1E MODULE
Le club français LES TOUT-PETITS
CURSUSRAPPORT Beste ouders, Welkom bij module 1 voor de kleuters. Het voornaamste doel van deze module is de introductie van het gebruik van de Franse taal bij de kinderen als een plezierige ervaring, moeiteloos en zonder alle "nare bijsmaken" die er vaak aan verbonden zijn. Hieronder volgen enkele onderwerpen die in deze module aan bod komen - maar: ga uw kind niet ‘overhoren’ of zo (zie de inlichtingen voor de ouders).
1. Hoe te groeten, en een begroeting te beantwoorden: « BONJOUR, ÇA VA? » 2. Hun namen (eventueel "op zijn Frans").
3. Hoe te reageren op "Hoe heet je?" (« COMMENT T'APPELLES-TU? » of eventueel « COMMENT TU T'APPELLES? ») + antwoorden met zijn of haar naam.
4. Hoe te antwoorden op "Hoe gaat het met je?": « ÇA VA ! », « ÇA VA BIEN », « ÇA VA MAL », « ÇA NE VA PAS » of, voor iets ouderen: « JE VAIS BIEN, MERCI ! »
5. De eerste getallen: « COMBIEN? - « UN, DEUX, TROIS, QUATRE, CINQ, SIX .... »
6. De benamingen van eenvoudige kleuren: « TOUCHE LE BLEU, BLANC, ROUGE ............... »
7. Onderscheid tussen jongens en meisjes: GARÇONS ET FILLES 8. Het geven van en het reageren op enkele eenvoudige aanwijzingen: « ASSIS ! » «, « DEBOUT ! », « SAUTEZ ! », « MARCHEZ ! » 9. Enkele afmetingen:
PETIT, MOYEN, GRAND
10. Een algemene introductie van een aantal aspecten van de Franse cultuur: SUR LE PONT D'AVIGNON, HUGO A PARIS, etc.
LE CLUB FRANÇAIS PROGRAMME POUR LES « TOUT-PETITS » - MODULE 1 « L'enfant ne naît pas avec le langage, mais avec une certaine aptitude à l'acquérir.» - M. N. Lemaïtre
OBJECTIFS Familiarisation avec un nouveau code de communication: Acquisition et utilisation d'un vocabulaire de base et motivation pour la communication.
Vous devrez travailler à développer et améliorer: − l'attitude des enfants qui découvrent un nouveau code commun avec VOUS : Confiance en soi, décontraction, stimulation. − leur aptitude à utiliser ce code: acquisition de vocabulaire, bonne prononciation, réflexion et choix des mots. Doelstellingen: De kinderen vertrouwd maken met (sensibiliseren voor) een nieuwe communicatiecode: Het verwerven en gebruiken van een basis-woordenschat en hen motiveren tot communicatie. U moet eraan werken om het volgende te ontwikkelen en te verbeteren: -
De attitude van de kinderen, die immers een nieuwe code ontdekken die zij met U gemeen hebben: Zelfvertrouwen, ontspanning, stimulatie (= het sensibiliseringsgedeelte).
-
Hun vaardigheid om deze code te gebruiken: het verwerven van een woordenschat, een goede uitspraak, nadenken over en het kiezen van de goede woorden (= het initiatie-gedeelte).
Tout ceci à l'aide de :
− Jeux d'écoute − Jeux d'imitation − Jeux de maîtrise de voix − Jeux de compréhension, de jugement − Jeux qui ne sont pas des « jeux de langage » au premier degré, des jeux qui ont pour but de socialiser ces enfants, de leur faire accepter un groupe. − Activités manuelles variées qui utilisent la langage non comme un fin, mais comme un outil. Dit alles met de hulp van: -
Luisterspelletjes Imitatiespelletjes Spelletjes om de uitspraak te verbeteren (“stemcontrole”) Begrips- en beoordelings-spelletjes Spelletjes die niet in de eerste plaats “taalspelletjes” zijn, maar die als doel hebben om het sociaal contact van de kinderen te verhogen, om te kunnen functioneren in de groep. Gevarieerde handenarbeid en knutselwerk, waarbij de taal niet als een doel op zich, maar als middel wordt gebruikt.
