Plan van aanpak parkbos
Jachtslot Mookerheide te Mook eindrapport
SB4 BUREAU VOOR HISTORISCHE TUINEN, PARKEN EN LANDSCHAPPEN
Plan van aanpak parkbos
Jachtslot Mookerheide te Mook eindrapport
Opdrachtgever: Vereniging Natuurmonumenten. 15 september 2010. Projectnummer: 5512.
SB4 BUREAU VOOR HISTORISCHE TUINEN, PARKEN EN LANDSCHAPPEN
Costerweg 1 N
6702 AA Wageningen
Tel. 03170317-424167
Fax. 03170317-411752
SB4
Mookerheide te Mook
INHOUD: INLEIDING............................................................................................................................................... 2 1. KORTE ORIËNTATIE.......................................................................................................................... 3 2. HISTORISCH OVERZICHT................................................................................................................. 6 2.1 Voorgeschiedenis (de periode tot 1900)........................................................................................ 6 2.2 Stichting en aanleg (de periode 1901-1910). ................................................................................ 7 2.3 Uitbreiding en verfraaiing (de periode 1910-1947). ..................................................................... 16 2.4 Institutioneel gebruik (de periode 1947-1985). ............................................................................ 26 2.5 Eigendom van Vereniging Natuurmonumenten (vanaf 1985). .................................................... 29 2.6. Samenvatting. ............................................................................................................................. 32 3. DE COMPOSITIE VAN HET PARK. ................................................................................................. 33 3.1. Uitgangssituatie en eerste aanleg. ............................................................................................. 33 3.2. De weg naar meer samenhang. ................................................................................................. 38 3.3. Het park ten noorden van de oprijlanen...................................................................................... 41 3.4. Cementrustieke details. .............................................................................................................. 43 3.5. De huidige situatie ten noorden van het jachtslot....................................................................... 46 4. WAARDERING EN VISIE.................................................................................................................. 49 4.1. Waardering. ................................................................................................................................ 49 4.2. Visie en streefbeeld. ................................................................................................................... 51 5. HERSTELPLAN................................................................................................................................. 53 5.1. Maatregelen. ............................................................................................................................... 53 5.2. Sortiment..................................................................................................................................... 58 5.3. Bosvakken. ................................................................................................................................. 60 LITERATUUR. ....................................................................................................................................... 91
© 2010, SB4 Bureau voor Historische Tuinen, Parken en Landschappen te Wageningen.
SB4
Mookerheide te Mook
INLEIDING. Het Jachtslot 'Mookerheide', bestaande uit een hoofdgebouw met omliggende tuin- en parkaanleg temidden van een uitgestrekt landgoed, is aangelegd vanaf 1901. Tot 1948 is het goed in particulier bezit geweest, daarna is het terrein verkocht aan de zusters Dominicanessen van Bethanië die hier een klooster en observatiecentrum voor kinderen vestigden. In 1985 werd de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten eigenaar, die het jachtslot met tuinen in erfpacht heeft uitgegeven. Vanaf 1985 heeft Natuurmonumenten diverse plannen gemaakt voor herstel- en ontwikkeling van de historische tuin- en parkaanleg. Vanaf 1994 heeft het bureau Brons & Partners Landschapsarchitecten uit Culemborg een restauratie- en herinrichtingsplan opgesteld, waarvan tot nu toe slechts enkele delen zijn uitgevoerd. Ter onderbouwing van dit plan heeft SB4 Bureau voor Historische Tuinen, Parken en Landschappen in 1999 onderzoek gedaan naar de ontstaans- en ontwikkelingsgeschiedenis van de buitenplaats, de oorspronkelijke inrichting en het uiterlijk van de verschillende onderdelen van de aanleg en met name naar de toenmalige beplanting. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport ‘De ontwikkeling van park en tuin van Jachtslot Mookerheide te Mook’ (SB4, Wageningen, november 1999). Vanwege de toenemende achteruitgang van het doorzicht vanaf het jachtslot in noordelijke richting heeft Natuurmonumenten thans opdracht gegeven aan SB4 voor het opstellen van een herstelplan voor het terreingedeelte van Landgoed Mookerheide ten noorden van de beide oprijlanen naar het Jachtslot. Doel van dit plan is de oorspronkelijk bedoelde ruimtewerking en sierwaarden in dit parkgedeelte te herstellen alsmede de thans aanwezige fraaie diversiteit aan heesters en bomen, met name aan weerszijden van de zichtas, te bewaren. Voorliggend rapport, dat de resultante is van voornoemde opdracht, begint met een inventarisatie en analyse van zowel de historische als de huidige situatie. Vervolgens wordt het gewenste toekomstbeeld beschreven, alsmede de ingrepen en maatregelen die nodig zijn om dit te bereiken. Aangezien hernieuwd historisch onderzoek geen relevante aanvullende gegevens heeft opgeleverd, is het overzicht van de ontstaans- en ontwikkelingsgeschiedenis vrijwel integraal overgenomen uit bovengenoemd rapport van SB4 uit 1999 en slechts aangevuld met enkele historische afbeeldingen. De opdracht is uitgevoerd door ir. Eric Blok (landschapsarchitect bnt en tuinhistoricus bij SB4) in samenwerking met dhr. Klaas Bomert (bosbouwkundige van het bureau Bomert Beheer te Nijmegen). SB4, Wageningen, september 2010.
2
SB4
Mookerheide te Mook
1. KORTE ORIËNTATIE. De jachtslot 'Mookerheide' is gelegen aan de Heumense Baan in de gemeente Mook en Middelaar, provincie Limburg. Het huis, voorzien van een kleine siertuinaanleg, nutstuinen en een uitgestrekt bosgebied, ligt circa 2.5 km ten noorden van de dorpskern van het dorp Mook en circa 1 km ten oosten van het dorp Molenhoek. Het terrein ligt tegen de zuidwesthelling van de stuwwal met het huis op het hoogste punt van de omgeving, ongeveer 60 m. +NAP. (Afb. 1.1 en 1.3.) Het landgoed behorend tot het jachtslot 'Mookerheide' is 133 hectare groot en bestaat grotendeels uit bos, voornamelijk naaldbos en gemengd bos. (Afb. 1.2.) Rondom het huis heeft dit meer het karakter van een parkbos door de toepassing van bijzondere boomsoorten. Direct rondom het hoofdgebouw liggen enkele pleinen met halfverharding, omgeven door een eenvoudige siertuinbeplanting. Ten noorden van het huis is in het parkbos een aflopende open ruimte uitgespaard waarop grasland, ten westen ligt een hertenkamp met grasland, boomgroepen en solitaire bomen. De vrijwel geheel in onbruik geraakte nutstuinen zijn ten zuiden van het huis gelegen, thans visueel afgescheiden door een dichte bosschage, en bestaan uit grote moestuinen, verschillende kassen, platte bakken en kleine boomgaarden. Een verdiepte tuin met waterbassin maakt onderdeel uit van een van de moestuinen. Ten zuiden van de moestuinen is recentelijk een nieuwe open ruimte aangelegd naar ontwerp van het bureau Brons en Partners Landschapsarchitecten. Dit is een open grasland temidden van het oude landgoedbos en omgeven door rechte bomenrijen. Deze bomenrijen, evenals een naastgelegen bosperceel recent aangeplant, zijn voortgezet langs de westzijde van de moestuin met de bedoeling de verschillende onderdelen van het landgoed visueel-ruimtelijk te verbinden. Het plangebied voor voorliggend rapport beslaat het terrein dat wordt ingesloten door de Heumense Baan en de beide oprijlanen naar het Jachtslot. (Zie ook afb. 1.2.)
Afb. 1.1. Fragment van de Topografische kaart, Blad 46A Cuijk, uitgave 1993. Herkomst: Grote Topografische Atlas van Nederland, 3 Oost-Nederland, 1997.
3
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 1.2. Landgoed Mookerheide, ligging van de verschillende onderdelen en markering van het plangebied. (Herkomst: Brons & Partners, Culemborg; bewerking SB4.) 1. parkbos 2. wildkelder 3. laanbomen 4. beukengroep 5. bloemenkas 6. verdiepte tuin 7. perzikkas 8. buxushaag 9. poel 10. jachtslot 11. zevensprong 13. Heumense Schans 14. doorzicht met muurtjes 15. brug van cementrustiek 16. garages 17. schuur 18. hertenweide 19. beheerderswoning 20. muur met cementrustiek 21. vrijstaand boomboeket 22. oude grenswal
4
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 1.3. Actuele hoogtekaart [hoog = rood, laag = blauw]. (Herkomst: www.ahn.nl.) [Locatie Jachtslot met rood gemarkeerd.]
5
SB4
Mookerheide te Mook
2. HISTORISCH OVERZICHT. In de ontstaans- en ontwikkelingsgeschiedenis van het landgoed Mookerheide zijn verschillende fasen te onderscheiden. Allereerst is dit de periode tot aan het moment van de stichting (tot 1901), vervolgens de aanlegfase (1901-1910), een periode van verdere verfraaiing (1910-1947), een tijd van 1 institutioneel gebruik (1947-1985) en tot slot als eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten.
2.1 Voorgeschiedenis (de periode tot 1900). Het terrein waarop vanaf 1900 het Jachtslot Mookerheide met bijbehorende landgoed zou worden aangelegd bestond kort voor de eeuwwisseling grotendeels uit een jong bosgebied. Vanaf omstreeks 1870 was de ter plaatse aanwezige stuwwal geleidelijk aan ontgonnen en met naaldhout beplant. Op de Topografische kaart uit 1890/1891 is het geaccidenteerde terrein gedeeltelijk aangeduid als bos, gedeeltelijk als heide of 2 onontgonnen gebied. (Afb. 2.1.) Enkele rechte paden of lanen doorsneden het terrein en zullen voornamelijk bedoeld zijn geweest voor de bosexploitatie. Rond de eeuwwisseling bevond het terrein zich in verschillende handen. Dit waren zowel plaatselijke particulieren als de gemeente Mook. Ruim 145 hectare grond werd omstreeks 1901 aangekocht door Jan Jacob Luden, die in deze streek geen onbekende was. Zijn vader (Jacob Hendrik Luden) was namelijk in 1877 eigenaar geworden van het kasteel van Heumen en had in 1879 de titel Heer van Heumen verworven. De bovengenoemde leden van de familie Luden stammen af van Johan Luden, geboren in 1668 in Bergen (Noorwegen), die aan het eind van de zeventiende eeuw als stokviskoopman naar Amsterdam was gekomen. Zijn zonen begonnen in deze stad Afb. 2.1. Fragment van de Topografische kaart, Blad 572 een assurantiebedrijf en leden van de familie Mook, verkend 1866, herzien 1890 en 1891. (Locatie van later te bouwen Jachtslot met rood gemarkeerd.) werkten later als commissaris van de Wisselbank en bij de bankiersfirma's Hope & Co. en Van Loon & Co. In de negentiende eeuw verwierf de familie verschillende landgoederen en buitenplaatsen in de omgeving van Doorn en van Overveen. Door een gebrek aan nakomelingen en 3 door overlijden op jonge leeftijd stierf de familie Luden in 1968 uit.
1
Tenzij anders vermeld zijn de gegevens afkomstig uit: - A. Altink, Jan J. Luden en Heumen, vreemde en gewone vogels in een voormalige heerlijkheid. Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 1988. - J. van Rooijen, Landgoed de Mookerheide. Z.pl., J. van Rooijen, 1989. 2 Topografische kaart, blad 572 Mook, verkend 1866, herzien 1890 en 1891. 3 M.A.P. Leerling, Inventaris van het Archief van de Familie Luden (1611) 1750-1971 (1984). Amsterdam, Gemeentearchief Amsterdam, 1995. 6
SB4
Mookerheide te Mook
Jan Jacob Luden, de stichter van Mookerheide, werd op 11 augustus 1877 geboren als zoon van Jacob Hendrik en zijn vrouw Tetia Catharina Moll. Op 28 juli 1875 was uit dit huwelijk al een dochter geboren met de naam Georgina Maria. De familie verhuisde in 1878 van Amsterdam, waar zij een huis aan de Herengracht bewoonden, naar de buitenplaats 'De Wildbaan' in Driebergen. Dit buiten was Jacob Hendrik door een erfenis toegekomen. Na het overlijden van Tetia Catharina Moll in 1879 en van Jan Hendrik in 1889 gaan de beide, dan nog minderjarige, kinderen naar een kostschool. Jan Jacob erfde van zijn vader voor ƒ 230.600,- aan onroerende goederen, waaronder het Kasteel in Heumen en de Heerlijkheid Heumen, daarnaast nog waardepapieren met een totale waarde van ƒ 854.400,-. Aangezien zijn ouders op huwelijkse voorwaarden waren getrouwd erfde hij apart hiervan nog van zijn moeder. Ook zijn oom Jan Moll en zijn oudoom Hendrik Luden laten erfdelen aan hem na. In 1894 is de totale waarde van de bezittingen van de dan zeventienjarige Jan Jacob opgelopen tot circa 1.6 miljoen gulden. Pas in 1900 wordt hij meerderjarig en kan hij vrijelijk over zijn bezittingen 4 en gelden beschikken.
2.2 Stichting en aanleg (de periode 1901-1910). Jan Jacob Luden gaf in 1900 aan zijn rentmeester Derk Gijsbert Montenberg, die tevens (adjunct-)plantagemeester van het Kroondomein was en in Grevenbicht (later in Groesbeek) woonde, opdracht gronden op de Mookerheide aan te kopen met als doel hier een jachtslot te bouwen. Uit kadastraal onderzoek blijkt dat Luden tussen 1900 en 1905 grond verwierf. Op 19 november 1900 kocht hij 17.40.90 hectare van Th.J.H. van den Bogaard voor een bedrag van ƒ 4.500,-; 29.64.90 hectare (hakhout en dennenbos) van weduwe J. van Aernsbergen en P.J.A. van den Dungen voor ƒ 4.650,-; 23.15.80 hectare (hakhout en dennenbos) van chocoladefabrikant J.A. van den Dungen voor ƒ 6.111,-; 18.14.40 hectare van A.A.J. van den Broek (burgemeester van Heumen) voor ƒ 4.000,-; en 12.11.00 hectare van Johanna Peters (weduwe van J.H. Hendriks) en haar kinderen voor ƒ 3.000,-. Op 24 december 1900 verwierf Luden 45.26.90 hectare van de Arnhemse bankier Heyman Mozes Wolff en van zijn oom, notaris A. Moll te Doetinchem voor ƒ 3.433,-. Van de gemeente Mook kocht hij op 2 november 1903 een stuk grond van 17.57.35 hectare voor ƒ 4.000,-. Volgens de akte had Luden zich inmiddels in Parijs gevestigd. Notaris Van Rijckevorsel van Kessel had zich wellicht gestoord aan de aangemeten dubbele naam van Luden, aangezien hij nadrukkelijk vermeldde "Jan Jacob Luden, zich noemende en schrijven Luden van Heumen". In 1905 werden nog drie percelen van de gemeente Mook verworden (5.57.00 ha., 2.75.00 ha. en 2.99.75 ha.) begroeid met dennen. Tussendoor verkocht Luden in het kadastrale dienstjaar 1903 29.64.90 hectare (in 27 perceeltjes) aan 5 W.H. Klein te Heumen, die dit in 1906 weer doorverkocht aan Abraham Breevoord uit Scheveningen. In 1902 werd begonnen met de bouw van het jachtslot naar ontwerp van de architecten Oscar en Henri Leeuw uit Nijmegen. Het huis kreeg een unieke ligging op vrijwel het hoogste punt van het terrein, dat waarschijnlijk door kunstmatige ophoging nog is versterkt. De bouw is in 1903 zover gevorderd dat een 'eerste' steen kan worden ingemetseld met daarop de tekst: "Jan J. Luden van Heumen XXXI October MCMIII". Hoewel Luden zich hierop als 'Luden van Heumen' liet vermelden, is deze naam nooit geformaliseerd. In 1901-1902 had Jan Jacob wel getracht zijn achternaam te laten wijzigen in 'Luden van Heumen', aangezien de titel 'Heer van Heumen' reeds door zijn vader in 1879 was gekocht en door vererving aan Jan Jacob was toegevallen. Het verzoek tot naamswijziging werd bij een ministeriële beschikking van 1902 echter afgewezen. Desondanks bleef Jan Jacob zichzelf steeds als 'Luden van Heumen' betitelen. Het jachtslot, dat in 1905 gereed kwam, werd zeer rijk en uitbundig gedecoreerd in Jugendstil en 3 voorzien van alle gemakken. Een grote toren sierde het huis, waarin een waterreservoir van 26 m gevoed door een eigen pompinstallatie en met geheel bovenin een torenkamer met wijds uitzicht tot in de verre omgeving. 4
A. Altink, Jan J. Luden en Heumen, vreemde en gewone vogels in een voormalige heerlijkheid. Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 1988. 5 Kadaster Limburg te Roermond.
7
SB4
Mookerheide te Mook
Naast het huis was een duiventil, geschikt voor 1.000 duiven, een machinegebouw met een 'elektriciteitsopwekker', een stal met ruimte voor vier paarden en aangrenzend een koetshuis. Naast stromend water en elektrische verlichting was het gehele huis voorzien van centrale verwarming. Vanaf circa 1904 werd er ook gewerkt aan een terreinaanleg in landschapsstijl. Het is daarbij niet geheel duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het ontwerp hiervan. In het veilingboekje uit 1909 wordt vermeld dat: "De parkaanleg werd uitgevoerd naar het ontwerp van en door den Heer D.G. Montenberg te Nijmegen." In het exemplaar van dit boekje dat zich in de Springercollectie te Wageningen bevindt, en dat afkomstig is uit de nalatenschap van tuinarchitect L.A. Springer, is met de 6 hand bijgeschreven: "Een leugen, het ontwerp is gemaakt door L.A. Springer tuinarchitect Haarlem." Inderdaad bevindt zich in de Springercollectie een tekening van de hand van Springer voor Mook7 erheide. (Afb. 2.2.) Deze ongedateerde tekening met schaal 1: 1.000 draagt het opschrift: 'Plan van het buiten "Mookerheide" van den Weledelgeb. Heer J.J. Luden van Heumen bij Mook' en is gesigneerd 'L.A. Springer'.
