JEUGDSTRAF(PROCES)RECHT Mr. A.P. van der Linden 3 juni 2015
AANBEVOLEN LITERATUUR • G. de Jonge/A.P. van der Linden
Handboek JEUGD&STRAFRECHT Deventer: Kluwer 2013 (derde druk) Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
JEUGDRECHT Jeugdrecht: Rechtsfunctioneel vakgebied Kinderwetten 1901: 1 december 1905 “Verwaarloosde en misdadige jeugd” • Civielrechtelijke Kinderwet • Strafrechtelijke Kinderwet • Kinderbeginselenwet Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Doeleinden jeugdsanctierecht • Vergelding • Generale preventie • Pedagogisch aspect/speciale preventie Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
4
Recente ontwikkelingen • Recente ontwikkelingen: • Maatschappij: – Veel aandacht voor jeugdige daders – Roep om strengere aanpak – Ernstige zaken door steeds jongere verdachten, zoals: – Facebook moord: 14 jarige verdachte – Moord op Dirk Post: 15 jarige verdachte Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Over wie gaat het: de leeftijdsgrenzen in het jeugdstraf(proces)recht
• < Twaalf jaar: in alle gevallen niet vervolgbaar (art 486 Rv) • Twaalf tot zestien jaren: altijd jeugdstrafrecht • Van zestien tot drieëntwintig jaren: keuze tussen jeugdstrafrecht en commune strafrecht Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
6
3 KERNBEGRIPPEN: • JEUGD
de leeftijdsgrenzen
• STRAF
aangepaste straffen/maatregelen
• RECHT
specifiek(e) recht(en) van en voor de jeugdige cliënt Richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten Halt (Stcrt. 2014, 36904; iwtr. 1 januari 2015)
http://www.om.nl/organisatie/beleidsregels/overzicht/jeugd/@162482/richtlijn-kader/)
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Inzicht in de wereld van de jeugdige cliënt noodzakelijk: “Puberende hersenen” (onderzoek RUL) “Een Moeilijke Jeugd”, (Loes de Fauwe en Anita Leeser) “Niemandsland” (G. Leguijt) “Verraderlijk gewoon” (Marigo Teeuwen over LVG-jongeren)
Maar ook: “Jackass” en “Rotjongens” (Dumont Tak) Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Artikel 3 VN-VRK Het belang van het kind Bij alle maatregelen betreffende kinderen - ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen - vormen de belangen van het kind de (een?) eerste overweging.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Artikel 40 IVRK Kinderen die in aanraking komen met politie en justitie 1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van ieder kind dat wordt verdacht van, vervolgd wegens of veroordeeld terzake van het begaan van een strafbaar feit, op een wijze van behandeling die geen afbreuk doet aan het gevoel van waardigheid en eigenwaarde van het kind, die de eerbied van het kind voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van anderen vergroot, en waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd van het kind en met de wenselijkheid van het bevorderen van de herintegratie van het kind en van de aanvaarding door het kind van een opbouwende rol in de samenleving. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
2b sub 3: Dat de aangelegenheid zonder vertraging wordt beslist door een bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige autoriteit of rechterlijke instantie in een eerlijke behandeling overeenkomstig de wet, in aanwezigheid van een rechtskundige of anderszins deskundige raadsman of -vrouw, en, tenzij dit wordt geacht niet in het belang van het kind te zijn, met name gezien zijn of haar leeftijd of omstandigheden, in aanwezigheid van zijn of haar ouders of voogden; Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
HR 3 april 2012, BU3452 (1) • De verdachte 28 jaar oud staat terecht voor zedendelicten gepleegd in 1992 met een meisje tussen de 4 en 7 jaar oud. Hij was toen 13 tot 15 jaar oud was. Het Hof heeft het vonnis van de Rb waarbij het OM n-o is verklaard bevestigd. De Rb heeft kort gezegd het OM n-o verklaard omdat in strijd is gehandeld met de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik, meer in het bijzonder met het voorschrift om de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zaken (LEBZ) te consulteren in deze zaak met een aangifte met aspecten van hervonden herinneringen en waarin, eveneens in strijd met die Aanwijzing, niet binnen 3 maanden is beslist om te vervolgen.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Vervolg vorige dia (2) • Het oordeel van de Rb en het Hof dat de niet-naleving van de bedoelde Aanwijzing op deze punten een zodanig ernstig vormverzuim oplevert dat dit moet leiden tot de n-o van het OM in de vervolging getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk en het is toereikend gemotiveerd. • In deze zaak is derhalve het jeugdstraf(proces)recht van toepassing op een 28 jarige verdachte.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Organen Jeugdrecht • • • • • • •
De raad voor de kinderbescherming Gecertificeerde instellingen (en de Landelijk werkende instellingen) De voorziening voor pleegzorg De kinderrechter De officier van justitie De inrichtingen De advocaat Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
• • • • •
De raad voor de kinderbescherming: Overheidsorgaan Eén landelijke raad voor de kinderbescherming (gevestigd te Den Haag, MvV&J) Arrondissementale vestigingen/werkeenheden Raadsonderzoekers Vindplaatsen: - BW art. 1:238-243 en Rv - Wetboek van Strafrecht en Sv - Organisatiebesluit raad voor de kinderbescherming - Kwaliteitskader en Protocollen 2009 - Besluit klachtbehandeling raad voor de kinderbescherming - Wet op de jeugdzorg en Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg - de Kinderbijslagwet - Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