ORGANISATION Les séances sont divisées en séquences courtes. Une séance ne dure pas plus de 3/4 d'heure. Nous vous proposons ici un découpage type pour ces 3/4 d'heure. Vous pourrez cependant créer votre propre rythme dans le déroulement d'une leçon. Une fois que vous aurez trouvé le découpage qui vous convient, il est très important de le respecter et d'en faire une ROUTINE, les tout-petits ont en effet besoin de son cadre rassurant. Par exemple, une séance peut se dérouler de cette manière:
10 minutes:
Accueil. Salutations. Comptine mimée (la même peut être utilisée pendant plusieurs séances, à manière d'un générique). Jeu avec accessoires. Découverte d'un objet, de cartes...
5 minutes (ou plus): (facultatif)
Pause avec boisson, annoncée par une comptine qu'on chante en allant boire.
15 minutes:
Comptine Danse Jeu où on "bouge" Jeu où on se repose ou un loto
10-15 minutes:
Coloriage. Dessin. Pliage. Découpage assisté.
Au cours de chaque séance, les activités ne durent jamais très longtemps mais les répétitions d'une même comptine ou d'un même jeu rapide sont très appréciées par les enfants. Inrichting: Elke serie “lessen” moet worden opgedeeld in korte stukjes. Elke “les” duurt niet langer dan 3/4 uur. Hieronder staat een “voorbeeld-opdeling” voor die 3/4 uur. Maar, u kunt ook uw eigen ritme bepalen, tijdens de “les”. Als u eenmaal de opdeling hebt gevonden die het best aan uw noden beantwoordt, wordt het zeer belangrijk om u daaraan te houden en er een ROUTINE van te maken, aangezien de kinderen behoefte hebben aan een vast en voorspelbaar kader. VOORBEELD: 10 minuten: Welkom. Begroetingen. Liedje met gebaren (u kunt hetzelfde gedurende verschillende zittingen gebruiken, als vaste generiek). Spel met hulpmiddelen. Het ontdekken van een voorwerp, een kleur, kaarten……….. 5 minuten of meer (facultatief): Een pauze met een drankje of een (geoznde !) versnapering, vergezeld van een liedje dat men zingt tijdens het verorberen. 15 minuten: Liedje (of dialoog). Dansje. Een “beweegspel”. Een “uitrustspel” of lotto. 10-15 minuten: Kleuren. Tekenen. Vouwen. Uitknippen (met hulp). Laat tijdens elke sessie de activiteiten nooit te lang duren, maar de herhaling van eenzelfde liedje, activiteit, eenzelfde “beweegspel” enz. tijdens de verschillende sessies is erg geliefd bij de kinderen. Les tout-petits Module 1
2
TECHNIQUE CHANSONS ET COMPTINES Toutes les chansons ou comptines sont accompagnées d'une visualisation qui peut prendre diverses formes : − − − −
MIME et DANSE DESSIN SIMULTANE ...(sur divers matériaux) VISUALISATION A L'AIDE D'OBJETS ET D'ACCESSOIRES VISUALISATION A L'AIDE D'IMAGES ET DE BRUITAGES
Ceci afin d'en atténuer le côté abstrait. Vous remarquerez que si un des objectifs du CLUB FRANÇAIS est la bonne prononciation, vous devez prendre beaucoup de précautions afin de ne pas décourager les enfants, du moins lors des premières séances . La bonne prononciation de la langue maternelle est en train de se construire en parallèle et nous nous servirons de jeux empruntés à cet apprentissage pour les premiers contacts avec le français.