Afb. 2.2. 'Plan van het buiten "Mookerheide" van den Weledelgeb. Heer J.J. Luden van Heumen bij Mook'. Schaal 1 à 1000. Gesigneerd: L.A. Springer. Ongedateerd. (Herkomst: BLUW, Documentatiecentrum TUIN, inv.nr. 01.396.01.)
De tekening van Springer toont het huis volgens de juiste vorm en verhoudingen en ook de ingetekende padenloop vertoont sterke gelijkenis met die welke is gerealiseerd. Voor het huis is een entreepartij ingetekend, die voor wat betreft het gedeelte direct tegen het huis in grondvorm overeenkomt met de gerealiseerde situatie. Springer's tekening toont de gebogen opgang naar de voordeur met het bassin tegen de muur. Hieromheen voorzag zijn plan in twee eenvoudige parterres met langwerpige plantvakken. Ten noorden hiervan tekende Springer een verdiept gelegen, langwerpige parterre in de helling. Deze was bereikbaar met een trap in de as van het huis en via een hellende afgang aan beide zijkanten. De parterre was op 'oud-Hollandse' wijze ingedeeld met geschulpte vormen. De tekening lijkt weinig meer te zijn dan een eerste en weinig uitgewerkte schets. Zowel uit oude (lucht-)foto's en kaarten, als uit terreinonderzoek zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat deze parterre ook daadwerkelijk gerealiseerd is geweest. Verondersteld wordt dat het huidige aflopende grasland dus altijd heeft bestaan. 6
Bibliotheek Landbouwuniversiteit Wageningen, Documentatiecentrum TUIN, inv.nr. 01.396.02A.
7
Bibliotheek Landbouwuniversiteit Wageningen, Documentatiecentrum TUIN, inv.nr. 01.396.01.
8
SB4
Mookerheide te Mook
Na vergelijking met andere tekeningen en ontwerpen van Springer kan verondersteld worden dat zijn bemoeienis alleen verband hield met de aankleding van de entree van het huis en dat de omringende paden alleen zijn weergegeven om de aansluiting tussen de verschillende onderdelen en de onderlinge verhoudingen te verduidelijken. Deze veronderstelling wordt versterkt door het feit dat er in de Springercollectie geen andere stukken met betrekking tot Mookerheide aanwezig zijn. De veranderingen in het terrein met betrekking tot de tuin- en parkaanleg is af te leiden uit 8 aantekeningen van het kadaster. Vanwege 'stichting' en 'ontginning' werd perceel 93, met een oppervlakte van 7.81.60 ha. en omschreven als 'dennen', in het dienstjaar 1906 verdeeld in kleinere stukken, waarbij de nieuwe omschrijving "villa, stalling, bergplaats, dennen" luidt. Op de kadastrale kaart van dienstjaar 1908, opgemaakt in 1907, is de oude en de nieuwe terreinindeling rondom het jachtslot afgebeeld. (Afb. 2.3.) De kaart toont de 19 nieuwe percelen met een totale oppervlakte van 105.87.35 hectare en geeft de ligging van de verschillende gebouwen en wegen goed weer. Met potlood is op deze kaart bij elk perceel een omschrijving gegeven: 2110 heide en dennenbos 2111 weg en houtwal 2112 weg en houtwal 2113 hakhout, dennenbos en wegen 2115 hakhout, dennenbos en wegen 2116 park, manege en schietbaan 2117 park, volières en wegen 2118 dennenbos en wegen 2119 particuliere grintweg 2120 kasteel 2121 lustbos, park en wegen 2122 dennenbos en wegen 2123 opgaand geboomte en weg 2124 (niet omschreven) 2125 heide 2126 lustbos, wegen 2127 kiezelweg 2128 lustbos en wegen Deze aanduidingen werden ook in het kadastrale register van 1909 opgenomen, met als afwijking perceel 2124 dat als 'dennenbosch' werd geregistreerd.
8
Alle kadastrale perceelsnummers hebben betrekking op de kadastrale gemeente Mook en Middelaar, Sectie A. De kadastrale gegevens zijn alle verzameld op het kantoor van het kadaster te Roermond.
9
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.3. Kadastrale wijzigingskaart van dienstjaar 1908, opgemaakt in 1907. (Herkomst: kadaster Roermond.)
10
SB4
Mookerheide te Mook
Het plantsoen voor de tuin- en parkaanleg werd geleverd door de Firma Groenewegen en Zoon te De 9 Bilt, terwijl het bosplantsoen afkomstig was van de Firma Joh. de Bie van Aalst uit Zundert. Groenewegen en Zoon neemt in hun Algemeene Naam- en Prijslijst van najaar 1908-voorjaar 1909 10 een afbeelding op van de dan nog jonge oprijlaan. (Afb. 2.4.) Ook in een, in 1930 uitgegeven, 11 boekwerk van deze firma zijn afbeeldingen van de jonge aanplant op Mookerheide opgenomen. (Afb. 2.5 en 2.6.)
Afb. 2.4. 'Oprijlaan van het Landgoed Mookerheide, beplant met Robinia Bessonia, voorjaar 1907.' Gezien vanuit het westen. (Herkomst: Koninklijke boomkweekerijen Groenewegen & Zoon. Algemeene Naam- en Prijslijst, najaar 1908 voorjaar 1909. 49e-50e jaargang, nr. 146.)
Afb. 2.5. 'Kasteel Mook.' (Herkomst: Groenewegen & Zoon, Voor tuinbezitters. De Bilt, 1930.)
Afb. 2.6. 'Landgoed "Mookerheide".' Zicht in westelijke richting. (Herkomst: Groenewegen & Zoon, Voor tuinbezitters. De Bilt, 1930.) 9 Het Landgoed "De Mookerheide". (T.b.v. verkoop op 11 en 18 september 1909.) Druk en cliché-uitvoering van de Boek- en Kunstdrukkerij P.A. Geurts Nijmegen. 10 Koninklijke boomkweekerijen Groenewegen & Zoon. Algemeene Naam- en Prijslijst, najaar 1908 - voorjaar 1909. Collectie CPRO-DLO te Wageningen.
11
Voor tuinbezitters. Groenewegen & Zoon, tuinarchitecten. De Bilt, 1930.
11
SB4
Mookerheide te Mook
Het centrum van de tuin- en parkaanleg, zoals die omstreeks 1909 gerealiseerd was, werd gevormd door het jachtslot. Vanaf de Heumense Baan liepen twee oprijlanen naar het huis, die op elkaar aansloten en waarbij er een langs de zuidzijde en een langs de noordzijde van het huis voerde. De oprijlanen, aangewalste kiezelwegen, omsloten een ruitvormig terrein met daarop het huis. De westelijke oprijlaan was aan weerszijden beplant met Robinia pseudoacacia 'Bessonia', een boom met een rechte stam en een sierlijke, dichte, ovale kroon. Op de plaatsen waar de beide oprijlanen op elkaar aansloten was een klein gedeelte van het bestaande naaldbos gehandhaafd, aangevuld met een diversiteit aan wintergroene coniferen en enkele bloeiende sierheesters. De hoofdentree van het gebouw lag in de noordgevel, waarbij de voordeur bereikbaar was middels een rondlopende hellingbaan. Deze lag met de ene zijde tegen het huis, de andere zijde werd afgezet door een muur waarin midden voor de entree een halfrond bassin was opgenomen. De muur was, in ieder geval in de zomer, versierd met bloeiende planten, langs de oprit stonden kuipen met bolboompjes op stam opgesteld. Ten noorden van het huis lag een 'lustbos', waarmee een parkbos met naald- en loofbomen en met heesters bedoeld zal zijn. Het open doorzicht met grasland was ook reeds aanwezig, evenals de verschillende boomgroepen van linde, eik, esdoorn, plataan, paardekastanje, Amerikaanse eik en de coniferen hieromheen. Ook ten westen van het huis werd het terrein als 'lustbos' aangeduid. Rondom de ruim gebogen paden was hier een gevarieerd bos van loof- en naaldhout aangeplant. Het plein ten zuiden achter het huis werd door een heesterpartij van de oprijlaan gescheiden. De zuidzijde van deze oprijlaan was voorzien van een gevarieerde beplanting van bladverliezende en wintergroene heesters. Hierachter stond een dennenbos waarin volières en een moestuin, beide voorzien van enkele gebouwtjes. Ten zuiden hiervan, gescheiden door een oudere bosweg, lag een gebied met loof- en naaldhout rondom een manege. Grenzend hieraan was een schietbaan. Deze is thans verdwenen. Voor het overige bestond het landgoed uit het ontginningsbos met naald- en hakhout waarin de oude boswegen zoveel mogelijk waren gehandhaafd en waaraan ruim gebogen paden waren toegevoegd. Ondanks het fraaie gebouw op de unieke plek ging Jan Jacob Luden hier niet wonen, Mookerheide lag hem te ver van 'het echte leven'. Al vanaf 1904 woonde hij officieel in Parijs en studeerde daar muziek. Mookerheide gebruikte hij in eerste instantie nog voor grootse jachtfeesten, maar al snel 12 verkoos hij ook daarvoor zijn eenvoudiger jachthuis aan de Looistraat in Heumen. In 1909 besloot Luden tot verkoop van Mookerheide, hoewel het huis ternauwernood voltooid was. Het gehele landgoed werd op 11 en 18 september van dat jaar ter veiling aangeboden in het Notarishuis te Utrecht. Ter gelegenheid hiervan werd een boekje samengesteld met wervende 13 informatie over het landgoed, teneinde potentiële kopers te trekken. Het huis met al zijn luxe en voorzieningen wordt daarin uitvoerig beschreven, met als opmerkelijke mededeling: "De eetzaal is onvoltooid en momenteel ingericht voor het bewaren van planten. Een comfortabel ingerichte serre correspondeert op deze eetzaal en tevens op de jachtzaal." Niet duidelijk is wat voor een soort planten (kamerplanten, kuipplanten, o.i.d.) in de eetzaal staan opgesteld, maar blijkbaar is de serre of te klein, of ongeschikt voor het bewaren van planten en is er op het terrein nog geen geschikte kas aanwezig. Dit laatste wordt bevestigd door de kadastrale kaarten. Over de tuin- en parkaanleg meldt de brochure: "Hetgeen, vóór men de huize 'de Mookerheide' betreedt, om de aandacht vraagt, is de breede, uitgestrekte oprit, welke, in schier onmerkbare glooiing, van af den verkeersweg Heumen-Groesbeek naar de met den voorkant op het Noorden gelegen woning voert. Ten behoeve van de aanleg van deze oprit werden 80.000 meters van het achterplateau van den afgeknotten berg afgenomen en vóór het huis gebracht. De oprit is geheel gemaakt van grint en materiaal uit het terrein zelf, en met een stoomwals verhard in die mate, dat hij op zichzelf
12 A. Altink, Jan J. Luden en Heumen, vreemde en gewone vogels in een voormalige heerlijkheid. Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 1988.
13
Het Landgoed "De Mookerheide". (T.b.v. verkoop op 11 en 18 september 1909.) Druk en cliché-uitvoering van de Boek- en Kunstdrukkerij P.A. Geurts Nijmegen. BLUW, Documentatiecentrum TUIN, inv.nr. 01.396.02A.
12
SB4
Mookerheide te Mook
een mooien rijweg vormt, welke bij avond verlicht wordt door electrische booglampen, door ondergrondsche kabelleiding gevoed." "In het park, waartoe een rustiek bruggetje van cement toegang geeft, bevindt zich een kelder, drie meter onder den grond en met afmetingen drie bij vijf meter, om wild te bewaren. In het park aan de achterzijde van het gebouw zijn gelegen een open manege, een schietbaan, honden-, wolven- en vossenkooien, uitgestrekte hokken voor hoenders, kalkoenen en fazanten. Honderden stuks gevogelte leven hier en leggen jaarlijks duizenden eieren. Met de kunstmatige eieren-broedinrichting kan jaarlijks aan ongeveer duizend fazanten het leven worden geschonken, om in het naburige jachtterrein te worden uitgezet. Het landgoed 'de Mookerheide' is groot ongeveer 140 hectaren. De oudste aanleg van het plantsoen is vijf jaar, terwijl momenteel daaraan de laatste hand wordt gelegd. Het hout van de dennenbosschen rondom de woning gelegen heeft een leeftijd van ± veertig jaren. In het plantsoen is een welige groei van rozen, welke den geheelen zomer bloeien. Bij den aanleg van het plantsoen en de geheele bebossching, aanplanting en ontginning van het landgoed zijn kosten noch moeite gespaard. Het in cultuur gebrachte terrein werd naar den eisch bewerkt en met zorg beplant; en daar in de omgeving der villa heeft men zijn toevlucht genomen tot bemesting der boomen en planten met compost, terwijl in de eerste jaren op de gazons eene bemesting met kunstmest werd toegepast. Ook dáár waar de planten eenvoudig aan den bodem werden toevertrouwd, moet men zich over de enorme groeikracht op dezen hoogen grond verbazen, zoodat de onderhoudskosten zich voor het vervolg tot een minimum kunnen bepalen. Het geheel bestaat thans uit: Park ter grootte van 29.55.00 hectaren Oud dennenbosch ter grootte van 28.06.50 hectaren Jonge dennenbosschen ter grootte van 32.90.60 hectaren Loofhoutbossch ter grootte van 3.33.40 hectaren Eikenhakhout ter grootte van 8.14.80 hectaren Heide voor cultuur geschikt ter grootte van 31.65.70 hectaren De navolgende personen en firma's hebben medegewerkt aan de stichting van het landgoed 'De Mookerheide': Architecten van het heerenhuis zijn de heeren Oscar en Henri Leeuw te Nijmegen. De bouw van het huis geschiedde door den heer S. Grandjean Perinot Comtesse te Nijmegen. De parkaanleg werd uitgevoerd naar het ontwerp van en door den Heer D.G. Montenberg te Nijmegen. Het plantsoen werd geleverd door de firma Groenewegen en Zn. te De Bildt bij Utrecht. Van het plantsoen, benoodigd voor den boschaanleg, was leverancier de firma Joh. de Bie van Aalst te Zundert. De electrische installatie in het gebouw is van Siemens en Halske (vertegenwoordigd te Nijmegen door den heer L.A. Moll), welke ook alle aanverwante artikelen leverde. De centrale verwarming is van de firma Stokvis te Arnhem. Het schilderwerk werd uitgevoerd door den heer G. Frohwein te Nijmegen. De pompinstallatie voor de waterleiding is aangebracht door de firma Jansen, Marnixstraat te Amsterdam. Het ameublement in de villa is van de firma H.F. Jansen en Zonen, Spui te Amsterdam en van de firma Drukker en Cohen te Nijmegen en werd speciaal naar teekening van den heer Henri Leeuw vervaardigd. De electrische ornamenten werden geleverd door de firma Becht en Dyserinck, Stadhouderskade te Amsterdam. De kippen, kalkoenen, fazanten en het verdere wild en gevogelte is geleverd door Eduard Mayer, wild Export-Handel, Schneebergergasse, Wienerneustadt bij Weenen, welke firma als leverancier van jaagbaar wild in alle opzichten kan worden aanbevolen." De (thans ruïneuze) cementrustieke brug behoort dus tot een van oudste elementen van het park en het is aannemelijk dat het cementrustieke werk ter afwerking van de zuidzijde van de keermuur ten westen van de oprit naar de voordeur tegelijk is aangebracht.
13
SB4
Mookerheide te Mook
De verkoopbrochure is voorzien van verschillende foto's van huis en park en kent als bijlage een getekende plattegrond van het gebied, vooral bedoeld om de ligging en het terreingebruik van de verschillende veilingkavels aan te duiden. (Afb. 2.7, 2.8 en 2.9.) De situatie op deze plattegrond wijkt slechts weinig af van die op de kadastrale kaart uit 1907-1908. Wel zijn nu de gebogen wandelpaden ingetekend, evenals een waterreservoir nabij het begin van de westelijke oprijlaan aan de Heumense Baan. Ten zuiden van het huis is een klein vierkant perceel aangeduid met 'moestuin', waarnaast twee gebouwtjes zijn toegevoegd. In de zogenaamde 'Agenda' (= legenda) is een onderscheidt gemaakt in 'Oude dennen', 'Jonge dennen', 'Plantsoen loofhout', 'Schaarhout'(=hakhout), 'Heide' en 'Zeedennen' (=Pinus pinaster). Hoewel Mookerheide in september 1909 wordt geveild, wordt het blijkbaar niet afgemijnd. Op 4 mei 1910 wordt het geheel namelijk voor ƒ 65.000,- verkocht aan Antonie Marinus Vroeg, directeur van de Handelsvereniging 'Amsterdam'. In de akte wordt het geheel omschreven als "villagebouw, stal, remise, manege, schietbaan, volières, park en tuin, wegen en verschillende percelen bosch, hakhout en heide". De aankoop omvat nadrukkelijk ook al het meubilair dat op 11 april 1910 in het huis aanwezig was. Vermeld wordt verder dat Luden op dat moment in St. Cloud (een voorstad 14 van Parijs) woonde.
Afb. 2.7. 'De huize "De Mookerheide" .' (Herkomst: Het Landgoed "De Mookerheide". (T.b.v. verkoop op 11 en 18 september 1909.) Druk en cliché-uitvoering van de Boek- en Kunstdrukkerij P.A. Geurts Nijmegen. BLUW, Documentatiecentrum TUIN, inv.nr. 01.396.02A.)
