MANIFEST OVER HET BELANG VAN NON-FORMELE EDUCATIE
Waarom dit manifest? Een effectieve aanpak van thema's als veiligheid, sociale binding, inburgering, normen en waarden, opvoedingsondersteuning en bevordering van vrijwilligerswerk……? Dat kan alleen als daar educatie bij betrokken wordt! Deze maatschappelijke vraagstukken vragen om een gezamenlijke inspanning van overheid en instellingen, met name ook van educatieve instellingen. Dit manifest, waarin wij bovenstaande aantonen, is van belang voor beleidsmakers, ambtenaren op diverse overheidsniveaus, politici, directies en uitvoerders van instellingen voor formele en nonformele educatie. De Beraadsgroep Vorming (zie bijlage) vestigt met deze tekst speciale aandacht op de non-formele educatie, de vorm van educatie die bij uitstek een rol speelt bij het bevorderen van maatschappelijke participatie en actief burgerschap. Non-formele educatie staat tegenwoordig weer meer voor het voetlicht: zo nam de Tweede Kamer in 2001 de motie Eurlings aan die oproept tot beleidsmatige aandacht voor deze vorm van educatie en benadrukt de Europese Commissie in haar Memorandum (2000) ‘Een leven lang leren’ en in ‘Mededeling van de Commissie: Een Europese ruimte voor een leven lang leren realiseren’ (november 2001) de maatschappelijke noodzaak van goede samenwerking tussen de formele en non-formele educatie De Europese Commissie pleit voor waardering van en investering in de nonformele educatie. Ook de Nationale Unesco Commissie is deze mening toegedaan. Deze belangstelling ten spijt is in Nederland de positie van de non-formele educatie niet goed geregeld, want sedert de invoering van de basiseducatie is geen enkel ministerie verantwoordelijk voor de nonformele educatie. Deze vorm van educatie valt namelijk grotendeels onder gedecentraliseerd beleid en gemeenten bepalen ieder afzonderlijk welke plaats de non-formele educatie in het lokale beleid krijgt. De huidige praktijk laat zien dat veel lokale overheden er toe neigen educatie alleen met formele educatie in te vullen en dat de landelijke overheid nauwelijks beeld heeft op welke wijze de non-formele educatie zich ontwikkelt, laat staan dat zij daar een consistent beleid op kan ontwikkelen. Dit manifest wil een aanzet geven tot her-ijking van het gemeentelijk en landelijk beleid op het terrein van de brede volwasseneneducatie, waarbij het creëren van voorwaarden voor een goede samenwerking tussen formele en non-formele educatie een belangrijk doel is. Non-formele educatie We leren overal en altijd. Naast de bekende formele diplomagerichte vormen van educatie bestaat er een waaier aan educatieve activiteiten in allerlei vormen en settings. Als het daarbij een intentioneel en systematisch leerproces betreft gaat het om non-formele educatie (dit ter onderscheiding van informele educatie die zich dagelijks voordoet zonder dat dit bewust en systematisch wordt opgezet). Non-formele educatie kan individueel en collectief plaatsvinden. Schriftelijke cursussen, radio- of tvuitzendingen zijn meestal op het individu gericht. In dit manifest beperken wij ons echter tot de collectieve, intentionele en systematische leerprocessen.
