdzaak de 30-50-jarigen zijn. Ze zijn meestal eigenaar van een gezinswoning en vaak hooggeschoold. Deze middenleeftijdsgroep, maar ook de 65-plussers hebben meer contacten in de ‘bredere buurt’, zijn meer actief in wijkcomités en buurtwerkingen en hebben het meeste vertrouwen in de medebuurtbewoners. Vooral eigenaars, bewoners van eengezinswoningen en hooggeschoolden vinden het vaker aangenaam om te praten met de mensen in hun buurt. Voor de oudere bewoners is het contact in de buurt ook een dam tegen eenzaamheid omdat deze groep minder (frequente) contacten heeft met familie en vrienden/kennissen, maar méér met de buren. Ook voor de lager opgeleide inwoners zijn die contacten in de buurt erg van tel.
4. Functionaliteiten en uitrusting van de buurt Het belang van de buurtcontacten en het creëren van een samenhorigheid in de buurt komt in deze studie sterk naar voor. Vandaar dat ruimte in de buurt, waar buurtbewoners spontaan met elkaar in contact komen een belangrijke functie vervult in de buurt. Dergelijke plaatsen om elkaar te ontmoeten in de buurt zijn er voor meer dan de helft van de 30- tot 65-jarigen genoeg in de buurt. Omdat jongvolwassenen en ouderen minder die mening zijn toegedaan, moeten we ons afvragen of de publieke ruimte wel voldoende is aangepast aan deze leeftijdsgroepen. Ouderen zijn meer dan de jongere bewoners voor sociale contacten aangewezen op de informele contacten in de buurt. Het activiteitenaanbod voor ouderen krijgt wel vaak een goede beoordeling in de binnenstad, vooral dan in de omgeving van den Hoogstraat. Mechelen spant zich als ‘kinderstad’ erg in voor de jongste bewoners. Op het vlak van speelvoorzieningen (65%) en plekken waar tieners buiten kunnen samenkomen (60%) krijgen de Mechelse binnenstadsbuurten echter geen
Synthese
87
voldoende. In het studiegebied staat ‘het gebrek aan speelruimte’ in de top vijf van ‘minpunten van de buurt’. Het tekort aan groen in de buurt wordt door 53% van alle bevraagde inwoners onderschreven. Het komt algemeen naar voor als hét meest genoemde en belangrijkste minpunt van het wonen in de buurt. Van huurders, hooggeschoolden en medioren krijgt het groen in de buurt opvallend vaker een onvoldoende. Waarvoor de buurten heel erg goed scoren is alles wat met nabijheid en bereikbaarheid te maken heeft. Troef nummer één van het wonen in deze stadsbuurten is dat men voor boodschappen niet ver moet lopen, gevolgd door de goede ligging en bereikbaarheid.
5. Vooruitgang van de buurt Ondanks de toch veelvoorkomende problemen met verkeer, overlast en onveiligheid is het bilan van de buurten positief en is men hoopvol gestemd voor de toekomst. Meestal vindt men dat de buurt er de laatste jaren op vooruit is gegaan. Slechts 8 à 10% is negatief over het verleden en ziet ook de toekomst somber in. Zij verwijzen naar de genoemde problemen in de buurt en hebben er geen vertrouwen in dat deze effectief zullen worden aangepakt. De perceptie van een groeiende allochtone bevolking boezemt een aantal bewoners angst in voor de toekomst. De bewoners die wel vinden dat de buurt in positieve zin evolueerde (57%), kent hierin een belangrijke rol toe aan de stadsvernieuwingsprojecten niet enkel omdat ze de buurt mooier maken, een uitstraling geven en de bewoners opnieuw fier maken over hun buurt en stad, maar evenzeer omwille van de impuls die ervan uitgaat voor de buurt. Veel bewoners geven aan dat de stadsvernieuwing de aanvoer van nieuwe gezinnen met zich meebrengt die zuurstof geven aan de buurt, zowel op sociaal vlak als op fysiek vlak. Ze herbevolken de buurt en herstellen het sociaal evenwicht. Buurtbewoners stellen vast dat deze gezinnen het sociaal klimaat in de buurt verbeteren en dat de nieuwkomers zich engageren voor de buurt. Ze renoveren verwaarloosde en leegstaande woningen, waardoor het straatbeeld in bepaalde buurten sterk getekend was. De inspanningen om buurten op te fleuren, zoals met bloemen en een betere verlichting, worden meer dan gewaardeerd. De helft van de buurtbewoners is hoopvol voor de toekomst van de buurt. De op til staande projecten voor de binnenstad en de verdere impulsen die uitgaan van de (af)lopende projecten scheppen verwachtingen. Velen zeggen dat een verandering is ingezet, de toon is gezet en er is geen weg terug: de buurt kan enkel
88
Hoofdstuk 4
maar op deze weg verder evolueren. Men is van mening dat de verjonging en de heropwaardering van de buurt zich zal doorzetten. De respondenten doen hier ook vaak uitspraken over de hele stad, en het is duidelijk dat de positief gestemde bewoners, die toch de meerderheid uitmaken, vinden dat Mechelen op goede weg is. Een soort ‘change has come’-stemming, als het ware. De initiatieven om mensen in de buurt dichter bij elkaar te brengen lijken alvast in dit stuk van de binnenstad het buurtgevoel en de buurtwerking meer leven te hebben ingeblazen en ook dat creëert een positief gevoel naar toekomst toe. De initiatieven van de stad om de buurten te activeren op dit vlak werpen vruchten af.
6. Leefbaarheid buurt per buurt In wat volgt brengen we de verschillen tussen de buurten samen en proberen we tot een globaal beeld te komen van elke buurt op het vlak van leefbaarheid. De globale tendensen die voor alle buurten gelden worden hier niet meer hernomen, maar zijn wel van toepassing! Merken we op dat het globaal leefbaarheidsoordeel – de tevredenheid met de buurt waarin men woont – niet verschilt van buurt tot buurt. 6.1 Sint-Katelijnestraat-West De buurt aan de westkant van de Sint-Katelijnestraat, met het Begijnhof en de Melaan, komt naar voor als de meest leefbare buurt van de vier onderzochte stadsdelen. Al wordt deze buurt zeker niet gevrijwaard van de beschreven problemen van onveiligheid en overlast, toch komen een aantal problemen minder scherp naar voor zoals de verkeersproblematiek, problemen van geweld en conflicten tussen bewoners. Anderzijds komen vermogensdelicten en ook graffiti hier relatief vaker voor. De buurt is de meest hechte buurt van de vier, een buurt met een sterke samenhang en hoge buurtbetrokkenheid. Bijna alle respondenten maken graag en praatje met de medebewoners. De contacten beperken zich niet tot de directe buren maar strekken zich uit over de ruimere buurt. De bewoners in deze buurt zijn het meest van allen actief in buurtgeoriënteerde verenigingen en organisaties. Ze zijn meest actief in het zoeken naar oplossingen voor problemen in buurt (38%), zetten zich in bij buurtactiviteiten (39%) en als er iets doorgaat is 57% van de bewoners van de partij. Het vertrouwen in de buurtgenoten is in deze buurt groot en ook de informele sociale controle - het waken over elkaar en over de buurt - is hier het sterkst: men verwacht bijna steeds dat buren ingrijpen bij misdrijven zoals inbraak of diefstal
Synthese
89
van of in auto’s, bij het aanbrengen van graffiti. De bewonersgroep voelt zich in deze buurt het minst onveilig. De buurt, of althans delen van de buurt, heeft voor velen als sterke troef dat het een rustige buurt is (36%) en wordt gewaardeerd omwille van de cultuurhistorische waarde van de gebouwen (35%). Wil men verbeteringen aanbrengen in deze buurt, dan wordt het vergroten van het aanbod aan (speel)ruimte voor kinderen hier zeker als een grote vooruitgang gezien alsook het voorzien van meer groen zou in het bijzonder in deze buurt op zeer veel bijval rekenen (67%). De buurt springt eruit met een sterkere positieve kijk op de evolutie de voorbije jaren: twee derden van de bewoners is gelukkig met hoe het de buurt verging. Het openleggen van de vliet/de Melaan, de heraanleg van de Sint-Katelijnestraat worden genoemd en de komst van nieuwe gezinnen, wat een betere mix oplevert van jongere en oudere inwoners in de buurt en het afnemen van de leegstand in de buurt. De veiligheid in de buurt ging er volgens één op twee inwoners op vooruit. De sterke samenhang van de buurt en de vele activiteiten die de mensen samenbrengen zijn een goede zaak voor de evolutie van de buurt. Ook het vooruitgangsrapport is vrij onverdeeld goed, en ligt in de lijn van de algemene tendens (zie boven). Specifiek voor de buurt is de verwachting dat er werk wordt gemaakt van de leegstand en verkrotting. 6.2 Hoogstraat-Oost Ten Oosten van de Hoogstraat/Guldenstraat ligt de buurt met centraal de OnzeLieve-Vrouwekerk. Het is een buurt waar vrij veel oudere mensen wonen. De mensen waarderen de contacten in de buurt (67%), al valt wel op dat vrij veel bewoners hier geen contacten hebben met andere dan de directe buren. Minder dan in de andere buurten vindt men deze buurt een ‘hechte buurt’, al betekent dat niet dat de mensen niet met elkaar overweg kunnen, er zijn gewoon minder contacten. De informele sociale controle is hier ook duidelijk minder groot. Ook al is dit niet de meest onveilige buurt, toch voelt men zich hier het minst veilig ’s avonds op straat, en van alle buurten vindt men hier het meest dat de straten er de laatste jaren niet veiliger op werden. In deze buurt zijn weinig mensen actief in buurtorganisaties (11%). Aansluitend zien we een buurt met minder inzet voor buurtactiviteiten en ook opvallend minder participatie aan activiteiten voor de buurt. Toch blijkt hier nog een groter potentieel dan elders van mensen die in de toekomst wel actiever willen betrokken zijn bij de buurt. In deze buurt komt de problematiek van de verkeersleefbaarheid sterk op de voorgrond, net zoals aan de westkant van de Hoogstraat/Guldenstraat. De buurt lijdt onder wildparkeerders (71%), verkeersagressie (66%) en, meer dan aan de
90
Hoofdstuk 4
westkant, onder geluidsoverlast van het verkeer (52%). De scholen in de buurt - Go-Shil en de Urselinen - dragen bij tot de problematiek. Het parkeertekort voor bewoners is nijpend. En, net zoals rond het Begijnhof en de Melaan gaan graffitispuiters hier graag te keer (37%). Een van de grote troeven van deze buurt is volgens de bewoners, nog meer dan in de andere stadsbuurten, de nabijheid van de winkels, de markt (70%) en het vrijetijdsaanbod (20%). Omdat vooral in deze omgeving de speelvoorzieningen voor jonge kinderen en de openbare ruimte voor tieners een onvoldoende krijgt, kan de buurt op dit vlak nog vooruitgang boeken. Inspanningen om de contacten in de buurt te verhogen, de samenhang te versterken zodat de buurt zich meer buurt gaat voelen, kunnen hier veel goeds teweeg brengen. De vernieuwing van de Onze-Lieve-Vrouwekerk is een belangrijke factor geweest in de heropwaardering van de buurt en ook de aanleg van het Dijlepad is een verbetering. Zo’n 44% ziet de toekomst van de buurt rooskleurig in. Men verwacht veel van de opgestarte werken rond de Hoogstraat, Korenmarkt en ook Ganzendries, niet in het minst voor het oplossen van de verkeersleefbaarheidsproblemen. Ook naar toekomstige projecten zoals de aanleg van het plein rond de kerk, van de Kruidtuin kijkt men uit. Men hoopt hier ook dat de stadsvernieuwing een hefboom wordt voor het verminderen van de leegstand en het verjongen van de buurt. Misschien zal dat het grotere onveiligheidsgevoel in deze buurt positief beïnvloeden. 6.3 Hoogstraat-West De buurt ten Westen van de Hoogstraat lijkt in verandering en de bewoners zijn er vaak erg positief over de ontwikkelingen in de buurt. Anderzijds lijkt, voor een betere analyse, het onderscheid tussen de buurt grenzend aan de stadsring en de buurt waar reeds heel wat initiatieven doorgingen (Karmelieten-tuin, Kerkhotel, Lamot) belangrijk. Deze analyse hebben we slechts ten dele kunnen doen. De problematieken die in dit stadsdeel sterker naar voor komen, zijn zoals aan de oostkant van de Hoogstraat sterk gerelateerd aan de verkeersleefbaarheid. De inwoners ten Westen van de Hoogstraat zijn vaak actief in buurtorganisaties (24%) en ook qua actieve betrokkenheid bij de buurt - zowel inzet als participatie aan activiteiten - volgt deze buurt de zeer betrokken bevolking rond het Begijnhof en de Melaan. Ook hier is de informele sociale controle sterk: men schat de kans hoog in dat buurtbewoners ingrijpen als ze getuige zijn van een misdrijf in de buurt. In deze buurt verwijst men ook vaak naar de buurtwerking, de contacten en sfeer in de buurt om de vooruitgang van de buurt te motiveren.