GTECHNIEK - LIEDJES EN RIJMPJES Alle liedjes of rijmpjes moeten gepaard gaan met gebaren, onder verschillende mogelijke vormen: -
mimiek dans gelijktijdig tekenen …..(op verschillende materialen) kijken, met behulp van dingen en hulpmiddelen kijken, met behulp van afbeeldingen + geluidsmontages
Dit alles om minder de nadruk te leggen op de abstracte kant van de zaak. Het is namelijk belangrijk dat, aangezien een van de doeleinden van de CLUB FRANCAIS de goede uitspraak is, er veel voorzorgen genomen worden om de kinderen vooral niet te ontmoedigen, en zeker niet gedurende de eerste sessies. De goede uitspraak van de moedertaal ontwikkelt zich tegelijkertijd en we zullen tijdens dit leerproces gebruik maken van gedrukt materiaal – spelletjes en dergelijke – voor het eerste contact met het Frans.
JEUX A l'Ecole Maternelle, les méthodes reposent sur le jeu: jeu "pur" dans lequel l'adulte ne s'insère en aucune manière (jeu-imagination ) et jeu "éducatif" qui est déjà un apprentissage. Le jeu est l'outil de la socialisation: on apprend à jouer avec ou contre quelqu'un d'autre. Lors de vos clubs avec des tout-petits, vous aurez aussi à leur apprendre à JOUER: premières notions de règles, de début et fin, de perdant/gagnant. Votre intervention est très importante, votre présence est bienveillante et encourageante, vous vous réjouissez d'une réussite et minimisez les échecs. Lors d'un jeu de LOTO, par exemple, vous félicitez chaleureusement tous les enfants lorsqu'ils finissent l'un après l'autre, jusqu'au dernier dont la réussite marque la fin du jeu et le passage rapide à l'activité suivante.. Contrairement aux enfants plus âgés, les tout-petits aiment jouer individuellement; leur apprendre à jouer avec un partenaire fait partie de l'objectif de socialisation qu'il ne faut pas négliger. Là où il y a socialisation, il y a communication et langage. En utilisant un vocabulaire précis et répétitif, en laissant à chacun le choix de son propre rythme (ça, c'est le privilège des petits groupes d'enfants), vous obtiendrez tous les résultats voulus . Les tout-petits Module 1
3
SPELLETJES In de basisschool GRAPHISME R berusten de methods op het spel: ‘puur’ spel, waarin de volwassene op geen enkele manier tussenbeide komt (imaginatief spel) en ‘educatief’ spel, dat reeds een soort van leren is. Het spel is dé manier om tot sociale contacten te komen: men leert mét of tégen een ander te spelen. Tijdens uw sessies met de kleintjes, moet ook u hen leren SPELEN: eerst de spelregels kennen, van begin en einde, van verliezer en winnaar. Uw tussenkomst is erg belangrijk, want u let op, met een welwillend maar waakzaam oog, en u moedigt aan. U bent erg blij met een overwinning maar minimaliseert een verlies. In tegenstelling tot iets oudere kinderen, houden kleintjes ervan om alleen te spelen. Hen leren spelen met één of meer anderen, is dus een deel van uw doelstelling van sociaal contact die u zéker niet mag veronachtzamen. Overal waar mensen met elkaar omgaan, is er automatisch sprake van communicatie en taal. Door een precies en zich steeds herhalend woordgebruik, terwijl u toch elk de keus laat om zijn of haar eigen ritme te bepalen (dat is het grote voordeel van het werken in kleine groepjes !), zult u de gewenste resultaten bereiken.