De raad voor de kinderbescherming (2) • Taken: onderzoek, rekwestreren (geen advocaat nodig) en toezicht - (interlandelijke) adoptie; - gezag over en de omgang met minderjarige kinderen; - justitiële jeugdzorgmaatregelen; - vroeghulp; - taakstraffen; - advisering Openbaar Ministerie en Rechterlijke Macht Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Raad voor de kinderbescherming als tweedelijnsorganisatie • Een aanmelding bij gemeente of GI in hert kader van de jeugdhulp kan aanleiding zijn tot verwijzing naar de raad voor de kinderbescherming als men van mening is, dat een kinderbeschermingsmaatregel nodig is.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Raad voor de kinderbescherming als tweedelijnsorganisatie (2) • Rechtstreekse toegang tot de raad blijft mogelijk, als overduidelijk is dat ingrijpen is geboden, maar de raad zal in het algemeen als een tweedelijnorganisatie werken. Voordat de raad een zaak in onderzoek neemt, zal in de meeste gevallen al zijn nagegaan of jeugdhulp in een vrijwillig kader mogelijk was.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Klachtrecht raad voor de kinderbescherming • Het klachtrecht is gebaseerd op Boek 1 BW (art. 1:239 lid 5) • Uitgewerkt in het Besluit externe Klachtencommissie Raad voor de Kinderbescherming van 25 augustus 2006, Stb. 2006, 402, in werking getreden op 20 september 2006; laatstelijk herzien per 1 januari 2015, de volgende herziening is per 1 juli 2015. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Raad voor de Kinderbescherming Jaarbericht over 2013
• Cijfers: • Strafonderzoeken: 22.357 • Coördinatie Taakstraffen:11.814 • Schoolverzuimonderzoek: 4.335 Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Rol raad voor de kinderbescherming in jeugdstraf(proces)zaken
Informatievergaring begint al vroeg: Art. 491 Sv.: “De RvdK wordt onverwijld van het bevel tot IVS in kennis gesteld” Art. 494 lid 1 Sv.: “OvJ wint bij de Raad inlichtingen in omtrent de persoonlijkheid en levensomstandigheden van de verdachte” Lid 2: “RvdK kan ook uit eigen beweging de OvJ adviseren” Lid 3: “RC kan bij de Raad de in lid 1 genoemde inlichtingen inwinnen” Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Mag verklaring medewerker Raad voor de kinderbescherming voor het bewijs worden gebruikt? Zie volgende dia:
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Hoe verstrekkend is het raadsrapport? Hoge Raad: 25 september 2012, LJN: BX4269: Inhoud van Raadsrapport kan niet worden gebruikt voor het bewijs; rapporteur komt verschoningsrecht ex art. 218 Sv. toe, maar indien wel verschenen als getuige en verklaard? Dan kan deze verklaring wel voor bewijs worden gebruikt. Anders: AG Knigge: vertrouwensrelatie belet dit Hoge Raad reeds eerder rapport reclasseringsmedewerker uitgesloten voor bewijs: HR 18 september 2007: LJN: BA3610 Verschoningsrecht aan reclasserings-medewerker toegekend: HR 20 juni 1968, NJ 1968, 332
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
HR 25 september 2012, BX4629 • Gebruik als bewijs van een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. Verschoningsrecht van de opsteller van dat rapport. • HR: Aangenomen moet worden dat de inhoud van een op de voet van art. 494.1 Sv opgesteld en aan het openbaar ministerie toegezonden rapport van de Raad voor de Kinderbescherming in beginsel niet kan worden gebruikt voor het bewijs. Hieruit vloeit evenwel niet voort dat de opsteller van een dergelijk rapport als getuige geen voor het bewijs bruikbare verklaring zou kunnen afleggen met betrekking tot hetgeen hij in verband met de totstandkoming van het rapport heeft waargenomen of ondervonden.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Vervolg vorige dia • Voor zover aan de als getuige opgeroepen rapporteur vragen worden gesteld die betrekking hebben op feiten of omstandigheden waarvan de wetenschap aan de raadsonderzoeker als zodanig is toevertrouwd, komt hem de bevoegdheid toe zich van het beantwoorden van die vragen te verschonen als voorzien in art. 218 Sv (vgl. - met betrekking tot reclasseringsambtenaren - HR LJN AC4872). Indien de opsteller van een rapport, als getuige gehoord, geen aanleiding heeft gezien zich op het verschoningsrecht te beroepen, bestaat geen grond voor het oordeel dat de aldus afgelegde verklaring van het bewijs moet worden uitgesloten. Het oordeel van het Hof dat de desbetreffende verklaring van de raadsonderzoekster voor het bewijs kan worden gebezigd, geeft derhalve niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd. Conclusie AG: anders. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Ivs/voorgeleiding/raadkamer • Op grond van o.a. deze informatie: • Art. 493 lid 3 Sv.: “Tot het ondergaan van de IVS of VH kan elke daartoe geschikte plaats worden aangewezen” In combinatie met art. 3 en 40 VRK In kader IVS: overleg met (piket-), (hulp-)OvJ of hopper • Art. 493 lid 1 Sv.: schorsen, tenzij…: KR ambtshalve nagaan of verdachte onmiddellijk of op later moment moet worden geschorst. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Ivs/voorgeleiding/raadkamer (2) Bij RC en in raadkamer: wat is mogelijk? • Art. 493 lid 3: huisarrest en nachtdetentie: geen schorsingsmodaliteiten! • Huisarrest en nachtdetentie zijn vormen van voorlopige hechtenis, dus aftrek ex art. 27 Sr. • Art. 493 lid 6: bijzondere voorwaarde van toezicht en begeleiding vastgelegd. • De in artikel 493, zesde lid, Sv bedoelde instemming moet blijken uit een door de jeugdige ondertekende verklaring, waarin de aard en inhoud van de bijzondere voorwaarden zijn omschreven. De instemming van de jeugdige kan eveneens blijken uit het proces-verbaal terechtzitting.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
RC/Raadkamer
• • • •
Welke richting op? Strafrechtelijk? Benodigde rapportages tijdig aankaarten bij RC en OvJ Raad voor de Kinderbescherming in kader van GBM Jeugdreclassering in kader van schorsing/nachtdetentie/huisarrest • NB: Bevel tot observatie ForCA? Wanneer mogelijk? • Art. 196 en 317 Sv. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
RC/Raadkamer (2) • • 1. 2. 3. 4.
