Is sport spiritueel gevoelig?
Hoe kan ik van hardlopen ook geestelijk genieten? Paul de Blot SJ
Hardlopers kunnen genieten van sport1. Voor hen is sport meer dan gewoon aan sport doen, meer dan lichamelijke inspanning en meer dan prestaties. De oude Grieken beleven sport als iets goddelijks. De Olympus is voor hen de berg van de goden en de bron van goddelijk leven. Daar wordt sport beoefend als contact met hun goden. Het goddelijk vuur wordt hier ontstoken en door de hardloper overgebracht. Met zijn spirituele bezieling houdt hij het vuur brandend. Het mag onderweg niet uitgaan. Voor hen is hardlopen, en elke andere vorm van sport die daar is ontstaan, een diepe ervaring van goddelijk leven, dat is de beleving van hun bestaan op zijnsniveau. Je zou zelfs van een mystieke ervaring kunnen spreken. Hoe is dit mogelijk? Een reflectie op de ervaring van het hardlopen kan ons antwoord geven. 1. Van lichamelijke inspanning tot spirituele ervaring bij het hardlopen Wat ervaart iemand het hardlopen? Je begint met trainen, oefenen volgens bepaalde technieken van lopen, ademhaling, e.d. Er is discipline en lichaamsbeheersing nodig om tot betere prestaties te komen. Je ervaart steeds meer de grenzen, de tegenstand van je lichaam en de beperktheid van je krachten en je probeert steeds meer deze grenzen te overschrijden. In het ritme van je lichaamsbewegingen en je ademhaling komt er een moment dat de grenzen vervagen en je inspanning wordt minder krampachtig. Je gaat je als het ware één voelen met de overkant van je grenzen. Je komt meer tot rust en je hartslag daalt. Dat is het transcendentiemoment van je geestelijke ervaring. Je lichamelijkheid met zijn grenzen is geen tegenstander meer die je moet overwinnen, maar een medestander die inspanning ondersteunt. Op dat moment word je als het ware vanzelf voortbewogen door je bezieling. Er komt ruimte voor vrijheid, voor dromen en fantasieën en je ervaart een innerlijke zekerheid dat je bereikt wat je wilt. Je moet het halen en je gaat winnen. Door een innerlijke kracht voortgedreven overstijg je de moeite en inspanning van je lichaam. Dit is een spirituele ervaring, die zo intens kan worden ervaren dat het tot een mystiek genieten kan smaken. In dit proces van de lichamelijke inspanning wordt dit overstegen in een ervaring op het zijnsniveau van ons bestaan. Deze transcendentie van het hardlopen ontplooit zich als een spiritueel proces dat de lichamelijke beleving transparant maakt voor een geestelijk genieten. Hoe is dit mogelijk? 2. De hele mens is bij de sport betrokken 1
Voor het gemak heb ik de manlijke vorm gebruikt, ofschoon het vanzelfsprekend over manlijke en vrouwelijke sporters en hardlopers gaat
Sport wordt vaak beoefend als een eenzijdig lichamelijke inspanning, gestuurd door rationeel verantwoorde technieken. Over de nodige bezieling en spirituele dimensie van sport wordt veel minder nagedacht. Men heeft er vaak plezier in en het houdt je gezond. Voor de coach van topsporters blijkt aandacht voor hun spirituele kracht van groot belang. Een goede coach beseft het ook, al werkt men er niet altijd bewust aan. Sport is een activiteit van de hele mens, de mens als ziel en lichaam, want mensen zijn redelijke wezens met een stof-geestelijke natuur. Bij elke menselijke activiteit zijn alle drie dimensies meer of minder betrokken, ook in de sport. Ze vullen elkaar aan en ondersteunen elkaar. Valt er één van de drie aspecten uit dan degradeert de mens tot een on-mens. In mijn denken “denkt” mijn lichaam mee en wordt mijn denken ook geestelijk bezield. Mijn lichamelijke inspanning staat niet los van mijn verstand en van mijn geest. Spirituele inzichten ontstaan niet zonder fysieke en verstandelijke ondersteuning. Verstand, lichamelijkheid en bezieling zijn in elke vorm van sport eveneens wezenlijk betrokken. We zijn ons hiervan niet altijd van bewust, maar als een van de drie activiteiten ontbreekt krijgt het gedrag een eenzijdig fanatiek of zweverig karakter. Echte sport is scheppend en in de letterlijke zin recreatie. Hoe is deze samenhang van lichaam, verstand en geest te begrijpen?2