GRAPHISME ET DESSIN En travaillant avec des tout-petits, TOUT ce que vous allez faire entre dans le domaine de l'apprentissage: SOCIALISATION par le jeu, MAITRISE DU CORPS avec toute activité physique, DEVELOPPEMENT des notions d'espace, de logique par classements et tris divers....(La liste peut être très longue et développée à souhait !) Nos feuilles d'activité sont adaptées aux découvertes graphiques faites par les enfants et si vous le désirez, vous pouvez "enrichir" ces activités en variant le plus possible: - les outils: feutres, crayons, craies,... et même peinture pour ceux/celles qui ont un club dans une maternelle.... peinture à l'éponge, au coton... - les supports: papier ordinaire ou teinté, carton rugeux ou lisse…(nous nous arrêterons là pour les supports, à moins que vous désiriez investir dans du tissu, du cuir, du plastique, des feuilles d'aluminium....!!!) Vous pouvez également demander aux enfants d'apporter des petits morceaux de tissus, des brins de laine, pour la séance suivante. Variez aussi les techniques: Demandez aux enfants de "caresser" la feuille avec un crayon, de la ..."frapper" de la "piquer" en faisant des petits points (cf.MES PETITES MAINS - cd n° 1)... En général, la feuille d'activité est remise en fin de séance, ce qui permet aux enfants de s'éclipser quand ils le veulent. Vous êtes assis(e) avec les enfants à la table de dessin et vous parlez à chacun, leur demandez d'écrire leur prénom sur la feuille, les écoutez et vous leur dites AU REVOIR individuellement... Soyez conscient(e)s du fait que leur découverte des couleurs, leur habileté à tenir un stylo, leur notion de la surface d'une feuille sont en cours d'apprentissage. Les actions de prendre un crayon et d'avoir assez de contrôle et de maîtrise pour faire des traits sur une feuille, de changer de couleur (quelquefois!), de faire l'expérience de gestes différents (taper, glisser, en rond, en zig-zag...faire des trous dans la feuille !) sont déjà les résultats de beaucoup d'efforts et de concentration. PLAATJES EN TEKENEN Als u werkt met kleintjes, komt eigenlijk ALLES wat u doet neer op LEREN: SOCIAAL CONTACT door het spel, LICHAAMSCONTROLE door fysieke activiteiten en de ontwikkeling van noties van plaats en logica door op verschillende manieren te klasseren en te ordenen……. (Die lijst kan, indien gewenst, zeer lang zijn en nog verder worden aangevuld !). Les tout-petits Module 1
4
Onze ‘activiteitsbladen’ zijn erop gericht om kinderen vormen en plaatjes te leren ontdekken en u kunt, naar wens, die activiteiten ‘verrijken’ door ze zoveel mogelijk aan te vullen en uit te breiden: - de werktuigen: viltstiften, potloden, krijtjes, en zelfs schilderen als u in een kleuterschool bent (op papier of op stof). - de hulpmiddelen: gekleurd of blanco papier, al of niet voorzien van onze tekeningen, hard of zacht karton………(hier stoppen we maar, want u kunt ook nog investeren in stof, leer, plastic, zilverpapier …….). En, u kunt ook de kinderen vragen om de volgende keer eens wat stof, stukjes linnen enz. mee te nemen. Varieer ook eens de verschillende werkwijzen: u kunt hen vragen om het papier te ‘aaien’ met een potlood, om het te ‘slaan’, om het te ‘prikken’ (kleine puntjes maken) (luister maar eens naar ‘MES PETITES MAINS’ op cd nr. 1). In het algemeen geeft u het ‘activiteitsblad’ op het eind van de sessie, zodat de kinderen zich kunnen ‘uitleven’ als ze dat willen. U zit met de kinderen op de grond of aan de tekentafel en u praat met iedereen. Ze schrijven hun voornaam op het blad en u luistert naar ze, alvorens u hen elk – individueel – AU REVOIR zegt. Houd er vooral goed rekening mee dat ze nog steeds aan het LEREN zijn welke kleuren er zijn, hoe ze een potlood vast moeten houden, wat een papieroppervlak betekent……….; Acties zoals het vasthouden van een potlood en het voldoende kunnen beheersen om lijntjes op een blad te kunnen trekken, om van kleur te veranderen (soms !......), om verschillende handelingen te oefenen (plakken, glijden, in het rond, zig-zag…….gaatjes in het blad maken !) zijn bij hen het resultaat van reeds veel oefening en concentratie. Leid ze vooral niet af van die ernstige bezigheden door hen Frans te LEREN, maar DOE het gewoon in het Frans (en in het Nederlands, als ze het niet snappen).