Belangrijke rol advocaat in vroeg stadium: Onderzoekswensen: getuigen/deskundigen etc. Art. 182 e.v. Sv.: RC onderzoekshandelingen verrichten Art. 411a Sv. in appel: RC verzoek doen Art. 258 lid 2 Sv. voorzittersbeslissing verzoeken Art. 227 e.v. Sv.: deskundige(n) benoemen op verzoek van verdachte Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Forca
• Rechter(-commissaris) kan voorlopig gehechte jongere in Forca plaatsen ivm pro justitia rapportage. • Criteria: – een fors delict (alleen of in groepsverband) – bijzondere omstandigheden – bijzondere systeemproblematiek – hardnekkige recidive – een specialistische vraagstelling Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Forca (2)
• Artikel 22d Bjji • 1. Onze Minister kan bepalen dat een jeugdige aan wie de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is opgelegd, voor een periode van ten hoogste zeven weken ter observatie wordt geplaatst in een daartoe aangewezen inrichting. • 2. Onze Minister kan, indien dit noodzakelijk is, de termijn genoemd in het eerste lid met ten hoogste vier weken verlengen. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Forca (3) • 3. De jeugdige keert na het verstrijken van de observatietermijn terug naar de inrichting waar hij voorheen was geplaatst, tenzij uit de observatierapportage blijkt dat overplaatsing naar een andere inrichting aangewezen is. • 4. De plaatsing ter observatie kan op verzoek van de directeur van de inrichting waar de jeugdige verblijft plaatsvinden in de volgende gevallen:
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Forca (4)
• a. indien daartoe uit het oogpunt van de behandeling van de jeugdige aanleiding bestaat; • b. indien deze noodzakelijk wordt geacht met het oog op de opstelling van een advies ten behoeve van verlenging van de maatregel.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
RC/Raadkamer (3) • • •
•
Schorsingsvoorwaarde: Persoonlijkheidsonderzoek Dubbel of enkel? Van belang voor PIJ Art. 77s lid 2 Sr: rapportage door ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines vereist voor opleggen PIJ… in principe, want: Art. 77s lid 4 Sr: lid 2 blijft buiten toepassing indien de betrokkene weigert mede te werken aan onderzoek. Voor zover mogelijk maken de gedragsdeskundigen gezamenlijk, dan wel ieder van hen afzonderlijk over de reden van weigering rapport op.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
RC/Raadkamer (4) • Art. 77w lid 2 Sr.: de rechter legt slechts een GBM op, nadat de RvdK een advies daartoe heeft overlegd, ondersteund door tenminste 1 gedragsdeskundige. • In tegenstelling tot PIJ geen regeling weigerende observandus. MvT: jeugdigen die niet bereid zijn mee te werken aan de advisering ten behoeve van de rechter zullen veelal kampen met problematiek die te ernstig is om hen in aanmerking te laten komen voor een GBM. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Civielrechtelijk traject • Civielrechtelijk jeugdrecht als alternatief: 1. OvJ (art. 1:254 lid 4 BW) & BJZ/RvdK benaderen i.v.m. civielrechtelijk traject: wens minderjarige en art. 3 IVRK als leidraad. 2. RC/Raadkamer informeren over mogelijkheid/wenselijkheid civielrechtelijk traject; combizitting? 3. Soms komt pro justitia rapporteur zelf met advies civielrechtelijk traject te volgen
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Taak advocaat • Inwerkingtreding Protocol 1 juli 2013 Raad voor de Rechtsbijstand • Advocaat moet in elk geval op de hoogte zijn van – Jeugdstrafrecht – Jeugdzorg Plus (gesloten jeugdhulp) Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Taak advocaat in Jeugdstrafrecht Belangrijke rol advocaat in vroeg stadium: Onderzoekswensen: getuigen/deskundigen etc. 1.Art. 182 e.v. Sv.: RC onderzoekshandelingen verrichten; 2.Art. 411a Sv. in appel: RC verzoek doen; 3.Art. 258 lid 2 Sv. voorzittersbeslissing verzoeken; 4.Art. 227 e.v. Sv.: deskundige(n) benoemen op verzoek van verdachte.
NB: Bevel tot observatie ForCA (Teylingereind)? Wanneer mogelijk? Art. 196 en 317 Sv.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Persoonlijkheidsonderzoek (PO) • Schorsingsvoorwaarde: Persoonlijkheidsonderzoek Dubbel of enkel? Van belang voor PIJ: • Art. 77s lid 2 Sr: rapportage door ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines vereist voor opleggen PIJ… in principe, want: • Art. 77s lid 5 Sr: lid 2 blijft buiten toepassing indien de betrokkene weigert mede te werken aan onderzoek. Voor zover mogelijk maken de gedragsdeskundigen gezamenlijk, dan wel ieder van hen afzonderlijk over de reden van weigering rapport op. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Combi-zittingen Bij de rechtbank Arnhem begon eind 2007 een experiment met het combineren van straf- en civiele zittingen voor jongeren gehouden. De zogenoemde ‘combi-zitting’ maakt een integrale behandeling van de zaken van één jongere (bijvoorbeeld een winkeldiefstal, een leerplichtkwestie en een ondertoezichtstelling) mogelijk en beoogt aldus méér recht te doen aan de minderjarige. Heeft zo’n zitting inderdaad meerwaarde (en zo ja, waarom dan) of moet ze nog eens goed onder de loep genomen worden voordat ook andere rechtbanken de combi-zitting binnen hun jeugdrechtspraak introduceren? Is de uitgangssituatie bij andere rechtbanken van belang voor invoering? Welke resultaten en problemen zijn te verwachten wanneer een familiesector in overleg met partners als Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, leerplichtambtenaren en advocaten combi-zittingen gaat organiseren? Deze vragen staan in de publicatie, uitgebracht op verzoek van de Raad voor de rechtspraak en betreft een vooronderzoek naar het als pilot in Arnhem gestarte combi-project, om te kunnen bepalen welke aspecten en vragen aan bod moeten komen bij een diepgaande evaluatie.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Combi-zittingen (2) Aandachtspunten COMBI-ZITTINGEN • Meer aanwezigen • Meer voorbereidingstijd • Opsparen zaken • Geen verband zaken • Geen dissenting opinions Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Combi-zittingen (3) • Rb Den Haag 26/02/2004 LJN AO4864 De rechtbank wijst de gezinsvoogd op de mogelijkheid (77j lid 4 Sr), de rechtbank te verzoeken om de verdachte voorwaardelijk in vrijheid te stellen, op het moment dat er een behandelplaats in het civielrechtelijk kader beschikbaar komt. Dit artikel blijkt bij velen binnen advocatuur en rechterlijke macht onbekend te zijn!!! Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Combi-zittingen (4) • Zie ook Rb. Dordrecht 9 februari 2006, LJN: AV1433 Geen PIJ-maatregel opgelegd omdat de jongere intussen al via een civielrechtelijke procedure onder toezicht was gesteld met daaraan gekoppeld een machtiging tot plaatsing in een normaal beveiligde justitiële inrichting. • Rb Rotterdam 19 januari 2012, LJN: BW5539 en BW5541 Voorlopige voorziening en strafzitting. Poging doodslag. Jeugddetentie en voorwaardelijk Pij-maatregel alsmede Jeugdzorg+maatregel voor de duur van de OTS.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