Heel de geschiedenis door hebben filosofen nagedacht over de geheimzinnige natuur van de mens als geestelijk lichamelijk wezen. De mens leeft hierdoor in twee werelden. Ze worden wel de primaire – geestelijk spirituele – wereld en de secundaire – lichamelijk stoffelijke – wereld genoemd. In de Chinese cultuur wordt hun verbondenheid door het Yang-Yin symbool weergegeven als de twee in elkaar verstrengelde komma’s, die elkaar als tegenstelling aanvullen en ondersteunen. Lichaam en ziel zijn eveneens te begrijpen als twee op elkaar ingestelde krachten, tegengestelde en tegelijkertijd complementair. Los van elkaar zijn ze niet te begrijpen, want het gaat om een cyclisch scheppingsproces dat nooit voltooid is. De primaire wereld is meer naar binnen gericht als een samentrekkende beweging naar het centrum toe, integrerend als verinnerlijking en synthese. De delen worden in het licht van het geheel geplaatst. Hierbij zijn volgens Jung vooral de vrouwelijke krachten dominant. In de sport is dit de geestelijke bezieling, de naar het kern van ons leven gerichte kracht. De secundaire wereld is meer naar buiten gericht en streeft naar verovering en prestatie. Dit wordt door Jung meer aan de mannelijke krachten toegewezen. In het Chinese Yang-Yin model gaat het om een harmonische samenwerking tussen het meer op bezieling gerichte vrouwelijke principe en het meer op meetbare prestaties gerichte mannelijke principe . In de latere wetenschappelijke ontwikkeling wordt dit onderscheid toegeschreven aan de meer gevoelsmatig creatieve rechterhersenhelft en de meer analytisch rationele linker hersenhelft. Recente wetenschappelijke ontwikkelingen tonen aan dat ze op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn. De neurocardiologie ontdekt dat het hart eveneens over een brein beschikt 2
Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen geest en ziel, maar dit is meer een verstandelijk onderscheid, omdat het om twee gezichten gaat van dezelfde concrete realiteit. In de psychologie wordt meer aandacht geschonken aan de geestelijke processen van de bewustwording. In de spiritualiteit krijgen de processen van de ziel op het diepste zijnsniveau meer andacht. Vaak wordt er over spiritualiteit gesproken ofschoon men zich beperkt tot de psychologische analyse van het bewustzijn zonder in te gaan op de spirituele zijnservaring.
waardoor het hart in staat is te voelen, leren, herinneren en beslissingen te nemen die goed zijn voor het lichaam. Ons bewustzijn blijkt een informatiemechanisme te zijn dat zich zowel op fysiek als op niet fysiek niveau beweegt. Daardoor kent het lichaam zichzelf op een manier die de fysieke zintuiglijkheid overstijgt. Dit wordt door de kinesiologie bevestigd. Het lichaam “weet” wat goed en slecht is voor zijn gezondheid. Interessant is in dit opzicht het onderzoek van de Jungiaanse psychoanalytica Clarissa Pincola Estés, die in 1992 spreekt over als de honger van de ziel en het verlangen naar de zuivere kern van wie we zijn. Dat is de spirituele intelligentie als een verlangen dat ons het gevoel geeft dat we leven. Het kan op verschillende momenten van ons leven bewust worden maar het vraagt wel oefening om tot bloei te komen. Dat moment vindt plaats bij topsport na een deskundige training.