Deze vindt plaats in: a. Instellingen voor wie het organiseren van non-formele educatie de kernactiviteit is, zoals volksuniversiteiten, plaatselijke vormingscentra, volkshogescholen, centra voor vorming, training en advies. b. Instellingen waarbij non-formele educatie een belangrijk onderdeel is van het werk, zoals sociaalcultureel werk, milieuorganisaties, vrouwen- en ouderenorganisaties, zelforganisaties van allochtonen, vrijwilligersorganisaties en andere. Het betreft dan zogenaamd ingebouwde educatie: educatie is hier een element van een breder spectrum aan activiteiten. Bijvoorbeeld onderscheiden we bij het sociaal-cultureel werk de functies ontspanning, ontmoeting, opvang en ontwikkeling. Laatstgenoemde functie behoort tot het domein van de non-formele educatie. Samenvattend de belangrijkste kenmerken van non-formele educatie op een rij: - niet-diplomagericht (diploma gezien als afsluiting en toegangspoort binnen het onderwijsstelsel); - systematische en intentionele leerprocessen; - individueel en collectief; - hoofdbestanddeel van een organisatie of ingebouwd. Het maatschappelijk belang van non-formele educatie We leven in een 'lerende samenleving'. In toenemende mate wordt educatie ingezet als instrument om brede sociale doelen te realiseren. Bij de formele educatie betreft dit vooral het leren ten behoeve van een startkwalificatie voor een betaalde baan en op het leren tijdens een baan. Nonformele leerprocessen kunnen ook leiden tot toetreding tot de arbeidsmarkt, maar vormen daarnaast vaak een noodzakelijk onderdeel van een breder traject, zoals bijvoorbeeld plattelandsvernieuwing, sociale activeringsprojecten, duurzaamheidprojecten, buurtpreventie, enz. Dit soort leerprocessen is gekoppeld aan een actueel vraagstuk. 'Het geleerde' kan direct worden toegepast, er is een handelingsperspectief. Bij de non-formele educatie ligt de nadruk dus ook sterk op andere functies. Zij draagt namelijk bij aan: - maatschappelijke participatie; - preventie; - persoonlijke ontwikkeling; - sociale cohesie; - activering en toeleiding. Verderop in dit manifest werken wij bovengenoemde functies door middel van concrete praktijkvoorbeelden verder uit en op deze wijze illustreren wij het maatschappelijke belang van de non-formele educatie. Non-formele educatie heeft een eigen zelfstandige plek in het educatieve landschap, maar daarnaast maakt non-formele educatie meer en meer deel uit van een keten van activiteiten. Alvorens de praktijkvoorbeelden te schetsen, willen wij daarom het begrip 'ketenaanpak' of 'ketensamenwerking' verhelderen omdat dit het kernpunt vormt van ons betoog. Non-formele educatie en de ketensamenwerking Bij de ketenbenadering werken instellingen voor non-formele educatie samen met andere partnerorganisaties op basis van een samenwerkingscontract of werkprotocol. Gezamenlijk proberen de partners antwoord te bieden op een bepaald maatschappelijk vraagstuk (zie voorbeelden). Iedere partner heeft een eigen bijdrage en verantwoordelijkheid in het geheel, op basis van de eigen specifieke expertise. Samen vormen zij als het ware een keten van verschillende schakels die elkaar nodig hebben om met elkaar tot bevredigende resultaten te kunnen komen. De partners maken afspraken over de aansturing van de samenwerking, bijvoorbeeld door een ketenregisseur of projectleider aan te wijzen. Deze 'regisseur' brengt en houdt de schakels zodanig in verbinding dat de keten de kwaliteit biedt die afgesproken is en waarop gerekend mag worden.