De jeugdofficier van justitie • Niet alleen goed thuis zijn in het jeugdstrafrecht maar ook in het civielrechtelijk deel van het jeugdrecht • Bestaande taken in het afstammingsrecht en gezagsrecht • Kan een zaak in het jeugdstrafrecht overhevelen naar het civielrechtelijk jeugdrecht • Heeft van oudsher rekwesteringsbevoegdheid met betrekking tot de justitiële jeugdzorgmaatregelen (Rb. Utrecht 7 mei 2003, FJR 2004, 119; Rb Groningen 17 juni 2004, FJR 2004, 120)
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
De inrichtingen • Justitiële jeugdinrichtingen (Rijks en Particulier): • Onderscheid Opvanginrichtingen en Behandelinrichtingen bestaat niet meer • Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen • Jeugdwet (hoofdstuk 6): Gesloten inrichtingen in het civielrechtelijk kader • “Gewone” inrichtingen en tehuizen Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Enkele cijfers • In de jaren 2005-2012 is het aantal geregistreerde minderjarige verdachten afgenomen van 101.000 naar 47.000, daling van 59% • In 2011 werd ◦ 48% van de minderjarige verdachten geregistreerd voor vermogensmisdrijven, ◦ 24% voor vernielingen en ◦ 19% voor gewelds- en seksuele misdrijven. • Vergeleken met 2005 is het aandeel geregistreerde minderjarigen die werden verdacht van vernielingen afgenomen en voor alle andere delictgroepen iets toegenomen • In 2012 werden een kleine 9000 jeugdstrafrechtzaken in eerste aanleg afgedaan door de rechter Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Enkele cijfers (2) • Het aantal jeugddetenties is meer dan gehalveerd van 5.500 in 2005 naar 1.700 in 2012. • De taakstraf wordt bij minderjarigen het meest toegepast. In 2012 legde de rechter 6.000 taakstraffen op. In 2012 is bijna drie kwart van alle hoofdstraffen tegen minderjarigen een taakstraf en minder dan een kwart een vrijheidsstraf. Geldboetes worden weinig opgelegd: in 2012 in totaal nog geen 400 keer. Dit is 4% van alle opgelegde hoofdstraffen aan minderjarigen. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
CIJFERS (3)
Bijna een kwart van de opgelegde boetebedragen lag in 2012 beneden € 100. Ruim 40% lag tussen € 100 en € 200 en ongeveer een derde daarboven. In de periode 2005-2012 is het aandeel van de (deels) onvoorwaardelijke jeugddetenties op het totale aantal jeugddetenties weliswaar gestegen, maar het aantal nam af van 2.300 naar 1.200. In 2012 was 20% van het totale aantal opgelegde hoofdstraffen aan minderjarigen een jeugddetentie. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
CIJFERS (4) • In de jaren 1997-2007 bedroeg het percentage (on)voorwaardelijke pijmaatregelen daarvan ongeveer 2% • In 72% van de gevallen wordt een pro justitia advies overgenomen • Pijmaatregel aanzienlijk teruggelopen: leegstand jji • In 2009 93 onvoorwaardelijke pijmaatregelen tegen 251 in 2006. In 2012 werd de pij maatregel 126 keer opgelegd. • Looptijd gemiddelde pij is 3,5 jaar
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
CIJFERS (5)
• In 2009: 92 GBM opgelegd, verwachting was minimaal 500 per jaar; in 2008 was dat slechts 15 keer. • In 2011: 61 keer, • in 2012: 69 keer Van de vijf verdachten is er 1 een meisje Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
•
•
Straffen/maatregelen (art. 77h Sr) Straffen: – a. jeugdetentie – b. taakstraf – c. geldboete Maatregelen: – a. plaatsing in een inrichting voor jeugdigen; – b. maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige; – c. onttrekking aan het verkeer; – d. ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel; – e. schadevergoeding; – f. vrijheidsbeperkende maatregel. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Jeugdstrafrecht: jd en taakstraffen Art. 77i Sr.: duur van jeugddetentie 1. < 16 jaar ten tijde van begaan misdrijf: 1 jaar 2. > 16 jaar ten tijde van begaan misdrijf: 2 jaar Art. 77j Sr.: 1. Onderbreking jeugddetentie 3 maanden. 2. Rechter kan te allen tijde jongere voorwaardelijk in vrijheid stellen 3. Proeftijd maximaal 2 jaar Art. 77m Sr.: taakstraf (leer- of werkstraf) 1. Max 200 uur, 240 uur bij combinatie werk- en leerstraf 2. <100 uur: binnen 6 maanden voldoen, >100 binnen 12 maanden 3. Vervangende jeugddetentie min 1 dag, max 4 mnd •
Soorten taakstraffen: Erkende gedragsinterventies: o.a. Tools4U, Stay away, Respect limits Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
GBM
Volgens art. 77w (1-2-2008) slechts mogelijk indien:
a.De ernst van het misdrijf of de veelvuldigheid van de begane misdrijven of voorafgegane veroordelingen wegens misdrijf hiertoe aanleiding geven en b.De maatregel van belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte • Ondersteund door advies RvdK en min. 1 gedragskundige, mag niet >1 jaar oud zijn, tenzij… Art. 77w lid 2 Sr.: de rechter legt slechts een GBM op, nadat de RvdK een advies daartoe heeft overlegd, ondersteund door tenminste 1 gedragsdeskundige. •In tegenstelling tot PIJ geen regeling weigerende observandus. MvT: jongeren die niet bereid zijn mee te werken aan de advisering ten behoeve van de rechter zullen veelal kampen met problematiek die te ernstig is om hen in aanmerking te laten komen voor een GBM. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
GBM Art. 77w lid 6: minimaal 6 mnd, max 1 jaar. Termijn gaat in direct na onherroepelijk worden, tenzij veroordeelde van vrijheid is beroofd (lid 7). • Per 1 juli 2012 geen combinatie GBM en PIJ meer mogelijk Lid 3: inhoud GBM: deelname aan programma in instelling of ambulante behandeling, zoals FFT, MST, ITB, ITB CRIEM •
Jeugdzorg in gesloten instelling volgens de wet ook mogelijk, maar is niet bedoeling wetgever. Zo ook Hof Arnhem: 11-2-2010, LJN:BL5665
•
Art. 77wb Sr.: andere invulling van GBM mogelijk op vordering OvJ
•
Art. 77wc Sr.: vervangende jeugddetentie in vonnis opgenomen – bij gedeeltelijke tul, evenredige vermindering.