3. Idealisme en realisme in de sport
In de sport ontwikkelt zich een tegenstrijdig proces dat begint als een lichamelijke training en eindigt als een spirituele bezieling. Dan spreekt het lichaam de taal van het hart, dat is de inspirerende taal van het idealisme, van het zijn. De op prestatie gerichte lichamelijke en rationele intelligentie spreken de taal van het verstand, van het realisme, van het doen , van de sportprestaties. Een relevant voorbeeld voor de sport is het gedrag van de held Arjuno uit een beroemd epos uit India. Hij is een onoverwinnelijke veldheer met mystieke krachten die altijd overwint op het kwaad. Deze figuur op Java gedanst door een vrouw omdat de gevoeligheid van de vrouw met haar spirituele kracht in staat is de de listen van de tegenstander te doorzien. De kracht als mens wordt gedragen door realisme én idealisme in een juiste verhouding. Dat geldt ook voor de sportbeoefening
In de sportpraktijk speelt zowel realisme als idealisme een wezenlijke rol. Om de juiste samenhang te vinden tussen beide is geen recept te vinden, omdat die voortdurend verandert. Een verhaal uit India kan dit verduidelijken. Een overwonnen vijand wordt veroordeeld tot de krokodillenkuil, wat praktisch de dood betekent. Maar de koning geeft ze een kans om hun leven te redden. Ze kunnen over een brug van touwen naar de overkant komen van de krokodillenkuil. Nadat de eerste man met succes de overkant bereikt schreeuwen zijn lotgenoten hem hoe hij dit heeft gepresteerd “Ik weet het niet”, roept hij. “Het enige wat ik weet is dat ik naar links moet buigen als ik naar rechts dreig te vallen en naar rechts buigen als ik naar links dreig te vallen”. Een realist in sport met eenzijdige aandacht voor de lichamelijke prestaties zal niet de top bereiken. Maar de idealist die geen rekening houdt met zijn lichamelijke mogelijkheden evenmin. Eenzijdig realisme stoot op de grenzen van lichamelijkheid en eenzijdig idealisme leidt tot zweverigheid. Beide moeten samen gaan ook in de sportbeoefening. Lichamelijkheid betekent realisme, dat is uitgaan van het hier en nu. In de sport betekent dit meetbare prestaties, effectief met je lichaamskrachten omgaan. Spiritualiteit betekent bezieling, een droom en een ideaal hebben. Ook bij sport zijn zowel realisme als idealisme tegengestelde processen die elkaar aanvullen en versterken zoals Yang en Yin. Realisme is voor de sport rekening houden met de eigen lichamelijke mogelijkheden en beperkingen. Dit is ook zuivere lucht en een gezond klimaat. Het lichaam leeft als het ware in symbiose met zijn kosmische milieu. Daarom staat een gezonde sportbeoefening niet los van een gezond makend
natuurlijk milieu en gezonde voeding. Het lichaam wordt door zijn natuur begrensd maar ook gevoed, verrijkt en gedragen. Het lichaam kent zijn kuren en grillen, maar ook zijn mogelijkheden. Realisme is kennis van je eigen lichaamskrachten, en van de juiste technieken en oefeningen om de mogelijkheden te activeren. Dit is een leerproces met verstandelijk inzicht en zintuiglijke kennis. Realisme wil bepaalde meetbare resultaten bereiken en dat vraagt investering en discipline. Het idealisme verinnerlijkend en bezielend vanuit het centrum van ons bestaan op zijnsniveau. Van hieruit wordt het hart aangesproken door zijn diepste menselijke verlangen om méér te zijn dan het is. In de sportbeoefening speelt dit fundamentele verlangen om meer te zijn eveneens een belangrijke kracht. Dit is een onbewuste totaliteitservaring , die het denken en de fysieke inspanning overstijgt tot op een mystiek hoogtepunt. Lichamelijkheid is ook begrensdheid in tijd en ruimte. De atleet springt tot op bepaalde hoogte en loopt een bepaalde afstand in een bepaalde tijd. Het verstand wil die grenzen verruimen, grotere afstanden halen in kortere tijd, hoger springen met minder energie. Hoe effectief en rationeel de aanpak ook is, grenzen blijven er altijd. Met zijn geestelijke vermogens blijkt de mens wel in staat te zijn lichamelijke en verstandelijke grenzen te overstijgen. Dat wordt bereikt door zijn spirituele krachten die ruimte en tijd overschrijden. In Japan kent men managementtrainingen voor topmanagers van middelbare leeftijd. Na een zware lichamelijke inspanning volledige uitgeput krijgen ze tot taak een case op te lossen. Dan pas mogen ze naar bed. Het probleem wordt snel gevoelsmatig opgelost. Als ze de volgende dag de case op de klassieke wijze analytisch uitwerken, blijkt de oplossing niet beter te zijn dan wat ze de vorige avond in hun uitputting intuïtief hebben uitgewerkt. Op spiritueel niveau ontstaat ruimte om tegenstellingen te overstijgen zoals in het Yang-Yin model. Tegenstanders worden dan medestanders worden en grenzen worden een uitdaging voor nieuwe mogelijkheden. Vanuit dit inzicht is het boven beschreven proces van de hardloper te begrijpen. Plato wijst op het hoogtepunt van dit spirituele proces als een intense beleving van Schoonheid. Dat is een topervaring op het zijnsniveau als een niet te overtreffen glans van harmonie en geluk dat uitroept: “wat is het leven toch mooi!” “Het is de moeite waard om te leven``. Deze totaliteitservaring is onbegrensd en streeft naar steeds mèèr, ook in de sport. Het is de bron van een onophoudelijk verlangen naar groei waar we reeds op wezen. Waar dit verlangen ophoudt begint het stervensproces. Deze schoonheidservaring is een mystieke topervaring die de redelijkheid en lichamelijkheid overstijgt . Deze ervaring blijft tegelijk realistisch en lichamelijk, maar kan de topsport bezielen.