Instellingen voor non-formele educatie werken steeds meer vanuit een ketenaanpak in projecten samen met de formele educatie (ROC's) en andere disciplines zoals opbouwwerk, zorgverlening, bibliotheekwerk, maatschappelijk werk, enz. Ook wordt samengewerkt met maatschappelijke organisaties, instellingen voor arbeidstoeleiding, bedrijfsleven, enz. De specifieke deskundigheid die de non-formele educatie in de keten inbrengt ligt onder meer op het gebied van haar bereik: door haar laagdrempeligheid en eigen methodieken is zij in staat groepen mensen te bereiken die voor de formele educatie en veel andere instellingen 'moeilijk bereikbaar' zijn. Sommige van deze mensen vinden bij de non-formele educatie het plezier in leren en worden gemotiveerd tot het oppakken van een opleiding bij een instelling voor formele educatie, zoals een ROC. De non-formele educatie helpt halfmanifeste leerbehoeften manifest te maken en een positieve richting te geven. Daarnaast is de non-formele educatie sterk in het creëren van ontmoetingsplekken met/tussen allerlei mensen en culturen. Dit versterkt het leerproces en draagt bij aan sociale cohesie. Voorbeelden van non-formele educatie als schakel in een keten Sociale activering In onze huidige samenleving is het hebben van een baan of het daarvan uitgesloten zijn niet alleen sterk bepalend voor het inkomen, maar ook voor de sociale contacten en de mogelijkheid tot het opdoen van kennis en ervaring. In veel steden zijn instellingen voor non-formele educatie betrokken bij sociale activeringstrajecten. Zij verzorgen laagdrempelige educatieve activiteiten voor allochtonen en autochtonen die om wat voor reden dan ook geen baan hebben. Deze activiteiten zijn in veel gevallen de eerste aanzet tot verdere participatie in de vorm van vrijwilligerswerk, opleiding of baan. Vermaatschappelijking van de zorg Tegenwoordig wordt gewerkt aan vermaatschappelijking van de zorg, waarbij gepoogd wordt dat specifieke groepen, zoals gehandicapten, ouderen, ex-psychiatrische patiënten en ex-delinquenten zelfstandig gaan wonen in een 'gewone' woonwijk en deelnemen aan het maatschappelijk leven. Non-formele educatie helpt mee deze vermaatschappelijking mogelijk te maken door: - Cursussen aan te bieden die gericht zijn op het voeren van een zelfstandige huishouding (koken, wassen, gebruik van apparatuur, geldverkeer, digitale vaardigheden). - Algemene vrijetijdscursussen voor deze bijzondere groepen toegankelijk te maken - Te werken aan bewustwording en beeldverandering in de directe woon- en leefomgeving van deze groepen door voorlichting, discussie en debat. Intercultureel leren en inburgering Onze samenleving vraagt om het leren-samenleven van meerdere culturen en volkeren in veelal dichtbevolkte wijken. Dat is geen eenvoudige opgave. Instellingen voor non-formele educatie leveren in veel gevallen reeds een bijdrage aan inburgeringstrajecten en aan de dialoog tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Non-formele educatie blijkt een goede partner te zijn die (delen van) leertrajecten ontwikkelt c.q. uitvoert die nauw aansluiten bij nieuw- en oudkomers. Zo koppelt zij taaltrainingen aan maatschappijoriëntatie en stemt deze af op concrete dagelijkse bezigheden (huishouden, opvoeding, werk, onderwijs, vrijwilligerswerk) en op het levensloopperspectief van betreffende nieuw- en oudkomers. Digitale vaardigheden Mensen met een baan leren veelal op hun werk. Op deze wijze leerden veel mensen de vaardigheden die nodig zijn bij het zoeken naar kennis en informatie op het internet. Maar niet iedereen beschikt over digitale vaardigheden om met de nieuwe technologie om te gaan. Met name mensen die buiten het arbeidsproces staan missen vaak deze aansluiting. Ook ouderen kunnen door het huidige tempo van digitalisering in de problemen komen. Daar komt bij dat bij een groot aantal ouderen ook nog sprake is van functioneel analfabetisme. Uit onderzoek blijkt dat slechts 25% van de 55-plussers om kan gaan met computer en internet.