•
Art. 77wd Sr.: verlenging met eenmaal dezelfde termijn Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Cijfers GBM • Effect iwtr. GBM na 1 februari 2008 tot nu toe beperkt; vermoedelijk in de komende jaren landelijk ongeveer 130. • In 2008 werden er slechts 15 GBM opgelegd. • In 2009 en 2010 schommelde dit aantal rond de 100. • In 2011: 61 keer • In Amsterdam wordt relatief veel GBM opgelegd. In 2010 80 onderzoeken GBM waarvan 37 raadsadvies voor een GBM. • Overige 18 arrondissementen in 2010 dus gemiddeld ongeveer 3 tot 4 keer een GBM. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Voorwaarden PIJ-maatregel (art. 77s Sr.) a. Het een misdrijf betreft door een jongere met een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de eestvermogens; b. Een misdrijf waarop een gevangenisstraf van vier of meer jaren is gesteld c. De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eist, en d. De maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijk verdere ontwikkeling van de verdachte. • • •
Lid 2: advies van tenminste twee gedragsdeskundigen van twee verschillende disciplines, waarvan één psychiater. Niet > 1 jaar, tenzij instemming OM en verdachte. Lid 4: de rechter kijkt naar de ernst van het begane feit of de veelvuldigheid van voorafgegane veroordelingen wegens misdrijf. Lid 5: bij weigering mee te werken: toch PIJ mogelijk Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Pij-maatregel
Lid 7: tenminste 3 jaar; na 2 jaar eindigt maatregel voorwaardelijk. Termijn gaat in na onherroepelijk worden van vonnis. Art. 77x lid 2 Sr.: PIJ kan ook voorwaardelijk opgelegd worden. Voorwaardelijke PIJ kan niet verlengd worden, tenzij reeds omgezet in onvoorwaardelijke PIJ: Hof Arnhem 24-4-2007, LJN:BA3576.
•
PIJ verlenging
Art. 77t lid 2 Sr.: maximaal 7 jaar. Art. 77t lid 3 Sr.: verlenging slechts mogelijk ter zake van misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Voorwaardelijke beëindiging Pij Art. 77ta Sr.: voorwaardelijke beëindiging • Algemene voorwaarden en aanwijzingen jeugdzorg, dan wel reclassering. Na dat jaar eindigt PIJ maatregel onvoorwaardelijk, tenzij tussentijds verlengd: art. 77tb. Art. 77tb lid 2 Sr.: Rechter kan ambtshalve of op vordering OM voorwaardelijke beëindiging met max. 2 jaar verlengen. Lid 3: ook terugplaatsing in JJI of PI mogelijk, max 1 jaar, max 2 terugplaatsingen. Art. 77cca van toepassing: aanhouding mogelijk: RC beslist op vordering voorl. tul. Art. 77t lid 1 Sr.: niet eerder dan 2 maanden, niet later dan maand voor beëindiging PIJ kan OM verlengingsvordering indienen. Hof Arnhem 2-2-2010, LJN: BL3060: weliswaar te laat, maar binnen redelijke termijn vordering ingediend. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Bijzondere voorwaarden Voorwaardelijke PIJ (maar ook jeugddetentie, taakstraf, geldboete of rijbevoegdheidontzegging (77x): Artikel 3: bijzondere voorwaarden bij vw straf/maatregel • 1.Indien de rechter bepaalt dat een aan de jongere op te leggen straf of maatregel als bedoeld in art. 77x Sr. geheel of gedeeltelijk niet ten uitvoer zal worden gelegd, kunnen daaraan één of meer bijzondere voorwaarden worden verbonden Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
“Adolescentenstrafrecht”:
• PIJ omzetbaar in TBS na advies hoofd van de inrichting • Art. 77tc: “De maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen die is verlengd tot de in artikel 77t, tweede lid, bedoelde duur van zeven jaren, kan door de rechter ambtshalve of op vordering van het openbaar ministerie worden omgezet in de maatregel, bedoeld in artikel 37a, indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de omzetting in die maatregel eist”. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Verlenging Pij-maatregel
Art. 77t lid 5: advies van directeur van inrichting nodig en aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde (zie art. 4. Besluit tul jeugdstrafrecht) ForCA observatie, 7 weken: indien directeur in kader van verlengingsadvies een observatieadvies nodig acht, kan hij via selectiefunctionaris een plaatsing in ForCA bewerkstellingen: art. 22d BJJ Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Adolescentenstrafrecht (2) • Wet adolescentenstrafrecht, 33498. Stb. 2013, 485. • De wet loopt vooruit op de in het regeerakkoord aangekondigde invoering van de maatregel van terbeschikkingstelling aan het onderwijs (TBO). Anticiperend op de invoering van deze maatregel, die in een afzonderlijk wetsvoorstel zal worden opgenomen, kan de verplichting tot het volgen van onderwijs als bijzondere voorwaarde bij een jeugdsanctie worden opgelegd. • Er is nog geen gewoon voorstel van wet TBO. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Voorstel Jeugdstrafrecht: Tbo-maatregel In artikel 77h, vierde lid wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: g. de maatregel ter beschikking stelling aan het onderwijs. Na artikel 77wf worden drie artikelen ingevoegd, luidende o.a.: Artikel 77wg • 1. De maatregel terbeschikkingstelling aan het onderwijs kan worden opgelegd, indien: • a. de ernst van het misdrijf, de veelvuldigheid van begane misdrijven of voorafgegane veroordelingen wegens misdrijf hiertoe aanleiding geven, en • b. de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Adolescentenstrafrecht (3) • • • • • • • • •
Belangrijkste punten: Voorbehoud bij art 37 IVRK blijft gehandhaafd Volgen van onderwijs als bijzondere voorwaarde Pij kan door de rechter worden omgezet in TBS Vaker ISD bij volwassenen Toepassing van systeemgerichte interventies Flexibele leeftijdsgrenzen 18-23 jr Samenwerking jeugd en volwassenen reclassering GBM time out, ET, nachtdetentie Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Vrijheidsbeperkende maatregel Art. 77h lid 4 sub f, art 77we en 38v t/m 38ij Sr. • MvT: “(…) strekt ertoe de rechter meer mogelijkheden te verschaffen om effectieve en op de situatie toegesneden maatregelen te treffen in reactie op een strafbaar feit”. • Ook bij 9a Sr. mogelijk (art. 38v lid 1 Sr.). Art. 38v lid 1 Sr.: “Ter beveiliging van de maatschappij of ter voorkoming van strafbare feiten”. Art. 38v lid 2: a. Gebiedsverbod b. Contactverbod c. Meldplicht • Lid 3 & 4: max 2 jaar en kan dadelijk uitvoerbaar Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Jeugdstrafrecht Art. 38w Sr.: vervangende hechtenis in vonnis opgenomen, minimaal 3 dagen, max. 6 maanden; heft verplichting niet op! Art. 38x Sr.: aanhouding bij vermoeden niet naleven maatregel. OvJ dient onverwijld vordering tot tenuitvoerlegging vervangende hechtenis in bij RC, die binnen 3 x 24 uur beslist. Art. 38x lid 8 Sr.: binnen 14 dagen hoger beroep mogelijk bij rechter die maatregel oplegde. Art. 38ij Sr.: schadevergoeding mogelijk analoog aan 89 Sv. NB Jeugdstrafrecht: vh=jeugddetentie Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Artikel 77b Sr • HR 5 oktober 2010 LJN: BN2325 • Hof heeft ten onrechte artikel 77b Sr toegepast: jongere was ten tijde van het plegen van het delict nog geen zestien jaren oud.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