Afb. 2.8. '"De Mookerheide" onder de sneeuw.' (Herkomst: Het Landgoed "De Mookerheide". (T.b.v. verkoop op 11 en 18 september 1909.) Druk en cliché-uitvoering van de Boek- en Kunstdrukkerij P.A. Geurts Nijmegen. BLUW, Documentatiecentrum TUIN, inv.nr. 01.396.02A.)
14
Kadaster Limburg te Roermond.
14
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.9. 'Landgoed "Mookerheide".' Schaal 1 : 5000. Ongedateerd, ongesigneerd. (Herkomst: losse bijlage bij Het Landgoed "De Mookerheide". (T.b.v. verkoop op 11 en 18 september 1909.) Druk en cliché-uitvoering van de Boeken Kunstdrukkerij P.A. Geurts Nijmegen. BLUW, Documentatiecentrum TUIN, inv.nr. 01.396.02A.)
15
SB4
Mookerheide te Mook
2.3 Uitbreiding en verfraaiing (de periode 1910-1947). De nieuwe eigenaar van Mookerheide, Antonie Marinus Vroeg, begon dadelijk met de uitbreiding en verfraaiing van het landgoed. Vroeg (geboren op 2 januari 1864) was ongehuwd en gebruikte het jachtslot tezamen met zijn eveneens ongehuwde zuster Johanna Gijsberta (geboren op 31 oktober 1856) als permanente woning. Komend vanuit Amsterdam lieten zij zich op 1 september 1910 in het 15 plaatselijke bevolkingsregister inschrijven. Aantekeningen in het kadaster vermelden voor het dienstjaar 1911 terreinveranderingen met betrekking tot de aan de zuidzijde van het landgoed gelegen percelen 2110 en 2111 (heide en dennen). Mogelijk betreft dit verdergaande bebossing. Met betrekking tot het huis worden in dienstjaar 1912 niet nader gespecificeerde wijzigingen aangetekend. In dienstjaar 1913 wordt de omschrijving van perceel 2117 'park, tuin, volières, wegen' uitgebreid met 'broeikassen, stal, schuur'. Uit de bijbehorende wijzigingskaart wordt duidelijk dat dit onder meer een gebouw aan de westzijde van de moestuin betreft. (Afb. 2.10.) Tegelijk met de verfraaiing van zijn bezit gaat Vroeg door met de uitbreiding ervan. Op 16 maart 1912 koopt hij 28.42.80 hectare van de landbouwer Duinhoven, diens zwager en diens moeder voor een bedrag van ƒ 7.275,-. Duinhoven krijgt daarbij nog tot februari van het daaropvolgende jaar het recht om strooisel uit een gedeelte van het bos te halen. Vroeg koopt op 20 mei 1912 van Th.J.H. van den Bogaard, 'vroeger grondeigenaar te Heumen en thans wonend te Bona, Algiers', 3.39.00 hectare voor ƒ 500,-.
Afb. 2.10. Kadastrale kaart Gemeente Mook, Sectie A, blad 2, schaal 1 : 5.000. Dienstjaar 1913. (Herkomst: Kadaster Roermond.)
15
Bevolkingsregister gemeente Mook en Middelaar, naspeuring door dhr. F. van Kuppenveld.
16
SB4
Mookerheide te Mook
Burgemeester Sengers laat op 19 mei 1915 namens de gemeente Mook en Middelaar enkele percelen veilen 'ten koffiehuize Sengers'. Een der kopers is veldwachter De Kruijff, die bleek op te treden namens Vroeg. De percelen beslaan samen 0.75.30 hectare waarvoor ƒ 700,- betaald wordt. Timmerman Kosman te Groesbeek laat op 28 december 1917 1.14.00 hectare veilen, die eveneens eigendom worden van Vroeg. Voor ƒ 1825,- wordt vervolgens op 22 april 1919 grond gekocht van landbouwer Hendriks te Mook, met als voorwaarde dat de verkoper het recht heeft de dennenbomen voor 1 april 1924 te kappen en 16 weg te halen. In hetzelfde jaar volgen nog enkele kleine percelen. In het laatste nummer van 1912 van Buiten, geïllustreerd weekblad aan het buitenleven gewijd is een 17 artikel gewijd aan "Het landgoed 'de Mookerheide'". De tekst is vrijwel geheel gebaseerd op, of overgenomen uit, de verkoopbrochure van 1909. Wel wordt opgemerkt dat: "de tegenwoordige eigenaar de tuinen nog aanmerkelijk heeft uitgebreid, met stichting eener tuinmanswoning." Met dit laatste kan het gebouw aan de westzijde van de moestuin bedoeld zijn. Ter illustratie van het artikel worden 5 bijzonder duidelijke foto's afgebeeld. (Afb. 2.11 t/m 2.15.) Ten opzichte van eerdere foto's lijkt de omgeving van de entree niet wezenlijk gewijzigd, nog steeds staat er een rij bolboompjes-op-stam-in-kuip langs de verhoogde entree. Tegen de zijvleugel liggen twee plantvakken met heesters. Het plein achter het huis is van de lanen afgeschermd door een lage heesterbeplanting met enkele bomen. Heel fraai is het smalle strookje gazon als overgang tussen heesters en grindpad. Voor wat betreft de beplantingspunt ten oosten van het huis bij de splitsing van de brede oprijlanen is duidelijk te zien dat hier een aantal dennenbomen uit het oude bos zijn gehandhaafd en dat hiervoor coniferen en heesters zijn aangeplant zodat het in zijn geheel een dichte bosschage vormt.
Afb. 2.11. 'Huize "De Mookerheide".' Zicht op de zuidzijde van het gebouw. (Herkomst: M., Het landgoed "De Mookerheide". Buiten 6 (1912) 52, p. 620-623.) 16
Kadaster Limburg te Roermond.
17
Buiten, geïllustreerd weekblad aan het buitenleven gewijd. 6 (1912) 52, p. 620-623.
17
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.12. 'Vergezicht uit den koepel van huize "De Mookerheide".' Uitzicht in noordelijke richting, de toren op de achtergrond is waarschijnlijk de Stevenskerk in Nijmegen. (Herkomst: M., Het landgoed "De Mookerheide". Buiten 6 (1912) 52, p. 620-623.)
Afb. 2.13. 'Huize "De Mookerheide", van het noorden gezien.' [Bedoeld is vanaf de oostelijke toegangsweg.] (Herkomst: M., Het landgoed "De Mookerheide". Buiten 6 (1912) 52, p. 620-623.)
18
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.14. 'Huize "De Mookerheide" van ter zijde gezien.' [Vanuit het noordoosten.] (Herkomst: M., Het landgoed "De Mookerheide". Buiten 6 (1912) 52, p. 620-623.)
Afb. 2.15. 'Gezicht op het landgoed "De Mookerheide".' [Vanuit het zuiden.] (Herkomst: M., Het landgoed "De Mookerheide". Buiten 6 (1912) 52, p. 620-623.)
19
SB4
Mookerheide te Mook
In hun Algemeene Naam- en Prijslijst van najaar 1916-voorjaar 1917 neemt de Koninklijke 18 boomkweekerijen Groenewegen & Zoon opnieuw twee afbeeldingen van Mookerheide op. (Afb. 2.16 en 2.17.) Ditmaal van de inmiddels meer volgroeide westelijke oprijlaan en van een coniferengroep. Van de oprijlaan is vermeld dat de aanleg hiervan in 1905 is uitgevoerd. De bomen staan in een smalle grasberm die overgaat in een dichte heesterbeplanting. Links op de foto lijkt een hekje te zien waar een wandelpad het park in voert. Dit zou kunnen betekenen dat de daaraangrenzende weide (de huidige hertenweide) toen reeds omrasterd was en dus mogelijk al vanaf de aanleg als dierenweide in gebruik was. De locatie van de coniferengroep op de andere foto is onbekend. Er is gebruik gemaakt van een grote diversiteit in soort, groeivorm en bladkleur. Waarschijnlijk dateren twee afbeeldingen, waarop een coniferengroep en een boomgroep, 19 opgenomen in het in 1930 door deze firma uitgegeven boekje Voor Tuinbezitters, ook uit deze tijd. (Afb. 2.18 en 2.19.) In dit geval is de gevarieerde coniferengroep een onderdeel van de beplantingspunt bij de westelijke splitsing van de oprijlanen. De boomgroep, waarbij vermeldt dat de boom op de voorgrond een Acer sacharinum (witte esdoorn), is niet nader te lokaliseren.
Afb. 2.16. 'Landgoed Mookerheide. - Oprijlaan met Acacia's (Robinia Bessoniana) beplant. Aanleg uitgevoerd in 1905. Groenewegen & Zoon, tuinarchitecten.' [Links lijkt een hek te staan ter markering van een wandelpad dat ter plaatsen van de huidige hertenweide het park in voert.] (Herkomst: Koninklijke boomkweekerijen Groenewegen & Zoon. Algemeene Naam- en Prijslijst, najaar 1916-voorjaar 1917. 57e-58e jaargang, nr. 168.)
18 Koninklijke boomkweekerijen Groenewegen & Zoon. Algemeene Naam- en Prijslijst, najaar 1916 - voorjaar 1917. 57e-58e jaargang, nr. 168. Collectie CPRO-DLO te Wageningen.
19
Voor tuinbezitters. Groenewegen & Zoon, tuinarchitecten. De Bilt, 1930.
20
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.17. 'Landgoed Mookerheide. - Conifeerengroep. Aanleg uitgevoerd in 1905. Groenewegen & Zoon, tuinarchitecten.' (Herkomst: Koninklijke boomkweekerijen Groenewegen & Zoon. Algemeene Naam- en Prijslijst, najaar 1916-voorjaar 1917. 57e-58e jaargang, nr. 168.)
Afb. 2.18. 'Coniferengroep op het Landgoed "Mookerheide".' (Herkomst: Groenewegen & Zoon, Voor tuinbezitters. De Bilt, 1930.)
21
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.19. 'Boomgroep Landgoed "Mookerheide". Op den voorgrond Acer sacharinum.' (Herkomst: Groenewegen & Zoon, Voor tuinbezitters. De Bilt, 1930.)
Op 24 oktober 1921 laat Vroeg zich bij het bevolkingsregister uitschrijven naar Berlijn. Zijn zuster volgt op 24 januari 1922. Hun verblijf is daar van korte duur, aangezien beiden op 21 juni 1923 weer op 20 Mookerheide worden ingeschreven. Ondertussen gaat de uitbreiding van de tuin- en parkaanleg door, aangezien het kadaster in dienstjaar 1922 de ontginning vermeldt van de percelen 2116 (park, manege, schietbaan, wegen), 2121 (lustbosch, park en wegen), 2123 (opgaande boomen en weg) en 2124 (dennenbos). Wat deze 'ontginning' precies heeft ingehouden, wordt uit de gegevens niet duidelijk. Eerstgenoemde perceel ligt ten zuiden van het huis, de andere drie aan de noordgrens van het plangebied tegen de Heumense Baan. Dienstjaar 1926 wordt met betrekking tot perceel 2120 een 'stichting' vermeldt waarbij de omschrijving 'jachthuis, stal, remise, plein' is uitgebreid met 'broeikasten'. Aangezien van deze broeikassen geen nieuwe hulpkaarten zijn gemaakt, kunnen deze dus van 1926 dateren, maar ook kunnen zij van 1912 zijn en pas in 1926 worden beschreven. Op 21 april 1927 vertrekken Vroeg en zijn zuster definitief van Mookerheide en het bevolkingsregister vermeldt daarbij als nieuwe woonplaats 'Parijs'. Alleen zijn ongehuwde zuster zal in 1930 nog terugkeren in Mook, maar vestigt zich dan op een ander adres. Na het vertrek van Vroeg wordt Mookerheide enkele jaren bewoond door een andere zus van hem, Neeltje Adriana (geboren op 2 oktober 1860), en haar man, Justus de Visser (geboren op 10 september 1865). Zij nemen op 26 april 1927 hun intrek om exact drie jaar later, op 26 april 1930, terug te keren naar Den Haag, waar zij voor die tijd woonden. Na die tijd zijn er geen personen meer ingeschreven geweest met Mookerheide als 21 adres. 20
Bevolkingsregister gemeente Mook en Middelaar, naspeuring door dhr. F. van Kuppenveld.
21
Bevolkingsregister gemeente Mook en Middelaar, naspeuring door dhr. F. van Kuppenveld.
22
SB4
Mookerheide te Mook
Ten tijden van het echtpaar De Visser-Vroeg vinden veranderingen en verfraaiingen van de aanleg plaats. Dit blijkt uit een vergelijking van een loodrecht genomen luchtfoto uit 1928 en de vrijwel 22 gelijktijdig uitgegeven topografische kaart. (2.20 en 2.21.) De luchtfoto toont heel fraai de oprijlaan met aan weerszijden losse bolboompjes en de beplante splitsingen in de oprijlaan aan weerszijden van het huis. Rondom het huis ligt een plein, aan de achterzijde afgeschermd door beplanting. Hierachter een dicht bosje waarin vermoedelijk een huisje, vervolgens een rechthoekig boomgaardje, een L-vormige muur (voor leifruit) en moes- en kweektuinen. Gescheiden door een breed en recht pad ligt hierachter de zogenaamde manege met schietbaan en een (thans verdwenen) slingerpad door het bos dat uitkomt bij een nog bestaand 'boomboeket' van eiken. Dit is een groep eiken die in één plantgat bij elkaar geplaatst zijn en daardoor gezamenlijk zijn uitgegroeid tot een vorm die lijkt op een boeket bloemen die in een vaas staan. De bomen stonden op een markant punt, bovenaan een helling, en vanaf hier was een wijds vergezicht in westelijke richting. Ten oosten van moes- en kweektuin is een met schuine paden doorsneden terrein, ten westen hiervan liggen eveneens moes- en kweektuinen, met aan eind hiervan enkele gebouwtjes.
Afb. 2.20. Luchtfoto, 1928. (Herkomst: Topografische Dienst Emmen.)
22
Luchtfoto 1928, Topografische Dienst Emmen. Topografische kaart blad 572 Mook, verkend 1866, herzien 1925 en 1926, gedeeltelijk herzien 1928. 23
SB4
Mookerheide te Mook
Duidelijk herkenbaar is het open terrein ten westen van het huis, tegenwoordig het hertenkamp, en het open doorzicht in noordelijke richting, waarin op dat moment nog geen keermuren lijken te liggen. Opmerkelijk zijn wel een aantal witte vlekken in laagste gedeelte van dit doorzicht, deze zouden kunnen wijzen op graafwerkzaamheden, mogelijk voor de bouw van een keermuur. De locatie van de vlekken vertoont grote overeenkomst met de ligging van de huidige onderste keermuur. Opmerkelijke verschillen zijn er met de topografische kaart die verkend is in 1866, herzien in 1925 en 1926 en gedeeltelijk herzien in 1928. Dit heeft vooral betrekking op de moes- en kweektuin ten zuiden achter het huis. Hier zijn twee de, thans nog bestaande, kleine en grote kas al wel ingetekend. Op de topografische kaart is de manege niet afgebeeld, maar hier is bos ingetekend. Opgemerkt moet worden dat er bij de vervaardiging van deze kaart geen nieuwe hoogtemeting heeft plaatsgevonden. De hoogtemeting van de topografische kaart uit 1890/1891 is aangehouden. Door vergraving van Afb. 2.21. Fragment van de Topografische kaart, Blad 572 Mook, het terrein, komt dit echter niet langer verkend 1866, herzien 1925 en 1926 en gedeeltelijk herzien in 1928. overeen met de werkelijke situatie. Op grond van bovenstaande constateringen kan worden aangenomen dat de beide kassen in 1928, min of meer tegelijk, zijn gebouwd. Gezien vormgeving, detaillering en materiaalgebruik (met name de soort en vorm van de baksteen), en de op de luchtfoto te herkennen graafwerkzaamheden, zullen in dezelfde tijd ook de verdiepte tuin, grenzend aan de kleine kas, en de keermuren in het doorzicht ten noorden van het huis zijn gebouwd. Ook de randafwerking van het al eerder bestaande bassin bij de entree van het jachtslot is met een dergelijke steen versierd. Verondersteld wordt dat deze verandering bedoeld is om een eenheid in de tuin te bereiken. 23
Van de gewijzigde situatie zijn foto's uit maart 1935 beschikbaar. (Afb. 2.22, 2.23 en 2.24.) De entree wordt hierop niet meer gemarkeerd door kuipplanten, wel zijn heestervakken aan weerszijden te onderscheiden. Achter het huis ligt een groot plein van grind met een enkele heestervak tegen de gevel. Van de keermuren met trappen in het grasland ten noorden van het huis is de bovenste muur afgebeeld. Het valt op dat er geen paden liggen in aansluiting op de trap. Het Jachtslot Mookerheide werd in de oorlogsjaren door de Duitse bezetter gebruikt als hoofdkwartier van de Wehrmacht.
23
Gemeente-archief Nijmegen, foto-archief, neg.nr. 10.922, 10.923 en 10.924.
24
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.22. De entree van het jachtslot, maart 1935. (Herkomst: Gemeente-archief Nijmegen.)
Afb. 2.23. De zuidzijde van het jachtslot, maart 1935. (Herkomst: Gemeente-archief Nijmegen.)
25
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.24. Het doorzicht ten noorden van het jachtslot, maart 1935. (Herkomst: Gemeente-archief Nijmegen.)