Synthese
91
Deze buurt heeft meer dan andere buurten als troef de nabijheid van de winkels (76%). De multiculturele invulling van de buurt wordt hier meer dan elders als één van de sterke troeven van de buurt genoemd (18%), wat op een grotere openheid wijst. De bewoners van de buurt die grenst aan de Koningin Astridlaan noemen, meer dan de andere buurten, een gebrek aan uitstraling als één van de grote minpunten van de buurt (40%). Hier zouden inspanningen voor meer groen en het creëren van meer open ruimte voor de bewoners zeker renderen. Immers, er leeft hier sterker een gevoel ingesloten te zijn. In dit stuk van de buurt vindt een zeer groot deel van de bewoners (79%) dat het aanbod voor tieners in de buurt niet toereikend is. De Lamot, maar zeker ook de Karmelietentuin waarmee de kinderen uit de buurt ook een plek kregen, het ‘kerkhotel’ en ook de nieuwe handelszaken en evenementen hebben de buurt een nieuw cachet gegeven. Men vindt de buurt ook netter. Er is hier sterk de indruk dat de buurt verjongt en dat schept vertrouwen in de toekomst. Veel respondenten vermelden het opknappen van verwaarloosde woningen door nieuwkomers, waarbij men gewag maakt van een ‘beter publiek’, ‘een veranderde sfeer’ en van ‘jonge gezinnen’. De werken die aan de Hoogstraat van start gingen creëren de verwachting dat de buurt er nog verder op zal vooruit gaan. 6.4 Sint-Katelijnestraat-Oost De buurt ten Oosten van de Sint-Katelijnestraat lijdt zwaar onder de overlast en is overduidelijk de minst veilige buurt. Meer dan elders én in zeer belangrijke mate veroorzaken jongeren er overlast, zijn er problemen verbonden aan bepaalde winkels/drankgelegenheden en worden er drugs verhandeld en gebruikt op straat. De buurt wordt meer dan de andere buurten door de eigen bewoners bestempeld als een vuile en slecht onderhouden buurt. Leegstaande verkrotte gebouwen, winkels en woningen zijn meer dan in de andere buurten een smet op de buurt en roepen een beeld op van verloedering. Geweld en conflicten tussen de buurtbewoners zoals burenruzies, pesterijen, vechtpartijen, racistische uitlatingen, … worden meer dan elders aangekaart als een probleem en men is hier zelf ook het vaakst slachtoffer geworden van geweld het voorbije jaar. Geluidsoverlast door verkeer komt veel voor op de klachtenlijst, net zoals rond de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Het is dan ook in deze veel geplaagde buurt dat een noemenswaardige groep van inwoners vindt dat de buurt er de laatste jaren niet op verbeterd is, nl. 16%, en er ook niet veiliger op werd. Wat betreft de troeven van de buurt vernoemen de bewoners vaak de cultuurhistorische waarde van de gebouwen als één van de voornaamste pluspunten en 17% vindt het multiculturele samenstelling van de buurt een meerwaarde.
92
Hoofdstuk 4
Desalniettemin vindt de helft van de bewoners dat de buurt de voorbije jaren in gunstige zin evolueerde. Men verwijst naar initiatieven om de overlast in te dijken waardoor het dealen, het vuil, de criminaliteit reeds is afgenomen. De verhoogde aandacht voor de problematiek wordt in dank afgenomen, maar de resultaten tonen vooral ook dat dit nog niet genoeg is. De heraanleg van de SintKatelijnestraat, het speelpleintje, mooie renovaties en het tegengaan van verkrotting waren een goede zaak voor de buurt. Voor de toekomst zijn alle ogen gericht op de grootse plannen voor de Tinelsite en het openleggen van de vliet.
93
BIJLAGEN
95
Bijlage 1 /
Tabellen steekproef en respondenten naar kenmerken
Tabel B1.1 Vergelijking steekproef en onderzoeksgroep naar geslacht / 3 Mannen Vrouwen Totaal
!
0 0
)
1
2
3
0
)
58,4 41,6
47,3 52,7
60,2 39,8
50,0 50,0
100,0
100,0
100,0
100,0
Tabel B1.2 Vergelijking steekproef en onderzoeksgroep naar leeftijd Hoogstraat Respons Steekproef 18-29jaar 30-49jaar 50-64jaar 65 jaar en ouder
19,3 35,1 21,5 24,0
Totaal
(279)
Sint-Katelijnestraat Respons Steekproef
21,0 40,1 20,7 18,2
13,9 41,6 28,7 15,8
100,0
18,8 43,2 22,7 15,3
(202)
100,0
Tabel B1.3 Vergelijking steekproef en onderzoeksgroep op het vlak van gezinstype /
!
3 4
2
5 65 65 6 5 55
2 4 / /
! "
2 " "
0 0
2 ! 2 ! 7
8
)
1
3
2 0
)
5 5 5 5 656
5 5 5 5 56
5 5 5 5 5
5
7 68
5
96
Bijlage 1
Tabel B1.4 Vergelijking steekproef en onderzoeksgroep naar herkomst Hoogstraat Respons Steekproef Belg Genaturaliseerde Belg Vreemdelingen en wachtregister Totaal
Sint-Katelijnestraat Respons Steekproef
88,8 7,0 4,2
72,8 16,6 10,7
84,3 9,3 6,3
76,3 15,5 8,2
286,0
100,0
204,0
100,0
Bijlage 2 /
Overzichtstabellen onveiligheidsgevoelens naar sociodemografische kenmerken
Tabel B2.1 Significante verschillen in (on)veiligheidsgevoel, naar gezinstype Alleenwonend Oneens Eens 1. Het is vandaag de dag veilig om kinderen alleen op straat te laten 2. Ik sluit altijd onmiddellijk mijn wagen als ik instap 3. Ik voel me ’s avonds op straat veilig 5. De politie is in staat om ons te beschermen tegen criminelen 6. ’s Avonds en ‘s nachts doe ik de deur open als er wordt gebeld
Gezin geen kind 918j Oneens Eens
Gezin met kind 918j Oneens Eens
Chi², P=
60,0
16,7
67,4
9,8
72,4
15,5
(0,0898)
32,6
50,0
35,7
48,4
50,0
33,6
0,0357
38,6 34,3
42,9 27,6
48,4 47,1
35,0 26,7
28,2 31,9
53,9 29,3
0,0090 0,0041
59,3
23,6
63,4
21,5
38,5
40,2
0,0014
Tabel B2.2 Significante verschillen in (on)veiligheidsgevoel, naar geslacht Oneens 3. 5. 6. 7.
Ik voel me ’s avonds op straat veilig De politie is in staat om ons te beschermen tegen criminelen ’s Avonds en ‘s nachts doe ik de deur open als er wordt gebeld Een alarmsysteem is niet nodig in deze buurt
Vrouw
Eens
Oneens
Man
Eens
Chi², P=
45,3 41,9
34,8 22,2
31,1 33,7
54,9 35,8
0,0001 0,0121
64,0
19,6
42,7
38,0
0,0001
44,0
41,9
34,2
50,8
0,0235
97
18-29 jaar Oneens Eens Ik sluit altijd onmiddellijk mijn wagen als ik instap Ik voel me ’s avonds op straat veilig. De laatste 10 jaar zijn de straten veiliger geworden De politie is in staat om ons te beschermen tegen criminelen ’s Avonds en ‘s nachts doe ik de deur open als er wordt gebeld Als ik op vakantie ga, durf ik mijn huis onbewaakt achter te laten
98
Tabel B2.3 Significante verschillen in (on)veiligheidsgevoel, naar leeftijdscategorie 30-49 jaar Oneens Eens
50-64 jaar Oneens Eens
65-80 jaar Oneens Eens
Chi², P=
42,2
39,8
50,3
35,8
32,8
50,0
15,1
64,0
0,0001
31,0 10,8
54,8 51,8
24,3 17,2
56,4 50,0
45,4 28,0
34,5 37,3
68,0 44,8
17,5 26,0
0,0001 0,0001
31,0
32,1
33,3
31,1
47,5
27,1
45,8
16,7
0,0176
42,9
33,3
40,3
38,1
66,1
20,3
84,4
8,3
0,0001
32,1
59,5
35,9
52,5
42,9
37,8
52,1
29,8
0,0023
Tabel B2.4 Significante verschillen in (on)veiligheidsgevoel, naar opleidingsniveau LO en lager middelbaar Oneens Eens Ik sluit altijd onmiddellijk mijn wagen als ik instap Ik voel me ’s avonds op straat veilig De laatste 10 jaar zijn de straten veiliger geworden ’s Avonds en ‘s nachts doe ik de deur open als er wordt gebeld Een alarmsysteem is niet nodig in deze buurt Als ik op vakantie ga, durf ik mijn huis onbewaakt achter te laten
Hoger middelbaar Oneens Eens
Hoger nietuniversitair Oneens Eens
Hoger universitair Oneens Eens
Chi², P=
17,1
58,0
30,9
50,9
46,7
40,0
52,0
34,4
0,0001
60,8 41,2 69,1
19,6 20,7 15,5
44,4 34,8 71,3
33,0 29,5 17,4
36,8 22,2 46,3
50,7 50,4 35,3
21,4 11,9 41,1
61,9 55,6 36,3
0,0001 0,0001 0,0001
44,8 53,1
19,8 21,9
39,5 44,3
24,6 42,5
34,6 40,4
37,5 50,0
27,8 24,6
41,3 62,7
0,0047 0,0001
Bijlage 2
99
Bijlage 3 /
Overzichtstabel ervaren overlast in de buurt, verschillen naar deelbuurt
Tabel B3.1 Aandeel personen dat … helemaal/eerder wel/niet als een probleem ervaart in de buurt, significante verschillen naar buurt Hoogstraat Oost West Overlast van groepen jongeren Helemaal/eerder wel Helemaal/eerder niet
46,3 50,0
Sint-Katelijnestraat Oost West
Chi², P=
45,5 51,7
71,4 28,6
46,2 53,8
0,0032
Overlast in of rond bepaalde winkels, cafés ed., … Helemaal/eerder wel 26,2 Helemaal/eerder niet 62,6
24,4 63,6
42,2 49,5
26,4 68,9
0,0509
Overlast verbonden aan druggebruik Helemaal/eerder wel Helemaal/eerder niet
27,1 54,2
18,9 52,6
46,4 37,1
29,5 57,1
0,0003
Leegstaande of verkrotte woningen, winkels, ... Helemaal/eerder wel 47,2 Helemaal/eerder niet 50,9
55,7 38,6
63,3 33,7
42,5 57,5
0,0003
Bekladde muren en/of gebouwen, bv. graffiti Helemaal/eerder wel 37,1 Helemaal/eerder niet 56,2
30,5 65,5
28,6 70,4
37,2 19,1
0,0051
Geweld Helemaal/eerder wel Helemaal/eerder niet
22,9 58,9
27,1 60,4
15,4 76,9
0,0428
21,7 64,2
Conflicten tussen buurtbewoners (ruzies, pesterijen, vechtpartijen, racistische uitlatingen, … Helemaal/eerder wel 20,4 27,1 32,7 20,8 Helemaal/eerder niet 64,5 65,5 61,2 73,6
0,0237
100
Bijlage 4 /
Andere vormen van overlast die een probleem vormen in jouw buurt
Buurt=Hoogstraat Oost Sluikstorten Regelmatig sluikstorten, dat is jammer Op dorpel voordeur vuil achterlaten. De straat lijkt een openbare asbak, voor en naast en over de school. Afval in grote volumes deponeren in afvalbakken. Sluikstorten Elke morgen vinden wij zakken huisvuil gedeponeerd rond de vuilnisbak van de stad ter hoogte van ons huisnummer xx! Al meerdere malen werd dit gemeld! Jongeren die picknicken op het Dijlepad (OK voor mij) maar pizzadozen achterlaten en blikjes in de Dijle gooien. Het stuk trekken van afvalzakken. Straatvuil (blikjes, verpakkingen) Onze parking/tuin ligt aan de straatkant, vlak bij een plaats waar er vaak mensen samenkomen. Dat ze daar samenkomen is absoluut geen probleem, maar hierdoor belandt er wel vaak vuilnis bij ons. Een extra vuilbak, of grotere vuilbakken aan het parkeerterreintje op de Lange Nieuwstraat zou welgekomen zijn. Sinds de aanleg van het wandelponton op de Dijle rondslingerende etensresten en verpakkingen, lege alcoholflesjes etc. Het achterlaten van drankblikjes op onze vensterbank. Vooral de huizen naast de school. Vroeger stond er een vuilbak aan de ingang van de school Mijn garagepoort wordt wekelijks als urinoir gebruikt. Het achterlaten van hondenpoep! Wildplassen van honden (tegen mijn gevel!) Hondenpoep Hondenpoep en rotzooi op straat Hondenpoep op de zoutwerf (vernieuwd plein): kinderen kan je daardoor niet laten spelen op de open ruimte. Vandalisme Vandalisme, zoals het omgooien van bloembakken Bloembakken beschadigen Vernieling van eigendom van bewoners (zoals bloembakken) Hangjongeren in de straat geven commentaar op voorbijgangers Sinds de aanleg van het wandelponton op de Dijle heel veel nachtlawaai, rondslingerende Nachtlawaai in de straat ‘s nachts. Schoolkinderen blijven na school lang hangen in de buurt, met lawaai tot gevolg!