VERKLARING OMTRENT HET GEDRAG (VOG) • Zie Hof ‘s-Gravenhage 21 juni 2011, RFR 2011, 112; LJN BQ8697: – Schuldigverklaring zonder straf minderjarige en de Verklaring Omtrent Gedrag in zedendelict – Kan neerkomen op levenslange weigering VOG – Hof adviseert COVOG indirect met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het delict is gepleegd en de persoon alsmede de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, rekening te houden bij de aanvraag van een VOG Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
VERKLARING OMTRENT HET GEDRAG (II) Raad van State 5 september 2012: • Beroep van jongere die geen VOG kreeg gegrond verklaard; • Uitspraak Rb Utrecht van 22 augustus 2011 in zaak nr. 11/1662 vernietigd; • Verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond; • Vernietigt het besluit van de staatssecretaris van V&J van 12 april 2012; Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
VERKLARING OMTRENT HET GEDRAG (III) • Veroordeelt de St.secr. Tot vergoeding van de proceskosten; • Gelast hem het griffierecht van appellant te vergoeden. • De staatssecretaris dient, met inachtneming van deze uitspraak, een nieuw besluit op het door appellant gemaakte bezwaar tegen het besluit van 4 januari 2011 te nemen.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
VOG bij jongeren tot 23e jaar? •
•
•
Voor jongeren die een verklaring omtrent het gedrag (VOG) aanvragen en nog geen 23 jaar zijn, is de terugkijktermijn op 1 maart 2013 verkort van vier naar twee jaar. Zij ondervinden minder lang last van strafbare feiten die zij op minderjarige leeftijd hebben gepleegd. Justis, de screeningsautoriteit van VenJ, keek vier jaar terug bij de beoordeling van een VOG-aanvraag. Staatssecretaris van V&J heeft op 29-11-2012 toegezegd deze termijn van vier jaar te verkorten naar twee jaar bij jongeren die t.t.v. de VOGaanvraag maximaal 22 jaar oud zijn. Deze verkorting geldt niet als een jongere een zeden- of een geweldsdelict heeft begaan. Ook bij ernstige strafbare feiten gaat, wordt de terugkijktermijn van vier jaar gehandhaafd. (zie Stcrt. 2013, 5409) Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Inspectie en toezicht jji’s • De inspectie jeugdzorg • De commissie van toezicht • [De raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming] • Inspectie Veiligheid en Justitie (vervangt Inspectie sanctietoepassing mvj
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Gevolgen Jeugdwet voor het (jeugd)strafrecht (1) • Financiële en bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering bij de gemeenten (art. 2.4, lid 2) • Jeugdreclassering alleen door GI’s (art. 3.2, lid 1) • Leeftijdsgrens voor jeugdreclassering en inzet jeugdhulp in het kader van het strafrecht in overeenstemming met adolescentenstrafrecht (ASR) • Gemeenten verantwoordelijk voor jeugdreclassering, ook indien opgelegd aan jongere van 18 jaar en ouder (zie definitie jeugdige, art. 1.1)
drecht
Gevolgen voor het (jeugd)strafrecht (2) • In vonnis moet worden opgenomen aan welke GI de jeugdreclassering wordt opgedragen (zie art. 11.6 onder D: art. 77aa Sr nw); De RvdK moet hier aandacht aan besteden in zijn adviesrapport • De GI bepaalt welke jeugdhulp aanvullend wordt ingezet in het kader van de jeugdreclassering, maar moet hierover overleggen met de gemeente [N.B. het verdient daarom aanbeveling de gewenste jeugdhulp zo mogelijk in het vonnis op te nemen, dat voorkomt conflicten met de gemeente]
Gevolgen voor het (jeugd)strafrecht (3) • Gemeenten worden ook verantwoordelijk voor: - De inzet van jeugdhulp die voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing (van ovj of rechter), ook in geval van schorsing vh (art. 2.4, lid 2) - De jeugdhulp in het kader van nazorg na verblijf in een jji; de selectiefunctionaris, inrichtingsarts of directeur kunnen dit bepalen (art. 2.4, lid 2)
Gevolgen voor het (jeugd)strafrecht (4) • Als de toezicht en begeleiding wordt opgedragen aan de volwassenenreclassering, dan geldt geen certificeringseis • Er kan wel jeugdhulp worden opgenomen in het vonnis; de RvdK moet hierover adviseren • De volwassenenreclassering kan tijdens de uitvoering van de maatregen geen jeugdhulp meer inzetten die niet in het vonnis is opgenomen
Rb Amsterdam 6 september 2012, FJR, 2013, 32 • Jeugdige verdachte 18 jaar oud. Afpersing. Adolescentenstrafrecht. Leeftijdsverschil tussen verdachte en minderjarige medeverdachte beperkt. Zwakbegaafd. Niet ambtshalve art 77c Sr toegepast, omdat feit niet was begaan onder invloed van leeftijdsgebonden factoren. 104 dagen gevangenisstraf. Medeverdachte: 12 dagen jeugddetentie en werkstraf.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
LJN: BL9993, Gerechtshof Amsterdam, uitspraak 2 april 2010, 23-001568-09
• Het gerechtshof Amsterdam heeft Kenneth C. en Martin M., die door de rechtbank Amsterdam waren veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaar, voor de moord op 22 februari 2008 op de garagehouder R. Haster van APK Noord te Amsterdam. Het hof spreekt van een oninvoelbare, gruwelijke daad, waarbij het slachtoffer na als marteling te omschrijven handelingen van beide verdachten en na massaal bloedverlies de dood heeft gevonden.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
78
Maja Bradaric • Hof Arnhem 3 december 2004, AR6814: drie jongeren in de leeftijd van 16-20 jaar veroordeeld voor moord op 15 jarige Maja Bradaric , • 16 jarige veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf • Blanco strafblad, mindere rol • Zwijgrecht, geen oordeel over toerekeningsvatbaarheid