2.4 Institutioneel gebruik (de periode 1947-1985). In 1947 werd Jachtslot Mookerheide met het grootste deel van het terrein verkocht aan de Zusters van Sint Dominicus van Bethanië, die het hoofdhuis na een verbouwing als klooster in gebruik namen en verschillende nieuwe gebouwen op het terrein toevoegden voor gebruik als kinderinternaat. In de verkoopakte van 4 februari 1947, opgemaakt voor notaris A.J. Hulsebosch te Gennep, treed H.J.J. Sengers (oud-burgemeester van Mook) op als gemachtigde van Vroeg die dan in Montreux (Zwitserland) woont. De Vereniging Bethanië wordt voor ƒ 220.000,- eigenaar van 133.31.80 hectare grond met opstallen. Het geheel is te aanvaarden zodra de vordering van het Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw is ingetrokken. De koopster neemt de herbouwplicht van de oorlogsschade 24 over, waarbij de rijksbijdrage in oorlogsschade (ƒ 30.000,-) in de koopsom wordt verrekend. Vier kleinere delen van het bezit van Vroeg worden afgezonderd van Mookerheide. Slijter Meyer uit Nijmegen verkrijgt op 8 januari 1949 een perceel van circa 3 hectare heide. De heer P.P. Kersjes (van 1915 tot 1947 in dienst van Vroeg, eerst als chauffeur, later als boswachter) krijgt op 27 juni 1949 bijna een kwart hectare met huis, schuur en bouwland als betaling van zijn pensioen. Een 2.5 hectare groot perceel bos wordt in 1955 overgedragen aan bakker H.A. van Els te Mill/Mook. Uit de kadastrale leggers blijkt dat Vroeg in 1949 in Cap Martin (Frankrijk) woont en in 1955 in Clarens (Zwitserland, 25 nabij Montreux).
24
Kadaster Limburg te Roermond.
25
Kadaster Limburg te Roermond.
26
SB4
Mookerheide te Mook
Ten aanzien van Mookerheide vermeldt het kadaster in 1948 als omschrijving van perceel 2120 nog steeds 'jachthuis, stal, remise, plein, broeikassen en warenhuis [=kas]'. Hierbij wordt aangetekend: 'gedeeltelijke sloping, dienstjaar 1948', hetgeen betrekking zal hebben op de aangebouwde vleugel aan de oostzijde van het jachtslot die wordt gewijzigd en uitgebreid. Daarna wordt de omschrijving 'jachthuis, stal, remise, plein', korte tijd later verandert 'plein' in 'kloosterplein'. Hier werd door de zusters een omsloten binnentuin aangelegd. Met betrekking tot perceel 2117 wordt in eerste instantie nog vermeld: 'schuur, volière, broeikassen, tuin, wegen'. Na de opmerking 'gedeeltelijke herbouw 1949' wordt dit 'schuur, stal, park, tuin, weg, broeikassen'. Op de Topografische kaart, uitgave 1957/1958, is de uitbreiding van de 26 bebouwing afgebeeld. (Afb. 2.25.) Allereerst zijn dit twee gebouwen ten oosten van het hoofdhuis in het bos. Daarnaast enkele gebouwen aan de westzijde van de moes- en kweektuin (thans verdwenen). Aan het eind van de vroegere schietbaan is, blijkens de kaart, een kruisbeeld opgericht. Dit kruis is in 1999 niet meer aanwezig. Opmerkelijk is dat de grote kas niet op de kaart is ingetekend. Een vergelijkbaar beeld geeft een door de KLM in 1955 gemaakte 27 luchtfoto. (Afb. 2.26.) De moestuinen waren in die tijd nog als zodanig in gebruik, met leifruit tegen de betonnen fruitmuur en diverse gewassen in de platte bakken. Het verdiepte tuintje achter de kleine kas lijkt evenwel wat verwaarloosd te zijn en begroeid met een ongelijkmatig grasland. Aan weerszijden van dit tuintje liggen vierkante bedden met een lage beplanting in rechte rijen, waarschijnlijk groente. De entree van het huis is zorgvuldig onderhouden, met heestervakken 2.25. Fragment van de Topografische kaart, Blad 46A Mook (uitgave aan weerszijden van het bassin en Afb. 1957, verkend 1954, hoogtemeting 1926 en 1937) en Blad 46B + E langwerpige rozenperken in het Groesbeek (uitgave 1958, verkend 1954, ged. bijgewerkt tot 1956, gazon. Nabij beide uiteinden van de hoogtemeting 1928 en 1937). muur, die de opgang naar de voordeur begrenst, staat een sierkers. Op de foto lijken deze bomen kort tevoren aangeplant, thans zijn ze nog steeds aanwezig. Ten noorden van de entree ligt het aflopende grasland met de omstreeks 1928 gemetselde muren en trappen. Dit is op de foto in gebruik als een weide voor vee. Duidelijk herkenbaar zijn de verschillende solitairen en boomgroepen aan de westzijde en de vele coniferen aan de oostzijde van dit doorzicht.
26
Topografische kaart, blad 46 A Mook, hoogtemeting 1926 en 1937, verkend 1954, uitgave 1957 en blad 46 B+E Groesbeek, hoogtemeting 1928 en 1937, verkend 1954, gedeeltelijk bijgewerkt tot 1956, uitgave 1958. 27
KLM-Aerocarto, fotonr. 30975.
27
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.26. Luchtfoto, 1955. (Herkomst: KLM Aerocarto, fotonr. 30975.)
Ten oosten van het hoofdgebouw ligt een ruim plein dat overgaat in een kleine, waarschijnlijk kort daarvoor aangelegde, siertuin die onder meer bestaat uit een bassin, waarover een bruggetje, gazon en heesters. Een smal pad doorsnijdt deze tuin en voert over het bruggetje naar het westen, daar waar thans nog een kleine verhoging met een restant van een grindpad aanwezig is. Noch op de foto, noch in de huidige situatie is het vervolg van dit paadje te onderscheiden. Achter het huis, aan de zuidzijde, is het zogenaamde kloosterplein dat middels een dichte groenblijvende beplanting van de achterste oprijlaan wordt afgescheiden. Tenslotte ligt aan de westzijde van het huis ook een plein met aangrenzend op de overgang naar de boomgroep in de splitsing van de oprijlaan een, waarschijnlijk kort daarvoor aangelegde, siertuin. Deze tuin bestaat uit gazon met plantvakken en is naar het plein toe afgezet met een lage buxushaag. De Topografische kaart van 1978 toont geen wezenlijke veranderingen. het gebruik wordt Mookerheide aangeduid als 'Bethanië (Klooster)'.
28
(Afb. 2.27.) Overeenkomstig
Een loodrechte luchtfoto uit 1982 toont veel details van het terrein, vooral omdat deze van een relatief 29 kleine hoogte is gemaakt. (Afb. 2.28.) De afgebeelde situatie verschilt niet wezenlijk van eerdere foto's en kaarten. Er zijn enkele vereenvoudigingen in het gebruik van de tuin en verschillende bijgebouwen aan de westzijde van de moestuin zijn afgebroken. Goed te zien is de concentratie van loofbomen in de omgeving van het huis, ter begeleiding van het noordelijke doorzicht en tussen huis en moestuinen. Aan weerszijden van het verdiepte tuintje is een stukje boomgaard aangelegd. De platte bakken naast de leifruitmuur zijn verdwenen.
28
Topografische kaart, blad 46A Cuijk, herzien 1975, uitgave 1978.
29
Topografische Dienst Emmen.
28
SB4
Mookerheide te Mook
2.5 Eigendom van Vereniging Natuurmonumenten (vanaf 1985). In 1985 wordt de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten (Vereniging Natuurmonumenten) eigenaar van Mookerheide. Het jachtslot wordt verpacht en hierin wordt een hotel-restaurant gevestigd. Verschillende in onbruik geraakte gebouwen en huizen op het terrein worden gesloopt. De kassen in de moestuin blijven vooralsnog bestaan, alhoewel slechts gedeeltelijk gebruikt. Aan de terreininrichting zijn geen wezenlijke veranderingen aangebracht. Wel is op basis van een door het bureau Brons en Partners Landschapsarchitecten vanaf 1995 opgesteld renovatieplan een aantal beukenrijen langs de moestuin en rondom het voormalige manege-terrein ingeplant en is begonnen met verjonging van lanen in het bos. Tevens is ten zuiden van de moestuinen een nieuw, rechthoekige open ruimte aangelegd. (Afb. 2.31.)
Afb. 2.28. Luchtfoto, 1982. (Herkomst: Topografische Dienst Emmen.)
Afb. 2.27. Fragment van de Topografische kaart, Blad 46A Cuijk, herzien 1975, uitgave 1978.
29
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.29. Luchtfoto, 1980. (Herkomst: Gemeente-archief Nijmegen, F59559.)
Afb. 2.30. Luchtfoto, 1985. (Herkomst: Gemeente-archief Nijmegen, F59576.)
30
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 2.31. Luchtfoto, (Herkomst: Google Earth.)
2005.
Afb. 2.31a. Luchtfoto, (Herkomst: Google Earth.)
2005.
31
SB4
Mookerheide te Mook
2.6. Samenvatting. Landgoed Mookerheide is gelegen tegen en op een stuwwal die in de tweede helft van de negentiende eeuw geleidelijk aan werd ontgonnen en met naaldhout beplant. Tussen 1900 en 1905 verwierf Jan Jacob Luden, die zichzelf Luden van Heumen noemde, hier bijna 140 hectare grond waarop hij het Jachtslot Mookerheide liet bouwen. Met de bouw van het huis, naar ontwerp van de architecten Oscar en Henri Leeuw, werd in 1902 begonnen waarbij het op het hoogste punt van het terrein werd gesitueerd. In 1905 was het rijk gedecoreerde huis in Jugendstil gereed. Op het omringende terrein werd vanaf 1904 onder leiding van Luden's rentmeester D.G. Montenberg een aanleg in landschapsstijl gerealiseerd waarvan de hoofdopzet nog steeds aanwezig is. Ook de tuin bij de entree, met het bassin, dateert uit de tijd van de bouw van het jachtslot. Van de hand van de bekende tuinarchitect L.A. Springer bestaat een ongedateerde tekening van het terrein, waaruit echter niet blijkt wat zijn bemoeienis is geweest. Verondersteld wordt dat Springer slechts adviezen heeft gegeven met betrekking tot de directe omgeving van het huis, die niet zijn uitgevoerd. Het bassin onder de gebogen entree van het huis is hoogstwaarschijnlijk als onderdeel van het ontwerp van het gebouw gerealiseerd. Het plantsoen voor tuin en park werd geleverd door de Firma Groenewegen en Zoon uit De Bilt. Het bosplantsoen was afkomstig van de Firma Joh. de Bie van Aalst in Zundert. Luden bewoonde Mookerheide niet permanent, maar gebruikte het voornamelijk voor grootse jachtfeesten. In september 1909 werd het ternauwernood voltooide landgoed ter veiling aangeboden, waarbij een voor die gelegenheid samengesteld boekwerkje een goede (geïllustreerde) beschrijving van het geheel geeft. Hoewel de veiling plaats vond, werd er blijkbaar niet afgemijnd, aangezien Mookerheide in mei 1910 werd verkocht aan Antonie Marinus Vroeg, die het jachtslot, met een kleine onderbreking, tot 1927 permanent bewoonde en tot 1947 in bezit hield. Van 1927 tot 1930 werd het jachtslot bewoond door een zuster en zwager van Vroeg, daarna vond er tot na de Tweede Wereldoorlog geen permanente bewoning meer plaats. Onder Vroeg werd het landgoed verder uitgebreid en verfraaid. Dit betrof onder meer de bouw van broeikassen en een tuinmanswoning omstreeks 1912. In 1928, ten tijde van de bewoning door Vroeg's zuster en zwager, vonden grootscheepse veranderingen plaats. In de moestuin, waar al eerder een betonnen fruitmuur was opgetrokken, werden de twee, nog bestaande, kassen gebouwd. Grenzend aan de kleinste kas werd een verdiepte siertuin met bassin aangelegd. Tegelijkertijd werden lage keermuren aangelegd in het grasland aan de noordzijde van het huis en een kleine trap in het bos tussen huis en moestuin. Alle nieuwe bouwwerken werden op een vergelijkbare wijze gedetailleerd en met een zelfde soort baksteen afgewerkt. Ook het bestaande bassin bij de entree van het jachtslot kreeg een vergelijkbare randafwerking. Deze nieuw toegevoegde delen vertonen kenmerken van de in die jaren populaire Architectonische Tuinstijl. Na een gebruik als hoofdkwartier van de Duitse Wehrmacht werd Mookerheide door Vroeg in 1947 verkocht aan de Zusters van Sint Dominicus van Bethanië. Het hoofdhuis werd vervolgens grondig verbouwd en als klooster in gebruik genomen. Verschillende nieuwe gebouwen werden aan het landgoed toegevoegd in verband met het gebruik als kinderinternaat. De tuinaanleg werd aangepast waarbij vooral nieuwe beplanting rondom het jachtslot werd aangebracht. Achter het gebouw ontstond een omsloten plein waar later een tuinaanleg werd gerealiseerd. De moestuin bleef in eerste instantie in gebruik als produktietuin voor de zusters. In de loop der tijd werden verschillende gebouwen aan de westzijde van de moestuin afgebroken en raakte ook de moestuin zelf in onbruik. De lage bakken werden gedeeltelijk verwijderd en een deel van de moestuin werd als boomgaard ingeplant. In 1985 is Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van Mookerheide geworden. In het hoofdgebouw werd een hotel-restaurant gevestigd. Rondom het jachtslot werden de pleinen tot parkeerplaats bestemd. Opnieuw werden enkele gebouwen op het landgoed afgebroken, met name ten westen van de moestuin. Van de moestuin/boomgaard bleef slechts een klein gedeelte als zodanig in gebruik. Vanaf 1995 is door het bureau Brons en Partners Landschapsarchitecten in opdracht van Natuurmonumenten gewerkt aan een renovatieplan voor het gehele landgoed. Als eerste zichtbare resultaten hiervan zijn enkele bomenrijen ingeplant ter versterking van de visueel-ruimtelijke eenheid van de aanleg, is een nieuwe open ruimte gerealiseerd ter plaatse van de voormalige manege, en is begonnen met bos- en laanverjonging.
32
SB4
Mookerheide te Mook
3. DE COMPOSITIE VAN HET PARK.
3.1. Uitgangssituatie en eerste aanleg. Voor een goed begrip van het park is het van belang de uitgangssituatie voor aanleg te vergelijken met het gerealiseerde park. (Afb. 3.1. t/m 3.9.) De topografische kaart uit 1890 laat een rationele bosontginning zien doorsneden door een aantal evenwijdige ontsluitingswegen. (Afb. 3.1.) Het meest zuidelijke deel van het huidige landgoed en de omgeving van de Heumensche Schans zijn op dat moment nog niet tot ontginning gebracht en bestaan uit heide. Hoewel niet op deze kaart (en ook niet op latere kaarten) te zien moet de thans aanwezige (deels overgroeide) scheidswal of grenswal in het noordoosten van het terrein al wel aanwezig zijn geweest. De wal ligt namelijk precies op de grens van twee bospercelen en was in vroeger tijden een gebruikelijke wijze van terrein afbakenen. e Dergelijke bosontginningen kwamen aan het eind van de 19 eeuw in geheel oost-Nederland voor. Hun ontstaan was vaak gestimuleerd door de opheffing van de oude marken en de daaropvolgende verkoop aan particuliere eigenaren die de nog onontgonnen heidegronden aanwendden voor de start van bosexploitatie. De kadastrale wijzigingskaart van 1907 maakt goed duidelijk dat jachtslot en park zijn ingepast binnen het aanwezige raamwerk van bosvakken en wegen. (Afb. 3.3.) Wanneer de door het kadaster gehanteerde omschrijvingen ‘park, manege en schietbaan’, ‘park volières en wegen’, ‘lustbos, park en wegen’, ‘lustbos en wegen’ worden ingekleurd ontstaat een indruk van de omvang van het aangelegde park. In de overige delen, door het kadaster omschreven als: ‘heide en dennenbos’, hakhout, dennenbos en wegen’, ‘dennenbos en wegen’, ‘heide’, zal het sieraspect minder prominent zijn geweest. (Afb. 3.4.) De verkoopkaart uit 1909 maakt een en ander nog duidelijker, vooral door de verschillende aanduidingen voor oude dennen, jonge dennen, zeedennen en ‘plantsoen loofhout’. (Afb. 3.5 en 3.6.) Deze laatste categorie komt sterk overeen met het hierboven bij het kadaster als aangelegd park te interpreteren percelen en werd doorsneden door gebogen wandelpaden. De percelen oude dennen en zeedennen komen juist overeen met de bosopstanden uit 1890. (Vergelijk afb. 3.1.) Zij zijn ten oosten en zuiden van het huis grotendeels gehandhaafd (want economisch waardevol); rondom het jachtslot is hun belijning iets gewijzigd. Ten noorden van het jachtslot heeft de vroegere opstand vrijwel geheel plaatsgemaakt voor nieuw aangeplant ‘plantsoen loofhout’. In de situering van de verschillende bostypen op deze kaart valt op dat ten zuiden van het jachtslot op enkele stroken langs wandelpaden of rondom kruisingen van wegen (de ‘zevensprong’) beplant zijn met ‘plantsoen loofhout’ als contrast met het aangrenzende naaldhout. Deze versiering langs de paden moet gezien worden als een eenvoudige (subtiele) wijze van parkaanleg. Tuinarchitectonisch gezien valt op dat er in de eerste aanleg slechts beperkt sprake is van een samenhangend totaalontwerp. Het jachtslot vormt wel duidelijk het hoofdmoment en het centrum van de buitenplaats (of landgoed). Ten noorden en ten westen van dit huis is een park gerealiseerd met de kenmerken van de voor die tijd gangbare landschapsstijl. Opvallend zijn de royale toegangslanen, de diverse gebogen wandelpaden, het open doorzicht met vergezicht, de gevarieerde bossamenstelling met een afwisseling tussen besloten en open plekken, en de vele sierbeplantingen (waaronder coniferen) rondom het jachtslot. Een cementrustieke brug vormt de hoofdtoegang vanuit het gebouw naar de rondwandeling. Het wandelpark beslaat slechts een klein gedeelte van het totale terrein dat verder hoofdzakelijk uit ontginningsbos met een rationeel padenstelsel blijft bestaan. Slechts op enkele plekken is een wandelpad met daar aan gekoppeld een beperkte versiering door afwijkende beplanting aangelegd. Die wandelpaden en beplantingen zijn gekoppeld aan de dramatiek van de geomorfologie. Zo staat een boomboeket aan de bovengrens van een steile helling en loopt een wandelpad door het diepste deel van een droogdal. Het hertenkamp is vermoedelijk ook reeds vanaf de eerste aanleg aanwezig. Doorsneden door een wandelpad maakte het onderdeel uit van de sieraanleg. De verschillende bedrijfsgebouwen en nutsterreinen (schietbaan, moestuin, manege, etc.) zijn niet in de totaalcompositie opgenomen maar ten zuiden van het huis ‘weggestopt’ in of achter bos. Door hun
33
SB4
Mookerheide te Mook
ligging zijn zij vanuit het huis wel goed bereikbaar maar vormen tegelijk ook een ‘buffer’ naar het zuidelijker gelegen bos. Het is niet te zeggen of deze beperkingen van de aanleg voortkomen uit de uitdrukkelijke wens van de opdrachtgever of aan de kwaliteiten van de betrokken rentmeester D.G. Montenberg. Het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat de totaalaanleg het werk van tuinarchitect L.A. Springer is, aangezien zijn bemoeienis (gebaseerd op de enige tekening die we van hem kennen) zich alleen tot de noordkant van het jachtslot beperkte. Ten aanzien van de oorspronkelijke beplanting van de tuin- en parkaanleg van Mookerheide kan in zijn algemeenheid worden opgemerkt dat er slechts beperkte gegevens voorhanden zijn. Wel zijn aan de hand van oude foto's en beschrijvingen en een vergelijking met het huidige terrein een aantal kenmerken af te leiden. Omstreeks 1905 is een grote diversiteit aan boom- en heestersoorten aangebracht, passend in het concept van de landschapsstijl. De loofbomen werden vooral rondom het hoofdgebouw gesitueerd en vormden een aantrekkelijk contrast met het oudere naaldhout. Coniferen werden, zoals gebruikelijk in die tijd, ook gebruikt als randbeplanting langs de naaldhoutbossen om daarmee een ongewenst zicht op de kale stammen te voorkomen en de blikrichting in doorzichten te begeleiden. Op meerdere plaatsen op het landgoed zijn 'boom-boeketten' aanwezig (meerdere exemplaren van dezelfde soort in één plantgat). Deze bijzondere wijze van aanplant is zeker als een versiering van de aanleg bedoeld. Na de bouw van de kassen zal de moestuin nog meer als voor die tijd als een versierde nutstuin zijn gebruikt. Ook in het leifruit tegen de oudere, betonnen muur, zal de combinatie van sierwaarde en nutsgebruik aanwezig zijn geweest.