Bijlage 4
101
Luide kerkklokken van verschillende kerken op hetzelfde tijdstip = vanaf zondagochtend 9u45 Lawaai door spelende kinderen in de buurt Ambulances in het nabij gelegen ziekenhuis die hun sirenes meer gebruiken dan nodig is (ook buiten kruispunten). Erg storend tijdens de nacht. Sirenes van ziekenwagens Er staan in dit smalle straatje altijd wel een groepje jonge Marokkanen of Oostblokkers die drugs staan te verhandelen en/of geheimzinnig gedrag vertonen. Drugsdealing Autoverkeer voor schoolgaande kinderen van GO-SHIL. De ouders willen de kinderen voor de school afzetten en weigeren even te lopen. Te grote wagens in de stad (4X4). Het agressieve en arrogante gedrag van de ouders die hun kinderen komen ophalen uit school. Alles kan en mag. Nooit worden ze beboet. Alleen wij worden door de nieuwe wijkagent beledigd, weggejaagd en opgeschreven. Overlast van de school door de ouders: wildparkeren. We wonen in de lange Nieuwstraat, de enige garage in de straat. Dagelijks wordt er voor onze garage geparkeerd rond schooltijd, de wagens parkeren ook op het voetpad zodat de mensen met een koets of kinderen bijna niet meer kunnen parkeren. Ingang van Ursulinen school langs de kant van de Hoogstraat wordt constant geblokkeerd door kortparkerende auto’s (niet schoolgerelateerd). Door de ligging aan Ursulinen: onveilige verkeerssituatie voor schoolgaand verkeer, fiets- en wandelverkeer Er is te weinig parkeerplaats waar de bewoners de ganse dag met hun kaart mogen parkeren Te weinig parkeerplaatsen Wildparkeren is een zéér groot probleem. Auto' s blijven voor garages staan en met draaiende motor (verontreiniging) om boodschappen te doen bij bakkerij ' non stop'en openingsuren zijn ook ‘non stop’ (06-21 uur) Parkeren op plaatsen waar het niet is toegestaan Auto’s van Oxfam staan regelmatig voor mijn garage geparkeerd zodat ik niet in of uit kan. Véél te weinig parkeerplaatsen, waardoor mensen systematisch op de bermen van de kerk parkeren, hetgeen wordt gedoogd. Soms moet ik een kwartier lang doelloos rondrijden in de ruime buurt op zoek naar een parkeerplaats! De bussen die staan te wachten laten hun motor draaien. Dit geeft vreselijk veel overlast aangezien er bijna altijd wel een bus staat! De brug over de Dijle en het verkeer door de Kraanstraat zijn de baan om de stad te verlaten, waardoor de rust van weleer volledig verdwenen is. Het verwondert mij dat er nog geen grote ongevallen gebeurd zijn. Regelmatig rijden er auto' s in de verkeerde richting over de brug. Door het drukke verkeer en het parkeerbeleid wordt normaal gebruik van privé-garages zeer lastig. Mijn straat is een straat met enkel ‘Plaatselijk verkeer’ in beide richtingen. Dit wordt totaal niet gerespecteerd en ook niet gecontroleerd en geverbaliseerd door de politie en dit ondanks herhaaldelijk aandringen van de buurtbewoners. De straat wordt als doorgangsstraat gebruikt en is daar niet voor geschikt. Doorgaand verkeer O.-L.-Vrouwestr. onveilig,door parkerende wagens en enkelrichting, rijden fietsers wagens tege-
102
Bijlage 4
moet. Hierdoor wijken die uit op voetpad. Geparkeerde wagens zien fietsers niet komen bij wegrijden (ook openen portieren).Van Korenmarkt tot Sotscop. Terreur van parkeerbedrijf en hun wachters. Onbeschofte politie agenten bij in en uitladen van vracht. (bezette stad?) Te snel rijden in de binnenstad Snelle auto' s die met veel lawaai doorrijden. Luidruchtige wild rijdende pizza autotootjes en brommertjes Door XXX, wonende XXX. Zeer onaangenaam om naast zo een bemoeizieke persoon te wonen. De wijkagent heeft hier nog steeds niets aan gedaan, toch is hij op de hoogte van het probleem. De aanwezigheid van een roddel- en lasterteef en haar volgelingen die samen de buurt verpesten. Ze heeft het vooral op ons gemunt omdat wij durven antwoorden. Zij is de oorzaak van bijna alle conflicten. We worden er letterlijk ziek van. Ondertussen kunnen we een boek schrijven. Menneer en Mevrouw XXX maken ons al 10 jaar het leven zuur. Handtekeningen en klacht neerleggen en er wordt niets aan gedaan. Pesterijen + wijkagent UITMAKEN + bij burgemeester geweest en hij doet nog altijd verder. Niemand wilt ons helpen. Overlast van de buren Gepest worden door de buurman Kleine bezorgdheid over de concentratiestijging van migranten in de buurt Ik ben overvallen, ingebroken in mijn woning, verbaal lastig gevallen door vreemdelingen. te weinig verlichting in de Hoogstraat/ St.-Jacobsstraat. O.L.V.-straat is zeer schaars verlicht ‘s avonds, lampen schijnen naar boven tegen gevel Het is gewoon en rustige buurt. Oudere mensen die onverdraagzaam zijn naar/voor spelende kinderen op straat.
Buurt=Hoogstraat_West Stad Mechelen allemaal betonnen banken zonder leuning. niet fraai en vuil Sluikstorten Dat openbare vuilbakken altijd overvol steken met huisvuil Sluikstort. Sluikstorten Vuile straten Blikjes en kartonnetjes drank Hondenpoep : echt verschrikkelijk! in de plantenbakken en op de stoep Hondendrol, Hondenpoep hondenpoep!
Bijlage 4
103
Hondendrollen voor de deur. Vuil naast glasbakken In de Langhestraat, tussen Spiegelstraat en Adegemstraat, is er een open plek, die niet volgebouwd geraakt en dienst doet als vuilnisbelt en illegale parkeerplaats voor auto' s. Veel zwerfvuil en te weinig vuilbakken die constant vol zitten. De komst van dagelijkse straatvegers geeft een averechts effect. (Het zet mensen aan om afval op straat te gooien, geluidslast en verkeershinder.) Boetes uitschrijven door opgeleide mensen (bv. gepensioneerden) en zorgen voor meer vuilbakken die dagelijks worden geledigd zouden een goede zaak zijn Plasticafval opstoken door buur waartegen niets wordt gedaan! Schoolgaande kinderen die na schooltijd lege blikjes en lege verpakkingen op straat achterlaten. Daarvoor moet de stad op draaien voor opkuis = wij als belastingbetaler! Urineren in hoekjes en tegen onze tuinmuur Wildplassen tegen voordeur ' s nachts(ingang is zonnebank) Waar mogen de kinderen veilig spelen? De ‘oude Belgen’ zijn zeer onverdraagzaam Geluidsoverlast van de buren Bedreigingen, zogezegd willen helpen maar je geld willen stelen. Geen huur willen betalen, woning beschadigen,... Het is erg onveilig ' s avonds en kom bijna niet meer uit men huis. Moslim extremisten GSM masten en bloembakken die het zicht in het verkeer belemmeren Ontoereikende bereikbaarheid voor gehandicapten in rolstoel. Moeilijke doorgangen. Te hoge stoepen en opgebroken voetpaden, of beschadigde plaatsen. Geen doorgangen op normale plaatsen (met rolstoel). Voetpad aan lichten gaan te snel op rood. allemaal normaal voor een mens dat 100% normaal is. Vernieling van brievenbus. Post die verdwijnt. Krassen op auto' s Herhaaldelijk vernieling van bloembakken bij ons en bij de buurtbewoners, Beschadigingen auto' s, spiegels er afgetrapt Best onderscheid maken tussen dag en avond/nacht overvallen op voetgangers Auto' s/bromfietsen die zelfs ‘s nachts ineens toeteren. Er zijn jongeren die wel durven om ‘s nachts luid te roepen tegen mekaar bv. vechtend, scheldend etc. Jongeren die bij slecht weer de inkomhal van ons gebouw gebruiken als verzamelplaats om te drinken, te eten, te roken. Soms wordt de inkomhal gebruikt als urinoir. Migrantenjongeren van het mannelijke geslacht die bewust wanneer je ze passeert op het voetpad voor je voeten rochelen. Dit gebeurt dagelijks en is irritant. ‘s Nachts groepjes jongeren Lawaaierig rondhangen op straat (niet alleen jongeren) Verkeerd gebruik van de jachthaven: camping Cassablanca toestanden, rookhinder, lawaaihinder.