UTILISATION DES LOCAUX Nous vous recommandons fortement de travailler soit dans une "Nursery" (ce qui présente l'énorme avantage de ne pas changer les enfants de milieu), soit dans une maison particulière, qui bien que "milieu étranger"présente des repères à l'enfant: jouets d'un autre, objets ménagers familiers,... Choisissez si possible une pièce calme, où on peut s'asseoir par terre. Il est recommandé que vous "voyagiez" dans la salle lorsque vous changez d'activité, afin que les enfants aient encore plus l'impression de variété et de mouvement. GEBRUIK VAN DE LOKALEN Wij raden u sterk aan om hetzij in een kleuterschool of kleuter-opvangcentrum te werken (met het grote voordeel dat de kinderen niet van omgeving moeten wisselen), hetzij in een woning waar men niet in een ‘vreemde’ omgeving werkt, maar een die tegemoetkomt aan het kind: speeltjes, vertrouwde gebruiksvoorwerpen……….. Kies indien mogelijk een kalm vertrek, waar je ook op de grond kunt zitten. En, we raden u aan om, met het veranderen van activiteit, door het vertrek te ‘reizen’, zodat de indruk van verandering en beweging bij de kinderen wordt versterkt.
Les tout-petits Module 1
5
MATERIEL UTILE
(çonseillé)
un xylophone ou tout autre instrument de musique une ou plusieurs marionnettes des balles légères des ballons de baudruche un tableau effaçable un vrai/faux microphone des foulards, des peluches colorées ................................ et tout ce qui vous inspire .. pensez aussi à utiliser le matériel ou les jeux de la crèche (ou école maternelle) s'ils sont mis à votre disposition. − matériel habituel du Club: Lotos avec images, flashcards de la nourriture.... − − − − − − − −
NUTTIG MATERIAAL -
(aangeraden)
een xylofoon of elk ander muziekinstrument een of meerdere poppen lichtgewicht ballen ballonnen een uitwisbaar bord een echte of namaak microfoon blinddoeken, gekleurde kussens …………………. en alles wat u kan inspireren …. kijk ook eens om u heen om het materiaal van de kleutertuin te gebruiken, als dat kan en mag het gebruikelijke materiaal van de Club: lottokaartjes, geplastificeerde flashcards van het eten….
PRESENTATION DES MODULES A l'intérieur des modules, il est difficile de construire un programme détaillé de chaque leçon. Vous ferez l'expérience vous-même de l'importance de l'improvisation qui empêche une certaine rigidité dans la chronologie des activités. Les modules vont donc être présentés de la façon suivante: 1. Vocabulaire à acquérir: BILAN 2. Jeux et activités répertoriés par centre d'intérêt et classés par ordre de difficulté croissante 3. Chansons, comptines et danses 4. Feuilles d’activité classées par ordre ‘chronologique’ 5. Chaque leçon détaillée DE MODULES Het is moeilijk om, binnen elke module, een gedetailleerd programma van elke ‘les’ samen te stellen. U zult zélf merken, hoe belangrijk het is om te variëren en te improviseren en dat staat een bepaalde rigiditeit in de volgorde van de activiteiten in de weg. De modules worden dus gepresenteerd op de volgende wijze: 1. 2. 3. 4. 5.
te verwerven woordenschat: BALANS spelletjes en activiteiten volgens interesseniveau en in opgaande graad van moeilijkheid liedjes, rijmpjes, dialogen en dansjes activiteitsbladen in ‘chronologische’ volgorde elke les in detail Les tout-petits Module 1
6
(VANAF DIT PUNT BEGINT LES 1)