Afb. 3.1. Fragment van de Topografische kaart, Blad 572 Mook, verkend 1866, herzien 1890 en 1891. De latere locatie van het huis in rood en de ligging van de oude grenswal in bruin gemarkeerd.
34
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 3.2. Fragment van de huidige Grootschalige Basiskaart Nederland, 2009.
Afb. 3.x. De kaart 'Landgoed Mookerheide' geprojecteerd op de actuele hoogtekaart. (Herkomst: losse bijlage bij Het Landgoed "De Mookerheide". (T.b.v. verkoop op 11 en 18 september 1909.) Druk en cliché-uitvoering van de Boek- en Kunstdrukkerij P.A. Geurts Nijmegen. BLUW, Documentatiecentrum TUIN, inv.nr. 01.396.02A. en www.ahn.nl, bewerking SB4. ) 35
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 3.3. Kadastrale wijzigingskaart van dienstjaar 1908, opgemaakt in 1907.
Afb. 3.4. Kadastrale wijzigingskaart van dienstjaar 1908, opgemaakt in 1907. Ingekleurd zijn de terrein met als omschrijving ‘park, manege en schietbaan’ , ‘park volières en wegen’, ‘lustbos, park en wegen’ of. ‘lustbos en wegen’. Bewerking door SB4.
36
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 3.5. 'Landgoed "Mookerheide".' Schaal 1 : 5000. Ongedateerd, ongesigneerd. (Herkomst: losse bijlage bij Het Landgoed "De Mookerheide". (T.b.v. verkoop op 11 en 18 september 1909.) Druk en cliché-uitvoering van de Boek- en Kunstdrukkerij P.A. Geurts Nijmegen. BLUW, Documentatiecentrum TUIN, inv.nr. 01.396.02A.)
Afb. 3.6. 'Landgoed "Mookerheide". Inkleuring door SB4: donkergroen = oude dennen, middengroen = jonge dennen, lichtgroen = plantsoen loofhout, geel = schaarhout, paars = heide, blauw = zeedennen.
37
SB4
Mookerheide te Mook
3.2. De weg naar meer samenhang. Vanaf 1910 is het de tweede eigenaar van Mookerheide die de functionaliteit van het landgoed vergroot, in eerste instantie door de toevoeging van verschillende dienstgebouwen. Daarbij baseert hij zich op de aanwezige structuur en terreinindeling. Dat betekent dat de nutsfuncties geconcentreerd bleven in een strook ten zuiden van het jachtslot. De veranderingen die omstreeks 1928 werden doorgevoerd kunnen gezien worden als een poging om het park meer sierwaarde te geven en om meer samenhang aan te brengen tussen de verschillende onderdelen en deelgebieden. Door het aanbrengen van gelijkvormige muurwerken (trappen, keermuren, bassinrand) met een identieke en opvallende baksteen (glad en oranje) krijgen de verschillende delen van de tuin (wandelpark en nutstuinen) meer met elkaar gemeen en worden meer als een eenheid ervaren. Voor het overige blijven ingrepen in de totaalaanleg achterwege en blijft de stringente scheiding tussen het gedeelte met de meer sierlijke beplantingen en de ‘produktiebossen’. Deze toevoeging van decoratieve muren moet gezien worden tegen de achtergrond van de Architectonische Tuinstijl die vanaf omstreeks 1915 algemeen gangbaar was voor kleinere (villa)tuinen en deeltuinen binnen een groter geheel. Kenmerk van deze stijl was een geometrische lijnvoering en het veelvuldige gebruik van gebouwde elementen (muren, trappen, pergola’s, bassins, etc), meestal in samenhang met het huis of een bijgebouw, en als basis voor uitbundig beplante vakken waarin sierheesters en vaste planten. Vooral het verdiepte tuintje in de moestuin heeft een vormgeving die past in de Architectonische Stijl en zal hoogstwaarschijnlijk overeenkomstig die stijl voorzien zijn geweest van boordbedden met een zorgvuldig samengestelde combinatie van bloeiende (vaste) planten en kleine heesters. e
Het renovatieplan dat in het midden van de jaren 90 van de 20 eeuw gemaakt werd door het bureau Brons en Partners Landschapsarchitecten voorzag opnieuw in het vergroten van de samenhang binnen het terrein. In dit geval werden grotere en ook meer ruimtelijke ingrepen voorgesteld, waaronder het aanleggen van enkele rechte lanen in aansluiting op de bestaande geometrische structuur en een herziening van de verdeling tussen open terrein en besloten bosvakken ten zuiden van het huis. Daarnaast voorzag het plan in de reorganisatie of herordening van een aantal functionele voorzieningen, waaronder het parkeerterrein. Van het totaalplan zijn slechts enkele onderdelen gerealiseerd waaronder de aanleg van een aantal beukenlanen langs de moestuin en rondom het voormalige manege-terrein en de verjonging van een enkele laan in het bos. Tevens is ten zuiden van de moestuinen een nieuw, rechthoekige open ruimte aangelegd. Met de uitgevoerde onderdelen is een start gemaakt met een verbetering van de aanhechting van het park op de directe omgeving. De aanhechting is echter nog niet optimaal. Ook de beplantingen in het parkgedeelte werden nog niet aangepakt. Op de luchtfoto van 1928, maar ook nog op die van 1982, onderscheidt het centrale parkgebied zich nog steeds van het overige bos door een meer gevarieerde samenstelling. (Afb. 3.7 en 3.8.) In 1982 heeft men hierbinnen pleksgewijs bosverjonging toegepast (of is daar mee bezig). Dit is te zien aan de kapvlakten en de meer homogene vlekken die duiden op een monocultuur. Op de recente luchtfoto zijn de gewijzigde massa-ruimte verhoudingen en de gerealiseerde laanstructuren te zien. (Afb. 3.9.)
38
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 3.7. Luchtfoto, 1928. (Herkomst: Topografische Dienst Emmen.)
Afb. 3.8. Luchtfoto, 1982. (Herkomst: Topografische Dienst Emmen.)
39
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 3.9. Luchtfoto, 2005. (Herkomst: Google Earth.)
40
SB4
Mookerheide te Mook
3.3. Het park ten noorden van de oprijlanen. Zoals hierboven beschreven bestond het aangelegde park ten noorden van de oprijlanen uit twee gedeelten. Het westelijke deel was opnieuw aangelegd, voorzien van gebogen wandelpaden en beplant met gemengd bos; het oostelijk deel bestond uit de oudere rationele bosontginning met voornamelijk naaldhout. Qua vormgeving was het westelijk deel een geheel met het hier tegenover gelegen park aan de zuidzijde van de oprijlaan. De wandelpaden aan weerszijden van de oprijlaan sloten goed op elkaar aan, zodat ruime rondwandelingen vanaf het huis mogelijk waren. Gezien de vele paden die hier vertrekken is de cementrustieke brug direct ten noordoosten van het huis als belangrijke ingang van het park bedoeld. Vanaf de brug ligt een vrij open gebied in het bos de helling af, waarschijnlijk bedoeld als een soort brede vallei. Rondom de vallei staat een diversiteit aan bomen, in groepen, solitair of als boomboeket. Thans aangetroffen oude bomen zijn: tulpenboom, linde, moerbei, tamme kastanje, moseik, suikeresdoorn, zomereik, plataan, esdoorn, scharlaken eik, hongaarse eik, paardekastanje, thuja, taxus (diverse variëteiten), en meerdere coniferen. De toevoeging in 1928 van de gemetselde muren in het doorzicht was geen ingrijpende wijziging van de aanleg; zij sloten aan op bestaande paden of verstoorden deze niet. Een belangrijke kwaliteit van het park was het sterke reliëf en de vergezichten die daardoor mogelijk waren. De toren van het jachtslot was het belangrijkste vertrekpunt voor de vergezichten. Het open grasland vanaf de toren in noordelijke richting maakte het enorme hoogteverschil (ook vanaf de wandelpaden daar doorheen) goed zichtbaar. Mogelijk dat deze strook in eerste instantie ook bedoeld was om vanaf de Heumense Baan het jachtslot op de heuvel te zien liggen. Met het uitgroeien van de tussengelegen beplanting verdween dit uitzicht. Over de beplanting van het parkgedeelte ten noorden van de oprijlanen (‘plantsoen loofhout’) zijn in beperkte mate historische gegevens bekend. De luchtfoto uit 1912 met als titel ‘Vergezicht uit den koepel van huize “De Mookerheide”’ richt zich vermoedelijk naar het noorden, de kerk aan de horizon zou namelijk heel goed de Nijmeegse St. Stevenskerk kunnen zijn. (Afb. 3.10.) Op de voorgrond is een jonge aanplant te zien de bestaat uit een grote diversiteit aan bomen (loof- en naaldhout) en struikgewas. De beplanting lijkt groepsgewijs aangeplant. Op de foto die firma Groenewegen in 1930 afbeeldt is een vergelijkbare beplanting te zien aan weerszijden van de westelijke toegangsweg. (Afb. 3.11.) Uit afbeeldingen van de omgeving van het huis is op te maken dat er een groot sortiment aan heesters was aangeplant, zowel bladverliezend als wintergroen. (Afb. 3.12 en 3.13.) Mogelijk dat nieuwe of extra heesters zijn aangeplant tijdens de verfraaiingen in 1928, maar dat is verder niet bekend.
Afb. 3.10. 'Vergezicht uit den van huize "De koepel Mookerheide".' Uitzicht in noordelijke richting, de toren op de achtergrond is waarschijnlijk de Stevenskerk in Nijmegen. (Herkomst: M., Het landgoed "De Mookerheide". Buiten 6 (1912) 52, p. 620-623.)
41
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 3.11. 'Landgoed "Mookerheide".' (Herkomst: Groenewegen & Zoon, Voor tuinbezitters. De Bilt, 1930.)
Afb. 3.12. 'De werkzaamheden zijn bijna voltooid.’ (Herkomst: A. Altink, Jan J. Luden en Heumen, Zaltbommel, 1988.)
Afb. 3.13. 'Huize "De Mookerheide" van ter zijde gezien.' (Herkomst: M., Het landgoed "De Mookerheide". Buiten 6 (1912) 52, p. 620-623.)
42
SB4
Mookerheide te Mook
3.4. Cementrustieke details. Direct bij de eerste aanleg van het park rondom het jachtslot werden enkele details aangebracht in zogenaamd cementrustiek-werk. (Afb. 3.14 t/m 3.16.) Dit is een techniek waarbij uit cement op natuurgetrouwe wijze rustieke bomen, boomstammen en rotsen werden gemodelleerd. Het cement werd veelal gewapend met ijzeren staven of kippengaas of gedrapeerd over een ruwe onderbouw van baksteen. De natte cement wordt vervolgens met troffel en een stuk ijzerdraad gemodelleerd waarbij een natuurlijke rots of de bast van een boomstam wordt geïmiteerd, inclusief de jaarringen op ‘doorgezaagde’of ‘afgebroken’ takken. Ook werd wel gewerkt met mallen als basis voor afgietsels. e
De oorsprong van deze manier van werken ligt in het midden van de 19 eeuw toen de Franse tuinman Joseph Monier het gewapende cement uitvond en hierop patent aanvroeg. Zijn techniek (ook e wel ‘Système Monier’ genoemd) is daarmee de voorloper van gewapend beton. In de loop van de 19 e en het begin van de 20 eeuw verspreidde de cementrustiek zich vanuit Frankrijk en België naar Nederland. Vooral van de Nederlandse firma’s Moerkoert en Lutters (beiden uit Utrecht) is werk bekend. De decoratieve elementen van cementrustiek werden bij voorkeur toegepast in tuinen en parken in de landschapsstijl en vervingen vergelijkbare objecten uit natuurlijke materialen. Aangetroffen worden bruggen met liggers en leuningen van imitatieboomstammen, rotspartijen en losse rotsblokken, hekpalen van imitatieboomstammen, uit ‘boomstammetjes’ opgetrokken priëlen, grotten met 30 stalagmieten en stalactieten, natuurlijk ogende watervallen of cascades, etc. De veilingcatalogus van 1909 meldt nadrukkelijk ‘een rustiek bruggetje van cement’, waaruit blijkt dat hieraan destijds veel waarde werd gehecht. Zoals eerder genoemd vormde dit object een belangrijk element in de compositie van het park, als ingang tot het wandelpark en vertrekpunt van de verschillende wandelpaden. Ter afwerking van de zuidzijde van de keermuur van de westelijke oprit naar de voordeur is eveneens een cementrustieke afwerking aangebracht in de vorm van rotsen. Aan te nemen is dat dit tegelijk met de bouw van de brug is gerealiseerd en door dezelfde ‘rotseerder’. Helaas is zijn naam ons niet overgeleverd. In de huidige situatie zijn de beide belangrijke sierelementen in vervallen staat en wordt de muurafwerking bovendien door beplanting aan het oog onttrokken. De elementen moeten in relatie gezien worden met de echte natuurstenen keien die rondom de brug en rondom de wandelpaden verwerkt zijn.
30
Afgelopen jaren zijn diverse publicaties over cementrustiek verschenen, onder andere: Meulenkamp, W., Cementrustiek, gekopieerde natuur. In: Onze Eigen Tuin, zomer 2003. Meulenkamp, W. Cementrustiek: een vergeten negentiende- en vroeg twintigste eeuwse stijl en techniek. In: Nieuwsbrief De Donderberggroep, nrs. 12 en 13, 1998. Onderzoek naar het werk van de firma Moerkoert wordt momenteel uitgevoerd door tuihistoricus E.M.J. Blok te Wageningen. 43
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 3.14. Cementrustieke brug, situatie 1999. Onder de brug een ‘waterloop’ van keien. (Herkomst: SB4.)
Afb. 3.15. Detail van de brugleuning met boomstammotief, situatie 2010. (Herkomst: SB4.)
44
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 3.16. Detail van de muurafwerking aan de achterzijde van de oprit naar de voordeur, overgroeid met klimop, situatie 2010. (Herkomst: SB4.)
45
SB4
Mookerheide te Mook
3.5. De huidige situatie ten noorden van het jachtslot. In de huidige situatie is het kenmerkende verschil tussen het westelijke en het oostelijke deel ten noorden van de toegangswegen minder scherp. In beide delen staan fraaie oude bomen, zijn verjongingsvlakjes en een uiteenlopende ondergroei. Wel is het sortiment in het westelijke deel groter dan in het oostelijke deel en staan de verschillende boomsoorten meer in kleine groepjes van dezelfde soort bijeen. Ook zijn er enkele boomboeketten van eik. (Afb. 3.24.) Het specifieke sortiment aan sierheesters is in het parkgebied grotendeels verdwenen, op enkele coniferen en vele taxus na. Rondom het doorzicht is nog een diversiteit aan visueel aantrekkelijke boomsoorten, alle bomen van forse omvang en ouderdom, niet allen in goede staat. (Afb. 3.21.) Voor de aanwezige soorten in het bos en rondom het doorzicht zie hoofdstuk 5. Door achterwege blijven van het juiste onderhoud is beplanting sterk uitgegroeid of spontaan opgeslagen en de ruimtelijkheid van dit deel van het park geleidelijk verloren gegaan. (Afb. 3.17 t/m 3.22.) Verder zijn meerdere wandelpaden verdwenen en muren overgroeid. (Afb. 3.23.) De cementrustieke brug met omgeving vormt niet langer meer een hoofdtoegang tot het park; aansluitende paden zijn verdwenen en de plek is van het jachtslot afgesneden door een parkeerstrook. (Afb. 3.25 en 3.26.)