104
Bijlage 4
Rondhangende jongeren (softdruggebruik en rondslingerende blikjes en flesjes die wijzen op alcoholgebruik, fietsdiefstallen) Mensen die ' s nachts (3 a 4 uur ‘s nachts) een praatje maken onder slaapkamerraam. Geen ruzie, maar spontane babbel tussen vrienden/kennissen die vaak luid is. De Kattenberg is een geliefkoosde plek voor ‘hang’jongeren en dit bij voorkeur ‘s avonds. Bovendien maken ze niet alleen lawaai, maar laten ze een boel rotzooi achter. Zeer vervelend wanneer je slaapkamer erop uitgeeft. Het geeft ook niet echt een veilig gevoel. Geluid skateramp op achterkoer café ‘s nachts Overlast park na schooluren en tijdens de vakantie wegens het ontbreken van speelgelegenheden voor jongeren Geurhinder door uitlaat snack-bar Wildfilmen aan privé-deur Mijn buurt is het stadscentrum. Ieder jaar hebben wij in de maanden juli en augustus (60 dagen) 10 concertdagen met oorverdovende muziek. Altijd jongerenmuziek. Komen daarbij 12 dagen van opbouwen en afbreken van podia. In de loop van het jaar komen daar ook nog occasionele opvoeringen bij. Maar het ergste probleem zijn en blijven de DECIBELS. Het ongebreideld en absurd hoog aantal drink- en muziekfestivals IN HET LEEFCENTRUM VAN DE BINNENSTAD waaruit de meeste lokale inwoners verplicht worden te vluchten om te ontkomen aan de lawaaihinder van muziek en dronken straatzangers. Regelrechte schande hoe weinig respect wordt opgebracht voor de nachtrust van de inwoners. Een enkel festival per seizoen en voor de ganse stad zou reeds meer dan voldoende zijn. Teveel luidruchtige activiteiten in de binnenstad (vooral ‘s nachts) Geluidsoverlast tijdens optredens Te weinig politiecontrole aan bvb de kraanbrug tijdens de spits (school) Niet stoppen aan het zebrapad voor voetgangers. Levering van de Match en Novotel met vrachtwagen tussen 6 u en 7.30 uur die hun motor NOOIT stilleggen. elke morgen worden we hiervan wakker. Schoolverkeer: op spitsuren horden fietsers die verkeersregels aan hun laars lappen en zo gevaarlijke situaties creëren voor andere (zwakke) weggebruikers Sluipverkeer Waarschijnlijk grote overlast van verkeer in de toekomst, gezien de werkzaamheden, aanleg van ondergrondse parking (ganzendries een verslechterde verkeersituatie. Nu reeds bemoeilijkte woon-werk-verplaatsing door afschaffingen van bushaltes, ook in de toekomst. Zware camions die door mijn kleine straatje rijden. Al veel beter sinds 1-richtingsverkeer maar toch nog teveel. Alle straatjes van de buurt zijn mooi vernieuwd, het mijne niet. Lawaai van bussen en camions in de Hoogstraat en de Astridlaan Overlast, lawaai. voertuigen door verkeerde beslissing stadsbestuur bij aanleg straat en beslissing van winkelstore om te bouwen voor doorzend straat verkeer naar stadscentrum + gevaar voor jeugdfietsers ‘s morgens en ‘s avonds van en naar school. Er wordt hier veel te hard gereden Veel te veel auto’s in de stad -Mechelen is 1 grote parking, zie bv. Dijle De Kraanstraat en de Kraanbrug kun je niet oversteken zonder een auto gepasseerd te hebben. De Adegemstraat te weinig zebrapaden.
Bijlage 4
105
Te pas en onpas weten van het verkeer Lawaai van bezoekers, 100m in de zijstraat is er een feestzaal dus regelmatig tussen ‘en 5 uur ‘s nachts, ook v/d vismarkt, als ze naar hun auto komen. Zo hebben wij dikwijls geen parking met onze bewonerskaart inde onze eigen buurt! Doorgaand verkeer dat in onze buurt (=zone plaatselijk verkeer) een uitweg uit de stad zoekt enkel en alleen omdat ze 1 straat (=Melaan) enkel richting hebben gemaakt zodat al dit verkeer door de smalle straatjes vol fietsers, wandelaars en spelende kinderen MOET! Te weinig parkingplaatsen voor bedrijfswagens die een herstelling ergens in de straat moeten uitvoeren (eigenaars) bv. schilders, reparateurs deze worden dan beboet. Wildparkeren is logisch als er niet genoeg parkeergelegenheid is. Bij fout geparkeerde auto’s treedt de politie soms niet op. Ze rijden voorbij en zien dat de wagens verkeerd staan, maar rijden meestal gewoon voorbij. parkeerprobleem: grootouders die komen babysitten moeten geld betalen om hun wagen te kunnen parkeren parkeerprobleem: te weinig parkeerplaatsen (misschien in toekomstige parkeergarage ook buurtbewoners een plek laten huren?) Parkeerproblemen voor garages. Het parkeren van grote en zware brede wagens in een eerder smalle straat is soms lastig of gevaarlijk. Weinig parkeermogelijkheid voor bezoekers Belemmeren van de garage ingang, gasten van het hotel ‘martius patershof’ Foutief parkeren voor onze garage poort. politie reageert nooit De geparkeerde auto' s hinderen regelmatig sterk het betreden van de ingang van de appartementen met huisnummer 10-12 en 14 spiegelstraat
Buurt=Sint-Katelijnestraat _Oost Voetpaden in slechte staat. Zeer slechte bestrating en voetpaden Voortdurend openbreken van straten voor werken, die mits goede planning in 1 keer konden gebeuren - heel Mechelen ligt vol kasseien, van comfort gesproken voor oudere mensen In mijn buurt (Stassaertstraat) wordt er gedurende de 2 jaar dat ik hier woon overal gewerkt. (Sint-Janshof, woning Danneels, Sint-Janskerk, Merode-, Katelijne-, Van Hoeystraat, ... Concreet betekent dit constant werflawaai vanaf 6 uur ' s ochtends + luide muziek, weinig of geen parkeerplaatsen + een overijverige controle van het betalen van parkeertickets. Waar moeten bewoners nog parkeren als volledige straten gedurende maanden ingepalmd worden door vrachtwagens, betonmolens, waterpompen...? De overdreven talrijke openbare werken. Veel teveel ‘feestelijkheden’ door de stad ingericht. Zeer slechte toestand van de meeste voetpaden. Nieuw aangelegde voetpaden met kasseien zijn bijna onbegaanbaar voor ouderen en andere mensen. Bouwwerkzaamheden in de buurt, met beperkingen voor verkeer en parkeren als gevolg Vechtpartijen, ruzies tussen Marokkaanse jongeren en mannen. Er was vroeger een nachtwinkel op de gelijkvloers van onze gebouwen en was te veel lawaai, elke avond en nacht tot vier uur.
106
Bijlage 4
Wij ( de buren) zijn niet akkoord om een nachtwinkel in ons gebouw te hebben. Graag meer politie controle op onze straat! Het nachtelijk leven en gewoonten van Marokkaanse mannen. Luidruchtige communicatie, rondhangen en roepen naar elkaar Hangjongeren, tussen 20 en 30 jaar. Hangjongeren ' s avonds laat en ' s nachts. Met geluidoverlast en zwerfvuil als gevolg. Vakantie = jongeren die gewoon rondhangen en dingen naroepen. Softdruggebruik zonder enige terughoudendheid Drugsdealen Het gebruik van de straat als vuilbak. (Marokkaanse mannen ’s nachts) Te weinig vuilnisbakken en slecht opgevoede jongeren. Sluikstorten Sluikstorten Afval naast glasbakken Sluikstorten rond vuilbakjes en glasbollen. Sluikstorten aan vuilbakken. Vooral in het Duivelstraatje is dit een groot probleem. Het wordt wel door de stadsdiensten bijna elke dag opgehaald (soms met politie erbij) maar het stopt niet. Misschien is het eens nuttig om hier de buurtbewoners over aan te spreken want iedereen in de buurt weet wie de sluikstorters zijn. Urineren en rotzooi op straat achterlaten. Wildplassen In mijn omgeving is wildplassen wel een groot probleem. Hondenpoep Hondenpoep De hondenpoep wordt nooit opgeruimd door de eigenaar van de hond. Er mag best wat meer controle opgedaan worden en de rest van het vuil op de straat (bv. predikheren pleintje aan de kerk is altijd met sluikstorten omringt. wildplassen Parkingproblematiek; te weinig parkings Veel onnodige boetes en provocerende agenten! Parkeerprobleem: De buurtbewoners hebben geen kans meer om zich in de buurt (zelfs ruime buurt) wettelijk te parkeren! In die mate dat er reeds verschillende jonge gezinnen de stad terug hebben verlaten...! Misschien enkel bewonersparkeren toelaten en bezoekers buiten de ring?? Veel te snel rijden; zeker op woensdag en vrijdagnamiddag (soms zeker 70km.u)! Fout parkeerders; hoek Zelisstraat Verkeer remt ook af en trekt te luid op door de versmallingen in de straat De speelstraat versterkt de verkeersdrukte in de omliggende straten en dat vinden we asociaal. Niet respecteren van verkeerssignalisatie en wegafsluitingen bij evenementen Verkeer in twee richtingen met als gevolg veel roetuitstoot en geluidsoverlast Concentratie van stof en slechte lucht t.g.v. te veel doorgaand verkeer (met als gevolg: allergieën) Planten beschadigen
Bijlage 4
107
Autospiegels beschadigen – auto’s bekrassen Ovam-parking Overlast BoomCars - Studenten TSM Veel te veel blauw (politie) op straat in Mechelen! Dit is nergens voor nodig. Er is geen onveiligheid in Mechelen. Het onveiligheidsgevoel wordt gecreëerd door de politie.
Buurt=Sint-Katelijnestraat_West Sluikstorten op de parking vlak in de buur Sluikstorten op parking tuinstraat!!! Vuil weggezet aan vuilbakken Sluikstorten Personen die hun huisvuil deponeren in de afvalbakje langs de straat. Mensen uit de straat die systematisch hun huisafval in publieke vuilbakken gooien, waardoor er altijd afval rond die vuilbakken staat, Sluikstorten: Rond glasbollen, publieke vuilniszakken en struiken op parkings. Mensen die hun vuilnis droppen in en rond de openbare vuilbakken Rond vuilbakjes op straat altijd vies. Zwerfvuil (blikjes in tegeltuintjes, ...) mogelijk door het ontbreken van openbare vuilnisbakken (hoewel die mogelijk net sluikstorten aantrekken zeker als ze niet tijdig worden leeggemaakt). Sigarettenpeuken: de straten lijken aan ingangen van openbare gebouwen, op asbakken Verpakking en blikjes rommel in en rond de Melaan van de scholieren van TSM en scheppers, de vuilbakken blijken ook dikwijls te vol Nabijheid school (TSM) en specifieke overlast: sigarettenpeuken, spuwen, afval (van broodjes, blikjes,...). Leerlingen van het scheppersinstituut die ‘s middags na hun maaltijd de Melaan en de Thaborstraat als een stort achterlaten. Hondenpoep Hondenpoep!!! Hondenpoep. Hondenpoep Overlast hondenpoep Hondenpoep Plassen tegen ons gebouw. ook ingang overgeven. Wildplassen tegen de voordeur Wildplassen Soms urineren tegen de gevels, deuren Fluimen Geurhinder door poepzakjes in vuilbakje van ‘t stad Ondanks de borden ‘verboden eenden te voederen’ toch nog brood in de vliet gooien.