Volksuniversiteiten, Senior Web, bibliotheken, ouderenbonden, stichtingen welzijn ouderen en ROC’s werken hard aan het inlopen van deze achterstand, in een aantal gevallen met ondersteuning van het bedrijfsleven. Op verschillende plekken in het land is sprake van een ketensamenwerking rond dit thema, waarbij de taak en verantwoordelijkheid van iedere partner helder is aangegeven en op elkaar is afgestemd, van werving tot nazorg. Deelname aan dit soort cursussen levert ouderen bovendien allerlei nieuwe sociale contacten op, hetgeen weer effect heeft op de zo gewenste sociale cohesie. Oudereneducatie Ouderen van tegenwoordig willen overigens meer dan alleen 'computeren'. Zij hebben een brede educatieve belangstelling, gericht op persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijke participatie en preventie. Thema’s als biografie, levensbalans, zingeving, veiligheid, gezondheid, omgaan met dementie, zelfstandig blijven wonen, betalingsverkeer, lokale geschiedenis en erfrecht hebben hun aandacht. Instellingen voor non-formele educatie bieden hen een passend laagdrempelig aanbod. Vrijwilligerswerk Vrijwilligers vormen het cement van onze samenleving. Echter, vrijwillig kader en uitvoerende vrijwilligers vragen om deskundigheidsbevordering, omdat de klus die zij verrichten vaak ingewikkeld is en zij (sociale) vaardigheden behoeven die ontwikkeld en/of bijgeschaafd moeten worden. Overheden bevorderen vrijwilligerswerk door middel van een stimuleringsregeling. Een van de aandachtspunten bij deze regeling is uiteraard deskundigheidsbevordering. De non-formele educatie biedt vrijwilligers dicht bij huis een vraaggestuurd aanbod op maat. Zij biedt diverse soorten deskundigheidsbevordering aan: kadervorming, cursussen publiciteit en public relations, cursussen voor besturen, administratie en organisatie. Er zijn cursussen voor en in samenwerking met wijkraden, wao-belangengroepen, cliëntenraden, buurtacademies, enz. Zo dragen instellingen voor non-formele educatie bij aan een levendig maatschappelijk middenveld door educatief maatwerk te leveren dat mensen competent maakt voor complexe vrijwilligerstaken. Gezondheidseducatie Gerichte voorlichting en discussie over gezondheidszaken helpt bij de preventie van ziekte en ongelukken in en om het huis. Ook in de geestelijke gezondheidszorg is preventie een belangrijk thema: aandacht voor leefstijl, voedingsgewoonten, beweging, omgaan met stress en het vinden van een goed evenwicht in jezelf levert gezondere mensen op en is vanuit maatschappelijk oogpunt kostenbesparend. In de gezondheidszorg wordt echter niet altijd voldoende aandacht aan preventie besteed om redenen van werkdruk en/of om redenen die meer met methodiek te maken hebben. Organisaties voor non-formele educatie daarentegen beschikken over geschikte methodieken en werkvormen die ingezet kunnen worden in dit type preventiewerk. Op een aantal plekken zien we dan ook dat zorginstellingen en non-formele educatie gezamenlijk activiteiten ontwikkelen, een samenwerking die een duidelijke meerwaarde heeft. Opvoedingsondersteuning De neiging bestaat om opvoeding en persoonlijkheidsvorming als taak sterk bij het onderwijs te leggen. Maar primair blijft het gezin toch de plaats voor opvoeding en vorming. Ouders kunnen daarbij desgewenst wel geholpen worden middels cursussen, thema-avonden en gesprekken over 'opvoeden in deze tijd'. Bijvoorbeeld, in de Brede School-projecten is non-formele educatie van grote betekenis in de vorm van cursussen en thema-avonden over opvoeding. Maar ook andere cursussen kunnen plaatsvinden die aansluiten bij het schoolgebeuren. Waarden en normen Veel mensen in deze geseculariseerde samenleving zijn bezig met bezinning op het eigen doen en laten, met nadenken over grote en kleine ethische kwesties, met de eigen wijze van keuzen maken en werken aan een eigen levensvisie en -ontwerp. Zowel ouderen als jongeren bezinnen zich expliciet of impliciet op waarden en normen, op de wijze van omgaan met elkaar en op de verhouding tussen persoonlijke en publieke verantwoordelijkheid. Ook de regering wil een dergelijk waarden- en normendebat stimuleren.