Afb. 3.17 - 3.19. Het noordelijke doorzicht in 1988. (Herkomst: J. van Rooijen, Landgoed de Mookerheide. Z.pl., 1989.)
46
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 3.20. Het noordelijke doorzicht in 1999. (Herkomst: SB4.)
Afb. 3.21. Het noordelijke doorzicht in 2009. (Herkomst: SB4.)
Afb. 3.22. Het doorzicht vanaf de voordeur van het jachtslot, 2009. (Herkomst: SB4.)
47
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 3.23 Trap in het doorzicht, 2009. (Herkomst: SB4.)
Afb. 3.24. Boomboeket in het bos, 1999. (Herkomst: SB4.)
Afb. 3.25. Achter de parkeerplaats ligt de cementrustieke brug en de ingang van het park, 2009. (Herkomst: SB4.)
Afb. 3.26. Cementrustieke brug aan het begin van de wandelpaden, 2009. De leuning is gedeeltelijk afgebroken. (Herkomst: SB4.)
48
SB4
Mookerheide te Mook
4. WAARDERING EN VISIE.
4.1. Waardering. De huidige tuin- en parkaanleg van Mookerheide in verschillende fasen tot stand is gekomen, waarbij steeds rekening is gehouden met de bestaande aanleg en waarbij de oorspronkelijke terreinindeling en hoofdstructuur is gerespecteerd. Als eerste fase is er de landschappelijke aanleg van omstreeks 1905 waarbij de hoofdstructuur van het landgoed werd bepaald en het grootste deel van de bomen werd geplant. De hierop volgende fase betreft de aanleg in de trant van de Architectonische Tuinstijl uit 1928. Daarbij is de nadruk gelegd op de verfraaiing van de siertuinen rondom het jachtslot en van de moestuin. Als derde fase kunnen de veranderingen van omstreeks 1950 worden aangemerkt. In die tijd werd oude beplanting verjongd en werden de (verwaarloosde en door de oorlog aangetaste) siertuinen direct bij het gebouw opnieuw ingericht. Het oorspronkelijke open achterplein kreeg in die tijd een meer besloten karakter. De laatste, nog voortdurende, fase is in 1995 begonnen met het opstellen van een renovatieplan met als doel de hoofdstructuur van het landgoed te verstevigen, het terrein in functionele zin aan te passen aan het huidige gebruik en de verwaarloosde aanleg opnieuw te verfraaien. De tuin- en parkaanleg bij het Jachtslot Mookerheide te Mook vertegenwoordigt aldus belangrijke waarden. Achtereenvolgens kunnen worden onderscheiden: Cultuurhistorische waarde Het Jachtslot Mookerheide is een goed voorbeeld van een grote buitenplaats zoals die in Nederland werden aangelegd aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw door welgestelden, waaronder bankiers, zakenlieden en fabrikanten. De huidige aanwezigheid van hoofdhuis met sier- en nutstuinen, kassen, fruitmuur en wildkelder temidden van een uitgestrekt bosgebied waarin plaatselijk sierelementen zijn opgenomen vormt nog steeds een typerend voorbeeld van de totale eenheid die bij de aanleg van een dergelijke buitenplaats in het verleden is bedoeld en nagestreefd en verwijst naar de oorspronkelijke combinatie van economisch en esthetisch gebruik van de bijbehorende gronden. Jachtslot Mookerheide is een karakteristiek voorbeeld van de ontwikkeling die veel Nederlandse buitenplaatsen in de loop van de twintigste eeuw hebben doorgemaakt, namelijk de overgang van particulier bezit en privé-gebruik naar institutioneel bezit en openbaar of semi-openbaar gebruik met parallel hieraan het aanpassen van de terreininrichting aan de door het nieuwe gebruik gestelde functionele en financiële eisen, waarbij getracht is zoveel mogelijk de bestaande aanleg te handhaven en/of te benutten. Aan de goede documentatie van de oorspronkelijke aanleg, en met name het veilingboekje uit 1909, ontleent de aanleg een belangrijke meerwaarde. Tuinhistorische waarde De bewaard gebleven hoofdstructuur van de in de eerste decennia van de twintigste eeuw tot stand gekomen aanleg, die omstreeks 1928 belangrijk werd verfraaid en na de Tweede Wereldoorlog aan de nieuwe vormen van gebruik werd aangepast, geeft een goede indruk van een tuin- en parkaanleg behorend bij een begin twintigste eeuwse buitenplaats. De oudste aanleg van het terrein met een park in landschapsstijl, voorzien van gebogen wandelpaden, zorgvuldig vormgegeven doorzichten en een gevarieerde beplanting van bomen en heesters, waarbinnen enkele bloemperken in aansluiting op de voorzijde van het huis was een typisch voorbeeld van de zogenaamde landschapsstijl, die in de mode was in het midden van de negentiende en de eerste jaren van de twintigste eeuw. De tuinonderdelen in geometrische stijl, welke omstreeks 1928 aan de aanleg zijn toegevoegd en thans nog vrijwel volledig aanwezig zijn (keermuren in het noordelijke doorzicht, kleine kas met naastgelegen verdiepte tuintje), passen bij de in die jaren populaire Architectonische Tuinstijl. De in de jaren vijftig gerealiseerde herinplant van de bomen langs de toegangslaan is van waarde als maatregel voor het behoud van het laankarakter. De verandering van het achterplein tot omsloten tuin betekende een verandering in de oorspronkelijke visueel-ruimtelijke situatie rondom het hoofdhuis en moet, evenals het aanbrengen en herinrichten van nieuwe plantvakken rondom het huis, gezien worden als typerend voor en passend bij de verandering van gebruik van het hoofdhuis. Dit laatste geldt ook 49
SB4
Mookerheide te Mook
voor de ingebruikname van delen van het terrein als parkeerterrein vanaf de tweede helft van de jaren tachtig. De thans nog aanwezige kweekkassen en fruitmuur zijn typerende utilitaire onderdelen behorend bij een buitenplaatsaanleg en vormen een verwijzing naar de kweek- en teelttechnieken die vanouds op een buitenplaats werden toegepast. De, helaas deels vervallen, cementrustieke brug voor het huis als toegang tot het landschappelijk vormgegeven wandelpark en de als kunstrots uitgevoerde muurafwerking tegen de oprit naar het huis zijn karakteristieke sierelementen voor het eind van de negentiende en begin van de twintigste eeuw en zijn door hun, ten opzichte van veel van dergelijke elders in Nederland aangetroffen cementrustieke elementen, relatieve gaafheid van waarde. Tuin- en landschapsarchitectonische waarde Vanuit tuin- en landschapsarchitectonisch oogpunt ontleend het terrein een belangrijke waarde aan de wijze waarop huis, tuin en park zijn ingepast in het bestaande landschap, met het huis op het hoogste punt van de stuwwal en de gebruikmaking van het aanwezige jonge naaldbos waaraan rondom het huis een afwisseling aan loofbomen is toegevoegd. Het jachtslot als centrum van het landgoed is in het terreinontwerp geaccentueerd door de loop van de paden en de oriëntatie van ingekaderde doorzichten en van weidse uitzichten. De oorspronkelijke in het terrein aanwezige vloeiende overgang van een gedetailleerde sieraanleg rondom het hoofdhuis naar een productiebos met enkele sierelementen op grote afstand van het huis wordt door de huidige vormgeving, inrichting en gebruik van de directe omgeving van het huis niet langer meer ondersteund. De in essentie nog aanwezige toevoegingen en veranderingen van omstreeks 1928 hebben door een eenduidig materiaalgebruik voor een eenheid tussen de verschillende, verspreid rond het jachtslot gelegen, onderdelen van de tuinaanleg gezorgd, met name door het consequente en steeds terugkerende gebruik van de gladde, oranje baksteen als bouwelement voor muren en randafwerkingen. De in de jaren vijftig aangelegde besloten binnentuin en de in de jaren tachtig voor parkeren in gebruik genomen terreinen zijn zowel in hoofdopzet als in detaillering van zeer geringe architectonische kwaliteit en vertegenwoordigen daardoor geen tuin- en landschapsarchitectonische waarden. e De in de jaren 90 van de 20 eeuw toegevoegde en verbeterde lanen en herordening van bos en open ruimten is door de onvolledige uitvoering van het daaraan ten grondslag liggende ontwerp niet goed tot zijn recht gekomen. Het is een groot gemis dat de bedoelde samenhang tussen terrein en jachtslot niet tot stand is gebracht door achterwege blijven van ingrepen in de directe omgeving van het gebouw. Zeldzaamheidswaarde Jachtslot Mookerheide met zijn bijbehorende tuin- en parkaanleg was, gezien de bijzondere terreinsituatie, in aanleg reeds zeldzaam. Hoewel plaatselijk in verwaarloosde staat en enigszins veranderd is de omstreeks 1905 gerealiseerde en omstreeks 1928 verfraaide aanleg in hoofdopzet nog goed herkenbaar. Verschillende onderdelen van de aanleg, met name de verdiepte bloementuin en het aflopende doorzicht, zijn in essentie ongewijzigd gebleven. Hierdoor vormt de aanleg op Mookerheide in zijn totaliteit een goed voorbeeld van een begin twintigste eeuwse terreinaanleg bij een buitenplaats en is als zodanig redelijk zeldzaam geworden. Samengevat kunnen naast de algemene hoofdopzet de volgende waardevolle onderdelen in het terrein worden aangewezen: - de beide oprijlanen - de driehoekige terreinen bij de aansluitingen van de oprijlanen op elkaar - gebogen wandelpaden - het bassin onder de oprit - de kassen en kweekbakken - de leifruitmuur - de moestuinen - het verdiepte tuintje bij de kleine kas - de wildkelder - het cement-rustieke bruggetje en de ‘kunstrotsen’ - het noordelijke doorzicht met keermuren, boomgroepen, solitairen en coniferen - diverse boom-boeketten - verschillende boomgroepen en coniferen rondom het huis
50
SB4
Mookerheide te Mook
4.2. Visie en streefbeeld. Zoals hierboven reeds betoogd heeft de tuin- en parkaanleg bij jachtslot Mookerheide interessante cultuurhistorische, tuinhistorische en tuin- en landschapsarchitectonische waarden. Herstel en verbetering van de oorspronkelijke bedoelde situatie moet de inzet zijn van toekomstig beheer. Daarvoor zullen specifieke herstelwerkzaamheden uitgevoerd moeten worden, onder meer gericht op het wegwerken van achterstallig onderhoud, bouwkundig herstel van elementen, en het revitaliseren van beplantingen. Daarnaast is het wenselijk het terrein op onderdelen aan te passen naar het huidige gebruik, met name ten behoeve van een passend en duurzaam gebruik van het jachtslot waarbij ook aan dit gebruik eisen gesteld mogen worden ten behoeve van het behoud van cultuurhistorische, tuinhistorische en tuin- en landschapsarchitectonische waarden. De situatie dat het totale terrein in handen is van meerdere eigenaren vraagt om een goede en zorgvuldige afstemming en een positieve grondhouding van alle partijen. Voor het gebied ten noorden van de oprijlanen geldt specifiek dat hier een interessante scheiding aanwezig is tussen het voormalige ontginningsbos (oost) en het aangelegde sierpark (west). Dit komt tot uiting in het padenstelsel, het verloop van de paden en deels ook nog in de beplanting zelf. Een goed uitgangspunt voor het toekomstig beheer is de handhaving van deze tweedeling, die een vrijwel rechte scheidslijn kent. Het oostelijk deel kan dan als bos met natuurwaarden worden beheerd (met behoud van de oude scheidswal), terwijl in het westelijk deel de nadruk wordt gelegd op herstel en beheer van een gevarieerd parkbos met wandelpaden, doorzicht en met de cementrustieke brug als ‘entree’. Bij herstel van het parkbosgedeelte moet vooral ingezet worden op het herstel van de bedoelde ruimtelijkheid en van de ruimtelijke en visueel aantrekkelijke compositie met een diversiteit aan boomsoorten. Zoveel mogelijk moet daarbij uitgegaan worden van het behoud van oude bomen. Aangezien de huidige bomen volgroeid zijn is er nog maar beperkt ruimte voor het terugbrengen van de oorspronkelijke rijke heesteraanplant. Omdat prioriteit gegeven wordt aan het behoud van oude bomen, wordt op dit moment afgezien van het herplanten van grote aantallen sierheesters. Voor het parkbos geldt ook dat de beleefbaarheid hersteld moet worden door de toegankelijkheid vanaf het jachtslot in combinatie met verbetering van de paden. De cementrustieke brug speelt een cruciale rol in de ontsluiting van het park, zowel functioneel als visueel. De aldus geformuleerde visie kan worden weergegeven als ruimtelijk streefbeeld. (Afb. 4.1.) Kenmerkend is de tweedeling van het plangebied met produktiebos in het oosten en meer parkbos in het westelijk deel. De strakke rechte lijn als scheiding is historisch bepaald. Binnen het productiebos ligt de oude rechte scheidswal als herkenbare lijn. De wandelpaden volgen een gebogen verloop en beginnen voor een belangrijk deel bij de cementrustieke brug ten noordoosten van het jachtslot. Onder de brug door voert een ‘waterloop’ waarlangs natuurstenen keien. Vanaf de brug in noordelijke richting ligt een relatief open ‘vallei’ met aan weerszijden bomen en boomgroepen en een enkele boomboeket. Ten noorden van het jachtslot ligt een open grasstrook de hellingafwaarts. Hierlangs staat een diversiteit aan boomsoorten (zowel loof- als naaldhout) en (voornamelijk) wintergroene heesters. Het parkbos gedeelte ten noorden van het jachtslot (rondom het doorzicht, rondom de ‘vallei’ en daartussen) is relatief transparant met een beperkte kroonprojectie en een laag bedekkingspercentage van de struiklaag. Het parkbos onderscheidt zich verder van het productiebos door een grotere diversiteit in sortiment. In beide gebieden is ruimte voor de ontwikkeling van natuurwaarden.
51
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 4.1. Ruimtelijk streefbeeld voor het gedeelte ten noorden van de toegangslanen.
52
SB4
Mookerheide te Mook
5. HERSTELPLAN.
5.1. Maatregelen. Voor de realisatie van het streefbeeld zijn uiteenlopende maatregelen en ingrepen nodig, in veel gevallen gevolgd door een aangepast beheer. De maatregelen hebben zowel betrekking op de bouwkundige elementen (brug, watergoot, keermuren), de paden als op de beplantingen. Hoewel een en ander in samenhang uitgevoerd dient te worden, wordt hieronder voor de duidelijkheid een opsplitsing in elementen of deelgebieden gemaakt. Toegangslanen. Voor zowel de oostelijke als de westelijke toegangslaan geldt: - herstellen verharding is dringend gewenst - snoeien laanbomen - achter de laanbomen een beplantingsvrije zone aanhouden van 5 meter tot aan de bosrand De entreepoort aan de westelijke toegangslaan herstellen. Bebording en bewegwijzering herzien. Ideaal is een eenheid en eenduidigheid in de bebording en een beperkt aantal op strategisch gekozen plekken. Wandelpaden. Alle historische wandelpaden in dit gedeelte kunnen worden teruggevonden en vervolgens hersteld. Voor alle wandelpaden geldt: verwijderen van opslag uit de berm (1-2 meter) en vervolgens de berm beheren als ruig grasland. De gewenste padbreedte is 2.0 meter. In het parkbosgedeelte (west) van zowel de bestaande als de verdwenen wandelpaden de bovenste humuslaag verwijderen en een 5 cm dik zandbed (vermengd met een weinig grond) inbrengen. (Afb. 4.2.) De overige paden (die een ontginningsherkomst hebben) alleen ontdoen van humus en blad. Het meest noordelijke wandelpad kent ter hoogte van het doorzicht een kantopsluiting met natuurstenen keien. Deze vrijmaken en zonodig herplaatsen en aanvullen.
Afb. 4.2. Te herstellen parkwandelpaden (grijs). Locaties rand natuurstenen keien zijn gemarkeerd (oranje). De paden sluiten aan op de cementrustieke brug (rood) en vallei (blauw).