108
Bijlage 4
Zwaar verkeer (grote vrachtwagens) in en rond de Melaan/T’Veer. Te lange vrachtwagens die hun bochten kunnen niet kunnen nemen Te zwaar verkeer in binnenstad Het verkeer vormt een enorme overlast, parkeren is een echt probleem. Ik weet niet als ik om 19 uur thuis kom waar ik mijn wagen zou moeten parkeren als de parking in de Kannunik De Deckerstraat er niet zou zijn. Dat hangt me soms de strot uit. Iedereen die van Mechelen Noord komt probeert een parkeerplaats te vinden rond de St.-Katelijnekerk. Een buurtbewoner die na 19 uur thuiskomt vindt geen plaats voor de wagen. Politie die wél fout geparkeerde ‘Mechelaars’ beboet maar allochtonen ongemoeid laat bij herhaling!!! Parkeren door niet-bewoners. Gezinnen met 2 auto' s zouden er in principe maar 1 in de straat mogen parkeren. Te weinig parkeerplaatsen voor de buurtbewoners met als resultaat dat je je als buurtbewoner soms eens fout moet parkeren met alle gevolgen van dien!! Geen parkeer plaats! Mensen die twee parkeerplaatsen innemen met hun auto omdat de plaatsen te smal zijn, waardoor er onvoldoende plaatsen zijn, Gebrek aan parking bewoners Geen parkeerplaats meer als er in de buurt een evenement is Auto’s die op de stoep rijden wegens te hoge verkeersdrempels. Auto’s die in tegenovergestelde richting in een éénrichtingsstraat rijden, en dit dan nog wel met een hoge snelheid, een gevaar voor ieder die met auto, fiets en voetganger de verkeersregels wel volgt! en dit alles in een buurt met verschillende scholen! Wagens die snel in de verboden richting door de smalle ‘autovrije’ straten van het Groot Begijnhof scheuren. Sluipverkeer. Het nutteloze geclaxoneer is een gigantisch probleem, dat niet wordt aangepakt. Het is echter verboden. Overlast door een al te luid en frequent beiaardspel. Je kan niet buiten komen of de klokken zijn aan het luiden. Slecht geplaatste (brand)alarmen die zonder reden(?) midden in de nacht afgaan. Geluidsoverlast bij regen door afwatering kerk. Ook het plots stoppen in de straat om een babbeltje te doen en iedereen moet maar wachten, geeft heel wat wrevel, die de samenleving niet ten goede komen. Helaas storen allochtonen hier niet aan. Kan er iemand dat aan hen eens wijsmaken? Uit ervaring weet ik dat heel wat mensen zich hieraan storen. Ik hoop dat dit uit de enquête komt. Autochtonen die allochtonen lastig vallen en dan laten uitschijnen dat het de allochtonen zelf zijn. Klein vandalisme (bv. kapot gooien van bloempotten, vernielen van geveldecoratie, ...) Omverwerpen bloembakken komt, vreemd genoeg, heel vaak voor. Vernielingen aan particuliere bloembakken of vernielingen aan huizen.
Bijlage 4
109
Beschadigen van auto’s (krassen, ...) Regelmatig, het ganse jaar door worden er bloemballen ontvreemd bij ons op het Groot Begijnhof. Werden reeds 7 x bloembakken ontvreemd. Voetballende jongeren die gevels beschadigen en blutsen in auto' s veroorzaken op privé parking Alcohol gebruik Drugs, drugshandel Drughandel in de straat, soms zelfs publiekelijk Drugsverkoop op het plein en in de kleine straatjes tot diep in de nacht Agressief gedrag van drugs/hangjongeren naar de bewoners toe Hang jongeren, Hangjongeren, vooral ‘s avonds Hangjongeren Sint-Katelijnestraat Jonge kinderen die aan hun lot worden overgelaten; laat op straat spelen en ronddolen door de buurt en door hun jonge leeftijd gevaren van hun spel moeten inzien Meer sport activiteiten (voor de kids) in de buurt. Buuren dag! Een half jaar de straat afsluiten voor de hoogtewerken van een privé aannemer, zonder een deftige doorgang voor fietsers, buggy’s, ... Stenen die losliggen op straat, voetpad!
110
Bijlage 5 /
Waarom men vindt men dat de buurt er de voorbije jaren op is vooruitgegaan?
Buurt Hoogstraat-Oost Mensen praten meer met elkaar. Er wordt regelmatig ‘petanque’ gespeeld. Beter contact met de buren. Nieuwe geburen zeer sociaal. Er zijn meer activiteiten in de stad (in het centrum). Veel evenementen - alles is nabij (winkel, school, arts, overheid... ) Propere straten, minder overlast. Minder overlast - nettere straten Vooral de netheid ging erop vooruit. Wij wonen hier juist drie jaar. De straat lag altijd vol met vuil, maar nu kuist de stad dagelijks, maar toch smijten de mensen blikjes en papier op straat. De vuilnisbakken worden wel niet voldoende leeg gemaakt. Vuil voor ons pand, neem ik weg. Er is al meer politie op de straat en omgeving. Politie reageert vrij snel bij melding. Er is al wat gedaan aan de hangjongeren voor telefoon- internet winkel Meer veiligheid Geen geluidsoverlast meer Beperking parkerende voertuigen. In het algemeen in Mechelen er zeer goed op vooruit gegaan. Ik woon hier sinds kort terug na acht jaar en het verschil is groot! Opwaardering van de huizen: veel verbeteringswerken Renovatie van panden en nieuwbouw. Meer en meer bewoners in de winkelstraat Huizen gerenoveerd jonge gezinnen in de buurt Nieuwbouw Nieuwe flats Nieuwe woningen Gerenoveerde woningen Vernieuwbouw Renovatie huizen Leegstand verdwijnt stilaan Minder leegstand Renovatie v woningen
Bijlage 5
111
Opknappen gebouwen en pleinen Verfraaiing gebouwen, heraanleg van pleinen en straten Vernieuwing van oude gebouwen, heraanleg straat, verlichting Door de verschillende verfraaiingswerken in de omgeving Door de opwaardering van de Lamotsite Heraanleg straat heraanleg buurt Renovatie kerken De straten zijn heraangelegd Renovatie van gebouwen. Leegstaande gebouwen werden gerenoveerd Verfraaiing gebouwen en pleinen Heraanleg korenmarkt Mechelen wordt over het algemeen sterk verfraaid. In mijn buurt is de O.L.Vrouwekerk prachtig gerenoveerd en is een mooi pad langs de Dijle richting Vismarkt. De O.L.Vrouwekerk die toch zeer bepalend is voor deze buurt kreeg een grondige restauratie, ook de bebloeming in de zomermaanden fleurt de buurt op. De Zoutwerf en ‘t Plein werden knap heraangelegd. Het afwerken van de, O.L.Vrouwekerk is een meerwaarde voor de buurt. Hopelijk volgt de heraanleg rond de kerk. Kerkhotel Vismarkt plus brugje en een vlottenbaan langs het water! Vlietje Melaan mooi Veel openbare werken Ik woon nu 10 jaar op de Zoutwerf: Dijlepad voetpad, nieuw wegdek Stadsverfraaiing vanwege de stad Werken die aan de gang zijn om de Korenmarkt en de Hoogstraat een nieuwe look te geven. Goed initiatief dat de zoutwerf en de korenmarkt opnieuw zullen worden aangelegd. Mijn buurt is de mooiste straat van Vlaanderen geworden, de OLV-kerk is volledig gerestaureerd en prachtig verlicht, de verdere omgeving wordt helemaal onderhanden genomen. Aanleg van beter straten (korenmarkt) Vernieuwing straat + verlichting Heraanleg van de straat Kleine auto parking verbeterd en de straat is hersteld Heraanleg straat Straat heraangelegd Straten+Zoutwerf zijn heraangelegd en in de buurt zijn er nog veel werken bezig die de buurt mooier, aangenamer maken. Straten vernieuwd Dijlepad aangelegd Nieuwe appartementen gebouwd (luneflats) die toffe en aangename mensen aangetrokken hebben Meer groen- nette straat Werken aan de Hoogstraat zullen de buurt ten goede komen: verkeer Heraanleg van de straat en voorzien van fietsenparking. Aanleg van het Dijlepad
112
Bijlage 5
Rustige buurt Weinig overlast van auto’s Verfraaien van gevels + bloembakken Ze hebben bloembakken geplaatst om ervoor te zorgen dat de mensen niet door de bochtvliegen.
Buurt Hoogstraat West Er wordt werk gemaakt van een buurtgevoel. Straat is speelstraat geworden Er worden veel buurtfeesten gehouden Buurtbewoners kennen elkaar niet goed maar zeggen wél goedendag. Betere contacten met de mensen uit de wijk door het wijkfeest ‘Hallo Heihoek’. Er worden heel wat initiatieven genomen om burgers samen te laten komen, zoals buurtfeest, burendag, ... en om bewoners inspraak te kunnen geven (wijkraad) Sociaal karakter van de buurt mag wel niet verloren gaan. ik zie gezonde mengeling tussen kleine woonhuizen, sociale woningen, culturele projecten en moderne architectuur als troef voor de buurt Mensen in de buurt zijn rustiger Buurtcomité steunt met geld om activiteiten te organiseren. Speelstraat, buurtbarbeque, Kunst op het Begijnhof, Rommelmarkt, ... Andere sfeer Meer wijkfeesten/grotere diversiteit van bewoners/toeristen Buurtcomités organiseren activiteiten in hun wijk of straat. Dat maakt dat mensen elkaar leren kennen en als buur. Mensen komen uit hun huizen en organiseren met elkaar iets voor de buurt, dat creëert een band met elkaar. Meer te doen, meer winkels, meer leven. --> geldt voor heel Mechelen. Nieuwe handelszaken supermarkt over mijn deur Het openen van de match Mijn buurt is een echte uitgaansbuurt geworden. Mechelen is er de laatste jaren sterk op vooruitgegaan en vooral de grote markt en de activiteiten zowel op sportief als cultureel vlak geven een grote waarde aan de stad. Het is een buurt waar ik vroeger nooit kwam, maar is er nu in volle bloei. ‘The place to be’ in Mechelen Stad Mechelen is positief met groen, cultuur, ... bezig. Veel activiteiten. Meer festiviteiten wat wel als nadeel lawaaioverlast meebrengt. Meer groen in de straat Bloemen op straat Bloemen op straat Meer bloemen Er wordt ook aandacht besteed aan versiering; bloemen, beelden.