De non-formele educatie is bij uitstek geschikt om aan deze maatschappelijk thema's een methodische en inhoudelijke bijdrage te leveren, bijvoorbeeld in de vorm van cursussen, lezingen of door het organiseren van publieke debatten. Burgerschapsvorming De politiek en politieke partijen liggen momenteel onder vuur. Ergernis, verwijten en emoties stapelen zich bij veel burgers op. Tegelijkertijd tekent zich een paradox af: tegenover de globaliserende tendens van economie en samenleving en trekt de burger zich juist meer terug op lokale aangelegenheden. Dit blijkt uit de opkomst van locale politieke partijen, wijk- en dorpsraden, en ook uit de toenemende belangstelling voor lokale en regionale geschiedenis. Instellingen voor non-formele educatie spelen op deze ontwikkeling in door het organiseren van publieke debatten over belangrijke lokale vraagstukken (bijvoorbeeld veiligheid, leefbaarheid, stads- en dorpsontwikkeling), door het organiseren van cursussen en trainingen voor dorps- en wijkraden en het aanbieden van cursussen lokale geschiedenis en heemkunde. Ook verzorgt de non-formele educatie cursussen die specifiek gericht zijn op politieke participatie, bijvoorbeeld politieke vorming van zittende en toekomstige gemeenteraadsleden. Milieu-educatie en duurzaamheid Het milieuvraagstuk staat momenteel sterker dan voorheen in het perspectief van duurzame ontwikkeling. Klimatologische veranderingen maken ons bewust dat er echt iets aan de hand is en dat er maatregelen genomen moeten worden om blijvende schade aan het ecologische milieu te voorkomen c.q de aangerichte schade te herstellen. Educatie gericht op bewustwording en het vinden van meer duurzame oplossingen, bijvoorbeeld door meer toepassing van duurzame energie, is van groot belang. Centra voor milieu-educatie, maar ook andere educatieve voorzieningen vervullen een belangrijke maatschappelijke rol op dit terrein. Taalcursussen Voor de positie van Nederland binnen Europa is de beheersing van vreemde talen van evident belang.Taal is daarnaast ook een belangrijk instrument voor culturele uitwisseling en draagt bij aan het bewustzijn 'een Europees burger of wereldburger te zijn'. De gezamenlijke volksuniversiteiten in Nederland vormen het grootste instituut voor vreemde talen in Nederland. Niet alleen qua aantal deelnemers, maar ook qua diversiteit aan talen dat op verschillende niveaus aangeboden wordt. Het leren van een vreemde taal wordt bovendien vaak gecombineerd met kennisname van het betreffende volk en zijn cultuur. Deze taalcursussen fungeren tevens als ontmoetingsplaatsen, waardoor zij mogelijkheden hebben op het gebied van versterking van de sociale cohesie. Kunst en cultuur De overheid verleent prioriteit aan de stimulering van cultuurparticipatie. Instellingen voor nonformele educatie bieden vele programma’s op het gebied van de receptieve kunstzinnige vorming, waarbij het gaat om het leren verstaan en genieten van cultuuruitingen. Ook worden meer actieve vormen van kunstuitingen aangeboden (muziek, theater, schilderen, dans, beeldhouwen enz.), vormen die goed zijn te gebruiken in het kader van het ontwikkelen van een eigen culturele identiteit en een beter begrip van en waardering voor elkaars cultuur. Zij versterken in grote mate de sociale cohesie. Zo leveren centra voor kunstzinnige vorming en volksuniversiteiten, verspreid over het hele land, een grote bijdrage aan cultuurparticipatie. Bovenstaande voorbeelden laten zien dat instellingen voor non-formele educatie een belangrijke rol kunnen hebben bij de aanpak van actuele maatschappelijk vraagstukken. Op veel plekken in Nederland speelt de non-formele educatie deze rol ook daadwerkelijk en draagt zij succesvol bij aan thema's als maatschappelijke participatie, activering en toeleiding, preventie, persoonlijke ontwikkeling en sociale cohesie. De werkelijkheid verschilt echter sterk van gemeente tot gemeente.