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Murat D • HR 22 november 2005, AU3887: 16 jarige zwakbegaafde Murat veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf en TBS voor moord conrector gelet op ernst feit en persoonlijkheid verdachte. • Duur pij destijds te beperkt.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Rb Groningen 27 april 2007, BA4035 • Gezien de ernst van het feit, een dubbele moord, heeft de rechtbank artikel 77b Sr toegepast op een 17 jarige. Nu het PBC (thans NIFP) geen uitspraak wenst te doen over het recidivegevaar en de daarna ingeschakelde jeugdpsychiater dit recidivegevaar niet aanwezig acht heeft de rechtbank, naast de onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 jaar, geen maatregel opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat in het onderhavig geval toepassing van het jeugdstrafrecht op gespannen voet staat met het vereiste dat bij strafoplegging de zwaarte van de straf mede in verhouding moet staan tot de ernst van het feit, nu bij toepassing van het jeugdstrafrecht maximaal twee jaar jeugddetentie kan worden opgelegd. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Postbode • Hof den Haag 12 mei 2009, BI3533: 16 jarige jongen veroordeeld tot 24 maanden jeugddetentie en GBM (voor nazorg) voor doodslag postbode. • Opwelling, alcohol en beschermde omgeving, geen persoonlijkheidsproblematiek
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Hof Den Haag 1 december 2009, BK4921 (1) • De 17 jarige verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren en TBS met dwangverpleging wegens moord op een banketbakker, twee straatroven en drie inbraken. De behandeling van de antisociale persoonlijkheidsstoornis bij de verdachte zal naar verwachting meerdere jaren vergen. De sancties in het jeugdstrafrecht bieden daarvoor onvoldoende mogelijkheden, hetgeen toepassing van het jeugdstrafrecht onwenselijk maakt. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Vervolg vorige dia (2) • Door de deskundigen die in eerste aanleg hebben gerapporteerd is eveneens overwogen om toepassing van het commune strafrecht te adviseren. Daarvan is afgezien omdat de verdachte zich destijds nog meer als minderjarige profileerde. In de nieuw uitgebrachte rapporten wordt overwogen dat toepassing van het meerderjarigen strafrecht de voorkeur heeft gelet op de behandeling van de verdachte.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Moord in lift
• Hof den Haag 25 juni 2010, BM9092 • 16-jarige jongen werd in een lift in Spijkenisse op 17 mei 2009 met messteken om het leven gebracht door 17 jarige. • 24 maanden jeugddetentie waarvan twee maanden voorwaardelijk ivm jeugdreclassering
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Moord op sigarenwinkelier (1) • Rb Amsterdam 29 april 2008,BD0717: 16-jarige verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en TBS. Verdachte is niet alleen veroordeeld voor poging diefstal met geweld en doodslag op de eigenaar van de avondwinkel in Amstelveen, maar ook voor twee andere roofovervallen op winkeliers. De rechtbank acht het meerderjarigenstrafrecht van toepassing gezien de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijkheid van verdachte. Verdachte had zich onttrokken tijdens begeleid verlof bij gesloten (=JZ-plus) plaatsing. • Gebrekkige ontwikkeling, kans op recidive, strafblad
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Vervolg vorige dia (2) • Uit de geschetste persoonlijkheidsproblematiek van verdachte en de omstandigheid dat verdachte al diverse residentiële behandelingen in justitiële jeugdinrichtingen heeft ondergaan, is aannemelijk geworden dat verdachte onvoldoende zal kunnen profiteren van (wederom) een behandeling in het orthopedagogische klimaat, met andere woorden dat het (opnieuw) plaatsen in een justitiële jeugdinrichting thans een gepasseerd station is, en dat bovendien de maximale behandelingsduur van zes (thans 7) jaren in het kader van een PIJmaatregel zeker niet toereikend zal zijn. Daarbij is uit de rapportage omtrent verdachte het beeld naar voren gekomen van een berekenende persoonlijkheid zonder enige lijdensdruk of intrinsieke motivatie; een behandeling van bepaalde duur is dan naar de ervaring leert contra-indicatief.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Moord op Dirk Post (1) • Rb Zwolle 19 oktober 2010, BO0861: Veroordeling van destijds 15-jarige verdachte wegens moord tot jeugddetentie van 12 maanden en de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. Voorbedachte raad bewezen. Salduz-verweer afgewezen vanwege Schutznorm. Geen beroep op psychische overmacht.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Moord op Dirk Post (2) • 47 steekwonden. Verdachte is het tiende kind uit een gebroken gezin met twaalf kinderen, waarin sprake was van een conflictueuze relatie tussen de ouders. Hij raakt gefascineerd door horrorfilms, gewelddadige computerspellen en messen, hij wordt in toenemende mate achterdochtig en laat voor het eerst forse agressieve impulsdoorbraken zien, waarbij hij niet bij machte is zijn eigen gedrag te sturen. De observaties (in de ForCA) geven het beeld van een ontwikkelingsstoornis, waarbij niet zozeer contactproblemen op de voorgrond staan, maar vooral problemen bij het reguleren van emoties en gedachten. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Doodslag moeder • Rb Groningen 27 januari 2011, BP2252: verdachte heeft moeder met doodswens met hockystick meermalen op hoofd geslagen. De psychiater en psycholoog zijn van mening dat er bij verdachte ten tijde van het delict sprake is geweest van sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid en mogelijk zelfs volledige ontoerekeningsvatbaarheid op het moment dat hij sloeg.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Doodslag moeder (2) • dissociatieve verschijnselen van verdachte in het kader van de acute stressstoornis en in het kader van de langdurige traumatisering binnen de uitzonderlijke gezinssituatie. Advies: jsr. Rb past toch art 77b Sr toe. 12 maanden gevangenisstraf wv 6 vw. Bijzondere vw: opname in FPK