53
SB4
Mookerheide te Mook
Zwerfvuil. Verwijderen zwerfvuil uit het gehele gebied, tevens bron van de vervuiling opsporen en aanpakken. Keermuren. De keermuren in het doorzicht zijn een latere toevoeging aan het park (1928), doch sluiten in materiaal en vormgeving naadloos aan bij de in diezelfde tijd opgetrokken bouwwerken aan de andere zijden rondom het jachtslot. De muren en de daarin opgenomen trappen worden ontdaan van begroeiing. Hierna kan de bouwkundige schade (scheuren, los voegwerk, verzakking, etc.) worden opgenomen en gerepareerd. Uitgangspunt bij deze reparatie is het noodzakelijke bouwkundig herstel. Doorzicht. Om het noordelijke doorzicht met zijn specifieke sierwaarden te behouden en tegelijk de ruimtelijkheid te herstellen zullen enkele oude, erg slechte, scheefhangende of te ver naar binnen gegroeide bomen geveld moeten worden, sommige bomen gesnoeid, opslag verwijderd en uitgegroeide heesters gesnoeid. Deze ingrepen worden terughoudend en voorzichtig uitgevoerd. Hierna zullen de overblijvende bomen en struiken weer de ruimte hebben om zich verder te ontplooien en zal hun specifieke habitus goed zichtbaar zijn. Vooralsnog zal er geen ruimte (en noodzaak) zijn voor nieuwe aanplant, met uitzondering van een groep van 7 scharlakeneiken ter plaatse van de te kappen exemplaren aan het noordeinde van het doorzicht (aan te planten in de maat 14-16). Belangrijk is om de ontwikkeling van de beplanting rondom het doorzicht goed bosbouwkundig en tuinarchitectonisch te monitoren en daarbij vooral de boomkwaliteit en het visueel-ruimtelijke effect in de gaten te houden. Verwacht wordt dat geregeld ingrijpen (snoeien, vellen) nodig is waarna op termijn ook bijgeplant zal moeten worden. Het moment waarop verdere aanplant wenselijk is, kan op dit moment nog niet exact voorzien worden, te denken is over 5 tot 10 jaar. Bij de aanplant moet uitgegaan worden van het voor het doorzicht specifieke sortiment. Zoals beschreven in de tabel hieronder. Voorgesteld wordt om het grasland in het doorzicht opnieuw te gaan maaien, waarbij ook tot onder de boomkronen wordt gemaaid. Idealiter wordt een hooilandbeheer gehanteerd. Indien dit niet mogelijk is (bijvoorbeeld i.v.m. met de verstoring door wilde zwijnen) kan gekozen worden voor begrazing met schapen (jaarrond of gedurende een kortere periode). In dat geval is een raster noodzakelijk, evenals voorzieningen ten behoeve van de wandelpaden (klaphekjes). De ingrepen in de beplanting rondom het doorzicht worden in onderstaande schematische kaart weergegeven. (Afb. 4.3.)
54
SB4
Mookerheide te Mook
Afb. 4.3. Ingrepen in de beplanting rondom het doorzicht, het jachtslot ligt onder. Rood = verwijderen, groen = handhaven, blauw = snoeien (opkronen, tak wegnemen, dood hout snoei, of afzetten en laten uitlopen (taxus)) .[tx=taxus.] Ter plekke van de te vellen groep scharlakeneiken wordt een nieuwe groep van 7 stuks aangeplant.
55
SB4
Mookerheide te Mook
Cementrustieke brug en omgeving. Een voorzichtige verkenning ter plekke heeft aangetoond dat er rondom de brug ook veel natuurstenen keien aanwezig zijn. Waarschijnlijk is er onder de brug een met keien afgewerkte ‘watergoot’ die aan beide zijden over langere afstand doorloopt. Ook de helling achter de brug lijkt (deels) met keien bekleed. Door voorzichtig (handwerk) schoonmaken van de plek zullen de keien in beeld gebracht moeten worden. (De keien daarbij in eerste instantie niet opnemen of verplaatsen.) Vervolgens kan de totale situatie in ogenschouw worden genomen en een verder plan van aanpak opgesteld. De brug (brugdek, draagconstructie, leuningen) herstellen door een deskundig restaurator. Vanaf de brug ligt door het bos een vrij open strook de helling af naar beneden. Dit lijkt een brede vallei te zijn, aangekleed met boomgroepen, boomboeketten en heesters (thans voornamelijk taxus). Na dunning van het omringende parkbos (zie onder bos), snoei van uitgegroeide heesters en opgraven van de ligging van de waterloop dient hier een open vallei met grazige vegetatie nagestreefd te worden. De parkeerstrook voor de cementrustieke brug opheffen, gras herstellen en een wandelpad (conform de parkwandelpaden) vanaf jachtslot naar brug aanleggen. Exact verloop van dit pad bepalen na schoonmaken van ‘waterloop’ en omgeving. Idealiter wordt tegelijk met de cementrustieke brug ook het cementrustiekwerk tegen de muur van de westelijke oprit naar de entree van het jachtslot gerestaureerd. Dit onderdeel valt echter buiten de plangrens. Bos. Voor beheer en ontwikkeling van zowel het bos met natuurwaarden als het gevarieerde parkbos zijn ingrepen in de huidige houtige opstand gewenst. Uitgangspunt voor het beheer van de bosvakken is het bereiken en behouden van een (park)bos met een natuurlijk ogende opbouw en een verscheidenheid aan soorten. Daarmee is bedoeld een variatie (licht-donker, open-dicht, loofhoutnaaldhout, paddenstoelen, etc.), een gelaagde opbouw (kruid-, heester- en boomlaag) en een diversiteit in ouderdom en er wordt ruimte gegeven aan staand en liggend dood hout. De ingrepen bestaan uit dunnen, vrijstellen van waardevolle bomen, snoei en bijplanten. De snoei is afwisselend gericht op het creëren van een fraaie habitus, het wegnemen van dood hout, veiligheid voor de bezoekers en/of het herstellen van doorzicht en ruimtelijkheid. De maatregelen in de verschillende bosvakken worden hieronder in tabelvorm uitgewerkt. Bij bleswerkzaamheden de bijzondere boomvormen zoals meerstammig, boomboeket, scheef (maar vitaal) behandelen als toekomstboom en deze bevoordelen. Na de eenmalige eerste ingrepen zal periodiek opnieuw ingegrepen moeten worden, bijvoorbeeld het uitvoeren van dunningen ten gunste van de benoemde doelsoorten en het bereiken en behouden van de gewenste kroonprojectie. Er wordt thans voor gekozen om de heesterlaag in eerste instantie meer licht te geven en spontaan te laten ontwikkelen. Per bosvak is aangegeven welk bedekkingspercentage van de struiklaag wenselijk is, waarmee meer open en meer besloten sferen benoemd zijn. Door regulier beheer dient dit in stand gehouden te worden. Na een periode van 5 jaar moet bekeken worden hoe de struiklaag zich ontwikkeld en of er verder ingegrepen moet worden, bijvoorbeeld door bijplanten. Er is een algemene lijst opgesteld met gewenste heestersoorten, onderscheiden naar type standplaats. (Zie hieronder.) Aanplanten alleen met plantsoen van geselecteerde herkomst. Solitaire bomen of boomgroepen aanplanten in de maat 8-10 (loofhout) of 200-250 (naaldhout). Gewenst is drie jaar nazorg bij aanplant van solitairen of boomgroepen, bestaande uit watergeven, controle en voorkomen van vraatschade. Op enkele plaatsen in het terrein is er veel spontane opslag van Douglas. Deze opslag is goed te bestrijden door selectief af te zetten, daarbij rekening houdend met de gewenste onderlaag of toekomstige opstand.
56
SB4
Mookerheide te Mook
In het plangebied is op enkele plaatsen een ware plaag van Amerikaanse eik gaande. Om deze soort (die wel hoort bij een parkbos van omstreeks 1900) tot een beheersbaar aandeel terug te dringen is het noodzakelijke de natuurlijke opslag te bestrijden eventueel inclusief een behandeling van de stobbe. Hier is dus intensivering van het beheer vereist, eventueel ondersteund door de inzet van een schaapskudde.
Dood hout. Vanuit oogpunt van natuurwaarden, maar ook voor recreatie en educatie, is een aandeel staand en liggend dood hout gewenst. Wel moet gezorgd worden dat de aanwezigheid van dood hout niet de overhand krijgt in het aanzien van het terrein. Een bezoeker van een buitenplaats verwacht een verzorgd terrein aan te treffen. Dat betekent dat dood hout vooral meer in het midden van bosvakken op zijn plaats is, zowel staand als liggend. In sommige gevallen kan een staande dode boom (mits veilig of gekandelaberd) een rol spelen in beeld en ritmiek van een rij laanbomen. Een enkele staande dode boom in het zicht verwijst naar de vergankelijkheid van een park of bos. Daarnaast wordt het zien van paddenstoelen (op een dode boom) door het publiek positief beleefd en kan bijvoorbeeld tijdens excursies van educatief belang zijn. Liggende stammen moeten op ‘natuurlijke’ wijze in het terrein liggen. Dat betekent: alsof de boom ter plekke is omgevallen en blijven liggen, wat idealiter ook het geval is. Niet passend is het aan stukken zagen van stammen en vervolgens opstapelen of het gebruik van dode boomstammen als afscheiding of barrière op en langs paden. De hoeveelheid en plaats van dood hout is een dynamisch gegeven. Bomen gaan dood, vallen om, verteren en verdwijnen. Het geven van vaststaande regels is onmogelijk, het is de taak van de beheerder om met gevoel en inzicht te bepalen of een dode boom op die plek mag blijven staan of liggen, of dat verwijderen een betere optie is. In verband met de openstelling dient te allen tijde gezorgd te worden voor de veiligheid van de bezoekers (middels periodieke boomcontroles).
57
SB4
Mookerheide te Mook
5.2. Sortiment. Binnen het plangebied is een inventarisatie gemaakt van de thans aanwezige soorten in de boom- en heesterlaag. Dit is weergegeven in onderstaande tabel. Van de heesterlaag bestaat uit de historische gegevens sterk de indruk dat deze een rijker en gevarieerde sortiment kende dan thans het geval is. Door ouderdom, uitgroei van het bos en achterwege blijven van specifiek onderhoud zijn soorten verdwenen. Hoewel het niet de bedoeling is om een exacte reconstructie van het bos omstreeks 1900 te maken, is enige vergroting van de diversiteit wel aantrekkelijk (zowel voor beleving als voor natuurwaarden). Om die reden is de heesterlijst uitgebreid met enkele thans niet aanwezige, maar bij een bos of park van omstreeks 1900 wel heel goed passende soorten. Gekeken naar de sierwaarde van de soorten is een onderscheid te maken in wenselijke standplaats. Daarbij is een verschil te maken in: rondom het doorzicht (meest sierlijk); in het parkbos (nadruk op sierwaarde) [= bosvakken 1 t/m 24]; in de overige bosvakken (sier- en ecologische waarde) [= bosvakken 17 t/m 25]. Een en ander is aangegeven in de tabel. In het beheer kan hierop worden ingespeeld. Een gelijkmatige verdeling over de heestersoorten en het beheersen van sterk woekerende en verjongende soorten is gewenst.
58
SB4
Mookerheide te Mook
ez i e n g in se 20 10 d o lijk in or : zi p a ch t rk bo s ov er ig bo s
aa
w
nw
en sc W et
N l .n
aa m
ha p
pe lij
ke
na
am
Sortimentslijst:
bomen
beuk fijnspar gewone zilverspar grove den haagbeuk hongaarse eik jap. larix lijsterbes moseik nordmanspar paardekastanje plataan pluimes rode beuk scharlaken eik tamme kastanje tulpenboom westerse levensboom winter linde witte acacia witte esdoorn zilverspar zomereik zwarte moerbei
Fagus sylvatica Picea abies Abies alba Pinus sylvestris carpinus betulus Quercus frainetto Larix kaempferi Sorbus aucuparia Quercus cerris Abies nordmanniana Aesculus hippocastanum Platanus x acerifolia Fraxinus ornus Fagus sylvatica spec Quercus coccinea Castanea sativa Liriodendron tulipifera Thuja occidentalis Tilia cordata Robinia pseudoacacia Acer saccharinum Abies alba Quercus robur Morus nigra
boerenjasmijn eenstijlige Meidoorn Gelderse roos gele kornoelje gewone sering gewone vlier hazelaar hondsroos hulst krent rhododendron tweestijlige meidoorn venijnboom venijnboom spec. vuilboom wilde kardinaalmuts wilde liguster
Philadelphus coronarius Crataegus monogyna Viburnum opulus Cornus mas Syringa vulgaris Sambucus nigra Corylus avellana Rosa rubiginosa Ilex auquilifolium Amelanchier ovalis Rhododendron ponticum Crataegus laevigata Taxus baccata Taxus baccata dovastoniana aurea Frangula alnus Euonymus europaeus Ligustrum vulgare
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x
x x x x x
x x
x x
x x
x
x
x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x x
x
x
x x
x
heesters
59
x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x
SB4
Mookerheide te Mook
5.3. Bosvakken. Toelichting op de tabellen per bosvak. In de hieronder opgenomen tabellen is voor de beplanting per bosvak het gewenste eindbeeld uitgewerkt, met daarbij een aanduiding van de gewenste percentages kroonprojectie en bedekking van de struiklaag. Voor de boomopstand is de wenselijke verdeling in soorten aangegeven. Voor het sortiment van de struiklaag wordt verwezen naar de algemene tabel hierboven, waarbij nogmaals opgemerkt dat een gelijkmatige verdeling over deze soorten en het beheersen van sterk woekerende en verjongende soorten gewenst is. (Zie ook afb. 4.4 voor de nummering van de bosvakken.) Het gewenste percentage kroonprojectie moet middels dunning bereikt worden. Tijdens het blessen is rekening te houden met de gewenste verdeling van de soorten. Tevens is het gewenst om binnen het bosvak enige differentiatie in meer besloten en meer open aan te brengen. In principe wordt vooralsnog zeer beperkt bijgeplant. Het aangegeven percentage struikbedekking zal zich door uitgroei van aanwezige en spontane vestiging van nieuwe planten moeten ontwikkelen. In de toekomst zal voor het behoud hiervan gedund en selectief beheerd moeten worden in de heesterlaag (o.a. snoeien en afzetten en zonodig bijplanten).
Afb. 4.4. Nummers van de bosvakken.
60
SB4
Vaknummer 1
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -opstand van monumentale linden en parkbomen Streefbeeld: -open lindenweide grenzend aan laan en de zichtas en afgewisseld met gevarieerde parkbomen.
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
65% Latijnse naam
acacia
Robinia pseudoacacia
Hollandse linde
Tilia europaea
verhouding in % 0 35
kleinbladige linde
Tilia cordata
35
tamme kastanje
Castanea sativa
17
tulpenboom
Liriodendron tulipifera
3
zoete kers
Prunus avium
8
zwarte moerbei
Morus nigra
2 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
15
eenmalige werkzaamheden: -verwijderen van alle Amerikaanse eik, esdoorn en vlier -vrijstellen bomen uit de doelsoorten -takkenril langs oprijlaan opruimen
Periodieke maatregelen: -natuurlijke opslag van hulst en taxus bevoordelen -strook tussen bosvak en laan vrij van opslag en laan concurrentie -na dunning takken versnipperen en snippers afvoeren
61
SB4
Vaknummer 2
Mookerheide te Mook
terreintype:
gemengde opstand
Beschrijving: -gemengde opstand met gesloten onderetage Streefbeeld: -gemengde opstand van monumentale bomen met een gevarieerde half open onderetage
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
75% Latijnse naam
verhouding in %
acacia
Robinia pseudoacacia
30
douglas
Pseudotsuga menziesii
15
fijnspar
Picea abies
10
tamme kastanje
Castanea sativa
zachte berk
Betula pubescens
zomereik
Quercus robur
8 7 30 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
35
Eenmalige werkzaamheden: -dunnen t.b.v. de doelsoorten -dunnen opstand en vrijstellen bomen uit de doelsoorten -takkenril langs laan opruimen Periodieke maatregelen: -onderetage openhouden -opslag tussen laan en bosvak verwijderen -Amerikaanse eik beheersen
62
SB4
Vaknummer 3
Mookerheide te Mook
terreintype:
gemengd bos
Beschrijving: -jonge opstand met een gevarieerde struiken en bomen Streefbeeld: -gemengde opstand met een goed ontwikkelde struik etage
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nd. naam
65% Latijnse naam
verhouding in %
fijnspar
Picea abies
Douglas
Pseudotsuga menziesii
15
tamme kastanje
Castanea sativa
10
zachte berk
Betula pubescens
70
5
bedekkings % Struiketage
sortiment zie algemene lijst
35
eenmalige werkzaamheden: dunnen t.b.v. de doelsoorten
Periodieke maatregelen
beheersen Amerikaanse eik
63
SB4
Vaknummer 4
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: - productievak Douglas, langs de sierranden van de zichtas bijzondere bomen Streefbeeld: -vrijstaande bomen in de sierrand, monumentale eiken en tamme kastanjes en de bomen in de rand met vak nr.5 ondervinden geen concurrentie van de Douglas Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
85% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
Hongaarse eik
Quercus frainetto
62 3
tamme kastanje
Castanea sativa
5
zomereik
Quercus robur
30 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
10
eenmalige werkzaamheden: -sterke bosbouwkundige dunning in de Douglas t.b.v. de eiken en tamme kastanje en rand vak 5
Periodieke maatregelen: -dunnen
64
SB4
Vaknummer 5
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -gemengde opstand Streefbeeld: -open parkbos met gemengde soorten in "solitaire" groepen
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
75% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
gewone beuk
Fagus sylvatica
15
5 20
grove den
Pinus sylvestris
haagbeuk
Carpinus betulus
10
rode beuk
Pinus sylvestris spec.
10
witte esdoorn
Acer Saccharum
10
zachte berk
Betula pubescens
10
zomereik
Quercus robur
20 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
35
eenmalige werkzaamheden: -vrijstellen van de boomgroepen -1 x bestrijden Amerikaanse eik
Periodieke maatregelen: - Amerikaanse eik beheersen
65
SB4
Vaknummer 6
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -gemengde met groot aandeel grove den Streefbeeld: -open parkbos met loof- en naaldhout soorten
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
80% Latijnse naam
verhouding in %
acacia
Robinia pseudoacacia
gewone beuk
Fagus sylvatica
20
1
grove den
Pinus sylvestris
40
zachte berk
Betula pubescens
30
zomereik
Quercus robur
9 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
5
eenmalige werkzaamheden: -1x bestrijden van Amerikaanse eik
Periodieke maatregelen: -beheersen Amerikaanse eik
66
SB4
Vaknummer 7
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -gemengde opstand met groepsgewijze aanplant Streefbeeld: -open parkbos met groepsgewijze gemengde soorten, in onderetage een natuurlijke ontwikkeling van hulst Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
65% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
2
fijnspar
Picea abies
3
gewone beuk
Fagus sylvatica
45
haagbeuk
Carpinus betulus
10
kleinbladige linde
Tilia cordata
zomereik
Quercus robur
10
grove den
Pinus sylvestris
15
zachte berk
Betula pubescens
7
8 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
35
eenmalige werkzaamheden: -vrijstellen "solitaire" boomgroepen
Periodieke maatregelen: -beheersen Amerikaanse eik
67
SB4
Vaknummer 8
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -snoeivak Amerikaanse eik met enkele solitaire wintereiken. Streefbeeld: -open bosvak met snoei (hakhout) van Amerikaanse eik en enkele groepen winter eik.