De rol van de overheden Helaas constateren we dat in Nederland de beleidsmatige aandacht voor de non-formele educatie achterblijft vergeleken met omringende landen als Duitsland, Zweden en België. Bestond er in ons land tot in de tachtiger jaren een heel behoorlijke praktijk op dit gebied, indertijd veelal onder de titel 'vormingswerk', met de invoering van de basiseducatie en de feitelijke invulling daarvan is de sociaalculturele dimensie van de volwasseneneducatie sterk verschraald. Uiteraard verschilt het beeld van gemeente tot gemeente. Er zijn gemeenten die op creatieve wijze de verschillende, gelabelde subsidiegelden koppelen ten behoeve van een breed lokaal educatief plan, waarbij zij formele en non-formele educatie beide een plek geven en er sprake is van effectieve complementering van beiden soorten. Deze gemeenten proberen via een integrale werkwijze de verdringing van bepaalde doelgroepen, zoals ouderen, uitkeringsgerechtigden, analfabeten en allochtone vrouwen te voorkomen. Echter, bij menig gemeente leeft de opvatting dat haar verantwoordelijkheid ophoudt bij de formele basiseducatie. Niets is minder waar, hetgeen moge blijken uit bovengenoemde voorbeelden. Er zijn vele groepen en vraagstukken in de samenleving waarvoor non-formele educatie ingezet móet worden, wil men werkelijk succes hebben. Gemeenten dienen op het gebied van brede educatie en een-leven-lang-leren een regisseursrol te vervullen. De rijksoverheid labelt immers geldstromen van verschillende ministeries, bijvoorbeeld in het kader van inburgering, sociale activering en vrijwilligersbeleid en regelt in grote lijnen de formele educatie, terwijl de non-formele educatie het domein van gemeenten en provincies is, die daarvoor zelf het beleid bepalen, maar daarvoor niet over een gelabelde geldstroom beschikken. Dit betekent dat de lokale overheden hun eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van non-formele educatie moeten invullen. Naar onze mening wordt het tijd dat de rijksoverheid een duidelijk signaal afgeeft dat zij non-formele educatie naast en in samenwerking met de formele educatie van groot belang acht. Zowel het Ministerie van OCW als VWS onderkennen het belang van een structurele positie van de non-formele educatie steeds meer. Het is echter aan de gemeenten om hier invulling aan te geven. Wat moet er gebeuren? Het is van belang dat goede praktijken in beeld gebracht worden rondom de hierboven geschetste thema’s, want door bekendheid met deze bestaande goede praktijken worden zowel educatieve werkers als ambtenaren op het goede spoor gezet. Daarnaast moet de methodische know-how op peil gebracht worden. Hier ligt een uitdaging voor de HBO-opleidingen en landelijke centra zoals NIZW en CINOP. Ook de provinciale steunfuncties, verenigd in de Vereniging Steunfuncties Welzijn, kunnen meer aandacht besteden aan de sociaal-culturele dimensie van de non-formele educatie. Het allerbelangrijkste is echter dat gemeenten een educatief beleid gaan ontwikkelen dat breder is dan louter basiseducatie. Daarvoor is een integrale visie en aanpak vereist die afdelingen en geldstromen bijeen brengt. Gemeenten staan daarbij voor de uitdaging om de lokale educatieve vraag op interactieve wijze te ontdekken. Daartoe dienen de gemeenten in overleg te treden met diverse maatschappelijke organisaties en instellingen. Daar waar gemeenten bezig zijn met het ontwikkelen van nieuw sociaal beleid, integraal en interactief, ligt er een goede mogelijkheid ook een breed educatief beleid op te nemen. De sociaal-culturele dimensie van volwasseneneducatie in Nederland heeft een sterke impuls nodig! Conclusies en aanbevelingen 1. 2.
Instellingen voor non-formele educatie bieden een essentiële bijdrage aan de aanpak van urgente maatschappelijke vraagstukken. De non-formele educatie levert deze bijdrage bij uitstek als er sprake is van ketensamenwerking met instellingen voor formele educatie en andere partners.
3.
4. 5. 6.
Gemeenten en Rijk dienen dit te erkennen en een brede visie op educatie te ontwikkelen, waarbij zij de samenwerking tussen instellingen voor formele en non-formele educatie nadrukkelijk stimuleren en de inhoudelijke, organisatorische en financiële voorwaarden creëren om deze samenwerking mogelijk te maken. Gemeenten hebben de regierol op het gebied van integrale educatie en organiseren in samenwerking met lokale instellingen en organisaties de vraagsignalering en vraagontwikkeling. Het is nodig om bestaande goede praktijken op het gebied van ketensamenwerking te beschrijven en te verspreiden. De deskundigheidsbevordering voor educatieve werkers op het terrein van de non-formele educatie dient met spoed ter hand genomen te worden.
Beraadsgroep Vorming Auteurs Redactie
: Jan Houtepen, Paul Hensen en Kees Hammink : Lidwien Vos de Wael
Rotterdam, 13 maart 2003