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Loverboy • Hof Den Haag 20 juli 2010, BN8822: 16 jarige verdachte heeft een drietal minderjarige meisjes door gebruikmaking van zogenaamde loverboymethodes geworven voor de prostitutie. In eerste aanleg veroordeeld tot pij, in hoger beroep 9 maanden jeugddetentie plus GBM. Rapportage FORCA. Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Rb Zutphen 15 juli 2008, BD7141 Veroordeling van een 17 jarige tot 1 jaar gevangenisstraf en TBS, met toepassing van het meerderjarigenstrafrecht, voor verkrachting, opzettelijke vrijheidsberoving, mishandeling en bedreiging. De verdachte heeft het slachtoffer ’s nachts van de fiets getrokken, haar onder bedreiging van geweld en mishandeling meegenomen, haar vervolgens urenlang vastgehouden en haar diverse malen en op diverse locaties gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen. Aandacht in uitspraak voor: “….weigering medewerking onderzoek, gebrek inzicht bij familie van verdachte in diens problemen…”
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Rb Rotterdam 30 juni 2011, BU4298 • Poging moord door 17 jarige in een tram meerdere messteken. Ten aanzien van de persoonlijkheid van de verdachte wordt overwogen dat de verdachte op de rechtbank een verharde en afgesloten indruk maakt, en dat uit de stukken naar voren komt dat hij onberekenbaar is en zelfbepalend gedrag vertoont. Verdachte heeft er geen blijk van gegeven enig inzicht te hebben in zijn aandeel en de ernst van het ten laste gelegde, hetgeen erg zorgelijk is, terwijl verdachte heeft geweigerd zijn medewerking aan een persoonlijkheidsonderzoek te verlenen.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Rb Rotterdam 30 juni 2011, BU4299 (1) • Slaan met hamer op hoofd 12 jarig slachtoffer. Ondanks andersluidende adviezen gedragsdeskundigen en eis ovj oplegging van een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel bij een minderjarige vrouwelijke verdachte van 13 jaar, nu de behandeling die in een civielrechtelijk kader gestalte kan krijgen geenszins met dezelfde waarborgen is omkleed als de behandeling in het kader van een onvoorwaardelijke PIJmaatregel. De jeugdige leeftijd van de verdachte kan niet als valide argument tegen de PIJ-maatregel worden beschouwd, noch de omstandigheid dat niet eerder sprake is geweest van hulpverlening aan verdachte en haar familie.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Vervolg vorige dia (2) • Immers, de PIJ-maatregel is bij uitstek de maatregel waarmee de ernstige problematiek van verdachte, te weten een dreigende ontwikkeling naar een cluster Bpersoonlijkheidsstoornis, kan worden afgewend, nu de verdachte nog geen uitgegroeide persoonlijkheid heeft en er nog aanzienlijke psychische groei kan worden verwacht.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Hof den Haag 21 januari 2011, BQ1160 • De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag. Tevens heeft de verdachte zich samen met twee anderen schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen hetzelfde slachtoffer. Hoewel betoogd door de advocaatgeneraal, besluit het hof geen volwassenstrafrecht toe te passen. Het hof veroordeelt de verdachte dan ook tot een jeugddetentie voor de duur van 288 dagen en legt de verdachte een maatregel op betreffende het gedrag van de jeudige (GBM). Tevens legt het Hof aan de verdachte een voorwaardelijke maatregel op van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (OIJ).
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Rb Arnhem 12 november 2012, BY2852: facebookmoord (1) • 16 jarige vriendin; De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met de medeverdachte schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzettelijke uitlokking van moord door het doen van beloften en het verschaffen van gelegenheid en inlichtingen. Toepassing sanctierecht voor jeugdige personen; geen toepassing artikel 77b Sr. • Eis was: 5 jaar en tbs.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Facebook (2) • 24 maanden jeugddetentie plus pij • Verdachte was gedurende de tenlastegelegde periode deels vijftien en deels zestien jaar oud. Dit leidt ertoe dat er ingevolge artikel 77i Sr verschillende strafmaxima van toepassing zijn bij toepassing van het sanctierecht voor jeugdige personen. Daarnaast maakt de zestienjarige leeftijd van verdachte het mogelijk ingevolge artikel 77b Sr het sanctierecht voor meerderjarigen toe te passen. De rechtbank is van oordeel dat het handelen van verdachte gedurende de tenlastegelegde periode dient te worden beschouwd als zijnde handelingen gericht op één wilsbesluit, namelijk het uitlokken van de moord op [slachtoffer].
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Facebook (3) • Dit wilsbesluit is telkens door de handelingen van verdachte bevestigd, niet alleen op momenten dat verdachte nog vijftien jaar was, maar ook nadat zij zestien jaar geworden was. Voor het naast elkaar toepassen van het strafregime voor 16-min en 16-plus biedt de wet geen ruimte zodat de rechtbank een keuze zal moeten maken. Nu verdachte ten tijde van het plegen van het delict ook zestien jaar was en het zwaartepunt van de tenlastegelegde periode, te weten het neersteken van [slachtoffer] op 14 januari 2012, in de periode ligt dat verdachte zestien jaar was, is de rechtbank van oordeel dat bij de strafoplegging rekening gehouden dient te worden met de leeftijd van zestien jaar.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Facebook (4) • Gezien de aard van de problematiek en de ernst van het tenlastegelegde zou “in overweging gegeven worden deze behandeling in het kader van een PIJ-maatregel te laten plaatsvinden. (…) Gezien de achterstand in de sociaal-emotionele ontwikkeling – en de gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens – van betrokkene, is toepassing van het meerderjarigenstrafrecht niet geïndiceerd. Betrokkene functioneert ten tijde van dit onderzoek nog op een lager (moreel) ontwikkelingsniveau. (…)” • Zie ook: Hof Arnhem-Leeuwarden 27 augustus 2013 ECL:NL:GHARL:2013, 6262; NJ 2014, 138 (medeplegen uitlokking van moord).
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015
Rb Arnhem 12 november 2012,BY2835 • 17 jarige verdachte: 24 maanden jd en pij. Eis: 5 jaar en tbs. • De rapporteurs verwachten dat behandeling in het kader van een PIJ-maatregel nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden biedt aan verdachte om de scheefgroei, die er in de persoonlijkheid van verdachte is ontstaan, te compenseren. Daarnaast acht de rechtbank het, gelet op de rapportages, van belang dat de ouders van verdachte betrokken worden bij de behandeling, hetgeen bij uitstek in het jeugdstrafrechtelijk kader past en ook enkel dit kader hier passende mogelijkheden voor biedt. Zie ook: Zie ook: Hof Arnhem-Leeuwarden 27 augustus 2013 ECL:NL:GHARL:2013, 628.
Mr. A.P. van der Linden Waardenburg 3 juni 2015