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
20% Latijnse naam
verhouding in %
Amerikaanse eik
Quercus rubra
hakhout 75
winter eik
Quercus petraea
aantal bij te planten
25
bedekkings % Struiketage
sortiment zie algemene lijst
15
eenmalige werkzaamheden: -de snoeiende bloemist een contract aanbieden zodat sturing mogelijk is aanplant 2 groepen winter eiken
Periodieke maatregelen: -beheersen van de Amerikaanse eiken opslag door snoeien of periodiek afzetten
68
6
SB4
Vaknummer 9
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -gemende opstand met groot aandeel tamme kastanje Streefbeeld: -gemengde opstand waarbij de kronen zich solitair kunnen ontwikkelen de tamme kastanje blijft de beeldbepalende boom. Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
75% Latijnse naam
verhouding in %
grove den
Pinus sylvestris
20
tamme kastanje
Castanea sativa
80 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
35
eenmalige werkzaamheden: -1x bestrijden Amerikaanse eik en vogelkers -dunnen t.g.v. "solitaire "kronen
Periodieke maatregelen: -beheersen Amerikaanse eik en vogelkers
69
SB4
Vaknummer 10
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -gemengde opstand Streefbeeld: -gemengde opstand met gevarieerde struiken etage
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
85% Latijnse naam
verhouding in %
acacia
Robinia pseudoacacia
3
Douglas
Pseudotsuga menziesii
10
Noorse esdoorn
Acer platanoides
rode beuk
Fagus sylvatica spec.
tamme kastanje
Castanea sativa
zachte berk
Betula pubescens
zomereik
Quercus robur
3 5 60 9 10 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
45
eenmalige werkzaamheden: -dunning waarbij het sortiment gehandhaafd blijft -1x bestrijden Amerikaanse- eik, vogelkers en Douglas - vrijstellen laan van bosvak
Periodieke maatregelen: -opslag van Amerikaanse eik en vogelkers en Douglas beheersen -laan vrijstellen van bosvak
70
SB4
Vaknummer 11
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -gemende opstand met groot aandeel tamme kastanje Streefbeeld: -gemengde opstand met waarbij de kronen zich solitair kunnen ontwikkelen de tamme kastanje blijft de beeld bepalende boom. Gewenste verdeling na 6 jaar: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam tamme kastanje
75% Latijnse naam Castanea sativa
verhouding in % 100 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
45
eenmalige werkzaamheden: -1x bestrijden Amerikaanse eik en vogelkers -dunnen t.g.v. "solitaire kronen -laan vrijstellen van bosvak
Periodieke maatregelen: -beheersen Amerikaanse eik en vogelkers
71
SB4
Vaknummer 12
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -gemende opstand met groot aandeel tamme kastanje Streefbeeld: -gemengde opstand met waarbij de kronen zich solitair kunnen ontwikkelen de tamme kastanje blijft de beeld bepalende boom. Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
Struiketage
75% Latijnse naam
verhouding in %
Japanse lariks
Larix kaempferi
75
tamme kastanje
Castanea sativa
25 bedekkings % 15
sortiment zie algemene lijst
eenmalige werkzaamheden: -dunnen t.g.v. "solitaire" kronen
Periodieke maatregelen: -lariks vellen t.g.v. tamme kastanje
72
SB4
Vaknummer 13
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -productie vak met Douglas Streefbeeld: -open bosvak van douglas gemengd met groepen loofbomen in de zuidrand
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
65% Latijnse naam
Douglas
verhouding in % 70
kleinbladige linde
Tilia cordata
10
5
rode beuk
Fagus sylvatica spec.
10
5
wintereik
Quercus petraea
10
5
bedekkings % Struiketage
aantal bij te planten
Pseudotsuga menziesii
sortiment zie algemene lijst
30
eenmalige werkzaamheden: -uitkappen van drie verjongingvlakken van 500-600 m2 -aanplant solitairen
Periodieke maatregelen: -natuurlijk opslag Douglas met 75% verwijderen, natuurlijk opslag van struiken zoals hulst en taxus bevoordelen - laan vrijstellen van bosvak
73
SB4
Vaknummer 14
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -productievak met lariks, in de westhoek parkaanleg met verschillende loofhout soorten Streefbeeld :-productievak met lariks, in de driehoek bij de westelijk ingang parkbos met verschillende loofhout soorten, in onder etage ontwikkeling van hulst Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
80% Latijnse naam
verhouding in %
aantal bij te planten
acacia
Robinia pseudoacacia
1
Douglas
Pseudotsuga menziesii
10
gewone beuk
Fagus sylvatica
10
Hollandse linde
Tilia europaea
3
Japanse lariks
Larix kaempferi
70
rode beuk
Fagus sylvatica spec.
3
3
winter eik
Quercus petraea
3
3
bedekkings % sortiment zie algemene lijst
25
Struiketage eenmalige werkzaamheden: -verwijderen opslag van acacia, berken en Amerikaanse eik -loofhoutsoorten aanplanten uit doelsoorten
Periodieke maatregelen: -dunnen in de lariks - laan vrijstellen van bosvak - acacia opslag beheersen
74
3
SB4
Vaknummer 15
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -gemengd bosvak Streefbeeld: -gemengde opstand van loof- en naaldhout en onderetage van Rododendron.
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
80% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
35
gewone beuk
Fagus sylvatica
45
rode beuk
Fagus sylvatica spec.
zomereik
Quercus robur
5 15 bedekkings %
sortiment zie algemene lijst
35
Struiketage
eenmalige werkzaamheden: -afzetten Rododendron -verwijderen opslag Amerikaanse eik -vellen van -dunnen t dode en kwijnende Amerikaanse eik
Periodieke maatregelen: -beheersen van Amerikaanse eik en Amerikaanse vogelkers -dunnen t.g.v. doelsoorten
75
SB4
Vaknummer 16
Mookerheide te Mook
terreintype:
bos
Beschrijving: -lariks productie opstand Streefbeeld:- lariks productie opstand
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam Japanse lariks
80% Latijnse naam Larix kaempferi
verhouding in % 100 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
15
eenmalige werkzaamheden: -1x Amerikaanse eik bestrijden
Periodieke maatregelen: -uitdunnen, in toekomst uit natuurlijke opslag volgende generatie lariks opkweken -beheersen Amerikaanse eik
76
SB4
Vaknummer 17
Mookerheide te Mook
terreintype:
bos
Beschrijving: -Douglas productie opstand Streefbeeld: -Douglas productie opstand
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam Douglas
85% Latijnse naam Pseudotsuga menziesii
verhouding in % 100 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
15
eenmalige werkzaamheden:-vrijstellen monumentale eik bij padsplitsing -vellen dode eik bij padsplitsing
Periodieke maatregelen: -dunning, in toekomst uit natuurlijke opslag volgende generatie Douglas opkweken
77
SB4
Vaknummer 18
Mookerheide te Mook
terreintype:
bos
Beschrijving: -gemengde opstand Streefbeeld: -gemengde opstand
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
70% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
15
gewone beuk
Fagus sylvatica
25
krent
Amelanchier lamarckii
30
zomereik
Quercus robur
30 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
25
eenmalige werkzaamheden: -dode en kwijnende bomen langs de weg vellen -
Periodieke maatregelen: -beheersen van Amerikaanse eik, dunnen
78
SB4
Vaknummer 19
Mookerheide te Mook
terreintype:
bos
Beschrijving: -gemengde opstand van loof- en naaldhout en verschillende leeftijden Streefbeeld: -gemende opstand van loof- en naaldhout, aan oostkant een berken/tamme kastanje bosje -aan westkant open bosbeeld behouden Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
65% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
10
gewone beuk
Fagus sylvatica
15
grove den
Pinus sylvestris
15
tamme kastanje
Castanea sativa
20
zachte berk
Betula pubescens
40 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
35
eenmalige werkzaamheden: -dunnen van de jonge opstand van berken/tamme kastanje -bestrijden van de Amerikaanse eik -inplanten beuk in de haarden van de Amerikaanse eik, plantverband 1.25x1,125
Periodieke maatregelen: -dunning -beheersen Amerikaanse eik
79
SB4
Vaknummer 20
Mookerheide te Mook
terreintype:
bos
Beschrijving: gemengde opstand Streefbeeld: -gemengde opstand met een verminderend aandeel Amerikaanse eik
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
65% Latijnse naam
verhouding in %
gewone beuk
Fagus sylvatica
35
grove den
Pinus sylvestris
30
zomereik
Quercus robur
35 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
35
eenmalige werkzaamheden:
Periodieke maatregelen: -dunnen -beheersen van de Amerikaanse eik -oprijlaan vrijstellen van bomen uit bosvak
80
SB4
Vaknummer 21
Mookerheide te Mook
terreintype:
bos
Beschrijving: -gemengde opstand met coulissen-verjongingsstroken Streefbeeld: -gemengde opstand met een gevarieerde onderetage, met een verminderend aandeel Amerikaanse eik Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
65% Latijnse naam
verhouding in %
gewone beuk
Fagus sylvatica
30
grove den
Pinus sylvestris
20
zomereik
Quercus robur
20
tamme kastanje
Castanea sativa
30
bedekkings % Struiketage
sortiment zie algemene lijst
35
eenmalige werkzaamheden: -1x bestrijden Amerikaanse Eik
Periodieke maatregelen: -dunnen -beheersen Amerikaanse eik
81
SB4
Vaknummer 22
Mookerheide te Mook
terreintype:
bos
Beschrijving: -gemengd bos Streefbeeld: -gemengd bos
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
85% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
grove den
Pinus sylvestris
10 30
tamme kastanje
Castanea sativa
20
zachte berk
Betula pubescens
20
zomereik
Quercus robur
20 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
15
eenmalige werkzaamheden: -1x bestrijden Amerikaanse eik
Periodieke maatregelen: -dunnen -beheersen Amerikaanse eik
82
SB4
Vaknummer 23
Mookerheide te Mook
terreintype:
bos
Beschrijving: -gemengd bos Streefbeeld: -gemengd bos
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
80% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
2
gewone esdoorn
Acer pseudoplatanus
3
grove den
Pinus sylvestris
50
tamme kastanje
Castanea sativa
15
zachte berk
Betula pubescens
15
zomereik
Quercus robur
15 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
40
eenmalige werkzaamheden: -ontsluitingspaden openmaken -oprijlaan vrijstellen van bomen uit bosvak - grote bomen bij eerste dunning sterk bevoordelen -1x Amerikaanse eik bestrijden
Periodieke maatregelen: -Amerikaanse eik en esdoorn beheersen -strook van 4 meter tussen de laan en bosvak vrijhouden van opslag
83
SB4
Vaknummer 24
Mookerheide te Mook
terreintype:
bos
Beschrijving: -gemengd bos Streefbeeld: -gemengde bos
Gewenste verdeling na 6 jaar: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
80% Latijnse naam
verhouding in %
gewone esdoorn
Acer pseudoplatanus
grove den
Pinus sylvestris
40
3
tamme kastanje
Castanea sativa
15
zachte berk
Betula pubescens
37
zomereik
Quercus robur
5 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
40
eenmalige werkzaamheden: -ontsluitingspaden openmaken -oprijlaan vrijstellen van bomen uit bosvak - grote bomen bij eerste dunning sterk bevoordelen -1x Amerikaanse eik bestrijden
Periodieke maatregelen: -Amerikaanse eik en esdoorn beheersen -strook van 4 meter tussen de laan en bosvak vrijhouden van opslag
84
SB4
Vaknummer 25
Mookerheide te Mook
terreintype:
bos
Beschrijving: -gemengd bos Streefbeeld: -gemengd bos
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
80% Latijnse naam
verhouding in %
gewone esdoorn
Acer pseudoplatanus
grove den
Pinus sylvestris
50
5
tamme kastanje
Castanea sativa
15
zachte berk
Betula pubescens
15
zomereik
Quercus robur
15 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
35
eenmalige werkzaamheden: -ontsluitingspaden openmaken -oprijlaan vrijstellen van bomen uit bosvak - grote bomen bij eerste dunning sterk bevoordelen -1x Amerikaanse eik bestrijden
Periodieke maatregelen: -Amerikaanse eik en esdoorn beheersen -strook van 4 meter tussen de laan en bosvak vrijhouden van opslag
85
SB4
Vaknummer 26
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -gemend bosvak Streefbeeld: -gemengd open bosvak met beperkte onder etage
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
65% Latijnse naam
verhouding in %
acacia
Robinia pseudoacacia
5
Douglas
Pseudotsuga menziesii
25
gewone beuk
Fagus sylvatica
10
haagbeuk
Carpinus betulus
Japanse lariks
Larix kaempferi
5 25
rode beuk
Fagus sylvatica spec.
tamme kastanje
Castanea sativa
15
3
zomereik
Quercus robur
12 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
10
eenmalige werkzaamheden: -dunnen waarbij de bijzondere bomen worden vrijgesteld -1x Amerikaanse eik, esdoorn en Amerikaanse vogels bestrijden -Rododendrons snoeien en/of afzetten
Periodieke maatregelen: -beheersen van opslag van Amerikaanse eik- en vogelkers en esdoorn
86
SB4
Vaknummer 27
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -dichte opstand van beuk en eik Streefbeeld: -opstand van monumentale eiken en beuken
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
65% Latijnse naam
verhouding in %
gewone beuk
Fagus sylvatica
70
zomereik
Quercus robur
20 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
5
eenmalige werkzaamheden: -dunnen
Periodieke maatregelen: -dunning
87
SB4
Vaknummer 28
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -opstand van douglas en grove den Streefbeeld: -grove den opstand gemengd met zomereik en beperkt aandeel Douglas
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
75% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
10
grove den
Pinus sylvestris
15
zachte berk
Betula pubescens
30
zomereik
Quercus robur
45 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
45
eenmalige werkzaamheden: -dunnen t.b..v de menging zomereik en grove den -1x bestrijden Amerikaanse eik
Periodieke maatregelen: -dunnen -beheersen Amerikaanse eik
88
SB4
Vaknummer 29
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving:-gemengde opstand van loof- en naaldhout Streefbeeld:-gemengde opstand van loof- en naaldhout met parkachtig karakter
Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
75% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
gewone beuk
Fagus sylvatica
10
5
grove den
Pinus sylvestris
30
haagbeuk
Carpinus betulus
5
kleinbladige linde
Tilia cordata
2
witte esdoorn
Acer Saccharum
3
zachte berk
Betula pubescens
15
zomereik
Quercus robur
30 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
30
eenmalige werkzaamheden : -verwijderen van laurier -verwijderen dode en omgewaaide bomen -vrijstellen beuk en zomer eik
Periodieke maatregelen: Douglas beheersen
89
SB4
Vaknummer 30
Mookerheide te Mook
terreintype:
parkbos
Beschrijving: -dichtgegroeid park met bijzondere boomboeketten, bomen en taxusgroepen Streefbeeld: -open parkbos met bijzondere boomboeketten, taxusgroepen en solitaire bomen en doorzichten -vanaf de brug doorzicht op het dal en de beekloop met zwerfstenen Gewenste verdeling: Boomopstand
kroonprojectie:
doelsoort: Nld. naam
65% Latijnse naam
verhouding in %
Douglas
Pseudotsuga menziesii
15
gewone esdoorn
Acer pseudoplatanus
10
haagbeuk
Carpinus betulus
10
reuzen zilverspar
Abies grandis
15
reuzenlevensboom
Thuja plicata
5
witte esdoorn
Acer Saccharum
zomereik
Quercus robur
zwarte den
Pinus nigra
5 35 5 bedekkings %
Struiketage
sortiment zie algemene lijst
15
eenmalige werkzaamheden: -dunnen t.b.v. het open parklandschap -opruimen zwerfvuil, bladhopen en snoeihout -Taxusgroepen voor 65% afzetten -hulst bij parkeerplaats verwijderen (openheid herstellen) -laurieren bij de wildkelder verwijderen (niet oorspronkelijk en niet passend) -herstellen grasberm Periodieke maatregelen: -verwijderen van opslag vlier, esdoorn en Amerikaanse eik
90
SB4
Mookerheide te Mook
LITERATUUR.
Altink, A., Jan J. Luden en Heumen, vreemde en gewone vogels in een voormalige heerlijkheid, Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 1988. Groenewegen & Zoon, Koninklijke boomkweekerijen, Algemeene Naam- en Prijslijst, najaar 1908 voorjaar 1909, 49e-50e jaargang, nr. 146. Groenewegen & Zoon, Voor tuinbezitters. De Bilt, 1930 Het Landgoed "De Mookerheide". (T.b.v. verkoop op 11 en 18 september 1909.) Druk en clichéuitvoering van de Boek- en Kunstdrukkerij P.A. Geurts Nijmegen Leerling, M.A.P., Inventaris van het Archief van de Familie Luden (1611) 1750-1971 (1984), Amsterdam, Gemeentearchief Amsterdam, 1995. M. Het landgoed 'de Mookerheide', in: Buiten, geïllustreerd weekblad aan het buitenleven gewijd. 6 (1912) 52, p. 620-623 Meulenkamp, W., Cementrustiek, gekopieerde natuur. In: Onze Eigen Tuin, zomer 2003. Meulenkamp, W. Cementrustiek: een vergeten negentiende- en vroeg twintigste eeuwse stijl en techniek. In: Nieuwsbrief De Donderberggroep, nrs. 12 en 13, 1998. Rooijen, J. van, Landgoed de Mookerheide, z.pl., 1989. SB4, De ontwikkeling van park en tuin van Jachtslot Mookerheide te Mook, SB4, Wageningen, 1999.
91