Bijlage 5
113
Veel bloemenbakken Regelmatig worden de straten gereinigd Properder, Zuiverheid Propere straat Het is nu properder tegenover vroeger. Properder Minder overlast van jongeren, onderhoud voetpaden Ook aandacht aan netheid : plaatsen van vuilbakken. Straten en pleinen worden regelmatig gereinigd. De straat wordt soms gereinigd. Behalve de handenpoep is nog erg! Wij hebben zelf een hond maar kuisen wel alles op. Qua parkeeroverlast en hondenpoep: status quo Er zijn veranderingen te zien parkje Adegemstraat kan wel opknapbeurt gebruiken, veel leegstand, verkrotting. er is wel vooruitgang. De buurt is mooier geworden: huizen gerenoveerd, grote appartementencomplexen bijgekomen. (nadeel: veel te veel auto' s bijgekomen waardoor het parkeren een groot probleem is geworden) Veel renovatie. Voorheen waren er meer verwaarloosde huizen Woningen worden gekocht en gerenoveerd Aankoop van oudere huizen en deze opknappen Er zijn wel wat huizen in de buurt die verkocht zijn en nu worden opgeknapt. Renovatie van woningen *Nieuwe mensen zijn hier komen wonen en hebben hun woning gerenoveerd. Vele inwoners hebben flink geïnvesteerd in het verbouwen van hun woning, waaronder ikzelf. Verfraaiing van de huizen Nieuwbouwprojecten Veel renovaties Meer jongere gezinnen komen wonen Komst jonge gezinnen. Toename van jonge mensen Meer evenwicht tussen allochtonen en autochtonen Veel verkrotte panden maken plaats voor nieuwbouw Veel jonge koppels vestigen zich in de buurt en knappen hun woningen op Veel huizen worden opgeknapt Een aantal verkochte woningen werden aangezet Huisjesmelkers werden aangesproken. Opkopen en opknappen van verouderde huizen Nieuwbouw, reiner De infrastructuur wordt in orde gemaakt, dit zet mensen aan om ook beter om te gaan met hun
114
Bijlage 5
eigen bezit. Wegens verbouwingen Veel huizen worden opgeknapt Renovatie van woningen, Renovatie woningen en komst jonge gezinnen Verbouwingen & aanpassingen aan huizen Vermindering leegstand, minder criminaliteit Talrijke woningen worden verbouwd waardoor het algemeen beeld van de straat is veranderd. Vele nieuwe mensen van jonge koppels tot gepensioneerden ... Meer nieuwe woningen Renovatie verkrotte panden Jongere gezinnen --> renovaties --> Heel wat vervallen huizen werden eindelijk opgekocht en in een nieuw kleedje gestoken. Renovatie huizen in de straat Gebouwen (krotten) vernieuwd Instroom van nieuwe mensen. Gebouwen zijn opgeknapt. Ook vele nieuwe gezinnen zijn in Mechelen komen wonen. Ik woon aan de binnen Dijle en als ik buiten kijk zie ik de achterkant van de Dubbelhuizenstraat, meestal zijn deze huizen of panden verbeterd en verfraaid van nieuwe bewoners die er komen wonen zijn. De buurt is er op vooruit gegaan omdat meer en meer panden opgeknapt worden. Alles wordt mooier. Vele renovaties door nieuwe eigenaars Gerenoveerde huizen, terrassen, leegstaande gebouwen omgevormd tot wooneenheden. Veel renovatie Nieuwe investeerders die woningen opknappen of nieuwe woningen bouwen Karmelietenpark was veelbelovend, spijtig dat de kindjes niet meer op de bergen mogen spelen, of dat er niks anders voorzien is voor kleuters. Stadsvernieuwing, -verbetering; heraanleg openbaar domein in de buurt Inspanningen van de stad: properder, straten mooi heraangelegd, parkje in de buurt Heropbouw bepaalde gebouwen hotel wordt in de buurt gebouwd tuin voor de kinderen Vernieuwing. Bijvoorbeeld Lamot city. Patershof. Aanleg Lamot Kerkhotel - Karmelietentuin - Ganzendries - Lamotsite Straten in de buurt werden heraangelegd - karmelietentuin werd mooi aangelegd Karmelietentuin en st martins hotel Bouw van Lamotsite/aanleg vlottend voetgangerspad over Dijle/opening buurttuin/vernieuwd dienstencentrum Opwaardering Heihoek door bouw hotel Park geopend en kerk omgebouwd tot hotel en een nieuw dienstencentrum Renovatie, heraanleg, nieuwe karmelietentuin
Bijlage 5
115
Nieuw park opening luxehotel geeft nieuwe impuls Aanleg en onderhoud van de tuin Inrichting hotel in oude kerk De hele stad is erop vooruitgegaan Mijn werkt ook aan nieuwe projecten Mooi hotel in de buurt gekregen, verkrotting wordt aangepakt. Patershof Park in de straat Match vlakbij Heraanleg ganzendries en karmelietenstraat Lamotsite Een aantal prestige projecten, zoals het patershof en het kerkhotel. (+) Een aantal straten proper heraangelegd. (+) Adegemstraat, slechte voetpaden (-) De gemeente heeft er mede voor gezorgd dat de buurt aantrekkelijker geworden is (groenvoorzieningen). Renovatie projecten Heraanleg Ganzendries, nu vraagteken wegens een nieuwe aanleg. Het openbaar domein is sterk verfraaid (Korenmarkt) en de restoratie van Novotel zorgen voor inputs van het private initiatief. Er is veel moeite gedaan om de leegstaande huizen en gebouwen een nieuw leven te geven. Men is nu terug de straat en het centrum aan het heropwaarderen (Adegemstraat) Heraanleg straat (5 à 6 jaar geleden) Renovatie gebouwen & straat Deel van de straat vernieuwd met ook nieuwe gebouwen. Herwaardering van de buurt. Ik woon in de Haverwerf, er is constant verbetering in deze buurt. Constante inspanningen i.v.m. stadsverfraaiing Nieuwe gebouwen: wandelpad, jachthaven, renovatiewerken Stadsvernieuwingen Opwaardering historische sites Omdat het verwaarloosd stond, en nu ‘Lamot-site’ Buurt is opgewaardeerd doordat woningen worden gerenoveerd - industriële panden (leegstaande) worden herbestemd. Gebouwen gerenoveerd of afgebroken en nieuwbouw in de plaats Verbetering in verkeersbeleid Mooier geworden
Buurt Sint-Katelijnestraat-Oost Buurtcomité en activiteiten Buurmannen spreken vreemde figuren die rondhangen aan en vragen wat ze hier komen doen Speelstraat in de vakantie Het is een rustige buurt geworden. Tentoonstellingen en concerten
116
Bijlage 5
De straten en stoepen worden geveegd. het dagelijks vegen van de straten Zeer regelmatig onderhoud en kuisen van openbaar domein De straten worden beter onderhouden, behalve de rioolputjes dan. Straatopkuis/veegmachines doen heel goed werk, maar toch is er nog veel zwerfvuil Straten worden bijna dagelijks gekuist. Vroeger bleef alles liggen. Afsluiting duivelstraatje heeft enorm geholpen. Dealen, overlast is er nu helemaal niet meer, maar meer in Nokerstraat/ingang parking kazerne en parking jeugdhuis Men doet meer moeite om de voorgevels proper te houden. Straten zijn proper gemaakt, de huisvuilzakken worden niet meer buitengezet. Het dagelijks vegen van de straten Minder criminaliteit Minder criminaliteit, minder jongeren op de straat. Toegenomen zichtbaarheid van politie dat veiligheidsgevoel versterkt Door ons regelmatig bellen van de politie ' s nachts bij lawaai van jongeren, is dit probleem bijna opgelost. Acties tegen drugs uitkijkposten bij avond zijn bijna allen weg. Er zijn veiligheidspoorten geplaatst en het dealen van drugs is fel verminderd en zodus veel veiliger Minder drugsjongeren ‘s avonds minder nageroepen worden door jongeren Meer controle ‘s avonds van politie. Zomer 2005 was het onmogelijk om in de zomer te slapen met de slaapkamerramen open wegens jongeren die luid praatten (zelfs om 3u ‘s nachts). Tegenwoordig is dit eerder zeldzaam dat deze overlast nog voorkomt. Plaatsen van poorten aan tunnels naar Duivelstraatje en extra politiecontrole die de nachtelijke hangjongeren en graffitispuiters toch heeft afgeschrikt. Meer jonge gezinnen komen wonen. nieuwe buurtbewoners Meer huizen gerenoveerd, Er zijn de laatste 15 jaren veel huizen opgekocht en gerenoveerd door jonge gezinnen ... Spijtig dat velen nadien terug verhuizen door gebrek aan aanvaardbare parkeergelegenheden Renovaties Jonge gezinnen die huizen renoveren Renovaties huizen Opknappen van krotten De verkrotting wordt tegengegaan. Renovatie 2 woningen in de stad (gepland) Vermindering krotwoningen
Bijlage 5
117
Verbouwingen aan woningen Mooie renovaties De aanpassingen bv. musea, tunnel- site, laten een waardering op gebied gunstig evalueren Bestrating - aanleg plein Heraanleg van omgeving Er zijn veel nieuwe straten aangelegd en ook meer openbare (betere) verlichting. Er hebben een aantal belangrijke openbare werken en heraanleggingen plaatsgevonden. Er wordt gewerkt aan vernieuwing van gebouwen en heraanleg straten Vernieuwing straat + rioleringswerken Veel verandert zoals kinderpleintjes, straten vernieuwd, ... Heraanleg pleinen, straten, ... De buurt is verfraaid De heraanleg van de Katelijnestraat zet velen aan om huizen te renoveren of te verfraaien. Renovatie gebouwen. Door renovaties aan historische gebouwen Er zijn verbouwingen geweest. Er is meer te doen voor de kinderen en Speelpleintje aangelegd. Nieuw speelpleintje Aanleg van speelpleintje Heraanleg Sint Katelijnestraat en pleintje voor kerk. Heraanleg van de straat Heraanleg van de straat in de buurt en renoveren. Heraanleg straatplein voor de kerk. Heraanleg Heembeemd, renovatie hospitaal naar Media centrum Vernieuwen van de straat Openbloeien circusschool Er zijn nog verschillende ingrepen gepland en wanneer deze voorbij zijn zal het er sterk op voorruitgaan. (maar nu nog niet) De laatste vijf jaar werden al heel wat gebouwen opgeknapt. Stadsvernieuwing Ontwikkeling Tinel site Kinderen in de directe omgeving zijn ouder geworden, minder spelen in mijn directe buurt, ' s avonds laat. Renovaties Er zijn een aantal woningen en een openbaar gebouw (in progress) gerenoveerd. Een ' pleintje'wat eerder een onkruidtuintje met stenen was - is toch ietsje verbeterd door er een klein speelpleintje van te maken. Een verbetering, maar voor hoe lang.. Het is een opgewaardeerde buurt met veel leven de stad doet veel moeite om de buurt naar een hoger niveau te tillen Er is meer groen aanwezig. er is een grote parking aanwezig op de grote markt. archeologische
118
Bijlage 5
onderzoekend die nu plaats vinden, maken de stad ook zeer boeiend.
Buurt Sint-Katelijnestraat-West Wij hebben een zeer actieve buurtwerking. Zie onze website www.groot-begijnhof-mechelen.be Deelname aan wijkactiviteiten groeit Veel activiteiten, nieuwsbrief Geëngageerde mensen nieuw in de buurt Ze organiseren steeds meer avonden om gezellig samen iets te doen. Het vernieuwen van het buurtlokaal Er is minder directe overlast van drugdealers voor de deur Ondanks het feit dat steeds meer nieuwe gezinnen zich vestigen in het begijnhof, blijft het een hechte buurt, nieuwelingen integreren goed. Parkeren en verkeer blijft wel een bron van ergernis. Ik woonde van 1992 tot 1996 elders. Vijf jaar in een andere stad in België en 10 jaar in het buitenland, en kwam zeer sporadisch terug. Na 15 jaar vond ik de metamorfose in de goede zin geweldig. De voorbije jaren is het veel aangenamer wonen in de Mechelse binnenstad dankzij de reeds grote aangebrachte veranderingen en het heropleven van de stad in positieve zin. Ik woon nog ‘maar’ 3 jaar in deze buurt, dus kan niet vergelijken met 10 jaar geleden bv. Maar de voorbije 3 jaar is deze buurt zeer aangenaam gebleven: netjes, lichte overlast maar niets structureels. Meer activiteiten, concerten, tentoonstellingen, … Mooier, veiliger Paar keer per week poetsen van de straat Straten zijn properder Vooral proper, onderhouden Regelmatig komen de stadsdiensten langs om de buurt straten te poetsen. Meer aandacht voor sluikstort. Jongeren. Geen kinderen op straat tot 22h. Minder verkeer Minder onveiligheid Minder vandalisme en autodiefstallen Vernieuwing van gebouwen, bestrating, enz. Straatbeeld infrastructuur restauratie woningen Vernieuwing Melaan Mooie heraanleg mooie gevelrenovaties aanleg van pad langs de Dijle heraanleg Heraanleg van Melaan, hele site rond lamot, 1. Openleggen van de vliet Melaan. 2. Renovatie en nieuwbouw van appartementen en woningen.