4. De haalbaarheid van deze spirituele ervaring Het mystieke hoogtepunt is een spirituele ervaring is in principe voor iedereen haalbaar, ook in het hardlopen maar wel onder bepaalde voorwaarden. Welke zijn dat? Uit het voorafgaande blijkt duidelijk de noodzaak van een gedisciplineerde inzet met volle aandacht voor alle drie dimensies van lichaam, verstand en ziel. Het is de hele mens die hardloopt, en niet de mens zonder verstand en zonder hart. De overgang van het doe niveau naar het zijnsniveau is een grenservaring die bewust wordt overschreden als een sprong in het onbekende. Deze sprong is innerlijk bevrijdend maar ook angstwekkend. De tegenstand moet worden overstegen door die tot vriend te maken.
Een voorbeeld kan dit illustreren. Geboren op Java bij het strand van de Indische zwom ik als klein kind graag in zee. Bij vloed kwamen vaak metershoge golven op me af die me dan hardhandig een eind verder op het strand wierpen. Op een stormachtige dag kwam opeens een huizenhoge golf op me af met zijn angstwekkende open muil. In mijn paniek spring ik in de muil om er bescherming te zoeken. Tot mijn grote verbazing schiet ik achter de golf omhoog en blijf rustig drijven. Ik zie verderop de golf op het strand uiteenspatten. In het hart van de branding ben ik opgenomen in haar kracht. In een existentiële angstsituatie kom ik tot een diepe zijnservaring waarin ik me één voel met alles. Als ik weer boven water kom voel ik me gedragen door een gevoel van vrijheid en dankbaarheid. Het is zo mooi, zo heerlijk, zo goed en ik geniet ervan als een surprise van het leven. Een soortgelijk gevoel zal een hardloper ook ervaren op de grens van zijn kunnen dat je tot wanhoop kan drijven. Door erin te duiken vervagen de grenzen en je komt in een ruime waarin je je één voelt met alles. Je ervaart geen tegenstand meer. Je wilt méér. Het is nooit genoeg. Deze spirituele transparantie van mijn lichamelijkheid ervaar ik als een geluksmoment dat nooit genoeg is. Dat is de mystieke ervaring van het hardlopen dat van geen ophouden kent en tot bovenmenselijke topprestaties kan leiden met een ogenschijnlijk gemak. Je voelt je als een adelaar gedragen en voortbewogen op de wind. Er wordt een verhaal verteld van een adelaarsei dat door een kip werd uitgebroed. Als het adelaarskuiken in de wereld komt volgt het zijn moeder, die op de grond angstig rent als er gevaar dreigt. Het beest wordt groter en voelt zich te zwaar om hard te lopen. Het ontdekt dat het lichter wordt als het ook zijn vleugels uitslaat. Op een dag ziet het een arend vliegen en verlangt ook zo te vliegen. Het beestje loopt hard en slaat zijn vleugels uit, Dan ontdekt het dat het vliegt. Elke dag opnieuw oefent het diertje zich en uiteindelijk maakt het zich los van de aarde en vliegt, steeds hoger…. Een samenvattend antwoord op de vraag waar het om gaat in de sport is het antwoord dat ze gericht is op de gezondheid van de hele mens in zijn geestelijke lichamelijke natuur als rationeel wezen in zijn samenleven met andere mensen in een kosmisch milieu. Het hoogtepunt wordt bereikt in de spirituele zijnservaring, die de oude Grieken toeschreven aan de goddelijke krachten in ons. Op dit niveau worden alle tegenstellingen en grenzen overstegen en de verbondenheid ervaren met alles, met de medemens zowel als met de natuur waarin we leven.