Bijlage 5
119
Heraanlegging Melaan heeft de straat mooier, meer open en veiliger gemaakt. Minder vandalisme aan auto’s, bloemenperkjes, schoonmaken van de straat, … Grondige renovatie, goede verlichting en betere bestrating, (behalve in de Dobbelhuizenstraat). Straat is compleet vernieuwd Heraanleg straat veel renovatieprojecten, zowel groot als kleinschalig veel jonge gezinnen Verbetering mix allochtoon/autochtoon en arm/rijk (zonder daardoor te exclusief te worden) Heraanleg Melaan en de straat. Straataanleg is stuk verbeterd De huizen zijn aangekocht door jonge gezinnen die hun huis in orde willen hebben. Huizen werden grondig gerenoveerd, nieuw en jonger publiek. Vlietjes blootgelegd= verfraaiing Verbouwingen Iedereen heeft respect voor de netheid van de straat. Voor toeristen en voor ons attractiever, mooier geworden. Ja ik zie een evolutie naar beter en mooier Sint-Katelijnestraat en Melaan De buurt werd verfraaid met de heraanleg van de Katelijnestraat. Positief: heraanleg Katelijnestraat en Katelijnekerkhof Straten worden gerenoveerd, begijnhofkerk een beetje gerestaureerd Omdat het buurthuis wordt gerenoveerd. Omdat de omheining rond de Begijnenkerk werd herschilderd en opnieuw een deel van de zijdaken worden gerenoveerd. Heraanleg Sint-Katelijnestraat, heraanleg Melaan Heraanleg straten Straatinfrastructuur wordt verbeterd De straat is heraangelegd Vernieuwing St. Katelijnestraat trekt mondjes maat nieuwe winkels aan (onder andere fietsenmaker)waardoor het een minder vervallen indruk geeft. Maar er staan nog te veel huizen leeg. Mooier geworden De stad heeft in onze straat veel vernieuwd. Renovatie verschillende straten Realisatie verschillende nieuwbouwprojecten Het straatbeeld is een beetje verbeterd. heraanleg straat Inspanningen van de sta om de buurt en infrastructuur te verbeteren en verfraaien. De straat is recent heraangelegd, waardoor de straat is heropgewaardeerd. Aanleg Sint Katelijnestraat en Stadheimelijkheid. Ook heropwaardering van gebouwen. Straat (St. Katelijnestraat + Melaan ) is heraangelegd. Het lijkt properder. Verkeer blijft eerder te snel rijden over klinkers op de straat. Waardoor het als voetganger/fietser gevaarlijk blijft op straat en de geluidsoverlast/in HVIS groot blijft. Opwaardering straten, pleinen, gebouwen. Parkeerprobleem blijft, jammer genoeg even acuut. Leegstand is teruggedrongen, huizen worden opgeknapt
120
Bijlage 5
Leegstand wordt aangepakt en beter opgevolgd. Renovaties woningen Renovatie huizen Grotere mix van gezinnen, culturen, ... Imago van Mechelen naar buiten is verbeterd door renovatie van de binnenstad Verjonging van de bewoners Renovaties woningen Huizen die staan te verkrotten worden opgeknapt, Door de komst van jonge gezinnen in voordien leegstaande woningen Er komen meer en meer jonge gezinnen, wat zorgt voor een gezonde mix van jong en oud Veel renovatie van de woningen; een nettere, propere straat, aanpak van leegstand en verkrotting Huizen zijn meer opgeknapt Veel huizen zijn opgeknapt Omdat een aantal verkrotte huizen eindelijk gerenoveerd worden op privé- initiatief. Meer huizen opgeknapt Meer en meer panden in het groot begijnhof gerestaureerd wat de buurt zeker een opwaardering geeft. Restoratie van de oude huizen Aanpak van verloedering van huizen Aanpak verkrotting, heraanleg straten, vlieten, Tussenkomst Stad Mechelen (aankoop en renovatieplannen) bij leegstaande panden in Katelijnestraat. Negatief: niet langer vergunnen van eet- en drankgelegenheden in Begijnhof, weinig oog voor groene/speelruimte bij heraanleg straten. Er worden meer woningen verkocht en verbouwd. Door de renovatie oogt de buurt veel netter. Der zijn meer rustpunten. De straat oogt ook mooier, doordat er minder krotwoningen zijn en minder leegstand is. Er is een deel van de straat mooi heraangelegd. Maar de andere helft is verloederd.
121
Bijlage 6 /
Waarom men vindt dat de buurt de voorbije jaren er niet op is vooruitgegaan
Buurt Hoogstraat Oost Omwille van het lawaai veroorzaakt door de festivals die van jaar tot jaar toenemen. Teveel geluidsoverlast Schelden en roepen Lawaaihinder Toegankelijkheid Slecht onderhoud: bv.: stoepen Veiligheid, ... Overlast van jongeren is toegenomen Vandalisme, overlast Meer overlast De verkeersagressie neemt steeds toe. Minstens helft van foutparkeerders is allochtoon en arrogant en niet aanspreekbaar. Verkeer, Zelf zijn we 3x overvallen in stad, 1 maal in eigen straat. Door noord Afrikaanse jongeren. Om 2 uur in de middag stond hier een vreemdeling in de gang, terwijl ik tv keek. Er loopt raar volk rond: Turk, Marokkaans, Russisch, Kossovaren enz. Meer en meer onaangename personen hangen ‘s avonds en ‘s nachts op straat (begin Hoogstraat aan de Brusselsepoort en hoek Hoogstraat met St Jacobsstraat). Men zoekt geen contact, eerder vervreemding door de verschillende rassen, talen, culturen, religie enz. Veel appartementen, mensen kennen elkaar nauwelijks De stad heeft zich eerst geprobeerd als een positief evoluerende stad die 2-verdienersgezinnen, gezinnen met kinderen wilde aantrekken. Tot 5 jaar was dat ook zo. Nu worden die gezinnen hier weggejaagd door: - hinder activiteiten in stad bv vervoer, groeiend extremisme, hoge belastingen Vroeger veel meer samenwerking. 1 buurman verstoort alles. XXX
Buurt Hoogstraat West Lawaai van allochtonen!!! Veel allochtonen en voetballende en lawaai makende kinderen Meer lawaai Vuile, onveilige straat geworden. Veel sluikstorten en afval gooien op lage daken Vuile straat. Vreemdelingen passen zich niet aan. Kinderen bevuilen de straat, papier, snoepgoed, enz. Veel meer werken Afbraak kleine huisjes liet lege ruimte over, werd rommel op gedumpt + verwilderde
122
Bijlage 6
Netheid Veiligheidsgevoel Geen politie Door de nachtelijke activiteiten van zich aan drank en drugs overgevende jongeren, waartegen veel te laks (of niet) wordt opgetreden. Toename van allochtone handelaars = verlaging van standaard (uitzicht, hygiëne) + overlast (late openingsuren, klanten die op straat blijven rondhangen) Wildparkeren Er wonen te veel buitenlanders waardoor de kwaliteit van het leven sterk achteruitgaat. Als ik op straat val, zullen niet veel mensen helpen. Mensen komen niet buiten, zoeken weinig contact, hier gebeurt niets. Er wonen bijna geen kinderen in onze buurt er is geen speelruimte voorzien. Heel wat groen is verdwenen, bomen gekapt in de privétuinen. Gsm-masten vlakbij, nieuwe ondergrondse glasbol is er nooit gekomen. Slechte doorgang. Ze nemen deze straat als snelbaan. Veel leegstand, verwaarloosde winkelpanden en onverzorgde woningen die zonder bouwvergunning worden verbouwd. Groeiende leegstand van commerciële panden Het steeds stijgend aantal allochtonen die zowel dag als nacht voorbij de deur trekken en slenteren; en die dag in dag uit door de straat rijden zonder enig respect voor verkeersregels en snelheidsbeperkingen; en die spuwen en obscene gestes maken wanneer je enige opmerking durft maken. Na de werken op de Lamot-site is er op de Dijle niets meer verbeterd vanaf de kraanbrug. De verbeteringswerken zijn gestopt vanaf de vernieuwde aanleg tussen Lamot en Kraanbrug. Het is hier 1 grote parking (Vinci ten gunste?)
Buurt Sint-Katelijnestraat-Oost Ik woon 57 jaar in de buurt, 53 jaar in de Adegemstraat en 4 jaar Korte Heistraat. In mijn kindertijd was de Adegemstraat een echte handelstraat: 3 bakkers, 3 kaaswinkels, 7 beenhouwers, ... Dat is verloren gegaan door de komst van de grootwarenhuizen. De straten zijn vuil geworden, zwerfvuil, ... Teveel handelszaken zijn verdwenen. Mentaliteit tot het bekomen van vergunningen op de bouwdienst in Mechelen is niet altijd positief voor de burger. Kasseien bestrating van de rijweg enorme geluidsoverlast Parkingproblematiek door onnodige nieuwe verkeersborden te plaatsen! Veel vandalisme door jongeren die doelloos rondhangen en drugsprobleem - illegale activiteiten. ‘Mechelen stad om te zoenen’ wij doen echt ons best vb. versieren onze gevel met bloembakken die worden dan geplunderd of trekken gewoon de bloemen eruit! Voetpaden liggen er gevaarlijk bij. Voetgangers moeten de straat gebruiken om niet te vallen of te strompelen, al véle véle jaren!! Meer fietsendiefstallen, drugs Het is er veel vuiler, de marginaliteit is toegenomen, en waarom er niets gedaan wordt aan het drugsverkeer maar anderen dan wel beboet worden omdat ze hun vuilzakken tien minuten te vroeg op straat zetten... Minder contacten. Nieuwkomers zeggen soms niet eens goedendag. ook punt 2: minder verkrotting ten opzichte van 20 jaar geleden. Er wonen meer vreemdelingen in mijn buurt.
Bijlage 6
123
Stassartstraat werd veel te drukke straat wat hinder geeft. Onveilig om over te steken op piekmomenten. Veel snelheidsovertredingen en agressief rijgedrag maken de straat hoogst onveilig voor fietsers. meer toezicht zou wenselijk zijn. enkel richting zou heerlijk zijn. parkeermogelijkheid voorzien veel hinder van onnodige openbare werken. Geen aandacht voor de voetpaden. stadskuisploegen rijden wat rond met hun wagentjes en laten zeer veel vuil achter. Veel hinder en lawaai van ' feestelijkheden' . Wij kunnen ons zelf wel amuseren. Slechte wegbedekking en drukker verkeer. vooral slechte indruk voor toeristen. Vuil in het ‘groen waterke’ (vooral door de leerlingen en wachtende vriendjes van het KTA) Minder parkeermogelijkheid Grotere verkeersstroom zwerf afval weinig controle op schoolkinderen Er is teveel doorgaand verkeer. De straat is een verkeersader geworden. De straat is te gevaarlijk voor de kinderen.
Buurt Sint-Katelijnestraat-West Onveiligheid in eigen stad neem toe. Bv. - als er bezoek is wandel ik altijd mee tot aan hun wagen als ze vertrekken. Geen contacten, agressief doorgaand verkeer, hangjongeren Het evenwicht in de mix van de buurt is steeds verder zoek (bv. op basis van de SES). Verkrotting. Vreemdelingen, evolutie naar vreemdelingenwijk met andere cultuur. Geen integratie. Wildgroei van winkeltjes bestemd voor andere cultuurgroepen. Stelselmatig betrekken van leeggekomen huizen door vreemdelingen en allochtonen. Ik woon in een begijnhof. Dit is een erg elitaire groep geworden. De mensen zijn workaholics en zijn niet bezig met de buurt, zo ontstaat er ook een apathie van mijnentwege Agressief verkeer, waardoor ook geluidsoverlast Leegstaande verwaarloosde huizen Migrantenjongeren die zich hier verstoppen voor politie 5 jaar geleden toen ik hier kwam wonen was het rustiger, sindsdien is de overlast door hangjongeren (niet van deze buurt) en drugs trafiek aanzienlijk toegenomen naastliggend gebouw (met kamers) is het verzamelpunt voor drugstrafiek + nachtelijke overlast Het onveiligheidsgevoel ‘s avonds belet de mensen om deel te nemen aan activiteiten. De druk van jonge migranten neemt toe. Openlijke verkoop van drugs ondanks herhaalde politiecontrole stemt tot angst.
124
Bijlage 7 /
Waar men vindt dat de buurt er in de toekomst niet op zal vooruitgaan
Buurt Hoogstraat-Oost Te veel toevoer van Nederlandsonkundige vreemdelingen, autochtonen zullen opnieuw de stad ontvluchten Omdat het nu ook al zo is Politie is niet geïnteresseerd in schoolverkeer. Ze rijden regelmatig door de straat maar liefst als er geen verkeer meer is. Zelfs als er foutparkeerders staan rijden ze gewoon door. Ook pesterijen en vandalisme zijn niet belangrijk, laat staan handtassendiefstallen. Als er geen controle is en geen initiatief is tegen hangjongeren, denk ik dat sommige situaties kunnen escaleren. Zie 15... ook door de leegstand boven winkels. De meeste winkeliers wonen elders. De stad legt de klemtoon op dagjesmensen aantrekken maar ten nadelen van hinder/last voor de stadsbewoners. (ik blij alvast niet in Mechelen) Extremistisch of provocerend gedrag van vooral moslims groeit weer zoals in andere steden. Daardoor is de integratie beperkt multiculturele mislukt.
Buurt Hoogstraat-West Geen gezag, controle, ... Te veel allochtonen! Mensen die de wetten niet respecteren. Als de vuilzakken nog duurder en de vuil bakjes op straat vol steken dan zullen er nog meer mensen op straat lopen met van die winkel zakjes, dat noemen ze sluik storten Alles is volgebouwd. vol, vol, vol. Dus kan er niet veel meer veranderen, alleen nog meer werken en lawaai. Politie treedt niet streng genoeg op. Vandalisme, fout parkeren, ... Te veel werklozen en eerst moet dit veranderen, want op lange termijn Voor dezelfde reden. Hier is het een samenkomst van buitenlandse mensen. winkels, nachtwinkels, woningen. Deze mensen leven niet volgens dezelfde redenen. Meer verkeershinder wordt verwacht. Eenrichtingsverkeer Hoogstraat moet de bereikbaarheid van het centrum verhogen maar er wordt niet gedacht aan de bewoners zelf die nu heel wat moeten omrijden om op de ring te geraken. Brengt meer stress en verkeersagressie met zich mee. Toenemende verkeershinder Afnemende faciliteiten van openbaar vervoer Het zou beter Mechelen centrum volledig verkeersvrij te maken (auto’s bannen) Omdat bepaalde jongeren steeds meer blijk geven van een gebrek aan opvoeding, waarden en normen. Schaf terug de verplichte legerdienst in om ze te heropvoeden. De lijn van de laatste jaren zal doorgetrokken worden tenzij maatregelen voor verfraaiing en veiligheid komen. Omdat het aantal allochtonen steeds blijft stijgen en de wijkpolitie nooit te zien is. Het zijn vooral het groeiend aantal arrogante jongere allochtonen die de sfeer verslechteren. Plus de recente opening van de moskee in de nabije buurt : aantrekkingspool. Voetpaden worden alsmaar slechter.
Bijlage 7
125
Buurt Sint-Katelijnestraat-Oost De instroom van vreemdelingen is werkelijk te groot. De autochtone bevolking wordt veel erger aangepakt dan de vreemdelingen Er wordt niets aan gedaan! Vervuiling op straat door gebrek aan discipline en normvervaging. zo is het al jaren... heeft met het publiek te maken dat in sociale woningen komt wonen, er is geen sociale mix meer zoals een paar jaar geleden... Indien er geen oplossing komt voor het parkeren, zie ik de buurt terug leeglopen... Leegstand, schreeuwende en overdadige reclame op bilboards op ramen van leegstaande panden allochtone middenstandsbedrijven zoals winkels en eetgelegenheden etc. doordat er geen bovengrondse parking zal zijn. Er wonen meer vreemdelingen in mijn buurt. Meer mogelijkheid tot parkeren als Wollemarktparking klaar is. Er wordt veel te weinig geïnvesteerd in parkeermogelijkheid buiten centrum. pendelbussen vanaf daar maken het haalbaar! Pendelbussen vanaf daar maken het haalbaar! Binnenkort is het geld van de stad op! De gevaarlijke verkeerssituatie neemt alsmaar toe
Buurt Sint-Katelijnestraat-West Evolutie van de laatste jaren zie ik niet omkeren … er is geen enkel signaal dat het zou verbeteren en de stad doet er ook niets aan Zie vorig antwoord: ik vermoed dat die mix steeds onevenwichtiger zal worden. Geen maatregelen of controle van de overheid Katelijnestraat is in verval en trekt mensen aan met weinig respect. geen hulp van politie laks politieoptreden en straatvervuiling, zeer ernstig parkeerprobleem en auto-inbraken en/of -beschadigingen
126
Bijlage 8 /
Troeven en afknappers, verschillen naar buurt
Tabel B8.1 De troeven genoemd onder de drie belangrijkste; significant verschillen naar buurt 2 Hoogstraat Oost Voor boodschappen hoef je niet ver te lopen De buurt is goed gelegen/goed bereikbaar Het is een rustige buurt Heel wat gebouwen hebben cultuurhistorische waarde De goede contacten tussen de buren, de goede sfeer in de buurt Een geschikte school of kribbe in de nabijheid Het is een gemengde buurt (multicultureel, allerlei pluimage) Het vrijetijdsaanbod in de nabijheid Het is een veilige buurt, er is weinig of geen overlast of illegale activiteiten In de buurt heerst een gezellige drukte Het is een nette, goed onderhouden buurt Er is weinig verkeer in de buurt; het is een verkeersluwe buurt De woningen in de buurt zijn van goede kwaliteit en goed onderhouden Het gevoel van ruimte in de buurt, het is een open buurt Het is een groene buurt In de buurt wonen vooral mensen van dezelfde afkomst, dezelfde levensstijl De speel- en ontmoetingsmogelijkheden in de buurt
Hoogstraat West
SintKatelijn e-straat Oost
SintKatelijnestraat West
Chi², P=
70,37 43,52 17,59 9,26
76,11 51,1 25,00 7,78
54,55 48,48 26,30 29,29
57,55 38,68 35,85 34,61
0,0004 n.s. 0,0242 0,0001
14,81
16,10
16,20
26,40
n.s.
20,37
12,22
14,14
15,09
n.s.
6,48
18,89
17,17
10,38
0,0139
20,37 8,33
11,67 9,44
13,13 5,05
7,55 14,15
0,0408 n.s.
10,19 5,56 6,48
8,89 6,67 3,33
5,05 4,04 4,04
4,72 11,32 7,55
n.s. n.s. n.s.
6,48
6,11
1,01
3,77
n.s.
6,48
1,67
5,05
2,83
n.s.
0,93 1,85
4,44 1,11
1,00 3,03
0,90 1,89
n.s. n.s.
0,00
0,50
0,50
0,00
n.s.
Bijlage 7
127
Tabel B8.3 De minpunten genoemd onder de drie belangrijkste; significant verschillen naar buurt /
!
/
!
0 1
,
0 2
/
.
.
(
!
( '2 7 !
(
. !8 ).
'2 ! ( /
!
!
" ! (
2
7
5
!
;5 <=
2
: ,
!
1
5 5 56
: 65
5 5
5 5 5
5
>> >> >>
5
5
5
5
>>
65
5
5
5
>>
5 5 5
5 5 5
5 65 5
5 56 56
5
5
5
5
>>
5
56
5
5
>>
5
5
65
>>
5 5
5 5
5 5
5
5
5
>>
5
5
5
5
>>
5 5
5 5
5 5
5 5
>> >>
8 / / ?
(
" . ! 5 . ! ( " @ !
!
'2 * (
( (
/ :
@ ! "
2 . ! ( " !
! !
5( 2 ! ( 5( "
"
! ) ! (
/ /
! ( 7( > 5 B ( . " ' ) & ( ? ! * ( ( (
( )
)
@
>> >>
( (
2 2 ( 5A 8 " 2 7. 5" (2 "! ) (( ! ! ! %
5
65 5
(2 ' )
) " 5
5A 8
2
5 >>
! (2 !
129
REFERENTIES
Blokland-Potters T. (2006), Het sociaal weefsel van de stad. Cohesie, netwerken en korte contacten. Rede uitgesproken op 12 januari 2006 bij aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar Wetenschappelijke grondslagen van het opbouwwerk aan de faculteit sociale wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam, Dr. Gradus Hendriks stichting, Den Haag, 22 p. Bral L., Doyen G., Schelfaut H., Tubex S. & Vanderhasselt A. (2009), Stadsmonitor 2008. Een monitor van leefbare en duurzame Vlaamse steden. Thuis in de stad. Agentschap voor Binnelands Bestuur: Brussel, 304p. De Hart J., Knol F., Maas C. & Roes Th. (2002), Zekere banden. Sociale cohesie, leefbaarheid en veiligheid, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag. Elchardus M. & Smits W. (2003), ‘Bedreigd, kwetsbaar en hulpeloos: onveiligheidsgevoel in Vlaanderen, 1998-2000’, Vlaanderen Gepeild!, Vlaamse Gemeenschap, Brussel, 99-136. Flap H. & Völkers B. (2005), ‘Gemeenschap, informele controle een collectieve kwaden in de buurt’, Burgers in de buurt, samenleven in school, wijk en vereniging, Ed. B. Völkers, Amsterdam University Press, Amsterdam, 40-67. Heylen K., Tratsaert K. & Winters S. (2007), Leefbaarheid en de rol van toewijzing in de Vlaamse sociale huisvesting, Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, Woonbeleid, Brussel, 45 p. Sampson R.J., Raudenbush S.W. & Earls F. (1997), Neighborhoods and violent crime: A multilevel study of collective efficacy, Science 277, 91, 8–924. Schelfaut H. (2009), Survey stadsmonitor ‘Thuis in de stad 2008’. Methodologisch rapport, Vlaamse Overheid, Studiedienst van de Vlaamse Regering, Brussel. Van den Bogaerde E., Van den steen I. & De Bie A., Veiligheidsmonitor 2008-2009. Tabellenrapport, Mechelen, Federale politie, Commissariaat Generaal - Directie van de Operationele en Politionele Informatie, Dienst Beleidsgegevens, 84 p.
130
Referenties
Van Craen M. & Ackaert J. (2006), De veiligheidsscan. Instrument voor een lokaal veiligheids- en leefbaarheidsbeleid, Maklu, Antwerpen/Apeldoorn, 124 p. Vandekerckhove B. & Le Roy M. (2006), Leefbaarheidsonderzoek bij de inwoners van de verschillende wijken van de stad Gent, aan de hand van een leefbaarheidsmonitor. 2de editie Eindrapport, SUM Research, Brussel, 2006. Verlet D., Callens M. & Pleysier S. (2009), ‘De Vlaming en zijn (on)veiligheidsgevoelens: Ongelijk verdeeld en verspreid?’, in J. Pickery (ed.), Vlaanderen Gepeild 2009!, Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, Studiedienst van de Vlaamse Regering, Brussel, pp. 241-272.